Lentis Magazine, 4 2016

Page 1

hema TThema

PSYCHIATERS

4|16 Een geschenk uit de hemel

Ervaringen zonder aanvaringen

Echte psychiaters en psychiaters van papier

Magazine


OPROE P

WAAR VOEL JIJ JE VEILIG? Je veilig voelen. Wie wil dat nou niet? Veiligheid is een universele basisbehoefte. Lentis Magazine besteedt in haar voorjaarsnummer aandacht aan dit belangrijke thema. Wíj zijn heel benieuwd naar waar jij je veilig voelt en waarom. Heb jij een bijzondere plek waar jij je graag terugtrekt? Voel jij je helemaal veilig bovenin de vuurtoren? Of hoog in het vliegtuig, ver van het aardse geweld… Of toch maar lekker op zolder? Wil jij dit met ons delen? Mail dan nú naar magazine@lentis.nl

Door Bart van de Wende

Volg Lentis ook via de social media!

KORT 1 10 JAAR DAGOPVANG HET ROER  2 ‘VEEL JONGEREN VOELEN ZICH IN DE STEEK GELATEN’  4 EEN LEEG GEKREUKELD GEKLEURD BLAD   6 DE PSYCHIATER  7 VERTEL OP  8 DE ROL VAN DE PSYCHIATER  9 ‘IK HEB ALLE DINGEN ALTIJD ONGELOFELIJK UITGEZOCHT’  11 PSYCHIATER ERVARINGEN ZONDER AANVARINGEN  13 ONTMOETINGEN  MET PSYCHIATERS  15 INTERVIEW ROGIER HOENDERS: VOORBIJ PILLEN EN PRATEN  17 PSYCHIATERTEKORT 18 KUIFJE BIJ DE PSYCHIATER  19 ‘IK HOEF MIJN DROMEN NIET ALLEMAAL TE VERWEZENLIJKEN’  20 ERFGOED DE PSYCHIATER  22 WAAR VOEL JIJ JE VEILIG?  22 LOHUIS VIRUS  23 HELMUS ZOEKT ZIJN MUZIEK OP  24 DE BIJZONDER GEWONE KIKKER DIE EVEN NADACHT  25 EEN ZINVOLLE  INVULLING GEVEN AAN HET LEVEN  27 HOUDT NIET OP ALS JE OUDER WORDT HUBERT KLAVER  28 KORT 29

Lentis Magazine, tijdschrift voor cliënten en medewerkers van Lentis Correspondenten Petra de Maar, Riek Even, Anke Euverman, Jolanda Valk, Hoofdredactie Jannie Strijk en Ine Paulien Weijer Redactie Erik Bies, Yvonne de Noord, Bart van der Wende, Anna de Ruiter, Jannie Strijk, , Anne Helmus, Jantina Eppinga, Ellen Dijkstra-Dijkwel, Petra Albertema, Marja Hillenga, Ine Paulien Weijer, Chantal van de Kolk, Eindredactie Jannie Strijk Fotografie Emiel Reinders, Anton Markov, Bob de Vries, Dillen van der Molen, Emiel Reinders, Anne Helmus Omslagfoto Dillen van der Molen Illustraties Anna de Ruiter, Anne Helmus Ontwerp en opmaak Klaas van Slooten | bno Druk Grafische Industrie De Marne Redactieadres Redactie Lentis Magazine, Postbus 128, 9470 AC Zuidlaren, telefoon (050) 4097643, magazine@lentis.nl.


KORT ZORG VOOR HET KIND

Weg wijzer Zorg voor het kind

Veldspaat in beeld Naar aanleiding van de feestelijke heropening van De Veldspaat op 11 oktober waren Monique van der Veen, teamleider Beschermd Wonen Veldspaat en Erica Wiechers van het team Zorg Thuis plus van Dignis bij OOG Senioren TV. In de uitzending vertellen ze meer over de ontwikkelingen in de ouderenzorg in het algemeen en in de Veldspaat in het bijzonder. De moeite waard om even te bekijken! http://bit.ly/seniorentv-oog-veldspaat

DE R

Foto Klaas van Slooten

VOORBIJ DE OU

WELKE STAPPEN ZET JE ALS JE OOG HEBT VOOR HET KIND BIJ ELKE STAP MAA VOORBIJ DE OUDER? K JIJ ALS BEHAND ELAAR ZELF EEN REGISTREER AL AFWEGING. JE STAPPEN NAU WKEURIG IN HET EPD.

In de week tegen de kinder­mishandeling organiseerde Lentis een symposium Zorg voor het kind. Op 15 november riep ook Inge van Balkom, directeur van Jonx, jeugd ggz en autismezorg, de aanwezige behandelaars op om niet weg te kijken #ikkijknietweg. Het symposium had als thema Zorg voor het kind voorbij de ouder. In de zaal zaten zo’n 300 hulpverleners van Lentis. Binnen Lentis is hier aandacht voor, omdat kinderen van ouders met psychiatrische pro­blemen een grotere kans hebben het slachtoffer te worden van kinder­mishandeling. Oog hebben voor het kind is de eerste stap. Daarna is het belangrijk om te weten wie je kunt raadplegen en welke stappen er gezet kunnen worden. Na het symposium werd hiervoor een wegwijzer uit­ gedeeld. Je vindt de wegwijzer hier digitaal. Wil je ’m op papier? Mail dan naar communicatie@ lentis.nl.

IN KAART BREN GEN Je stelt de vijf vrag en 1 Wie maken deel uit van uw gezin , wat is de leeftijd de kinderen en van won 2 Wie zorg t er nog en zij de hele week bij u? meer voor de kind 3 Lukt het u, onda eren? nks uw situatie, om de kinderen voldoende zorg te bieden? 4 Wanneer dit niet lukt, wie kunt u dan om hulp vrag 5 Wat merken de en? kinderen van uw situatie en heef een idee wat uw tu situatie voor de kinderen betekent ?

Je maakt je zorg

en. Hoe verder?

MELDCODE STAP PENP 1 In kaar t brengen LAN signalen 2 Vraag advies aan een Lentis. Je vindt alle aandachtsfunctionaris binnen aandachtsfunction achterkant van arissen op de deze kaar t. 3 Je gaat in gesp rek met je cliënt over je zorgen 4 Je weeg t het risic o of de ernst van het huiselijk gewe of de kindermishan ld deling. Bij twijfel bij Veilig Thuis. vraag je advies Je vindt de cont actgegevens van Thuis op de acht Veilig erkant van deze kaar t. 5 Je neemt een beslissing: je gaat hulp organiseren meldt bij Veilig of je Thuis*. JE KUNT VEILIG THUIS ANONIEM BELL INWINNEN VAN ADVIES KOMT VEIL EN. BIJ HET IG THUIS NIET AUTOMATISCH IN ACTIE. DAT GEB EURT PAS ALS JE EEN MELDING HEB T GEDAAN BIJ SPOED • Bel zo nodig 112 • Overleg met een aandachtsfunction • Geef een urge aris van Jonx nt signaal af in ZVJ • Informeer ande re instanties, houd contact met gezinssysteem Kijk voor handige

tips, meer infor matie, sites en adre Lentisnet in de groe ssen ook op p Zorg voor het kind.

1

Foto’s en verhalen gezocht! Lentis Erfgoed is op zoek naar foto’s en verhalen van mensen die ervaringen hebben met Dennenoord in Zuidlaren, Groot Bronswijk in Wagenborgen of een van de andere vestigingen van Lentis. Heb je of ken je iemand met mooie verhalen of foto’s? Je kunt contact opnemen met Lentis Erfgoed via erfgoed@lentis.nl


10 J A A R D AGOP VA NG HE T ROER Door Jannie Strijk Foto Anton Markov

Klein, maar v an g ro ot bel ang in C VA -zor g .

te amleider T here sia Orsel en de toenmal ige

Geesje werkte al een aantal jaren in de thuiszorg en daar had ze de ervaring dat het altijd een probleem was om mensen die een beroerte hadden gehad een zinvolle dagbesteding te geven. Toen ze 10 jaar geleden deze functie voorbij zag komen, is ze daar direct ingestapt. Geesje: ‘Het is een intensieve groep. Mensen die een CVA hebben gehad kunnen uiteenlopende klachten hebben. Ze kunnen niet lopen, hebben afasie of andere problemen. Het is maar net op welke plek in de hersenen iemand is getroffen. Het wordt vaak niet meer zoals het was en als dat besef er is, is er vaak een terugval.’ In het Roer komen deze mensen maximaal twee dagen in de week voor dagopvang. ‘We zijn niet actief aan het werk met behandeling, je moet het meer zien als onderhoud. Maar we hebben natuurlijk wel fysiotherapie, logotherapie en ergotherapie op de achterhand.’ Op dit moment zijn Geesje en Karin Penninga de drijvende krachten op het Roer.

ver ple e ghuisar t s, de initiatief nemer voor de

Met indicatie

D agopv ang Het Roer in het Hey manscentr um be staat 10 jaar. Het Roer is een ge spe cial ise erde dagopv ang vo or mensen die komen re v al ideren na een C VA ( beroer te). Ge e sje K ajuiter werkt al 10 jaar al s e erst ver ant wo ordel ijke ver zorgende ( E V V ’er) op het Roer. Zij w as samen met

afdel ing . Ge e sje en T here sia ver tellen me er over Het Roer.

De mensen komen bij het Roer via de revalidatieafdeling Damsterdiep in het Heymanscentrum of de huisarts. De indicatie voor CVA-zorg komt tegenwoordig van de gemeente. ‘Het is een hele specifieke groep. De mensen zijn meestal cognitief nog goed, maar door hun CVA is vaak hun gedrag veranderd en hebben ze lichamelijke beperkingen. Wij helpen de mensen om met dit verlies om te gaan en hen door therapie en activiteiten te laten zien wat nog wél mogelijk is. De mensen komen graag, ze komen hier met een doel.’

dat hobby’s wegvallen. Dat lukt dan niet meer. Maar wat lukt dan nog wel? We kijken altijd goed in welke groep mensen passen en welke interesses mensen hebben. Daar zoeken we dan een activiteit bij. Rummikub, klaverjassen, braintrainer.’ Er zijn ook vaste programmaonderdelen. Bewegen bijvoorbeeld. ‘Dat is voor iedereen belangrijk.’ Ook wordt er iedere dag aandacht besteed aan het nieuws. ‘Ons motto is bij alles wat we doen: wat je zelf kunt, moet je zelf doen. We gaan het niet overnemen. Mensen moeten het zoveel mogelijk zelf doen. Dat geldt ook voor vakanties en dergelijke. Wij leggen wel contacten, maar ze regelen het verder zelf.’ Ve e l v e r a n d e r d

Er is veel veranderd in die 10 jaar. In de zorg is veel veranderd en ook de behoeften van de mensen die getroffen worden door een CVA zijn veranderd. ‘Eerder ging iedereen bijvoorbeeld naar de soos. Nu zijn er nog maar een paar die naar de soos gaan. Alles gebeurt op maat, op interesse.’ Daar is soms wel spanning met de krimpende budgetten in de zorg. Om extra’s te kunnen bieden, wordt gewerkt met vrijwilligers. ‘Die gaan bijvoorbeeld mee als mensen het winkeltje willen bezoeken of de kapper, of voor het verzorgen van dieren in de dierenweide. Dat kunnen mensen niet meer zelfstandig. Ook stagiaires kunnen voor net dat beetje extra zorg zorgen.’ In de afgelopen tien jaar is de vraag toegenomen. Eerst was het Roer drie dagen in de week open, nu vijf dagen. ‘En het zit vol’, aldus Geesje.

W a t l u k t n o g?

In het Roer zijn groepen van 8 tot 10 personen. Geesje: ‘Wij bekijken echt per individu hoe we hen verder kunnen helpen. Als iemand een CVA heeft gehad dan komt het voor 2

Thuisfront

Onveranderd is het belang van het thuisfront, de partner, de kinderen. ‘Een goed contact met het thuisfront is zo belangrijk. Ze zijn altijd welkom om langs te komen. Dat weten ze


ook. Maar je merkt dat de dagbesteding voor de mantelzorger een belangrijk moment van ontspanning is. Mensen moeten vaak jarenlang hun partner verzorgen. Die zijn zo belast, dat ze blij zijn dat ze de handen even vrij hebben. ’ I n d e ke te n

10 jaar is een moment om even stil te staan. Theresia: ‘Dan vraag je je natuurlijk ook af: hoe kunnen we deze groep behouden? Daarvoor moet je verder kijken dan alleen Dignis. We zijn druk bezig geweest met ketenzorg met het Martiniziekenhuis en de afdeling Damsterdiep, ook in het Heymanscentrum.’ Ook wordt er samengewerkt met Noorderbrug, een centrum voor niet-aangeboren hersenletsel. De Noorderbrug bedient dezelfde groep en is tegenover het Heymanscentrum gehuisvest. ‘Daar hebben we echt een brug mee geslagen’, aldus Geesje. ‘Het Roer is klein, maar ook heel groot.’, aldus Geesje. ‘Het is een belangrijk onderdeel van de hele keten van zorg. En dat laten we graag zien.’ Theresia: ‘Ook proberen we de gemeente, een belangrijke financier, te betrekken. We nodigen hen bijvoorbeeld uit bij onze familiebijeenkomsten. Dat zijn drukbezochte momenten op het Roer.’ Feest

In de week van 10 november was het feest. Met de mensen zelf en met de familie. De feestelijkheden waren afgestemd op de wensen van de groep. Ook de familie werd hierbij betrokken. In januari 2017 wordt een familiebijeenkomst georganiseerd met een CVA-gericht thema. Afsluitend is er het alom geprezen stamppotbuffet. Over 10 jaar

Over 10 jaar zal het er allemaal heel anders uitzien, denken Geesje en Theresia. Geesje: ‘De behandeling van CVA’s is dan nog veel beter dan nu, waardoor er minder restverschijnselen ontstaan.’ Voor de toekomst heeft het Roer nog wel een wens. Nu is het Roer te bezoeken via de centrale ingang van het Heymanscentrum. De wens is dat het Roer een eigen ingang krijgt via de dierenweide en de beweegtuin.

3


FAC T Jeugd helpt de g roep jonge zorg wek kende zorg mijder s

‘ V E E L JONGE RE N V OE L E N Z ICH IN DE    Door Jannie Strijk Foto Bob de Vries

S j o e r d te D o r s t h o r s t e n M a r ce l K o r e n d i j k w e r ke n b i j FA C T J e u g d G r o n i n g e n . J o h a n n a S m i t w e r k t b i j h e t p a s g e s t a r te FA C T J e u g d O o s t i n W i n s c h o te n . Va n a f m e i 2 0 1 4 w e r k te n E l ke r, A cc a r e e n V N N a l s a m e n i n d i t j e u g d te a m . I n f e b r u a r i v a n d i t j a a r s c h o v e n ook Jonx en Reik aan. En het gaat goed! De aanmeldingen blijven ko m e n .

Marcel is spv en werkt nu een half jaar bij FACT Jeugd. Daar­voor werkte hij al 15 jaar op verschillende plekken binnen Lentis. Johanna is ook spv en zij werkt sinds de start van FACT Oost dit jaar in Winschoten. Sjoerd is psycholoog en psychotherapeut. Hij werkt twee dagen als FACT- behandelaar. Hij is een van de drie hoofdbehandelaars van het team. Sjoerd werkt net als Marcel ook nog op de polikliniek van Jonx. Veel medewerkers van Jonx hebben zo’n samengesteld takenpakket en werken op verschillende werkplekken. Dat heeft alles te maken met de ontwikkelingen in de jeugdhulpverlening als gevolg van de transitie naar de gemeenten. Zo kregen veel collega’s consultatietaken of gingen onderdeel uitmaken van wij(k) teams. Meer samen

FACT Jeugd is nog vrij nieuw in Groningen. Sinds 2016 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid over de jeugdhulpverlening gekregen. De gedachte hierachter is dat het beter is om de zorg voor de jeugd regionaal te organiseren. Behalve een transitie is er ook sprake van een bezuiniging. De gemeenten kregen de taken overgedragen met een korting op het budget. Iedere gemeente maakte eigen keuzes voor de inrichting van de hulpverlening. Er zijn gemeenten die wijkteams hebben samengesteld waar in een team wordt gewerkt voor jongeren en volwassenen, maar er zijn ook gemeenten die speciale jeugdteams hebben geformeerd. In zorginkooptrajecten moedigen gemeenten de samenwerking in de jeugdhulpverlening aan. Nieuwe initiatieven hebben meer kans als er sprake is van samenwerking. Dat geldt ook voor FACT Jeugd. een samenwerking van Jonx, Accare, Elker, VNN en Reik. Marcel, Johanna en Sjoerd

4

Gestapelde problematiek

Het FACT-team voor jongeren richt zich –net als de teams voor volwassenen- op zogenaamde gestapelde problematiek. ‘Het gaat vaak om een combinatie van opvoedingsproblematiek, psychiatrie en bijvoorbeeld verslaving. En vaak is er ook al van alles geprobeerd, zoals reguliere poliklinische hulp, IPG of Spoed IPG’, aldus Johanna. Sjoerd: ‘Wij zien jongeren bij wie de reguliere hulp niet heeft geholpen. Het zijn de zorgwekkende zorgmijders, of de jongeren die dat dreigen te gaan worden.’ Marcel: ‘Veel jongeren voelen zich in de steek gelaten.’ O u t r e a c h e n d w e r ke n

Het FACT-team werkt outreachend. Marcel: ‘Ik zeg vaak: jij gaat niet meer naar het ziekenhuis, maar het ziekenhuis komt naar jou toe. Vooral puberende jongeren krijg je toch vaak moeilijk binnen.’ Sjoerd: ‘Vaak is het vertrouwen in de hulpverlening dan al beschadigd.’ De vergelijking met FACTteams voor volwassenen gaat niet helemaal op. Marcel: ‘Je merkt dat onze cliënten jong en veerkrachtig zijn. Daardoor kunnen we veel bereiken. Jongeren gaan hier ook wel weer uit zorg.’ Thuis meer regie

Doordat de teamleden bij jongeren thuis over de vloer komen ontstaat er een andere dynamiek. In een gesprek op de polikliniek kan je nog iets verhullen; dat wordt een stuk lastiger als je bij mensen thuis komt. Marcel: ‘We komen in je leven. En dan is het lastiger om iets te verstoppen.’ Het niet-gebonden zijn aan de behandelkamer levert in alle fasen van de behandeling veel op. Marcel: ‘Soms werkt het ook gewoon goed om even te gaan wandelen. Dan komt er meer naar boven dan dat we tegenover elkaar gaan zitten.’


S T E E K GE L AT E N ’ Sjoerd: ‘Thuis is het voor de cliënt ook gemakkelijker om de regie te hebben.’ Sommige zaken gaan echter beter in de beslotenheid van de behandelkamer, vindt Sjoerd: ‘Verschillende therapieën zoals bijvoorbeeld een EMDRtherapie, daarbij moet je niet ineens gestoord worden door iemand anders die thuis komt.’ ‘Maar als iemand erg getraumatiseerd is en zijn huis niet durft uit te komen dan zou deze therapie ook thuis kunnen, als je hierover goede afspraken kunt maken.’, aldus Johanna Complexere problemen

Cliënten komen binnen via allerlei kanalen, meestal de huisartsen en wijkteams, maar ook het outreachend werkend teamlid van VNN, via vriendjes en vriendinnetjes, of scholen. De problemen waarmee het FACT-team wordt geconfronteerd zijn complexer dan die op de polikliniek. Sjoerd: ‘Ik kan echt merken dat ik een duidelijk andere groep ben gaan zien. Het gebruik is bijvoorbeeld veel heftiger. En er is ook meer agressie en geweld. Dit is een groep jongeren die ik op de poli niet zie en die dus nu wel in beeld komt.’ Er is veel specialistische kennis in het samengestelde team. Dat komt dan goed van pas. Sjoerd: ‘Het is heel gemakkelijk om even aan te sluiten bij een gesprek. Ik weet wel iets over drugsgebruik, maar ik heb minder zicht op wanneer iets zorgelijk is en wanneer iets recreatief is. Dan vraag ik een collega van het VNN om even aan te schuiven. Die heeft dat zo boven tafel.’ Voordat FACT Jeugd er was, klopte deze groep cliënten bij de ene na de andere hulpverlenende instantie aan. En uiteindelijk waren ze vaak niet tevreden over de geboden hulp. Sjoerd: ‘Het is niet meer nodig om overal aan te kloppen. We zitten aan een tafel en het gezamenlijke beleid is duidelijk. We kunnen samen veel oplossen.’

De fasen van de behandeling

In de behandeling zijn er drie fasen: de acute fase, de herstelfase en de afsluitende fase. Iedere fase vraagt een andere interventie. Marcel: ‘Wat je kunt doen hangt af van de fase waarin mensen zitten.’ Johanna: ‘In eerste instantie werken we vaak probleemgericht en proberen we de crisis op te lossen. We zijn dan met z’n allen gericht op het voorkomen van opname. Naarmate we verder in de behandeling zijn, verschuift de regie nadrukkelijker naar de cliënt.’

Ve i l i g h e i d Te a m z o r g FA C T b o r d Gericht op actie Probleemoplossend I n d i ce r e n , v o o r l i c h te n Motiveren Regie Rehabilitatiemethodiek I n d i v i d u e e l co n t a c t Regie bij cliënt

D e v e r s c h i l l e n d e i n s te l l i n g e n e n h u n e x p e r t i s e

Accare en Jonx

Psychiatrie

Reik

Licht verstandelijke beperking

VNN

Verslaving

Elker

Jeugd en opvoedhulp (jeugdzorgnetwerk)

5

Ontregeling

Behandeling

H e r s te l


EEN L EEG GEK REUK EL D GEK L EURD BL A D Door Chantal van de Kolk

El k mens komt ter wereld al s een klein k wet sbaar wezentje. Een klein af hankel ijk wezentje dat nog geen weet heef t v an de reis die het zijn of haar leven mag maken. Ge en weet v an alle tr anen v an het l achen, maar ook niet v an het verdriet . Het is een onbe schre ven bl ad en zo puur en net zo adembenemend al s pa s ge v allen sneeuw v lokken. Het moment dat het ter wereld komt , op dat moment g aat o ok zijn le vensb oek , zijn script , be ginnen. Soms be gint het gel ijk met een ho op k wet s­ baarhe den en ang sten v an de kers verse ouders. En soms l ijkt alle s v anzel fsprekend en vo orsp oe dig te g aan. De pagina’s van mijn script die nog moeten komen, waren eerst al voorgeschreven. Ik heb deze dan ook drastisch leeg gegumd. Ik heb alle verwachtingen van mijn medespelers en geliefde eruit gehaald, naast mij neer gelegd. Sommige verwachtingen heb ik hergebruikt, heb ik in mijn toneel en decorstukken verwerkt. Andere verwachtingen heb ik ritueel verscheurd en verbrand. Kwijtgescholden en uit mijn script verbannen. Het paste niet meer. De bladzijdes zijn geen onderdeel meer van een bekroond script, maar zijn nu enkel nog leeg gekreukelde papieren. Mijn boek is niet meer zo adembenemend, geen maagdelijk witte bladzijdes vol mooie verwachtingen en taferelen. Het heeft meer weg van een oud boek dat geleefd is. Dat mooi is geworden door de verhalen en zijn belevenissen, maar nog meer van de kracht waarmee ik ze voor de toekomst heb weggeveegd. Ja, Het is geleefd.

Niet meer puntgaaf

Een mooi script

Het geeft mij de vrijheid om meer kansen te nemen die ik als het nog zo maagdelijk wit was geweest, niet zou durven. Ik ben nou eenmaal niet meer puntgaaf en dat kan ik iemand niet meer bieden. Ik kan geen mooi boekje geven wat we samen kunnen invullen en kunnen beleven, haar het geven waar zij de eerste is die het samen met mij kan gaan schrijven en kan opvoeren. Ik kan niemand meer die kans geven, die heb ik hen ontnomen. Want immers, er waren al meerdere medeschrijfsters geweest.

Kortom het antwoord op de vraag wat ik te bieden heb? Een mooi geleefd boek dat open staat voor nieuwe ontdekkingen, nieuwe liefdes en gevoelens. Een mooi script met gekreukelde bladen die worden bewoond door mijzelf, door een toneelspeelster die zich niet laat vastleggen door regels en ketens. Ik heb te bieden dat ik iemand kan toelaten tot mijn script, mijn toneelstuk en er deel van uit laat maken. Ze mogen meespelen, meedansen en zelfs, als ik het ooit weer durf toe te laten, mee te schrijven, samen met mij. Aan mijn zijde. Maar voor nu bepaal ik de nog tekst, heb ik nog de regie en de pen. Maar misschien zal je in dit boek niet alleen mijn teksten zien, maar ook die van een ander puur karakter die het toneelstuk samen mij durft aan te gaan. Durf je die dan ook te lezen? En vooral te omarmen?

U i t d e co u l i s s e n

De waarheid en grote vraag is, waarmee ga ik mezelf dan het toneel op sturen? Waarmee durf ik het aan om achter de coulissen vandaan te komen en met geaarde benen het podium te bewonen? Wat kan ik mijzelf als persoon, als speelster en ook mijn publiek wel bieden? Ik betrap mij erop dat ik weer denk aan het publiek, aan mijn tegenspeelster. Was dat juist niet wat ik niet meer wilde? Niet meer voldoen aan en vooral, inspelen op de verwachtingen van anderen? Wilde ik niet juist mijn eigen verhaal en script gaan schrijven? Ik zucht diep en neem een hap nieuwe, misschien verhelderde, zuurstof tot mij en neem een besluit. O n t d e k ke n

Ik ga met geaarde voeten het podium beklimmen. Met open en vooral liefdevolle armen mijn decorstukken en podium omhelzen. Ze hebben me gemaakt tot de speelster die ik nu ben en waar ik nu sta. Alles wat ik ben op dit moment, in deze vorm, is gekomen met de tijd. Immers, geleefde boeken hebben vaak ook meer karakter. En zo ga ik de strijd en deze acte in. Want niets is zo aan verandering onderhevig als een toneelstuk en als een spel. Ontdekken wat bij mijn karakter past en wat ik voel, wat het bij mij en ook bij anderen oproept en teweegbrengt. 6


Thema

DE P SYCHI AT ER D e ps ychiater. Wat is zijn of haar rol? S ommigen kennen de ps ychiater magische k r achten toe. Bij de ander werkt de ps ychiater op de zenuwen met aanv aringen al s ge vol g . Gaat een ps ychiater ook naar een ps ychiater? En be grijpt hij of zij wel hoe het echt is om te leven met een ps ychische stoor nis? Wat bewee g t de ps ychiater om voor dit v ak te k iezen? In dit themanummer delen patiĂŤnten hun er v aringen met ps ychiaters. Ps ychiaters ver tellen over hun werk .

7


Thema

De belang r ijk ste ba sis voor een ther apeutische relatie is v e r t rou w e n. Maar ver trouwen wij onze ps ychiater of behandelaar zodanig dat we alles ver tellen?

V ER T EL OP Hoi een probleem

Tijdens een van mijn opnames vertrouwde een doorgewinterde medebewoner me toe: ‘Je moet ze niet alles vertellen’. Ik begreep onmiddellijk wat hij bedoelde. Ook ik had de ervaring dat dingen waar je mee zat en waar je je over uitliet tijdens een behandeling wel vaak aangegrepen werden om er iets veel groters en ergers van te maken dan je zelf had ingeschat. De betreffende behandelaar was kennelijk blij iets bij de kop te hebben waaraan gewerkt kon worden. Iets wat je eigenlijk terloops mededeelt wordt tot een ernstig probleem gemaakt. Het wordt nog linker als daarbij ook het medicijngebruik ter sprake komt. Ik ben zelf voorstander van zo min mogelijk medicijnen. De bijwerking van medicijnen moet je op de koop toe nemen, maar een verzwaring van medicijngebruik is het laatste wat ik wil.

Door Ton van der Linden

psychologie wordt dit self disclosure genoemd, het vertellen aan een ander van persoonlijke zaken. De discussie hierover gaat zelfs een stap verder. Moeten psychiaters en andere behandelaars niet zelf ook persoonlijke dingen te berde brengen. Dit met als doel een verhouding te bereiken die meer op voet van gelijkheid berust. Niet in de laatste plaats met als bedoeling dat de cliënt zichzelf makkelijker zal uiten. Dat is tenminste de veronderstelling. De meningen hierover zijn verdeeld. Sommige psychiaters en psychologen vertellen de cliënt over hun persoonlijke ervaring met een psychische stoornis. Dit leidt in hun ogen tot meer gelijkwaardigheid en schept vertrouwen. Anderen vinden toch distantie belangrijker en wijzen erop dat cliënten zouden kunnen twijfelen aan de deskundigheid van de behandelaar. Coach of zelf doen

Overmaat of middelmaat

Niet elke behandelaar duikt op je ‘probleem’. Sommigen dragen een soort professionele onverschilligheid uit. Ze zullen geen oordeel vellen over je teveel aan alcoholconsumptie, overmatig eten, roken of drugsgebruik. Ze gaan ervan uit dat als ze zich vrijblijvend opstellen de cliënt eerder bereid is openhartig over zichzelf te praten. Toch ontkomen ook zij er niet aan je in de richting te duwen van matigheid. Die tendens naar de middelmaat is onnoemelijk saai en als leefpatroon moeilijk vol te houden, althans zo voelt het. Je gebruik of zo je wilt misbruik is een manier om te ontsnappen aan het alledaagse. Openhartigheid of distantie

Toch is openhartigheid de enige weg naar een zinvolle manier om aan je problemen te werken. In de Amerikaanse

8

Wat de verstandigste weg is om te bewandelen kan niet voorgeschreven worden. Ik ben een doe-het-zelver. Ik probeer altijd eerst zelf mijn problemen op te lossen. Pas als ik er niet uit kom ben ik bereid hulp en advies van anderen te accepteren. Anderen hebben misschien meer baat bij een mental coach, die sturend optreedt. Hoe openhartig je moet zijn is ook iets wat per individu zal verschillen. Je wilt toch ook een stukje voor jezelf houden. Toch heb ik gemerkt dat toen ik meer over mezelf ben gaan vertellen er een gevoel van opluchting kwam. Bovendien kon ik door het hardop verwoorden van mijn zorgen en problemen makkelijker een manier vinden om ze aan te pakken. Je kunt er een beetje mee spelen. Ga een stapje verder dan je eigenlijk zou willen of verstandig vindt. Ook hier geldt het adagium: ‘Kom uit je comfortzone’.


Thema

DE ROL VA N DE P SYCHI AT ER A an e en ps ychiater worden wel eens magische k r achten toe gekend. S oms l ijkt het wel of men denkt dat ie kan toveren. Mensen die in ge e stel ijke noo d verkeren ver w achten dat de ps ychiater hun l ijden zal verl ichten. Soms moet men even w achten vo ordat er een afspr aak met deze me disch special ist pl aat s kan v inden. In de w achtperiode bie dt de toekomstige afspr aak ho op en hou v ast .

Door Anne Helmus

De verwachtingen zijn soms hoog. De eerste afspraak is vaak een desillusie. De psychiater stelt in dit eerste contact heel veel vragen. Vragen die door de cliënt niet allemaal als zinvol worden ervaren. De cliënt wil graag weten: ’Wat heb ik en wat is er aan te doen.’

Daarna kan er een passende behandeling worden gestart. Die naar gelang de aard van de klachten heel verschillend kan zijn. De psychiater doet dit niet alleen en kan hierbij verschillende therapeuten en verpleegkundigen inschakelen. Soms zijn de klachten zo ernstig van aard dat een opname of dagbehandeling het beste op zijn plaats is.

DSM5

De psychiater gaat zorgvuldig te werk en wil de huidige klachten in een bredere context plaatsen om tot een afgewogen oordeel te komen. Daarom heeft hij onder andere informatie uit de jeugd, familie en de werksituatie nodig. Hij of zij, steeds meer vrouwen oefenen dit beroep uit, heeft daarvoor een systeem tot zijn beschikking waarbinnen de klachten zijn te plaatsen en te rubriceren. Dit systeem heet de DSM5. Het is een soort internationale bijbel die door de meeste psychiaters in de wereld wordt gebruikt. Voor alle levensgebieden is er aandacht in dit systeem en het biedt de mogelijkheid om dit in kaart te brengen. Als de psychiater de procedure volgt komt er soort kernachtige conclusie uit die voor een deel bestaat uit codes en een beschrijving die de aard van de psychiatrische aandoening duidelijk maken. E t i ke t?

Ook voor de zorgverzekeraar is belangrijk dat de diagnostiek op deze wijze plaatsvindt. Financiering van de behandeling kan alleen plaats vinden als de ziekte via deze standaard is vastgesteld. Niet alle psychiaters zijn het met dit systeem eens. Sommigen vinden dat deze methode geen recht doet aan de patiënt en hem alleen maar van een etiket voorziet. Binnen Lentis is het gangbaar om de diagnose via de DSM vast te stellen in het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier).

9

R o l a f h a n ke l i j k v a n a f d e l i n g e n p a t i ë n t

De rol van de psychiater is erg afhankelijk van het soort patiënt of de afdeling waar hij werkt. Als er sprake is van klachten die steeds weer terugkeren en op een gegeven moment blijvend zijn vindt er minder vaak een afspraak plaats. Dit kan in dit soort gevallen een paar keer per jaar zijn om de behandeling te evalueren en eventueel het medicatiebeleid bij te stellen. De rest van de behandeling wordt uitgevoerd door verpleegkundigen, psychologen en dergelijke. De psychiater volgt de behandeling wel en zal vanuit zijn bijzondere verantwoordelijkheid sturen waar nodig. Zijn de klachten lichter en is het bij de eerste inschatting al snel duidelijk dat de behandeling in beperkte tijd plaats kan vinden, dan is er in de praktijk regelmatiger contact met deze professional. Maar ook bij dit soort behandelingen kan hij de hulp inroepen van zijn collega’s van de ander disciplines. Gezichtsbepalend

Een psychiater is vaak gezichtsbepalend voor een afdeling, hij is een cultuurdrager en kan de sfeer behoorlijk beïnvloeden. Als een psychiater laagdrempelig is naar cliënten en personeel heeft dit een positieve uitwerking op het gehele klimaat waarbinnen de behandeling plaats vindt.


Compleetheidsdw ang hebben en ps ychiater zijn

‘IK HEB A L L E DINGEN A LT I JD Gaat de ps ychiater o ok naar e en ps ychiater? En be grijpt de ps ychiater wel hoe het e cht is om te le ven met e en ps ychische sto or nis? O f moet de ps ychiater juist ook e en ste ek je los hebben om dit werk te kunnen doen? Vr agen die bij menige en wel e ens oppoppen. En te gel ijker tijd geven deze v r agen vele ps ychiaters het schaamrood op de kaken. M aar Menno O osterhof f denkt daar anders over en doorbr ak het tab oe v an ps ychiater zijn met e en ps ychische stoor nis. Door Chantal van de Kolk en Jantina Eppinga Foto Emiel Reinders

10


Thema

ONGEL OF EL I JK UI T GE Z OCH T ’ Op zijn kantoor bij Jonx (Jeugd GGZ en autismezorg, red.) spreken we een enthousiaste en er­varen spreker, Menno Oosterhoff, een deskundige en bekende in zijn vakgebied. Juist om zijn publieke openheid over zijn eigen dwangstoornis OCD. We vragen hem zich voor te stellen aan onze lezers, en hoewel je verwacht dat iemand na het zoveelste praatje en interview verveeld een standaard verhaaltje zou opdreunen, krijgen we een verrassend antwoord. Namelijk, na twee zinnen stelt hij de vraag: ‘Hoe uitgebreid wil je het hebben?’. Menno graaft diep in zijn gedachten en vertelt ondertussen hoe zijn carrière gelopen is. Menno is begonnen als psychiater met specialisme kinderen jeugd. Bij de overstap naar het autismeteam Lentis heeft hij zijn ambitie om een dwangpoli op te zetten uitgevoerd, ook al is deze door omstandigheden weer opgeheven. Momenteel is hij werkzaam als psychiater en houdt zich nu vooral bezig met dwangstoornissen. En niet alleen door mensen te behandelen, maar ook door erover te spreken en schrijven vanuit zijn ervaringen en als behandelaar. Hij heeft een netwerk dwangstoornis opgericht met de website dwang.eu om kennis en erkenning te geven aan het onderwerp. Een bezige bij kan je dus concluderen. De lijn tussen normaal en gek

Maar wat is dwang nu eigenlijk? Menno zou dwang in zijn algemeenheid omschrijven als een onrust. ‘Dwang is obsessionele onrust. Altijd maar het gevoel hebben dat je iets moet doen voordat je rustig kan zitten. Ook al weet je verstandelijk wel van ‘Ja, eigenlijk is het onzin.’ Toch is de obsessionele onrust er en voel je je daarom gedwongen om dingen te doen waarvan je denkt: ‘Eigenlijk is het onnodig’. Die dingen, die je doet zijn de compulsies, de dwanghandelingen.’ De dwangstoornis is vooral bekend van smetvrees of controledwang, zoals tien keer controleren of je het

gasfornuis wel echt uit heb gedaan. Hierin speelt angst ook een grote rol. De angst dat het huis toch in de brand zou vliegen of dat jij doordat je het gas aan liet andere schade toebrengt. De angst en onrust zijn dan zo groot en sterk, dat je er duizend kilometer voor zou terugrijden. Gewoon, omdat de onrust niet te verdragen is. Maar naast deze bekende dwangstoornissen zijn er nog veel meer varianten die minder bekend zijn en die niet altijd te maken hebben met angst. ‘Iedereen heeft wel eens dat hij niet kan uitstaan dat hij niet op een naam kan komen. Het ligt op het puntje van je tong. Maar je kunt er gewoon niet opkomen. Maar bij sommigen wordt dat een obsessie, zoals een man die het niet kon uitstaan als hij niet meer wist welke gasten er waren in een talkshow, dan moest hij gewoon het televisiestation opbellen. Je had toen nog geen uitzending gemist, dus hij moest wel bellen. Anders werd hij gek van onrust. Pas als hij het wist, dan was het goed en kon hij het weer loslaten’ Een andere minder bekende vorm is vrouwen die na hun bevalling ineens intrusies (indringende dwanggedachten, red.) krijgen dat ze hun pasgeboren kind wel iets kunnen aandoen. ‘Mensen veroordelen dat soms en denken dat de moeders onbewust boos zijn op hun kind, bijvoorbeeld omdat hun de vrijheid om uit te gaan is ontnomen. Een hele foute en onjuiste conclusie die de moeders alleen maar schuldiger laat voelen.’ Het laatste kenmerk van de dwangstoornis: het is een disorder, een stoornis, het verstoort je leven. Maar wanneer is dat nu dan? ‘Iedereen heeft wel eens dat hij het niet kan uitstaan en dat het perfect moet zijn en in orde. Alleen we noemen het pas een stoornis als het je dagelijks leven en je welbevinden duidelijk in negatieve mate gaat beïnvloeden en verstoren. Dus een keer teruglopen, dan heb je nog geen stoornis.’ 11

Rupsje nooit genoeg

Bij Menno zit de dwang niet in de hoek van het controleren of smetvrees. ‘Bij mij uit het zich in dat alles compleet moet zijn, volledigheid.’ Des te meer het gesprek vordert, des te meer en meer komt zijn dwang in beeld en neemt zijn onrust toe. Een gedreven man die graag alles wil vertellen, zoals hij zelf aangeeft. Hij kan geen korte antwoorden geven. Op zijn 17de begon hij met het bijhouden van een dagboek. Al snel liep dat naar eigen zeggen aardig uit de hand en begon het verstorend te werken. ‘Ik moest alles opschrijven, wat ik dacht en hoe het was. Maar als dat dan niet meer zo was dan moest dat ook opgeschreven worden en ook weer als het weer wel zo was. Ik had eerst niet in de gaten wat het was. Dat werd ook een zoektocht. Waarom moet ik dat doen? Eerst noemde ik het maar perfectionisme. Op een gegeven moment had ik wel zo’n grote stapel met dagboeken.’ Ondertussen maakt hij een gebaar om aan te geven hoe hoog. De hoogte van zijn bureau is wel een goede maatstaf. ‘Uiteindelijk heb ik ze verbrand. Ik werd er zo gek van.’ Dit perfectionisme maakte hem een gedreven persoon. Elke mogelijkheid moet benut worden en het kan niet bij een idee of plan blijven. ‘En als het nou mogelijkheden blijven, ik ben pas rustig als het af is. En het is nooit af. Net als het boek dat ik schrijf... Ik vind het heerlijk om te doen.’ Maar ook dat is nooit af, want als deze klaar is, komt er wel weer een ander. En wat bij het dagboek gebeurd is, lijkt hierin ook te gebeuren. Eigenlijk moet alles in dat boek. Het wordt volgens hem zelf het grote dikke dwang boek. Dit klinkt fantastisch, maar zoals hij zelf ook kan beamen is het niet alleen maar positief. Het wordt dan weer zo uitgebreid, dat niemand het meer wil lezen. En dat is ook niet de bedoeling. Met het boek wil hij aangeven hoe het is om met dwang te leven, vanuit de patiënt en psychiater.


schrijven. Maar soms ligt hij in bed en bedenkt hij iets wat hij dan niet opschrijft. Dan is hij bang de volgende ochtend het te zijn vergeten. ‘Ik weet dan wel, dat het niet belangrijk is, maar toch is dat wel een heikel punt. Zoals een patiënt van hem ooit zei, ‘als ik iets ben vergeten en ik ben vergeten wat ik ben vergeten, daar word ik helemaal gek van.’ En dat herkent hij heel precies. O p e n l i j k G e k ke H e n k i e z i j n

Het lijkt voor de meesten heerlijk: passie, gedrevenheid en zijn energieke karakter. Maar de andere kant van de medaille is er zeker. ‘Vooral niks mogen vergeten. Daar had ik het meest last van. Maar dat is nu wel verbeterd.’ Dat komt door de medicatie die hij slikt. Maar zelfs in die beslissing om het te nemen had de dwang een grote rol. Want, was er wel genoeg voorraad? Of als er oorlog kwam? En wat als het niet aanslaat, dan heb ik mijn laatste kruit verspild? Lijstjes leven

Hoe hij, naast de medicatie, rust vindt en dwang onder controle houdt? Ik probeer houvast te vinden in het loslaten. Hij is zijn vastgezette tweet op twitter. ‘Dwang is veel te veel gaan steunen op je controle en perfectionisme-been. Je moet meer gaan steunen op het vertrouwen-been, op het loopt wel los, het komt wel goed, we zien wel.’ En dat probeert Menno ook met lijstjes. Hij probeert minder alles op te

Dat Menno publiekelijk over zijn dwang praat, is voor een psychiater niet gemakkelijk. Er heerst nog steeds een groot taboe over het open zijn over je eigen psychische sores, wat toch een stuk kwetsbaarder is dan een gebroken knie. Toch vind hij het goed om er publiekelijk over te praten, mits je niet te afhankelijk bent van het oordeel van anderen. Er zijn veel vooroordelen over psychische aandoeningen. Zijn verbazing over hoe mensen erover oordelen en de misvatting rondom het psychisch lijden laat hij duidelijk blijken. ‘Mensen met aandoeningen moeten vaak veel meer moeite doen met minder resultaat. Ze verdienen respect in plaats van minachting. Gisteren las ik nog op twitter: gelukkig is een depressie geen ziekte. Wat is het in godsnaam dan wel? Waar lijden mensen dan aan? Daarom vind ik het ook zo jammer dat de term patiënt negatief is geworden. Patiënt betekent ‘iemand die lijdt’. Erkenning daarvoor is terecht.’ Want, zo stelt Menno, zoals je lichaamslengte hebt, zo heb je ook je aard en persoonlijkheid en psychische eigenschappen. En soms betekent dat het moeilijk gaat. Dat is geen vrije keuze. Dat overkomt je. O p e n h e i d i n p a t i ë n te n co n t a c t

De vraag hoe open je moet zijn, is niet zo makkelijk te beantwoorden. ‘Je moet zo eigen mogelijk zijn, zonder dat je je rol verliest. Je moet zo dicht mogelijk bij jezelf blijven, 12

maar het moet altijd het belang van de patiënt dienen.’ Dat is het uitgangspunt. Het kan de behandeling ook positief beïnvloeden, als je weet dat het leven van je hulpverlener ook niet op rolletjes gaat. Mensen schamen zich dan minder en je kan een voorbeeld zijn: ook met je kwetsbaarheid kan je zelf hulpverlener worden. De kwaliteit van het contact is heel belangrijk voor het behandeleffect. Ook wetenschappelijk is het aangetoond, zelfs bij een narcose. Als je goed contact hebt met de anesthesist, ga je beter onder narcose. ‘De niet-specifieke factoren, de kwaliteit van het contact, hoe een patiënt zich voelt, is een heel belangrijk aspect bij of een behandeling aanslaat. Vertrouwen doet iets met ons brein. Als je je eigen kwetsbaarheid professioneel gebruikt, kan dat heel veel betekenen.’ D w a n g t i n te n

Is er eigenlijk wel hoop en uitzicht bij een hardnekkig probleem, als het je aard is? Hoe zit het met dynamiek van zijn leven en de dwangstoornis? ‘De dwang is er nog, maar mijn kwaliteit van leven is beter. Het is minder verstorend geworden. Ik probeer steeds minder zwart wit perfectionistisch te zijn, meer grijstinten te gebruiken. Mijn dwang is niet uitzichtloos. Ik kan steeds meer loslaten, en dat als houvast nemen’.


Thema

P SYCHI AT ER ERVA RINGEN Z ONDER A A N VA RINGEN Er zijn verhalen genoe g bekend over mensen die re gel matig een aanv aring hebben me t hun ps ychiater. D at kan over v an alle s en nog w at g aan, maar in mijn rel aas zal ik niet te ve el stil staan bij ne g atieve er v aringen, al be gin ik met die l aat ste wel : dat w as w at je noemt e en e chte aanv aring! Door Anna de Ruiter Foto’s Emiel Reinders De eerste ontmoeting was met een Sigmund Freud-achtig type, tenminste qua uiterlijk dan. Tijdens het consult zat hij voortdurend met zijn duimen te draaien en af en toe ‘ja’ te knikken. Omdat ik last had van een depressie en slecht sliep schreef hij mij een rustgever voor: een regulier middel, waar al mijn spieren slap van werden en waardoor ik mij overdag nergens meer op kon concentreren. Deze behandeling bleek niet geschikt voor mij te zijn, mede omdat ik diabetes type 1 heb en mijn bloedsuikers destijds te veel schommelden. Van een echte goede klik tussen die psychiater en mij was dus geen sprake. Er ging enige tijd overheen totdat ik opnieuw de stoute schoenen aantrok en toch weer toog naar een andere psychiater. Een alternatieve en nieuwe behandelwijze bood deze man aan en dat leek mij wel wat. Ik maakte er graag een korte treinreis voor naar Winschoten. Wat mij in het gebouw daar direct aantrok was de mooie lichtval en de vrolijkheid van de kleuren van de schilderijen in de gang.

A l te r n a t i e v e b e h a n d e l i n g

E l l e n l a n g e w i n te r d a g e n

Ik voelde bij deze psychiater nu eens echt dat er gehoor werd gegeven aan mijn klachten: hij legde rustig de dingen uit en vertelde over nieuwe medicatie op basis van natuurlijke eigenschappen. De eerste vraag die hij mij stelde was: ‘We zijn hier binnen de psychiatrie bezig met alternatieve manieren van behandeling en medicijnen, zou jij daar aan mee willen doen?’ Volmondig zei ik dat ik dat zag zitten, zeker na de teleurstelling tijdens mijn vroegere ervaring met een psychiater. Mijn zenuwen verdwenen als sneeuw voor de zon: wat een vriendelijke man, ging er door mijn hoofd heen. Hij was veel opener dan ik verwachtte en het mooie was dat ik zelf ook mijn hele verhaal kon vertellen. Het middel dat hij voorschreef heette Sint-Janskruid: in Amerika wordt het tegenwoordig zelfs de natuurlijke Prozac genoemd. Het kruid wordt veelal ingedroogd ingenomen, met wat water en zou goed werken bij een winterdepressie, waar ik dus elk najaar en winter mee tobde. Zelf was ik reeds bekend met homeopathie: toen wij vroeger last hadden van bijvoorbeeld onze keel dan had mijn moeder diverse natuurlijke medicijnen in huis, omdat zij moeite had met de standaardmiddelen. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, was haar motto. Later merkte ik dat na gebruik van homeopathie de klachten vaak een stuk minder werden. Dus zonder enige twijfel volgde ik het advies van mijn, zo prettig in de omgang en empathische, psychiater op: één keer per dag een capsule innemen. Het middel werd helaas niet vergoed, dus moest ik zelf dokken: dat was wel een minpuntje, maar ik had weer wat moed gekregen door dit consult.

En wat gebeurde er daarna? Nou, niet direct iets. Ik ging echter gestaag door met elke dag een capsule innemen en merkte pas na een maand of twee dat ik wat beter kon slapen. Het viel mij op dat de ooit zo ellenlange winterdagen wat korter leken te zijn binnen mijn beleving. Sint-Janskruid is niet opeens ‘het ultieme product tegen depressies’, maar het brengt, na een geduldige periode van dagelijks gebruik, wel geleidelijke verlichting van de klachten en bij mij werkte het ook nog eens bij slapeloosheid. Twee vliegen in één klap dus en de bijkomende kosten nam ik op de koop toe. Zou ik het gebruik van Sint-Janskruid aanbevelen of niet? Ja, ik zou het zeker proberen: in geval van lichte klachten en altijd in samenwerking met een arts. Anno 2016 vindt er binnen de psychiatrie zelfs een vermeerdering plaats van het gebruik van alternatieve medicijnen, juist omdat veel cliënten het zat zijn om steeds last te hebben van bijverschijnselen van de reguliere medicijnen. Vaak worden ze er zo moe van dat ze bijna niet kunnen functioneren tijdens het werk of ze worden er zelfs zo door belemmerd dat ze niet meer kunnen werken. Uiteindelijk denk ik dat veel mensen met lichte psychische problemen veel beter af zijn met natuurlijke medicatie. Ik ben ook best dankbaar dat mij die kans geboden is en ik ben er zeker door opgeknapt. Ode aan mijn bevlogen psychiater, die mij dit middel aanraadde en ook al waren het maar een aantal bezoeken aan hem: ik kwam er verder mee, ook voor langere tijd.

13


Mijn ps ychiater is....

Echte ps ychiater s en ps ych

ONTMOETINGEN

voor mij een geschenk uit de hemel

Door Erik Bies, foto’s Dillen van der Molen

Ze is zo enorm kundig en is er echt voor me en luistert ook, WAT IK ZEG!!! Mijn psychiater is Katharina Neumann. Ze werkt vanuit herstel ondersteunende zorg. Daardoor geeft ze mij het gevoel dat ik wel een volwaardig persoon ben, want dat denk ik juist zelf vaak niet. Alles is bespreekbaar, en ik voel me veilig en serieus genomen door haar. Ze is betrokken met gepaste, maar niet teveel afstand. Echt een voor mij, geweldige psychiater. Mede door haar ben ik al meer dan een jaar opnamevrij terwijl ik voorheen elke twee maanden werd opgenomen.

Mijn e e r s t e k e nnism a k ing met een ps ychiater vond pl aat s op papier. L ang gele den l a s ik ‘ Die Tr aumdeutung ’ v an Sig mund Freud met een D uit s woordenboek bij de hand. Ik dee d dat niet alleen omdat ik geïntere sseerd w a s in Freud en ps ychiatrie , maar voor al om mijn beheersing v an de D uit se taal iet s beter te maken. In 19 8 9 dee d ik namel ijk een zogeheten coll oquium doc tum, een toel ating se xamen voor de uni versiteit , en het v ak w aarin ik e xamen moe st doen w a s D uit s. Ik haalde het e xamen met het cijfer 7, dat r uim voldoende w a s (en is, natuurl ijk ).

Sonja

Toentertijd had ik er natuurlijk niet het flauwste vermoeden van dat ik vijftien jaar later in aanraking zou komen met een echte psychiater en dan ook nog in de rol van patiënt, al heet dat tegenwoordig cliënt, geloof ik. Overigens is Freud in zijn ‘Traumdeutung’ wel zo sportief dat hij niet alleen de dromen van zijn patiënten behandelt, maar ook zijn eigen dromen. Sportief? De dromen van zijn patiënten hebben altijd en allemaal met seks te maken, maar zijn eigen dromen gaan over wetenschap. In de afgelopen jaren heb ik wel meer boeken van Freud gelezen en wat mij opvalt is de ogenschijnlijke ontstellende oppervlakkigheid van de inhoud van de teksten, al kan het ook zijn dat ik er niks van begrijp.

14


hiater s v an papier

Thema

MET PSYCHIATERS G e s n e d e n ko e k

M i j n p s yc h i a te r

Jung

In 2004 werd ik, na een langdurige psychose, of eigenlijk tijdens die psychose, opgenomen in de kliniek aan de Hereweg in Groningen. Op dat moment was er helaas geen psychiater aanwezig, maar later op de dag praatte ik wel met een psychiater. Ik vertelde hem mijn, in mijn eigen ogen, krankzinnige verhaal over de gebeurtenissen van de afgelopen maanden en dacht dat hij zoiets nooit eerder gehoord zou hebben en er niets van zou begrijpen, maar dat was helemaal niet zo. Het was voor hem gesneden koek, zo bleek mij al gauw, en ik was gewoon de zoveelste cliënt met het zoveelste verwarde en krankzinnige verhaal.

Dat dat zo is, ontdekte ik bijna zes jaar geleden op een leuke manier toen ik voor het blad Foolcolor Magazine werkte, de psychiater Harald Schneider interviewde. Hij was toen directeur van Linis en toen ik hem vroeg of hij ook directeur had kunnen zijn van een willekeurige andere instelling, antwoordde hij ontkennend en zei dat hij in de eerste plaats psychiater was en dat hij voldoening kreeg van zijn werk door mensen te helpen. Hij is nu niet meer directeur van Linis en grappig is dat ik sinds oktober 2016 een nieuwe psychiater heb en dat is… juist. Hij is dus nu weer bezig met zijn oorspronkelijke professie, namelijk die van psychiater.

Halfgoden

Geen Freud maar Bleuler

De psychiater vertelde mij dat ik in een psychose zat en stelde al snel de diagnose: paranoïde schizofrenie. Ook kreeg ik meteen medicatie in de vorm van antipsychotica. Deze eerste indruk van de psychiater, dat hij of zij meteen weet en begrijpt wat er aan de hand is en ook precies weet hoe de ziekte, want zo kun je het wel noemen, bestreden moet worden, is mij altijd bijgebleven. Ze weten alles, dacht ik weleens, het zijn halfgoden.

Het is ook alweer verscheidene jaren geleden dat ik voor De Riepe (het straatmagazine van Noord-Nederland) een stuk schreef over de zogenaamde ‘Mensenzoo’ tijdens het bevrijdingsfestival in het Stadspark in Groningen. Ik sprak toen even met een psychiater. Het was een jonge vrouw die nog studeerde maar al bijna klaar was. Ik vroeg haar of er in de opleiding nog steeds aandacht was voor psychiaters als Freud, Jung of Reich. ‘Nee,’ zei ze, ‘maar Bleuler is tegenwoordig wel in de mode.’ Wie meer over Bleuler wil weten kan op internet kijken, net zoals ikzelf deed toen ik die naam vernam. Ik heb nog vaak aan haar gedacht en ben zelfs de jaren daarop gaan kijken bij het bevrijdingsfestival, alleen maar om te zien of zij aanwezig was en misschien nog eens met haar te praten, maar ik heb haar niet gevonden en dat is maar goed ook, want wat moet een mooie, jonge, intelligente vrouw nou met een oude dwaas als ik?

Ik begon dit stuk met de papieren psychiater Freud en eindig nu met de papieren Jung. Het is heel moeilijk om aan boeken van Jung te komen. Er zijn wel heel veel boeken over hem geschreven, maar originele teksten van hem zijn dus moeilijk te verkrijgen. Ikzelf heb slechts twee boeken van hem en die heb ik tweedehands gekocht bij De Slegte, die niet meer bestaat. Door stom toeval ontdekte ik onlangs dat Bruna zijn hele verzamelde werk dat uit tien delen bestaat en stamt uit 1995, gewoon te koop heeft. De boeken kosten 19,95 euro per stuk en je kunt ze gewoon bestellen in de winkel. Jung is een heel andere psychiater dan Freud en ik vind hem veel menselijker en begrijpelijker dan Freud, hoewel zijn theorieën vaak best ingewikkeld in elkaar zitten. Ik kan iedereen die geïnteresseerd is in psychische dingetjes aanraden om Jung te lezen. Ikzelf ben inmiddels begonnen met verzamelen.

Ve r v e e l d

Zo denk ik er nu niet meer over. Ik heb bij psychiaters weleens geconstateerd dat ze mijn verhaal enigszins verveeld zaten aan te horen. Dat begrijp ik wel want mijn verhaal is, zoals ik al schreef, het zoveelste verhaal dat min of meer gelijk is aan de verhalen van andere cliënten. Wat ik in psychiaters vooral waardeer is dat ze mensen willen helpen.

15

Ten slotte nog dit: ik heb sinds mijn eerste opname bijna dertien jaar geleden, veel cliënten van Lentis horen klagen over psychiaters. Het zal best zo zijn dat deze klachten, of een deel ervan, terecht zijn, psychiaters zijn ook maar mensen, maar tegen alle mensen met psychische aandoeningen en hun familie en hun vrienden zou ik willen zeggen: Wees blij dat er psychiaters zijn.


IN T ERV IE W ROGIER HOENDERS:    Rogier H oenders is ps ychiater bij het centr um vo or inte g r ale ps ychiatrie bij L entis. D aar behandel t hij patiënten maar nog ve el meer. Op de v r aag ‘ Wat doe je pre cie s al s ps ychiater ’ komt een bovengemiddeld ant wo ord met een opsomming v an taken w aar je u te gen ze g t , maar ik mocht gewo on ‘je’ ze g gen. Zo is hij o ok manager inhoudel ijk zaken v an de afdel ing , heef t hij tijdel ijk taken die horen bij de dire c teur inhoudel ijke zaken, be geleidt hij ar t s-assistenten in opleiding , doet daar naast onder zoek en werkt hij aan innov atie door nieuwe behandel methoden te implementeren en do or het org aniseren v an een t weejaarl ijk s congre s.

Ik ga wel eens ruim over mijn uren heen. Voor mij is het belangrijk om altijd weer te zorgen dat ik voldoende om mijn eigen rust en balans denk. Niet alleen maar mooie verhalen vertellen aan de patiënt, maar ‘practice what you preach’. L u k t h e t j e o m i n b a l a n s te b l i j v e n?

Nee, niet altijd. Twee jaar geleden ben ik gepromoveerd, dat is normaal gesproken een traject wat je 40 uur per week doet gedurende 4 jaar, maar ik deed het naast een werkweek van 40 uur, gedurende 9 jaar. Gelukkig met veel hulp van collega’s, maar dan nog is het eigenlijk veel te krap. In die periode werd het eigenlijk te gek. Ik heb achteraf gezien teveel op mijn tenen gelopen. Dan is het niet meer zo leuk. Heb me ook erg gestrest gevoeld. Dat voelde toen een beetje gek want wij geven hier veel leefstijl advies aan patiënten, van stress management tot goed slapen, van gezond eten tot voldoende bewegen. Toen dacht ik...hmm... in hoeverre doe ik nou zelf nog wat ik loop te vertellen aan mijn patiënten, dat klopte niet. Dat heb ik de afgelopen twee jaar gelukkig weer recht kunnen trekken. Nu gaat het goed, ik heb plezier in mijn werk, ik vind Lentis een prachtige organisatie om in te werken met heel veel mogelijkheden, ik vind het werken met patiënten, collega’s en arts-assistenten ook heel fijn.

W a t v i n d j e h e t m e e s t l a s t i g i n j e b e r o e p?

Ik wil soms teveel en te snel, dat is mijn grootste probleem. Dat is niet heel erg specifiek over mijn beroep, maar meer gewoon de aard van het beestje zal ik maar zeggen. Mensen vragen mij wel eens over mijn leefstijl. Ik vertel dan vaak over gezond eten, veel bewegen, ontspannen, meditatie. Dan zeg ik altijd dat ik het zelf ook braaf allemaal doe en dat is ook zo. Dan zeggen ze soms, ‘Doe jij dan alles helemaal goed?’ Nee, want ik weet dat ik vaak te veel te snel wil. W a t v i n d j e h e t l e u k s te i n j e b e r o e p?

Ik ben blij dat ik een baan heb binnen Lentis waarin ik allerlei verschillende dingen kan doen: patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs, management, innovatie en congresorganisatie, dus heel divers. Wat mij het meest raakt is wanneer ik patiënten zie die vooruitgaan. Wanneer iemand een trauma overwint of de moed heeft om aan zichzelf te werken. Wanneer moeilijkheden waar ze lang tegen geknokt hebben en met veel volharding vanaf proberen te komen, ook daadwerkelijk overwonnen worden. Dat dan kan mij echt ontroeren. Ook wanneer ik zie hoe een arts-assistent zich ontwikkelt tot psychiater, wanneer ik samen met collega’s een artikel kan publiceren of wanneer we samen weer een mooi congres organiseren.

H o e b e n j e b i j p s yc h i a t r i e te r e c h t g e ko m e n?

H e b j e v e r l i e f d h e i d m e e g e m a a k t i n j e b e r o e p?

Ik heb toen ik 15 jaar was op school een spreekbeurt gehouden over Freud. Blijkbaar vond ik dat interessant. Ik snapte er helemaal niets van, want het ging over het id en het es en het ego en het superego en weet ik al niet wat. Ik snap er, nadat ik de psychiateropleiding heb gedaan, iets meer van maar het blijft wat vreemde materie. Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor hoe de menselijke geest werkt. Dat heeft gemaakt dat ik na geneeskunde koos voor de specialisatie psychiater.

Ja ik heb wel eens een patiënt gehad die verliefd op mij was geworden. Je voelt denk ik wel aan wanneer zoiets gaat spelen. De manier van contact maken wordt dan anders. de manier waarop mensen kijken en waarop ze reageren, alles verandert een beetje. Deze vrouw sprak het op een gegeven moment ook uit. Tja het is nog best wel een kunst om daar goed op te reageren. Het kan je ongemakkelijk doen voelen. Het is vooral belangrijk om je te realiseren dat verliefdheden in een therapie vaak een therapeutische betekenis hebben. Soms worden patiënten verliefd op hun behandelaar omdat

16


Thema

V OORBI J PIL L EN EN PR AT EN ze iets krijgen wat ze nooit gehad hebben. Eindelijk iemand die betekenisvol voor hen is of goed luistert of die aandacht heeft voor hun gevoelswereld. Dan is het belangrijk om dat te begrijpen en te bespreken in plaats van erop in te gaan. Dat gebeurt niet altijd, grensoverschrijdingen komen nog steeds veel voor in de psychiatrie. We zijn allemaal mens en ook een behandelaar is niet van steen, het kan dus ook andersom gebeuren. Maar nee, ik ben zelf nooit verliefd geweest op een patiënt.

mindfulness of compassietraining. Hierdoor hebben ze zelf meer regie en zijn ze minder afhankelijk van een therapeut. H e b j e o o k e e n p e r s o o n l i j ke v i s i e?

Wat mij drijft in het leven is om mezelf te blijven ontwikkelen en te proberen het lijden te verminderen en welzijn en geluk te vergroten bij anderen en mezelf. Ik probeer dat door een gezonde leefstijl met reflectie en meditatie, voor mij is dat een manier van leven. Ik probeer dat zowel privé als in mijn werk, daar waar dat gepast is.

H e b j e o o k e e n v i s i e v o o r j e b e r o e p?

Ja! Ik zou het heel mooi vinden als een aantal elementen van de integrale psychiatrie breder wordt toegepast. Er zijn een aantal ontwikkelingen in de psychiatrie die heel waardevol zijn. Daar is het verschijnsel neuroplasticiteit een van. Dus dat onze hersenen niet statisch zijn. Dus als iemand bijvoorbeeld heel veel hardloopt dan ontstaan er meer synapsen in je brein. En als je mediteert zie je weer andere aspecten in het brein veranderen. Dat het brein een dynamisch orgaan is dat zich continue aanpast aan de omgeving, dat vind ik een heel mooi concept waar we nog meer mee zouden kunnen doen. Hetzelfde geldt voor de epigenetica, dat ook onze genen dynamische interactie met de omgeving hebben en ‘aan’ en ‘uit’ gezet kunnen worden door leefstijlveranderingen. Daar zit voor mij een positieve boodschap in van hoop. En momenteel wordt er steeds meer bekend over de gut brain axis. Dat er heel veel verbindingen zijn tussen onze hersenen en ons maag-darmstelsel. Deze drie onderwerpen tonen aan dat we veel meer veranderbaar zijn dan we vroeger dachten. Dat biedt volgens mij een kans om naar een gezondheidszorgsysteem te gaan waarbij we niet alleen maar een therapeut hebben die een pil geeft of gaat praten met mensen. Dat we een systeem krijgen voorbij pillen en praten, waarbij we patiënten vaardigheden leren. Vaardigheden zoals gezond eten, bewegen, stressreductie, 17

H e b j e o o k h o b b y ’s?

Ja ik heb een aantal hobby’s. Ik hou veel van sporten dus ik doe veel aan hardlopen en fietsen. Ik ga regelmatig vanuit Zuidlaren naar Groningen op de fiets naar het werk . Ik hou erg van muziek dus ik draai veel muziek, van klassiek tot pop en van rock tot blues, van alles en nog wat. Ik maak ook zelf muziek, speel gitaar en ik zing. Ik heb jarenlang in een Nederlandstalige rockband gezeten. De laatste jaren doe ik het wat meer akoestische gitaar en kampvuurrepertoire bij feestjes of partijen, dat vind ik heel leuk om te doen. Daarnaast doe ik veel aan meditatie, dat is voor mij belangrijk. Ik ga regelmatig op retraite, zoals elk voorjaar naar de Borobudur in Indonesie. Retraite doen we ook in Italië waar mijn vrouw en ik graag komen. In een Italiaans dorpje in de bergen in Noord-Italië staat een meditatiecentrum. Daar worden veel activiteiten ontwikkeld. Van daaruit worden ook humanitaire projecten georganiseerd in India, Nepal en Tibet voor onder meer straatkinderen, oude monniken en daklozen. Daarnaast wordt er in Tibet gewerkt aan het weer opbouwen van de Tibetaanse cultuur, onder meer door kloosters te bouwen, traditionele dansen en herbouw van kleine kliniekjes waar Tibetaanse geneeskunde wordt toegepast. Wij gaan regelmatig naar China en Tibet om naar de voortgang te kijken en inspiratie op te doen.


Thema

P SYCHI AT ER T EKOR T Al s je e en spe cial maakt over D e Ps ychiater, dan is er e en onder wer p w aar je niet aan vo orbij kunt g aan: het ps ychiater tekor t . L entis heef t al e en tijd minder ps ychiaters in dienst dan gewenst , maar staat daarin niet alle en. In het hele l and en al een aantal jaren kunnen instell ingen hun v ac ature s slecht s met moeite ver v ullen. Niek Roerdink probe erde voor L entis M ag azine zicht te krijgen op o or zaken.

‘Er is jarenlang een behoorlijk tekort geweest aan psychiaters en GGZ Nederland verwacht nog een lichte toe­ name van de vraag’ zo valt te lezen op ggztotaal.nl. Er is al zeker wel tien jaar een landelijk tekort aan psychiaters in Nederland. De vraag naar deze beroepsgroep is daarbij ook nog eens licht aan het stijgen, wat heeft dit te betekenen?

Door Niek Roerdink

zodat reguliere zorg door kan gaan. Maar daar stak de zorgverzekeraar een stokje voor. Door het aanscherpen van regels worden niet al dit soort declaraties goedgekeurd. Het is niet overal in het land even schrijnend, maar over het algemeen is de vraag groter dan het aanbod. Het is niet altijd zo geweest. K n o k ke n o m e e n o p l e i d i n g s p l a a t s

Na een flinke 10,5 jaar studeren ben je psychiater met een specificatie voor volwassenen, kinderen of ouderen. Nederland staat bekend als een kennisland met veel hoogopgeleiden, maar als er geen plek is bij de opleiding schiet het natuurlijk niet op. Een decennium geleden moest men nog enige strijd leveren voor een opleidingsplaats terwijl dat nu veel makkelijker is. Door bezuinigingen in 2012 kreeg het aantal vacatures een forse terugval, even leek het alsof het tekort aan psychiaters voorbij was, maar schijn bedriegt. In het verleden is ook het aantal opleidingsplaatsen wel eens verminderd vanwege een verwachting van een overschot. ‘Een beetje schaarste is wel goed’ is dan het motto, maar het gaat hier naast kwaliteit ook om voldoende kwantiteit van goede zorg.

Andere oplossingen

Steeds meer zorginstellingen proberen vol doorzettings­ vermogen en fantasie de schaarste op te lossen, maar echte verbetering is nog niet in zicht. GGZ West NoordBrabant (WNB) probeerde het probleem op te lossen door andere hulpverleners in te zetten in bepaalde delen van de behandeling: bij de intakegesprekken konden nieuwe patiënten ook terecht bij een andere deskundige arts

Jobhoppen

Een ander bekend fenomeen is dat de psychiater door het grote aanbod aan werkplekken sneller vertrekt naar een betere werkgever. Op deze manier is er weinig binding met de instelling waar hij/zij werkt. Binnen Lentis werken ongeveer 50 gedreven psychiaters die zich voor langere tijd aan Lentis verbinden. Maar ook hier gebeurt het natuurlijk

18

dat we soms snel afscheid van psychiaters moeten nemen. Daarnaast zijn er ook mensen die denken dat er door alle ontwikkelingen in de zorg binnenkort een overschot aan psychiaters gaat ontstaan, het hangt daarbij veel van de regio af. Door het verschil per regio zijn de meningen verdeeld over de mate van schaarste. De hulpvragen liggen er wel. Misschien is het een oplossing dat de taken van een psychiater worden verdeeld onder andere specialisten zoals een arts en een psycholoog. Maar voor zo’n oplossing moet dan wel een financiële dekking zijn; de zorgverzekeraar moet dit zien zitten. Op een gegeven moment moeten er creatieve oplossingen worden verzonnen om aan de hulpvraag tegemoet te komen. Specialist blijft nodig

Door de onzekerheid in de structuur van de zorg in de toe­ komst, blijft het bij speculaties. Het kan een kwestie zijn van opleidingsplaatsen, marktwerking of van een zorgbenadering. Hoe het zal uitpakken is de vraag. Misschien krijgt de psychiater een andere naam, ander takenpakket, of misschien kan het probleem veel makkelijker opgelost worden dan het lijkt. Een ding is zeker, de psychiater is een specialist in de ggz die nodig is om de zorg te bieden die de zorgvrager verdient, nu en in de toekomst.


Thema

KUIFJE BIJ DE PSYCHIATER Door Anne Helmus

‘Dure leerboeken zijn niet nodig om psychiater te worden. Zorgvuldig Kuifje lezen en je komt een heel eind.’ Aan het woord is Wouter van Ewijk, psychiater. Ooit is het begonnen met een column in het Haarlems Dagblad waarin hij het belang van Kuifje bij de opleiding voor psychiater benadrukte. Een heuse plaatjesshow is eruit voortgekomen. Die hij op verzoek laat zien en horen. Psychiaters in Kuifje zijn dikwijls enge types die mensen spuitjes geven om de waarheid te ontfutselen. Hergé, de tekenaar van Kuifje, heeft ook een tijdje bij een psychiater gelopen. Zoals te zien is in zijn strips is hij nogal precies. In de sessies met de psychiater gaf hij aan last te hebben van dat hele precieze. De psychiater suggereerde hem met het tekenen te stoppen.‘Gelukkig zijn er nog altijd mensen die het advies van hun dokter niet opvolgen’, merkt Wouter fijntjes op. In de Kuifje-albums kom je vrij veel gedaald bewustzijn tegen. De stripfiguren worden veel op hun kop geslagen of vallen van een hoogte naar beneden. Als dit gebeurt gaat dit meestal gepaard met veel sterretjes en de hoofdpersoon is even van de wereld. Professor Zonnebloem is ook een echte brokkenpiloot. In het album Raket naar de Maan is hij de enige die de code weet om de raket te starten. Door een val is hij de code vergeten. En duidelijk voorbeeld van een geheugenstoornis. De drankzucht van kapitein Haddock is ook goed voor een aantal voorbeelden Het vele drankgebruik veroorzaakte stoornissen in de waarneming. Hij zag na fors innemen dingen die er in werkelijkheid niet waren. Meestal waren dit weer visioenen van drankflessen. Het alcoholisme van kapitein Haddock is in de strip wel het meest uitgewerkte ziektebeeld. Hij veroorzaakt veel ongelukken door de drank. Je ziet de strijd van de verslaafde. Stop ik met drinken of niet? Ook de euforie en de kater komen veelvuldig aan bod.

Hergé is er wel eens op aangesproken dat hij met name het personage Haddock zoveel liet drinken. Hergé liet Haddock in de daarop volgende strips wel allerlei toeren met drankflessen uithalen, het daadwerkelijk drinken bleef echter achterwege. Pas als je de plaatjes nauwkeurig bestudeert merk je dit op. Mede door de drank verkeert Haddock in een toestand die als een opwindingsstoornis is te omschrijven.

19

De overbekende scheldkanonnades zijn hier een gevolg van. Ook zou het kunnen dat Haddock een druk en wat opgewonden persoon is, beetje adhd, die alcohol gebruikt als zelfmedicatie. Nog even over de hoofdpersoon van de strip. Kuifje lijkt niet erg vatbaar voor trauma’s. Hij maakt aan de lopende band erge dingen mee. Op het volgende plaatje is hij gewoon weer ergens anders mee bezig en lijkt geen ongerief te ondervinden van het hele erge wat hij net heeft meegemaakt. Kuifje heeft een onduidelijke identiteit. Het zal wel een jongen zijn. Hij doet er niets mee. Ik vraag: heeft Kuifje ouders? Interessant, Wouter had daar nog niet over nagedacht. Iets wat hij zeker nog gaat doen. Kuifje? Echte wetenschap! Er blijven altijd vragen. Je bent er nooit klaar mee.


In ge sprek met ps ychiater Mar ian Dethmer s

‘IK HOEF MI JN DROMEN NIE T A L L EM A A L T E V ERW E ZENL I JK EN’ Ps ychiater w a s niet dire c t het beroep dat M arian D ethmers (57 ) voor ogen had. M aar tijdens haar co -schappen had ze e en onver getel ijke ontmoeting , w aardoor ze al snog voor de ps ychiatrie ko os. Inmiddel s werkt ze alwe er 26 jaar in het v ak , dat ze met har t en ziel uitoe fent . In dit L entis- M ag azine ver tel t ze over haar werk , haar ont wikkel ing en gezin. M aak kennis met de mens áchter de ps ychiater. Sinds zes jaar werkt Marian op de afdeling langdurige Rehabilitatie op het Dennenoord-terrein. Ze is behandelend psychiater van 65 cliënten en inhoudelijk leidinggevende van de afdelingen Ernst, Akker, Brink en de buitenhuizen Olmenstate en Lindenhoek. Haar liefde voor geneeskunde ontstond al op de middelbare school. Ik wist al vroeg dat ik arts wilde worden,’ vertelt ze, ‘maar het leek er even op dat die droom in rook zou opgaan. De exacte vakken waren niet mijn sterke kant. Ik zakte voor mijn eindexamen. Er werd gezegd dat ik het beter niet over kon doen omdat het mijn zwakke kant was. Daarom besloot ik om na het eindexamen eerst mee te doen aan een uitwisselingsprogramma in Canada. Ik ging er naar school en draaide er mee in dagelijks leven. Het was mooi om mee te maken en zo kon ik ook nadenken over wat ik wilde. Bij terugkomst besloot ik om psychologie te gaan studeren. Want geneeskunde was geen optie meer - dacht ik.’

Daarin heb ik me weleens alleen voelen staan 20

Marian genoot van haar studie psychologie aan de RUG in Groningen. Het was een brede studie, waardoor ze keuze had uit verschillende vakken. Dit sprak haar erg aan. Als je haar in die tijd ergens voor wakker mocht maken, dan was dat wel ‘filosofie, wetenschapsfilosofie of methodologie’. Na het behalen van haar kandidaatsexamen moest ze een afstudeerrichting kiezen. Klinische psychologie, ontwikkelingspsychologie of toch iets anders? Het was juist op dit cruciale moment dat Marian zich realiseerde dat geneeskunde nog steeds haar hart had. ‘Ik heb daarom meegeloot en het geluk was aan mijn zijde,’ vertelt ze. ‘De blijdschap die ik voelde toen ik hoorde dat ik ingeloot was, kan ik me nog zó voor de geest halen. Er waren destijds schaduwplaatsen: je kreeg dan een jaar de tijd om de vakken in te halen die je niet had gehaald.’ Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. ‘Ik moest natuurkunde en scheikunde inhalen, slaagde – en mocht alsnog geneeskunde studeren!’ Jong en onbevangen

Tijdens haar studie dacht Marian niet direct in de richting van de psychiatrie. Ze wilde huisarts of gynaecoloog worden. Maar gedurende haar co-schappen deed ze een bijzondere ervaring op, die haar op andere gedachten bracht. ‘Ik liep mee in het academisch ziekenhuis op een afdeling met psychiatrische patiënten,’ blikt Marian terug. ‘Mijn supervisor zei op een dag: ‘Er is hier een vrouw opgenomen en ik wil dat jij eens met haar gaat praten.’ Deze mevrouw vertelde dat ze zich thuis niet veilig voelde en dacht dat ze achtervolgd werd. Ik vond haar verhaal bijzonder en dacht dat het best zou kunnen kloppen. Mijn supervisor legde me na het gesprek uit dat deze mevrouw schizofrenie had. Ik was toen jong en onbevangen. Ik wist wel dat het verhaal van deze mevrouw een beetje vreemd was, maar ik zette er


Thema Door Yvonne de Noord Foto’s Bob de Vries

niet gelijk vraagtekens bij.’ Marian raakte gefascineerd door de belevingswereld van deze vrouw en ging zich verdiepen in ziektebeelden. Dit moment was bepalend voor de rest van haar carrière. Het grootste gedeelte van de mensen die ze door de jaren heen heeft behandeld, lijdt aan schizofrenie. Lange relatie

Voor het werken met deze doelgroep heb je een lange adem nodig, vertelt ze. Snelle successen zijn er niet, maar daar kan Marian goed mee omgaan. ‘Ik vind het juist mooi om die lange relaties aan te gaan. Je loopt een groot deel mee op hun levenspad. Je moet wel beschikken over een portie humor en kunnen relativeren.’ Iets wat Marian heeft moeten leren. ‘In het begin van mijn opleiding nam ik een bepaalde rol aan. Je wordt opgeleid en denkt dan dat iets op een bepaalde manier hoort. Je wordt gevormd door de opinie van zo’n tijd. Naarmate ik langer in het vak zat, durfde ik daarin steeds meer mijn eigen weg te kiezen. Ik stel mij nu aan de cliënten voor met mijn voornaam in plaats van met ‘dokter Dethmers’. Ook vertel ik nu weleens over mezelf, of ik gebruik voorbeelden uit mijn eigen leven om iets te verduidelijken.’ Begrijpt Marian zichzelf nu ook beter door haar studie en haar werk? Die vraag tovert een lach op haar gezicht. ‘Ik denk dat het er wel aan heeft bijgedragen,’ reageert ze. ‘In dit vak leer je veel over jezelf. Wat je sterke en minder sterke kanten zijn. Ik ken mijzelf nu wel veel beter dan vroeger. In dat opzicht vind ik psychiater een heel mooi beroep: het doet een appèl op verschillende kanten van je. Dit vak biedt volop intellectuele, maar ook contactuele uitdagingen. Daarom is elke dag weer anders en daarom blijft dit werk zo boeiend.’

Samen met haar collega’s zet zij zich in voor de zorg en het welzijn van hun cliënten. ‘Er is op dit moment landelijk een ontwikkeling gaande voor mensen die in een beschermde woonvorm verblijven en die langdurig zijn opgenomen. Er komt meer focus op hun verdere ontwikkeling. Wanneer je hier vroeger op je twintigste, dertigste of veertigste opgenomen werd, was dat vaak voor altijd. De mensen werden verzorgd maar het perspectief was: hier blijven. Ik vind het fijn dat deze positieve ontwikkelingen er nu zijn, want ik heb me hierin weleens alleen voelen staan. Dan vroeg ik me af of ik de enige was die dit anders wilde. En het geeft nu zoveel inspiratie en steun dat de neuzen steeds meer dezelfde kant op staan.’

om het hardlopen los te laten. Het heeft me veel gebracht. Het heeft me zelfvertrouwen gegeven en geholpen om doelen te bereiken. In het begin kon ik amper het einde van de straat halen, maar later liep ik wedstrijden van 15 kilometer. En dat gaf dan zoveel kracht.’

Tw e e m o n d e n m i n d e r

Op safari in Afrika

Maar er is een tijd van werken en er is een tijd van rusten. Na een lange werkdag komt Marian thuis bij haar man Jan, hond Mandy en de twee poezen. Ze vindt het heerlijk om dan lekker te gaan koken. Deze gewone handelingen helpen haar ontspannen. Wel kookt ze sinds kort voor twee monden minder. ‘Onze kinderen zijn net het huis uit,’ legt ze uit. ‘Beiden volgen een creatieve opleiding. Gijs zit op de modeacademie en Eline studeert aan de kunstacademie.’ Dat creatieve hebben ze niet van een vreemde. ‘Mijn dochter doet illustratie en animatie; dat vind ik zelf ook erg leuk. Ik houd van tekenen. Het is nog wel een droom van mij om mezelf daarin verder te ontwikkelen. Dat zou ik graag samen met mijn kinderen willen doen.’

Volgens Marian is het voor iedereen goed om dromen te hebben, al gaat ze er ontspannen mee om. ‘Ik hoef ze niet allemaal te verwezenlijken, want ik denk dat het ook goed is om dromen te houden. Mijn man wil het liefst zijn dromen in daden omzetten, maar dat hoeft van mij niet meteen. We zien wel wanneer en of het uitkomt. Ik zou zelf bijvoorbeeld nog wel graag willen reizen met ons gezin. Naar Japan, op safari in Afrika, of naar Cuba voordat het helemaal is verwesterd. Het lijkt mij fijn om dat met ons gezin te doen, want daarin vind ik mijn stukje geluk en balans. Dat zit hem voor mij in het hebben van een partner, kinderen en vrienden waar je zielsveel van houdt. Ik ben een gelukkig mens,’ besluit Marian. ‘Tel je zegeningen en richt je vooral op de dingen die goed gaan in het leven en die je wel hebt.’

Daarnaast houdt Marian erg van muziek. Op woensdagavond volgt ze fluitlessen en daarvoor moet ze veel oefenen. Verder houdt ze van golfen en hardlopen. ‘Ik heb tien jaar met veel plezier hardgelopen, maar omdat ik steeds meer blessures kreeg, ben ik overgestapt naar golf. Ik vind het nog moeilijk 21

Hardlopen heeft me zelfvertrouwen gegeven en geholpen om doelen te bereiken


Thema

DE P SYCHI AT ER

Door Rense Schuurmans, voorzitter Lentis Erfgoed Foto Collectie Lentis Erfgoed

In de 19de eeuw ontstaat een specifieke tak binnen de geneeskunde gericht op het onderzoeken, behandelen en genezen van ziekten van de geest. De medische invalshoek domineert in de 20ste eeuw de behandeling van ernstige psychische stoornissen. De vroege psychiater, de geneesheer, werd zelfs aangesteld als directeur van een grote kliniek, het gesticht. Als een vader bestierde hij het instituut waar hij ook woonde; in het fraaiste huis om de status te benadrukken. De ‘hersenlijder’ werd vooral als lichamelijk ziek beschouwd en diende daarom in bed te worden verpleegd. De in de jaren vijftig ter beschikking gekomen breinmedicatie betekende een doorbraak in de behandeling. Het naar de achtergrond dringen van (angstaanjagende) symptomen verhoogde voor veel patiënten de kwaliteit van leven. Modern onderzoek laat zien dat genetische factoren een groot deel van de psychische stoornissen veroorzaakt. Tegelijkertijd wordt aan sociale en maatschappelijke omstandigheden eveneens een grote invloed toegekend in het ontstaan van en zeker ook in de omgang met psychische stoornissen. De geneesheer die de patiënt behandelt als een (on)geneeslijk object heeft al lang plaats gemaakt voor een psychiater die in samenspraak met de patiënt poogt diens kwaliteit van leven te verhogen.

22


Gerard Lohuis is werkzaam bij Lentis binnen de sociale psychiatrie en als docent en trainer actief in het onderwijs.

V IRUS Het lijkt wel een virus dat zich bijtend een toegang heeft verschaft en langzamerhand Sara’s weerstand breekt. Achteraf zal ze zich afvragen of ze het had kunnen weten, de eerste signalen beter had moeten opvangen zodat ze zich minder naïef had opgesteld. Eenmaal in gang gezet zal de innerlijke gemoedsrust alsmaar door duivelse gedachten opgejaagd worden, als een ondergrondse heidebrand die op de meest kwetsbare plek, daar waar de volle zon het laatste zetje zal geven, bovengronds zijn satanisch masker afgooit om het ongewenste vuur zijn werk te laten doen. In het kleine zaaltje van het gemeentehuis, waar het gemeentebestuur haar wekelijkse vergaderingen houdt, is Sara als betrokken buurtbewoner uitgenodigd om mee te denken over plannen om haar buurt op te knappen. De burgemeester spreekt in de uitnodiging van ‘revitaliseren’ alsof het afblazen van het stof en het wegrukken van een gedrapeerd kleed waaronder geen leven mogelijk is, haar wijk zal doen opleven. Een bang vogeltje

Sara weet beter. Ze voelt dat er ergens diep in haar een energie naar boven komt, aangedreven door een boosheid die zich losrukt uit een keten van vroege ervaringen. Ze kan er nu eenmaal niet tegen wanneer iemand besluiten neemt en doet alsof hij deskundig is, terwijl de echte deskundigen, in dit geval de wijkbewoners, niets wordt gevraagd. Er wordt een plan over de wijk uitgerold dat gebaseerd is op samenwerking en participatie. Vanaf het eerste moment dat ze met hem spreekt, voelt ze de irritatie opkomen. De burgervader

doet haar te veel denken aan haar eigen vader. De arrogante houding en vooral de manier waarop het gesprek verloopt, doen haar denken aan de tijd waarin ze moest slikken of anders flinke tikken kreeg. Ze heeft als kind geleerd haar mond te houden om zodoende te voorkomen dat haar vader, zeker wanneer deze weer eens te veel gedronken had, haar te lijf ging. Ze weet nog hoe ze vanuit pure onmacht de drank verstopte in de hoop dat vader niet de kans kreeg zich te bezatten. Wanneer hij er achter kwam dat iemand de fles verstopt had, was het huis voor zijn zeven bewoners, te klein. Sara groeide op als bang vogeltje en voelde wanneer agressie de kop op stak. Vriendjes had ze in die tijd niet omdat iedereen over haar en haar ouders sprak. En omdat er thuis geen vriendjes welkom waren.

To e n e m e n d g e s p a n n e n

Na de bijeenkomst met de burgemeester is Sara onrustig. Hij heeft niet geluisterd en Sara heeft hem van alles voor de voeten geworpen. Het plan is desastreus voor een aantal mensen in de straat, die moeten verhuizen om plaats te maken voor nieuwbouw. Sara spreekt er met haar man over en begint een protestactie voor te bereiden. ’s Nachts ligt ze wakker en overdag voelt ze zich toenemend gespannen worden. Adviezen van mensen om haar heen, om gas terug te nemen, hoort ze aan, om vervolgens weer door te gaan met haar protest. Ze heeft gewoon te veel energie. Er moet iets gebeuren om de afbraak te stoppen. Ze ziet niet hoe haar man zich zorgen maakt omdat ze ideeën ontwikkelt om de wereld van de ondergang te bevrijden. Ze ziet in gewone dagelijkse dingen, de hand van boven.

Een exploderende vulkaan

Op haar achttiende wordt ze opgenomen in het psychiatrische ziekenhuis nadat ze een ernstige suïcidepoging heeft gedaan. Ze is erg in de war en volgens de hulpverlening is ze psychotisch. Vanaf dit moment begint haar leven kleur te krijgen en merkt ze dat er mensen zijn die wel naar haar luisteren. Het wordt een spannende en leerzame ervaring, waarbij Sara begint te snappen dat de opgekropte woede uiteindelijk als een vulkaan moest exploderen. Ze neemt zich voor dat er vanaf dat moment niemand meer is die haar gaat voorschrijven hoe ze zich moet gedragen. Ze breekt met haar vader en blijft haar moeder stiekem zien. Ze snapt niet hoe haar moeder het verdraagt om met ‘zo’n man te leven.’

De bel gaat

Er wordt aangebeld. Haar man staat op en komt met de huisarts de kamer binnen. Sara schrikt. Dit doet haar denken aan iets, al weet ze nu niet waaraan. In de verte hoort ze haar man roepen ‘dat het veel beter voor haar is…, en dat het maar tijdelijk is…, dat iedereen recht heeft op hulp…’. Ze wil niet want er moet nog zo veel gebeuren. Haar man knikt. Ze kijkt hem aan aan en roept ‘Nee, niet nog eens, ik heb toch mijn best gedaan.’

De arrogante houding en vooral de manier waarop 23


HEL MUS Z OEK T ZI JN MUZIEK OP

Door Anne Helmus

Twintig jaar geleden zag ik de Fun Lovin Criminals, ook op deze plek in de Oosterpoort te Groningen, in het gezelschap van mijn twee dochters. Deze keer is alleen de oudste van de partij. De FLC blijken een trouwe schare fans te hebben. De grote zaal is tot de nok toe gevuld. Na de eerste vette beats komt het publiek en ook wij in beweging. De FLC produceren een warme deken van geluid. Het is een ratjetoe van jazz, funk, reggae en hip hop. De muzikanten hebben een cool gangsterimago en zingen over het straatleven in New York. Regelmatig doen ze Nederland aan. De avond verloopt een beetje zoals ik dat had verwacht. De Greatest Hits passeren de revue. Waaronder natuurlijk hun enige echt grote hit Scooby Snags. Om ons heen zie ik vooral groepjes mannen. Om beurten gaan ze weg om terug te komen met kartonnen houders waar de plastic bekers bier in staan. Sneller dan verwacht is het concert afgelopen. De drie heren muzikant besluiten de avond met een maf dansje op de Dirty dancing hit ‘I’ve had the time of my life’.

We ver pl aat sen ons naar voren om het zicht op het po dium te verbeteren. D at is niet eenvoudig met een grote pl astic beker in de hand tot aan de r and gev uld met bier. Klot s kl ot s. Behoe dzaam lopen we tussen het publ iek do or dat motorisch onr ustig is en vol ver w achting . L ang w achten hoef t niet w ant al g auw betre den de muzikale helden, str ak in het pak , het po dium w aar hun muziek instr umenten al e en tijdje in het l icht v an de spot s staan te gl immen.

S p e e l l i j s te n o p r e ce p t

De muziek van de FLC ben ik altijd blijven volgen. In het CD tijdperk schafte ik wel eens een schijfje aan. Tegenwoordig volg ik ze via Youtube en Spotify. Zoals veel mensen ben ik een enthousiast muziekliefhebber. Niet een bepaald genre maar echt van alles. Vaak kan ik mijn enthousiasme voor de FLC of mijn liefde voor de Italiaanse zangeres Laura Pausini niet delen met mijn gepensioneerde leeftijdsgenoten. Maar dit terzijde. Van lekkere muziek raak ik in een goede stemming. Muziek wordt steeds meer geëxploiteerd als verbeteraar of begeleider van stemmingen. Op Spotify tref ik, naast speellijsten om in een vrolijke of melancholieke bui te komen, ook een lijst die het PMS (premenstrueel syndroom) helpt verlichten. Er zullen vast wel therapieën zijn waarbij de behandelaar specifieke speellijsten voorschrijft als medicijn. 24

Muziektherapie

Gek genoeg is de muziektherapie nagenoeg verdwenen binnen Lentis. In de jaren zeventig was dat anders. In die tijd had een muziektherapeut in het psychiatrisch ziekenhuis Groot Bronswijk groot succes met zijn orkest. Dit ensemble bestond uit een grote ritmesectie en een paar accordeons en mondharmonica’s voor de melodielijnen. Een soort Jostiband avant la lettre. Op feestelijkheden in de omliggende dorpen waren ze regelmatig van de partij om de feestvreugde te verhogen. Kom daar nu nog maar eens om. Muziekavonden in De Enk

Mijn moeder had een mooie stem en kon goed zingen. Ze zong in koren en tijdens personeelsreisje kreeg ze vaak de hele bus aan het zingen. Ook in het verpleeghuis was ze een gangmaker. De andere demente ouderen zongen lekker met haar mee. Tijdens het zingen was ze tekstvast, terwijl ze op andere momenten behoorlijk de kluts kwijt kon zijn. Het is een bekend verschijnsel dat ook mensen met vergevorderde Alzheimer tijdens het zingen of draaien van muziek ineens weer helemaal opleven en zich vaak nog allerlei teksten en melodieën herinneren. Het beïnvloedt de stemming positief. Van dit gegeven wordt ook in het verpleeghuis De Enk op de Lentis locatie in Zuidlaren gebruik gemaakt. Daar wordt wekelijks een muziekavond georganiseerd voor een vaste club liefhebbers van klassieke muziek. Er worden muziek DVD’s geprojecteerd op een groot doek en de muziek wordt via een goede geluidsinstallatie ten gehore gebracht. Meestal populair klassiek, bijvoorbeeld André Rieu of de muziek van Il Divo. De bewoners leven tijdens de muziek helemaal op. Ze neuriën mee of zitten genietend heen en weer te wiegen. En soms komen de traantjes van ontroering. Als ik zo ver ben hebben ze in mijn toekomstige tehuis hopelijk een goede karaoke installatie. Zodat ik My way van onder andere Frank Sinatra, als opa’s laatste kunstje, ten gehore kan brengen.


DE BI J ZONDER GE WONE K IK K ER DIE E V EN N A D ACH T

Door Foppe Oostenbrug Foto Klaas van Slooten

De kikker zat op zaterdagochtend om vier uur al wakker op een lelieblad in de sloot waar hij woonde. Het was herfst en het regende een beetje. Nog meer water, dacht de kikker en hij dronk thee en kwaakte luid om zich kenbaar te maken en ging toen de was doen van de week. Heel tevreden zat hij daar en dacht: wat moet ik op deze vrije zaterdag doen. Ineens wist hij het: ik ga de wereld in! Hij pakte zijn fietsje en fietste naar het dorp bij de boerderij vandaan. Hier was hij nog nooit geweest, wat spannend! Oei oei, auto’s begonnen te toeteren. Hij werd bijna van de sokken gereden en de stoplichten stonden op rood. Hij moest plassen en ging naar de bieb, las een Donald Duck en maakte van het toilet gebruik en dronk water. Toen sprong de kikker op een flat en toen nog hoger op het kerktorentje en bekeek alles vanuit de lucht en sprong toen over de maan met een hoge sprong en landde op zijn fietszadel en trapte hard naar huis. Hij haalde de was op en ging kikkerdril, watertorretjes en muggen eten en ging toen heel tevreden slapen. Het regende nog steeds en hij kwaakte als een brulkikker en lachte hard. Hij had een leuke zaterdag gehad!

25


In gesprek met Jan de Keijzer   Legaten

E E N Z I N V O L L E    HOUDT NIET

Donateurs

Door Anne Helmus

Twee jaar gele den stopte Jan de Keijzer v anwe ge pensionering met zijn werk al s direc teur behandel zaken v an Dig nis. D oor zich in te zetten voor de stichting Vrienden v an Dig nis is hij nog stee ds betrok ken bij de or g anisatie.

‘Vrienden van Dignis is ontstaan door een aantal fondsen samen te voegen ten tijde van de fusie van de Heymansstichting met de ouderenzorg van Lentis. Het was nog wel even zoeken in de archieven om bijvoorbeeld de gelden voortgekomen uit legaten van de Heymansstichting weer op te diepen. Samen met de middelen ondergebracht in het fonds Vrienden van de Enk en van het Holthuys ontstond er een potje. En er ontstond het idee om de Vrienden van Dignis op te richten.’ We l z i j n v e r h o g e n

‘De Vrienden van Dignis zetten zich in om de bewoners en cliënten van de verzorgingshuizen en verpleeghuizen iets extra’s te kunnen bieden. Het geld van de overheid wordt ingezet voor de directe zorg en behandeling. 26


over Vrienden van Dignis

I N V U L L I N G G E V E N A A N H E T L E V E N OP ALS JE OUDER WORDT Het gevolg is, dat Dignis - zoals iedere organisatie in de ouderenzorg - steeds minder kan besteden aan het welzijn voor de bewoners en cliënten. In de zorg gaat het echter ook om het welbevinden van mensen. Ieder mens heeft haar en zijn eigen levensverhaal en wenst een zinvolle invulling te geven aan het leven. Die behoefte houdt niet op als je ouder wordt en meer of minder nodig hebt.’

I n o v e r l e g m e t d e c l i ë n te n r a d e n

‘Onlangs zijn we alle locaties bij langs geweest en hebben alle door ons gefinancierde projecten van een schildje voorzien. Zodat bekend wordt wat we doen en het brengt mensen misschien op een idee zelf te doneren of iets aan te vragen. De leden van de cliëntenraden betrekken we altijd nauw bij nieuwe aanvragen. Zij weten vaak goed wat er speelt en nodig is.’

L e g a te n e n d o n a te u r s

De stichting Vrienden van Dignis krijgt onder andere geld uit legaten en er zijn donateurs die bijdragen. Jan zegt dat je niet zomaar alle legaten klakkeloos moet accepteren. Het kan ook een negatieve erfenis zijn. Ik heb ook wel eens gehoord dat aan een soortgelijke stichting een huis werd nagelaten dat nog onderdak bood aan familie. Dus enig vooronderzoek voordat je een legaat accepteert kan geen kwaad. Gedoe hierover kan behoorlijke imagoschade opleveren. Mensen die willen doneren of een bedrag willen nalaten kunnen een bestemming voor het geld aangeven. Zo wordt het geoormerkt geld. Mensen die iets schenken kunnen dit aftrekken van de belasting.

G e s p o n s o r d e a c t i v i te i te n

Vrienden van Dignis sponsorde een aantal activiteiten die het welzijn van ouderen verhogen: •

Voor het Heymanscentrum de aanschaf van de Koersballen, een gezelschapsspel dat lijkt op jeu de boules. De vriendenbus, met de Vriendenbus kunnen bewoners van de verzorgingshuizen en verpleeghuizen en cliënten van Dignis een uitstapje maken. Alleen of met familieleden en/of vrienden. Van een bezoekje aan het museum, winkelen bij Tuinland tot een rondrit over het Groninger Hogeland, het is allemaal mogelijk. 27

Tovertafel; het meest recent door het fonds gefinancierde project is de tovertafel, het is een interactief spel, dat mensen in beweging brengt. Het is speciaal ontworpen voor mensen met dementie. De bewegende beelden zorgen voor gezelligheid en een vrolijke sfeer. De mensen aan tafel gaan spontaan meedoen en herinneringen aan vroeger komen boven. Vlinders vangen, een strandbal overgooien, herfstblaadjes opvegen en spreekwoorden afmaken.

Jan zegt: ‘Ook zorgen we dat er elk jaar voor de 800 vrijwilligers die Dignis rijk is, een presentje is. Die kosten kunnen behoorlijk oplopen. Het is fijn dat we dit allemaal voor de mensen Van Dignis kunnen doen. Het is erg leuk om een beetje voor Sinterklaas spelen.’


Door Anne Helmus

HUBER T K L AV ER Ter wijl ik e en plekje zoek om te g aan zitten in de trein, zie ik een man zitten met e en w ar rige b os sl ier tige haren die zijn doorle e fde kop oml ijsten. Ik denk: ’ Die ken ik toch.’ Kl opt , ‘k We et het weer ik heb hem een ke er zien optre den in W inschoten w aar hij, Huber t Kl aver dus, e en g r appig verhaal ver telde op e en poëzie avond.

M e n s e n m o e te n v a a k l a c h e n

Hubert Klaver is een bekende verschijning op allerlei podia. ‘Met enige regelmaat reis ik door het hele land en soms tot Antwerpen aan toe om mijn verhalen te vertellen. Ik vind het contact met publiek heel belangrijk. Als ik optreed is het soms een beetje rumoerig in de zaal. Dat vind ik een goed teken. Niet zo muisstil als bij poëzie. Mensen moeten vaak lachen als ik mijn verhalen vertel.’

P s yc h o s e g e v o e l i g

In de vorige eeuw is hij ook een periode opgenomen geweest op de Therapeutische Gemeenschap de Bosrand op het terrein van het toenmalige Dennenoord te Zuidlaren. ‘Het was een andere tijdgeest. Men verwachtte veel van groepsbehandeling en praten. Uiteindelijk kreeg ik toch weer mijn medicijnen. Een lage dosering Haldol helpt mij het best. Als het wat minder gaat verhoog ik de dosis zelf. Dit heb ik zo met mijn behandelend psychiater afgesproken. Die zie ik zo een keer per jaar. Ook heb ik wel periodes zonder medicatie gefunctioneerd. Vanwege mijn leeftijd ga ik over naar het FACT team ouderen. Mijn leven zit in een rustig vaarwater. Van verliefd worden heb ik, misschien door het klimmen van de jaren, minder last. Door het optreden heb ik een uitgebreid netwerk opgebouwd en daardoor ook veel sociale contacten. ‘ Na het interview laat Hubert me een track van de CD getiteld: ‘Annie een dame vol verrassingen’ horen waar hij zijn verhalen vertelt met ondersteuning van muzikanten. Hubert is een Multitalent.

Hubert is al een groot deel van zijn leven psychosegevoelig. Het begon gedurende zijn studie. Gedurende een verliefdheid staken de psychosen de kop op. Later in zijn leven had hij met enige regelmaat periodes waar hij door een psychotische episode de regie over zijn leven een tijdje kwijt raakte. Verliefd worden op iemand was meestal een aanleiding. Hij heeft drie opnames meegemaakt en kent de wereld van de hulpverleners binnen de GGZ als geen ander.

Ben je nieuwsgierig geworden naar het werk van Hubert of wil je hem uitnodigen voor een optreden, ga dan naar zijn website: http://www.hubertklaver.nl/ Op deze website zijn ook twee gratis E-boekjes te lezen. Megawatje van Alfa tot Omega en Megawatje en de kleine jongetjes. De boekjes zijn uitgebracht in samenwerking met Rock Ink en ook als drukwerk te bestellen.

Hubert kan nog rustig over de straat

Terwijl ik naast hem neer plof kijkt hij me onderzoekend aan en vertel ik hem waar ik hem van ken. Al gauw raken we aan de praat. Hij vertelt dat hij net terug is van een reisje naar Duitsland waar hij samen met een vriendin een voorraad van 35 pakjes shag de man heeft ingeslagen. Gelet op het prijsverschil is dit een lucratieve onderneming. Met een lach streelt hij de tas waar de buit in is ondergebracht. Als we in Groningen zijn aangekomen hebben we elkaar beter leren kennen en een afspraak gemaakt om verder te praten. Bij Hubert thuis

Hubert zit al op de stoep te wachten als ik zijn straat in fiets. ‘De bel doet het niet en daarom wacht ik mijn bezoek altijd buiten op.’ Binnen in zijn appartement is het behaaglijk en gezellig. Het uitzicht heel levendig, veel mensen die op weg zijn om hun trein te halen passeren zijn raam. De muren van zijn compacte behuizing zijn geelbruin vanwege de frequente consumptie van de geïmporteerde rookwaren. Om mij een beetje te sparen schakelt Hubert een rookzuiveraar in en steekt er zelf nog eentje op.

I n r u s t i g e r v a a r w a te r

Hubert heeft een beetje een droogkloterige voorleesstijl. Dit in combinatie met zijn zwerverachtige uitstraling, werken zijn hilarische vertelsels zeker op de lachspieren. ‘Schrijven doe ik bijna niet meer, ik heb nu vooral succes met het voorlezen. Gelukkig kan ik putten uit een grote voorraad verhalen die ik ooit in mijn leven heb geschreven. Als ik ergens word uitgenodigd om voor te lezen maak ik er een dagje uit van. Overdag kijk ik een beetje rond in de plaats van bestemming en na het optreden ga ik weer met de trein naar huis. Rijk word ik er niet van. Soms krijg ik een klein bedrag en een onkostenvergoeding. Beroemd hoef ik ook niet te worden. Nu kan ik tenminste rustig over straat lopen zonder dat ik de vrouwen van me af hoef te slaan.’

28


Foto Bob de Vvries

KORT Stynke Castelein benoemd tot bijzonder hoogleraar Stynke Castelein, senior onderzoeker bij Lentis Research, is benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Herstelbevordering bij ernstige psychische aandoeningen’ aan de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, afdeling Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie, van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Meer weten? https://www.lentis.nl/2016/10/25/stynke-castelein-bijzonder-hoogleraar-aan-rijksuniversiteit-groningen/ Of bekijk hier het filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=8qjfIv1M6NI In een interview in het Dagblad van het Noorden legt Stynke uit dat eenzaamheid gif is voor de hersenen.

Ik ben hier op mien stee Leuk filmpje over wonen in ’t Holthuys. https://www.youtube.com/watch?v=k5vWyDqoHlw

III


Mijn psychiater Ik dwaal alleen Al jaren, kriskras Door dit doolhof Jij zegt tevergeefs Al vaker, rechtdoorzee Door mijn zwijgen

Over het touwtje Van het lampje Jij trekt eraan. En opeens Is er licht En vind ik mijn uitzicht Chantal van de Kolk

Illustratie Anna de Ruiter

Ik maal alleen Al uren, starend Naar dit plafond


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.