8 minute read

De vrouwengroep van verslavingskliniek De Wending

OVER VROUWEN BIJ VERSLAVINGSKLINIEK ‘DE WENDING’ DIE ELKAAR LEREN OM GRENZEN AAN TE GEVEN

‘Je moet zijn nummer wissen’

tekst/Geke van Wijnen beeld/Peter de Krom

HOE IS HET OM ALS (EX-)VERSLAAFDE VROUW IN EEN KLINIEK MET VOORAL MANNELIJKE CLIËNTEN TE ZITTEN? ONNA, ERIN, LOES, ILONA EN MARY WETEN ER ALLES VAN. ZIJ VERBLIJVEN IN DE WENDING, DE GGZ-VERSLAVINGSKLINIEK VAN HET LEGER DES HEILS IN DE BOSSEN BIJ APELDOORN.

Momenteel verblijven er tien vrouwen in De Wending. Dat is veel, vertellen sociotherapeuten Bram en Marjanne. Meestal zijn er niet meer dan vijf. Omdat vrouwen zo in de minderheid zijn, is er elke vrijdagochtend een speciale sessie voor hen: de vrouwengroep. Terwijl Marjanne de stoelen in een kring opstelt, zet Bram de thermoskannen met koffie en thee klaar. Deze groep biedt een veiligheid die ze in andere therapiesessies of in de huiskamer niet vindt, vertelt Onna, want daar zijn mannelijke deelnemers bij “en mannen hebben mij veel ellende aangedaan. Hier zeg ik dingen die ik ergens anders niet zou zeggen.” De Wending ligt midden in de bossen bij Apeldoorn, op het landgoed Caesarea. Daar doen veertig mensen – meestal niet voor het eerst – een poging om af te kicken en hun leven weer op de rit te krijgen. Verdeeld over zes huiskamers brengen cliënten hun dagen door: met therapiesessies, behandelgesprekken, dagbesteding en met het dagelijks leven zoals elk mens dat kent: eten, slapen, ruziemaken en liefhebben.

Een minuut of tien later dan gepland zijn de vrouwen gearriveerd die vandaag zouden komen en Bram en Marjanne openen de sessie. Ze vertellen wat de vrouwen vandaag gaan doen. Ze beginnen met een rondje om te vertellen hoe hun week was, dan is er pauze en daarna psychomotorische therapie. Het thema van de sessie van vandaag: je eigen grenzen aanvoelen en aangeven.

ONNA WORDT OMA

Onna mag beginnen met vertellen over haar week. En ze staat te trappelen, want... ze wordt oma. De vrouwen vallen bijna over elkaar heen om haar te feliciteren. Onna wordt overladen met knuffels, kussen en felicitaties. “Mijn mentor wist het al”, vertelt ze, “maar mijn dochter had met haar overlegd dat het beter was om het mij niet meteen te vertellen. Ik moet het eigenlijk ook nog geheimhouden, maar dat kan ik niet hoor.” Trots poseert ze voor een foto met de ansichtkaart, de positieve zwangerschapstest en de babyslofjes die haar dochter heeft opgestuurd. Dit is precies waar de vrouwengroep voor is, vertelt sociatherapeut Marjanne later: om het leven te delen. In deze groep voelen vrouwelijke cliënten zich op hun gemak en na verloop van tijd gaan ze steeds meer delen, worden ze steeds opener. Na Onna is Loes aan de beurt. “Ik kreeg een bericht van Joey”, vertelt ze, nadat ze heeft gezegd dat ze een nogal onrustige week had. “Hij wil dat ik hier wegga, hij vindt dat dit niet goed voor mij is.” Ze valt even stil. “Ik ben helemaal leeg”, zegt ze dan. Haar hoofd valt op haar borst, haar schouders schokken. “Je moet zijn nummer wissen”, adviseert een van de vrouwen. “Eerst blokkeren, dan wissen”, zegt een ander. Met trillende stem vertelt Loes over Joey, haar ex, over zijn berichten en dat ze ertegen opziet om dit weekend naar huis te gaan. De Wending is een veilige plek, thuis staat ze er alleen voor. Veel vrouwen herkennen Loes’ verhaal. “Mijn ex zit vast, dat is makkelijker”, deelt Onna.

“Hier zeg ik dingen die ik ergens anders niet zou zeggen”

IEMAND DIE JE SITUATIE BEGRIJPT

Wanneer de gemoederen een beetje bedaard zijn, vraagt Bram: “Wat kan de vrouwengroep voor je betekenen?” “Ze geven me steun”, zegt Loes onmiddellijk. Ze vertelt dat ze voor het aankomende verlofweekend al wat zekerheden heeft ingebouwd: ze gaat bij haar moeder

en haar zoon langs en ze mag haar mentor bellen als ze bang is dat ze een terugval krijgt. “Goed zo”, zegt Bram, “zo bouw je veiligheid in.” “Je bent nu heel sterk”, vult een van de vrouwen aan. “Heel anders dan toen je hier binnenkwam.” Samen praten de vrouwen over lastige exen, een thema waar elk van de vrouwen wel ervaring mee lijkt te hebben. “Het is fijn als iemand je situatie begrijpt”, zegt Mary. Voor veel vrouwen is De Wending de eerste plek waar ze zich écht gezien voelen, ondanks dat ze al veel andere trajecten hebben doorlopen. Onna: “Hier gaat alles op je eigen tempo.” Erin vult aan: “In andere klinieken voelde ik me een nummertje, hier kijken ze naar wat je persoonlijk nodig hebt.” Bram en Marjanne bevestigen dit. De Wending biedt een groepsbehandeling, maar ze willen zoveel mogelijk individueel maatwerk leveren binnen die groepsbehandeling.

SAMEN OM DE VROUWEN HEEN STAAN

Bram en Marjanne hebben een intensieve baan, maar ze doen het samen, vertellen ze. “We staan met z’n allen om de cliënten heen”, zegt Bram, “ieder vanuit z’n eigen professie: sociotherapeut, psycholoog, psychiater, mentor, psychomotorisch therapeut, maatschappelijk werker. We benaderen het vanuit allemaal verschillende invalshoeken. Samen kijken we dan welke bejegening helpt.” Veel mensen die bij De Wending zijn opgenomen, hebben in de loop van de jaren allerlei diagnoses gekregen: persoonlijkheidsstoornis, licht verstandelijk beperkt, autisme of een combinatie van diagnoses. Die diagnoses kunnen helpen om met de cliënt te zoeken naar valkuilen en aandachtspunten in de behandeling. “Maar we zien vooral de mens, niet de diagnose”, zegt Bram, “we willen aansluiten bij de verandermotivatie van de cliënt en hun inzicht vergroten. Veel cliënten zijn gewend om alleen als verslaafde gezien te worden, wij willen de mens daarachter naar voren laten komen.”

GRENZEN AANGEVEN

Nadat alle vrouwen aan het woord zijn geweest, is er pauze. Een paar vrouwen zijn toe aan een sigaretje en ondertussen wordt Inge, de psychomotorisch therapeut,

“Veel cliënten zijn gewend om alleen als verslaafde gezien te worden, wij willen de mens daarachter naar voren laten komen”

Bram

De aanpak van De Wending

In De Wending doorlopen cliënten vier fasen van herstel:

• de abstinentie-

stabilisatiefase, die gericht is gericht op fysiek herstel van de effecten van middelengebruik door sociale structurering (vier weken);

• behandeling van

middelenafhankelijkheid en start herstel (acht weken); • herstel met nadruk op sociaal-

emotionele competenties

(twaalf weken);

• transfer- en resocialisatiefase

(vier tot acht weken). De eerste twee fasen worden gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Voor financiering van fase drie en vier is een Wmo-indicatie vanuit de gemeente van herkomst van de cliënt nodig, een Wlz-indicatie of financiering door Justitie. Binnen de groepsbehandeling wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd. Dit gebeurt vanuit de CRA-methodiek: Community Reinforcement Approach.

“Je bent nu heel sterk, heel anders dan toen je binnenkwam”

Erin over Loes

ingebeld omdat ze in quarantaine zit. Ze vertelt dat de vrouwen hun grenzen gaan leren aanvoelen en aangeven door – voorzichtig - tegen elkaar te boksen. Meestal gaan de vrouwen na de pauze op een creatieve manier aan de slag met het onderwerp van de ochtend, vandaag gaan ze naar buiten. Mary loopt nog even gauw terug naar haar kamer om slippers te verwisselen voor schoenen. Op het grasveld worden tweetallen gevormd en Marjanne legt nog een keer uit wat ze gaan doen. Ze beginnen zonder bokshandschoenen. De vrouwen moeten de handen tegen elkaar houden en vervolgens proberen elkaar omver te duwen. Ze moeten proberen aan te voelen wanneer hun grens wordt bereikt en dit aangeven bij de ander. Die moet dan stoppen met duwen. “En stevig staan”, zegt Marjanne, “zorg dat de ander je niet uit balans kan duwen.” Een beetje giechelend en onwennig beginnen de vrouwen. Bij Onna en Mary eindigt de oefening in een klapspelletje: ‘Papegaaitje leef je nog, ieja deja’.

BLIJF UIT M’N AURA

Nu mogen de bokshandschoenen aan. Onna heft haar handen op, Loes en Mary mogen elk op een van haar handschoenen stoten. Ilona is afgehaakt, ze staat niet zo stevig op haar benen. Ze gaat op haar rollator zitten en moedigt de andere vrouwen aan. Na een paar minuten haakt ook Mary af, nu zijn alleen Onna en Loes nog aan het boksen. Loes gaat lekker, ze staat stevig en deelt een paar rake stoten uit op de handschoenen

Jubileum

De Wending viert dit jaar, naast het 135-jarige bestaan van het Leger des Heils, ook een eigen jubileum: veertig jaar De Wending! Op 6 april is dit jubileum gevierd in theater Orpheus in Apeldoorn. Naast diverse sprekers op het seminar werd de jubileumvideo 40 jaar Den Wending getoond.

• JUBILE L EGERDES UM135 JA A R • HEILS

Wil je ‘m ook zien?

De CRA-methode

De Community Reinforcement Approach (CRA), gaat uit van autonomie: de cliënt heeft zelf verantwoordelijkheid over zijn of haar leven, bepaalt zijn eigen doelen door middel van een tevredenheidslijst en heeft voor het behalen van die doelen een eigen, sterke motivatie. Met hulp van het behandelteam worden de doelen van de cliënt opgeknipt in kleine, haalbare stappen, waarbij elke succeservaring gevierd wordt. Cliënten worden positief bekrachtigd door sociale steun, plezierige activiteiten en materiële en symbolische beloningen. Het belangrijkste van de CRA-aanpak is dat de cliënt alternatieven ontdekt voor zijn of haar verslaving, zodat ze bij trek (de behoeft e om te gaan gebruiken) niet meer naar middelen grijpen, maar naar een alternatief.

van Onna. “Sla ‘m op z’n mieter”, roepen de andere vrouwen, “breek z’n neus!” Ze lachen erom, maar het helpt wel, zegt Loes later. In de evaluatie vertelt ze: “Iedereen kwam altijd maar dichtbij me, ik liet over me heen lopen. Nu leer ik te zeggen: blijf uit m’n aura.”

This article is from: