Amore 1

Page 1

14 Operatie

excellent

20 Mechelen mediastad 26 Leren

Magazine over Thomas More

01

voor leerkracht

28 Integratie KU Leuven

en meer

MAArt 2013

Thomas More uit de startblokken

Expect

more!

1


rubriek

‘Eén ding weten we zeker: op onze kennis staat een vervaldatum’

Machteld Verbruggen algemeen directeur Thomas More 2 amore

08


in dit nummer

wij

werk

wereld

en nog‌

12 Campus

20 Mechelen mediamagneet

28 Integratie

04 Klik

Masteropleidingen integreren in KU Leuven.

06 Kortom

Thomas More in cijfers. 14 Bovenste plank

Visitatiecommissie beloont aandacht voor kwaliteit. 18 Debat

Toelatingsproef: vloek of zegen?

18

Een toekomst in de media? Begin bij de bron! 24 Profiel

Greet Vleugels, verpleegkundige in Pulderbos.

08 Dialoog

32 Expat

Interieurstudente Tessa Verhagen ruilt Valkenswaard voor Mechelen.

34 Tag 36 Utopia

26 Scan

Hier rijpt het onderwijstalent van morgen.

20

AMORE is het communitymagazine van Thomas More. Verschijnt drie keer per jaar. Hoofdredactie Walter Machielsen Redactieraad Luc Damen, Nadine De Peu-

ter, Walter Machielsen, Willem Mees, Erika Pelemans, Sylvie Van Dun, Nele Van Herck, Machteld Verbruggen Concept en realisatie Stapel Magazinemakers www.stapel.be Fotografie Koen Bauters, Tini Cleemput, Benoit Vermeeren V.u. Machteld Verbruggen, Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen

32

06

Met dank aan

alle studenten, docenten en medewerkers van Thomas More. Info www.thomasmore.be Contact amore@thomasmore.be

03


rubriek klik

Fair play Sporten zonder scheidsrechter. In de nieuwe sporthal van Campus Turnhout leven toekomstige sportleerkrachten zich uit tijdens een stevig partijtje ultimate frisbee. Het opzet van deze hippe teamsport is eenvoudig: beide ploegen proberen door onderling passen te geven zo ver mogelijk door te dringen in vijandig gebied. Een geslaagde pas in de doelzone van de tegenstander levert ĂŠĂŠn punt op. Bij ultimate frisbee is fair play bijzonder belangrijk: er is namelijk geen scheidsrechter, dus zijn de spelers zelf verantwoordelijk voor een eerlijk spelverloop. Maar dat houdt onze eerstejaarsstudenten niet tegen om er een match van te maken waar de spanning van afdruipt.

4 amore


rubriek

5 5


rubriek

kort om

Eerste zit

Ik neem de lessen op en beluister ze thuis Kim Bols34 Eerste jaar Medical Management Assistant | Campus Turnhout

“Ik had al een diploma Office Management en werkte een tijdje als vertaler, maar dat lag me niet. Eigenlijk wou ik iets in de medische sector doen, maar omdat ik blind ben, is dat niet evident. Mijn huisarts overtuigde me om de stap te wagen. Vorig jaar ben ik gestart met één basisvak: Medische Terminologie. Intussen volg ik een aangepast programma van 31 studiepunten. De lessen neem ik op, om ze thuis te beluisteren. Gelukkig word ik goed opgevangen, zowel door docenten als studenten. De rest van de tijd spendeer ik aan mijn website met informatie voor blinden en slechtzienden. Van de Koning Boudewijnstichting kreeg ik daarvoor zopas een beurs van 7 500 euro: een extra motivatie om hard mijn best te doen.”  www.kimbols.be

Virtueel jobhoppen Campus de Nayer Op dinsdag 19 februari zakten meer dan 130 bedrijven af naar Campus De Nayer voor de jaarlijkse jobbeurs van de ingenieursopleidingen en de technologisch of ICT-georiënteerde professionele bachelors van Campus De Nayer en Campus Mechelen. Ook dit jaar was de campus te klein voor alle geïnteresseerde bedrijven. Daarom en ook als service voor internationale studenten, werden alle bedrijven geregistreerd in een virtuele online jobbeurs. Uiteindelijk bleef de teller staan op 147: een nieuw record voor Thomas More. Ter voorbereiding ontvingen de studenten een bedrijvengids en volgden alle laatstejaars sollicitatieworkshops. Ook voorlaatstejaars bezochten de beurs in het kader van stage, eindwerk of masterproef. Zo konden de meer dan 350 recruiters uit bedrijven kennismaken met bijna 1 000 studenten, wat van deze beurs waarschijnlijk de grootste van Vlaanderen maakt. Expect more …  Virtuele beurs www.thomasmore.be/onlinejobbeursdenayer  Info jobbeurs www.thomasmore.be/jobbeursdenayer

6 amore


rubriek

That’s Am re! Een nieuw magazine

Voor je neus ligt Amore, het gloednieuwe maga­ zine van Thomas More. Amore is een commu­ nityblad voor al wie van dicht of van ver bij de hogeschool betrokken is: studenten en docenten uiteraard, maar ook ouders, bedrijven en partner­ instellingen. Voor de naam van het blad deden we een beroep op de creativiteit van studenten en medewerkers. Uit 43 inzendingen met meer dan honderd voorstellen koos de redactie voor Amore, een vondst van Hannelore Casteels, die in Antwerpen Handelswetenschappen studeert. “De naam verwijst naar het Franse amour en het Italiaanse amore”, zegt Hannelore. “Het magazine moet er immers toe bijdragen dat de lezers de nieuwe hogeschool snel in het hart sluiten.”

Campus De Molen

Klaar

voor de toekomst Nu zitten de professionele bachelors in Antwerpen nog over verschillende campussen verspreid. Maar vanaf het academiejaar 2013-2014 kunnen ze in het hartje van de stad terecht op de gloednieuwe Campus De Molen, zoals de vernieuwde en uit­ gebreide Campus Sanderus voortaan zal heten. Het pronkstuk in dit architectonische hoogstandje wordt het grote auditorium met plaats voor 350 studenten. Meteen is Thomas More in Antwerpen klaar voor een uitdagende toekomst.

7


rubriek dialoog

‘Wij bereiden studenten voor op een wereld waarin alles steeds sneller gaat’ Vanaf dit academiejaar varen Lessius Hogeschool en Katholieke Hogeschool Kempen onder de vlag van Thomas More, met aan het roer een kersverse kapitein. Samen met de nieuwe bestuursploeg is algemeen directeur Machteld Verbruggen vastbesloten om van de nieuwe naam een kwaliteitslabel te maken.

8 AMORE amore


rubriek

Machteld Verbruggen algemeen directeur Thomas More

9


dialoog

“Faciliteren”, zo omschrijft Machteld Verbruggen haar taak als algemeen directeur. “Het is mijn job om de mensen achter eenzelfde visie te scharen. Om ervoor te zorgen dat ze over de juiste middelen beschikken, zodat ze in staat zijn die visie waar te maken. Maar dat doe ik niet alleen. Thomas More beschikt over een collegiale bestuursploeg, waarbij iedereen vanuit zijn invalshoek bijdraagt tot een goed resultaat. Voor elke beslissing geldt: wij stemmen niet, wij gaan akkoord! Dat is onze kracht.”

Machteld Verbruggen algemeen directeur Thomas More Mijn hobby’s? “Echte hobby’s heb ik niet”, zegt Machteld Verbruggen. “Als ik echt tijd wil voor mezelf, dan duik ik in een boek. Ik ben een echte boekenwurm. Ik lees management­ literatuur en heel veel over onderwijs, maar net zo goed een spannende detective of een historische roman.”

10 amore

Hoe ben je bij Thomas More terechtgekomen? “Ik ben een onderwijsmens. Ook tijdens mijn rechtenstudie heb ik altijd naar het raakvlak met onderwijs gezocht. Die passie heb ik van thuis meegekregen: mijn moeder was namelijk schoolhoofd. Na mijn doctoraat kon ik als juridisch adviseur aan de slag bij Karel de Grote Hogeschool. Twee jaar later was ik directeur strategisch beleid: een bijzonder leerrijke ervaring. En na een korte tussenstop in de Guimardstraat zag ik de vacature voor algemeen directeur bij Thomas More: een job in het verlengde van wat ik graag doe en goed kan. Ik ben blij met deze uitdaging. Hier komt voor mij alles samen.” Wat waren je eerste indrukken van de hogeschool? “Hier lopen veel capabele mensen rond, die net als ik gepassioneerd zijn door onderwijs en onder-

zoek. Er zijn grote verschillen tussen de campussen, maar ze zijn ook uitermate complementair. Deel van de uitdaging bestaat erin om te werken aan een gezamenlijke cultuur, zonder aan de eigenheid te raken. Het feit dat onze school geografisch gespreid is over verschillende steden, beschouwen wij als een troef. In een sterk geglobaliseerde wereld zoeken mensen naar houvast, naar herkenbaarheid. Daar spelen wij met Thomas More op in. Wij zijn niet alleen zeer herkenbaar in de gemeenten waar we zitten. We beschikken er ook over goede relaties met het werkveld, wat ons in staat stelt om mooie stageplaatsen aan te bieden en intensieve samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven uit te bouwen.” Vanwaar de naam Thomas More? “Een nieuw project vraagt om een nieuwe naam. Verdergaan onder een van de bestaande namen was geen optie. We wilden niet de perceptie creëren dat de ene hogeschool in de andere zou opgaan. Onze hogeschool is het resultaat van een fusie, de som van verschillende delen én een project met ambitie. Zo kwamen we uit bij Thomas More, een Engelse humanist die ook in onze regio heeft verbleven. Het is een naam met een open blik op de wereld, die tegelijk voldoende speelruimte laat om te zeggen wat we willen doen. Vandaar ook Expect More, de baseline van onze campagne.”


Wat lag aan de basis van deze fusie? “Het hoger onderwijs is de voorbije jaren grondig hervormd. In essentie bieden de hogescholen alleen nog praktijkgerichte bacheloropleidingen aan. De academische masteropleidingen – tolk, industrieel ingenieur, enzovoort – behoren voortaan tot de verantwoordelijkheid van de universiteiten. Elders in Europa is dat al langer het geval, en op die manier schakelen we onze diploma’s gelijk met die in het buitenland. Het gevolg is dat de hogescholen te klein worden, en dus moeten ze zich groeperen om performant te blijven. Maar uiteindelijk maakt het ons ook sterker. Het dwingt ons om op zoek te gaan naar wat ons bindt. Naar manieren om elkaars knowhow optimaal te benutten.” In hoeverre zit de fusie al in de hoofden van de mensen? “We willen niets overhaasten. Het is belangrijk dat zowel docenten als studenten de fusie als iets positiefs ervaren. Door dat veranderingsproces snel aan iedereen op te dringen, draag je daar niet toe bij. De mensen van de ondersteunende diensten worden dagelijks met de fusie geconfronteerd: zij werken vandaag al intensief samen. De studenten moeten vooral voelen dat ze op een goede hogeschool zitten. Zij hebben geen boodschap aan het achterliggende verhaal. Maar op termijn moeten ze zich wel met de naam Thomas More

kunnen identificeren. Omdat het een kwaliteitslabel is, waarop ze trots mogen zijn.” Wat zijn de grote uitdagingen waar Thomas More vandaag voor staat? “Ik denk dat ik spreek voor alle hogescholen, als ik zeg dat de huidige digitalisering een immense uitdaging is. Hoe zorgen we ervoor dat het onderwijs bij de tijd blijft, zonder in gadgets te vervallen? Wij willen de hogeschool zijn waar je op de meest moderne manier studeert. Waar je klaargestoomd wordt voor een wereld waarin alles steeds sneller gaat. Het is een voortdurende zoektocht, want wat gisteren goed was, is dat vandaag al niet meer. Dat vergt een grote investering: niet alleen in de juiste apparatuur, maar ook in de opleiding van onze medewerkers.” Ook de arbeidsmarkt verandert voortdurend. “Klopt, en ook daar moeten we alert voor zijn. Je bewijst niemand een dienst met een diploma waarmee je nergens aan de slag kunt. En dus passen we ons aanbod voortdurend aan op basis van wat de arbeidsmarkt vraagt. Omgekeerd is het een illusie te denken dat we volleerde professionals kunnen afleveren. Eén ding weten we zeker: op onze kennis staat een vervaldatum. De jobs van de toekomst kunnen we ons vandaag niet eens voorstellen. We moeten studenten wapenen om met die veranderingen om te

gaan. Zij zullen minstens 45 jaar aan de slag moeten blijven. En dat betekent: levenslang leren. Van onze docenten verwachten we de pedagogische en didactische vaardigheden om een hoog niveau te garanderen. Dat zijn we niet alleen aan onze studenten, maar ook aan de maatschappij verplicht.” Hoe hou je zelf de vinger aan de pols? “Mijn tienerkinderen houden me bij de zaak. Ik voel mezelf nog jong, maar eigenlijk ben ik een generatie ouder dan de studenten voor wie we het allemaal doen. Het is cruciaal om die leefwereld goed aan te voelen. Niet om daar blindelings in mee te gaan: we brengen geen entertainment. Maar het is wel noodzakelijk om naar elkaar te luisteren. Dat is misschien wel mijn belangrijkste opdracht: luisteren, naar studenten, naar docenten, naar het werkveld, en hun verwachtingen vertalen in een kwalitatief aanbod, waar iedereen beter van wordt.” 11


campus

in cijfers

1

6

7 2 3 5 4

17 715

57%

meer dan

studenten

7 campussen

1 620

2 850

3

Lier

4

Mechelen

5

Campus De Nayer

800 studenten

700

4 515 studenten

100

2 950

Sint-Katelijne-Waver 1 580 studenten 100

6

Turnhout

7

Vorselaar

1 380 studenten 930 studenten

1 565

1 320

180

>> B iotechniek >> G ezondheidszorg

1 260

1 480

1 050

750

1 370

>> A rchitectuur

Populaire opleidingen 1 130

>> H andelswetenschappen

en Bedrijfskunde 815 Bachelor in het Onderwijs Secundair Onderwijs

4 470 studenten

1 155

Bachelor in het Onderwijs Lager Onderwijs

Geel

2 885

Bachelor in de Toegepaste Psychologie

2

4 040 studenten

Bachelor in de Verpleegkunde

Antwerpen

330

>> I ndustriĂŤle

Wetenschappen en Technologie >> O nderwijs >> So ciaal-Agogisch

67

nationaliteiten 12 amore

opleidingen

8 studiegebieden

Bachelor in het Bedrijfsmanagement

1

100

43%

>> T OEGEPASTE

Werk

TAALKUNDE


3

1

lier

7

Antwerpen

vorselaar

4

5

Campus De Nayer

mechelen

geel

2

6

turnhout 13


WIJ

PLANK excellent

Aandacht voor kwaliteitszorg werpt vruchten af

Om de acht jaar evalueert een visitatie­ commissie de kwaliteit van onze opleidingen. Het voorbije jaar kreeg Thomas More maar liefst acht keer de beoordeling ‘excellent’ opgespeld. Een kus van de juf en een bank vooruit?

D

at een opleiding voor verschillende criteria ‘excellent’ behaalt, is uitzonderlijk”, zegt Hilde Sels, die in de dienst Strategie en Kwaliteit van Thomas More de inspanningen rond kwaliteitszorg coördineert. “In 2012 overkwam het zowel de opleiding Bouw als de opleiding Sociaal Werk: een

14 amore

hele eer voor onze hogeschool. Bouw scoorde drie keer excellent, Sociaal Werk deed daar nog eentje bovenop. Ook Bedrijfsmanagement en de banaba Audiovisuele Communicatie kregen een excellent, net als Toegepaste Informatica in 2011. We mogen dus spreken van een goed jaar, ook al komen die resultaten niet uit de lucht gevallen. Kwaliteitszorg is voor ons geen loos begrip. Wij werken hard aan een cultuur waarbij iedereen van een sterk kwaliteitsbesef doordrongen is.”

Menselijk aspect Kwaliteitszorg is een discipline die haar oorsprong vindt in de


‘ Wij werken hard aan een cultuur waarbij iedereen van een sterk kwaliteitsbesef doordrongen is’ Hilde Sels Coördinator kwaliteitszorg

ons minstens even belangrijk. De hele organisatie is bij kwaliteitszorg betrokken. En dan bedoel ik niet alleen de docenten, maar ook de ondersteunende diensten. Alles hangt immers samen.”

Grote betrokkenheid bedrijfswereld en die oorspronkelijk tot doel had processen te optimaliseren en een hogere efficiënte na te streven. Gaandeweg vond het begrip zijn weg naar de zachte sector – onderwijs en zorg – waar het vooral een menselijke invulling kreeg. “Binnen Thomas More is dat bij uitstek het geval”, aldus Hilde Sels. “Uiteraard hanteren we net als de bedrijfswereld een geijkte methodiek om de kwaliteit van ons aanbod volgens objectieve maatstaven te meten en bij te sturen – een model dat we samen met een aantal andere hogescholen ontwikkelden. Maar het menselijke aspect is voor

Volgens Hilde Sels is inspraak voor de medewerkers cruciaal, naast een goede doorstroming van informatie. “Er leeft bij iedereen een grote betrokkenheid om onze studenten het best mogelijke onderwijs te garanderen. Al onze medewerkers trekken mee aan die kar. Het bezoek van een visitatiecommissie brengt extra werk en stress met zich mee, maar we zien het toch vooral als een kans om na te gaan of we nog op het goede spoor zitten. Onze hogeschool werkt met raden, en de leden daarvan doen heel wat meer dan strikt genomen van hen wordt verwacht. Zo hebben de leden van de kwaliteitsraad al de visitatierapporten van de hogescholen gescreend om te leren

uit de aangestipte algemene verbeterpunten en goede praktijken. Daar is veel werk in gekropen, maar het heeft geloond. De vele excellenten zijn het mooiste bewijs daarvan. Ze geven ook energie om verder te gaan op de ingeslagen weg.”

En de studenten? Een blik op de visitatierapporten leert ons dat Thomas More bijzonder goed scoort op het vlak van studiebegeleiding. Studenten ervaren een lage drempel om docenten aan te spreken en problemen aan te kaarten. Dat blijkt ook uit de perceptiemetingen en de tevredenheidsenquêtes die Thomas More op eigen initiatief organiseert. Hilde Sels: “Wij slaan onze studenten niet met onderzoeken om de oren, maar het is wel belangrijk dat ze inspraak hebben. Dat ze zich goed in hun vel voelen op onze school en tevreden zijn over de opleiding die ze krijgen. Dat is voor ons nog altijd de beste graadmeter.” 15


Ellen Milants Docent Recht Sociaal Werk Campus Geel

‘Dit resultaat is van ons allemaal’ 4x excellent

B

ij kwaliteitszorg denk je spontaan aan meten en evalueren. Aan alles volgens het boekje doen. Voor mij als docent gaat het echter veel verder dan dat. Het is een ingesteldheid waarmee je op de werkvloer staat. Binnen Sociaal Werk wordt iedereen actief bij kwaliteitszorg betrokken. We beschouwen het niet als iets wat het beleid ons oplegt om een bepaalde norm te behalen. Werken aan kwaliteit is voor ons iets vanzelfsprekends. We denken voortdurend na over hoe we onze opleiding kunnen verbeteren. Dat heeft zeker meegespeeld in de beoordeling van de visitatiecommissie.” Wat maakt de aanpak bij Sociaal Werk zo specifiek? “Wij werken volgens het principe van de waarderende benadering. Wij kijken per vak wat werkt, en hoe we dat systematisch kunnen verbeteren. Door de focus te leggen op wat goed gaat, trek je vanzelf het niveau van de hele opleiding omhoog. Daarbij hechten we veel belang aan een persoonlijke benadering van onze studenten. Ze spreken de docenten aan bij de voornaam, kunnen altijd bij ons terecht als ze met vra-

16 amore

gen zitten … Die laagdrempeligheid stellen ze erg op prijs.” Was je zelf bij het bezoek van de visitatiecommissie betrokken? “Ik ben zelf niet voor de commissie moeten verschijnen, maar ik heb het uiteraard wel van nabij gevolgd. Het feit dat je beoordeeld wordt, brengt iedereen heel dicht bij elkaar. Elke docent draagt zijn steentje bij om een goede beurt te maken. Achteraf hebben we de beoordeling in alle openheid besproken. Iedereen kreeg het verslag in zijn mailbox. Want voor die excellenten hebben we met heel de opleiding gezorgd. Daar heeft ons departementshoofd ook sterk de nadruk op gelegd.” Zijn jullie trots op dit resultaat? “Dat spreekt voor zich. We hebben de excellenten uitgebreid gevierd, wat niet wil zeggen dat we op onze lauweren rusten. Er ligt nu een masterplan op tafel dat we vanaf volgend academiejaar gaan uitrollen, en waarin alle aandachtspunten uit het rapport een plaats hebben gekregen. Alles kan altijd beter.”


‘Meer dan richtlijnen en afspraken’

K

3x excellent

waliteit is een ruim begrip. Op het intranet voor de docenten staat een kwaliteitshandboek met richtlijnen en afspraken. In een grote instelling als Thomas More is dat nodig om ervoor te zorgen dat alles gestroomlijnd verloopt. Maar voor mij is kwaliteit veel meer. Het heeft ook te maken met de manier waarop je studenten benadert. Hun iets bijbrengt dat ze later in de praktijk kunnen gebruiken. Elke collega vertrekt vanuit zijn eigen expertise. Ik vind het belangrijk dat we die ruimte krijgen.”

En dat lukt? “Ik ben architect van opleiding en ik heb dertien jaar in de bouwsector gewerkt. Alles wat ik daar geleerd heb, dat krijgen onze studenten in tweeënhalf jaar tijd te verwerken. Daar stond ik in het begin echt wel van te kijken. Ik vind het straf dat onze studenten zo op de praktijk worden voorbereid. Daar is op de arbeidsmarkt ook grote vraag naar. De stagestudenten die ik jaarlijks begeleid, kunnen zo aan de slag bij het bedrijf waar ze stage hebben gelopen. Dat zegt toch genoeg?”

Was je zelf bij het bezoek van de visitatiecommissie betrokken? “Toch wel, zij het vooral op de achtergrond. De commissie heeft mij en enkele andere docenten uitgenodigd voor een vragenrondje. Ook de directie en de studenten werden gehoord. De opleidingscoördinator en de kwaliteitscoördinator hebben ons wel actief bij het voorbereidingsproces betrokken. Maar eigenlijk is kwaliteit een voortdurend aandachtspunt. Een paar keer per jaar komen we samen om de vakinhouden op elkaar af te stemmen. We willen onze studenten een samenhangend onderwijspakket aanbieden.”

Hoe werden de excellenten bij jullie onthaald? “Onze opleidingscoördinator heeft de resultaten uit het visitatierapport toegelicht. En daar hebben we een glaasje op gedronken. Maar eigenlijk vind ik het jammer dat we daar niet meer mee naar buiten zijn gekomen. We beschikken over de beste bachelor van alle bouwopleidingen in Vlaanderen: daar mogen we best wat meer lawaai rond maken!” Davy Stroobants Docent Bachelor Bouw Campus Geel

17


debat

‘zelf beslissen over je toekomst’ “Ik ben geen voorstander van een toelatingsproef. Volgens mij creëer je op die manier een soort klassenonderwijs, waarbij het alleen aan een bepaalde elite gegund is om een hoger diploma te behalen. Studenten van goede komaf hebben veel meer mogelijkheden om extra lessen te betalen en zich op die manier op zo’n examen voor te bereiden. Dat is niet fair ten opzichte van wie het minder breed heeft. Bovendien is een toelatingsexamen altijd een momentopname. Niet iedereen presteert altijd even goed, zeker niet onder de stress die zo’n eenmalige proef met zich meebrengt. Ik vind het zeer bedenkelijk dat een mindere prestatie je hele toekomst hypothekeert.”

“Dat een toelatingsexamen een manier is om een overaanbod van bepaalde diploma’s op de arbeidsmarkt tegen te gaan, vind ik een flauw argument. De arbeidsmarkt evolueert TOM22 voortdurend. Het is bijna onmogelijk om te voorspellen welke profielen over twintig jaar gegeerd zullen zijn. Studenten moeten zelf kunnen beslissen hoe ze hun toekomst willen uitbouwen. Bovendien hebben sommige diploma’s ook een maatschappelijk nut. Wie geschiedenis studeert, heeft niet meteen uitzicht op een concrete job, maar het is wel belangrijk om die kennis door te geven. En uiteindelijk is de kans om in de werkloosheid te belanden veel kleiner als je een diploma hebt, ongeacht de richting die je hebt gekozen.”

CON

Vloek of zegen?

“Een toelatingsproef die niet bindend is, valt eventueel te overwegen, op voorwaarde dat “Als het echt de bedoeling is die goed omkaderd is. Bijvoorom de slaagkansen van stubeeld door bepaalde cursussen denten te verhogen, dan stel ik aan te bieden, zodat studenten voor om het examensysteem de kans krijgen om zich bij opnieuw te bekijken. Heel te scholen voor die vakken wat richtingen zijn niet mee waarop ze minder scoren. In de geëvolueerd en louter theorepraktijk zie ik dat echter niet tisch opgebouwd. Een cursus gebeuren. Mensen die pleiten van 800 pagina’s is niet meer van voor toelatingsexamens, doen deze tijd. Door tijdens het jaar dat doorgaans uit budgettaire verschillende evaluatiemomenoverwegingen. Terwijl zo’n extra ten in te bouwen, bewijs je stuomkadering natuurlijk geld kost.” denten een veel grotere dienst.” 18 amore

Toelatingsproef

Tom Goossenaerts22 Schakeljaar Handelswetenschappen Campus Antwerpen


‘inschatten waar je werkpunten liggen’ “Ik heb zelf ooit een toelatingsproef moeten afleggen, toen ik van de lagere school naar het college ging. Het was een soort oriëntatieproef, met veel taal en wiskunde, om na nathan25 te gaan of je het niveau van de school wel aankon. Achteraf bleken de resultaten dicht bij de waarheid te zitten. Leerlingen die een negatief advies in de wind sloegen, raakten vroeg of laat in de problemen.”

PRO Studeren is een dure aangelegen­ heid, niet alleen voor de ouders, maar ook voor de maatschappij. Een toelatingsproef is een goede manier om de slaagkansen van studenten te verhogen. Of toch niet?

Nathan Vandamme25 Master Tolken Campus Antwerpen

dat studenten inzicht biedt in de studierichting die ze voor ogen hebben. Welke vakken worden er gegeven? Welke basiskennis wordt er verwacht? Welke openingen zijn er naar de arbeidsmarkt? Het zou een mooie vorm van eerlijkheid betekenen vanuit de scholen. In de brochures laten al die studierichtingen zich van hun beste kant zien. Dat het vaak hard werken is voor wie niet over de juiste bagage beschikt, wordt er niet bij verteld.”

“In het hoger onderwijs mogen ze een dergelijke oriëntatie“Tegelijk vind ik dat een proef gerust veralgemenen. Ik negatief advies niet bindend zie te veel studenten die zomaar mag zijn. Competentie loopt iets bijstuderen omdat ze nog niet altijd parallel met motigeen zin hebben om te gaan vatie. Wie niet slaagt voor de werken of omdat hun eerste oriëntatieproef, maar toch studiekeuze niet was wat ze zwaar gemotiveerd is om voor ervan verwachtten. Zonder de een bepaalde studierichting ambitie om echt iets met dat te kiezen, kan op basis van de diploma te doen. Terwijl hoger resultaten beter inschatten waar onderwijs handenvol geld zijn werkpunten liggen. Het kan kost. Niet alleen aan de ouders, een extra stimulans betekenen maar ook aan de maatschappij, om nog harder te werken. Maar doordat jongeren op die maeen studierichting verbieden op nier later op de arbeidsmarkt basis van een oriëntatieproef, verschijnen. Het is een kwestie daar ben ik geen voorstander van eerlijk zijn ten opzichte van. Veel belangrijker is een van jezelf, je ouders en je goed onderbouwd advies, dat ambities in het leven.” duidelijk maakt waarom bepaalde competenties belangrijk zijn. “Ik zie zo’n proef vooral als Het is aan de student om daar een soort maturiteitsexamen, zijn conclusies uit te trekken.” 19


werk

Van 3 tot 5 juli is Mechelen de trotse gaststad voor het driejaarlijkse wereldcongres voor journalistieke opleidingen. Tegelijk kiezen steeds meer Vlaamse media足bedrijven voor de Dijlestad als uitvalsbasis. Waar die bijzondere aantrekkingskracht vandaan komt, weten we bij Thomas More heel goed.

Mechelen media magneet Een toekomst in de media? Begin bij de bron!

20 amore


T

elenet, Wolters-Kluwer, Sanoma, productiehuis Sultan Sushi, communicatiebureau Luon … Er lijkt geen einde te komen aan het rijtje mediaspelers dat zich de voorbije jaren in Mechelen vestigde. Als klap op de vuurpijl was er vorig jaar het gerucht dat ook de VRT haar omroepgebouw naar Mechelen zou verhuizen. Of het ooit zover komt, is zeer de vraag, maar dat Mechelen bij heel wat mediabedrijven goed aangeschreven staat, is duidelijk.

Leerwerkbedrijven Ook Thomas More beschikt sinds jaar en dag over een cluster aan mediaopleidingen in Mechelen. Elk jaar studeren er 300 toekomstige mediaprofessionals af aan de bacheloropleidingen Journalistiek, Communicatiemanagement en Informaticamanagement & Multimedia. De

interactieve postgraduaten Mica (Manager Interactieve Communicatie), Pica (Producer Digitale Media) en Copy (Copywriter), de banaba Toegepaste Audiovisuele Communicatie (Batac) en het postgraduaat Internationale Researchjournalistiek leveren samen nog eens tachtig goed opgeleide mediaspecialisten af met unieke expertise. “Onze hogeschool geniet een goede reputatie binnen de mediasector”, zegt Herman Duponcheel, opleidingshoofd van de bachelor Journalistiek en directeur van het domein Communicatie, Media en Toerisme. “Veel heeft te maken met ons onderwijsmodel, dat behoorlijk uniek is. Wij werken heel praktijkgericht, volgens het principe van Practice Enterprise. Samen met de studenten zetten wij leerwerkbedrijven op, waarin ze op een authentieke en realistische manier leren hoe ze een product in de markt moeten zetten.”

Eigen televisiestudio Binnen de opleiding Journalistiek is dat 21bis.be, een autonoom leerwerkbedrijf dat kant-en-klare content levert aan verschillende media. “Wij maken wekelijks een jongerenprogramma voor de regionale televisiezender RTV”, aldus Herman Duponcheel. “Maar we publiceren ook magazines, schrijven teksten voor websites en kranten en maken radioprogramma’s. Daarbij volgen we dezelfde wetten en regels als een normaal mediabedrijf: wij imiteren de werkelijkheid niet, wij maken er deel van uit. Daarom beschikken wij als enige opleiding Journalistiek in Vlaanderen over een eigen televisiestudio. Dat stelt ons in staat om producten af te leveren die op alle vlakken aan de professionele norm voldoen.”

Kruisbestuiving De andere mediaopleidingen in Mechelen werken volgens hetzelfde model. Zo is Communicatiemanagement gestart met Maurice, een volwaardig communicatiebureau dat campagnes verzorgt voor bestaande klanten. De studenten Informaticamanagement & Multimedia maken professionele websites via het leerwerkbedrijf Designosource. “En ook onderling werken al die bedrijfjes samen”, zegt Herman Duponcheel. “Zelfs met opleidingen die buiten ons vakgebied vallen. Het principe van Practice Enterprise maakt immers mooie kruisbestuivingen mogelijk. Zo bouwde Designosource de website voor 21


Talent binnen bereik Dat mediahuizen zich thuis voelen in Mechelen is volgens Walter Walgraeve, adviseur-afdelingshoofd Marketing & Communicatie bij de stad Mechelen, meer dan het resultaat van een sterk staaltje citymarketing. “Er zijn wel degelijk omgevingsfactoren die ertoe bijdragen dat mediabedrijven bewust voor onze stad kiezen. Mechelen is centraal gelegen, makkelijk bereikbaar vanuit alle hoeken van het land – op een boogscheut van Brussel en Zaventem – en relatief filevrij. Human capital is in Mechelen dan ook extreem bereikbaar. De meeste grote onderwijsinstellingen in Vlaanderen liggen op minder dan één uur rijden. Bovendien beschikken we met Thomas More over een sterke cluster van mediaopleidingen in eigen stad. Het mediatalent ligt hier voor het grijpen.”

Crossmediale realiteit Intussen voert het Mechelse stadsbestuur een actief beleid om mediabedrijven aan te trekken. “Het ondernemershuis, bedoeld om jonge starters vooruit te helpen, heeft een deel van zijn dienstverlening afgestemd op de specifieke noden van de mediasector. Via het traject Mechelen in Beweging werken we hard aan de leefbaarheid van de stad, om jonge mensen hier te houden. En uiteindelijk trekt de dynamiek ook zichzelf op gang. We leven vandaag in een crossmediale realiteit. Dat maakt het extra interessant voor mediabedrijven om dicht bij elkaar te zitten. En dat treft: er is plaats voor iedereen.”

22 amore

21bis.be en voor het komende wereldcongres. De studenten Interieurvormgeving nemen dan weer de televisiedecors voor hun rekening. Op die manier proberen we verschillende disciplines te integreren in één product, wat voor de studenten een immense verrijking betekent.”

‘Wij imiteren de werkelijkheid niet, wij maken er deel van uit’ Extra muros Ook op andere vlakken werken de mediaopleidingen hard aan een aanwezigheid buiten de schoolmuren. Het feit dat Mechelen zich de voorbije jaren actief als mediastad profileert, is uiteraard een mooie troef, vindt Herman Duponcheel. “We zijn


rubriek

Community News Room, een fysieke plaats in het stadsbeeld van waaruit we televisie kunnen maken en waar mensen gewoon kunnen binnenstappen om samen met ons te experimenteren.”

Voortrekkersrol

actief betrokken bij een aantal initiatieven binnen de stad. Een daarvan is Villa Crossmedia, een prestigieus project dat met Europese steun in verschillende steden wordt uitgerold. Onze studenten werken er samen met Mechelse jongeren aan mediawijsheid: zelf media maken, maar ook kritisch leren omgaan met berichtgeving. Een ander project is JailTV: televisieprogramma’s voor én met gedetineerden, die aanvankelijk op het interne kanaal van de Mechelse gevangenis werden uitgezonden en in 2012 naar Leuven-Centraal werden verplaatst. Daarnaast denken we hardop na over een

En dat allemaal in Mechelen, een provinciestad met niet meer dan 83 000 inwoners. Zit er dan toch iets in het Dijlewater dat het mediatieke karakter van de stad verklaart? Volgens Herman Duponcheel zorgt net de kleinschaligheid ervoor dat Mechelaars de dingen altijd net iets anders aanpakken. “Wij moeten extra hard ons best doen om op te vallen tussen onze grote broers in Antwerpen en Brussel. Precies daardoor spelen we vaak een voortrekkersrol. Zo zijn we actief betrokken bij Beyond (Y)our Wor ld, een project in opdracht van de Europese Commissie om de tanende aandacht voor buitenlandse berichtgeving te counteren. De komende twee jaar mogen we telkens twintig studenten naar een ontwikkelingsland sturen om daar verhalen te rapen, die nadien ook echt worden gepubliceerd. Om dezelfde reden is Thomas More partner van het gloednieuwe Vlaams Kenniscentrum van Mediawijsheid, dat op 1 februari door minister Lieten in het leven werd geroepen. Wij stomen studenten niet alleen klaar voor de media; we willen de media ook mee bepalen. Op die manier drukken we zelf onze stempel op de toekomst van het vak.”

Wereldcongres Van 3 tot 5 juli is het prestigieuze World Journalism Education Congress te gast in Mechelen. Meer dan driehonderd onderwijsprofessionals van over de hele wereld komen er drie dagen lang debatteren over de rol van journalistieke opleidingen en de toekomst van het vakgebied. “Dat Mechelen gaststad is, vinden wij uiteraard een hele eer”, zegt Herman Duponcheel. “Het congres – een initiatief van de World Journalism Education Council met zetel in Oklahoma – vindt om de drie jaar plaats, telkens in een ander werelddeel. De eerste editie streek neer in Singapore, de tweede in Zuid-Afrika. Samen met de andere opleidingen journalistiek in Vlaanderen en Nederland heeft Thomas More hard aan de kar getrokken om het evenement naar hier te halen. We zijn concurrenten van elkaar, maar als het erop aankomt om de belangen van onze opleidingen te verdedigen, trekken we aan hetzelfde zeel. Dit congres is daar een mooi voorbeeld van.”

www.wjec.be 23


rubriek

‘Kinderen met liefde en warmte omringen: ik heb mijn droomjob gevonden’

Greet Vleugels27 Bachelor Verpleegkunde Banaba Pediatrische Gezondheidszorg Werkt sinds juni 2012 in het Revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren Pulderbos (ZANDHOVEN)

24 amore


profiel

Greet Vleugels studeerde af als verpleeg­ kundige in Lier en deed er nog een banaba in Pediatrische Gezondheidszorg bovenop. In juni 2012 ging ze aan de slag in Revalidatiecen­ trum Pulderbos in Zandhoven, waar ze de zorg voor kinderen en jongeren met epilepsie en de neurologische revalidatie op zich neemt.

Verpleegkundige

I

n Revalidatiecentrum Pulderbos verblijven kinderen en jongeren van 0 tot 21 jaar die kampen met neurologische aandoeningen of ademhalingsproblemen. Vaak hebben ze een intensieve revalidatie nodig waarvoor ze niet in een gewoon ziekenhuis terecht kunnen. Twee jaar geleden werd het centrum uitgebreid met Respijthuis Limmerik, een huiselijke omgeving voor de opvang van chronisch zorgbehoevende kinderen. De instelling werkt onder meer samen met Thomas More voor het vak Interdisciplinaire chronische zorg voor het kind, dat deel uitmaakt van de opleiding Verpleegkunde. En af en toe blijft een van onze studenten er hangen. Zoals Greet Vleugels, die als verpleegkundige in het epilepsiecentrum mocht beginnen.

Liefde en warmte “Ik werk met kinderen die een intensieve behandeling krijgen voor hun epilepsie”, zegt Greet. “De jongste is acht, de oudste negentien. Zij verblijven hier van maandag tot vrijdag voor observatie en behandeling. Het is mijn taak om hen goed in het oog te houden. Bij een epilepsieaanval moet ik precies kunnen beschrijven wat er gebeurd is, zodat de artsen de medicatie daarop kunnen afstemmen. Binnen mijn taak is het belangrijk de kinderen met veel liefde en warmte te omringen. Zo’n verblijf in Pulderbos is voor hen allerminst evident.

Wij proberen het voor hen zo aangenaam mogelijk te maken.”

Theorie versus praktijk Greet droomde er altijd al van om met kinderen te werken. Het was voor haar ook de belangrijkste drijfveer om kinderverpleegkunde te studeren. “Ik ben blij met mijn diploma”, vertelt ze. “Ik ben ervan overtuigd dat ik een goede basis heb meegekregen. Ook al is de praktijk een stuk meer confronterend dan wat je tijdens de lessen voorgeschoteld krijgt. Maar dat wist ik al voor ik aan de opleiding begon. De collega’s in Pulderbos hebben me goed opgevangen. Als ik met vragen zit, kan ik altijd bij hen terecht. Een goede onderlinge verstandhouding is in deze job ook heel belangrijk.”

Werken in shifts De stap naar de werkvloer was voor Greet niet zo moeilijk, zegt ze zelf. “Ik had het gevoel dat ik er klaar voor was. Het werken in shifts was even aanpassen, maar eigenlijk is dat best oké. Zo hou ik nog een flink stuk van de dag over om andere dingen te doen. Nu en dan moet ik ook tijdens het weekend werken, om de kinderen op te vangen die niet naar huis gaan. Dat maakt het niet altijd makkelijk om met vrienden af te spreken. Gelukkig hebben ze daar alle begrip voor. Ze weten dat ik mijn droomjob heb gevonden.” 25


scan

Gzcht

20 000 leerkrachten Hier rijpt het onderwijstalent van morgen

Algemeen

Bachelors

Droom je van een job in het secundair onderwijs? Dan kun je zowel in Mechelen als in Vorselaar terecht. Tenminste, wat de algemene vakken (aardrijkskunde, biologie, Frans, Engels, techniek…) betreft. Mechelen biedt bovendien zes combinatiemogelijkheden met technische onderwijsvakken. Voor een specifieke opleiding Lichamelijke of Plastische Opvoeding is Turnhout, met zijn state-of-the-art sporthal en ateliers, hét adres. De combinaties met Bewegingsrecreatie of Project kunstvakken geven er bovendien ook uitzicht op een job in de sport- of cultuursector.

De bacheloropleiding Lager Onderwijs telt heel wat instromers uit andere bacheloropleidingen: studenten die al een diploma hoger onderwijs op zak hebben, maar die uiteindelijk toch voor een carrière als leerkracht opteren. Voor hen bestaan er aangepaste trajecten. In Mechelen kunnen ze kiezen voor een avondtraject, in Vorselaar voor een verkort traject van twee dagen per week, zodat de opleiding met een job te combineren is. In één tot twee jaar tijd kun je zo het lerarendiploma voor het lager onderwijs halen. Ook de bacheloropleidingen Secundair Onderwijs van Thomas More bieden verkorte trajecten voor bachelors en masters aan.

of specifiek?

26 amore amore 26

op maat


Een job met toekomst? In het onderwijs liggen de kansen voor het grijpen. Tegen het jaar 2020 zijn er 20 000 extra leerkrachten nodig bovenop het aantal dat de komende jaren afstudeert. Bij Thomas More kunnen leraars in spe terecht op drie campussen: Mechelen, Turnhout en Vorselaar.

Bachelor Kleuteronderwijs

›› Mechelen ›› Vorselaar

Bachelor Lager Onderwijs

›› Mechelen + avondtraject ›› Turnhout ›› Vorselaar + verkort traject

Bachelor Secundair Onderwijs

›› Mechelen algemene vakken & technische vakken ›› Vorselaar algemene vakken ›› Turnhout lichamelijke & plastische opvoeding

1

Kleuter

2

Lager

3

secundair

Close

Diversiteit

Experimenteren

Net als alle bachelors zijn ook de lerarenopleidingen bij Thomas More zwaar op de praktijk geënt. Veel aandacht gaat naar de stage, en hoe studenten die stage beleven. Daartoe onderhoudt Thomas More goede contacten met het werkveld: de basisscholen en de secundaire scholen die in de buurt van de campussen gevestigd zijn. Heel wat studenten kunnen nadien ook op hun stageplek aan de slag: een lerarenopleiding bij Thomas More geldt immers als een kwaliteitsmerk.

Een hogeschool bereidt studenten voor op de realiteit. In het geval van een lerarenopleiding betekent dat: omgaan met de steeds groter wordende diversiteit in onze scholen, zowel op cultureel als op levensbeschouwelijk vlak. Thomas More leert het onderwijstalent van morgen om kansen te creëren voor alle leerlingen, ongeacht hun eigen overtuiging, en vanuit een voortdurende dialoog. Lesgeven is immers ook luisteren.

In de lerarenopleidingen experimenteren we actief met nieuwe technologieën. Zo denken we na over de rol van tablets in de klas, zonder blindelings nieuwe trends achterna te hollen. Technologie is geen doel op zich, wel een middel om ons doel te bereiken: een degelijke opleiding met een goede didactische basis. Studenten leren allereerst hoe ze hun lessen logisch moeten opbouwen, in kleine leerstappen, zodat elke leerling kan volgen en gemotiveerd blijft. Daarnaast oefenen de studenten uitdagende werkvormen in om elke leerling differentiërend en projectmatig aan te spreken.

met de praktijk

voorop

met mate

27 27


wereld

André Oosterlinck en Koen Geens over de integratie van de academische opleidingen

samen sterker Volgend academiejaar integreren de academische opleidingen van Thomas More in het opleidings­ aanbod van de KU Leuven. Wie afstudeert in de Industriële Inge­ nieurswetenschappen, Handels­ wetenschappen of Toegepaste Taalkunde, heeft vanaf dan een universitair diploma op zak. André Oosterlinck en Koen Geens leggen uit hoe dat komt.

28 amore

W

e naderen het eindpunt van een hervorming die meer dan tien jaar heeft geduurd”, zegt André Oosterlinck, ererector van de KU Leuven en voorzitter van de Associatie KU Leuven, een samenwerkingsverband tussen de KU Leuven en twaalf Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs, waarvan ook Thomas More deel uitmaakt. “In de jaren zeventig besloot men het hoger onderwijs op te splitsen in opleidingen van het korte en het lange type. Later werd dat hoger onderwijs van één en twee cycli. Zo ontstonden er drie stelsels: professioneel hoger onderwijs,


‘Een sterke regionale verankering verlaagt de instapdrempel en versterkt de interactie met het bedrijfsleven’

hoger onderwijs van academisch niveau en universitair hoger onderwijs. In het buitenland kreeg je dat niet uitgelegd. De Bolognaverklaring van 1999 was een eerste stap om alle diploma’s op Europees niveau gelijk te schakelen. De opdeling in bachelors en masters – in 2002 bij decreet vastgelegd – is daar een gevolg van. Eigenlijk keren we terug naar de basis: hogescholen met professionele opleidingen, en universiteiten met academische opleidingen.”

Associaties Om de academische opleidingen aan de hogescholen een

universitaire inhoud te geven voorzag de Bolognaverklaring in twee mogelijkheden: ofwel de hogescholen omvormen tot universiteiten, zoals in Engeland is gebeurd met de zogenaamde polytechnics en in Duitsland met de Fachhochschulen, ofwel de masteropleidingen integreren in de bestaande universiteiten. “Het eerste was voor ons geen optie”, zegt André Oosterlinck. “Dat zou een te grote versnippering van het onderwijs veroorzaken, en daarop zat niemand te wachten. Dus besloten we samen om de academische opleidingen bij de bestaande universiteiten onder te brengen. Om dat

proces te begeleiden, verenigden de Vlaamse hogescholen en universiteiten zich in associaties. Zo hebben ook Thomas More en KU Leuven elkaar gevonden. Op 1 september 2013 neemt KU Leuven de opleidingen Indus­ triële Ingenieurswetenschappen, Handelswetenschappen en Toegepaste Taalkunde officieel van Thomas More over. Vanaf dan zijn het voor honderd procent universitaire opleidingen, die volledig onder de bevoegdheid van de KU Leuven vallen.”

Regionale verankering Voor de huidige masterstudenten verandert er niet zoveel, 29


academisch niveau. Zelfs de lokale flavour blijft in grote mate behouden. Het spreekt voor zich dat de opleiding Industriële Ingenieurswetenschappen in de Kempen andere accenten kan leggen dan die in Antwerpen of in Gent, precies door die verwevenheid met de lokale industrie.”

behalve het feit dat ze aan het einde van de rit een universitair diploma overhandigd krijgen. De opleidingen verhuizen niet fysiek naar Leuven maar blijven op dezelfde campussen gevestigd. “Dat was een bewuste keuze”, zegt Koen Geens, rechtsprofessor aan de KU Leuven en tevens voorzitter van de raad van bestuur bij Thomas More. “Niet alleen omdat de hogeschool nu eenmaal over die faciliteiten beschikt, maar ook omdat een sterke regionale verankering voor de universiteit steeds belangrijker wordt. Het maakt de instapdrempel naar een universitaire opleiding lager, wat belangrijk is om bepaalde kansengroepen in de maatschappij te bereiken. Bovendien hebben die masteropleidingen vaak een intense band met het lokale bedrijfsleven. Die willen we uiteraard niet zomaar doorknippen.”

Krachten bundelen

Onderzoek Wie de gevolgen van de academisering wel aan den lijve ondervinden, zijn de docenten van de huidige masteropleidingen. “Van hen verwachten we dat ze ook voldoende onderzoek verrichten”, aldus André Oosterlinck. “Dat proces is de voorbije jaren al in gang gezet. De meeste docenten hebben ondertussen een doctoraat, en hun aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Aan de inhoud van de curricula wordt niet geraakt. Tenslotte waren de opleidingen al van 30 amore

‘We keren terug naar de basis: hogescholen met professionele opleidingen, en universiteiten met academische opleidingen’

Volgens Koen Geens is het geen toeval dat de academisering samenvalt met de huidige fusiebeweging in het hogeschoollandschap. “Door het weghalen van de academische opleidingen worden de hogescholen te klein om competitief te blijven en kwaliteitsvol onderwijs te garanderen. Dat is ook de reden waarom Lessius en de Katholieke Hogeschool Kempen besloten om de krachten te bundelen en samen als Thomas More verder te gaan. Samen zijn we sterker: we leren van elkaar en nemen elkaars good practices over. En dat geldt evengoed voor de samenwerking met KU Leuven. In de beheersovereenkomst krijgt Thomas More de taak om alle logistieke en beheersmatige aspecten te leveren die nodig zijn om op de campus de universitaire opleidingen te organiseren. In onze branding zullen we dat partnership actief uitspelen. Waar mogelijk, zullen we ook de dwarsverbanden met de professionele opleidingen versterken, om zo lokale haarden van innovatie te creëren.”


Iedereen wordt hier beter van Volgens Mark Waer, rector van de KU Leuven, betekent de academisering een meerwaarde voor alle betrokken partijen.

W

at we vandaag zien gebeuren, is niet zo uniek. De Leuvense universiteit is gesticht in 1425 met enkele faculteiten: Geneeskunde, Rechten en de zogenaamde Artes, waaronder ook de wetenschappen vielen. Theologie is er pas zeven jaar later bijgekomen. In de loop der eeuwen kwamen er steeds meer opleidingen bij. Ook recent nog, met de integratie van Kine en Revalidatiewetenschappen. Het onderwijs evolueert immers voortdurend.”

Wie speelt in dit verhaal de trekkende rol? “Binnen de associatie zijn KU Leuven en Thomas More gelijkwaardige partners. Maar het is wel de universiteit die de eindverantwoordelijkheid draagt. In september komen alle studenten en nagenoeg alle docenten onder onze wettelijke bevoegdheid. Vanaf dan zijn het onze faculteiten die instaan voor de kwaliteit. Wij zullen Industriële Ingenieurswetenschappen doceren in Sint-Katelijne-Waver en in Geel, maar ook in Oostende/

Brugge en in Diepenbeek. De visitatiecommissie beschouwt dat als één opleiding. Wij moeten op al die campussen hetzelfde niveau garanderen.”

Wat waren de grote moeilijkheden om de academisering rond te krijgen? “De studenten hebben er het minst van gevoeld. Zij zullen wel ondervonden hebben dat de aandacht voor wetenschappelijk onderzoek de voorbije jaren sterk is toegenomen. De grootste uitdaging bestaat uit de mentaliteitsswitch bij de docenten, die plots deel worden van een grote structuur en verondersteld worden om aan onderzoek te doen. Maar dat is een gradueel proces, dat vlot verloopt. En ten slotte zijn er vooral veel praktische afspraken tussen de hogeschool en de universiteit. Hoeveel huur gaan we betalen voor het gebruik van de gebouwen? Kunnen de academische studenten nog steeds in de cafetaria terecht? En kunnen de professionele bachelors op hun beurt gebruik maken van onze faciliteiten? Eenmaal dat allemaal vastgelegd is, zijn we echt vertrokken.”

Maakt die regionale spreiding het ook niet complex? “Onze universiteit heeft ook een campus in Kortrijk. In de praktijk werkt die spreiding alleen maar versterkend. De bestaande geacademiseerde opleidingen zullen hun regionaal voordeel sterker kunnen uitspelen. Voor hun research zijn ze immers niet langer geïsoleerd, dat zal in nauw verband met het onderzoek in Leuven gebeuren. De universiteit profiteert dan weer van de sterke lokale verankering, waardoor we beter kunnen interageren met het socioculturele en het bedrijfsleven. De studenten ten slotte, worden lid van de Leuvense faculteiten. Zij krijgen een studentenkaart van KU Leuven, kunnen gebruikmaken van al onze faciliteiten en krijgen een diploma van een universiteit met een internationale reputatie. Iedereen wordt Mark Waer er beter van.” rector KU Leuven

© KU Leuven Rob Stevens

31


expat Een Nederlandse in Mechelen

‘Ik vind het best oké dat de lat hoog ligt’ Tessa Verhagen uit Valkenswaard (NL) had al een diploma Binnenhuisadviseur op zak toen ze de grens overstak om in Mechelen een bachelor Interieurvormgeving te behalen. Een beslissing waarvan ze nog geen moment spijt heeft gehad. Hoe ben je in België beland? “Ik heb een aantal opleidingen in Nederland en België vergeleken, en Thomas More stak er wat mij betreft bovenuit. Vooral de mee­ loopdag in Mechelen vond ik erg inspirerend. We mochten een kijkje nemen in de ateliers, vragen stellen aan docenten en studenten … Daar had ik meteen een goed gevoel bij. Van de opleiding in Nederland onthield ik vooral de duffe klaslokalen en de grote groep studenten. De aanpak in Mechelen leek een stuk persoonlijker en meer op de praktijk gericht.” En is dat ook effectief het geval? “De opdrachten die we krijgen, zijn in elk geval erg leuk. Tijdens het eerste jaar werden we echt zwaar geprikkeld om outside the box te leren denken. Dat was ik echt niet gewoon. Tijdens een oefening rond kleur en vorm moesten we van een stuk speelgoed een gebruiksvoorwerp maken. Ik heb toen een knuffelbeer omgebouwd tot een soort handverwarmer. Een speelse opdracht, maar tegelijk steek je er ook wat van op.” Was het moeilijk om je aan te passen? “Het is best wel pittig. Vooral de manier van lesgeven is in België helemaal anders. Veel strikter vooral, met deadlines waar je niet omheen kunt. Alles moet af. Tijdens 32 amore

mijn vorige opleiding in Nederland had ik vaak het gevoel dat het niet uitmaakte of je een opdracht afwerkte of niet. Maar eigenlijk vind ik het best oké dat de lat hoog ligt. Leren omgaan met deadlines is immers belangrijk.” Heb je veel contact met Belgische studenten? “We zijn met verschillende Nederlandse studenten aan deze opleiding begonnen, dus ik was sowieso niet de vreemde eend in de bijt. Het contact met de andere studenten is goed, maar ik merk wel dat we in de praktijk vooral elkaars gezelschap opzoeken. Belgische studenten zijn nogal afwachtend. Dat merk je ook tijdens de lessen. Wij Nederlanders hebben de neiging om voortdurend vragen te stellen. Belgen doen dat niet. Die steken hun hand pas op als de docent uitgepraat is. Of ze vragen helemaal niets.” Hoe vaak ga je over en weer naar huis? “Ik zit in Mechelen op kot, maar ik ga elk weekend naar huis. Tijdens de week houden we contact via internet en telefoon. Mechelen is een leuke stad, met voldoende terrasjes, mooie winkels en fijne adresjes voor een avondje stappen.” Wat wil je na je studie gaan doen? “Ik heb nog één jaar voor de boeg. Daarna hoop ik bij een architectenbureau aan de slag te gaan. Liefst een plaats waar mensen uit verschillende disciplines samenwerken. Maar eerst mijn diploma halen! Tot nu toe lukt het aardig, ook al wordt het er niet makkelijker op. Maar ik hou de moed erin.”

HOI


rubriek

‘Nederlanders stellen voort­ durend vragen. Belgen steken hun hand pas op als de docent uitgepraat is’

Tessa Verhagen24 Tweede jaar Bachelor Interieurvormgeving Campus Mechelen

33


rubriek sirfive

TAG

#thomasmore Concentratie: het kernwoord van de studenten journalistiek.#lessius elmolevan

reszczynskij

Je kan ook je haar laten doen bij #TeamLaPaz. Altijd handig.

#LaPaz #Pitch #Eindpresentatie #ThomasMore stijnvanbuggenhout

#exam #english #onetime #letsdothis #books #school #highschool #thomasmore

34 amore

Binnenkort een filmpje met SIR-5 online! Bedankt

#21bis #studenten #thomasmore

stef

Toilet view #antwerp #school #lessius #thomasmore

thomasr

Always nice when they use my name #thomasmore


rubriek claire

Het is daar leuk toeven op

#thomasmore @thefashionfolio

reszczynskij

Jaja, zot dagje op #ThomasMore

julie

joericlaes21

Dat smaakt naar meer #thomasmore #not

stijnvanbuggenhout

#school #exams #hateit #onetime #lessius #lessiusmechelen

loppel6

Echovrije kamer! #thomasmore

stefaniecr

#bamteevee #DeLau #ThomasMore #batac

noemirizzuto

KLIK TAG WIN!

Still looking for a Thomas More sticker

#khm #lessius #thomasmore

#results #exams #lessius #antwerpen #happy #proud

Amore bekijkt het leven op de campussen graag door de lens van jouw smartphone. Post een foto op Instagram,

maak gebruik van de tag #thomasmore, en misschien hangt er voor jou wel een prijs aan vast!

35


Een

uto

pia

stukje wereld zien

van de

“Met mijn stage bij Mobilab, het onderzoekscentrum voor biomedische en revalidatietechnologie, zette ik in februari een punt achter mijn masteropleiding Industriële Wetenschappen. Voor mijn eindwerk maakte ik een computermodel van een artificiële voet dat gebruikt wordt om loopschoenen te testen. Dat sluit mooi aan bij de bachelor Orthopedie die ik eerder behaalde. Ik droom ervan om een job te vinden waarin ik beide diploma’s kan combineren. Maar eerst wil ik een stukje van de wereld zien. Ik vertrek voor drie maanden naar Azië, waar ik een vriend op wereldreis ga vergezellen. Het is wellicht de laatste keer dat ik zo’n kans krijg voor ik aan het échte leven begin.”  www.thomasmore.be/mobilab

Tom Saey 24 Bachelor Orthopedie Master Industriële Wetenschappen: Elektromechanica Afgestudeerd in februari

www.thomasmore.be facebook.com/ThomasMoreBE #ThomasMore


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.