MILOR • Zeer vroege, niet bebaarde tarwe, geschikt voor de late zaai (half alternatief) • Goede legervastheid, geen geleroestaantasting OORSPRONG kweker
UNISIGMA
status
FR 2015
CYCLUS PLANTONTWIKKELING oprichten aarvorming afrijping
OPBRENGSTPOTENTIEEL
zeer vroeg vroeg zeer vroeg
6
duizendkorrelgewicht
9
KWALITEIT
LANDBOUWKUNDIGE EIGENSCHAPPEN
gebaardheid chloortoluron alternativiteit wintervastheid uitstoeling plantlengte legervastheid
6
aren/m korrels/aar 2
neen gevoelig zaaien tot half februari
kwaliteit HL-gewicht valgetal Hagberg eiwitgehalte Zeleny alveogram W
7 7 vrij kort
BPS 76-78 180-290 11,5-12,5 30-50 135-175
8 9
ZIEKTERESISTENTIE 7
meeldauw
7
7 7
aarfusarium 9
gele roest bruine roest septoria
mycotoxines (DON) oranje tarwegalmug
niet resistent
7
CULTUURTECHNIEK zaaitijdstip zaaidichtheid bemesting groeiregulator ziektebestrijding
Vanaf half oktober tot half februari, half alternatief Oktober vanaf 300-350 korrels/m², november tot december 400 - 450 korrels/m2 Eerste en tweede fractie vrij vroeg geven, laatste fractie i.f.v. de gewenste kwaliteit 2 x is aanbevolen T1 geen gevaar voor gele roest, richten op bladvlekkenziekte T2 gericht spuiten tegen bruine roest en aarfusarium