Hefbomen
Garagasten.be
Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Je hebt altijd een stang die op een steunpunt beweegt. Als je op die stang een inspanning uitoefent, til je de last op.
De inspanning is de kracht die je op de hefboom uitoefent. Het steunpunt is het punt waaromheen de hefboom draait. De last is het gewicht dat aan de andere kant van de hefboom wordt verplaatst.
“Geef me een hefboom die lang genoeg is en een steunpunt en ik zal de wereld verplaatsen” Er zijn drie soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.
Archimedes, Grieks wiskundige (203 vC)
primaire hefbomen
secundaire hefbomen
tertiare hefbomen
Bij een primaire hefboom, zoals een tang of de rem van een fiets, zit het steunpunt tussen de last en de inspanning.
Bij een secundaire hefboom, zoals een kruiwagen of een notenkraker, zit de last tussen het steunpunt en de inspanning.
Bij een tertaire hefboom, zoals een hengel of een pincet, zit de inspanning tussen het steunpunt en de last.
A
xA=
B
xB
Hoe dichter het steunpunt bij de last, hoe minder inspanning je moet leveren om de last op te tillen. Je kan zelfs een zwaar geladen vrachtwagen met een hefboom optillen, maar dan heb je wel een héél lange stang nodig. Om een hefboom in evenwicht te brengen, moet het product van de inspanning en de afstand van die inspanning tot het steunpunt gelijk zijn aan het product van de last en de afstand van die last tot het steunpunt.