overzicht druktechnieken

Page 1

Druktechnieken en nieuwe ontwikkelingen SENSE - SIM

< Jeroen Goubert / Don Bosco Halle >


HOOFDSTUK

1

Druktechnieken

Drukken is een vermenigvuldigingsprocedé waar, voor het weergeven van het onderwerp, drukinkt wordt overgebracht op een te bedrukken materiaal met behulp van een drukvorm en een drukkracht. De Boekdrukkunst werd in Europa voor het eerst in de vijftiende eeuw gebruikt. Het Book of St. Albans, eigenlijk “The Bokys of Haukyng and Huntyng; and also of coot-armuris” geheten, een Engelse uitgave uit 1486, is voor zover bekend het eerste boek in kleurendruk.

Een eenvoudige vorm van drukken is “stempelen”. De huidige drukker gebruikt tegenwoordig geen handstempel meer, maar een ingewikkelde drukmachine. Er zijn vier klassieke druktechnieken naargelang de aard van het drukwerk waarbij het onderscheid wordt gemaakt naar de drukvorm waar de inkt op wordt aangebracht: 1. 2. 3. 4. 5.

Digitaal drukken en print Diepdruk (bijvoorbeeld: etsen, helio) Hoogdruk of boekdruk (bijvoorbeeld: flexodruk, houtsnede, houtgravure, linosnede en stempeltechniek) Vlakdruk of offset (bijvoorbeeld: steendruk of lithografie als oer-vorm) Doordruk (bijvoorbeeld: zeefdruk, stencilen)

In het laatste kwart van de twintigste eeuw is het digitaal printen of drukken ontstaan. Offset heeft tegenwoordig hoogdruk vrijwel geheel vervangen. Offset is tegenwoordig geheel afhankelijk van digitale technieken geworden. Hoogdruk, lithografie en diepdruk worden nog gebruikt voor speciale bibliofiele uitgaves en in de zogenaamde grafische beeldende kunst.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

2


1.1 Digitaal drukken en print Principe Digitaal drukken is een non-impact techniek. Dit wil zeggen dat er geen direct contact is tussen de drukvorm en de drukdrager. De verschillende fabrikanten gebruiken verschillende technologieën. Digitale printers bestaan al sinds de jaren zeventig, maar zijn vooral sinds eind jaren negentig sterk in opkomst als alternatief voor de traditionele druktechnieken. Los van de techniek is het grootste verschil met de traditionele druktechnieken dat de vaste kosten per drukwerkopdracht heel laag (virtueel nul) zijn. Daarentegen zijn de variabele kosten per vel veel hoger dan bij traditioneel drukwerk. Als gevolg hiervan is digitaal drukken vooral in het voordeel bij kleine oplages en spoedklussen. De gemiddelde oplage van drukwerk is al sinds de jaren negentig aan het dalen. Ook de gewenste doorlooptijd van drukwerk wordt steeds korter omdat opdrachtgevers steeds meer gewend zijn dat in de digitale wereld alles instantaan kan. Beide trends stimuleren het gebruik van digitaal drukwerk. Digitale printers zijn in hoofdlijnen in 4 technologieën te verdelen: 1. 2. 3. 4.

toner: Océ Copy Press toner: Xerografie (Electrofotografie) inkt: Dye Sublimation inkt: inkjet

Océ Copy Press is te vergelijken met het offsetprocedé. Toner wordt aangebracht op een rubberdoek en met een tegendrukrol op het papier overgebracht. Fabrikanten van productieprinters zijn onder meer Océ, Kodak, Xerox, Agfa, Canon. Xerografische (Elektrofotografische) printers werken volgens hetzelfde principe als de bekende laserprinters, maar dan groter, sneller en betrouwbaarder. Oorspronkelijk werd de naam elektrofotografie gebruikt voor het procedé dat we nu kennen als xerografie. De naam xerografie is ontstaan doordat men uit marketingoverwegingen een duidelijk onderscheid wilde maken met fotografie, wat toen het meest gebruikt werd om kopieën te maken. Het woord xerografie betekend “droogschrijven” en is een samenstelling van de twee griekse woorden xeros (droog) en graphos (schrijven). Vrijwel iedere laserprinter en kopieermachine werkt nu volgens deze basisprincipes van de xerografie. Dye Sublimation Bij dye sublimation wordt de inkt van een folie naar papier overgebracht door middel van warmte. Door de warmte gaat de inkt op de folie verdampen waarna deze op het papier sublimeert. De intensiteit van de kleur wordt bepaald door de temperatuur van de warmtebron en dus van de hoeveelheid inkt die verdampt wordt. Tijdens het sublimeren wordt de inkt geabsorbeerd door het papier. Een groot verschil met inkjet printers is dat dye sublimation printers printen in continuous tone, terwijl inkjet printers in half tone printen. Daardoor krijg je een afdruk die veel meer op foto’s gelijkt. Professionele inkjetprinters werken globaal volgens hetzelfde principe als inkjetprinters voor consumenten.Vooral voor groot formaat drukken (alternatief voor zeefdruk) is inkjet al jaren de dominante technologie. Belangrijke leveranciers zijn hier onder meer Océ, Mutoh,Vutek en Roland. Sinds enkele jaren is inkjet ook in opkomst als alternatief voor offsetdrukken. De nieuwste producten zijn qua snelheid al vergelijkbaar met sommige offsetpersen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

3


Toepassingsgebieden Gepersonaliseerd drukwerk Digitaal drukken is de enige druktechniek waarbij men gepersonaliseerd kan drukken. Daarom zijn wordt alles wat moet gepersonaliseerd worden digitaal gedrukt. • • •

Direct Mailings Houdbaarheidsdatum op voedingswaren Publicitair (gepersonaliseerd) drukwerk

Short-run Doordat er bijna geen opstartkosten zijn worden alle short-run jobs in digitaal drukken gedaan. • • • • • • • • • •

Hoge kwaliteit foto’s Catalogi, brochures Bedrijfskranten, newsletters Presentaties Productinformatie Technische tekeningen Manuals Covers Posters Grootformaat affiches

Last minute Doordat de opstarttijden zo laag zijn worden alle last minute jobs in digitaal drukken gedaan. • • • • •

Uitnodigingen Proofs Brochures Teasers (boek, verpakking) Aanvulling bestaande oplages

Vervangen van zeefdruk Digitaal drukken is goedkoper dan zeefdruk, daarom is het in sommige gevallen aangeraden om substraten die oorspronkelijk in zeefdruk bedrukt worden digitaal te bedrukken. • •

Stickers Textiel: banners, vlaggen, wimpels

Marktaandeel Men merkt een verschuiving van de “traditionele druktechnieken” zoals offset en zeefdruk naar digitale druktechnieken. Ook het combineren van “traditionele druktechnieken” met digitale druk, de zogeheten “hybride workflows” zal in de toekomst aan belang winnen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

4


1.2 Diepdruk Geschiedenis De diepdruk is ontstaan uit de kunst van het goudsmeden. Gebruiksvoorwerpen, wapens en harnassen werden versierd door met de burijn motieven te steken in koper, goud of zilver. Om de versieringen duidelijker te laten uitkomen werden de groeven met zwarte kleurstof opgevuld. Soms werd om het motief te bewaren, de voorstelling afgedrukt. De oudste gedateerde gravure is uit 1446. Sommige gouds- meden graveerden niet alleen, maar etsten ook met salpeterzuur. Voorstellingen in hun werk, echter nog steeds niet met de bedoeling prenten te maken. Wie de eerste ets maakte met de bedoeling er prenten van te maken is niet gekend.

In elk geval zijn er al etsen van DĂźrer bekend uit 1515. Het graveren in koper bleef heel lang de voornaamste reproductietechniek in heel Europa. De bloeitijd van deze techniek viel in de Nederlanden in de 16e en de 17e eeuw. Toch won het etsen meer veld. Rembrandt en Seghers zijn de grootste en meest bekende etsers uit de 17e eeuw.

In de 18e eeuw werd er ook veel geĂŤtst maar dan vaak in combinatie met gravure en aquatint. De meeste grote schilders hebben naast hun schilderijen ook etsen gemaakt. Ets: zelfportret van Rembrandt van Rijn

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

5


Diepdruk kenmerkt zich door het gebruik van een drukplaat (inktoverbrenger) waarin kleine verdiepte uitsparingen de inkt vasthouden. Voorbeelden zijn de handmatige etstechniek en droge naald, en de industriële koperdiepdruk. Bij koperdiepdruk worden in een koperen cilinder puntjes (rasternapjes) geëtst. Daarna wordt de hele vorm ingeïnkt met een zeer dunne inkt. De overtollige inkt wordt weggeschraapt met een rakel. Het papier kan dientengevolge alleen de inkt uit de napjes aannemen. De bewerking van de cilinders is relatief kostbaar. De hoge snelheden van deze rotatietechniek maken haar echter geschikt voor grote oplagen en voor veelkleurendruk waarbij ook kleine kleurnuances (echte halftonen) door de verschillende dieptes van de rasternapjes goed worden weergegeven. Diepdruk is (met een loep) te herkennen aan de gekartelde letters omdat het hele beeld, dus ook de tekst, door ronde (of vierkante) rasternapjes wordt opgebouwd. Er zijn in het verleden o.a. mooie fotoboeken met vellendiepdruk gemaakt. Deze techniek benadert de schoonheid van echte fotografie door gebruik te maken van grijze, zwarte en blauwige inkt in combinatie met het halftoon proces. Vellendiepdruk wordt niet meer toegepast vanwege de hoge kostprijs. De grafische industrie werkt nu hoofdzakelijk met offset (vlakdruk). Ter vergelijking: offset gebruikt puntgrootte-variatie om tot gradatievariatie te komen. Diepdruk is enigszins vergelijkbaar met de moderne techniek Dye Sublimation (kleursublimatie) die in geavanceerde kleurenprinters gebruikt wordt: per punt de juiste kleurtoon. Het voordeel van deze techniek is vooral de hoge oplages (1.000.000 exemplaren is geen probleem) en de grote kleurengamma.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

6


Droge Technieken Bij de droge technieken wordt direct in een kunststof of metalen plaat gekerfd waardoor groeven ontstaan. De plaat, meestal van zink of koper(maar ook kunststof als plexigas kan), wordt met inkt ingewreven. De inkt wordt vastgehouden door de groefjes en de braam, de overtollige inkt wordt van het oppervlak van de plaat verwijderd (het “afslaan� van de plaat).Dan wordt de plaat bedekt met papier en met behulp van een etspers afgedrukt.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

7


1.3 Commercieel diepdruk: Helio Bij diepdruk is het drukbeeld, zoals de naam al zegt, verdiept aangebracht. De inkt bevindt zich in zogenaamde napjes. Nadat de hele drukvormcilinder is voorzien van een inktlaag wordt deze met een dunne stalen liniaal (de rakel) afgestreken zodat alleen de inkt in de verdiepte napjes blijft zitten. Vervolgens wordt de afdruk tot stand gebracht. Dit gebeurt door het substraat tussen de vorm-cilinder en een tegendruk-cilinder te halen. Bij het drukken op papier kan gebruikgemaakt worden van elektrostatische druk-ondersteuning. De hierbij gebruikte inkt is zeer vloeibaar, en bevat veel vluchtige oplosmiddelen.

Het graveren van een cilinder is een duur proces. De koperen bekleding van de vorm-cilinder gaat verloren na het drukken. Dit betekent dat na ieder drukwerk de cilinder opnieuw bekleed en opnieuw gegraveerd moet worden. Fotografische methoden voor het aanbrengen van de drukvorm op de cilinder zijn veel gebruikelijker. Daarvoor is nodig: een gerasterd fotografisch diapositief, pigment-papier en ultraviolette lampen. Pigment-papier is papier met daarop een laag gelatine, die ammonium-bichromaat bevat. De gelatine in het pigment-papier wordt “gelooid�, dat wil zeggen onoplosbaar als het door de lampen wordt belicht. Er ontstaat een negatief in het pigment-papier. Eerst wordt het raster in de gelatine-laag gekopieerd, met een tweede belichting wordt het beeld aangebracht. Na de belichting wordt de gelatine-laag op de cilinder overgedragen, en uitgewassen. Hierna wordt de cilinder behandeld met een oplossing van ferri-chloride, wat het koper oplost, op die plaatsen, waar de gelatine dunner is, ontstaat een dieper napje, dat later meer inkt zal bevatten tijdens het drukken. Na het etsen wordt de cilinder uitgespoeld en schoongemaakt, en eventueel verchroomd bij grote oplagen. Het etsen duurt ongeveer 15 tot 25 minuten, de maximale ets-diepte is circa 0.05 mm. Een cilinder kan vele malen worden gebruikt, door er elektrolytisch een gemakkelijk te verwijderen koper-laag op aan te brengen. In die laag wordt dan het beeld aangebracht. Een dunne nikkellaag beschermt de cilinder, en maakt dat de beeldlaag snel van de cilinder kan worden verwijderd. Het voordeel van deze techniek is vooral de hoge oplages (1.000.000 exemplaren is geen probleem) en de grote kleurengamma.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

8


1.4 Hoogdruk Geschiedenis De hoogdruk is de oudste drukmethode. Door uit hout of ander materiaal delen weg te snijden ontstond een verhoogd beeldvlak dat kon worden afgedrukt. Dit soort “stempeltjes” werd niet alleen door de Chinezen maar ook door de Grieken en de Romeinen gebruikt waar vorsten en kooplui oorkondes, koopcontracten enz. “tekenden” met deze stempels. De Chinese drukkunst is waarschijnlijk via han- delswegen naar het Westen gekomen, de eerste westerse houtsneden verraden Chinese invloed. Omstreeks 1400 komt in West-Europa de houtsnijkunst tot ontwikkeling. Al gauw voegt men prenten samen met tekst waardoor boeken ontstaan. Het afdrukken werd oorspronkelijk met de hand gedaan, pas na het uitvinden van de drukpers vond de grote verbreiding plaats. Toen in de 18e eeuw de diepdruktechnieken de technieken werden om tekeningen te kopiëren werd de houtsnede vrijwel niet meer gebruikt. Enkel de houtgravure met burijn in ko- phout kon nog concurreren met de kopergravure.

Houtsnede Graveren in hout (met burijn in kopshout) wordt niet veel meer gedaan. Het gaat hier dus enkel over de houtsnede. Houtsnede is een hoogdruktechniek, d.w.z. alle niet weggesneden, hoogliggende delen worden ingeïnkt en drukken af. Het is één van de oudste grafische technieken. Hout is stevig en taai en snijden is niet altijd even gemakkelijk, vooral wanneer je tegen de nerf in snijdt. Linolium is wat dat betreft een gemakkelijker materiaal, maar hout heeft een eigen structuur die de houtsnede zijn specifiek karakter geeft.Diverse houtsoorten zijn geschikt. Er zijn speciale ,vrij dure platen speciaal voor houtsnede, maar je kunt ook triplex, multiplex of het nieuwe M.D.F. (heeft meer het uitzicht van linoleum) gebruiken. De tekening (of voorontwerp) kun je rechtstreeks op de houten plaat tekenen met een zacht potlood. De afdruk zal het spiegelbeeld zijn van de oorspronkelijke tekening.

De Japanse houtsnedes uit de Edo-periode (1603 1867) van kunstenaars zoals Hokusai en Hiroshige zijn een onbetwist hoogtepunt in de geschiedenis van de houtsnijkunst.Vincent van Gogh had grote bewondering voor de toegespitste compositie en de krachtige lijnvoering van deze drukken die hij ook naschilderde. Toshusai Sharaku: Otani Oniji II, 1794

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

9


Linosnede

De linosnede of linoleumsnede is een hoogdruktechniek, waarbij de plaat bestaat uit een stuk linoleum. De techniek is te vergelijken met de houtsnede. Omdat het snijden in de plaat linoleum makkelijker is - het materiaal is zachter, - kunnen vloeiender lijnen ontstaan. De drukvlakken zijn qua textuur vlakker en missen de nerftekening van het hout. Er worden speciale zachte linoleumsoorten geproduceerd voor kunstenaars. De afdruk van een linosnede kan met aquarelverf ingekleurd worden.

P. Picasso; “Les danseurs au hibou� Linocut 21 x 25 1/4 inches 1959

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

10


1.5 Commercieel hoogdruk: Flexo In de verpakkingsindustrie worden flexodruk en diepdruk op relatief grote schaal toegepast. Zowel flexodruk als diepdruk worden gebruikt voor het bedrukken van flexibele verpakkingen op basis van papier, kunststof en aluminiumfolie. Flexodruk wordt veel gebruikt voor het bedrukken van golfkarton en papier. Het is een matig kwalitatieve, rotatieve druktechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van flexibele, kunststof drukvormen.Veel gebruikt voor de verpakkingsindustrie.

Het te bedrukken beeld wordt via een kunststof drukplaat (polymeer plaat) overgebracht op het substraat, net als bij b.v. boekdruk. Omdat de kwaliteit van dit type druktechniek minder is, wordt deze druktechniek veelal ingezet voor verpakkingsdrukwerk.

Echter met de opkomst van lasertechnieken is de kwaliteit het laatste decennia aanzienlijk vooruitgegaan. Met lasertechniek wordt het drukbeeld (in)direct op de drukplaat aangebracht wat ten goede komt van de scherpte van je uiteindelijke bedrukking. Men kan, zo gezegd, een hogere resolutie verwerken op de plaat t.o.v. de al oude plaatprocessing met films. Het grote voordeel van deze techniek is dat de inktoverdracht tamelijk constant is en dat er op hoge snelheden geproduceerd kan worden (tot wel 300 m/min.). Het transport van de inkt verloopt via een gerakelde anilox cilinder (zie ook schematekening). De anilox, ook wel rasterwals genoemd, is middels een laser voorzien van napjes welke zich vullen met inkt. Door de anilox te rakelen verdwijnt de overtollige inkt. Hierna wordt de inkt getransporteerd op het drukclichĂŠ (kunststof polymeer drukplaat), alwaar het vervolgens op het substraat gedrukt wordt.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

11


De diepte en vorm van de napjes (aantal Lin/cm) bepalen grotendeels de laagdikte waarin uiteindelijk gedrukt wordt. Dit wordt ook wel scheppend volume van de anilox genoemd, uitgedrukt in cc/m2. Afhankelijk van drukpers, type substraat, kwaliteitseisen etc. kan er in deze techniek met water-, oplosmiddel- of UV-drogende inkt gewerkt worden.

Toepassingsgebied • • • •

Verpakkingen (flexibel, karton, papier draagtas) Enveloppen, etiketten, dagbladen Plastic bedrukking (draagtassen, ballonnen) Naadloze decors (inpak- en behangpapier)

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

12


1.6 Vlakdruk: Offset Geschiedenis Offset is ontwikkeld uit de lithografie, de vlakdruk met behulp van lithostenen die in 1796 door Alois Senefelder werd uitgevonden. De Engelsman Robert Barclay patenteerde in 1875 een rotatiepers waarmee hij op blik kon drukken. In de eerste jaren van de twintigste eeuw ontwikkelden de Amerikaan Ira W. Rubel uit New Jersey en de Duitser Caspar Hermann onafhankelijk van elkaar offsetpersen die hoogwaardig drukwerk op papier konden leveren.

Lithografiesteen en spiegelbeeld-print van een kaart van Munchen. Tegenwoordig wordt ongeveer twee-derde van al het drukwerk op de wereld in offset uitgevoerd.

Moderne offset rotatiepers

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

13


De drukvorm bestaat over het algemeen uit een dunne aluminium plaat waarop via fotografische weg een beeld is aangebracht. Om een afdruk te krijgen van deze offsetplaat moet deze eerst vochtig worden gemaakt. Alle niet-beeld-delen nemen dit vocht aan. Daarna wordt de vettige inkt aangebracht. Aangezien de natte niet-beeld-delen de inkt afstoten, wordt deze alleen op de beelddelen aangenomen. De inkt wordt nu op een rubberdoek gedrukt en dan drukt dit rubberdoek het beeld op het papier. Door het tussentijds overzetten (“offset”) op rubberdoek mag het oorspronkelijke beeld op de offsetplaat niet in spiegelbeeld staan. Tegenwoordig maakt men onderscheid tussen conventionele offsetplaten, dat wil zeggen platen die met behulp van een film door een sterke ultraviolette lamp belicht moeten worden (plaatkopie), en computer-to-plate (CtP) waarbij de offsetplaat met behulp van een computergestuurde laserstraal belicht wordt. Niet alleen wordt op de laatste manier de tijd en arbeid kostende plaatkopie overbodig, ook is de kwaliteit van het uiteindelijke drukwerk hoger en stabieler. Offsetdruk laat zich goed gebruiken voor hoge oplagen die snel gedrukt dienen te worden, zoals een dagblad.Veruit de meeste krantenpersen zijn gebaseerd op het offsetprincipe. Een enkele drukkerij in Engeland gebruikt het flexo-principe (een soort stempelkussen) maar de daarvoor gebruikte inkten zijn slecht recycleerbaar en daardoor minder geliefd bij de overheid. Bij een fullcolourproductie (vierkleurendruk - CMYK - Cyaan, Magenta,Yellow, Key, waarbij Key vaak, maar niet altijd, zwart is) worden voor het te bedrukken vel vier afzonderlijke drukgangen gebruikt. Het is natuurlijk van het grootste belang dat de vier afzonderlijke kleuren precies op elkaar gedrukt worden. Om dit te garanderen kan hulpapparatuur worden geïnstalleerd. Ook dient in dit geval de luchtvochtigheid goed beheerst te worden, zodat het papier tussen de verschillende drukgangen niet uitzet of krimpt. Beter is het gebruik van een vierkleurenpers, die in feite neerkomt op vier geïntegreerde offsetpersen waarbij elke pers het bedrukte papier doorgeeft aan de volgende. Bij moderne zogenaamde „nat-op-nat”-persen hoeft de inkt niet te drogen voordat het papier aan de volgende kleursectie wordt doorgegeven.

Offset voor- en nadelen: Plus punten • • • • •

Grote en kleine (betaalbaar) oplages mogelijk Goedkope en snelle plaatvervaardiging Goede beeldresolutie (FM-raster) Drukt op ruwe materialen (rubberdoek) Platen herbruikbaar, makkelijk te bewaren

Min punten • • • •

Kleurstabiliteit doorheen de oplage Weinig drukdragers bedrukbaar Inkten drogen niet goed op kunststof Complex proces : geschoold personeel

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

14


1.7 Zeefdruk Geschiedenis De zeefdruktechniek komt waarschijnlijk uit Japan, waar de sjabloondruktechniek werd verfijnd door, in plaats van brede verbindingen van het sjabloonmateriaal te laten bestaan, haar of zijde te gebruiken. Hierdoor konden veel fijnere ontwerpen worden gedrukt zonder plekken die opgevuld moesten worden. De Japanners Yuzensai Miyasaki (1654-1763) en Zisukeo Hirose (1822-1890) worden wel beschouwd als de uitvinders van de Yuzendruk en Katagamisjablonen. Deze zogenaamde haarsjablonen werden vooral toegepast in de textielindustrie. Het eerste patent op de zeefdruktechniek werd op 11 juli 1907 aan Samuel Simon uit Manchester (Verenigd Koninkrijk) verleend.

Principe

Zeefdruk (ook: serigrafie) is een druktechniek die gebruikt wordt voor meerdere grafische doeleinden, zoals textieldecoratie, affiches, kunstdrukken en textieldruk. Ook wordt deze techniek industrieel toegepast voor de productie van bijvoorbeeld printplaten en zonnecellen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

15


Het principe van de zeefdruktechniek is vrij eenvoudig. Een stuk fijn gaas van zijde, polyester of staal wordt over een raamwerk gespannen. Het zeefdrukraam wordt vervolgens (meestal) voorzien van een lichtgevoelige laag die door middel van een positief film belicht wordt. De op het positief aanwezige donkere vlakken worden bij het ontwikkelen weggewassen zodat doorlatende plekken op het zeefdrukraam ontstaan, waar de inkt doorheen gedrukt wordt. Men brengt de inkt (of soldeerpasta) op het raam aan en smeert deze met behulp van een rakel uit, waardoor de vorm van de sjabloon op het te bedrukken voorwerp (de beelddrager) wordt afgedrukt. Deze techniek kan herhaald worden met verschillende kleuren en vormen die naast elkaar of over elkaar worden gedrukt. Zeefdrukinkt is goed dekkend; dit maakt dat ook gedrukt kan worden op donkere beelddragers. Dit in tegenstelling tot vlakdruk, hoogdruk en diepdruk, waarbij altijd transparante inkten gebruikt worden.

Ook is er een zekere verwantschap met de klassieke stenciltechniek, waarbij de inkt eveneens door kleine gaatjes in de drukvorm (het stencil) heen op het papier wordt geperst.

Toepassingsgebied De mogelijkheden binnen de zeefdruktechniek kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen: • grafische zeefdruk • textieldruk • industriële zeefdruk. Binnen deze hoefdgroepen is zeefdruk vooral geschikt voor: • • • • •

kleinere oplages grotere formaten nagenoeg alle dragers bedrukbaar plastiek, hout, glas, papier voordeel: lichtechtheid

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

16


Met de juiste drukinkt of pasta is met de zeefdruktechniek (Engels: silkscreening of screenprinting) vrijwel elk materiaal te bedrukken, bijvoorbeeld ook ronde glazen flessen. Tegenwoordig wordt de techniek op grote schaal industrieel ingezet en ook uit de kunstwereld is de zeefdruk (=serigrafie) niet meer weg te denken.

Het bekendste voorbeeld van een beeldend kunstenaar die de zeefdruktechniek voor zijn werk gebruikte is ongetwijfeld Andy Warhol, die voor zijn portretten van bekende personen en voor zijn roemruchte soepblikken en brillodozen de zeefdruktechniek gebruikte op linnen, papier en ook op hout. De techniek heeft de mogelijkheid tot massaproductie in zich, wat voor pop-art kunstenaars als Warhol een bijzonder interessant gegeven is om conceptuele en commerciĂŤle redenen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

17


HOOFDSTUK

2

Digitaal drukken en print

2.1 De bouw van de digitale pers 2.1.1 Toner technologie Xerografie (Electrofotografie) Oorspronkelijk werd de naam elektrofotografie gebruikt voor het procedé dat we nu kennen als xerografie. De naam xerografie is ontstaan doordat men uit marketingoverwegingen een duidelijk onderscheid wilde maken met fotografie, wat toen het meest gebruikt werd om kopieën te maken. Het woord xerografie betekend “droogschrijven” en is een samenstelling van de twee griekse woorden xeros (droog) en graphos (schrijven). Vrijwel iedere laserprinter en kopieermachine werkt nu volgens deze basisprincipes van de xerografie.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

18


Kodak NexPress

Océ Copy Press Het tonerbeeld wordt in feite in de media ‘gedrukt’, met lage fuseertemperaturen en minder tonerverbruik. Het beeld wordt gefuseerd door middel van druk en met een temperatuur van circa 90 C. Dit is ongeveer de helft van de temperatuur die doorgaans wordt gebruikt bij het fuseren via elektrofotografische technologie. Het proces is zodanig ontwikkeld dat de engine met een constante snelheid werkt voor alle soorten media

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

19


2.1.2 Inkjettechnologie Inkjet-technologie is een printtechniek waarbij inkt door kleine openeningen (nozzles genaamd) direct op de ondergrond (het substraat) wordt gespoten. Naast elektrografie is inkjet printen de meest gebruikte ditigale printtechniek.

Bij inkjet-technologie zijn alle beeldvormende processen gecombineerd in één deel, de printhead.Vanuit de printhead wordt de inkt door nozzles direct op het materiaal gespoten. Bij sommige inkjet-systemen wordt de inkt eerst op een intermediate gespoten en vervolgens op het papier overgedragen, bv bij het gebruik van solid ink. Van oorsprong was de belangrijkste reden om inkjet-technologie te ontwikkelen het feit dat deze veel minder geluid produceerde dan de naaldprinters. Tegenwoordig is een belangrijkere reden dat het een eenvoudig en directe wijze is om beeld op het substraat te krijgen. Het is een printmethode die zeer veel mogelijkheden heeft, van gebruik van speciale inkten tot een zéér hoge printkwaliteit. De digitale printtechnieken concurreren steeds meer met andere afdruktechnieken, zoals zeefdruk en offset. Dit vanwege de toenemende kwaliteit en snelheid van inkjet, de steeds kleinere oplages die gevraagd worden met zeer korte doorlooptijden en de mogelijkheden ‘op aanvraag’ te printen. De belangrijkste componenten van een inkjet-systeem zijn: • de printerkop • de inkt • het substraat

De eerste inkjet printer voor thuis: de HP ThinkJet uit 1984

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

20


Inkjet-technologie is op te splitsen in twee groepen, met subgroep: •

A. drop-on-demand inkjet: • thermische inkjet • piëzo-inkjet. B. continuous inkjet

Drop-on-demand, letterlijk vertaald: druppel-op-commando, wil zeggen dat er alleen inkt gespoten wordt op het moment dat er een druppel op papier moet komen. Bij continuous inkjet wordt een continue stroom druppels gemaakt, die vervolgens zodanig gestuurd worden dat deze wel of niet op het papier terechtkomen.

Océ Jetstream 2200

A. Drop-on-demand inkjet Thermische inkjet Thermische inkjet wordt momenteel het meest gebruikt in printers voor thuisgebruik (onder andere printers van HP, Canon en Lexmark). Daarmee is thermische inkjet ook qua omzet de grootste inkjet-techniek. Bij thermische inkjet wordt een miniatuur weerstandelement heel snel verwarmd door middel van een stroompuls met een opwarmsnelheid van meer dan 1 miljoen graden Celcious per seconde. Hierdoor wordt vloeistof boven het element in korte tijd tot een temperatuur gebracht van circa 300 °C. Bij deze hoge temperaturen vormt de vloeistof een dampbel. Door deze uitzetting wordt een druppel vloeistof uit de uitstroomopening geduwd. Het reservoir vult zich weer met inkt, waarna de cyclus weer opnieuw kan starten. Het principe is nog het meest vergelijkbaar met het koken van water in een fluitketel. Piëzo inkjet Het principe van piëzo-gebaseerd inkjet is het uit een inktkamer persen van druppels, vergelijkbaar met het uit een tube drukken van tandpasta. De volumeverandering wordt veroorzaakt door over een speciaal keramisch materiaal een elektrisch veld aan te brengen. Dit piëzo-keramische materiaal verandert door de elektrische spanning van vorm en duwt daarbij op een inktkamer. Zolang het keramiek zijn piëzo-elektrische eigenschappen behoudt, is dit proces oneindig te herhalen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

21


Digital Printing

B. Continuous inkjet Bij continuous inkjet wordt gebruik gemaakt van een continue stroom vloeistof, die onder hoge druk uit een opening wordt geperst. Het principe is vergelijkbaar met een straal water uit een kraan die openbreekt in druppels. In inkjetprinters wordt door een regelmatige verstoring in de druk aan te brengen gedefinieerd druppels gemaakt.

Continous inkjet breekt een continue vloestofstroom op in druppels

Vergelijking inkjettechnologie

http://www.project-gb.be/node/33

Continious inkjet

PiĂŤzo inkjet

Thermische inkjet

Type inkt

Alle type inkt mogelijk

Alle type inkt mogelijk

Meestal watergebaseerde inkt

Printkwaliteit

Vaak lage printkwaliteit, hoge kwaliteit mogelijk met kleine druppels

Hoofdkenmerk

Hoge druppelfrequentie

Robuuste printkop

Goedkoop

Hoge print kwalteit via: - kleine druppels - dotgrootte-modulatie

Hoge print kwaliteit mogelijk: - kleine druppels - beperkte dotgroottemodulatie

Kosten printhead

Hoge kosten

Relatief hoge kosten

Late kosten printhead

Printhead

Permanent in printer

Semi-permanent in printer

Slijt, moet vervangen in tijd

Substraat

Veel verschillende ondergronden

Limitering systeem

Inkt moet elektrisch geleidend zijn

Veel verschillende ondergronden

Beperkte integratiedichteheid nozzles

Vaak gecoate materialen Meestal watergebaseerde inkt

Bron: Digitale druktechnieken, uitgeverij Nijgh Versluys

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

22


2.1.3 Dye Sublimation Bij dye sublimation wordt de inkt van een folie naar papier overgebracht door middel van warmte. Door de warmte gaat de inkt op de folie verdampen waarna deze op het papier sublimeert. De intensiteit van de kleur wordt bepaald door de temperatuur van de warmtebron en dus van de hoeveelheid inkt die verdampt wordt. Tijdens het sublimeren wordt de inkt geabsorbeerd door het papier. Een groot verschil met inkjet printers is dat dye sublimation printers printen in continuous tone, terwijl inkjet printers in half tone printen. Daardoor krijg je een afdruk die veel meer op foto’s gelijkt. De gladheid van het beeld wordt gecreëerd als de inkt wordt geabsorbeerd door het papier. De inkt heeft de neiging om zich te verspreiden, je krijgt een continue kleurweergave doordat de druppels inkt in elkaar overlopen. Doordat de inkt zich meer verspreid in de richting dat het papier beweegt krijg je een grotere spreiding van de inkt waardoor je in deze richting een vloeiender beeld krijgt. Het voordeel van dit proces is dat het beeld –in tegenstelling tot inkjet- niet opgebouwd is uit pixels, maar uit vloeiende kleuren, althans in theorie. De inkten mengen in een vloeiend gemixte kleur punt, die de printer toelaat om het originele beeld goed weer te geven.

Dye-sublimation printers gebruiken een three-pass systeem, ze leggen een cyaan, een magenta en gele inktlaag over elkaar. In plaats van een zwarte laag toe te voegen zoals in de meeste drukprocessen lamineert men het papier met een dunne film die de inkt beschermd tegen UV licht. Met deze techniek kan je hele goeie resultaten krijgen, maar het is verre van economisch. Als een bepaalde afbeelding praktisch niets nodig heeft van één van de pigmenten wordt dat stuk film altijd altijd verbruikt.

http://www.askoki.co.uk/encyclo/printertech/dyesublim.asp

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

23


2.1. 4 Thermal transfer Een thermal transfer printer gebruikt warmte om het beeld over te brengen naar papier. Deze warmte komt uit een printkop met vele kleine verwarmde pinnetjes die bij contact, afhankelijk van het soort thermal transfer printer, smelt wax-gebaseerde inkt op gewoon papier, of brand puntjes op een speciaal gecoat papier. Een microprocessor bepaald welke pinnetjes verwarmd worden en welke niet. De printkop loopt over de gehele breedte van het papier dat bedrukt wordt. Deze printers worden gebruikt voor bar codes, labels, prijskaartjes, ‌

 

http://whatis.techtarget.com/definition/0,,sid9_gci214446,00.html

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

24


2.2 Een aantal actuele begrippen uit nichemarkten en -toepassingen Verklaar de volgende bergippen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

short-run printing gepersonaliseerd drukken (one-to-one publishing) printing-on-demand web based printing variabele data printing distribute and print selective binding

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

25


2.2 Digitaal geprint vs offset Regelmatig hoor je (voornamelijk van offsetdrukkers natuurlijk) dat digitaal printwerk inferieur is aan offsetwerk. Dit is echter onjuist en vraagt om enige nuancering. Voorheen leek de kwaliteit van offsetdruk beter dan die van digitaal te zijn. De digitale printtechnieken zijn echter tegenwoordig zo verfijnd, dat het verschil (zeker door een niet-getraind oog) niet of nauwelijks te zien is tussen offset en digitaal gedrukte pagina’s. Ook qua afwerkmogelijkheden is er geen verschil. Digitaal geprinte boeken kunnen op dezelfde manier worden afgewerkt/gebonden als de offsetvarianten. Erg veel wetenschappelijke uitgaven zijn digitaal geproduceerd.Van garenloos gebrocheerde journals tot genaaid gebonden dictionaries. Het grote prijsverschil is overigens wel duidelijk te zien. Zelfs met een niet-getraind oog. Prijsverschillen waarbij offset 30%-50% duurder is dan digitaal komen vaak voor bij proefschrift offertes.Vraagt u zich dan ook af of de kwaliteit 50% procent beter is? Het voordeel dat printen of digitaal drukken ten opzichte van offset drukken heeft, is dat een aantal traditionele (dure) handelingen niet meer nodig zijn zoals films, kleurproeven en offsetplaten maken, instellen van de drukpers enzovoort. Het document gaat direct vanaf de computer naar de pers. Drukwerk in kleinere oplagen (al dan niet gepersonaliseerd), in zwart-wit of fullcolor is zo een feit. Groot voordeel van digitaal printen is dat ook een kleine herdruk – mogelijk met een aanpassing snel en voordelig is te realiseren.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

26


HOOFDSTUK

3

Drukafwerking

3.1 Vouwen Katern Een katern is wat verkregen wordt door één folio of plano-vel voor drukwerk opeenvolgend een aantal maal te vouwen volgens het zogenoemde inslagschema.Vaak wordt het vel telkens doormidden gevouwen; het aantal pagina’s van een katern is dan een macht van 2. Bij de productie van een boek wordt een aantal vellen gedrukt en vervolgens tot katernen gevouwen. Dan worden deze katernen in een bindstraat verzameld tot een boekblok, waaromheen een omslag wordt gelijmd. Als het vel meer dan eenmaal is gevouwen, komen de pagina’s pas los van elkaar als het boek wordt gesneden.Vroeger werden ook wel boeken verkocht waarvan de pagina’s nog niet van elkaar waren losgesneden. De pagina’s van een boek worden bij vellenoffset niet apart gedrukt (dwz pagina voor pagina), maar in grote (vouw-)vellen van 16 of 32 pagina’s. Elk zijde van zo’n vel bestaat dan uit 8 of 16 pagina’s. Is het vel eenmaal gevouwen dan noemt men dit dus een katern. Standaard worden de meeste boeken tegenwoordig gedrukt en afgewerkt aan katernen van 32 pagina’s. Zo’n katern van 16 of 32 pagina’s wordt na het vouwen met garen aan elkaar verbonden dit noemen we genaaid gebrocheerd, of de rug wordt er na het vouwen af gefreesd waarna de verschillende katernen van het boek in het omslag worden verlijmd, dit noemen we garenloos gebrocheerd. Dikkere papiersoorten laten zich moeilijker vouwen dan dunnere papiersoorten. Probeer zelf maar eens een ansichtkaart 3 of 4 keer te vouwen (een katern van 32 pagina’s wordt 4 keer gevouwen). Bij zwaardere en dikkere papiersoorten kiest men daarom vaak voor een afwerking aan 16 pagina’s. Het katern wordt dan na het drukken in tweeën gesneden en als 2 katernen van 16 pagina’s verwerkt. Uiteindelijk levert dit een mooier beeld in de rug op, maar is ook wel duurder omdat het aantal katernen dat verwerkt dient te worden hierdoor verdubbeld. Het boek in dit voorbeeld bestaat uit meerdere katernen. Iedere katern bestaat uit 16 pagina’s. De schoonzijde is de voorzijde van de pagina; de weerzijde is de achterzijde van de pagina. Drukkers spreken dan van schoon- en weerdruk. Doordat de katernen op elkaar worden gestapeld, begin je in iedere katern opnieuw met tellen. Het eerste katern is genummerd van 1 t/m 16, het tweede katern is genummerd van 17 t/m 32, het derde katern is genummerd van 33 t/m 48 et cetera.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

27


Voorbeelden van vouwen $

Voorbeelden van vouwtechnieken Kruisvouwen Kruisvouw: 2 maal gevouwen

Kruisvouw: 3 maal gevouwen

4 bladen

8 bladen

8 pagina's

16 pagina’s

Kruisvouw: 4 maal gevouwen

Kruisvouw: 4 maal gevouwen

12 bladen

16 bladen

24 pagina’s

32 pagina’s

Parallelvouwen Wikkelvouw: 2 maal gevouwen

Wikkelvouw: 3 maal gevouwen

3 bladen

4 bladen

6 pagina’s

8 pagina’s

Zigzagvouw: 2 maal gevouwen

Zigzagvouw: 3 maal gevouwen

3 bladen

4 bladen

6 pagina’s

8 pagina’s

Combinatie van zigzag-

4 maal gevouwen

en wikkelvouw:

5 bladen

4 bladen

10 pagina’s

8 pagina’s

Venstervouw: 2 maal gevouwen

Parallel midden: 2 maal gevouwen

Altaarvouw: 3 maal gevouwen

$

sappi

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

28


3.4 Garenloos gebonden boek Bij een garenloos gebrocheerd boek wordt de rug na het drukken en vouwen van de katernen ingefreesd waarna lijm de functie van het garen overneemt. Door het ontbreken van garen is een garenloos boek per definitie kwetsbaarder dan een genaaid boek. Het voordeel wel is dat deze afwerking goedkoper is te produceren. Bij deze techniek zijn echter niet alle papiersoorten even goed te gebruiken. Op gladde papiersoorten zoals mc (machine coated) hecht de lijm minder goed dan op bijvoorbeeld ruw papier. Het risico van loslatende pagina’s is bij gladde papiersoorten dan ook erg groot.

3.5 Genaaid gekartonneerd boek Bij een genaaid gebonden boek worden de boekblokken voorzien van een harde kaft. In de praktijk is dit meestal een 2 mm dik kartonbord. Dit kartonbord kan op diverse manieren zijn afgewerkt. Met linnen bijvoorbeeld, of (kunst)leer, of worden overtrokken met een 135 grams mc papier. Dit papier wordt dan tevoren bedrukt en voorzien van een laminaatlaag. Dit noemt men dan een gebonden boek met een geheel papieren band. Behalve een geheel papieren band is er ook een uitvoering met een linnen band of halflinnen band. Bij een halflinnen band wordt de rug in linnen uitgevoerd en de voor- en achterzijde in papier. Een genaaid gebrocheerd boek houdt in dat het boek in katernen wordt gedrukt, waarna de gevouwen katernen met garen aan elkaar worden gehecht en in een karton-achtig omslag worden gehangen. Dit is dus een boek met garen in de rug en een slappe kaft.

3.5 Geniete brochure

Hier zie je een grootmontage voor een geniete brochure. Dit voorbeeld bestaat uit twee katernen van ieder vier pagina’s. Bij de afwerking worden de katernen in elkaar geschoven, zodat pagina 3 logischerwijs na pagina 2 komt. Dit heet in vaktermen verzamelen.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

29


HOOFDSTUK

4

Drukwerkveredeling

4.1 Nummeren Automatisch aanbrengen van verschillende opeenvolgende nummers op een drukwerk. Zorg steeds voor voldoende ruimte in je opmaak.Vandaag is men in staat, om een unieke cijfer/letter-combinatie of een barcode te voorzien op uw drukwerk. Denk hierbij aan bonnen of setjes die oplopend of aflopend genummerd zijn. Het aanbrengen gebeurt gelijktijdig met het drukproces en kan in een afwijkende kleur.

4.2 Pregen

Het aanbrengen van reliĂŤf in het drukwerk (bvb een logo). Papier wordt geperst tussen een metaal en een zacht polymeer, hierdoor krijg je een verhoogd of verdiept beeld. ReliĂŤf is afhankelijk van het gebruikte papier.

preegvormen

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

30


4.3 Perforeren Afwerkingtechniek waarbij kleine gaatjes of lijntjes in het papier worden gestanst, deze vergemakkelijken het scheuren van het papier of karton. bvb bij drankbonnen of inkomtickets.

4.4 Rillen Rillen is de te gebruiken techniek wanneer dikker materiaal vanaf 135 grams netjes gevouwen dient te worden. Onder dikker materiaal verstaan we papiersoorten vanaf 135 grams. Wanneer je vellen vanaf 135 grams gaat vouwen krijg je geen nette scherpe vouwlijn meer. Dit komt omdat er in zwaarder papier grotere papiervezels zitten. Bij het vouwen van deze vezels gaan de vezels scheuren waardoor de bedoelde nette scherpe vouwlijn een bobbelige lijn blijkt te zijn. De oplossing voor dit probleem is rillen. Bij rillen maak je een kleine gleuf in het papier. Door het papier op deze gleuf te vouwen ontstaat een nette scherpe vouw. Rillen komt onder andere voor bij het maken van folders (drieluiken), documentatiemappen, kaften en kaarten.

4.6 Insnijden en stansen Een vormgever ontwerpt een folder of display. Wanneer deze geen rechte hoeken heeft (bijvoorbeeld een flyer in de vorm van een kerstbal), kan deze niet op een normale manier gedrukt en gekapt worden. Stansmestekeningen, ook wel kapvormen genoemd, zijn vectoriĂŤle tekeningen die de vormgever over het ontwerp legt. Wanneer de drukker drukplaten maakt, maakt hij van de stansmestekening een stansmes. Dit doet hij manueel of met laser.

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

31


Wanneer het ontwerp gedrukt is, wordt met het stansmes het ontwerp uitgestansd. In het ontwerp moet de drukker de stansmestekening op overdrukken en in een steunkleur zetten. Als hij dat niet zou doen, dan zou de lijn van de kapvorm mee gedrukt staan op het ontwerp. Ook moet het ontwerp afloop hebben (voor een klein ontwerp 3mm en voor displays 10mm). Zo heeft de stansmachine een kleine marge.

4.7 Vernissen en lakken UV-Spotlak

Glanzende of matte lak op basis van UV-licht droging, die plaatselijk wordt aangebracht. Heeft een hoge attentiewaarde door het contrasterende effect. Met gebruik van UV Spotlak kunnen belangrijke elementen in het design worden uitgelicht.

Warmte lak Met thermo inkt is het mogelijk verstopte boodschappen te plaatsen. Wrijf over de inkt en de onderliggende afbeelding of tekst wordt zichtbaar!

SIM // DRUKTECHNIEKEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN // GOUBERT

32


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.