[2]
Predoctor april 2012 | Jaargang 24
Inhoudsopgave 4. Mededelingen 5. Onderwijsupdate 6. (Toe)Standje K1-69 7. CO-lumn 8. Een blik op de Griekse en Romeinse oudheid 10. Studiereis 11. Onderwijsprijzen 12. Geneeskunde tijdens de middeleeuwen 14. Geneeskunde Renaissance tot 1900 16. Fotopagina 18. Hoe iets simpels ooit complex was 20. Geneeskunde in de Tweede Wereldoorlog 22. IFMSA-Leiden 24. 1945 – heden (en verder…?) 26. De kwelling van het mens zijn 27. Forestus 28. JVT/Cies 30. Kalender
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Colofon Predoctor is een tweemaandelijkse uitgave van de Medische Faculteit der Leidse Studenten (M.F.L.S.) De eindredactie behoudt zich te allen tijde het recht voor ingezonden artikelen of mededelingen niet te plaatsen of indien nodig geacht in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, of door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Correspondentieadres M.F.L.S. K1-R Postbus 9600, 2300 RC Leiden Telefoon 071 5264484 E-Mail info@mfls.nl Internet www.mfls.nl Redactie Dilek Yilmaz Li Shan van Poelgeest Lucia Baris Nelleke Boelhouwer Lay Out Charlotte Zwetsloot Stephanie Feleus Esther Kort Maaike de Koff Vincent van Beek Druk Hega. Drukkerij, De Bruyn Kopsstraat 6 2288 EC Rijswijk (Den Haag Zuid) Abonnementen Jaarabonnement* €5,(*LUMC docenten gratis) Abonnementsvoorwaarden Een abonnement geldt voor zes nummers en kan niet tussentijds worden opgezegd. Een abonnement geldt tot wederopzegging en wordt zonder tegenbericht automatisch verlengd. Het opzeggen van uw abonnement dient schriftelijk te gebeuren en ten minste twee maanden voor het afloop van het academisch jaar. Oplage: 2700
[3]
Welke functie past bij jou? BKV heeft al duizenden artsen begeleid in hun carrière en ontwikkelde samen met medisch specialisten een specialistische test voor klinische en niet klinische functies. Investeer tien minuten en je krijgt een globale indicatie van de functies die aansluiten bij je wensen, je toekomst en je plezier. Kijk op www.loopbaanwijzer.tv en vul de test in. Neem contact op
[4]
+31 888 - 22 55 88 of info@bkv-groep.nl
www.vacaturesvoorartsen.nl Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
Lieve M.F.L.S.’ers, Bijna zit het er weer op: het bestuursjaar waar ik naar uitgekeken heb vanaf het moment dat ik hier als eerstejaars begon. Negen maanden geleden namen wij hier als 99ste M.F.L.S.-bestuur zitting in K1-69. Toen nog vreemd en onwennig, nu geeft alleen al de ingang van het LUMC een gevoel van thuiskomen. Elke ochtend neem ik plaats op mijn vertrouwde plekje achter grote stapels papier die haast heel mijn bureau in beslag lijken te nemen. Natuurlijk had ik een verwachting van hoe dit jaar eruit zou zien, maar deze verwachting is vele malen overtroffen. Het begin. Het begin waarin ik in de eerste Predoctor heb gezegd dat mijn favoriete moment van de dag ‘even gek doen’ is. Met z’n achten werken we hier heel erg hard. Toch is het dan fijn af en toe de teugels te laten vieren en even dat gekke moment te pakken. Slagroomgevecht met Hans, Facetimen met Vincent, jeugdliedjes en -dansjes ophalen met Jacco, Fristi halen met Lisette, stomme boekhoudgrapjes met Niels, vooruitkijken met Suus en last but not least: Nelleke die mij voor de grap heel serieus zal aanspreken op al deze gekkigheid en daarmee dat moment extra leuk maakt! Natuurlijk was het ook het begin van hard werken. Samen met de studiereiscommissie hebben we een geweldige reis naar Moskou opgezet. De reis was absoluut een van de hoogtepunten van het jaar. We hebben interessante colleges gevolgd, mooie universiteiten bezocht en we hebben zelfs operaties van dichtbij mogen bewonderen. Stilzitten was er dus dit jaar niet bij. Samen met Nelleke en het CvTA hebben we, als deel van het financieel meerjarenbeleid, het subsidiestelMedische Faculteit der Leidse Studenten
Het is onvoorstelbaar op welke plekken wij dit jaar zijn beland. De ene activiteit was dit jaar nog ga-ver dan de andere. Kort geleden namen wij op bijzondere wijze afscheid van onze decaan; Prof. dr. E.C. Klasen. Een hele dag vol spektakel. Mensen die niets liever wilden dan deze professor in het zonnetje zetten. Ook wij wilden dit natuurlijk niet zomaar voorbij laten gaan. Het was dan ook hét moment voor de onthulling van zijn M.F.L.S.erelidmaatschap. Zijn enthousiasme en kennis zullen dan ook een waardevolle toevoeging zijn voor de M.F.LS. Alle besturen van de afgelopen 10 jaar waren aanwezig. Het was fantastisch om te zien waar alle voorgangers mee bezig zijn en hoe zij terugkijken op hun bestuursjaar.
(Toe)Standje K1-69
sel opgesteld waar jullie volgend jaar allemaal gebruik van kunnen gaan maken.
Over niet al te lange tijd zijn wij dat zelf; niets meer dan voorgangers. Momenteel zijn de sollicitaties nog in volle gang, maar tegen de tijd dat deze Predoctor bij jullie op de mat ligt, weten jullie precies wie er volgend jaar in onze voetsporen zullen treden. Voor ons bijna het einde, voor hen een nieuw begin. Een begin van een jaar waarvan zij, naar ik hoop, evenveel zullen genieten als ik heb gedaan! Bijna zit het er weer op. Bijna is niet helemaal. Gelukkig hebben we nog drie maanden om de puntjes op de i te zetten, hard te werken, de laatste borrels mee te pakken en mijn bureau netjes achter te laten voor mijn opvolger… Liefs, Raphaël Rienstra | Penningmeester 99ste M.F.L.S.-bestuur
[5]
ONDERWIJSUPDATE
Elke editie geven de Leden Onderwijs Lisette Harteveld en Suzanne de Kreij samen een korte samenvatting van het laatste nieuws uit onderwijsland. Voor vragen of opmerkingen kan je altijd terecht bij de JVT of in de bestuurskamer (K1-69). ALGEMEEN Onderwijsconferentie Op vrijdag 22 juni zal de Onderwijsconferentie plaatsvinden in het LUMC, met als thema ‘Dwarsverbanden’. Dagvoorzitter Prof. Bolk zal tijdens de conferentie, die van 10.00 tot 15.30 uur duurt, als dagvoorzitter fungeren. De Studenten Adviescommissie zal onder leiding van Joost, Suzanne en Lisette een workshop verzorgen over studenteninspraak in het onderwijs. Studenten zijn van harte welkom! Onderwijsprijzen Op woensdag 6 juni zullen de jaarlijkse Onderwijsprijzen weer uitgereikt worden tijdens een spetterende show! Prijzen zullen worden uitgereikt aan het beste blok van Geneeskunde en BW, beste studenten en de beste docent van het LUMC. Het thema is dit jaar ‘LUMC’s got talent’ en in het kader van de vele bekende talentenjachten, zal er tijdens deze uitreiking ook een aantal spetterende acts zijn. Kom dus allemaal naar de Burumazaal om van 16.00 tot 18.00 uur te genieten van de show en na te borrelen in HePatho! BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Biomedisch Interfacultair Congres Op zaterdag 2 juni zal het BIC plaatsvinden op de VU in Amsterdam met als thema ‘Auto-immunity: It’s all about you!’. Het complete programma kun je vinden op www.bic-congres.nl. De kaartverkoop is inmiddels gestart op de site en kaartjes zijn ook verkrijgbaar in de bestuurskamer van de M.F.L.S. voor slechts 4 euro. Voor BW master studenten is de gehele dag 2 Guestlecture punten waard, mits je het toegangskaartje bewaart als bewijs. Mis het dus niet! Student Mentoraat Tijdens de vergadering van de Opleidings Commissie is het plan om een student mentoraat in te voeren bij BW, goedgekeurd. Volgend jaar september hopen we dus, net als bij geneeskunde, student mentoren te hebben. Maarten van Tol, Bianca Hogers en Suzanne houden zich nu bezig met de precieze invulling van dit mentoraat, net als met de honorering voor de studenten die mentor [6]
zouden worden. Mocht je eventueel al geïnteresseerd zijn, mail dan naar lidbw@mfls.nl als je een eerste- of tweedejaars BWer bent en je het leuk lijkt om een groep eerstejaars kennis te laten maken met onze studie en ze te begeleiden in hun eerste jaar. Visitatie Op 11 en 12 juni zal de visitatie plaatsvinden voor de opleiding BW. Vrijdag 11 mei hebben we al een proefvisitatie gehouden om te oefenen. Alles is vlot verlopen en we zien daarom dan ook de échte visitatie hoopvol tegemoet! GENEESKUNDE Basic Life Support-trainingen Vorig jaar is besloten om alle geneeskundestudenten ieder jaar een BLS-herhalingstraining te geven. Wij willen hiermee in september starten, maar daarvoor hebben we wel studenten nodig die het leuk vinden om, voor een minimale van twee jaar, hun mede-studenten les te geven. Je krijgt hiervoor wel gratis een officiële opleiding tot BLStrainer en je kan zelfs worden ingezet om les te geven aan personeel van het LUMC. Meld je nu aan via lidgnk@mfls.nl! Harde Knip Sinds 8 juli is de Wet op het Hoger Onderwijs gewijzigd met onder andere de invoer van de harde knip tussen de bachelor- en de masteropleiding. In het collegejaar 2012-2013 wordt deze harde knip doorgevoerd, wat betekent dat je geen mastervakken mag volgen als je de bachelor nog niet hebt afgerond. Om studievertraging voor bachelorstudenten te voorkomen biedt het LUMC twee faciliteiten: 1. Vervroegde derde herkansingsmogelijkheden voor vakken van het derde studiejaar van de bacheloropleiding. 2. Een Premasterclass Geneeskunde (PMCG) voor bachelorstudenten die na drie jaar nog niet aan alle eisen van het bachelordiploma voldoen. Kijk op de blackboardmodule Harde Knip Ba-Ma voor meer informatie! Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
CO-lumn
Knipbeurt met studentenkorting Door Jacob de Mol Sommige studenten zeuren teveel. Ik, vooral in mijn rol als co-assistent, maak me daar ook menig maal schuldig aan. De ene keer is het omdat ik geen stagevergoeding krijg, de andere keer omdat ik zulke lange dagen maak, nog een andere keer omdat er zoveel van je wordt verwacht, of dat je naast je doordeweeks gebuffel ook nog diensten moet draaien..... ik kan nog wel even doorgaan maar ik heb maar plek voor 700 woorden. En eigenlijk vind ik het ook terecht dat geneeskundestudenten wat mopperen over de huidige gang van zaken. Wat ze nu flikken met de langstudeerboetes, de masteropleidingen en misschien zelfs de basisbeurs of studenten-OV is ronduit belachelijk. Denk maar eens na over de opleiding geneeskunde. Zes jaar studeren zou toch betekenen dat we twee jaar langer lenen. Het doen van een master is nou niet echt optioneel, want wat heb je aan alleen een bachelor geneeskunde…? Dan hebben we ook vaak een wachttijd voor de co-schappen...... laat ik maar ophouden, anders zal deze Predoctor straks aan elkaar plakken van al jullie traantjes die op deze pagina zijn gevallen. Ik maak me hier verder geen zorgen om hoor, ben toch bijna klaar. En toen ik laatst bij de kapster zat (moet ook gebeuren) beleefde ik zo’n ‘besef-momentje’ dat ik eigenlijk toch wel blij ben met wat ik heb. Of beter gezegd: blij met de kansen die ik heb gekregen in mijn leven. Wij studenten kunnen het hoogste bereiken later; voornamelijk omdat we geboren worden met een goed ontwikkelde grijze massa. Daarbij is de studententijd een fantastische periode; vol met feesten, gezelligheid en studentenkorting! Scheelt toch zo weer drie euro op een knipbeurt. ‘Ben je goed in wiskunde?’ kreeg ik van achter in de verder lege kapsalon naar mijn hoofd gegooid. Na enig getwijfel en een uitgebreide analyse van de situatie kwam een bescheiden ‘ja, ik denk het wel’ uit. Ik zette me schrap voor een leuk rekensommetje of formuletje; maar nee. ‘t
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Arme schaap wist niet hoe ze de oppervlakte van de kamer moest berekenen (lengte x breedte, meestal). Niks ten nadele van haar verder; ze had een heel leuk tijgerjurkje aan en tja, ze hebben er toch weer voor gezorgd dat ik knapper de zaak uitliep dan dat ik was bij binnenkomst. Gelukkig voor haar wist ze tegenwoordig haar manco’s op te vangen met allerlei handige apps: zo had ze een nieuwe vertaal-app voor Android gedownload. Dit zou haar en haar vriend uitstekend van pas komen tijdens de vakantie naar Engeland......... Waarom dit mooie verhaaltje? Het heeft wat met de geschiedenis van de geneeskunde te maken. Vroeger in de middeleeuwen had je namelijk de barbier-chirurgijn. Oftewel: chirurgen in Europa zijn eigenlijk veredelde kappers! Instrumenten als een schaar werden al vergezeld door andere vernuftige instrumenten, als amputatietangen. Ga een keer met je vriend of vriendin naar museum Boerhaave (gratis); leuke collectie van, ja, uhm... oude wetenschappelijke dingen. Als je daar bent komt het tweede geluks-momentje: wat is het fijn om in deze tijd patiënt te zijn en niet 300 jaar terug! Het verhaal van benen amputeren zonder verdovingen is er natuurlijk een waarvan de rillingen je over het lijf lopen. Maar toen wisten ze gelukkig al wel dat die geïnfecteerde voet er toch echt af moest. Dus wat dat betreft waren die dokters wel weer koningen. Alleen zijn er vroeger wel een paar andere opvattingen geweest die me iets minder aanspreken: aderlaten bijvoorbeeld (met bloedzuigers) of ook een hele mooie: geofagie (het eten van aarde). Zou goed voor je zijn; het is ook iets wat nog steeds gebeurt tegenwoordig. Nou, mij niet gezien hoor, hooguit een zandkoekje. Oei, wat verkeerd om de column af te sluiten met zo’n slechte grap.
[7]
Een blik op de Griekse en Romeinse oudheid Door Dilek Yilmaz
Griekse tijd
Zieke mensen reisden af naar zijn tempels, op zoek naar genezing. In een tempel voor Asclepios in Epidaurus zijn nog steeds drie tabulae (kaarten) terug te vinden die tot 350 voor Christus terug dateren met namen en casusverslagen van ongeveer zeventig patiënten die daar hun heil zochten. Zo’n tempel was niet zomaar een gebedshuis, maar bood ook ruimte aan geneesheren om hun geneeskunst uit te voeren (inclusief operatieve ingrepen) onder de zegening van de god. Op de tabulae worden ingrepen beschreven die redelijk realistisch zijn, zoals de verwijdering van een abdominaal abces of een corpus alienum na een trauma. Waarschijnlijk werden deze ingrepen uitgevoerd nadat de patiënt verdoofd was met behulp van een opiaat. Deze verdoofde staat werd ‘enkoimesis’ genoemd en volgens de beschrijvingen leek het op de huidige anesthesie.
Voor zover bekend opende de eerste Griekse school voor de geneeskunde in 700 voor Christus in Cnidus. De schrijver van het eerste boek over anatomie, Alcmaeon, werkte op deze school. De school van Cnidus was de school die de grondslag voor het observeren van patiënten legde. Ook daar maakten de Grieken gebruik van de humorenleer. Deze leer onderwees dat ziekte veroorzaakt werd door een disbalans in humor (vier lichaamssappen) van het lichaam. De grondslag hiervan ligt in de leer der elementen, waaronder verstaan wordt dat de wereld bestaat uit een balans tussen de elementen vuur, water, aarde en lucht. De grondlegger van de elementenleer was natuurfilosoof Empedokles uit de vijfde eeuw voor Christus. Deze theorie van de elementen wordt geëxtrapoleerd naar de mens. Het menselijk lichaam is ook opgebouwd uit vier elementen en wel de lichaamsappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. Ieder van de humoren is verbonden met een van de elementen, die ieder weer verbonden zijn met de sei- In de loop van de tijd kwam er steeds meer een zoenen en hun respectievelijke kwaliteiten bezitten. tweedeling tussen geneeskunde en geloof. Onderzoek en ervaringen werden steeds belangrijker. De vier humoren komen in ieder mens in een bepaal- In de vijfde en zesde eeuw voor Christus waren er de karakteristieke menging voor en bepalen zo het twee belangrijke filosofisch-medische scholen: temperament. Wanneer de menging in balans is, dan de school van Knidos in Klein-Azië, en de school is een mens gezond. Maar wanneer er te veel is van van Kos. Ze onderwezen twee verschillende richéén der sappen is er minder van de andere lichaams- tingen in de geneeskunde, maar Kos was de meest sappen. De menging verschilt van mens tot mens wetenschappelijke. In Knidos lag bij de behandeen wordt bepaald door het jaargetijde, en de stand ling van ziektes het accent op de ziekte, waarbij de van de sterren en planeten waaronder deze mens patiënt enigszins op de achtergrond kwam te staan. geboren is. Ook de seizoenen hebben invloed op de menging: in de lente is de lucht en dus het bloed Hippocrates meer dominant, in de zomer het vuur en gele gal, in de herfst domineert de aarde en de zwarte gal en in De medische school in Kos, die het beroemdst zou de winter is het water en het slijm meer dominant. worden, hield zich meer bezig met het zoeken naar Raakt iemand zijn balans kwijt, dan wordt deze per- de oorzaken van ziektes. De patiënt was het belangsoon ziek. Als genezing werd vaak gekozen voor een rijkste element in het onderzoek. Uit deze school dieet, om meer van een humor binnen te krijgen, zou Hippocrates (ca. 460-370 voor Christus), de of een aderlating, om van een humor af te komen. grootste en beroemdste Griekse arts, voortkomen. Hippocrates van Kos staat bekend als de vader van Asclepios de moderne geneeskunde. Zijn zeven manuscripten onder de noeDe elementenleer en de daarvan afgeleide humoren- mer de ‘Hippocratische Corpus’ leer van Empodokles werd geïnspireerd door de fi- bevat onder andere de beroemde losofische denkwijze van Socrates. Tegenover deze Hippocratische Eed, die nog steeds door logica geïnspireerde denkwijze stond het poly- wereldwijd (al dan niet enigtheïsme van de Grieken, waarin ook de geneesheer- szins aangepast) door artsen bij god van de oude Grieken, Asclepios, in voorkwam. hun afstuderen wordt afgelegd. [8]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
700 v Chr.
476 n Chr.
Klassieke Oudheid Hippocrates werd vooral beroemd omdat hij brak met de mythische en religieuze geneeskunde. Hij geloofde niet in de Asklepios-verering, en bij zijn onderzoeken legde hij de nadruk op waarnemingen en probeerde deze zo logisch mogelijk te verklaren. Zo was hij de eerste die trommelvingers associeerde met chronische hypoxie. Net als de meeste empirische geneesheren, baseerde hij zijn praktijk ook op de humorenleer. Hippocrates categoriseerde ziektes als acuut, chronisch, endemisch en pandemisch en introduceerde begrippen als exacerbatie, recidief, resolutie, crisis, paroxisme, piek en remissie. Deze begrippen gebruiken wij vandaag de dag nog steeds. Hippocrates heeft ook veel bijgedragen aan de pulmonologie met zijn beschrijvingen van symptomen, bevindingen bij lichamelijk onderzoek en prognoses van pulmonale aandoeningen. Ook staat hij te boeken als de eerste thoracale chirurg en zijn bevindingen zijn tot op de dag van vandaag valide. Romeinse tijd Net als bij de Grieken verbonden de Romeinen ziekte aan het ingrijpen van de goden. Voor iedere patiënt werd een bepaalde god aangeroepen om de ziekte ongedaan te maken. Er waren initieel in het oude Rome geen beroemde artsen of medische scholen, en alleen de rijke families hadden een slaaf die voor de zieken zorgde. De overige bevolking moest het doen met de overgeleverde kennis van kruiden en goden. Er kwam pas verandering in toen de Romeinen Egypte veroverde. Bovendien kwamen er in die tijd veel Griekse artsen naar Rome en mengden de Helleense (Griekse) en Romeinse culturen met elkaar. In de recente geschiedenis van de wereld wordt duidelijk dat de meeste vooruitgang zowel medisch wetenschappelijk als technologisch wordt geboekt op het slagveld of omwille van de oorlog. Zo ook in de tijd van de Romeinen. Onder druk van keizer Nero werd de geneeskunde ten bate van zijn grote leger gestimuleerd. Zijn lijfarts, Andromachus, stelde een middel samen dat alles zou moeten kunnen genezen: de Theriak. Dit middel werd frequent gebruikt om de pest te genezen. De basis bestond uit slangenvlees, aangevuld met een selectie van 70 andere stoffen waaronder mirre, aarde, bloem, zwavel en wortels van verschillende planten; afhankelijk van de ziekte die het moest genezen werden ingrediënten toegevoegd. Tot ver in de Middeleeuwen werd de Theriak van Andromachus nog gebruikt. Medische Faculteit der Leidse Studenten
Celsus Een beroemde Romeinse arts en chrirug is ook Aulus Cornelius Celsus, die leefde in de eerste eeuw na Christus. Celsus schreef een meerdelige en veelzijdige medische encyclopedie, die zelfs onderwerpen als plastische chirurgie en pathologie omvatte. Tot ver in de achttiende eeuw werden zijn werken nog gebuikt door artsen. Galenus Toen het Romeinse Rijk in verval dreigde te raken, wilden artsen hun kennis zoveel mogelijk documenteren. De Griekse Claudius Galenus slaagde hier uiteindelijk het beste in en kwam bekend te staan als de befaamdste arts uit de Romeinse tijd. Claudius Galenus werd ook wel “de Clarissimus” genoemd, de meest verlichte. Hij leefde in de tweede eeuw na Christus en studeerde filosofie en geneeskunde in Pergamon. Hij schreef ongeveer 500 boeken, waarin hij al de aspecten van de geneeskunde beschreef. Deze boeken waren heersend voor de medische wetenschap en anatomie in de ongeveer duizend jaar die erop volgden. Galenus bezat naast zijn artsenpraktijk ook een apotheek waarin hij honderden medicamenten bewaarde. Hij classificeerde het effect van medicijnen in vier categorieën: een licht waarneembaar effect, een sterk waarneembaar effect, een schadelijk effect of een dodelijk effect. In Griekenland was het niet toegestaan om sectie te verrichten op mensen. Daarom werden voornamelijk dieren als apen, varkens en honden onderzocht. Galenus ontdekte zo dat de slagaders geen lucht bevatten, zoals men toen dacht, maar bloed. De grootste fout die Galenus ooit maakte, is de aanname dat de dierlijke anatomie geldend was voor de mens. Het gezag van Galenus was groot en zijn overbrengingen werden eeuwen lang niet betwist. Ook was het in de eeuwen erna verboden door de Kerk om secties op menselijk materiaal te verrichten. Alles bij elkaar genomen, is uiteindelijk ruim 1400 jaar vastgehouden aan deze aanname van Galenus voordat het eindelijk rechtgezet werd.
[9]
M.F.L.S.-studiereis
Het is alweer een pa ar weken geleden, ma ar het staat nog ver grote heimwee denken s in ons geheugen! Me wij terug aan de onver t getelijke studiereis na De reis begon in alle ar Moskou... vroegte: als commiss ie stonden wij zaterda vol energie paraat. To g 28 april al om 05:30 en de deelnemers een uurtje later in Hepatho sfeer er al lekker in. Na enige commotie ver verschenen, zat de trokken we dan einde nige Moskou! We hadd lijk naar het o zo zo en natuurlijk allemaa nl onze bontmutsen me aankomst bleken die egenomen, maar bij nergens voor nodig. De ro ze echter wel goed van zonnebrillen van Stu pas te komen, want he dentalent bleken t is verder de hele we geweest. ek ongeveer 25 grad en Op zondag was iedere en nog fris en fruiti g om de grootste tro Basiliuskathedraal en feeën van Moskou, de het Kremlin, te verere n met een bezoek. Wa ‘s Avonds werden we t was het een plaatje! rondgeleid door de sta d door studenten wa al een tijdje contact ar we vanuit Nederla mee hadden. nd Maandag was natu urlijk Koninginneda g en de deelnemers werd prachtig voorgedrag en gewekt met een en Wilhelmus. Onze contactpersoon Andr versiteit had een dr e van de Lomonosov ukke dag met interess uniante lezingen inclu verzorgd. Het LUMC is sief luxe lunch voor niets vergeleken met ons dit enorme en prachtig was het tijd voor een e gebouw! In de avon feestje. Met de mooiste d oranje kleren of hoed los in de kelder van jes gingen we helemaa Papa’s. Daar hadden l we ook afgesproken me studenten die op studi t andere Nederlandse ereis waren. We geno ten van de actie ‘4 halen ook aan de foto’s te zie 1 betalen’ en dat is n. Dinsdag dachten we rustig te kunnen bijko men in een bus die on een enorm natuurpa s zou rond toeren do rk. Dit bleek helaas ni or et de planning van de te teenslipper, wellich gids te zijn. Te voet of t nog een veel betere manier om uit te bra park. We waren erg kken, verkenden we blij dat we een zeldz het ame en bijna uitgesto ben mogen aanschou rven eekhoornsoort he wen. Tijdens de vrije bmi ddag genoten we wede weer. rom van het heerlijke Woensdagochtend mo chten we, na een warm onthaal, een patiënt in het Blokhin Cancer enoverdracht bijwone Research Center. Om n dat ze zo blij waren komst, werd ook een me t onze langverwachte rondleiding verzorg d. In de middag be Moscow State Universi zochten we de Seche ty, waar veel onderzo nov ek wordt gedaan en wordt. Een aantal tec een soort BW gedocee hnische snufjes werd rd aan ons gepresenteerd Op donderdag ginge . n we naar de medisch e faculteit van de Lomo in groepjes met specia nosov universiteit om listen mee te lopen. Di t was een unieke kans eraan toe gaat in de om te zien hoe alles Russische medische we reld. ‘s Middags bezo Medical Centre en we chten we het Europea waren verbijsterd do n or het verschil in pro tussen deze privé klini fessionaliteit en steril ek en de normale sta iteit atsziekenhuizen waar geweest. Die avond wa we die ochtend waren s er een operavoorste lling voor de cultuur ook een kijkje konden fanaten, waardoor we nemen in het prach tige Bolshoi theater. er een imposante mi Later op de avond wa litaire oefening voor s de Russische ‘bevrijdi ‘overwinnningsdag’… ngsdag’ (dat heet da ). Soldaten, legeraut ar o’s , gr uit de kast gehaald. ote tanks met rakette n erop: alles werd Vrijdagochtend werd ons interessante polit ieke en economische een lezing in het mo kennis bijgebracht do oie gebouw van de Ne or derlandse ambassade na een korte presenta . ‘s Middags hebben we tie, gezellig ritmisch , gedanst met de mede Live. Wat een talent ha werkers van Dance for dden we toch mee op rei s! Vervolgens hebben vanaf een boot en is we Moskou bezichtigd de dag goed afgeslote n met een heerlijk ein ben we weer goed gefee ddiner. Die avond he st, in ‘Propaganda’ de bze keer. Op alweer de laatste dag werden we rond geleid door twee idyll buiten Moskou. Vervo ische ‘gouden’ stadje lgens werden we gedr s opt op het vliegveld om te wachten tot het vli daar knus met elkaa egtuig vertrok. Slapen r d op het kleed van he op een sjaal droomd t twisterspel of kwijle en we zoet over onze nd belevenissen.
[10]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
t Talent! o G ’s C M U L : 2 1 0 2 n e rkgroep geven Onderwijsprijz collegezaal staan, we
Als ze voor de Stuhet hele jaar bezig. e goed doe ik het? Het houdt docenten studenten vinden, ho de een n of lle er zu t id ele Wa eg n. leide werkgroepb of coassistenten bege colleges, een slechte e rd ha loz n tte rke nu we er ov ur ig stu at het M.F.L.S.-be en n ge denten hoor je regelm gin di or siwo po t er ook De Jaarvertegen uden. Gelukkig word ho te lijk te moeilijk tentamen. ge mo akt in per rd mige blokcoö aringen zo be dent merk je dat som om deze negatieve erv stu Als … en en n, kk epe blo ’s, werkgro centen en er te zetten. Goede ZSO tief gesproken over do ne k er blo ze oi ijd mo alt een n worden gaan om nde onderwijsvorme toren net iets verder actieve en vernieuwe ter t en een blok. Door in cen en do ten een cen g do thousiaste tegenwoordigin ver ar n. De Ja de ert ne mi r no nomineerden gekoze gewaardeerd. Elk jaa de definitieve drie ge en rd tworwo on ie, al iss cia mm spe sCo en vie nk Willem Jans Fra . dr de SAC, de StudentAd of. Pr or do unieke prijzen. ‘bronzen veer’, deze stuk voor stuk er we winnaar ontvangt de hij t ak ma r enheid. Elk jaa pen voor deze geleg voor de beste docent. . G.J. Tammelingprijs dr of. Pr de caan l we n hie js is missc ‘70/begin jaren ‘80 de De meest begeerde pri ogie, was eind jaren iol ske fys Jet de ter in ch r do aa n ler , hoog M.F.L.S. Zij Prof. dr. Tammeling in 2005 Erelid van de n en aa f ijd ga erl ov ske n Jet zij n. tot ke 87 prijs uit te rei de om ig en was van oktober 19 ez nw aa ten ir docen dochter Roos waren geleid dat universita Tammeling en haar prijs er mede toe heeft ze ssie op een de t pa da n is hu ts om tro n er daagd voele tge ui h dat haar familie ze zic pen ap sch r . Dit jaa waren de dische Weten e generatie studenten nd Geneeskunde en Biome lge vo t een n aa en de godfather van he over te drag dr. Lakke. Helaas kon aantrekkelijke wijze en lk nBo . aa dr et of. ni s Pr n, laa sel he dr. Bolle Zintuig en Zenuwstel genomineerden Prof. en het derdejaarsblok sel nden. De prijs ging tel sto ws p sti nu Ze de op lok rsb nd ete zw e eerstejaa kk La . dr . Met deze prijs alleen prof. Bolk en vlak na zijn afscheid zo ng wezig zijn, waardoor ssi ra ver ere (meer dan 30 jaar!) een zeer bijzond t voor het onderwijs ze naar Prof. dr. Bolk, in n zij t da n ke nisch onderwijs duidelijk ma missen. Hij heeft het kli an wilden de studenten ga l aa s? em all m he tiëntendemonstratie rd en dat we geen fan van zijn pa zeer gewaardeerd we is nt de stu de un esk lke gene op de kaart gezet. We got Tain het thema ‘LUMC’s tterende awardshow spe een Jansen s m en lle tijd Wi kt nk rei tge wer en prof. dr. Fra ou elh Bo Alle prijzen werden ui ke lle Ne en t beroemde tunes ice’ de presentator escendo zorgde naas Cr pre lent’, waarbij ‘The Vo Sem e. dd lei en swingende a capella categorieën he t. Zo zongen ze een en door de verschillende nm ai ert nt ke zie strijkkwartet ter afvoor live mu e een indrukwekkend uit talentenjachten eld spe l en ys Bo h ac Be van The n er natuurlijk nog vee ven van onderwijs, zij medley van nummers ge t he Ar in t nk len He ta len en t he n gooc aal talen sluiting. Naast muzik n. Nederlands kampioe talenteerd in kan zij ge d rgen voor veel gelach an zo cs iem tru ar n wa Zij n r. hte ac g meer zake zin ba ver soms iets minder t de hele zaal in grote Patho waren mensen He in l noldus liet na zijn ac rre bo de s en wel weer boven se-up magic tijd am die dan toch altijd kw in de zaal. Met zijn clo kig luk Ge ! ren wa vrolijke goochelaar. horloge kwijt rvlugheid van deze ge blij als ze ineens hun vin de or do r hte bijsterd ac water en bleef men ver aan docenten, ook de een prijzen uitgereikt all et nt ni w sho de ren ze spette eskunde en een stude Er werden tijdens de aan een student Gene kt W) rei (B tge ui eim rh en tte rd wo Stu l ards en Wi Student Research Aw omas Vellinga (GNK) pen. Dit jaar waren Th ap sch ten we e sch di Biome rs! de gelukkige winnaa etrots op haar prijs. f Groep in Delft was ap aa Gr de er ier in Re de n coschap volgen, ze logie van weinig studenten hu Het coschap gynaeco ar wa , kap blo sch de co ’ ren ein wa k een ‘kl ste blokken Zo blijkt maar dat oo de prijzen voor de be n en va kk rs va aa ze nn de wi je t De ! ch rden ). Mo gewaardeerd kan wo Kind en Jongere (GNK rvous System (BW) en Ne the d n! an ke es kij on n rm ka ken Ho je naar uit en, dan weet je waar nog niet gevolgd hebb jaar genomineerd dat ze namens jouw rg zo en i ten cen do en op woensdag 5 jun enthousiaste rijzen zal plaatsvind Let het hele jaar op ijsp rw de on de n va uitreiking worden. De volgende bent! ij erb je t da 2013. Zorg
Medische Faculteit der Leidse Studenten
[11]
500
1500
Middeleeuwen Geneeskunde tijdens de Middeleeuwen
Geneeskunde is van alle tijden. Alle menselijke samenlevingen uit het verleden hebben hun eigen opvattingen gehad over zaken als geboorte, dood, ziektes en genezing. De Middeleeuwen duurden van circa 500 tot 1500 na Christus. In die tijd kwam de geneeskunde na de val van het Romeinse Rijk tijdelijk in een dal terecht. Veel van de oude kennis verdween en werd op grote schaal vervangen door lokale geneeswijzen en religie. Niet alleen was er in die tijd zeer weinig kennis over zowel de ontstaanswijze van ziekten als de behandeling ervan, daarnaast was zieken genezen niet echt een prioriteit in de Middeleeuwen. Ziektes werden gezien als beproevingen van God en daarom moest de zieke het zelf maar proberen te bevechten. Dit artikel is een kort overzicht van de hiërarchische opbouw van de geneeskunde tijdens de Middeleeuwen, en van een van de grootste Europese pandemieën ooit; de pest.
Opbouw van de geneeskunde in de Middeleeuwen In de Middeleeuwen waren de medische beroepsgroepen onderverdeeld naar het hiërarchisch model. Binnen dat model waren de verschillende groepen vertegenwoordigd, en die grenzen waren streng afgebakend. Tussen de groepen bestond grote rivaliteit, en degenen die bovenaan de hiërarchische ladder stonden keken minachtend neer op de groepen onder hen. Bovenaan de ladder stonden de artsen (toen ‘doctors medicinae’ genoemd), gevolgd door de chirurgijns, apothekers, barbiers, de kwakzalvers en de vroedvrouwen. De doctors medicinae hadden aan een van de universiteiten in Europa (Bologna, Montpellier, Parijs en Padua) de geneeskundestudie afgerond. Deze studie was zeer kostbaar en langdurig. De eerste drie jaar werden besteed aan wiskunde, psychologie en biologie. Daarna pas kwam de eigenlijke studie als arts. De opleiding was voornamelijk theoretisch en gebaseerd op de teksten van Hippocrates. De enige praktijkervaring kwam pas na het afstuderen, wanneer een net afgestudeerde arts een jaar stage moest lopen bij een oudere collega. Maar weinig studenten volbrachten deze taak, maar bij slagen waren ze wel een man van hoog aanzien. De arts behandelde alleen maar mensen van hoge rang, omdat de gewone bevolking een man met een universitaire titel niet kon betalen. De artsen in de Middeleeuwen vonden chirurgie beneden hun waardigheid. Ze hielden zich alleen bezig met zaken als medicijnen, kruiden, dieet- en leefregels en vonden zich te goed voor bloed aan hun handen. Wel gaven ze adviezen voor bijvoorbeeld operaties of aderlatingen, maar ze voerden ze zelf niet uit. Die taak was weggelegd voor de chirurgijns, barbiers en de kwakzalvers. Na de artsen kwamen de chirurgijns op de hiërarchische ladder. Zij studeerden niet aan een universiteit,
[12]
maar waren als leerling door een meester opgeleid. Een leerling liep vaak jarenlang stage bij zijn meester. Chirurgijns werden ook vaak ingezet bij rechtszaken: daar moesten ze bijvoorbeeld aangedaan letsel beoordelen (wondschouw). Ze hadden een druk bestaan; ze moesten onder andere dagelijks de zieken in het gasthuis en de gevangenis verzorgen. Daarnaast moest de chirurgijn de verwondingen van de gemartelden en gefolterden behandelen, en zorgen dat de patiënt bleef leven zodat hij zijn straf niet kon ontlopen. De chirurgijn had een eigen chirurgijnswinkel, waar hij behalve wondverzorging en eenvoudige ingrepen ook de grotere operaties zoals amputatie uitvoerde. Er was toen nog geen beschikking over pijnstillende of verdovende middelen, dus zo’n ingreep vereiste van zowel de chirurgijn als de patiënt een grote hoeveelheid moed en vertrouwen. Tijdens de ingreep was het zaak te zorgen dat er niet te veel bloedingen waren, door het dichtschroeien van vaten. Maar vaak overleed de patiënt aan overmatig bloedverlies. Als een operatie dan toch geslaagd was, overleed de patiënt vaak achteraf aan de gevolgen van infectie van de stomp. Wie chirurgijn wilde worden moest kennis hebben over de bouw van het lichaam en over allerhande soorten verwondingen, botbreuken, luxaties, en hoe deze behandeld moesten worden. Verder moesten de chirurgijns-inwording tijdens het examen een onderbeen amputeren, een schedel doorboren en een beenbreuk behandelen. De apothekers vormen de derde groep. Zij zijn waarschijnlijk ontstaan uit de kruidenhandelaars, en behoorden in de Middeleeuwen tot de gegoede middenklasse. Ze hielden zich bezig met het verzamelen, prepareren, opslaan en verkopen van geneesmiddelen. In het begin werden apothekers vaak op dezelfde manier opgeleid als chirurgijns, maar steeds meer gingen aan universiteiten studeren.
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
500
1500
Middeleeuwen De groep waar de doorsnee burger het meeste mee te maken kreeg in de Middeleeuwen waren de barbiers. Ook barbiers werden door een leermeester opgeleid. De meeste barbiers waren kapper en volksdokter in één. Naast tanden trekken, aderlaten en wonden behandelen deden ze namelijk ook kapperswerk, zoals scheren en knippen. De opleiding tot barbier begon vaak al op vroege leeftijd. Vanaf een jaar of tien gingen jongens in de leer bij een meester-barbier, en na ongeveer vier jaar kreeg de leerling een leerbrief, waarin stond dat de jongen zijn meester ijverig had gediend. Dan moest de jongen een vervolgstudie beginnen van ongeveer drie jaar, waarna hij een barbiersexamen aflegde. Als hij geslaagd was voor dit examen, mocht hij scheren, knippen en aderlaten. Hierna kon de barbier doorstuderen voor chirurgijn. De laagste hiërarchische rang is weggelegd voor de kwakzalver. In de Middeleeuwen werd de definitie voor kwakzalvers gevormd. Het waren rondtrekkende wonderdokters, die vaak eerder schade aanrichtten dan ziekten genazen. Ze trokken rond en stonden op jaarmarkten en kermissen om hun diensten te verkopen. Ze verkochten allerlei vage pillen en poeders, waaronder addergif en paddenbloed, die ongekende geneeskrachten zouden bezitten. De kwakzalvers waagden zich zelfs aan een paar chirurgische ingrepen. Er waren bijvoorbeeld ‘tandentrekkers’, ‘staarstekers’ en ‘steensnijders’. De steen- of keisnijder beweerde dat hij een krankzinnige of iemand die aan hevige hoofdpijnen leed, kon genezen door ‘versteende horzels’ uit het hoofd te snijden. De keisnijder maakte bijvoorbeeld een snee in de hoofdhuid, en toverde vingervlug een meegebrachte steen tevoorschijn. De builenpest Tijdens de Middeleeuwen slaat de builenpest toe in Europa. Het was een dodelijke ziekte die zeer veel slachtoffers maakte. Naar schatting zijn ruim 30 miljoen mensen overleden aan de zogenaamde Zwarte Dood in Europa. Het was zo besmettelijk dat hele dorpen en steden in korte tijd uitstierven. Vermoedelijk kwam de pest oorspronkelijk uit Azië, en werd het naar Europa gebracht door schepen die vanuit Azië het hele Middellandse Zeegebied aandeden.
Na een beet treedt in de eerste twee tot zeven dagen rillerigheid, koorts en hoofdpijn op. Na korte tijd raken de lymfeklieren geïnfecteerd, wat gepaard gaat met abcesvorming; de ‘builen’ van de builenpest. Deze kunnen zo groot worden als een sinaasappel. Een bacteriëmie van Yersinia pestis is binnen zeer korte tijd dodelijk. Deze veroorzaakt namelijk inwendige bloedingen, wat de huid van het slachtoffer zwart doet lijken. Dit leverde de ziekte de bijnaam ‘Zwarte Dood’ op. De artsen en chirurgijns stonden voor een raadsel. Niemand wist waar de ziekte vandaan kwam of wat er tegen te doen was. Binnen twee tot acht dagen kon iemand overlijden aan de pest. Zodra er ergens in een huis de pest was uitgebroken vluchtten de medebewoners weg, de zieke aan zijn lot overlatend. Iedereen probeerde angstig naar een remedie tegen de ziekte te zoeken. Het waren goede tijden voor de kwakzalvers die allerlei middeltjes aanprezen. Het drinken van azijn werd aangeraden, net als het roken van kruiden die de kwade dampen zouden kunnen verdrijven. De pest werd gezien als een straf van God. Om Gods toorn af te wenden werden boeteprocessies gehouden die wel drie dagen konden duren. Soms deden hieraan drieduizend mensen mee. Niemand realiseerde zich toen dat door deze processies de ziekte zich nog sneller verspreidde. Toen deze processies niet bleken te helpen, moest naar een andere oorzaak gezocht worden. Die oorzaak waren de joden: zij zouden het water vergiftigd hebben. Talloze joden werden hun huizen uitgesleept en verbrand. Pas 500 jaar later werd de bacterie Yersinia pestis ontdekt, en werd het verband gelegd tussen ratten, vlooien en de pest. Door de sterk verbeterde hygiënische omstandigheden is de pest tegenwoordig zo goed als uitgeroeid in Europa.
De pest wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis. Deze bacterie wordt via een vector, een vlo, van ratten op mensen overgebracht. De bacterie verstopt de maagingang van de vlo, waardoor deze grote honger krijgt en naast ratten ook andere organismen gaat bijten, zoals mensen.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
[13]
16de eeuw
19de eeuw
Renaissance De Renaissance was een erg belangrijke periode voor de geneeskunde. Als patiënt was je niet veel beter af dan in de Middeleeuwen, maar de denkwijze en visie veranderden totaal. Tot dan toe had de Kerk het voor het zeggen gehad, en werd de Bijbel als de enige waarheid gezien. Als een arts iets beweerde, werd eerst in de Bijbel opgezocht of het klopte. Nu begonnen mensen zich voorzichtig af te vragen of het wel juist was om alles wat het geloof voorschreef klakkeloos aan te nemen. En ook bij eerder vergaarde kennis werden vraagtekens geplaatst.
Vesalius en Da Vinci Met name de anatomische kennis ging erg vooruit. Voor die tijd moest de medische wetenschap het doen met grove, onnauwkeurige afbeeldingen, voornamelijk van de hand van Galenus (131 – 216 na Chr.). Hij was een Grieks-Romeinse arts met weliswaar goedbedoelde, maar veelal onjuiste ideeën over de menselijke anatomie. Dat kwam mede doordat hij zijn beweringen baseerde op secties die hij op dieren had verricht. Blijkbaar had Galenus niet helemaal door dat de anatomie van een mens niet hetzelfde is als die van een dier. Zijn geneeskundig systeem domineerde echter de medische wetenschap bijna 1500 jaar lang. In de Renaissance kwam daar verandering in. Andreas Vesalius (1514 – 1546) was een Vlaamse arts en anatoom. Toen hij aan zijn studie geneeskunde begon, werd de voorgeschreven kennis van Galenus gezien als de volstrekte waarheid. Iedere afwijking met de waargenomen werkelijkheid werd afgedaan als een onvermogen tot waarnemen. Aanvankelijk ging Vesalius mee met deze denkwijze, maar langzaam maar zeker begon hij te beseffen dat zijn studieboeken het niet altijd bij het rechte eind hadden. Dit idee was erg ongebruikelijk in die tijd, voor zover bekend dacht alleen Leonardo da Vinci er hetzelfde over. Da Vinci en Vesalius begonnen zelf secties uit te voeren en maakten vervolgens gedetailleerde anatomische tekeningen van hun bevindingen. In de tussentijd ontdekte de beeldende kunst het juist toepassen van verhoudingen, perspectief en geometrie. Met deze hulpmiddelen konden de tekeningen nog waarheidsgetrouwer afgebeeld worden. Hoewel ook Vesalius het niet altijd bij het rechte eind had, wist hij toch ruim 200 fouten van Galenus te verbeteren.
microscopen, die hij maakte door stukjes glas tot zeer sterkte lenzen te slijpen. Het was niet zo dat hij de microscoop heeft uitgevonden, zoals veel mensen denken. Hij wist de bestaande microscoop te verbeteren en daardoor een veel sterkere vergroting te realiseren. Van Leeuwenhoek ontdekte onder meer het bestaan van microorganismen en deed pionierswerk op het gebied van celen microbiologie, terwijl hij van huis uit helemaal geen bioloog was. Eigenlijk was hij een lakenhandelaar die zich vooral bezighield met de boekhouding en het keuren van stoffen. De stoffencontrole gebeurde in die tijd met een dradenteller, een speciaal vergrootglas dat in de textielhandel werd gebruikt. Op een dag kwam Van Leeuwenhoek op het idee om zijn dradenteller ook eens op iets anders dan lakens te richten. Hij leerde zichzelf om glas te blazen, slijpen en polijsten, zodat hij sterk vergrotende lenzen kon maken. Zijn beste microscoop kon 480x vergroten. Ter oriëntatie: met deze zelfgemaakte microscopen kon hij bacteriën zo nauwkeurig tekenen, dat specialisten ze vandaag de dag nog kunnen determineren. Er zat wel een minpuntje aan de uitvinding van de microscoop: de aanhangers van de generatio spontaneatheorie werden nog fanatieker. Deze theorie ging er vanuit dat leven spontaan uit levenloos materiaal kon ontstaat. Een bekend voorbeeld om deze theorie te staven was het verschijnsel dat maden uit rottend vlees kwamen, zonder dat ze er eerst ingekropen waren. Door het zien maken van al die kleine organismen, onzichtbaar voor het blote oog, dacht men de theorie eindelijk verklaard te hebben. Pas in 1860 zou de wereld deze theorie definitief verwerpen.
Van Leeuwenhoek De eeuwen die volgden op de Renaissance konden profiteren van de vernieuwde denkwijze. Nu de weg voor experimentele wetenschap was vrijgemaakt, volgde de ene ontdekking na de andere. Antoni van Leeuwenhoek (1632 – 1723) was met zijn uitvinding de eerste die bacteriën kon zien. Hij is vooral bekend vanwege het vervaardigen van de eerste sterke Antoni van Leeuwenhoek
[14]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
16de eeuw
19de eeuw
Renaissance Ether en de tandarts Voor 1846 werden operaties bijna nooit uitgevoerd. Chirurgen hadden vier grote problemen te overwinnen: pijn, bloedingen, sepsis en postoperatieve shock. Het grootste probleem was de pijn. Ook tandartsen waren verwoed op zoek naar een verdovend middel, want zij kregen dagelijks te maken met patiënten die pijn leden. In 1842 werden de eerste tanden en kiezen onder verdoving getrokken. De Amerikaanse tandarts die deze ingreep verrichte, was op het idee gekomen nadat hij een scheikundestudent had gesproken. De student, William Clarke, beweerde dat hij op een feestje was geweest waar ether werd gesnoven om in een opwekkende roes te geraken. Ether werd een groot succes als anestheticum, maar er was genoeg ruimte voor verbetering. Het bleek dat ether longschade kon veroorzaken, dus ging men op zoek naar een ander middel. Al snel begon men te experimenteren met chloroform, wat min-der brandbaar was en ook beter rook. Ook distikstofmonoxide (lachgas) werd na ontdekking erg populair.
Jenner In de 18e eeuw waren pokken een zeer gevreesde ziekte. Het wordt veroorzaakt door het Variolavirus, die de luchtwegen binnendringt en vandaar uit in het lichaam verspreidt. Op de huid verschijnen kenmerkende blaasjes die zo’n 6 mm kunnen worden: de eigenlijke pokken. De ziekte was zeer besmettelijk en dodelijk. In de steden, waar verspreiding razendsnel ging, overleed zo’n 20% van de bevolking aan de gevolgen van de pokken. Na besmetting was er geen behandeling meer mogelijk. Er was echter wel een vorm van inenting: variolatie, het aanbrengen van een lichte vorm van pokken op de huid. Deze methode bood geen bescherming, maar verminderde de kans op het ernstigste ziektebeeld. Aan de andere kant kon het ook de dodelijke vorm veroorzaken, dus er was reden genoeg om een alternatief te zoeken.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Dit werd gevonden door de Britse huisarts en chirurg Edward Jenner (1749 – 1823). Net als alle andere artsen uit die tijd voerde Jenner variolaties uit op zijn patiënten. Op een dag kwam een melkmeisje zijn praktijk binnen, dat koepokken had opgelopen. Het was Jenner al bekend dat een eenmaal besmet melkmeisje geen last meer had van de menselijke pokken, maar tot dan toe was hij nog niet zo dapper geweest om deze hypothese te testen. Nu zag hij zijn kans schoon en zoog met een naald wat koepokkenvocht uit een blaasje. Hiermee besmette hij het achtjarige zoontje van zijn tuinman, James Phipps. James werd licht ziek en herstelde binnen een week. Daarna besmette Jenner hem met de menselijke variant van de pokken. Hiermee nam hij een groot risico, want als zijn theorie niet klopte en James zou sterven, zou hij worden aangeklaagd wegens moord. Maar Jenner had het bij het rechte eind: James reageerde niet meer op het pokkenvirus en was hiermee de eerste mens die gevaccineerd was tegen pokken. Een geweldige doorbraak, maar de wereld was er nog niet helemaal klaar voor. Veel mensen voelden er niets voor om dierlijk materiaal ingespoten te krijgen en er verschenen diverse spotprenten van mensen die door de vaccinatie een koekop kregen. Ook was er een Engelse dame die beweerde dat haar dochter na vaccinatie een vacht kreeg en begon te loeien. Een andere domper op het succes van Jenner was dat hij nooit heeft kunnen uitvinden hoe zijn systeem precies werkte. Dit werd pas honderd jaar later bekend, toen ontdekt werd hoe het immuunsysteem in elkaar zit. Desondanks werd Jenner een rijke en beroemde arts, die veel eretitels en geschenken heeft mogen ontvangen. In 1853 werd de vaccinatie verplicht, maar daarmee was de ziekte nog niet uitgeschakeld. Voor de pokken definitief werd uitgeroeid, zouden er nog vele epidemieën komen. In 1870 raakten Frankrijk en Pruisen (tegenwoordig delen van Duitsland en Polen) met elkaar in oorlog. Franse en Noord-Duitse burgers konden de vaccinatie vrijwillig halen, dus waren velen nog niet ingeënt. In Zuid-Duitsland was het vaccinatieprogramma wel verplicht. Toen de Duitsers Frankrijk binnenvielen en daarmee duizenden Parijzenaren naar het platteland joegen, verspreidden de pokken zich razendsnel. Ook namen de Duitsers veel Franse krijgsgevangenen mee naar Duitsland en stalen ze de kleding van gedode Franse soldaten. De epidemie verspreidde zich over west- en midden Europa en eiste in totaal een half miljoen slachtoffers. Als reactie hierop ging Europa de pokken feller bestrijden met de al twintig jaar verplichte vaccinaties. In 1979 stelde de World Health Organization vast dat de pokken definitief was uitgeroeid. Tot nu toe is dit ook de enige infectieziekte die we uit de wereld hebben kunnen helpen.
[15]
[16]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
Medische Faculteit der Leidse Studenten
[17]
Hoe iets simpels ooit complex was Door: Dilek Yilmaz
Sommige handelingen in de geneeskunde lijken zo vanzelfsprekend. We kunnen ons misschien al bijna niet meer voorstellen dat het anders is geweest, omdat het allemaal zo logisch lijkt. Twee sprekende voorbeelden zijn de tonsillectomie en het stelpen van bloedingen. Twee zeer verschillende handelingen, die beide door de eeuwen heen erg vaak uitgevoerd zijn. Het is echter opvallend hoeveel overlap beide handelingen vertonen wat betreft hun grondleggers. Hieronder zijn zij uitgelicht. Knip knip De tonsillectomie. Het populaire ‘amandelen knippen’ waarbij de tonsillen (keelamandelen) verwijderd worden na een tonsillitis om recidiverende infecties met de ß-hemolytische streptokok te voorkomen. Vroeger werd deze ingreep erg vaak uitgevoerd. Tegenwoordig is de waarde ervan achterhaald en wordt de ingreep in veel mindere mate toegepast. Maar het aantal tonsillectomieën per jaar in Nederland is nog steeds een factor tien meer dan bij de buurlanden. Tegenwoordig vindt deze relatief eenvoudige ingreep in de OK plaats onder kortdurende algehele narcose. Maar voeger was dit anders. Het verwijderen van de amandelen wordt naar schatting al 3000 jaar uitgevoerd. De eerste overleveringen hiervan dateren uit 1000 voor Christus uit het huidige India. Ongeveer een eeuw later beschreef de Romeinse Aulus Cornelius Celsus (eerste eeuw na Christus) een procedure waarbij met behulp van de vinger (of een stompe haak indien nodig) de tonsil van het omringende weefsel wordt gescheiden en afgeknipt. Claudius Galenus (tweede eeuw na Christus) was de eerste die opperde de tonsillen met behulp van chirurgische instrumenten te verwijderen, en wel met één die hij de snaar noemde. De methode van Galenus was erg populair tot Aetius (zesde eeuw na Christus) adviseerde de tonsil slechts gedeeltelijk te verwijderen. Hij opperde dat bij het verwijderen van de tonsil, ook gezond weefsel werd verwijderd en dat dat leidde tot teveel bloedverlies. Paulus Aegineta (zevende eeuw na Christus) beschreef de tonsillectomie in zijn manuscript tot in de kleinste details en bracht ook adviezen uit over hoe onvermijdelijke postope[18]
ratieve nabloedingen geminimaliseerd konden worden. Pas ruim een millennium later kwam de volgende die het zo gedetailleerd zou beschrijven. Tijdens de Middeleeuwen daalde de tonsillectomie aanzienlijk in populariteit. De arts Ambroise Pare (1509) schreef dat het verwijderen van de tonsillen een slechte operatie was en dat het geleidelijk ligeren van de tonsillen de voorkeur had. Hierbij werden de tonsillen afgebonden en werd de ligatieplek geleidelijk strakker gemaakt. Bloedtoevoer en -afvoer werden op die manier afgekneld, leidend tot necrose en verval van het weefsel. Deze methode was echter niet geliefd onder de patiënten aangezien het leidde tot hevige pijn en infectie. Peter Lowe somde in 1600 de methoden die destijds gebruikt werden op. Hieronder vielen ook de snaarmethode, de ligatiemethode en de excisie (waarbij de tonsillen worden weggesneden). In die periode werd gedacht dat de tonsillen als functie het absorberen van de secreties uit de neus hadden. Om deze reden werd gedacht dat het volledig verwijderen van de tonsillen ertoe zou leiden dat neussecreties zich zouden ophopen in de larynx en dat dat tot heesheid zou leiden. Deze gedachtegang leidde er toe dat vele artsen de tonsillectomie niet uitvoerden. In 1828 bewerkte de arts Philip Syng Physick een instrument dat door de chirurg Benjamin Bell ontworpen was en gebruikt werd voor het verwijderen van de uvula (huig); hij noemde het de ‘tonsil-guillotine’ (wat later bekend kwam te staan als de tonsillotome). De tonsil-guillotine werd vervolgens tachtig jaar lang de standaard voor de tonsillectomie. Pas in 1897 werd het weer algemeen geaccepteerd dat de hele tonsil verwijderd moest worden, in plaats van de partiële tonsillectomie waar men aan vasthield. Dit gebeurde nadat de Amerikaanse arts Ballenger opmerkte dat partiële verwijdering in de meeste gevallen niet tot complete verlichting van symptomen leidde. Zijn methode van verwijdering met behulp van een scalpel en een pincet leidde tot betere resultaten, waardoor het gebruik van de tonsil guillotine sterk in populariteit daalde in America. Welke ingreep dan ook, van verdoving of steriele omstandigheden was nog geen sprake tot de opkomst van de anesthesie. Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
Stelp stelp De eerste poging tot het stelpen van een bloedend vat markeert het begin van de vasculaire chirurgie. Het was niet vanzelfsprekend dat bloedvaten gehecht of geligeerd werden. Tot mid-18e eeuw was het verbranden of schrompelen met behulp van chemicaliën de standaard. Sushruta, een befaamde geneesheer en chirurg uit het oude India, was waarschijnlijk de eerste die ooit een bloedvat ligeerde. Hij was zijn tijd ver vooruit en beschreef in zes manuscripten bijna alle takken van de geneeskunde. Deskundigen schatten dat hij ergens tussen 800 en 600 voor Christus leefde. Hij beschreef manieren om met verbranding of hete olie bloedingen te stelpen en raadde vezels van de hennepplant aan als materiaal om bloedvaten mee af te binden. Hij beschreef die methoden voor het stoppen van bloedingen: afbinden met vezels van boomschors (sandahana), het indikken van bloed door ijzige kou (skandana), het indrogen van wonden met as (pachana) en het verbranden van venen zodat ze schrompelen (dahana). De Grieken hebben waarschijnlijk de ligatie-techniek nooit gebruikt om bloedingen te stelpen. Zij gebruikten echter wel verschillende mengsels van metalen en sulfaat waarmee ze bloedende wonden insmeerden om deze te stelpen. Uit een werk van Hippocrates over amputaties uit de vierde eeuw voor Christus blijkt hoe hij adviseerde om te gaan met bloedingen. Hippocrates schreef dat een amputatie van het been met gangreen moest plaatsvinden om bloedingen te vermijden. Maar indien er toch een bloeding plaatsvond, adviseerde hij dat er “gebruik moet worden gemaakt van kou... niet op de plaats van de bloeding zelve, maar op de aangrenzende delen”. Pas in de eerste eeuw na Christus wordt er een poging tot een volledigere beschrijving van de geneeskunde op schrift gedaan door Celsus. Voor het stelpen van bloedingen adviseerde hij compressie met linnen gedrenkt in ijswater. En mocht dit niet baten, dan moest ook olijfolie op de wond gegoten worden. Als laatste redmiddel moesten bloedvaten in de wond gesepareerd worden en aan de boven- en onderkant worden afgebonden. De meest befaamde chirurg uit de Romeinse tijd was Claudius Galenus, “de Clarissimus”. Hij leefde in de tweede eeuw na Christus en studeerde filosofie en geneeskunde in Pergamon. Galenus was de eerste die het verschil ontdekte tussen arteriën en venen. Medische Faculteit der Leidse Studenten
Hij stemde zijn stelpingstechnieken af op het type bloedvat. Venen behandelde hij met verscheidene vasoconstrictieve middelen, arteriën met ligatie. Een aneurysma van de arteria brachialis werd vaak gezien als een complicatie van het populaire aderlaten door de eeuwen heen. Een befaamde Byzantijnse schrijver, Aetius (zesde eeuw na Christus), beschreef in één van zijn zes boeken dat een aneurysma behandeld moest worden door het proximaal af te binden (te ligeren). Aetius was ook de eerste die aanraadde dat varicose venen (spataderen) ook op eenzelfde wijze geligeerd moesten worden. Dat zijn werkwijze aangeslagen was, is te merken aan het feit dat Paulus Augineta varicose venen in de zevende eeuw op zijn manier behandelde. Het gebruik van verband wordt pas in de tiende eeuw door de Arabische chirurg Albucasis van Cordova beschreven. Hij beschreef vier methoden voor het stelpen van bloedingen: verbranding, het doornemen van arteriën, ligatie, en verband met daaronder een mengsel van vasoconstrictieve middelen Rogier van Palermo beschreef ook het gebruik van verband, en hij voegde hieraan voor het eerst hechtingen toe over de mediaanlijn van een bloedvat. Hij gebruikte naald en draad om een bloedvat te hechten en af te binden. De premoderne periode van de vasculaire chirurgie wordt afgesloten met de bijdragen van een befaamde chirurg uit de Renaissance, Ambroise Paré. Hij was de eerste die de ligatie effectief gebruikte en propageerde als eerste keus voor het stelpen van bloedingen. Alhoewel de methode van ligatie 2000 jaar daarvoor al was beschreven, was verbranding tot op dat moment nog steeds de standaard. Paré herintroduceerde ligatie als eerste keus voor de behandeling van beschadigde bloedvaten. Hij was een legerarts en kwam zelf initieel op het idee nadat zijn voorraad aan hete olie op het slagveld uitgeput was geraakt. Sindsdien raadde hij het gebruik van kokende olie en gloeiende ijzers af en behandelde hij wonden alleen nog maar met compressie en verband. De ligatie-techniek paste hij, geïnspireerd door de beschrijvingen van Galenus, pas in 1552 toe na een been geamputeerd te hebben van een militair die gewond was geraakt op het slagveld in Damvilliers.
[19]
1940
1945
Tweede Wereldoorlog Geneeskunde in de Tweede Wereldoorlog
Door Maaike de Koff
De Tweede Wereldoorlog was een verschrikking die nooit meer herhaald mag worden. Ook op medisch vlak gingen de nodige dingen mis. Zo maakten foute artsen misbruik van de situatie door gruwelijke experimenten uit te voeren op slachtoffers in de kampen. Toch heeft de oorlog ook goede dingen gebracht. Noodgedwongen ging de techniek met sprongen vooruit, en ook de medische wetenschap deed grote ontdekkingen. Al met al een woelige tijd. Hebben we nu van de Tweede Wereldoorlog geleerd, of waren het enkel gruweldaden? Lees verder en oordeel zelf. Bloedtransfusies Het nut van het geven van bloedtransfusies is tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog overtuigend aangetoond. Al in 1901 is het bloedgroepensysteem ontdekt door de Oostenrijkse arts Karl Landsteiner. Maar pas toen in 1914 bekend werd dat een kleine hoeveelheid natriumcitraat de bloedstolling buiten het lichaam voorkwam, werd het geven van bloedtransfusies toegepast. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er incidenteel door Amerikaanse en Canadese legerchirurgen een volbloedtransfusie gedaan, een transfusie met donorbloed zoals het is afgenomen. Het grote belang van de transfusies werd pas aangetoond in de Tweede Wereldoorlog, toen kregen gewonde militairen op verschillende slagvelden op grote schaal bloedtransfusies. Dit was een groot succes en het werd dan ook snel overgenomen voor de toepassing in vredestijd. In de jaren ’80 konden bloedproducten ook in verschillende componenten worden aangeleverd. Zo werd volbloed bijna compleet vervangen door eenheden ‘packed red blood cells’ (PRBC), ‘fresh frozen plasma’ (FFP) en trombocytensuspensies. Ook zijn er in deze tijd transfusieprotocollen ontwikkeld voor traumapatiënten met massaal bloedverlies. Antibiotica De ontdekking van penicilline was puur toevallig. In 1928 was Sir Alexander Fleming, een Britse arts en microbioloog, bezig met onderzoek naar stafylokokken. Plotseling merkte hij op dat er een schimmel op zijn voedingsbodem met bacteriën was gekomen. Tot zijn verbazing groeiden er rond deze schimmel geen bacteriën meer. Zo ontdekte hij dat een stof uit deze schimmel, penicilline, werkzaam was tegen veel soorten bacteriën. Fleming is het gaan testen op dieren en later op mensen, namelijk de oogontsteking van zijn college. Zo kwam hij erachter dat mens of dier er geen schade van ondervonden. Het was moeilijk om de penicilline te isoleren uit de schimmel en
[20]
Fleming kreeg in 1938 hulp van Ernst Boris Chain en Howard Walter Florey. Twee jaar later slaagden zij erin om penicilline te isoleren. Penicilline werd pas ruim tien jaar na zijn ontdekking effectief gebruikt, het is jarenlang een schaars en duur middel geweest. De productie van penicilline nam pas echt toe toen de VS betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaanse regering heeft veel geld gestoken in de ontwikkeling ervan en aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was er op grote schaal penicilline beschikbaar voor de gewonde militairen.
Sir Alexander Fleming
Naamgeving syndromen Sommige syndromen zijn vernoemd naar de arts die ze ontdekte. Bij een aantal van deze syndromen is daar tegenwoordig veel discussie over, deze artsen hadden wrede dingen gedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hans Reiter Reiter zag een militair met hoge koorts en artritis, urethritis en conjunctivitis. Dit beeld werd het ‘syndroom van Reiter’ genoemd. Reiter was lid van de Nationaal Socialistisch Duitse Arbeiderspartij en had experimenten uitgevoerd waarbij hij gevangenen opzettelijk besmette met tyfus. Ook was hij een groot voorstander van de eugenetica en zijn er honderden mensen overleden door zijn toedoen. Het ‘syndroom van Reiter’ heet tegenwoordig ‘reactieve artritis’.
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
1940
1945
Tweede Wereldoorlog Friedrich Wegener Ook Wegener was betrokken bij het naziregime in de Tweede Wereldoorlog. De aandoening ‘granulomatose van Wegener’ (een zeldzame vorm van systemische vasculitis) heet tegenwoordig ‘Granulomatose met Polyangiitis’ (GPA). Verzet door medici Artsen en studenten geneeskunde in Nederland hebben veel geweldloos verzet gepleegd. In 1940 raakte Nederland in oorlog met Duitsland en werden er allerlei regels opgelegd aan de bevolking. Zo moesten huisartsen en specialisten verplicht lid worden van de artsenkamer. Door dit lidmaatschap verklaarden artsen zich bereid om mee te werken aan een nationaalsocialistische gezondheidszorg. Dit betekende dat er geen Joden meer behandeld mochten worden en dat gehandicapten en mensen met een psychische aandoening euthanasie moesten krijgen. Veel artsen voelden hier niets voor. Zij hadden ook de eed van Hippocrates moeten afleggen, waarin ze hebben beloofd om onder alle omstandigheden te proberen een leven te redden en de waardigheid van de arts hoog te houden. Ook de studenten geneeskunde hadden het moeilijk: joodse studenten mochten niet meer studeren en nietjoodse studenten moesten een loyaliteitsverklaring ondertekenen. Vele artsen en studenten wilden niet meewerken aan deze verplichtingen en het duurde dan ook niet lang voordat er een verzetsactie werd opgezet. In 1941 werd de landelijke verzetsorganisatie ‘Medisch Contact’ opgericht (nu den naam van een medisch tijdschrift). Via deze organisatie konden medici informatie over elkaars werkwijzen uitwisselen. Naast deze verzetsorganisatie werkte artsen ook mee aan onderduikacties en aan het voorkomen van uitzending naar oorlogsgebieden. Vele artsen hebben mensen onterecht afgekeurd door middel van simulaties van ernstige ziektes of besmettelijke ziektes. De ziekenhuizen waren ook een geschikte plek om onder te duiken.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Experimenten in de Tweede Wereldoorlog Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben verscheidene artsen ernstig misbruik gemaakt van hun functie. Een aantal heeft de meest wrede experimenten uitgevoerd op gevangenen in concentratiekampen. Hieronder een overzicht van een aantal van deze ‘artsen’. Josef Mengele: ‘Engel des doods’ Mengele werkte vanaf 1943 in concentratiekamp Auschwitz en was verantwoordelijk voor de selectie van gevangenen. Zijn bijnaam, ‘Engel des doods’, heeft hij gedeeltelijk aan deze functie te danken. De gevangenen werden bij aankomst geselecteerd op uiterlijk. Wie er niet fit en sterk genoeg uitzag om te werken werd direct doorgestuurd naar de gaskamers. Mengele werd beschreven als een man met een aantrekkelijk uiterlijk, maar met een duivels innerlijk. Hij was gewetenloos en koelbloedig, vooral wat betreft zijn experimenten op tweelingen. Met deze tweelingen deed hij onderzoek naar erfelijkheid, door de genetische gelijkheid werden ze van belang geacht voor de eugenetica (=rasverbetering).De experimenten die hij uitvoerde waren erg wreed. Hij stelde bijvoorbeeld gevangenen net zo lang bloot aan extreme kou tot ze overleden, hij voerde experimenten in vacuümkamers uit, amputeerde ledematen, verwijderde organen en probeerde medische behandelingen en geneesmiddelen uit. Een van zijn experimenten had als doel een Siamese tweeling te maken door een eeneiige tweeling aan elkaar te naaien. Dit experiment faalde, net zoals het injecteren van een blauwe stof in de ogen van gevangenen om ze ‘Arisch’ (volgens de nazi’s de ‘perfecte’ mens met blond haar en blauwe ogen) te maken. Ondanks de onmenselijkheid van deze experimenten worden sommige resultaten tegenwoordig nog gebruikt. Zo is zijn uitkomst van de maximale stroomsterkte die een menselijk lichaam kan verdragen nog steeds gebruikt de norm voor de fabricage van de aardlekschakelaar. Carl Clauberg Clauberg werkte ook in Auschwitz. Hij werd beschreven als een griezelige, lelijke en gewetenloze dwerg. Clauberg hield zich vooral bezig met sterilisatie, hij experimenteerde met operaties en injecties om mensen onvruchtbaar te maken. Horst Schumann Ook Schumann hield zich voornamelijk bezig met sterilisatie methodes. Hij probeerde dit te bereiken met röntgenstraling, dit is hem niet gelukt. De stralen zorgden onder andere voor brandwonden op de genitaliën waardoor de gevangenen al snel na de procedure stierven of naar de gaskamer werden gestuurd omdat ze niet meer konden werken. Koch: ‘Bitch of Buchenwald’ Zij was de vrouw van een hoge officier op Buchenwald, maar geen arts. Koch verzamelde de huid van overleden en levende gevangenen, liefst huid met mooie tattoo’s. Hier maakte zij lampenkappen, boekenkaften en bekleding voor meubilair van.
[21]
IFMSA-Leiden
International Federation of Medical Students’ Associations Leiden
... T A D . .. t E ist je da JW WIST
Het Voorspel is een project waarbij peers seksuele voorlichtingslessen geven aan scholieren op de middelbare.
WIST J E istD A T . W je dat... . .
Tienerwijs lijkt erg op ‘Het Voorspel’, alleen het is gericht op kinderen uit groep 8 van de basisschool.
[22]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
Think Globally Act Locally
- Op zoek naar extra uitdaging naast je studie? - Internationaal georiĂŤnteerd? - Je netwerk uitbreiden?
[23]
1945
1999
Tweede Wereldoorlog 1945 – heden (en verder…?) Na de Tweede Wereldoorlog is het hard gegaan met de medische ontwikkeling. Vooral op het gebied van techniek zijn we erg vooruit gegaan, mede door de grote technische sprong voorwaarts die we noodgedwongen moesten maken tijdens de oorlog. Meerdere malen hebben we het onmogelijke gedaan, en dat gaf ons het zelfvertrouwen om nog veel vaker dingen te doen die boven alle verwachtingen uitstijgen. Kortom, er is genoeg gebeurd sinds de Tweede Wereldoorlog eindigde, en we zijn nog lang niet klaar. Predoctor verzamelde drie opmerkelijke ontdekkingen en werpt een blik op mogelijke toekomstperspectieven. Kuru In 1959 werd in Nieuw-Guinea een Papoeastam ontdekt die leed aan een vreemde ziekte. De stamleden noemden het kuru, de trilziekte. Patiënten die hieraan leden kregen vreemde motoriekstoornissen, waardoor ze gecoördineerde bewegingen niet goed meer konden uitvoeren. Hun evenwichtszin was gestoord en hun spieren trilden onophoudelijk. Daarbij werden ze op jonge leeftijd dement en kregen ongecontroleerde lachbuien (dwanglachen). Binnen drie tot negen maanden overleed de patiënt. Het geheimzinnige aan deze ziekte was dat hij alleen scheen voor te komen bij vrouwen en kinderen. Carleton Gajdusek (1923-2008) wist het mysterie op te lossen. Hij ontdekte dat de ziekte werd veroorzaakt door prioneiwitten die zich in de hersenen nestelden. De Papoea’s hadden een speciaal ritueel waarbij ze overleden familieleden opaten. De hersenen waren hierbij voor de vrouwen en kinderen bestemd. Kuru is tot nu toe de enige ziekte die wordt overgebracht door menselijk kannibalisme. Carleton Gajdusek kreeg in 1976 de Nobelprijs voor deze lugubere ontdekking. In vitro fertilisatie (IVF) De wens om nageslacht te krijgen, is van alle tijden. Al sinds er ongewenste kinderloosheid bestaat, wordt er gezocht naar een manier om kunstmatig kinderen te verkrijgen. De Italiaanse onderzoeker Petrutzi deed in 1969 de wereld op haar grondvesten schudden. Hij toonde op televisie trots foto’s van de eerste reageerbuisbaby ter wereld, een kind dat hij buiten een menselijk lichaam had weten te verwekken. Onmiddellijk laaide een felle discussie op over de ethiek rond deze gebeurtenis. De wetenschappelijke wereld reageerde vol ongeloof, de niet-wetenschappelijke wereld vooral vol walging. Het was Gods werk om nieuw leven te scheppen, daar moesten mensen zich niet mee bemoeien. Later bleek dat alle commotie voor niets was geweest: Petrutzi’s foto’s waren nep. Desalniettemin bleef de wens bestaan om kunstmatig te kunnen bevruchten. Nog geen tien jaar na het incident met de nepfoto’s gebeurde het dan toch: in Engeland werd op 25 juli 1978 de eerste echte reageerbuisbaby geboren, Louise Brown.
[24]
Toekomstperspectieven Geneeskunde is een dynamisch vak dat constant nieuwe ontdekkingen doet. Aids, een zeer bedreigende ziekte op dit moment, wordt fanatiek bestreden. En er zijn zelfs mensen die denken dat de wetenschap ooit in staat zal zijn de dood te overwinnen… HIV-vaccinatie Onderzoekers uit Antwerpen zijn een mooi eind op weg in de ontwikkeling van een HIV-vaccin. Ze zijn er nog lang niet, maar de resultaten van hun eerste klinische trial zijn bemoedigend. Het probleem met het beruchte virus is zijn vermogen om razendsnel te transformeren. Normaal gesproken tonen dendritische afweercellen typerende stukken van het aan te vallen virus op hun buitenkant, dit noemen we antigeenpresentatie. Zo weten de CD8-cellen naar welke virusdeeltjes ze moeten zoeken, en kunnen ze de virussen opsporen. Bij HIV krijgen de dendritische cellen de juiste stukjes informatie op de een of andere manier niet te pakken. Virologen en hiv-artsen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en de Universiteit Antwerpen werken samen in een poging de dendritische cellen te helpen. In het lab zijn ze erin geslaagd om mRNA te laten opnemen door de dendritische cellen, met daarop ‘bouwinstructies’ voor HIV-eiwitten. Na decodering beginnen deze dendritische cellen dus de typerende stukjes van het virus te synthetiseren en plaatsen deze op hun buitenkant. Na dit in vitro-experiment was het tijd om het onderzoek voort te zetten op mensen. Zes seropositieven werden bereid gevonden om mee te doen. Een deel van hun dendritische cellen werd uit het bloed gefilterd en kregen de vereiste genetische informatie van het HIV binnen. De cellen werden ingevroren om bewaard te kunnen blijven. Vervolgens kregen de vrijwilligers iedere vier weken een kleine hoeveelheid van hun eigen bijgewerkte dendritische cellen terug, vier keer in totaal. Na iedere injectie herkenden de CD8-cellen het HIV beter, en waren daardoor ook beter in staat het virus terug te dringen. Maar HIV is een vermommingskunstenaar die telkens de eiwitten op zijn oppervlak verandert, zo snel dat de afweercellen het niet bij kunnen houden. Aids is nog niet genezen, maar we hebben wel weer een slag gewonnen. Nu de rest van de oorlog nog.
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
2012
Heden Cryonisme Stel je voor: na je lange en gelukkige leven hier op aarde ga je in een winterslaap van een nog onbepaald aantal jaren, waarna je lekker uitgerust wakker wordt in een betere wereld en aan je tweede leven begint! Dit lijkt een zéér onwaarschijnlijk scenario, maar er zijn genoeg mensen die hierin geloven. Cryonisme is een procedure waarbij overledenen worden ingevroren en bewaard, in afwachting van een techniek die hen weer tot leven kan wekken. Iemand die na zijn dood gecryoniseerd wil worden, wordt een cryonist genoemd, een reeds ingevrorene is een cryonaut. Cryonisten zijn vaak idealisten, mensen die van het leven houden en meer willen dan de ongeveer 80 jaar die ze nu krijgen. Meestal wordt een heel lichaam bewaard, soms alleen het hoofd en soms zelfs alleen de hersenen. Cryonisten gaan ervan uit dat de persoonlijkheid en identiteit in de hersenen zitten, en dat het lichaam vervangbaar is. Als alleen het hoofd of de hersenen bewaard blijven, hopen ze bij hun ontdooiing een nieuw lichaam te krijgen, vervaardigd door de wetenschap. De vader van het cryonisme is Robert Ettinger (1918-2011). In 1964 publiceerde hij zijn boek ‘The Prospect of Immortality’, in het Nederlands verkrijgbaar als ‘De Diepvriesmens’. Hij schreef zijn boek naar aanleiding van een sciencefictionverhaal uit zijn jeugd, waarbij een ingevroren mens na miljoenen jaren weer tot leven wordt gewekt door buitenaardse wezens. Zo kwam hij op het idee dat invriezen en ontdooien zou kunnen werken; zijn boek is dan ook een lange propaganda voor cryonisme. Als bewijs voert hij onder andere aan dat sommige insecten zich invriezen als de winter in aantocht is en in de lente weer ontdooien. Ook kikkers en hagedissen kennen dit trucje. Uiteraard is Ettinger zelf direct na zijn overlijden ingevroren, evenals zijn eerste en tweede vrouw. Het proces van cryonisme is niet letterlijk invriezen, want daarbij zou het weefsel uiteindelijk doodgaan. De scherpe ijskristallen die dan ontstaan, zouden de cellen lekprikken. Er is een speciale procedure ontwikkeld waarmee het lichaam in principe onbeperkt houdbaar blijft. Het belangrijkst hierbij is om te voorkomen dat de hersencellen afsterven. Daarom wordt de cryonist na overlijden zo snel mogelijk aangesloten op een hart-longmachine, zodat het bloed blijft stromen en de hersenen zuurstof krijgen. Daarna wordt het bloedverdunnende heparine toegediend. De artsen vervangen het bloed door een speciale oplossing die de organen conserveert. De patiënt wordt ingepakt in ijs om het koelproces te starten. Als het lichaam een temperatuur van 0 °C heeft bereikt, wordt het conserveringsmiddel vervangen door een antivriesmiddel. Het koelproces gaat door tot -196 °C, de temperatuur van vloeibaar stikstof. Deze temperatuur is niet toevallig: de
Medische Faculteit der Leidse Studenten
patiënt wordt in vloeibaar stikstof opgeslagen in en soort thermosfles. De stikstof verdampt langzaam en moet dus regelmatig worden bijgevuld. Uiteraard zijn er wel risico’s verbonden aan de hele procedure. Misschien wordt er wel nooit een techniek gevonden om de ingevrorenen weer tot leven te wekken, of ontdooit het lichaam per ongeluk te vroeg. Maar cryonisten laten zich hierdoor niet weerhouden, want eigenlijk hebben ze niets te verliezen. In het ergste geval blijven ze voor altijd dood. Als het echter wél werkt, moeten ze haast wel wakker worden in een wereld die veel beter is dan de onze, omdat alleen een technologisch geavanceerde maatschappij de middelen zou hebben om een gecryoniseerd lichaam weer tot leven te wekken. Ze gaan ervan uit dat zo’n wereld ellende als honger, pijn en ziekte dan ook wel uitgebannen zal hebben. De wereld blijft zich ontwikkelen, en zo ook de geneeskunde. We zijn nog lang niet klaar met het ontrafelen van de mysteries van het menselijk lichaam. Dus wie weet waar we zullen eindigen…?
[25]
De kwelling van het mens-zijn
Door Dilek Yilmaz
Uit de geschiedenis blijkt keer op keer dat het lang duurde voor we het nut van een vondst inzagen. En als we het eenmaal doorhadden, werden we enthousiast en waren we niet meer te stoppen. Toen Edward Jenner met het pokkenvaccin kwam eind achttiende eeuw, had hij te kampen met scheve blikken en half-mens-half-koe-karikaturen. Maar toen we met behulp van het pokkenvaccin na een wereldwijde campagne onder leiding van de WHO eind jaren-zeventig de pokken wisten uit te roeien waren we in extase: de mens had een virus uitgeroeid! Alexander Fleming heeft voor zijn ontdekking van penicilline de Nobelprijs ontvangen. Hij ontdekte zo’n effectief middel, een middel dat mensen compleet kon genezen, dat we er nog meer van overtuigd werden dat er overal wel een pilletje voor te vinden zou zijn. Verder dan het uitroeien van het variola (pokken) virus zijn we nooit gekomen. Tenminste, nog niet. Hoop ik. Een poging tot het uitroeien van polio op eenzelfde wijze is niet geslaagd. Men was enthousiast en dacht dat het zeker ging lukken, maar helaas. Het blijkt toch niet zo makkelijk te zijn als we dachten. Hoe verder de geneeskunde zich ontwikkelt, hoe lastiger het lijkt te zijn. Hoe meer we weten, hoe meer we vrezen. Pathogenen muteren en ontwikkelen, dat weten we, maar dat maakt ons eigenlijk alleen maar banger. Penicilline is geweldig, maar zijn kracht lijkt steeds zwakker te worden. Het was ooit een ‘superhero’ in onze ogen, maar tegenwoordig weten we wat resistentie is en lijkt ‘een pilletje voor alles’ niet zo vanzelfsprekend te zijn. En penicilline blijkt ook niet zo een held te zijn… MRSA (multiresistant Staphylococcus aureus) als ‘nemesis’ om maar mee te beginnen. Vroeger dacht ik dat ziek zijn tegenwoordig nog wel mee viel. Je werd ziek, maar de huidige medische wetenschap wist er wel raad mee en je zou wel beter worden. Want als je bekijkt hoe snel het aantal behandelopties is gegroeid in de vorige eeuw tot op heden, lijkt het haast onmogelijk dat de mensheid het zal verliezen van ziekte. Toch vrees ik tegenwoordig dat we er nog lang niet zijn. Met de groei van de medische wetenschap, ontdekken we steeds meer verschrikkelijke ziektes waar we uiteindelijk niet van kunnen winnen. We dachten virussen te kunnen overwinnen, maar toen stuitten we ineens op HIV die de wereld in zijn greep nam en nog steeds voor veel leed zorgt. Hier in Nederland kunnen we het nog ternauwernood bijbenen, om nog maar te zwijgen van het Afrikaanse continent.
[26]
Tuberculose (TBC) heeft ook een bacteriële verwekker (Mycobacterium tuberculosis) ontdekte Robert Koch eind negentiende eeuw. We kregen ook een antibiotisch pilletje tegen TBC en daarmee leek de kous af. Niet dus. Resistentie ontwikkelde zich doordat in alle naïviteit te veel vertrouwd werd op de macht van het antibioticum. Monoresistentie ontwikkelde zich. Het ging verder en TBC werd multiresistent. En alsof dat niet genoeg is, hebben we tegenwoordig ook het genadeloze ‘extensively drug resistent tuberculosis’ (XDR-TB). Dus ook TBC zit ons op de hielen heeft ons al bijna ingehaald. Het bijbenen van zulke pathogenen met de meest recente medicatie is duur. Belachelijk duur. En de mensen die er het meest mee te maken hebben zijn arm. Heel erg arm. Geen gunstige zaak dus. Het is maar afwachten om te zien wie er wint: de mensen of de pathogenen. Voorlopig zitten we midden in een peperdure race, die helaas noodzakelijk is. Want stel je voor dat we het zouden opgeven… Maar laten we natuurlijk wel toegeven dat er heel veel vooruitgang is geboekt en dat er recent ook veel spannende ontwikkelingen plaatsvinden. TBC en AIDS zijn bij lange na niet de grootste bedreigers van Nederland, daar zijn we te ‘goed’ voor, oftewel te welvarend. Dankzij die fantastisch ontwikkelde medische wetenschap kunnen wij veel ziektes genezen waar men vroeger dood aan ging, en kunnen wij veel langer doorleven. Deze gezondheid maakt ruimte voor andere ziektes die anders geen kans kregen: welvaartsziektes. Bloedvaten die dichtslibben (arthrosclerose) en harten die uitputten (decompensatio cordis); cellen die blootgesteld worden aan troep en maligne ontaarden (kanker); gewrichten die slijten (arthrose); hersenen die weigeren (dementie); cellen die gek van suiker worden (diabetes mellitus type 2)… het rijtje gaat maar door en door. We hebben zo veel ontdekkingen gedaan en weten zoveel ziektes te bestrijden, maar steeds komen er nieuwe dingen bij of blijkt een superheld die ooit zo goed was zijn krachten kwijt te raken…zullen we ooit de ultieme zege behalen, of is het dweilen met de kraan open? Geen van beiden. Ziek zijn hoort bij het mens-zijn. Het enige wat we kunnen is zoveel mogelijk ons best doen om er mee om te gaan en niet ontkennen dat niets eindeloos is, zo ook niet het leven.
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
Forestus Leids Medisch Dispuut
Agenda
Mededeling Waarde M.F.L.S.-leden, Ons mooie Dispuut heeft haar vierde Lustrum uitgebreid gevierd. We begonnen met een BurlesXXue Gala op zaterdag 26 mei, om 00:00 uur waren we immers echt, echt jarig. Dinsdag was het tijd om het Bestuur te feliciteren in Hepatho. Na de Lustrumborrel gingen we door naar de Hut voor de OudeLullen Borrel. Omdat twee Activiteiten op een avond nog niet genoeg waren, Forestianen feesten namelijk door tot de kleine uurtjes, daarom gingen we daarna door met de LusCie Dansborrel. Om in het thema te blijven van eXXtravagant was de Dansborrel in het thema Moulin’ Rouge. Woensdag hebben we lekker samen uitgebrakt in HePatho met gratis koffie en thee. Na een dag rust is het natuurlijk weer tijd om er tegen aan te gaan met op donderdag eerst de Barbecue, hierna hebben we onze dansmove en zangtalenten er tegen aan gegooid bij de PB Playbackshow. Om de week geniaal af te sluiten, eindigde we de Lustrumweek met de Lustrumcantus. Hierna was het tijd om uit te rusten van deze innerverende maar ozo mooie geile Lustrumweek. Op 12 juni waren we allemaal weer uitgerust en hadden we een heuse Biertapwedstrijd. Tot het allerlaatste moment werd gestreden om de mooie beker en titel van tapkoning of koningin. Zaterdag was het tijd voor de Broertjes- en zusjes dag. Forestus-broertjes en -zusjes kregen de kans om alle genante verhalen van andere Forestianen los te peuteren over hun broer/zus. Het jaar sluiten we af met het Forestus Weekend. U kunt zich opgeven bij het Bestuur voor dit Weekend, wat vrijdag 6 juli van start gaat tot en met 9 juli. Hierna zal het Bestuur met reces gaan tot 1 september, en zullen het jaar van start gaan met de Terugkomborrel op 2 september.
26 juni - Oud-besturen Dansborrel 6 juli t/m 9 juli Forestus Weekend 10 juli t/m 1 sept. Bestuursreces 2 sept. Terugkomborrel 10 sept. - Wissel-D.L.V.
Met een fier Welterusten, Namens het 31e Bestuur des L.M.D. Forestus, Irene van der Linde, h.t. Assessor externus.
Forestus@bestuur.nl | http://www.forestus.nl | 071-526 45 27
Medische Faculteit der Leidse Studenten De Bestuurskamer is geopend op werkdagen tussen 12.30 en 15.30 uur.
[27]
LBMJ
W� ���� '� �����, �� � ��� '� �����...���� ��� ���� ��������... H�� LBMJ: ��������� � ��� ��� �� �� �������!
LIMSC B�� ��� ������ ��� LIMSC 2013? L���� ����� �� �� �������� ��!
[28]
G���
�� L������ � ��� ���� � ����� �
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
JVT GNK
1
H�� ���� � �����, � �� ��� ���� �� �� � ���� � ��� 2! S����� � � ������� � �� ������� , ��� ��� ���! L��� ������ JV �, T
; ��� 2012 ���� � � � � � ��� ! ������
D��� D� ���� ������ �������, ��� ��� �� ������ ��� ��� �� 2 ��������?
L������
'L��� ��� ��� �� �� � 100% M.F.L.S. �� ���� ���� ��� ���� ��� �� ��������� !'
Medische Faculteit der Leidse Studenten
[29]
[30]
Predoctor juni 2012 | Jaargang 24
VvAA lidmaatschap speciaal voor jou! VvAA bestaat al 88 jaar. Opgericht in 1924 en ook nu nog een ledenorganisatie van leden en voor leden: medici, paramedici, studenten en zorginstellingen in Nederland. Het leuke van VvAA is dat het met meer dan 107.000 zorgprofessionals en al die verschillende beroepen het grootste netwerk binnen de zorg is. Een club dus waar je jouw toekomstige collega’s ontmoet en alvast goed kunt gaan netwerken.
10 redenen om lid te zijn 1. Ruim 105.000 toekomstige (para)medisch collega’s 2. Kennis uitwisselen en netwerken met de verschillende beroepsgroepen 3. Ledenvoordeel op vertoon van je VvAA lidmaatschapskaart 4. Seminars, geaccrediteerde VvAA opleidingen, een carrièrecentrum en een Academie voor Medisch Specialisten 5. Langdurige samenwerking met AMREF Flying Doctors 6. Een managementclub voor jong en oud
K. Visse
r
7. Advies, producten en diensten speciaal voor (para)medici, al 88 jaar 8. Laatste nieuwtjes en aanbiedingen op vvaa.nl/studeren of via @vvaastudenten 9. Gratis hulp van de Artsen Alarm Service (AAS) in het buitenland voor verzekerden 10. Ledenmagazine Arts en Auto; 12 keer per jaar gratis thuisbezorgd
05
n Au Ar ts e
04
ENAU TO.NL
WWW .ARTS VAN 2012 ZINE MAGA 78 APRIL JAAR GANG
to
magazine
Kinderarts Jos Draaisma denkt vanuit totale kindzorg
Vakantievieren in Dalmatië
acaerirkaeanse zorgwet Obavem en Am rzet teg
06
WW W.A RTS MAG AZIN ENA UTO .NL JAA RGA E VAN NG 78 JUN I 201 2
Hoogler over top aar Andy Hoep sport in het elman zieke De leu nhuis ks van de te zomersp redac ots tie Niets zo rijden fijn als da in de kloos zome r
Doorverwijsbeleid nog altijd ondoorzichtig
niet i (NMT) n nascon Rob Bar hogere tarieve r bang voo vast geeft hou Meldcode en kinderleed bij opspor arken: Denem gen en Noorwe e relaxen em het ulti
Intimidatie VvAA
051201 Cover.indd
Analyse
WWW.ARTSENA UTO.NL MAGAZINE VAN JAARGANG 78 MEI 2012
Arts en Auto Art se
e magazin
trendonderzoek: bang voor de patiënt?
06120
1 Cove
041201
r AM.in
dd13-04-2012 1 14:06:00
ine
to
Arts en Auto Het lijfblad van zorgprofessionals. Word gratis lid van VvAA en ontvang maandelijks Arts en Auto op de deurmat
to EK -voetb alpool
+ 4 keer per jaar een studentenspecial!
Medische Faculteit der Leidse Studenten 5
012 16:15:5
16-03-2
Zorg dat je goed verzekerd bent. Met het VvAA studentenpakket ben je dat al vanaf € 30 per jaar. Kijk op www.vvaa.nl/studentenpakket
magaz
n Au
Spor tzom Doe m ee met er de Ar ts en Au
1
Ga jij binnenkort op kamers?
dd 1
Cover.in
12-06
-2012
08:50
:51
[31]
KIES NU VOOR HET MEDISCH STUDENTEN PAKKET VAN ABN AMRO En krijg een Littmann Stethoscoop cadeau*
Benn je medisch student, dan hebben we een speciaal aanbod: nu een Littmann Stethoscoop bij afsluiten van een Medisch Studenten Pakket. abnamro.nl/medischestudent *V Vraag naar de voorwaarden