Meerjarenprogramma fiets 2015 2018 def

Page 1

1


Fotografie: Jurriaan Brobbel

2


RUIM BAAN VOOR DE FIETS ............................................................................................................................. 5 HOOFDSTUK 1 INLEIDING ................................................................................................................................. 7 1.1 1.2 1.3 1.4

TERUGBLIK 2011 TOT EN MET 2014................................................................................................................ 7 NIEUW MEERJARENPROGRAMMA FIETS 2015 - 2018 ........................................................................................ 8 BELANGHEBBENDENGESPREK ALS INPUT VOOR HET MEERJARENPROGRAMMA ........................................................... 9 OPBOUW EN LEESWIJZER ............................................................................................................................. 10

HOOFDSTUK 2 BELEIDSKADER ........................................................................................................................ 11 2.1. REDENEN VOOR STIMULEREN VAN HET FIETSGEBRUIK .............................................................................................. 11 2.2. DEN HAAG FIETSSTAD ...................................................................................................................................... 11 2.3. STIMULEREN VAN HET FIETSGEBRUIK ................................................................................................................... 12 HOOFDSTUK 3 FIETSPARKEREN ...................................................................................................................... 17 3.1 BINNENSTAD ................................................................................................................................................... 18 3.1.1 Uitbreiding stallingscapaciteit.............................................................................................................. 18 3.1.2 Beïnvloeding fietsparkeergedrag ......................................................................................................... 20 3.2 WOONWIJKEN EN SCHOLEN ................................................................................................................................ 21 3.2.1 Uitbreiding stallingscapaciteit in woonwijken en bij scholen ............................................................... 21 3.2.2 Aanpak weesfietsen in woonwijken ..................................................................................................... 22 3.3 STATIONS EN TRAMHALTES ................................................................................................................................. 22 3.3.1 Uitbreiding stallingcapaciteit ............................................................................................................... 22 3.3.2 Handhaving .......................................................................................................................................... 24 3.3.3 OV-fiets in de stad ................................................................................................................................ 24 3.4 SERVICENIVEAU FIETSENSTALLINGEN..................................................................................................................... 24 3.5 FIETSPARKEERNORMEN ...................................................................................................................................... 25 HOOFDSTUK 4 FIETSNETWERK ....................................................................................................................... 27 4.1 REALISATIE STERFIETSROUTES.............................................................................................................................. 27 4.2 OPLOSSEN ONTBREKENDE SCHAKELS OP HOOFD- EN RECREATIEVE FIETSROUTES ............................................................ 31 4.3 FIETSONVRIENDELIJKE SITUATIES EN SCHOOLROUTES ................................................................................................ 32 4.4 CAPACITEIT EN DOORSTROMING FIETSVERKEER ....................................................................................................... 33 4.5 OMZETTEN VAN TEGELFIETSPADEN IN ASFALTFIETSPADEN ......................................................................................... 33 4.6 MONITORING FIETSGEBRUIK EN ROUTEKEUZE ......................................................................................................... 34 4.7 EVALUATIE FIETSEN IN HET VOETGANGERSGEBIED VAN DE BINNENSTAD ....................................................................... 34 HOOFDSTUK 5 PROMOTIE, COMMUNICATIE, FIETSVAARDIGHEID EN DIEFSTALPREVENTIE ........................... 37 5.1 COMMUNICATIE EN PROMOTIE............................................................................................................................ 37 5.2 FIETSVAARDIGHEDEN EN DOELGROEPENBELEID: VEILIG FIETSEN IN DE STAD .................................................................. 39 5.3 PREVENTIE VAN FIETSDIEFSTAL ............................................................................................................................ 41 HOOFDSTUK 6 FINANCIËN MEERJARENPROGRAMMA FIETS 2015-2018 ......................................................... 43 6.1 FINANCIËLE DEKKING VAN HET PROGRAMMA FIETS .................................................................................................. 43 6.2 BESTEDING DEELPROGRAMMA’S FIETS .................................................................................................................. 44 6.3 BEHEER EN EXPLOITATIE FIETSPARKEREN................................................................................................................ 46 6.4 TOT SLOT ........................................................................................................................................................ 47 Bijlage 1: Verslag van het belanghebbendengesprek Fiets 2015-2018 ............................................................ I Bijlage 2: Terugblik 2011 t/m 2014 ............................................................................................................... VII Bijlage 3: Wie doet wat tegen fietsdiefstal .................................................................................................. XIX Bijlage 4: Streefbeelden kwaliteit fietsvoorzieningen .................................................................................. XXI

3


4


Ruim baan voor de fiets Den Haag fietst! In onze groene wereldstad aan zee is de fiets hĂŠt symbool van een gezond leven. Steeds meer bewoners en bezoekers nemen de fiets. Tussen 2010 en 2014 is het fietsgebruik met 12% toegenomen. Den Haag is dus goed op weg een echte fietsstad te worden. Dat is ook belangrijk, want fietsen is gezond, goedkoop en gemakkelijk. Zowel op sociaal, maatschappelijk als economisch gebied levert fietsen veel voordelen op. Met dit voorliggende Meerjarenprogramma Fiets geeft dit college daarom ruim baan aan de fiets. De stad groeit en de wereld om ons heen verandert in rap tempo. Nieuwe ontwikkelingen bieden daarbij kansen voor de verdere groei van het fietsgebruik. Veel jongere bewoners willen geen auto meer bezitten en de elektrische fiets is in opkomst; steeds vaker is de fiets in de stad de vervanger van de auto. Fietsen wordt onderdeel van een gezonde levensstijl. Als gemeente moeten we creatief inspelen op de kansen die deze veranderende wereld biedt. Dat doen we niet alleen, maar samen met de stad. Zo is ter voorbereiding op dit programma een uitgebreid stadsgesprek gevoerd met bewoners en belanghebbenden. Daarin zijn veel innovatieve ideeĂŤn en oplossingen naar voren gekomen die hun weerslag hebben gevonden in dit stuk. Dit meerjarenprogramma is het resultaat van goede wisselwerking met de stad en net als met fietsen geldt; alleen ga je snel, maar samen kom je verder. Samen gaan we de komende jaren meters maken. Samen maken we van fietsplannen fietspaden. In dit nieuwe Meerjarenprogramma Fiets staan forse ambities op het gebied van fietsparkeren, fietsnetwerken en het verder stimuleren van het fietsgebruik. Immers, in de groene en veelzijdige stad die Den Haag is, staat de fiets bovenaan als ideaal vervoermiddel: voor bewoners, ondernemers en toeristen. Samen met de stad werken we ook de komende jaren aan veilige, duidelijke en comfortabele fietsroutes naar en door onze prachtige stad van vrede en recht, met eigentijdse stallingen en voorzieningen.

Tom de Bruijn Wethouder Verkeer

5


6


Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Terugblik 2011 tot en met 2014 De afgelopen jaren heeft de gemeente Den Haag gewerkt aan de uitvoering van het Meerjarenprogramma Fiets 2011-2014 en is er fors geïnvesteerd om de verschillende doelstellingen uit dit programma te realiseren. En met succes, want nagenoeg alle doelstellingen zijn gehaald. Deze doelstellingen hadden betrekking op de volgende drie thema’s:  Fietsparkeervoorzieningen;  Fietsnetwerk;  Promotie, communicatie en fietsvaardigheid. Uiteindelijk wil de gemeente Den Haag proberen zoveel mogelijk mensen op de fiets te krijgen. In de Haagse Nota Mobiliteit staat het doel om het fietsgebruik in de periode 2010-2020 met 30% te laten groeien en in de periode tot 2030 zelfs met 50%. Uit de ‘fietsindex’ van de gemeente Den Haag blijkt dat het aantal fietsers in de afgelopen periode is toegenomen. Voor de periode vanaf 2010 geldt een jaarlijkse groei van 3%. Als deze trend zich doorzet zal de beleidsdoelstelling in 2020 gehaald worden. In bijlage 2 staat per doelstelling uit het vorige meerjarenprogramma het resultaat beschreven. Om deze resultaten te bereiken heeft de gemeente geïnvesteerd in zowel fietsparkeervoorzieningen als in het fietsnetwerk (aanleg van nieuwe fietspaden en het omzetten van tegelfietspaden in asfaltfietspaden). Hieronder zijn de investeringsvolumes per jaar weergegeven. Jaar Investeringen ca.

2011

2012

2013

2014

Totaal

€ 8 miljoen

€ 7 miljoen

€ 7 miljoen

€ 9½ miljoen

€ 31,5 miljoen

Deze investeringen zijn afkomstig vanuit meerdere financieringsbronnen, zoals het Meerjaren InvestersingsProgramma Fiets (MIP fiets), het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, andere gemeentelijke programma’s en subsidies vanuit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (voorheen stadsgewest Haaglanden), de provincie Zuid-Holland en de rijksoverheid. De belangrijkste conclusies t.a.v. het Meerarenprogramma Fiets 2011-2014 zijn:  De negen doelstellingen op gebied van fietsparkeervoorzieningen zijn op twee na allemaal gerealiseerd;  De vijf doelstellingen op het gebied van het fietsnetwerk, zijn op één na allemaal gerealiseerd;  De doelstelling op het gebied van promotie, communicatie en vaardigheid is gerealiseerd. In bijlage 2 staat per doelstelling van het vorige meerjarenprogramma het resultaat beschreven.

7


1.2 Nieuw Meerjarenprogramma Fiets 2015 - 2018 Het vorige meerjarenprogramma liep af in 2014 en krijgt een vervolg in dit Meerjarenprogramma Fiets 20152018. Uitgangspunt voor dit nieuwe meerjarenprogramma Fiets is het Coalitieakkoord 2014-2018; ‘Vertrouwen op Haagse Kracht’. Onder het kopje ‘Meer ruimte voor de fiets’, staat het volgende: “Veilige, herkenbare en comfortabele fietsvoorzieningen zijn de basis voor een verdere groei van het fietsgebruik. Er komt een ambitieus programma voor de uitbreiding en verbetering van fietsvoorzieningen: het aantal sterroutes wordt deze periode uitgebreid, we gaan door met het asfalteren van fietspaden en creëren meer (gratis) stallingen bij stations, in het centrum en bij het strand. Weesfietsen worden in de hele stad aangepakt en we breiden het aantal buurtstallingen en fietspaden in wijken zoals de Stationsbuurt en de Schilderswijk uit.” Deze ambities samen met de speerpunten voor het fietsbeleid uit de Haagse Nota Mobiliteit en de voortzetting van het fietsbeleid van de afgelopen jaren, krijgen een uitwerking in dit nieuwe Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018. De drie centrale thema’s uit het vorige meerjarenprogramma Fiets, blijven in het belang van continuïteit ook in dit nieuwe meerjarenprogramma gehandhaafd. Deze drie thema’s vormen al jaren de basis van het fietsprogramma en zorgen voor een evenwichtig programma waarbij de hele keten van de fietsverplaatsing op orde wordt gebracht. Het betreft de volgende thema’s:  Fietsparkeervoorzieningen;  Fietsnetwerk;  Promotie, communicatie en fietsvaardigheid. De aanpak voor de komende periode bestaat uit drie sporen. Allereerst worden de plannen van de afgelopen periode ook daadwerkelijk op straat uitgevoerd. Het tweede spoor is het afronden van de plannen die reeds in gang zijn gezet, maar financieel nog niet waren gedekt. Het derde spoor tenslotte betreft het starten met de planvoorbereiding van diverse nieuwe projecten. Met deze aanpak zorgt de gemeente ervoor dat projecten, die nu nog alleen op papier bestaan, daadwerkelijk worden gerealiseerd en dat ook nieuwe projecten worden voorbereid. Voor het realiseren van de plannen op straat die afgelopen periode bestuurlijk zijn vastgesteld of binnenkort worden vastgesteld geldt dat er financiële dekking aanwezig is uit het vorige Meerjarenprogramma Fiets 20112014. Voor het verder afronden van plannen die in gang zijn gezet en voor de uitvoering van nieuwe fietsprojecten in dit Meerjarenprogramma Fiets, zijn nieuwe financiële middelen nodig. Vanuit diverse dekkingsbronnen is hiervoor gemeentelijk budget aanwezig. Naast de gemeentelijke bijdrage is ook altijd medefinanciering vanuit andere (gemeentelijke) programma’s en programma’s vanuit Metropoolregio, Provincie en Rijk noodzakelijk. Halverwege de periode van dit Meerjarenplan Fiets wil ik een evaluatie uitvoeren om zeker te stellen dat het drie-sporenplan op schema ligt.

8


1.3 Belanghebbendengesprek als input voor het meerjarenprogramma Zoals besproken in de raadscommissie van 10 december 2014 is op 2 juni 2015 een bijeenkomst belegd met ca. 40 belanghebbenden over het nieuwe Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018. (Zie bijlage 1 voor een verslag van deze bijeenkomst.) Het doel van deze bijeenkomst was het binnenhalen van ideeën en oplossingsrichtingen voor de verschillende fietsonderwerpen in de stad. Deze ideeën en oplossingsrichtingen zijn getoetst op haalbaarheid, beschikbare financiële middelen, conflicterende belangen, samenwerkingsmogelijkheden met andere partijen, etc. Veel van de genoemde ideeën en oplossingen zijn verwerkt in dit nieuwe Meerjarenprogramma Fiets.

De belangrijkste uitkomsten van 2 juni 2015

Fietsen in Den Haag leeft bij bewoners, ondernemers, winkeliers en anderen belanghebbenden. Er lijkt een brede consensus te bestaan over de niet te stuiten opmars van de fiets in het Haagse straatbeeld, waarbij de elektrische fiets een steeds groter aandeel heeft. De fiets is essentieel voor een bereikbare en leefbare stad. Ook is er consensus over het feit dat de groei van het fietsgebruik is toe te juichen, er is gezegd; “Fietsers staan op de 1e plek”. Er wordt echter ook geconcludeerd dat de opmars van de fiets zorgt voor knelpunten in de stad. Knelpunten die vooral te maken hebben met een tekort aan fysieke ruimte voor de fiets in combinatie met andere claims op de openbare ruimte. Maar ook knelpunten op gebied van mentaliteit en cultuur/gedrag op de fiets. Vooral in en rond de binnenstad is meer ruimte nodig voor de rijdende en stallende fiets. Dat vereist scherpere keuzes. Veel van de genoemde ideeën en oplossingsrichtingen hebben een plek gekregen in dit Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018 en krijgen de komende periode dus een uitwerking. Naar sommige oplossingsrichtingen is eerst nader onderzoek nodig. Enkele opvallende dan wel belangrijke uitkomsten van de belanghebbendenbijeenkomst die in het Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018 terugkomen zijn:  Prioriteit voor voldoende en kwalitatief goede fietsparkeervoorzieningen met speciale aandacht voor de binnenstad en het monitoren van de ontwikkeling van vraag en aanbod. Bij voldoende capaciteit moet worden gehandhaafd. (hoofdstuk 3)  Aandacht voor de capaciteit en doorstroming van het fietsverkeer op kruispunten(paragraaf 4.4)  Evaluatie van fietsen in het voetgangersgebied van de binnenstad (paragraaf 4.7)  Een herkenbare inrichting van de sterfietsroutes, met goede aansluitingen op het regionale en provinciale fietsnetwerk die duidelijk zijn opgenomen in de bewegwijzering (paragraaf 4.1).  Beïnvloeding fietsparkeergedrag; positieve prikkels om het gebruik van de (nieuwe)fietsenstallingen te stimuleren (hoofdstuk 5)  Kinderen en scholieren moeten veilig kunnen fietsen, daarom aandacht voor veilige schoolroutes en verkeerseducatie in het onderwijs (paragraaf 4.3 en paragraaf 5.2).  De combinatie van auto en fiets biedt kansen, doe een proef met een Park+Bike locatie (paragraaf 3.3.)

9


1.4 Opbouw en leeswijzer Dit Meerjarenprogramma Fiets is, zoals gezegd, een uitwerking van het gemeentelijke fietsbeleid voor de periode 2015 tot en met 2018 en bestaat uit de volgende onderwerpen:  Beleidskader en de trends en ontwikkelingen op fietsgebied (hoofdstuk 2);  Mogelijkheden tot uitbreiding van de capaciteit en verbetering van het gebruik van de fietsparkeervoorzieningen (hoofdstuk 3);  Beschrijving van de diverse fietsprojecten om het Haagse fietsnetwerk te verbeteren(hoofdstuk 4);  Communicatie, promotie, gedragsbeïnvloeding en diefstalpreventie(hoofdstuk 5);  Financiering (hoofdstuk 6). In bijlage 1 is een verslag van het belanghebbendengesprek van 2 juni 2015 opgenomen. In bijlage 2 is een uitgebreide terugblik gegeven op de gerealiseerde fietsvoorzieningen in de afgelopen periode. In bijlage 3 staat een overzicht van wie wat doet tegen fietsdiefstal. Tenslotte worden in bijlage 4 de streefbeelden waaraan fietsvoorzieningen moeten voldoen weergegeven.

10


Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1. Redenen voor stimuleren van het fietsgebruik De gemeente Den Haag wil het gebruik van de fiets stimuleren. Fietsgebruik draagt bij aan een leefbare, bereikbare en gezonde stad. In de Haagse Nota Mobiliteit wordt ingezet op een groei van het fietsgebruik in de periode 2010-2020 met 30%. De belangrijkste redenen om het fietsgebruik in de stad te stimuleren zijn:  

Fietsen draagt bij aan een leefbare stad. Het is schoon, klimaatneutraal en fietsers nemen relatief weinig van de schaarse ruimte in beslag. Het is daarmee een ideaal vervoermiddel voor in de stad. Fietsen draagt bij aan een goed bereikbare stad. De fiets is een snel vervoermiddel naar de belangrijke economische centra van de stad. Fietsers veroorzaken geen files op de wegen in en rond de stad. In combinatie met de trein en RandstadRail is de fiets ook op langere afstanden concurrerend met de auto. Investeringen in fietsvoorzieningen hebben een gunstige kosten-batenverhouding; de maatschappelijke baten zijn veel hoger dan de kosten. Fietsen draagt bij aan een gezonde stad, omdat mensen al fietsend meer lichaamsbeweging krijgen. Dat is goed voor de gezondheid, het tegengaan van overgewicht, depressies en hart- en vaatziekten.

Het Meerjarenprogramma Fiets is een uitwerking van het fietsbeleid van de Haagse Nota Mobiliteit voor de periode 2015-2018. In het meerjarenplan is aangegeven welke investeringen er de komende jaren gedaan moeten worden om te zorgen dat de doelstelling uit de Haagse Nota Mobiliteit wordt bereikt.

2.2. Den Haag Fietsstad Den Haag is een echte fietsstad aan het worden. Het gebruik van de fiets in Den Haag groeit. In de periode 2006-2013 is het fietsgebruik met ongeveer 20% toegenomen; een gemiddelde stijging van ca. 2,5% per jaar. In de periode 2010 – 2014 lag de groei op ca. 12%, ofwel zo’n 3% per jaar. Indien deze groei doorzet, ligt de groeidoelstelling uit de Haagse Nota Mobiliteit binnen bereik. Vooral bij verplaatsingen van- en naar het centrum en de stations kiezen steeds meer mensen voor de fiets. Dit doen zij omdat de fiets een snelle, schone en comfortabele manier is voor verplaatsingen door stad en regio en omdat het past bij een gezonde levensstijl. Werkgevers in Den Haag stimuleren het gebruik van de (elektrische) fiets als onderdeel van mobiliteitsmanagement.

Groei fietsgebruik Den Haag tussen 2006 en 2013 (gemiddelde werkdag).

11


Er is ruimte voor verdere groei van het fietsgebruik in de stad. Den Haag is een compacte stad met relatief korte afstanden, een autoluw centrumgebied, zonder grote hoogteverschillen en met een groeiende bevolking. Ook nieuwe producten zorgen voor een groei van het fietsgebruik. Met de elektrische fiets blijven ouderen langer fietsen en kiezen ook forensen op de langere afstand vaker voor de fiets. De bakfiets en de cargo-bike zijn geschikt om de kinderen naar school te brengen. Het grote aanbod van design-fietsen laat zien dat fietsen ook steeds meer emotie en identiteit is als onderdeel van een stedelijke levensstijl. Er komen steeds betere fietsrouteplanners op de markt, ook voor mobiele telefoons. Met de enorme groei van de OV-fiets heeft de fiets ook een belangrijke positie gekregen in het natransport vanaf het station. Met deze ontwikkelingen is de fiets een steeds interessanter vervoermiddel in de stad en de regio. De groei van het fietsgebruik leidt echter ook tot knelpunten. Voornamelijk rond stations en in de binnenstad is er een tekort aan stallingsplekken. Dat zet een rem op het fietsgebruik en het leidt tot veel “wildgeparkeerde” fietsen in de openbare ruimte. Ook hebben mensen in de vooroorlogse woonwijken geen goed bereikbare fietsenbergingen voor het veilig en comfortabel stallen van hun fiets. Ook dat zet een rem op het fietsgebruik en op de aanschaf van kwalitatief hoogwaardige fietsen. Een relatief nieuw fenomeen in de stad zijn de fietsfiles voor drukke kruispunten en fietspaden in en rond de binnenstad, waar voor de verkeerslichten rijen met wachtende fietsers ontstaan in de spitsperioden.

2.3. Stimuleren van het fietsgebruik Een groeiend fietsgebruik vereist een goede infrastructuur voor fietsen in de stad. Mensen maken sneller een keuze voor de fiets als de voorzieningen op orde zijn. Dat betekent goede stallingsgelegenheid bij de woning, een snelle, comfortabele en veilige route naar de bestemming en voldoende (bewaakte) fietsparkeergelegenheid bij de bestemming. In de afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in de realisatie van goede fietsvoorzieningen. Tegelfietspaden zijn voorzien van een comfortabele asfaltlaag, er zijn nieuwe fietspaden aangelegd en de stallingscapaciteit in de binnenstad en bij de stations en tramhaltes is flink uitgebreid. In de woonwijken zijn met hulp van de gemeente buurtstallingen gerealiseerd en fietstrommels geplaatst. Den Haag gaat verder met het investeren in de fietsinfrastructuur om het groeiende fietsgebruik goed te faciliteren en om te voorkomen dat er knelpunten ontstaan in de openbare ruimte. Investeren in de fietsinfrastructuur is echter niet voldoende. Ook andere belemmeringen voor groei van het fietsgebruik moeten worden weggenomen. Dat betekent dat de gemeente ook investeert in fietsvaardigheid en communicatie over fietsen in de stad. De gemeente wil er hierdoor aan bijdragen dat de fiets voor iedereen in de stad een aantrekkelijke keuze is. Het Meerjarenprogramma Fiets voor de periode 2015-2018 heeft een aantal speerpunten: 

Het groeiende fietsgebruik vraagt om investeringen in voldoende (bewaakte) stallingsvoorzieningen in de binnenstad en bij de stations. Dat vereist investeringen in (grootschalige) stallingen. Het is daarnaast nodig om de beschikbare capaciteit beter te gebruiken zodat de druk van geparkeerde fietsen op de openbare ruimte in de stad afneemt; In de vooroorlogse wijken waar mensen geen eigen (fietsen-)berging hebben, moeten er voldoende (bewaakte) stallingsvoorzieningen beschikbaar zijn. Dat vereist investeringen in buurtstallingen. In deze wijken wordt ingezet op handhaving op weesfietsen en fietswrakken zodat de beschikbare capaciteit optimaal gebruikt wordt; De gemeente gaat verder met de realisatie van sterfietsroutes en routes voor doorgaande fietsers zodat de (elektrische) fiets ook op langere afstanden een aantrekkelijke keuze wordt. De routes sluiten aan op de regionale snelfietsroutes in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De fiets moet hiermee een concurrerend alternatief worden voor verplaatsingen tot ca. 15 km. Het streven is om in 2020 10 sterfietsroutes gereed te hebben; De kwaliteit van een fietsroute wordt bepaald door de zwakste schakel. De realisatie van fietsvoorzieningen op de ontbrekende schakels wordt dan ook ingezet als effectieve maatregel. Ook in een aantal “lastige” smalle straten in en rond het centrum zal meer ruimte worden gemaakt voor de fiets. Er wordt hier prioriteit gegeven aan de fiets, wat ten koste mag gaan van andere functies in de openbare ruimte. De aanpak van de ontbrekende schakels wordt afgestemd op andere (weg- en onderhouds-)werkzaamheden in de openbare ruimte. 12


Het fietsgebruik in de stad groeit. Teneinde wachtrijen bij verkeerslichten en verkeersonveilige situaties te voorkomen, investeert de gemeente in een soepele doorstroming van fietsers bij verkeerslichten en op fietspaden; De gemeente gaat door met het treffen van maatregelen die direct aansluiten op de problemen die fietsers op straat ervaren. Dit betekent een voortzetting van de aanpak van fietsonvriendelijke situaties. Daarbij komt er specifieke aandacht voor knelpunten op fietsroutes van en naar scholen; Fietsen in de stad moet voor jong en oud een vanzelfsprekende keuze zijn. Fietsvaardigheid is een basisvoorwaarde om veilig te kunnen deelnemen aan het verkeer. Het aanbieden van fietslessen op de basisschool aan kinderen in het kader van de verkeerseducatie past hierbij. Kinderen die op jonge leeftijd veilig leren fietsen, kiezen ook op latere leeftijd gemakkelijker voor de fiets. Daarnaast is veilig fietsen voor ouderen een aandachtspunt. Verkeerseducatie kan hen helpen om langer veilig te blijven fietsen, op een gewone of op een elektrische fiets; Promotie en communicatie rond fietsprojecten en rond de opening van nieuwe fietsvoorzieningen, zoals fietspaden en stallingen, is belangrijk. De komende jaren wordt een groot aantal fietsroutes en fietsenstallingen gerealiseerd. Fietsers moeten gericht worden geïnformeerd over het beschikbaar komen van deze nieuwe voorzieningen. Mensen moeten een zetje in de goede richting krijgen, zodat ze de (nieuwe) fietsvoorzieningen ook echt gaan gebruiken. Ten slotte wordt in samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de mobiliteitsmakelaar, ingezet op het stimuleren van het fietsgebruik onder werknemers, als onderdeel van de mobiliteitsaanpak.

13


Trends en ontwikkelingen Opkomst elektrische fiets. De fiets speelt een belangrijke rol in het woon-werk en het woon-onderwijs verkeer. Ca. 22% van de Hagenaars gaat op de fiets naar het werk en ca. 32% gebruikt de fiets naar het onderwijs. Van de verplaatsingen tussen de 1 en de 5 kilometer heeft een fiets een aandeel van ca. 35% en op verplaatsingen tussen de 5 en de 10 kilometer heeft de fiets een aandeel van ca. 20%. Door de opmars van de elektrische fiets wordt de fietspotentie voor afstanden boven de 5 kilometer een stuk groter omdat fietsers daarmee sneller en comfortabeler op de plaats van bestemming kunnen komen. Inmiddels zijn er in Nederland meer dan 1 miljoen elektrische fietsen verkocht. Uit onderzoek van XTNT in opdracht van het Fietsberaad, blijkt dat mensen met een elektrische fiets vaker en over langere afstanden gaan fietsen. TNO heeft in 2008 al berekend dat de introductie van de elektrische fiets leidt tot een verlenging van de gemiddelde woon-werkafstand en dat het gebruik van de fiets in het woon-werkverkeer stijgt. Hoe groot de potentie van de elektrische fiets op de wat langere afstanden is, blijkt uit het feit dat ca. driekwart van de werknemers in Den Haag niet meer dan 15 kilometer van het werk woont.

(Afbeelding uit de toekomstagenda snelfietsroutes van de Fietsersbond)

Gezondheidswinst van fietsen. Fietsers krijgen meer dagelijkse lichaamsbeweging. Dat is goed voor de gezondheid; fietsers leven langer, verzuimen minder en komen frisser en energieker op het werk. In alle onderzoeken over fietsen springt de gezondheidswinst eruit. Zo blijkt uit TNO onderzoek dat werknemers die regelmatig fietsen gemiddeld ruim 1 dag minder verzuimen dan hun collega’s die niet fietsen. Negatieve invloeden (verkeersveiligheid, blootstelling aan luchtvervuiling) worden ruimschoots gecompenseerd door de langere levensduur van acht tot veertien maanden die fietsers hebben. In een tijd waarin obesitas een groot maatschappelijk probleem is, kan de dagelijkse activiteit van fietsen een grote preventieve rol spelen.

(Afbeelding uit de toekomstagenda snelfietsroutes van de Fietsersbond)

14


Rendabele investeringen. Investeringen die nodig zijn voor realisatie van fietsroutes blijken zeer rendabel te zijn. Analyses van de maatschappelijke kosten en baten die in 2012 door Decisio in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn gedaan, laten zien dat de maatschappelijke opbrengsten de kosten verre overtreffen. Binnen de bebouwde kom levert de vervanging van een autorit door een fietsrit een maatschappelijk voordeel op van ca. 41 cent per kilometer.

Fietsen als lifestyle. De laatste jaren hoort de fiets steeds meer tot een moderne lifestyle. De fiets is een bewuste keuze voor vooral jonge stadsbewoners. De zogenaamde generatie Y hecht minder waarde aan autobezit, wil vooral altijd online zijn en vindt de fiets een snel en handig vervoermiddel voor verplaatsingen in het stedelijk gebied. Nieuwe modellen fietsen sluiten aan op dit imago. Ook werknemers van bedrijven blijken bereid om in het kader van mobiliteitsmanagement over te stappen op de (elektrische) fiets als aantrekkelijk alternatief voor het gebruik van de auto.

15


16


Hoofdstuk 3 Fietsparkeren Goede fietsparkeervoorzieningen zijn van groot belang voor een succesvol fietsbeleid. Het ontbreken van goede fietsparkeervoorzieningen kan ervoor zorgen dat de fiets minder wordt gebruikt. Uit angst voor fietsendiefstal, vandalisme en beschadigingen, schaffen mensen geen fiets aan of gebruiken ze de fiets minder vaak. In de stadsenquĂŞte Den Haag geeft 26% van de respondenten aan (zeer) ontevreden te zijn over de kwaliteit van het fietsparkeren aan de bestemmingszijde. Daarmee scoort dit aspect slecht. Onvoldoende goede fietsparkeervoorzieningen zorgen er ook voor dat er overlast in de openbare ontstaat. Her en der gestalde fietsen geven een slordige aanblik, verstoren looproutes en veroorzaken soms onveilige situaties. Het realiseren van goede fietsparkeervoorzieningen heeft daarmee prioriteit in dit Meerjarenprogramma Fiets. Door de groei van het fietsgebruik is er een toenemende behoefte aan kwalitatief goede fietsparkeerplaatsen, zowel aan de herkomst- (woning) als aan de bestemmingszijde (binnenstad en stations). De vraag naar fietsparkeervoorzieningen is groter dan het aanbod, vooral in de binnenstad, in de omgeving van de stations, bij RandstadRailhaltes en in sommige (delen van) woonwijken. De overlast in de openbare ruimte neemt hierdoor toe. Dit betekent dat er de komende jaren ingezet moet worden op uitbreiding van het aanbod van goede bewaakte en onbewaakte fietsparkeervoorzieningen. Het is ook belangrijk dat de capaciteit van de beschikbare fietsparkeervoorzieningen optimaal wordt benut. Fietsers moeten daarom worden gestimuleerd om zoveel mogelijk van de beschikbare stallingen gebruik te maken, door promotie (gratis stallen) en door middel van handhaving. Oplossingen voor het fietsparkeren vergen zowel investeringsmiddelen voor de aanleg van fietsparkeervoorzieningen als structurele middelen voor het beheer en de exploitatie van de stallingen en voor handhaving. Investeringen in goede fietsparkeervoorzieningen dragen ook bij aan de preventie van fietsendiefstal. Met een aanbod van gratis stallingen bij voorzieningen en stations, hebben mensen de keuze om hun fiets veilig te stallen in een bewaakte stalling. In woonwijken bieden buurtstallingen de mogelijkheid om de fiets veilig te stallen. Samengevat streeft de gemeente in de periode 2015-2018 t.a.v. het fietsparkeren de volgende concrete doelen na: 1. Het streven is om in 2020 voldoende stallingscapaciteit in de binnenstad beschikbaar te hebben. Daartoe worden de geplande projecten op gebied van fietsparkeervoorzieningen uitgevoerd. De gemeente start met de planvoorbereiding voor het realiseren van fietsparkeercapaciteit in het Hofkwartier en omgeving en in het Pleinkwartier en omgeving. In de tussentijd wordt met pop-up en andere tijdelijke stallingen voorzien in de vraag naar fietsparkeerplaatsen op piekmomenten. 2. Het intensiveren van de monitoring in de binnenstad door twee keer per jaar te bepalen hoe de vraag zich ontwikkelt en hoe de beschikbare stallingsvoorzieningen worden gebruikt. 3. De gemeente verlengt de subsidieregeling voor buurtstallingen voor de periode tot en met 2018. Met als doel het realiseren of opknappen van 20 buurtstallingen. Daarnaast wordt de weesfietsenaanpak in woonwijken uitgebreid naar hot spots en worden de schoolstallingen in stand gehouden. 4. Het streven is om in 2020 voldoende stallingscapaciteit bij de stations en tramhaltes beschikbaar te hebben. Daartoe worden allereerst de geplande projecten voor stallingen bij de stations gerealiseerd (Den Haag Centraal, Den Haag HS, en Laan van NOI). Bij station Moerwijk en de tramhaltes zullen komende periode ook extra fietsparkeerplaatsen worden gerealiseerd. 5. Het jaarlijks monitoren van de stallingsbehoefte bij NS stations en tramhaltes. 6. Het starten van een pilot met OV-fiets verhuur bij Biesieklettestallingen waarbij de fiets op een andere locatie ingeleverd mag worden dan waar deze gehuurd is. 7. De gemeente wil in samenwerking met een marktpartij een proef doen voor het ontwikkelen van een Park+Bike-locatie. 8. Het streven is om alle Biesieklettes de eerste dag gratis te maken voor alle fietsen (ook bakfietsen). Het aantal stallers moet groeien naar 1 miljoen in 2018 (een verdubbeling ten opzichte van 2014).

17


3.1 Binnenstad 3.1.1 Uitbreiding stallingscapaciteit Het fietsparkeerbeleid voor de binnenstad ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: 

Kortparkeerders. Voor wie slechts een kort bezoek (tot 30 minuten) brengt aan de binnenstad is er voldoende plaats om de fiets gratis neer te zetten in duidelijk herkenbare fietsparkeervakken op maaiveld met enkele nietjes erin om te voorkomen dat de fietsen omvallen. Langparkeerders. Voor de langparkeerders (meer dan 30 minuten) zijn er bewaakte fietsparkeervoorzieningen. Voor wie de binnenstad voor een langere periode bezoekt, is er voldoende plek in deze voorzieningen die gunstig liggen ten opzichte van de fietsroutes naar de binnenstad. Het gebruik van deze voorzieningen is de eerste dag gratis. In de Grote Marktstraat en Grote Markt en omgeving is het niet toegestaan de fiets te stallen, om de lopende bezoekers niet te hinderen, de doorgang voor de nood- en hulpdiensten te garanderen en de kwaliteit van de openbare ruimte op orde te houden.

Bij de vaststelling van de Haagse Nota Mobiliteit door de gemeenteraad op 22 september 2011 is besloten dat er in de periode 2011-2020 tenminste 2.500, indien mogelijk inpandige, stallingsplekken voor de fiets worden gerealiseerd in de Grote Marktstraat en omgeving (amendement bij rv 115.2011/a). Met de realisatie van de geplande publieksstallingen achter de Bijenkorf, onder het Stadhuis, in de Parkeergarage aan het Rabbijn Maarsenplein en een aantal kleinere uitbreidingen, wordt het tekort aan fietsparkeerplaatsen in de omgeving van de Grote Marktstraat (ca. 2.500 parkeerplaatsen) naar verwachting in 2015 opgelost. De nadruk ligt op uitbreiding van de fietsparkeercapaciteit in gebouwde stallingsvoorzieningen waarvan het gebruik de eerste dag gratis is. Daarmee wordt er op maaiveld ruimte gecreëerd om de openbare ruimte aantrekkelijk in te richten met voldoende ruimte voor voetgangers. Op maaiveld niveau is er in de binnenstad weinig ruimte beschikbaar voor een uitbreiding van de stallingsmogelijkheden.

18


Overzicht uitbreiding stallingscapaciteit binnenstad. Stalling/locatie

Stalling Grote Markt Stalling Voldersgracht Stalling Driehoekjes Stalling Spuiplein Stalling Buitenhof Bijenkorf (fietsparkeervakken) Stalling Stadhuis (dubbelgebruik) Stalling Veerkade garage Stalling Zeemankelder (Bouwplan Markies) Fietsparkeervakken fietsbeugels TOTAAL

Capaciteit in 2010

135 130 137 160

Uitbreiding capaciteit 2011 - 2014 500 75 40

Uitbreiding capaciteit In uitvoering (gereed medio 2015)

300 1.500 400 400 400 962

600 1.515

2.300

Totale capaciteit eind 2015 500 210 170 137 160 300 1.500 400 400 1.000 4.777

Bij verdergaande groei van het fietsgebruik ontstaat in de periode tot 2020 een toenemende behoefte aan goed bereikbare en kwalitatief aantrekkelijke fietsenstallingen in de binnenstad. Dat vereist blijvende investeringen in uitbreiding van de stallingscapaciteit in de binnenstad. De focus heeft de afgelopen jaren vooral gelegen op de Grote Marktstraat en omgeving. In het Spuikwartier komt in 2019 een stalling in het Cultuurcluster van ca. 1.500 fietsparkeerplaatsen beschikbaar. Ook in andere delen van de binnenstad neemt de behoefte aan stallingsruimte toe of is al sprake van een tekort. Zoals gezegd zet dit een rem op de groei van het fietsgebruik en vergroot het de overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte. In april 2015 is op verschillende momenten in de week het aantal gestalde fietsen in de hele binnenstad geteld. Hieruit blijkt dat er in de omgeving van het Hofkwartier en het Pleinkwartier een tekort is van respectievelijk circa 1.000 en 600 plekken. Het tekort in het gebied rond de Grote Marktstraat en in het Spuikwartier is in 2015 opgelost door de opening van nieuwe stallingen en de geplande stalling in het Spuiforum(zie kaart 3.1).

Kaart 3.1: Tekort stallingscapaciteit Binnenstad 2015 (o.b.v. telling april 2015)

19


Dit betekent dat de aandacht de komende jaren vooral zal uitgaan naar uitbreidingsmogelijkheden van de fietsparkeercapaciteit in het Hofkwartier e.o. en het Pleinkwartier e.o. In de periode 2015-2018 wordt dan ook gestart met de planvoorbereiding voor het realiseren van voldoende stallingscapaciteit in deze twee gebieden. In de Grote Marktstraat e.o. wordt ingezet op het optimaal gebruik van de fietsparkeercapaciteit in de bestaande en de nieuwe fietsenstallingen. Een deel van de vraag naar fietsparkeerplaatsen treedt alleen op tijdens piekmomenten. Denk bijvoorbeeld aan de vraag bij grote evenementen of de vraag op zeer drukke winkeldagen. Op deze momenten kan een flexibele “pop-up” stallingsvoorziening, zoals voorgesteld op de belanghebbenden bijeenkomst d.d. 2 juni 2015 deels voorzien in de vraag naar fietsparkeerplaatsen. Het grote tekort aan fietsparkeerplekken in de binnenstad is niet op te lossen met goedkope of gemakkelijk inpasbare voorzieningen. De fysieke ruimte is er schaars en duur en er zijn veel belanghebbenden met soms tegenstrijdige wensen. Nog niet alle ondernemers en projectontwikkelaars zien fietsers als een belangrijke groep klanten waarvoor goede stallingsvoorzieningen een vereiste zijn. De ruimte voor stallingsvoorzieningen is schaars en de daadwerkelijke realisatie van stallingsvoorzieningen kent veel onzekerheden. Gezien de onzekerheden rond de daadwerkelijke realisatie van (inpandige) stallingsvoorzieningen, is het noodzakelijk eerst een brede ruimtelijke verkenning (met een kostenraming) te doen naar geschikte locaties voor nieuwe stallingsvoorzieningen. Voor het faciliteren van de vraag naar fietsparkeerplaatsen van de bewoners in de binnenstad, zal worden nagegaan of het mogelijk is om de stallingscapaciteit in de Biesieklette stallingen in de binnenstad hiervoor (deels) te gebruiken, dit naar aanleiding van de opmerkingen die zijn gemaakt op de belanghebbenden bijeenkomst d.d. 2 juni 2015. Intensieve monitoring in de binnenstad. In de Grote Markstraat en omgeving komt de komende jaren een groot aantal nieuwe stallingsvoorzieningen gereed. Om zicht te hebben op de verhouding tussen vraag en aanbod van stallingsplekken, is het van belang om regelmatig te monitoren hoe de vraag zich ontwikkelt en hoe de beschikbare stallingsvoorzieningen gebruikt worden. Op basis hiervan kan beter worden bepaald op welke locaties in de binnenstad zich tekorten bevinden. De monitoring van fietsparkeren wordt daarom geïntensiveerd. Er zal de komende periode twee keer per jaar in de binnenstad worden geteld, zowel in het voorjaar als in het najaar op meerdere momenten in de week. Op basis hiervan kan dan ook worden bepaald of er behoefte is aan verdere capaciteitsuitbreiding in de Grote Markstraat en omgeving. Overige winkelgebieden. De focus in dit Meerjarenprogramma ligt op de binnenstad omdat hier de behoefte aan goede stallingsvoorzieningen en de overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte het grootst is. Echter ook in andere winkelgebieden en voetgangersgebieden, zoals winkelcentrum Leyweg, de Boulevard in Scheveningen en bij de Haagse Markt is er behoefte aan goede stallingsvoorzieningen. De visie voor de binnenstad, zoals de beschikbaarheid van voorzieningen voor kortparkeerders op maaiveld en gratis (bewaakte) fietsenstallingen langs de aanrijroutes voor langparkeerders is ook voor deze gebieden van toepassing. 3.1.2 Beïnvloeding fietsparkeergedrag Het is belangrijk dat de gerealiseerde stallingscapaciteit ook daadwerkelijk gebruikt gaat worden. Dat is niet vanzelfsprekend. Fietsers zetten hun fiets het liefst zo dicht mogelijk bij de bestemming en zijn in het algemeen niet bereid veel moeite te doen of te betalen voor het stallen van de fiets. Met als gevolg dat er veel fietsen her en der in de openbare ruimte worden gestald, ook op plekken waar dit niet wenselijk is of waar dit niet is toegestaan, terwijl er in de stallingen nog ruimte genoeg is. In 2015 gaan er drie grote inpandige stallingen open. Het is van belang dat direct bij de opening van de nieuwe stallingen ingezet wordt op gedragsverandering om te stimuleren dat mensen gebruik gaan maken van de nieuwe voorzieningen. Het gaat dan om de combinatie van belonen (bijvoorbeeld een spaarsysteem) en handhaven. In paragraaf 5.1 wordt hier dieper op ingegaan.

20


3.2 Woonwijken en scholen 3.2.1 Uitbreiding stallingscapaciteit in woonwijken en bij scholen. Voornamelijk in vooroorlogse woonwijken beschikken de woningen vaak niet over een eigen berging om de fiets veilig te kunnen stallen. In deze wijken is behoefte aan (kleinschalige) gemeenschappelijke fietsenstallingen zoals buurtstallingen en fietstrommels. Buurtstallingen. Buurtstallingen zijn gemeenschappelijke fietsenstallingen voor ongeveer 20 tot 100 fietsen. Buurtbewoners kunnen een plek in een buurtstalling huren. Het tarief ligt veelal tussen de â‚Ź7,50 en â‚Ź10,00 per maand. Sinds 2012 kent de gemeente Den Haag een subsidieregeling voor buurtstallingen. Met deze subsidie kunnen particulieren een financiĂŤle bijdrage krijgen voor de inrichting van een ruimte zoals een loods of opslagruimte, als buurtstalling. Met deze regeling zijn in de periode van juli 2012 tot en met december 2014 11 nieuwe buurtstallingen gerealiseerd. Ook zijn er 15 bestaande buurtstallingen opgeknapt en uitgebreid. In totaal zijn er meer dan 40 buurtstallingen in Den Haag, verdeeld over diverse wijken. De subsidieregeling is onlangs verlengd tot 31 december 2015 en zal in het kader van dit meerjarenprogramma verder worden verlengd tot en met 2018.

21


Fietstrommels. Fietstrommels zijn kleine afsluitbare fietsenbergingen voor maximaal 4 fietsen, die in de openbare ruimte worden geplaatst. De fietstrommels worden beheerd door Biesieklette. Buurtbewoners kunnen een plek in een trommel huren voor €7,50 per maand. In 2013 en 2014 zijn plaatsingsplannen voor 120 fietstrommels in 8 woonbuurten vastgesteld in overleg met de buurtbewoners. Ook zijn er op een aantal andere plekken fietstrommels geplaatst. Een nadeel van de fietstrommels is dat ze een beslag leggen op de openbare ruimte. Vooral in de oudere woonwijken is de openbare ruimte schaars en neemt de druk erop toe (onder andere door ORAC’s, scootmobielbergingen en parkeervoorzieningen). Daarom gaat de voorkeur uit naar buurtstallingen. Op locaties waar geen buurtstallingen beschikbaar zijn maar waar wel behoefte is aan stallingen, kan worden ingezet op (een beperkte) plaatsing van fietstrommels. Schoolstallingen. Momenteel zijn er bij acht Haagse scholen voor het voortgezet onderwijs bewaakte fietsenstallingen waarop door Biesieklette toezicht wordt gehouden. Met de schoolstallingen wordt een veilige omgeving gecreëerd waar de fietsen ordelijk kunnen worden gestald. Op deze wijze wordt schade aan en diefstal van fietsen voorkomen. Dit stimuleert het fietsgebruik onder jongeren die daarmee ook gewend raken aan het gebruik van een fietsenstalling. Dit kan een positief effect hebben op de bereidheid om een fietsenstalling te gebruiken bij andere bestemmingen zoals in de binnenstad. Doordat er minder schade is aan fietsen heeft dit bovendien een positief effect op de verkeersveiligheid. Een schoolstalling is tevens een werkervaringsplaats voor de stallingbeheerder die daardoor een beter perspectief heeft op een reguliere baan. De gemeente zet in op het instandhouden van de schoolstallingen. 3.2.2 Aanpak weesfietsen in woonwijken Vooral in de vooroorlogse woonwijken waar de woningen niet over een eigen berging beschikken, worden veel fietsen gestald in de openbare ruimte. Een deel van die fietsen wordt langdurig niet gebruikt en onbeheerd achtergelaten. Dit kan leiden tot overlast in de openbare ruimte door vervuiling en verloedering. Bovendien nemen weesfietsen en fietswrakken openbare stallingscapaciteit in beslag. In 2014 is er een succesvolle proef gehouden in het Regentesse- en Valkenboskwartier waarbij fietsen maximaal 28 dagen ongebruikt in de openbare ruimte mogen worden gestald. Hierbij zijn in de proefperiode van een half jaar 1371 ongebruikte fietsen verwijderd. Vanwege dit succes zal die aanpak uitgebreid worden naar een aantal ‘hotspots’, verspreid over de stad. Dat zijn de wijken en buurten waar gedurende het jaar de meeste meldingen over weesfietsen binnenkomen. Op deze hotspots zullen de verwijderacties zich herhalen zodat ook op langere termijn de fietsenoverlast beperkt wordt/blijft. Als eerste wordt begonnen in het Zeeheldenkwartier.

3.3 Stations en tramhaltes 3.3.1 Uitbreiding stallingcapaciteit Het gebruik van de fiets als voor- en na transport voor reizen met het openbaar vervoer neemt toe. De koppeling van fiets en openbaar vervoer is een ijzersterke combinatie. De fiets wordt gebruikt om snel bij het station of de tramhalte te komen, waarbij de trein of RandstadRail wordt gebruikt voor het grootste deel van de verplaatsing. Door het aanbieden van OV-fietsen bij stations en stallingen van Biesieklette wordt de fiets ook steeds belangrijker voor het natransport naar de bestemming. De fiets is een uitstekende wijze om deze “last mile” af te leggen. Dit betekent dat er een groeiende behoefte is aan goede fietsenstallingen bij NS stations en openbaar vervoer haltes. In de periode 2015-2018 wordt ingezet op een verdere uitbreiding van stallingscapaciteit en op handhaving om die stallingscapaciteit optimaal te benutten en om de overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte te verminderen. Den Haag Centraal. In 2020 is er behoefte aan ca. 12.000 fietsparkeerplaatsen bij Den Haag Centraal. Deze capaciteit wordt gerealiseerd door aanleg van een stalling met ca. 10.000 plaatsen onder het Koningin Juliana plein. Na realisatie van deze fietsenstalling kan de fietsflat aan de Rijnstraat, die een tijdelijke constructie heeft, worden vervangen door een kleinschalige stalling van circa 1.000 plekken op maaiveld. In de zomer van 2015 gaat de stalling voor 1.100 fietsen onder het Prins Bernhardviaduct aan de zijde van de Anna van Buerenstraat open.

22


Station HS. Bij HS wordt de stallingscapaciteit aan de Laakhavenzijde uitgebreid met ca. 2.500 fietsparkeerplekken. Via een nieuwe reizigerstunnel zijn deze plekken goed verbonden met het station. Voor de korte termijn is een tijdelijke uitbreiding van de stallingscapaciteit op het Johanna Westerdijkplein nodig. Station Laan van NOI. Bij station Laan van NOI is sprake van een flink tekort aan fietsparkeerplaatsen. Volgens de prognoses van ProRail is er bij station Laan van NOI in 2020 een behoefte aan ca. 1.770 stallingsplekken, terwijl het huidige aanbod slechts uit ca. 970 fietsparkeerplaatsen bestaat; een tekort van ca. 800 fietsparkeerplaatsen dus. In samenhang met de aanpak van de openbare ruimte bij het station (investeringsagenda OV) zal worden ingezet op uitbreiding van de stallingscapaciteit. Station Moerwijk. Bij station Moerwijk zijn in de huidige situatie ca. 200 fietsparkeerplaatsen aanwezig. Volgens de prognose van ProRail is hier in 2020 behoefte aan ca. 270 fietsparkeerplaatsen. Daarmee is er nog een tekort van ca. 70 fietsparkeerplaatsen. In de komende periode wordt ingezet op realisatie van ca. 70 extra fietsparkeerplaatsen in de omgeving van het station. Tramhaltes. In 2014 zijn er bij 30 tramhaltes kleinschalige uitbreidingen van stallingsvoorzieningen gerealiseerd door het plaatsen van nietjes en bij enkele haltes ook fietskluizen. Bij de aanpak van tramhaltes in het kader van Netwerk RandstadRail, wordt rekening gehouden met de plaatsing van voldoende nietjes. Op basis van monitoring van de vraag naar fietsparkeervoorzieningen wordt nagegaan hoe die vraag zich bij de tramhaltes ontwikkelt. Afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag zullen nietjes worden bijgeplaatst. Park + Bike. De gemeente wil in samenwerking met een marktpartij een proef doen voor het ontwikkelen van een Park+Bike-locatie op een bestaand regionaal P+R terrein. Automobilisten parkeren de auto op een P+Rterrein, aan de rand van de stad, om dan de laatste kilometers naar de bestemming op de fiets af te leggen. Monitoren ontwikkeling vraag. Op basis van structurele monitoring van de ontwikkeling van de vraag naar fietsparkeerplaatsen, wordt pragmatisch nagegaan waar er behoefte is aan uitbreiding van fietsparkeercapaciteit door plaatsing van nietjes of rekken. Dit gebeurt in samenwerking met HTM, ProRail en NS.

23


3.3.2 Handhaving Door te handhaven op fietsen die langer dan een door het college vastgestelde periode in een fietsparkeervoorziening of stalling staan, wordt de beschikbare stallingscapaciteit in de stationsomgevingen optimaal benut. Bij stations gaat het om fietsen die langer dan een week geparkeerd staan. Ook wordt gehandhaafd op fout gestalde fietsen. Dit zijn fietsen die buiten de fietsparkeervoorzieningen of fietsenstallingen staan. Het doel hiervan is om de hinder van gestalde fietsen voor de reizigers zoveel mogelijk te beperken en de toegankelijkheid voor de nood- en hulpdiensten te waarborgen. In de omgeving van Den Haag Centraal en Den Haag HS wordt gemiddeld twee tot drie keer per week gehandhaafd. Ook wordt er gemiddeld eens per twee weken gehandhaafd bij de Randstadrailhalte Leidschenveen. 3.3.3 OV-fiets in de stad. Op 1 april 2015 is gestart met de eerste fase van een proef met de verhuur van de OV-fiets bij stallingen van Biesieklette. In de vijf stallingen in de binnenstad en in de stalling op het Palaceplein in Scheveningen kan de OV-fiets worden gehuurd. Deze proef is onderdeel van de investeringsagenda Werelds Netwerk aan Zee, de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente, NS en HTM. De proef bestaat uit twee fases. De eerste fase is de introductie van de OV-fiets volgens het standaard verhuurconcept bij de Biesieklette stallingen. Het standaard verhuurconcept houdt in dat de OV-fiets op dezelfde plek moet worden ingeleverd als waar deze gehuurd is. In de tweede fase van de proef wordt een concept ontwikkeld waarbij het mogelijk wordt om de OV-fiets op een andere OV verhuurlocatie in te leveren dan waar deze gehuurd is. Dan wordt het bijvoorbeeld mogelijk om in Scheveningen een OV fiets te huren en deze bij Den Haag Centraal in te leveren. De planning is om eind 2015 met de tweede fase te starten. Den Haag is de eerste Nederlandse stad waar een dergelijke proef wordt gedaan. In samenwerking met NS zal ook worden nagegaan of er vraag is naar OV-fietsen in de nieuwe fietsenstallingen in de binnenstad.

3.4 Serviceniveau fietsenstallingen Biesieklette heeft 13 bewaakte openbare fietsenstallingen in Den Haag, waarvan 5 in de binnenstad en 5 langs de kust, 2 bij de Haagse Markt en 1 bij winkelcentrum Leyweg. De Biesieklettes bieden gezamenlijk plek aan 2.580 fietsen. In 2014 werden ruim een half miljoen fietsen en bijna 30.000 brommers gestald in een van de Biesieklettes. In 2015 komen er in de binnenstad nog 3 Biesieklettes bij met in totaal ca. 2.300 plekken. Ook komt er een stalling bij station Den Haag Centraal (Anna van Buerenstraat) met 1.200 plekken. Service. De stallingen van Biesieklette bieden een hoog serviceniveau voor de fietsers en niet-fietsers. In alle Biesieklettes zijn gratis oplaadpunten voor elektrische fietsen en kan gratis gebruik gemaakt worden van een fietspomp. Ook kan bij alle Biesieklettes een kinderbuggy worden gehuurd voor â‚Ź1,- per dag. De Biesieklette bij de Grote Markt heeft een fietsreparatiewerkplaats. Sinds 1 april 2015 zijn er bij de Biesieklettes in de binnenstad en de Biesieklette op het Palaceplein OV fietsen te huur. Bij een aantal stallingen in de binnenstad en Scheveningen zijn tevens gewone fietsen (Haagse Stadsfiets) te huur voor mensen die niet in het bezit zijn van een OV-fiets abonnement. In veel stallingen kan een rolstoel worden gehuurd (â‚Ź1,- per dag) en bij de kuststallingen zijn speciale (elektrische) strandrolstoelen te huur.Openbaar vervoer reizigers kunnen bij enkele Biesieklettes terecht voor het opladen van de OV-chipkaart en de verkoop van HTM- dagkaarten. Bij de stallingen Palaceplein en Strandweg Haven is een openbaar (invaliden) toilet aanwezig.

24


Bakfietsen. Alle stallingen hebben speciale plekken voor bakfietsen en bromfietsen. Voor bakfietsen werd het tarief van bromfietsen in rekening gebracht (â‚Ź1,10 per dag). In overleg met Biesieklette is afgesproken dat het stallen van de bakfiets net als gewone fietsen voortaan gratis is, maar dat het aantal bakfietsplaatsen in de stallingen beperkt is. Op de website en tariefborden wordt aangegeven hoeveel bakfietsplaatsen er zijn.

Alle stallingen gratis. In de stallingen in de binnenstad en langs de kust kunnen fietsen de eerste dag gratis worden gestald. Alleen voor de stallingen bij de Haagse Markt en bij winkelcentrum Leyweg wordt nog een tarief van â‚Ź 0,50 voor het stallen van de fiets gerekend. Vanwege de uniformiteit van de Biesieklettes is het invoeren van een gratis dagtarief in de stallingen bij de Haagse Markt en de Leyweg wenselijk.

3.5 Fietsparkeernormen Analoog aan de parkeereis voor auto’s, wil de gemeente ook een eis kunnen stellen voor het parkeren van fietsen bij verbouw- en nieuwbouwplannen voor voorzieningen, zoals winkels, kantoren, horeca, onderwijsinstellingen en medische voorzieningen (voor woningen is dit al geregeld in het bouwbesluit). Deze parkeereis voor fietsen moet ervoor zorgen dat bezoekers en werknemers kunnen beschikken over voldoende en hoogwaardige fietsparkeervoorzieningen. Dat voorkomt ook overlast in de openbare ruimte. Opzet is de fietsparkeernormen op dezelfde wijze als de autoparkeernormen te formuleren en toe te passen. In 2015 zullen deze normen door B&W worden vastgesteld, waarna ze toegevoegd zullen worden aan de vanaf dat moment op te stellen bestemmingsplannen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de ontwikkeling van voldoende fietsparkeerplaatsen onderdeel is van de bouwopgave.

25


26


Hoofdstuk 4 Fietsnetwerk Een goed fietsnetwerk is belangrijk voor een verdere groei van het fietsgebruik. Mensen moeten zich veilig, snel en comfortabel op de fiets door de stad en de regio kunnen verplaatsen met onderweg goede overstapmogelijkheden op het openbaar vervoer. Daarmee wordt de fiets een aantrekkelijk alternatief voor de auto. Als het netwerk op orde is, kan de fiets ook een aantrekkelijke keuze zijn voor verplaatsingen tot ca. 15 kilometer. Het fietsnetwerk binnen de gemeente sluit daarom goed aan op het regionale netwerk van (snel) fietsroutes in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid Holland. De komende jaren gaat de gemeente verder met investeren in het fietsnetwerk. De gemeente investeert in nieuwe sterfietsroutes met het streven dat er in 2020 10 sterfietsroutes gereed zullen zijn. Er wordt verder gewerkt aan het compleet maken van de hoofdroutes door het oplossen van ontbrekenden schakels, veelal in combinatie met andere werkzaamheden. De gemeente luistert naar de klachten van fietsers en zet daarom de aanpak van fietsonvriendelijke situaties voort. Verder is er specifieke aandacht voor de positie en doorstroming van fietsers op kruispunten en voor de verkeersveiligheid op schoolroutes. Samengevat streeft de gemeente in de periode 2015-2018 t.a.v. het fietsnetwerk de volgende concrete doelen na: 9. Het streven is om 10 sterfietsroutes gerealiseerd te hebben in 2020. De gemeente rondt daartoe 7 lopende projecten/routes af en start met de planvoorbereiding van 3 nieuwe routes; 10. De gemeente zal 15 ontbrekende schakels aanpakken in het hoofdroutenetwerk en het recreatieve netwerk voor de fiets; 11. De gemeente zal op 10 kruispunten in de stad maatregelen treffen om de positie en doorstroming van fietsers te verbeteren; 12. De gemeente blijft de fietsonvriendelijke situaties (FOS) aanpakken in samenwerking met de Fietsersbond; 13. De gemeente zal in samenwerking met Haagse scholen maatregelen treffen voor de verbetering van de verkeersveiligheid op drukke schoolroutes; 14. De gemeente zal 10 kilometer tegelfietspad omzetten in asfalt fietspad; 15. Het monitoren van de ontwikkeling van het fietsgebruik en de routekeuze van fietsers, op basis van tellingen en data van mobiele telefoons.

4.1 Realisatie sterfietsroutes De sterfietsroutes zijn de belangrijkste routes voor de doorgaande fietsers. Het zijn comfortabele, snelle en veilige verbindingen die het aantrekkelijk maken om ook op de langere afstanden voor de fiets te kiezen. De routes zijn gericht op belangrijke bestemmingsgebieden voor fietsers: het centrum, de grote stations en de toplocaties zoals de Internationale Zone, Scheveningen en de Binckhorst. Om de aantrekkelijkheid van de routes te vergroten, lopen de routes zoveel mogelijk langs rustige straten en wijkontsluitingswegen. Langs deze wegen is het aangenamer fietsen en er is meer ruimte om prioriteit aan de fietsers te geven op kruispunten. De sterfietsroutes sluiten naadloos aan op de regionale snelfietsroutes. Een aantal van de Haagse sterfietsroutes heeft een vervolg in de buurgemeenten. De kwaliteit van de Haagse sterfietsroutes moet hier toegepast worden, zodat de regionale fietser over de hele lengte een goede route heeft. Daarom wordt regelmatig overleg gevoerd met de buurgemeenten, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid Holland over investeringen in de verbetering van het fietsnetwerk. Het realiseren van ontbrekende schakels op de sterfietsroutes wordt zoveel mogelijk in onderlinge samenhang opgepakt. Fietsers zullen daardoor een merkbare kwaliteitsverbetering ervaren. Op de sterfietsroutes krijgen goede fietsvoorzieningen prioriteit. De routes bieden een hoog kwaliteitsniveau; ze krijgen een gesloten asfaltverharding, worden voorzien van fietspaden of ruime fietsstroken of worden als fietsstraat ingericht. In eerste instantie wordt gestreefd naar vrijliggende fietspaden omdat dit het meeste comfort en veiligheid biedt. Waar het straatprofiel krap is kan een fietsstraat of een fietsstrook een goede alternatieve oplossing zijn.

27


Bij de vaststelling van de Haagse Nota Mobiliteit door de gemeenteraad op 22 september 2011 is besloten dat er in de periode 2011-2020 minstens 10 sterfietsroutes worden gerealiseerd (amendement bij rv 115.2011/c). Om die doelstelling te bereiken is het van prioritair belang dat de zeven geplande sterfietsroutes in deze periode worden uitgevoerd. Daarnaast zal de planvoorbereiding ter hand worden genomen voor drie nieuwe sterfietsroutes.

Geplande projecten sterfietsroutes. Zoals bekend is er de afgelopen jaren een flinke inspanning gepleegd voor het voorbereiden van de aanleg van de sterfietsroutes. Het overleg hiertoe heeft meer tijd gekost dan aanvankelijk gedacht omdat op iedere sterroute schakels zijn die tot gesprekken met de stad aanleiding gaven. Het betrof bijna altijd ‘ruimtelijke afwegingen’: extra ruimte voor de fiets leidt soms tot discussies over aanwezig groen, parkeerplaatsen, te vrezen overlast, etc. Deze gesprekken en afwegingen heeft de gemeente zo zorgvuldig mogelijk willen maken. Dit heeft soms extra tijd gekost, maar het resultaat is dat op er dit moment plannen liggen die uitgevoerd kunnen worden voor de eerste tranche projecten van de zeven sterroutes. De daadwerkelijke realisatie hiervan heeft nu de hoogste prioriteit en zal vanaf 2015 ter hand worden genomen. Geplande projecten 7 sterfietsroutes uit het MJP Fiets 2011–2014, uitvoering in periode 2015–2018 e

1

Binnenstad – Regentes – Scheveningen Haven 1 tranche. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en de President Kennedylaan; Noordwal, Constant Rebecquestraat, Conradkade en Suezkade. Het voorontwerp wordt in 2015 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden de maatregelen op straat uitgevoerd.

2

Binnenstad – Bezuidenhout – Leidschenveen. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en de gemeentegrens met Zoetermeer; Prins Bernhardviaduct, Juliana van Stolberglaan, IJsclubweg, IJsclubpad, Schrepelpad en Nieuweveensepad. Het voorontwerp wordt in 2015 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden de maatregelen op straat uitgevoerd.

3

Javastraat – Laan van Meerdervoort. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de smalle delen van de Javastraat en de Laan van Meerdervoort. Start uitvoering staat gepland voor 2015 in de Javastraat en 2016 in de Laan van Meerdervoort.

4

Binnenstad – Scheveningen Bad. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de Bankastraat en de Nieuwe Parklaan. De Nieuwe Parklaan is uitgevoerd en het voorontwerp voor de Bankastraat is vastgesteld. Aanleg van fietsvoorzieningen in de Bankastraat staat gepland voor 2016 /2017.

5

Trekfietstracé binnenstad – Ypenburg. Aanleg van fietsviaduct over de A4 en het (tijdelijke) fietspad in de Vlietzone naar het viaduct. De start van de uitvoering staat gepland voor 2017.

6

Binnenstad – Schilderswijk – Wateringseveld – Midden Delfland 1 tranche. Verbetering van de e fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en Wateringse veld 1 tranche; ‘s Gravenzandelaan, Veluweplein, Zuiderpark, fietsbrug Laak en fietsvoorzieningen Sammersweg. Het voorontwerp wordt in 2016 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden maatregelen op straat uitgevoerd.

7

Binnenstad – Spoorwijk – Rijswijk – Delft 1 tranche. Verbetering fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op e het traject tussen de binnenstad en de gemeentegrens met Rijswijk 1 tranche; Het vrijliggend fietspad langs de Waldorpstraat is in 2014 gerealiseerd.

e

e

28


Voltooiing zeven sterfietsroutes Voor de voltooiing van de zeven sterroutes (de tweede tranche) ontbraken nog de financiële middelen. Met dit nieuwe meerjarenplan zullen deze middelen beschikbaar komen en kan de planvoorbereiding worden afgerond. De tweede tranche betreft onderdelen van de volgende drie sterroutes:  de sterfietsroute Binnenstad–Schilderswijk–Wateringseveld–Midden Delfland;  de sterfietsroute Binnenstad–Spoorwijk–Rijswijk–Delft;  de sterfietsroute Binnenstad–Regentes–Scheveningen Haven. Wanneer ook deze maatregelen zijn uitgevoerd, zijn er in totaal 7 sterfietsroutes volledig gereed. Afmaken sterroutes waarvoor de planvorming in de periode 2011 – 2014 is gestart

Geplande activiteit

I

Binnenstad–Schilderswijk–Wateringseveld– e Midden Delfland (2 tranche)

Verbetering van de fietsvoorzieningen in de Schalk Burgerstraat. Opstellen voorontwerp in 2015.

II

Binnenstad – Spoorwijk – Rijswijk – Delft (2 tranche)

III

Binnenstad – Regentes – Scheveningen Haven e (2 tranche)

e

Verbetering van fietsvoorzieningen in de Stationsstraat en Wagenstraat, op het Hildebrandplein en op de Alberdink Thijmstraat. Verbetering van de fietsvoorzieningen langs de Kranenburgweg, in samenhang met de keuze voor een voorkeurstracé van de tramontsluiting van Scheveningen Haven.

Nieuwe sterfietsroutes In lijn met de aanpak uit het vorige meerjarenprogramma, wordt reeds nu gestart met de planvoorbereiding van de volgende drie sterfietsroutes. Het idee hierachter is dat de komende periode concrete plannen worden opgesteld en vastgesteld, waarvoor dan ook financiële dekking moet worden gevonden. Het betreft de volgende sterroutes:  Binnenstad – Schilderswijk –Moerwijk  Binnenstad – Internationale Zone – Scheveningen Dorp / Lijn 1  Verlengde Velostrada Mariahoeve – Laan van NOI – Binckhorst – station HS Bij de afweging van nieuwe sterroutes is nagegaan op welke locaties het mogelijk is om werk-met-werk te maken. Daarnaast is ook gekeken welke routes (op termijn) in aanmerking kunnen komen voor medefinanciering vanuit andere gemeentelijke programma’s en/of andere partijen (rijksoverheid, metropoolregio en provincie). Starten planvoorbereiding voor nieuwe sterfietsroutes IV

Binnenstad – Schilderswijk –Moerwijk

Verbetering van de fietsvoorzieningen in de Schilderswijk. Het gaat om de fietsverbinding door de Schilderswijk op de relatie tussen het Rijswijkseplein en station Moerwijk. Er wordt gestart met een onderzoek naar het meest geschikte tracé voor deze route.

V

Binnenstad – Internationale Zone – Scheveningen Dorp / Lijn 1

Verbetering van de fietsvoorzieningen op de route tussen de binnenstad en Scheveningen Dorp, grotendeels parallel aan de route van tramlijn 1. Onderzoek naar gewenste fietsvoorzieningen in combinatie met het voorontwerp voor NRR lijn 1.

29


30


Starten planvoorbereiding voor nieuwe sterfietsroutes VI

Verlengde Velostrada Mariahoeve – Laan van NOI – Binckhorst – station HS

De provinciale fietsroute; Velostrada die nu bij station Mariahoeve eindigt, wordt via station Laan van NOI en de Binckhorst doorgetrokken naar station Hollands Spoor. De nieuwe fietsverbinding ligt aan de zuidzijde van de spoorlijn HS – Leiden en kruist de A12, de spoorlijn Den Haag – Voorburg en de Trekvliet. De planvoorbereiding vindt plaats in samenwerking met de gemeente Leidschendam – Voorburg, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Provincie Zuid-Holland.

4.2 Oplossen ontbrekende schakels op hoofd- en recreatieve fietsroutes De kwaliteit van een fietsroute wordt bepaald door de zwakste schakel. De gemeente gaat door met het oplossen van ontbrekende schakels in het netwerk. Ook in een aantal “lastige” smalle straten in en rond het centrum komt meer ruimte voor de fiets, wat ten koste kan gaan van andere functies in de openbare ruimte. De aanpak van de ontbrekende schakels is afgestemd op andere (weg- en onderhouds-)werkzaamheden in de openbare ruimte. Allereerst zullen binnenkort zeven ontbrekende schakels worden uitgevoerd. Vervolgens worden in de periode 2015-2018 nog eens acht ontbrekende schakels aangepakt, die liggen op het hoofdnetwerk en het recreatieve netwerk voor de fiets. Naast grote en complexere projecten die worden opgepakt in samenhang met groot onderhoud en riolering, gaat het ook om kleine en relatief eenvoudige projecten waarmee de positie van de fietsers met beperkte middelen sterk kan worden verbeterd (zogenaamde “quick-wins”). De recreatieve schakels die worden aangepakt liggen voornamelijk in de kuststrook. Hier wordt ingezet op een complete route van Kijkduin naar Scheveningen Bad en Meijendel, in aansluiting op de bestaande fietsvoorzieningen op de boulevard en in het Westduinpark. Met de realisatie van deze route langs de kust kan ook de Landelijke Noordzee Fietsroute een nieuw tracé krijgen. Ook voor het oplossen van de ontbrekende schakels geldt dat de aanpak voor de komende periode er vooral op is gericht de plannen vanuit de afgelopen periode uit te voeren en op straat te realiseren. Nu dan wel binnenkort zijn er zeven projecten in uitvoering waarbij een ontbrekende schakel op het hoofdnetwerk voor de fiets wordt opgelost. Over deze projecten en over de financiële dekking daarvan heeft al besluitvorming plaatsgevonden. Het gaat hier om de volgende projecten Lopende projecten oplossen ontbrekende schakels uit het MJP Fiets 2011–2014 Uitvoering in de periode 2015-2018 Ovonde Weimarstraat / Valkenboslaan Fietsvoorzieningen Madesteinweg Fietspaden Laan van Meerdervoort (tussen Azaleaplein en Thorbeckestraat) Fietspaden Zuiderparklaan Fietspad Finnenburg en Boekweitkamp Fietspaden Rijswijkseweg (meeliften met NRR lijn 15) Fietsviaduct A4 en toeleidend fietspad Vlietzone (onderdeel Trekfietstracé)

31


Daarnaast wordt komende periode ingezet op het oplossen van ontbrekende schakels waarbij zo veel mogelijk kan worden meegelift met andere programma’s en werkzaamheden, ofwel het principe werk-me-werk maken. Met een (financiële) bijdrage vanuit het Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018 is het dan mogelijk om ook fietsinfrastructuur voor elkaar te krijgen binnen deze projecten. Het gaat hierbij om de volgende projecten. Nieuwe projecten voor het oplossen van ontbrekende schakels in het Meerjarenprogramma fiets 2015 - 2018 Planvoorbereiding en uitvoering in de periode 2015-2018 Benoordenhoutseweg (tussen Therese Schwartzestraat en Jozef Israelslaan) Waalsdorperweg (tussen Laan van NOI en Willem Royaardsplein) Noordeinde Hoge Wal en Scheveningseveer Kempstraat (tussen Hobbemaplein en Schalkburgerstraat) Soestdijkseplein Aansluiting Duinfietspad op de Hoek van Hollandlaan Hobbemaplein Kruispunt Duinstraat – Scheveningseweg – Prins Willemstraat Fietsvoorzieningen winkelcentrum Leyweg (tussen Hengelolaan en Melis Stokelaan) Fietsroute Westduinpark – Scheveningen Haven

Tot slot wordt de komende periode alvast begonnen met de planvoorbereiding voor het oplossen van ontbrekende schakels op de volgende wegen en trajecten. Nieuwe projecten voor het oplossen van ontbrekende schakels in het Meerjarenprogramma fiets 2015 - 2018 Planvoorbereiding in de periode 2015-2018 Kruispunt Van Alkemadelaan – Wassenaarseweg Leidsestraatweg (tussen Waalsdorperlaan en fietspad Haagse Bos) Hofzichtlaan en kruispunt Hofzichtlaan – Finnenburg (tussen Hendrinaland en Aegonplein) Zeestraat (tussen Hoge Wal en Javastraat) Elandstraat (tussen Vondelstraat en Waldeck Pyrmontkade) Onderdoorgangen Binckhorstlaan Spoorlaan (tussen Westvlietweg en Guldenpad)

4.3 Fietsonvriendelijke situaties en schoolroutes Fietsers ervaren op hun route soms kleine knelpunten die relatief eenvoudig en met een beperkt budget kunnen worden opgelost. Naar aanleiding van meldingen van fietsers gaat de gemeente door met het aanpakken van fietsonvriendelijke situaties (FOS) in de stad. In de afgelopen jaren zijn hiermee vele kleine ongemakken weggenomen. De aanpak van fietsonvriendelijke situaties wordt met de Fietsersbond besproken. Het is van belang dat kinderen van jongs af aan veilig met de fiets de weg op kunnen. Daarom besteedt de gemeente de komende jaren extra aandacht aan fietsonvriendelijke situaties op belangrijke schoolroutes. Het gaat dan vooral om drukke routes naar scholen voor voortgezet onderwijs waar grote groepen kinderen en scholieren gebruik van maken. Dit naar aanleiding van opmerkingen die zijn gemaakt op de belanghebbenden bijeenkomst d.d. 2 juni 2015.

32


In samenwerking met deze scholen zal worden gekeken welke verbeteringen er mogelijk zijn voor een veilige inrichting van de schoolroutes. De nadruk ligt daarbij op “quick wins�; eenvoudige maatregelen die snel en met een beperkt budget uitvoerbaar zijn. De verbetering van de verkeersveiligheid in de omgeving van basisscholen wordt sinds 2009 structureel aangepakt.

4.4 Capaciteit en doorstroming fietsverkeer Het fietsgebruik in de stad groeit. Vooral de stroom fietsers naar het centrum en naar de stations groeit. Op verscheidene kruispunten in en rond het centrum leidt dit in de spitsperioden tot wachtrijen bij de verkeerslichten waardoor de doorstroming van fietsers niet optimaal is. Rijen wachtende fietsers voor een verkeerslicht blokkeren de doorgang voor andere fietsers en vormen een belangrijke ergernis van fietsers. Het is dan ook belangrijk dat er voldoende capaciteit wordt geboden voor een soepele afwikkeling van het fietsverkeer op kruispunten en op fietspaden. De gemeente investeert daarom in een soepele doorstroming van de fietser bij verkeerslichten. In de bijeenkomst met belanghebbenden d.d. 2 juni 2015 werden diverse maatregelen genoemd zoals het realiseren van voldoende opstelruimte voor fietsers en de afstelling van de verkeerslichten. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het tegelijk groen geven van fietsers en het tramverkeer of afstandsdetectie van fietsers of in rustige periodes meer prioriteit geven aan fietsers. Op 10 kruispunten in de stad worden tussen 2015 en 2018 maatregelen genomen om de positie en doorstroming van fietsers te verbeteren. De gemeente doet onderzoek naar het ontstaan van conflicten op drukke fietspaden in- en rond de binnenstad en definieert mogelijke maatregelen.

4.5 Omzetten van tegelfietspaden in asfaltfietspaden Een relatief eenvoudige maatregel om het comfort van fietsers te verhogen is het omzetten van tegelfietspaden in asfaltfietspaden. De meeste fietspaden in Den Haag zijn inmiddels in asfalt uitgevoerd. In de stad resteren nog ca. 30 kilometer tegelfietspaden die in asfalt kunnen worden omgezet. In de periode 20152018 wordt gestreefd naar het asfalteren van 10 kilometer tegelfietspad. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan fietspaden die in groot onderhoud komen en aan fietsverbindingen die onderdeel zijn van een ster- of hoofdfietsroute.

33


4.6 Monitoring fietsgebruik en routekeuze Het is belangrijk om te weten hoe het gebruik van het fietsnetwerk zich ontwikkelt. De gemeente heeft daarom vaste telpunten waar fietsers jaarlijks worden geteld. De metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft ook vaste telpunten op de gemeentegrens van Den Haag met de buurgemeenten. Deze vaste telpunten geven inzicht in de ontwikkeling van het fietsgebruik in stad en regio. Ze geven echter geen inzicht in de routekeuze van de fietsers in de stad. Het is wel wenselijk om daar meer zicht op te krijgen. Met behulp van smartphones is het steeds beter mogelijk om de verplaatsingspatronen van mensen te volgen. De gemeente wil samen met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag meer inzicht krijgen in de routekeuze van fietsers op basis van de data van mobiele telefoons. Dat kan ook de basis zijn om, in samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, een verkeersmodel voor fietsverkeer te ontwikkelen.

4.7 Evaluatie fietsen in het voetgangersgebied van de binnenstad Sinds 2013 is het toegestaan om in het voetgangersgebied van de Haagse binnenstad te fietsen. De fietser is hier te gast en heeft de verantwoordelijkheid om zijn gedrag aan te passen aan de aanwezige voetgangers. De fietser heeft daarbij de keuze om af te stappen of om bij grote drukte voor een andere route te kiezen. Het fietsen in het voetgangersgebied mag niet leiden tot noemenswaardige conflicten tussen fietsers en voetgangers. De gemeente zal, in overleg met betrokkenen, deze situatie evalueren. Hierbij wordt onderzocht of, waar en wanneer er conflicten zijn tussen fietsers en voetgangers in het voetgangersgebied. Indien er sprake is van conflicten wordt in beeld gebracht welke maatregelen er mogelijk zijn om deze conflicten te verminderen.

34


35


36


Hoofdstuk 5 Promotie, communicatie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie De gemeente wil communicatie blijven inzetten om het fietsen te stimuleren. Het gaat hierbij niet alleen om het communiceren over fietsprojecten maar ook over het promoten van het gebruik van de fiets en om het bevorderen van fietsvaardigheid. De gemeente probeert daarmee het gedrag van haar burgers te beïnvloeden. Dit sturen op gedrag kan de gemeente niet alleen. Juist als het gaat om het beïnvloeden van (potentiële) fietsers is samenwerking met andere partijen en beleidsvelden noodzakelijk. In bijlage 2 staan de communicatieactiviteiten tot nu toe vermeld. Samengevat streeft de gemeente in de periode 2015-2018 t.a.v. promotie, communicatie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie het volgende doel na:  Stimuleren van fietsen door het uitvoeren en/of bijdragen aan 8 projecten op het gebied van communicatie, promotie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie;  Beïnvloeding fietsparkeergedrag leidt tot een toename van het gebruik van fietsenstallingen met 100%.

5.1 Communicatie en promotie Bij communicatie over de fiets maakt de gemeente onderscheid in twee categorieën: 1. Informatie over fietsvoorzieningen ten behoeve van (potentiële) fietsers; 2. Fietspromotie, gericht op een toename van het fietsgebruik en het gebruik van de stallingen. Laten zien wat de gemeente doet voor de fietsers in Den Haag, zoals de stadskrant. Veel mensen blijken niet op de hoogte van wat de gemeente allemaal doet om het fietsen aantrekkelijker en veiliger te maken. Hierdoor beklijft het beeld dat fietsers doorgaans achteraan staan als het gaat om veiligheid, infrastructuur en de inrichting van de openbare ruimte. Door actiever te communiceren kan de gemeente het kennisniveau van de burgers verbeteren. Dit heeft een positief effect op de houding ten opzichte van het fietsbeleid en het gebruik van de fiets. Het veelvuldig op straat communiceren (onder meer bij werkzaamheden aan de infrastructuur) kan tot gevolg hebben dat het automatische gedrag van weggebruikers wordt doorbroken en zij meer bewust stilstaan bij de vraag voor welk vervoermiddel zij kiezen. Tijdens de uitvoering van (fiets)projecten krijgt de omgeving informatie over de werkzaamheden. Bij de openstelling van een fietsproject wordt vaak een persbericht opgesteld en bij grote projecten is er meestal een openingshandeling. Daarnaast verschijnen er berichten op social media. Deze vorm van communiceren verloopt goed en zal de komende periode verder worden uitgebreid en benut, zoals bij de openstelling van nieuwe sterfietsroutes en stallingen. Op de belanghebbenden bijeenkomst van 2 juni 2015 is gebleken dat belanghebbenden in de stad hier behoefte aan hebben. Aanhaken bij initiatieven van anderen Naast het actief communiceren over alles wat met fietsen en fietsbeleid te maken heeft, wil de gemeente initiatieven vanuit de stad voor stimuleren van het fietsgebruik ondersteunen. Zo kan goed worden ingespeeld op de al aanwezige behoefte van veel mensen. Te denken valt aan (het meedoen aan) projecten op het gebied van georganiseerde fietsroutes in Den Haag, de Nationale Fietstelweek, een Haagse Fietsdag, tips voor leuke routes, de elektrische fiets en acties om het bewaakt stallen te promoten. Beïnvloeding fietsparkeergedrag Veel menselijk gedrag is automatisch gedrag. Mensen denken er niet altijd over na wat ze doen maar doen het uit gewoonte of doen na wat anderen doen. Dat geldt ook voor het gedrag ten aanzien van fietsparkeren. Om dit gedrag te veranderen is het belangrijk dat mensen min of meer automatisch gestuurd worden (nudging). Gedragsverandering is breder dan communicatie alleen. Het is een combinatie van gedragsbeïnvloeding, (positieve) communicatie en handhaving (sturen, belonen en straffen). Het betreft dus ook bewegwijzering naar de stallingen en eventuele aanpassingen in de buitenruimte om het gewenste gedrag te bewerkstelligen. Gedragsverandering vergt een lange adem en heeft het grootste effect wanneer er een goede mix is tussen handhaving en (positieve) communicatie. 37


De afgelopen twee jaar is al de nodige inzet gepleegd om het fietsparkeergedrag te beïnvloeden. Op 1 april 2013 is een pilot gestart op de Grote Markt. De stalling Grote Markt werd gratis gemaakt, er zijn promotieteams ingezet en er is gehandhaafd op foutgeparkeerde fietsen in de omgeving. Het resultaat van deze pilot is dat de bezetting van de stalling bijna vervijfvoudigd is en er geen klachten meer zijn over overlast van gestalde fietsen op de Grote Markt. Sinds 1 december 2013 zijn ook de andere stallingen in de binnenstad de eerste dag gratis. De bereidheid om de fiets in de stalling te zetten is hierdoor fors toegenomen. Het aantal stallers in de vijf Biesieklettes in de binnenstad is gestegen van 225.000 in 2013 naar meer dan 400.000 in 2014. De fietsenstallingen zijn nog niet vol en er worden nog steeds (te) veel fietsen in de openbare ruimte gestald. Dit gebeurt helaas ook op plekken waar dit niet wenselijk of niet toegestaan is. Vooral de verderweg gelegen stallingen zoals de stalling Grote Markt en de stalling Driehoekjes, worden nog onvoldoende benut. In 2015 gaan er drie grote inpandige stallingen open. Het is van belang dat direct bij de opening van de nieuwe stallingen ingezet wordt op gedragsverandering zodat mensen gebruik gaan maken van de nieuwe voorzieningen. De komende periode wordt extra ingezet op ‘Gedragsbeïnvloeding fietsparkeren binnenstad’. In de bijeenkomst met belanghebbenden d.d. 2 juni 2015 zijn hierover diverse ideeën en oplossingen voor ingebracht. In samenwerking met verschillende gemeentelijke diensten en betrokken partijen in de binnenstad worden acties op het gebied van gedragsbeïnvloeding, communicatie en handhaving fietsparkeren voorbereid en afgestemd. Het gaat om acties waarbij fietsers worden beloond voor het gebruik van de stalling in de binnenstad, bijvoorbeeld een spaarpuntensysteem voor kopjes koffie. Daarnaast moet de vindbaarheid van de stallingen verbeteren door een goede bewegwijzering. Het is wenselijk dat er betere informatie is over de beschikbaarheid van lege fietsparkeerplaatsen in de stallingen in de binnenstad. Bijvoorbeeld door een fietsparkeer-app voor de binnenstad.

38


Mobiliteitsmanagement Mobiliteitsmanagement betekent het beïnvloeden van mobiliteitskeuzes van werkgevers en werknemers. Specifiek gaat het om het stimuleren van het gebruik van alternatieven voor de individuele auto, zoals carpoolen, deels of volledig gebruik van openbaar vervoer, thuiswerken, telewerk, fietsen, etc. Sinds begin jaren negentig is het stadsgewest Haaglanden zeer actief betrokken bij en vaak ook de initiatiefnemer en coördinator voor activiteiten in het kader van mobiliteitsmanagement. In 2007 is er een regionale mobiliteitsmakelaar benoemd, die de processen in het kader van mobiliteitsmanagement coördineert, ondersteunt en faciliteert. De kennis op het gebied van mobiliteitsmanagement is hierdoor gebundeld wat een effectieve regionale aanpak mogelijk maakt. De mobiliteitsmakelaar brengt partijen die binnen de regio gezamenlijk zoeken naar duurzame vervoersalternatieven bij elkaar en stimuleert een goede afstemming en samenwerking. De mobiliteitsmakelaar adviseert deze partijen vanuit haar deskundigheid en wijst hen op praktische mogelijkheden (zoals wetgeving en rekenmethoden) die de doelen achter het mobiliteitsmanagement dichterbij kunnen brengen. Samen met het bedrijfsleven worden de maatregelen genomen om het woonwerkverkeer beter te reguleren. Bijvoorbeeld door:  stimuleren van het gebruik van elektrische fietsen; ga 3.0 probeer een E-bike,  op de Fiets werkt beter!  veilige, korte fietsverbindingen tussen woonwijken en bedrijven,  fiestenstallingen bij bedrijven,  afspraken met bedrijven over vermindering van het aantal parkeerplaatsen,  speciale OV-abonnementen voor bedrijven,  pilots mobiliteitsbudgetten. Deze maatregelen stimuleren werknemers om met de fiets of het openbaar vervoer naar hun werk te gaan. De samenwerking met de mobiliteitsmakelaar wordt verder voortgezet.

5.2 Fietsvaardigheden en doelgroepenbeleid: Veilig fietsen in de stad In sommige wijken van Den Haag wonen relatief veel mensen die weinig fietsen. Dit heeft drie belangrijke oorzaken. Ten eerste hebben veel gezinnen geen geld om (alle) kinderen een fiets te geven. Ten tweede zijn er nog veel ouders die niet fietsen, eenvoudigweg omdat zij dat niet kunnen. En als de ouders in het gezin niet fietsen, dan fietsen de kinderen ook niet of in ieder geval veel minder dan andere kinderen. Ten derde zijn winkels en scholen in oude wijken vaak op loopafstand bereikbaar en is er veel openbaar vervoer aanwezig zodat fietsen als alternatief veel minder in beeld is. Opvallend is dat mensen die zelf niet of weinig fietsen, de fiets qua veiligheid en betrouwbaarheid laag beoordelen. Dit geldt vooral voor ouders. Zij willen niet met hun kinderen in het centrum van de stad fietsen, zelfs niet als die nog in een kinderzitje zitten. Liever sturen zij hun kind lopend of met bus of tram naar school. Als onderdeel van het fietsbeleid en van het verkeersveiligheidsbeleid heeft de gemeente als doel de verkeersveiligheid te verbeteren en het fietsgebruik door kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs te bevorderen. In samenwerking met het thema verkeersveiligheid worden hiervoor de volgende projecten voortgezet:  Het Verkeersparcours en Veilig Leren Fietsen;  Verkeersexamen;  Kinderen Anders Naar School (K.A.N.S.);  Totally Traffic in het Voortgezet Onderwijs (VO);  Biking2skool=Cool in het VO. Het Verkeersparcours en Veilig Leren Fietsen. Afgelopen periode is op veel Haagse basisscholen een verkeersparcours op het schoolplein ingericht. Door het aanleggen van een verkeersparcours met verkeersborden op een schoolplein, krijgt de school de mogelijkheid om in een veilige omgeving onder schooltijd praktische oversteek- en verkeerslessen te geven. Na schooltijd kan er geoefend worden door kinderen uit de wijk, waardoor de kinderen in een beschermde omgeving leren fietsen.

39


Aan het project 'Verkeersparcours' is het project 'Veilig Leren Fietsen' gekoppeld. Dit is een project voor praktische fietslessen voor het basisonderwijs, waarbij de fietsvaardigheid wordt vergroot, er wordt gewezen op het gezondheidsaspect van het fietsen en jongeren worden bewust gemaakt van het gemak van het gebruik van de fiets in de stad. In de Schilderswijk en de Stationsbuurt vindt een proef plaats waarbij zowel leerlingen als ouders fietsles krijgen, dit naar aanleiding van het voorstel gemaakt op de bijeenkomst met belanghebbenden op d.d. 2 juni 2015. Verkeersexamen. Nadat kinderen hebben leren fietsen, wordt de fietsvaardigheid verder getraind door het fietsen in een groep en wordt er aandacht besteed aan de zogenaamde 'veilige fiets', zodat steeds meer leerlingen van groep 7 goed voorbereid op een veilige fiets zullen deelnemen aan het praktisch fietsexamen. Het verkeersexamen wordt afgenomen bij de kinderen van groep 7, zodat zij voldoende fietsvaardig zijn als ze naar het voortgezet onderwijs gaan. De belangstelling voor de verkeerexamens neemt nog toe. In het schooljaar 2014 – 2015 hebben bijna 5.000 kinderen meegedaan van 123 scholen. Kinderen Anders Naar School (K.A.N.S.). Basisscholen kunnen bij de gemeente een KANS-coach aanvragen. Deze coach bedenkt samen met een groepje ouders/leerkrachten maatregelen om het aantal auto’s tijdens de 'schoolspits' terug te dringen. Door het terugbrengen van het aantal auto's wordt het verkeersbeeld rond de school rustiger en dus veiliger, waardoor een groeiend aantal leerlingen zelfstandig lopend of fietsend naar school komt. Totally Traffic in het Voortgezet Onderwijs. Scholen in het Voortgezet Onderwijs kunnen jaarlijks diverse modules verkeer aanvragen (Totally Traffic) met diverse thema's, zoals 'fietsvaardigheid', 'de nieuwe schoolthuis-route', 'dodehoeklessen' en 'de veilige fiets'.

40


Biking2skool=Cool in het Voortgezet Onderwijs. De doelen van het project Biking2skool=Cool zijn het fietsgebruik onder jongeren op het Voortgezet Onderwijs te bevorderen, de fietsvaardigheid te verbeteren en het fietsbezit te verhogen. Iedere deelnemer krijgt een fietscomputer om zijn of haar gefietste kilometers te registreren. Per school wordt het aantal gefietste kilometers van alle deelnemende scholieren opgeteld en vermenigvuldigd met een sponsorbedrag per kilometer. Het totale bedrag wordt overgemaakt naar projecten om jongeren in ontwikkelingslanden een betere toekomst te bieden.

Fietsdag senioren. Verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding zijn ook een belangrijk speerpunt van het Meerjarenprogramma Verkeersveiligheid 2012-2015. Verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding zijn in het bijzonder gericht op de kwetsbare groepen in het verkeer, namelijk fietsers, voetgangers, ouderen en jongeren. Vooral oudere fietsers blijken kwetsbaar te zijn in het verkeer. In het programma Verkeerseducatie en Gedragsbeïnvloeding van dit uitvoeringsprogramma zal meer aandacht aan deze doelgroep worden besteed. De verkeersveiligheid van oudere fietsers is hierbij een aandachtspunt. Als pilot wordt in 2015 een Haagse fietsdag voor senioren georganiseerd die gericht is op een veilige verkeersdeelname, zowel wat betreft motorische fietsvaardigheid als kennis van de verkeersregels. Tevens wordt geprobeerd op deze dag een ontmoeting met leerlingen uit het voortgezet onderwijs tot stand te brengen om meer begrip te kweken voor elkaars kwetsbaarheden in het verkeer.

5.3 Preventie van fietsdiefstal Fietsdiefstal is een veelvoorkomend delict in de grote steden. Den Haag vormt daarop geen uitzondering. In het Haagse veiligheidsbeleid 2015-2018 (RIS 281553) is prioriteit toegekend aan de aanpak van high impact crimes (overval, straatroof, woninginbraak, geweld), specifieke veiligheidsproblemen in wijken en buurten en ondermijning. De aanpak van fietsdiefstal heeft geen prioriteit, wat in de praktijk betekent dat de capaciteit en middelen hiervoor beperkt zijn. De veiligheidsmonitor 2014 geeft desalniettemin aan dat in de gemeente Den Haag 10 per 100 inwoners met fietsdiefstal wordt geconfronteerd. Het ongemak, de kosten en de onveiligheidsgevoelens die daarmee gepaard gaan, geven alle aanleiding om dit fenomeen binnen de gestelde werkkaders toch zo effectief mogelijk aan te pakken. Daarbij wordt vanuit de stadsdelen de samenwerking tussen de betrokken gemeentelijke diensten, de politie en andere partners zoals de landelijk werkende Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit gezocht. In deze gebiedsgerichte aanpak wordt ingezet op:  Voorlichting en gedragsbeïnvloeding;  Fysieke preventiemaatregelen, zoals voorzorg (registratie, sloten) en goede stallingsmogelijkheden;  Repressie: opsporing. Een overzicht van de activiteiten in dit kader is opgenomen in bijlage 3.

41


42


Hoofdstuk 6 Financiën Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018 Het driesporenplan voor de komende periode is allereerst gericht op het realiseren van de fietsenstallingen en fietsroutes waarvoor in de afgelopen periode de plannen zijn ontwikkeld. Daarnaast worden de plannen afgerond die reeds in gang waren gezet en deze plannen worden zo snel mogelijk in uitvoering genomen. Ook zullen nieuwe plannen worden opgestart voor drie nieuwe sterroutes waarover in deze periode besluiten zullen worden genomen. Voor het realiseren van de plannen van de eerste tranche van de zeven sterroutes geldt dat er financiële dekking aanwezig is uit het vorige Meerjarenprogramma Fiets 2011-2014. Voor het afronden van de tweede tranche biedt het huidige meerjarenprogramma dekking. Vanuit diverse dekkingsbronnen is hiervoor gemeentelijk budget aanwezig. Behalve de gemeentelijke bijdrage is ook altijd medefinanciering vanuit andere (gemeentelijke) programma’s en programma’s vanuit Metropoolregio, Provincie en Rijk noodzakelijk. De achtergrond hiervan wordt in paragraaf 6.2 nader toegelicht. Naast de eenmalige investeringskosten van fietsvoorzieningen, is er ook elk jaar geld nodig voor de exploitatie van bewaakte fietsenstallingen. Voor deze activiteiten is op dit moment structureel € 3 miljoen per jaar beschikbaar uit de Reserve Parkeren. De geplande uitbreiding van de stallingscapaciteit kan hiermee worden opgevangen.

6.1 Financiële dekking van het programma fiets In het Coalitieakkoord 2014-2018 ”Vertrouwen op Haagse Kracht” is voor de realisatie van fietsvoorzieningen in de periode 2015 tot en met 2018 een eenmalig bedrag van € 4,5 miljoen beschikbaar. In het huidige Meerjaren Investeringsprogramma Fiets (MIP fiets) is € 2,23 miljoen gereserveerd voor het uitbreiden en renoveren van de Fietsflat bij Den Haag Centraal, conform het besluit dat hierover is genomen (RIS 270682). Mogelijk dat dit bedrag (deels) kan worden gebruikt voor het realiseren van een nieuwe fietsenstalling onder het Koningin Julianaplein. Daarnaast is er in het MIP fiets een bedrag van ongeveer € 2,2 miljoen beschikbaar, waarvoor nog geen fietsprojecten zijn voorbereid of een reservering voor is gemaakt. Dit betekent dat dit bedrag besteed kan worden aan nieuwe fietsprojecten uit dit meerjarenprogramma. Vanuit het Actieprogramma Luchtkwaliteit is een bijdrage toegezegd van € 1,56 miljoen voor investeringen in fietsvoorzieningen.

43


Voor de voortzetting van het aanpakken van Fiets Onvriendelijke Situaties is jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 0,35 miljoen. Voor 4 jaar is hiervoor dus €1,4 miljoen beschikbaar uit het structurele budget van het programma Aanleg wegen, straten pleinen. Voor de voortzetting van het omzetten van tegelfietspaden in asfaltfietspaden is jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 0,9 miljoen voor de jaren 2016, 2017 en 2018. Daarnaast is er door een budgetschuif (RIS 281671) ook ruimte ontstaan voor het asfalteren. Totaal is er deze periode €3,4 miljoen beschikbaar uit het structurele budget van het programma Aanleg wegen straten pleinen. Opgeteld leidt dit tot een dekking van ca €13 miljoen voor het realiseren van fietsvoorzieningen in de periode tot en met 2018 (zie onderstaande tabel). Dekkingsbron Coalitieakkoord MIP fiets Actieprogramma luchtkwaliteit Budget t.b.v. Fiets Onvriendelijke Situaties Budget t.b.v. omzetten van tegels naar asfalt TOTAAL

Bedrag € 4.500.000,= € 2.200.000,= € 1.560.000,= € 1.400.000,= € 3.400.000,= € 13.060.000,=

Dekking externe partijen Naast de eigen financiële middelen van de gemeente komen fietsprojecten vaak ook in aanmerking voor subsidie van externe partijen, zoals de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), de provincie Zuid-Holland en de rijksoverheid. Vanuit het rijksprogramma “Beter Benutten I” is een substantiële bijdrage gereserveerd voor enkele sterfietsroutes in Den Haag. Voor het programma “Beter Benutten Vervolg” wordt wederom een beroep gedaan voor een bijdrage aan de Haagse sterfietsroutes. Echter, hierover heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Vanuit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is subsidie mogelijk voor gemeentelijke fietsprojecten. Het stimuleren van het fietsgebruik is onderdeel van het mobiliteitsbeleid van de MRDH. Om in aanmerking te komen voor subsidie van de MRDH moeten de routes onderdeel uitmaken van het regionale fietsnetwerk. Echter, ook relevante infrastructurele projecten die niet op het regionale fietsroutenet liggen, kunnen worden gesubsidieerd.

6.2 Besteding deelprogramma’s fiets De aanwezige dekking voor het fietsprogramma wordt ingezet in de verschillende deelprogramma’s:  Fietsparkeervoorzieningen;  Fietsnetwerk;  Promotie, communicatie en fietsvaardigheid. In dit meerjarenprogramma kiest de gemeente voor een aanpak waarbij het realiseren van fietsvoorzieningen op straat centraal staat. Zoals reeds aangegeven zal de aanwezige dekking uit vorige meerjarenprogramma worden ingezet voor projecten die reeds in uitvoering zijn. Met de financiële middelen uit het Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018 wordt verder gegaan met de plannen die in gang zijn gezet. Het gaat hierbij om het voortzetten van de succesvolle subsidieregeling voor buurtstallingen tot en met 2018, het uitbreiden van fietsparkeercapaciteit in de binnenstad door pop-up en andere tijdelijke stallingen en het uitbreiden van fietsparkeercapaciteit bij station Moerwijk en tramhaltes.

44


e

De beschikbare extra middelen zullen ook worden ingezet voor het realiseren van de 2 tranche van maatregelen op de drie sterroutes. Wat betreft het oplossen van ontbrekende schakels wordt met de gemeentelijke dekking zo veel al mogelijk ingezet op projecten die vanuit andere programma’s worden opgevoerd en waar de fiets kan meeliften, het werk-met-werk principe. Ook het aanpakken van de Fiets Onvriendelijke Situaties wordt verder voortgezet, evenals het omzetten van tegelfietspaden in asfalt. Nieuw in dit meerjarenprogramma is de financiële bijdrage voor de “quick wins” op schoolroutes en voor maatregelen om de positie en de doorstroming van de fiets te verbeteren. Voor alle fietsprojecten geldt dat naast de gemeentelijke dekking medefinanciering vanuit andere (gemeentelijke) budgetten en subsidies (van de metropoolregio Rotterdam Den Haag, de provincie ZuidHolland en het rijk) noodzakelijk is om deze projecten uit het Meerjarenprogramma fiets 2015-2018 te kunnen realiseren. Om de benodigde medefinanciering rond te krijgen is het een voorwaarde dat de gemeente over een eigen bijdrage beschikt die ingezet kan worden als co-financiering. De besteding van de gemeentelijke dekking ziet er dan per deelprogramma als volgt uit: Fietsparkeervoorzieningen Fietsflat en de bijdrage stalling KJ-plein Pop-up en andere tijdelijke stallingen in de binnenstad Capaciteitsuitbreiding bij station Moerwijk en NRR haltes Buurtstallingen subsidieregeling 2016 tot en met 2018 Totaal

€ 1.350.000,=

Fietsnetwerk, sterroutes Binnenstad–Schilderswijk–Wateringseveld–Midden Delfland (2e tranche) Binnenstad – Spoorwijk – Rijswijk – Delft (2e tranche) Binnenstad – Regentes – Scheveningen Haven (2e tranche) Totaal

€ 1.425.000,=

Fietsnetwerk, Realisatie ontbrekende schakels op hoofd- en recreatieve fietsroutes Benoordenhoutseweg (tussen Therese Schwartzestraat en Jozef Israelslaan) Waalsdorperweg (tussen Laan van NOI en Willem Royaardsplein) Noordeinde Hoge Wal en Scheveningseveer Kempstraat (tussen Hobbemaplein en Schalkburgerstraat) Soestdijkseplein Aansluiting Duinfietspad op de Hoek van Hollandlaan Hobbemaplein Kruispunt Duinstraat – Scheveningseweg – Prins Willemstraat Fietsvoorzieningen winkelcentrum Leyweg (tussen Hengelolaan en Melis Stokelaan) Fietsroute Westduinpark – Scheveningen Haven Totaal Fietsnetwerk, Fietsonvriendelijke situaties en schoolroutes

€ 3.240.000,=

Fietsonvriendelijke situaties Totaal

€ 1.900.000,=

Fietsnetwerk, Capaciteit en doorstroming fietsverkeer Op 10 kruispunten in de stad worden tussen 2015 en 2018 maatregelen genomen om de positie en doorstroming van fietsers te verbeteren. Totaal € 500.000,=

45


Fietsnetwerk, Omzetten van tegelfietspaden in asfaltfietspaden Ongeveer 10 km tegelfietspad vervangen door asfalt Totaal

€ 3.400.000,=

Promotie, communicatie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie Het uitvoeren en/of bijdragen aan 8 projecten op gebied van communicatie, promotie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie. Gedragsbeïnvloeding fietsparkeren t.b.v. een toename van het gebruik van fietsenstallingen. Totaal

€ 500.000,=

Voorbereidingskosten planvoorbereiding nieuwe projecten Starten met planvoorbereiding, fietsparkeervoorzieningen, sterroutes en oplossen ontbrekende schakels Totaal

€ 745.000,=

Totaal aanwezige (gereserveerde) dekking voor deze projecten

€13.060.000,=

Naast de inzet van de gemeentelijke dekking op bovenstaande projecten zal komende periode ook alvast een start worden gemaakt met de planvoorbereiding van projecten die daarna voor uitvoering in aanmerking komen. Om deze projecten in de werkportefeuille te kunnen opnemen is daarom een budget opgenomen van € 745.000,= om vooruitlopend op zicht op financiering toch al aan deze projecten te kunnen werken.

6.3 Beheer en exploitatie fietsparkeren Fietsparkeren brengt structurele kosten met zich mee. De stallingen moeten worden beheerd en geëxploiteerd. Om de capaciteit van de stallingen op orde te houden moet bovendien gehandhaafd worden op weesfietsen en fietswrakken in de stallingen. Ook moet gehandhaafd worden om de overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte tegen te gaan. Dit betreft het handhaven op fout gestalde fietsen (fietsten buiten de rekken), langstaanders en fietswrakken. Tot slot is het van belang ook het Fietsdepot Haaglanden in stand te houden. Voor al deze activiteiten is op dit moment structureel €3 miljoen per jaar beschikbaar. Over een groot deel van de besteding van die €3 miljoen heeft reeds besluitvorming plaatsgevonden. Het ging daarbij om de dekking van de kosten voor:  De exploitatie huidige Biesieklette stallingen;  De exploitatie van de nieuwe stalling onder het stadhuis/de bibliotheek;  De exploitatie van de nieuwe stalling Anna van Buerenstraat (Den Haag Centraal);  De exploitatie van de toekomstige fietsenstalling bij Den Haag HS;  De exploitatie van de huidige fietsflat (Den Haag Centraal);  De huidige fietshandhaving bij de NS-stations en op de Grote Markt;  Het in stand houden van het Fietsdepot;  De inzet van fietscoaches in de Grote Marktstraat (in 2015). De kosten van bovengenoemde activiteiten lopen op van ruim €2 miljoen in 2015 tot €2,7 miljoen in 2017 en daarna. De bestedingsruimte van het structurele budget voor fietsparkeren voor extra activiteiten is dus beperkt; €0,3 miljoen vanaf 2016. Dit budget wordt ingezet op de exploitatie van de nieuwe stallingen. Gezien de keuzes bij de besteding van de middelen, is geen intensivering van handhaving voorzien. Handhaving in de eerder aangewezen gebieden (stations en Grote Marktstraat) wordt wel voortgezet.

46


6.4 Tot slot In dit Meerjarenprogramma Fiets staan weer forse ambities met betrekking tot het realiseren van fietsparkeerplaatsen, voorzieningen op het fietsnetwerk en promotie, communicatie, fietsvaardigheid en diefstalpreventie. De voorbereiding en uitvoering van alle opgenomen projecten vergt een enorme inspanning van de ambtelijke organisatie. Alleen een strakke planning en sturing, voldoende ambtelijke inzet en voldoende voorbereidingsmiddelen, zullen ertoe leiden dat er jaarlijks voldoende projecten in voorbereiding worden genomen en worden uitgevoerd. Belangrijke risico’s die de uitvoering van fietsprojecten kunnen vertragen zijn:  Tegenstrijdige belangen in relatie tot beperkte beschikbare fysieke ruimte, waardoor fietsvoorzieningen moeilijk zijn in te passen. Het gaat bijvoorbeeld om het belang van fietsvoorzieningen versus: - het behoud van parkeerplaatsen; - het behoud van rijstroken voor autoverkeer; - het behoud van bestaande of gewenste bomen; - het belang van routes voor nood- en hulpdiensten; - stedenbouwkundige kwaliteit en wensen; - het belang van ruimtelijke ontwikkelingen en grondexploitatie;  tijdverlies door het moeten wachten op andere projecten, waarmee (noodgedwongen) moet worden meegelift;  uitvoeringsbeperkingen (afstemming werkzaamheden, broedseizoen, vleermuizen, enzovoorts);  gebrek aan draagvlak in de omgeving, waardoor bewoners of ondernemers zich verzetten tegen het project of de vormgeving en uitvoering daarvan anders willen zien;  het daadwerkelijk beschikbaar komen van (toegezegde) cofinanciering. Gelukkig geldt dit niet voor alle fietsprojecten en zijn er ook kansen die het mogelijk maken om juist wel snel fietsvoorzieningen te kunnen realiseren. Hierbij kan worden gedacht aan straten waar vanuit andere programma’s (onderhoud, omgevingslawaai, riolering enzovoorts) mogelijkheden ontstaan om hier fietsvoorzieningen te realiseren. Hierdoor was het in het recente verleden bijvoorbeeld mogelijk om vrijliggende fietspaden te realiseren op de Groothertoginnelaan, de Laakweg en de Waldorpstraat. Samengevat zijn de doelen van dit meerjarenprogramma ambitieus en zijn er volop risico's die het behalen van die doelen in de weg kunnen staan. Door overplanning, een strakke organisatie, vroegtijdige afstemming en het vroegtijdig betrekken van bewoners en andere belanghebbenden, wordt getracht deze risico's zoveel mogelijk te beperken en beheersen.

47


48


Bijlage 1: Verslag van het belanghebbendengesprek Fiets 2015-2018 Op dinsdag 2 juni 2015 heeft de gemeente Den Haag een belanghebbendengesprek georganiseerd om input te krijgen voor het op te stellen Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018. Voor deze avond zijn een groot aantal belanghebbendenorganisaties uitgenodigd. Vanuit ieder stadsdeel zijn één of meerdere bewonersorganisaties uitgenodigd deel te nemen. Na het welkomstwoord van de wethouder en een inspirerend verhaal door Hugo van der Steenhoven over de schaalsprong in het fietsgebruik zijn de deelnemers in groepjes uit elkaar gegaan om aan “werktafels” verder te praten over zeven fietsthema’s. Elke groep heeft een plenaire presentatie gegeven van de belangrijkste uitkomsten van de betreffende “werktafel”. Hierop is gereageerd door een deskundigenpanel bestaande uit: Hugo van der Steenhoven (directeur Fietsersbond), Arnoud Kapaan (BIZ City Centre) en Marco van Brecht (VNO/NCW). Dit is een verslag van de presentaties van de verschillende “werktafels” en de reactie hierop vanuit het deskundigenpanel. Thema 1. Fietsparkeren bij stations en tramhaltes De discussie over dit thema ging vooral over fietsparkeren bij de stations en minder bij de tramhaltes. De knelpunten die naar voren zijn gebracht gingen vooral over de kwaliteit, de kwantiteit, de toegangswegen, zichtbaarheid, vindbaarheid en bewegwijzering. 

 

Weesfietsen bij de stations zijn een probleem. Wat is een weesfiets? Sommige stallingen zijn alleen bedoeld voor kort parkeren. Dan zou een fiets die langer dan een uur gestald wordt al een probleem zijn. In andere stallingen zou je langer dan een week mogen parkeren. Duidelijkheid en communicatie over het gebruik van de verschillende stallingsvoorzieningen is wenselijk. Het uitbreiden van de stallingscapaciteit bij de stations heeft de hoogste prioriteit. Bij de inrichting van de stallingen moet rekening worden gehouden met het bieden van comfort. Met een goed registratiesysteem kan een oplossing worden geboden voor het weesfietsenprobleem. Bij tramhaltes zijn vaak fietsen langdurig aan een hekwerk of palen gestald. Op dit moment vindt hier geen handhaving plaats op weesfietsen en fietswrakken en er is ook geen juridische titel voor. Als er voldoende en kwalitatief goede stallingsvoorzieningen beschikbaar zijn, kunnen fietsers ook gevraagd worden om zich aan de spelregels te houden, er bestaat dan ook een titel voor handhaving. Dit leidt tot een beter gedrag door te verleiden en niet door te dwingen.

Het deskundigenpanel geeft aan dat NS sinds kort bereid is om een deel van de exploitatiekosten van fietsenstallingen voor zijn rekening te nemen. In de grote stallingen van NS kan de fiets de eerste dag gratis worden gestald. Er wordt gewerkt aan een gemeenschappelijke stallingskaart, die in heel Nederland kan worden gebruikt. De gemeente moet aandacht hebben voor de financiering van stallingsvoorzieningen bij stations. Thema 2. Fietsparkeren in de binnenstad en overige winkelgebieden Fietsers zijn welkom in de binnenstad, maar dan moeten er wel voldoende bewaakte en onbewaakte stallingen zijn om de fiets te parkeren. Er moet een duidelijke onderscheid worden gemaakt tussen het kort- en langparkeren. 

   

Er worden de komende jaren fietsparkeerplaatsen gerealiseerd, maar het is de vraag of dit voldoende is. Het gat tussen het aanbod en de vraag naar fietsparkeerplaatsen moet daarom continue worden onderzocht en gemonitord. Een voldoende aanbod van fietsparkeerplaatsen moet ook een rommelig straatbeeld tegengaan waarbij fietsen voor etalages geparkeerd staan. Dat is voor de winkeliers zeer nadelig. Fietsparkeren heeft ook effect op de veiligheid. De routes voor nood- en hulpdiensten moeten altijd toegankelijk zijn en hierop moet ook worden gehandhaafd. In gebieden waar voldoende fietsparkeerplaatsen beschikbaar zijn, moet ook worden gehandhaafd conform de APV. Om het gebruik van de fietsenstallingen te stimuleren moeten deze goed in de bewegwijzering zijn opgenomen en de sociale veiligheid in de stallingen moet optimaal zijn.

I


Daarnaast kunnen fietsers via een ‘spaarsysteem’ in samenwerking met de winkels worden gestimuleerd om gebruik te maken van de stallingen. Als stip op de horizon kan worden ingezet op het benutten van autoparkeergarages voor fietsparkeren. Bijvoorbeeld door in de parkeergarage in de Grote Marktstraat een fietsroute en een fietsenstalling van 10.000 plaatsen maken. Goede service, voldoende ruimte en veiligheid zijn belangrijk voor het gebruik van de stallingen. Denk aan een spaaractie waarbij gebruikers van de stalling korting krijgen op een kop koffie.

Het deskundigenpanel geeft aan dat er in de eerste plaats voldoende capaciteit voor fietsparkeren moet worden geboden, waarna er ook kan worden gehandhaafd volgens de APV. Het is wel de vraag hoe de “anarchistische fietsers” bereikt kunnen worden die hun fiets tegen een gevel of etalage aanzetten. Daar zou op gehandhaafd moeten worden. Voorbeeld is de Grote Marktstraat, waar fietscoaches naar de zijstraten verwijzen, maar waarbij de fietsen in de zijstraten tegen de etalages aan staan. Thema 3. Fietsparkeren in woonwijken De belangrijkste punten die besproken zijn, gaan over de clustering van fietsen rond de fietsnietjes, fietsrekken, fietstrommels en de buurstallingen. 

Goede stallingsvoorzieningen in de nabijheid van de woning zijn belangrijk. Als mensen de fiets op een schone en veilige plek kunnen stallen, zijn mensen bereid om een duurdere en betere fiets aan te schaffen, in plaats van de fiets als wegwerpartikel te beschouwen. Er zijn diverse oplossingsrichtingen voor fietsparkeren in woonwijken. Nietjes zorgen voor een clustering van weesfietsen, dat levert hinder op. Fietstrommels zijn een oplossing, maar deze zijn in het straatbeeld niet zo fraai. Daarom worden buurtstallingen gezien als de beste oplossing. Hierbij is de betaalbaarheid een belangrijk punt. Op dit moment zijn de kosten van een parkeervergunning op straat (voor de eerste auto) goedkoper dan de kosten voor een fietsparkeerplaats in een fietstrommel of buurtstalling. Het gebruik van de buurtstallingen moet worden gestimuleerd. Positieve impulsen, die het gebruik van de stallingen stimuleren, werken beter dan handhaving. Als “stip op de horizon” wordt aangegeven dat elke inwoner in de toekomst op 200 meter van zijn woning de beschikking moet hebben over een schone en veilige stallingsvoorziening voor de fiets.

Het deskundigenpanel vindt het een goed idee om te investeren in buurtstallingen. Wellicht kunnen mensen van de sociale werkvoorziening een rol krijgen bij het beheer van stallingen. Ook het belonen van het gebruik van stallingen is een positief punt. De meningen over het gebruik van leegstaande winkels als stallingsvoorzieningen lopen uiteen. Arnoud Kapaan geeft aan geen voorstander te zijn van fietsenstallingen in winkelgebieden, aangezien dit het fietsen door winkelstraten stimuleert. Dit zou onveilige situaties kunnen opleveren. Het moet duidelijk zijn dat daar waar gewinkeld wordt (door voetgangers) er niet gefietst mag worden en dat daar ook geen fietsen geparkeerd mogen worden. Hugo van der Steenhoven is wel een groot voorstander van het benutten van leegstaande winkels voor fietsparkeren. Dit zou meer levendigheid met zich meebrengen en dus meer klanten voor de ondernemers opleveren. Thema 4. Fietsroutes en fietspaden Knelpunten op fietsroutes worden veroorzaakt door fietsgedrag, vooral gevaarlijk gedrag van jongeren met een mobiele telefoon in de hand. De sterroutes zijn nog niet goed zichtbaar. Geef aandacht aan de bekendheid van sterfietsroutes door communicatie. Zorg ervoor dat deze routes een herkenbare inrichting hebben vanaf de stadsrand tot in de binnenstad.   

In het ontwerp van fietsvoorzieningen moet er aandacht zijn voor voldoende breedte van de fietspaden. Toepassing van fietsstroken is niet wenselijk. Ontwerp “fiets-minded” met aandacht voor de detaillering, zoals een vloeiend ontwerp, comfortabele inritconstructies, een vergevingsgezind randje en aandacht voor het passeren van tramrails. Zorg ervoor dat fietsverkeer en autoverkeer sterker van elkaar worden gescheiden, kies bij de weginrichting voor de fiets of voor de auto. Denk aan het maken van aparte fietsstraten parallel aan de autoroutes. Meer ruimte voor de fiets, kan dan ten kosten gaan van autoparkeerplaatsen.

II


  

Fietsers moeten de mogelijkheid hebben om verkeersonveilige situaties te melden, het meldpunt voor gevaarlijke situaties (www.fietsindeknel.nl) moet worden voortgezet. Er moet voldoende geld beschikbaar zijn voor investeringen in goede fietsroutes. De combinatie van fietsverkeer en voetgangers in de Grote Marktstraat wordt als onveilig ervaren.

Het deskundigenpanel geeft aan dat fietsers, automobilisten en OV-reizigers voor een deel dezelfde doelgroep zijn; de ene keer kiest men voor de fiets, de andere keer voor de tram of de auto. In een bezoekersvriendelijke binnenstad komen alle modaliteiten aan bod. Het maken van keuzes voor de fietser is belangrijk. Bij het maken van ruimte voor de fiets kan het ergens anders “pijn” doen. Er zal geïnvesteerd moeten worden in de fietsinfrastructuur, Den Haag staat nu voor de keuze om hiervoor de komende jaren voldoende geld te reserveren. Het gaat dan ook om een goede koppeling van de regionale en provinciale fietspaden aan de binnenstedelijke fietsvoorzieningen. Arnoud Kapaan is voorstander van een fietscirculatieplan voor de binnenstad, met een ring om het centrum heen en een aantal fietsroutes, dat naar het centrum leidt en die vervolgens bij een fietsenstalling eindigen. Thema 5. Verkeerslichten en doorstroming Met de groei van het fietsgebruik wordt het drukker op kruispunten en bij verkeerslichten in de stad. Soms leidt dit tot gevaarlijke situaties, zoals bij het kruispunt de Constant Rebecquestraat – Veenkade. Met relatief eenvoudige maatregelen kan een situatie soms worden opgelost. De volgende aandachtspunten: 

 

 

Er zijn kruispunten waar grote stromen fietsers samen komen, waarbij het onduidelijk is wie er voorrang heeft. Dit zou opgelost kunnen worden met haaientanden op het wegdek, maar de fietsers zouden het ook onderling kunnen oplossen. Bij nieuwe ontwerpen voor kruispunten moet er meer opstelruimte voor de fietser worden gemaakt. Het is wenselijk om de doorstroming van fietsers op kruispunten te verbeteren. Is het mogelijk om verkeerslichten op rustige momenten te laten knipperen of om gelijktijdig groen te geven aan fietsers en tramverkeer? Op hoofdroutes voor autoverkeer en openbaar vervoer hebben deze vervoersvormen prioriteit. Als “stip op de horizon” wordt aangegeven dat er, bij een verdere groei van het fietsgebruik, nagedacht moet worden over een wijziging van de prioriteit bij verkeerslichten. Kruispunten moeten ruim worden vormgegeven en ook het gebruik van slimme ICT-technologie kan helpen. Kan de Prinsengracht als fietsstraat worden ingericht?

Het deskundigenpanel vindt het interessant om iets te doen met slimme ICT-technologie. Zo organiseert de Fietsersbond in september een fietstelweek. Op kruispunten waar veel fietsers passeren, moet meer opstelruimte voor fietsers komen. Bij het regelen van de voorrang van fietsers, kan ook worden gedacht aan mini-rotondes in plaats van haaientanden. Het is belangrijk dat er een meldpunt is voor specifieke problemen van gebruikers. Thema 6. Verkeersveiligheid en gedrag In deze groep is gekeken hoe inrichting van infrastructuur en verkeersgedrag elkaar beïnvloeden. Aandachtspunten bij het thema zijn het fietsen in winkelgebieden, de inrichting van de kruispunten, lange wachttijd voor het verkeerslicht en het gedrag bij scholen (basis- en middelbare scholen).  In sommige winkelgebieden zitten fietsers en voetgangers elkaar in de weg, bijvoorbeeld op het Noordeinde. Dit geldt echter niet voor alle winkelgebieden, de fietsers zijn ook goede klanten.  Om het rijden door roodlicht te verminderen, kan worden gekeken naar de instelling van verkeerslichten. Zorg ervoor dat fietsers niet te lang moeten wachten. Met een goede instelling van verkeerslichten kan de doorstroming van fietsers verbeteren. Kunnen fietsers eerder worden gedetecteerd of kunnen fietsers meeliften met groen voor de tram?  Het verkeersgedrag bij scholen is een aandachtspunt. Bij basisscholen worden veel kinderen met de auto gebracht, waarmee ouders die kinderen met de fiets brengen in de knel kunnen komen. Bij middelbare scholen moet er aandacht zijn voor een veilige inrichting van de schoolroutes, vooral op de oversteekplaatsen.  De fietslessen en de verkeerseducatie op scholen moet worden voortgezet en worden uitgebreid.

III


Er moet worden nagedacht over een veilige vormgeving van infrastructuur, bijvoorbeeld het vermijden van hoge stoepranden en het opheffen van parkeerplaatsen in smalle stadsstraten waar ook een tram rijdt.

Het deskundigenpanel ziet ook andere oplossingen dan alleen het aanpassen van de infrastructuur. Bijvoorbeeld het terugtellen van de wachttijd bij verkeerslichten zou een oplossing zijn. In de binnenstad is de positie van de fietser niet overal duidelijk, bijvoorbeeld in de Grote Marktstraat, dat levert conflicten op met voetgangers. Hugo van der Steenhoven merkt op dat er in veel steden over de combinatie van “fietsen en voetgangers” wordt gediscussieerd. In een stad als Den Bosch zijn fietsers overal in het voetgangersgebied welkom. Binnenkort komt er een publicatie uit met aanbevelingen voor een verkeersveilige vormgeving van fietsinfrastructuuur “het vergevingsgezinde fietspad”. Een belangrijke aanbeveling is om gèèn rechtopstaande randen langs fietspaden te maken. Thema 7. Fietseconomie en bereikbaarheid toplocaties Fietseconomie gaat over de vraag ‘wat levert de fiets op voor de gemeente en de omgeving waar de fietser rijdt?’ Hoe maak je de binnenstad zo aantrekkelijk mogelijk voor fietsers?  Het stimuleren van fietsen voor werknemers en werkgevers biedt kansen. Denk aan een fiets-lease plan voor werknemers. Als mensen op de fiets naar het werk komen is dat ook goed voor de gezondheid. Het leidt tot minder verzuimdagen, dat is ook een kostenbesparing voor de werkgever.  Het is voor ondernemers belangrijk om medewerking van de gemeente te krijgen. Het is voor ondernemers vaak lastig om te weten waar hij/zij terecht kan om een plan in te dienen en om te weten hoe de gemeente initiatieven kan faciliteren.  Een transferium of Park+Bike voor fietsers kan een goede oplossing zijn. Mensen parkeren de auto aan de rand van de stad en vervolgen hun reis op de fiets.  Gemeenten kunnen van elkaar leren, zo is Amsterdam al vergevorderd met ontwikkeling van fietsparkeervoorzieningen.  Gebruik een website voor een goede communicatie met de fietser over de fietsvoorzieningen; bijvoorbeeld over de beschikbare fietsenstallingen en Park+Bike locaties. Het deskundigenpanel vindt het interessant om te onderzoeken wat de fiets economisch oplevert voor de stad (“bike-o-nomics”). Als blijkt dat fietsen geld oplevert voor de economie, is het interessant om in de fiets te investeren. Het idee van een Park+Bike wordt positief ontvangen, omdat dit eenvoudig uitvoerbaar lijkt. Een algemene trend is dat het bezit van spullen minder belangrijk wordt. Dat zal wellicht ook voor fietsen gaan gelden. Het is wenselijk om dit te onderzoeken. Afsluiting door de wethouder De wethouder heeft goede suggesties gehoord en geeft aan zo veel mogelijk generieke suggesties mee te nemen bij het opstellen van het Meerjarenprogramma Fiets 2015-2018. Iedereen is het erover eens dat er iets gedaan moet worden aan de stallingsproblematiek in de binnenstad. De wethouder legt dan ook zijn prioriteit bij het zoeken naar oplossingen in en rond de binnenstad voor zowel kort- en langparkeerders. Allereerst start de gemeente met een onderzoek naar vraag en aanbod. De wethouder geeft ook aan dat hij het eens is met de opmerking om pas te handhaven als er goede voorzieningen zijn. Het idee om te kijken of er capaciteit in de parkeergrage Grote Marktstraat omgebouwd kan worden tot fietsenstalling is iets voor de langere termijn, maar zeker een interessante suggestie. Een ander punt is de verbinding met de regio. Regionale fietsroutes zijn belangrijk. De wethouder zal zich sterk maken voor ruimere opstelgelegenheid bij (belangrijke) kruispunten in de stad. Ook is de wethouder voorstander van het mee laten fietsen bij wit tramlicht. Maar dit is een punt waarmee het college van burgemeester en wethouders zal moeten instemmen. Een belangrijk element zijn de positieve impulsen om de mensen te verleiden de juiste keuze te maken. Dit spreekt meer aan dan alleen maar handhaven. In het algemeen is het belangrijk duidelijkheid voor de fietser te creëren. De dagvoorzitter stelt voor het twitteraccount #fietsplan070 vast te houden om met elkaar te blijven communiceren.

IV


Deelnemerslijst, op de bijeenkomst waren de volgende mensen aanwezig

Naam

organisatie

Bewonersorganisatie Havenkwartier

Frank Osse

Bewonersvereniging Hofkwartier

Rob Vos

Biesieklette

Herman de Graaff

Biesieklette

Amerik van der Plas

Binnenstad ondernemers Federatie

Charlotte Kamermans

Binnenstad ondernemers Federatie

Paul Corten, voorzitter BOF

BIZ Noordeinde

Martijn Takes

BIZ Vereniging City Center

Arnoud Kapaan

Blijf Veilig Mobiel

Annemiek Waterborg

Breed Actief

George van Hurck

Buurstallingen

Hans Verboom

Buurtstalling Den Haag

Henk Oosterhuis

Du Nord (fietsverhuur)

Hans van Zijden

Fietsersbond (landelijk bureau)

Hugo van der Steenhoven

Fietsersbond Den Haag

Aad Pronk

Fietsersbond Den Haag

Anne van Dijk

Fietsersbond Den Haag

Bart Wijnberg

Fietsersbond Den Haag

Frank Poppe

Fietsersbond Den Haag

Johan BommelĂŠ

Fietsersbond Den Haag

Thomas Hood

Fietsersbond Den Haag

Wil Bianchi

Fietsersbond Den Haag

Willem Miedema

FietsXpress

Jonne Boers

Haags Milieu Centrum

Lennard van der Linde

HR Groep

Jeroen Bolland

HR Groep

J. Gordijn

HTM

Hans Rodrigo

Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Ron van Noort

Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Wouter Joritsma

NTFU

AndrĂŠ van Velden

NTFU

Emiel de Haan

Provincie Zuid Holland

Gijs Overbeek

Stichting Bewonersorganisatie Bomenbuurt

dhr. H. Oosterhuis

Stichting Bewonersorganisatie Bomenbuurt

Dhr. J. van Arragon

Vrienden van Den Haag

Martin Snuverink

Wijkberaad Vruchtenbuurt Wijkvereniging van Stolkpark

Jacob Struyker Boudier Caroline de Jong-Boon

Wijkvereniging van Stolkpark

Els Fisher

Wittenberg Verkeerseducatie Stichting Oude Centrum

Ronald Wittenberg 2 personen, naam onbekend

V


Impressie van de bijeenkomst met belanghebbenden op 2 juni 2015

VI


Bijlage 2: Terugblik 2011 t/m 2014 Op 29 november 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 vastgesteld (RIS 181944). In dit meerjarenprogramma stonden verschillende doelstellingen genoemd voor de thema’s:  Fietsparkeervoorzieningen  Fietsnetwerk  Promotie, communicatie en fietsvaardigheid Bijna alle doelstellingen zijn (nagenoeg) gehaald. Hieronder staat per doelstelling het resultaat.

Thema Fietsparkeren Voor het thema fietsparkeervoorzieningen zijn 9 doelstellingen geformuleerd, deze zijn grotendeels gerealiseerd of in uitvoering.

1

Doelstellingen Fietsparkeervoorzieningen Opstellen fietsparkeernormen.

2

Uitbreiding in de binnenstad grootschalige (bewaakte) stallingen.

3 4

Uitbreiding van kleinschalige (onbewaakte) fietsparkeerplaatsen op maaiveld. Uitbreiding fietsparkeerplaatsen bij NS-stations

5 6 7

Realiseren fietsparkeerplaatsen bij RandstadRailhaltes en tramhaltes. Handhaven bestaande buurtstallingen en 10 nieuwe buurtstallingen. Plaatsen van 120 fietstrommels bij woningen zonder eigen berging.

8 9

In stand houden van het fietsdepot Haaglanden. Intensiveren van de handhaving op fietswrakken en weesfietsen.

Status per 31-12-2014 Concept gereed, bestuurlijke vaststelling moet nog plaatsvinden Gerealiseerd, (deels in uitvoering en in 2015 gereed) Gerealiseerd Gerealiseerd, (deels in uitvoering en in 2015 gereed) Gerealiseerd Gerealiseerd 60 trommels gerealiseerd in 2014. En 60 trommels in 2015. Gerealiseerd Gerealiseerd

Doelstelling 1: Opstellen fietsparkeernormen De doelstelling om fietsparkeernormen voor bouwplannen op te stellen en bestuurlijk vast te stellen is nog in uitvoering. Het college heeft besloten om bij drie bouwplannen in de Grote Marktstraat een verplichting te stellen voor een openbare fietsparkeervoorziening. Bij het niet realiseren van deze verplichting kan een afkoopsom gestort worden in het (fiets)parkeerfonds (RIS 181854). In navolging hiervan is gewerkt aan een nota fietsparkeernormen voor bouwplannen. Het gaat om fietsparkeernormen bij voorzieningen zoals winkels, kantoren en horeca. Voor woningen voorziet het bouwbesluit al in deze verplichting. De nota is in concept gereed het streven is deze in 2015 bestuurlijk vast te stellen. Doelstelling 2: Uitbreidingen in de binnenstad grootschalige (bewaakte) stallingen Deze doelstelling is deel gerealiseerd en deels nog in uitvoering In de periode 2011 t/m 2020 moeten er 2.500 fietsparkeerplekken worden gerealiseerd. Deze doelstelling is conform het besluit van de Haagse gemeenteraad, die bij de vaststelling van de Haagse Nota Mobiliteit via een amendement (amendement bij rv 115.201) heeft besloten tot uitbreiding van ten minste 2.500 fietsparkeerplekken.

VII


Hieronder staat in een tabel aangegeven welke uitbreidingen gerealiseerd zijn in de periode tussen 2011 en 2014 en welke uitbreidingen er nog gepland staan voor 2015. Ook de totale stallingscapaciteit per 2015 staat vermeld. Stalling/locatie

Stalling Grote Markt Stalling Voldersgracht Stalling Driehoekjes Stalling Spuiplein Stalling Buitenhof Bijenkorf (fietsparkeervakken) Stalling Stadhuis (dubbelgebruik) Stalling Veerkade garage Stalling Zeemankelder (Bouwplan Markies) Fietsparkeervakken fietsbeugels TOTAAL

Capaciteit in 2010

135 130 137 160

Uitbreiding capaciteit 2011 - 2014

Uitbreiding capaciteit In uitvoering (gereed medio 2015)

500 75 40

1.500 400 400

500 210 170 137 160 300 1.500 400 400

2.300

1.000 4.777

300

400 962

600 1.515

Totale capaciteit eind 2015

Doelstelling 3: Uitbreiding van kleinschalige (onbewaakte) fietsparkeerplaatsen op maaiveld. Deze doelstelling is gerealiseerd. De doelstelling om zoveel mogelijk fietsparkeerplekken te realiseren op maaiveld is gehaald. In totaal zijn circa 600 extra plekken op maaiveld gerealiseerd. Deze zijn gerealiseerd door de aanleg van fietsparkeervakken in de zijstraten van de Grote Marktstraat, op het Rabbijn Maarsenplein, op het Spuiplein en langs het Spui en de Hofweg. Ook zijn er 180 fietsnietjes verwijderd (met daaraan circa 300 fietsen). Dit is gedaan omdat uit ervaring is gebleken dat fietsnietjes weesfietsen aantrekken, waardoor de stallingscapaciteit onvoldoende kan worden benut. Inmiddels is gebleken dat er aan het weghalen van fietsnietjes ook nadelen kleven. De fietsen vallen als dominosteentjes om en fietsers zoeken naar alternatieven om hun fietsen aan vast te binden. Daarom zijn er weer een aantal nietjes teruggeplaatst. Doelstelling 4: Uitbreiding fietsparkeerplaatsen bij NS stations Deze doelstelling is deels gerealiseerd en deels nog in uitvoering. Deze doelstellingen bestond uit meerdere subdoelstellingen: Het uitbreiden van het aantal bewaakte en onbewaakte fietsparkeerplaatsen bij de stations:  Den Haag CS van 5.100 in 2011 tot tenminste 7.500 fietsparkeerplaatsen in 2014  Den Haag HS van 2.600 in 2011 tot tenminste 4.600 fietsparkeerplaatsen in 2014  Den Haag Ypenburg van 244 in 2011 tot tenminste 360 fietsparkeerplaatsen in 2014  Den Haag Moerwijk van 112 in 2011 tot tenminste 224 fietsparkeerplaatsen in 2014 De uitbreidingen bij station Moerwijk en station Ypenburg zijn gerealiseerd. De uitbreidingen bij Den Haag Centraal en Den Haag HS zijn deels gerealiseerd.

VIII


Bij Den Haag Centraal zijn uitbreidingen gerealiseerd op het maaiveld aan de Rijnstraat en het KJ-plein door enkellaags rekken te vervangen door dubbellaags rekken. In juni 2015 gaat de fietsenstalling aan de Anna van Buerenstraat open met 1.200 plekken. De capaciteit is hiermee uitgebreid van 5.100 plekken naar 7.600 plekken. Stalling KJ plein Rijnstraat (maaiveld onder PB viaduct) Fietsflat Rijnstraat Grotiusplaats NS kelder (Stichthage) Stalling Anna van Buerenstraat Totaal

Capaciteit in 2011 750 200 2.750 300 1.100

Capaciteit in 2014 1.350 500 2.750 500 1.400

5.100

6.500

Capaciteit in 2015 1.350 500 2.500 500 1.400 1.100 7.350

In december 2014 heeft het college besloten een fietsenkelder van 10.000 plekken te realiseren onder het KJplein. De geplande renovatie en uitbreiding van de fietsflat aan de Rijnstraat is hierdoor niet meer nodig. Het college heeft op 26 mei 2015 besloten om de fietsflat een kleine opknapbeurt te geven om deze gedurende de bouwtijd van de KJ-kelder in stand te kunnen houden. Huidige situatie fietsenstallingen bij station Hollands Spoor Stalling Onder de oude rijtuigkap bij ingang tunnel Onder kap boven fietsenmaker Laakzijde onder overkapping bij uitgang tunnel JW-plein Totaal

capaciteit

Soort stalling

eigenaar

regiem

Maaiveld met etage rekken

ProRail

Onbewaakt/gratis

Inpandig etage-rekken

NS

Bewaakt/betaald

300

Maaiveld met deel etage rekken

ProRail

Onbewaakt/gratis

500

Maaiveld ĂŠĂŠn laag

gemeente

Onbewaakt/gratis

800 (+ aantal noodrekken) 1.100

2.700

In januari 2014 is het Projectdocument stadsentree station Hollands Spoor Laakhavenzijde vastgesteld (RIS 269693). Concreet bestaat dit uit de realisatie van 2.500 onbetaalde fietsparkeerplaatsen, het verlengen van de bestaande (nu doodlopende) Perronpassage en het inpassen van OV-chipcardpoortjes (OVCP) op het Station. Ook wordt 800 m2 vvo retail nabij de nieuwe ingang van de Perronpassage toegevoegd en een stationsplein gerealiseerd. De huidige stationshaltunnel wordt schuin doorgetrokken naar dit nieuwe stationsplein zodat er een direct verbinding ontstaat tussen het stationsgebouw en Laakhavens. Op het nieuwe maaiveld komen winkels en bovenop de winkels komt een fietsdek voor 2.500 fietsen. Het fietsdek is te bereiken via een flauwe trap met fietsgoot aan de zijde van de fietstunnel, na het stallen van de fiets op het dek kan men via twee trappen op het dek eenvoudig de nieuwe tunnel bereiken. Het aantal onbewaakte(en gratis) plekken groeit hiermee van 1.600 naar 3.300. De geplande oplevering is eind 2016. De totale stallingscapaciteit bij het station (inclusief betaalde plekken) is dan 4.400 stallingsplaatsen.

Doelstelling 5: Realiseren fietsparkeerplaatsen bij Randstadrailhaltes en tramhaltes Deze doelstelling is gerealiseerd Bij 30 haltes van RandstadRail en tram is de stallingscapaciteit uitgebreid. Het gaat om relatief kleine uitbreidingen van 5 tot 20 plekken per halte. In totaal zijn 288 fietsparkeerbeugels en 10 fietskluizen geplaatst. De uitbreiding is gebaseerd op onderzoek van de HTM naar de behoefte van fietsenstallingen bij OV-haltes. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het toenmalige Stadsgewest Haaglanden.

IX


Doelstelling 6: Handhaven bestaande buurtstallingen en realiseren van 10 nieuwe buurtstallingen Deze doelstelling is gerealiseerd. Als doelstelling in het Meerjarenprogramma Fiets 2011-2014 is opgenomen: het in stand houden van de bestaande buurtstallingen en het bemiddelen bij de start van circa 10 nieuwe buurtstallingen. De gemeente heeft hierbij gekozen voor een subsidieregeling. Deze heeft gelopen van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2013. De subsidieregeling is geĂŤvalueerd. De conclusie is dat de doelstelling in het Meerjarenprogramma Fiets ruimschoots is gehaald met 13 nieuw gerealiseerde en 15 opgeknapte stallingen. Met de subsidieregeling heeft de gemeente gekozen voor een faciliterende rol, waarbij initiatieven voor (het verbeteren van bestaande) buurtstallingen vanuit de stad en haar inwoners komen. Deze aanpak is vele malen goedkoper en sneller dan wanneer de gemeente zelf (nieuw te bouwen) buurtstallingen in de openbare ruimte realiseert. De ambtelijke inzet kan tot een minimum worden beperkt en gemeentelijke investeringen in kostbare nieuwbouw en beheer van stallingen kunnen achterwege blijven. Daarnaast wordt op een goede manier invulling gegeven aan burgerparticipatie en draagt het bij aan de doelen van het fietsbeleid. Ook worden buurtstallingen gerealiseerd op die plekken in de stad waar vraag is naar stallingsvoorzieningen. Uit de evaluatie blijkt een grote mate van tevredenheid over de regeling en de werkwijze van de gemeente gezien een gemiddelde totaalscore van 8,75 op een schaal van 10. Doelstelling 7: Plaatsing van 120 fietstrommels bij woningen zonder eigen berging Deze doelstelling is deels gerealiseerd in 2014. Het restant van de trommels wordt in 2015 geplaatst. Als vervolg op de succesvolle proef met fietstrommels in 2010, is het aantal fietstrommels uitgebreid in woonbuurten met een groot tekort aan stallingsruimte. Het grootste deel van de beschikbare fietstrommels is of wordt in acht daarvoor geselecteerde woonbuurten geplaatst. Deze woonbuurten zijn: Vruchtenbuurt, Valkenboskwartier, Bezuidenhout-Oost, Laakkwartier West + omgeving Schimmelweg, Oostbroek, Regentessekwartier, De Bras(woningcomplex aan de Waterviolier/Nimfkruid) en het Geuzenkwartier. Per buurt is eerst geĂŻnventariseerd waar fietstrommels kunnen worden geplaatst. Op basis hiervan heeft de gemeente een concept plaatsingsplan gemaakt en deze in de buurt op een bewonersavond gepresenteerd. Parallel aan de buurtaanpak kunnen bewoners uit andere buurten ook in aanmerking komen voor een trommel. Na plaatsing van de trommels kunnen bewoners een stallingsplek in een trommel aanvragen. De verhuur van de plekken in de trommel en het beheer van de trommels wordt verzorgd door Biesieklette Den Haag B.V. Er zijn inmiddels 60 trommels geplaatst. Doelstelling 8: instandhouden van het fietsdepot Haaglanden Deze doelstelling is gerealiseerd. In 2010 heeft de gemeente Den Haag met subsidie van het toenmalige Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Fietsdepot Haaglanden opgericht voor een proefperiode van 3 jaar. Daarna is het Fietsdepot geĂŤvalueerd en is besloten het Fietsdepot voort te zetten en de subsidie ter verlengen tot 2016. Deelnemende gemeenten zijn Den Haag, Delft, Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp. In het Fietsdepot worden de fietsen bewaard die bij handhavingsacties zijn verwijderd. Het gaat om foutgestalde fietsen, weesfietsen en fietswrakken. Jaarlijks worden ruim 20.000 fietsen afgehandeld in het Fietsdepot. Ongeveer 35 % van de fietsen wordt opgehaald door de rechtmatige eigenaar, 30% wordt verkocht aan leerwerkcentra en 35% wordt vernietigd.

X


Doelstelling 9: Intensivering van de handhaving op fietswrakken en weesfietsen Deze doelstelling is gerealiseerd. Op 1 april 2013 is gestart met een pilot fietshandhaving op de Grote Markt. De pilot duurde een jaar en is daarna geëvalueerd. Doel van de pilot was om de overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte te verminderen. Deze doelstelling is gehaald. Sinds de handhaving op de Grote Markt zijn er geen klachten meer over overlast van gestalde fietsen in de openbare ruimte. Bovendien is de bezetting van de Biesieklettestalling Grote Markt fors toegenomen. De handhavingsacties op de Grote Markt worden voortgezet. In de periode 2013 tot maart 2014 is een pilot gehouden met het handhaven op weesfietsen in het Regentesse/Valkenboskwartier. In deze pilot zijn 1.371 weesfietsen verwijderd, waardoor er 18% minder weesfietsen op straat staan. In de omgeving van de station Den Haag Centraal en Den Haag Hollands Spoor wordt meerdere keren per week gehandhaafd op foutgestalde fietsen en weesfietsen.

Thema Fietsnetwerk Voor het thema Fietsnetwerk zijn 5 doelstellingen gerealiseerd, vier van de vijf doelstellingen op het gebied van het Haagse fietsnetwerk zijn gehaald.

1 2 3

4 5

Doelstellingen Fietsnetwerk Uitvoeren en realiseren van maatregelen op minimaal vier sterroutes. 15 ontbrekende schakels oplossen. 2 recreatieve schakels voorbereiden en starten met de uitvoering ervan, onder voorwaarde dat vanuit de provincie Zuid-Holland subsidie beschikbaar komt. 44 kilometer bestaande tegelfietspaden verbeteren door omzetting is asfaltfietspaden. Voortzetten van de aanpak van fietsonvriendelijke situaties. Het meldpunt voor fietsonvriendelijke situaties afstemmen en of samenvoegen met het meldpunt verkeersveiligheid.

Status per 31-12-2014 Vier sterroutes in voorbereiding. Gerealiseerd Gerealiseerd

Gerealiseerd Gerealiseerd

Doelstelling 1: Uitvoeren en realiseren van maatregelen op minimaal vier sterroutes. De doelstelling om op minimaal vier sterroutes maatregelen uit te voeren en te realiseren is nog in voorbereiding en uitvoering. Bij de vaststelling van de Haagse Nota Mobiliteit door de gemeenteraad op 22 september 2011 is besloten dat er in de periode 2011-2020 tenminste 10 comfortabele, snelle, directe en veilige sterroutes worden gerealiseerd (amendement bij rv 115.201/c). Om deze opdracht te kunnen realiseren is in het meerjarenprogramma de keuze gemaakt om in de periode 2011-2014 vier sterroutes naar een hoog niveau te tillen. Bij de afweging van de aan te pakken routes is vooral nagegaan welke routes in aanmerkingen komen voor medefinanciering vanuit andere gemeentelijke programma’s (“werk met werk maken”) en/of vanuit andere partijen (rijksoverheid, stadsgewest Haaglanden). De sterroute naar Scheveningen Haven is opgenomen op de lijst met “Quick Wins” in het kader van de MIRT verkenning Haaglanden. Hiermee komt deze route voor medefinanciering door het Rijk in aanmerking. Verder is gekeken naar sterroutes die min of meer parallel liggen aan congestiegevoelige trajecten voor het autoverkeer. De fiets kan hier een alternatief zijn en daarom komen deze sterroutes in aanmerking voor een rijksbijdrage vanuit het programma “Beter Benutten”. Ook is gekeken naar sterroutes die aansluiten op bestaande fietsprojecten en fietsroutes. Verder is gekeken naar een geografische spreiding, waarbij de verschillende windrichtingen gelijkmatig bediend worden.

XI


Tot slot is rekening gehouden met de mogelijkheid om een goede aansluiting te maken op snelfietsroutes naar de regio, de aansluiting op recreatieve routes en de mogelijkheid om te combineren met groot onderhoud. Alle sterroutes maken integraal onderdeel uit van het regionale fietsroutenetwerk van het stadsgewest Haaglanden, hierdoor is regionale subsidie mogelijk. De planning uit het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 is niet gehaald. De voorbereiding van de sterroutes zijn later gestart. De reden hiervoor is dat in 2011 en 2012 veel inzet is gedaan op het thema fietsparkeervoorzieningen. Daarnaast zijn er ‘nieuwe’ projecten bijgekomen, zoals Weimarstraat en Bankastraat als gevolg van burgerinitiatieven. Hier was op korte termijn actie nodig die niet kon worden ingezet op de sterroutes. Nog een reden is een langere doorlooptijd van andere fietsprojecten, waardoor niet tijdig gestart kon worden met de sterroutes. De projecten met een langere doorlooptijd waren bijvoorbeeld de projecten Groot Hertoginnelaan, Laan van Meerdervoort (tussen Azaleaplein en Thorbeckelaan) en de smalle Javastraat en Laan van Meerdervoort. Tot slot geldt dat de meeste fietsprojecten veelal complexe projecten zijn met tegenstrijdige belangen. De besluitvorming van de voorontwerpen van deze projecten vergt daardoor ook meer tijd. De trajecten zijn ook lang omdat zorgvuldige communicatie met omgeving steeds belangrijker wordt. Hoewel de sterroutes als gehele route nog niet zijn gerealiseerd, gebeurt op onderdelen van sterroutes wel veel. Op de sterroute via Spoorwijk naar Rijswijk zijn twee belangrijke ontbrekende schakels opgelost vanuit andere programma’s. Voor het brede deel Stationsweg en het Stationsplein bij Hollands Spoor zijn vanuit het programma Openbaar Vervoer fietsvoorzieningen gerealiseerd in 2014. Voor de Waldorpstraat tussen de Put en de Viaductweg is vanuit de gebiedsontwikkeling Laakhaven-West een vrijliggend tweerichtingen fietspad in 2014 gerealiseerd. Op andere sterroutes zijn onderdelen in voorbereiding/in uitvoering, zoals fietsvoorzieningen langs de Nieuwe Parklaan en in de Bankastraat. De beoogde fietsvoorzieningen in de smalle Javastraat en de Laan van Meerdervoort zorgen ook voor een sterroute. Al met al zijn in de periode 2011 – 2014 projecten voor de verbeteringen van 7 sterfietsroutes in gang gezet Lopende projecten 7 sterfietsroutes uit het MJP Fiets 2011–2014, uitvoering in periode 2015–2018 e

1

Binnenstad – Regentes – Scheveningen Haven 1 tranche. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en de President Kennedylaan; Noordwal, Constant Rebecquestraat, Conradkade en Suezkade. Het voorontwerp wordt in 2015 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden de maatregelen op straat uitgevoerd.

2

Binnenstad – Bezuidenhout – Leidschenveen. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en de gemeentegrens met Zoetermeer; Prins Bernhardviaduct, Juliana van Stolberglaan, IJsclubweg, IJsclubpad, Schrepelpad en Nieuweveensepad. Het voorontwerp wordt in 2015 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden de maatregelen op straat uitgevoerd.

3

Javastraat – Laan van Meerdervoort. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de smalle delen van de Javastraat en de Laan van Meerdervoort. Start uitvoering staat gepland voor 2015 in de Javastraat en 2016 in de Laan van Meerdervoort.

4

Binnenstad – Scheveningen Bad. Verbetering van de fietsvoorzieningen op de Bankastraat en de Nieuwe Parklaan. De Nieuwe Parklaan is uitgevoerd en het voorontwerp voor de Bankastraat is vastgesteld. Aanleg van fietsvoorzieningen in de Bankastraat staat gepland voor 2016 /2017.

5

Trekfietstracé binnenstad – Ypenburg. Aanleg van fietsviaduct over de A4 en het (tijdelijke) fietspad in de Vlietzone naar het viaduct. De start van de uitvoering staat gepland voor 2017.

6

Binnenstad – Schilderswijk – Wateringseveld – Midden Delfland 1 tranche. Verbetering van de e fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op het traject tussen de binnenstad en Wateringse veld 1 tranche; ‘s Gravenzandelaan, Veluweplein, Zuiderpark, fietsbrug Laak en fietsvoorzieningen Sammersweg. Het voorontwerp wordt in 2016 vastgesteld. Daarna worden het definitief ontwerp en het bestek opgesteld en worden maatregelen op straat uitgevoerd.

7

Binnenstad – Spoorwijk – Rijswijk – Delft 1 tranche. Verbetering fietsvoorzieningen op de sterfietsroute op e het traject tussen de binnenstad en de gemeentegrens met Rijswijk 1 tranche; Het vrijliggend fietspad langs de Waldorpstraat is in 2014 al gerealiseerd.

e

e

XII


Doelstelling 2: 15 ontbrekende schakels oplossen. De doelstelling om 15 ontbrekende fietsschakels uit te voeren is gehaald. Jaar Aantal afgeronde projecten:

2011 3 projecten

2012 4 projecten

2013 4 projecten

2014 5 projecten

Totaal 16 projecten

In het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 is een hoofdroutenetwerk voor de fiets gedefinieerd. Er werden tevens 21 projecten geformuleerd die als ontbrekende schakels in het fietsroutenetwerk te boek stonden. In de afgelopen periode is halverwege het Uitvoeringsprogramma Fiets 2013&2014 opgesteld, waarbij opnieuw de prioriteit is bepaald en de voortgang van het fietsprogramma stond vermeld. Uiteindelijk zijn de onderstaande 16 fietsprojecten de afgelopen jaren afgerond: 2011 - Rotonde Plesmanweg - Fietsstroken Goudenregenstraat - Verlichting fietspaden

2012

2013

2014

- Fietspaden langs De la Reyweg - Schokkerweg - Trekfietstracé (fietsstraat Trekweg, Cromvlietkade) - Fietsstroken Hobbemastraat

- Fietsstroken kleine Weimarstraat - Fietsen in voetgangersgebied binnenstad - Vrijliggend fietspad langs Prins Clauslaan - Ontbrekende schakel Knoop Moerwijk

- Vrijliggende fietspaden Groothertoginnelaan - Kruispunt Javastraat / Raamweg / Wassenaarseweg - Fietspad Grote Marktstraat - Fietspad Laakweg - Fietspad Waldorpstraat

Doelstelling 3: twee recreatieve schakels voorbereiden en starten met de uitvoering ervan, onder voorwaarde dat vanuit de provincie Zuid-Holland subsidie beschikbaar komt. Deze doelstelling is gehaald. Om het recreatieve netwerk voor de fiets te versterken is in het meerjarenprogramma de doelstelling opgenomen om twee recreatieve schakels voorbereiden en starten met de uitvoering ervan, onder voorwaarde dat subsidie beschikbaar komt. Dit is gelukt voor het project Leugenbrug. Vanuit de provincie is subsidie toegekend aan het project Leugenbrug met de bedoeling deze stad-landverbindingen te verbeteren zodat de bereikbaarheid van groengebieden voor recreatie wordt vergroot en het fietsgebruik wordt bevorderd. De Leugenbrug vormde een knelpunt op de fietsverbinding van de kust naar Midden-Delfland. De brug heeft in 2014 een breder brugdek gekregen om het langzaam verkeer goed te faciliteren. Ook de aansluitingen met de aanliggende fietspaden zijn verbeterd. Daarnaast is de kruising van de Monsterseweg met landgoed Ockenburgh verbreed en is er een verkeerseiland aangelegd. Deze kruising is onderdeel van de druk bereden fietsroutes door Ockenburgh en langs de Monsterseweg. Deze routes zijn weer onderdeel van het regionale fietsroutenet door de Westlandse Zoom tussen Midden Delfland en de kust. Door de verkeersdruk op de Monsterseweg werd het voor langzaam verkeer moeilijk om deze weg veilig over te steken. Daarom is in 2012 de kruising van de Monsterseweg met landgoed Ockenburgh aangepast. Hierdoor is de verkeersveiligheid van de kruising voor zowel de fietsers, voetgangers en ruiters die de Monsterseweg willen oversteken, als het autoverkeer aanzienlijk verbeterd.

Doelstelling 4: 44 kilometer bestaande fietspaden opwaarderen. Deze doelstelling is met 62 kilometer geasfalteerd fietspad ruimschoots gehaald. Jaar Aantal gerealiseerde kilometers ca:

2011

2012

2013

2014

totaal

13,5 km

17 km

18,5 km

13 km

62 km

Vanaf 2006 tot en met 2010 is zo’n 55,5 kilometer aan fietspaden omgezet van verharding met tegels naar asfaltverharding. In de afgelopen periode is daar nog eens zo’n 62 kilometer bijgekomen. In totaal is er zo’n 118 kilometer fietspad van tegels omgezet in asfalt. XIII


Dit is zowel in het kader van programma Fiets als in het kader van het programma wegonderhoud uitgevoerd. e In 2013 was er een feestelijke happening om de 100 geasfalteerde kilometer te vieren. Er resteert nu nog zo’n 30 kilometer fietspad waarvan de tegels omgezet kunnen worden in asfalt. Elk jaar wordt er een apart programma opgesteld en vastgesteld met daarin opgenomen de te asfalteren fietspaden en de financiële dekking hiervoor. Deze jaarlijkse omzettingsprogramma’s worden opgesteld met de volgende uitgangspunten:  het hoofdfietsroutenet uit het Meerjarenprogramma Fiets;  de sterroutes uit de Haagse Nota Mobiliteit;  het regionale fietsroutenet van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;  wensen van de Fietsersbond. De jaarlijkse omzettingsprogramma’s vormen uiteraard één logisch geheel met de al in vorige (plan-) jaren gerealiseerde kilometers. Voor de financiering van deze programma’s zijn meerdere dekkingsbronnen aanwezig, naast het ‘eigen’ budget Meerjarenprogramma fiets, is afgelopen jaren gebruik gemaakt van een bijdrage vanuit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), andere gemeentelijke dekkingsbronnen (Aanleg straten/wegen/pleinen) en subsidies van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland.

Doelstelling 5: Voortzetten van de aanpak van fietsonvriendelijke situaties. Het meldpunt voor fietsonvriendelijke situaties afstemmen en of samenvoegen met het meldpunt verkeersveiligheid De aanpak van Fietsonvriendelijke situaties heeft een continu karakter en wordt het gehele jaar uitgevoerd. Deze projecten kennen geen bestuurlijk moment en worden in samenwerking met de Fietsersbond uitgewerkt. In het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 staat als doelstelling opgenomen de aanpak van fietsonvriendelijke situaties voort te zetten. En het meldpunt voor fietsonvriendelijke situaties af te stemmen en of samenvoegen met het meldpunt verkeersveiligheid. Onvriendelijke en onveilige situaties voor fietsers komen nog steeds voor in de stad. Soms is zo’n situatie redelijk snel, eenvoudig en goedkoop op te lossen. Een andere keer gaat dat niet. Dan kost het meer tijd, geld en moeite om de situatie te verbeteren en kan een melding leiden tot een (fiets)project. Vooralsnog zijn beide meldpunten blijven bestaan en worden deze door een aparte projectorganisatie opgepakt en uitgevoerd. De uitgevoerde maatregelen zijn zowel verkeersveilig als fietsvriendelijk. De aanpak voor fietsonvriendelijke situaties bestaat sinds 2006, vanaf die tijd zijn er een kleine 130 knelpunten opgelost, dit komt neer op gemiddeld zo’n 14 situaties per jaar. De aanpak van de fietsonvriendelijke situaties vindt plaats in nauwe samenwerking met de Fietsersbond. In de periode 2011 t/m 2014 zijn er vijf workshops georganiseerd. In deze workshops worden samen met de Fietsersbond de nieuw binnengekomen knelpunten doorgenomen en wordt bepaald of de melding duidelijk is en of deze als fietsonvriendelijke situatie behandeld kan worden. Er komen ook vaak meldingen binnen die eenvoudig doorgezet worden naar onderhoud, afstelling verkeerslichten enzovoorts. De fietsonvriendelijke situaties komen binnen via het landelijke meldpunt van de Fietsersbond en via het gemeentelijk contactcentrum van de gemeente Den Haag (telefoonnummer 14 070). Voorbeelden van snelle en eenvoudige oplossingen die op straat zijn uitgevoerd zijn:  nieuwe witte verflaag voor fietseilandjes;  duidelijke randen langs het fietspad, geschilderde voorsorteervakken en oversteekplaatsen;  verkeersborden, extra aanduidingen of markeringen;  planten rond het fietspad verwijderen;  fysieke scheidingen tussen rijbaan en fietsstrook;  drempels en andere verkeersremmende maatregelen voor veiliger oversteeksituaties;  fietsstroken van rood asfalt of een rode coating;  aanleggen fietsdoorsteken;  verwijderen of goed inleiden van paaltjes in fietspaden.

XIV


Thema Promotie, communicatie en fietsvaardigheid In het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 is ook het onderdeel communicatie genoemd. De doelstelling is om fiets-communicatie in te zetten om het fietsen te stimuleren door het uitvoeren en/of bijdragen aan 8 projecten op gebied van communicatie, promotie, fietsvaardigheid en bewegwijzering.

1

Doelstellingen Promotie, communicatie en fietsvaardigheid Communicatie inzetten om het fietsen te stimuleren door het uitvoeren en/of bijdragen aan 8 projecten op gebied van communicatie, promotie, fietsvaardigheid en bewegwijzering.

Status per 31-12-2014 Gerealiseerd

Op het gebied van promotie, communicatie en fietsvaardigheid, hebben afgelopen jaren diverse activiteiten plaatsgevonden, zodat ook deze doelstelling is gerealiseerd. Voorbeelden van deze activiteiten zijn:  Het informeren van bewoners en weggebruikers voor, tijdens en na de uitvoering van fietsprojecten via “Den Haag maakt het!”  Een geheel nieuwe fietsbewegwijzering in heel Den Haag (wit/rode bordjes).  Up-to-date houden van het fietsknooppuntensysteem Haaglanden (wit/groene bordjes).  Heruitgave en opschonen de bewegwijzeringsborden van de Parkenroute (fietsroute van en door de Fietsersbond).  Fotowedstrijd Parkenroute.  Bijdrage aan verkeerseducatie op scholen in Den Haag.  Campagne gratis stallen binnenstad.  Uitzendingen Verkeer en Meer, thema Fiets.  Meerdere keren een fietspagina in de stadskrant. Doelstelling: groei van het fietsgebruik. Alle hiervoor genoemde doelstellingen moeten uiteindelijk bijdragen aan een groei van het fietsgebruik in Den Haag. Als beleidsdoelstelling fiets, staat in de Haagse Nota Mobiliteit het doel om het fietsgebruik in de periode 2010 – 2020 met 30% te laten groeien en in de periode tot 2030 met 50%. Sinds 2006 bestaat er de ‘fietsindex’. Op 10 telpunten in de stad wordt op reguliere basis het aantal passerende fietsers per dag geteld. Op ieder telpunt wordt 3 à 4 maal per jaar (één keer per jaargetijde) gedurende enkele weken het aantal fietsers vastgesteld, zowel richting het centrum als richting de periferie. Het gemiddelde aantal fietsers over de in totaal 20 wegvakken staat hieronder. Gemiddeld aantal fietsers geteld op 20 wegvakken, per jaar; 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Gemiddelde weekdag 1.667 1.697 1.490 1.669 1.806 1.743 1.864 1.997 2.064

Gemiddelde weekenddag 1.207 1.291 939 1.136 1.211 1.246 1.325 1.423 1.557

Gemiddelde werkdag 1.892 1.873 1.712 1.883 2.036 1.998 2.070 2.190 2.276

Index 100% 99% 90% 100% 108% 106% 109% 116% 120%

XV


Uit dit overzicht blijkt een toename van het aantal fietsers in de afgelopen periode (2011-2014), vooral in de laatste twee jaar. Over een periode van 8 jaar is het fietsgebruik gegroeid 20%. Dat is een groei van ca. 2,5% op jaarbasis. Voor de periode vanaf 2010 geldt een jaarlijkse groei van 3%. Als deze trend zich doorzet zal de beleidsdoelstelling in 2020 gehaald kunnen worden. Ambities hoger dan de bereikte resultaten Ondanks dat de doelstellingen uit het Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 nagenoeg allemaal zijn gehaald, waren de ambities met dit meerjarenprogramma nog hoger. Met name de doorlooptijd van planvorming naar uitvoering van fietsprojecten verlopen vaak minder snel dan vooraf gedacht en gehoopt. De meeste fietsprojecten zijn veelal complexe projecten met tegenstrijdige belangen. Wel worden jaarlijkse enkele miljoenen geïnvesteerd in de infrastructuur voor de fiets, zowel in fietsenstallingen als fietspaden. Jaar 2011 2012 2013 2014 TOTAAL

Investeringen ca: € 8 miljoen € 7 miljoen € 7 miljoen € 9,5 miljoen € 31,5 miljoen

De afgelopen jaren is er veel geld geïnvesteerd in fietsvoorzieningen in Den Haag. In de periode 2011 tot en met 2014 is er voor € 31,5 miljoen aan projecten uitgevoerd op het gebied van fietsparkeervoorzieningen, voorzieningen op het fietsnetwerk en op gebied van promotie en communicatie. Deze investeringen zijn afkomstig uit verschillende bronnen. Zie voor een complete terugblik bijlage 2. Naast de uitgevoerde projecten in de afgelopen periode zijn er ook fietsprojecten voorbereid die binnenkort in uitvoering komen of reeds in uitvoering zijn. Over deze projecten en over de financiële dekking daarvan heeft al besluitvorming plaatsgevonden. Het gaat hier om de volgende projecten; Fietsparkeervoorzieningen Stalling Anna van Buerenstraat Stalling station Hollands Spoor Stalling stadhuis 60 trommels in woonwijken Subsidie voor buurtstallingen 2015 Fietsflat Den Haag Centraal opknappen

XVI


Fietsnetwerk, sterroutes en oplossen ontbrekende schakels Nieuwe Parklaan (meeliften met NRR lijn 9) (onderdeel van een sterroute) Ovonde Weimarstraat / Valkenboslaan Fietsvoorzieningen Madesteinweg Fietspaden Laan van Meerdervoort (tussen Azaleaplein en Thorbeckestraat) Fietspaden Zuiderparklaan Fietsvoorzieningen smalle deel Javastraat en Laan van Meerdervoort (onderdeel van een sterroute) Fietspad Finnenburg en Boekweitkamp Fietspaden Rijswijkseweg (meeliften met lijn 15) Fietsvoorzieningen Bankastraat (onderdeel van een sterroute) Fietsviaduct A4 en toeleidend fietspad Vlietzone (onderdeel van het TrekfietstracĂŠ, sterroute)

Ook zijn er projecten vanuit de vorige periode die zich nu nog in de laatste fase van het voorontwerp bevinden. Voor deze projecten zijn de voorontwerpen gemaakt en voor inspraak voorgelegd aan bewoners en andere betrokkenen. Het zijn projecten in een vergevorderd stadium van planvoorbereiding, waarover verwachtingen zijn gewekt en financiĂŤle reserveringen zijn gemaakt. Het gaat hier om de volgende projecten; Fietsparkeervoorzieningen Fietsenstalling KJ-plein Fietsnetwerk , sterroutes Sterroute Scheveningen Haven (1e tranche) Sterroute Leidschenveen Sterroute Wateringseveld (1e trance) Sterroute Spoorwijk - Rijswijk - Delft (1e tranche)

Na de definitieve vaststelling van deze projecten volgt de fase van uitvoering in de periode vanaf 2017. Kortom de komende jaren vinden er vele uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van de fietsprojecten op straat plaats.

XVII


XVIII


Bijlage 3: Wie doet wat tegen fietsdiefstal Politie  Opnemen van aangiften (ook elektronisch)  Opsporen van fietsdieven, onder andere met de lokfiets  Brengen van opgespoorde fietsen naar het fietsdepot  Verzamelen van cijfers over fietsdiefstal  Cijferanalyses naar plek, tijdstip etc.: diefstalscans  Communicatie: bewustmaking  Themacommunicatie in speciale weken (2015: 20-24 april en 30 aug – 4 sept) Dienst Stedelijke Ontwikkeling  Gratis Biesieklettes.  Fietsnietjes op een aantal plaatsen in het Centrum (dit ook door Stadsbeheer, op verzoek)  fietstrommels voor vijf fietsen in eigen straat.  Subsidie voor realisatie en verbetering Buurtstallingen Dienst Stadsbeheer  Wegknippen van weesfietsen en zo ruimte scheppen. ( in bepaalde gebieden )  Brengen van weesfietsen naar het fietsdepot  Weghalen van fietswrakken (via het Handhavingsteam) e  Uitvoeren Gruthokregeling op 2 hands goederen (via het Handhavingsteam, in voorbereiding) Dienst Publiekszaken (stadsdelen)  Fietsnietjes op verzoek voor de buurt (beperkt, ivm obstakelwerking en mogelijk aantrekking Weesfietsen)  Medewerking aan acties op stadsdeelniveau Fietsdepot  Opslag en teruggave van weggeknepen fietsen  Idem van in beslag genomen/opgespoorde fietsen  Bijhouden register gevonden en verloren voorwerpen (waaronder fietsen)  Op verzoek graveren van fietsen NS/Prorail  Aktief beleid Verbetering Stallingen bij de stations ism gemeente Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit  Beschikbaar stellen van expertise en beleidsondersteuning  Faciliteren samenwerkingsverbanden  Koppeling met bovenlokale activiteiten BSD/Veiligheid: Accounthouders Stadsdelen en preventiemedewerkers  Signalering en voorlichtingsacties in de stadsdelen  Beschikbaar stellen en uitgeven promotiemateriaal  Organiseren graveeracties i.s.m. promoteam.  Financiering van lokfietsen. ( 30 stuks )  Gruthokregeling tegen heling.  I.s.m.Politie / het Adviespunt Preventie en Veiligheid acties in de weken 17 en 36 ( 2015 ) in de werkgebieden Haagse Hout, Hoefkade en Laak.  Op verzoek van de drie districten in Den Haag worden extra actieweken georganiseerd in de werkgebieden Scheveningen, Zuiderpark, Loosduinen en Segbroek.  Mede opstellen integraal fietsdiefstalbeleid op stadsdeelniveau (Haagse Hout)  Laak: onderzoek gebiedsinrichting bij station/Hogeschool en treffen passende maatregelen  Veiligheidsbeleid 2015-2018: inzet BIT’s op preventie fietsdiefstal en vast onderwerp bij preventieactiviteiten XIX


Overzicht specifieke acties op Stadsdeelniveau Centrum - Preventie actieweken 2015 - Extra aandacht vanuit bureau Heemstraat en interventie-actie 9 april Escamp - Preventie actieweken 2015 - Uitvoering integraal 10-puntenprogramma fietsdiefstal 2015 Scheveningen - Preventie actieweken 2015 - Invoer gratis biesieklette in zomerseizoen (va april) Laak - Preventie actieweken 2015 - Onderzoek/maatregelen gebiedsinrichting bij Hogeschool Haagse Hout - Preventie actieweken 2015 - Opstellen integraal plan aanpak fietsdiefstal Segbroek - Preventie actieweken 2015 - Voorstel voor gezamenlijke buurtstalling in Regentes-Valkenburg Leidschenveen Ypenburg Loosduinen

- Preventie actieweken 2015

BSD/ Communicatie  Ondersteuning preventieacties  Communicatieplan en -materialen voor actieweken

XX


Bijlage 4: Streefbeelden kwaliteit fietsvoorzieningen Een veilig, comfortabel en herkenbaar fietsnetwerk is belangrijk om fietsen in de stad aantrekkelijk te maken. In deze bijlage staan de streefbeelden genoemd voor de kwaliteit van de fietsvoorzieningen in de stad Den Haag. Deze streefbeelden moeten nog wel nader uitgewerkt worden en een plek krijgen in het Handboek Openbare Ruimte van de gemeente Den Haag, hierin staan de gemeentelijke ontwerpeisen. Dit handboek is leidend bij alle infrastructurele ontwerpen in Den Haag. Bij onderstaande streefbeelden is voor zover relevant, onderscheid gemaakt naar de vormgeving van fietsvoorzieningen op sterroutes, stedelijke hoofdfietsroutes en recreatieve routes. Er is gekeken naar de CROW richtlijnen (CROW publicatie 230: Ontwerpwijzer fietsverkeer) voor fietsvoorzieningen en beredeneerd vanuit een goede kwaliteit voor fietsers. De aangegeven breedtes betreffen steeds de minimum maten. De uiteindelijke vormgeving van fietsvoorzieningen is altijd verkeers- en stedenbouwkundig maatwerk, dat kan het noodzakelijk maken om van onderstaande streefbeelden af te wijken.

Verharding en herkenbaarheid.

Gesloten verharding in rood asfalt of beton. Conform de motie over het asfalteren van fietspaden (RIS 158837) aangenomen bij de behandeling van de begroting 2008. Hierin staat dat de raad zich uitspreekt dat fietspaden, nieuw of toe aan groot onderhoud, altijd geasfalteerd worden enbdat het college de raad informeert over de gevallen waarin het college hiervan wenst af te wijken.

Vrijliggend (brom) fietspad

Toepassingsgebied: Langs stedelijke hoofdwegen, wijkontsluitingswegen, in woongebieden en in buitengebied. Breedte éénrichting (brom)fietspad: 2,40 m. Breedte tweerichtingen (brom)fietspad: 3,50 m. Fysieke scheiding van gemotoriseerd verkeer van tenminste 0,50 m Bij de kruisingen met een erftoegangsweg loopt het fietspad door middel van een inritconstructie (indien de weg geen deel uitmaakt van route nood- en hulpdiensten) Obstakelvrije ruimte: 0,50 m. (De afstand tot obstakels langs het fietspad zoals lantaarnpalen, straatmeubilair, paaltjes, fietsbeugels etc.) Voorkomen en minimaliseren van hoogteverschillen, o.a. het vergevingsgezinde randje tussen fietspad en trottoir

Fietsstroken

Toepassingsgebied: Langs wijkontsluitingswegen, in woongebieden en buitengebieden, en waar ruimte ontbreekt voor vrijliggende fietspaden. Breedte: 1,75 De fietsstrook loopt door langs de voorsoorteervakken voor auto’s en over het kruisingsvlak. Bij bus- en tramhaltes loopt de fietsstrook door. Voorzien van een fietssymbool, na iedere zijweg en binnen de bebouwde kom een herhaling van dit symbool om de 50 à 100 meter.

Fietsstraat

Toepassingsgebied: Op erftoegangswegen met een 30 km/uur inrichting. Uitgangspunt Autoverkeer is ondergeschikt aan het fietsverkeer, de intensiteit van het autoverkeer is maximaal 2.000 mvt/etmaal (in 2 richtingen). XXI


Gesloten verharding: maatvoering afhankelijk van breedte rijloper. Bij langsparkeren een schrikstrook van 0,50 m. De gesloten verharding loopt door bij de kruising van zijstraten. Fietsvriendelijke snelheidsremmers in sinusvorm (Alleen toepasbaar indien de weg geen deel uitmaakt van de route nood- en hulpdiensten) Fietsstraat is in de voorrang opgenomen (in 30 km/u gebieden). Voorzien van fietsstraatbord. Obstakelvrije ruimte: 0,50 m. (De afstand tot obstakels langs het fietspad zoals lantaarnpalen, straatmeubilair, paaltjes, fietsbeugels etc.) Voor verdere richtlijnen: Zie CROW normen voor fietsstraten in hoofdroutes, publicatie 216 Ongeregelde kruispunten

Ongeregelde kruisingen en rotondes hebben de voorkeur boven kruispunten met verkeerslichten. Binnen de bebouwde kom hebben fietsers op de rotonde voorrang. Rood asfalt over kruispunten heen trekken op die kruispunten waarbij de fietsroute in de voorrang ligt (voor zover verkeerskundig mogelijk) Middennaald i.v.m. oversteken: minimaal 3 meter breed. Uitritconstructie bij kruisende woonstraten

Kruispunten met verkeerslichten

Korte en voorspelbare wachttijden bij verkeerslichten voor fietsers door: Conform de nota verkeerslichten Korte wachttijden. - Sterroute fiets: gemiddelde wachttijd 20 seconden. - Hoofdroute fiets: gemiddelde wachttijd 35 seconden. - Recreatieve route fiets: gemiddelde wachttijd 50 seconden Middennaald i.v.m. oversteken: minimaal 3 meter breed.

Verlichting

Maatregelen voor verbetering van doorstroming en comfort, afhankelijk van de mogelijkheden binnen de verkeersregeling: - Detectie op afstand. - Apart fietslicht. - Rechtsaf door rood toestaan. - Voldoende opstelruimte bij verkeerslicht. - Toepassing van een OFOS (Opgeblazen Fiets Opstel Strook) - Combinatie met prioriteit voor het openbaar vervoer - Meerdere keren groen per cyclus (dubbele realisatie) Ster- en stedelijke hoofdfietsroutes: - Langs de gehele route is verlichting aanwezig. -

Sterroutes en stedelijke hoofdroutes over solitaire (niet aanliggende) fietspaden hebben eigen verlichting.

XXII


Strooiregime

De sterroutes en hoofdfietsroutes worden sneeuw- en ijsvrij gehouden.

Bewegwijzering

Sterroutes: Integraal bewegwijzerd. Hoofdfietsroutes: De routes die deel uitmaken van het regionale fietsnetwerk zijn bewegwijzerd. De recreatieve routes: Knooppunten-bewegwijzering.

Overige eisen t.a.v. comfort

Het bieden van beschutting tegen windhinder vooral op viaducten en op grote open stukken. Voorkomen en minimaliseren van hoogteverschillen. Voorkomen van hinder door erfontsluitingen en toegangen naar de toegang tot laad- en loshavens (expeditie)

Onderhoud en werkzaamheden

Spoedig herstel van fietsvoorzieningen in oorspronkelijke kwaliteit na werkzaamheden t.b.v. kabels en leidingen. Goede voorzieningen bij bouw- en wegwerkzaamheden waarbij de fietser niet hoeft af te stappen. Goed onderhouden fietspaden.

XXIII


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.