Theaterlexicon : Luk Perceval Biografie Het traject van Luk Perceval lijkt logisch opgebouwd in termen van de vergrotende trap : van acteur, regisseur, artistiek leider tot intendant : een op het eerste gezicht steile carrière. Achter die schijnbare rechte weg, kronkelt echter een veel moeizamer parcours, vol bochten, cul-desacs en smalle doorgangen. Het is de weg van iemand zonder kaart, die al stappend zijn omgeving verkent en zijn route in de motoriek van het wandelen bepaalt. Het is de route van een rusteloze zoeker onderweg naar een ongekende bestemming. Perceval leeft vanuit een utopie en moet keer op keer vaststellen dat die ver af staat van zijn ervaring van de realiteit. Maar eerder dan zich daar bij neer te leggen, en te vervallen in pragmatiek, kiest hij voor de persoonlijke weg. Een weg waarin leven, geluk, theater, wanhoop en rust intens met mekaar verbonden zijn. In een van de vele beschouwingen waarin een tussenstand opgemaakt wordt van het project Blauwe Maandag Compagnie omschrijft Luk Perceval zijn plek als theatermaker als volgt : « Daarom is toneelmaken meer een gedrevenheid dan een bedrevenheid. Het is de honger en de nieuwsgierigheid naar het verband der dingen. Een zoektocht naar je plek in het grote verhaal. Hoe meer ik de stem van mijn waan-zin volg, hoe zinvoller mijn bestaan wordt. Daarom kan ik mij niet tevreden stellen met realistische en logische afspiegelingen van de werkelijkheid. Mijn denken en mijn werkelijkheid heeft geen logica en is allesbehalve reëel. Het is een caleidoscoop van miljoenen fragmenten. Een chaos waarbinnen ik mijn eigen stem zoek. »1 Het aanvaarden van die chaos als een vanzelfsprekend onderdeel van het bestaan, brengt met zich mee dat hij zichzelf steeds opnieuw in vraag durft stellen. Bekijkt men dit geometrisch, dan verlaat men het idee van een ‘carrière’ of een ‘oeuvre’ als een rechte lijn. Het is niet zo dat elke stap dichter bij doel brengt. Het is evenmin zo dat het gekozen traject een inherente logica volgt in de zin dat een volgende stap verklaarbaar wordt vanuit de voorgaande. A hoeft niet noodzakelijk in Z uit te monden. Het is zoals midden in een cirkel staan. Welke richting je ook kiest, de afstand tot de omtrek blijft even groot. Alle richtingen openen zich, het hangt van je intuïtie af welke kant het op gaat. Dat creëert een enorme vrijheid omdat je jezelf steeds opnieuw kan herdefiniëren, maar ook een enorme druk omdat je steeds weer keuzes dient te maken. Niets is vanzelfsprekend. Dit alle kanten kunnen op gaan tekent de biografie van Luk Perceval. Hij had ook voetballer kunnen worden, want dat was zijn eerste passie. Geboren in Lommel (30 mei 1957) groeit hij op in Limburg en Antwerpen met daartussendoor een schippersbestaan wanneer zijn ouders besluiten hun café te ruilen voor de binnenscheepvaart. Hij voetbalt in verschillende Antwerpse clubs, brengt het zelfs tot UEFA-junior met een profcarrière in het verschiet, maar moet afhaken wanneer hij daarvoor te schriel blijkt. Het toneel is aanvankelijk slechts een hulpmiddel. Hij volgt de voordrachtklas in de Merksemse academie om ook beter verbaal uit de voeten te kunnen en hem van zijn verlegenheid af te helpen. Hij komt in de klas van Walter Merhottein terecht die hem introduceert in het circuit van het amateurtheater. Gegrepen door het medium, is het nu zijn vaste wil om acteur te worden en hij opteert in 1976 voor de Conservatoriumopleiding in Antwerpen, net op het ogenblik wanneer Dora Van der Groen er begint les te geven en de opleiding langzamerhand zal hervormen. Medestudenten zijn onder andere Lucas Vandervost, Sam Bogaerts, Warre Borgmans en Johan Van Assche. Wanneer Dora Van der Groen in 1979 de artistieke leiding van de toneelafdeling in handen krijgt, zal zij precies uit die intussen afgestudeerde klas haar nieuwe docenten kiezen. Het is hier dat Luk Perceval, als leraar spel later onder zijn leerlingen Guy Joosten zal ontmoeten.