Tine Bergen
Crème brûlée
Cover – MadeByHanna Binnenwerk – Phaedra creative communications © Linkeroever Uitgevers nv Katwilgweg 2 bus 3 B-2050 Antwerpen info@linkeroeveruitgevers.be www.linkeroeveruitgevers.be Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. isbn 978 90 5720 379 4 nur 340 d/2010/1676/45
W
ie zal ze niet meer vergeten? Vanuit haar ooghoeken bekijkt Sonia de eerstejaarsstudenten Marketing die luidruchtig het lokaal binnenstommelen. Een paar zullen er veel te snel voor zorgen dat ze met haar mond vol tanden staat en nog weken blijft zoeken naar een gevat antwoord – dat ze in haar hoofd dan ook telkens opnieuw zal geven, rustig en beheerst en met de situatie volledig onder controle. Sonia logt in op de computer. Misschien zal de jongen die zich nu rechts in de hoek laat zakken binnenkort nadrukkelijk de andere kant opkijken als hij haar ziet aankomen. Welke meisjes konden tien jaar geleden haar vriendinnen zijn? Het heeft geen zin dat ze zichzelf die vraag stelt. En toch doet ze het elke keer weer. Voor wie zal ze vanaf dag ÊÊn een zwak plekje hebben, ook al zal hij dat misschien helemaal niet verdienen? Ze start de beamer. Welke student zal ze bewonderen? Om zijn of haar koppigheid, charme, levenslust, onbezorgdheid... Een van de laatste binnenkomers mikt vanuit de deuropening met veel flair zijn lege colablikje in de vuilnisbak. Sonia trekt een wenkbrauw op. Gegarandeerd dat er ook zeker een bij is wiens zwakke plek ze binnen het uur moet vinden, want anders is zij het die dit semester genadeloos wordt afgemaakt. Sonia laadt haar PowerPointpresentatie, maar ondertussen blijft ze de klas stiekem taxeren. Een blonde jongen claimt demonstratief de achterste rij en drinkt met grote slokken van zijn flesje Ice Tea. Een van de alfamannetjes van deze klas, die moet ze meekrijgen. Een stel giechelende meisjes laat zich 5
zakken op de eerste rij, maar bouwt wel een veilige muur van agenda’s, pennenzakken, blocnotes en gsm’s. Dat Sonia niet zou denken dat ze hen zomaar kan aanspreken, omdat ze toevallig op de eerste rij zitten. Een krullenbol laat zich op het uiteinde van de rij erachter zakken, naast drie lege stoelen. Peinzend bekijkt Sonia hem een paar seconden. Hij ziet er vlot uit, helemaal niet als de typische einzelganger die in geen enkele klas kan ontbreken. Ze klikt de eerste slide open, recht haar schouders en loopt naar het midden van de klas. ‘Goeiemiddag allemaal.’ Het lawaai verstomt. De eerste les is goeiemiddag voldoende. Sonia bijt op haar lip. Het komende uur zal uitwijzen of dat de volgende les ook nog genoeg zal zijn. Ze wijst naar het scherm achter haar rug. Er staat een detail op van een foto van Mars, die gisteren in de krant stond. Ze betwijfelt of veel studenten de foto zullen herkennen, maar dat hoeft ook niet. ‘Jullie hebben allemaal één minuut om drie woorden op te schrijven over deze foto. Waar denk je aan als je deze foto ziet? Eén minuut!’ Ze loopt naar de achterkant van het lokaal en negeert de vragende blikken van de studenten. Dit is de eerste les van dit semester, ze zou zichzelf en haar cursus moeten voorstellen, praten over deadlines en examens, duidelijk maken hoe het er op een hogeschool aan toegaat, voor de late instromers van de universiteit. Sonia onderdrukt een glimlach. Ze heeft collega’s die hun studenten platslaan met massa’s opdrachten en permanente evaluaties. Er zijn er die experts zijn in het in hun hemd zetten van de grootste dwarsliggers en nog anderen doen alsof ze het lawaai niet horen en gaan gewoon stug door. Haar techniek is verrassing. Ze maakt er een punt van dat geen enkele van haar lessen voorspelbaar is. Verrassing, gecombineerd met dodelijke consequentie, dat is hoe zij zich hier de afgelopen vijf jaar staande heeft gehouden. Alleen het eerste uur van het semester staan de banken netjes in rijtjes in haar lokaal. Ze doceert zelden. Haar les begint stipt op het beginuur, 6
haar deadlines verschuiven nooit. Afspraken zijn afspraken, daar valt niet meer over te onderhandelen. Sonia haalt diep adem en wil net terug naar voren lopen als er op de deur wordt geklopt. ‘De les begint om...’ Midden in de zin blijft ze steken als ze ziet wie het lokaal binnenkomt. ‘Reiner?’ Verbouwereerd staart ze naar de student die in de deuropening staat. Afgetrapte jeans, donker haar dat in een wirwar rond zijn gezicht hangt, een smal sikje op zijn kin. Hij is geen spat veranderd, behalve dan de sik. En zij ook niet, bedenkt ze in weerwil van zichzelf. Zie haar hier nu staan, met schuimrubberen knieën en tintelend vel. Het gejoel van de achterste rij brengt haar weer tot de werkelijkheid. Natuurlijk is dit Reiner niet. En natuurlijk weet ze best dat hij een jongere broer heeft, die nu dan nog als twee druppels water op hem blijkt te lijken ook. Ze richt zich naar de blonde gangmaker: ‘Het bord wacht op jouw drie woorden.’ Daarna draait ze zich weer naar het deurgat. ‘De les begint om elf uur, Jonas. Zorg dat je volgende keer op tijd bent.’ Ze sluit de deur in Jonas’ gezicht. In de paar seconden die ze nodig heeft om zich terug naar de klas te draaien, voelt ze hoe heel de atmosfeer verandert. Dit is menens, dat hebben ze nu wel door. Er wordt ongemakkelijk heen en weer geschoven, stoelpoten belanden met zachte plofjes terug op de grond en alle blikken richten zich strak naar voren. Sonia laat de stilte nog een paar seconden duren, zodat de boodschap goed is doorgedrongen voor ze verdergaat met de les. ‘Welke woorden hebben jullie nog gevonden?’ ‘Leuke klas?’ Iris komt naast haar staan terwijl ze de deur van het lokaal afsluit. Sonia haalt haar schouders op. ‘Reiners broer is een van de studenten.’ ‘Ah.’ Iris verschuift de boeken op haar arm en werpt Sonia een veelbetekenende blik toe. Ze zijn ondertussen al vijf jaar collega’s, maar daarvoor waren ze ook al tien jaar beste vriendinnen. Dat staat garant voor vijftien jaar gedeelde geschiedenis, 7
waarvan Reiner amper dertien maanden inneemt. En toch lijkt dat om een of andere reden nog altijd aan te voelen alsof het om dertien jaar gaat. Sonia zucht en stopt haar sleutels in haar tas. ‘Ik ben toe aan een kop koffie voor ik Huysmans onder ogen kan komen.’ Ze verandert bewust van onderwerp en haar vriendin gaat er zonder aarzelen in mee. ‘Waarom wil hij je zien?’ Met klakkende hakken loopt Iris naar de traphal. ‘Vast om me te vertellen dat ik een fantastische aanwinst ben voor zijn corps en hij ervoor gaat zorgen dat ik dit jaar nog benoemd word.’ Sonia duwt de deur van de lectorenliving open. Huysmans is het soort directeur dat er haast een punt van lijkt te maken zo weinig mogelijk contact te hebben met zijn personeel. Alsof hij anders wel eens het risico zou lopen hen als mensen te gaan zien. Iris verdwijnt lachend in de richting van het kopieerapparaat. ‘Succes in elk geval!’ ‘Als talenlector heb je ongetwijfeld internationale interesses.’ Aarzelend bekijkt Sonia de directeur. Ze heeft er geen idee van waar hij precies naartoe wil, dus mompelt ze maar iets dat als een instemming kan overkomen. ‘Het lijkt me dan ook hoog tijd dat jij je vleugels wat meer kan spreiden, meer kan doen dan alleen maar lesgeven aan onze studenten.’ ‘Ik geef graag les, meneer Huysmans.’ Terwijl ze het zegt vraagt Sonia zich even af of dat werkelijk waar is. Maar het kantoor van de directeur lijkt haar niet de plek om langer over die vraag na te denken. ‘Maar toch. Je bent nog jong, je hebt ongetwijfeld ambitie. Daarom heb ik gelijk aan jou gedacht toen dit project met de Parijse École Supérieure des Sciences Economiques et Commerciales ter sprake kwam.’ Huysmans spreekt de naam zorgvuldig letter voor letter uit. Alsof alleen al de lange naam van de school duidelijk moet maken dat dit een gewichtige zaak is. 8
Sonia gaat wat rechter zitten nu. Huysmans is berucht om de projecten die hij aan de lopende band uit zijn mouw schudt, het een al realistischer dan het andere. Ze hebben allemaal als doel zijn school als de ondernemendste op de kaart te zetten, en voor zover Sonia heeft opgevangen in de wandelgangen is er maar één ding dat als een paal boven water staat: alle lectoren die erin worden betrokken, beklagen het zich achteraf. ‘Wat voor soort project bedoelt u?’ Huysmans spreidt zijn papieren uit over de tafel en begint enthousiast te vertellen. Al snel negeert Sonia alle fantastische oneliners waarmee hij haar om de oren zwiert. In plaats daarvan leest ze het document dat voor haar op tafel ligt. Het opzet klinkt simpel genoeg: een sociaal project waarbij een goed doel wordt gesteund en dat in de vorm van een wedstrijd met internationaal karakter wordt gegoten. ‘Onze collega’s in Parijs zijn ook laaiend enthousiast,’ beklemtoont Huysmans. Sonia kan het ongeloof met moeite van haar gezicht houden. Dit soort project vraagt weken, maanden van voorbereiding en werk. Het betekent voortdurend brandjes blussen en mensen sussen, en dat dan ook nog eens in het Frans! ‘Wie leidt het project bij ons?’ Huysmans kijkt haar veelbetekenend aan. Sonia schuift ongemakkelijk heen en weer op haar stoel. ‘Maar mijn onderwijsopdracht...’ ‘Lieve Janssens heeft zich bereid verklaard jouw tweedejaars over te nemen.’ Sonia slikt moeilijk. Het lijkt haar overbodig te zeggen dat maar twee van haar tien klassen dit semester tweedejaars zijn. ‘Zou het niet makkelijker zijn als een lector Frans de leiding neemt,’ probeert ze ten slotte zwakjes. ‘Mijn Frans is beslist niet meer wat het ooit geweest is.’ ‘Dan is dit toch een uitstekende gelegenheid om het op te frissen.’ Sonia zwijgt en staart strak naar het papier dat voor haar 9
op het bureau ligt. Opeens weet ze weer perfect hoe haar studenten zich soms moeten voelen. Het blijft even stil. De directeur kucht. ‘Er zijn wat problemen met de taalopdrachten volgend jaar. Een aantal collega’s neemt weer meer uren op nu hun kinderen groter zijn.’ Sonia zwijgt en knikt. Ze heeft de boodschap begrepen. Het is dit of niks meer, volgend jaar. Stijfjes komt ze overeind. Ze stapelt de papieren langzaam op elkaar. ‘Ik zal dit alvast meenemen, dan kan ik me inlezen.’ Ze draait zich om naar de deur voor ze de triomfantelijke lach op het gezicht van Huysmans kan zien. Er is altijd de druppel die de emmer doet overlopen.
10