Medische Faculteit der Leidse Studenten
1
Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past.
Jouw studievereniging werkt nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een scherpe prijs.
2
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Inhoudsopgave 4. Mededelingen/Vacatures 5. (Toe)Standje K1-69: een cursus onderwijs 6. OnderwijsUpdate 7. Mission: Onderwijs 8. Interview sportarts Dieke Kok 10. Leiden International Medical Student Conference 12. Is topsport gezond? 14. Top 10 Co schappen 16. Fotopagina 18. Sporten is geweldig 22. Bizarre sporten 24. Feit of fabel 25. LAG 26. Sport, Spier en Eiwit 29. Forestus 30. IFMSA 32. JVTs & Cies 34. Kalender
Colofon Predoctor is een tweemaandelijkse uitgave van de Medische Faculteit der Leidse Studenten (M.F.L.S.) De eindredactie behoudt zich te allen tijde het recht voor ingezonden artikelen of mededelingen niet te plaatsen of indien nodig geacht in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, of door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Correspondentieadres M.F.L.S. K1-96 Postbus 9600, 2300 RC Leiden Telefoon 071 5264484 E-Mail info@mfls.nl Internet www.mfls.nl Redactie Li Shan van Poelgeest Janine Hogewoning Daniël Kleijn Laurien Detmar Lisa de Pont Lay Out Karin Nienhuis Esther Kort Maaike de Koff Sabine Bezstarosti Druk drukkerij HEGA. De Bruyn Kopsstraat 6 2288 EC Rijswijk Postbus 3227 2280 GE Rijswijk Abonnementen Jaarabonnement* €5,(*LUMC docenten gratis) Abonnementsvoorwaarden Een abonnement geldt voor zes nummers en kan niet tussentijds worden opgezegd. Een abonnement geldt tot wederopzegging en wordt zonder tegenbericht automatisch verlengd. Het opzeggen van uw abonnement dient schriftelijk te gebeuren en ten minste twee maanden voor het afloop van het academisch jaar.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Oplage: 2700
3
Mededelingen MEDEDELINGEN
door Li Shan van Poelgeest
Deze nieuwe Predoctor staat weer vol met levendige artikelen! Ditmaal gaat alles over sport, een hobby waar veel studenten zich mee bezig houden. Ben jij een sportfan? Dan is de sportcolumn iets voor jou. Hierin wordt beargumenteerd hoe fantastisch sporten eigenlijk is. Ben je juist een sporthater? Ook dan hebben we een column voor je, eentje die sporten de grond intrapt. Is het je droom om van sport je beroep te maken, maar ben je te oud, te dik of te ongetalenteerd om het te maken als profsporter? Word dan sportarts! In het interview met dr. Kok kun je lezen wat dit afwisselende beroep precies inhoudt en wat het voor haar betekent om sportarts te zijn. Met een sportthema voor deze Predoctor konden we natuurlijk niet voorbijgaan aan het dopingschandaal van de Nederlandse wielerploeg. In een interessant artikel kun je uitgebreid lezen hoe EPO precies werkt en waarom het zo populair was (is...?) bij wielrenners. Na zo’n serieus verhaal is het lekker ontspannen met een grappig stuk over bizarre sporten. Eenwielerhockey, moddersnorkelen, onderwaterrugby: het komt allemaal aan bod. Opmerkelijk is dat de Britten met afstand de meeste sporten uit het lijstje hebben verzonnen. Wat een eigenaardig volkje is het toch. Al met al is het weer een grappige, hysterische en vooral sportieve bende deze maand! Dus ga vooral lekker in je luie stoel zitten om deze actieve sportPredoctor van voor tot achter te lezen. Heel veel plezier met deze editie!
VACATURES
Li Shan van Poelgeest | Hoofdredacteur
4
Va
s e r u t a c
. ereld w r e wat n t e e j i t j c n e n b feredische stuadnden. He een sterkn o C nt (bio-)me hillende l en met dan in ok e d u t m icalcoSngres vouoitr 52 vearrsicng om ns,a sollicitetiere in septjekmop d e al Mjaarlijkse elnemers ooie erv activiteite mervakan c.nl of ki n o ti rna tste tweer 600 de je een mschillende na de zo limsc@lum e t n I denis het groeor ongeveoef lijkt heten vol verrels volgenail dan naar i e L • LIMSC komen maakt r te zett matiebor agen, m limpe s e r e r g v e n o e f n e Het aarlijks e e r n j e en eb j 5! I gres C m ograf r student , t o f Twee et LIMS aags con MSC 201 atie of h je aa ten h I m f vind p zoek n aan fees an O van een vijfd or het L eer infor ? ij o bij ken nk e ma Cie zijn w Denk hier omente s.nl. team 2013 vo Wil je m t s ’ o . r raz fot n. tom mfl tobe HePatho .limsc.nl. sche r de Papa s te make rende fo intern@ ti s a n w i t e d oo ro to’ fan r li ber biste ww eest aar jou! V eniging fo ge en ont ailtje naa e m w e i de ie e hebt om dij op zoek nvan de Veer uke, grapptuur een m C z a r pa je het in j Dan zijn w ctiviteitens waar je l kamer of s a P • k jij dat d leuk? jdens a en alle stuurs Den ntzetten en om ti ikingen gs de Be e d n o weg t leuk vin agen, uitr m dan la e o d t h ?K die en, spor resse e t g n n I i z n. le achte verw juni 20132012 | Jaargang 27 25 Predoctor Oktober jaargang
(Toe)standje K1-69 Een cursus onderwijs
2. Hapschnap! De BC is nog lang niet klaar. Iedere student ontvangt via het ICLON een GOES-enquête, die hij/zij uiteraard invult.
Lieve onderwijsvolgers, Leden Onderwijs zijn bijzondere mensen, en omgaan met Leden Onderwijs is een vak apart. Immers, ze lijken alleen maar te kunnen praten in afkortingen en onderwijstermen. “Ja, in het CoKo hebben we het nog met het OSC over het OSP gehad, en zij hebben de procedure voor de overgangs- en vrijstellingsregeling voor C2007 naar C2012, die is goedgekeurd door de EC, nog niet gezien.” Of: “In het P3M2J-overleg van vanochtend waren alleen de senior opleidingscoördinator en de voorzitters UO en -OLC aanwezig, net als een kwaliteitsfunctionaris van DOO. We hebben onder andere gesproken over de clusteroverleggen en het visitatierapport van de QANU, die binnenkort opgestuurd wordt naar de NVAO voor een nieuwe accreditatie. Wisten jullie trouwens dat de QANU het enige Nederlandse lid van de ENQA is?” Ze haasten zich over de gang op weg naar weer zo’n vergadering, de handen vol met vergaderstukken en notitie- en actiepuntenboekjes, en ze zijn bovendien on(der)wijs dichtgetikt. Leden Onderwijs zouden de Leden Onderwijs niet zijn als we jullie niet in dat vak zouden willen onderwijzen. Dus bij dezen, een Cursus Onderwijs voor Beginners (COB). Voorafgaand aan de cursus willen we jullie erop wijzen dat deze cursus is goedgekeurd door de OLC en het OLB, en de EC en de TBC zijn akkoord met het voorgestelde toetsplan. Deze cursus is 0.5 ECTS waard volgens de indeling van LEI en alle randvoorwaarden zijn vastgelegd in de OER, welke is vastgesteld door de SAC, de RvB en de SR. De JVT en het UO zullen uiteraard betrokken worden bij de evaluatie van de cursus en daartoe vragen wij jullie nadrukkelijk de GOES in te vullen. Les 1: Ken de PDCA-cyclus Een zichzelf respecterende organisatie dient te werken volgens een PDCA-cyclus. Zo ook de onderwijsorganisatie in het LUMC. Altijd al af-
Medische Faculteit der Leidse Studenten
3. De JVT plant met de JC, BC en een onderwijskundige een evaluatiegesprek. Hier wordt, aan de hand van een uitgewerkt GOES-verslag, besproken wat de student (dus ook jij!) van het blok vond. Via goede feedback, a.d.h.v. het sandwich-model, worden deze adviezen enthousiast meegenomen door de BC.
(Toe)standje K1-69
gevraagd wat er nou gebeurt met jouw mening? Dat gaat dus als volgt: 1. De BC plant a.d.h.v. de eindtermen van de betreffende studie en het evaluatieverslag van vorig jaar een onderwijsplan. Hierin geeft hij/zij aan welke onderwijsvormen waar in het blok passen en hoe dit getoetst gaat worden. Het tentamen wordt afgenomen, en het blok is afgerond.
4. Tijdens de UO-vergadering wordt het evaluatieverslag besproken, in aanwezigheid van JVT’ers, JC’s en enkele adviseurs. Na afloop van de vergadering stuurt de voorzitter een officiële brief naar de BC, zodat deze aanbevelingen nogeens op het hart worden gedrukt. 5. De BC gaat aan de slag, en implementeerd de gegeven adviezen. 6. Zes weken voor aanvang van het blok ontvangt de BC een reminder van het UO, om te kijken hoe het staat met de vorderingen van het implementeren van de adviezen. 7. De BC plant a.d.h.v. de eindtermen van de betreffende studie en het evaluatieverslag van vorig jaar een onderwijsplan. Hierin geeft hij/zij aan welke onderwijsvormen waar in het blok passen en hoe dit getoetst gaat worden. Het tentamen wordt afgenomen, en het blok is afgerond. Les 2: Lees de onderwijsupdate en kom naar de A.L.V.! Dan snap je waar dit over gaat. Liefs, Maartje en Patrick
5
OnderwijsUpdate ONDERWIJSUPDATE
Elke editie geven de Leden Onderwijs Maartje Eekman en Patrick van der Zande samen een korte samenvatting van het laatste nieuws uit onderwijsland. Voor vragen of opmerkingen kan je altijd terecht bij de JVT of in de bestuurskamer (K1-69). Een wijs man zei ooit: “Als de vogels fluiten in mei, is april voorbij”. Niet is minder waar. Na een rustige week met een troonwissel, de studiereis naar Marokko, het goedkeuren van de OERen en het zeer vroeG aaNKondigen van een abdicatiebiertje voor koning Willem-Alexander (in plaats van Koningin BWeatrix), is het weer tijd om ons mooie onderwijs te vertegenwoordigen. Hier een update van de afgelopen weken.
ALGEMEEN Onderwijsorganisatie LUMC Naar aanleiding van de komende visitatie Geneeskunde is de Raad van Bestuur van het LUMC kritisch gaan kijken naar de huidige onderwijsorganisatie van het LUMC en het onderwijsorganogram. Om de daadkrachtigheid van de organisatieorganisatie te verbeteren, zijn voorstellen gedaan dit organogram aan te passen. Door de vele voorstellen is het lastig te voorspellen wat voor vorm dit organogram gaat krijgen. Duidelijk is wel dat een uitgangspunt is dat LUMC-medewerkers beter op hun verantwoordelijkheden gewezen kunnen worden. Wij houden alle vorderingen in de gaten en houden jullie op de hoogte! GENEESKUNDE Visitatie In het kader van de visitatie Geneeskunde op 8 en 9 oktober 2013 zijn er verschillende projectgroepen opgestart die zich ieder richten op een van de aandachtspunten die naar voren zijn gekomen. De stuurgroep overziet alle projectgroepen. In alle projectgroepen wordt hard gewerkt om de gestelde doelen te bereiken en over het algemeen zijn alle groepen op schema. Het Bestuur is betrokken bij de voorbereiding van de visitatie.
6
Decentrale Selectie De commissie Decentrale Selectie heeft een voorstel voor de decentrale selectie voor Geneeskunde in collegejaar 2014-2015 opgesteld. Dit voorstel bestaat uit twee rondes, in de eerste ronde staat het testen van de kennis centraal. Dit zal gebeuren aan de hand van een Engelse test, De Biomedical Admission Test (BMAT). De uitkomst van deze test zal samen met de gemiddelde cijfers van 5 VWO leiden tot een ranking. Op basis van de ranking worden scholieren toegelaten tot de tweede ronde. Als eerste moeten scholieren in deze ronde een personal statement inleveren, waarin zij uiteenzetten waarom zij Geneeskunde in Leiden willen studeren. Daarnaast moeten zij een aanbevelingsbrief inleveren van hun middelbare school. Het vervolg van de tweede ronde bestaat uit het afleggen van 5-7 Multiple Mini Interviews. Deze interviews worden afgenomen door twee personen, bijvoorbeeld
een arts en een onderzoeker of een arts en een student. Hierin zal voornamelijk worden ingegaan op thema’s als medisch-ethische vraagstukken en professionaliteit, bovendien zal er worden ingegaan op het personal statement en de aanbevelingsbrief. In dit voorstel wordt dus zowel kennisniveau als sociale vaardigheden getest. Het voorstel is voorgelegd aan de Opleidingscommissie, het Opleidingsbestuur en de Studentenraad. Inmiddels heeft het College van Bestuur van de Universiteit ingestemd met het voorstel. BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Clusteroverleg In maart dit jaar heeft voor de tweede keer het clusteroverleg plaatsgevonden. Alle blokken en lijnen van de Bachelor zijn opgedeeld in zes clusters. Voor ieder cluster was een bijeenkomst van drie uur gepland, waarin gezocht is naar hiaten, overlappen en verdiepingsmogelijkheden. In het specifiek is ook gezocht naar kapstokken voor bioinformatica onderwijs. Naar aanleiding van de verslagen van deze bijeenkomst en het visitatierapport wordt een plan van aanpak geschreven, waar de opleiding de komende jaren aan gaat werken. Deze eindrapportage wordt begin juni uitgegeven, zodat hopelijk voor volgend jaar al adviezen meegenomen kunnen worden door blokcoördinatoren! Projectgroep Implementatie Toetsbeleid De Opleidingscommissie heeft een nieuwe projectgroep ingesteld, die nog eens kritisch naar het toetsbeleid en –plan van de opleiding Biomedische wetenschappen gaat kijken. Het Lid Onderwijs Biomedische wetenschappen heeft ook zitting genomen in deze projectgroep. Vijf deelprojecten zijn vastgesteld, waar de projectgroep advies van zal uitbrengen aan de Opleidingscommissie. Onder andere zal gekeken worden naar de beoordelingen van stages, plagiaatdetectie en meer aandacht voor Assessment for Learning. Projectgroep Studiesucces De Projectgroep Studiesucces heeft dit jaar een aantal voorstellen gedaan tot kleine curriculumwijzigingen en maatregelen ten behoeve van het studiesucces. Deze maatregelen zijn inmiddels deels opgenomen in het Onderwijs en Examen Reglement. Komend collegejaar worden enkele wijzigingen al meegenomen, zoals het invoeren van een extra hertentamenweek in mei, herverdelen van studielast over het eerste semester en het geven van onderwijs ter verbetering van zogenaamde meta-cognitieve vaardigheden.
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Mission: Onderwijs • • • • • •
beste Coassistentschap beste blok Biomedische wetenschappen beste blok Geneeskunde beste student Biomedische wetenschappen beste student Geneeskunde beste LUMC-docent, de Prof.dr. G.J. Tammeling prijs
MISSION
Dit jaar vinden de M.F.L.S.-LUMC Onderwijsprijzen plaats op 11 juni van 17.00 tot 19.00 in collegezaal 6, met aansluitend een borrel. Binnen het thema “Mission: Onderwijs” worden prijzen uitgereikt voor :
De genomineerden Beste blok Biomedische wetenschappen
Beste blok Geneeskunde
-
Depression and other stress-related disorders (FOS-course) Introduction in the Neurosciences Molecular Biology and Oncology
-
Buik Van Cel tot Molecuul Veel Voorkomende Problemen
Beste LUMC-docent de prof. dr. G.J. Tammelingprijs
Dr. Bonsing (o.a. Buik) Dr. Hierck (o.a. Humane Biologie) Dr. Thiadens (o.a. Veel Voorkomende Problemen)
Houd de datum vrij en mis de Onderwijsprijzen niet! Medische Faculteit der Leidse Studenten
7
Interview...
Met sportarts Dieke Kok
INTERVIEW
Door Daniël Kleijn
Dieke Kok werkt als sportarts in het Rijnland
Ziekenhuis. Daarnaast is ze clubarts bij Almere City FC, een voetbalclub in de op een na hoogste divisie van het betaald voetbal. Na keuzecoschappen Orthopedie en Traumatologie in Zwitserland besloot ze zich te specialiseren tot orthopedisch chirurg. Ook begon zij een promotieonderzoek in de kinderorthopedie. Daaruit ontstonden meerdere publicaties, waaronder één in het gerenommeerde blad The Lancet. Gedurende haar opleiding kwam ze erachter dat opereren het toch niet helemaal was voor haar. Ze stopte met de specialisatie en liet zich omscholen tot sportarts. “Ik vind het leuker om met de patiënten te praten en praktisch bezig te zijn met het functioneren, revalideren en de prestaties.” Voordat dokter Kok startte met het traject tot sportarts, deed ze haar eerste ervaringen in het vakgebied op in Zuid-Amerika. In het Argentijnse gedeelte van het Andesgebergte begeleidde ze tien patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens een expeditie naar de top van de Aconcagua, de hoogste berg van het continent. “Voor mij als arts was het een uitdaging om deze mensen op de been te houden. Zestig procent werd hoogteziek, niet abnormaal voor laaglanders. Ook waren er toch wat klachten gerelateerd aan Crohn en colitis.” Logischerwijs waren de omstandigheden verre van ideaal, primitief zelfs. “Ik moest sneeuw smelten, en dat smeltwater met een druppel jodium door filtersystemen laten gaan om wat te drinken te regelen voor de deelnemers.” Toch was hoogteziekte het grootste probleem op de tocht. Ondanks een dag langere acclimatisatie in het basiskamp moest een aantal mensen voortijdig stoppen met de klim. “Ik heb wel echt mensen moeten terugsturen. Eerst hebben mensen een kuchje, zijn een beetje benauwd en een beetje bleek, maar als je dat doorzet kan je long- of hersenoedeem krijgen. Dat kan heel snel fataal aflopen. Dan moet je veel mensen teleurstellen, dat is moeilijk.” Uiteindelijk wist een deel van het gezelschap de tocht te voltooien. “Het was heel divers en boeiend en
8
we zijn allemaal gezond beneden gekomen. Twee deelneemsters en ik zijn tot op de top gekomen. Dat was 6962 meter hoog, dat was heel bijzonder om te ervaren.”
“Dat is altijd het probeem, de sporter wil doorgaan.“ Tijdens de bergexpeditie had dokter Kok dus al ervaring opgedaan met het afremmen van mensen. Het is een taak die zij nog steeds heeft in de dagelijkse praktijk, want sporters worden niet graag gelimiteerd. “Dat is altijd het probleem. De sporter wil doorgaan; het is altijd ongeduld van de sporter of de trainer. Het had gisteren al over moeten zijn. Dat terwijl je vaak, als je echt rust neemt, er uiteindelijk eerder staat voor de prestatie. Ik leg dan vaak uit dat het geen zin heeft om, als je nog licht geblesseerd bent, te starten met bijvoorbeeld een jeugdkampioenschap zwemmen.” Dat probleem bestaat al bij recreanten, maar de drang en de druk om weer sneller te kunnen sporten is bij de professionals natuurlijk veel groter. Dat ziet de sportarts onder andere bij Almere City FC. “Die mensen zijn daar de hele week met voetbal bezig. Het is echt hun baan, ze gaan tien keer per week trainen en hebben overdag ook geen afleidende zaken. De belangen zijn groter, dat zal in de eredivisie nog groter zijn.” Als clubarts ziet dokter Kok dus veel typische voetbalgerelateerde klachten, zoals lies- en knieblessures. In het Rijnland Ziekenhuis zijn de patiënten grofweg in drie groepen te verdelen, gebaseerd op drie pijlers van de Leiderdorpse kliniek. De eerste groep mensen zijn de sportblessures, waar de voetbalkwetsuren ook onder vallen. Het tweede cluster bestaat uit hartpatiënten, die revalideren van bijvoorbeeld een open hartoperatie of een dotteringreep. Deze hartrevalidatie bestaat uit fitness, psycho-educatie en voorlichting. De laatste pijler is sportmedisch onderzoek. “Dit is de preventiepoot die de sportgeneeskunde in zich heeft. Dat houdt in: het maken van een rust-ECG, inspannings-ECG, longfunctie en Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Tijdens de keuringen komen af en toe mogelijk gevaarlijke zaken aan het licht. “Het is interessant dat als iemand bij je komt die pijn op de borst heeft tijdens het sporten, je met een inspanningstest een hartritmestoornis kan vangen. Dat gebeurt bijna nooit en dan zit je in spanning mee te kijken wat er allemaal gebeurt op het ECG. Je hoort het verhaal, je denkt ‘zou het wat kunnen zijn?’ en dan is het ook inderdaad iets. Dat zijn toch wel de hoogtepunten van het jaar.” Patiënten die al heel lang klachten hebben komen ook langs een sportarts. “Hier heb je de ruimte om de diepte in te gaan met de patiënt, je kunt alle diagnostische middelen inzetten om uiteindelijk tot een diagnose en een behandeling te komen. Als iemand al acht jaar last heeft van een knieblessure en jij vindt de oorzaak in de keten van klachten om dat te verhelpen... dat is eigenlijk wel het mooiste van het vak.”
“Als sportarts moet je wel de geur van de kleedkamer kennen.“ Zoals de hoogtepunten al laten zien is sportgeneeskunde een gevarieerde tak in de medische wereld. Het preventieve aspect is een groot deel van het werk, maar de uitstapjes naar de cardiologie en pulmonologie geven veel afwisseling. Een nevenfunctie als clubarts laat je ook een andere omgeving zien. “Als sportarts moet je wel de geur van de kleedkamer kennen en het is ook prettig, vind ik, om soms eventjes overdag de club te bezoeken, op het gras te staan en aan het eind van de training in de kleedkamer de mensen te zien. Dat is een hele prettige variatie, dat je niet alleen in zo’n ziekenhuis zit.” Mocht je alsnog verveeld raken, dan zijn er nog sportmedische aspecten van cursussen. “Je krijgt bijvoorbeeld een cursus motorsport, wielrennen, bergsport of korfbal. Dat laatste is misschien minder flitsend, maar ook leuk. Dan mag je altijd zelf de praktische kant van zo’n Medische Faculteit der Leidse Studenten
sport ervaren. Je gaat bijvoorbeeld korfballen tegen het Nederlands elftal dat je een training geeft, of je fungeert als bakkenist, of je gaat baanwielrennen. Dat is om feeling te krijgen met de sporten, om meer inlevingsvermogen in de sporter te krijgen.” Er zijn maar zes opleidingsplaatsen tot sportarts per jaar. Dat zijn weinig plekken. Als sportarts in spe is het daarom belangrijk om interesse te hebben in het bewegingsapparaat en het fysiek functioneren. “Een groot deel van de opleiding bestaat uit inspanningsfysiologie. Ik denk dat als je basisarts bent, het goed kan werken om arts-assistent cardiologie te worden, of arts-assistent orthopedie. Daarnaast kan je misschien al meelopen met een clubarts, om erin te komen.” Onderzoek doen in het vakgebied opent ook deuren. “Er is in de sportgeneeskunde nog een heel braakliggend terrein van wetenschap, want veel behandelingen zijn niet goed onderzocht. Het is relatief makkelijk om onderzoek te doen wat niet een “me-too-onderzoek” wordt, iets wat al gedaan is. Daarin kun je je goed onderscheiden. Er is nog een wereld te winnen aan wetenschappelijk bewezen behandelingen.” Overigens zoekt dokter Kok nog een student voor een onderzoeksplan, wat in de vorm van een wetenschappelijke stage misschien wel een ideale opstap is naar de opleiding.
INTERVIEW
metingen van gewicht en lengte. Dit heeft als oogmerk de kans te bekijken op acute hartdood en uiteraard te kijken hoe fit iemand precies is. We hebben nu honderd keuringen gedaan voor de Alpe d’Huez, dat is nu verplicht. Er zijn sowieso wielrenners die nu het seizoen begint willen weten waar ze staan, en daarnaast komen er mensen die door de huisarts zijn verwezen na klachten tijdens het sporten.”
Sportarts is een gevarieerd beroep, met dito opleiding en patiënten. Het is een vakgebied met nog veel opties tot onderzoek en zeker een plek waar nog veel ontwikkeling zal zijn de komende jaren. Het specialisme is relatief onbekend bij studenten, terwijl het toch aspecten heeft van verschillende populaire opleidingsrichtingen. De daadwerkelijke behandeling van sportblessures is een wat specifieker gedeelte van het beroep. “Maar het is ook belangrijk om naast de specifieke dingen de generalistische kant leuk te vinden: het werkgebied verspreidt zich van orthopedie tot cardiologie. Ook zijn er wel uitstapjes naar de neurologie en internistisch gerelateerde kanten.”
9
Leiden International door Bernadette Elders
LIMSC
nieuwe Facebookvrienden. Want internationale samen werking is essentieel in de wetenschap.” En daarom was er in het programma meer dan genoeg gelegenheid om van gedachten te wisselen, tijdens de vele posterpresentaties en mondelinge presentaties, maar ook binnen een uitgebreid sociaal programma.
Het Leids Universitair Medisch Centrum werd van 13 tot en met 17 maart overspoeld door oranje. Honderden (bio-)medisch studenten en jonge onderzoekers uit 42 verschillende landen bezochten de achtste editie van het Leiden International Medical Student Conference, kortweg LIMSC.
“Het is heel inspirerend om studenten uit zoveel andere landen te ontmoeten en met ze over wetenschap en studie te praten,” aldus een studente uit Saudi-Arabië, te midden van Italiaans, Russisch en Engels sprekende studenten. Contacten leggen was belangrijk, maar ook de lezingen, door kopstukken uit het (bio-)medische wetenschappelijke onderzoek, werden druk bezocht. De openingslezing was van Chris Denning, een Engelse hoogleraar Stem Cell Biology. Hij vertelde hoe onderzoek naar menselijke stamcellen kan helpen hartziekten beter te leren begrijpen en in de toekomst mogelijk afwijkingen aan het hart te repareren. Een Leidse bijdrage in het lezingenprogramma kwam van hoogleraar Ouderengeneeskunde Rudi Westendorp, die vertelde over zijn onderzoek naar gezond oud worden.
In acht edities is het LIMSC uitgegroeid tot het grootste tweejaarlijkse internationale (bio) medische studentencongres wereldwijd.
Tijdens de vele workshops konden de deelnemers zich verdiepen in verschillende aspecten van de (bio-)medische wetenschap.
Voor én door studenten, want de organisatie is in handen van een acht man tellende commissie plus twee leden M.F.L.S. bestuur, maar dit allemaal niet zonder een enthousiaste in oranje gehulde crew.
10
“Een nobelprijs wil je niet alleen,” hield decaan Pancras Hogendoorn de ambitieuze jonge deelnemers voor tijdens zijn openingsspeech. “Leg contacten, zorg dat je hier weggaat met een heleboel
Predoctor April juni 2013 2013 ||Jaargang Jaargang 27 2725 Oktober 2012 jaargang
Medical Student Conference Ze bezochten het anatomisch museum, kregen een inkijkje in de nieuwste (bio-)medische technieken of leerden hoe ze een artikel gepubliceerd kunnen krijgen.
Nu het congres achter de rug is, verzamelen we de reacties. De organisatie van het congres wordt erg serieus genomen, dat mag ook wel voor een congres met zoveel deelnemers, dat elke editie weer groeit.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
LIMSC
Het afwisselende programma is een van de krachten van het LIMSC. Het programma bestaat uit een sociaal en wetenschappelijk deel die elkaar goed aanvullen. Naast wetenschap speelden ook cultuur en de omgeving leren kennen een rol. Een groot deel van de deelnemers had een actieve rol in het congres. Ongeveer tweehonderd van de zeshonderd deelnemers presenteerden hun eigen onderzoeksresultaten, wat voor veel van deze studenten de eerste kennismaking van de wetenschap was. De presenterende studenten hebben allemaal een samenvatting van hun onderzoek moeten opsturen naar de wetenschappelijke commissie, die bestond uit 27 onderzoekers van het LUMC. De commissie heeft een selectie gemaakt uit de ruim 620 ingezonden onderzoeken. Deze selectie van studenten hebben we uitgenodigd om hun onderzoek te presenteren. Voor een deel hebben we zelfs een reisbeurs beschikbaar kunnen stellen.
We krijgen veel enthousiaste reacties binnen. We hebben erg genoten van de organisatie van het congres. Het was ontzettend veel werk, want wij hebben ons constant in de deelnemers moeten verplaats en ons af moeten vragen waar de deelnemers behoefte aan zouden hebben. Maar al het harde werk heeft een heel interessant programma opgeleverd! Wil je zelf meewerken aan de negende editie van het grootste (bio) medische studentencongres ter wereld? In september beginnen de sollicitaties voor de Organizing Committee van LIMSC 2015.
11
Sporthart vs HCM door Lisa de Pont
TOPSPORT
Sport en hypertrofische cardiomyopathie Inleiding Regelmatig bewegen verlaagt de bloeddruk en verkleint de kans op onder andere ondergewicht, harten vaatziekten, dyslipidemie, COPD, diabetes type II en osteoporose. Daarnaast vermindert lichaamsbeweging ook geestelijke klachten, zoals stress. Vele onderzoeken hebben uitgewezen dat regelmatige lichaamsbeweging de levensverwachting verhoogt, maar hoe zit het met topsporters? Jarenlange intensieve sportbeoefening kan een aantal functionele veranderingen veroorzaken in het cardiovasculaire systeem. Op een ECG is dit onder andere zichtbaar als een hypertrofie van het linker ventrikel. Deze fysiologische veranderingen zijn in sommige gevallen echter moeilijk te onderscheiden van hypertrofische cardiomyopathie, de meeste voorkomende oorzaak van plotseling hartfalen bij jonge topsporters. Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen het sporthart en hypertrofische cardiomyopathie bij topsporters? Definitie topsporter In Nederland wordt je volgens de Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF) gezien als topsporter wanneer je internationaal op het hoogste seniorenniveau sport, binnen een erkend topsportprogramma. Onder het hoogste seniorenniveau vallen het Europees kampioenschap, Wereld kampioenschap en de Olympische Spelen. Hierbij worden verschillende statusniveaus gehanteerd. Topsporters krijgen een A-status wanneer zij binnen hun sportdiscipline tot de beste 8 van de wereld behoren en een B-status als zij zich onder de beste 16 scharen.
worden tevens een toename van de diameter en rechterventrikelmassa van de rechter ventrikel gevonden en nemen de diameters van het linker en rechter atrium in verhouding toe met de overige vergroting van het hart. Deze cardiologische aanpassingen worden met name gezien bij duursporters, onder andere wielrenners en marathonlopers, wanneer zij meer dan 6 uur per week trainen. In het algemeen kunnen we stellen dat het hart zich op fysiologische wijze aanpast aan de eisen die eraan worden gesteld. Hypertrofische cardiomyopathie Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een genetische aandoening die getypeerd wordt door asymmetrische linker ventrikelhypertrofie. Het is in 50% van de gevallen een autosomaal dominante aandoening en wordt veroorzaakt door mutaties in de genen die coderen voor eiwitcomponenten van de cardiale sarcomeer. De aandoening heeft een prevalentie van 0,2% en het is de meest voorkomende oorzaak van plotseling hartfalen bij topsporters onder de 35 jaar. HCM kan gepaard gaan met de volgende kenmerken: • Uitstroombelemmering van het linker ventrikel • Diastolische disfunctie met abnormale relax- atie en toegenomen stijfheid van het hart • Myocardischemie • Ventriculaire ritmestoornissen HCM kan op elke leeftijd tot uiting komen en hartfalen tot gevolg hebben. De meest voorkomende symptomen zijn dyspnoe, angina, palpitaties, thoracale pijn, hartfalen en syncope. Veel patiënten zijn echter asymptomatisch en worden niet herkend.
Het sporthart Het hart van een topsporter ondergaat een aantal functionele en structurele veranderingen in reactie op de extreme inspanning. Deze aanpassingen zijn afhankelijk van het type, de intensiteit en de duur van inspanning. Door het verhoogde zuurstofverbruik van het lichaam zullen zowel het hartritme als het slagvolume van het hart omhoog gaan, waarbij de bloeddruk zal stijgen. Bovendien zal de spiermassa van het hart zich vergroten en wordt de toevoer van bloed naar het huidoppervlak verhoogd. De spiermassa en diameter van het linker ventrikel nemen toe en er vindt dilatatie plaats. Bij het sporthart
12
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Diagnostiek Allereerst is bij de anamnese het type sport van belang. Bij krachtsport komt het sporthart vrijwel niet voor en is hypertrofie erg verdacht voor HCM. Daarnaast is de familieanamnese erg belangrijk. Een verhoogd risico bestaat wanneer één of twee familieleden voor het 40e levensjaar zijn overleden aan een hartaandoening.
Bij zowel een echocardiogram als een MRI kan een goed onderscheid gemaakt worden tussen HCM en het sporthart, waarbij het echocardiogram wordt gezien als de gouden standaard. Het sporthart wordt gekarak-
Medische Faculteit der Leidse Studenten
Conclusie De diagnostiek van HCM wordt bemoeilijkt door de fysiologische aanpassingen die het hart ondergaat bij intensieve (duur)sportbeoefening. Daarnaast zijn veel patiënten asymptomatisch, waardoor de aandoening vaak laat wordt herkend. Er is veel overlap tussen het sporthart en HCM, maar het onderscheid kan gemaakt worden met echocardiografie. Het belangrijkste kenmerk van HCM is een asymmetrische linker ventrikelhypertrofie (>15 mm), gelokaliseerd in het septum.
TOPSPORT
Om HCM te diagnosticeren kan gebruik gemaakt worden van enerzijds non-invasieve (ECG, echocardiografie, MRI) en anderzijds invasieve (catheterisatie, biopsie) technieken. Hoewel hypertrofie zichtbaar is op een ECG, kan er geen sluitend onderscheid gemaakt worden tussen het sporthart en HCM. Negatieve T-golven en diepe Q-golven zijn echter wel verdacht voor HCM.
teriseerd door een symmetrische vergroting van zowel de ventrikels als wanddikte, een toegenomen einddiastolische linker ventrikeldiameter (>55 mm) en een normale vulling in de diastole. HCM wordt gekenmerkt door een asymmetrische linker ventrikelhypertrofie (>15 mm), met name gelokaliseerd in het interventriculaire septum. In tegenstelling tot het sporthart, worden bij HCM een normaal of afgenomen einddiastolische diameter (<45 mm) in het linkerventrikel gevonden en een gestoorde vulling van het hart in de diastole.
13
top 10 Coschappen CO SCHAPPEN
door Mark van Haaren
14
In de periode van 1 april 2011 tot 1 april 2012 hebben alle coassistenten die hun coschappen in die periode afronden de mogelijkheid gekregen om de coschappen te beoordelen middels een enquête. De coassistent vulden op de enquête een top 10 van beste coschap (1 punt) naar slechtste coschap (10 punten). De beoordeling kon schriftelijk worden toegelicht. Het uiteindelijke rapportcijfer voor een coschap op een betreffende locatie wordt bepaald door het gemiddelde van alle beoordelingen. Doordat sommige locaties meer plekken beschikbaar hebben voor coassistenten, zullen deze locaties betrouwbaarder zijn beoordeeld. In de analyse wordt er dus geen rekening gehouden met het aantal respondenten per locatie. Er is wel een minimum gesteld op beoordeling van 2 coassistenten. In totaal zijn 1510 enquêtes verwerkt, met betrekking tot 81 combinaties van coschap met locatie. Dit leverde de volgende top 10: 1 Reinier de Graaff GYNAECOLOGIE De kwaliteitswaarborging van coschappen is van 2 Groene Hart HEELKUNDE essentieel belang voor de artsopleiding. Hierin 3 MCH Westeinde HEELKUNDE worden de theoretische en vooral de praktische 4 Bronovo INTERNE vaardigheden die een geneeskundestudent aan GENEESKUNDE het eind van de opleiding heeft bepaald. Er heerst 5 LUMC GYNAECOLOGIE diversiteit in de manier waarop coschappen 6 MCH Westeinde GYNAECOLOGIE worden gedoceerd per locatie; dit heeft zijn voor7 JKZ KINDERen nadelen. Vaak is niet één aanpak de beste, en GENEESKUNDE kan elke docent die betrokken is bij het coschap 8 MCH Westeinde KINDERleren van elkaar. Dit kan enkel met behulp van de GENEESKUNDE feedback verkregen van de coassistenten, die een 9 Groene Hart GYNAECOLOGIE coschap bij een bepaalde locatie hebben gevolgd. 10 Rijnland HEELKUNDE Aangezien iedere coassistent maar op één locatie een betreffend coschap loopt, wordt aan het eind De top 3 zal wat verder worden uitgelicht. De van de coschappen door de Leidse Co-Raad aan nummer 1 had een maximale beoordeling van 1 alle coassistenten gevraagd een algemene en(de hoogste beoordeling) en een minimale beoorquête in te vullen om de coschappen te ‘ranken’. deling van 4, gebaseerd op 8 enquêtes. Heelkunde De enquête wordt door coassistenten goed inbij het Groene Hart had een maximale beoordeling gevuld en vaak ook schriftelijk gemotiveerd. Door van 1 en een minimale beoordeling van 6, gebade motivatie is het mogelijk sterke en zwakkere seerd op 24 enquêtes. punten van een coschap inzichtelijk te maken en Twee veel gehoorde opmerkingen bij de nummer om het coschap in de toekomst gericht te ver2 waren de leuke sfeer in combinatie met goed en beteren. Uiteindelijk kan worden geïnventariseerd veel onderwijs. Als derde Heelkunde bij het MCH welk coschap als beste en welke als slechtste Westeinde, gebaseerd op 22 enquêtes, had een wordt beoordeeld. Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
top 10 Coschappen door Mark van Haaren
Opvallend is dat Gynaecologie veel voorkomt in de top 10. Een veel genoemd positief punt is de zelfstandigheid die de coassistenten wordt toevertrouwd. Ook de goede begeleiding binnen het coschap werd vaak beschreven binnen de gynaecologie. Twee vakken die laag worden beoordeeld zijn Dermatologie en Oogheelkunde. Bij beiden specialismen waren veel gehoorde verbeterpunten geassocieerd met weinig begeleiding maar ook weinig zelf kunnen doen. Wanneer enkel gekeken wordt naar het ziekenhuis, dan wordt het Groene Hart ziekenhuis als best beoordeeld. Binnen het Groene Hart ziekenhuis werden vaak de persoonlijke aanpak en goede sfeer geroemd. Ook het Haga ziekenhuis en het
MCH Westeinde scoren goed. Het minst beoordeelde ziekenhuis was het LUMC. Coassistenten gaven het LUMC de volgende aandachtspunten: te weinig waardering, slechte begeleiding en weinig patiëntcontacten. Als conclusie van deze top 10 kan gesteld worden dat coassistenten de meeste waarde hechten aan zelfstandigheid in combinatie met goed en veel onderwijs. Wanneer naar alle enquêtes gekeken wordt kan ook worden geconcludeerd dat de waardering van de verschillende coschappen enigszins uiteen loopt. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat coschappen sterk worden bepaald door wat je er zelf van maakt en dat initiatief van de coassistent wordt gewaardeerd. De hier beschreven top 10 coschappen, uit een groep van 81, feliciteren wij bij deze van harte met de hoge beoordelingen verkregen van coassistenten.
CO SCHAPPEN
maximale score van 1 en minimale score van 8. Ook de nummer 3 sprong eruit met positieve punten zoals grote diversiteit aan taken, eigen polikamer en veel zelfstandigheid.
De toekomst is nu! Wil je ervaring opdoen ter voorbereiding op een volgende stap in je carrière of een mogelijke opleidingsplek? Dan kun je via BKV een Traineeship volgen. Je kunt kennismaken met uiteenlopende vakgebieden en in drie praktijkperiodes van acht maanden de dagelijkse gang van zaken ervaren.
Neem contact op +31 888 - 22 55 88 of Traineeship@bkv-groep.nl
Medische Faculteit der Leidse Studenten
15
Volg ons op: www.facebook.com/BkvTraineeship
16
[16]
Predoctor juni 2013 | Jaargang Oktober 2012 jaargang Predoctor oktober 2012 27 25jaargang 25
Medische MedischeFaculteit Faculteitder derLeidse LeidseStudenten Studenten
[17]
17
Sporten is geweldig SPORTEN
Door Daniel Kleijn
Brownies, bier en bitterballen. Het zijn zaken in het studentenleven die essentieel zijn. Andere eerste levensbehoeften zijn studeerchips, de dagelijkse vrijdagmiddagborrels en uiteraard nachtelijke bezoekjes aan City Snack. Aangezien je op een belachelijk vroeg tijdstip (half elf!) al een werkgroep hebt, is ’s ochtends sporten geen optie. Na het bezoekje aan de universiteit volgt een uitgebreide lunch, waardoor je voor het eerste fusiebiertje echt geen tijd meer hebt om recreatief te gaan bewegen. De gevolgen van deze overigens doodnormale levensstijl mogen duidelijk zijn. Een buikje vult de spiegel in de badkamer, de feestoutfit zit te strak en de dames of heren geraken minder snel gecharmeerd van je voorkomen. Matigen op het gebied van avondjes uit en de bijgesloten broodjes döner is natuurlijk geen optie. Je hebt dus eigenlijk maar één keuze; je zult vroeger op moeten gaan staan. Dat klinkt natuurlijk al vreselijk, maar waarom je het zal doen vind je waarschijnlijk nog erger: het wordt tijd om te gaan sporten. Jawel, vrijwillig meer passen verzetten dan die paar naar de koelkast. Maar treur niet; sporten is namelijk geweldig! Er zijn maar weinig zaken in het leven die zo duidelijk resultaten opleveren als sporten. Het effect na een aantal maal hardlopen is al evident. De trappen in je studentenhuis zijn opeens een stuk minder steil en de sprintjes naar de trein kosten slechts geringe moeite. Na iets meer tijd merk je dat het overtollige buikvet begint te verdwijnen. Het andere geslacht begint je ook weer aan te spreken op de sociëteit en daarmee lijkt het doel gehaald. Toch zal je altijd door blijven gaan met sporten; al dat bewegen maakt je een stuk gelukkiger. Je hormonen doen hun werk, een gezond brok zelfvertrouwen wordt merkbaar en je voelt je veel gezonder en fitter. Je gevoel misleidt je niet. Je bent namelijk ook echt een stuk gezonder. Al dat sporten zorgt ervoor dat het gehele lichaam erop vooruit gaat. Zo is de doorbloeding een stuk beter, wat je niet alleen een blakende uitstraling geeft, maar ook op studiegebied voordelen heeft. Concentreren is makkelijker en studiestof opnemen gaat beter. Op de lange termijn zijn de positieve gevolgen talloos. De kans op hart- en vaatziekten daalt dankzij een lagere bloedruk en hartfrequentie en zelfs het risico op darmkanker wordt kleiner. Doordat sporten overgewicht tegengaat, komt diabetes bij actievelingen minder voor. De wetenschap dat je tenen niet uiteindelijk zwart worden door het diabetisch perifeer arterieel vaatlijden is natuurlijk een extra duwtje in de rug om te gaan sporten. Sport behelst nog zoveel meer. Het is samen met de haat jegens het Koningslied één van de weinige dingen die de mensheid kan verenigen. Met zijn allen juichen voor een olympiër wiens naam je niet kent en samen janken om de volgende zeperd van het Nederlands elftal, dat zal ooit voor wereldvrede zorgen. Dat “verenigen” is een term met een dubbele betekenis in deze. Sportclubs trekken hetzelfde soort mensen aan: afgetraind, en daarmee aantrekkelijk. Een date zoeken met het geprefereerde geslacht is nergens zo makkelijk als in een sportschool. Zeker diegenen die vroeger een gróót buikje hadden, maar nu niet meer, zijn goede slachtoffers. Wel de looks, maar niet het zelfvertrouwen. Maak daar goed gebruik van en je zult nooit meer de donkere Augustinus-dixo binnen hoeven te sneaken op jacht naar een liefje. Iedereen is nu eenmaal fan van de frituurpan, we houden allemaal van bier en studeren zonder snacks is gewoonweg onmogelijk. Je zult de lijvige gevolgen hiervan toch moeten intomen en dan is sport de enige optie. Het lijkt zo verschrikkelijk als je begint. Zweet, spierpijn en de moeite die het kost om je hardloopschoenen aan te doen creëren eventjes een drempel. Eenmaal begonnen aan sport is er geen weg meer terug. Je zult je vitaler voelen, je zult een betere student zijn en niet onbelangrijk: een onweerstaanbare god voor het andere geslacht. Gebruik die joggingbroek dus eindelijk een keer waarvoor ‘ie bedoeld is, dan hoef je daarin niet meer voor gek te lopen in de UB.
18
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Sporten is geweldig Door Daniel Kleijn
SPORTEN
Het is weer zaterdag op de spoedeisende hulp. Altijd de dag van gezellige drukte dankzij jankende kinderen, kreunende dertigplussers en piepende bejaarden. De krijsende kinderen wilden hun scheenbeschermers niet dragen, want die zitten zo vervelend. Nu zitten ze met twijgbreukjes naast hun hysterische ouders. Moedertjelief had haar kind naar voetbal gestuurd, want sport is zo goed voor hem. Een man van middelbare leeftijd zit verloren tussen de koters en hun opvoeders in. Hij heeft een gebroken enkel. Uitgegleden over een flyer van het jeugdsportfonds, toen hij aan het trainen was voor de marathon van Rotterdam. Enkel nummer 43, zoals hij genoemd zal worden door de SEH-arts, kijkt glazig naar het meisje tegenover hem. Aan de dikke pols en het net iets te lange rokje te zien is haar korfbaldroom zojuist in duigen gevallen. Ze zal tijdens de anamnese vaag moeten blijven over wat er nu precies gebeurd is tijdens die gemixte douchesessie, maar dat boeit de dienstdoende arts toch niet zo. Die denkt aan de miljoenen euro’s die deze hobbyisten de maatschappij kosten. Door de discushappers en speervangers van deze wereld zit zijn moeder met negen andere dementerenden op één kamertje in het verzorgingstehuis. Het is bijna de derde van de maand, dan krijgt ze weer haar douche. De prijs voor al dat geforceerde sporten is torenhoog. De directe medische kosten veroorzaakt door sport lopen al op tot 380 miljoen euro. Een groot bedrag voor de noodlijdende zorgsector, maar het wordt erger. De sportegoïsten bezorgen onze samenleving ook nog eens 870 miljoen euro aan verzuimkosten doordat hun voetje weer eens te veel “au” doet om te gaan werken. Dit brengt het totaal op een niet geringe 1,2 miljard euro. Ter vergelijking: verkeers- en arbeidsongevallen zadelen de maatschappij slechts op met respectievelijk 910 miljoen en 690 miljoen euro aan kosten. Sowieso kost sporten geld: een paar voetbalschoenen of een goed tennisracket zijn nu eenmaal prijzig en daar moet vaak nog een peperduur abonnement bij voor een sportschool of -club. Dat allemaal om iets te doen wat volkomen zinloos is. Waarom zou je expres het risico lopen op verwondingen of zelfs een acute hartdood? Die tijd kan veel beter besteed worden. Denk aan vrijwilligerswerk in Afrika, op vakantie gaan naar Griekenland om de lokale economie te stimuleren of een bijbaan in dat eerder genoemde verzorgingstehuis. Allemaal bijzonder nuttige bezigheden, maar dat dringt niet door tot de sportegoïsten. Helaas wordt het erger. Er zijn mensen die een nog zinlozere tijdsbesteding weten te verzinnen: de sportfans. De sportfan is raar. Hij kijkt hoe iemand zijn leven verkwanselt, en daar betaalt ‘ie dan grof geld voor. Dat is op zich prima; we leven in een vrij land. Het probleem is echter dat het daar niet ophoudt. Als een “fan” één specifieke club of atleet begint toe te juichen, gaat het namelijk hopeloos mis. Dan wordt het opeens normaal om racisme en agressie te tonen en om de ME te lijf te gaan. Hij wordt een wild beest, een gek. Alleen al voor het in toom houden van het zwakzinnige stel voetbalhooligans moet de politie maar liefst 300.000 manuren per jaar inzetten. Dat de overheid nuttigere zaken op haar agenda heeft staan is evident. Blijkbaar hebben die supporters dat niet. Sport is een slecht idee, dat is duidelijk. Het kost onnodig geld, het bezorgt zinloos leed en het stimuleert mensen om in groepen gek te doen tegen elkaar. Dick Swaab heeft het al zo vaak uitgelegd: tv-kijken is een veel betere bezigheid. Geen blessures en het kost de maatschappij geen bakken met geld. Waarom mensen er dan toch voor kiezen om te gaan sporten blijft een raadsel. Of het nu onwetendheid of koppigheid is, er bestaat maar één oplossing van het probleem: sport nationaal verbieden. De overheid heeft de plicht om haar bevolking te beschermen tegen de nare zaken des levens. Zowel op financieel als op persoonlijk vlak zorgt sport nu eenmaal voor een hoop leed. Het geld kan zeker in deze tijd van economische recessie beter worden gebruikt, en de blessures en verwondingen kunnen worden voorkomen. Zeg daarom dat fitnessabonnement op, haal de kids van hockey en lever die Feyenoord-seizoenskaart samen met je anti-ME-vuurwerk in. Denk aan je medemens, blijf gezond, sport gewoon lekker niet.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
19
De toekomst is nu! Sanne van der Zwaan (27 jaar), trainee Maak als basisarts een bewuste vervolgstap in je carrière. “Het Traineeship is een mooie gelegenheid om in een korte periode, van verschillende specialismen te proeven. Daarnaast was ik getriggerd door de trainingen die aangeboden worden in het Traineeship”. “Ik wist nog niet precies wat ik wilde met mijn opleiding. Huisarts, psychiater, dermatoloog. Of misschien nog wel iets anders. Daarom koos ik voor het traineeship van BKV: drie keer acht maanden een andere specialisatie én organisatie. Ik werkte bij verschillende soorten zorginstellingen. Daardoor kwam ik er achter wat mij wél en wat mij minder aanspreekt. Bovendien zorgen de verschillende werkplekken ervoor dat je jezelf steeds weer moet aanpassen. Goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling! In de eerste acht maanden van het Traineeship werkte ik bij GGZ Delfland op de ouderenafdeling. Ik leerde alles over ouderenpsychiatrie. En over psychiatrie in het algemeen. Het grappige is dat ik een ‘subspecialisme’ ben gaan doen, dat mij in de eerste instantie helemaal niet aansprak. Mijn voorkeur lag niet bij ouderen. Maar ik wilde wel graag op een psychiatrie-afdeling werken. Zo kwam ik toch terecht op de opname-afdeling ouderen. Uiteindelijk is me dat heel goed bevallen. Zelfs zó goed, dat ik misschien straks wel voor de specialisatie ouderenpsychiatrie ga kiezen. In de tweede periode werkte ik zowel op de polikliniek Kinder- en Jeugdpsychiatrie bij GGZ Delfland als bij een huisartsenpraktijk. Van de georganiseerde kliniek kwam ik op een polikliniek terecht, waar niet eerder een arts had gewerkt. Daardoor moest ik zelf vaak werk creëren. Bij de huisarts kreeg ik meteen mijn eigen spreekuur, en draaide ik volledig mee in het team. Een leuke afwisseling. Maar je moet wel flexibel zijn en snel kunnen schakelen. In de huisartsenpraktijk kwamen veel patiënten met depressies of ADHD. Ik vond het leuk om de verschillen te zien tussen een huisarts en de reguliere GGZ. Uiteindelijk neem ik het beste uit de twee werelden mee“. Momenteel zit ik op mijn laatste werkplek via BKV. Wederom bij GGZ Delfland, maar nu bij het FACT (Functional Assertive Community Treatment). Een nieuwe setting en een nieuwe patiëntenpopulatie: met name volwassenen met psychotische stoornissen of schizofrenie. Het werk is voornamelijk outreachend. Ik ben dus vaak op pad en kom bij de patiënten thuis. Een mooie afsluiting!
Het BKV Traineeship is een tweejarig programma waarin je als basisarts werkzaam bent binnen drie verschillende specialismen. Daarnaast bieden we een persoonlijk ontwikkeltraject vol met uitdagende trainingen, intervisiebijeenkomsten en je persoonlijke coach. Aan het einde van het traineeship kun je vanuit je eigen opgedane ervaring en ontwikkeltraject een bewuste keuze maken voor je vervolgcarrière. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Simone van Ham of ga naar www.facebook.com/BkvTraineeship of LinkedIn groep De BKV Trainee.
20
Neem contact op
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
+31 888 - 22 55 88 of info@bkv-groep.nl
W I E Z A L D E V O LG E N D E Z I J N ? EPO
Op 6 maart 2013 stonden de kranten er weer vol mee: dopinggebruik in de wielersport. Dit keer was het Michael Boogerd, de vorige keer was het Lance Armstrong: allebei gebruikers van EPO (erytropoëtine). Dat EPO de sportprestaties verbetert is in de loop der tijd wel duidelijk geworden. Maar wat dit stofje nu precies doet in het lichaam, dat weten velen niet. Erytropoëtine is een hormoon dat door de nieren geproduceerd wordt. De stimulus voor het aanmaken ervan is een lage arteriële zuurstofspanning. Als in de nieren wordt opgemerkt dat er te weinig zuurstof in het bloed zit, wordt erytropoëtine afgegeven. Dit hormoon zorgt ervoor dat de aanmaak van erytrocyten in het beenmerg gestimuleerd wordt. Aangezien erytrocyten zuurstof kunnen binden via hemoglobine, heeft dit een positief effect op het zuurstoftransport. Hoe meer erytrocyten, hoe meer zuurstof er gebonden kan worden. De spieren worden op deze manier beter van zuurstof voorzien, hetgeen sportprestaties kan verbeteren. VOORDELEN Topsporters kunnen op twee manieren het erytrocytgehalte in het bloed verhogen: op een lichaamseigen en een niet-lichaamseigen manier. De aanmaak van het lichaamseigen erytropoëtine kan gestimuleerd worden door middel van hoogtetraining. Hoe groter de hoogte, hoe minder zuurstof de lucht bevat. Dit is het geval in de bergen. Minder zuurstof betekent een lagere arteriële zuurstofspanning. De nier zal hierop reageren door de aanmaak van erytropoëtine te verhogen. Als de sporter vervolgens weer afdaalt en beneden een wedstrijd heeft, heeft hij extra rode bloedcellen en daardoor meer zuurstof ter beschikking. Ook kan een sporter niet-lichaamseigen erytropoëtine toegediend krijgen om zo het zuurstoftransporterende vermogen van het bloed te verhogen. De behandeling was oorspronkelijk ontwikkeld voor nierpatiënten, die ondanks dialyse bloedarmoede kregen door een gebrek aan erytropoëtine. NADELEN Toen EPO nog maar net als doping gebruikt werd, zijn er vijf wielrenners om het leven gekomen door overdosering. Een verhoogd erytropoëtinegehalte heeft dus maar tot op zekere hoogte voordelen. Als er vaste stof aan een vloeistof wordt toegevoegd, wordt de vloeistof dikker. In dit voorbeeld is het bloedplasma de vloeistof en zijn de erytrocyten de vaste stof. Logischerwijs wordt het bloed dus dikker als er dankzij erytropoëtine meer erytrocyten aanwezig zijn. Het risico op trombose wordt hierdoor groter. Als hier een hartaanval of beroerte uit voortkomt, kan dit fatale gevolgen hebben. SOORTEN Erytropoëtine heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een steeds moeilijker te detecteren dopingsoort. De eerste generatie erytropoëtine werd gewonnen door het te isoleren uit urine van mensen. Vervolgens werd dit bij de sporter ingespoten. Er was hier dus wel sprake van natuurlijke erytropoëtine, alleen was die niet door de sporter zelf aangemaakt. Vanaf 1987 is men de tweede generatie gaan produceren: synthetisch erytropoëtine, het zogenaamde recombiMedische Faculteit der Leidse Studenten nante humane erytropoëtine (rhEPO).
21
BIZARRE SPORTEN
In Nederland wordt er flink wat gesport. Er zijn talloze hockeyers, voetballers, zwemmers, tennissers, volleyballers en hardlopers, maar hoe goed ben je op de hoogte van de zeldzame, vreemde en bizarre sporten? Heb je ooit van onderwaterhockey of onderwaterrugby gehoord? Komt eenwielerhockey je bekend voor? Ben je bekend met de regels van moddersnorkelen? Dacht het niet! Dit stuk is speciaal om jou deze cruciale kennis bij te brengen. Door Laurien Detmar Ferret Legging In Engeland is het zogenaamde “ferret legging” bedacht. De regels van deze sport zijn erg simpel. Er is ook niet veel voor nodig; een broek, waarvan de broekspijpen ter hoogte van de enkel strak rond de benen worden gebonden, en een aantal fretten. Deelnemers krijgen één of meer levende fretten in hun broek gestopt. Degene die de fretten het langst binnenboord weet te houden, wint. Volgens de mannen die deze sport beoefenen gaat het vooral om uithoudingsvermogen, je kunt namelijk niet van dat beestje verwachten dat hij rustig blijft zitten. Het talent wat je nodig hebt is volgens de huidige recordhouder heel simpel: “the ability to have your tool bitten and not care”.
Moddersnorkelen Het klinkt waarschijnlijk niet zo fris, maar er zijn daadwerkelijk mensen die hun vrije zondagochtend doorbrengen op de bodem van een vies, modderig slootje. In Nederland zijn er zelfs complete festivals voor deze mensen, de zogenaamde moddersnorkelfestivals. Tijdens deze festivals proberen de deelnemers zo snel mogelijk 100 meter door een troebel slootje te baggeren. De deelnemer die het snelst door het slootje weet te komen, wint. Zo simpel is dat. Er zijn alleen een paar narigheidjes: het is niet toegestaan om normale zwembewegingen te maken, in het water zitten bloedzuigers en de kans dat de deelnemers een flinke slok slootwater binnenkrijgen is groot.
22
Onderwaterhockey Onderwaterhockey is alweer zo’n vreemde sport uit Engeland. Rond 1956 zocht een groep duikers een manier om in de winter een goede conditie te behouden. Zij gingen uit van een bekende en populaire sport, namelijk hockey, en besloten dat dit ook wel op de bodem van een zwembad beoefend kon worden. Onderwaterhockey wordt gespeeld met twee teams van spelers die een doelpunt proberen te scoren door de puck van 1,3 kg in de doelbak van de tegenstander te spelen. In Nederland zijn verschillende verenigingen die aan nationale en internationale toernooien meedoen.
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Eenwielerhockey De Engelsen zijn verantwoordelijk voor een hoop vreemde sporten. Ook de sport eenwielerhockey komt uit Engeland. Als je toevallig in het bezit bent van een eenwieler en een ijshockeystick ben je in staat om mee toe doen aan een potje eenwielerhockey. Voor een fanatiek partijtje zal je waarschijnlijk moeten uitwijken naar Engeland, Zwitserland of Duitsland, want in Nederland is geen eenwielerhockeybond en ook geen eenwielerhockeycompetitie. Helaas pindakaas.
Medische Faculteit der Leidse Studenten
BIZARRE SPORTEN
Onderwaterrugby Wat oorspronkelijk begon als een Duitse fitnesstraining voor duikscholen is uitgegroeid tot een sport die wereldwijd gespeeld wordt. In Nederland zijn er verschillende duikverenigingen waar het spel gespeeld kan worden. Bij onderwaterrugby spelen twee teams van zes spelers een simpel spel waarbij de bal, die overigens gevuld is met zout water, in een onderwaterkorf gespeeld moet worden om te scoren. Het hele spel vindt plaats op zo’n 3,5 tot 5 meter onder water. Onderwaterrugby is, net als rugby op het land, een contactsport, dus er wordt af en toe flink geduwd en getrokken tijdens het spel. Toch komen blessures onder de profs erg weinig voor, bijna nooit zelfs.
Horde-zwemmen Hordelopen kennen we eigenlijk allemaal wel, zwemmen ook. Maar had je ooit al eens van horde-zwemmen gehoord? Deze sport wordt eigenlijk al lange tijd niet meer beoefend. Weet je nog dat je tijdens zwemles door “het gat” moest duiken om je diploma te halen? Horde-zwemmen lijkt daar wel een beetje op. Tijdens het horde-zwemmen wordt namelijk een 100 meter lange hindernisbaan voor de zwemmers uitgezet. De zwemmers moeten onder boten door, om lijnen heen en langs paaltjes. Rond 1900 was deze sport verschrikkelijk populair, het was zelfs een Olympische sport.
Mens-tegen-paard-marathon Nog niet zo lang geleden sloten twee lichtelijk aangeschoten Engelsmannen een weddenschap dat een man en een paard even snel zouden finishen bij een race over langere afstand. De eigenaar van de kroeg waar de twee heren de avond doorbrachten, hoorde hun gesprek en besloot dat dit getest moest worden. Zo ontstond in 1980 de eerste marathon waarin mensen en paarden tegen elkaar streden. De deelnemers leggen een route van 35 kilometer af in Wales. Gedurende de race moeten ook enkele obstakels worden overwonnen; de deelnemers moeten bijvoorbeeld door riviertjes en over heuvels. Het prijzengeld van de marathon wordt ieder jaar dat er geen hardloper wint, verhoogd met 1000 pond. En, geloof het of niet, er winnen soms wel degelijk hardlopers. De laatste man die won ging er vandoor met een geldprijs van 25.000 pond, niet verkeerd.
23
FABEL of FEIT?
FABEL/FEIT
De zomer komt eraan en men is hard bezig met sporten om het lichaam strandklaar te maken. De vraag is alleen hoe dit het beste bereikt kan worden. Is het zo dat het overtollige vet op de buik verdwijnt door veel buikspieroefeningen te doen? Wordt vet verbrand met een trilplaat? En is het drinken van sportdrankjes beter dan water tijdens lichamelijke inspanningen? Dit artikel brengt langzaam maar zeker de waarheid aan het licht, en onthult wat de feiten en wat de fabels zijn. VOEDING Voor een sporter is een goede voeding van belang. Onder andere eiwitten, koolhydraten en vetten bevatten veel energie, die tijdens het sporten goed van pas komen. Koolhydraten zijn de belangrijkste brandstofleveranciers en zitten bijvoorbeeld in pasta en aardappels. Deze energierijke maaltijden kunnen het beste drie à vier uur voor het sporten ingenomen worden. Het lichaam heeft dan alle tijd om het eten te verwerken voor de training. Zou de maaltijd net voor de training genomen worden, dan lijden de sportprestaties hieronder. Bovendien ervaren mensen sporten met een volle maag als onaangenaam. Bij trek en tijdgebrek voor de training kan men een kleine snack zoals een mueslireep of een appel nemen. Om na het sporten de energie weer aan te vullen is een licht gerecht met koolhydraten en eiwitten de optimale maaltijd. Voedingsmiddelen die rijk aan vet zijn, kunnen beter vermeden worden. Het is een fabel dat krachtsporters extra eiwitten nodig hebben om op deze manier de spieropbouw te verbeteren. De hierbij ontstane overtollige eiwitten worden namelijk omgezet in vet. Daarnaast zijn ook voor krachtsporters koolhydraten belangrijker dan eiwitten. SPORTDRANKJES Het is van belang om tijdens het sporten voldoende te drinken om zo te voorkomen dat het lichaam teveel vocht verliest tijdens inspanning. Voldoende vocht voorkomt ontregeling van de temperatuur en uitdroging, terwijl een tekort aan vocht een dorstgevoel veroorzaakt en het prestatievermogen doet minderen. Het beste kan men water drinken, geen sportdrankje. Bij extreme en langdurige inspanningen wordt wel een sportdrankje aangeraden. Extra suikers zijn nodig om de zogeheten hongerklap te voorkomen. Dit is het geval bij wielrenners en marathonlopers. Na de sportinspanning kunnen de energievoorraden, waaronder koolhydraten, wel aangevuld worden met energiedrankjes. Een voordeel in vergelijking met het eten van bijvoorbeeld een bruine boterham na het sporten is dat het sportdrankje sneller opgenomen wordt. PSYCHISCH Na een stressvolle dag wordt vaak aangeraden even te gaan sporten. Sporten is inderdaad een uitstekende ontstresser en gelukkigmaker. Na een tijdje sporten komen er namelijk hormonen vrij, waaronder endorfine. Endorfine speelt een rol bij het geluksgevoel. Na een flinke inspanning voelt men zich uitgeput, maar wel gelukkig en voldaan. STRANDKLAAR Om de laatste kilootjes kwijt te raken kan gebruik gemaakt worden van een trilplaat. Er moet dan wel minstens 7000 minuten (bijna 5 dagen) getrild worden om één kilo vet kwijt te raken. In plaats van de trilplaat werkt winkelen net zo goed. De trilplaat is wel geschikt om spieren los te maken. Het trainen van de buikspieren is ook niet de ideale oplossing om een platte buik te krijgen, terwijl dit wel vaak gedacht wordt. De buikspieren zullen groter worden, waardoor de buik juist dikker lijkt. Het vet is nog steeds aanwezig en blijft op de buikspieren liggen. Een goed evenwicht tussen kracht- en conditietraining is van belang, hierdoor blijft het lichaam in balans.
24
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Medische Faculteit der Leidse Studenten
25
Sport: Spier en Eiwit SPIER
door Laurien Detmar Ieder moment van ons leven gebruiken we onze spieren, maar meestal merken we daar weinig van. Tijdens het sporten merken we echter wel dat we onze spieren flink aan het werk zetten. We gebruiken onze (skelet) spieren voor het joggen in het park, voor het zwemmen in het zwembad, voor het gewichtheffen in de sportschool, voor het racen op de fiets en voor het sprinten op de atletiekbaan. We zien onze spieren in de spiegel wanneer we het prachtige resultaat van al die uren uitsloverij bewonderen. Maar hoe zijn die goddelijke spierbundels opgebouwd? En hoe spannen we die heerlijke spierballen eigenlijk aan?
Spieropbouw Spiercellen in skeletspieren worden vaak spiervezels genoemd, omdat deze bestaan uit verschillende myoblasten die tijdens de ontwikkeling fuseren en zo een meerkernig syncytium vormen. Deze spiervezels zijn ieder omringd door een dun laagje bindweefsel, het endomysium. De spiervezels worden in een bundel bij elkaar gehouden dankzij een dikkere laag bindweefsel waar meerdere grote bloedvaten en zenuwen door heen lopen, namelijk het perimysium. Een verzameling spiervezels die bij elkaar wordt gehouden door het perimysium wordt ook wel een spierbundel genoemd. De spier zelf is opgebouwd uit allerlei spierbundels die bij elkaar gehouden worden door een koker van straf bindweefsel, het epimysium. De spieren en zenuwen die in de spier voor stofuitwisseling en innervatie moeten zorgen steken door deze laag bindweefsel om bij het spierweefsel te komen.
Spiervezels De spiervezels van skeletspieren worden in drie klassen ingedeeld. Type 1 langzame oxidatieve vezels bevatten veel mitochondria, myoglobine en cytochroom complexen. Deze spiervezels contraheren relatief langzaam, maar ze raken ook niet snel vermoeid. Van de
26
drie typen spiervezels zijn type 1 vezels het kleinst in diameter. Voor duursporters, zoals marathonrenners is het belangrijk veel van deze spiervezels te hebben. Type 2a snelle oxidatieve vezels zijn een slag groter dan de vezels van type 1. Deze vezels kunnen sneller samentrekken, maar zijn ook sneller moe dan de langzame oxidatieve vezels. Dankzij een aanzienlijke glycogeenopslag in deze spiervezels is het mogelijk om anaerobe glycolyse te laten plaatsvinden als dat nodig is. In deze vezels zijn veel mitochondria en myoglobine te vinden. Zwemmers, hockeyers, en sommige sprinters hebben erg veel van dit soort vezels. Het laatste type is type 2b snelle glycolytische vezels. Deze vezels hebben de grootste diameter, de snelste samentrekking en de minste mitochondria van alle vezels. Anaerobe dissimilatie is erg belangrijk in deze vezels, maar door het melkzuur wat als gevolg hiervan ontstaat zijn deze spiervezels erg snel moe. In sprinters, gewichtheffers en american football spelers worden erg hoge percentages van dit soort vezels aangetroffen.
Myofilamenten De spiervezels waar zojuist over is gesproken zijn opgebouwd uit dunne strengen. Deze strengen worden myofibrillen genoemd en zij lopen door over de hele lengte van een spier. De myofibrillen bestaan uit bundels van myofilamenten, de polymeren die de basis vormen van een spier. In deze myofilamenten zijn actine en myosine II de belangrijkste eiwitten. Deze eiwitten zijn op een bepaalde manier in elkaar verweven, waardoor donkere en lichte banden ontstaan. Omdat deze banden herhaald worden over de lengte van de spier, ontstaat een speciaal patroon. In longitudinale coupes van spierweefsel is dit patroon zichtbaar.
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Spiercontractie
Medische Faculteit der Leidse Studenten
EIWIT
Tijdens een contractie schuiven de verschillende eiwitten van een myofilament langs elkaar, waardoor de spier korter wordt. Dit gebeurt in vijf fases. Aan het begin van de contractiecyclus bestaat er een sterke binding tussen actine en myosine II. In de eerste fase van de contractie ontstaat een zwakke binding tussen actine en de kop van het myosine II molecuul. Er is nu nog geen ATP aanwezig in de spier. In de tweede fase van de contractie komt er ATP de spiervezel in. Dankzij dit ATP wat bindt aan de kop van het myosine II molecuul, komt het myosine II los van het actine. De binding van ATP veroorzaakt namelijk een configuratieverandering, waardoor de affiniteit van de myosinekop voor het actine erg afneemt. In de derde fase wordt het ATP gehydrolyseerd, waardoor ADP en anorganisch fosfaat ontstaan. Het ADP en fosfaat blijven in deze fase gebonden aan de myosinekop. De energie die bij deze reactie vrijkomt, wordt gebruikt voor een vormverandering van de myosinekop. Dankzij deze vormverandering verschuift de kop 5 nm naar voren ten opzichte van het actinemolecuul. Hier bindt de myosinekop zwak aan het dunne actinefilament. Tijdens de vierde fase van de contractie laten het ADP en het fosfaat los van de myosinekop. Dit leidt tot een sterkere binding tussen de myosinekop en het actinefilament. Ook buigt de
myosinekop terug naar zijn oorspronkelijke houding, waardoor het hele myosine II molecuul 5 nm schuift ten opzichte van het actinefilament. Dit is de zogenaamde “power stroke” van de cyclus. In de vijfde en laatste fase van de spiercontractie bindt de myosinekop weer stevig aan het actinefilament. Nu de cyclus helemaal is doorlopen kan een nieuwe contractiecyclus beginnen.
27
Adendum op de lustrumalmanak.
Binnenkort verkrijgbaar: de almanak 2012-2013! Beste studenten, Wil jij je kennis vergelijken met alle andere geneeskundestudenten in Nederland? Ben je de allerbeste student van jouw jaarlaag? Doe dan mee aan de geneeskunde olympiade! Op dinsdag 10 december zullen alle geneeskunde faculteiten gelijk een toets maken met vragen uit het Amerikaanse artsexamen. De studenten die het beste zijn van jaar 1, 2, 3 en de master winnen een iPad! Ook voor de tweede en derde plaats hebben we een mooie prijs! Dus, zorg ervoor dat je dinsdag 10 december vrijhoudt en wellicht ben jij wel de allerbeste student geneeskunde! Tot dan, De geneeskunde olympiade
28
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Forestus Leids Medisch Dispuut
Mededeling Waarde M.F.L.S.-leden, Bijkomend van een fantastische Diesweek, besef ik, met pijn in mijn hart, dat dit het laatste stukje zal zijn dat ik aan de Predoctor zal bijdragen. Voor de volgende editie zal mijn opvolger zijn of haar duit in het zakje doen. De afgelopen maand heeft in het teken gestaan van de verkiezing van ‘Het Leukste Dispuut van Nederland’. Alle inspanningen hebben z’n vruchten afgeworpen, we zijn namelijk het één na leukste Dispuut van Nederland geworden, een prestatie om trots op te zijn als je het mij vraagt. Omdat ons prachtige Dispuut op 27 mei weer een jaartje ouder is geworden, stond ook de Diesweek centraal met als thema ‘1001 nachten’. Ook dit jaar is er weer een prachtig programma samengesteld, met op maandag een geslaagde Kamelenrace, dinsdag de Diesborrel gevolgd door de Oude-lullenborrel de avond eindigde met Diesdansborrel: “Genie in the Hut.” De dag hierna zijn alle brakke Forestianen verblijd met 1001 bitterballen om weer wat aan te sterken voor de BBQ en PlayBackshow op donderdag. De Diescantus heeft het einde ingeluid van een drukke maar vooral buitengewoon fantastische Diesweek, waarin het bier de hele week rijkelijk heeft mogen vloeien. Dit alles gezegd hebbende rest mij enkel u verder veel leesplezier toe te wensen,
Programma: 4 juni SjaCie Dansborrel: “Cancun Springbreak” 14-16 juni Forestusweekend: “The highland edition” 18 juni Biertapwedstrijd 24 juni Instemmings-D.L.V. 25 juni Oud-besturendansborrel
Met een fier Welterusten, Namens het 32e Bestuur des L.M.D. Forestus, J. Tas, h.t. Praeses.
forestusbestuur@mfls.nl http://www.forestus.nl||071-526 071-52645 4527 27 forestusbestuur@mfls.nl ||http://www.forestus.nl Medische Faculteit der Leidse Studenten
DeBestuurskamer Bestuurskamerisisgeopend geopendop opwerkdagen werkdagentussen tussen12.30 12.30en en15.30 15.30uur. uur. De
29
30
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Medische Faculteit der Leidse Studenten
31
32
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
Medische Faculteit der Leidse Studenten
33
1 juni
M.F.L.S. Rosalind Franklin Contest
2 juni
34
Bekendmaking 101ste M.F.L.S.-bestuur 2013-2014
5 juni
14.30
Sportdag
USC
5 juni
18.30
barbeque
Onderzoeksgebouw
6 juni
16.30
Student Docent Borrel
6 juni
18.00
Medische Carriere Avond
LUMC
7 juni
09.00
Bw-Symposium
LUMC
11 juni
17.00
Onderwijsprijzen
27 juni
20.00
Instemmings A.L.V.
HePatho
Collegezaal 6 HePatho
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang
5 juli
12.00
22 juli t/m 11 augustus
Op=op Borrel
HePatho
M.F.L.S. Gesloten
Agenda
Medische Faculteit der Leidse Studenten
35
JE LOOPBAAN START MET HET MEDISCH STUDENTEN PAKKET MEDISCH STUDENTEN KIEZEN VOOR ABN AMRO Volg je een medische studie? Dan weet jij als geen ander dat jouw opleiding langer duurt dan de meeste andere. Je bankzaken regel je dus liever in één keer goed, zodat je er tijdens je studie geen omkijken naar hebt. Voor jou is er daarom het ABN AMRO Medisch Studenten Pakket; speciaal voor studenten geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde en
36
farmacie. Ook een Medisch Studenten Pakket afsluiten? Je regelt het snel bij een ABN AMRO vestiging bij jou in de buurt. Of bij een van de medische faculteitsshops in de studentensteden. Vraag onze adviseurs om meer informatie of kijk op www.abnamro.nl/medischestudent
Predoctor juni 20132012 | Jaargang 27 25 Oktober jaargang