Unframed - 2008

Page 1

Charles Baudelaire

125 150 jaar

Sint-Lucas Gent

jaar

Sint-Luâ „kas Brussel c


EDITO 03

De geschiedenis van de Sint-Lucasscholen startte in 1862 in Gent met tekenlessen voor een handvol jongens. Exact 25 jaar later werd een gloednieuwe campus in Brussel opgericht. Wat begon als een ­tekenles groeide uit tot een nationale beweging die het kunstonderwijs ­wezenlijk veranderde. In deze krant kijken we even terug op onze geschiedenis, maar niet ­zonder vooruit te blikken.

03

EDITO

05

PERPETUUM MOBILE Ons kunstonderwijs is een perpetuum mobile. Voortdurend in beweging blijven we evolueren. Op symposia in Gent en Brussel wordt de toekomst van het kunstonderwijs tegen het licht gehouden. Ook op de campussen bewegen er dingen en dat voelen we uitgerekend in dit feestjaar. Sint-Lucas Gent en Sint-Lu c⁄ kas Brussel stappen samen met het Lemmensinstituut en Narafi in luca. De archi­ tectuuropleidingen integreren in de KULeuven. De Brusselse campus ten slotte richt een basisschool op.

07 – 09

BEELDENDE KUNSTEN

Wat begon als een ambachtelijke tekenklas is vandaag uitgegroeid tot een opleiding met een brede waaier aan kunstateliers. Door de jaren heen werden er bakens verlegd. Duizenden kunstenaars volgden bij ons een opleiding. Met velen hebben ze hun stempel gedrukt op de kunstwereld van gisteren en vandaag.

11

AUDIOVISUELE KUNSTEN De filmopleiding van Sint-Lukas is de jongste telg van onze opleidingen. Als artistieke opleiding met een traditie om eigen werk te maken werd ze in geen tijd een sterk alternatief voor de bestaande filmopleidingen in Vlaanderen. Haar succes blijkt uit het palmares van docenten, oud-studenten en studenten. De lijst is te lang om mee te geven, een handgreep illustreert haar invloed op de filmwereld.

13

15

Eén architect ontwerpt een huis, één generatie architecten bepaalt een volledig stadsbeeld. Tien grote namen illustreren de invloed die onze docenten en oud-studenten hebben uitgeoefend op ­steden als Gent, Brussel, Antwerpen en Leuven. Ook op de hedendaagse leef- en woonomgeving drukten onze oud-studenten en docenten hun stempel.

Anderhalve eeuw geleden begon Frère Mares met een tekenklas. Een kwarteeuw later bestendigde hij dat werk met de oprichting van een Brusselse campus. Tijdens hun bestaan evolueerden de SintLucasscholen van ambachtsscholen naar kunstscholen, van technisch onderwijs naar acade­­misch onderwijs. Dit feestjaar is een ideaal moment om even achterom te kijken. Tien markante begrippen en vier publicaties geven duiding bij onze rijke geschiedenis.

ARCHITECTUUR

EX  HISTORIA

© Sint-Lukasarchief


Het vizier toekomst... en de loepop op dede ziel van de school ‘Met dit jubileumprogramma­ willen­we de hogeschool aftoetsen aan de toekomst. Hoe wordt kennis doorgegeven? Is onderwijzen aanleren of net paden doen vermijden? Zijn er nieuwe instrumenten in het kunstonderwijs? Op het inter­nationaal symposium komen acht sprekers ver­tellen over hun eigen ervaring met kunstonderwijs en hun toekomstvisie hierop.’

— Elke spreker zal een learn-in begeleiden.

‘Zo zal de Amerikaan Matt Mullican het hebben over ‘the image of learning’. Hij laat zich hiervoor inspireren door ‘Cal­ Arts’, een zeer vooruitstrevend instituut in Los Angeles waarin geen hiërarchisch onderscheid gemaakt wordt tussen docent­ en student.’ Andere onderwerpen die aan bod komen zijn de ‘performance’ van het leren, onderwijzen als kunst, gemeenschappelijke werk­ praktijken en ondernemerschap. ‘Maar er zal ook gesproken worden over wat, hoe en of iets systematisch in kunst geleerd kan worden, over de ‘wide open school’, over institutionele hiërarchieën…’

De Nieuwe Klas is een paviljoen ont­worpen door Architecten De Vylder Vinck Taillieu dat tijdelijk in de Zwartezustersstraat komt te staan.

Aansluitend aan het inter­ nationale sym­po­sium vindt ook een kinder­­­sym­posium plaats. In twee on­on­­derbroken sessies treden goochelaars, illustratrice Gerda Dendooven en Vlaams onderwijs­ minister Pascal Smet in interactie met de kinderen. ‘Ouders zullen trouwens niet binnen mogen, maar kunnen alles volgen via live-stream. Ik heb nog nooit van iets dergelijks ­gehoord. Het wordt ongetwijfeld In de dagen na het sympo­ een uniek evenement.’ CM sium zal elke spreker een learnin, een workshop voor studenten Memo INTERNATIONAAL begeleiden. ‘Zo zal de Spaanse SYMPOSIUM 04–05 oktober ­Guadalupe Echevarria, directrice­ KINDERSYMPOSIUM 06 oktober van de Ecole d'Enseignement ZONDAGSCHOOL 07 oktober Supé­ rieur d'Art de Bordeaux, Tekenen met Marc Nagtzaam met studenten nadenken over ZONDAGSCHOOL 14 oktober de rol van de cafetaria als brug Beeldhouwen met Philip Aguirre tussen artistieke productie en de y Otegui, Sint-Lucas Gent, Zwartezustersstraat 34, Gent markteconomie.’

Een nieuwe klas op straat

In het kader van het 150-jarig bestaan van Sint-Lucas Gent onderzochten architectuur­stu­­denten -en docenten hoe het onderwijs van de toekomst er kan uitzien. De ‘old school’ werd tegen het licht van de toekomst gehouden om de ‘nieuwe klas’ vorm te geven. Het resultaat van dit project is te zien in de Zwartzustersstraat, tussen de twee gebouwen van Sint-Lucas in. Jan De Vylder, docent Ont­werpen aan Sint-Lucas Gent, over het project. ‘Uiteindelijk gingen we zelfs verder dan het klaslokaal en kozen we ervoor om te werken rond de interactie tussen de school en de straat. De Zwartzustersstraat l­ijkt doorheen de twee gebouwen van de campus Sint-Lucas Gent te snijden. Toch krijg je niet het gevoel dat de gebouwen in verbinding staan met de straat. Door een element toe te voegen in de straat, ontstaat die link wél.’ De installatie heeft de vorm van een groot wit kruis met een hoogte van 2,5 meter en verhin­dert de directe toegang tot de hogeschoolgebouwen. ‘Studenten en docenten moeten omwandelen. Het toont meteen aan hoeveel invloed een bouwwerk op ons leven, onze houding en onze handelingen heeft.’

Brusselse campus gastheer voor internationale symposia derde cyclus onderwijs Op 17 en 18 mei 2013 vindt op Sint-Lukas Brussel de slotconferentie van share plaats. Share verenigt zo’n veertig partners van over heel Europa. Hun doel is het verbeteren van de zogenaamde derde cyclus van kunstonderwijs en kunstonderzoek. Meer fonds­ en voor doctoraal onderzoek in de kunsten, meer internationale­ uitwisselingspro­gramma’s, meer steun van nationale en internationale agentschappen, het zijn maar enkele van hun doelstellingen. Jan Cools, vakgroepvoorzitter van Sint-Lukas Brussel en gastheer van het symposium: ‘share stelde een ambitieus werk­­ programma op. Het uitwisselen van artistieke ervaringen en ideeën en het uitbouwen van netwerken staat hierbij centraal. Voor dit slotsymposium nodigt share dan ook niet alleen een aantal keynote speakers uit, maar programmeert het ook een reeks presentaties en workshops.’ Voorafgaand aan het sympo­ sium van share zet luca ook de deuren van haar Brusselse campus Sint-Lucas Architectuur open voor een internationale conferentie over onderzoek in kunst en design. Gastheer prof. dr. Johan Verbeke: ‘Op 15 en 16 mei 2013 vindt het symposium ‘Knowing by designing’ plaats. Een tweedaagse conferentie waar­ op dieper ingegaan wordt op het gegeven van onderzoek in relatie tot een kunst- of architectuurpraktijk. Daarbij zal de nadruk vooral liggen op de kennis en de inzichten die ontstaan in explo­ ratieve en onderzoeksmatige praktijken. Door de conferentie van share te laten aansluiten worden de Brusselse campussen een week lang een ontmoetingscentrum voor hoogstaand onderzoek.’ HW Memo THINKING BY DESIGNING

15–16 mei 2013 Sint-Lucas Architectuur (campus Brussel) SLOTCONFERENTIE SHARE

17–18 mei 2013 Sint-Lukas Brussel

Sint-Lu ⁄kkansen as enwordt LUCA Nieuwe voorheen ongekende mogelijkheden c

Sint-Luc⁄kas lijkt wel een perpetuum mobile. In dit feestjaar kijken de kunst- en architectuur­scholen wel even terug op het verleden maar zonder stil te staan. Want uitgerekend dit feestjaar gaan de Sint-Luc⁄kashogescholen op in LUCA, een grote kunst- en architectuurschool met Europese ambities.

Meer dan vijfduizend studenten In de eerste plaats omdat het kunnen bij luca terecht om een kunst- en architectuurhogezich te specialiseren in meer dan school is. Dat is uniek in Vlaandehonderd ateliers en schakelpro- ren. Bovendien zijn we verspreid gramma’s. Ook de mad Faculty over drie provincies.’ uit Genk zal deel uitmaken van Ann Laenen, voorzitter van de luca. Drie sleutelfiguren praten Bijzondere Faculteit Kunsten ‘Nu vrijuit over nieuwe kansen en de Genkse campus erbij komt, voorheen ongekende mogelijk- klopt het plaatje steeds beter. De filmopleidingen zijn een mooi heden. voorbeeld van wat luca kan ER ZIJN AL EERDER GROTE betekenen. Op drie campussen FUSIE­BEWEGINGEN GEWEEST IN vind je drie totaal verschillende HET HOGER ONDER­WIJS. IS LUCA filmopleidingen: televisiefilm in EEN UNIEK PROJECT? Genk, auteurscinema in Brussel Dag Boutsen, decaan van de en een ijzersterke creatief-techFacu­lteit Architectuur ‘Absoluut. nische opleiding op het narafi.’

Alain Quateau, verantwoorde­lijke voor de professionele bachelor­ opleidingen ‘Als kunst- en archi­

Idealiter zullen studenten zelf het profiel van hun opleiding kunnen bepalen.’ tectuurschool hebben we bijvoor- Dag Boutsen ‘We zijn groot beeld als enige ook profes­sionele ­ genoeg om masteropleidingen bacheloropleidingen voor al wie in het Engels aan te bieden en in de filmwereld, architectuur of ons internationaal op de markt creatieve sectoren terecht wil.’ te zetten. Bovendien kunnen we nu kortlopende postgraduaten en TOCH IS LUCA VOORAL navormingen ontwikkelen voor INHOUDELIJK EEN ZEER onze alumni en voor studen­ten AMBITIEUS PROJECT van buiten het kunston­der­wijs. Ann Laenen ‘We zullen ook beter­ Ieder jaar opnieuw blijkt daar kunnen experimenteren met een grote vraag naar.’ nieuwe onderwijsvormen. Hybrid Alain Quateau ‘Daar ligt in learning en blended learning zullen ­ essentie de meerwaarde van zeker op het curriculum komen. luca. Een kwalitatief en divers

aanbod creëren voor studenten door bruggen te slaan tussen de verschillende opleidingen, de ­lacu­nes aan te vullen. DE ORGANISATIE HIERVAN LIJKT EEN COMPLEXE ZAAK. Alain Quateau ‘Zeker, vandaar dat

we dit ook samen moeten doen. Iedereen moet zoveel mogelijk betrokken worden. Het afgelopen jaar hebben we de grote structuren vastgelegd en nu moeten we die gaan organiseren. En dat moet van onderuit groeien, dat doen we samen met onze docenten.’ MR

Een ‘expérience de temps’ met Kunstonderwijs voor de allerkleinsten de Duve op Sint-Lucas Gent Mastersessies avant-la-lettre

Lang voor er sprake was van onderzoek in de kunsten brak Thierry de Duve in 1992 in zijn boekje ‘Faire école (ou la refaire?)’ een lans voor het kunstonderwijs als laboratorium met ruimte voor artistiek experiment. Wanneer acht jaar later de academisering van het hoger kunstonderwijs zijn intrede deed en kunst voortaan op onderzoek rijmde, leek de Duve de geschikte man voor een project rond onderzoek in de kunsten.

Op 3 september opende de Sint-Lukas Basisschool haar deuren. De oprichting komt er exact 125 jaar na de start van Sint-Lukas Brussel in Schaarbeek. Met haar basis­school, kunsthumaniora, kunsthogeschool en academie biedt Sint-Lukas Brussel voortaan kunst­ onderwijs voor alle leeftijden.

Coördinator Wim Van den Brulle steeds complexer wordende ‘Voor onze basisschool willen we maatschappij.’ een totaal nieuw en uniek peda­ gogisch project ontwikkelen De nieuwe basisschool is gebracht in een gebouw voor kinderen van 3 tot 12 jaar. onder­ Vaardigheden als lezen, schrij- op de site van de Brusselse Sintven en rekenen zullen we op een Lukas kunsthumaniora. Alsof crea­ tieve manier aanbrengen het erom doet in dat ene gebouw en zullen we laten aansluiten bij dat ene Campioni 125 jaar gelewat kinderen echt bezighoudt. den aan de broeders schonk met opdracht het te gebruiken De individuele ontwikkeling van de ­ het kind zal daarbij voorop staan. voor kunstonderwijs… De plek We willen onze kinderen name- waar alles in 1887 begon, houdt lijk niet alleen zo goed mogelijk anno 2012 opnieuw een mooie voorbereiden op het secun­dair belofte voor de toekomst in. HW onderwijs maar ook op een

PERPETUUM MOBILE

Sint-Lucas Gent viert haar 150-jarig bestaan met een reeks activiteiten waarvan het inter­na­tionaal symposium ‘Old School, Nieuwe Klas’ het startschot is. Acht sprekers zullen vanuit evenzoveel verschillende achtergronden hun visie op kunstonderwijs geven. Curator Moritz Küng over de keuze van de gasten.

05

Het klassiek doceren voorbij: Marc De Blieck en Volkmar Mühleis over de kracht van zelfeducatie Is kunsteducatie gebaat met de begeleiding van experts? Of wordt de kunststudent net meer gestimuleerd wanneer hij vrijgelaten wordt? In ‘Zien, doen, denken - Jacques Rancière en de kunstpraktijk’ onder­ zoeken Marc De Blieck en Volkmar Mühleis hoe het principe van ‘de Studenten werkten in kleine groepjes mee aan de projecten van de Duve, wat voor een intense sfeer zorgde. onwetende meester’ in de kunstpraktijk kan worden toegepast. Toenmalig directeur van Sint- noodzakelijk met het door hen slaagde klinkende namen als In ‘De onwetende meester’ onderzoekt de Franse filosoof Jacques Lucas Gent Frans Aerts sprak gekende medium. ‘Het project­ Herman Parret en Mark De Kesel Rancière hoe iemand kennis kan opbouwen zonder in een richting de Duve aan voor een project was ronduit vernieuwend. Grens­ naar Sint-Lucas Gent te halen’, gegidst te worden. Docent Filosofie aan Sint-Lucas Beeldende Kunst rond onderzoek in de kunsten. overschrijdende kunst bestond vertelt docent Lucas Devriendt. Gent Volkmar Mühleis: ‘In wezen had Rancière het nauwelijks over Nadien tekende de Duve zijn de kunstpraktijk, maar collega en docent Fotografie Marc De Blieck — ­expérience de temps op in de publi­ en ik wilden Rancières idee graag omzetten naar een conceptueel We zouden nog meer tijd en catie ‘Lichaam / Beeld / Vlees’. denkkader voor kunstenaars. Bij Rancière is er een sterk geloof in de autodidactiek. Toegepast op de kunsten betekent dat bijvoorbeeld ruimte moeten creëren voor experiment. In de daarop volgende jaren dat een studiomeester niet klassiek moet doceren maar het kiemende Docenten Lucas Devriendt en natuurlijk al heel erg lang, maar volgden nog twee gelijkaardige idee van kunststudenten doet groeien. Dat is overigens een interes­ Wim Lambrecht gaven het pro- in het kunstonderwijs werden projecten. In het ene werkten sant dilemma: je zoekt naar iets waarvan je niet zeker weet dat het ject mee vorm. studenten vaak louter en alleen de studenten rond het thema bestaat. Rancière benadrukt bovendien het emancipatoir karakter Zes weken lang verdiepten in hun medium opgeleid. We ‘Blos’, in het andere kregen ze van zelfeducatie. Ook dat is interessant voor de kunstsector.’ studenten zich samen in het leidden schilders op die in de een open opdracht. ‘De drie thema ‘Annunciatie’. Lezingen marge met video experimenteer- projecten lieten hun sporen na. Het boek bevat heel wat beeldmateriaal. Docent Marc De Blieck en filmprojecties met en van den en we spraken van videasten Je kan zeggen dat de masterses- fotografeerde in de werkplaats van zijn overleden vader schroeven, exper­ten gingen hand in hand die wel eens schilderden, maar sies van vandaag schatplichtig werkinstrumenten en ander materiaal: ‘De doosjes met materiaal met een groots experiment… we gaven de hybride kunste­ zijn aan het project van de Duve. worden in de foto’s losgesneden van hun functie en achtergrond, als Voor het eerst werkten studenten naar geen volwaardig plaats in Toch zouden we ons onderwijs een uitnodiging voor een nieuw gebruik. Ze staan symbool voor het uit verschillende ateliers samen ons kunstonderwijs. Het was nog verder in die geest kunnen zelf ontdekken.’ HW in kleine groepjes aan een geza­ ook ongezien dat externen een oriënteren en nog meer tijd en Memo Marc De Blieck en Volkmar Mühleis (eds.) menlijk kunstwerk rond het trekkende rol speelden in een ruimte ­creëren voor experiment.’ ZIEN, DOEN, DENKEN - JACQUES RANCIÈRE EN vooropgesteld thema. Boven­ project. Bovendien was de Duve Pleidooi voor een kunstschool DE KUNSTPRAKTIJK Uitgeverij ara-mer, Gent dien werkten ze daarbij niet als figuur zo gekend dat hij erin als laboratorium dus! HW

Lerarenopleiding, een kenniscentrum voor kunsteducatie De Specifieke Lerarenopleiding organiseert voor haar studenten ook lessen in kunsthuizen als S.M.A.K. en WIELS. Deze komen er in contact met de publieks­ werkers van de kunsthuizen die hun ervaringen met hen delen. Daarnaast ontstaat er een dynamiek tussen de kunsthuizen en de lerarenopleiding. Lieve Dehasque, opleidingshoofd van de Specifieke Lerarenopleiding vertelt over enkele onverwachte opportuniteiten.

‘We willen onze studenten in de In deze organisaties vergt de een dynamiek ontstaat tussen eerste plaats een authentieke aanwezigheid van de kunstwer- docent en publiekswerker waarbij leerervaring aanbieden. Een erva­­- ken een bijzondere didactiek. beiden van elkaar leren. Dit geeft ring die zoveel mogelijk aansluit ‘We brengen onze studenten de Lerarenopleiding de potentie bij de realiteit van een leraar’, tijdens die lessen bovendien in om uit te groeien tot een kenniszegt Dehasque. ‘Onze studenten contact met de publiekswerkers. centrum voor kunsteducatie. zullen in hun carrière niet alleen Hierbij ontstaat er voor de studende creatie van kunstwerken bege­ ten een interessante dyna­ miek ‘De Lerarenopleiding werkt al leiden. Ze zullen met hun leer­ling­ tussen de praktijkkennis van de ­enkele jaren samen met dezelfde en ook kunstevents bezoeken. publiekswerkers van het kunst- kunsthuizen. Hierdoor ontstaat Als kunstdocent moeten ze dit huis en de didactische kennis van er duur­zaamheid en wederzijds ver­trouwen. Die duurzaamheid goed kunnen begeleiden. Daarom onze docenten’, zegt Dehasque. gaan we nu consolideren in organiseren we leermomenten in s.m.a.k., wiels, Globe Aroma, Art Een interessante bijwerking ­samenwerkingovereenkomsten’, Basics en Bronks.’ van­deze lessen in situ is dat er ook besluit Dehasque. MR


Luc Tuymans is de éminence grise van de Belgische schilderkunst. De internationaal gerenommeerde ­kunstenaar studeerde aan het Sint-Lukas in Brussel, volgde kunstgeschiedenis aan de VUB en doctoreert momenteel in de kunsten aan de VUB.

beter. Brede vakken zoals filo­ sofie of Nederlands kunnen daar­ bij helpen.’ Toch zit de kunstenaar zit niet verlegen om een kritische noot meer of minder: ‘Een van de vragen die bij de kunstenopleidingen steeds meer opduikt, is in welke mate esthetica en kunstgeschiedenis wetenschappelijk onderbouwd en daardoor onder­ wezen kunnen worden. Het is zeer de vraag of dat überhaupt wel wetenschappen zijn. Alles wat binnen een hogeschool aan bod komt blijft zeer hypothetisch.’

‘Allo!’ van Luc Tuymans

‘Ik ben mijn kunstopleiding begon­­ nen in wat toen nog de oriëntatiejaren van Sint-Lukas

was een onwaarschijnlijk pedagoog. Bij hem maakten we tot drieduizend tekeningen per jaar.

Studenten moeten intensief over hun werk kunnen nadenken en praten.

mijn studies heb ikzelf bekostigd. Ik vond dat goed.’ Het heeft Tuymans in zijn verdere kunstenaarscarrière voor een stuk ook bepaald. Tuymans is altijd een zeer communicatief kunstenaar gebleken die steeds open stond voor een gesprek met journalisten, critici en collectioneurs. ‘Ik moest zien dat ik van mijn kunst kon leven. Praten was een manier om die ambities te realiseren. Het romantische idee van de kunstenaar, daar moeten we dringend van afstappen. Er zijn risico’s aan verbonden.’

waren, de huidige kunsthumaniora zeg maar. Nadien volgden de hogere jaren. Het was een volledig andere tijd dan vandaag. Voor praktische aspecten, zoals modellen, moesten studenten toen vaak zelf zorgen.’ ‘Toch heb ik er veel geleerd: zo heb ik geleerd om te kijken naar een werk. Ik ben er Gaston Desmedt, toenmalig docent Model­­te­kenen­ van Sint-Lukas Brussel, nog a ­ ltijd bijzonder dankbaar voor. De man

Het was een zeer heftige ervaring.­ Ik werd er technische vaardiger door, maar ik leerde er vooral door ‘kijken’. Desmedt heeft mij trouwens over de streep getrokken om te schilderen. Ik heb dus meerdere redenen om hem dankbaar te zijn.’

Eigenaardig hoe een dubbeltje rollen kan

Milde ironie in mysterie gedompeld

Toch waren de studenten­ jaren voor Tuymans geen makkelijke jaren. ‘Ik stond tijdens mijn studies half in het werkleven,

BOLOGNA, REVOLUTIE IN HET KUNSTONDERWIJS

De Bolognaverklaring is het ant-

woord van het Europese onderwijs op de globalisering. Die verklaring zorgde niet alleen voor de creatie van een eengemaakte Europese onderwijsruimte maar ook voor de academisering van het kunstonderwijs. Jongeren in contact brengen met het buitenland is voor Tuymans een belangrijke opdracht. ‘Zeker in de latere jaren moet er veel aandacht zijn voor connecties met andere kunstscholen. We kunnen veel leren uit het buitenland. Tijdens een gastdocentschap aan de ucla of het Art Institute in Chicago merkte ik hoe studenten intensief over hun werk kunnen nadenken en praten. Dat kan hier absoluut

Chroniqueur van een artistieke generatie

De kunstopleidingen zitten volop in een academiseringsproces. Onderzoek wordt hierbij ingebed in de artistieke praktijk. Die beweging is niet zonder contestatie in de kunstwereld, maar voor Tuymans is dit een noodzakelijke stap. ‘Kunstenaars werken nu nog vrij geïsoleerd. Ik heb er bij mijn academisch onderzoek voor geko­ zen om nauw samen te werken met academici. Mijn onderzoek versterkt hierdoor.’ Een mooi voorbeeld van die samenwerking, zijn de confrontaties die Tuymans aanging met Gottfried Böhm van het Kunsthistorisch Instituut in Basel. Beide heren gingen in debat over verschillende kunstwerken van Greco, maar ook van Tuymans zelf. Dit proces­ werd gedocumenteerd en op ­papier gezet. Toch blijkt Tuymans ook kritisch voor het artistiek onderzoek. Niet alle onderzoek voldoet aan de kwaliteitsnorm. Tuymans pleit daarom voor een meer rigou­reuze selectie in het artistiek onderzoek. ‘De beweeg­redenen om aan een doctoraats­thesis te beginnen moeten bijvoor­ beeld goed bekeken worden. Je krijgt immers zes jaar lang zo’n 2000 euro per maand. Je kan de lat als instelling dan ook kwalitatief zeer hoog leggen en streng selecteren.’

Als monochrome abstracten doen mediteren

Een tekening toonde Gerolf Annemans en Filip Dewinter met morfologische kenmerken van ­allochtonen. De tekening werd gemaakt tijdens een live-uitzending van De zevende dag. Als reactie daarop verliet een woedende Dewinter met zijn gevolg de zaal.

Fragment uit ‘De liefhebbers’ van Brecht Evens, oud-student van Sint-Lucas Beeldende kunst Gent, uitgebracht bij Uitgeverij Oogachtend van Johan Stuyck, docent aan Sint-Lukas Brussel © Oogachtend 2011

Wereldgeschiedenis door Gents en Brussels talent op het vanover Uitgeverij Oogachtend de ogen van een tekenaar schap Johan Stuyck de evolutie van het beeldverhaal Tijdens een stage bij het cultureel weekblad De Linie maakte GAL zijn eerste politieke tekening. Het was meteen het begin van een carrière. Vijftig jaar lang zou hij wekelijks de politiek becommentariëren via tekeningen. Ondertussen stond Gerard ­Alsteens als tekenleraar voor de klas in de Sint-Lukas­ kunsthumaniora in Brussel. De volledige collectie teke­ningen van gal geeft een beeld van de politieke geschiedenis van de laatste vijftig jaar. Zijn visie als tekenaar deed hem regelmatig in het oog van een storm belanden, soms een storm in een glas water, soms een mediastorm. ‘Kritiek op de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika of de politiek van Israël zorgde steeds voor lezersbrieven’, zegt Alsteens. Toch was het geen politieke tekening die voor de meeste ophef zorgde. ‘Een eerder lieve tekening van de net overleden Boudewijn die vanop een wolk met een bezorgde blik kijkt naar zijn België zorgde voor heel wat scheldproza en heuse dreigementen. De tekening was nochtans niet cassant, maar Boudewijn had op dat moment een heiligenstatus gekre-

gen. Kritiek was niet mogelijk.’ Alsteens nam gal nooit mee naar zijn les. ‘In het atelier staat het leerproces van de student voorop. Indien ik me zou profileren als cartoonist zou de kans groot zijn dat ze karikaturale kenmerken zoals dikke neuzen gaan gebruiken omdat ze dan zouden denken­dat ik dat wens. Dat is voor hen niet interessant.’ ‘Wel vraag ik vaak om een cultureel programma samen te vatten in één enkel beeld. Zoiets scherpt het visueel geheugen aan en leert hen ook om inhoudelijke keuzes te maken.’ MR Memo De overzichtstentoonstel­

ling ‘gal, een halve eeuw op het scherp van de snee’ reist tot ­februari 2013 Vlaanderen rond. Meer info www.curieus.be/gal

L’ART Zuivere geëngageerde kunst

Vandaag is Uitgeverij Oogachtend met namen als Randall C. en Klaas Verplancke op het schap een vaste waarde in het nationale en internationale uitgeverslandschap. Het begon twaalf jaar geleden nochtans allemaal erg klein met de uitgave van een stripmagazine op kleine oplage. De eerste publicatie van Uitgeverij Oogachtend was het stripmagazine ink, het geesteskind van Johan Stuyck, docent Grafisch ontwerp aan Sint-Lukas Brussel en oprichter van de uitgeverij. ‘In 1999 riep tekendocent en toenmalig afdelingshoofd Grafisch ontwerp Georges Braem de opleiding Stripverhaal in het leven. Het was een schot in de roos. Die eerste lichting studenten was ongelofelijk gemotiveerd en ik had goesting om het werk van die studenten te bundelen. ­Meteen na dat eerste nummer kwamen er veel positieve reacties en aanvragen van externen om te publiceren.’ Binnen het jaar kwamen er nog drie nummers van ink uit, in totaal verschenen er zestien edities. Maar daar bleef het­­echter niet bij. Stuyck had de smaak te pakken en contacteerde in datzelfde jaar Ilah. De oud-studente Illustratie van Sint-Lukas Brussel, die toen al voor De Morgen

Perfecte illusies geïnspireerd door de dagelijkse realiteit

Zichtbaar tot in New York

‘Location (5)’

‘Linotype nisiov’

werkte,­kreeg de kans haar werk uit te geven bij Oogachtend. In haar voetsporen volgde veel ­ander Vlaams talent zoals Kim Duchateau, oud-student conz en oud-student Tom Schamp.

Het werk dat ik vandaag uitgeef valt niet meer onder de noemer ‘strip’. In de loop van de jaren zag Stuyck de stripwereld evolueren. ‘Naast de klassieke strip werd het genre van de graphic novel populair. Het werk dat ik vandaag uitgeef valt ook niet meer onder de noemer ‘strip’ zoals we die vroeger kenden, een bepaald aantal hokjes op een vooraf bepaald aantal strips, liefst een avonturenverhaal vertellend. Oogachtend is mee geëvolueerd met de tendens om het auteurschap bij de illustrator te leggen.’ Als docent zit Johan Stuyck aan de bron. Hij ziet het vertel-

EST

stal pas nà het behalen van hun ­diploma te voeren. Ik vind het erg onkies om het nog tijdens hun opleiding te doen.’ Stuyck beperkt zich sowieso niet tot werk van mensen die hij in het atelier leert kennen. ‘Een van de mooiste voorbeelden is eigenlijk oud-student van Sint-Lucas Gent Brecht Evens. Die nodigde me uit om naar zijn werk te komen kijken. Nog lang voor de fusie waarbij Sint-Lucas Gent en SintLukas Brussel samenkwamen, resulteerde dat in een samenwerking. Een mooi bewijs trouwens van het vele talent dat op beide scholen aanwezig is.’ HW

Goede reclame kan kunst zijn

De ongrijpbare wereld van tijd en ruimte

Het is een kunst om een goede reclame te bedenken, maar met campagne­ beelden als ­Tigra, Zwarte Kat en Batibouw bewees oud-docent Julian Key dat een goede reclame ook kunst kan zijn. Key creëerde beelden die vandaag nog steeds gekend zijn. Sommige nmbs campagnes van vandaag werden 30 jaar geleden door Key ontworpen.

Met subtiele details daagt David Claerbout de toeschouwer uit om aandachtig te kijken. In zijn fotografische installaties en interactief videowerk onderzoekt hij de vluchtige natuur van tijd en ruimte. Zijn videoinstallatie ‘The Algiers’ Sections Of A Happy ­Moment’ uit 2008 is daar een perfect voorbeeld van.

© Koen de Waal

Oud-docent Jean-Paul Laenen ontwierp het vijffrankstuk en daarmee de meest verspreide multiple van ons land. Van 1986 tot 1993 bereikten zeshonderd miljoen stuks dagelijks zo'n tien miljoen Belgen.

‘Four Fairies’ © Peter Cox

Donkere kleuren kenmerken het werk van Michaël ­Borre­mans. De milde ironie die vaak van zijn werk afstraalt, maakt het echter onverwachts licht. De vage context in ‘Four Fairies’ ­illustreert perfect de mysterieuze sfeer die Borremans zijn werk typeert.

Na een toevallige opdracht van Octave Landuyt werd oudstudent en oud-docent Rony Heirman een van de belangrijkste kunstfotografen van ons land. Hij portretteerde onder ­andere Hugo Claus, Keith Haring, Joseph Beuys, koning Boudewijn en president Jaruzelski van Polen. Hij is bovendien ook de huisfotograaf van Roger Raveel.

Het onderzoeksproject ‘Ruimte en tijd in minimalistische en abstracte schilder­ kunst van Philippe Van Snick’ leidde tot een solotentoonstelling in het M in Leuven. Het zorgde ook voor een vernieuwde interesse van de kunstwereld in het wel heel bijzondere oeuvre van Philippe Van Snick.

Toen de nazi’s in Antwerpen een razzia­ tegen Joden hielden, werden hele fami­ lies van de tafel weggeplukt. Philip Aguirre baseerde zich op de politieverslagen van die vreselijke dagen om een memoriaal voor de Dossinkazerne­ te creëren.

Hans Op de Beeck omschrijft zijn werk soms als ‘voorstellen’, beelden die onte­ gensprekelijk fictief, geconstrueerd en geënsceneerd zijn. De moeilijke verhouding tussen realiteit en representatie is een veelvoorkomende thematiek in het werk van deze multi-disciplinaire beeldend kunstenaar.

Ever Meulen, een van Vlaanderens grootste illustratoren, staat vooral bekend als huistekenaar van Humo. Minder geweten is dat hij met zijn recla­me­­ tekeningen en illustraties al snel doorbrak in het buitenland, met onder ­andere werk voor The New Yorker.

07

en tekentalent groeien en openbloeien. ‘In die zin zit ik in een bevoorrechte positie. Maar ik maak er een erezaak van om de eerste gesprekken met jonge talentvolle auteurs uit eigen

‘Open studio 2, Pans de sensation’

© Lieve Vanderplancke

BEELDENDE KUNSTEN

Drieduizend tekeningen per jaar, eenLucheftige ervaring Tuymans over het belang van ‘kijken’ in het kunstonderwijs


kunstenaarseditie voor 150 jaar Sint-Lucas Gent Berlinde De Bruyckere, bekend van haar ‘dekenmensen’ en haar ‘paardenfiguren’, is een van de belangrijkste beeldende kunstenaars van Vlaanderen. Voor het ­jubileumjaar van Sint Lucas Gent maakte de oud-studente de tekeningen ‘Romeu, my deer’, een verwijzing naar zowel de passie als het dier. De Bruyckere werd voor haar werk, waarop een man te zien valt die een gewei krijgt, geïnspireerd door de mythe ‘Diana’ en ‘Actaeon’, uit Ovidius zijn ‘Meta­ morphoses’. Daarin verandert jachtgodin Diana de jonge jager Actaeon in een hert wanneer hij haar per ongeluk naakt badend aantreft. Luid brullend wordt de jager nu zelf opgejaagd wild, om verscheurd te worden door jachthonden.

De relatie tussen erotiek en geweld fascineert.

Voor ‘Romeu, my deer’ werkte­ De Bruyckere samen met de danser­Romeu. ‘Ik vroeg hem ‘heel kwetsbaar’ te bewegen met geweien gemaakt uit was, alsof

In 2006 behaalde docent Fotografie Maarten ­Vanvolsem van Sint-Lukas Brussel het eerste docto­ raat in de kunsten van Vlaanderen. Met ‘De ervaring van tijd in het fotografische beeld’ zocht hij naar een nieuwe omgang met fotografie waarin de tijd een veel fundamentelere rol speelt. Voor ­Vanvolsem was zijn doctoraat een van de meest boeiende projecten uit zijn carrière. ‘Jammer ­genoeg denken veel kunstenaars dat een onderzoeksproject niet echt boeiend is. Het lijkt hen dat kunst al haar ­ vrijheid verliest binnen een vooraf uitgeschreven project. Dat hoeft nochtans niet zo te zijn. Onderzoek ­betekent dingen uittesten. De vooropstelling van een onderzoeksproject kan ­bovendien nog worden aangepast tijdens het project.’ Zelf gelooft Vanvolsem absoluut in het ­samenspel tussen theo­rie en praktijk. ‘Net zoals de fotografietheorie zich moet openstellen voor nieuwe inzichten en heel andere vormen van fotografie, zo moet ook de kunste­naar-fotograaf een andere instelling aannemen en praktijk en onderzoek ­ naadloos op elkaar laten aansluiten.’ Het belang van onderzoek in de kunsten valt volgens hem ook niet te onderschatten. ‘Ons kunstonderwijs moet nog meer kiezen voor onderzoek in de kunsten. Want onderzoek zal mee het gezicht van de kunstwereld in de toekomst ­bepalen.’ HW

De foto ‘Fredrick Douglas BL’ van Charif Benhelima lijkt wel een beeld uit een film van de jaren dertig. De graffiti en de sportschoenen vertellen echter een ander verhaal. Met een doordacht gebruik van de polaroidcamera slingert Benhelima de kijker heen en weer tussen verleden en heden. Eenvoudig is dit niet. Polaroidfoto’s hebben een ongelofelijke directheid, ze zijn zoals ze zijn. Er is geen donkere kamer of computer om een nabe­ werking te doen. MR

Grafische Cel als onderzoeks­ platform voor de opleiding Grafisch ontwerp

De Bruyckere: ‘De metamorfose in een ‘hert’ is dubbel. Het edelhert, dat met z’n enorme ­gewei het hele bos kan verleiden, wordt onmiddellijk gedood. Dat gewei inspireerde, vanwege de kracht die je nodig hebt om dit te kunnen dragen of om daarmee door een bos te kunnen rennen. Daarnaast is er de vernedering die je oploopt wanneer het jaar na jaar weer afvalt.’ Volgens De Bruyckere is het gewei ook de vernietiger: ‘Het groeit uit je lijf en zit eraan vast. Het neemt oneindige proporties aan, waardoor je wankelt. ­Gewei­­en worden takken, wortels, die terug groeien in de grond, je vasthouden, domineren en misschien zelfs temmen. De ­ rela­tie tussen erotiek en geweld, dat fascineert.’

Sinds december 2011 heeft Sint-Lucas Beeldende­ Kunst Gent een Grafische Cel. ‘De cel is een ­onder­zoeksplatform van de academische opleiding Grafisch ontwerp’, licht coördinator Inge K ­ etelers toe. ‘In de grafische cel denken vormgevers via zelf geïnitieerde projecten na over de praktijk en positie van de grafisch ontwerper als iemand die naast het visueel vormgeven van een opdracht ook geëngageerd is in de structurele opbouw, de redactie en het productieproces van een project. Het departement Beeldende Kunst kan voor ­externe communicatie en publicaties bovendien een beroep doen op de Grafische Cel.’ De cel wil ook een brug slaan tussen studenten, docenten, oud-studenten en de academische wereld. Ten slotte ontwikkelt ze een hedendaags publicatieplatform. Daaruit kwam onder meer al het boek ‘Felix’ voort, vormgegeven door Leen Voet. Het boek kreeg substantiële aandacht, tot op de Londense kunstenaarsboekententoonstelling ‘Kaleid 2012’. CM

‘Romeu, my deer’, 2012 van Berlinde De Bruyckere ter ere van 150 jaar Sint-Lucas Gent

ze vastzaten aan zijn lichaam. Hij moest het gevoel uitdrukken ze te willen uitrukken­en ze te willen behouden tegelijk … wetende dat het verleidingsattribuut hem zou vernietigen. Die vraag is uit-

Strak maar humoristisch

gegroeid tot een performance, waarin hij ‘vergat’ hoe breekbaar wassen geweien zijn en ze kapot sloeg. ‘Toevallig’, grote verbazing, maar het enige juiste einde van de performance.’ HW

Visuele libretto’s

LONG

Tijdloos en trendgevoelig

Beelden die de toeschouwer slingeren tussen heden en verleden

Eerste doctoraat in de kunsten in Vlaanderen

Van old fashioned naar hip

Memo

Het werk van Charif Benhe­lima is te zien op een so­ lo­ten­­toonstelling in Bozar van­­­ 4 ­oktober tot 18 november 2012. ← Fredrick-Douglass BL van Charif Benhelima, 1999.

Het museum zijnomgang oudemet rol Chris Dercon over eenis nieuwe hetkwijt publiek Wie in Londen zuidwaarts de Milleniumbridge overwandelt, komt recht uit op het Tate Modern Museum. Een van ‘s werelds bekendste musea, dat sinds april vorig jaar wordt geleid door oud-student Chris Dercon. Als eerste wapenfeit verhuisde hij zijn bureau naar de afdeling ‘Visitors Experience’. De tijd ligt achter ons dat kunst­ instellingen het publiek ­beschouw­den als een last die de rust van een tentoonstelling verstoort,’ zegt Dercon. Een popu­ listisch beleid met de nadruk op grote bezoekersaantallen werd­ aan de kant geschoven ten voordele van een museumervaring waarin kunst een onderdeel

vragen opgeworpen worden die de kunst overstijgen’, aldus Dercon. ‘Denk maar aan het debat over multiculturalisme, over ‘vrije’ arbeid, zelfs over ecologie en duurzaamheid. Het museum wordt dan bemiddelaar in maat­ schappelijke prioriteiten. Mensen w ­ illen daarbij ervaren dat ze gere­presenteerd worden.’

Ik wil dat we in het epicentrum staan van de interactie met het publiek. werd van het sociale leven van de bezoeker. De opkomst van de avant-gardekunst, maar ook de veel uitgebreidere toegang tot musea, zorgden voor een grotere toegang tot de kunst zelf. ‘Vandaag wordt het museum toegejuicht als een geniale plek waar beslist wordt over wat kunst is en wat niet. Een plek ook waar

Dercon gaat zelf zeer bewust om met zijn publiek. Bij zijn aantreden als directeur van Tate Modern verhuisde hij zijn kantoor meteen naar de afdeling Visitor Experience. ‘Ik wil dat we in het epicentrum staan van de inter­ actie met het publiek. We krijgen veel vragen van het publiek, die we zoveel mogelijk

En plots keek heel de wereld mee

Letters helpen een cultuur overleven

proberen te beant­woorden, al is dat niet evident.’ Volgens Dercon is de oude rol van het museum-als-opvoeder voorbij: ‘Musea zullen betrouwbare bronnen van informatie blijven en conservatoren zullen­autoriteiten blijven. Maar door de grote informatievloed van blogs, Twitter en Facebook wordt ook de digitale identiteit belangrijk. Het sorteren en ‘naast ­elkaar hangen’ kan anders in de digitale ruimte. Misschien moeten we begin­nen met de verzameling op te vatten als een archief, waarbij alles naast en bij elkaar kan hangen op verschillende manieren die voortdurend in ­beweging zijn.’ Memo Dit interview is gebaseerd

op een interview van Chris Dercon door Max Dax voor electronicbeats.net in april 2012. CM

‘Vrouwverdriet’ van Gerda Dendooven

Studenten Sint-Lucas Gent illustreren over vrouwen in de psychiatrie In het Dr. Guislainmuseum in Gent loopt binnenkort de tentoonstelling ‘Nerveuze vrouwen’. Deze ­sociaalartistieke expositie zoomt in op de ­geschiedenis van vrouwen in de psychiatrie. Op de expositie zal er onder andere werk uithangen van studenten Illustratie van Sint-Lucas Gent. Docente Gerda Dendooven begeleidde haar studenten al eerder bij een samenwerking met het museum. ‘Dit is voor onze studenten heel interessant. Ze hebben een duidelijke opdracht waarvan het resultaat door veel mensen gezien zal worden. Bovendien is het thema van deze expositie erg boeiend. Manie, melancholie, zwakke zenuwen, theatrale tics, hartstochtelijke liefde, zelfverminking, verveling, rebellie, zelfuithongering, die complexe geestelijke­ wereld moeten ze vertalen op papier.’ HW

In haar ontwerpwerk weet Sara De Bondt uitgekiende typografie met heldere kleuren en een vleugje humor te combineren. De Bondt verdiende haar sporen in België met vormgevingswerk voor Wiels en Bozar, maar werkte evengoed al voor Tate Modern en The Barbican.

Cathérine Biasino en Marie Mees brachten, na een jarenlange samenwerking voor toonaangevende merken in de textielsector, een eigen collectie uit. In 2009 won het duo het Henry van de Velde label en in 2011 volgde de Wallpaper * magazine design award.

Een goed beeld en een sterk concept kunnen het stof wegblazen. De campagnes van oud-student Christophe Ghewy voor Le Fabuleux Marcel De Bruxelles maakten van het ­‘marcelleke’ opnieuw een hip kledingstuk.

Katrien Bottez is Creatief directeur bij Duval Guillaume. Ze won al heel wat internationale prijzen waaronder de Gouden Leeuw van het reclamefestival van Cannes. Het afgelopen jaar werd vooral haar virale campagne voor de opstart van tnt opgemerkt.

Met zijn doctoraat over Tibetaanse digitale letterontwerpen blaast Jo De Baer­de­ maeker een lettertype nieuw leven in, na een verbod van meer dan vijftig jaar.

09

Memo De tentoonstelling ‘Nerveuze vrouwen’ loopt van 13 oktober 2012 tot 26 mei 2013 in het Dr. Guislainmuseum. De illustraties van de studenten zullen worden opgenomen in de tentoonstellingscatalogus. Ook De Morgen brengt een boek uit in het thema van ‘nerveuze vrouwen’ met illustraties van Gerda Dendooven.

Kunst als levensstijl ← Bent Van Looy volgde Schilder­kunst aan Sint-Lucas Gent voor hij interna­ tionaal doorbrak op de bühne.

Soms begin je aan een opleiding in de audiovisuele of beeldende kunsten en eindig je op een podium. Bent Van Looy van Das Pop, Gabriel Rios, Tom Barman­van Deus, Jan Paternoster van Black Box Revelation en Flip Kowlier van ’t Hof van Commerce passeerden in onze school voor ze internationaal op de bühne doorbraken. Ook oude rotten als ­Urbanus, Jan De Wilde en Jef Vanuytsel zijn oudstudenten van onze school. Voor creatieve zielen is één enkele kunstvorm zelden voldoende. De meeste van onze podiumkunstenaars blijven dan ook trouw aan hun oorspronkelijke liefde en blijven schilderen, films maken, fotograferen, tekenen … Echte artiesten vinden nu eenmaal overal voedsel. MR

ET LE

Creëren vanuit ervaring

Klasse, gedrukt en ingebonden

Denken met de handen

Malcolm Le Grice creëert ervaringen eerder dan concepten. Ideeën ontstaan vanuit de ervaring van kleur, beeld, geluid, beweging en tijd. In ‘Berlin ­ Horse’ exploreert Le Grice de grenzen van het filmmedium.

Voor Apass (advanced performance and scenography studies) ontwierp Van Looveren & Princen een stencilletter gebaseerd op Jan Tschichold’s lettertype ‘Iwan’. In 2010, 2011 en 2012 won het duo met hun ontwerpen drie jaar op rij de Prijs voor de best vormgegeven boeken.

Vakkennis is een vruchtbare bodem voor ontwikkelingen en kritisch onderzoek, zeker in het atelier Glas & Keramiek. Technische scholing maakt het mogelijk om concept en maakproces in eigen handen te houden, om conceptuele beslissingen te laten leiden door wat de eigen handen weten en ontdekken.

‘K-Damask’ Cathérine Biasino

Door de introductie van een spiegel op de scene bepaalde Wim Lambrecht de performance van de artiest en de erva­ring van het publiek. ‘Traenen 99’ is een van de performances die voortkwam uit een fascinatie voor de combinatie beeld en geluid.

BEELDENDE KUNSTEN

Evenwichtsdans tussen passie en De vernietiging Oud-studente Berlinde Bruyckere creëert


Wij willen een film maken, die verzuchting van enkele fotografiestudenten zette broeder Johan ertoe aan om met eigen geld een camera aan te kopen. De filmopleiding van Sint-Lukas was geboren. Marc Didden, oud-docent en een van de ankerpunten van de opleiding, over de plek waar een grote schare getalenteerde filmmakers zich ontplooiden.

In februari 2012 hield menig Belg zijn adem in bij de aankondiging van de winnaar voor de Beste Buitenlandse Film op de Oscars. Inzet was ‘Rundskop’ van docent en oud-student Michaël R. Roskam die toen al heel wat kijklustigen naar de bioscoop had gekregen.

→ Guido Henderickx,

een van de jonge wolven die zijn praktijkervaring wilde doorgeven aan jonge mensen, aan het werk in de studio.

begeleid door sterke persoonlijkheden die niet alleen tot de top behoren van hun vakgebied maar ook sterke pedagogen zijn. Het zijn mensen die eisen stellen, die door hun praktijkervaring de lat voor studenten theoretisch en artistiek hoog durven leggen. De sterkte van de school is dat de opleiding is afgestemd op de studenten en niet omgekeerd. ­ wolven die hun strepen aan het wonnen en langspeelfilms gingen De opleiding startte vanuit de verdienen waren, maar die ook maken. Het nieuws deed al snel vraag aan studenten wat zij hun praktijkervaring wilden door­­­ de ronde dat er een alternatief ­wilden doen en niet hoe wij iets was voor het rits.’ zouden aanpakken.’ geven aan jonge mensen.’ ‘In die eerste jaren had het ‘Wat daar toen in een embryo- ‘Dat die aanpak werkt blijkt atelier een bijna confidentieel nale fase gebeurde, is de essentie niet alleen uit de prijzen die we karakter, met een hechte begelei- gebleven van onze filmopleiding. wegkapen op festivals, maar ding, een kleine groep studen­ten Gedreven, jonge mensen die een ook uit de stille krachten van en een kelder als filmset. Toch verhaal willen vertellen, worden productiehuizen als Woestijnvis

‘Broeder Johan engageerde een groep jonge filmmakers om de praktijklessen te geven. Guido Henderickx, Walther Vanden Ende, Willy Stassen en Ludo Troch waren stuk voor stuk jonge

haalden we resultaten. Het is de periode waarin oscar nominee Dominique Deruddere, Frank Van­Passel, Jan Vancaillie en Vincent Bal afstudeerden. Het waren studenten die prijzen

— In die eerste jaren had het atelier een bijna confidentieel karakter.

en caviar. Onze mensen zitten achter Man bijt hond, De Weg naar Compostella ... Onze oudstudenten laten hun merkteken achter in de Vlaamse film­wereld, maar ook daarbuiten. Met oudstudenten als Anouk Declercq, Jos De Gruyter en Harald Thys hebben we ook vertegenwoor­ digers in de kunstwereld. Het bewijst ook de openheid van onze opleiding. Het is immers een artistieke opleiding met een traditie om eigen werk te maken’. ‘Eén ding staat vast. Sint-Lukas is een dynamische school die niet vastroest in haar curriculum en steeds weer sterke persoonlijk­ heden weet aan te trekken.’ MR

Roskam was niet de eerste oudstudent van Sint-Lukas die de rode loper van de Oscars in Holly­ wood betrad. Eerder deed oudstudent Dominique Deruddere het hem al voor met ‘Iedereen beroemd’. Ook op tal van andere filmfestivals sleepten docenten en oud-studenten nominaties en prijzen in de wacht… In hun kielzog bovendien heel wat studenten. Zo werden Leni Huyghe en Emilie Verhamme afgelopen jaar nog geselecteerd in Cannes met respectievelijk ‘Matteus’ ­en ‘Cockaigne’. Daphne Pascual van het pro­ ductiebureau Film van Sint-Lukas Brussel begeleidde hun deelname, in nauwe samenwerking met Flanders Image: ‘Het belang van festivals mag niet worden onder­ schat. Voor jonge filmmakers betekenen vertoningen en selecties op festivals soms de start van hun carrière. Onder meer daarom werd vijf jaar g ­eleden een productiebureau opgericht. Als aanspreekpunt voor het Vlaams Audiovisueel Fonds en voor alle festivalorganisatoren breng ik films van onze studenten onder­ de aandacht en volg ik hun deelnames op. We plukken echt de vruchten van dit beleid en de films van Sint-Lukas worden daardoor ook meer geselecteerd en genomineerd. Mooi meegenomen is dat zoiets ook afstraalt op de dynamiek in de opleiding. Applaus vraagt nu eenmaal om herhaling.’ HW

TEMPS

Films maken met een eigen signatuur De filmopleiding van Sint-Lukas Brussel ging aanvankelijk van start binnen de opleiding ‘Foto – Film’. Al snel dwong film zijn autonoom bestaansrecht af en werd er een aparte opleiding opgericht onder de noemer ‘Film en Video’.

In de opleiding ‘Film en Video’ was er van bij de start ruimte voor vormelijk en inhoudelijk experiment. Het strikte onderscheid tussen (bioscoop)film en (kunst) video vervaagde en de opleiding ging kortweg ‘Film’ heten, met daarin drie aparte ateliers waarin fictiefilm, documentairefilm en experimentele film elk hun plaats vonden. De voorbije decennia is het filmlandschap opnieuw sterk ­veran­derd. Filmdocent Herman Asselberghs: ‘Nu denken film­

kijkers en -makers veel minder in vakjes. Niet alleen de verscheidenheid in het aanbod is schier oneindig, ook het mixen en mengen van stijlen en genres is heel gewoon. Fictiefilms ogen documentair, in documentaires duiken fictieve personages op en experimentele vertellingen of technieken verschijnen zowel in bioscoopfilms als in de filmkunst in musea en galerijen. Het atelier heeft zich aan deze realiteit aangepast. De studenten leren zich in dit complexe land-

schap oriënteren. Ze leren vaardigheden uit het brede audiovisuele veld en ontwikkelen hun eigen stem, hun eigen verbeelding en beperken zich daarbij niet noodzakelijk tot één enkele aanpak. Ze worden opgeleid tot regisseurs die zelf hun werkveld kunnen kiezen. Of dat nu fictie, documentaire of experiment is, van belang is hun handtekening, hun eigen signatuur die de film ontegensprekelijk tot de hunne maakt.’ HW

— Erasmus Mundus DOC NOMADS biedt unieke mix tussen cultuur en filmpraktijk Sinds vorig jaar organiseert Sint-Lukas Brussel in samenwerking met de Universidade Lusófona de Humanidades e Tecnologias of Lisbon en de University of Theatre and Film van Budapest de Europese masteropleiding doc nomads. Het is de eerste Erasmus Mundus in de kunsten. Deze tweejarige Engelstalige opleiding richt zich voornamelijk tot studenten van buiten de Europese Unie. Enerzijds worden de technieken van de documentairefilm aangeleerd, gaande van research en veldwerk, over scenario, tot auteursrecht en productie. Anderzijds is er ruimte voor reflectie over de praktijk. Coördinator van de sessie in Brussel Rob Rombout: ‘De studenten verblijven elk semester in een andere stad en krijgen in Lissabon, Budapest en Brussel telkens een andere tutor. Zo worden ze geconfronteerd met de cultuur en de filmpraktijk en kunnen ze hun netwerk uitbouwen. Zowel studenten als professionals kunnen deelnemen aan de opleiding. Er is dus gekozen voor een interessante mix van filmmakers­ en onderzoekers.’ HW

— RUNDSKOP Michaël R. Roskam

Met haar eerste worp ‘Rosie’ deed de jonge Patrice Toye de Vlaamse film­wereld op zijn grondvesten daveren. Het bleek het begin van de réveil van de Vlaamse film.

Michaël R. Roskam levert een kopstoot van een film en mag in Hollywood de rode loper op. Net als die andere oud-student Dominique Deruddere dat mocht voor ‘Iedereen beroemd.’

— SPEECH ACT Herman Asselberghs

— UNSPOKEN Fien Troch

— GOED NIEUWS Kris Mergan & Geert Vandenbroele

In ‘Speech Act’ adresseert Herman Asselberghs niemand minder dan James ‘Avatar’ Cameron. Zijn meest recente evenwichtsoefening op de grens tussen tussen klank en beeld, wereld en media, poëzie en politiek staat, na vertoning in Centre Pompidou, straks in Tate Modern.

Met ‘Unspoken’ maakte Fien Troch als Vlaamse regisseur een anderstalige film met een buitenlandse crew. Eerder won ze de Gouden Alexander op het Filmfestival van Thessaloniki met ‘Een ander zijn geluk’.

Met hun animatiefilm ‘Goed Nieuws’ over de Elvis-clone Lion Angel wonnen docenten Kris Mergan en Geert Van­ denbroele de eerste prijs op Vesak in Sri Lanka.

— ZACHTE HANDEN Emma De Swaef

— LAND OF THE HEROES Sahim Omar Kalifa

— MY QUEEN KARO Dorothée Van den Berghe

Emma De Swaef won internationale prijzen met documentaires die met animatietechnieken werden gerealiseerd. Ook haar afstudeerwerk ‘Zachte planten’ oogstte veel bijval, onder andere op het Holland Animation Film Festival.

De Koerdisch-Iraakse Sahim Omar Kalifa won vier jaar geleden met zijn afstudeerproject ‘Nan’ een VAF Wildcard. Met zijn laatste kortfilm ‘Land of the Heroes’ raakte hij zelfs tot op de Berlinale.

Met het deels autobiografische verhaal ‘My Queen Karo’ van een jong meisje dat opgroeit in een commune in een ­Amsterdams kraakpand kende Dorothée Van den Berghe een mooie internationale filmfestivalcarrière.

— MATTEUS Leni Huyghe COCKAIGNE Emilie Verhamme

— ASTAGHFIRO Adil El Arbi & Bilall Fallah

Studente Leni Huyghe werd dit jaar met haar kortfilm ­‘Matteus’ geselecteerd voor de 'Cinéfondation competitie' in Cannes. Medestudente Emilie Verhamme en zij waren de enige Belgische filmstudenten die tot in Cannes geraakten. Verhamme werd geselecteerd met haar eindwerk ‘Cockaigne’ in de categorie ‘Competitie’ van het Filmfestival van Cannes.

Handgreep uit het palmares

— IJSLAND Gilles Coulier

— YVES Joost Jansen

Studenten Adil El Arbi en Bilall Fallah kregen een eervolle vermelding op het Filmfestival van Gent voor hun kortfilm ‘Astaghfiro’. Voor ‘Broeders’ kreeg het regisseursduo een vaf Wildcard en lof van de jury over ‘de visuele flair die van het scherm afspat’.

In ‘Ijsland’ brengt Gilles Coulier de nachtelijke zwerftocht van een ex-ge­ vangene in beeld met een indrukwekkende cast met o.m. Wim Willaert en Benny Claessens. Coulier won er een vaf Wildcard mee.

Met zijn ‘originele mix van documentaire, animatie en live-action’ kreeg Joost Jansen voor zijn afstudeerwerk ‘Yves’ een eervolle vermelding van de jury op het Filmfestival van Gent en won hij de eerste prijs op het animatie­ filmfestival van Zwolle en Porto.

— FRONTERISMO Sofie Benoot

— AMSTERDAM Rob Rombout

— FAMILY PLOT Ana Torfs

In haar documentaire ‘Fronterismo’ kiest Sofie Benoot voor een trage, haast meditatieve beeldvoering. Met haar verhaal over een verloren land van gebroken dromen won Benoot een vaf Wildcard. FOTO Leen Lagrou

De documentaires van Rob Rombout over plaatsen die Amsterdam heten, brachten hem al naar de Indische Oce­ aan, de Noordpool en zeventien plaatsen in de Verenigde Staten. De laatste in deze reeks is ‘Amsterdam Stories usa’.

→ Ana Torfs belicht in haar diverse œuvre

(o.a. 35mm langspeelfilm, installaties met diaprojecties en fotografische reeksen) de Westerse politieke en ­culturele geschiedenis. Hiernaast ‘Family Plot #1’, 2009, 25 lambda prints en zeefdruk op glas.

AUDIOVISUELE KUNSTEN

Jonge Marc wolven devanfilmset Didden over deop beginjaren de filmopleiding

Sint-Lukas op de rode loper in Cannes

— ROSIE Patrice Toye

11


Eén architect ontwerpt een huis, één generatie architecten bepaalt een volledig stadsbeeld. Soms gebeurt dit in het kader van een grondige stedenbouwkundige verandering zoals bij de Gentse Wereldexpo van 1913. Maar af en toe gebeurt dat met één enkele ingreep in een bestaande site. Het meest recente voorbeeld hiervan is de Stadshal in Gent, dat in zijn eentje niet alleen het uitzicht van de stadskern, maar ook de ervaring en het gebruik ervan bepaalt.

→ Een stadsschrijn

op vier poten, dat vanuit elke kijk­ richting een verschillende visuele ervaring oplevert.

De Singel wordt broeinest voor de kunsten ANTWERPEN In 2010 huldigde De

GENT De nieuwe Stadshal van

Gent laat niemand onberoerd. Nog voor het gebouw er stond, deed het al veel inkt vloeien. Die

­estaande zichtlijnen en perb spectieven versterkt en de ongebruikte open vlakte nieuw leven inblaast.

De blik moet weg van de architecturale navel aandacht is terecht. De stadshal, een open constructie die door haar vorm de architectuur van de nabijgelegen Lakenhalle weerspiegelt, verrees immers tussen de Sint-Niklaaskerk, de Belforttoren en het Stadhuis. De recent ingewijde hal verandert dan ook als geen ander het uitzicht van de stad. Wat voor de ene een te forse ingreep is, is voor de andere een zorgvuldige compositie die de

proefstuk toe. Eerder ontwierpen zij ook al het concertgebouw van Brugge, de renovatie van de Boekentoren in Gent, de Whitechapel art gallery in Londen, het masterplan van de Antwerpse Zoo, de Katoennatie in Antwerpen ...

VAN EEN SIGNATUUR GESPROKEN

Het bouwwerk maakt deel uit van het veel ruimere KoBra-project dat de volledige kuip van Gent heraanlegt. Robbrecht en Daem werkten hiervoor samen met Marie-José Van Hee. Alle drie zijn het oud-Sint-Lucasstudenten, van­een signatuur gesproken. Robbrecht en Daem zijn hiermee trouwens niet aan hun

Iedere keer weer liet het duo zich kenmerken door een diversiteit aan projecten, steeds met de relatie tussen architecturaal design en visuele kunsten als leidraad. Ze gelden als vertegenwoordigers van de Nieuwe Eenvoud, een uitgesproken geloof in de autonomie van de architectonische vorm. GDM

Wereldexpo 1913 In 1913 orga­ni­seerde Gent zijn eigen wereldtentoonstelling. In de aanloop daarvan kende de stad grondige stedenbouwkundige ver­ an­deringen, van het Citadelpark tot de wijk aan het Sint-Pietersstation. De wijk Oud-Vlaanderen is een van de bekendste toenmalige realisaties, een onderne­ ming die werd gedragen door de Sint-Lucasbeweging. Die wou een alternatief bieden aan het classicisme en de officiële kunstacademies. De wijk bevatte 74 reconstructies van (voornamelijk façades) van historische bouwwerken uit heel Vlaanderen. Tot op vandaag zijn ze bepalend in het uitzicht van Gent.

Singel haar nieuwe gebouwen in.­Oud-student Stéphane Beel tekende het masterplan voor­ ­ dit Antwerpse cultuurmonument. Het bleek een hele opdracht. D ­ e kunst­campus bedraagt niet minder dan twaalfduizend vierkante meter. Ondanks zijn omvang is het ­gebouw dankzij het lijnenspel verrassend elegant. Opvallend is het fluïde ruimte­ gevoel, de waterval van trappen en verborgen trappen … De vervlechting van ruimtes was voor Beel essentieel. De Singel moest dan ook een plek worden waar kunstvormen door elkaar krioelen. Een tempel is het niet geworden, maar het cultuurmonument schakelt wel attributen in van een paleis. Kunstcampus, cultuurhuis, archi­tectuurbaken: De Singel is het allemaal. Beel is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. Hij ontwierp ook het M in Leuven, Rubenshuis, het Raveelmuseum en het Gentse­ gerechtsgebouw. Binnen­ kort staa­t­ook de uitbreiding van het kmma van Tervuren op zijn palmares. Beel is een opvallende vertegenwoordiger van de Nieuwe Eenvoud, deze stroming wordt gekenmerkt door de heropleving van een architecturaal ­Minimalisme zonder in een exorbitante uitvoering te vervallen. GDM & MR

EST

Bouwmeesters Bob van Reeth en Peter Swinnen over de kracht van architectuur

Landmark in de stad LEUVEN Twee jonge architecten, Pieterjan Gijs en

Arnout Van Vaerenbergh, vormen buiten hun uren het kunstenaarscollectief Gijs Van Vaerenbergh. Aan de Leuvense Vaartkom is momenteel de geometrische sculptuur ‘Framework’, een tijdelijke stadspoort, te bezichtigen. Met de sculptuur creëerde Gijs Van Vaerenbergh een werk in de openbare ruimte dat uitgaat van de taal en de expertise van de architectuur om te komen tot een autonoom kunstobject. ‘Framework’ ontstond naar aanleiding van de Sol LeWitt-tentoonstelling ‘Colors’ in M – Museum Leuven. De concrete inspiratie is een van LeWitts sculpturen of structuren, een serie van werken afgeleid van een open kubus. Die minimale en abstracte vorm, die LeWitt bewust op menselijke schaal maakte, wordt door Gijs Van Vaerenbergh opgeblazen tot een monumentale sculptuur die een duidelijke relatie aangaat met de stedelijke omgeving. Door enkele transformaties – zoals het kantelen van de kubus en het gebruik van torenkraanelementen voor de constructie – verliest de vorm zijn minimale karakter en wordt de sculptuur een landmark in de stedelijke omgeving. Het resultaat is een tastbaar geworden ruimtelijke tekening. ‘Terwijl de meeste architecten geïnteresseerd zijn in gebouwen, telt voor ons ook wat er tússen die ­gebouwen gebeurt, in en op de straat’, aldus Gijs Van Vaerenberg. GDM

In de experimenten van Luc Deleu ontgroeien scheeps­ containers hun functionaliteit. Het worden triomfbogen, obelisken en uitkijktorens, oervormen uit de architectuur.

weg van de architecturale navel.’ Bob Van Reeth treedt hem bij: ‘In opleidingen moet men rekening leren houden met inplanting in de werkelijkheid. Context, financiën en ambities van de opdrachtgever zijn doorslaggevend.’ Anderzijds vindt Swinnen dat scholen maatschappelijke evolu­ ties voor moeten zijn: ‘In mijn ideale school geven de meest intelligente en relevante architecten met andere experts les om

evoluties als duurzaamheid en andere intuïties door studenten uit te laten dragen.’ ‘In België heeft bijvoorbeeld het functionalisme nooit hoogtij gevierd, in tegenstelling tot Neder­land. Sommige leerkrachten hingen die stroming aan, maar pasten ze niet consequent toe. Het was dan ook zeer interessant om er zelf o ­ nderzoek op uit te voeren’, besluit Van Reeth. CM

De prestigieuze Europese Prijs voor Hedendaagse Architectuur, ook wel bekend als de Mies van der Rohe Award, wil innovatieve gebouwen celebreren die een toonaangevende bijdrage leveren aan de vitaliteit en duurzaamheid van de hedendaagse Europese stad. Dit jaar haalde een Belgisch ontwerp voor de allereerste keer de finale. Het BRONKS Jeugdtheater van MDMA, een samen­werkingsverband van Martine De Maeseneer en Dirk Van den Brande, was een van de zes gelukkige finalisten. BRUSSEL Het bronks Jeugdthea-

ter aan de Varkensmarkt in Brussel ontgaat geen enkele passant. Hoewel het nieuwe theatergebouw netjes in de rij tussen twee oudere panden in gebouwd is, springt het onmiddellijk in het oog. Het is dan ook echt architectuur van de paradox en van de opzettelijke tegenstelling. Het ontwerp is uitdagend en terughoudend tegelijkertijd. De gevel is discreet en opmerkelijk ineen. Het gebouw is open en genereus ten aanzien van zijn historische omgeving, terwijl binnenin een nieuwe alternatieve wereld is gesekwestreerd. Ingeklemd tussen gebouwen die ­dateren van verscheidende eeuwen t­ erug, zweeft de bronks tussen eerbied­ en schaamteloosheid ten aanzien van zijn oude buren. En misschien is dat net mooi voor een instelling die zich wijdt aan het opvoeden en begeleiden van jeug­dig talent. GDM

Het gebruik van torenkraanelementen verwijst naar de grote veranderingen die Leuven meemaakt op vlak van infrastructuur en uitzicht.

Flagey van de sloophamer gered BRUSSEL Met de inventarisatie en de waardebe­

paling van het stedenbouwkundig en bouwkundig­ erfgoed is het Sint-Lukasarchief de pionier g ­ eweest voor de herwaardering van de art nouveau, de neo­ stijlen­en het eclecticisme. Acties voor met afbraak ­bedreigde gebouwen hebben stilaan de waardering doen groeien voor het recente erfgoed. Het Sint-Lukasarchief was ook de motor achter een aantal protestacties om bedreigde waardevolle gebouwen te redden waaronder het Zwart Huis in Knokke en het Brusselse Flageygebouw. GDM

Ontwikkelingsprojecten en bouwwerken bepalen in grote mate het uitzicht van een dorp of stad. Getuige de vele reacties op de vernieuwde Antwerpse leien of de Gentse stadshal. Voormalig Vlaams Bouwmeester Bob Van Reeth en huidig Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen hebben hier als geen ander ervaring mee. Architecten in spe moeten genoeg opgeleid worden om later doordacht te werk te kunnen gaan. ‘Het Brussel van de 19de eeuw is een goed voorbeeld van doordachte planning’, vindt Peter Swinnen. ‘Ook al was de financiering onethisch, Leopold II heeft de stad toch tot een internationale speler gemaakt. ­ Decision makers­ moeten daarom opnieuw vertrouwen krijgen in de kracht van architectuur. Architecten stellen immers mee cruciale vragen. Dat soort experten moeten scholen vandaag opleiden. De blik moet breed, naar buiten, en

Een buurt opwaarderen met een excentrieke présence

Het meest levendig in de schemering, wanneer bronks begint te gloeien als een enorme lantaarn en de silhouetten van mensen bewegend binnenin het spektakel nog versterken.

Wegen op de hedendaagse woonomgeving

Dit jaar is er heel wat Sint-Lucas te zien op de Architectuurbiënnale van Venetië. De nieuwe stadshal en heraanleg van het Emile Braunplein van Robbrecht en Daem architecten & Marie-José­ Van Hee architecten wordt voorgesteld in het Arsenale. In het Belgisch paviljoen vindt de expo­ sitie ‘The Ambition of the Terri­ tory’ plaats met bijdragen van architecten De Vylder Vinck Taillieu. Ook het Bronks Jeugdtheater door mdma Archi­tecten staat op de Biënnale, als onderdeel van de Australische tentoonstelling ‘Procuring Innovative Archi­ tecture’, samengesteld door Leon van Schaik. Opvallend is dat ook studen­ tenwerk van Sint-Lucas een plaats krijgt op de Biënnale van Venetië: de resultaten van de studio­van de eerste Master uad ‘urban architectural design’ onder leiding van docenten Martine De Maeseneer en Gideon Boie zijn er in ‘What matters?’ te zien. Dat in het kader van het 2112Ai Mari­bor Project in het Sloveens en Australisch paviljoen, alles in het licht van Maribor als culturele hoofdstad Europa. GDM

Pieter de Bruyne mag gezien worden als een van de grondleggers van wat later binnenhuisarchitectuur is gaan heten. Hij was een van de allereerste lekendocenten van SintLukas Brussel maar ook een ontwerper buiten categorie. Hij nam deel aan de Salons van het Moderne Sociale Meubel in Gent en kreeg gauw internationale erkenning. Later ontving hij een Staatsprijs ter waardering van een kunstenaarsloopbaan. Zijn korte leven heeft hij totaal gewijd aan de vernieuwing van het meubel en het interieur. Zijn realisaties zijn tot op vandaag exemplarisch voor een weldoordachte, inventieve, perfectionistische en avant-gardistische opvatting over wat een gebruiksvoorwerp moet zijn. Utilitair zeker maar vormelijk ook gedurfd. Het volledige archief van zijn werk is in het bezit van het Designmuseum van Gent. GDM

Big City, Big Building

Herontwerp van het interieur van de Sint-Niklaaskerk in Willebroek als een vehikel voor de fusie van vier parochies door Tom Callebaut en Cindy Tirry.

13

Biënnale Venetië

Er is niet altijd een wetenschappelijk traktaat nodig om je maatschappelijke relevantie aan te tonen, dat kan ook op een heel speelse manier gebeuren. Op 10 oktober 2012 tovert de opleiding Bouw de binnenkoer van SintLukas om tot een heus parcours met proeven die allemaal aan de bouwwereld zijn gerelateerd. Het evenement – dat open staat voor iedereen die interesse heeft voor de bouwwereld – zal de crea­ tieve en technische vaardigheden van de deelnemers tot het uiterste testen. De winnaar wint een ballonvaart. MR

ARCHITECTUUR

Architecten en bouwmeesters geven steden een De omgeving wil ook wat nieuw gezicht

Zinnenprikkelend interieurontwerp van Maarten De Ceulaer Na zijn opleiding aan Sint-Lukas Brussel en aan de Design Academy­ Eindhoven bouwde Maarten De Ceulaer langzaam aan een eigen designstudio. Hij creëert er meubels, verlichtings-, keramiek- en glasobjecten. Opgemerkte projecten van de laatste jaren waren­ zijn ‘Balloon bowls’ en zijn ‘Mutation series’. Die ‘Mutation series’ zijn haast levende sculpturen en zouden niet misstaan in een museum of een galerij. HW ← Dit bureau van aktentassen past in een

reeks meubels waarin De Ceulaer werkt met opbergtassen allerlei, gaande van aktentassen tot kleertassen.

Het menselijk minimalisme van Danny Venlet Met bekroonde creaties als de Easy Rider stoel en de Viteo douche veroorzaakte Danny Venlet een revolutie in de wereld van kantoor-, buiten- en residentiële meubelen. Hij introduceerde ook een nieuw concept van inter­ieur­ architectuur waarin objecten en gebruikers niet langer gedomineerd worden door de ruimte. HW ← Met de Easy Rider ontwierp Venlet

een stoel met werkblad die niet alleen uitnodigt om te werken, maar ook om te rusten, te tekenen ...


Wat in 1862 begon met een handvol leerlingen in een kleine tekenklas, bleek het begin van een nationale beweging die het kunstonderwijs wezenlijk zou veranderen. Honderd jaar na het ontstaan van de Sint-Lucas­scholen was het bestuur ervan in lekenhanden. Wilfried Wouters doctoreerde over deze bijzonder periode en selecteerde tien markante begrippen.

Publicaties over Sint-Lu ⁄ as c

kansen te geven in christelijke sferen. ‘De invoe- 150 jaar na de eerste tekenlessen maken ring van het gemengde onderwijs was een van de de Sint-Lucasscholen deel uit van luca, een gevolgen hiervan. Aan het eind van de jaren ‘60 ble- kunst- en architectuurhogeschool met meer dan ken de broeders van de Christelijke scholen plots honderd ateliers verspreid over zes campussen de voortrekkers van het gemengd onderwijs in de in Vlaanderen. MR & HW katholieke scholen. De verklaring hiervoor was dat de broeders verantwoording schuldig ­waren aan hun Algemeen Overste in Rome en niet aan de plaatselijke bisschop. Het lokale verzet tegen­het gemengd onderwijs bleef in sommige steden tot in de jaren ‘90 aanhouden. Het gemengd onderwijs werd hierdoor in de Sint-Lucas­scholen tot vijfen- Alfons Hoppenbrouwers was twintig jaar eerder ingevoerd dan in ­andere katho- ongetwijfeld een van de meest markante broelieke scholen.’ ders van de tweede helft van de twintigste eeuw. Hoewel hij in Gent een architectuuropleiding TEKENEN NAAR LEVEND MODEL aan Sint-Lucas volgde en ingenieursstudies aan Tekenen naar naaktmodel, vandaag is het een de KU Leuven deed, wordt hij vereenzelvigd met ­evidentie in het curriculum, maar in 1914 leverde Sint-Lukas Brussel waar hij zijn hele professiohet Sint-Lukas Brussel nog een klacht op bij de nele loopbaan doorbracht. ­visitator van de broeders van de Christelijke scho- ‘Als architect ontwierp hij een klein maar len. Het was in die tijd dan ook revolutionair. Tot zeer eigenzinnig oeuvre. Hij bouwde onder het Interbellum waren er in de tekenateliers van meer het cultureel centrum van Dilbeek, de de Sint-Lucasscholen namelijk helemaal géén ehsal-­campus in Brussel en het Elysium in levende modellen te bespeuren. ‘De studenten Genk. Mogelijk was Hoppenbrouwers gekender leerden tekenen naar model door gipsen beelden als docent. Hij was het die onder meer voormalig zo ­getrouw mogelijk na te tekenen. Deze aanpak Vlaams Bouwmeester Bob Van Reeth vormde. strookte ook met de oorspronkelijke doelstelling Bovendien legde hij de kiemen voor de artistieke van de school, die aanvankelijk niet zozeer artis- humaniora van vandaag.’ tiek dan wel ambachtelijk was. Pas toen de invloed In de annalen van de geschiedenis zal hij van de broeders taande, konden de bakens lang- echter vooral bijblijven als stichter van het Sintzaamaan verzet worden. Na vele discussies werden­ Lukas­archief. Als voorvechter voor het b ­ ehoud mannelijk modellen toegelaten. Later mochten die van het architecturaal patrimonium van Brussel­ schaars gekleed en uiteindelijk zelfs naakt in het redde hij onder meer het Flageygebouw van­­ atelier verschijnen. In een laatste fase werden ook de sloop. vrouwelijke modellen toegelaten. Eerst zedig gekleed, maar geleidelijk aan ook steeds meer ontkleed.’ Broeder Emile Vandermosten trad in 1917 toe tot de communauteit van DECRETEN HERTEKENEN HET LANDSCHAP VAN Sint-Lukas Brussel. Hij ging er zoals de andere HET KUNSTONDERWIJS broeders een opleiding volgen en leerde het Decreten hebben het kunstonderwijs in dertig jaar vak door gipsmodellen na te tekenen, maar tijd volledig hertekend. In de jaren ’80 besliste de werd ook sterk beïnvloed door de Academie minister van Onderwijs dat het kunstsecundair en van ­ Anderlecht. Broeder Emile hield er een het hoger kunstonderwijs niet langer onder één dak passie aan over voor de expressionisten en de konden huizen. Grootschalige verhuisopera­ ties fauvisten.­Hij evolueerde ook van figuratief naar werden in gang gezet. Tien jaar later veroorzaakte­ abstract. Die artistieke bagage inspireerde hem het hogescholendecreet van Vanden­Bossche een toen hij in 1926 de schildersopleiding ging leifusiegolf in het hogeronderwijslandschap. Sint- den. De schilders werden hierdoor ‘vrije’ of Lucas Architectuur en Sint-Lucas Beeldende kunst ‘chevaletschilders’. Toen Broeder Emile in 1994 Gent gingen deel uitmaken van de Hogeschool voor op 101-jarige leeftijd overleed, had hij 77 jaar Weten­schap & Kunst. In 2010 volgde er o ­ pnieuw deel uitgemaakt van Sint-Lukas. In die periode een fusiegolf in het hoger ­onderwijs. Ditmaal trad was hij de stille motor achter de invoering van ook Sint-Lukas Brussel toe tot de w&k. ­Vandaag, de ‘Vrije kunsten’ in Sint-Lukas Brussel geweest.

Twee markante koppen

↑ De foto getuigt van een stille naarstigheid die ook vandaag nog vaak in de ateliers hangt… Enig verschil is de dresscode. Met de jaren sneuvelden de kostuums.

© Sint-Lukasarchief

ONTSTAAN

In 1862 werd Frère Mares van de Broeders van de Christelijke scholen overgeplaatst naar Gent om er tekenlessen te geven aan arbeidersjongens. Vier jaar later werd de Gentse patronaatschool opgewaardeerd tot de Académie de Saint-Luc. Rond de eeuwwisseling hadden de Broeders van de Christelijke scholen maar liefst zes Sint-Lucasscholen in België en eentje in Rijsel. ‘Met de oprichting van dit scholennetwerk wilden de broeders een tegenwicht bieden aan de reeds bestaande, vrijzinnige academies van de staat. Ze probeerden de arbeidersjeugd hiermee niet alleen­weg te houden van de verderfelijke invloed van het socialisme en van de onzedelijkheid die met de reguliere academies werd geassocieerd, maar ook een vaktechnische opleiding te geven.’ BROEDERCONGREGATIE

De lessen werden gegeven door broeders van de Broedercongregatie. Deze gigantische congregatie telde op zijn toppunt meer dan 16.000 leden. ‘De broeders werden opgeleid tot onderwijzer. Wie enige aanleg had voor de kunsten, kon in een van de Sint-Lucasscholen terecht. Het scholennetwerk van de broeders was trouwens erg verscheiden, van militaire academies tot landbouwinstituten. De broeders van de congregatie leefden allemaal volgens een Regel, een rist bepalingen die het leven­ van de broeder elke dag, bijna van minuut tot ­minuut regelde. Eenzelfde discipline kwam terug in hun onderwijs. Lesdagen begonnen in de vroege ochtend en eindigden in de late avond.’ De opleiding van de broeders vertoonde in de eerste decennia soms wel manco’s. ‘Ze waren niet altijd even onderlegd in de materie die ze

­ oceerden. Maar daar kwam vanaf de jaren ’20 d veran­dering in. Sommige broeders werden naar de universiteit gestuurd om er kunstgeschiedenis of architectuur te studeren en zo meer vakkennis op de scholen te krijgen.’

onderdirecteur van Brussel. Gaandeweg werden ook de huisregels versoepeld. Symbolisch hiervoor is dat Paul Lerno de gietijzeren schoolbel, die voordien elk lesuur geluid werd, liet weghalen.

MECENAAT, CHERCHEZ LA FEMME!

In de jaren ‘20 stak het modernisme de kop op. Strakke stijlelementen werden met beton en staal vormgegeven. De nieuwe stijl week dan wel volledig af van de neogotische traditie waaruit de Sint-Lucasscholen waren ontstaan, er waren wel degelijk veel jonge broeders die de dynamiek en vernieuwing van het modernisme genegen waren. Het zorgde voor spanningen. De Wereldtentoonstelling in Luik van 1930 bleek een kantelmoment. ‘De Sint-Lucasscholen namen eraan deel met een eigen, modernistisch paviljoen. Het paviljoen was het resultaat van een zeer eigengereide actie van de directeur, enkele leraars en enkele afgestudeerden van de school in Luik. De actie bleef niet ongecontesteerd. Tijdens een pedagogische conferentie werd de architectuur van het paviljoen – spreekwoordelijk – met de grond gelijkgemaakt.’ De nieuwe stroming bleek echter niet tegen te houden. Vanaf de jaren ‘60 had het modernisme ook vaste voet gekregen in de Sint-Lucasscholen en met het Sint-Lukasarchief vond het in Sint-Lucas zelfs een absolute voorvechter.

De katholieke adel en industriële leiders waren bereid flink te investeren in de Sint-Lucasscholen. Omgerekend naar nu werden er miljoenen euro’s gedoneerd. Het merendeel ervan werd geïnvesteerd in de bouw van de neogotische complexen die we vandaag nog steeds kennen. ‘Minder geweten is dat vrouwen soms de motor achter dit ­mecenaat waren. De belangrijkste mecenas was barones de­Monin-Rendeux uit Courrière bij Namen. Niet alleen financierde zij voor een groot deel de SintLucasscholen van Gent en Schaarbeek, ze bekostigde ook bijna integraal de Sint-Lukasschool van Sint-Gillis in Brussel. Omdat vrouwen in die periode geen kapitaal mochten beheren, liepen de donaties vaak via ‘stromannen’. De vrouwen schonken het geld eerst aan een geestelijke of een notaris, die de gift op zijn beurt aan Sint-Lucas schonk.’ LAïCISERING VAN HET ONDERWIJS

Op het Tweede Vaticaans Concilie, dat besloten werd in 1965, werd bepaald dat de Kerk zich aan de nieuwe wereld moest aanpassen. ‘Deze modernisering zorgde voor een groot kantelmoment in de geschiedenis van de Sint-Lucasscholen. Het ledenaantal van de congregatie was intussen door uittredingen en vergrijzing geslonken. Leken kregen voortaan meer kansen.’ Mooi voorbeeld hiervan is de aanstelling van Jozef Janssens als onderdirecteur van Gent en de aanstelling van Paul Lerno als

HET MODERNISME SLUIPT BINNEN

Openheid, verandering en een streng regime   Het leven in een Sint-Lucasklooster

Broeder Kris Blondeel is de laatste levende broeder-docent van SintLucas. Veertig jaar lang gaf hij er les en ook vandaag is hij een opgemerkte verschijning op de Sint-Lucasscholen. Broeder Kris geeft ons een bijzondere kijk op het leven achter de kloostermuren.

KORTE ROKKEN IN DE GANGEN

‘Het klooster van Sint-Lucas heeft mij de ogen geopend. Dagelijks zat ik er aan tafel met broeders die architect, kunstenaar of filosoof waren. Bovendien waren er vaak ook buitenlandse sprekers bij ons te gast. Ons kloosterleven was daardoor artistiek en internationaal.’

De vervrouwelijking van het Sint-Lucasonderwijs ging niet zonder slag of stoot. Pas vanaf 1965 woei er een vrouwelijke wind door de mannenbastions van Sint-Lucas. Met het Tweede Vaticaans Concilie koos de Kerk er namelijk voor zich aan te passen aan de wereld die hen omringde en vrouwen meer

‘Toch leefden we niet in luxe. Onze dag startte om kwart na vijf en dagelijks waren er twee gebeds­diensten en een eucharistie. Mijn lesopdrachten konden

tot tien uur per dag beslaan en daarnaast was ik prefect van het inter­ naat. Werkweken konden bij ons oplopen tot 72 uur, maar ik heb me dat nooit beklaagd. Het is het kader van onze dienstbaarheid, we wilden er zijn voor de studenten.’ ‘Het meest markante aan SintLucas is de ongelofelijke drang naar vernieuwing. In de jaren ’50 heeft Sint-Lucas op een jaar tijd de overstap gezet van het traditionalisme naar de nieuwe zakelijk-

k

OPSTELLEN OVER HET ARCHITECTUURINSTITUUT SINT-LUCAS

Anno 2012 staat Sint-Lucas Architectuur voor een kantelmoment. Precies in het jubileumjaar van haar 125/150-jarig bestaan promoveert Sint-Lucas Architectuur tot de nieuwe Faculteit Architectuur van de KU Leuven. ‘Tekenen en betekenen’ onthult een reeks histo­ rische facetten van dit veelzijdige architectuurinstituut dat ooit startte als een kleine tekenklas geleid door broeders . Rajesh Heynickx, Yves Schoonjans en Sven Sterken (eds.), Tekenen en betekenen — Opstellen over

Volledige interview www.luca-

arts.be/getuigenissen.

15

het architectuurinstituut Sint-Lucas, 1862 – 2012,

Lipsius Leuven

DE SINT-LUCASSCHOLEN EN DE NEOGOTIEK

In de 19de eeuw werden in België, Frankrijk en zelfs Congo Sint-­ Lucasscholen opgericht om de neogotiek uit te dragen. Vijftig jaar later maken de scholen zich los uit het enge keurslijf van de neogotiek en leveren Sint-Lucasleerlingen ook substantiële bijdragen aan de Arts-and-Crafts en de Art Nouveau. Het kadoc bestudeert in deze bundel verschillende facetten van die evolutie. Jan De Maeyer (ed.), De Sint-Lucasscholen en de neogotiek 1862-1914, kadoc – Studies 5

SINT-LUKAS IN 97 LEMMA’S

‘De Lemma's van Sint-Lukas’ bundelt anekdotes, bespiegelingen en ervaringen van en over d ­ ocenten en oud-studenten van de Brusselse kunstencampus. De publicatie die start bij de A van audiovisuele kunsten en eindigt bij de Z van zwarte missen is pretentieloos, maar weet de essentie van het leven op Sint-Lukas Brussel hierdoor ook uitste­ kend te vatten. M. Roegiers en H. Winderickx (eds.) De Lemma's van Sint-Lukas, Sint-Lukas Books

BOUWEN AAN HET GEHEUGEN EN DE TOEKOMST VAN HET ERFGOED

In december 2012 verschijnt een ruim en beredeneerd overzicht van wat het Architecture Archive − Sint-Lukasarchief in zijn meer dan 40-jarige loopbaan ontwikkelde. Belangrijke thema’s in het boek zijn onder andere het erfgoed in Brussel en de stedelijke biodiversiteit. Jos Vandenbreeden, Jos Hogenes, Lucien Kroll, Guy van Kerckhoven, Luc Deleu (eds.), Bouwen aan het geheugen en de toekomst van het erfgoed, save

Glasnegatieven gered uit handen van opkoper Recent kon het Sint-Lukasarchief een waardevolle collectie van een duizendtal glasnegatieven uit de handen van een opkoper redden. De negatieven tonen opnamen van gebouwen, studenten en ­studentenwerk van Sint-Lukas Brussel aan het begin van de 20ste eeuw. Naar aanleiding van het 125-jarig bestaan van de Brusselse campus zullen docenten Fotografie Danny Veys en Maarten Vanvolsem­ enkele van deze beelden inscannen en fotograferen om ze af te drukken op folie en te bevestigen op raampartijen op de Brusselse campus. De negatieven zullen ook de insteek zijn van het master­ seminarie ‘The Archive’.

COURT

heid en het modernisme. In ’68 hebben we op vraag van ouders het gemengd onderwijs ingevoerd op Sint-Lucas­en hiermee voor een trendbreuk gezorgd in het katholiek onderwijs in Gent.’ ‘Verandering zit blijkbaar in het dna van onze school. Het was nooit makkelijk, maar altijd een ongelofelijke verrijking voor onszelf en voor Sint-Lucas.’ MR

EX HISTORIA

Van tekenklas tot artistieke beweging

Zo’n kleine eeuw geleden werd er in de les Modeltekenen niet naar levend model getekend. Studenten moesten het stellen met een gipsen beeld, zoals hier met de Heilige Maagd Maria.

© Sint-Lukasarchief


150 jaar

Sint-Lucas Gent Academie Architectuur Beeldende Kunst Kunsthumaniora 04–05 OLD SCHOOL, NIEUWE KLAS oktober

09.15 – 18.00 uur, Zwartezustersstraat 27, Gent

17 150 MINUTEN FEEST

oktober

Oude Houtlei 13, Gent

Inch of Morning, Red Juliette, Calling Susan, Hong Kong Dong, ’t Hof van Commerce

Internationaal symposium over kunst- en architectuuronderwijs DONDERDAG 04 OKTOBER

Moderator: Koen Brams Felicity Allen, (gb) Kunstenaar, auteur Matt Mullican, (usa) Kunstenaar David Kohn, (gb) Architect Cesare Pietroiusti, (i) Kunstenaar Panneldiscussie – q&a VRIJDAG 05 OKTOBER

Moderator: Emiliano Battista Guadalupe Echevarria, (e) Academicus Willem Oorebeek, (nl) Kunstenaar Marcus Steinweg, (d) Filosoof Ralf Rugoff, (usa) Academicus Panneldiscussie – q&a

17 AFTERPARTY

oktober

23.00 uur, Culture Club, Afrikalaan 174, Gent

Buscemi, Bobby Ewing, Davidov, Foxy Lady & MC Elvee …

03–18 PHANTOMRADIO & HEARTBEAT oktober

Zwartezustersstraat 27, Gent

Piratenzender — Zendmodule door Valentijn Goethals en Ine Meganck

03–18 THEY SHOOT TYPO 06 KINDERSYMPOSIUM oktober

10.00 – 15.00 uur, Zwartezustersstraat 27, Gent

Symposium voor kinderen over kunst, kunstenaarschap en creativiteit. Moderator en gastheer: Kapitein Winokio Gerda Dendooven, Illustrator – auteur Pascal Smet, Minister van Onderwijs Mario Fernandez, Goochelaar Danny Ronaldo, Circusartiest Tinka Pittoors, Kunstenaar Pascale Platel, Theatermaker

07 ZONDAGSCHOOL

oktober

14.00 – 17.00 uur Zwartezustersstraat 27, Gent

Tekenen met Marc Nagtzaam

14 ZONDAGSCHOOL

oktober

14.00 – 17.00 uur Zwartezustersstraat 27, Gent

Beeldhouwen met Philip Aguirre y Otegui

Redactie Gudrun De Maeyer, Christoph Meeussen, Manu Roegiers, Helena Winderickx Redactiecel Jan Cools, Sarah Késenne, Manu Roegiers, Ilona Terkessidis, Helena Winderickx Met dank aan Ann De Pauw, Carine Van Asch Vormgeving garage64.be Druk New Goff V.U. Maria De Smet, Koningsstraat 328, 1030 Brussel

oktober

TENTOONSTELLING FILMAFFICHES 03–18 oktober, Zwartezustersstraat 27, Gent BOEKPRESENTATIE 18 oktober, 17.00 uur, Hoogpoort 51, Gent SERIE INTERVENTIES door Cox en Grusenmeyer 03–18 oktober, Gent

Inschrijving en volledig programma op www.150 jaar.be. In samenwerking met nav Oost-Vlaanderen is er in het kader van 150 jaar Sint-Lucas kunstonderwijs een tentoonstelling met beeldend werk van oud-docenten Beeldende Kunst (van ­ 21 september tot 21 oktober in de Sint-Niklaaskerk in Gent).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.