Eindverslag Burgers aan het Stuur II
Omdat burgers veel zelf kunnen als ze maar ook Êcht verantwoordelijk zijn. Dat vraagt een Copernicaanse wending en dus zorgvuldigheid. Maar bovenal: geloof dat het kan en vasthoudendheid. Het levert sociale cohesie, burgerparticipatie en mogelijk zelfs een besparing op. Én het vernieuwt de (semi-)overheidsorganisaties op een drastische wijze!
Meryem Kilic, adviseur Jeroen den Uyl, partner Jelle Voets, adviseur
Colofon
‘Eindverslag Burgers aan het Stuur II’ is een productie van Twynstra Gudde en vervaardigd in november 2012. Input voor deze uitgave is geleverd door de deelnemende gemeenten en door Twynstra Gudde.
Auteurs
Meryem Kilic Jeroen den Uyl Jelle Voets
Vormgeving
Twynstra Gudde
Contact
Voor vragen en opmerkingen kunt u altijd contact opnemen Jeroen den Uyl – 06 1054 3056 – juy@tg.nl
0
Inhoudsopgave 1. Why
2. Geleerde lessen Burgers aan het Stuur I
3. Aanleiding Burgers aan het Stuur II
4. Bijeenkomsten en casuĂŻstiek
5. Outcomes
6. En wat nu?
7. Nawoord
8. Referenties
1
1. Why Waarom zou je als (lokale) overheid burgers aan het stuur willen zetten? Om een gedegen antwoord op deze vraagt te kunnen geven moeten we een aantal decennia terug in de tijd: Vanaf de jaren zestig is de overheid zich in toenemende mate gaan bemoeien met de inrichting en structureren van het ‘sociale’ in de samenleving. Dit leidde al snel tot het ontstaan van een samenleving waarin de overheid, daarbij ondersteund door maatschappelijke organisaties, de zorg voor het individu en voor collectieven van individuen ging overnemen of ging regelen. De individuele burger maakte dus naast een emanciepatieproces, dat voortkwam uit de toenemende individualisering, ook een proces door waarin hij of zij in toenemende mate afhankelijk werd van de overheid en van door de overheid in stand gehouden instituties. Als gevolg hiervan namen burgers steeds vaker een afwachtende en consumptieve houding aan, bij het nemen van verantwoordelijkheid voor de inrichting van sociale aspecten in de samenleving. Het eigen sociale domein van burgers raakte steeds verder uit beeld. Er vond een afbreuk plaats van het vermogen van mensen om zichzelf en elkaar te besturen met gebruikmaking van eigen en andermans talenten. Overheid en maatschappelijke organisaties bepaalden meer en meer de maatvoering van hoe een gemeenschap eruit moest zien. Dit alles versterkte nog eens de houding van burgers; een langzaam achterover leunende, consumptieve, en niet creatieve actor in het geheel. Dit moet anders!
“Wanneer er een probleem ontstaat pakt de overheid dit probleem op, ze lossen het op en stoppen het weer terug in de samenleving. In essentie verandert er dan dus helemaal niets! 2 weken later ontstaat 2 straten verderop exact hetzelfde probleem”
Wij, Twynstra Gudde, geloven dat burgers prima in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen in de ontwikkeling en het onderhoud van hun eigen leefomgeving. De adviseurs van Twynstra Gudde die zich bezig houden met wijkontwikkeling doen dit vanuit de diepe overtuiging dat participatie en zelfsturing voor alle stakeholders op allerlei onderdelen (kwaliteit, effectiviteit, efficiency, etc.) positieve effecten heeft.
“Van een overheid die problemen van burgers oplost naar een overheid die burgers ondersteunt in het oplossen van problemen EN van een assertieve, op de voorgrond tredende overheid, naar een ingetogen en behulpzame overheid” “Vitale gemeenschappen is het doel, burgerinitiatieven zijn het middel!”
Dit alles vergt een wending in zowel denken als doen. Er moet een doorbraak komen. Wij, Twynstra Gudde, helpen u graag bij deze doorbraak. Dit leernetwerk, Burgers aan het Stuur, vormt daarvoor één van onze middelen. Het stelt gemeenten in staat om intensief met elkaar te leren en ervaringen met elkaar uit te wisselen betreffende wat het écht betekent wanneer je “Burgers aan het Stuur” zet. De afgelopen 2 jaar hebben 10 gemeenten dit concept omarmt en ook komend jaar gaan we door. 2
2. Geleerde lessen BahS I Tijdens de eerste cyclus van het Leernetwerk Burgers aan het Stuur werden een aantal dingen duidelijk.
Zo bleek dat de invulling van wat ‘Burgers aan het Stuur’ voor een gemeente is, medebepalend is voor hoe de gemeente het aan gaat pakken. Het schema rechts geeft enkele spanningen weer die in het concept Burgers aan het Stuur opgesloten zitten.
Daarnaast bleek Burgers aan het Stuur ook een middel om de cirkel van ellende te doorbreken. Elke partij in ‘het systeem’ werkt vanuit zijn/haar eigen perspectief: Het raadslid controleert de wethouder op ambities en uitvoering De ambtelijke directies sturen op medewerkers
De wethouder stuurt op ambtenaren
Medewerkers sturen op de burger
De burger kiest
het raadslid. In de kern lijkt er een ongeschreven regel te zijn waarvan gebrek aan vertrouwen (zie figuur onder) een belangrijk deel uitmaakt, dit leidt tot een verantwoordingscultuur (vaak een demotiverende werking op burgers). De aanpak van Burgers aan het Stuur is ten dele gebaseerd op een (normatieve) opvatting. Als je de burgers namelijk nu vraagt of zij aan het stuur willen, krijg je daar niet ondubbelzinnig ‘ja’ op terug. Dat is ook verklaarbaar, omdat de verwachtingen van de burgers gevormd zijn door decennia verzorgingsstaat en door beloften van professionals en politici. Onze verwachting is dat burgers (latent) hunkeren naar meer eigen verantwoordelijkheid en gemeenschapszin.
“Elk individu is van nature altruïstisch en wil verantwoordelijkheid nemen voor zijn of haar leefomgeving, het is bijna een fysiologische drang. Echter het domein van de overheid is de laatste decennia zover de leefwereld van burgers binnengedrongen dat we dit ‘vuurtje’ bijna hebben uitgetrapt”
Dit idee wordt gedeeld door de opdrachtgevers en initiatiefnemers van dit experiment en door de koplopers bij de gemeenten en ook door actieve burgers, maar is nog zeker niet ‘mainstream’. Binnen hun denkkader past de ‘cirkel van ellende’.
Er is overigens nog een andere aanleiding om deze cirkel te doorbreken en Burgers aan het Stuur te zetten. De toenemende complexiteit van problemen maakt de inbreng van de kennis en kunde van 3
burgers hard nodig. Dat kan alleen als de burger ook werkelijk gehonoreerd wordt voor wat hij/zij inbrengt. Dat vraagt verlegging van macht in de hele cirkel; voor de overheid en de onderscheiden actoren daarbinnen vraagt dit vertrouwen en dús het loslaten van het wantrouwen. Zoals de verschillende actoren in de cirkel van ellende elkaar in de tang hebben, zouden zij allen als probleemveroorzaker beschouwd kunnen worden. De actoren zijn dan ook deel van de oplossing. Zij moeten het probleem en hun eigen rol erin gaan herkennen. Overigens is de cirkel van ellende slechts één probleem waar Burgers aan het Stuur een oplossing voor kan zijn. Door inzetten van Burgers aan het Stuur kunnen oplossingen worden gecreëerd, namelijk: •
Meer ruimte voor ondernemerschap
•
Afleggen van ‘pamperende’ overheid
•
Vitalisering van de gemeenschap
•
Meer waarde voor minder belastinggeld
•
Meer burgers betrokken maken bij de publieke zaak, eigenaarschap
•
Ruimte geven aan idealen van burgers
Dit Leernetwerk heeft de participanten een aantal lessen opgeleverd die belangrijk zijn wanneer men burgers aan het stuur zet. Onderstaand zijn de geleerde lessen kort weergegeven:
1.
Het systeem biedt weerstand Er is vaak strijd: Waarom willen we dit? Eerst een nota, dan inplannen, dan gesprekken met stakeholders (de burgers is nog niet in beeld). Wethouders voeren strijd, ambtenaren ook. Tip 1: Doen! Ga er op uit, de wijk in en neem anderen vanachter hun bureau mee. Het gesprek met burgers blijkt vaak tot veel positieve energie te leiden. Tip 2: Begin klein, niet te ambitieus en wees tevreden met iedere voortgang.
2.
Reguliere patronen maken het moeilijk Werken vanuit reguliere patronen werpt soms belemmeringen op. Tijdschrijven is lastig; er is geen projectnummer als een burger een initiatief heeft. En hoe stem je af hoeveel ambtenaren met burgers spreken; teveel is niet goed (verkeerde indruk), maar te weinig ook niet. De interne discussie blijkt vaak het meeste energie te kosten. 4
Tip 1: Maak een verwonderlijst en bespreek die met de gemeentesecretaris
3.
De burger volgen of structuur bieden? Twee stromingen zijn zichtbaar; de overheid bepaalt waar de burger ruimte krijgt of de overheid volgt het initiatief van de burger. Tip 1: Combineer. Geef ruimte aan het burgerinitiatief maar biedt ook structuur / houvast. Let daarbij in ieder geval op: - Eenvoudige processen en procedures; voorkom dat energie door randzaken (bijv. bureaucratie) wegvloeit - Wees duidelijk en transparant, communiceer helder
4.
Ivoren toren ziet sociale verbanden niet In de ‘ivoren toren’ lijkt het of niemand een vinger uitsteekt naar de ander. Maar als we op verjaardagen navraag doen blijkt dat er tientallen sociale verbanden zijn die de overheid niet herkent. Daar maken we zelf onderdeel van uit! Tip 1: Probeer het eens!
5.
Gebruikt het conflict als veranderkracht De crisis (bezuinigingen) maakt dat burgers wakker worden. Eerst boos, maar daarna redelijk om zelf verantwoordelijkheid te nemen, om zelf sturing te kunnen geven aan de route (“als het dan toch moet….”). Tip 1: Maak gebruik van de prikkels om mensen in actie te laten komen
6.
Pamperen (vouchers en wijkbudgetten) kan mensen lui maken en ruzie veroorzaken Direct geld beschikbaar stellen voor een (gewenst) initiatief daagt niet uit tot creatieve oplossingen. En het algemene beeld is dat vouchers komen bij bijdehante types terwijl ‘Tante Truus’ niets krijgt. Het gaat er niet zozeer om het vrijmaken van budgetten in welke orde van grootte, het gaat om de manier waarop met deze budgetten wordt omgegaan. Tip 1: Daag burgers uit om zelf met cofinanciering te komen (Peel & Maas)
7.
Burgers zorgen zelf voor uitvoeringsstabiliteit Een van de bezwaren is dat taken die burgers oppakken niet stabiel zijn. Ze worden afhankelijk van een individu. En er is risico op misbruik van gelden; wie controleert? In de praktijk zien we goede voorbeelden van burgers die elkaar opvangen. Tip 1: Ga er in eerste instantie vanuit dat het kan!
8.
Zorg voor onderling contact Burgers kunnen veel, maar ze vormen niet altijd het juiste collectief om te kunnen handelen. 5
Een van de belangrijkste taken van de gemeente in het construct lijkt dan ook die van ‘mensenmakelaar’ te zijn. Tip 1: Intervenieer zo dat burgers gedwongen zijn elkaar op te zoeken (bijv. ten behoeve van cofinanciering) Tip 2: Wees steeds alert op mogelijke kruisbestuiving tussen burgers Tip 3: Wees terughoudend met andere interventies; doe niet te veel
9.
Kijk uit voor subsidies aan burgers In het verlengde van les 6. Voor je het weet is de burger een nieuwe stichting welzijn en het verlengstuk van de overheid. Tip 1: Zet in op cofinanciering. Door gezamenlijk te betalen wordt het een gezamenlijk probleem met duidelijke bereidheid tot een gezamenlijke oplossing.
10.
Wees je bewust van de dominante burgerschapsstijl In achterstandswijken vormen de traditionele burgerij en moderne burgers de hoofdmoot. Zij hebben specifieke behoefte: directeur eigen belang, meer nabij eigen leefsfeer. Participatie op die onderwerpen zijn kansrijker. Tip 1: Houd bij de strategie per wijk rekening met de behoeften van de burgerschapsstijl. Sluit aan bij de belevingswereld van de burger. Doe daar ook onderzoek naar, ken je bewoners!
11.
De gemeente is niet de enige partij Binnen iedere gemeente zijn andere (publieke) organisaties actief die direct of indirect te maken hebben met de effecten van Burgers aan het Stuur. Welzijnsorganisaties, jeugdzorg, woningcorporaties, etc. Ook zij moeten meegaan (of tenminste niet tegenwerken) in het nieuwe construct. Tip 1: Betrek partners in een vroeg stadium, maak ze deelgenoot van het idee.
12.
Neem de tijd Zoals zo vaak: veranderen gaat niet over één nacht ijs….
Tot slot: Vindt een balans Uiteindelijk zal er door Burgers aan het Stuur een nieuwe balans ontstaan tussen overheden, maatschappelijk middenveld, en burgers. Daarbij dient aan alle partijen recht te worden gedaan. Burgers moeten serieus genomen worden, geef ze binnen de kaders ook echt zeggenschap en maak daar goede afspraken over. Betrek het maatschappelijke middenveld; je kunt niet zonder. En heb aandacht voor professionals in de uitvoering. Het gaat wel over hun werk en hun baan! 6
3. Aanleiding BahS II
In november 2011 startte het leernetwerk Burgers aan het Stuur II, ook weer gegrond vanuit de ‘Whygedachte’. De thematiek die ten grondslag lag aan de (door)ontwikkeling van dit netwerk is de steeds groter wordende kloof tussen de overheid en de burger en de geleerde lessen uit de eerste cyclus van Burgers aan het Stuur. Dit omvat de volgende punten:
•
De burger leunt achterover (gesubsidieerd, verzorgd) en klaagt over de overheid (negatieve beeldvorming in de media)
•
Actieve burgers hebben moeite dingen gedaan te krijgen bij de overheid, vanwege overvolle bureaucratie en aanbodgericht denken
•
Overheden moeten steeds meer bereiken met steeds minder geld, en stevige bezuinigingen zijn op komst
•
Maatschappelijke problemen worden steeds complexer en voor het vinden van oplossingen ben je als ambtenaar steeds meer afhankelijk van andere diensten en partijen (terwijl de interne oriëntatie en angst om los te laten nog groot is)
De oplossingrichting waar wij in geloven ligt in de potentiële, en onontgonnen, kracht van burgers. Zet de burger aan het stuur want dan krijgen we andere burgers: •
Een burger die echt zelf verantwoordelijk is en wordt gehouden; en zich daarom anders gedraagt
•
Van consument naar bepaler en opdrachtgever en participerend op een hoger niveau
•
Niet als individu, maar met anderen: creëren van burgerschap en ondernemerschap
•
Vitale instellingen springen daarop in
•
Kortom een vitaal veld!
Wanneer bovenstaande bereikt kan worden heeft dit voordelen voor zowel de gemeente als de burgers zelf. Burgers ontwikkelen ondernemerschap / empowerment en krijgen meer vertrouwen en zeggenschap. Deze krachtige en zelfstandige burgers zullen dus niet langer ‘leunen op’ de gemeente / overheid. Hierdoor kan de gemeente alleen taken uit gaan voeren die burgers niet kunnen of waar zij hulp bij nodig hebben. Dit alles verlangt wel van de gemeente / overheid dat ze durven ‘los te laten’. Dit is dus ook een les die geleerd kan worden; Hoe laten we los als gemeente zijnde? Daarnaast zorgen bovengenoemde voordelen uiteindelijk ook voor een verbeterde relatie tussen burger en gemeente / overheid.
De aanleiding en de te behalen voordelen mogen dan duidelijk zijn; de weg hier naar toe is dat (nog) niet. Hoe krijgen we de burgers daadwerkelijk aan het stuur? Dit vergt veranderingen bij én de gemeente én de burger: 7
Gemeente De overheid / gemeente dient een nieuwe rol te kiezen. Binnen deze rol moet een aantal dingen duidelijk worden. •
Bepalen van ruimte voor burger en de voorwaarden waaronder de burger deze ruimte invult
•
Bepaal de context waarin deze ruimte zich bevindt, denk hierbij aan: - Burgers en Ondernemers die mogen experimenteren met het invullen van deze ruimte - Omgaan met budgetten en mogelijke kortingen - Hoe ga je om met de risico’s die optreden (in de eerder genoemde ruimte) bij zelfsturing zonder de verantwoordelijkheid over te nemen? - Hoe ga je om met de naleving van spelregels die zijn overeen gekomen? - Hoe ziet de investering in begeleiding die burgerparticipatie op gang houdt eruit?
•
Vitalisering van het veld, denk hierbij aan: - Hoe vitaliseer je het veld? - Hoe vernieuw, vergroot, diversifieer je het veld? - Hoe maak je het veld transparant? (zodat o.a. burgers elkaar kunnen vinden) - Hoe ga je actief koppelen?
Burger Burgers en ondernemers zoeken zelf oplossingen voor de ‘gaten’ die optreden; op zoek naar een nieuw evenwicht tussen krachtige en minder krachtige burgers.
Bovengenoemde veranderingen zijn natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Het zijn namelijk veranderingen die ingaan tegen diepgewortelde overtuigingen en praktijken, professionalisme, ‘eigen professionaliteit, en dergelijke. Daarnaast zitten er ook juridische aspecten aan (wanneer men loslaat) en komen er existentiële vragen op binnen de eigen organisatie en daarbuiten.
Dit Leernetwerk is ingegaan op deze broodnodige veranderingen en daardoor hebben deelnemende gemeenten begrip, kennis en taal ontwikkeld aangaande Burgers aan het Stuur. Wat houdt het in? Waar zitten de potentiële gevaren? Hoe gaan we daarmee om? Wat betekent het voor onze eigen organisatie? Etcetera.
8
4. Bijeenkomsten & casuïstiek
De 6 deelnemende gemeenten waren Den Haag, Enschede, Hellendoorn, s’-Hertogenbosch, Utrecht, en Zoetermeer. Alle deelnemers hebben éénmaal gefungeerd als de zogenaamde Gastgemeente. De gastgemeente bracht een casus in en rondom deze casus werd het programma gebouwd. Het programma was altijd zo ingericht dat er een samensmelting plaatsvond tussen relevante theorie (zoals Kleurenleer, Burgerschapsstijlen, EffectenArena, ESH-model, Theory U, etc.) en de praktijk uit de casus. Daarnaast werd de problematiek uit de casus altijd behandeld op meerdere niveaus. Enerzijds werden verschillende niveaus van het probleem bekeken om de ‘wickedness’ in kaart te brengen. Deze 3 niveaus maken inzichtelijk in welke mate een vraagstuk, ten aanzien van Burgers aan het Stuur, ook werkelijk “wicked” is en in een systemische context in stand blijft. Deze 3 niveaus van complexiteit zijn: •
Sociaal: Welke actoren spelen mee? Welke spelen niet mee en hebben wel een belang? Wat is het specifieke karakter van de stakeholders? Wat zijn hun motieven en belangen? Wie speelt mee zonder verantwoordelijkheid?
•
Dynamisch: Waardoor is het moeilijk te bepalen wat invloed heeft op iets anders? Is het effect direct of op termijn? Welke causaliteiten en lange termijn doorwerkingen zijn niet te zien? Welke andere factoren beïnvloeden de vraag?
•
Generatief: Waar zie je een zelfversterkend mechanisme? Waar zie je een trend dat het vraagstuk groter maakt? Waar zie je dat een vraagstuk wordt geagendeerd of versterkt?
Anderzijds bekeken we de problematiek uit de casus altijd vanuit meerdere perspectieven; Wat vraagt dit van burgers? Wat vraagt dit van wijkmanagers? tot aan Wat vraagt dit van de Raad? In de figuur hiernaast is goed te zien dat we beide kijkglazen gebruikten gedurende het Leernetwerk. Én de verschillende ‘niveaus’ (Generatief, Dynamisch, en Sociaal) zijn in beeld gebracht én het feit dat er velerlei stakeholders betrokken zijn is afgebeeld. Overigens, zoals te zien in figuur rechts, zijn de actoren niet statisch t.o.v. de multiple niveaus maar fluïde.
Doordat we de casuïstiek van de gastgemeente, middels het programma, bekeken vanuit meerdere perspectieven en dimensies, leidde dit aan het eind van de dag vaak tot rijke “ontwikkelagenda’s” voor de desbetreffende gemeenten. Overigens werden al deze bijeenkomsten bijgewoond door de deelnemers 9
van het netwerk en lokale ‘gasten’ (zoals burgers, wijkmanagers, directeuren, etc.). Dit kwam de variëteit van de groep ten goede en zorgde voor vele verschillende invalshoeken die tezamen een rijk en hollistisch perspectief genereerden. Onderstaand zullen we per gemeente kort de ingebrachte casuïstiek aanstippen en aangeven welke literatuur (theory) hieraan gekoppeld is geweest.
Enschede Deze bijeenkomst stond in het licht van het interne spel. Als een project de burgers aan het stuur wil zetten, is dat per definitie baanbrekend. Het doorbreekt codes, aannames en routines van de bestaande organisatie. Burgers aan het stuur vergt heldere interne randvoorwaarden. Enschede deed als gastheer de aftrap van de tweede cyclus Burgers aan het Stuur. De casus die Enschede inbracht, is de wijk Pathmos dat een werkloosheidsvrije wijk moet worden. In deze casus gaat het niet om de inhoudelijke doelstellingen maar om de vraag hoe het interne spel dat hiervoor nodig is gespeeld moet worden. Hierbij stond de volgende vraag centraal:
"Hoe kan ik mijn ervaringen in de pilot /proeftuin Pathmos invoelbaar maken voor ambtenaren in het stadhuis/stadskantoor, zodat de pilot ook voor hen leerzaam wordt (en er blokkades opgeruimd worden?)”
Veel van de weerstanden komen omdat de partijen elkaar niet verstaan, en vanuit gevormde oordelen kijken. Dit staat onbevangen waarnemen in de weg. Om werkelijk verbonden te raken met elkaar stond tijdens deze dag hernieuwd waarnemen centraal. Na een inleiding over Theorie U en dialoogvoering oefenden de deelnemers op elkaar het ‘via de ogen van de ander’ kijken en het gesprek voeren. Het schema hiernaast geeft inzicht in the verschillende voices (Judgement, Cynism, Fear) die ons belemmeren en die ook een echte doorbraak / verandering in de weg staan.
Utrecht De gemeente Utrecht bracht een casus in rondom Speeltuinen. De vraag die hier centraal stond was als volgt: Hoe krijgen we buurtbewoners, dus ouders en andere vrijwilligers, zover dat zij de verantwoordelijkheid nemen voor het beheer van speeltuinen?
10
Hoe laten we dit ‘rimpelloos’ verlopen en houden we tegelijkertijd onze bestuurders bij de les? Gedurende deze bijeenkomst hebben wij dit onderzocht en dit resulteerden in veel waardevolle ideeën waar de gemeente Utrecht verder mee kon.
Ook hier hebben we een kijkglas vanuit de theorie geïntroduceerd. Ditmaal betrof het een oefening om tot een ware dialoog te komen. Met name de rol van de voice of judgement (en het besef hiervan) kwam hierin duidelijk naar voren en hielp de groep om via dialogen tot breder gedragen en betere ideeën / oplossingen te komen.
Zoetermeer In Zoetermeer hebben we ons gebogen over de casus Oosterheem. In deze wijk zijn buurtfora aanwezig die de participatie moeten bevorderen. Het ene forum is wat succesvoller dan het andere. De gemeente Zoetermeer wil graag een scopeverruiming op drie niveaus realiseren (zie onderstaande figuur).
De deelnemers en lokale gasten hebben zich gedurende deze bijeenkomst beziggehouden met de drie bovenstaande vragen. Ook hier is het kijkglas om tot een ware dialoog te komen gebruikt in combinatie met het ook eerder genoemde gedachtegoed van Otto Scharmer; Theory U. Dit hielp de groep om tot een doordrongen dialoog te komen met de aanwezige burgers, mensen uit de lijn, en wijkmanagers. Hierdoor was de groep in staat om aan het einde van het programma een rijke ontwikkelagenda op te stellen voor elk van de drie vragen. Achteraf zijn deze uitkomsten geëvalueerd als zeer waardevol.
’s-Hertogenbosch De gemeente ’s-Hertogenbosch bracht de wijk Hambaken in als casus. Deze wijk, die in het verleden te kampen heeft gehad met vele ongeregeldheden en overlast, heeft een flinke ontwikkeling doorgemaakt de laatste jaren. De ontwikkeling is (mede) te danken aan een aanpak (19-punten plan) die zich o.a. focuste op fraudebestrijding, individuele jongeren, en selectie van potentiële bewoners. Inmiddels bezit deze wijk een redelijk aantal bewonersinitiatieven. De gemeente ’s-Hertogenbosch wilde graag inzicht in hoe ze ervoor kunnen zorgen dat deze initiatieven gekenmerkt worden door een hoge inzet en verantwoordelijkheid van burgers. Daarnaast hebben we ook aandacht besteed aan de vraag: Hoe zorgen we ervoor dat het bedrijfsleven zich meer ‘connect’ aan de wijk Hambaken. We zagen een mooi contrast 11
tussen enerzijds een bottom-up ondernemende sociaal werker (Hambaken Gym) en anderzijds het topdown droppen van het concept buurtonderneming.
Tijdens deze bijeenkomst hebben we 2 kijkglazen vanuit de theorie geĂŻntroduceerd om tot een rijkere discussie en uiteindelijk een rijkere ontwikkelagenda te komen
Theory Mentality De theorie rondom de mentality modellen gebruiken we binnen deze context om de dynamiek binnen een wijk te kunnen belichten. Wat voor type mensen wonen er in de Hambaken? Wanneer je dit weet kun je een meer ‘tailor made’ aanpak ontwikkelen om de inzet en verantwoordelijkheid van burgers bij een bepaald initiatief te vergroten. Onderstaande figuren geven de verschillen burgerschapsstijlen en hun karakteristieken weer.
12
Veranderkleuren
Naast de Mentality modellen hebben we gedurende deze dag ook gebruik
Denkwijze
Er verandert iets als je:…
Geeldruk
De belangen van de belangrijkste spelers bij elkaar kunt brengen tot een consensus door middel van een
gemaakt van het gedachtegoed rondom
onderhandelingsproces
‘Kleurendenken’. Wanneer verandert er iets en hoe verschilt dit tussen type
Blauwdruk
implementeert in een rationeel proces
mensen/organisaties/wijken? Daarnaast is de combinatie van
Rooddruk
Groendruk
Mensen in leersituaties brengt, ze bewuster en bekwamer maakt waardoor hun vermogens toenemen op
verschaft in hoe we in bepaalde type
het werk in een ontwikkelproces
wijken veranderingen te weeg kunnen brengen. De figuur rechts geeft heel
Mensen op de juiste manier prikkelt, zodat ze zich gewaardeerd en gezien voelen in een sociaal proces
Mentality Modellen en Kleurenleer zeer interessant omdat dit ons inzicht
Onderzoekt wat de beste oplossing is en die planmatig
Witdruk
beknopt de kleurenleer weer. Wanneer u geïnteresseerd bent in de combinatie
Spontane evolutie een handje helpt door ruimte te geven waar energie zit en blokkades slecht in een dynamiserend proces
van de Kleurenleer en de Mentality modellen kunt u het volgende artikel lezen: De Caluwé & Motivaction – Zoeken naar synergie. http://www.twynstragudde.nl/pdf/publicaties/Zoeken%20naar%20synergie.pdf
Hellendoorn De gemeente Hellendoorn heeft de volgende vraag voorgelegd aan het netwerk: Wat zijn de mogelijkheden met burgers rondom burgerparticipatie in het fysieke domein? Gedurende deze dag hebben we, met behulp van onderstaand kijkglas, verschillende ideeën gegenereerd die aan 3 voorwaarden diende te voldoen, te weten: 1.
Het idee is structureel van aard, dus niet eenmalig
2.
Het idee is van dien aard dat het invloed / impact heeft op de eigen organisatie
3.
Het idee wekt enthousiasme op
Daarnaast hebben wij de uiteindelijk gekozen ideeen ‘verankerd’ in de eigen organisatie. Dit betekent dat we hebben gekeken wat de ideeën voor implicaties hebben op het gebied van: Proces Afspraken, Politiek, Stakeholders, Eigen organisatie,en Communicatie.
Ook gedurende deze bijeenkomst hebben wij een kijkglas vanuit de theorie geïntroduceerd. Dit keer betrof het de EffectenArena van SEV. Deze EffectenArena is gekozen omdat wij hadden gemerkt gedurende de voorgaande sessies hadden gemerkt dat het soms lastig is om te benoemen welke stakeholders er nou exact resources verschaffen aan een bepaald initiatief en welke stakeholders er nou exact de effecten van ervaren. De EffectenArena is het middel bij uitstek om daar helderheid in te scheppen. 13
Den Haag De Gemeente Den Haag brengt een casus in rondom zelfsturing en buurthuizen. Enerzijds hebben we deze dag gekeken naar hoe een ‘buurthuis van de toekomst’ eruit zou kunnen zien op meerdere gebieden (financieel, rol overheid – burger, politieke beleid, etc.). Anderzijds hebben we die dag geïnventariseerd wat de rol van de overheid/gemeente en wat de rol van de welzijnsinstellingen behelst wanneer we van “pamperen naar participeren” willen en wanneer we willen ”bouwen aan verdraagzaamheid, verbinding, cohesie, ontwikkeling, en zelfstandige burgers”. Ook hier hebben we natuurlijk weer een kijkglas vanuit de literatuur geïntroduceerd. Ditmaal was dat het ESH-model en een Stakeholder-Map. Dit hield in dat we de IST en een SOLL situatie definieerde voor zowel de gemeente als de welzijnsinstelling(en) rondom het welzijn op het gebied van: IST - situatie
Soll - situatie
Wat we willen
Hoe bereiken we?
14
Zoals te zien in bovenstaand plaatje werd er ook aandacht geschonken aan de vraag: Hoe bereiken we, vanuit de IST-situatie, deze gewenste SOLL-situatie? Dit gecombineerd met een Stakeholder-Map, waarbij ook de rol van elke stakeholder werd gedefinieerd in zowel de IST- als de SOLL-situatie, resulteerde in zeer interessante plenaire & groepsgesprekken waarbij enerzijds gedroomd werd over de te bereiken resultaten en anderzijds dit gekoppeld werd aan concrete processtappen hoe dit te bereiken.
5. Outcomes Het Leernetwerk Burgers aan het Stuur II heeft ons, alle betrokkenen, meerdere dingen geleerd. Deze geleerde lessen zullen onderstaand besproken worden
1. Taal Allereerst hebben de bijeenkomsten ervoor gezorgd dat we een eigen taal hebben ontwikkeld. Doordat we vaak diep in bepaalde issues rondom Burgers aan het Stuur gedoken zijn hebben we een taal ontwikkeld voor zaken die we eerst niet konden benoemen. Taal is duiding, het gaf de groep de mogelijkheid om de situatie te duiden, en te kunnen nadenken over de benodigde processtappen. Dit bleek een cruciaal punt, namelijk; Hoe kun je iets veranderen/verbeteren wanneer je het niet kunt benoemen?
2. Combinatie Theorie & Praktijk Zoals eerder aangegeven hebben we gedurende de loop van het Leernetwerk meerdere kijkglazen (theory) geïntegreerd met de praktijk. Sommige combinaties bleken waardevoller dan andere maar uiteindelijk hebben ze allemaal hun eigen functie gehad. Waar het ESH-model de deelnemers vooral dwong om de ‘binnenkant’ van de eigen organisatie eens goed onder de loep te nemen, vervulde de Mentality Models en het Kleurendenken de groep juist om de blik ‘naar buiten te richten’. Weer een andere theorie, de SEV EffectenArena, zorgde ervoor dat we verder dachten dan de ‘usual suspects’. Wie ervaart er nou echt de effecten van een bepaald initiatief? En; Wie verschaft nou daadwerkelijk welke resources aan het initiatief? Al met al hebben al deze verschillende kijkglazen de deelnemers voorzien van een goedgevulde ‘toolkit’ waarmee men de alledaagse praktijk kan analyseren en veranderen.
3. Het “Burgers aan het Stuur II – DenkDiner” voor Wethouders Het Leernetwerk is afgesloten met een DenkDiner voor Wethouders van deelnemende gemeenten. Het doel van dit diner was tweeledig. Enerzijds was dit een moment van terugkoppeling. Wat zijn de geleerde lessen en wat hebben we bereikt binnen het Leernetwerk? Anderzijds was dit een moment van verkenning. Wat is onze, vanuit de ogen van de wethouders, specifieke rol binnen Burgers aan het Stuur? Hoe kunnen wij ervoor gaan zorgen dat we meer concrete en praktische handvatten kunnen genereren om burgerparticipatie blijvend te verankeren in onze gemeentelijke praktijk? 15
4. Ontwikkelpunten Minstens net zo belangrijk zijn de ontwikkelpunten. Wat zijn de issues die verdere verdieping vereisen? We hebben gedurende het Leernetwerk meerdere van deze ontwikkelpunten kunnen benoemen. Hierop zal verder ingegaan worden in paragraaf 5; En wat nu?
6. En wat nu? We gaan door! Het succes van Burgers aan het Stuur I, & II stimuleert om door te gaan met een derde cyclus. Succes, in deze context, verwijst naar het feit dat deelnemende gemeenten inzichten hebben verworven, door middel van het kritisch kijken naar elkaars casussen en door te durven, die niet uit boekjes te halen valt. Zoals eerder aangegeven hebben we een aantal ontwikkelpunten weten te benoemen. We bouwen de bijeenkomsten in de derde cyclus op zo’n manier op dat deze ontwikkelpunten verder uitgediept gaan worden, zonder natuurlijk de bredere context uit het oog te verliezen. We zullen ook de combinatie Theorie & Praktijk in stand houden de
De ontwikkelpunten die we in de 3 cyclus in ieder geval aan de orde willen stellen zijn: •
Wat levert Burgers aan het Stuur op? Waarom zou je Burgers aan het Stuur willen? Wat levert dit op. Welke metrics zou je moeten ontwikkelen om de waarde van burgerparticipatie inzichtelijk te maken. Moet je dit wel inzichtelijk maken en voor wie moet dit inzichtelijk zijn? (wijkmanager, politiek, raad, etc.). Maar ook; wat kun je bereiken wanneer je inzicht hebt in de resultaten.
•
Decision Making Proces Hoe ziet het er dan uit wanneer Burgers zeggenschap krijgen over bepaalde zaken. Wie beslist? Waar ligt mandaat? Wat is de rol van de gemeente/overheid? Is er controle? We zouden hier meerdere, echt concrete, werkwijzen kunnen inbrengen van gemeenten die hier al heel ver in zijn
•
Welke burgers Wanneer aan Welk stuur en Hoeveel sturen ze? Hoe ga je om met de heterogeniteit van burgers/wijken. Wat zijn issues die uitermate geschikt zijn voor het concept ‘Burgers aan het Stuur’ en welke issues zijn daar minder geschikt voor (Zorg, Groen, Veiligheid)? En hoeveel mogen burgers sturen, wat is de rol nog van de overheid/gemeente?
•
Interactie Hoe communiceren we met burgers binnen het concept van Burgers aan het Stuur. Hoe bereik je jouw doelen? Moeten alle burgers op dezelfde manier benaderd worden? Wat zijn innovatieve manieren om burgers te raken en te betrekken bij de vraagstukken? Wat is de invloed van burgerschapsstijlen? Wat kunnen we doen met Social Media, Fora, etcetera?
•
Politieke/Systemische kant Hoe verankeren we de werkwijze in de eigen organisatie? Wat is de rol van de politiek? Hoe ga je 16
om met de weerstand vanuit het systeem? Zoals gezegd: Heel belangrijk, dit zorgt voor de verankering van voorgaande ontwikkelpunten in de weerbarstige praktijk.
Wij, Twynstra Gudde, gaan samen met gemeenten dus door met dit Leernetwerk. Door het blijven delen van ervaringen en de voortgaande cumulatie van kennis blijven wij, op een innovatieve en rijke wijze, bouwen aan de “Kathedraal” Burgers aan het Stuur. Wilt u meedoen en als gemeente één van de koplopers worden op het gebied van burgerparticipatie en zelfsturing, doe dan mee!
U kunt contact opnemen met:
Jeroen den Uyl
Jelle Voets
Meryem Kilic-Karaaslan
juy@tg.nl
xjs@tg.nl
mkc@tg.nl
06 1054 3056
06 1896 3331
06 1278 2192
17
Nawoord
Een speciaal dankwoord spreken wij uit richting het ministerie van BZK voor financiële ondersteuning en richting de deelnemende gemeenten: •
Amersfoort
•
Amsterdam Oost
•
Berkelland
•
Den Haag
•
Enschede
•
Hellendoorn
•
‘s-Hertogenbosch
•
Tilburg
•
Utrecht
•
Zoetermeer
18
Referenties
Tijdens de realisatie van zowel het Leernetwerk als dit boekje hebben wij gebruik gemaakt van een aantal bronnen:
EffectenArena – (SEV, http://www.sev.nl/publicaties/publicatie.asp?code_pblc=926)
Eindverslag Burgers aan het Stuur I - (Twynstra Gudde, 2011)
Gedachtegoed Kleurendenken – (Twynstra Gudde, http://www.twynstragudde.nl/Kleurendenken)
Gedachtegoed Mentality – (Motivaction, http://www.motivaction.nl/specialismen/mentality-tm)
Synergie Kleurendenken & Mentality – (Twynstra Gudde & Motivaction, http://www.twynstragudde.nl/pdf/publicaties/Zoeken%20naar%20synergie.pdf)
Theory U – (Otto Scharmer, http://www.ottoscharmer.com/)
19
Meer weten? Twynstra Gudde Stationsplein 1 3818 LE Amersfoort Postbus 907 3800 AX Amersfoort
Jeroen de Uyl (partner) Tel. 033 4677769 juy@tg.nl www.twynstragudde.nl