De vraag is niet wat, maar WAAR De school is waar wij zijn, waar voor ons het leren klopt.
Leren gebeurt niet op een vaste locatie. Als er al vastigheid is dan gaat het om meerdere locaties. Wisselende locaties. Maar vooral tijdelijke locaties
De huidige school denkt binnen de box. Echter we moeten de box oprekken. De school is meer dan een gebouw.
Laten we de box oprekken. De studenten en allle betrokkenen ontmoeten elkaar waar het gebeurt. De school is nu een curator!
We zien dit in het online domein al gebeuren. Miljoenen mensen – niet alleen studenten en leerlingen – leren dingen wanneer ze willen, maar wel gezamenlijk als collectief
Ook de New School Collective leert op deze manier. Met meer dan 1000 followers zijn we al een lerende school, een lerend collectief.
Echter we gaan verder dan het online domein. We moeten, we willen ontmoeten. Pas in combinatie met fysieke ontmoetingen, komen we tot dieper leren. Het maakt maken mogelijk. Het doet een beroep op al je zintuigen. Zoals gezegd we moeten de niet outside the box denken, we moeten de box oprekken!
Een mooi voorbeeld is de Shibuya University – voor WO, maar ook PO en VO en beroeps onderwijs. De stad is het klaslokaal. Dit is waar ik naar toe wilde met de school als curator voor het collectief. In dit systeem, kan iedereen uit het collectief het voortouw nemen. De docent kan zomaar in ‘de klas’ komen te zitten met de studenten wanneer een lokale kunstenaar een workshop verzorgd in zijn atelier. Of een groep studenten worden docenten wanneer ze iedereen meenemen naar hun favoriete museum.
Wat er dan gebeurt is dat de focus verschuift van formeel leren naar – waar het programma wordt opgelegd van boven... naar een meer holistische manier van leren. Mijn ervaring is dat studenten grotendeels uitschakelen zodra ze de school binnen komen. Niet sociaal ondeling natuurlijk, maar wel als het gaat om nieuwsgierigheid, gretigheid, wil om uit te proberen. De schoolmuur lijkt wel een off-switch te bevatten.
Wanneer we de stad als klaslokaal gaan gebruiken. Dan kan je gebruik gaan maken van het echte leven van studenten en andere betrokkenen bij de vraagstukken. Naast formeel onderwijs, geef je ruimte aan non-formeel leren.
Ik ben nu bijna 10 jaar docent en heb ontelbare keren meegemaakt, dat studenten lekker meedraaien in de grote middenmoot, maar waar je de passie niet ziet. En dan ga je in gesprek. Dan blijkt dat de een van de studenten bijvoorbeeld finalist is van het EK League of Legends, ...dat ze uren per week dansen voor Kunstbende, ...dat ze door graffiti spuiten interesse voor Banksy hebben ontwikkelt, ...dat ze eigen Youtube kanalen beheren, ...dat ze fotograferen, ...dat ze websites bouwen voor lokale ondernemers. Allemaal met skills die ze buiten de schoolmuren hebben opgepikt. Soms door een les te volgen in het buurthuis, of bij een vereniging, maar vaak ook gewoon door experimenteren, door trucs en moves na te dansen van Youtube, door toevallige ingevingen wanner je samen bent. Als we dat nu eens konden waarderen. De kaders zo oprekken dat dat ook de school is. Dat is wat Moravec ‘invisible learning’ noemt; leren gebeurt overal en accepteer dit, laat het gebeuren en deel het. De school als curator. De stad als klaslokaal
Hoe geven wij vorm aan deze vorm van collectief leren? Hoe verder in onze stad als klaslokaal? Laten we verder inzetten op ontmoeten op verschillende locaties, met verschillende partijen. Samen werken aan vraagstukken die naar boven komen drijven. Of we nu met een paar mensen af en toe kantoor houden op het Eiland van Brieneoord, of we nu met 25 man een 24 uurs sessie doen in een school, of we doen met 100 man mee aan een meetup of unconference, of we doen met 3 man een bakkie bij Booon‌ ... Het gaat erom dat we gezamenlijk blijven leren op de plekken waar het leren klopt. Soms met een paar, soms met heel veel. Soms in een school, soms virtueel, soms ergens in de stad. Of zelfs in een bus die door Europa tourt.
Onze naam zegt het al. Onze acties spreken boekdelen. Wij zijn het collectief. De stad is ons klaslokaal!