Hoe Lentis de crisisdienst toekomstbestendig maakt
Rogier Hoenders
Heeft zich een toga aan laten meten bij een klassieke togamaker in Amsterdam
ATN-jubileumcongres
Vooruitstrevende autismezorg
Inspiratie voor het kerstmenu
De feestdagen staan voor de deur
LENTIS MAGAZINE
Het tijdschrift voor medewerkers en geïnteresseerden verschijnt drie keer per jaar zowel in digitale uitgave als gedrukt magazine.
LM #3 2024
Mieke Schuurman
Paardentherapeut
‘Als er een kuddegenoot uit balans is, willen de anderen graag het evenwicht herstellen.’
Schaarste leidt soms tot creatief denken Sinds enkele maanden ben ik, samen met mijn man eigenaar van een jaren ‘30 huis. Een oud huis kent zo zijn gebreken, dus we zijn druk aan het renoveren. Tijdens het slopen stuitten we in het dakbeschot op oude bewegwijzeringsborden uit de Tweede Wereldoorlog, in het Duits. Enkele weken later doen collega’s op het Dennenoordterrein een soortgelijke vondst. Een verslaggever van RTV Drenthe stelde de vraag die ik mezelf ook stelde: Waarom zijn die borden in het dakbeschot geplaatst? In mijn hoofd gingen de wildste theorieën voorbij: In mijn huis hebben vast NSB’ers gewoond die alle sporen wilden wissen. Of misschien is er wel geld (Nazigoud) voor betaald om die borden daar te mogen verstoppen? Collega Jonny van Vastgoed haalt me uit deze droom en geeft de verslaggever een duidelijk antwoord: Schaarste zorgde er simpelweg voor dat ze echt elk stuk hout gebruikten voor herstel. Schaarste leidt vaak tot creatieve oplossingen, out of the box denken. Deze borden dienden geen ander doel meer, dus die werden onderdeel van het nieuwe dak. Misschien wel het beste doel dat ze ooit hebben gediend.
Bij de crisisdienst ANW heerst er nu ook schaarste, in personeel. Medewerkers kan je niet blijven ‘hergebruiken’ en continu opnieuw inroosteren. Dat houdt niemand vol. Hoe los je dit dan op? Lentis durft out of the box te denken en schrijft nu regiopartners aan, want alleen samen kunnen we dit oplossen.
Meer daarover lees je in deze decembereditie van Lentis Magazine, naast nog veel meer interviews, columns en nieuws. We sluiten af met een heerlijk kerstmenu, samengesteld door collega’s van Wijkrestaurant Zuidend.
Veel leesplezier en alvast fijne, smakelijke feestdagen gewenst!
Saskia Scholte (hoofdredactie), Petra Albertema, Anne Helmus,
Ursula Sennema, Jannie Strijk en Anjo te Velde
Ontwerp en opmaak
Klaas van Slooten | bno
Inhoud
2 Crisisdienst in crisis
Een crisisdienst die de meest acute vorm van zorg moet verlenen ondergaat nu zelf een crisis. Dat wil je niet. Dat moet opgelost worden, maar dat kan Lentis niet alleen.
6
Ester blogt
Onze voorzitter van de Raad van Bestuur Ester Kuiper deelt haar blog over het plotselinge vertrek van collega-bestuurder Johan Oostinga.
7
De menselijke kant
Ursula Sennema blikt terug op een bijzondere kennismaking met geleerde Rudolf Agricola die in Baflo leefde.
8
Oratie Rogier Hoenders
Op 18 oktober heeft Rogier Hoenders met het uitspreken van zijn oratie het ambt van hoogleraarschap officieel aanvaard. Anne Helmus was bij zijn oratie en doet verslag.
10 Cliënt op 1
Dat is het motto van de cliëntenraden. In een interview met de nieuwe voorzitter Jan Wilts en vicevoorzitter Annika Venema vertellen zij hoe dit motto in hun werk tot uiting komt.
12
Paardentherapie bij Lentis
Een unieke vorm van therapie die we bij Lentis nog niet zo lang bieden. Mieke Schuurman vertelt er met veel passie meer over.
15 Mag het een grammetje minder zijn?
Dat hoor je liever niet bij de slager, als je om een pond gehakt vraagt. Maar in geval van medicatie kan een lagere dosering veel gunstiger zijn. Stynke legt uit waarom.
16
Zorgverkoop is ook contractmanagement
De collega’s van team Zorgverkoop zijn ook contractmanagers. Relatiebeheer wordt steeds belangrijker. Je leest in dit team-interview hoe dat zit.
20 Helmus zoekt zijn oma
Anne weet dat zijn oma ooit op het
Dennenoordterrein opgenomen is geweest. Zou haar dossier nog te vinden zijn? Hij deelt zijn zoektocht met ons.
22 ATN-jubileumcongres
Autisme Team Noord-Nederland bestaat 50 jaar en daarom werd er een jubileumcongres gehouden. Anne Helmus was erbij.
26 Kort nieuws
Een bijzondere vondst op het
Dennenoordterrein, een kunstwerk-onthulling en nog meer mooie ontwikkelingen lees je in het korte nieuws.
28 Inspiratie voor het kerstmenu
We kunnen in dit decembernummer natuurlijk niet aan de feestdagen voorbijgaan. Wijkrestaurant Zuidend deelt daarom een heerlijk kerstmenu met ons!
32
Korting op je zorgverzekering bij Menzis
Als medewerker van Lentis krijgen jij én je gezinsleden korting op de collectieve zorgverzekering bij Menzis. Scan de QR-code van de flyer voor meer info.
34
Samen maken wij Lentis
Meer foto’s van het ATN-congres, van de oratie van Rogier en nog andere beelden van bijzondere momenten zie je op de achterkant van dit magazine.
Zorg die niet kan wachten
Hoe Lentis de crisisdienst
toekomst bestendig maakt
‘De groep mensen die in de crisisdienst meedraait wordt kleiner. We krijgen roosters niet goed rond.’
Marlies Snelleman, directeur Zorg en Bedrijfsvoering Acute Zorg bij Lentis
Aan de Hereweg in Groningen is de crisisdienst van Lentis gevestigd. Dag en nacht, 24/7 zijn collega’s hier aan het werk om de meest kritieke vorm van geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen te bieden, zorg die niet kan wachten. Maar nu staan we meer dan ooit voor de uitdaging om onze toegewijde professionals te ondersteunen en te versterken, omdat we stelselmatig handen te kort komen in de crisisdienst ANW (voor de avonden, nachten en weekenden). We spreken met Marlies Snelleman, directeur zorg en bedrijfsvoering acute zorg bij Lentis, Jelleke Ouwehand, psychiater bij Lentis en Paul Rensema, projectleider van het project Professionalisering Crisisdienst ANW over deze problematiek en de uitdaging om dit op te lossen.
Zorg die niet kan wachten Marlies Snelleman geeft aan dat het verlenen van crisiszorg altijd een onderdeel is geweest van de zorg die we bij Lentis verlenen: ‘De crisisdienst is er om 24/7 zorg te bieden, zorg die niet kan wachten. Heel vroeger woonde de psychiater op het terrein van de zorglocatie, zodat hij altijd bereikbaar en beschikbaar was. Het was toen heel normaal dat je zelfs met je gezin op het terrein woonde, want dan zat je dicht bij je patiënten. Daar is de crisisdienst ooit voor in het leven geroepen, om ervoor te zorgen dat het werk in de avonden, nachten en weekenden verdeeld wordt over een groep mensen, dat je samen die zorg draagt en dat je ook écht vrij kunt zijn als je niet ingeroosterd staat.’
Toen ik jaren geleden bij een kleinere organisatie als arts begon, werkte ik hele weekenden in de crisisdienst. Het was toen vanzelfsprekend dat je van vrijdagavond tot en met zondag diensten draaide. Daarna moest je doordeweeks ook weer aan de slag. Dat was toen normaal, maar dat kan je nu niet meer van mensen verwachten en dat mag je ook niet meer verwachten. Vanuit de Arbowetgeving en andere regelingen zijn er duidelijke regels opgesteld om goed voor ons personeel te zorgen. Op lange termijn is het natuurlijk niet gezond om hele weekenddiensten te draaien. Op den duur vallen mensen uit en dat moet niet. Daarom zijn de diensten opgeknipt in kleinere delen, zodat je kortere diensten doet. Daardoor zijn er dus wel meer mensen nodig om dezelfde diensten te vullen. Dat is een heel belangrijke reden van het probleem van het vullen van de roosters, naast het algemene personeelstekort.
Door Saskia Scholte
Marlies
Snelleman
Als psychiater draai jij ook mee in die diensten. Hoe vind je het om die diensten te draaien? Hoe ziet zo’n dienst eruit?
Marlies: ‘Zo’n dienst ziet er iedere keer weer anders uit. Het verschilt ook op welke dag je dienst hebt en zelfs welk uur. Op vrijdagavond is het gemiddeld drukker dan op andere dagen. Het aantal meldingen verschilt. Soms heb ik een dag helemaal geen meldingen en soms loopt het achter elkaar door. Gemiddeld heb ik enkele meldingen per dienst. In veel gevallen komt de voorwacht, een duo van een psychiatrisch hulpverlener en een arts of een verpleegkundig specialist, er zelf ook wel uit en krijg ik alleen een telefoontje met de vraag of ik akkoord kan gaan met het beleid. Ik vind het nog steeds mooi om deze diensten te draaien. De sfeer in de avonden en nachten is anders, je bent met een kleine groep mensen die samen ervoor zorgt dat die mensen in crisis worden geholpen. Dat blijft bijzonder.’
Waarom is het project ‘Professionalisering Crisisdienst ANW’ in het leven geroepen?
Marlies: ‘De belangrijkste reden is personeelstekort, zo simpel is het. De groep mensen die in de crisisdienst ANW meedraait wordt kleiner. We krijgen roosters niet goed rond, wat erin resulteert dat mensen veel vaker dienst moeten doen of langere diensten draaien.’
Jelleke Ouwehand is psychiater en draait ook mee in de crisisdienst. Jelleke: ‘Wat je ziet is dat er in de loop van de jaren eigenlijk veel te weinig aandacht is geweest voor het reilen en zeilen van de crisisdienst. Er waren al langer problemen, mensen in de
crisisdienst ANW voelden zich overbelast en daar zijn nooit structurele oplossingen voor gekomen. Er vielen collega’s om, dus er moest iets gebeuren.’
Paul Rensema is projectleider van dit project. Hij vult aan: ‘Ik krijg signalen van collega’s die aangeven dat de rek er echt uit is en dat ze overwegen om een andere baan te zoeken, omdat ze het werken voor de crisisdienst boven op hun reguliere werkzaamheden niet meer volhouden. Dat moeten we echt voorkomen. Ik ben als externe ingehuurd om met dit project aan de slag te gaan. Toen ik bij Lentis binnenkwam zag ik vooral hoe toegewijd mensen zijn, dat er een mooie groep collega’s is die hart voor de zorg heeft, die hart voor elkaar hebben, maar die ook op hun tenen lopen. Lentis is een grote organisatie, maar dit probleem rustte te veel op te weinig schouders. Lentis is niet de enige zorgorganisatie die met dit probleem worstelt, dus we moeten elkaar hierin steunen en we moeten het samen oplossen. Dat betekent dat je het breder moet trekken, dat je alle collega’s en collegazorgorganisaties erbij betrekt en dat je samen kijkt naar een constructieve oplossing. De lasten worden zo verdeeld over meer mensen’.
Ik krijg signalen van collega’s die aangeven dat de rek er echt uit is
Sinds afgelopen zomer loopt er nu een pilot met een nieuwe manier van werken in de crisisdienst ANW. Een belangrijke verandering in die pilot is dat men nu minder werkt op basis van bereikbaarheid en meer op basis van aanwezigheid. Paul: ‘Eerder moest je tijdens
een dienst bereikbaar zijn en kon je thuis opgeroepen worden om naar een crisis te gaan. Nu is het zo dat je vanaf 15:00 uur aanwezig bent voor de crisisdienst ANW. De dienst begint nu dus om 15:00 uur. Deze uren tellen mee in je rooster, dus als je een dienst in bereikbaarheid in de nacht hebt gehad en je bent ingezet voor zorg, dan betekent dit dat je de ochtend erna rusttijd kunt nemen. Voor de medewerker die een dienst draait is dat veel prettiger, een betere verdeling van de uren. Voor de collega’s op de werkvloer is dat natuurlijk een uitdaging, want zij moeten die uren overdag opvangen. We zijn aan het kijken hoe we ervoor zorgen dat teams dat ook goed kunnen dragen, want dat is niet vanzelfsprekend. Belangrijk is wel dat iedereen het probleem nu ‘voelt’, want het raakt meer mensen in de organisatie. Dat zorgt voor meer draagvlak en een stuk bewustwording. Ik wil hierbij ook graag complimenten geven aan de directeuren en leidinggevenden die hierin een belangrijke rol spelen, want zij hebben vanaf het begin achter ons project gestaan en dragen dit ook uit. Dat helpt enorm.’
Om
goed te kunnen samenwerken met regiopartners en externe zorgverleners moet die basis wel op orde zijn, want we willen dat ze in een gespreid bedje komen
Marlies: ‘Naast deze pilot loopt er nog een andere pilot, waarbij psychologen meedraaien in de crisisdienst. Ook die zorgvraag is er regelmatig in de nachten en weekenden en een deel van de psychologen wil ook graag meedraaien. In deze pilot kijken we hoe dat gaat, hoe we deze groep collega’s het beste kunnen faciliteren en hoe zij hun zorg het beste kunnen verlenen. Natuurlijk kunnen we deze groep collega’s goed gebruiken voor de bezetting in de crisisdienst, maar het gaat niet alleen om het ‘poppetje’, maar juist ook om het type zorg dat psychologen kunnen verlenen.’
In het verleden is vaker geprobeerd om de crisisdienst ANW te verbeteren. Hoe onderscheidt dit project zich van andere pogingen?
Marlies: ‘Het grootste verschil zit in het samenbrengen van mensen in de gehele organisatie, dus vanuit alle hoeken en op alle niveaus hebben we met collega’s hierover gesproken. We wilden heel goed uitzoeken waarom die groep collega’s in de crisisdienst kleiner wordt en wat zou helpen om de diensten beter vol te
houden. We zijn 1-op-1 met mensen in gesprek gegaan om te vragen: waar zit het probleem volgens jou precies? Hoe kunnen we je faciliteren om er toch voor te zorgen dat je diensten kunt draaien? We hebben daarnaast ook op directieniveau gesprekken gevoerd, gezorgd dat iedereen weet dat dit een groot probleem is. We hebben het blootgelegd en gezegd: dit moet anders. Daardoor ontstond er op alle niveaus van Lentis al snel draagvlak voor dit project. En niet alleen draagvlak, ook echt hulp op het beter georganiseerd krijgen van de diensten, dat helpt enorm.
Tijdens deze gesprekken kwamen we er ook achter dat er een aantal dingen in de basis nog niet goed werken. Dan gaat het om praktische zaken zoals beloningen, telefoons, laptops, roostering, et cetera. Als die dingen in de basis niet stevig staan, dan kun je ook niet verder bouwen en verbeteren. Daarom hebben we ervoor gekozen om dit project op te splitsen in twee delen: het eerste deel richt zich op het creëren van een stevige basis, het tweede deel richt zich op het samenwerken met regiopartners, om zo externen aan te trekken om die bezetting op orde te krijgen. En daarnaast om de inhoudelijke processen te verbeteren, zodat iedereen zijn rollen, taken en verantwoordelijkheden helder heeft. Om goed te kunnen samenwerken met regiopartners en externe zorgverleners moet die basis wel op orde zijn, want we willen dat ze in een gespreid bedje komen en dat het meedraaien zo soepel mogelijk verloopt.’
Cliënten hoeven minder lang te wachten
Deze nieuwe inrichting van de crisisdienst ANW heeft voor cliënten geen grote merkbare gevolgen, maar het wachten duurt in ieder geval minder lang. Marlies: ‘Veel cliënten zullen niet direct verschil merken, omdat zij vaak voor een eenmalige crisis bij ons terechtkomen en één keer met ons te maken hebben. Sommige cliënten komen wel vaker bij de crisisdienst terecht en die zullen misschien opmerken dat ze minder lang hoeven te wachten tot ze geholpen worden. De dienst begint nu dus om 15:00 uur in plaats van 17:00 uur, waardoor we op het drukste deel van de dag een betere bezetting hebben en mensen minder lang hoeven te wachten op hulp.
Paul: ‘Ik denk ook dat cliënten wel moeten merken dat het minder druk is en dat ze minder lang hoeven te wachten. Vergeet ook niet dat voor iemand in een crisissituatie elke minuut al te lang is, dus het is fijn dat we die tijd kunnen verkorten. Verder worden cliënten natuurlijk ook meteen opgevangen door iemand die al aanwezig is, dus ze hoeven ook niet te wachten tot een collega op locatie is. Dat is natuurlijk een stuk prettiger.’
Paul Rensema
De eerste evaluatie van de pilot is geweest. Er is een enquête gehouden onder medewerkers en de resultaten zijn positief. Wat voor geluiden horen jullie op de werkvloer?
Paul: ‘Wat we vooral te horen krijgen is dat mensen meer rust vinden in deze nieuwe manier van roosteren en werken. Voor sommigen is het ook nog even zoeken, want er zijn collega’s die het juist prettig vonden om lange weekenddiensten te draaien.’ Marlies: ‘Dat gaan we nu echt niet meer doen, dat is niet verantwoord meer, maar die collega’s moeten hier nog wel aan wennen. We horen ook dat men blij is dat we zoveel mensen hierbij betrekken, dat we regelmatig met updates komen en dat we om veel input vragen. Collega’s merken dat er goed over nagedacht wordt en dat er weloverwogen beslissingen worden gemaakt.’
Er wordt in de nabije toekomst minder extra beroep op collega’s gedaan.
Jelleke denkt dat deze manier van werken ook bijdraagt aan gezonder je werk doen: ‘Er wordt in de nabije toekomst minder extra beroep op collega’s gedaan. En als je ervoor zorgt dat er voldoende mensen werken, wordt de draaglast per collega beter.’
Paul: ‘Ik heb genoeg mooie voorbeelden van collega’s die zeggen dat ze het prettig vinden om echt aanwezig te zijn met een klein team. Dat zorgt voor mooie contacten tussen collega’s, ze kunnen fijne gesprekken met elkaar hebben, maar er is soms ook tijd om de administratie of rapportages bij te werken. Dat soort diensten zijn er ook bij.’
Samenwerken in de regio
De tweede fase van het project richt zich op samenwerking met regiopartners en het aantrekken van externen. Zorgverzekeraar Menzis heeft zich hier al duidelijk over uitgesproken. Zij stellen nu namelijk de eis dat vrijgevestigde psychiaters, maar ook andere GGZ-organisaties in de crisisdienst meedraaien als zij een contract met Menzis hebben. Paul: ‘Het is heel fijn dat Menzis zich heeft uitgesproken en een norm stelt voor zorgverleners, maar wij houden ons nu vooral bezig met de uitvoering daarvan. We focussen ons op de basis op orde krijgen.’ Marlies beaamt dat: ‘Als die basis goed staat en we hebben dat bedje gespreid dan kunnen we goed nadenken over hoe we zorgpartners en andere zorgverleners aantrekken. Het is nu nog lastig om te zeggen hoe we het beste kunnen samenwerken en hoe we externen in de crisisdienst kunnen laten meedraaien en wat voor arbeidscontact daar dan onder ligt. We zijn ook in gesprek met de huisartsenpost, hoe zien zij de inrichting van de crisisdienst ANW voor zich? Maar ook praktische zaken moeten geregeld zijn: Hebben ze een telefoon of laptop van ons nodig? Moeten we een training geven aan externen? Er zijn nog veel vraagstukken op dit gebied, maar daar gaan we ons nu over buigen. Feit is dat wij als Lentis dit niet alleen kunnen en moeten doen. We moeten dit samen met andere partners in de regio oplossen. We zijn samen verantwoordelijk voor het bieden van zorg die niet kan wachten, dag en nacht, 24/7.’
Door Ester Kuiper en Michiel Rusch
Onze bestuurder Ester Kuiper schrijft regelmatig blogs om belangrijke en opvallende onderwerpen binnen de organisatie te bespreken. De blogs worden intern op Lentisnet gedeeld, maar vanaf nu delen we ze af en toe ook in dit magazine. Dit keer gaat haar blog over het vertrek van Johan Oostinga, collega-bestuurder.
Het vertrek van Johan Oostinga, Raad van Bestuur
Beste lezers,
Voor het eerst na langere tijd weer een blog.
De reden voor deze blog is het onverwachte vertrek van collega bestuurder Johan Oostinga.
Tijdens de herstelperiode na zijn knieoperatie is Johan geconfronteerd met een tegenvallende revalidatie en forse vermoeidheid. Hierdoor is hij tot het besluit gekomen om niet te kiezen voor een tweede termijn als bestuurder van Lentis. En, gezien de fase van herstel waarin hij zit, daarmee per direct zijn werkzaamheden voor Lentis te beëindigen. Het onverwachte vertrek van Johan heeft impact. Ik spreek collega’s die het jammer vinden, hem gaan missen, verdrietig of teleurgesteld zijn. En er is een groep die er wat verder van afstaat en zich afvraagt wat zijn vertrek voor Lentis gaat betekenen. Het kan er zijn en het mag er allemaal zijn. Want Johan heeft zich vier jaar lang met volle energie en toewijding ingezet voor onze organisatie. En natuurlijk organiseren we later in de tijd een afscheidsmoment.
Maar het vertrek heeft ook praktische gevolgen. En we moeten als organisatie nu ook door. Lentis ziet zich geplaatst voor een aantal opgaves waar we volop mee aan de slag zijn en mee aan de slag moeten. Om kwaliteit van zorg te continueren voor onze cliënten die recht hebben op deze zorg. Daarom gaan we nu op zoek naar een interim collega.
Collega’s vragen me hoe het voor mij is, en of ik blijf. Voor mij is het ook spannend.
Ik werk meer dan 11 jaar als directeur/ bestuurder in de zorg in het Noorden en pas acht maanden voor Lentis.
En of ik blijf? Volmondig ja!
Ja, het zijn ingewikkelde tijden voor de zorg, voor de GGZ, voor Lentis.
Ja, we staan voor lastige keuzes. En harder werken is niet de oplossing, we moeten het anders doen. En vooral samen.
Ja, ik heb vertrouwen in het vakmanschap bij Lentis. Vakmanschap dat ik overal zie, in alle geledingen, bij de professionals in de zorg en de professionals van de ondersteunende diensten.
Dus laten we ons samen blijven inzetten voor onze cliënten én elkaar.
Tot binnenkort!
Hartelijke groet, Ester
De menselijke kant
Door Ursula Sennema
Agricola
Ons groepje gaat over de smalle til, langs een boerensloot, waarna gids Lies vertelt hoe de jonge Rudolf Agricola, boer in het Latijn, geboren als Roelof Huisman, zes eeuwen geleden op deze augustusdag hetzelfde gezien moet hebben als wij vandaag: de gouden zon, de landerijen, het wuivende riet. Hij is als de andere jongens in Baflo, zat onder in de slootwal en zwemt in het diepje achter het dorp, ‘net als mijn zoon deed op die leeftijd’, zegt Lies.
Agricola is een vernieuwend denker, een humanist. Creativiteit vindt hij het allerbelangrijkst, iets nieuws bedenken en nalaten voor anderen. Hij is voorvechter van de zinvolle rede, van kritisch nadenken met een open blik en gezond verstand, gestoeld op waarden als hoffelijkheid en tolerantie. Met het verlangen zo precies mogelijk onder woorden te brengen wat er in je omgaat. Advocaat van de beschaving wordt hij genoemd. De Bafloër blinkt uit op vele terreinen. Hij is een groot redenaar, een excellent spreker en vertaler in Grieks en Latijn, componeert liederen, schrijft gedichten, zingt, speelt fluit en ontwerpt orgels, waaronder het eerste orgel in de Martinikerk. Ook is hij fanatiek bokser en houdt hij van reizen.
Het standbeeld aan de Rudolof Agricolastaat is een serieus man met een strak gezicht en een grote scherpe neus. De gids legt uit dat wijsgeren destijds werden afgebeeld met een flinke neus, als teken van intelligentie. Andere afbeeldingen doen zijn persoon mogelijk meer recht aan. Iemand die wordt omschreven als toegankelijk, een fijn mens, in voor een grap.
We zijn met z’n achten. De gids, twee middelbare vrienden uit Appingedam, een stel uit Brabant dat de zomervakanties doorbrengt in Groningen omdat het hier zo mooi is, mijn vader en onze vriendin.
In ieder groepje valt iemand op, dit keer mijn vader. Hij komt onderweg opvallend veel bekenden tegen die hij uitbundig groet met ‘Moi’. Wat nog meer in het oog springt is dat hij het stokje overneemt van de gids door over zichzelf te vertellen. ‘Kijk mensen, daar heb ik gevoetbald.’ Ook wijst hij de villa aan waar een notabele woont die hij kent van het provinciebestuur. Dit komt hem op een corrigerend standje van de gids te staan. Dit is niet de bedoeling.
Gaandeweg de wandeling krijgen wij een steeds beter beeld van Agricola. Dat hij al op zijn achtste naar de Latijnse school in Groningen ging. De jaren dat hij werkte in Italië; studeren, doceren, vertalen.
De bezoekjes die hij blijft brengen aan familie op zijn geboortegrond. Vervoer gaat per schip maar ook te voet of op een ezeltje door de Alpen. Onmiddellijk krijg ik hier romantische beelden bij. Agricola kondigt zijn komst per brief aan; volgend voorjaar kom ik langs. Tijd, afstanden en vervoer hadden destijds een andere betekenis.
Zijn brieven en daarmee een belangrijk deel van zijn gedachtengoed zijn bewaard gebleven en uitgegeven.
Bij de bestudering van zijn laatste epistels, de periode in Italië waarin hij ziek wordt valt op dat de inhoud slechts gaat over zijn broer Hendrik. Zijn broer waar ‘iets mee aan de hand was’. Waar steeds zorg over was over binnen de familie.
De wandeling zit erop. Afsluitend is er thee en koffie met een speciaal ontworpen Agricola-gebakje in het koor van de Laurentiuskerk.
Mijmerend denk ik dat deze knappe geleerde me vooral bijblijft om zijn menselijke kant die vandaag aan het licht komt. Hij kampte eenmaal met hevig liefdesverdriet, bleek goed te kunnen mopperen, was zeg maar gerust een mopperkont, vooral als het ging om de Groningers die in zijn ogen onbeholpen en boers konden reageren. Maar vooral door de niet-aflatende betrokkenheid bij zijn broer.
Door Anne Helmus
Feestelijke dag voor Rogier Hoenders
Rogier gaat er helemaal voor. Hij heeft zich een toga aan laten meten bij een klassieke togamaker in Amsterdam. Dit kledingstuk draagt hij met verve gedurende zijn oratie op 18 oktober jongstleden. Met het uitspreken hiervan aanvaardt hij officieel het ambt van het hoogleraarschap ‘Zingeving, leefstijl en GGZ’ aan de faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij van de Rijksuniversiteit Groningen.
Bijvoorbeeld door weerbaarheid te vergroten vanuit herstelgroepen, de kerk of moskee, maar ook door middel van complementaire of sociale hulp. In dit model zal de psychiater of dokter steeds vaker alleen in consult gevraagd worden. Want er zal bij voorkeur veel vaker hulp worden aangeboden in groepsvorm dan nu in de GGZ en dat moet toegankelijk zijn en beschikbaar. Hulp van lotgenoten in een groep is vaak effectiever dan drie kwartier praten met een hulpverlener in een kamertje.
Het werd een feestelijke dag. Voorafgaand aan de oratie van Rogier Hoenders vond een inspirerend minisymposium plaats in het Forum. Familie, vrienden, collega’s en vakgenoten werden hartelijk door gastheer Rogier ontvangen.
Tijdens het symposium laat prof.dr. Jim van Os ons zien dat we de stijging van het aantal mensen die psychisch lijden alleen gemeenschappelijk te lijf kunnen gaan. Eén van de oorzaken van dit leed is de hardnekkige trend van ‘succes als keuze’ en ons economisch groeimodel. Dat geeft veel druk om te presteren en je sterk te presenteren. Terwijl de mens het juist nodig heeft om zijn kwetsbaarheid zichtbaar te maken, zodat we weer dingen bij elkaar kunnen herkennen. De samenleving heeft veel mogelijkheden om mentale gezondheid te versterken via verbinding en zingeving. Het is van belang dat er wordt samengewerkt.
Prof.dr. Hanno Pijl stelt dat Integratie van Leefstijlgeneeskunde in alle zorgtakken absoluut noodzakelijk is. We hebben een ander zorgsysteem nodig dan het huidige dat oorspronkelijk opgericht is om infectie en trauma te behandelen. Nu zijn de meeste ziektes chronisch en zeer complex om te behandelen, terwijl bovendien de omgeving een belangrijke veroorzaker is van ziekte. We hebben daarom een nieuw systeem nodig dat werkt aan het voorkomen van ziekte, door te zorgen voor betere sociale omstandigheden en dat inspireert tot leefstijlverandering als je al ziek bent.
Prof.dr. Arjan Braam vertelt over het tijdsgewricht waarin we leven, waar doelmatigheidsdenken doorschiet en er een tekort is aan zingeving. Zingeving is nu gelukkig opgenomen in de GGZstandaard. Zingeving is dat wat het belangrijkste of
meest betekenisvol is en richting geeft aan je leven. Persoonlijk herstel is het hervinden van je eigen persoonlijke identiteit. De zingevingsvragen ontbreken vaak in de zorgverlening. Terwijl onderzoek uitwijst dat dit een gemiste kans is. Vertraag het gesprek, dat levert juist echt iets op!
Na het minisymposium gaan alle aanwezigen op weg naar het academiegebouw waar Rogier zijn oratie uit zal spreken.
Zoals gebruikelijk bij dit soort plechtigheden wordt hij ingeleid door een collega. Vandaag is dat Stynke Castelein.
‘Ik heb de eer om jouw laudatio te doen als collegahoogleraar en als directe collega bij Lentis. Een laudatio staat letterlijk voor een lofzang, maar gezien mijn zangkwaliteiten heb ik toch maar gekozen voor een toespraak. Jouw leerstoel is een bekroning van wat een lange weg is geweest, met vele hobbels en belemmeringen, maar gelukkig ook veel hoogtepunten. Mensen in jouw nabije omgeving weten hoe ontzettend hard jij hiervoor hebt gewerkt. Soms leek het ‘een gebed zonder end’, als je druk bezig was met onderzoek… en de weerbarstige praktijk van de ggz jou tegelijkertijd ook als psychiater nodig had: crises van cliënten, management-technische zaken, zieke collega’s vervangen, waarbij de zorg uiteraard voorrang kreeg op het onderzoek. Het onderzoek kwam er dan nog ‘even’ bij op de avonden na werktijd, zaterdagen en zondagen. Ik weet niet hoeveel voice-appjes ik de afgelopen jaren van jou heb ontvangen met onderzoeksvragen. Samen sparren over strategische vraagstukken, geweldig vond ik dat om samen zo te doen, maar het waren er heel veel, die altijd begonnen met ‘Rogier hier, hé prof,’ en dan kwam je vraag. Maar je was zo intrinsiek gemotiveerd om wetenschappelijke kennis in behandelingen op
het Centrum Integrale Psychiatrie (CIP) optimaal te benutten, zodat onze cliënten daarvan konden profiteren, dat je dit met veel toewijding deed.
De leerstoel ‘Leefstijl, zingeving en GGZ’ is jou zowel op het lijf als op je geest geschreven. In de ggz is logischerwijs veel aandacht voor de mentale gezondheid van mensen, met als doel het behandelen van iemands psychische klachten, zodat mensen weer een betere kwaliteit van leven kunnen ervaren en maatschappelijk mee kunnen blijven doen. Heel mooi, maar lukt dit ook als de lichamelijke gezondheid zo weinig aandacht krijgt in het gehele herstelproces?
Hier heb jij in je hele carrière als psychiater, 25 jaar, altijd veel aandacht voor gehad: het holistische perspectief op de mens.’
Tot zover het eerste deel van de laudatio van Stynke.
Oratio Rogier Hoenders met de titel ‘Gezonder leven; een gebed zonder end’
Het percentage Nederlanders met een psychische aandoening is in 7 jaar tijd van 17% naar 26% toegenomen. Momenteel heeft zelfs 1 op de 3 jongeren psychische klachten. Het gebruik van antidepressiva en tranquilizers neemt toe.
De oplossing ligt niet in meer van hetzelfde. De kosten voor de huidige ggz zijn al niet meer duurzaam op te brengen en er zijn vanwege ziekteverzuim en de vergrijzing onvoldoende behandelaren. Er staan 100.000 mensen op een wachtlijst. Bovendien wachten we met het stellen van de diagnose, met behandeling en vergoeding van behandeling tot de psychische ziekte is ontstaan. Eigenlijk hebben we dus een geestelijke ziektezorg.
Er is een transitie nodig naar een werkelijke geestelijke gezondheidszorg door meer te investeren in preventie door het geven van betrouwbare
Stynke Castelein
Jim van Os
begrijpelijke informatie en het trainen van vaardigheden (emotieregulatie, stressreductie, veerkracht) om met de uitdagingen van het leven te kunnen omgaan. Dit omvat onder meer een gezonde leefstijl: voeding, beweging, ontspanning, slaap, beperking van genotmiddelen, relaties en ook zingeving en spiritualiteit, al dan niet religieus.
Hiertoe hebben Lentis GGZ en de faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij (RCM) van de Rijksuniversiteit Groningen een nieuwe leerstoel ingesteld: zingeving, leefstijl en geestelijke gezondheid. Doel is het ontwikkelen, onderzoeken en implementeren van zingeving- en leefstijlinterventies voor het vergroten van (geestelijke) gezondheid met unieke multidisciplinaire samenwerking van geestelijke verzorging, religiewetenschappen, sociologie, psychologie en geneeskunde.
Lees de oratie van Rogier hier verder: https://lnkd.in/dadR2Zu9
Ester Kuiper:
Rogier heeft zich gedurende zijn loopbaan bij Lentis met volle passie en energie ingezet voor een integraal perspectief op de mens achter de ziekte. Wie is die mens en wat drijft hem? Wat iemand drijft is een essentiële bouwsteen op de weg naar herstel. De leerstoel bevordert innovatie en onderzoek en stimuleert de kruisbestuiving tussen wetenschap en praktijk met als doel betere zorg te kunnen leveren. Het TOPGGz keurmerk van zijn afdeling werkt hierbij als vliegwiel voor vernieuwing en kwaliteit. Hij levert hiermee een belangrijke bijdrage aan de visievorming op herstelgerichte psychiatrie in Nederland en het zoeken naar nieuwe oplossingen voor de uitdagingen van de ggz middels zingeving en leefstijlinterventies. Voor Lentis is het daarnaast belangrijk dat het werk van Rogier en zijn team talentvolle onderzoekers en ggz-professionals aantrekt. Wij leveren complexe zorg die echt uitdagend is en daarmee aantrekkelijk voor professionals die meester willen zijn in hun vak.
Motto van de cliëntenraden: De cliënt op 1
Het is mooi werk, het werken voor de cliëntenraad. Dat vinden Annika Venema, lid van de deelraad Winschoten|Stadskanaal en vice-voorzitter van de Centrale Cliëntenraad (CCR) en Jan Wilts, de nieuwe voorzitter van de CCR. In dit interview vertellen ze wat hen drijft.
Annika zit al jaren in de cliëntenraad. Het is zinvol werk vindt ze. ‘Je voelt je gezien en gehoord. Je doet er toe, wat je vindt maakt echt iets uit en je denkt mee over belangrijke dingen. Je hebt leuk contact en het is hartstikke gezellig. Je hebt onderling een echt saamhorigheidsgevoel. We doen altijd even een check in; hoe zit je erbij?’
Bruggen bouwen
Jan is de nieuwe voorzitter van de CCR. Hij volgt Hans Steinebach op. Jan is gepensioneerd. Voor zijn pensioen werkte hij als manager bij ZINN. Hij is opgeleid als psychiatrisch verpleegkundige. ‘Ik heb als manager vaak aan de andere kant van de tafel gezeten bij de lokale cliëntenraad. Dat heb ik altijd heel waardevol gevonden. De cliëntenraad houdt je toch een spiegel voor. Zij geven je een ander perspectief. En zo worden je eigen beelden bijgesteld. Op die manier kun je goede keuzes maken.’ Jan ziet zichzelf als bruggenbouwer, als iemand die goed luistert naar wat er speelt en die de verschillende belangen op tafel krijgt.
Een andere kijk Annika zit al 10 jaar in de cliëntendeelraad van Winschoten|Stadskanaal. Sinds een jaar of drie maakt ze ook deel uit van de CCR. In de afgelopen periode was ze voorzitter van de CCR. Onlangs nam Jan het stokje over. Je kunt veel bereiken als cliëntenraad, aldus Annika. Het motto van de cliëntenraden is De cliënt op 1. ‘Cliënten zijn belangrijk. Zonder te weten wat cliënten vinden, kan Lentis niet bestaan’,
Zonder te weten wat cliënten vinden, kan Lentis niet bestaan
Door Jannie Strijk
aldus Annika. ‘Wij kijken vanuit onze blik naar de strategische koers. Een van de speerpunten is Digitaal tenzi j. Daar kijken wij heel anders tegenaan. Voor ons geldt Face-to-face tenzij. Soms kun je wel een digitaal behandelcontact hebben, maar er zijn ook veel gevallen waar je pas een goed beeld krijgt in een 1 op 1 contact of als je bij mensen thuis komt.’
Meedoen en er toe doen
De CCR doet er in Lentis echt toe, aldus Annika. ‘Laatst was er een bijeenkomst in het kader van het Startfest. Daar stond Lentis ook en wij waren er als Cliëntenraden als onderdeel van Lentis ook bij.’ ‘Op de meeste plekken gaat het goed, maar bij sommige raden of commissies kan het contact met de manager of teamleider beter.’ Naast de Centrale Cliëntenraad zijn er Cliëntenraden (CR) Cliëntendeelraden (CDR) en commissies. Deze raden hebben direct contact met de achterban.
Mooie resultaten
Een voorbeeld van een uitkomst waar Annika trots op is, is de wachtkamer van Atrion in Winschoten. ‘Het was een kille ruimte. De planten waren dood en het zag er niet meer uit. Op basis van een businesscase hebben we toen ongevraagd advies aan het management gegeven. Alles is ingewilligd en nu is het een fijne ruimte met privé hoekjes.’ Jan: ‘Een medewerker zit nooit in de wachtkamer. Dus dit is een mooi voorbeeld van het samenspel.’ Een ander mooi voorbeeld van een succes is de betrokkenheid bij het camerabeleid. Annika: ‘Wanneer mag je camera’s inzetten, hoe doe je dat in de separeer, hoe lang worden beelden bewaard. Het moet echt nodig zijn en de privacy moet zijn gewaarborgd.’ Voor de inrichting van de kliniek is onlangs een ongevraagd advies uitgegaan. ‘Het interieur is sterk verouderd en het is veel te prikkelrijk.’ De CCR denkt uiteraard mee in de
ontwikkelingen rond Eén Lentis. ‘Daarvoor hebben we instemmingsrecht. We denken ook na hoe wij mee kunnen veranderen als cliëntenraden.’ Daar zal in de komende tijd het een en ander veranderen. Er wordt binnenkort een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten met Lentis.
Contact met de achterban
Een goed contact met de achterban is heel belangrijk voor de raden. Annika: ‘Om goed contact te houden met de achterban zijn we ook bezig met een platform. Uit de HKZ audit bleek dat het contact met de deelraden onvoldoende was. We zijn op zoek gegaan naar een manier waarop dat ook AVGproof kon. We zijn uitgekomen bij TIM (Tapster Inspraak & Medezeggenschap). Via dit platform kunnen cliëntenraden effectiever met hun achterban communiceren.’
Nieuwe leden gezocht
De cliëntenraad is dus op zoek naar nieuwe leden. Dat is best lastig. En dat terwijl het zulk mooi en zinvol werk is. Nieuwe leden worden via een vaste procedure beoordeeld. Annika: ‘Er is eerst een gesprek waarin we de motivatie bespreken. Op basis daarvan geeft de raad een advies. Bij een positief advies draaien mensen vijf vergaderingen mee om te kijken of het over en weer naar verwachting is. Daarna wordt er geëvalueerd.’
De Cliëntenmedezeggenschap doet een beroep op collega’s, teamleiders, managers en behandelaren om mee te helpen om potentiële leden te vinden. Daarvoor is kort geleden een kaart verspreid met de week van de medezeggenschap. Nieuwe leden kunnen zich melden bij cbb21@lentis.nl , of bellen met Karin Sikkema, adviseur/coach cliëntmedezeggenschap 06 83673229.
Mieke werkt bij het cluster Langdurige Zorg en Wonen van Lentis in Zuidlaren als paardentherapeut.
‘Mijn officiële titel is gespecialiseerd ambulant begeleider en ik voeg daar voor de duidelijkheid zelf paardentherapie aan toe. Deze vorm van behandelen wordt door de verzekeraar op dezelfde manier vergoed als bijvoorbeeld muziektherapie of psychomotorische therapie. Ik heb nu vier cliënten per week.’
Door Anne Helmus, foto’s: Mirella Lukens www.mirellalukens.nl
Mieke Schuurman is paardentherapeut
‘Een paard is een kuddedier’
‘Een kudde is zo sterk als zijn zwakste schakel, dus als er een kuddegenoot uit balans is, willen de anderen graag het evenwicht herstellen.’
Voordat Mieke voor dit werk koos was ze wetenschapper, onderzoeker, leidinggevende en coach in het onderwijs. ‘Mensen weer een stukje verder helpen ligt me goed en hoe mooi is het als je dat samen met je paard kan doen.’
‘Paardentherapie kan onder andere helpen om te focussen of bij het opbouwen van zelfvertrouwen. Ook helpt het in het leren aangeven van grenzen en kan het ontspannend werken. De cliënten komen naar mij toe buiten het terrein van Lentis, ze doen even iets heel anders. Dan is er vervolgens interactie met zo’n prachtig dier, waar je blij van kunt worden.
De cliënten die bij me komen hebben heel complexe problemen en meerdere diagnoses. Trauma’s, schizofrenie, psychotisch et cetera. Best wel heftig.’
De cliënt en het paard vormen een kudde
‘Een paard is een kuddedier. Een kudde is zo sterk als zijn zwakste schakel, dus als er een kuddegenoot uit balans is, willen de anderen graag het evenwicht herstellen. In de paardenbak heb ik een stuk afgezet met paaltjes en draad. Daar staat mijn paard binnen en als de cliënt daarbij komt staan, ziet het paard hem of haar als onderdeel van de kudde. Dan vraag ik de cliënt om contact te zoeken met het paard. Mijn paard is niet heel groot en ze is heel rustig, daardoor is de drempel laag om contact te maken. Als de persoon heel erg gespannen is kunnen er verschillende dingen gebeuren.
Paarden zijn prooidieren en als er gevaar dreigt moeten ze met zijn allen kunnen vluchten. Als er in de
kudde een paard gespannen is dan willen de andere paarden hem helpen om te ontspannen zodat hij mee kan vluchten. Als er te veel spanning blijft dan laat de kudde dat paard links liggen. Zoals gezegd is in de beleving van het paard de cliënt onderdeel van de kudde. Als het niet lukt om de spanning bij de cliënt te doen verminderen dan kan het paard afstand nemen. Ik check dan bij de cliënt wat er gebeurde en afhankelijk van het antwoord kan ik hem of haar dan bijvoorbeeld uitnodigen om meer in het hier en nu te ontspannen en te proberen om weer contact met het paard te maken.
Je hoeft niet iets met paarden te hebben voor deze therapievorm. De cliënten bestaan trouwens niet alleen uit vrouwen, ik heb ook mannen in therapie. Inderdaad, als je op een manege rondkijkt zie je veel meisjes, allemaal paardenmeisjes. Ik noem mezelf ook altijd nog een paardenmeisje, dat blijft zo. Met paarden heb je de eeuwige jeugd, haha! Ik heb ook een cliënt die heeft paardrijdervaring en die vindt het heel fijn om aan het einde van de sessie even op het paard te rijden.’
Hoe werkt het?
‘Zoals gezegd vormen de cliënt en het paard een kudde. Het paard voelt de energie van hun diergenoten aan en ook van de cliënt. Aan de hand van wat er gebeurt in de bak in het contact met het paard heb je aanknopingspunten voor oefeningen of een gesprekje. Bijvoorbeeld als ik de cliënt vragen stel kan het zijn dat het paard tussen de cliënt en mij gaat staan. Een mooie gelegenheid om de cliënt te vragen
hoe die de vragen ervaart. Ook leg ik uit dat paarden een kuddegenoot soms in bescherming nemen als die spanning ervaart. Het paard kan ook heel dicht bij een persoon gaan staan om steun te bieden. In zo’n geval vraag ik hoe de cliënt dat ervaart. Ik kan namelijk wel uitleggen wat zoiets in een kudde kan betekenen, maar het gaat er om of de cliënt zich dan gesteund voelt, of dat een paard zo dichtbij juist bijvoorbeeld bedreigend voelt. Ik ga dus niet voor de cliënt interpreteren. De nadruk ligt vooral op zelf ervaren. Ik leg alleen uit welk gedrag je in kuddes kunt zien en wat het zou kunnen betekenen.’
Een paard heeft leiding nodig
‘Aangezien het paard een prooidier is en een kuddedier, willen ze bij nood samen kunnen vluchten. Dus er is ook leiding nodig. Als je dat niet geeft dan kan een paard een eigen plan trekken. Als je bijvoorbeeld een parcourtje met pionnen opzet en je wilt ertussendoor gaan slalommen zonder dat je het paard vasthoudt en je goed in het contact bent met het paard, dan vindt het paard het fijn om met je mee te lopen. Een paard heeft wel leiding nodig dus je moet
Het paard knuffelen en borstelen kan onderdeel van de therapie zijn. Of bijvoorbeeld voelen waar het paard warm en koud is.
wel duidelijk zijn. Dat is wat anders dan directief. Je moet echt in het hier en nu zijn om met het paard te kunnen interacteren. Als het paard dan opeens een andere kant op loopt dan kun je de cliënt vragen, wat gebeurde er met jou en dan heb je weer een aanknopingspunt voor een gesprek.
Het paard knuffelen en borstelen kan onderdeel van de therapie zijn. Of bijvoorbeeld voelen waar het paard warm en koud is. Als mensen dat met aandacht doen, kan het ze helpen om meer in het hier en nu te komen. Voor een paard is het belangrijk dat hij gezien en gehoord wordt. Een paard oordeelt niet, die vindt het belangrijk dat de kudde veilig is.’
Dromen
‘Ik vind het super dat Lentis mij deze kans heeft gegeven. Er zijn ggz-instellingen waar ze echt een manege hebben met dagbesteding erbij. In het kader van durf te dromen: hoe mooi zou het zijn als we het paardentherapie-aanbod zouden kunnen uitbreiden?
Een fijne plek hiervoor zou zijn naast De Stiep, een zorgboerderij vlakbij Lentis Zuidlaren. Ze hebben daar onder andere pony’s.
De cliënten die ik in therapie heb, wonen op het Lentisterrein in Zuidlaren. Sommige cliënten hebben beperkte vrijheden. Sommigen komen zelf op de fiets, anderen samen onder begeleiding.’
Onderzoek nodig
‘Ik ben bezig om te zien hoe we vanuit Lentis onderzoek kunnen doen naar de effecten van paardentherapie. Van huis uit ben ik wetenschapper. Ik ben echt wel een voorstander van evidence-based werken en daarom vind ik het belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt naar deze bijzondere vorm van therapie. We gaan vanuit de onderzoeksgroep van Lentis samenwerken met iemand van de RUG die onderzoek doet naar dierondersteunde interventies, met name met hulphonden. Ze wil ook heel graag onderzoek doen naar de effecten van therapiepaarden. Dat zal waarschijnlijk beginnen met een exploratief onderzoek, oftewel, eerst maar eens kijken wat er precies gebeurt en welke onderzoeksvragen dat oproept.’
Stynke Castelein, hoofd
onderzoek Lentis GGz
samen met gastcolumnist: Stijn Crutzen, senior onderzoeker Lentis Research (apotheker en psycholoog)
Mag het een grammetje minder zijn?
Io l u m n S t y n k e
n tegenstelling tot de slager die vaak vraagt: ‘Mag het een onsje meer zijn?’ vragen onze cliënten steeds vaker ‘Mag het een grammetje minder zijn?’ Psychofarmaca heeft vele voordelen (vermindering van psychische klachten), maar helaas ook vele nadelen (zoals sufheid, concentratieproblemen en gewichtstoename). Zo werd er niet lang geleden nog standaard twee jaar lang antipsychotica voorgeschreven als je voor het eerst een psychose kreeg. Tegenwoordig zijn er sterke aanwijzingen dat eerder afbouwen van antipsychotica, met monitoring, na meerdere jaren een betere kwaliteit van leven en meer maatschappelijk herstel oplevert.1 Hierdoor is in huidige behandelrichtlijnen en zorgstandaarden het twee jaar ‘standaard doorslikken’ dan ook losgelaten en is het huidige advies om sneller af te bouwen indien mogelijk. Maar hoe dat je dat dan eigenlijk ‘goed’ dat afbouwen? En welke vragen hebben cliënten op dit gebied? In Nederland bestaat er een online platform; Psychosenet2 genaamd, waarop zowel cliënten, naasten als behandelaren betrouwbare informatie kunnen vinden. Hier kan ook iedereen vragen stellen over psychose, herstellen van psychose én dus ook over medicatie. Alle vragen op Psychosenet van cliënten over afbouwen en stoppen van antipsychotica, maar liefst 194 vragen, hebben wij zorgvuldig geanalyseerd.3 Bij de vragen over antipsychotica ging bijna de helft over afbouwen, met als ‘ham’vragen (daar hebben we de slager weer): Is het verstandig om af te bouwen/te stoppen en wat is dan mijn minimale dosering?3 Cliënten willen graag een zo laag mogelijke dosis om te kunnen profiteren van de werking van het antipsychoticum én tegelijkertijd zo weinig mogelijk bijwerkingen te ervaren. Een andere belangrijke vraag die zij stellen is: Wat kan ik zelf doen om mij optimaal
voor te kunnen bereiden op afbouwen? Zoals mensen bij een knie-operatie een ‘fit for surgery’ programma met fysieke oefeningen kunnen volgen om na de operatie -bewezen effectief- sneller te kunnen herstellen. Binnen ons vakgebied is afbouwen helaas nog veel ‘trial and error’, of positiever gezegd: echt maatwerk. We kunnen nog heel veel vragen van cliënten niet beantwoorden vanuit de wetenschap. Als je bijvoorbeeld twee middelen gebruikt, kun je dan beter beide middelen tegelijkertijd afbouwen of juist het ene middel eerst en dan pas het andere? Hoe snel moet je afbouwen? En hoe kun je als cliënt het onderscheid maken tussen ontwenningsverschijnselen en een terugkeer van symptomen? Het goede nieuws is dat er op dit gebied nu veel landelijk onderzoek4 wordt gedaan, waarbij wij hopen dat er straks ook een bewezen effectieve manier van verantwoord afbouwen bij antipsychotica voorhanden is. Dus op naar een ‘fit for reducing or stopping antipsychotics’ programma, waarbij aandacht is voor de bovenstaande relevante vragen die onze cliënten hebben!
1 Wunderink, L., Nieboer, R. M., Wiersma, D., Sytema, S., & Nienhuis, F. J. (2013). Recovery in remitted first-episode psychosis at 7 years of follow-up of an early dose reduction/discontinuation or maintenance treatment strategy: long-term follow-up of a 2-year randomized clinical trial. JAMA psychiatry, 70(9), 913–920. https://doi.org/10.1001/jamapsychiatry.2013.19 2 www.psychosenet.nl
3 Crutzen, S., Van Os, J. & Castelein, S. Am I dependent on a lifetime use of antipsychotics? A qualitative analysis of Q&A data about stopping and tapering antipsychotics from the perspective of users and their relatives. In druk (Internationaal tijdschrift: Psychosis, 2025)
4 Begemann, M. J. H., Thompson, I. A., Veling, W., et al. (2020). To continue or not to continue? Antipsychotic medication maintenance versus dose-reduction/ discontinuation in first episode psychosis: HAMLETT, a pragmatic multicenter single-blind randomized controlled trial. Trials, 21(1), 147. https://doi. org/10.1186/s13063-019-3822-5
Team Zorgverkoop
Zorgverkoop in een veranderende omgeving
Voor team Zorgverkoop is samenwerken en relatiebeheer belangrijker dan ooit
Door Saskia Scholte
Het zorglandschap is aan het veranderen. De zorg decentraliseert, we gaan meer regionaal werken en we zoeken de samenwerking met andere zorgaanbieders op om onze cliënten de juiste zorg op de juiste plek te kunnen bieden. Het Integraal Zorg Akkoord, met als vertakking het Groninger Zorg Akkoord bieden daarin een belangrijke leidraad. Dat heeft natuurlijk ook invloed op hoe we onze zorg moeten aanbieden en verkopen. We praten met Niek Hutjes, hoofd Zorgverkoop en zorgverkopers Bart Stekelenburg en Alex Sanders over de ontwikkelingen, kansen en uitdagingen in hun werk.
» Als ik voor mezelf spreek vind ik Zorgverkoop nog vrij abstract klinken. Wat houdt het concreet in?
Niek: ‘Bij Zorgverkoop maken we onder andere afspraken met financiers over de kwaliteit, inhoud en vergoeding van zorg, dus dan heb je het over zorgverzekeraars, maar ook in het kader van de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning, red.) en de WLZ (wet langdurige zorg, red.) en jeugdwet. We maken ook afspraken met gemeenten, over subsidies die er zijn. Maar ook het Integraal Zorg Akkoord, met als afgeleide daarvan het Groninger Zorg Akkoord, bepaalt veel voor de inhoud van ons werk.
» Er is binnen het team best wat veranderd, met Niek als nieuwe manager en een aantal nieuwe collega’s. Hoe is jullie team nu samengesteld?
Niek: ‘We zijn nu met z’n zessen, waarvan vijf in vaste dienst. Ik ben zelf relatief nieuw, want ik zit hier sinds afgelopen juli. Daarnaast hebben we Boudewijn Oude Wesselink en Seçil Kurt. Alex en Bart maken het team compleet, zij werken hier al langer als adviseurs Zorgverkoop. Daarnaast hebben we een vacature dus kunnen we hopelijk op korte termijn versterking verwachten. Er is een duidelijke taakverdeling binnen het team.
Boudewijn en Seçil maken afspraken met zorgverzekeraars. Bart richt zich vooral op het IZA (Integraal Zorg Akkoord, red.). Alex maakt afspraken met gemeenten (WMO) en Zorgkantoor (WLZ) en Martine Kip neemt als interimmer de Jeugdwet voor haar rekening.’
Bart: ‘We stemmen af met het primaire proces, de zorggroepen, om contracten door te vertalen naar het concrete werk. We zitten tegenwoordig meer in het relatiebeheer. We zijn bijvoorbeeld Langdurig Zorg en Wonen aan het uitleggen hoe ze meer digitaal kunnen werken, hoe mensen thuis goede zorg kunnen
We stemmen af met het primaire proces, de zorggroepen, om contracten door te vertalen naar het concrete werk.
krijgen. Alex: onze rol is daarom iets anders dan de rol van Boudewijn en Seçil. Onze gesprekken hebben vaak ook een andere dynamiek, omdat wij vooral met gemeenten praten en niet zozeer met de zorgverzekeraars.’
Niek: ‘We willen dat graag wat meer bij elkaar brengen, omdat je dan ook kunt zien waar de knelpunten ontstaan op de snijvlakken van de financiering van de zorg. We gaan dus steeds meer de samenwerking aan, binnen en buiten het team. Daarnaast zorgen we voor teambuilding. Laatst hadden we bijvoorbeeld een leuke heidag. Daar hadden we een inhoudelijk programma opgezet, over de visie op zorgverkoop en daarna hebben we een buiten activiteit gedaan en gezellig een hapje gegeten, zo leer je elkaar op een andere manier kennen. Dat helpt zeker om het team nog meer bij elkaar te brengen.’
» Jullie hebben het dus ook wel over de visie van Zorgverkoop. Die is ook aan het veranderen, binnen heel Lentis. We bewegen meer naar de regio toe, die verschuiving moeten jullie vast ook merken binnen Zorgverkoop, met de invloed van het IZA.
Niek: ‘Ja zeker, je ziet dat we steeds meer bewegen naar de regio. De focus komt daar steeds meer op te liggen. Ik zie ook dat grote zorgverzekeraars, zoals Menzis ook een andere positie innemen. We willen samen met Menzis daar nog intensiever aan werken. Ik zie ook wel dingen veranderen, de zorgvraag wordt complexer, waardoor samenwerking binnen de regio steeds belangrijker wordt, ook domeinoverstijgend. Daar moeten wij als Zorgverkoop natuurlijk in meebewegen. Dat vraagt om transformatie in regio en bijbehorende transformatieplannen.
Alex: ‘We merken dat gemeenten ook decentraliseren en dat we ons anders moeten verhouden tot
gemeenten. We moeten op tijd bijsturen, dus we willen overal aan tafel komen te zitten. Dat vraagt ook wat van onze teamleiders. Nu is het vaak nog vanuit Zorgverkoop en een teamleider spreekt vaak vanuit de eigen zorglocatie en nog niet vanuit het grotere geheel, maar daar moeten we uiteindelijk wel naartoe.’
Bart: ‘Op hoger niveau zie je dat we naar langere duurzamere contracten gaan. We zetten daar veel meer in op samenwerking, hoe gaan we met minder geld meer zorg thuis organiseren? De WLZ is daarnaast toegankelijk geworden voor iedere zorgorganisatie. Voorheen was Lentis de enige die de WLZ onder zich had, maar nu kunnen kleinere organisaties dat ook. We moeten het gezamenlijk nu in de lucht houden. Daar ligt onze rol veel meer in de verbinding, zoals Niek ook zegt moeten we domeinoverstijgend samenwerken. We zitten minder op aanbesteding, maar meer op strategische doorontwikkeling. Met het IZA willen we mentale gezondheidsnetwerken opzetten, zoals Actielijn 5 van Mentaal Gezond Groningen. Gevolg is wel dat je dus met teamleiders uit de regio aan tafel zit en wij zorgen vanuit Zorgverkoop dat we het contact managen, maar dat we niet zelf meer aan tafel zitten.’
Alex: ‘Als je daar aan tafel zit, dan moet je goed nadenken over wat je zegt, want je spreekt namens heel Lentis. Het is een rol die mensen moeten leren en daar zit een taak voor ons weggelegd. Het is een leuke
Een teamleider spreekt vaak vanuit de eigen zorglocatie en nog niet vanuit het grotere geheel, maar daar moeten we uiteindelijk wel naartoe.
puzzel, een leuke uitdaging. De dynamiek in de stad en in de regio verschilt ook, het verschilt ook erg per gemeente.’
Bart: ‘In de stad hebben we veel meer smaken zorg, meer psychiaters, meer psychologen. Dat gaat wel meer uit elkaar lopen als je het vergelijkt met de regio, dus hoe gaan we de stad en de regio meer bij elkaar krijgen?
» Wat zijn nu de grote uitdagingen voor jullie werk?
Niek: ‘We willen een gezamenlijke toekomstvisie met onze grootste financiers vormen, waarbij we belangrijke thema’s samen aanpakken om de toegankelijkheid in de regio te verbeteren. De wachttijden zijn lang en hoewel we al goede stappen zetten, kan het beter. We focussen op betere door- en uitstroom, innovaties zoals groepsbehandelingen en digitalisering. Samen met onze grootste financiers zoeken we naar oplossingen en onderhandelen we over afspraken voor het komende jaar. Lentis heeft dit jaar goede omzetten gedraaid, maar niet alles is al belegd in afspraken. Door scherp te onderhandelen zorgen we voor een passende vergoeding en dragen we bij aan de financiële gezondheid van Lentis.’
Alex: ‘De financiers werken nog steeds in kolommen en voelen verantwoordelijkheid voor hun eigen stukje, terwijl domeinoverstijgend werken steeds belangrijker wordt. Hoe krijgen we het voor elkaar dat financiers hun kolommen iets loslaten zodat wij alle zorg toch bekostigd kunnen krijgen? Er is een enorme beweging naar herstelgerichte zorg, waardoor er ook meer vertrouwen ontstaat tussen financiers en Lentis. We kunnen ons meer richten op die ontwikkeling en minder op contracten. Vanuit het IZA komt er zoveel nadruk op domeinoverstijgende samenwerking, waardoor de contacten daarin ook heel positief zijn. Bij teamleiders en managers wordt ook steeds duidelijker wat we aan het doen zijn. Voorheen schreven wij de plannen, maar nu komt dat vanuit managers en teamleiders. Dat is ook tegelijk de uitdaging, want daarin is nog wel een regierol noodzakelijk.’
Bart Stekelenburg
Niek: ‘Bij Zorgverkoop heb je een regierol met enerzijds de strategie en belangen van Lentis en anderzijds de belangen en strategie van de financiers. Het is onze rol om te zorgen dat wij die bij elkaar weten te brengen en dat het tot goede afspraken leidt. Ik heb zelf aan de andere kant van de tafel gezeten, want ik heb bij zorgverzekeraar VGZ gewerkt, dus ik weet hoe het er aan die kant werkt.’
» Hoe is dat nu voor jou, Niek? Je zit nu een paar maanden aan de andere kant van de tafel, wat valt je tot nu toe op?
‘Uiteindelijk heb je zowel als verzekeraar als zorg aanbieder hetzelfde doel. Dat is goede en toegankelijke zorg bieden voor de burger. En daarnaast moet het ook nog betaalbaar zijn. Voor de zorgverzekeraar is betaalbaarheid en toegankelijkheid heel belangrijk, maar voor Lentis eigenlijk ook. Feitelijk is het niet heel anders, maar nu ik bij Lentis werk, houd ik me nog meer bezig met de cliënt en de burger in Groningen die gewoon goede zorg nodig heeft, binnen een acceptabele termijn.’
» Hoe zien jullie de toekomst van ons zorgaanbod voor je? Hoe zou het volgens jullie moeten zijn?
Niek: ‘Wij willen dat mensen sneller geholpen worden, dichter bij hun woonplaats. Onze doelgroep met complexe zorgvragen zit vaak verspreid in de regio,
We zien mooie ontwikkelingen, zoals Mentaal Gezond Groningen.
Samenwerking is echt de sleutel...
dus wij moeten naar hen toe in plaats van andersom. Samenwerking met andere zorgdomeinen is daarbij essentieel.’
Alex: ‘Ontschotten in de financiering zou ons werk ook enorm helpen.’
Bart: ‘We geven veel geld uit, maar het proces om dat te verantwoorden is omslachtig. Het zou mooi zijn als we eerst meneer Janssen kunnen helpen en daarna bepalen wie wat betaalt.’
Alex: ‘Een uniform beleid zou ons ook helpen.
Klantgroepen verschillen natuurlijk, maar sommige eisen – zoals toezicht in de nacht – worden ook weer anders ingevuld door gemeenten en financiers. Dan houden we meer focus op de cliënt: wat heeft die echt nodig? Intern moeten we ook duidelijk hebben waar we voor staan en hoe we werken, zodat we eenduidig naar financiers communiceren.’
Niek: ‘De GGZ is niet altijd de oplossing; soms past een andere zorgaanbieder beter. Samenwerking binnen het totale gezondheidsnetwerk is essentieel. Gelukkig worden er in de regio al goede gesprekken gevoerd en zien we mooie ontwikkelingen, zoals Mentaal Gezond Groningen. Samenwerking is echt de sleutel, ik kan het niet vaak genoeg benadrukken.’
Niek Hutjes
Alex Sanders
Helmus zoekt zijn oma
Door Anne Helmus
‘In de kelder van Dennenoord echoën stemmen uit het verleden.’ Zo luidt de titel van een artikel in Dagblad van het Noorden waarin Rense Schuurmans, voormalig verpleegkundige en historicus vertelt over de 5500 patiëntendossiers die perfect bewaard zijn gebleven in het archief in de kelder van het hoofdgebouw. De dossiers bevatten een schat aan informatie over de tijd toen de instelling ‘Christelijk Gesticht voor Krankzinnigen Dennenoord in Zuidlaren’ heette. Ik las het artikel met interesse en moest onmiddellijk denken aan mijn oma van mijn vaders kant die ik nooit heb gekend. Mijn vader had wel het een en ander over haar verteld. Ik zocht in een oud fotoboek van mijn ouders en kwam een foto van haar tegen. Zo, nu had ik er een beeld bij.
Van mijn oma wist ik wel dat ze is overleden aan TBC in Dennenoord. In het Noordersanatorium. Ik mailde Rense of hij het dossier van mijn oma even uit het archief kon halen. Dat ging natuurlijk zomaar niet. Hij had wat meer gegevens nodig. Via Geneanet kreeg ik meer informatie. Zo kwam ik erachter dat ze op 29 mei 1947 in Zuidlaren is overleden. Ze is geboren in Enumatil, gemeente Leek op 29 mei 1900. Haar naam is Lieuwktje Lutgertje Wegman. In het artikel las ik dat de mensen van Lentis Erfgoed de dossiers tussen 1895 en 1934 gingen digitaliseren. Ik vroeg me af of de dossiers uit 1947 ook nog te vinden waren en mailde Rense de gegevens over mijn oma.
‘Zij was een lieve vrouw, die acht kinderen kreeg waarvan twee zijn overleden.’
Rense mailde: ‘Ik ga kijken of er een dossier van oma Lieuwktje is. Zo rond 2000 was wat dossiers betreft de macht bij GGz Groningen aan de barbaren. Uit de periode na omstreeks 1934 zijn er veel dossiers vernietigd, ongeveer 1 op de 10 is behouden gebleven.’ Fijn dat hij moeite wil doen. Enkele dagen later krijg ik van hem te horen dat hij helaas geen dossier van mijn oma heeft gevonden. Jammer.
Wat mijn vader over haar vertelde: ‘Zij was een lieve vrouw, die acht kinderen kreeg waarvan twee zijn overleden.’ Mijn vader was zelf ongeveer elf jaar toen deze twee kinderen een jaar na elkaar stierven. Een kind stierf aan een hartaanval tijdens een wedstrijdje hardlopen met mijn vader: ‘Wie is het eerst thuis.’ Later bleek dat dit jongetje een aangeboren hartafwijking had. Het andere kind, een meisje, kwam om door een auto-ongeluk. Ze wachtte op de boeren die met hun auto’s een dagje uit waren met minder bedeelde dorpsgenoten en die zouden arriveren op het dorpsplein. Ze is tijdens de drukte onder een auto gekomen en ten gevolge van dit ongeluk overleden. Op het kerkhof van Aduard links bij de ingang van het kerkhof zijn de kleine graven, ooit gerestaureerd door mijn vader, te zien.
Daarna kwamen er al gauw twee kinderen ter vervanging, met dezelfde naam.
Mijn opa was landarbeider. Hij kon heel goed met paarden omgaan en werkte bij allerlei boeren in de omgeving van Aduard.
Op een gegeven moment kon mijn oma niet meer voor de kinderen zorgen en was haar geestesgesteldheid dusdanig dat een opname nodig was en kwam ze terecht op Dennenoord. Mijn opa heeft haar daar op een gegeven moment weggehaald omdat het hem niet lukte om alleen voor de kinderen te zorgen. Thuis ging het al snel weer mis. Ze begon op een ochtend met een mes te zwaaien. Ze werd ingeschat als een gevaar voor haar omgeving en weer op Dennenoord afgeleverd onder begeleiding van twee agenten.
Mijn vader, als oudste kind, kreeg al vroeg veel meer verantwoordelijkheden te dragen in het gezin dan goed was voor een kind. Na de lagere school ging hij bij een stelmaker in het dorp werken en leerde daar het vak van timmerman. Op zijn zeventiende ging hij het huis uit om te werken op allerlei bouwprojecten in binnen- en buitenland. Hij trouwde in 1948 en een jaar later werd ik geboren en werd ik vernoemd naar zijn vader Anne. Een jaar voor de trouwerij overleed zijn moeder in Dennenoord en werd ze begraven op het kerkhof van Aduard.
Opa Anne trad rond die tijd opnieuw in het huwelijk, hij kreeg met zijn tweede vrouw een dochter die zich later als volwassen vrouw zou suïcideren.
Mijn vader werd gedurende zijn leven met enige regelmaat opgenomen op de afdeling psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis in Groningen en ook wel op Dennenoord. Na een periode van aanmodderen thuis knapte hij gedurende de opname vaak snel op en oogstte bewondering op de afdeling arbeidstherapie met de mooie dingen die hij maakte van hout.
Ik was het eerste kleinkind van mijn opa. Misschien was hij wel op mij gesteld. Elke keer als hij me zag zei hij: ‘Doe kriegst nog ains een keer een horloge van mie.’ Die belofte is nooit in vervulling gegaan.
Het toeval wil dat mijn vrouw, dit weekend dat ik dit schrijf, bezig is om een horloge uit te zoeken voor onze kleinzoon, die negen wordt. Digitaal maar zonder verslavende opties.
Vooruitstrevende autismezorg verleden, heden en toekomst
ATN (Autisme Team Noord Nederland) Groningen
JUBILEUM congres: Het
In de hal van het Flonkhotel, gelegen aan de rand van het Hoornsemeer is het al vroeg druk. Er worden allerlei standjes ingericht die te maken hebben met het onderwerp van vandaag. We zien een tafel met onder andere nestkastjes en vleermuishuisjes van kastanjehout, gemaakt door cliënten van het WWA (Wonen en Werken voor volwassenen met Autisme) in Zuidlaren. De mannen die landelijk netwerkborrels organiseren voor hoog- en normaal begaafde autisten onder de naam ‘IETS DRINKEN’ zijn ook al van de partij. AUTISME DIGITAAL is aanwezig en ook is er een tafel met kunst te zien, gemaakt in het kader van beeldende therapie.
In de pauzes wordt er volop genetwerkt en bijgekletst. Voor degene die het allemaal wat te veel wordt was er een prikkelarme ruimte ingericht met uitzicht op het meer.
De lunch is voortreffelijk en een ander culinair hoogtepunt is het moment dat aan het einde van de middag een originele Italiaanse ijscokar kwam binnenrijden. Al gauw vormt zich een rij voor de kar om een hoorntje met een paar bolletjes te scoren. ‘Doe mij maar eentje met chocolade en pistache.’
Het ingehuurde speelmaatje
De eerste lezing wordt geïntroduceerd door de dagvoorzitter Dr. Kirstin Greaves-Lord.
Ina van Berckelaer-Onnes wordt aangekondigd als de grand old lady of autism. Haar verschijning en manier van doen doet deze benaming van grand old lady zeker eer aan. In haar lezing laat ze ons kennismaken met Donald Triplett, een van de eerste kinderen waarbij autisme werd gediagnosticeerd. Donald groeide op in een elitair milieu. Zijn vader was advocaat en zijn moeder lerares Engels en van zeer goede komaf. Ter voorbereiding aan het bezoek bij Dokter Kanner, kinderpsychiater, die later veel over autisme zou publiceren, had vader hem alvast een verslag van 33
Door Anne Helmus
kantjes gestuurd met daarin een beschrijving van het merkwaardige gedrag van zijn zoon. Bijvoorbeeld dat Donald het niet merkte als zijn vader thuiskwam van zijn werk. De kerstman in vol ornaat werd door hem genegeerd. Hij speelde niet met andere kinderen. Het ingehuurde speelmaatje keurde hij geen blik waardig. Hij hechtte aan vaste patronen. Kon zich urenlang vermaken met hetzelfde, tekende in de lucht. Sorteerde eindeloos blokjes en kralen. Kon al voor zijn tweede verjaardag tot honderd tellen en terug. Op tweejarige leeftijd kon psalmen onthouden.
Geen biologische oorzaak
Leo Kanner begon in 1943 te publiceren over autisme. Hij maakte lijstjes met kenmerken van autisme. Zoals: geen anticiperende houding, geen oogcontact, gestoorde taalontwikkeling, wiegen, fladderen. De cognitie was vaak goed en de kinderen die hij onderzocht waren afkomstig uit intellectuele milieus. In de loop van de tijd werd er volgens spreker Ina steeds meer bekend over autisme. Bijvoorbeeld dat het wordt gezien als een echte hersenontwikkelingsstoornis. Hoe het in het brein precies zit: ‘Niemand die het weet,’ verzucht Ina. Er is veel onderzoek naar gedaan, maar er is niet echt een biologische oorzaak gevonden.
Algemeen bekend is dat veel mensen met autisme een bepaald talent hebben, voor bijvoorbeeld rekenen. Bijvoorbeeld de film Rainman en Brainman stoelen op dit talent. Volgens Ina is voorzichtigheid geboden bij het exploiteren van dit soort vaardigheden. Je bewijst de mensen met autisme er vaak geen dienst mee en maakt een karikatuur van hen.
Prof. David Skuse maakt eveneens in zijn lezing duidelijk dat ondanks miljoenen verslindend onderzoek er geen biologische oorzaken voor autisme zijn ontdekt. Het is niet een ding wat je in de hersenen kunt lokaliseren. Mensen met autisme vormen
Leo Kanner begon in 1943 te publiceren over autisme. Hij maakte lijstjes met kenmerken van autisme.
ook geen uitgesproken categorie. Men heeft het in meerdere of mindere mate. Het medisch model is voor de behandeling en bejegening minder geschikt. We spreken immers ook over autismespectrumstoornissen vanwege de diversiteit van verschijningsvormen. Ook mensen met autisme zijn verschillend.
Interessante workshops
Tijdens de middag is er de mogelijkheid om een scala aan workshops te bezoeken.
Bijvoorbeeld Annemiek Landlust gaat in haar workshop er verder op in hoe je ouders van kinderen met autisme kunt leren omgaan met stress. Want chronische stress is schadelijk voor de gezondheid. Ouders van kinderen met autisme blijken vaker ziek te zijn. Marieke Wubs en Rianne Jansen maken in hun presentatie duidelijk hoe je problemen los kunt laten en je kunt richten op zaken die belangrijk en constructief zijn. Joost van der Linde vertelt dat deze categorie door hun vaak afwijkende gedrag gemakkelijk het mikpunt kan worden van pesterij en of mishandeling. Wat aanleiding kan zijn voor een traumatische ervaring. En hij geeft aan dat EMDR hierbij goed toegepast kan worden.
Als fotograaf bezocht ik de meeste work shops om een paar foto’s te maken. Toen ik de deur van een van de workshopruimtes opende zag ik een grote groep deelnemers aan het congres in een grote kring staan. Ze hadden allemaal hun handen boven hun hoofd. Gelijktijdig begonnen ze met hun handen te zwaaien en vervolgens nog een andere serie bewegingen te maken. Een persoon stond in het midden en het leek erop of ze probeerde te begrijpen wat er voor haar ogen gebeurde. Later bij navraag begreep ik dat zij moest raden wie als leider de bewegingen steeds in gang zette. Waar het voor diende heb ik niet kunnen achterhalen, er waren vast diepere bedoelingen in het spel. Het zag er in elk geval heel vrolijk uit. Geen workshop maar een funshop.
Het was een interessant congres, inhoudelijk sterk en vanwege het jubileum zeker ook feestelijk.
Kort nieuws
Bijzondere vondst!
Bij één van de woningen op het terrein in Zuidlaren zijn verduurzaamheidswerkzaamheden gaande. Bij het verwijderen van het dak stuitten de dakdekkers op oude wegbewijzeringen uit de Tweede Wereldoorlog die verwerkt waren in het dakbeschot van de woning. De tekst ‘Kriegslazarett’ die op de borden staat verwijst naar het Duitse hospitaal dat aan het einde van de oorlog op het terrein was gehuisvest. De borden stonden in het dorp en verwezen naar dit hospitaal op het terrein. Met recht een bijzondere vondst!
De borden zijn inmiddels verwijderd en aan Lentis Erfgoed geschonken.
RTV Drenthe kwam een kijkje nemen en heeft er aandacht aan besteed in het programma Drenthe Nu.
Onthulling glas in lood kunstwerk van Jan Jaap Folkerts, kunstenaar en bewoner Dennenoordterrein
Op 2 oktober is in de Ontmoetingskerk op het Dennenoordterrein een bijzonder kunstwerk onthuld: een glas-in-loodraam ontworpen door Jan Jaap Folkerts.
Jan Jaap woont op het Dennenoordterrein in Zuidlaren. In het kleine lokaal van de activiteitentherapie produceert hij zijn kunst. Zijn ‘geometrische fantasieën’, zoals hij ze zelf noemt, zijn geïnspireerd op mandala’s, art deco en art nouveau, graancirkels en het universum.
Ontwerp
Door de jaren heen is vaak geopperd dat zijn werk zich goed zou lenen voor een glas-in-loodraam. Glaskunstenaar Mirjam Wieringa heeft uiteindelijk aan de hand van het ontwerp van Jan Jaap een prachtig raam gemaakt. Het werk hangt op een daglichtpaneel in de Ontmoetingskerk op het Dennenoord terrein. De Ontmoetingskerk heeft zelf ook een verbouwing ondergaan en werd op 2 oktober feestelijk geopend. Het kunstwerk werd samen door Jan Jaap zelf en door Ester Kuiper (voorzitter Raad van Bestuur) onthuld.
Het project is voor de helft gefinancierd door middel van crowdfunding. Het streefbedrag van € 2.500,- werd opgebracht door 128 donateurs.
Inwerkprogramma Lentis is live!
Door Johanna Koster
Een goed ingewerkte medewerker is een meer tevreden collega en verlaat minder snel de organisatie. Het is daarom des te belangrijker om bij de start te zorgen voor een zachte landing, zodat onze nieuwe collega’s zich welkom voelen en effectief kunnen integreren. Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan het programma en sinds september is het introductieprogramma ‘warm welkom’ voor nieuwe medewerkers live.
Of je binnenkort start als GZ-psycholoog in Delfzijl of als keukenmedewerker in Zuidlaren, je krijgt hetzelfde introductieprogramma. Er is wel rekening gehouden met de verschillen die er zijn. Uiteindelijk heeft elke afdeling zijn eigen gebruiken en is niet alle informatie voor iedereen relevant. Daarom is het introductieprogramma opgedeeld in twee onderdelen: de centrale introductie (Lentis-breed) en de decentrale introductie (op teamniveau). Zo ontvangen alle nieuwe medewerkers een welkomstvideo, nemen ze deel aan de introductiebijeenkomst en krijgen ze toegang tot een online omgeving met alle belangrijke informatie over de organisatie. Verder staat er op de afdeling een (in)werkbegeleider voor de nieuwe collega klaar en zijn er checklists beschikbaar voor de eerste periode. In de begeleiding en ondersteuning van de nieuwe collega’s hebben leidinggevenden een cruciale rol. Het introductieprogramma bevat een aantal tools die leidinggevende helpt bij het pakken van hun rol en hen herinnert aan specifieke taken. Het programma richt zich op de eerste 100 dagen en eindigt met een einde proeftijdgesprek. Het inwerkprogramma is complementair aan de strategische koers en draagt daarmee bij aan ontwikkellijn 3 ‘Samen maken wij Lentis’.
Inspiratie voor het kerstdiner
Voorgerecht
Duo soepje van rode biet & pompoen
Hoofdgerecht vlees
De feestdagen staan voor de deur, waarbij lekker eten samen met vrienden of familie vaak centraal staat. Voor sommigen is dat het moment om hun culinaire hoogstandjes te presenteren, anderen ervaren toch wat stress bij het samenstellen van een kerstgerecht of volledig menu.
Samen met wijkrestaurant
Zuidend in Zuidlaren hebben wij een toegankelijk, maar feestelijk kerstmenu samengesteld. Vrij gemakkelijk te maken, maar het ziet er Michelinwaardig uit én het is erg lekker!
Dit staat er op het menu:
Hachee traditioneel met luchtige bieslookpuree , rode kool met rozijnen en appel
Hoofdgerecht vis
Op de huid gebakken verse Kabeljauw, met een garnituur van verse Pasta, babyspinazie & pomodori tomaten
Bijgerecht
Wintersalade
Dessert
Tiramisu met witte chocolade mousse & (alcoholvrije) koffielikeur
Eet smakelijk!
Door Douwe Offringa en collega’s
van wijkrestaurant Zuidend
Door Saskia Scholte
Duo soepje van rode biet & pompoen
Wat heb ik nodig voor mijn soepen:
» 4 voorgekookte bieten (1)
» 1 appel
» 1 sjalot
» 1 liter groentebouillon
» Zeezout, peper, honing
» Aardappelzetmeel
» 1 flespompoen(2)
» 800 cl groente bouillon
» 200 cl sinaasappelsap
» Zeezout, peper, gember
» Aardappelzetmeel
» Bladerdeeg
» Sesamzaadjes
Bereidingswijze: (1)
» Bieten, appel en de sjalot fijnsnijden en gaar koken in de groente bouillon
» Het geheel blenden met de staafmixer en op smaak brengen met zeetzout, peper en honing. (licht binden met aardappelzetmeel)
» Ondertussen de slagroom yoghurt dikte opkloppen, tevens garneren met fijn gehakte bieslook
» We dresseren het geheel in klein hoge glaasjes.
Bereidingswijze:(2)
» Flespompoen doormidden snijden en ontdoen van de pitten, daarna met schil in blokjes snijden
» De blokjes koken we nu in de groentebouillon met sinaasappelsap en verse gember (10g)
» Gaar dan blenden met de staafmixer, en op smaak brengen met Zeetzout, peper en licht binden met aardappelzetmeel
» Als topping bakken we op basis van bladerdeeg een soepstengel op 200C in 10 minuten.
» De soepsteng wordt voor het bakken even door de sesamzaadjes gehaald.
Hachee traditioneel met luchtige bieslookpuree, rode kool met rozijnen en appel
Wat heb ik nodig voor de hachee:
» 500 g. Runderpoulet
» 500g. Roze ui
» Laurierblad 3x
» Kruidnagel 5x
» Tomatenpuree
» 60 g. bloem
» 50 g. boter.
» 1 liter Runderbouillon
» Zeezout en peper
Bereidingswijze:
» Runderpoulet bakken samen met de roze uien de tomatenpuree, en als alles mooi op kleur is de fond en de laurier + kruidnagels toevoegen
» Het geheel zachtjes laten garen ( 2 a 3 uur , regelmatig wat fond toevoegen)
» Ondertussen maken we een roux van de gesmolten boter en de bloem*, deze gebruiken we straks voor de binding van de hachee.
*Boter op het vuur zetten, zodra het gesmolten is mag je de bloem toevoegen. Het geheel goed mengen, en op zacht vuur doorgaren. Nu hebben we de basis voor onze hachee.
» Zodra het vlees gaar is, gebruiken we het kookvocht* voor onze saus (hachee)
» We voegen het kookvocht aan de roux, en zorgen dat we een dikke saus krijgen, waaraan we dan het vlees en de uien aan toevoegen Uiteraard gaan we het geheel op smaak brengen met zeezout en peper.
Wat heb ik nodig voor mijn puree:
» 1 kg kruimige aardappels
» 250 cl volle melk
» 100 cl koksroom
» Bosje bieslook
» Verse nootmuskaat
» Zeezout en peper
» Bereidingswijze:
» Aardappels schillen en opzetten, een beetje zout
» Ondertussen de melk en koksroom warm maken
» Nu kunnen we de bieslook fijnsnijden
» Zodra de aardappels gaar zijn afgieten en stampen
» Nu kunnen we de warme melk* en room toevoegen samen met de bieslook en nasmaak de nootmuskaat ,zeezout en peper.
» * mocht het te droog zijn voeg nog een klontje roomboter toe
Wat heb ik nodig voor de rode kool:
» 1 kg rode kool gesneden
» 2 appels
» 200 gr rozijnen
» Appelzijn
» Kruidnagel, kaneel, laurier, kristalsuiker,
» Kruidkoek
Bereidingswijze:
» 1 kg rode kool (gesneden) of een kleine rode kool zelf snijden
» De gesneden kool opzetten in een liter groentebouillon met laurier, kruidnagel
» Ondertussen de appel in fijne blokjes snijden (deze voeg je toe als de kool gaar is) Geheel gaar? Op smaak brengen met zeezout, peper, kristalsuiker en
» een scheut appelazijn
» De kool licht binden met aardappelzetmeel, we gebruiken als topping in fijne blokjes gesneden kruidkoek.
Dresseren van de borden
» Op ons torentje van puree en rode kool af te maken maak ik een nestje van mihoen. Ofwel we frituren de rauwe mihoen, Na het kort frituren kun je er als het ware een vogelnestje van afbreken. Tevens nog wat fijn gesneden bieslook en appel toevoegen.
Op de huid gebakken verse kabeljauw, met een garnituur van verse pasta, babyspinazie & pomodori tomaten
Wat heb ik nodig voor de kabeljauw:
» 4 x kabeljauw (vers) met huid
» Verse pasta
» 500 g Verse babyspinazie
» 500 g Pomodori tomaten
» 2 teentjes knoflook
» Zeezout, peper & nootmuskaat
» Verse basilicum
» Parmigino reggiano
Bereidingswijze:
» Verse pasta koken in ruim water, ondertussen de pomodori tomaten in grove blokjes snijden
» De kabeljauw kruiden met zeezout en peper, en bakken in de roomboter met een scheutje olijfolie. (Tip! Kort om en om bakken en garen op de huid)
» De babybladspinazie kort aanzetten in de olijfolie
» De pomodori tomaten in de olijfolie samen met de gehakte knoflook kort bakken
» Ondertussen de verse pasta koud afspoelen
» Nu kunnen we de verse pasta aan de pomedori tomaten toevoegen, op smaak brengen met zeezout, peper en nootmuskaat.
» Op het laatst voegen we de spinazie toe, en dresseren we het in een diep bord
» Bijna klaar….. yes nu dresseren we de kabeljauw, we zouden nog een takje verse basilicum kunnen gebruiken als garnituur.
Tip!: ook lekker vers geraspte parmigiano reggiano.
Wintersalade
Wat heb ik nodig:
» 200 g Slamix ( of zelf samenstellen v.b. rucola, rode bieten scheuten)
» Olijven (groen en zwart)
» Zongedroogde tomaatjes
» 125 g Shiitake
» Appelkappertjes
» Blauwe druiven
» Dressing op basis van olijfolie, witte wijn azijn, honing en grove mosterd
» Ondertussen dressing maken 3 delen* olijfolie, 1 deel azijn, en nasmaak mosterd, honing en zout en peper toevoegen
» Het geheel dresseren op een mooi bord.
*=eetlepel
Tiramisu met witte chocolade mousse & (alcoholvrije) koffielikeur
Wat heb ik nodig voor de tiramisu:
» Lange vingers
» Mascarpone
» Slagroom
» Sterke koffie
» Witte basterdsuiker
» Cacaopoeder
Bereidingswijze:
» Langevingers ( 20 stuks) marineren in een schaal met sterke koffie (1 kop)
» uiteraard wel afgekoeld, en een extra scheutje koffielikeur alcoholvrij of met Amaretto. Het geheel een uurtje koud zetten
» Ondertussen de slagroom met een klein beetje witte basterdsuiker yoghurt dikte opslaan… klaar! Nu kunnen we mascarpone er doorheen spatelen
» We kunnen na een uurtje de gemarineerde lange vinders dresseren een glas, Nu kunnen we het mascarpone mengsel met een spuitzak in het glas kleine rozetjes spuiten
» Als finishing touch bestuiven we het geheel met poedersuiker.
Wat heb ik nodig voor de witte chocolade mousse:
» Witte chocolade
» Slagroom
» Witte basterd suiker
Bereidingswijze:
» Witte chocolade samen met de witte basterd suiker smelten in een pannetje die je verwarmt in een waterbadje (au bain-marie)
» Ondertussen slagroom opkloppen (tip! Voeg een zakje klopfix toe)
» Zodra de chocolade gesmolten is kan je deze door de slagroom spatelen
» Klaar!, nu laten rusten in de koeling (uurtje)
» Nu kun je met een ijslepel een bolletje scheppen
» We maken met een sjabloon en cacaopoeder een leuke versiering op het bord.
Zeker van voordeel én een goede zorgverzekering
Stap over vóór 1 januari 2025
Pro teer net als je collega’s van korting op de aanvullende (tandarts) verzekering en van extra voordeel met de collectieve zorgverzekering van Lentis
Scan de QR-code of ga naar menzis.nl/collectief en zoek Lentis (40435).
Ontdek de voordelen van een collectieve zorgverzekering
Wist je dat je via je werkgever korting krijgt op de aanvullende (tandarts) verzekeringen bij Menzis Basis en Menzis Basis Vrij én extra voordeel? Ook meeverzekerde gezinsleden pro teren van de meeste voordelen.
Voor jou en je meeverzekerde gezinsleden
10% korting op de aanvullende (tandarts)verzekering bij Menzis Basis en Menzis Basis Vrij
Extra voordeel, zoals: een gratis gezondheidscheck t.w.v. ca. € 60 korting op een bril (tot € 75) en een ets (bedrag a ankelijk keuze ets) een consult met een diëtist, mental coach en budgetcoach t.w.v. ca. € 100 een slaapcheck t.w.v. ca. € 150 en meer!
Voor jou als medewerker bij een aanvullende verzekering
6 extra behandelingen fysiotherapie bij ExtraVerzorgd 2 en 3
€ 50 vergoeding op leefstijladvies
80% vergoeding tot € 350 voor een mindfulnesscursus
Verhoging vergoeding op alternatieve geneesmiddelen en -wijzen van € 100 per kalenderjaar
Overstappen is makkelijk
Voordeel tot wel € 500!
Scan de QR-code of ga vóór 1 januari 2025 naar menzis.nl/collectief en zoek Lentis (40435).
Wil je liever persoonlijk advies? Onze OverstapCoach helpt je graag via 088-222 49 00.
Gezondheid en goed verzekerd zijn voor zorg is voor iedereen belangrijk. Menzis helpt daar graag bij met persoonlijke dienstverlening. We staan voor je klaar met tips, adviezen en vergoeding van zorg die je helpen bij zorg en gezondheid.