David 2

Page 1

Belle De Block naar een verhaal van Hugo Van Laere

David 2


Proloog

Christian Verbeecke keek zonder iets te zien uit het raam van zijn luxeflat op de Meir in Antwerpen. Hij merkte niks van de kooplustige, kleurrijke massa beneden in de autovrije winkelstraat. Hij was diep in gedachten verzonken, gedachten die meegevoerd werden op de tonen van de jazzversie van Michael Bublé’s ‘Cuándo,cuándo cuándo’. Every moment’s a day, every day seems a lifetime. Hoe vaak had hij hier niet gestaan en zich afgevraagd waar zijn leven gebleven was. Zijn leven was gestopt toen zijn kleine jongen verdwenen was, nu toch al zo’n vijftien jaar geleden. David, zijn zoon, was zijn trots, zijn alles geweest. En toch kon hij zich nauwelijks nog voor de geest halen hoe hij lachte, hoe hij sprak... De tijd was met de details gaan lopen. Gelukkig had hij nog enkele foto’s. Christian draaide zich langzaam om en wierp een blik op de kleine schildersezel van David. Hij pronkte als een schrijn in een hoek van de kamer. Er stond een aanzet van een schilderij op, een soort familieportret op het strand. Ervoor prijkte een kleine vakantiefoto waarop hij, zijn vrouw Diane en David vrolijk poseerden met op de achtergrond de Caribische zee. David was die dag jarig geweest en hield trots zijn nieuwe snorkel voor zich. Christian liep naar het schilderij en nam de gehavende snorkel van de rechterhoek van de ezel. Hij was helemaal stukgebeten door een haai. Het was het laatste aandenken dat hij van zijn zoontje had. De snorkel, of wat er van restte, was teruggevonden. David echter nooit. Hij was overboord geslingerd en door het water meegesleurd. De zoektocht had tot niks geleid. De kustwacht had hem na enkele dagen voorzichtig meegedeeld dat het beter was geen hoop meer te koesteren. Een kind van twaalf kon zo’n avontuur onmogelijk overleven. Christian herinnerde zich het

5


afscheid. Hij had samen met Diane bloemblaadjes in zee gegooid. Hij herinnerde zich ook het verdriet, vooral omdat het nooit meer was weggegaan. Hij stond er mee op en ging er mee slapen. Het was zijn enige vriend na al die tijd. Zijn vrouw was aan datzelfde verdriet kapot gegaan. Hoe hij haar ook had willen beschermen, hij was volkomen machteloos geweest. Hij had haar enkele maanden daarna in Miami begraven. Christian had haar gerust willen volgen, maar ergens bleef er dat sprankeltje hoop. Er was nooit een lichaam gevonden. Stel dat zijn zoon nog leefde en ergens op een van de eilanden door mensen was opgevangen? Maar nadat er een jaar voorbij was gegaan, was hij naar België teruggekeerd. Zonder Diane en David had Amerika voor hem zijn glans verloren. Hij was altijd in kunst geïnteresseerd gebleven. Elk schilderij, elke galerie herinnerde hem aan Diane, die een getalenteerde kunstenares was geweest. ‘Meneer Verbeecke?’ Miranda, zijn poetsvrouw stond in de deuropening en knikte vriendelijk naar hem. Ze had aangebeld, zei ze, maar omdat hij niet gereageerd had, had ze haar sleutel gebruikt. Ze deed haar wollen jas uit en begon meteen zo stil mogelijk de kamer op te ruimen. Ze bracht het plantje dat op de kast naast het raam stond naar de keuken. Het zag er al net zo triest uit als haar werkgever, met wie ze enorm te doen had. Het zal je maar gebeuren, je kind verliezen op een vakantietrip. Miranda, die gescheiden was, had een zoon van dezelfde leeftijd en kon zich niet voorstellen hoe ze het zou redden zonder hem. Soms vroeg Christian haar een foto van haar zoon te tonen, zodat hij zich er een idee van kon vormen hoe David er nu zou hebben uitgezien. Ze dompelde het plantje helemaal onder in de gootsteen en voelde het als het ware onder haar handen herleven. Kon ze dat met Christian ook maar doen. Hij was de eenzaamste man die ze kende. Hij zou meer moeten uitgaan, mensen leren kennen, vrienden maken.

6


‘Zal ik witlof met ham en kaas maken voor vanavond?’ vroeg ze. ‘Dat kun je gewoon in de microgolfoven opwarmen.’ Christian knikte dat het goed was. Hij at om in leven te blijven, meer niet. Wat liep hij hier te doen? De wereld draaide ook gewoon door zonder dat hij daaraan meedeed. Het werd vanzelf terug lente, zomer, herfst en winter... Behoedzaam legde hij een nieuwe lp op de pick-up en keerde zich terug naar het raam.

7


Hoofdstuk 

Sofie zette haar ruitenwissers aan en schakelde naar een lagere versnelling. David, die naast haar zat, volgde met zijn wijsvinger een dikke regendruppel die naar beneden rolde. Alles was weer zoals het hoorde. David was weer veilig bij haar. Ze had er goed aan gedaan meteen een vlucht terug te boeken. Ze was uiteindelijk maar twee dagen van huis weggeweest. Pieter had wel twaalf boodschappen op haar antwoordapparaat ingesproken en pisnijdig gereageerd omdat ze als een dief in de nacht naar de Dominicaanse Republiek vertrokken was. Ze zou nog een paar heftige ruzies moeten trotseren om het weer goed te maken, maar het was het allemaal meer dan waard geweest. Het belangrijkste was dat David onmiddellijk bereid was geweest om mee terug te komen. Ze had gelijk gekregen, ook al was het haar daar niet om te doen. David was dolgelukkig geweest toen hij haar zag, want hij voelde zich eenzaam op zijn Caribisch eiland. De plek waar hij vijftien jaar alleen had gewoond en waar hij zo naar verlangd had, waar hij dacht rust te vinden, was niet meer dezelfde gebleken. Sofie voelde zich een beetje schuldig, want uiteindelijk had zij ervoor gezorgd dat hij de beschaafde wereld had ontdekt. Zij had hem mee naar België gesmokkeld en na al die maanden bij haar thuis te hebben gewoond, was David een normaal mens geworden met normale behoeftes. Een dak boven zijn hoofd, eten en drinken en het beste schildermateriaal voor zijn geliefkoosde hobby hadden hem veranderd. Hij was geen ‘wilde’ meer maar een gevoelige, zij het wat naïeve man met verlangens en dromen. Ze keek hem vertederd aan en glimlachte naar hem. Vanonder lange wimpers keek hij haar met zijn grote bruine hondenogen aan.

8


‘Sofie’, zei hij zacht. Hij lachte zijn witte tanden bloot en zei dat hij heel blij was terug thuis te zijn. Er was maar één man op de hele wereld die haar naam op zoveel verschillende manieren kon uitspreken. Hij gaf haar dat warme, intense gevoel dat ze niet kon plaatsen. Ze parkeerde de auto achter haar huis voor Davids schuur en liep als eerste naar binnen. Met verbazing constateerde ze dat Delphine tijdens haar korte afwezigheid schaamteloos zijn kamer had ingepalmd. Zou haar zus dan nooit veranderen? David keek verwonderd rond en vroeg waar al zijn spullen waren. Er hing geen enkel schilderij van hem meer aan de muur. Alles stond in een hoek op de grond. ‘Wacht hier, David’, zei Sofie vlug. ‘Ik ga de anderen vertellen dat je terug bent.’ ‘Ik ga mee.’ Maar Sofie hield hem tegen en zei dat ze haar familie eerst wilde voorbereiden. Misschien was niet iedereen even enthousiast. Sofie hield rekening met de mogelijkheid dat haar verloofde in huis kon zijn. David liet zich op het bed vallen en keek Sofie na. Hij had haar zo gemist. Zij was het enige wezen dat hem een gevoel van geborgenheid gaf. Hij kon zich niet voorstellen dat hij haar voorgoed had moeten missen, dat hij nooit meer door haar blonde haar had kunnen strelen, nooit meer had kunnen verdrinken in haar zachte ogen. ‘Sofie!’ Zowel haar pa als haar zus en broer die rond de ontbijttafel zaten, riepen blij verrast haar naam. ‘Is David meegekomen?’ vroeg Herman meteen. Delphine trok een bedenkelijk gezicht, want ze zag de bui al hangen. Straks moest ze opnieuw al haar spullen naar haar oude slaapkamer verhuizen. Die verdomde ‘wilde’!

9


‘Hoe was het met hem? Was hij gelukkig op zijn eiland?’ vroeg Tim. Andrea, die nog altijd bij hen logeerde om een oogje op Hermans pillenverslaving te houden, vroeg haar of David daar wel genoeg te eten had. ‘Niet allemaal door elkaar praten’, lachte Sofie. Ze vertelde hun dat David inderdaad in zijn schuur zat te wachten en dat ze niet eens had moeten aandringen om mee te komen. Hij kon daar echt niet meer aarden, zo helemaal alleen. ‘Goh, ik ben echt blij! Ik ga hem vlug halen’, zei Tim. Sofie graaide haar gsm uit haar tas en liep naar de keuken om in alle rust Pieter te bellen. Ze hoorde de beltoon overgaan. ‘Ha, Sofie! Eindelijk je gsm teruggevonden?’ vroeg hij schamper. ‘Ja, ik ben thuis. We moeten praten. Laten we vanavond iets gaan drinken in de Barresto.’ Ze wilde hem ontmoeten op neutraal terrein zodat hij geen kans had om een scène te maken. Met wat geluk luisterde hij naar haar argumenten en kon ze hem overtuigen van haar goede bedoelingen. Ze wilde hem ook vragen of hij en David vanaf nu vriendschappelijk met elkaar zouden omgaan. Pieter met zijn eeuwige machogedoe. In de eetkamer hoorde ze haar pa David begroeten. ‘Pieter, ik moet je laten. Tot straks!’ Ze vond de twee mannen met de armen om elkaar heen geslagen. Herman heette hem opnieuw hartelijk welkom in zijn huis. Delphine maakte van dat moment gebruik om David te vragen of hij al een woning op het oog had. Zowel Sofie als haar pa wierpen haar een waarschuwende blik toe. Sofie raadde David aan om geen acht op haar egoïstische zus te slaan. Delphine roerde mopperend in haar koffie. Waarom was iedereen altijd tegen haar? David klopte haar op de schouder en zei dat hij ook heel blij was om haar terug te zien.

10


Hij ging zitten, klaar om de stortvloed van vragen over zijn verblijf op het eiland te beantwoorden. De volgende dag kreeg David bezoek van Sander Verbist en Lotte Naessens. Sander was de zoon van Andrea, die tijdelijk bij de Klaerhouts inwoonde. Toen hij had gehoord dat David terug was van de Caraïben, had hij zijn moeder gevraagd of hij hem eens kon opzoeken, wat natuurlijk geen probleem bleek. Hun bezoek was niet helemaal onbaatzuchtig, want Sander wist dat David de laatste weken voor zijn vertrek veel had geschilderd en hij wilde zijn vriendin Lotte de werken tonen. Lotte had een neus voor talent en ze leidde op een eigenzinnige wijze haar eigen kunstgalerie, Lot40, in het centrum van Koksijde. David was blij verrast met het bezoek. Hij had Sander ooit geholpen met een campagne van het wereldactiecomité en droeg hem een warm hart toe. De knappe, artistieke Lotte gaf hem een zoen en noemde hem met haar zwoele stem ‘David liefje’ voor ze begon rond te lopen om zijn schilderijen te bewonderen. Ze merkte meteen dat David talent had. De manier waarop hij kleuren kon doen leven was uniek, en in elk van zijn werken zat een diepe melancholie, alsof hij constant een gemis van zich af wilde schilderen. Ook de muurschilderingen van zijn eiland vond ze fascinerend. Ze bleef lang staan voor een doek met niks dan een blauwe zee erop. Maar wie verder keek, zag een heel verhaal achter de horizon. ‘David, liefje, je hebt een groot talent! Je moet met deze werken naar buiten.’ David keek haar verwonderd aan. ‘Naar buiten? Waar moet ik dan naartoe?’ Hij vond Lotte maar een rare tante. ‘Laat me je helpen. Je mag al dit moois niet voor jezelf houden. Laat mij je schilderijen tentoonstellen in mijn galerie. Je moet dit

11


tonen aan andere mensen, liefje. Je kunt hier makkelijk geld mee verdienen.’ David moest twee keer slikken. Geld verdienen, hij? Zou het echt zo gemakkelijk zijn, dat hij zonder diploma toch genoeg geld kon verdienen om te leven? Hij kon Lotte wel zoenen. ‘Ik wil andere mensen blij maken met mijn schilderijen’, zei hij enthousiast. ‘Zeg maar wat ik moet doen.’ Lotte stelde voor dat hij de werken die hij wilde tentoonstellen bij elkaar zocht. Zij zou een contract opstellen en verder alles regelen. Ze had zopas een schitterend idee gekregen. Ze zou een duotentoonstelling organiseren met de schilderijen van Tom Leffebure, die wonderwel bij die van David pasten. Het duizelde David allemaal een beetje: zijn schilderijen in een echte galerie en er dan nog voor betaald worden ook! Sofie zou trots zijn als ze dit hoorde. En zijn beste vriend Maarten ook. Alleen was Maarten niet thuis, hij was op reis. David miste hem en hij miste ook zijn goede raad. Lotte zag de droefheid in zijn ogen. ‘Wat is er David, liefje? Zie je het niet zitten?’ Maar David vermande zich en zei dat hij meteen aan het werk wilde. Hij zou iedereen eens laten zien waartoe hij in staat was. ‘That’s the spirit’, lachte Sander, die blij was dat hij zijn lief gelukkig had gemaakt. ‘We komen gauw terug. Werk ze, makker!’ Sofie en Pieter vonden David in zijn schuur terwijl hij schilderijen uitkoos. Er stonden er al enkele in het midden van de kamer tegen de tafelpoot. Hij vertelde Sofie vol vuur over Lottes aanbod om zijn werk tentoon te stellen en dat hij nu zelf geld kon verdienen met schilderen zoals zij met pillen maken. En hij hoefde daarvoor gelukkig niet jaren naar de universiteit. Sofie, die neurologe was en vooral onderzoek deed naar alzheimer, moest lachen om de manier waarop hij haar beroep omschreef, maar uiteindelijk schuilde er een grond van waarheid in, Klaerhout Farmaceutica maakte nu eenmaal pillen.

12


Ze stootte haar verloofde aan om hem aan zijn eerdere belofte te houden. Ze had hem gevraagd om vanaf nu wat vriendelijker te zijn tegen David en hij had aarzelend toegestemd. Pieter begreep de hint. ‘Gefeliciteerd, David!’ zei hij terwijl hij David een schouderklopje gaf. ‘Ik heb altijd geweten dat je talent had.’ David trok zich snel terug alsof hij een elektroshock had gekregen. Pieter die geforceerd vriendelijk deed, daar zat iets achter. Het deed hem denken aan vroeger, toen hij alsmaar bloed had getrokken en hem gevaarlijke injecties had gegeven. David bleef Sofie aankijken. ‘Ik moet ook de schilderijen hebben die ik van jou gemaakt heb,’ zei hij, ‘dat zijn de mooiste.’ Sofie straalde en vertelde hem hoe trots ze was. Lot40 was niet de eerste de beste kunstgalerie. De eigenares had oog voor talent. Met wat geluk kon hij enkele van zijn werken verkopen. Pieter tikte op haar arm en zei dat ze moesten opschieten want hij had een tafel gereserveerd om zeven uur. ‘Dat zal niet lukken. Waarom heb je me niks gevraagd? Ik heb een afspraak met de man van de audit. Hij wil met mij nog enkele details van de boekhouding doornemen.’ Ze kreeg opeens een idee. ‘Maar waarom neem je David niet mee? Jullie hebben vast nog een en ander te bespreken.’ Pieter keek sip maar knikte dat het goed was. David keek eerst om zich heen alsof hij een vluchtroute zocht, maar legde zich dan ook gelaten bij het voorstel neer. Hij knipoogde naar Sofie en zei dat hij zijn jasje ging aantrekken. Het zou geen leuke avond worden, maar een mens moest toch eten.

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.