InhoudMuzes nieuwsbrief 6 1 2
OKTOBER 2006
Voorwoord Muziek
I De gelukkige klas Monique Janssen
Voorwoord
Beeld
Voorzitter Muzes
4
I Verrassingen in de Streetgallery Ko de Jonge
7 8
Dag van de Schoolmuziek Dossier
I Muzes op de bres voor Esthetica
9
Nascholingen
I M.O. - 8/12/2006
10
Actueel
I Muzes op congres in Salzburg I Frits Evelein te gast op het Lemmensinstituut
11
Lied
I Ketinki tototo Bert Appermont
13
Prikbord
Muzes vzw Mechelsesteenweg 22 3000 Leuven 016/22 99 86 info@muzes.be www.muzes.be eindredactie: Liesbeth Segers liesbeth.segers@muzes.be lay-out: Stefaan Vermeulen De nieuwsbrief heeft een nieuw emailadres:
liesbeth.segers@muzes.be
Jos Maes
B
este collega’s, Wat vinden jullie van onze verkiezingsslogans? Dissonanten maken de heerlijkste melodieën. Of de volgende? Het is niet zo moeilijk om van het blad te spelen zolang je het maar niet voor de mond neemt. De laatste is ook niet mis… Wie met de kunst trouwt, krijgt de kritiek tot schoonmoeder. Het moment dat jullie deze nieuwsbrief in handen krijgen, is de verkiezingsstrijd verleden tijd. In de meeste gemeenten heeft de burgemeester zijn sjerp reeds fier omgord, de raam- en plakkaataffiches zijn intussen uit het straatbeeld verdwenen, je kan zelfs de straat op zonder een flyerende politici tegen het lijf te lopen, de stemhokjes zijn opgeborgen, samen met vele beloftes… De beloftes van het voorbije jaar bieden nog te veel uitdagingen om onze Muzes-medewerkers zomaar van de straat te houden. Er is veel werk aan de winkel! Vooreerst willen we voortbouwen op initiatieven van het afgelopen jaar. Nascholingen organiseren, regionale vakwerking stimuleren, verspreiden van nodige informatie via nieuwsbrief en dynamische website en de organisatie van de dag van de schoolmuziek op zaterdag 17 november 2007. Tevens willen we blijvend het nodige lobbywerk verrichten bij de diverse overheden en dit om de legitieme plaats van de artistieke vakken in het algemeen onderwijs te verdedigen. Een neerslag van het reilen en zeilen van Muzes vind je, samen met De gelukkige klas van Monique Janssen, terug op volgende pagina’s. Nieuw in onze werking is de organisatie van een nascholing voor collega’s P.O. en Esthetica. Massaal werd ingeschreven voor dit nagelnieuw initiatief. Meer dan 40 leraren hebben wij tot onze spijt geweigerd. Dit onverhoopt succes en de talrijke nieuwe Muzesleden uit de P.O.-stal laten ons zeker niet onberoerd: er wordt ernstig werk gemaakt om een werkgroep P.O. samen te stellen die de organisatie van de volgende nascholing (2de trimester) op zich neemt. Tevens zal vanaf nu in de nieuwsbrief een rubriek worden gewijd aan beeldopvoeding. Voor dit nummer heeft Ko de Jonge een artikel geschreven. Om onze beloftes naar de toekomst waar te maken, rekenen wij ook op jullie. Neen, grote engagementen verwachten we zeker niet: het zal eerder gaan over stipte betaling van ledenbijdrage, tot deelname aan regionale werkgroepen, aanbrengen van lestips voor de website of een engagement in één of andere werkgroep. Uw betrokkenheid bij Muzes betekent voor onze medewerkers een belangrijke ruggesteun om onze werking uit te bouwen naar de toekomst!
De beloftes van het voorbije jaar bieden nog te veel uitdagingen om onze Muzes-medewerkers zomaar van de straat te houden.
T LSTPietSs op van hen! WBST Zn vaKn jou en steek zelf
n... t opsteke or 350 Muzes-lede laat je collega’s wa amper 20 lestips vo n aa we n zij l ee moment an onder “Help” sten: rechts bovena Meer info over po
e www.muzes.b
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 1
Muziek
De gelukkige klas
Monique Janssen docent methodiek Hogeschool Antwerpen
Wie kan er les geven en wie kan het niet? In onze schoolmuziekopleiding blijft dat een sluimerende maar onbeantwoorde vraag want het wezen van goed lesgeven kunnen wij niet duiden. Bij de toelatingsproeven zien we talentvolle studenten die dan een jaar of wat later vóór de klas tegenvallen, maar net zo goed studenten die technisch gesproken te weinig kunnen en die vóór de klas van goud worden. Dát heeft alles te maken met hun intentie. In mijn eigen lespraktijk komen alle muzikale gedragsvormen aanbod, maar over de belangrijkste;“houden van je klas”, wordt er het minst gezegd. Als het al eens aan de orde komt, wordt er heus niet schamper over gedaan, maar ik zou desondanks niet weten hoe je kunt léren ‘houden van je klas’ en ik heb er ook nog nooit collega’s over horen (s)preken. Studenten leren beginsituaties, doelstellingen, werkvormen,... deftig omschrijven maar nergens de mate waarin ze liefde en (kom)passie voelen voor hun klas. Ik vroeger net zomin als zij nu. Toch lijkt me dit één van de belangrijkste redenen waarom leerlingen iets van je les zouden willen opsteken. Nog een geluk dat ik in mijn leven Frans Teitler tegen het lijf liep, een prachtig mens die Nederlands gaf in dezelfde school. Hij begeleidde nieuwelingen zoals ik destijds. Frans kan in een barstensvolle docentenkamer zwijgend zijn sinaasappel schillen zonder nood aan overtollige woorden en gebaren of gewichtigdoenerij, om zijn persoonlijkheid meer elan te geven. Ik vond hem in bange uren mijn ultieme voorbeeld: zijn wie je bent in plaats van zijn wat je
doet. Hij speelt geen rol maar is zijn volstrekte eigenste stralende zelf, ín de klas én daarbuiten. Ik kwam door hem voor het eerst tot de conclusie wat een ballast mijn ego was. Doodmoe werd ik ervan, de leerlingen waarschijnlijk ook en intussen blijf je een vreemde voor iedereen inclusief jezelf. In zijn liefdevolle contacten met leerlingen heb ik van Frans afgekeken dat goede docenten mensen zijn; onzeker, wankelbaar, enthousiast, serieus, excentriek,..maar te allen tijde waarachtig. Iets wat waarachtig is, is in zijn kern écht en (dus) aantrekkelijk. Leerlingen houden van echte leraren en echte leraren houden zodoende van hun klas. In hun waarachtige persoonlijkheid zonder al die franje is er volop ruimte voor dat soort liefde. D’r is dus eigenlijk niets aan. Er valt niets te leren, slechts te ontdekken van wat er al (in je) is. Op zoek gaan naar je eigen authentieke gereedschap, dat gaat in mijn lessen betrekkelijk eenvoudig: ik doe niets dan kijken en luisteren naar de student die lesgeeft aan klasgenoten. Waarachtigheid kan iedereen in een mum van tijd herkennen, vooral bij een ander. Ik tracht hiermee het “Frans Teitlereffect” teweeg te brengen. We hebben immers spiegels nodig, voorbeelden zoals Frans, om in te zien dat je mag durven vertrouwen op het wezenlijke wat ons kenmerkt. Dat weínige is goed genoeg, sterker nog: ook in de kracht van de persoonlijkheid geldt: less is more. Precies hetzelfde geldt voor de kinderen uit je klas: wat ze wezenlijk zijn, verdient alle zorg en liefde. Hun wezen komt het beste tot zijn recht in een context van oprechte, waarachtige, liefdevolle aan-
Leerlingen houden van echte leraren en echte leraren houden zodoende van hun klas.
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 2
Muziek dacht. Uiteindelijk is het dáár om te doen; om (een groepje) mensen zonder boosheid. Samen muziek maken is een zalige en aantrekkelijke manier om in die liefdevolle toestand te verzeilen. In de gelukkige klas heeft iedereen het goed met elkaar. Dat de leerlingen daarom, en alléén maar dáárom, met steeds meer plezier en groeiende aandacht meedoen, geeft je precies de juiste reden om voor de klas te willen blíjven staan. Eenmaal dat je dat ontdekt, is lesgeven een peulenschil. “De gelukkige klas”; deze titel is gepikt. Aan mees-
ter Staal (uit het gelijknamige boek van Theo Thijssen) heb ik me bij mijn onderwijspraktijk altijd gespiegeld. Ik hoop dat studenten dat bij het lezen herkennen. Maar wat nog belangrijker is: ik weet zeker dat u over het onderwijs net zo denkt en de prachtige laatste woorden van dit boek ook onderschrijft: “M’n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat, dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jùllie nooit zeggen”.
Samen muziek maken is een zalige en aantrekkelijke manier om in die liefdevolle toestand te verzeilen.
“De gelukkige klas” zou verplichte literatuur moeten zijn in elke lerarenopleiding maar het boek is jammer genoeg niet meer verkrijgbaar behalve na enig speurwerk in de antiquarische boekhandel. Het werd in 1964 uitgegeven bij G.A. van Oorschot in Amsterdam.
Verschijnt voorjaar 2006 www.cadans-online.be nieuwsbrief 6 -oktober 2006 3
Beeld
Verrassingen in de Streetgallery Ko de Jonge coördinator Streetgallery
De doorgaande route tussen de theorie- en praktijklokalen in ons schoolgebouw wordt de straat genoemd. De ruimte is breed. Alle leerlingen van de school lopen er enkele keren per week door. Velen pauzeren er. Het licht komt overvloedig naar binnen. Eén zijde bestaat uit 14 kasten. Ooit werden er bezems, schoonmaakmiddelen en toiletrollen bewaard. Sinds augustus 2005 zijn die kasten omgetoverd tot vitrines en dienen nu om kunstwerken te exposeren: de Streetgallery. Tijdens de CKV-lessen (culturele en kunstzinnige vorming, nvdr) worden leerlingen aangespoord en verplicht theater- en filmvoorstellingen, concerten en tentoonstellingen te bezoeken. Leerlingen leren dat kunst een bijzonder en wezenlijk deel mag zijn van het alledaagse bestaan. En dan blijkt dat het één toegankelijker is dan het andere. Activiteiten die verankerd liggen in de jeugdcultuur worden niet belemmerd door barrières. Dikwijls ligt dat anders bij de beeldende kunsten. Hier raken we een van de belangrijke taken van de CKV-lessen. Binnen de vmbo-afdeling (voorbereidend middelbaar beroeps onderwijs, nvdr) van onze school hebben we een activiteit ontwikkeld die kan bijdragen de barrières te slechten. We nodigden dit jaar professioneel werkende kunstenaars in Zeeland uit te exposeren in de Streetgallery. De ruimte is daarmee één van de culturele plaatsen geworden binnen het totaalaanbod in deze regio. De tentoonstellingen worden officieel geopend en in de regionale krant verschijnt altijd een bespreking op de kunstpagina. Het eerste jaar zit er bijna op.
toonde Ramon de Nennie tien verschillende werken onder de naam ‘Relieken’. Eigenlijk waren het al oude objecten, samengesteld uit verpakkingsmateriaal, buizen, plastic bekers, blikken, batterijen, stekkers en contactdozen. Hij had ze zorgvuldig bewaard. Na lange tijd kunnen ze soms te voorschijn komen, zoals bij de verhuis van de kunstenaar. Hij beziet dan zijn werk met andere ogen. De tijd plaatst de dingen in een nieuwe context. Speciaal voor de geboden ruimten van de Streetgallery creëerde hij hiermee tien hernieuwde installaties met grote prints op de achtergrond. De leerlingen waren verbaasd. Ze konden het onmogelijk een plaats geven. De straat was wel vrolijker geworden, maar wat kon men er anders mee dan zo maar aan voorbij wandelen zoals men in een winkelstraat langs etalages doet? En waarom waren die eerste en laatste kast in de reeks eigenlijk nog leeg? De leerlingen kregen tijdens de CKV-les een lesbrief die hen van kast naar kast leidde. Eerst het waarnemen zonder interpretatie. De vraag naar de betekenis van de werkstukken prikkelde de fantasie van de leerlingen en stimuleerde hen mee te voelen in het denken van de kunstenaar. Je kunt dan tot de ontdekking komen dat de stekker die boven de contactdoos bungelt zoveel meer is als je de titel ernaast leest: verlangen. Stap voor stap wordt er zo begrip gewonnen! Binnen de CKV-les is er ruimte voor praktisch werk. De vervolgopdracht bij deze expositie was: kijk thuis in een kastlade waarin al jarenlang voorwerpen liggen die nooit meer gebruikt zullen worden of neem materiaal mee dat bestemd is om weg te gooien. Het voorwerp moest vervormd worden, een nieuw bestaan krijgen. Deze objecten werden geplaatst in de lege vitrines. Daardoor werd de expositie nog interessanter. Dit
Leerlingen leren dat kunst een bijzonder en wezenlijk deel mag zijn van het alledaagse bestaan.
Ramon de Nennie Op 30 september 2005 werd de Streetgallery officieel geopend door mevrouw Kathrin Ginsberg, directeur van het C.B.K. Zeeland. In deze eerste expositie
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 4
Beeld principe werd ook toegepast bij de volgende tentoonstellingen.
Giel Louws Giel Louws was de tweede exposant. Hij onderzoekt al een lange periode het zelfportret. De voor deze ruimte vervaardigde reeks kreeg de titel Zelfreflectie. De materialen bestonden uit papier, OostIndische inkt en aluminiumfolie. Dat laatste werkte als een spiegel. De spiegel acht Louws de belangrijkste factor in het bewustwordingsproces van de mens. In de getoonde reeks kreeg de spiegel steeds een andere inhoud. De weken na de opening was het woord en vooral het beeld aan de leerlingen. Zij noteerden wat ze zagen en probeerden de bedoeling van de beelden te achterhalen. Ze oefenden het portrettekenen met potlood en konden in die fase nog zoekend de juiste vormen schetsen. Dan in het spoor van de kunstenaar: met penseel en inkt in één keer de juiste lijn treffen. De lijnen soms dun - de haren raken maar net het papier - dan weer krachtiger voor de brede zwarte streek, de aarzeling vermijdend. En ruimte latend voor een bijzondere betekenis in spiegelend zilver. Met meer dan veertig werken kon de tentoonstelling worden uitgebreid. Na de sluiting kregen de lesbrieven en portretten hun plaats in het kunstdossier.
Ineke Otte Van januari tot en met maart waren de fraai verlichte kasten het domein van Ineke Otte. Haar enorme oeuvre (gelijktijdig te zien in de museumwinkel van het Stedelijk Museum CS in Amsterdam) werd ruim uitgestald. Zij vindt haar inspiratie in het wonderlijke dat zich afspeelt tussen hemel en aarde. Tussen het gras onder onze voeten en de
wolken boven ons. Het (kunst)gras wordt tot draagbare objecten gemaakt. De ongrijpbare steeds veranderende wolken tot gelaagde schalen of boekensteunen. Ze laat zien dat, dat wat is, ook anders kan zijn. Ze is tijdens haar reizen in Tibet gefascineerd geraakt door de eeuwenoude boeddhistische rituelen. Symboliek speelt een grote rol. De mandala en het labyrint zijn terugkerende vormen. Een primeur in deze tentoonstelling was de nieuwe serie glasobjecten: pagodes. Maar de leerlingen werden het meest geboeid door haar sieraden: bloemen, vissen en kikkers. Om vrolijk van te worden! De titel van deze expositie had niet voor niets de naam ‘kleur+kleur+kleur’. De lesbrief bij deze tentoonstelling was voor vmboleerlingen een hele kluif. De toch korte teksten en eenvoudig lijkende opdrachten waren niet voldoende om het juiste gevoel bij dit werk te krijgen. Met groepjes van vier leerlingen ben ik verhalend langs de kasten gegaan om ze deelgenoot te laten worden in de ontdekkingstocht. De sieraden vormden voor de leerlingen de inspiratiebron voor het eigen werk. De vindingrijkheid in de materiaalkeuze was groot. De leerlingen van de afdeling Zorg/Welzijn exposeerden hun werk op etalagepoppen die in de eerste en laatste kast waren geplaatst.
Zij vindt haar inspiratie in het wonderlijke dat zich afspeelt tussen hemel en aarde.
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 5
Beeld
Markus Na zoveel kleur en kwetsbaar werk kon er ruimte gemaakt worden voor een totaal andere benadering. Markus tekende voor de vierde expositie. Hij is bekend door zijn illustraties in bijvoorbeeld de VPROgids (programmagids voor televisie, nvdr). In Zeeland kent men hem vooral van de cartoons die iedere zaterdag in de bijlage Trends+Jong van het regionale dagblad PZC verschijnen. Hij maakt met grote nauwkeurigheid kleine werkstukken. Maar het laatste jaar heeft hij ook werken en installaties gemaakt voor grotere ruimten. In de Streetgallery kwamen beide opvattingen samen. Markus vervaardigde een werk dat alleen op deze wijze en in deze vorm kan worden getoond. Het unieke karakter van de tentoonstellingsruimte was het uitgangspunt. Hij liet de glazen vitrinedeuren verwijderen en plaatste op verschillende hoogten twee op elkaar liggende glazen platen met daartussen cartoons. De extra verlichting in de kasten ging uit. Door deze opstelling leken de kasten volkomen leeg. De cartoons waren afgedrukt op krantenpapier om voor leerlingen de verbinding te maken met de wekelijkse verschijningsvorm. Om ze te kunnen zien moest je de kast in, je soms uitrekken, door de knieën gaan of erin zitten. Er moest fysiek contact zijn met de installatie ‘blader, blader’ om de inhoud te kunnen begrijpen. Het gaat in Markus’ werk altijd om contact. In de steeds verschillende thema’s per kast werd dat maar al te duidelijk. Dat vreemde mannetje in zijn
driedelig zwart kostuum en streepjesstropdas in die grote lege ruimte. Dan verschijnt daar een ei of een kip zonder kop, een wolk, een spermacel of een kloon van het mannetje. De humor is absurd verrassend. Het lijkt over niets te gaan, maar gaat over alles. De door anderen aan ons voorgespiegelde werkelijkheid wordt al te vaak een ballon. Markus’ tekenpen is dan de speld. Voor leerlingen werd het een zoektocht naar de thema’s en het kiezen van de leukste cartoon. Op voorgedrukte bladen met afbeeldingen van de kasten die als invulblad dienden, konden ze aan de slag. Ze ontdekten ook dat dieren en voorwerpen konden spreken. Dit gegeven werd het thema voor de praktische opdracht: het bedenken van een grap met twee eenvoudige voorwerpen. Als voorbeeld werd de wasknijper en de paperclip aangereikt. De cartoons, uitgevoerd in Oost-Indische inkt, werden weer getoond in de gereserveerde ruimte. Ze werden ook gekopieerd en verzameld in boekvorm; voor iedere leerling een exemplaar met eigen werk: blader, blader … Na een jaar ervaren leerlingen dat de Streetgallery de ruimte is waar men verrast kan worden. In tegenstelling tot de meeste ruimten in het schoolgebouw die een min of meer statisch karakter hebben. De beelden aan de wanden blijven daar vaak lange tijd onveranderd. In de straat ontmoeten ze de dynamiek die hoort bij creatieve processen. Voor vmbo-leerlingen is het van belang dat zij bij dit proces actief betrokken worden. Zo kunnen hardnekkige vooroordelen gereduceerd worden. Het biedt tevens openingen om leerlingen te verwijzen naar andere exposities en hen te stimuleren daar kennis van te nemen.
Het unieke karakter van de tentoonstellingsruimte was het uitgangspunt.
Met toestemming overgenomen uit: Kunstzone, tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs, Stichting Kunstzone (NL), 2006, nr. 5.
Het volgende cursusjaar zullen we weer een serie afwisselende tentoonstellingen presenteren met werk van bekende kunstenaars.
GEZOCHT Zoals u merkt, willen wij de leraren Plastische Opvoeding ook interessante artikelen aanbieden. Daarvoor zijn wij dringend op zoek naar interessante auteurs binnen het veld. Bent u kandidaat om een artikel te schrijven of wilt u een naam suggereren? U kunt steeds terecht bij liesbeth.segers@muzes.be
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 6
Dag van de Schoolmuziek
Zaterdag 17 november 2007 – Leuven Thomas De Baets coördinator Dag van de Schoolmuziek 2007
De ‘Dag van de Schoolmuziek 2007’, een organisatie van Muzes vzw, vindt plaats op 17 november 2007 in de gebouwen van het Lemmensinstituut (Leuven) en is gericht naar iedereen die begaan is met muziekeducatie. Zowel leraren als verantwoordelijken uit de culturele sector en het jeugdwerk vormen het beoogde publiek. Op het programma staan: J Een algemene instap met lezingen; J Een aantal informatieve sessies over algemene muziekpedagogie; J Diverse praktische workshops met leeftijdsgerichte toepassingen; J De uitgave van een nieuwe muziekpedagogische publicatie; J Een uitgebreide vakbeurs met literatuur en instrumenten; J Mogelijkheid tot een informele dialoog. Deze dag gaat door onder de noemer van Dag van de Schoolmuziek, een naam met een rijk verleden. In de jaren ’90 organiseerde de vereniging Muziekleraars Vrij Onderwijs (M.V.O.) op jaarlijkse basis een soortgelijk evenement. Enkele hoogst interessante thema’s passeerden de revue: ‘Wereldmuziek’, ‘In de ban van de stem’, ‘ Muziek uit het leven gegrepen’, enz. Telkens kenden deze studiedagen een groot succes bij het aanwezige publiek. Op vraag van onze leden uit de onderwijssector nemen we, na een windstilte van ongeveer tien jaar, de draad terug op. In dit vernieuwde concept slaan we de vleugels echter uit naar een breder doelpubliek. Het organiserende Muzes stapt af van een jaarlijkse editie en opteert voor een organisatie om de drie jaar, met een zeer sterke kwalitatieve invulling. Om dit te garanderen stellen we een adviesraad samen met de opdracht het thema te onderzoeken en te plaatsen in een relevant maatschappelijk kader. Ook krijgt zij de vraag dit concept te vertalen naar de doelgroep op vlak van didactiek en mogelijke methodieken. Deze ontmoetingen zullen resulteren in een basistekst die zal worden gebruikt in de voorbereiding van de verschillende werksessies. De workshops worden ingedeeld volgens de onderwijsmatige structuur: kleuteronderwijs (de kleuter, 3 tot 6j.), lager onderwijs (het schoolkind, 7 tot 12 j.) en secundair onderwijs (de adolescent, 12 tot 18 j.). In het domein van de muziekdidactiek eisen deze drie doelgroepen een eigen benadering met specifieke accenten. Elke deelnemer participeert in drie keuzesessies. De innovatieve impulsen van de internationale muziekpedagogie zijn Muzes niet ontgaan. Door waardevolle contacten op internationale congressen en symposia lijkt het ons dan ook meer dan zinvol om gezaghebbende figuren naar Vlaanderen te halen. Daarenboven komt deze samenwerking de internationale uitstraling van de Vlaamse muziekpedagogie ten goede. Gedurende de hele dag wordt een vakbeurs ingericht. Wij bieden aan uitgeverijen, muziekwinkels en organisaties uit alle genoemde sectoren de mogelijkheid om een infostand op te stellen. Aan het einde bekroont een slotplenum alle gedane inspanningen van medewerkers, docenten en deelnemers met een fris muzikaal slotmoment en een nabeschouwing. Uiteraard is het onze bedoeling dat de aangebrachte ervaringen, zowel in het verslagboek als in de workshops, hun implementatie kennen in onderwijscontext, cultureel werk en jeugdwerk. In onze komende nieuwsbrieven wordt u in de rubriek ‘Dag van de Schoolmuziek’ verder op de hoogte gebracht van de verdere stappen in de voorbereiding van dit project.
OPROEP! In december wordt het ‘team’ samengesteld dat de ‘Dag van de Schoolmuziek’ zal voorbereiden. Er wordt een evenwicht gezocht tussen huidige MUZES-medewerkers en andere vrijwilligers. Als u geïnteresseerd bent één van volgende functies op u te nemen, gelieve dit te melden voor 1 november 2006 aan thomas.debaets@muzes.be. Ook kunt u via deze weg meer informatie verkrijgen over de inhoud van deze taken. J Assistent-coördinator (deelt het takenpakket van de coördinator) J Administratief verantwoordelijke (inschrijvingen, groepsverdelingen,…) J Logistiek verantwoordelijke (lokaalverdelingen, maaltijd,…) nieuwsbrief 6 -oktober 2006 7 J Public Relations (contacten i.f.v. vakbeurs,…)
Dossier
Muzes op de bres voor Esthetica Aflevering 2 Jos Maes voorzitter Muzes vzw
In nieuwsbrief 5 van afgelopen schooljaar werd de afhandeling van het dossier Esthetica door de Vlaamse regering ernstig in vraag gesteld. Het voorstel tot resolutie waarin de legitieme plaats van het vak esthetica in het algemeen secundair onderwijs wordt verdedigd, werd na een debat in het Vlaams Parlement in 2004 unaniem aangenomen en doorgestuurd aan de Vlaamse regering om decretaal te worden verankerd. Na ruim twee jaar was in het hele dossier niet de minste beweging te bespeuren. Voor Muzes een aanleiding om een brief te sturen naar Zr. Monica, hoofd van de commissie voor onderwijs van het Vlaams Parlement met de vraag om ons te berichten over de huidige stand van zaken. Haar antwoord vindt u hieronder. Geachte heer Maes, Oprechte dank voor uw brief. Graag enkele elementen als reactie. Dit dossier, zoals geformuleerd in de bedoelde parlementaire resolutie (cf. het punt 1° van de vragen aan de Vlaamse Regering), hoort onderwijsbeleidsmatig thuis onder de beleidsdoelstellingen van de onderwijsminister in de rubriek 3.4 Eindtermen en ontwikkelingsdoelen herzien van zijn Beleidsnota (2004-2009). Die doelen zijn het gevolg van het Vlaamse regeerakkoord (2004). Minister Vandenbroucke is dat omvangrijke herzieningsproces begonnen bij het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs. Voor het aspect Duits van dezelfde resolutie gaat het ook om de talennota die wordt voorbereid door een speciale werkgroep. Het hoeft geen betoog dat dit alles werk van langere adem is, zeker ook wanneer ik de omstandige lijst zie van Belangrijkste onderwijsdossiers komende jaar. Dat is niet alleen een lange lijst, maar hij bevat daarenboven nog eens erg complexe dossiers ook voor het volgende werkjaar: nieuwe financiering basis- en secundair onderwijs, Centra Leren & Werken, volwassenenonderwijs, nieuwe financiering hoger onderwijs, leerzorgkader, enz. Het eerste dossier op de agenda van de commissie Onderwijs (op 12 oktober a.s.) zal de lerarenopleiding zijn. Er lijkt mij eigenlijk geen specifieke strategie te moeten worden uitgestippeld om beweging te krijgen in het esthetica-dossier: het past in de ruimere context van de herziening van de eindtermen, die door de complexiteit ervan heel wat tijd zal vergen. Die algemenere benadering, volkomen overigens in de geest van de resolutie, is beleidsmatig te verkiezen boven een ad-hocregeling.
Met vriendelijke groet, Monica Van Kerrebroeck Voorzitter van de commissie Onderwijs Vlaams Parlement Wordt vervolgd‌
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 8
Nascholingen
Nascholing Muzikale Opvoeding vrijdag 8 december 2006 - C.C. De Schakel - Waregem In onze komende nascholing M.O. staat ‘actie’ centraal! Vanuit drie verschillende invalshoeken wordt ontwerpen en musiceren in de klas een must voor leerlingen en leraar! Sessie 1: Licht! Camera! Actie! – Thomas De Baets en Jos Maes De geschiedenis van de filmmuziek begint bij de stomme film. In de periode rond de eerste wereldoorlog werd voor het eerst live muziek gespeeld bij een filmvertoning. Overeenkomst tussen beeld en geluid werden aanvankelijk aan het toeval overgelaten. Vandaag is een filmbezoek een visuele én auditieve ervaring. Onze ogen én oren worden verwend door speciaal gecomponeerde muziek. Stel je even voor... bewegende beelden voorzien van aangepaste muziek. Is dit geen schitterende uitdaging voor de les Muzikale Opvoeding (en Esthetica)? Een stapsgewijze, methodische strategie vormt de onderbouw van de sessie. Een rijk arsenaal instrumenten staat ter beschikking om muziek te ontwerpen in een heuse bioscoop! Sessie 2: Ritmes uit de woestijn – De Notenboom vzw De woestijn spreekt tot de verbeelding. Altijd. Maar vooral de mensen die de oneindigheid van de woestijn proberen te bedwingen, verdienen respect. Sterke mensen met een heel
eigen muziek, die waar ze ook ter wereld gespeeld wordt, steeds de sfeer van de woestijn uitademt. Wij roepen die sfeer op tijdens de workshop, aan de hand van de Darbouka, een vaastrommel die met de vingertoppen wordt bespeeld. Door het samenspel met nog enkele kleine instrumenten en door het zingen van Arabische melodieën, wanen we ons al snel onder de Berbers. Naast deze initiatie voorzien we ook een korte voorstelling van het freeware programma Percussion Studio, waarin tal van mogelijkheden schuilgaan om de ritmes die aan bod komen tijdens percussieworkshops, te gaan opslaan of te gaan uitdiepen. Kortom, we stellen jullie een aloude traditie voor, maar ook een hedendaagse toepassing! Sessie 3: Samen zingen – Jos De Ryck Zingen in de klas. Hoe doe je dat? Hoe kan je de leerlingen overtuigen om mee te doen? De keuze van de liederen is natuurlijk van groot belang maar minstens zo belangrijk is de manier waarop het lied wordt aangeleerd en de creatieve manier waarop met het lied wordt ‘gespeeld’. Als je in deze sessie gewoon meezingt kom je vanzelf al een en ander te weten... Leden: 25 euro - Niet-leden: 50 euro inschrijven via info@muzes.be De inschrijving wordt bevestigd door betaling van het inschrijvingsgeld op rekeningnr 744-0167369-37 van Muzes vzw met als mededeling 'nascholing Muzes 8 december 2006' en de naam van de deelnemer.
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 9
Actueel Muzes op congres in Salzburg Thomas De Baets secretaris Muzes vzw
Van 6 t.e.m. 9 juli 2006 waren enkele bestuursleden van Muzes en Musicerende Jeugd te gast op het internationale symposium van het Orff-Schulwerk Forum en de universiteit Mozarteum te Salzburg. Het symposium, dat aan haar 7de editie toe was, wordt vijfjaarlijks georganiseerd rond de verjaardag van Carl Orff. De verschillende lezingen, workshops en concerten vonden zowel plaats in het ‘Orchesterhaus’ van de universiteit als in het ‘Orff-Institut’, instituut voor muziek- en bewegingsopvoeding. Natuurlijk hebben we ook geprofiteerd van de Mozartgekte die momenteel in Salzburg heerst. In de voormiddag stonden erg gewaardeerde lezingen op het programma van o.a. Dr. Horst Rumpf en Fernando Palacios. Na de lezing ging een docent van het Orff-Institut steeds de dialoog aan i.v.m. het aangereikte thema. In de namiddag hadden de deelnemers keuze uit diverse workshops. Een schare internationale muziekpedagogen stonden borg voor de kwaliteit en het vernieuwende karakter van de sessies. Ook waren er toonmomenten door studenten van het Orff-Institut. Deze momenten lieten bij ons een blijvende indruk na. Zij brachten telkens een prachtige symbiose tussen muziek en beweging. Tussen alle activiteiten door konden we enkele kinderkoren, jeugdgroepen, e.a. uit verschillende landen aan het werk zien. Elke dag werd afgesloten met een kwaliteitsvol concert. Zo bracht o.m. Het ‘Carl Orff Chor’ uit Marktoberdorf o.l.v. Robert Blank voor het aanwezige publiek een selectie uit koorwerk van Carl Orff en Hermann Regner. Wat ons vooral bijblijft zijn de informele contacten tussen muziekpedagogen van over heel de wereld. Het enthousiasme uit alle werelddelen bracht een enorme dynamiek in de groep. We kijken al uit naar het volgende symposium! De Mozartkugeln smaken nog na...
Frits Evelein (NL) te gast op het Lemmensinstituut Stephanie Vermosen studente muziekpedagogie
Tijdens de muziekpedagogische projectweek kregen we (de studenten van het 3de, 4de en 5de jaar muziekpedagogie) de kans om onder leiding van Frits Evelein te werken. Frits is hoofdvakdocent muziekdidactiek aan het Rotterdams Conservatorium en vakdidacticus aan de universiteit van Utrecht. De stoelen stonden in een cirkel, in het midden een hoopje post-it briefjes, met enkele stiften... Het begin van een dag waar niemand het einde van zou kunnen voorspellen. Met woorden gestart, om zo - in paren van twee - tot een ritmisch werk te komen. Nadien konden we rekenen op visies van andere studenten wanneer we ons stukje voorbrachten voor de groep. De woorden vervaagden en klanken kwamen in de plaats. Aan de hand van de parameters van de muziek werden de stukken gevormd en vervormd. Een open opdracht die leidde tot ver-
schillende verbazingwekkende klankstukken, ook al was de tijd die we kregen heel beperkt. Na de middag was het onze beurt om de groep aan het werk te zetten. We werden terug verdeeld in groepjes van twee, waarin we een kort ervaringsgericht lesmoment moesten voorbereiden. Een tijdje later werd elk groepje samengezet bij een ander paar van twee. De bedoeling was om de twee lessen te verweven zodat er één mooi geheel uit voortvloeide. Iedereen mocht zijn les uitproberen binnen de groep, waarbij de ‘leerkrachten’ aan zelfreflectie moesten doen, en nadien ook door de groep geëvalueerd werden. De tijd vloog voorbij, omdat we zélf bezig waren en open opdrachten kregen die we mochten uitwerken. De kunst - zo zei Frits Evelein- is om van iets héél kleins te vertrekken en toch tot een mooi resultaat te komen... en volgens mij is het gelukt!
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 10
Lied
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 11
Lied
1) Uitleg bij Refrein + Strofe 1 en 2 J "Rasta" = afkorting van "Rastafari" (aanhangers van de Rasta beweging in Jamaica, meestal met een vaard, een rood-geel-groene muts en de typische dreadlocks in het haar) J "Shake-a" = het Engelse "shake" is langer gemaakt om grappig te rijmen J "Ketinki tototo, ketinki tatata" is geen Jamaicaans, het zijn gewoon leuke klanken J "Everything Kris" = Jamaicaans voor "Alles OK?" J "Brain-pan" = geen correct Engels, noch Jamaicaans (verwijst naar hersenpan) J "Anutha one jus dead" = grappige uitdrukking die betekent dat iemand een grap niet begrepen heeft of niet alert is. 2) Mogelijke dansbewegingen Refrein J Ketinki tototo = maak wuivende golfbewegingen met de beide handen naar links J Ketinki tatata = maak wuivende golfbewegingen met de beide handen naar rechts J Do the reggae in Jamaica = Ronddraaien om de as (met reggae gevoel en de handen in de lucht) J la la la la = met de heupen bewegen + door de knieĂŤn buigen naar beneden Bridge: een kring maken (of 2 kringen in elkaar) J Lets all be friends, and wave our hands: Dansend hand in hand naar links stappen J Enjoy the way we move, and feel the groove: Dansend hand in hand naar rechts stappen 3) Voor de uitvoering van het ritme is het ten slotte belangrijk eerder drieledig te zingen en niet te hoekig. Het klinkt nog leuker als je bij het refrein en/of strofe percussie-instrumenten toevoegt. Veel plezier!
Copyright Euprint ed., B-3001 Heverlee D/2006/6045/026 - 5 - All rights reserved. www.euprint.be
nieuwsbrief 6 -oktober 2006 12
Prikbord Nieuwe liedbundel: KLANKKLEUR Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Gehrels Vereniging (Nederland) wordt er een jubileumliedbundel uitgegeven die de titel Klankkleur heeft gekregen. In deze liedbundel staan 60 liedjes afkomstig uit de laatste 15 jaargangen van het tijdschrift De Pyramide. De samenstellers van Klankkleur hebben er nadrukkelijk op gelet dat de er geen overlap bestaat tussen het liedmateriaal in de jubileumliedbundel Klankkleur en het in Nederland veelgebruikte Eigen-wijs. Bij Klankkleur zijn twee cd’s verschenen waarop de liedjes zowel in een gezongen versie als een meezingversie zijn opgenomen. Bijzonder aan deze liedbundel is dat alle liedjes voorzien zijn van een paginagrote illustratie. Acht Kunstenaars hebben elk van de liedjes voorzien van een illustratie. Meer info? www.gehrelsmuziekeducatie.nl
KADEEKE Nieuwe bundel Kerstliederen: WERELDWIJDE WENSEN Naast een schat aan (waardevolle!) traditionele kerstliederen bestaan er weinig nieuwe Nederlandstalige liedjes op kinder- en jeugdniveau. Om een impuls te geven aan het repertoire van heel wat kinderkoren, schreven vijf componisten elk hun eigen kerstlied. ‘WereldWijde Wensen’ bezingt Kerstmis op een actuele wijze, met respect voor de eeuwenoude waarden van Kerstmis. Deze bundel richt zich niet alleen tot koren, maar wil ook het nieuwe kerstrepertoire introduceren in lagere scholen. Daarom is er ook een didactische fiche verkrijgbaar die de hand wil reiken aan onderwijzers en koordirigenten wil inspireren. Meer info? www.euprint.be
EUPRINT bvba Parkbosstraat 3 3001 Heverlee T.: 016-404049 F.: 016-407049 info@euprint.be www.euprint.be
Misschien herinnert u zich de liedbundel ‘KADEEKE’ nog. Deze bundel werd uitgebracht door Musicerende Jeugd ter aanleiding van haar 40ste verjaardag en kende een erg groot succes. In het boek werden 20 kinder- en jeugdliederen opgenomen van Vlaamse liedcomponisten, waaronder Kurt Bikkembergs, Jan Coeck, Jos De Ryck, Stan Van Vaerenbergh en Jos Wuytack. De gelijknamige CD bevat alle liedjes uit het boek, ingezongen door vooraanstaande Vlaamse kinder- en jeugdkoren. Naar aanleiding van de herdruk, willen wij hierbij deze bundel terug in de kijker zetten. Nog steeds is het liedmateriaal erg bruikbaar! Meer info? www.euprint.be
Regionale vakvergadering Leuven: woensdag 25 oktober 2006 van 19.30u tot 21.30u in het Heilig-Hartinstituut, Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee. Inschrijven kan tot 22 oktober 2006 via sara.cauwenberghs@muzes.be. Gelieve bij de inschrijving steeds uw naam en school te vermelden. Meer info: sara.cauwenberghs@muzes.be of www.muzes.be
Leuke liedjes met een leuk verhaaltje kers e Baets lootmae Martin S ational Thomas D rts o rn ko te s Web-in Examen emberg Kurt Bikk ten (CD) Knuffeltijd o n et m la Pael ten der Strae Jan Coeck eert Van eld hebben wou... G ca si u M e er Residenti aat op reis n die de w Van de ma Musica g Residentie bbie Ro
Albums onisten Div. comp (CD) ad Kattenkwa
embergs Kurt Bikk s (CD) je Kleine lied jes (CD) lied e n ei Nog 9 kl
ai Erika Bud oud ng a v g o o b Regen gmans Paul Stee d el w Kinder er
Muziekvoorbeelden op onze website www.euprint.be nieuwsbrief 6 -oktober 2006 13