Hamrikheem. Waar iedereen gewoon mag zijn

Page 1

Hamrikheem Waar iedereen gewoon mag zijn


Bewoners mogen hun eigen leven inrichten, krijgen eigen verantwoordelijkheden en worden gestimuleerd om naar hun kunnen te functioneren. En vaak kunnen ze meer dan dat ze denken.


I NHO U DS O PGAV E

4

Inhoudsopgave

5

Voorwoord

6

Nelie Nienhuis

10

Froukje

14

Annemarie

18

Egbert

22

Dinie

28

Ingrid

32

Piet

36

Wim

38

Fien

44

Rinie

48

Colofon

50

5


VO O R WO O R D

Voorwoord

HAMRIKHEEM: BALANS IN ZORG ZOEKEN ÉN VINDEN Wat gebeurt er als je aan iemand die al veertig jaar in de beslotenheid van een psychiatrisch ziekenhuis woont een eigen appartement geeft? Als je vervolgens vraagt zoveel mogelijk zelf te doen en alleen daar helpt waar het echt nodig is? Als je vertrouwen geeft, een veilige omgeving biedt en zoveel mogelijk autonomie nastreeft?

De ouderen hebben een eigen appartement met keukentje en badkamer. Ze houden het zelf schoon, of krijgen er hulp bij als dat niet goed meer lukt. Boodschappen doen ze zelf in de naastgelegen supermarkt, ze gaan er op uit met bus of fiets. Ze ontvangen bezoek of zoeken elkaar op in de gemeenschappelijke ruimtes of tijdens de activiteiten. Vaak wordt er gezamenlijk gegeten in het restaurant.

De regie ligt in het Hamrikheem bij de bewoners zelf. Zij mogen hun eigen leven inrichten, krijgen eigen verantwoordelijkheden en worden Er is meer mogelijk dan je denkt gestimuleerd om naar hun kunnen Het Hamrikheem is een woonvorm te functioneren. En vaak kunnen ze voor ouderen met langdurige psychiatrische beperkingen, ontstaan in dus meer dan dat ze denken. 2012 en uitgegroeid naar de huidige Of dan dat wij denken, zelfs. vorm in 2013. Hier is de menselijke maat altijd leidend. Vanuit individue- Vanuit de herstelgerichte benadele behoeften en wensen wordt zorg ring in de psychiatrie is bij Lentis geboden waar nodig, maar wordt er Ouderenpsychiatrie een heel nadrukkelijke beweging ontstaan in de vooral ingezet op zoveel mogelijk zelf doen. Altijd vanuit de gedachte: richting van meer zelfstandigheid. “er is meer mogelijk dan je denkt”. Dan gebeuren er hele mooie dingen. Elke dag weer.

6

De gedachte dat mensen meer zelfstandigheid aan zouden kunnen als zij daartoe worden uitgenodigd en het succes dat snel bleek heeft in combinatie met de overige veranderingen in de zorg in Nederland (verzorgingshuizen zijn gesloten, ouderen zijn meer aangewezen op mantelzorg) geleid tot de transitie van het Hamrikheem van verzorgingshuis naar ‘minder zorg - meer zelfstandigheid’. Spannende transitie Een spannende transitie. Voor Lentis, voor de medewerkers en voor de bewoners zelf. Ouderen zouden zo zelfstandig mogelijk gaan wonen, zorg en hulp alleen daar waar nodig en afhankelijk per individu.

Om deze passende zorg te kunnen bieden, moest er een goede balans worden gevonden tussen ouderenzorg en psychiatrische zorg. Daarom werden er kwartiermakers aangetrokken met een achtergrond in psychiatrische verpleegkunde. Zij gaven samen met verzorgenden een nieuwe zorgsfeer vorm. Dit zorgde voor een interessante combinatie van kennis en kunde waarbij er over en weer veel werd (en wordt) geleerd. Hecht team, mooie kleine en grote successen Uit het traject ontstond een hecht team van medewerkers die allemaal echt het verschil willen maken. Die uitdagingen aangaan, verande-

7


LENTIS

ring aanmoedigen en vooral heel veel voldoening halen uit de kleine en grote successen die ze samen met de bewoners behaalden.

Gewoon zoals het is. Want ook dat is autonomie: een eigen mening, positief of negatief. Dat mag gewoon.

Voor de bewoners geldt dat zij in heel veel gevallen meer vrijheid, zelfstandigheid en waardigheid hebben gekregen, zonder in te boeten aan veiligheid en vangnet. Deze bewoners kunnen hier zelfstandig wonen bij de gratie van extra ogen en handen als het nodig is. Maar waar ze eerder vaak besloten leefden en er bijna geen autonomie meer was, krijgen ze dat bij het Hamrikheem weer terug. Er wordt samen met bewoners gekeken naar hoe zij het prettigst leven. Welke doelen hebben zij? En hoe kunnen ze die behalen? Piloot worden lukt niet, een cursus Engels omdat piloten Engels moeten kunnen wel, bijvoorbeeld. Zingeving, plezier en vooral de mogelijkheid om zeggenschap te hebben over het eigen leven: dat willen we allemaal als mens.

Want in het Hamrikheem wonen gewone mensen. En dat laten we graag zien. Het leven levert je soms rare streken en psychiatrische problemen kunnen ons allemaal overkomen. De scheidslijn tussen normaal en gek is flinterdun. En misschien kent de maatschappelijke positie van deze groep daarom wel zoveel uitdaging. Willen we het eigenlijk wel zien?

Maatschappelijk belang: wat is normaal? Dit boekje vertelt verhalen van bewoners en medewerkers. Zonder voorbehoud of redactie.

8

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

We moeten wel. Want zij verdienen een leven dat zo normaal mogelijk is. Waarbij de vraag rijst: wat is normaal, Ăźberhaupt? Laten we problematiek als deze daarom zoveel mogelijk normaliseren. En inzetten op het aanbieden van perfect passende zorg die de waardigheid en kwaliteit van leven zo goed mogelijk respecteert. Het Hamrikheem streeft precies dit na en boekt hiermee succes. Of liever: Froukje, Nelie, Annemarie, Piet, Wim, Rinie, Fien en alle andere bewoners van het Hamrikheem boeken dat succes.

9


N E L I E N I E NHUI S

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Nelie Nienhuis

“ K I J K N O U E E N S I N W AT V O O R E E N W E E L D E W I J L E V E N . W AT E E N R I J K D O M . I K H E B E E N R O L L AT O R , S P E C I A L E S C H O E N E N , I K M A G H I E R W O N E N .” Ze stopt snel haar make-up in het kastje naast haar stoel. “Ik was net klaar, mijn lippenstift doe ik straks wel” zegt ze. Onopgemaakt. Nelie Nienhuis houdt van make-up. “Anders ben ik niet aangekleed. Dat zeiden mijn ouders vroeger al.” Ze heeft rouge van Chanel en lippenstift van Lancôme. Nelie Nienhuis is 86 jaar.

hier. Een kat is gezellig.” Haar man is jaren geleden ook overleden. Een hartstilstand tijdens het autorijden. “Eerst was ik boos. Boos op mijn geloof, zelfs. Maar later was ik vooral dankbaar omdat hij niet had geleden. En omdat hij niet iemand heeft aangereden toen het gebeurde.”

Nelie Nienhuis woonde op veel plekken in Nederland. Van Op de donkerbruine, grote, Brabant tot Noord-Groningen. antieke kast staat een foto van Samen met haar man verhuisde ze een poes. Het grijszwarte beest vaak voor zijn werk. En nu woont kijkt ondeugend in de lens. “Ik ze al vier jaar in het Hamrikheem. heb ooit een motorongeluk Heel even vond ze het moeilijk. gehad waardoor mijn bekken is beschadigd. Daardoor kon ik geen Want, wat moest ze nou doen? kinderen krijgen. Dus besloot mijn Ze wilde van alles, maar haar gezondheid liet haar in de steek. man dat we een hondje namen. Stiekem probeerde ze toch kleine We hebben er twee gehad. Ze dingetjes. En inmiddels is ze overleden allebei en een hondje is veel werk, dus toen nam ik een helemaal op haar plek. “Kijk nou eens in wat voor een kat. Helaas kon ze niet mee naar 10

11


N E L I E N I E NHUI S

weelde wij leven. Wat een rijkdom. Ik heb een rollator, speciale schoenen, ik mag hier wonen. Vroeger had mijn opa zijn oksels helemaal kapot van zijn krukken. En kijk eens naar de vluchtelingen. Ik ben een gezegend mens. Het is hier ontzettend goed wonen, er wordt goed voor me gezorgd. Ze moeten me hier uitdragen, eerder ga ik niet.”

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

maar soms gaan ze bekvechten of zeggen ze lelijke dingen. Daar wil ik niet tussen zitten. Er is al genoeg ellende op de wereld.”

Actief is ze altijd geweest. Vroeger werkte ze in de duurste schoenenzaak van Breda: ”Dat overlegde ik natuurlijk wel met mijn man. Hij zei: kind, je moet doen waar je gelukkig van wordt. En dat werd ik van schoenen verkopen. Het heeft me wel mijn Nelie Nienhuis verveelt zich voeten gekost, want ik moest op geen moment. Ze doet aan vreselijk hoge naaldhakken lopen. zoveel mogelijk activiteiten Ik was echt een topverkoopster. mee. Bloemschikken, knutselen, En ze vroegen me altijd mee op handwerken, ze bezoekt alle optredens die er beneden worden hun inkoopreizen in Zwitserland. Dan zat ik in een ontzettend duur georganiseerd. En ze krijgt hotel en zocht ik de mooiste regelmatig bezoek van andere bewoners. Soms zelfs wat teveel. schoenen uit voor in de zaak. Die verkochten heel erg snel uit. Ik “Dan zegt de zuster dat ik het had er echt kijk op.” wat rustiger aan moet doen. Ze vinden ook dat ik een dutje moet doen, maar van zitten word je niet Mooie kleren, daar houdt ze nog steeds van. Dus als ze iets wijzer zeg ik dan.” Drie keer per dag brengt ze koffie rond op haar nieuws nodig heeft, nodigt ze een oude kennis uit. Hij heeft een etage. En regelmatig gaat ze er kledingzaak en neemt van alles met de taxi op uit. Toch kiest ze niet voor het gezamenlijk eten en mee. Zij past het en wat ze mooi vindt, koopt ze. Dat doet ze al de koffie. Ze eet op haar kamer, jaren. alleen. “Het is heel vaak gezellig,

12

Vroeger nog voor haar schoonmoeder. “Alleen ik mocht mee om nieuwe kleren uit te zoeken. We aten dan een taartje bij de V&D en gingen de hele dag bij meneer Kort kleding passen.” Nelie Nienhuis heeft het goed. En dat deelt ze graag. Toen haar auto weg moest, vroeg ze daar geen geld voor. Nu haar speciale, dure schoenen niet meer passen, heeft ze de verkoper opdracht gegeven iemand te zoeken die er iets aan heeft en ze weg te geven. “Zo ben ik opgevoed. Mijn ouders kookten tijdens de oorlog voor de kinderen uit gezinnen die arm waren.”

“Ik ben niet van plan om chagrijnig te worden. Ik ben een rijk mens.” Haar gezondheid laat haar wel ernstig in de steek. Het lijstje met kwalen en medicijnen is lang. Heel lang. Maar mevrouw Nienhuis is desondanks heel resoluut: “Ik ben niet van plan om chagrijnig te worden. Ik ben een rijk mens.”

13


F R O U KJ E

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Froukje

“ OV E R DAG I S E R G E N O E G T E D O E N . F R O U K J E K R I J G T VA A K D A M E S O P B E Z O E K , O F Z E G A AT Z E L F O P B E Z O E K . Z E D R I N K T G R A A G G E Z A M E N L I J K KO F F I E B E N E D E N E N E E T E L K E DAG I N H E T R E S TA U R A N T M E T D E A N D E R E N .” 14

15


F R O U KJ E

Haar rollator doet niet alleen dienst als loophulp, maar ook als bijzettafel en transportmiddel. Kopjes thee, glaasjes water en haar handtas worden allemaal zorgvuldig op de rollator rondgereden. De kamer van Froukje is zo ingericht dat ze overal makkelijk bij kan met haar rollatortafel. Los lopen vindt ze eng, want ze is bang dat ze valt. “Soms moet het een klein stukje. Dan zeg ik tegen mezelf: kom op Frouk. Je kan het. Gewoon doen. En dan lukt het ook wel.” Froukje is hier een half jaar geleden komen wonen. Haar man verhuisde onlangs naar een aanleunwoning vlakbij. “Ik ben al twintig jaar getrouwd” vertelt ze trots, met glinsterende ogen. “Ik leerde mijn man kennen in een opvangpension. Hij stond daar zomaar in de gang. Hij zei iets en ik dacht: wat een mooie stem. Hij kan praten als brugman, een echte Rotterdammer. We trouwden een jaar later.” Hij mist haar. Hij vindt het moeilijk alleen. “We zien elkaar elke dag hoor. Daar verheug ik me elke

16

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

keer weer op. En op zaterdag blijf ik een nachtje slapen. We luisteren muziek, kijken televisie. Het is een wonder dat we zo dicht bij elkaar wonen. Zo zie ik het.” Thuis ging het niet meer. Froukje had veel verzorging nodig en dat lukte haar man niet goed alleen. Bovendien vereenzaamden ze. Nu wonen ze niet meer samen, maar wel omringd met mensen, leuke activiteiten en de goede zorg. “Het is hier goed. Ik moest wel wennen, maar dat lukt wel. Vier ochtenden per week doe ik mee aan een activiteit. Ik ben nu al weken bezig met een mandala kleuren, bijvoorbeeld. Vind ik hartstikke leuk.”

“Soms moet het een klein stukje. Dan zeg ik tegen mezelf: kom op Frouk. Je kan het. Gewoon doen. En dan lukt het ook wel.”

Aan de muren van haar kamer hangen iconen, foto’s en posters. In de vensterbank staan potjes met net te droge bloemen. “Alles heeft betekenis voor me. Ik vind het een heel fijne kamer. Maar soms ben ik wel eenzaam ’s avonds. Dan bel ik de verpleging en vertel ik wat ik aan het doen ben. Dan zeggen ze dat ik daar niet voor hoef te bellen. Maar ik wil gewoon een stem horen. En dan mag het, als ik het maar niet te vaak doe.” Overdag is er genoeg te doen. Froukje krijgt vaak dames op bezoek, of ze gaat zelf op bezoek. Ze drinkt graag gezamenlijk koffie beneden en eet elke dag in het restaurant met de anderen. Maar een uitdaging was het verhuizen wel. Froukje moest ineens veel meer zelf doen dan toen ze nog samenwoonde met haar man. Ze neemt nu zelf de tafel af, probeert haar eigen was te doen en gaat heel soms naar buiten. Ook moet ze zelf de zak van haar katheter legen. Voor haar een zware opgave en dat brengt veel onrust met zich mee.

Een op het oog simpel klusje heeft op Froukje erg veel impact. Ze beleeft dingen opnieuw als ze de zak leegt. En toch doet ze het. Stap voor stap. “Ik ben een doorzetter. Ik vind het heel moeilijk, maar doe het toch. En ik kan het goed, dat zeggen ze hier ook. Dat ik het goed doe.” Froukje had een turbulent leven, zegt ze zelf. Ze heeft veel meegemaakt en werd vaak opgenomen. Nu is ze rustig. Geniet ze van haar lieve man vlakbij en haar mooie kamer. Ze komt tot rust, maar vindt sommige dingen ook nog eng. “Dan zeg ik tegen mezelf: Frouk, doe maar gewoon alsof je gek bent. En dan komt het goed.”

17


A N N E M A R IE

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Annemarie

“TOEN IK HIER NOG MAAR EEN HALF U U R TJ E W A S , W I S T I K A L D AT I K N I E T MEER TERUG WILDE. IK VROEG OOK STEEDS OF IK NIET MEER TERUG H O E F D E . D A N Z E I D E N Z E D AT I K H I E R A LT I J D M A G B L I J V E N . D A A R B E N I K Z O B L I J M E E . H I E R V O O R Z AT I K I N DENNENOORD EN HAD IK EEN HEEL DONKERE KAMER. DEZE KAMER IS P R A C H T I G L I C H T.” Annemarie houdt van kleur. Haar kleding is gekleurd, maar ook haar kamer. Een bonte verzameling van geel, rood, groen en oranje. Ook de schilderijen die ze maakt, kennen veel kleur. Vooral vogeltjes maakt ze. Ze schilderde bijvoorbeeld haar kanarie Bobbie. “Hij zingt niet meer zoveel sinds een paar dagen, ik weet niet zo goed waarom niet.”

Dan kan ik gewoon niet stoppen. Maar ook een beetje omdat ik er tegenop zie om naar bed te gaan. Ik heb zoveel rugpijn als ik lig. Misschien gaan ze me opereren, dat hoop ik zo.”

Er lopen tranen over haar wangen. Ze huilt soms veel, vertelt ze. “Dan komt de verpleging me troosten, dat is heel fijn. Vooral toen mijn broer en mijn moeder waren overleden, De kanariekooi staat naast haar zag ik het soms niet zitten. Ik mis bureautje. Op dat bureautje een lap- mijn moeder zo. Helemaal als ik top. “Ik kijk zo graag Netflix. Nu kijk veel pijn heb, wil ik graag naar haar ik “The Killing”, zo spannend. Maar toe.” ik droom er niet van, hoor. Soms kijk ik wel tot twee uur ’s nachts. 18

19


A N N E M A R IE

Gelukkig heeft ze nog heel veel familie, lacht ze vervolgens. Ze komen vaak bij haar op bezoek en familie die verder weg woont, spreekt ze via Skype. Op haar kastdeur hangen vrolijke kindertekeningen van haar nichtjes. “Natuurlijk moet ik hier veel zelf doen. Dat is ook logisch, als je een huisje huurt, dan moet je het zelf bijhouden. Wat ik niet kan, daar word ik bij geholpen. De verpleging is heel lief, maar soms een beetje vergeetachtig. Ze hebben het ook druk, dus ik snap het wel.” Annemarie vindt de vrijheid die ze heeft prettig. “Ze zitten me niet achter de broek. Ja, als ik niet op wil staan of nog tot heel laat Netflix kijk, maar verder niet. Het zijn schatten van mensen, allemaal. Er is niemand die ik niet aardig vind.” Dat geldt niet altijd voor de overige bewoners. Soms is de sfeer niet zo leuk aan de koffietafel, vertelt ze. “Dan wordt er ruzie gemaakt, soms zelfs met een mevrouw van 93. Dat vind ik echt niet kunnen, ik vind dat je respect moet hebben voor ouderen.” Zelf is ze 66. En gelukkig heeft ze veel leuke contacten, ook. Er komen vaak mensen bij haar langs, of zij gaat bij anderen op bezoek. 20

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Ze hoopt heel erg dat ze straks weer een fiets mag, als ze pijnvrij is en minder medicijnen hoeft te gebruiken. Nu vertrouwt ze het nog niet. Maar dan kan ze er straks op uit en misschien ook weer naar de kerk. “Ik ging elke week, maar ik kan niet meer zo lang stilzitten. Nu lees ik elke dag drie keer in de Bijbel en zing ik er een lied bij. Ik weet niet of ze dat hierboven ook horen, maar het is ook niet zo dat het de hele dag duurt.” Het keyboard op haar kamer gebruikt ze eigenlijk alleen als ze niet meer weet hoe het lied uit de Bijbel begint. “Dan speel ik het even en dan ken ik de tekst weer. Misschien zou ik er wel meer op moeten spelen.” Er staan twee stukken bladmuziek op het keyboard: Kiss me, Honey en Oh Sole Mio. Of ze gelukkig is? Weer lopen er tranen over haar wangen. “Ik ben Jantje lacht, Jantje huilt, hoor. Nu huil ik van geluk. Ik kom hier echt helemaal tot rust.”

21


E G B E RT

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Egbert

“ W I J V E R P L E G E N E I G E N L I J K N I E T, WIJ BEGELEIDEN. WERKEN IN DE P S Y C H I AT R I E B E T E K E N T V E E L W E R K E N I N E E N G R I J S G E B I E D , A LT I J D N U A N C E S K U N N E N Z I E N E N DA A R N A A R K U N N E N H A N D E L E N . E L K E S I T U AT I E I S N E T E V E N A N D E R S , E L K VA N O N Z E B E W O N E R S I S NET EVEN ANDERS, NET ALS JIJ EN IK!” 22

Egbert werkt al 45 jaar in de psychiatrie. En elke dag met plezier. “Het werken met deze mensen geeft ontzettend veel voldoening. Helemaal hier. Iedereen kent me, iedereen groet elkaar. En iedereen heeft een eigen verhaal, een eigen achtergrond.” De voldoening zit voor Egbert vooral in het feit dat het team kijkt naar wat nog wel kan.

“Natuurlijk hebben de bewoners hier echt klachten vanuit hun psychische aandoening. Wij leggen dan de nadruk op hun mogelijkheden en dan komen ze soms tot resultaten waarmee zij zichzelf verrassen én hun omgeving!” Zo gek zijn ze niet en bovendien: een beetje gek is ook wel leuk, toch?” Mensen hier durven kwetsbaar te zijn, daar kan “de rest” nog wat van leren.

23


E G B E RT

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

“Het is echt begeleid wonen hier. Mensen halen daar veel meer voldoening uit dan als alles voor ze gedaan wordt. Het is een veilige omgeving waar er ook fouten gemaakt kunnen worden zonder dat er gelijk heel veel misgaat.“

24

Bovendien hebben ze heel veel humor. Daarmee houden ze het vaak dagelijkse gevecht dat ze leveren ook vol. “Je ziet ze worstelen en vervolgens grote of kleine overwinningen behalen. En eigenlijk geldt dat gewoon voor iedereen. Iedereen heeft zijn dingen, bagage en achtergrond. De mensen hier redden dat niet meer helemaal alleen, dus wij ondersteunen waar nodig. Maar meer ook niet.” Vanaf het begin was hij betrokken bij de transitie in het Hamrikheem. Egbert is een van de zogenaamde kwartiermakers; zij namen het voortouw in het meenemen van de overige medewerkers met minder psychiatrische ervaring en droegen hun kennis over. En gezamenlijk vormden ze wat het Hamrikheem nu is. “Ik ben een aantal jaren uit de psychiatrie geweest en ik wilde eigenlijk niet meer terug. Ik vond het te veel gaan over patiënten en over verpleging, terwijl het gewoon medemensen zijn en vaak meer zelf kunnen dan gedacht. Hier is daar aandacht voor. Sowieso gaat het gelukkig in de hele psychiatrie tegenwoordig veel meer over eigen regie, eigenwaarde en zelfstandigheid.”

Dat zijn eigenlijk ook de drie pijlers van het Hamrikheem. En dat werkt goed. “Het is echt begeleid wonen hier. Mensen halen daar veel meer voldoening uit dan dat als alles maar voor ze gedaan wordt. Het is een veilige omgeving waar er ook fouten gemaakt kunnen worden zonder dat er gelijk heel veel misgaat. En dan zien we dus dat mensen veel meer kunnen dan dat bleek in een gesloten setting, bijvoorbeeld.” Empathisch vermogen is wel een vereiste om hier te werken, net als kennis van de ziektebeelden. “Wat voor de een een kiezelsteentje is, is voor de ander een enorme muur. Dat begrip moet je hebben. We zeggen altijd dat iets wel kan en kijken altijd naar de mogelijkheden. Dat zit soms in hele kleine dingetjes.” Dat niet iedereen dat begrip heeft, stoort hem wel eens. “De maatschappij is vaak bang voor de psychiatrie. Onterecht, want er wonen hier hele lieve mensen. Bovendien kan het ons allemaal gebeuren. Minder angst en meer begrip zou fijn zijn, denk ik.”

25


LENTIS

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

“Het leven levert je soms rare streken en psychiatrische problemen kunnen ons allemaal overkomen.”

26

27


DINIE

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Dinie

A A N H A A R E E T TA F E L Z I T E E N G R O T E P O P, W E L E E N H A LV E M E T E R H O O G . D O F, B L O N D H A A R E N G R O T E , B L A U W E P O P P E N O G E N . VA N H A A R M O E D E R G E Ë R F D . N E T A L S D E T H E E P O T. E N N O G W AT A N D E R E S P U L L E TJ E S . H E T B A N K J E N I E T. D I E K R E E G Z E VA N H A A R JONGSTE BROER. ZE VINDT HET NIET DE ALLERMOOISTE BANK, MAAR JE MOET T E V R E D E N Z I J N M E T W AT J E K R I J G T. Ze is blij met haar appartement, maar zou nog wel een mooi kleurtje op de muur willen. Welke? Dat weet ze nog niet. Dinie woont hier drie jaar. En het bevalt haar goed. Al heeft ze niet echt een vriendin, dat vindt ze wel jammer. “Er is net een nieuwe mevrouw aan het proeflogeren. Als zij aardig is, nodig ik haar misschien wel uit voor een kopje thee.” Ze krijgt wel eens bezoek van haar broers, maar andere bewoners komen niet vaak langs. En dat vindt ze niet zo erg. Ze houdt er van om alleen op haar kamer te zijn. Ze

28

kijkt graag televisie, maar alleen ’s avonds. Behalve als er schaatsen op is, dan gaat de televisie ook overdag aan. Voor de gezelligheid gaat ze wel vaak beneden koffie drinken en eet ze graag in het restaurant. “Dan kan ik komen en gaan wanneer ik wil.” “Wat je zelf kan doen, moet je hier zelf doen en dat gaat prima. Ik maak sowieso liever in m’n eentje schoon dan met hulp. Ze verschonen wel mijn bed, dat lukt me niet meer.” Dinie gaat soms naar buiten. Naar de Plus of de sigarenboer. Als het waait, vindt ze dat spannend.

29


D I N I E V E E NTJ E

“Ik ben bang dat ik val, dat is wel eens gebeurd. Dan zeg ik dat ik even moet doorzetten. En dan gaat het gewoon goed.” Ze doet niet meer al haar boodschappen zelf: “In het begin wel. Maar ik rook. Ik kocht alleen maar sigaretten en geen eten. Dat kregen ze door. Nu krijg ik minder geld per week en brood van hier. Dat gaat beter.” Ze heeft een leuk leven hier, zegt ze. Er zijn veel activiteiten waar ze aan meedoet. Gymnastiek, knutselen, maar niet het koor. Ze had het leuker gevonden als ze alleen had kunnen wonen, dat wel. Ze woonde jarenlang in ziekenhuizen en dat

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

was niks aan. Hier is het beter en alleen wonen kon gewoon niet. Wat ze nog mist? Een vriend. Een leuke man om mee te kletsen of de stad in te gaan. Ze houdt van sportieve, aardige mannen. Uiterlijk is minder belangrijk. “Ik zie hier wel eens een leuke man. Maar dan kijk ik naar de ringvinger en denk ik: mis. Jammer. Maar daar begin ik niet aan. Ik wil niet ten koste van iemand anders gelukkig worden. Ik wacht wel gewoon tot ze naar mij toe komen. Zo hoort dat.”

“Ze heeft een leuk leven hier, zegt ze. Er zijn veel activiteiten waar ze aan meedoet. Gymnastiek, knutselen, maar niet het koor. Ze had het leuker gevonden als ze alleen had kunnen wonen, dat wel.

30

31


INGRID

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Ingrid

“IK HAAL ONTZETTEND VEEL PLEZIER UIT MIJN WERK. DE HUMOR IS ONGEKEND. M E N S E N Z E G G E N VA A K T E G E N M E D AT I K W E L E E N H E L E Z WA R E B A A N M O E T H E B B E N . KO M M A A R E E N S K I J K E N , D E N K I K D A N .” Ingrid is een van de medewerkers die bleef nadat het verzorgingshuis overging in deze bijzondere woonplek voor ouderen met een psychiatrische uitdaging. De keuze om te blijven, maakte ze bewust. “Ik was wel toe aan een nieuwe uitdaging. De ouderenzorg vond ik mooi om te doen, maar ik wilde ook wel wat anders een keer, dus bleef ik.” Een goede keuze, vindt ze nog steeds. “Het is lichamelijk minder zwaar, maar geestelijk word ik anders uitgedaagd dan vroeger. Nu moet ik soms echt onderhandelen met mensen en andere inschattingen maken over het gedrag dat ik zie. En dat maakt het juist heel interessant. Eerder lag de focus op zorg, niet zozeer op begeleiden.” De tijd van transitie was spannend. “Ik had totaal geen ervaring met psychiatrie en was erg benieuwd

32

naar wat dat in zou houden. Gelukkig kwamen er collega’s in het team die opgeleid waren voor juist deze doelgroep, daar hebben we allemaal veel van kunnen leren. Andersom ook, trouwens, want ouderenzorg is gewoon ook een specialisme.”

“Je moet wel flexibel zijn als je zo’n nieuwe vorm begint. Weerstand voor veranderingen werkt niet; het is juist een kwestie van goed luisteren naar elkaar, soms dingen uitproberen en eerlijk durven zijn als dingen niet werken.” 33


INGRID

Cruciaal was volgens haar dat het hele team bestond uit mensen die echt openstonden voor het leren van en met elkaar. “Je moet wel flexibel zijn als je zo’n nieuwe vorm begint. Weerstand voor veranderingen werkt niet; het is juist een kwestie van goed luisteren naar elkaar, soms dingen uitproberen en eerlijk durven zijn als dingen niet werken.”

Het werken met deze doelgroep was voor Ingrid persoonlijk ook een eye opener. “Als je met deze mensen in gesprek gaat, leer je dat het iedereen kan overkomen. Bijna al deze mensen hadden een normaal leven voordat het misging. En dat het misging, kwam vaak door een traumatische gebeurtenis. Gebeurtenissen die jou en mij ook kunnen gebeuren. Vroeger dacht ik daar anders over, dat is een wijze les geweest. Je kunt gewoon pech hebben.” Dat er nog veel onbegrip heerst rondom psychiatrische problematiek merkt Ingrid ook: “In mijn omgeving, maar ook in de omgeving van de bewoners. Zij zijn vaak jarenlang in behandeling geweest en heel vaak woonden ze jaren gesloten of besloten. Veel mensen hebben geen contact meer met hun

34

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

“De hilarische situaties die ze meemaakt met de bewoners maken haar baan ontzettend leuk. Net als de kleine succesjes die ze boekt.”

Dat is echt een grote overwinning en dan zien we ze ook echt trots zijn. Dat zijn we zelf dan ook.” De werkwijze en organisatie van het Hamrikheem draait om regie, vindt Ingrid. Het teruggeven van regie, vooral. “Dat werkt goed, ook als ze soms vastlopen. Dan nemen we ze weer even bij de arm en dan gaat het daarna wel weer. Daar halen ze veel uit.”

Zelfregie voert ook de boventoon als het gaat om de teams. “We hebben veel verantwoordelijkheid en nemen die ook. Ook als het minder goed loopt. Dan hebben we dat zelf op te lossen, pas als dat echt niet lukt, komt er een leidinggevende om de hoek. Eerst zelf proberen. Dat zeggen we immers ook tegen onze bewoners.”

familie of gezin. Mantelzorg is voor deze groep dus heel vaak geen optie, daarom is deze vorm juist zo belangrijk.” De hilarische situaties die ze meemaakt met de bewoners maken haar baan ontzettend leuk. Net als de kleine succesjes die ze boekt. “Dan kom ik om een mevrouw te douchen, maar wil ze pertinent niet. Dan scheldt ze en vloekt ze en ben ik de meest vreselijke persoon op aarde. Totdat ik de douche uitzet. Dan zegt ze: dat was heerlijk, dank je wel.” Maar ook als team worden ze blij van de vooruitgang van bewoners. “Dan komt er iemand wonen die al twintig jaar gesloten leefde en niets durfde. Die zien we dan na een paar week alleen naar de winkel gaan en zelf geld pinnen.

35


PIET

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Piet

“ I K H E B G E KO Z E N V O O R B R O O D U I T D E B R O O D K A R , WA N T A N D E R S D O E I K V E E L T E V E E L B O O D S C H A P P E N E N DA N I S A L M I J N G E L D G E L I J K O P. N U H E B I K A LT I J D V E R S B R O O D . D E R E S T VA N D E B O O D S C H A PJ E S D O E I K Z E L F .” 36

37


PIET

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

“Het eten is hier goed, vindt Piet. Zijn kamer is ook heel fijn. Hij heeft een eigen aanrecht en een eigen koelkast. Voor de visite kocht hij grote, ruime stoelen. “Ik wil niet dat ze op van die kleine seniorenstoelen moeten zitten.” Hij krijgt best vaak bezoek. Veel dames ook. “Er zijn hier meer vrouwen dan mannen, maar dat vind ik niet erg. Ik hou wel van vrouwen. Ik blijf een zeeman hoor” zegt hij met een ondeugend lachje. Hij was zestien jaar op zee. Aan de muur hangen foto’s van de grote schepen waar hij de hele wereld mee over ging.

Op zijn kamer is het fijn, maar hij houdt toch ook van de gezamenlijke momenten. “De mensen zijn gezellig en dan hoor je nieuwtjes. Van alleen maar op je kamer zitten, word je ook niet vrolijker.” 38

Eerst als lichtmatroos, daarna als bootsman en uiteindelijk als kok. Een fantastische tijd met geweldige landen zoals bijvoorbeeld Brazilië. Hij is nog nooit een dag zeeziek geweest. Nu zit hij hier bij de kookclub. De keuken is eenvoudig en hij doet het liefst alles zelf. “Ik vind het prima als ze me helpen om de aardappels te schillen, maar het echte werk, daar wil ik geen hulp bij. Dat is wel lastig als je met een groep moet koken.” De kookclub is op dinsdag, maar de andere dagen is Piet ook een drukbezet man. “Op maandag is er muziekles bij de dagbesteding, op woensdagen heb ik biljartles. Donderdag is mijn vrije dag en op vrijdag doen we vaak gezellig een spelletje. Bij de dagbesteding komen ook mensen die hier niet wonen. Wel leuk, want anders zie je steeds dezelfde gezichten.” Een paar dagen geleden lag hij nog in het ziekenhuis. En vorig jaar zelfs zeven maanden. Dus hij is extra blij dat hij weer terug is. “Deze kamer is zo mooi. Heel groot, veel groter dan mijn kamer hiervoor. Ik hou van mooie spullen en koop veel bij de kringloop. Bijvoorbeeld die potten met snoep. Maar die waren leeg, dus heb ik allemaal snoep gekocht

om uit te delen. Staat leuk, toch?” Hij houdt van gezelschap, maar is ook graag gewoon op zijn kamer. Dan luistert hij muziek uit zijn grote stereotoren. “Alle muziek is leuk, ik heb geen voorkeur. Maar ik kijk ook graag voetbal op televisie. Ook al doet Nederland niet mee met het EK; ik ga wel kijken. Dan moet België maar winnen.” De vensterbank staat vol met kunstbloemen, maar helemaal rechts is een stukje vrij. Daar liggen drie verrekijkers. “Daar kijk ik mee naar de eenden en de mensen bij de vijver.

Laatst dacht ik dat een man zichzelf ging verzuipen. Bleek ‘ie uiteindelijk een hengel te hebben. Ik had al bijna 112 gebeld” lacht hij. Op zijn kamer is het fijn, maar hij houdt toch ook van de gezamenlijke momenten. “De mensen zijn gezellig en dan hoor je nieuwtjes. Van alleen maar op je kamer zitten, word je ook niet vrolijker.” Hij is inmiddels zeventig. En hoopt hier nog heel lang te wonen. Piet is een tevreden man, zo zegt hij zelf.

39


WIM

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Wim

“ I K Z I T A LT I J D A A N D E M A N N E N TA F E L I N H E T R E S TA U R A N T. I K E N N O G D R I E MANNEN. WE HEBBEN HET NIET OVER DE VROUWEN HOOR, GEWOON OVER H E T E T E N ” L AC H T W I M . Z I J N G E Z I C H T S TA AT V R O L I J K , Z I J N L I J F I S O N R U S T I G . “ I K K R I J G E E N O P E R AT I E A A N M I J N K N I E . NU HEB IK ER VEEL PIJN AAN. NA DE O P E R AT I E M O E T I K H E T R U S T I G A A N D O E N E N D A A R N A H O O P I K D AT I K W E E R KAN FIETSEN. IK HEB EEN HELE MOOIE, G R I J Z E B ATAV U S .” 40

De poster van Jannes aan zijn muur kocht hij bij een concert. Verder hangen er canvas met een tijger en New York. Gekocht bij de Action, want hij vond ze mooi. Hij was nooit in New York, dat niet, maar hij zag wel heel Nederland. De geboren Brabander leidde jaren een vrij zwerversbestaan. Dat eindigde een paar jaar geleden in Groningen en sinds een half jaar woont hij in het Hamrikheem. “Het is hier goed. Ik heb veel privacy, meer dan waar ik eerder woonde. Ze helpen me met schoonmaken en de was, maar voor de rest doe ik bijna alles zelf.” Spannend was het wel, verhuizen en wennen aan zijn nieuwe kamer en nieuwe omgeving. Maar de mensen zijn aardig en de verpleging is lief. Hij helpt zelf ook regelmatig mee, op vrijdagen haalt hij de koffiekan op voor het gezamenlijke koffiedrinken in de hal beneden. Sowieso is Wim nog heel actief; hij zit op het zangkoor en gaat elke week met de deeltaxi naar een boerderij in de buurt om daar mee te helpen. En als het carnaval is, dan gaat hij terug naar Brabant. Hij logeert bij familie en dompelt zichzelf onder in het feestgedruis. Wat hij nog graag een keer zou willen doen? Naar de TT in Assen.

Met de woongroep waar hij eerder woonde gingen ze elk jaar. Totdat er geen geld meer voor was. “Een kaartje kost wel veertig euro” zegt hij, terwijl hij naar zijn kleurige TT­trui wijst. Hij houdt nou eenmaal van auto’s.

“Het is hier goed. Ik heb veel privacy, meer dan waar ik eerder woonde. Ze helpen me met schoonmaken en de was, maar voor de rest doe ik bijna alles zelf.” Vroeger reed hij een Mercedes. Zonder rijbewijs, dat wel. Wat voor een Mercedes? Dat weet hij niet meer. Hij kan ook niet meer autorijden nu, dus kijkt hij extra uit naar zijn fietstochtjes straks. Na zijn operatie.

41


LENTIS

42

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

43


FIEN

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Fien

“IK HEB GEWOON DE ZENUWEN. MIJN M O E D E R H A D H E T, M I J N D O C H T E R H E E F T H E T. D U S I K K A N N I E T M E E R T H U I S W O N E N . I K L A AT N I E T M I J N M A N O P M I J PA S S E N , D AT T R E K I K N I E T. W I J Z I J N G E L I J K WA A R D I G . I N H E T B E G I N VO N D IK HET MOEILIJK, MAAR ZE HEBBEN H E T U I T G E L E G D E N N U B E G R I J P I K H E T. IK BEN EEN VROUW MET EEN SLECHT Z E N U W G E S T E L .” Fien is al heel lang getrouwd. Haar man Jan komt drie keer per week langs en iedereen in het Hamrikheem is dol op hem. “Hij brengt rust, ook aan de koffietafel als er wel eens een ruzieachtige sfeer is. Ik ben altijd blij als hij even langskomt, al is het ook wel moeilijk als hij gaat. Wij krijgen een nieuwe keuken in ons huis, maar dat kan ik dus helemaal niet zien. Ik heb me er bij neergelegd.” De wanden van haar kamer hangen vol met tekeningen, posters en foto’s. Vooral van Nick en Simon. “Daar ben ik fan van, ja. Een beetje 44

meer van Nick, die is net iets mooier vind ik.” Een aantal van de tekeningen maakte ze zelf. Al sinds ze een klein meisje is, tekent ze. Haar eerste tekening was een portret van John F. Kennedy. Die hangt nu in Canada bij haar zus, dus maakte ze een nieuwe voor zichzelf. “Vroeger moest ik in de tekenles altijd maar paddenstoelen tekenen. Toen heb ik op een dag de leraar maar nagetekend. Toen hoefde ik dus nooit meer paddenstoelen te tekenen. Ik heb er talent voor en zou er graag meer over leren.” In het Hamrikheem was er een tijdje een dame die tekenlessen gaf, 45


FIEN

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

een dame met een diploma. Daar kon ze veel van leren. Helaas is zij gestopt. Jammer, vindt ze. “Soms is het lastig om hier te wonen, want iedereen heeft hier zenuwtrekken en dat is soms erg benauwend. Dan wil ik ook wel eens weer een gesprek met iemand die normaal is. Ik kan wel altijd terecht bij de verpleging. Dan pak ik een stoel en loop ik leeg, dat is prettig. Ze zijn heel lief, alleen soms begrijpen ze me niet.” Fien probeert wel mee te helpen met het schoonmaken van haar kamer, maar soms lukt haar dat gewoon niet. “Dan heb ik wel eens onenigheid, want dat snappen ze dan niet. Hoe moe ik ben.” Naar buiten gaat ze niet heel vaak. “Ik ben gister naar de sigarenboer geweest, daarom ben ik nu ziek. Dat doe ik dus niet snel weer. Soms ga ik wel eventjes wandelen in het parkje hier achter, vooral als er wilde bloemen staan, margrieten bijvoorbeeld. Die zijn dan voor mij. Ik wil ook wilde bloemen op mijn kist als ik dood ben. Of rozen in dezelfde kleur als mijn bruidsboeket. Maar volgens mij gaan ze huizen bouwen in het parkje. Mensen kunnen ook nooit wat laten, he?”

46

“Ik kan wel altijd terecht bij de verpleging. Dan pak ik een stoel en loop ik leeg, dat is prettig. Ze zijn heel lief, alleen soms begrijpen ze me niet.” Haar man doet veel van haar boodschappen, dus dat hoeft ze niet zelf te doen. Ook koopt hij al haar kleren. Eten doet ze op haar kamer, maar ze doet mee aan verschillende activiteiten. “Zielig vind ik mezelf niet. Dat heb ik afgeleerd. Ik sta nu vrolijker op en denk niet meer ‘hier lig ik weer’ als ik op bed ga. Ik zou nog wel heel graag een keer naar de stad willen. Dat ik dat zou durven. Misschien een keer bij mijn zoon in de auto. Hij is heel rustig.”

47


RINIE

MA ATS CHA PPE L I J K WO NE N I N HE T HA MR I K HE E M

Rinie

“ R I N I E L A AT F O T O N A F O T O Z I E N VA N HAAR JONGSTE KLEINKIND. ZE IS NET AC H T W E K E N . “ M O O I I S Z E H E ? Z E I S E C H T P R AC H T I G . I K G A H A A R S T R A K S W E E R Z I E N .” D I T W E E K E N D L O G E E R T Z E T W E E N A C H TJ E S B I J H A A R D O C H T E R . Z E H E E F T A L H A A R S P U L L E N A L G E PA K T E N H O E F T A L L E E N N O G D E TA A R T O P T E HALEN DIE ZE BESTELDE. HET IS HAAR V E R J A A R D A G VA N D A A G .”

48

“Wat ik er van vind om hier te wonen? Ik vind het vreselijk. Niet hier, hier is het goed. Maar ik vind het vreselijk dat ik in zoiets moet wonen voor mijn eigen bescherming. Ik mis mijn oude huis, ik had een prachtige tuin. Ik mis mijn auto. Ik mis mijn vrijheid.”

dan wat van.” Ze is dan ook veel op haar kamer. “Ik heb het hartstikke druk met mijn handwerkjes en met alle berichten die ik krijg. Ik ben veel op Facebook en mijn andere dochter stuurt veel foto’s en filmpjes van de kleinkinderen. Hen zie ik bijna nooit, ze wonen in Zuid-Afrika.”

Haar kamer ligt op de hoek heeft daardoor veel ramen. Prettig vindt ze: “Zo voelt het als buiten. Ik woon ook vlakbij het balkon. Dan zet ik de deuren open en dan ruikt het lekker naar buitenlucht. Behalve als ze er gaan staan roken, maar daar zeg ik

Daar woonde ze zelf ook jaren. Met haar man en drie kinderen. Ook Zuid-Afrika mist ze. “Dan zeggen ze you have to be happy. Of dat ik grateful moet zijn. Maar ik heb zo’n pijn in mijn lijf en het wordt niet beter.

En ik baal ervan dat ik hier zit. Dan is het moeilijk om happy te zijn.” Toch ziet ze ook hoe goed ze het heeft: “In Johannesburg zijn al die dingen er niet. AOW of zo’n huis waar ik nu woon. Hier hebben we bijvoorbeeld een deeltaxi. Die rijdt wel met een omweg, maar zo kan ik toch naar mijn dochter”. Haar bank ligt inderdaad vol met handwerkjes en briefjes met notities. In een bakje naast haar bank een foto van zichzelf, jong, bruine huid van de zon en gouden oorbellen. Een mooie vrouw. Nog steeds. Op zichzelf, ook wel. “Ik eet lang niet altijd beneden, vaak koop ik mijn eigen eten en ook aan de

dagbesteding doe ik niet vaak mee. Ja, met Pasen heb ik een bakje met narcissen gemaakt. Die pluk ik trouwens hier bij de vijver. Er zijn er miljoenen, dus ik mag er best een paar, vind ik.” Televisie kijkt ze ook veel. Goede programma’s, ze is geen soapie. “Zolang ik er maar iets van kan leren.” En over de hulp is ze tevreden, al doet ze heel veel zelf. “Als ik zorg nodig heb, dan is het er en dat is prettig. Toch mis ik veel.” Ze kijkt op haar telefoon. “We moeten nu stoppen. Mijn zoon komt me zo halen, we gaan mijn verjaardag vieren.” En ze laat nog een paar foto’s zien van een snoezige baby.

49


C O LO F O N Dit boekje kwam tot stand in opdracht van het Hamrikheem en is in samenspraak met de bewoners, hun familie en medewerkers gemaakt. Het Hamrikheem is onderdeel van Lentis. Met dank aan: Ria Berkel, Baukje Stienstra, Ada Waninge-Vrieswijk, Ingrid Oosterhuis en Egbert Hoving. Wim, Annemarie, Froukje, Diny, Rinie, Fien, Piet, Nelie Nienhuis en alle andere bewoners van het Hamrikheem. Tekst: Minke Haveman / MNKE Vormgeving: Eefje Kleijweg / The Fine Line Studio Fotografie: Marjolein Boshuisen Ouderenpsychiatrie Hamrikheem, onderdeel van Lentis Soendastraat 180 9715 SX Groningen 050-595 83 00

50



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.