THE MANY LIVES OF…A MIRROR, Laura Bamps, Luca C-mine Photogaphy

Page 1

A Mirror



A Mirror


1. Bewonderen Bew

e Ho us

Gl

se

ou

sH as

s as

Gl

Glan ze n 4.

i

s

eë l

Sp i

e ë ls

s

i e ël

Sp

zen Glanzen Glan

s

i e ël

Sp

zen lan G

2. Spie ëls Spie ëls Spie ëls Sp

deren Bewonderen Bewonderen on

3. G lass H o use G lass

INDEX


5. K o p i ë

6. Isfjorden Isfjorden Isfj

orden Isfjorden Isfjorden Isfjorden

Ko

Ko

pi

re n

pi

ër en

K o p i ë re n K o p

en r ië

ter

7. Register Regis

E

Re g i s ter R e gis

plus een is een een is een Een plus en

ter gis Re

8.

ter Register



01

BEWON DEREN

1. Eerbied,

bewondering hebben voor

SPIEGEL


onbekend

onbekend

GESCHIEDENIS VAN DE SPIEGEL ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?’. Het overbekende zinnetje uit Sneeuwwitje is tekenend voor de manier waarop we de spiegel gebruiken. Sommige mensen kijken er maar al te graag in, andere mijden hun spiegelbeeld zoveel mogelijk. Hoewel de spiegel in de huidige gedaante nog niet zo lang bestaat, kijkt de mens al duizenden jaren naar zijn spiegelbeeld. Etruskische spiegels De Etrusken hebben het maken van spiegels overgenomen van de Egyptenaren. Vermoedelijk is via handelscontacten met Noord-Afrika de Egyptische spiegel bij de Etrusken geïntroduceerd. Vanaf ongeveer 400 voor christus werd de spiegel steeds meer een eenheid met het handvat. Het handvat eindigde vaak in een gestileerde rammenkop, een symbool voor het afweren

1300-1400

van onheil. In de loop van de 4e eeuw werd de spiegelende kant vaak boller gemaakt, omdat zo het spiegelende oppervlakte groter werd. De achterzijde van de spiegels werden vaak versierd met inscripties en voorstellingen uit de Griekse mythologie. Meestal waren het vrolijke afbeeldingen, zoals liefdestafereeltjes.

-100-100

-500- -200

200-300

1906-1909

onbekend

8

1760


Vrouwending In de oudheid was de spiegel al bij uitstek een modieus voorwerp voor vrouwen. De meeste spiegels waren rijkelijk gedecoreerd met ietwat zoetsappige liefdesscènes. De amoureuze avonturen van Grieks-Etruskische goden waren veruit het favoriete onderwerp. Verder zijn er spiegels bekend met meer neutrale voorstellingen, zoals religieuze plechtigheden, afbeeldingen van goden en gesprekssituaties. De wilde gevechten en drinkgelagen, die vaak in de Etruskische kunst voorkomen, werden niet afgebeeld op de handspiegels. onbekend 1700

Romeinen Een grote verandering in het maken van spiegels werd in gang gezet toen de Romeinen aan het begin van onze jaartelling het maken van glas onder de knie kregen. Hierdoor kon een veel grotere variĂŤteit aan glazen voorwerpen gemaakt worden. Door het glas van een laagje metaal en lak te voorzien, slaagden de Romeinen erin de eerste door de mens gemaakt glazen spiegels te ontwikkelen. Bij opgravingen in Romeinse nederzettingen zijn stukken glas aangetroffen met een laagje bladgoud, die als spiegel gefungeerd hebben. Door de grootte van het Romeinse Rijk en de goede handelsnetwerken konden de spiegels en andere glazen producten zich over een groot gebied verspreiden. Mede door de val van het Romeinse Rijk kwam de ontwikkeling van de spiegel een tijdlang stil te liggen.

1755-1770

onbekend

1757

1400-1950

Middeleeuwse kwikspiegels Pas rond de 14e eeuw veranderde de basisvorm van de spiegel, doordat toen de techniek van het glasblazen algemeen bekend werd. Spiegels werden vanaf de 14e eeuw gemaakt door een grote glazen bol te blazen en daar, via de blaaspijp, een mengsel van lood en tin in te gieten. Door de bol na het afkoelen in stukken te snijden, verkreeg de maker enkele bolle spiegels. Een andere middeleeuwse vinding was de zogenaamde kwikspiegel. Het productieproces bleef gelijk, maar voor het spiegelende oppervlak werd een mix van tin en kwik gebruikt. Hoewel beschrijvingen van deze techniek vanaf de 13e eeuw bekend zijn, werd de techniek pas in de 16e eeuw algemeen in gebruik genomen. Deze fabricagemethoden waren enorm omslachtig en tijdrovend, wat er toe leidde dat spiegels peperduur waren. Daarnaast was de productie erg ongezond door de giftige kwikdampen die vrijkwamen.

1700-1800 onbekend

1670

19e eeuwse zilverspiegel Vanwege de omslachtige, giftige en gevaarlijke productiemethode raakte het maken van kwikspiegels in ongebruik. In Nederland werd het in 1886 zelfs verboden. Inmiddels was er in het begin van de 19e eeuw een chemische methode uitgevonden om glas van een laag zilver te voorzien. Door een zilvernitraatoplossing te verhitten scheidde zilver zich af op het glasoppervlakte en ontstond er een schitterende spiegel. Dit basisprincipe werd door de jaren heen verder ontwikkeld en leidde tot vele verbeteringen en octrooien. Tegenwoordig is de fabricage van spiegels volledig geautomatiseerd. Glasplaten liggen op een lange band, worden gereinigd, voorzien van een laagje zilvernitraat en koper en daarna afgelakt om de kwetsbare spiegellaag te beschermen.

1640

1740-1760

1650-1700

1750

1550-1600

9


10


11


12


13


Captain Beefheart & the Magic Band

Mirror Man, 1971

Mirror man mirror me Mirror man mirror me Mirror man mirror than Mirror land farther than Mirror day mirror way Mirror man mirror way Mirror man mirror me Mirror man mirror me

14


mirror is required? mirror is fairest of them all mirror is immersed in water mirror is coming soon mirror is heavily mirror is closed mirror is all mirror is virtual with mirror is an mirror is verhuisd mirror is not like water" by william c mirror is old mirror is closer than she appears mirror is an adventure in physical mirror is a perl script that recursively downloads and stores mirror is stated in mirror is enlarged here mirror is often a good friend mirror is ÂŁ9 mirror is in the eye of the reflected mirror is mirror is required? in the previous part of this lesson mirror is equal to the distance from the image to the mirror mirror is maintained by alan cairns mirror is fairest of them all over 99% of incoming light is reflected mirror is actually a partially transparent mirror mirror is ready mirror is removed from the telescope and wrapped in a protective cover mirror is availabe at rocks mirror is coming soon posted by mirror is the height of the cabinet mirror is heavily directional but not small christa hooijer and daan lenstra division of physics mirror is of a little girl circa 1930s mirror is virtual with magnification 1 mirror is best of its size mirror is an old friend mirror is going down mirror is of the same size of the object from where the rays come from mirror is called the object distance and the distance between the virtual image and the mirror is the image distance mirror is ready"; previous message mirror is ready"

15


10 Crazy Facts About Mirrors De schone WC-spiegel

RUTH SEARLE DECEMBER 30, 2013

Een concierge op een middelbare school heeft al een tijdlang last van vrouwelijke leerlingen die de spiegels op de meisjes-wc gebruiken om hun lipstick op uit te testen. Wanneer de meisjes hun lipstick hebben opgedaan, drukken ze hun lippen tegen de spiegel waardoor die al snel onder de lippenstift komt te zitten. De lippenstift is moeilijk te verwijderen en de concierge heeft er iedere keer een hels karwei aan om de spiegels weer schoon te krijgen.

We’re all familiar with mirrors—we look into them every day. But mirrors aren’t just for checking your appearance or looking for cars behind you when you’re driving. There are some crazy things mirrors can do, including keeping wormholes stable enough to travel through time. Mirrors and phantom limbs can help us learn about the brain, and mirrors can also allow us to measure the distance to the Moon. Here are the craziest things about mirrors.

Kiss! Een waarschuwend briefje waarin gedreigd wordt met disciplinaire maatregelen heeft amper effect. De concierge bedenkt daarom een list om voor eens en voor altijd van het gesodemieter af te zijn. Tijdens de grote pauze verschijnt hij met een dweil in de toiletten en begint de vloer te dweilen. De leerlingen die voor de spiegel bezig zijn met hun make-up bekijken de concierge met argusogen. Iedere keer als de concierge vers water nodig heeft, doopt hij zijn stok in een van de toiletpotten. Wanneer de concierge klaar is met de vloer, doopt hij zijn dweil in de dichtstbijzijnde WCpot en begint nauwgezet de lipstick van de spiegels te boenen. Het is de laatste dag dat er op de spiegels lipafdrukken zijn terug te zien.

10 Mirrors And Time Travel

all know that you can travel through time in a wormhole, right? The only trouble is that wormholes have a tendency to collapse, which prevents anything from passing through them. However, help is at hand, with a simple pair of mirrors. All you need is two uncharged mirrors (or metallic plates) in a vacuum, placed a few micrometers apart—make sure there is no external electromagnetic field. Now comes the Casimir effect, which is a physical force arising from a quantized field between the two mirrors. This quantum electrodynamic force produces a mass-negative region of space-time between the mirrors, which could stabilize a wormhole, and allow faster-thanlight travel. Theoretically, you could travel to the past, but not the future—so you couldn’t get next week’s winning lotto numbers, unfortunately. Another fly in the ointment is that the stable wormholes produced by the mirrors are infinitesimally small, so don’t plan a holiday to visit your ancient ancestors just yet.

9 Mirrors, Phantom Limbs, And The Human Brain

Neuroscientists are a wacky bunch, but, amazingly, experiments using mirrors on patients with phantom limbs have allowed researchers to learn a lot about how the brain works. Using a Het verhaal van de jongen en de echo

16

Een man en zijn zoon lopen in het bos aan de voet van een hoge berg. Plotseling struikelt de jongen. Hij voelt een scherpe pijn in zijn voet en schreeuwt van de pijn: “Ahhhh!” Vanuit de hoge bergen klinkt plots een stem die “Ahhhh!” roept. De jongen is verrast en nieuwsgierig. Hij roept: “Wie ben jij?”, maar het enige antwoord dat hij terugkrijgt is: “Wie ben jij?”. Hij wordt kwaad, waarom wil de stem niet vertellen wie hij is? Hij roept: “Je bent een lafaard!”, waarop de stem op zijn beurt antwoordt:

“smoke and mirrors” style optical illusion, researchers placed mirrors vertically on a table, and used them to reflected the patient’s intact limb— say a hand. This effectively superimposed the reflection of the intact hand onto the side of the phantom limb, so that—to the patient—it looked like they had both hands. Weirdly, when the intact hand was moved, the patient felt the same movement in the phantom hand—even if the hand had been missing, and no movement had been felt for more than 10 years. When the intact hand was touched, the patient also felt the sensation in the phantom limb. By repeating the procedure several times, some patients felt their phantom limb disappear. Scientists think this effect is due to the plasticity in the brain, and the way it creates new neural pathways after losing a limb. They also think that there is a strong connection between vision and touch in the brain.

8 Mirrors Cause Hallucinations

A strange illusion is conjured up when you stare at your reflection in a mirror. It’s an old Halloween trick that modern science is starting to investigate. Try it for yourself. Sit in a darkened room, about a meter (3 ft) away from a mirror, and gaze at the reflection of your face for about 10 minutes. Keep the lighting as dark as you can, while still being able to see your reflection. At first, you will find that there are small distortions in your face in the mirror. Then, gradually, after several minutes, your face will begin to change more dramatically, and look more like a waxwork, like the face doesn’t belong to you. Some people see a series of other faces, or even fantastical monsters or beings staring back, and others see animal faces. It is a dissociative state that scientists are studying, in order to try and understand our sense of self and identity. Psychologists believe it could

“Je bent een lafaard!”. Daarop kijkt de jongen naar zijn vader en vraagt of hij weet wie de stem is. De vader kijkt naar zijn zoon en zegt ‘Let op!’. Hij neemt een grote ademteug en roept naar de bergen: “Ik bewonder jou!”. De stem antwoordt met hetzelfde enthousiasme: “Ik bewonder jou!”. De vader roept: “Jij bent prachtig!” en de stem antwoordt: “Jij bent prachtig!”. De jongen is verbaasd, maar begrijpt nog steeds niet wat er aan de hand is. Daarop legt de vader uit: “De mensen noemen dit een echo, maar eigenlijk is dit het leven. Het le-

ven geeft je altijd terug wat je erin stopt. Het leven is een spiegel van jouw handelingen. Als je meer liefde wilt, geef dan meer liefde. Wil je meer vriendelijkheid, geef dan meer vriendelijkheid. Als je begrip en respect wenst, geef dan begrip en respect. Wil je dat mensen geduldig en respectvol met je omgaan, geef hen dan geduld en respect. Deze natuurwet gaat op voor elk aspect van ons leven.”

Via: paradijsvogelmagazine


even help patients with schizophrenia, when they are encouraged to confront their “other selves.”

7 Can Everyone Recognize Themselves In A Mirror?

Most of us take it for granted that we will recognize ourselves in a mirror. Yet, it seems that not everyone can pass the mirror mark test for self-recognition. Scientists use a method of marking the face or body, then observing what the subject does in front of a mirror, to test for signs that they recognize themselves and try to rub off the mark. Children usually develop mirror self-recognition by 24 months of age. However, when researchers tested non-Western children—in countries like Fiji and Kenya—these children failed to pass the test even at six years of age. But this is not a sign that they lack the ability to separate themselves psychologically from other humans. Rather, it is a cultural difference in the use of mirrors, and a problem with the effectiveness of the mirror test. These children showed freezing behavior when confronted with their own reflection, indicating that they did understand that the reflection was themselves, not somebody else.

6 Animals That Have Mirror Self-recognition

Just as many humans do not pass the current mirror self-recognition test, many animals fail it too. Could that mean that certain animals are able to pass a different test for recognizing their own reflection? Some researchers think so. For example, some elephants failed the marking method for mirror self-recognition, but showed obvious self-recognition behaviors, such as repetitive movements that showed a connection to their reflection. Perhaps some animals are simply not bothered about having marks on them, and therefore

Leda

don’t react.Gorillas also failed the test, and were thought not to have mirror self-recognition. However, gorillas are easily embarrassed—eye contact is very important in gorilla societies—and after looking at their reflection, they tend to go off somewhere private to remove the marks they saw in the mirror. They are now accepted as having mirror self-recognition. The arguments are flying as to Taxi Driver 1976 the effectiveness of the marking method, and it could be that many other species are much more self-aware than we give them credit for. Animals that pass the traditional mirror self-recognition test include chimpanzees, orangutans, bonobos, gorillas, elephants, bottlenose dolphins, killer whales, and European magpies.

“Didn’t you ever try looking at your own eyeballs in the mirror?”

5 Mirrors On The Moon

The Moon is, on average, 384,403 kilometers (238,857 mi) away from us on Earth. We know this so accurately thanks to mirrors. The distance to the moon varies, because of its elliptical orbit around the Earth. At its closest, known as perigee, it is only 363,104 kilometers (225,622 mi) away. At apogee, the most distant, it is 406,696 kilometers (252,277 mil) away from us.The Laser Ranging Retroreflector was left on the Moon by Apollo astronauts, and is used to calculate the distance from the Earth to the Moon. It is essentially a series of corner-cube reflectors—a special type of mirror— which reflect a laser beam back in the direction it came from. These laser beams are aimed at the Moon from large telescopes on Earth, and their reflected light allows scientists to calculate the

My sister tells a story about a swan and a jeweled strand. I have never thought of myself as a bird before. A heron stabs after the half moon among the current, then lifts off, carving into the horizon. The sea shirs the sand where my foot rests. Caught in the mirror, her daughter blooms pale, hung from the morning like a pearl pendant. Anne M. Doe Overstreet, from Delicate Machinery Suspended

17


distance to the Moon with an accuracy of up to just 3 centimeters (1.2 in). Not only can the Laser Ranging Retroreflector measure the distance from the Earth to the Moon, but it has improved our knowledge of the Moon. For example, it has provided information about the Moon’s orbit, and we now know that it is receding from Earth at about 3.8 centimeters (1.5 in) per year. These measurements have even been used to test Einstein’s theory of relativity.

4 Mirrors Can Also Reflect

Mirrors are not just for gazing at your reflection. Mirrors can actually reflect sound as well as light. Mirrors that reflect sound waves are known as “acoustic mirrors,” and were used in Britain during World War II to detect certain sound waves coming from enemy aircraft. This was before the development of radar. Several were built around the coast of Britain, and are still standing today— the most famous ones are at Denge, near Dungeness, Kent. There is no public access to them, but they can be seen on a special guided walk. The only sound mirror outside of Britain is also one of the biggest: the 61 meter (200 ft) sound mirror in Maghtab, Malta. It is known locally as “il widna,” which means “the ear.” It is a well-known secret, and there is no public access to it.

3 Reflecting Matter With Mirrors

Amazingly, mirrors can also reflect matter. Such mirrors are known in physics as “atomic mirrors.” An atomic mirror reflects atoms of matter just as a conventional mirror reflects light. They use electromagnetic fields to reflect neutral atoms, although some just use silicon water. The reflection from an atomic mirror is essentially a quantum reflection of a wave of matter, and works for reflecting neutral atoms that are moving slowly.

These atoms are basically repelled from the surface of the mirror. This can be used to trap slow atoms, or to focus an atomic beam. Atomic mirrors work better if they are ridged, because of the larger wavelengths of matter compared to minute photons of light.

2 True Mirrors

It’s actually a myth that a mirror reverses your image—your reflection is not flipped. What you see is the left-hand side of your face on the left of the mirror, and the right-hand side on the right, giving the illusion that your reflection is reversed. However, a non-reversing mirror, or “true mirror,” was developed. It allowed the user to see their reflection as others saw them—primarily for applying cosmetics.It’s easy to make a true mirror yourself—simply position two conventional mirrors at 90 degree angles, and look at your reflection from the join. A true mirror gives you a 3-D reflection, which moves as you do, rather than giving you the flattish image you get in an ordinary mirror. It allows you to see yourself as the world sees you. Try it if you dare.

1 Splitting Light With A Mirror

Mirrors can not only reflect light, sound, and matter, but they can also split light beams. Many beam splitters use mirrors, and are commonly used in many scientific instruments, including telescopes. A basic beam splitter is a cube, made from two glass prisms connected at their base. As a beam of light hits the beam splitter, half of it continues along its path, and the other half is reflected at a 90 degree angle. There are various versions of the beam splitter that try to reduce the loss of light, but this is the basis of a beam splitter. It turns out that mirrors are amazingly versatile—who knew? Sleeping in Grandmother Wolfe’s House

The face is the mirror of the mind, and eyes without speaking confess the secrets of the heart. St. Jerome

18

Buried here in sheets in this darkened room, sometimes time sits heavy on the soul. Some evenings with a last over-the-shudder look out the window, Red finds herself receding further, further back, to stone, becoming the dead thing that fell from the branch, or the bird-bitten, unplucked callow drupe. This is the bed where she was born. The mirror tipped in its walnut frame pins her flat against the wall, same axe-blade face suspended there above a crocheted doily that her grandmother saw, that woman whose knife pared each portion to its core, the crevassed heart of apricot and plum. —Anne M. Doe Overstreet, from Delicate Machinery Suspended


FEBRUARY 1958

James Merrill

MIRROR I grow old under an intensity Of questioning looks. Nonsense, I try to say, I cannot teach you children How to live. - If not you, who will? Cries one of them aloud grasping my gilded Frame till the world sways. If not you, who will? Between their visits the table, its arrangement Of Bible, fern and Paisley, all past change, Does very nicely. If never I feel curious As to what others endure, Across the parlor you provide examples, Wide open, sunny, of everything I am Not. You embrace a whole world without once caring To set it in order. That takes thought. Out there Something is being picked. The red-and-white-bandannas Go to my heart. A fine young man Rides by on horseback. Now the door shuts. Hester Confides in me her first unhappines.

19


Snow White and the Seven Dwarfs

1937


,m

irror on the

who’s t all, w

t s o e f r i the a f e h

m

M ? i l rro l a r


22


Het was in ‘t hartje van de winter. Sneeuwvlokken vielen als veren uit de hemel neer; en er was een koningin en zij zat aan ‘t venster, dat in zwart ebbenhout was gezet, en ze naaide. En terwijl ze zo naaide en opzag naar ‘t sneeuwen, stak ze zich in haar vinger met de naald, en er vielen drie druppels bloed in de sneeuw. En toen ze ‘t rood zo mooi zag afsteken in de witte sneeuw, zei ze in zichzelf: “Had ik nu een kindje, zo wit als sneeuw, zo rood als bloed, en zo zwart als dit ebbenhout.” Sneeuwwitje is een van de bekendste Heel gauw na die dag kreeg ze een dochtertje. En het was zo sprookjes. Vastgesteld moet echter wit als sneeuw, en zo rood als bloed, en haar haar zo zwart als worden dat Sneeuwwitje in Nederebbenhout; en daarom werd ze Sneeuwwitje genoemd. Toen land haar bekendheid niet zozeer ‘t kind geboren was, stierf de koningin. Een jaar daarop nam dankt aan de mondelinge overlevering, als wel vooral aan het (kinder) de koning een andere vrouw. Het was een mooie vrouw, maar boek, het sprookjespark, de film, de ze was trots en overmoedig en ze kon ‘t niet verdragen dat videoband, de langspeelplaat, de casiemand mooier was dan zij. Ze had een heel bijzondere spie- setteband en de cd. In een recent ongel; en als ze daarvoor ging staan en zichzelf daarin bekeek, derzoek onder Duitse jongeren staat Sneeuwwitje zelfs op de eerste plaats sprak zij: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” dan antwoordde de spiegel: “De koningin is de mooiste van ‘t land.” Dan was ze voldaan, want ze wist dat de spiegel de waarheid sprak. Sneeuwwitje groeide op, en werd elke dag mooier. En toen ze zeven jaar was, was ze zo mooi als een heldere dag en nog mooier dan de koningin zelf. Toen die eens aan de spiegel vroeg: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” toen antwoordde de spiegel: “O koningin, heel mooi bent u, Maar Sneeuwwitje is duizendmaal mooier nu!”

in de Top Tien van bekende sprookjes. Bij meisjes staat Sneeuwwitje ook in de Top Drie van de lievelingssprookjes.

De catalogus van volksverhalen van Aarne-Thompson registreert voor Sneeuwwitje (at 709) een tamelijk brede geografische verspreiding over West-Europa, met een zekere nadruk op Ierland, IJsland en Scandinavië. Maar het is ook gevonden in het Midden-Oosten, China, India en in heel Amerika. Een (nogal afwijkende) versie van het Sneeuwwitje-sprookje komt al voor in de Pentamerone (1634-36) van Giambattista Basile. Hierin voorspelt een fee dat het mooie meisje Lisa zal sterven als zij op zevenjarige leeftijd door haar moeder gekamd wordt. Lisa geraakt inderdaad in een dodelijke slaap en wordt in een kamer bijgezet in zeven, in elkaar passende kristallen kisten. Na de dood van haar moeder ontwaakt zij, als haar tante - een barones - haar aan haar haren uit de kist trekt. De jaloerse tante vernedert en mishandelt Lisa en laat haar werken als keukenmeid. Zodra de baron achter de ware toedracht komt, verstoot hij de barones en huwelijkt hij Lisa aan een waardige partij uit.

Daar schrok de koningin zo van, dat ze groen en geel werd van jaloezie. Zodra ze Sneeuwwitje weer zag, keerde zich haar hart om in haar borst, zo haatte ze haar voortaan. Jaloezie en hoogmoed groeiden als onkruid in haar hart, steeds weliger; zodat ze geen rust meer had, dag noch nacht. Toen riep ze de jager bij zich en zei: “Je moet dat kind naar het bos brengen, ik wil ‘t niet meer voor mijn ogen zien. Je moet haar doden, en haar longen en lever als bewijzen mee terugbrengen.” De jager gehoorzaamde en bracht haar weg; maar toen hij de hartsvanger getrokken had en Sneeuwwitjes arm onschuldig hartje daarmee wilde steken, begon zij te huilen en sprak: “Och lieve jager, laat me toch leven! Ik zal ‘t bos in gaan en nooit meer Uiteraard kunnen er nog allerlei anthuiskomen!” En omdat ze zo mooi en lief was, kreeg de jager dere variaties in het verhaal optreden. Sneeuwwitje kan een vondeling zijn. medelijden en zei: “Loop dan maar gauw weg, arm kind!” - “De In plaats van de toverspiegel treedt wilde dieren zullen haar weldra verscheuren,” dacht hij, en toch wel eens een sprekende hond op, was het hem, of hem een steen van ‘t hart gewenteld was, die Spiegel heet. Het ‘bewijs’ van de dat hij haar niet hoefde te doden. En toen juist een jong reetje kwam aangesprongen, koos hij dat als slachtoffer, nam er long en lever van en bracht dat als bewijsstukken aan de koningin. De kok moest ze in zout water koken en het wraakgierig mens at ze op en verlustigde zich in de gedachte, dat ze Sneeuwwitjes longen en lever had gegeten. Intussen was het arme kind moederziel alleen in ‘t grote bos, en ze werd bang; ze keek alle bladeren van de bomen aan om hulp, en wist niet, hoe ze zichzelf moest redden. En toen begon ze maar te lopen, en liep over scherpe stenen en door dorens, wilde dieren liepen haar voorbij, alleen, ze deden haar geen kwaad. Ze bleef doorlopen, zolang haar voeten maar verder konden, en toen werd het avond. Daar opeens zag ze een klein huisje; ze wilde erin gaan om uit te rusten. Alles in ‘t huisje was klein, maar sierlijk en keurig; het is niet te zeggen hoe keurig. En er stond een wit gedekt tafeltje, met zeven kleine bordjes, en bij elk bordje een klein lepeltje, en zeven mesjes, en vorkjes en ook zeven bekertjes. Tegen de wand stonden er zeven bedjes naast elkaar, opgemaakt

Sneeuwwitje

dood van Sneeuwwitje is meermaals een dierenhart. De dwergen kunnen ook rovers zijn. De [p. 337] glazen kist is af en toe van goud of zilver. En hoe wreed het ook moge klinken: soms is de slechte koningin niet de stiefmoeder van Sneeuwwitje, maar haar natuurlijke moeder. Ondanks alle variatie vertoont het sprookje van Sneeuwwitje steeds hetzelfde conflict: de rivaliteit die de (stief)moeder ertoe brengt haar (stief)dochter naar het leven te staan. De vrees van de ouder om in aantrekkelijkheid te worden overtroefd door het kind is voer voor psychologen. Bruno Bettelheim wijst erop dat, waar een incestueuze belangstelling van de (stief)vader voor de (stief) dochter in veel versies aan de fantasie van de luisteraar wordt overgelaten, er ook enkele versies bestaan waarin die evident is. Een minder vergaande interpretatie vat het sprookje op als het relaas van een psychische ontwikkeling. De situatie van competitie en jaloezie ontstaat als een narcistische moederfiguur merkt dat het opgroeien van een dochter impliceert dat zij zelf steeds ouder (en onaantrekkelijker) wordt. Elders groeit de dochter verder op en leert de verantwoordelijkheden voor een huishouden kennen. De moederfiguur poogt haar ontwikkeling tot puber en volwassene te dwarsbomen door haar te verleiden met fatale schoonheidsmiddelen waarvoor het meisje nu interesse heeft ontwikkeld (het keurslijf, de kam). Ook de derde verleiding - de appel - is een symbool van seksualiteit en verlies van onschuld (vergelijk Adam en Eva). Sneeuwwitjes jeugd sterft nu: zij heeft de seksuele volwassenheid bereikt en is spoedig onafhankelijk en rijp om te trouwen met een passende partner.

23


Dichters & Denkers Het verhaal van Narcissus ‘Ik brand van liefde voor mijzelf’ In Ovidius’ Metamorfosen komt de vertelling over Narcissus voor, die zich niet kan losrukken van zijn spiegelbeeld in het water. Het verhaal gaat niet per se over narcisme, maar vooral over de waterige substantie van het ik, dat vervloeit wanneer je er te lang naar kijkt. Misschien weet ik niet precies wie ik ben, maar ik heb er nooit aan getwijfeld dat mijn ik een min of meer consistent geheel is, waarvan ik vrij zeker meen te weten dat het zich in mijn lichaam bevindt. Ik herinner me niet wanneer ik mezelf als individu begon te ervaren, maar er moet een moment geweest zijn waarop ik mijn spiegelbeeld herkende als verdubbeling van mijzelf. Het is een duivelse paradox dat het besef jezelf te zijn pas goed tot je doordringt zodra je geconfronteerd wordt met een optische illusie die je jezelf voorschotelt als een ander. Toen Arthur Rimbaud op 15 mei 1871 opperde dat ik een ander is, wilde hij niet suggereren dat het individu zijn langste tijd had gehad. Hem ging het erom door een ontregeling van alle zintuigen buiten zichzelf te treden, met de bedoeling een ziener te worden. Alleen wie afstand neemt van zichzelf zou ertoe in staat zijn het bestaan in al zijn schoon-

heid en verschrikking te aanschouwen. Mogelijk hoopte Rimbaud te ontsnappen aan een ik dat hij als hel ervoer, hoe dan ook heeft zijn extase schitterende poëzie opgeleverd. Maar met de dichter zelf is het uiteindelijk niet goed afgelopen. De oermythe van het ik als een ander is die van Narcissus – althans, zo wordt dat verhaal tegenwoordig gelezen, en het is nog maar de vraag of het inderdaad daarover gaat. We zien slechts wat we willen zien. Lezen is, bijna onvermijdelijk, een spiegeling, een projectie van eigen obsessies op teksten die gedwee antwoord geven op onze vragen, zelfs als ze eigenlijk iets anders zouden willen vertellen. Om te beginnen moeten we vaststellen dat het verhaal van Narcissus helemaal geen mythe is, maar een fragment uit het derde boek van Ovidius’ Metamorfosen, geschreven rond het begin van onze jaartelling. Wellicht hebben er andere versies gecirculeerd, maar die zijn niet bewaard gebleven, en alle latere verwijzingen naar de onfortuinlijke jongeman zijn schatplichtig aan Ovidius. Wie op zoek is naar zekerheden is bij Ovidius aan het verkeerde adres. Met name in zijn Metamorfosen doet hij er, vijftien boeken lang, alles aan om stabiele betekenissen te ondermijnen. Het gedicht wisselt onder je ogen voortdu-

rend van gedaante. Hoe langer je kijkt, des te ongrijpbaarder wordt het. Wat is nu eigenlijk de identiteit van de Metamorfosen?

besloten eenheid, dan wel een poreus fenomeen is, dat het vermogen heeft buiten zichzelf te geraken en contact te maken met zijn omgeving.

De episode van Narcissus, die ruim 180 versregels telt, is ingebed in de zogenaamde Thebaanse cyclus, en wel als illustratie van de geloofwaardigheid van Tiresias, de blinde ziener die traditioneel een grote rol speelt in de levensverhalen van Oedipus en Odysseus. In de Metamorfosen vinden de wederwaardigheden van Narcissus plaats in de periode tussen de geboorte van Bacchus en diens manifestatie als orgiastische god in het preutse Thebe. De context zou er dus op kunnen wijzen dat Ovidius iets heeft willen zeggen over inzicht en blindheid, en over de vraag in hoeverre het individu een

Narcissus komt uit een vreemd nest: zijn moeder Liriope is een beek of een bron, die aangerand werd door de rivier Cephisos. Impliceert dit niet dat Narcissus eigenlijk van water is? Wanneer Liriope Tiresias raadpleegt om te weten te komen of haar zoon lang zal leven, antwoordt de ziener: ‘Si se non noverit.’ Deze woorden worden doorgaans vertaald als: ‘Ja, mits hij zichzelf niet leert kennen.’ Maar dat staat er niet. De zin is onaf, want wat er zal gebeuren als aan de voorwaarde is voldaan, blijft onuitgesproken. Bovendien is de conditionele bijzin dubbelzinnig. Tiresias zou ook kunnen bedoelen dat

Er leefde eens een mooie jongen. Hij heette Narcissus. Zijn vader was een riviergod, Kefisus, en zijn moeder was een nimf, Leriope. Narcissus was beeldschoon. Hij had dikke gouden krullen tot aan zijn schouders, en als hij met zijn hoofd schudde, dansten de krullen. En hij was bruin, zongebruind, en mooi gespierd. Hij liep altijd buiten, was altijd aan het rennen, altijd op blote voeten. Hij had ogen als sterren en mooie wenkbrauwen, roze wangen en een fijne neus. En zijn lippen waren als jonge kersen. Maar Narcissus was heel erg bang voor mensen, hij was mensenschuw; hij vertrouwde niemand. Hij was het liefst alleen, alleen in het bos, in de

Narcissus wellicht tot het inzicht zal komen dat hij zichzelf niet kent – dat ik een ander is. Hoe de uitspraak ook uitgelegd wordt, het is een feit dat Narcissus voortleeft, dankzij de poëzie van Ovidius. Wanneer Narcissus zestien jaar oud is en op de grens van de volwassenheid verkeert, is hij inmiddels zo mooi dat zowel mannen als meisjes bij bosjes op hem verliefd worden. Hoogmoedig als hij is, vindt hij dat niemand zijn liefde verdient. Ovidius licht er één aanbidster uit, de nimf Echo, die door een ingreep van de godin Juno haar normale spraakvermogen is kwijtgeraakt: ze kan alleen nog maar herhalen wat een ander zegt. Nadat ook zij door Narcissus is afgewezen, kwijnt ze weg tot louter een stem die uit de rotsen lijkt te ko-

natuur. Klimmen op de rotsen, rennen door de varens. Met de bomen en met de vlinders en de vogels en de dieren in het bos en de insecten. Dat was zijn gezelschap. Mensen die waren niet te vertrouwen. Mensen hoefde hij niet. En daarom dachten de nimfen, dat hij arrogant was, hooghartig, omdat hij nooit echt met ze wilde praten, en altijd vluchtte. Hij was het niet, hij was niet echt arrogant. Eén van de nimfen was smoorverliefd op Narcissus. Ze verlangde naar hem en ze smachtte en ze wachtte op hem, en ze probeerde bij hem te komen, maar het lukte haar nooit. Ze kon hem niet eens goed aankijken. Ze smachtte, ze verlangde en ze wachtte en ze wachtte... Maar het werkte niet. Ze werd dunner en dun-

ner; ze kon niet meer et kon niet meer slapen. Ze doorschijnend. En op he verdween ze helemaal: haar stem bleef nog over "Echo... echo..."

De nimfen vonden da schrikkelijk. Zo'n ar tie, zo'n jongen! Eén va zusjes was helemaal w kwijnd.

"Helemaal weg? Dat ka Dat moet gestraft worde iets kan niet!"

En ze gingen naar Aph de mooiste van alle god de godin van de liefde. vroegen om straf voor N sus. Aphrodite was de n goedgezind en ze zorg

Caravaggio, Narcissus 1597-1599 Oil on canvas 113.3 x 94 cm

The classical myth of Narcissus had been frequently represented since antiquity, but the version by Caravaggio is distinguished by its unusual compositional scheme, conceived rather like a playing card: the lower half is a mirror image of the upper, as if the painter had turned the upper part of the canvas through 180 degrees to obtain the figure’s reflected image. The composition is appropriate to the story of the young hunter who fell in love with his own image mirrored in the water. The device of the naked knee is the visual pivot of the painting, while the puffed sleeves guide the viewer’s gaze to the hand immersed in the water, with Narcissus vainly seeking to embrace the beguiling form of his own image, as recounted in Book III of Ovid’s Metamorphoses. His lips are parted, suggesting the climax of Narcissus’ longing: having realized the paradoxical nature of his passion, he wastes away on the verge of the spring. via: www.barberinicorsini.org/en/opera/narcissus/

024


ten, ze e werd t laatst alleen r.

at verrroganan hun wegge-

an niet! en! Zo-

hrodite, dinnen: En zij Narcisnimfen gde er-

met sneeuwwit beddegoed. En omdat Sneeuwwitje hongerig en dorstig was, at ze van alle zeven bordjes een beetje groente en een beetje brood en dronk uit ieder bekertje een teugje wijn, want ze wilde niet van één alles wegnemen. Daarna - ze was zo moe - probeerde ze een bedje, maar geen van de bedjes paste, het ene te lang en het andere te kort, maar eindelijk, het zevende paste; daarin bleef ze liggen, deed haar gebedje en sliep in. Een dergelijke interpretatie is uiterToen het helemaal donker geworden was, kwamen de heren des huizes, dat waren zeven dwergen; ze hakten in de bergen naar erts en maakten ertsgroeven. Zij staken hun zeven kaarsjes aan, en omdat het nu helemaal licht in ‘t huisje werd, zagen ze, dat er iemand was geweest, want het stond niet allemaal zo precies, als ze het hadden verlaten. De eerste zei: “Wie heeft op mijn stoeltje gezeten?” en de tweede: “Wie heeft er van mijn bordje gegeten?” En de derde: “Wie heeft er van mijn broodje genomen?” En de vierde: “Wie heeft er van mijn groente gegeten?” En de vijfde: “Wie heeft er met mijn vorkje geprikt?” En de zesde: “Wie heeft er met mijn mesje gesneden?” En de zevende: “Wie heeft er uit mijn bekertje gedronken?” Maar toen keek de eerste om en zag dat er in zijn bed een kuiltje was, en toen zei hij: “Wie is op mijn bed geweest?” De anderen kwamen erbij en zeiden: “In mijn bed heeft ook iemand gelegen.” Maar toen de zevende naar zijn bed keek, toen zag hij Sneeuwwitje, en ze lag in ‘t bedje te slapen. Hij riep de anderen, ze kwamen aangedraafd en gaven een kreet van verbazing, ze hielden hun zeven kaarsjes in de hoogte en beschenen Sneeuwwitje. “Wel lieve tijd! Wel lieve tijd!” riepen ze, “wat een lief meisje!” en ze hadden er zoveel plezier in, dat ze haar niet wakker wilden maken, maar ze lieten haar in ‘t bedje doorslapen. En de zevende dwerg sliep bij één van de makkers, bij ieder een uur, en toen was de nacht voorbij.

aard alleen acceptabel als men gelooft dat sprookjes - bewust of onbewust - spiegels zijn van de dynamiek van de menselijke psyche. In een oudere, op Germaans-mythologische leest geschoeide interpretatie is Sneeuwwitje de maan (maangodin Freya), de stiefmoeder is de zon, en de zeven dwergen zijn de zeven dagen van de week. De onderliggende mythe zou het verhaal vertellen over de strijd van de zon tegen de maan: de zon denkt aan het einde

‘s Morgens werd Sneeuwwitje wakker, en toen ze de zeven dwergen zag, schrok ze. Maar ze waren heel vriendelijk en vroegen: “Hoe heet je?” - “Ik heet Sneeuwwitje,” antwoordde zij. “En hoe kwam je hier, in ons huis?” vroegen de dwergen. Toen vertelde ze hun, wat haar stiefmoeder haar had toegedacht, en hoe de jager haar het leven had gelaten, en hoe ze de hele dag gelopen had, en eindelijk bij hun huisje was gekomen. De dwergen zeiden: “Wil jij onze huishouding doen, koken, bedden opmaken, de was, naaien en breien, en wil je alles netjes in orde houden, dan kun je bij ons blijven en het zal je nergens aan ontbreken. “Ja,” zei Sneeuwwitje, “heel graag!” en ze bleef bij hen. Ze hield hun huisje in orde, ‘s morgens gingen ze naar de bergen en zochten erts en goud, ‘s avonds kwamen zij terug en dan moest hun eten klaar zijn. Gedurende de dag was het meisje alleen, en de dwergen waarschuwden haar en zeiden: “Pas toch op voor je stiefmoeder, die zal gauw weten, dat je hier bent; laat vooral niemand binnen.”

van de maandcyclus ten onrechte te hebben gezegevierd. De interpretatie is gebaseerd op een lang niet in alle versies voorkomend detail uit het Grimm-sprookje: de kleursymboliek van wit, rood en zwart. Deze kleuren zouden bij uitstek de verschillende stadia van de maan verbeelden. Sneeuwwitje is op een elementair niveau een moralistisch verhaal dat waarschuwt tegen de destructieve krachten van trots, jaloezie en egoïsme. Het sprookje verhaalt van de triomf die wordt behaald over deze kwaadaardige karaktereigenschappen. Op een dieper niveau, zo luidt een antropologische theorie, doet het sprookje van Sneeuwwitje verslag van een initiatieritueel. De heldin maakt in feite een overgang door van kind naar volwassene. Zij doorloopt de vaste stadia van een overgangsrite: ze neemt afscheid van haar kindheid als zij het bos ingaat (phase of separation), maakt een periode van afzondering door bij de dwergen (phase of liminality), en keert tenslotte terug als volwassene na ontwaakt te zijn in de glazen kist (phase of reincorporation and rebirth). In ‘primitieve’ culturen worden deze stadia van afscheid, afzondering en terugkeer met de nodige rituele symboliek lijfelijk doorlopen. In latere cultuurfasen kan het vertellen van en luisteren naar het sprookje in feite dienst doen als initiatierite. Vanuit een historisch-sociologische invalshoek wordt erop gewezen dat stiefverhoudingen in het

Maar de koningin, die dacht dat het Sneeuwwitjes longen en lever waren, die ze had gegeten, wilde nu graag weer horen, dat ze de allereerste was en de allermooiste. Ze ging naar de

25


men. De godin Nemesis, verpersoonlijking van de gerechtigheid, besluit in te grijpen. Narcissus, een verwoed jager, ontdekt op een hete dag in het woud een ‘modderloze, zilveren’ bron, die door mens noch dier is aangeraakt. Symboliseert het spiegelgladde wateroppervlak de ongerepte staat van Narcissus zelf, die immers een zoon van het water is? Zodra hij zich voorover buigt om zijn dorst te lessen, wordt hij gegrepen door ‘het beeld van een geziene vorm’, hij wordt verliefd op ‘een hoop zonder lichaam, meent dat wat een schim is, een lichaam is’. Het woord umbra, dat zowel ‘schim’ als ‘schaduw’ betekent, suggereert dat Narcissus een flirt met zijn eigen dood is begonnen. Tevergeefs roept de verteller hem toe dat hij een illusie najaagt, dat wat hij ziet niets is dan ‘de schim van een weerkaatst Wanneer het tot hem doordringt dat hij die ander nooit zal bereiken, vervalt hij in grondeloos verdriet. vele mannen, vele meisjes hebben hem begeerd, maar in zijn ranke vorm zat harde hoogmoed, geen mannen, geen meisjes hebben hem aan-geraakt. De hoogmoed (superbia) zit, ook in de woordvolgorde, opgesloten in de ranke vorm (tenera… forma) van zijn lichaam, dat op zijn beurt wordt omgeven door mannen en meisjes. Maar wat de regels extra interessant maakt, is dat ze een bijna woordelijke echo vormen van regels uit een gedicht van Catullus, die een generatie ouder was dan Ovidius. Bij Catullus gaat het om een bruiloftsgedicht, waarin wordt betoogd dat een bloem (lees: een maagd) slechts aantrekkelijk blijft zolang zij niet geplukt wordt. Wil Ovidius duidelijk maken dat literatuur niets meer is dan de echo van wat al gezegd is? Of wil hij de traditie spiegelen, dat wil zeggen: omkeren? Wie even gaat zoeken, ontdekt in de Narcissus-episode tal van verwijzingen naar Ovidius’ voorgangers. Misschien is Tiresias’ voorspelling inhoudelijk gezien wel het belangrijkste citaat uit de hele tekst. ‘Mits hij zich-

26

beeld’, dat zal verdwijnen zodra hij opstaat en vertrekt. Maar Narcissus heeft niet de kracht zich los te rukken. Hij uit zijn wanhoop in een theatrale monoloog, waarin hij vertwijfeld constateert dat hij niet door de zee, door bergen of door stadsmuren van zijn geliefde is gescheiden, maar door een flinterdun laagje water. Hij spreekt tot zijn spiegelbeeld, maar kan niet verstaan wat het antwoordt. Dan komt hij een moment heel dicht bij het inzicht dat wat hij aanbidt niets anders is dan een representatie van hemzelf. ‘Hij ben ik, ik zie het, mijn beeld bedriegt me niet, ik brand van liefde voor mijzelf’, zegt hij, maar uit het vervolg blijkt dat hij iets anders bedoelt dan wat er lijkt te staan. In zijn interpretatie is er wel degelijk sprake van twee geliefden, die ervoor geschapen zijn om in elkaar op te gaan. Narcissus ziet de spiegeling als zijn alter ego.

zelf niet leert kennen’ is immers een omkering van de bekende spreuk uit Delphi: ‘Leer jezelf kennen’. Twee maal wordt Narcissus door de verteller vergeleken met een marmeren beeld. Dat zou erop kunnen wijzen dat Narcissus staat voor het kunstwerk, voor het gedicht zelf dus. Als dat klopt, kan het spiegelbeeld niemand anders zijn dan de lezer, die pas ontstaat op het moment waarop zich een kunstwerk aan hem voordoet. Zolang de lezer leest, valt hij bijna samen met het gelezene – wat hen op tragische wijze scheidt, is een scherm van papier. Ovidius’ vertelling gaat niet over narcisme in freudiaanse zin, maar over de waterige substantie van het ik, dat vervloeit wanneer je er te lang naar kijkt. Bovendien laat hij zien dat de taal een fraaie, maar uiteindelijk holle echo is die in herhaling betekenisloos wordt, althans te weinig kracht heeft om de wereld naar haar hand te zetten. De dichter laat ons echter niet met lege handen achter, want wat resteert nadat alles in lucht en leegte is opgegaan, is de bloem van de poëzie. Via: www.groene.nl/artikel/ik-brand-van-liefdevoor-mijzelf

Wanneer het tot hem doordringt dat hij die ander nooit zal bereiken, vervalt hij in grondeloos verdriet. Het water van de bron wordt in beroering gebracht door dat van zijn tranen. Met beide vuisten beukt hij op zijn ontblote borst, als rouwde hij om zijn eigen dood. Direct daarna raakt hij in ontbinding. ‘Zoals blonde was, wanneer er slechts een beetje vuur bij komt, en zoals rijp in de morgen, wanneer de zon warm wordt, begint weg te rotten, zo wordt hij, vermagerd door liefde, vloeibaar, en wordt hij geleidelijk van binnenuit weggeplukt door vuur.’ Zijn laatste woorden worden herhaald door Echo: ‘Ach lieve jongen, van wie ik vergeefs heb gehouden, vaarwel!’ De nimfen, zijn zusters, zouden hem graag begraven, maar er is geen lichaam. Kennelijk is hij weggespoeld als water. Het enige wat ze aantreffen, is een gele bloem. Maar als we de verteller mogen geloven, zit Narcis-

voor dat hij als straf verliefd wordt op zijn eigen spiegelbeeld. En op een dag, toen hij weer in het bos rende en op de rotsen klom en door de varens waadde, en op het mos lag, toen kreeg hij dorst en hij ging naar de bron om water te drinken. Hij ging knielen in het gras, en hij wilde water opscheppen. En toen... Wat ziet 'ie daar? Wat een beeldschone jongen! Ah! Die krulletjes, die gouden krulletjes, die ogen als... als... als sterren stralend, die mooie wenkbrauwen, die roze wangen, die fijne neus, die lippen; het zijn net jonge kersen! Oh, en die fijne kin, die mooi gevormde kin! Hij is goud en goudbruin en zo mooi en sierlijk en zo gespierd! Narcissus keek en keek en hij kon er geen genoeg van krijgen.

sus intussen in het dodenrijk te turen naar zijn spiegelbeeld in de Styx. Hoe moeten we dit verhaal nu lezen? In de allereerste plaats is het een virtuoos spel met spiegelingen. Waar Tiresias blind maar wijs is, blijft Narcissus, die één en al oog is, van inzicht verstoken. Waar Echo teruggeeft wat ze krijgt, slaagt Narcissus er niet in te nemen wat hij zichzelf wil geven. De spiegeling komt niet alleen tot uitdrukking in de structuur van het verhaal, maar ook in allerlei herhalingseffecten op zinsniveau, als wilde de dichter laten zien dat de taal niets anders is dan een spiegel van de werkelijkheid: ‘wat hij ziet weet hij niet; maar wat hij ziet doet hem branden’; en: ‘ik geniet en ik zie, maar wat ik zie en waarvan ik geniet, kan ik niet vinden’. De opvallendste herhaling staat in het begin van het verhaal:

En zijn hart begon te bonzen tot in zijn keel. En hij kreeg het warm, en hij kreeg het heet, en hij kreeg rillingen. Dan had 'ie het koud, dan weer heet. Narcissus was verliefd. En zo bleef 'ie daar staren en kijken en voelen. Zoiets heeft 'ie nog nooit in zijn leven gevoeld. En zo bleef 'ie daar heel de dag. Toen - het begon bijna te schemeren dacht 'ie: ik zal die prachtige jongen een kus geven. En hij boog voorover en hij wilde zijn lippen drukken op het water... En hij verloor zijn evenwicht! En plons! Hij viel in het water en verdronk! De nimfen hoorden wat er gebeurde en ze schrokken. "Maar dat, dat bedoelden we niet! Dat gaat ons te ver! Dat hoefde niet! Wij wilden een straf, maar hij is nu dood. Zo

een jongen; hij was zo en zo mooi en... Dat wild niet. Dat gaat ons veel Wat kunnen we doen?"

Er was niks meer aan te Toen voelden de nimfe verplicht tot een plechti grafenis. En ze gingen n bron. En ze zochten na dode lichaam van Narc Ze zochten overal, maar z den het niet vinden. Het dat ze vonden in het gras bron was een prachtig bloem met een lange s steel: een zonnegele met een hartje - de narci


o jong den wij te ver!

e doen. en zich ige benaar de aar het cissus. ze kont enige s bij de ge gele sierlijke bloem is.

spiegel en zei: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” Toen antwoordde de spiegel: “O, koningin, heel mooi bent u. Maar Sneeuwwitje over de bergen bij de zeven dwergen is duizend- en duizendmaal mooier nu!” Ze schrok. Want zij wist, dat de spiegel geen onwaarheid sprak. Ze begreep dat de jager haar dus had bedrogen, ze begreep dat Sneeuwwitje nog leefde. En daar zat zij en zon zij opnieuw op middelen om haar uit de weg te ruimen, want zolang zij niet de mooiste was van ‘t hele land, liet de jaloezie haar niet met rust. En toen ze eindelijk een middel bedacht had, verfde ze zich ‘t gezicht, kleedde zich als een oude koopvrouw en was helemaal onherkenbaar. Zo gekleed liep zij over de zeven bergen naar de zeven dwergen, klopte aan de deur en riep: “Te koop! te koop! Mooie waar te koop!” Sneeuwwitje keek het venster uit en riep: “Dag juffrouw, en wat hebt u dan?” - “Goede waar! mooie waar!” antwoordde zij, ceintuurs van allerlei kleuren,” en ze haalde er één uit, die van bonte zij gevlochten was. “Die goede vrouw kan ik wel binnenlaten,” dacht Sneeuwwitje, schoof de grendel van de deur en kocht zich een mooie ceintuur. “Kind,” zei de oude, “wat zie jij eruit! Kom eens, dan zal ik hem je aandoen!” Sneeuwwitje dacht aan geen kwaad, ze ging voor haar staan en liet zich de nieuwe gordel aandoen, maar het oude mens snoerde hem snel dicht en zo vast dat Sneeuwwitje de adem verging en zij voor dood neerviel. “Nu ben je de mooiste geweest,” zei ze en snelde weg. Kort daarop, tegen de avond, kwamen de zeven dwergen naar huis. Maar wat schrokken ze, toen ze ‘t lieve Sneeuwwitje ter aarde zagen liggen. Ze lag doodstil, niets bewoog, zou ze dood zijn? Ze tilden haar op, en toen ze zagen hoe vast de band zat, sneden ze de riem door, meteen begon ze een bee tje te ademen en langzaamaan leefde ze weer op. Toen de dwergen hoorden wat er gebeurd was, zeiden ze: “Die oude koopvrouw was natuurlijk niemand anders dan die goddeloze koningin; pas nu op en laat niemand binnen als wij er niet bij zijn.” Maar de boze stiefmoeder ging naar huis, ging voor de spiegel staan en vroeg: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” Toen antwoordde de spiegel, net als anders: “O, koningin, heel mooi bent u. Maar Sneeuwwitje over de bergen bij de zeven dwergen is duizend- en duizendmaal mooier nu!”

verleden kwetsbaar waren. De slechte verhouding tussen stiefmoeder en stiefdochter is in feite geworteld in de historische realiteit van de pre-industriële samenleving. De problemen liggen onder meer op het erfrechtelijke, sociale en affectieve vlak [p. 338] (voorliefde van de moeder voor de eigen kinderen ten nadele van de stiefkinderen). In het sprookje wordt dus in zekere zin een reëel probleem narratief uitgewerkt en uitvergroot. De manier waarop het sprookje van Sneeuwwitje thans in de herinnering van velen voortleeft, is mede beïnvloed door de avondvullende tekenfilm snow white and the seven dwarfs, die Walt Disney in 1937 voor het eerst uitbracht, en die nadien met tussenpozen weer in de bioscopen in roulatie is gebracht (en sinds 1994 ook op video te verkrijgen is). De gruwelijkste elementen uit het sprookje komen in de tekenfilm niet aan de orde: het kannibalisme van de stiefmoeder (het eten van menselijke delen symboliseert in bepaalde culturen de overname van de kwaliteiten van de gegeten persoon) en haar marteldood door de gloeiende schoenen. Anderzijds komt de stiefmoeder in de tekenfilm ook niet bepaald prettig aan haar einde. Als ze Sneeuwwitje met de appel heeft vergiftigd, stort ze achtervolgd door de dwergen in een ravijn. Het diabolische karakter van de koningin wordt benadrukt door haar heksenpraktijk uitgebreid in beeld te brengen. In de tekenfilm is de drievoudige moordpoging gereduceerd tot de appelmoord, wat de vaart in het verhaal ten goede komt, en tevens de aandacht afleidt van Sneeuwwitjes naïviteit. In snow white van Walt Disney zijn de karakters van de dwergen, die allen een sprekende naam krijgen,

Op het horen daarvan liep alle bloed naar haar hart terug, zo schrok ze. Want ze begreep wel, dat Sneeuwwitje toch weer in ‘t leven was gekomen. “Maar nu,” zei ze, “zal ik iets uitdenken dat je vast en zeker zal treffen,” en met hekserij - want ze was een heks - maakte ze een giftige kam. Daarna verkleedde ze zich en nam de gedaante van een ander en heel oud vrouwtje. Toen liep ze weer over de zeven bergen naar de zeven dwergen, klopte daar aan de deur en riep: “Wat moois te koop! Wat moois te koop!” Sneeuwwitje keek naar buiten en zei: “Gaat u maar door, ik mag niemand binnenlaten.” - “Je zult toch wel es mogen kijken!” zei ‘t oude mens en ze trok de vergiftigde kam uit de mand en hield die in de hoogte. Die vond Sneeuwwitje zo mooi, dat ze zich liet verleiden en de deur opendeed. Ze werden het eens over de koop, en de oude vrouw zei: “Laat me je nu eens goed kammen.” Het arme Sneeuwwitje dacht nergens aan en liet de oude haar gang gaan, maar nauwelijks had ze de kam in ‘t haar gestoken, of het gif deed zijn werk en het meisje viel bewusteloos ter aarde. “Jij toppunt van schoonheid!” zei het kwaadaardig wezen, “nu is het met je gedaan,” en weg ging zij. Gelukkig was het weldra

met veel humor uitgewerkt. Overigens delven zij in de mijn niet naar erts en goud, maar naar edelstenen. Naast spanning en humor is aan de film ook een dosis romantiek en burgerdeugd toegevoegd. Sneeuwwitje heeft in een van de eerste scènes van de film al een ontmoeting met haar uitverkoren prins, die haar liefdevol toezingt. Als zij in haar glazen kist ligt, ontwaakt zij door een kus van haar prins - een motief dat Disney kennelijk aan »Doornroosje (at 410) heeft ontleend, en dat bepaald meer appelleert aan gevoel voor romantiek dan de prozaïsche val van de kist. De projectie van burgerdeugden als reinheid en opgeruimdheid treffen we in de film vooral aan in de scènes in het dwergenhuisje. Zodra Sneeuwwitje het huisje van de mannetjes in wanorde aantreft, begint zij er ongevraagd het huishouden te bestieren (zoals het een vrouw in het ideaalbeeld van de jaren dertig betaamde). Zij ontpopt zich in een mum van tijd tot een keukenprinses en zingende huisvrouw, die geobsedeerd blijkt door nijver was-, poets- en veegwerk en een fixatie heeft op hygiëne. Niet in de laatste plaats omdat zij allemaal een beetje verliefd zijn op Sneeuwwitje, laten de dwergen zich binnen de kortste keren door haar domineren en bemoederen. Voor ze het weten worden de kleine mannetjes op tijd naar bed gestuurd, omdat ze de volgende ochtend weer vroeg op moeten. Welke invloed de tekenfilm van Disney kan hebben op de weergave van de vertelling, kan goed gedemonstreerd worden aan de hand van twee schriftelijke versies die zijn genoteerd ten behoeve van het Nederlandse sprookjespark De Efteling. Op 31 mei 1952 werd in dit recreatiepark in het Brabantse Kaatsheuvel een sprookjesbos geopend naar een ontwerp van de beroemde schilder Anton Pieck. In 1962 wijdde Bob Venmans een boek-

27


28


avond, zodat de zeven dwergen thuiskwamen. Ze zagen Sneeuwwitje voor dood op de grond liggen, en meteen dachten ze dat het de boze stiefmoeder wel was geweest; ze zochten, en vonden de giftige kam, en zodra ze die uit haar haar hadden getrokken, kwam Sneeuwwitje weer tot zichzelf en ze vertelde wat er gebeurd was. Nog eens waarschuwden ze haar, om toch vooral op haar hoede te zijn en niemand binnen te laten. De koningin echter ging thuis voor haar spiegel staan en sprak: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” En toen antwoordde de spiegel als te voren: “O, koningin, heel mooi bent u. Maar Sneeuwwitje over de bergen bij de zeven dwergen is duizend- en duizendmaal mooier nu!”

Toen ze de spiegel zo hoorde spreken, sidderde ze en beefde ze van boosheid. “Sneeuwwitje zal sterven en moét sterven,” zei ze, “al zou het mijn eigen leven kosten!” Ze ging in een heel verborgen, eenzaam gelegen vertrek, waar nooit iemand kwam, en daar maakte ze een giftige, giftige appel. Van buiten was hij prachtig, geelwit met rode wangen. Wie ernaar keek, kreeg er trek in. Maar wie er een klein stukje van zou eten - die moest sterven. De appel was klaar. Nu verfde ze haar gezicht, en kleedde zich als een boerenvrouw; en zo ging ze, over de zeven bergen naar de zeven dwergen. Ze klopte aan. Sneeuwwitje stak haar hoofd uit het raam. “Ik mag niemand binnenlaten,” zei ze, “de zeven dwergen hebben het verboden!” - “Dat is mij best,” zei de boerin, “m’n appels raak ik toch wel kwijt. Wacht, ik zal er je ééntje geven.” - “Neen,” zei Sneeuwwitje, “dank u, ik mag niets aannemen.” - “Ben je bang voor vergif?” vroeg de boerin, “want zie je, dan snijd ik hem in tweeën, jij de ene helft en ik de andere, jij de rode wangen, ik de gele.” Maar die appel was zo kunstig gemaakt, dat alleen de kant van de rode wangen vergiftigd was. Sneeuwwitje rook eens aan de appel, en toen ze zag, dat de boerin ze at, kon ze hem niet langer weerstaan, strekte haar hand uit, en nam de giftige helft. Nauwelijks had ze een hap genomen of ze viel dood neer. Toen beschouwde de koningin haar met een gruwelijke blik, lachte luid en zei: “Wit als sneeuw, rood als bloed, zwart als ebbenhout! Nu zullen de dwergen je niet meer kunnen bijbrengen.” En toen ze, thuis gekomen, de spiegel vroeg: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” toen antwoordde de spiegel weer: “De koningin is de mooiste van ‘t land!”

je aan het tienjarig bestaan ‘met 14 voorleessprookjes, 36 illustraties van Anton Pieck en vele foto's’. Het voorleessprookje van Sneeuwwitje staat op dat moment nog erg in de traditie van de gebroeders Grimm. Wel is de driedubbele moordpoging hier eveneens teruggebracht tot de ene poging met de appel, en zijn de gruwelijke elementen van het [p. 339] kannibalisme en de gloeiende schoenen afwezig (met het oog op de tere kinderziel?). Aan het slot wordt de ijdelheid van de boze stiefmoeder ditmaal gebroken met een vernederende straf: haar haren worden afgeknipt, en zij moet gehuld in lompen het vuilste stalwerk opknappen. De toverspiegel mag men nog slechts vragen wie de lelijkste in het land is, en hij zal antwoorden: de werkmeid in de stal. Invloed van de Walt-Disney-versie is in dit geval nog niet aantoonbaar. Anders is dat gesteld met de versie die Martine Bijl schreef voor het nieuwe sprookjesboek van De Efteling in kleurendruk. Ditmaal wordt veel meer het verhaalstramien gevolgd dat door Disney is uitgezet. Enkele details bewijzen dat: de dwergen werken nu in de diamantmijn, en het lied dat zij zingen, met hak-geluiden (‘Van tik tik tik, van tak tak tak’) en de uitroep ‘Hého’, is duidelijk ontleend aan de Disney-film. Ook de naamgeving van de dwergen is gebaseerd op de film, waarschijnlijk op de Amerikaanse versie. In de film heten de dwergen Doc, Happy (in de Nederlandse nasynchronisatie: Giegel), Grumpy (Grumpie), Sneezy (Niezel), Bashful (Bloosje), Sleepy (Dommel) en Dopey (Stoetel). In de versie van De Efteling heten ze achtereenvolgens: Proffie, Vrolijk, Mopperpot, Hatsjie, Sloompie, Slapie en Gekkie. Verder zijn de achtervolging van de boze stiefmoeder door de dwergen

en nu had haar jaloerse hart rust; voor zover een jaloers hart rust hebben kan. Toen de dwergen ‘s avonds naar huis kwamen, vonden ze Sneeuwwitje op de grond liggen. Geen adem kwam meer uit haar mond. Ze was dood. Ze tilden haar op, zochten of ze iets vergiftigs vonden, ze maakten alle banden los, ze kamden haar haar, ze wasten haar met water en wijn, maar dat alles hielp niets. Ze was dood, en ze bleef dood. Ze legden haar op een baar, ze zetten zich alle zeven er omheen, en beweenden haar, en weenden drie dagen lang. Toen wilden ze haar begraven, maar ze zag er nog zo fris uit als een levend mens, en ze had nog zulke rode wangen. Zij spraken: “Zo kan het niet in de zwarte aarde.” Daarom lieten ze een glazen kist maken, waar men van alle kanten in kon kijken, ze legden haar daarin, schreven haar naam met gouden letters erop; en ook dat ze de dochter van een koning was. Dan droegen ze de kist naar buiten, naar een berg, en één van hen bleef er altijd bij om de wacht te houden. Dieren kwamen om Sneeuwwitje de laatste eer te bewijzen; eerst een uil; dan een raaf; tenslotte een duifje. Zo lag Sneeuwwitje lange, lange tijd in de kist en ze veranderde niet, maar het leek of ze sliep; want ze was nog altijd wit als sneeuw, rood als bloed, en haar haar zwart als ebbenhout.

alsmede haar val in het ravijn uit de Disneyfilm afkomstig. Wel lijkt de vertelster te hechten aan het slot waarin de doodskist valt en het stuk appel uit Sneeuwwitjes keel schiet. Het voorafgaande toont dat de moderne media een rol zijn gaan spelen in de overdracht of revitalisatie van volksverhaal-materiaal. Aan herbewerkingen lijkt voorlopig nog geen einde te zijn gekomen: in 1996 bewerkte Jules Deelder het sprookje bijvoorbeeld weer voor het Rotterdamse Jeugdtheater Hofplein, met een zwarte Sneeuwwitje in de hoofdrol. Mede dankzij boeken, film, toneel en video - en veel minder dankzij puur mondelinge overlevering - heeft het verhaal van Sneeuwwitje zich in ons collectieve geheugen genesteld. In een Nederlandse tv-commercial werd in 1995 door een slimme reclamemaker ingespeeld op deze gedeelde kennis van (de Disney-versie van) het sprookje. De kijker ziet in animatiebeelden de prins van zijn witte paard stappen. Sneeuwwitje ligt in een glazen kist opgebaard. Rond de kist ziet de prins de zeven dwergen staan. Ze hebben zichtbaar verdriet. De prins knielt voor de kist om Sneeuwwitje wakker te kussen. Maar dan stoot hij zijn kop wel zo ongenadig hard tegen dat dichte glazen deksel, dat de barsten in de kist springen. De commentaarstem spreekt op jolige toon: ‘Soms zit het mee, soms zit het tegen. nog-verzekeringen!’ Via: dbnl.org (www.dbnl.org/tekst/ dekk033vana01_01/dekk033vana01_01_0101.php) geraadpleegd op 6/04/19

Sneewittchen, Grimm 1812 Sneeuwwitje en de zeven dwergen, Disney 1937 Snow White and the Hunstman, Disney 2012

29


030


Nu gebeurde het eens, dat een prins in het bos kwam en naar ‘t dwergenhuis ging om daar te overnachten. Hij zag op de berg de kist staan met het mooie Sneeuwwitje en hij las ook wat er in gouden letters op geschreven stond. En hij zei tegen de dwergen: “Laat mij die kist nemen, ik wil er voor geven, wat jullie er voor willen hebben.” Maar de dwergen zeiden: “We verkopen het niet, voor alle goud in de wereld niet!” Toen sprak hij: “Geef hem dan aan mij. Want ik kan niet meer leven zonder Sneeuwwitje te zien, ik wil haar eren en hoog achten als het liefste wat ik heb.” Nu hij zo sprak, kregen de dwergen medelijden met hem en ze gaven hem de kist ten geschenke. De prins liet de kist nu door zijn dienaren op hun schouders wegdragen. En toen gebeurde het, dat zij struikelden over een boomstronk, en door de schok schoot het giftige stuk appel dat Sneeuwwitje had afgebeten, uit haar keel. Het duurde niet lang, of ze opende de ogen, ze tilde het deksel van de kist, ging rechtop zitten en was weer helemaal levend. “Waar ben ik?” riep ze. De prins zei vol vreugde: “Bij mij ben je,” en hij vertelde, wat er gebeurd was en zei: “Ik heb je lief, meer dan alles op de wereld, kom mee naar ‘t slot van mijn vader, dan zul je mijn vrouw worden.” Sneeuwwitje stemde toe en ging mee, en hun bruiloft werd met grote pracht en heerlijkheid gevierd. Voor het feest was echter ook de stiefmoeder uitgenodigd. Toen ze zich voor het feest gekleed had, trad ze in prachtgewaad voor de spiegel en zei: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, Wie is de mooiste van ‘t hele land?” De spiegel antwoordde: “O koningin, heel mooi bent u, Maar de jonge koningin is veel mooier nu!” Toen schreeuwde de boze vrouw een gruwelijke verwensing uit, en ze werd bang, zo bang, dat ze geen raad wist. Eerst wilde ze in ‘t geheel niet op de bruiloft komen. Toch liet het haar geen rust: ze moest weg, ze moest de jonge koningin zien. En toen ze de feestzaal intrad, zag ze de jonge koningin - en ze herkende Sneeuwwitje, en van angst en schrik stond ze stil en kon zich niet bewegen. Maar er waren al ijzeren pantoffels op een kolenvuur gezet en die werden met tangen binnengedragen. Ze moest in de roodgloeiende schoenen gaan staan en zolang dansen, tot ze dood ter aarde viel.

031



SPIE 02 ËLS

1. Zuid-Afrikaans

voor spiegel

MIROIR


34


35


36


Disney Animators Study Their Reflections in Mirrors to Draw Classic Characters’ Facial Expressions

For decades, professional animators have relied on mirrors and their own facial expressions to be able to produce the dynamic, expressive characters that audiences know and love. Using themselves as models, the artists leer, grin, and grimace at their own reflections so that they can recreate the right nuances of each look on paper. In this charming set of photos, legendary animators from the 1940s to the 1960s can be seen making hilarious faces at themselves as they sketch beloved characters like Bugs Bunny, Donald Duck, and Fred Flintstone. Working in famed studios like Walt Disney Productions, Warner Bros, and Hanna-Barbera Productions, these artists brought to life many of the creations that defined the golden age of American animation, from Tom and Jerry to Lady and the Tramp.

37


38


39


40


READER’S DIGEST, ERIN KAYATA

Mirror, mirror on the wall... it appears that you're not there at all.

“Magic mirror on the wall, who is the fairest one of all?” This iconic line from Snow White and the Seven Dwarfs isn’t one that guests will be quoting when visiting Disney World. The Florida theme park is full of quirks, from the purple traffic signs all over the place to the fact that you’ll never see Disney employees point with two fingers. But over the years guests have noticed another strange feature: none of the bathrooms have mirrors over the sink. This isn’t so guests don’t try talking to the mirrors like the Evil Queen. But it is to have them avoid channeling another one of her qualities: vanity. “Operators have found over the years, that if mirrors are placed above the restroom sinks, guests will tend to linger at the sinks which in turn will deter the flow of guests within the restroom,” says J. Daniel Jenkins, a theme park design consultant and a former Disney Imagineer. “At Disney and Universal theme parks, we now design guest restrooms to have a single, larger mirror near the entrance/exit to both the Men’s and Women’s restroom. Many of the existing, older guest restrooms have been retrofitted to accommodate this design standard.” The lack of mirrors is also for people who may channel the more troublemaking qualities of Disney villains. According to Charlie Wissig, creative director of ITEC Entertainment, which plans and designs theme parks like Disney, mirrors can be easily vandalized since theme parks can’t put surveillance cameras in bathrooms. Mirrors also get dirty quickly and can be hard to keep clean and replace. Since theme parks aim to optimize guest experiences by keeping things neat and clean, it makes sense to eliminate these mirrors which can be easily smudged and broken. Instead of having mirrors over the sink, many Disney guests have noticed instead there’s a full-length mirror by the door so people can check their appearance on their way out. So fear not—despite their scarcity, mirrors are not one of the everyday items banned from Disney parks.

41



GLASS 03 HOUSE

1. De

wereld in en achter een spiegel

2. Serre,

broeikas

3. Glazen

veranda aan een huis

MIRROR


‘How would you like to live in Looking-glass House, Kitty? I wonder if they’d give you milk in there?

Perhaps Looking-glass milk isn’t good to drink.’

44


‘Do you hear the snow against the window-panes, Kitty? How nice and soft it sounds! Just as if some one was kissing the window all over outside. I wonder if the snow loves the trees and fields, that it kisses them so gently? And then it covers them up snug, you know, with a white quilt; and perhaps it says, “Go to sleep, darlings, till the summer comes again.” And when they wake up in the summer, Kitty, they dress themselves all in green, and dance about— whenever the wind blows— oh, that’s very pretty!’ cried Alice, dropping the ball of worsted to clap her hands. ‘And I do so wish it was true! I’m sure the woods look sleepy in the autumn, when the leaves are getting brown. ‘Kitty, can you play chess? Now, don’t smile, my dear, I’m asking it seriously. Because, when we were playing just now, you watched just as if you understood it: and when I said “Check!” you purred! Well, it was a nice check, Kitty, and really I might have won, if it hadn’t been for that nasty Knight, that came wiggling down among my pieces. Kitty,dear, let’s pretend— ’ And here I wish I could tell you half the things Alice used to say,

beginning with her favourite phrase ‘Let’s pretend.’ She had had quite a long argument with her sister only the say before— all because Alice had begun with ‘Let’s pretend we’re kings and queens;’ and her sister, who liked being very exact, had argued that they couldn’t, because there were only two of them, and Alice had been reduced at last to say, ‘Well, you can be one of them then, and I’ll be all the rest.” And once she had really 12 Looking-Glass house frightened her old nurse by shouting suddenly in her ear, ‘Nurse! Do let’s pretend that I’m a hungry hyaena, and you’re a bone.’ But this is taking us away from Alice’s speech to the kitten. ‘Let’s pretend that you’re the Red Queen, Kitty! Do you know, I think if you sat up and folded your arms, you’d look exactly like her. Now do try, there’s a dear!’ And Alice got the Red Queen off the table, and set it up before the kitten as a model for it to imitate: however, the thing didn’t succeed, principally, Alice said, because the kitten wouldn’t fold its arms properly. So, to punish it, she held it up to the Looking-glass, that it might see how sulky it was— ‘and if

45


46


‘Oh, what fun it’ll be, when they see me through the glass in here, and can’t get at me!’

47


48


Through the Looking Glass Lewis Carroll, 1871

the books are something like our books, only the words go the wrong way; I know that, because I’ve held up one of our books to the glass, and then they hold up one in the other room. 49


50


There is more than one use of a side-view mirror: you can check out how your hair looks (most people do it too, don’t worry) or you can use it to look at some noteworthy feature on the road that your friends pointed at on a long drive.? Oh right, you can also keep track of the vehicles on that side of your car. It’s a good bet that people sitting in any vehicle spend a decent amount of time looking at the mirror, which always says, ‘Objects in the mirror are closer than they appear.’ Why do all side-view mirrors say that? And what does that warning really mean?

A SAFETY WARNING The phrase ‘Objects in the mirror are closer than they appear’ is actually a safety warning that is printed/engraved on passenger side mirrors (or even driver side mirrors in some countries). It means exactly what it says; the objects (in this case, usually other vehicles) are actually closer than they appear to be in the mirror. You must have observed this many times yourself. When you look at the image of an object in the side mirror and then turn backwards and glance at the object itself; you will find that the object is much closer than it appeared in the mirror.

HOW DOES THIS HAPPEN? The appearance of the objects in the mirror is just another example of how the world of optics works. Perhaps you know this already, but the ‘mirror’ in the side mirror is not just a plain mirror (like the one you have in your bathroom), but is actually a convex mirror – a mirror that bulges towards you. Since it has a slightly curved surface (unlike a regular mirror, which has a flat surface), it reflects light differently, and consequently displays images in a different manner.

WHY CAN’T WE USE A PLANE MIRROR AS A SIDE MIRROR? We can, but it wouldn’t be a good idea; a plane mirror shows images of the objects that are right in front of it. In other words, it would definitely show the objects in the mirror at the same distance as they actually are, but it wouldn’t reflect a large area next to the car, leaving a huge (and dangerous) blind spot. A convex mirror, on the other hand, covers a much wider area and has a much smaller blind spot, but comes with the drawback of giving a ‘false distance’. It’s a safety trade-off, but from the overwhelming use of convex mirrors in our automobiles, it seems like the car industry made the right choice. Just be careful out there on the road! via: www.scienceabc.com/pure-sciences/why-objects-inthe-mirror-are-closer-than-they-appear.html

IMAGE FORMATION IN A CONVEX MIRROR When a light ray (from an object) falls near the center of a convex mirror, it’s path remains almost unaltered. However, if the light ray falls on the curved edges, the farther outward the light will bounce and spread out in all directions before reaching your eyes. Images form (or appear to form) where light rays from different directions intersect each other (at a focal point), but for diverging light rays, this would only be possible if they were to continue ‘through’ the mirror. This is why the vehicles that you see in the side mirror seem to be ‘further inside’ the mirror (depending on the actual distance of the vehicle on your side). This is the reason why objects in the mirror look smaller and more compressed, and appear farther away than they actually are. To cut a long story short, the image of the car that reaches your eyes (when you look at the mirror) is not exactly the same car that reflected the light in the first place. 51


052


053


054


055


056


057


058


059


060


061


062


063


064


065


066


067


068


069


070


071


072


073


074


075


076


077


078


079


080


081


3 weken open voor het grote publiek!

19.04 - 10.05 82


GLASS HOUSE

karinborghouts_photography đ&#x;Œź From the book 'Royal Greenhouses in Laeken', Belgium đ&#x;Œ´ Wintergarden đ&#x;Œ´ÂŠ Karin Borghouts, BAI publishers, text Irene Smets and Baudouin D'hoore, graphic design Ann Walkers, photography Karin Borghouts and the Royal Archive Brussels. Available in 4 languages. The Royal Greenhouses in Laeken are open until May 10 đ&#x;Œż #serresdelaeken #koninklijkeserres #serresvanlaken #greenhouse #tiltshift #royalgarden #royalgreenhousesoflaeken #serresroyales #visitbelgium #canon5ds #brussels #indoorjungle #subtropical #karinborghouts #artistphotographer #interior #greenhouses #alphonsebalat #architecture #plants #belgium #đ&#x;‘‘ #oftheafternoon #documentingspace #documentaryphotography #19thcenturyarchitecture #somewheremagazine #newtopographics #officialphotographer #belgiumđ&#x;‡§đ&#x;‡Ş

Op de koffie bij Filip en Mathilde. Fan van de knoestige #kaneelbomen en de fraaie #fuchsias Prachtige #tuin en #serres #koninklijkeserres lutleeuwerck

83


84


GLASS HOUSE

@Catladypetra

85


086


GLASS HOUSE

87


88


089



GLAN 04 ZEN

1. zachte 2. zacht

schittering, schijnsel blinken, stralen

ESPEJO


92


93


094


095


096


097


098


99


0100


101


102


103


104


105



KOP 05 IËREN

1. Een

kopie maken van

SPECULUM


108


109


110


111


112


113


114


115


116


117


118


119


120


121


122


123 123


124


125


126


127


128


129


130


131


132


133


134


135


136


137


138


139


140


141


142


143


144


145


Eugene Register-Guard - aug 24, 1948

146


147


148


149


150


151


0152


SOCIAL MEDIA ZIJN (G)EEN SPIEGEL

SOCIALE MEDIA HEBBEN GROTE INVLOED OP ONS ZELFBEELD

Een van de kenmerken van social media is dat mensen er hun eigen werkelijkheid mee creëren. Op Facebook alleen leuke, bijzondere ervaringen delen. Op LinkedIn hun loopbaan net iets mooier voorstellen dan hij is. Op Twitter gevatte of informatieve content delen. Alles om aan anderen te laten zien dat je een succesvol, gelukkig mens bent. ‘Gewoon’ zijn bestaat niet meer. Wie gewoon is valt buiten de boot. Iedereen is beroemd! Al is het maar binnen de eigen microkosmos van (Facebook) vrienden en collega’s. Hoe meer vrienden op Facebook, hoe beter. Hetzelfde geldt voor connecties op LinkedIn. Profielen met 500+ connecties zijn het hoogst haalbare. Het maakt niet uit of je die mensen ook echt kent of überhaupt ooit ontmoet hebt. Het gaat er niet om wie je bent, maar wie je kent. Sterker nog, hoe-

De Britse Mental Health Foundation (MHF) toont in een recente studie de link tussen een laag zelfbeeld en sociale media aan. Dat schrijft lifestylewebsite Refinery 29. 'De overheid moet meer actie ondernemen', aldus Mark Rowland, chief executive bij MHF. Dat sociale media de druk om er goed uit te zien alleen maar verhogen is weinig verrassend. Nu levert de wetenschap daar ook concrete bewijzen voor. De MHF ondervroeg 4.500 volwassenen over de mogelijke link tussen een laag zelfbeeld en zelfmoordgedachten. Meer dan een derde gaf aan zich al depressief te hebben gevoeld over hun lichaam, mede door sociale media en het eenzijdige lichaamsbeeld dat daar naar voor geschoven wordt. Zo'n 40 procent van de ondervraagde tieners en 22 procent van de volwassenen wezen naar sociale media als de oorzaak voor de onzekerheid over hun lichaam. 'De meerderheid van de respondenten vindt dat de overheid meer actie moet ondernemen', zegt Mark

veel mensen je kent. Want als veel mensen je kennen, dan besta je echt. Maar zijn al die profielen en connecties realistische afspiegelingen van wie we zijn? Of van wat we willen dat anderen over ons denken? Elk sprookje heeft een moraal Zo simpel als hierboven geschetst, is het natuurlijk niet helemaal. Wie verder kijkt, ziet meer. Ook op sociale media. Wil je zien wat voor type iemand is, kijk dan naar zijn/haar interacties. Met alleen een opgepoetst profiel ben je er niet. Zeker op netwerken als Facebook en Twitter is goed te zien of iemand de dialoog zoekt. Reageert die persoon op anderen? Reageren anderen op hem/haar? Zo ga je op social media toch met de billen bloot. Althans, voor de kritische kijker.

Via: www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/zelfbeeld-tieners-beinvloed-door-media~b19579ad/

Rowland van MHF. Jonge, blanke vrouwen Vooral jonge vrouwen zijn erg onzeker over hun uiterlijk, meer bepaald jonge vrouwen met een blanke huid. 'Hoewel de verschillen tussen etnische groepen klein zijn, zien we dat zwarte vrouwen over het algemeen tevredener zijn met hun lichaam dan blanke vrouwen', vertelt MHF aan Refinery 29. Een laag zelfbeeld kan resulteren in psychische problemen. Denk daarbij aan depressie, eetstoornissen of zelfmoordgedachten. Intussen staan er steeds meer vrouwen op die ijveren voor een diverse kijk op schoonheid. Zo klaagt de Amerikaanse actrice Jameela Jamil onrealistische schoonheidsidealen en fotoshopblunders op Instagram aan via het account I Weigh. Dichter bij huis ijveren Kirsten Jönsson, oprichter van de pagina size_positive, Marianne Nykjaer, body activist en blogger, en Sabine Peeters, auteur van Lief voor mijn Lijf, voor een meer diverse kijk op schoonheid. via:www.weekend.knack.be/lifestyle/beauty/sociale-media-hebben-grote-invloed-op-ons-zelfbeeld/article-normal-1464247.html

153



ISFJO 06 RDEN

1. Ikea

meubelstuk

SPEJL


156

WAT U VOOR MONTAGE MOET WETEN

156


157 De montage van deze spiegel dient uitgevoerd te worden door een erkend vakman.

Monteer de spiegel altijd met twee personenen om schades te voorkomen.

Plaats de spiegel nooit op een harde ondergrond om beschadiging van de kwetsbare hoeken en randen van het glas te voorkomen.

De spiegel is uitsluitend voor binnen gebruik en dus NIET geschikt voor montage en gebruik buiten.

157


158


159


160


161


162


163


164


165


166


167


Een spiegelreflexcamera of kortweg een spiegelreflex, is een fotocamera die voorzien is van een bijzonder zoekersysteem dat optimaal richten en instellen van de camera mogelijk maakt. In de stralengang tussen lens (objectief) en film (of sensor) is daartoe een spiegel aangebracht, normaliter onder een hoek van 45 graden, die het beeld op een instelglas laat vallen dat gewoonlijk gematteerd is en meestal matglas wordt genoemd.

Doorsnede van een spiegelreflexcamera met zicht op de optische componenten. De tekening toont de weg van het licht via het objectief (1), de weerkaatsing door de spiegel (2) en de projectie op het matte instelglas (5). Via een lens (6) en het pentaprisma (7) bereikt het beeld de zoeker (8). Tijdens de opname klapt de spiegel omhoog, de sluiter (3) opent, en het beeld wordt geprojecteerd op de film of sensor (4) met precies hetzelfde beeld als zichtbaar in de zoeker.

Dit type camera wordt ook wel aangeduid met de afkorting SLR wat staat voor Single Lens Reflex. Meestal betreft het middenformaatcamera's of kleinbeeld spiegelreflexcamera's. Bij sommige camera’s kan de fotograaf het beeld op het instelglas rechtstreeks van bovenaf bekijken. Meestal wordt het beeld echter bekeken via één of meer prisma’s (gewoonlijk via een pentaprisma, ook wel dakkantprisma genoemd) en/of spiegels (porro mirror system). In sommige camera’s kunnen verschillende typen instelglazen geplaatst worden en soms is ook de rest van het zoekersysteem verwisselbaar.

168

Op het moment van de opname klapt de spiegel weg uit de baan tussen lens en film (sensor) en sluit daarmee tegelijk het via de zoeker invallende licht buiten. Vervolgens opent zich dan de spleetsluiter die zich vlak voor de film (sensor) bevindt. Als de sluiter zich in het objectief bevindt (centraalsluiter) is de camera van klepjes of een hulpsluiter voorzien om te verhinderen dat er licht op de film valt zolang de sluiter openstaat voor het bekijken van het zoekerbeeld. Tijdens het opklappen van de spiegel sluit het diafragma (niet in het plaatje afgebeeld) in het objectief zich tot de waarde die door de gebruiker of door een automatisch systeem is ingesteld. De camera kan op verschillende manieren voorzien zijn van een lichtmeetsysteem; tegenwoordig vindt de lichtmeting altijd door het objectief plaats voor optimale nauwkeurigheid. De werking van een spiegelreflexcamera is anders dan van een compact of hybride camera. Als u door de zoeker kijkt, kijkt u via een spiegeltje naar het beeld dat door het objectief valt. Het beeld waarnaar u kijkt is dus het echte beeld.

Bron: LT FOTO, Via https://camerahobby.eu/fotografie-info/ de-digitale-camera/camera-keuze/77-spiegelreflexcamera. html


Geschiedenis van de fotografie

Nicéphore Niépce, in full Joseph-Nicéphore Niépce, (born March 7, 1765, Chalon-sur-Saône, France—died July 5, 1833, Chalon-sur-Saône), French inventor who was the first to make a permanent photographic image.

Fotografie is rond 1820 ontstaan door de camera obscura van een lichtgevoelige achterwand te voorzien. In 1981 komen de eerste digitale fotocamera's. In 1990 kwam Adobe Photoshop op de markt, de standaard voor digitale fotobewerking en de vervanging van de donkere kamer. Fotografie is de opvolger van de schilderkunst en de voorloper van de film. Eerste foto’s 1816 In 1816 maakte Joseph Nicéphore Niépce de eerste foto. Hij deed dit door een doos te maken met een heel klein gaatje erin. Binnen de doos maakte hij een achterwand met een lichtgevoelige plaat. Door een aantal uur het gaatje in de doos open te houden, ontstond er op de achterwand een afbeelding. Dit principe van fotograferen is in de loop der jaren nooit veranderd. Het gaatje van de doos heet nu een lens en de lichtgevoelige achterwand is tegenwoordig een lichtgevoelige elektronische sensorchip. Lichtgevoelige achterwand Toch is er sinds de eerste foto heel veel veranderd op het gebied van de fotografie. De eerste ontwikkeling betrof de lichtgevoelig achterwand. Doordat dit materiaal in het begin weinig lichtgevoelig was had men een sluitertijd van soms wel acht uur nodig. Na experimenten met zilverjodide en zilvernitraat, lukte het om een papier te ontwikke-

len dat middels zilvernitraat en zoutoplossingen een gefixeerde foto kon produceren. Het fixeren van de foto was belangrijk omdat lichtgevoelig materiaal lichtgevoelig blijft en na verloop van tijd altijd een zwarte foto oplevert. De foto moet daarom gefixeerd worden zodat het lichtgevoelige proces stopgezet wordt en de foto blijft zoals hij op dat moment is. Het lichtgevoelig materiaal op basis van zilvernitraat was veel gevoeliger voor licht zodat de sluitertijden verkort werden tot enkele minuten. De introductie van lensen verkleinde de sluitertijd ook omdat het licht nu gebudeld werd en dus krachtiger was. Met name de Hongaarse Petzval lens (1840), met een F waarde van 3.5, verkortte de sluitertijd aanzienlijk. Met een flits van magnesium poeder die werd aangestoken door de fotograaf kon de sluitertijd beperkt worden tot een fractie van een seconde. Negatief 1930 De eerste foto’s waren uniek, er kon geen tweede exemplaar van gedrukt worden. Dit kwam omdat de foto’s direct op het papier werden gebrand in plaats van op een negatief. De eerste negatieven werden rond 1850 ontwikkeld. Dit waren glasplaten waarop zilverbromide in een gelatinelaag ingebed werd. Deze ontwikkeling zorgde ervoor dat de fotocamera dichter bij de gewone burger kwam. In juli 1888 kwam de Eastman's Kodak ca-



mera op de markt met de slogan "U drukt op de knop en wij doen de rest". De eerste 35-mm-negatieven werden rond 1930 ontwikkeld. Deze negatieven worden nog steeds in analoge camera’s gebruikt. De Hasselblad maakte gebruik van grotere negatieven zoals de 60- bij-60-mm-negatieven, waarmee enorme vergrotingen haarscherp afgedrukt konden worden. Donkere kamer 1930 - 2000 Tussen 1930 en 2000 werden zwart-wit fotorolletjes ontwikkeld in een donkere kamer. De professional of de fanatieke amateur had op zijn zolderkamer een donkere kamer. Filmrolletjes konden ontwikkeld worden door, gedurende een bepaald aantal seconden, met een negatief en een lichtbron op het fotopapier te schijnen. Hoe langer er belicht werd, hoe donkerder de foto. Hierna moest het fotopapier in drie verschillende baden gedompeld worden zodat het fotopapier gefixeerd werd. Het laatste bad was met water gevuld om de chemicaliën af te spoelen. Om te kunnen werken in een donkere kamer werd er van speciaal rood licht gebruik gemaakt, dit licht had geen effect op het fotopapier waardoor er toch licht was in de donkere kamer. Kleurenfoto’s 1960 Hoewel de eerste kleurenfoto al in 1860 werd gemaakt, werden de eerste kleurenfoto’s voor

consumenten pas rond 1960 gemaakt. Dit kwam omdat het maar niet lukte de kleur rood vast te leggen zodat kleurenfoto’s nooit een goede afspiegeling van de werkelijkheid gaven. Lenzen De lenzen zijn sinds 1820 net als de achterwand steeds licht gevoeliger geworden. Tevens werden de lenzen scherper. Goede lenzen gaan tot een lichtgevoeligheids waarde van F 1.8 en bij dure lenzen tot F1.4 daar is sinds 1930 weinig tot geen verandering in gekomen. Spiegelreflex Camera’s 1940 De eerste kleinbeeld-spiegelreflex-camera’s voor de consument kwamen rond 1940 op de markt. De spiegelreflex camera heeft een klapbare spiegel die het licht naar het negatief (sensor) brengt. De spiegel klapt open wanneer de lens open staat om het licht op het negatief (sensor) te laten vallen, echter op dat moment kan de fotograaf niet zien wat hij in beeld heeft. De spiegel zorgt ervoor dat de fotograaf door zijn zoeker kan zien wat hij zal fotograferen. Digitale camera’s 2000 reflex cameraIn 1981 kwam Sony met de eerste digitale camera. De kwaliteit van de afdrukken was vele malen minder en de prijs vele malen hoger dan die van de analoge camera’s. In 1991 kostte de Kodak DCS-100 30.000 dollar. Hierdoor duurde



REGI 07 STER

1. Alfabetisch

gerangschikte lijst

MIRALL


2

174


1

175


176


177

Spiegels (meerv.) voorwerp van glas waarin je jezelf kunt zien Voorbeeld: ‘ in de spiegel kijken om je haar te kammen’ ‘iemand een spiegel voorhouden (iemand het verkeerde van zijn of haar gedrag duidelijk maken)


[mirra:zj] ¹luchtspiegeling, fata morgana ²droombeeld, hersenschim ¹ [mirre] zn spiegel; (fig) weerspiegeling ² [mirre] tr (weer)spiegelen, afspiegelen, weerkaatsen

178


179


Hij is gelukkig, die zich spiegelt in andermans leed.

2 180


1

Iemand een spiegel voorhouden

Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.

181


464

mi

(m) [-s]

Ogen zijn de spiegel van de ziel

182


431

Speicherbecken - spielen

Zelfs apen gluren in de spiegel

sp

183


184


look (at o.s.) in the

185


186


187


188


hold up a

to sb

189


190


191


192


193


194


195



EEN PLUS 08 EEN IS ÉÉN

1.

Associatie

SPIEGEL


SPIEGEL

GLAS

SERRE

VOCHTIG

ZOUT

SNELHEID

SOMBRERO

STIERENGEVECHT 198


TROPISCH

OPERA

ZON

STRALEN

GELEI

DOORZICHTIG

NOTENKRAKER

MICROGOLFOVEN

BALLET 199


200


201


202


203


204


205


206


207


208


209


210


211


212


213


214


215


216


217


218


219


220


221


222


223


224


225


226


227


228


229



COLO FON

1. Drukwerk

informatie

SPIEGEL


COLOFON

THE MANY LIVES OF...A MIRROR © COPYRIGHT 2019 A DESIGN BY

COMMISSIONED BY

LAURA BAMPS LUCA SCHOOL OF ARTS

PRINTED BY

CHAPO

PAPER

BINNENWERK

WWW.CHAPO.TEAM

OFFSET 100GR

COVER

OFFSET 350GR

SPECIAL THANKS TO

FOR THE IMAGES USED AT THE GLASS HOUSE CHAPTER, I NEED TO MENTION

UNSPLASH PEXELS RIJKSMUSEUM @KARIN BORGHOUTS @GERT DEBUCK @VIVATJE @INES COCKX @CATLADY PETRA

© 2019. ALL RIGHTS RESERVED. NO PART OF THIS PUBLICATION MAY BE REPRODUCED OR TRANSMITTED IN ANY FORM BY ANY MEANS, STORAGE AND RETRIEVAL SYSTEM, WITHOUT PERMISSION IN WRITING OF THE PUBLISHER.

232





© Laura Bamps


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.