Jubileumboek
100 jaar Andreashof 1910
2010
Dit jubileumboek is tot stand gekomen met hulp van vele (oud-)leerlingen, -leerkrachten en anderen die in de afgelopen 100 jaar betrokken zijn geweest bij de Andreashof, voortgekomen uit de vroegere Andreasschool, de Theresia van Avilaschool, de Theresia kleuterschool en de Kleuterhof. De redactie heeft getracht alle ingezonden foto’s, illustraties, anekdotes, verhalen, interviews en ingezonden brieven zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen in dit boek. Wij hebben daartoe zeer ons best gedaan alle namen, jaartallen en gebeurtenissen op de juiste manier en in de juiste tijdgeest te plaatsen. Wij hopen echter dat u ons eventuele onvolkomenheden vergeeft. Wij danken u enorm voor alle medewerking, bijdragen en inzendingen. Redactieteam Jubileumboek Š Overname of verspreiding van delen uit dit boek is toegestaan, mits onder bronvermelding.
Inleiding Honderd jaar is uiteraard een immense periode. Niemand kan in een leven zo’n periode volledig overzien, laat staan daaraan in evaluerende zin een bijdrage leveren. De school in Kwintsheul is vast en zeker altijd een sociaal middelpunt geweest in de gemeenschap. Een plek voor sociale ontmoeting. Zo’n plek was het, is het en zal het waarschijnlijk altijd blijven. De Andreashof is niet altijd één school geweest. De huidige school is ontstaan uit de Andreasschool en de Theresia van Avilaschool. De eerste directeur van die nieuwe samengevoegde school was de heer Jacques Berkhout. Hij is nog steeds de schoolleider. Samen met het team heeft hij jarenlang vorm en inhoud gegeven aan het gedegen onderwijs in Kwintsheul. De nieuwe school groeide uit tot een zeer grote school in de jaren ‘90. Ruim 400 leerlingen! Inmiddels is het aantal iets gezakt. Honderd jaar onderwijs betekent ongetwijfeld een rijke historie. Hierop zal in dit jubileumboek en tijdens festiviteiten veelvuldig worden teruggeblikt. Maar ook de toekomst is belangrijk. De Andreashof heeft de mogelijkheid om uit te groeien tot een betekenisvolle Brede School. Een school waarin het onderwijs steeds met passie wordt verzorgd. Een school ook die samenwerking zoekt met diverse maatschappelijke partners. Het bestuur van de WSKO ziet voor de Andreashof een mooi perspectief. Het is een school die met z’n tijd is meegegaan en die de komende 100 jaar z’n waarde zal blijven bewijzen. Wij wensen alle betrokkenen van de Andreashof een prachtig jubileum toe en een geweldige toekomst! College van Bestuur WSKO Chris Stapel
3
100 jaar Andreashof
O
p rk basisschool de Andreashof maken kinderen al 100 jaar de eerste belangrijke stap in de maatschappij. Ooit startten we als Andreasschool, gevestigd in een indrukwekkend gebouw naast de kerk.Vanaf 1983 begon de Andreashof naast Quintus in een prachtig nieuw gebouw. Kerk, tuinbouw, school en sport hebben samen heel lang de sfeer bepaald in Kwintsheul en het is fijn, dat dit voor een groot deel nog steeds zo is. In de jaren ‘80 kwamen de kleuters van de Kleuterhof erbij en natuurlijk de kinderen van de Theresia van Avillaschool. Ooit waren de jongens en de meisjes immers gescheiden over twee scholen. Alle kinderen zaten vanaf nu in hetzelfde gebouw. Klaar voor een toekomst met elkaar! Al deze veranderingen hebben door de jaren heen een positieve uitwerking gehad op de kwaliteit van het onderwijs in Kwintsheul. Daar zijn we allemaal trots op! Want wat is er nu belangrijker dan kinderen een goede start geven in de steeds sneller veranderende maatschappij. In de toekomst zal dit vragen om nog meer samenwerking en wellicht leiden tot een Brede School Kwintsheul, waarin onderwijs, zorg, sport en cultuur naast elkaar bestaan. Het is aan de school te merken, dat Kwintsheul een kleine, rustige gemeenschap is. Een dorp, dat z’n zaakjes graag voor elkaar heeft. ‘Voor elkaar’ was, als je terugblikt, het motto van de afgelopen 100 jaar. En laten we dat zo houden. Laten we allemaal zorgen, dat de Andreashof in Kwintsheul ‘voor elkaar’ blijft en mag dit jubileumboek hiervoor een inspiratiebron zijn. Veel plezier ermee! Jacques Berkhout, mei 2010
Jacques Berkhout directeur Andreashof [1985-2009]
Schoolhoofden en directies door de jaren heen Sint Andreasschool: 1910-1918 dhr. Zeegers 1918-1944 dhr. J. Zaat 1945-1969 dhr. M. van Beers 1969-1984 dhr. J.Th. Smeele Theresia kleuterschool: 1926-1966 Zusters van de Voorzienigheid 1966-1967 mw. J. Zwinkels 1967-1985 mw. J.J.H.M. Kanis-v.d. Zanden Theresia van Avila lagere school: 1932-1967 Zuster Anselma Zuster Jacobi Zuster Beatrijs Zuster Romana 1967-1984 dhr. W. Teijink 1984-1985 dhr. J.C.M. Berkhout Kleuterhof: 1965-1967 mw. W. v.d.Voort 1967-1980 mw. B. de Rijk-van As 1980-1984 mw. M.H.G. Wilmer-van Houdt
Andreashof (lagere school en kleuterschool in één gebouw) 1984-1985 dhr. J.Th. Smeele (hoofd lagere school) mw. M.H.G. Wilmer-van Houdt (hoofdleidster) Theresia Basisschool: 1985-1988 dhr. J.C.M. Berkhout (directeur) mw. J.J.H.M. Kanis-v.d. Zanden (adjunct directeur) Andreashof (basisschool): 1985-1988 dhr. J.Th. Smeele (directeur) mw. C.M.J. Posthoorn (adjunct directeur) 1988-2005 dhr. J.C.M. Berkhout (directeur) mw. C.M.J. Posthoorn (adjunct directeur) vanaf 2005 dhr. J.C.M. Berkhout (directeur – integraal schoolleider) mw. C.M.J. Posthoorn (plv. directeur/bouwcoördinator) mw. M.L. Reijgersberg-van Niekerk (bouwcoördinator bovenbouw [5 t/m 8]) mw. I.M.J.W. Smits (bouwcoördinator onderbouw [1 t/m 4])
Andreashof en WSKO De Andreashof is een katholieke basisschool midden in het dorp Kwintsheul in de gemeente Westland. De directe buren zijn sportfederatie Quintus, de bibliotheek, peuterspeelzaal Drie Turven Hoog en kinderdagverblijf Trumpy. Sinds het schooljaar 1997/1998 hoort de Andreashof bij de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Westland (SKPOW), samen met negen andere Westlandse scholen. Sinds 1 april 2006 is deze stichting samen met de andere Westlandse schoolstichting SKPO gefuseerd tot de Westlandse Stichting Katholiek Onderwijs, de WSKO. Onder de WSKO vallen op dit moment negentien basisscholen, waaronder de Andreashof.
Het gele boekje
H
et schoolgidsje was ooit bedoeld als kennismaking voor nieuwe gezinnen. Maar inmiddels is het uitgegroeid tot hét ‘gele boekje’. Een soort wetboek dat binnen én buiten de school wordt gehanteerd. Dat maakt het niet altijd makkelijk om het samen te stellen. Wilden leiding en bestuur eerst gewoon vriendelijk de weg wijzen binnen de Andreashof, tegenwoordig moet een schoolgids aan talloze voorwaarden voldoen en moeten woorden meer en meer zorgvuldig worden afgewogen. Natuurlijk probeert het ‘gele boekje’ zoveel mogelijk aan die eisen te voldoen. Maar het is ook en vooral nog steeds een middel dat een indruk wil geven van het reilen en zeilen op de Andreashof. Een middel dat elk jaar weer met plezier door leiding en MR wordt gemaakt. PS: In verband met het 100-jarig bestaan is de lay-out van het ‘gele boekje’ in het jubileumjaar 2009-2010 van ‘geel’, naar ‘Ot en Sien’ verschoven. Zonder dat de naam mee verschoof, overigens. Leerlingen en ouders noemen het gidsje nog steeds het ‘gele boekje’. En dat zal waarschijnlijk nog lang zo blijven.
Een bijzondere traditie Nog steeds zingen leerlingen en leerkrachten van de Andreashof tijdens bijzondere gelegenheden een schoollied dat jaren geleden speciaal is gemaakt door Jacques Berkhout en Eg Paalvast op de melodie van het Zuid-Hollands volkslied.
ANDREASLIED Het Westland met je kassen de huizen van glas Vol bloemen en vol groente, daar weet je pas Dat je er thuis bent, veilig en tevree Daar wo-o-nen mijn vrienden, daar is het oké! Ons Kwintsheul, ons dorpje, je speelt op het plein De brug over ’t water, het is hier nooit te klein In ’t Heultje aan de Leeuwerik staat ons gebouw De vlaggen zullen wapp’ren, met kleuren geel en blauw We leren en werken, de toekomst tegemoet Zodat we kunnen leven, vol goede moed Door lezen en taal en rekenen bovendien Kan je het leven aan, dat zul je zeker zien Andreas was een visser, uit vroegere tijd Een bootje met een zeiltje, de weg nooit kwijt De golven hevig bonkend, de storm wakkert aan Zag je hem met Petrus op de voorplecht staan? Je leert ons te werken, met dubbele moed Wij volgen je altijd, zo gaat ‘ie goed! REFREIN Ik houd van Andreas, mijn basisschool, hier in de Heul Aan jou, oh Andreas, heb ik mijn hart verpand!
Er was eens… een kleine dorpsschool in Kwintsheul
M
eer dan 100 jaar geleden was Kwintsheul verdeeld over drie gemeenten: Monster, Wateringen en Kwintsheul. De gemeentegrenzen liepen dwars door het dorp en wie de pech had een been te breken op de Kerkstraat in de gemeente Monster, moest wachten op de dokter uit Monster, ook al woonde de dokter uit Kwintsheul veel dichterbij. Het onderwijs werd in die tijd gegeven vanuit de openbare school, gevestigd aan de Heulweg, in het gebouw waar later Nederland 3 zat. Een gebrek dat zich in de parochie hoe langer hoe meer deed voelen, was het gemis van een katholieke school. De meisjes gingen gewoonlijk naar Wateringen, op de zusterschool. Ook de bewaarschoolkinderen maakten die dagelijkse tocht, die in de winter vooral bezwaarlijk kon zijn. De jongens bezochten vaak de openbare school.
Toen pastoor Vorkotter in Kwintsheul kwam, maakte hij al snel plannen voor een eigen katholieke dorpsschool. In 1907 waren die plannen gereed, maar er kwam geen vergunning omdat de geldmiddelen nog niet op orde waren. Dus werden er nieuwe plannen gesmeed, nu voor het binnenhalen van de benodigde schoolgelden. En het bleef niet bij plannen, er volgden ook acties. De verkoop van bloembollen deed bijvoorbeeld een behoorlijke duit in het zakje. Toch duurde het nog twee jaar voordat de financiën echt rond waren. Maar op 13 oktober 1909 verleende de gemeente Wateringen dan toch de vergunning tot het oprichten van een schoolgebouw en aangrenzende onderwijzerswoning. De bouwkundige Strijk kreeg de opdracht om het nieuwe gebouw voor de katholieke dorpsschool in Kwintsheul te gaan bouwen. Kosten: ƒ 21.142,00!
Onderwijs in Nederland Voor 1900 waren kinderen in Nederland niet verplicht om naar school te gaan, maar per 1 januari 1901 veranderde dat. Met ingang van deze datum ging namelijk de eerste leerplichtwet in Nederland in.Volgens deze wet moesten kinderen van 6 tot 12 jaar verplicht onderwijs volgen.Voor sommige kinderen werden nog uitzonderingen gemaakt, zoals voor boer- en tuinderskinderen tijdens de oogsttijd. En dochters mochten in die begintijd ook thuis blijven om mee te helpen in het gezin.
Leerlingen Andreasschool in 1910
Leerlingen Andreashof in 2010
Vanaf 1910 gingen er 130 leerlingen en 60 bewaarschool kinderen (kleuters) naar de Andreasschool in Kwintsheul. De bewaarschool duurde twee jaar, de leerschool (lagere school) aanvankelijk zes, maar later soms ook zeven of acht jaar. Er zaten gemiddeld 45 kinderen in één klas.
Wat vonden de leerlingen ‘van toen’ van hun school?
Dhr. Henk Raaphorst (1920):
Dhr. Henk van Steekelenburg (1931):
“Ik ging in januari 1926 naar de Andreasschool. In de 3e en 4e klas zat ik bij meester Dijsselbloem. Toen ik eens met mijn katapult erwten wegschoot op het speelplein, kwam een erwt op zijn hoofd terecht. De katapult moest ik toen afgeven. Maar ik wou ‘m wel terug. Ik haalde in die tijd om 12 uur altijd melk voor de meester bij Joor Thoen. Toen ik de melk gaf, vroeg ik gelijk m´n katapult terug en ik kreeg ´m ook. Meester Dijsselbloem was trouwens best royaal, want hij had ‘s zaterdags altijd een zakje bonbons, die hij (zei hij) van z´n moeder kreeg en die hij om de beurt aan ons uitdeelde. Van m´n rapport in de 5e klas weet ik nog dat ik allemaal negens had, maar voor gedrag en vlijt een zes. Meester Beijk had erbij geschreven:`Dat moet ook een 9 worden`. Zelf zat ‘ie vaak te slapen voor de klas!”
“We hadden vooral maling aan de Duitse les, die verplicht een paar maal in de week opgelegd was. Zeiden we: ich bin Peter du bist Paul ich bin flijszig du bist faul en daar maakten we steeds wat anders van. Ook gymmeester P. van Dam moest het meestal ontgelden, omdat we die rare oefeningen niet zo zagen zitten. Verder weet ik nog dat de hoofdmeester een keer een jongen in de klas nazat. Die jongen ging naar buiten, sprintte de gang op en de meester struikelde over het drempeltje en lag languit in de gang…”
Dhr. Piet van Marrewijk (1929): “Op de eerste dag dat ik gebracht werd als kleuter op de bewaarschool kreeg ik een plaats op de een-na-achterste bank. Naast mij kwam Tinus Thoen van de timmerman. Achter ons stond een stapel schotels (plakschotels). In de loop van de ochtend gebeurde het. Waarschijnlijk heb ik met mijn ellebogen de schotels geraakt. Alle schotels kapot… De zuster boos! Het ergste was: ik moest als 5-jarige vervolgens de hele familie af om om schotels te bedelen. Weet jij hoe ik me toen voelde…”
Mw. Ria Raaphorst (1952): “In de 4e klas van de Theresia van Avila trouwde juffrouw Zuiderwijk met de zoon van burgemeester Meissen. Dat vond ik wel bijzonder. Zeker omdat we erbij mochten zijn en een musical opgevoerd hebben. In de 6e klas (1964-1965) heb ik samen met Nelly Enthoven en Henny Duindam in de klas van meester Beers gezeten, bij 21 jongens. Ter voorbereiding op de middelbare school. Het was voor mij een heel gezellig jaar, waarin leren niet op de voorgrond heeft gestaan. Ik weet nog, dat we een dag les hebben gehad op de Theresia van Avila. Daarin leerden we de werking van communicerende vaten. Na mijn schooljaar zijn er geen meisjes meer naar de Andreasschool geweest.”
Dhr. Jan H. van der Knaap (1929): “Ik weet nog dat we twee weken krentverlof hadden en dat we elke zaterdag tot 12 uur naar school gingen. Het Heilig Hart-beeld dat naast de trap op de begane grond hing, was bijeen gespaard door alle leerlingen van de school. De meeste kinderen hadden het niet breed, maar wisten toch enkele centen per maand naar school te brengen. Hoofdmeester Zaat was ook directeur bij de Boeren Leenbank.”
Mej. G. van der Valk (1923): “Wij zijn met ons negenen op ’t Andreasschool geweest, vijf jongens en vier meisjes en één jongen van tien jaar is toen overleden. Hersenvliesontsteking. Wij moesten elke dag lopen naar school. Op klompen, een half uur. Maar soms mochten we meerijden met de paard en wagen van Staalduinen, een boer aan de Mariëndijk. Tussen de middag gingen we naar de veiling aan de Lange Watering. Dan kregen we een tomaat.”
Andreasherinneringen Aan het gebouw:
• Een heel oud, tochtig schoolgebouw naast de kerk en het kerkhof; • Was er een uitvaart, dan kon het speelkwartier niet doorgaan, de begrafenisstoet liep immers dwars over de speelplaats; • Het huis van Hans Smeele naast de school, waar we geregeld met de leerkrachten aanlandden om met elkaar de dag nog even door te nemen onder het genot van de zelfgebakken cake van Corrie, zijn vrouw; • De kleine, maar o zo knusse personeelskamer, soms blauw van de rook! • De verbouwing binnen de school – de houten trap moest vervangen worden door een stenen trap … klas 5 kreeg les in Nederland 3 en klas 1 met juf Fieke van Vree verhuisde naar de kleuterschool op de speelplaats; • Tafeltjes met inktpotjesvakjes, waarmee je zo heerlijk kon schuiven; • De vulkachels, die ’s morgens gevuld werden met kolen en waarbij de leerlingen de hele dag de vulbeurt hadden; • Later kwamen er in iedere klas oliekachels en als er te veel olie in zat, stonk de hele klas; • Nog later kwam de centrale verwarming, met die “gemene” verwarmingsplaten aan de kant.
Aan de lessen:
Aan de mensen:
• Gezelligheid, zowel met collega’s als met de kinderen; • Hans Smeele die extra verwend werd door zijn vrouw Corrie, die alleen hém een kopje thee kwam brengen, bij de andere leerkrachten werd de thee gebracht door de kinderen uit de zesde klas; • De romance tussen juf Van Vree en meester Kees Smeele…, • Het feest van Hans, Kees en Fieke Smeele, samen goed voor 75 jaar onderwijs, met het feest voor de kinderen in Nederland 3 in Kwintsheul; • Pastoor Perquin met de koetjesrepen die Godsdienstles kwam geven in de zesde klas; • Zuster Van der Meer, die kwam inenten op school, de kinderen huilden en zagen dan erg witjes; • Kleuterjuf Irma die het zo ongezellig vond om in de dependance Kerstfeest te vieren dat ze de boom oppakte en met versierde boom en al naar de overkant liep!
• Handenarbeid – de jongens en de meisjes apart - werd gegeven in het houten kleuterschooltje aan de overkant van de speelplaats; • Handwerken voor de meisjes: met borduren, breien met katoen …; • Zwemles: op de fiets, vanaf klas 3, naar het openluchtzwembad in Wateringen, brrr…. zo koud; • De aardrijkskundemethode in de derde klas, waarin kabouter Pim op reis ging …; • De gymlessen in de gymzaal aan de Raaphorst, waar nu Albert Heijn is; • Leren lezen met de methode Leesfeest, over de avonturen van Bas en Toos en Joep de poes; • Later de leesmethode boom, roos, vis en de spelletjesmiddagen met de moeders; • Niveaulezen met de leesmoeders in de gang; • Woordjes lezen (Brus test, is nu DMT) in het kamertje, reuzespannend … of je wel vooruit was gegaan; • Middagspeelkwartier, alleen voor de klassen 1 en 2, de juffen keken vanuit het raam of alles wel goed ging.
Aan gebeurtenissen en situaties:
• De schooltandartsbus… en de kinderen die met het fluorbakje in de gang zaten; • De ramen, die open vlogen als het stormde. Later werden er voorzetramen geplaatst, waardoor de ramen helemaal niet meer open konden. De ‘frisse lucht’ kregen we door het ventilatiesysteem…; • Kerstviering in de Kerk samen met pastoor Perquin; • De schoolreisjes naar Duinrell, Ouwehands Dierenpark, Artis, Blijdorp, Drievliet; • Elastieken op die hele grote speelplaats, waar veel kinderen aan meededen; • De Eerste Heilige Communie in de tweede klas, waarbij de voorbereidingen op school werden gedaan. Toen deed iedereen in de klas nog communie, zelfs de pastoor hielp met de voorbereidingen; • Voetballen op het schoolplein was ten strengste verboden, maar toch… oude schoolplaten werden gebruikt om voor de kapotte ruiten te zetten; • Musical van de kinderen van klas 6 samen met de Theresia van Avilaschool in de Kastanjehof.
Aan de Kleuterhof:
• De eerste vergaderingen met de leidsters van de Kleuterhof; • Gezamenlijke vergaderingen met de Theresia van Avilaschool; • Vanaf augustus 1980 werd er gewerkt met een nieuw team, waarbij Mirjam Wilmer hoofdleidster was. Zij nam deze taak over van mevr. De Rijk; • Renée Dauwerse werkte toen al vier jaar op de Kleuterhof, Jolanda Ton-Damen kwam erbij als voorlopig vervangster van mevr. Berendse; • Zo begon een vrij nieuw team op de Kleuterhof met leuke gezamenlijke feesten zoals Sinterklaas, Kerstviering met ouders en Carnaval en was er elke donderdagochtend kijkochtend en spelletjesmiddag, 1 keer per 2 weken; • De kleuterleidsters verzorgden de vele doopvieringen van de broertjes en zusjes in de kerk; • In 1981-1982 kwam de samenwerking met de Andreasschool goed op gang; • Op 11 februari 1983 werd de eerste paal geslagen van de nieuwe Andreashof, waarin de Andreasschool en de Kleuterhof samengingen.
Lagere schoolklas 1937 – Arend Kuijpers (1927)
Corrie van der Zanden (1926) met twee broers
Vijf broers Kuijpers Arend, Wim, Chris, Piet en Leo
vlnr: Rein, AndrĂŠ, Piet en Nic van der Zanden
Mariaprocessie 1929-1930
1910-1930
1910-1930
De Andreasschool groeit
P
recies op 1 juli 1910 is de rooms-katholieke Andreasschool ingewijd door pastoor Vorkotter.Vanaf dat moment konden in Kwintsheul 130 leerlingen en 60 bewaarschool kinderen (kleuters) naar school. De school heette in die tijd officieel ‘leerschool en bewaarschool’. Pas later kreeg de Andreasschool de benaming ‘lagere school’.
Hoewel de kostprijs van de bouw (ruim 21 duizend gulden) in onze tijd een schijntje lijkt, verrees in 1910 voor dat bedrag een indrukwekkend schoolgebouw. De nieuwe Andreasschool aan de Kerkstraat 20b lag pal naast de Andreaskerk en bestond uit zes lokalen, verdeeld over twee verdiepingen. Klas 1, 2 en 3 zaten beneden, de klassen 4, 5 en 6 zaten boven. De hoofdingang zat aan de voorzijde. Naast de kerk was nog een ingang. Die ingang gaf toegang tot de bewaarschool en de naaischool. Er was ook een bibliotheek en de bijbehorende onderwijzerswoning was direct aan de school vast gebouwd. De school werd verwarmd door kolenkachels, die elke ochtend vroeg door het hoofd van de school moesten worden aangestoken. Die eer kwam als eerste toe aan Piet Zeegers, de eerste onderwijzer in Kwintsheul. De heer Zeegers, bijgenaamd ‘rooie Piet’, zou tot en met 1918 hoofd van de Andreasschool zijn. De eerste onderwijzeres was juffrouw Van Dijk. De Andreasschool was aanvankelijk een gemengde school. De jongens zaten aan de ene kant van het lokaal, de meisjes aan de andere kant. En het was behoorlijk vol. Want in elke klas zaten zo’n 45 à 50 kinderen. Allemaal aan houten banken met een inktpot in het midden. Op het schoolplein werd vooral gehinkeld, of met de bal of hoepel gespeeld. Alle kinderen kwamen lopend op klompen naar de school. De jongens droegen een blouse en een kniebroek met lange kousen. De meisjes hadden een wijde rok aan, soms met een schort er overheen en ook kniekousen. Opvallend genoeg waren de kousen in die tijd altijd zwart. Kinderen die ’s ochtends – voor schooltijd – naar de kerk waren geweest, mochten in de klas hun brood opeten. Ze konden bij de hoofdmeester een kopje warme thee krijgen voor 2 cent. Ook op zaterdagochtend was er school. Jarenlang hebben veel leerlingen elk jaar krentverlof gekregen. Er werd dan thuis de hele dag hard meegeholpen op het land. Als de drukste tijd voorbij was, ging je gewoon weer naar school. In 1925 werd de Mariastichting opgericht voor de zorg aan de bejaarde mens. De Zusters van de Voorzienigheid kregen hierover de leiding. Het zijn diezelfde Zusters van de Voorzienigheid die een jaar later, in 1926, namens de stichting St. Theresia een aparte kleuterschool openen in Kwintsheul. Dat is de start van de Theresia kleuterschool, gevestigd aan de Kerkstraat, pal tegenover de toenmalige Andreasschool.
Wist u dat… De hoogste klassen al heel vroeg op schoolreis gingen? Hier was het hele jaar driftig voor gespaard. Met paard en wagen werden de leerlingen naar het station in Delft gebracht en dan vertrok het hele stel met de trein naar Rotterdam voor een bezoek aan Dierentuin Blijdorp. Best avontuurlijk in die tijd…
Van 1919 tot 1945 was J.H. Zaat de bovenmeester op de r.-k. school in Kwintsheul. Zijn zoon Tom Zaat (74) haalde in de krantenrubriek Ouder Westland talloze herinneringen op aan zijn vader. Een compilatie.
1910-1930
Meester Zaat was één met de Heul Meester Zaat was eraan gewend, dat er naar hem werd geluisterd. Als een van de notabelen was hij in het dorp een man van gezag. Op straat groette men hem met een – in toon oplopend – ‘Meestúr!’, al dan niet met de vinger aan de pet. Als hij over straat liep en ergens iets zag gebeuren wat in zijn ogen niet hoorde, dan riep hij de boosdoener tot de orde. Wanneer hij thuis door het raam keek en zag dat een paar jongens achter een paardenwagen hingen, gaf hij met zijn ring een driftige roffel op de ruit. Daarop maakten ze gauw dat ze wegkwamen. Liep er een dronken man door de Kerkstraat te waggelen met sarrende jeugd achter zich aan, dan ging hij prompt naar buiten en dreef ze boos uit elkaar. Toen meester Zaat een keer ‘dat grietje van Strik’ met een jongen zag lopen, riep hij haar toe (wel met een glimlach, maar tóch): ‘Strikkie, Strikkie: vijftig regels: Ik mag nog niet met een jongen lopen’. Strikkie zei niks, maar liep met haar vriendje snel het Groenepad af. Jaren ‘20 Meester Zaat was niet gewend aan tegenspraak. Hij was een eenvoudig man. En sociaal, zonder kapsones. Daarom was hij bij iedereen gezien. Hij ging met honderden mensen om en was geïnteresseerd in ieders wel en wee. “Bovenal was hij
verknocht aan de Heul. Ja, in zekere zin was het dorp van hem”, vertelt Tom Zaat. Zijn vader herinnert hij zich niet alleen als ‘politieagent’, maar ook als fotograaf. Hij beschikte als enige over een camera. Verder was hij voorzitter van het Wit-Gele Kruis, secretaris van het schoolbestuur en van de voetbal- en kiesvereniging, verzorger van pupillen van de reclassering en dirigent van het koor in de kerk. Rond 1920 wilde een groepje Heulenaars bij de bovenmeester boekhouden leren. Zij volgden zijn lessen, maar af en toe brainstormden zij ook over iets heel anders. Namelijk over het oprichten van een Heuls muziekkorps. Na veel beraad hadden ze een plannetje uitgewerkt. Dat kwam mijnheer pastoor ter ore, die er niet in gekend was… Hij torpedeerde het hele idee in het openbaar vanaf de preekstoel. Het oprichten van een katholieke vereniging was zíjn werk.
Jaren ‘30 Begin jaren ‘30 zag bovenmeester Zaat met lede ogen aan dat ‘zijn’ gemengde r.-k. school werd gesplitst in een jongens- en een meisjesschool. Hij had ook moeite met het feit dat er na de zesde klas helaas niemand in het dorp de gelegenheid kreeg om door te leren. Het lukte hem maar niet daar verandering in te brengen. Alleen een priesterstudent, die ‘op studie’ ging, kon de Heul verlaten. Maar zonder roeping moest ook de knapste kop onverbiddelijk de tuin in. Daarom week meester Zaat vaak af van het leerplan, want hij wilde de jongens nog zoveel mogelijk meegeven over de maatschappij: postwissels invullen, spoorboekje lezen, telefoonnummers opzoeken. Jaarlijks regelde meester Zaat voor de zesde klas een schoolreisje, zoals een Spidorondvaart in de Rotterdamse havens. Als kinderen door geldgebrek niet mee konden, zorgde hij voor een oplossing. Hij las zijn zesde klas ook graag voor. Zowel met afschuw als met opluchting luisterden de leerlingen naar de belevenissen van ‘Tecumseh de Bergleeuw’ en ‘Snelvoet en Pijlkind’. Dat voor-
lezen was voor velen een heerlijke afsluiting van de schooldag. Jaren ‘40 In de hongerwinter lag de school stil. Piet Knaap moest weg bij de brug, hij kruidenierde verder in een leeg schoollokaal. Terwijl niemand meer stroom had, wist meester Zaat heimelijk bij de kerk een kabel aan te boren waar nog spanning op stond, zodat er in het diepste geheim op Kerkstraat 12 toch licht was via het net van de school. Voor enige Heulenaars werden accu’s gevuld. Op de schoolzolder werd het verboden nieuws van de BBC over oprukkende geallieerden beluisterd. Kees Thoen, Piet Knaap en Piet van der Helm genoten daarvan mee. Maar ze doken wel onder toen Nel Raaphorst kwam waarschuwen voor een razzia. Meester Zaat heeft de overwinning van de geallieerden niet mogen meemaken. En het Zweedse wittebrood heeft hij niet mogen proeven. Meester Zaat overleed op slechts 50-jarige leeftijd. Maar de Heul is wel zijn lust en zijn leven geweest. En er wordt nu nog steeds over hem gepraat!
Meester Zaat (rechts)
Familieportret
1910-1930
Vier generaties Helleman-Zuiderwijk
T
ussen de 89-jarige Corrie Helleman-Vis en haar 10-jarige achterkleinzoon Jelle Zuiderwijk zit een wereld van verschil. De overeenkomst? Jelle, zijn moeder Linda, zijn oma Corrie en zijn overgrootmoeder Corrie zaten alle vier op de Heulse basisschool.
Dezelfde school
Terwijl Jelle (nu groep 7) de laatste keer op schoolreisje ging naar Drievliet, ging zijn overgrootmoeder Corrie Helleman-Vis lang geleden op schoolreisje naar de moeder van meester Zwaard, die net buiten Den Haag woonde. Ze spaarden hiervoor elke maandag 1 cent. Met Sinterklaas kreeg Corrie twee speculaasjes en twee suikergoedbeestjes. De Sint doet Jelle inmiddels een groter plezier met een computerspel. Tijden veranderen, en het onderwijs ook, maar de plaats van de school veranderde niet. Ook de dochter van Corrie, Corrie Smits-Helleman geheten en háár dochter, Linda Zuiderwijk, gingen in Kwintsheul naar de basisschool.Vier generaties op een rij op dezelfde school!
Kook- en naailes
De omstandigheden, locaties en namen veranderden natuurlijk in de loop der jaren. Zo zat de 89-jarige Corrie nog op een gemengde school, de Andreasschool geheten. Haar dochter Corrie ging in de vijftiger jaren naar de Theresia van Avilaschool, een typische meisjesschool. “Kennelijk besloot het bisdom op enig moment dat jongens en meisje gescheiden naar school moesten”, verklaart de jongste Corrie. Later kwam alles weer bij elkaar, met als resultaat de huidige Andreashof aan de Leeuwerik in Kwintsheul. Hoe het onderwijs er in de tijd van de oma van Jelle uitzag? “Ik kreeg kook- en naailes van zuster Paschalis”, vertelt Corrie. Jelle, die niet beter weet dan dat het schoolgebouw vol computers staat, grinnikt. Voor de eerste twee generaties van de familie Helleman was doorleren er sowieso niet bij. “Je ging thuis je moeder helpen. Met mijn elfde werkte ik al”, vertelt Corrie Helleman-Vis. Dat lot was ook haar eigen dochter beschoren. “Er waren veertien kinderen thuis. Druk zat dus.”
Met schoenen naar school
Pas bij de derde generatie kwam daar verandering in. Linda Zuiderwijk, kleindochter van de 89-jarige Corrie en dochter van Corrie Smits ging naar de MAVO en MEAO. Of ze haar bevoorrechte positie ten opzichte van haar moeder en oma besefte? “Nee, want in die tijd was dat heel gewoon.” Net zo gewoon als dat Linda elke dag op schoenen naar school ging en haar oma niet. “Ik deelde de schoenen met mijn broer. De ene dag mocht hij met schoenen naar school, de andere dag ik”, vertelt Corrie. “We hadden niks, maar waren toch blij.” Toeval of niet, zowel Corrie, haar gelijknamige dochter en kleindochter Linda bleven in Kwintsheul wonen en gingen er, net als achterkleinzoon Jelle, naar school. En ze zijn het er alle vier dik over eens. Het was en is een leuke school. “Ik heb niet eens naar een andere school voor Jelle gekeken”, lacht Linda. “De kleuterjuf die ik zelf ooit heb gehad, Mirjam Wilmer, heeft Jelle weer in groep 3 gehad. Leuk toch?” © Dit artikel is eerder in iets andere vorm gepubliceerd in De Westlander, maart 2010.
vlnr : Corrie Helleman-Vis, Corrie Smits-Helleman, Jelle Zuiderwijk, Linda Zuiderwijk.
1910-1930
Geen religieuze leerkracht te verkrijgen! Op 1 juli 1910 werd de Andreasschool officieel geopend. Het Kerkbestuur van de Andreasparochie te Quintsheul, onder leiding van Pastoor Vorkotter, was in die dagen de grote drijfveer achter de bouw van de school.Toch ging niet alles direct van een leien dakje, zo blijkt uit de notulen van de vergadering van het Kerkbestuur d.d. 3 februari 1909. Tot zijn leedwezen moest de Voorzitter (Pastoor Vorkotter) bekennen, “[...] dat alle pogingen om religieuze leerkrachten te verkrijgen mislukt waren. Daar echter het oprichten van een eigen R.K.-school meer en meer noodzakelijk wordt, wint hij het gevoelen der vergadering in omtrent een school met leeken onderwijs, wel er op wijzende, dat hebben wij eenmaal leeken onderwijzers aangenomen, we later vermoedelijk niet zonder groote offers ons van hen zullen kunnen ontslaan, om religieuzen in hun plaats te stellen.”
Het leesplankje uit 1910 Het allereerste leesplankje waarmee kinderen leerden lezen dateert van 1897. Het leesplankje van Hoogeveen had twee rijen met plaatjes en was ontwikkeld door hoofdonderwijzer M.B. Hoogeveen uit Stiens.
Geliefde juffrouw Bertha Tot circa 1915/1916 gaf ene juffrouw Bertha van Dijk les aan de Andreasschool. Dat zij een geliefde juf was, bleek uit een prentbriefkaart aan haar gezonden door een Heulse leerlinge met dezelfde naam, Bertha van Paassen:
L
ieve juffrouw, ‘Ik laat u weten dat ik nog frisch en gezond ben, dat ik den 15 april mijn plechtigen communie doet en dat mijn ouders naar omstandigheid nog vrij goed maken en dat ik den 16 october een zusje gekregen hebt. Cornelis is van school en Jan gaat naar school. Er zijn nu tegenwoordig zes klassen en ik ga komende jaar van school. Het spijt mij dat u van ons school ben. Hartelijke groete van B. van Paassen en allen.’
De kleuterklas van zuster Laurentia (1927) In het gebouw van de Mariastichting maakten 4- en 5-jarigen vanaf 1927 voor het eerst kennis met het onderwijs onder de bezielende leiding van de Zusters der Voorzienigheid. De kleuters hielden zich niet bezig met rekenen of taal, maar plakten, kleurden en tekenden er op los in afwachting van hun entree op de ´grote school’. Op de foto: de klas van de in het zwart gehulde zuster Laurentia die – om de kosten te drukken – ook andere kinderen uit eenzelfde gezin onder haar hoede had. Saillant detail: Tegelijk met de aanvang van het onderwijs voor de kleuters in Kwintsheul werden voor de eerste keer de elektrische straatlantaarns ontstoken. Daarmee was de tijd dat een handvol petroleumlichtjes het piepkleine centrum van het dorp ´s avonds verlichtte voorbij. En verdween en passant het beroep van lantaarnopsteker. De kleuters van voor naar achteren op de rechter rij: Plonie Bom, Willie Janszen, Greet van Vliet, Agie Kuypers, Bep Boeters, Agatha van der Zanden. Rij twee: Jo Zwinkels, een meisje uit de familie Vis, Corrie Damen,Tina van Ooijen, Greet Scholtes, Jeanne Bom. Rij drie: Piet van der Knaap, Steef Schulte, Henk Zwinkels, Koos Ruigrok, Henk Loomans, Piet Schulte. Rij vier: Jan van der Knaap, Jan Raaphorst, Piet Scholtes, André van der Knaap, Nic. Enthoven, Han Strik. Rij vijf: Mien Zuiderwijk, Nellie Eekhout, Corrie van Beek , Toos van der Knaap, Nelly Bom. Rij zes: Gonnie Zuiderwijk, Jo van Steekelenburg, Mien Knijnenburg, Annie van Zeijl , Jo van der Hoeven.
1910-1930
Klassenfoto uit 1922 Op 5 december 1922 kregen de leerlingen van de Andreasschool hun klassenfoto, die – gezien de kledij – eerder dat jaar werd genomen. De leerlingen met bovenaan van links naar rechts: Daatje Grootscholten, Greet Strik, Truus Alsemgeest, Marie Reincke, Coba van den Bos, Annie Strik, Corrie Tetteroo, Greet Berendse, Alie van der Valk. Rij twee, vlnr : Frans van der Kraan, Greet van der Knaap, Marie Duyvestijn, Nel van Schie, Anna Zaat, Jo van der Ende, Kee van Vliet, Anna Vis; rij drie vlnr: Jan Vis, Siem Knijnenburg, Janus Bakker, Theo Zwinkels, Aad van Velzen, Frans Kok, Piet Vis, Cor van der Valk; onderste rij vlnr: Henk Jansen, Chris van der Ende, Koos Zuyderwijk, Koos van Kester, Jan Grootscholten, Adriaan Reincke, Nic. Grootscholten.
Ik wil ook naar school! “Ik was op een nogal onhandige datum geboren: 13 september 1915. In die tijd lag de peildatum voor kinderen die voor het eerst naar school gingen op 1 september. Wie vóór 1 september 5 jaar werd, mocht naar school. Ik was op 13 september jarig, dus… dat ging voor mij mooi niet door. Totdat mijn moeder doorkreeg dat twee andere meisjes, Nettie Hagen en Beppie Buys, óók na 1 september waren geboren. En zij gingen tóch naar school. Mijn moeder was niet voor één gat te vangen en na veel praten en soebatten had ze het voor elkaar. Ik mocht alsnog naar school en zette op 6 september 1920 mijn eerste stappen op de bewaarschool in Kwintsheul.” Rie van Kester, Andreasschool (1920-1926)
Wist u dat…
Wist u dat…
…meester Zaat een bijzondere schrijfstijl predikte?
… je bij meester Zaat je leven niet zeker was?
Meester Zaat was van 1918 tot 1944 hoofd van de Andreasschool. Hij was met name bezig zijn leerlingen een standvastige schrijfstijl bij te brengen. Dit betekende dat er vooral ‘scheef, dun en puntig’ moest worden geschreven. Zo niet, dan konden de schrijfsels zijn toets der goedkeuring helaas niet doorstaan.
Was je niet bij de les of zat je te vervelen, dan kon je rekenen op een bordborstel tegen je hoofd. Soms had je geluk… dan was het enkel een luciferdoos! Een leuke eigenschap van meester Zaat was dat ‘ie soms zomaar een hele middag kon vertellen over iets bijzonders dat iemand meebracht. Zo nam een leerling een keer een neergeschoten zwaan mee naar school. Dat werd een fantastische middag vol mooie verhalen van meester Zaat, die veel kennis bleek te hebben.
1931-1955
1931-1955 Andreas voor de jongens, Theresia voor de meisjes In 1932 werd in Kwintsheul een tweede school gebouwd: de Theresia van Avilaschool, speciaal opgericht voor meisjes.Vanaf 24 augustus 1932 gingen dan ook alle Heulse meisjes naar de Theresia van Avila, waarmee de Andreasschool een echte jongensschool werd. De meisjes die daar in de hoogste klassen zaten, mochten hun jaren op de Andreasschool afmaken, maar nieuwe meisjes begonnen steevast op de Theresiaschool. De nieuwe meisjesschool was gebouwd aan de overkant van de Kerkstraat op de plek waar nu De Lessenaar staat en had in het begin vier lokalen. Dit bleek al snel te weinig, en in 1938 kreeg de Theresia van Avilaschool er drie nieuwe lokalen bij. Letterlijk bovenop de al bestaande vier lokalen. Er gingen steeds meer kinderen naar school en in jaren ‘50 werd zowel de Theresia van Avila- als de Andreasschool uitgebreid met nog een aantal lokalen.
De oorlogsjaren
In de Tweede Wereldoorlog waren er in de Andreasschool Duitsers gelegerd. De jongens gingen in die periode (1940-1942) naar de meisjesschool. Niet tegelijk met de meisjes natuurlijk! De meisjes gingen ’s ochtends naar school en de jongens ’s middags. De week daarna andersom, de jongens ’s morgens en de meisjes ’s middags. Er hebben zelfs nog mensen ondergedoken gezeten in de Andreasschool uit angst voor de razzia’s van de Duitsers. Ook heeft de school aan het eind van de oorlog nog een “winkelfunctie” gehad namelijk van kruidenier v.d. Knaap.
Andeasschool
Theresia van Avilaschool
Familieportret
1931-1955
Drie generaties Van Kester-Olierhoek Moeder Jo, dochter Yvonne en kleindochter Cindy. Zij hebben in ieder geval één ding gemeen. Alle drie waren – of zijn – ze leerling op de basisschool in Kwintsheul. Oma Jo van Kester-Bol (1928): “Ik ging in 1932 voor het eerst naar de Theresia kleuterschool. Om twee jaar later door te schuiven naar de Theresia van Avilaschool. Daar kreeg ik steeds twee jaar achter elkaar les van dezelfde juffrouw. In klas 1 en 2 was dat juf Schröder. In de 3e en 4e klas mevrouw Scholtes en in klas 5 en 6 juf Filters. Ik ben zelfs nog een keer bij deze juf Filters thuis geweest en dat was in die tijd héél bijzonder. Nog heel even mocht ik doorleren, in de 7e klas bij hoofdzuster Jacobi. Maar toen….was het klaar met school. Ik kwam uit een groot gezin en mijn ouders wilden dat ik thuis in het tuindersbedrijf kwam werken! Gezien de tijd, het was midden in de oorlog, was dit niet meer dan logisch, maar tot op de dag van vandaag ben ik hier nog steeds een beetje boos en teleurgesteld over. Ik vond naar school gaan ontzettend leuk en wilde graag langer blijven om meer te leren. Naar de naaischool had ik bijvoorbeeld graag gewild. Maar dat mocht helaas dus niet…. Toen ik zelf een gezin kreeg met zes kinderen heb ik er vanaf het begin voor gestreden dat mijn kinderen wél langer naar school konden. En liefst ook een vervolgopleiding zouden doen. Nou, dat is gelukt. Alle kinderen hebben een vervolgopleiding gedaan!”
Dochter Yvonne Olierhoek-van Kester: “Ik ben de jongste van het gezin Van Kester en bezocht vanaf 1971 de Theresia kleuterschool. Ik kreeg daar ‘onze’ juf Corry van der Goes als juf! Heerlijke kleuterjaren waren dit, volgens mijn moeder, waar veel aandacht was voor zingen in de kring, voorlezen en spelen. Daarna ging ik naar de Theresia van Avilaschool en kreeg daar in de 4e klas les van meester Jacques Berkhout! Eigenlijk was ik nogal een ‘brave leerling’; ik vond school zó leuk, dat het niet eens in mij opkwam om iets ondeugends uit te halen… Ik herinner mij dat wij in de 6e klas met meester Teijink een dagje naar het Naardermeer zouden gaan. Er werden vaders en moeders gevraagd om voor het vervoer te zorgen; ook toen was er dus al sprake van ouderparticipatie! Uiteraard ging ik na de 6e klas naar een vervolgopleiding; daar was moeder Jo absoluut stellig in! Eerst de Mavo en daarna werd aangedrongen op een secretaresse-opleiding bij Schroevers! Want een baan als secretaresse, dat vond moeder Jo wel wat!”
Kleindochter Cindy Olierhoek: “Ik startte in 2003 in de kleutergroep bij juf Debby en vond het daar heel leuk. Net als in de volgende groepen 3, 4, 5 en 6; ik leer best graag! De musical ‘Kleine Pietje’, die we in groep 4 bij juf Irma opvoerden voor de andere groepen van de school en voor de ouders, was heel spannend, maar ook heel bijzonder. En nu in groep 7 vind ik moeilijke rekenprogramma’s wel erg leuk om te doen, net als Engels. Later, na groep 8, ga ik eerst een middelbare school uitkiezen, en daarna… wil ik doorleren voor kinderdokter. Precies zoals mijn oma altijd heeft gewild. Zij zei altijd: je moet een beroep kiezen dat je leuk vindt!”
Jo van Kester-Bol, Yvonne Olierhoek-van Kester en Cindy Olierhoek
1931-1955
Uit de oude doos Geschreven door Toke van Kester
k ben van 1939 en heb maar één jaar op de Theresia kleuterschool gezeten bij zuster Nicoletta. In de eerste klas stond juf Scholtes, ik denk dat de meesten van nu haar ook gekend hebben.Veel weet ik daar niet meer van, alleen dat ze goed oplette of je niet met je linkerhand schreef. Want dan was dat handje ’stout’ en werd er even stevig op getikt. Omdat ik eigenlijk links ben, ben ik mijn hele leven half links, half rechts gebleven. In klas twee kregen we juf Noordermeer. Die ging later naar het klooster en dat vonden we allemaal erg jammer. Maar wíj hadden tenminste nog twee jaar bij haar gezeten, dus we mochten niet mopperen. Bij juffrouw Post moesten we altijd schoolblijven. Je kon zo braaf niet zijn en toch altijd om 12 uur nablijven! Thuis aten we altijd warm en mijn moeder was dan boos. Ze zei: “Laat ze jullie maar om half vier houden”. Maar ja, dat was moeilijk, want om half vier stond Theo Luiten te fluiten en dan kwam juffrouw Post naar buiten. Wij hadden er een liedje op gemaakt…! Wat mij ook altijd bij blijft, is dat zuster Jacobi héél hoog kon zingen van ‘mijn hoed die heeft drie hoeken’. En dan die maat slaan… Dat moet je gezien hebben. En eens in de maand op de eerste vrijdag gingen we in de kerk zingen onder leiding van meester Beers. Donderdagmiddag werd er dan eerst heel goed geoefend met de jongensschool. Iedere ochtend gingen we naar de kerk op onze nuchtere maag. Er werd opgeschreven hoeveel keer je naar de kerk geweest was. Daar kreeg je een cijfer voor op je rapport. En dan was er het Heilig Hart feest. De héle hal vol bloemen en dan liepen we in processie door het kleine poortje in de tuin van de zusters (daar mochten we normaal nóóit door). Het eindpunt was de kapel, en maar zingen uit de parochiebundel… Ook hebben we veel missieschriften gemaakt. We hadden ieder een eigen missiekindje. Ik heb nog een briefje gekregen waarop stond: ‘De groeden aan je vader en moeder’. En wie weet er nog dat Anneke van Beers (een van de dochters van meester Beers, red.) een broertje had gekregen? ‘Keessie’, heette hij. Ja, ja. Anneke had wel fantasie. Ik zie nog dat vingertje van zuster Jacobi op het raampje tikken dat ze moest komen. Misschien kan Anneke op de reünie vertellen welke straf ze heeft gekregen! En trouwens: Hennie Vis heeft mij voorgelicht met die bal onder haar trui! In de vijfde en zesde klas mocht ik de Roomse jeugd en het kleuterblaadje uittellen voor iedere klas. Dat mocht in het spreekkamertje van zuster Jacobi. Dat was spannend, want daar hing zo’n nonnenkapje. Ik heb het nooit gedaan, maar had hem graag eens willen passen! Ik geloof dat de Heulse school voor vroeger een hele goede school was. Ik heb er zeer
Voor straf in het kolenhok Geschreven door mevrouw A. Gram-v.d. Berg (geboren 7 november 1931)
“Ik heb op de Theresia gezeten. Met 3 jaar naar de kleuterschool bij zuster Willibrorda. Ik ben 7 November jarig en Willibrordus was de patroonheilige van Nederland. Elk jaar 7 November mocht ik een bos chrysanten meenemen voor de kapel, daar waren m’n ouders trots op. Met 6 jaar ben ik naar de grote school (nu basisschool) gegaan, bij juffrouw Schreuder. In de 2e klas kwam ik bij een zuster, haar naam weet ik niet meer. In de 3e klas had ik juffrouw J. Scholtes, in de 4e klas juffrouw Verbeek en in de 5e klas juffrouw Rommerse. Ik kan mij haar nog goed voor de geest halen. In de 6e klas kreeg ik zuster Jacobi. Ik kon goed leren en kreeg voorbereiding voor de M.U.L.O. in Monster, die werd ook geleid door de Zusters van de Voorzienigheid. Ik werd toegelaten! Maar helaas, mijn ouders konden het niet betalen: een fiets, schooltas, gymspullen… En ik zelf had nog niets verdiend. In plaats van de M.U.L.O. doorliep ik wel de 7e en 8e klas, die speciaal in het leven waren geroepen voor kinderen die wilden doorleren. Toen heb ik het lingerie-examen gedaan, daarna costuum en toen coupeuse. In de oorlog was alles van papier. Ik heb alle diploma’s heel goed gehaald. In de hoogste klas kregen we krentverlof. Dat was niet gek voor ouders en ook een zakcentje voor mijzelf. Eén ding weet ik mij nog goed te herinneren. We hadden speelkwartier en het had gesneeuwd. Natuurlijk gooiden we sneeuwballen en één sneeuwbal landde midden in het gezicht van een Zuster. Arme Annie kreeg veel strafwerk en moest naar het kolenhok. Toen had je nog van die grote kachels die gestookt moesten worden. Er is wel veel veranderd in de jaren…”
Kroontjespen in de mond Tot eind jaren ’50 schreven leerlingen op school met een kroontjespen. Als je het geluk had een nieuwe te krijgen, moest je die eerst een paar minuten in de mond houden. Dat ontvette de pen, waardoor de inkt beter aan de punt bleef zitten.
Andreasschool. mijn school. onze school. Een eeuw oud is onze school Andreas steeds het parool voor onderwijs in Rooms verband geschoeid op normen en waarden van het Dorp. De Kerk op afstand van slechts een steenworp onlosmakelijk verlengstuk van geloof en zeden heel vaak werd de catechismus beleden heel lang een bolwerk voor jonge mannen Meisjes werden naar de Nonnen verbannen Om. in de huid van van mijn jeugd te kruipen keer ik terug naar die jaren niet lang na de tweede wereldoorlog ging het gebeuren April 1947 amper zes jaar oud werd de spromg gewaagd naar de overkant ben ik in die smalle steeg beland tussen kerk en school met vrij spel voor de kille Noordenwind liep ik daar als nieuw schoolkind Drie treden omhoog, een hoge deur koperen bel, verder een muffe geur van natte jassen en klompen in de gang lokalen aaneengesloten, een trapomhoog weer een gang, met hetzelfde tafereel. aangeschoven ben ik in de Eerste klas vier rijen banken in ganzenpas Inktpot, inktlap en kroontjespen vlekken in schrift of op de korte broek zwarte potkachel in de hoek rechtop zitten, handen over elkaar Juf Molenkamp voor het bord met knot in het haar. turen naar buiten, door de open ramen de vogels horen uiten Andreasschool, deel van de jongensjaren dankbaar nog steeds om dit te hebben ervaren
Gedicht door Mart van Marrewijk leerling van April 1947 tot Augustus 1954 Auteursrecht voorbehouden.
De school heet nu Hof voor het onderwijs andere middelen en leerstof toch; nog steeds beginselvast steunend op religie in de maatschappij met meer ruimte voor anders denken. meer Vrij 100 jaar Andreasschool of Hof verdient ons aller Lof ga rustig verder op de ingeslagen weg met dit basispakket De Andreasschool heeft De Heul op de kaart gezet
Wist u dat… …Sinterklaas ooit te water raakte? Meester Van Beers was de eerste die Sinterklaas officieel uitnodigde ook de schoolkinderen in Kwintsheul te bezoeken. En de Sint kwam ieder jaar graag. Maar in 1955 ging het bijna mis. In een mooie koets, getrokken door zijn witte schimmel, reed Sinterklaas door de Hoenderparklaan, waarlangs toen nog een sloot lag. De Sint wuifde goedlachs naar alle kindjes, totdat zijn paard ergens van schrok en de benen nam. De koets kiepte en… Sinterklaas belandde met wagen en al in de sloot. Geschrokken, maar ongedeerd kroop hij, geholpen door toeschouwers, de kant weer op. En na een kort bezoekje bij een van de bewoners, zette de Sint zijn tocht weer voort. Alleen zijn baard zat nog een beetje scheef…
Geen school in de oorlog “Het was 1940. De eerste oorlogsdag op school ging niet door, want de school was bezet door het Nederlandse leger. Zoals iedere dag gingen we eerst naar de kerk, om daarna te ontbijten op school.Van mijn moeder kreeg ik, zoals altijd, een cent voor een beker thee. Op die dag was alles anders. Er was geen beker thee, er was geen school. Soldaten marcheerden in formatie over de Heul. Op de Heulbrug bekeken wij alle soldaten die langskwamen. We aten buiten ons meegenomen brood en gooiden het afval achteloos in de sloot. Met de cent… Oefff, weg cent. Thuisgekomen vertelden we dat de school dicht was, en moeder vroeg naar haar geld…” Piet van Marrewijk, Andreasschool
Meester Van Beers haalde Sinterklaas ook naar Kwintsheul
Wist u dat… …zuster Jacobi vooral hóóg zong? Natuurlijk werd vroeger tijdens de schoolmis vaak en veel gezongen. Het was zuster Jacobi die het hele stel dan naar grote hoogten stuwde. Letterlijk. Want hoe de kinderen ook hun best deden, de toonhoogten die zuster Jacobi placht aan te houden, waren voor iedereen onbereikbaar…
1931-1955
Kaartje sturen? Het straatbeeld van Kwintsheul midden jaren ’30 van de vorige eeuw gevangen in een prentbriefkaart. Links van de Kerkstraat staat de Rooms Katholieke Meisjesschool, in 1932 tot stand gekomen als de Theresia van Avilaschool. Iets daar voorbij is nog de zijgevel te zien van de voormalige Mariastichting, het tehuis voor de op leeftijd gekomen dorpelingen en nonnetjes. Rechts de Andreaskerk en Andreasschool, de jongensschool.Verderop de oude panden van Van der Knaap, Tabbe en Van der Pluijm.
Theresia van Avila: uitsluitend voor meisjes In plaats van uitbreiding van de bestaande Andreasschool, gingen er stemmen op om een geheel nieuwe school voor uitsluitend meisjes te bouwen. De voorstemmers wonnen en in 1932 werd de splinternieuwe meisjesschool ‘Sint Theresia van Avila’ in gebruikgenomen. De meisjes zelf waren maar wat trots, getuige deze foto uit 1943. Dit is de zevende klas (13/14 jaar oud) met van links naar rechts op de voorste rij: Eli van der Helm, Fie Tangel, Thea Grootscholten, Alie van Lier, Annie Zuiderwijk, Toos Vis en Riet Zaat. Vanaf links achterste rij: Plonie Bol, Riet Alleblas, Jo van Gaalen, Toos Noordermeer , Tini Schutte en Riet Duijvestijn.
Bijzonder schoolreisje Foto van een schoolreisje van klas 7 en/of 8 uit 1947. Kijken in een ĂŠcht vliegtuig, dat was toen heel bijzonder.
1956-1970
1956-1970 Ruim baan voor de kleuters In 1957 kwam het dorp Kwintsheul onder één gemeente, Wateringen, te vallen.Vanaf dat moment was het afgelopen met de oude verdeling over drie gemeenten: Wateringen, Monster en Naaldwijk.Voor veel mensen scheelde de nieuwe indeling een wandeling naar Monster om alle officiële zaken te regelen.Voortaan kon dat ook in Wateringen. Terwijl de Andreasschool aan de ene kant werd geflankeerd door de kerk, bevond zich aan de andere kant van de school een boerderij, boerderij Raaphorst. Toen die in 1964 werd afgebroken, verdween daarmee ook de blinde muur op de speelplaats. Dat was immers altijd de muur geweest van de kalverenschuur van de boerderij. Nu die was afgebroken, ontstond er ruimte voor nieuwe plannen. Een tweede kleuterschool was geen overbodige luxe, evenmin als een echte gymzaal. Tot 1965 hadden de leerlingen in de hoogste klassen gymles. Ze moesten daarvoor echter wel naar de gymzaal van de Pieter van de Plasschool in Wateringen. De lagere klassen mochten ‘thuisblijven’ voor de gymlessen. Die werden voor hen namelijk gewoon op het schoolplein gegeven. Dat door het weer in Nederland de gymlessen niet altijd doorgingen, is dan ook niet geheel vreemd. De plannen werden uitgevoerd en in 1965 werd in Kwintsheul – op de plek van de voormalige boerderij Raaphorst – de zelfstandige kleuterschool opgericht. Deze kleuterschool was gebouwd van hout en had drie klassen grenzend aan de speelplaats van de Andreasschool.Voorlopig konden hier weer heel wat kleutertjes naar toe voor de eerste lessen in het onderwijs. Eind jaren zestig kwam er een einde aan de aparte jongens- en meisjesschool in Kwintsheul. In 1967 zaten de jongens en de meisjes niet langer verplicht apart.Vanaf klas 1 waren er gemengde klassen. In 1968 werd de Andreasschool gemoderniseerd. De houten trap werd vervangen door een stenen trap. Er kwamen nette toiletruimten. Door de verbouwing werden de klassen die les kregen in de bovengang tijdelijk ondergebracht in de Theresiaschool en het voormalige Nederland 3 gebouw en in de aangrenzende kleuterschool. Wat waren de leerlingen die in de Andreasschool mochten blijven en niet tijdelijk naar een ander gebouw hoefden, blij. Maar de blijdschap bekoelde snel toen begonnen werd met de sloop en de herrie en de stofwolken door de hele school heen gingen… In 1969 zijn er 234 leerlingen en zeven leerkrachten op de Andreasschool.
Meester Van Beers begon als hoofd van de Andreasschool in 1945. Hij streed niet alleen binnen de schoolmuren, maar ook daarbuiten voor goed onderwijs, goede jeugdzorg en mogelijkheden om door te studeren.Verder was hij een zeer gewaardeerde figuur in het plaatselijke verenigingsleven. Meester Van Beers was gek op de scouting, was regisseur van de Heulse toneelvereniging, voorzitter van mondharmonicaclub De Notekrakers, lid van de KVP in Kwintsheul en betrokken bij de debatingclub waaruit de latere tuinbouwstudieclub is voortgekomen. Op 26 juli 1970, na 25 jaar hoofdmeesterschap, ging Meester van Beers met pensioen. De plaatselijke krant plaatste in de rubriek Over Het Westland Gesproken onderstaand krantenartikel.
Meester Beers kent iedere Heulenaar Kwintsheul – door Jan Delfgaauw
Meester Beers, die kent iedere Heulenaar en iedere Heulenaar kent hem. Bijna vijfentwintig jaar is hij hoofd geweest van de school aan de Kerkstraat onder de veilige bescherming van het kerkje. In die jaren heeft hij ongeveerd vijfenhalf duizend Heulenaartjes onderwezen, ze niet alleen geleerd wat het produkt is van twee maal twee, maar ook, of misschien wel vooral, heeft hij zijn leerlingen voorgehouden het goede te doen en het kwade te laten. Nu, na vijfentwintig jaar, neemt hij afscheid van zijn school waaraan hij met hart en ziel heeft gewerkt en waarvan hij nu met trots zegt: “Toen liepen we achter, maar nu hebben we beter onderwijs dan menig andere lagere school in de stad.”
Met ‘toen’ bedoelt de heer M. van Beers de periode direct na de oorlog, toen hij als hoofd van de Andreasschool werd aangesteld. “Het was nog oorlog toen ik voor de eerste maal kennis kwam maken en ik was zo verschrikkelijk mager dat ze eerst uit medelijden een boterham voor me lieten halen”, weet hij zich direct te herinneren. De heer Van Beers liet het er niet bij zijn tanden te zetten in die boterham alleen, want in de eerste jaren na zijn aanstelling op vijftien mei 1945 kwam hij voor nogal wat problemen te staan. Zo werd hij geconfronteerd met het feit dat de leerlingen flink verzuimden. “Hoe ging dat in die tijd, alle kinderen moesten nu eenmaal helpen in de tuin
van hun vader en dat was belangrijker dan de school. Bovendien was er eens per jaar het krentverlof waardoor ze hele dagen weg bleven. Ik kwam vanuit Rijswijk en was dergelijke toestanden helemaal niet gewend en het ligt ook niet in mijn aard daaraan met bruut geweld een eind te maken.” Gelukkig voor hem en voor de leerlingen is aan deze situatie een einde gekomen. Gemis Ook het gebrek in het Westland aan voortgezet onderwijs na de lagere school, ervaarde de heer Van Beers als een gemis. Samen met enkele anderen, onder wie de heer Van Velzen, hoofd van de Bartholomeusschool in Poeldijk, en deken Kuys, begon hij de mogelijk-
heden af te tasten voor de oprichting van een muloschool. De lagere scholen werden bezocht om uit te zoeken hoeveel leerlingen geschikt waren voor dit onderwijs, wat tenslotte uitmondde in het formeren van een eerste muloklas met veertig leerlingen. Een schoolgebouw was er niet en de klas werd ondergebracht in een lokaal van het oude politiebureau aan de Voorstraat in Poeldijk. Volgende klassen namen hun intrek in de zusterschool aan de Voorstraat totdat na een aantal jaren de school aan de Irenestraat in Poeldijk werd gebouwd. “Natuurlijk waren ook leerlingen geschikt voor het volgen van middelbaar onderwijs en daarvoor was overleg met de jezuïeten in Delft die de leiding kregen van het te bouwen Stanislascollege in Delft. Jongens uit het Westland konden ook van deze school gebruik maken en nu was het aardige dat de eerste twee kandidaten beide ingenieur zijn geworden.” In die jaren ook begon de heer Van Beers met het geven van ontwikkelingscursussen, die vijf jaar hebben geduurd en waarvoor veel belangstelling bestond.
1956-1970
Dan was er rond 1950 de debatingsavond met een forum bestaande uit burgemeester Meissen, pater Van Marrewijk en meester Van Beers, waar het ging om: voelen de tuinders voor voortgezet onderwijs en hoe staan ze tegenover het lager onderwijs? Uit deze discussiebijeenkomst, aldus de heer Van Beers, kwam duidelijk naar voren dat de kinderen in de gelegenheid moesten worden gesteld zelf hun beroep te kiezen en dat was een grote stap voorwaarts in de goede richting. Ook zo’n stap was de oprichting van de bond van onderwijzers in het Westland Don Bosco, waardoor onderwijzers regelmatig bij elkaar kwamen en van gedachten wisselden over onderwijszaken. Keihard De heer Van Beers weet en zegt van zichzelf dat hij keihard is geweest. “Althans als het ging om werken, dat moesten ze bij mij. Daarnaast kan ik van mezelf zeggen dat ik rechtvaardig was, maar als ze niet werkten werd ik dol. Wat ik nooit deed was aan ouders overbrieven wat hun kind had uitgehaald. Hij kreeg daarvoor van mij straf en daarmee was de kous af. Het is voor een kind het ergste wat er is dat ook nog eens een keer aan de ouders te vertellen.” Leuke herinneringen zal hij niet snel vergeten. “Er was eens een jongen die vroeg ’s middags wat later te mogen komen omdat zijn moeder jarig was. Ik zei tegen hem: je komt niet op school als je geen schaal pudding
meebrengt. En hij deed het, we hebben gesmuld.” Behalve in het onderwijs was de heer Van Beers ook actief in het verenigingsleven. Zo is hij ruim tien jaar commissaris geweest van de Westlandse verkennerij. “Alle kampvuren door het hele Westland ging ik af en dan vertelde ik altijd het verhaal van Sint-Joris met de draak en dan hingen ze aan mijn lippen. Met open mond zaten ze te luisteren en dan liet je je fantasie steeds meer de vrije loop.” Ook tien jaar is de heer Van Beers regisseur geweest van een toneelvereniging in Kwintsheul, was hij voorzitter van de mondharmonicaclub De Notekrakers, maakte hij deel uit van de KVP in Kwintsheul en was hij betrokken bij de debatingclub waaruit de huidige tuinbouwstudieclub is voortgekomen. Geen sprake Wat betreft de positie van Kwintsheul ten opzichte van Wateringen moet het hem van het hart dat Kwintsheul in het verleden wel eens werd achtergesteld. Hij vindt dat daarvan nu nauwelijks of in het geheel geen sprake meer is en vooral op het gebied van onderwijs heeft hij waardering voor burgemeester Meissen die steeds voor verbetering heeft gevochten. Hij vindt het alleen niet rechtvaardig dat de subsidie die per leerling aan de school wordt uitbetaald zoveel lager is dan in een stad, het liefst zou hij van rijkswege een uniforme regeling zien. Ook is hij van mening dat in gemeenteraden
in het Westland te weinig raadsleden zitting hebben met een behoorlijke algemene ontwikkeling en een brede kijk op de zaken, maar hij gelooft tegelijkertijd dat daarin bij de komende verkiezingen verbetering zal komen. Met pensioen Meester M. van Beers, afgelopen woensdag vijfenzestig jaar geworden, gaat nu met pensioen. Hij verlaat zijn grote huis, verlengstuk van de school, en gaat in Wateringen wonen. Maar morgen wordt eerst afscheid van hem genomen. In het parochiehuis zullen ongetwijfeld grote aantallen oud-leerlingen, ouders en vele ouderen komen om afscheid te nemen. Want meester Beers, die kennen ze allemaal!
Familieportret
1956-1970
3 generaties Van Steekelenburg - van Luijk Moeder Ine, dochter Corine en kleindochter Denise hebben in ieder geval één ding gemeen. Alle 3 waren ze leerling van de basisschool in Kwintsheul. Ine van Steekelenburg-Verbraeken (1933): “Ik ben een van de negen kinderen van kruidenier Tinus Verbraeken. Wij moesten thuis al vroeg meehelpen. De dochters in het huishouden, de zonen in de kruidenierswinkel van vader. Op 4-jarige leeftijd mocht ik naar de Theresia bewaarschool, zoals de kleuterschool toen nog heette en daar trof ik zuster Willibrorda, een kleine, ontzettende lieve non! Naast het kleuterlokaal lag de ziekenboeg, waar de de “Zusters der Voorzienigheid” niet alleen mensen uit Kwintsheul verzorgden, maar ook de kleuters een pleister op de knietjes plakten als ze tijdens het spelen waren gevallen… In die tijd was de zogenaamde ‘peildatum’ om over te gaan naar een volgende groep: 1 april.Vandaar dat ik pas op 7-jarige leeftijd naar de 1e klas van de Theresia van Avilaschool ging. Daar kwam ik, uiteraard, in een klas met alleen maar meisjes; de jongens zaten aan de overkant, op de Andreasschool. Wat volgden waren heerlijke jaren op de lagere school.Vooral aan juffrouw Schröder en juffrouw Scholtes heb ik nog goede herinneringen! In de 7e klas, bij hoofdzuster Jacobi, kwam de hoofdzuster persoonlijk bij ons thuis. Héél uniek, want een non ging bijna nooit over straat. Maar zuster Jacobi kwam toestemming vragen aan mijn ouders om mij naar de MULO te laten gaan, omdat ik goed kon leren. Om klaargestoomd te worden, moest ik dan wel eerst op zaterdagmiddag naar bijles. Helaas….dat ging dus niet door. Op zaterdag moest er thuis gewerkt worden in het huishouden. De keuken moest gezeemd, geschrobd en geboend. Bovendien, doorleren, daar werd alleen bij de jongere zonen over nagedacht. Wel mocht ik door naar de 8e klas, bij zuster Passchalis. Daar leerden de meisjes naaien, koken en allerlei andere huishoudelijke klussen. Het eten, wat er tijdens deze lessen gekookt werd door de meisjes, werd bijna altijd stiekem door de toilet gespoeld…. Na de 8e groep was het afgelopen met het leren. Iets, wat ik nog steeds ontzettend jammer vind; ik was graag langer naar school gegaan!” Dochter Corine van Luijk-van Steekelenburg (1960): “In mijn schoolperiode, 1964-1973, was het al veel moderner. Samen met alle buurkinderen ging ik op 4-jarige leeftijd naar de Kleuterhof bij juffrouw Willy van der Voort. Kleuters werden toen eigenlijk nooit door hun ouders naar school gebracht; alle kinderen uit één buurtje liepen met elkaar mee en letten onderweg op elkaar. Daarna ging ik, als een van de weinige kinderen uit mijn kleuterklas, naar de Theresia van Avilaschool. De meeste klasgenootjes stroomden door naar de Andreasschool, maar mijn moeder Ine wilde graag, dat haar dochter naar dezelfde lagere school ging als waar zij zelf op had gezeten. Het was heel gezellig op de lagere school. Ik herinner mij vooral juffrouw Homminga uit de 2e klas en juffrouw Van Steekelenburg en meester Teijink, die ik in de 6e klas had. In die klas gingen we op schoolreisje naar Duinrell. Op de fiets, maar helaas… In Rijswijk hadden we de eerste lekke band en eer we in Wassenaar waren aangekomen, waren de bandenplakspullen al bijna op.Terugdenkend vond ik als kind het schoolgebouw erg imposant; alhoewel het hier en daar niet helemaal goed bleek onderhouden. Bij de toiletten bijvoorbeeld, waren de sloten al lange tijd erg slecht, maar gerepareerd werden ze niet. Dus toen ik een keer het toilet gebruikte, wilde het slot echt niet meer open. Omdat de hele klas, mét juffrouw, net naar buiten was om te spelen, zat er voor mij niets anders op dan te wachten tot het speelkwartier voorbij was en ik om hulp kon roepen… Na de 6e klas ging ik, net als veel meisjes uit mijn klas, naar de huishoudschool. Al was je nog zo’n
goede leerling, in die periode werd toch nog een beetje ‘ouderwets’ gedacht. Meisjes werden naar de huishoudschool verwezen; jongens kregen vaak een ‘hoger schooladvies’. En dat is eigenlijk het enige wat mij van die lagere schooltijd nog wel eens een beetje dwars zit. Er werd onvoldoende gekeken naar het leerniveau van de meisjes.” Denise van Luijk (1987): “Ik ben door mijn ouders juist enorm gestimuleerd om ‘eruit te halen wat erin zit’. Gestart op de Andreashof in groep 1/2 en daarna naar groep 3 bij juffrouw Jacqueline Fijlstra, voor mij toch wel het leukste jaar van de basisschool.Vanaf groep 4 zat ik in een gecombineerde groep; ook heel leuk. Er werd veel zelfstandigheid van je verwacht, maar er was ook genoeg ruimte om met de hele klas leuke dingen te doen. In groep 4/5 , bij meester Kees en juffrouw Kitty, ben ik een keer enorm gevallen op mijn knie en ik moest naar de huisarts. Juf Kitty ging mee en zij heeft mij tijdens het wel erg pijnlijke hechten heel goed begeleid. Mijn moeder was blij dat juf Kitty erbij gebleven was en dat zij als moeder het gehuil van haar dochter niet hoefde mee te maken. Alleen…. eenmaal terug op school was toch ook juf Kitty erg ontdaan over het voorval bij de huisarts. Ze viel spontaan flauw… Mooie herinneringen zijn verder de vertelkunsten van meester Aad Hoogendijk tijdens de geschiedenislessen en de muzieklessen in groep 8, bij meester Eg Paalvast, die daar altijd zijn gitaar bij gebruikte. Het schoolkamp in Loon op Zand was een mooie afsluiting van mijn basisschooltijd, waar ik zeer positief op terugkijk. Na de Andreashof ben ik verder gaan leren en ik ben inmiddels afgestudeerd als logopediste. Ik werk in mijn praktijk voornamelijk met kinderen in de basisschoolleeftijd. Geweldig om te doen!”
vlnr: Denise van Luijk, Ine van Steekelenburg-Verbraeken, Corine van Luijk-van Steekelenburg
1956-1970
Theresiakleuters vieren dierendag (1968) In 1968 hadden juf Van der Zanden (Jos Kanis) en juf Hoogstraten (Corry v.d. Goes) een geweldig educatief idee voor dierendag! Alle kinderen van de Theresia kleuterschool mochten een écht dier van huis meenemen. Dat hebben ze geweten! De ‘educatie’ ging meteen van start... Een vader droeg een grote mand met een doek erover naar binnen. Daarin zat een Vlaamse reus, een enorme ram, die weldra in de gaten had dat er vrouwelijk gezelschap in een ander mandje zat. En dus... ging het beest met een onhoudbare sprong zijn geluk beproeven. De kleuters kregen meteen te zien hoe dat allemaal ging, biologische voorlichting in de praktijk. Maar de (vierjarige) eigenaresse van het vrouwtjeskonijn gilde vakkundig “Ze mag niet gedekt van mijn vader”. Met veel moeite kreeg een zesjarige kleuter daarop de reus weer in zijn mand. De doek ging eromheen, met een stevig touw erom. En toen kondigde de volgende ramp zich aan. Een lieve grijze poes zat lang braaf op schoot, tot ze begon te miauwen. Ze moest nodig,… maar waar op dat gladde zeil? Juf Hoogstraten keek twijfelend naar haar bak pas gezaaide Afrikaantjes. Zonde, maar ja… Juf Hoogstraten zette de bak snel op de grond, en de poes maakte er dankbaar gebruik van. Opnieuw keken de kleuters ademloos toe. De poes krabbelde de hele aanplant ondersteboven en deed schaamteloos haar behoefte. Nog was het niet gedaan met de rust. De duif begon zich te roeren met de poes in de buurt. Terwijl beide juffen schietgebedjes deden voor het behoud van de duif, zei de eigenaar. “Juf, zet het raam maar open, dan vliegt hij naar huis.” Het was namelijk een postduif. Dat probleem was snel verholpen, maar wat hoorde juf Hoogstraten daar? Er kwam babygehuil uit de gang? Toen de juf de gang in keek, stond daar een lachende kleuter in gezelschap van een zwart blatend lammetje. Ook juf Van der Zanden deed haar klasdeur open en daarop had het lam nou nét gewacht. Ze sprong de klas in, schrok van de andere dieren en liet alles lopen: minstens twee liter plas en een half pond zwarte keuteldropjes. Terwijl de kinderen in rep en roer waren, pakte juf Van der Zanden het beestje kordaat op, deed het staartje voor de dropjesopening en zette het beestje in de klas van juf Hoogstraten. Die verbaasd keek. “Dit lam hoort bij jouw kleuter en dus in jouw klas”, schaterde juf Van der Zanden. “Succes ermee, ik ga dweilen en dropjes uitdelen!”
Uit de Westlandsche Courant d.d. 9 september 1969
Bouw van gymzaal Kwintsheul gestart Van onze correspondent
Kwintsheul – Gistermiddag is op het voormalige terrein van de boerderij De Berenstein in Kwintsheul de eerste paal geslagen voor de lang verbeide gymnastiekzaal voor de Heulse scholengemeenschap. Daarbij waren aanwezig onder andere burgemeester dr. M.P.A. Meissen, de wethouders J. van Stekelenburg en L. Boeters, gemeentesecretaris J. Schijven, het bestuur van de scholenstichting in Wateringen, de schoolhoofden Teijink en Smeele, afgevaardigden van Quintus Gym, gemeentearchitect Van Beurden en gymleraar Middeldorp. Aannemer Van Mierlo heette het gezelschap welkom en bood mevrouw Van Beers een boeket bloemen aan, waarna haar echtgenoot – de heer Van Beers heeft zich jaren lang beijverd voor ’n gymlokaal – de eer te beurt viel de eerste paal te slaan. Gekleed in een beschermende jas en met helm op besteeg hij de hei-installatie van firma Biesheuvel uit Gouda en dreef hij voorzichtig de met een vlag versierde paal de grond in. In een toespraak na afloop releveerde burgemeester Meissen dat hij de samenwerking met het schoolbestuur in deze prettig vond, maar wel duur.
Woord van dank door meester Beers in plaatselijke krant (november 1970) Geachte Heulenaars, U allen, jongen en bejaarden, hebben het afscheidsfeest van mij, als Hoofd van de St. Andreasschool, tot iets overweldigends, tot iets prachtigs gemaakt. U hebt mij overladen met cadeaus, zowel in geld als in natura.Wat zal ik nog genieten van de boeken, die ik nu kan aanschaffen en onder het genot van een heerlijke sigaar kan lezen. Mijn echte oprechte dank daarvoor en vooral ook voor die grote cheque, met het fenomenale bedrag van ƒ 1.000,-. Daarvoor kopen wij nu een prachtig TV-toestel en als ik ’s avonds zit te kijken, dan zal ik zeker niet vergeten, dat ik dit toestel heb te danken aan de hele Heulse Gemeenschap. Iemand persoonlijk bedanken, is mij onmogelijk en dus allen nogmaals mijn innige hartelijke dank. Uw oude Bovenmeester
Eerste nozem in Kwintsheul Tijdens zijn afscheid in het parochiehuis werd meester Beers door velen toegesproken. De heer C. Thoen, oudhoofdleider van de verkenners, deed de opmerkelijkste uitspraak. Hij bood meester Beers de gouden Jacobsstaf aan die hij zelf twee jaar eerder had ontvangen. “Hij komt u eerder toe dan mij”, meldde de heer Thoen, die meester Beers vervolgens ‘de eerste nozem van Kwintsheul’ noemde, omdat meester Beers de eerste was, die in de verkennerij met korte broek en blote knieën durfde te verschijnen.
Afscheid meester Van Beers De leerlingen van de St. Andreasschool namen in het parochiehuis van Kwintsheul afscheid van hun schoolhoofd ‘meester Beers’. In het midden van de zaal –gezeten aan een versierde tafel – luisteren meneer en mevrouw Van Beers belangstellend naar de verschillende voordrachtjes, die de klassen om beurten brachten. Er waren zeer leuke stukjes bij. Het hoogtepunt kwam aan het eind van de middag toen een lied, gecomponeerd door de heer Smeele, door alle kinderen werd gezongen. In zijn dankwoord vroeg meester Beers om een herhaling van dit lied en luid klonk het nogmaals “Dank U, dank U meester, voor alles wat U voor ons deed”.
1971-1985
1971-1985 Nieuwbouw doet Andreashof ontstaan: Begin jaren ‘70 werd voor het eerst voorzichtig gesproken over een hele nieuwe lagere school in Kwintsheul. De verbouwing van de Andreasschool was nogal kostbaar uitgevallen. Naast de nieuwe trap en de moderne toiletten waren de kolenkachels al eerder vervangen door oliekachels en later door centrale verwarming. Maar er zou nog veel meer verbouwd moeten worden om echt mee te kunnen gaan met de tijd. Complete nieuwbouw leek misschien een goede optie. De eerste nieuwbouw die er kwam, was echter voor de Kleuterhof. In december 1971 verlieten de kleuters het houten gebouw bij de Andreasschool en trokken zij in het nieuwe pand aan de Kievit, waar tegenwoordig de peuterspeelzaal en de bibliotheek zijn gevestigd. Bijzonder was dat de kinderen van de Kleuterhof zichzelf verhuisden door eigenhandig met hun spullen van de oude kleuterschool naar de nieuwe te lopen. Na de kerstvakantie, in januari 1972, werd de nieuwe Kleuterhof officieel geopend door mevrouw Langemeijer, echtgenote van de burgemeester van Wateringen. Zij hees de vlag feestelijk ten top. In datzelfde jaar, 1972, werd ‘bejaardenhuis’ Huize Maria aan de Kerkstraat gesloopt, waardoor de Theresia van Avilaschool los kwam te staan. De school moest hierdoor een nieuwe gevel krijgen. Ook deze school wachtte dus een forse verbouwing. Het zou nog tien jaar duren voordat de nieuwbouwplannen voor een nieuwe lagere school in Kwintsheul werkelijkheid werden. Maar op 11 februari 1983 werd de eerste paal echt geslagen. Het zou een school worden met acht lokalen en een speelzaal, allemaal gecentreerd rondom een aula. Op woensdag 1 februari 1984 wijdde pastoor V.d. Burg de splinternieuwe Heulse lagere school in. Tegelijkertijd ontwierp de heer Anton Born het nieuwe schoolsymbool: het Andreasmannetje werd geboren. Introductie van de basisschool De school kreeg ook een nieuwe naam, de Andreasschool werd de Andreashof. En niet alleen de kinderen van de Andreasschool trokken hierin, ook de kleuters van De Kleuterhof. Dit strookte met het lande-
lijke overheidsbeleid. In dat jaar werd de scheiding tussen lagere school en kleuterschool opgeheven. De basisschool deed zijn intrede, met een heel nieuw systeem. De voormalige kleuterschool veranderde in groep 1 en groep 2. En de ‘oude’ klassen 1 t/m 6 heetten vanaf dat moment groep 3 t/m 8. Het schoolhoofd kreeg de officiële benaming ‘directeur’.
Vanaf 1985 heette de lagere school Andreashof dus basisschool Andreashof. Schoolhoofd Hans Smeele promoveerde als gevolg daarvan tot directeur. Met Kitty Posthoorn als zijn rechterhand, zij werd adjunct-directeur. Om alle kinderen kwijt te kunnen, fungeerde het gebouw van de voormalige Kleuterhof voor één jaar nog als dependance voor een kleutergroep en een tweede klas van de Andreashof. Ook de Theresia van Avilaschool transformeerde tot basisschool. Zij gingen hiertoe samen met de Theresia kleuterschool en werden vanaf 1985 de Theresia Basisschool. Jacques Berkhout was daar directeur en mevrouw Kanis werd adjunct. Tot aan 1988 bleven de Theresia-leerlingen nog wel in twee verschillende gebouwen zitten. Heel even was Kwintsheul in de jaren ’80 dus twee basisscholen rijk: de Andreashof en de Theresia Basisschool. Maar er was alweer
Ontwerp Andreasmannetje
1971-1985
Interview
Meer dan een halve eeuw waren de tweelingbroers Hans ‘Pijpie’ en Kees Smeele gezichtsbepalend voor de Andreasschool in Kwintsheul. Hans werd in 1956 aangenomen en was van 1967 tot 1984 hoofd van de school. Kees begon iets later – in de jaren ’60. Hans en Kees, meester en meester Smeele. Ze blikken samen terug
Meester en meester Smeele Het was begin jaren ‘50 dat Hans Smeele, geboren en getogen in de Haagse Zuiderparkbuurt, voor het eerst in Kwintsheul kwam. “Ik fietste naar een studiegenoot die daar woonde. Ik vond het dorp aanvankelijk tien keer niks. Een paar gebouwen, een kerk, maar verder... Misschien had het ook met de dag te maken. Het was een grauwe, grijze dag in het najaar.” Nooit heeft Hans Smeele toen kunnen bevroeden dat hij en zijn broer Kees met hun gezin het grootste gedeelte van hun leven zouden doorbrengen in Kwintsheul. De tweeling is meer dan vijftig jaar gezichtsbepalend geweest voor de Andreasschool, die in 1984 fuseerde met de Theresia van Avilaschool. Sindsdien heeft het Heulse dorp één basisschool: de Andreashof. En de gebroeders Smeele wonen er na een halve eeuw nóg, daar in dat pittoreske kerkdorpje. “Zoals je wijn leert kennen door het te drinken, zo moet je in de Heul wonen om het op waarde te schatten”, glimlacht Hans die in het dorp al gauw door het leven ging als ‘meester Pijpie’. “Ik rookte pijp, vandaar.”
Samen biechten De tweeling Smeele (van 22 juni 1932), weinig Heulenaren die ze niet kennen. “Wat me in het Westland zo opviel, was dat het tussenvoegsel erg snel verdween. Ik ging solliciteren bij meester Beers, maar eigenlijk heette hij Van Beers”, lacht Hans Smeele. “Van dat gesprek herinner ik mij trouwens alleen die ene opmerking van hem: ’je hebt een fraaie kuif’.” Van Beers bepaalde overigens niet alleen dat Smeele kon worden aangenomen. “Pastoor Warnink moest ook toestemming geven. School en kerk waren destijds nauw met elkaar verbonden. Er was een tijd dat we op vrijdag regelmatig met de hele klas gingen biechten.” Familiebedrijf Hans Smeele werd in 1956 aangenomen. Zijn broer Kees zou hem pas later, in de jaren ‘60, volgen. Kees leerde op de Andreasschool zijn vrouw Fieke kennen. Deze had, omdat ze eerst iets van de wereld wilde zien, een aantal jaren in Curaçao als onderwijzeres gewerkt, voordat ze in Kwintsheul ging werken. “Maar het heeft tot 1974 geduurd voordat wij echt iets met elkaar kregen,” glimlacht Kees. Meneer Van Beers, schoolhoofd van 1945 tot 1969, had Kees Smeele aangenomen. “Ik weet niet of ik dat gedaan had als ik schoolhoofd was geweest. Ik denk het niet. Het moest geen familiebedrijf worden, vond ik”, bekent Hans Smeele, wiens vrouw Corrie jarenlang de lerares handwerken heeft geassisteerd. Hans Smeele werd in 1969 schoolhoofd. De samenwerking tussen de broers én andere leerkrachten verliep uitstekend. “We hebben altijd een hecht team gehad”, zegt Hans. Paard en wagen Uit de eerste jaren herinnert broer Kees Smeele zich forse klassen. “Van wel 40 kinderen.” Hans: “In de beginperiode kwamen de kinderen soms vermoeid op school. Hadden ze voor schooltijd nog in de kassen gewerkt. Doorleren na de lagere school was er ook amper bij. De jongens gingen de tuin in.” Jongens. De Andreasschool was lange tijd een jongensschool. Meisjes zaten op de Theresia van Avila aan de andere kant van de Kerkstraat. “In de beginperiode was er amper verkeer. Als zomers het raam openstond, hoorde je alleen een ratelende handkar of paard en wagen,” weet Hans nog. Hij woonde jarenlang met zijn vrouw en vijf kinderen in het huis dat aan de school vastzat. Klas vergeten De school ging midden jaren tachtig tegen de vlakte.Verschrikkelijk vonden de Smeeles dat. “Alsof er een stukje van je hart afbrokkelde”, zegt Hans. Zijn vrouw Corrie: “Jaren heb ik het gemist, de rollende knikkers van de trap die je bijna dagelijks hoorde van de kinderen.” Hans mijmerend: “Ik heb zoveel herinneringen. De brand in de sporthal, de storm, kinderen die me in mijn jas hielpen toen ik gekneusde ribben had, de musicals, de bezoekjes aan musea.” Broer Kees: “En dan die keer dat we op schoolreisje gingen, dat de bus wegreed en we een klas waren vergeten.” Hans: “Ik geloof dat we al op de Wassenaarseweg waren toen we het in de gaten kregen. Hebben we toch maar rechtsomkeert gemaakt...”
1971-1985
Interview
Wim Teijink was van 1967 tot augustus 1985 schoolmeester én hoofd van de Theresia van Avilaschool die schuin tegenover de Andreasschool lag.Teijink sr. had dochter Mariska niet alleen in de klas, maar later ook als collega. “Dat was best bijzonder. Ouderavonden over mij hadden we niet.” Een dubbelportret. Wim Teijink had dochter Mariska als leerling én collega
‘School was school, thuis was thuis’ Het krantenbericht is vergeeld, maar de herinnering niet vervaagd. ‘Verkeerssituatie onhoudbaar’, schreeuwt de kop in Het Binnenhof op 20 januari 1971. “Ja ja, dat was me wat”, glimlacht Wim Teijink, bijna 40 jaar later. “De meeste kinderen moesten de Kerkstraat oversteken om naar school te komen, maar het verkeer nam toe. De auto’s reden daar zó hard. En stoplichten waren er nog niet. Maar de gemeente móest actie ondernemen. Anders zouden er ongelukken gebeuren. We hebben toen plannen gehad om met alle kinderen op de weg te gaan zitten.” Actievoerder, ook dat was Wim Teijink in Kwintsheul, al zullen de meeste kinderen hem herinneren als een écht schoolhoofd.
Een streng voorkomen, onberispelijk gekleed. Een man van afspraken, van orde en regelmaat. “Nou, streng was ik niet, wel consequent. Ik hield bovendien van rust en structuur”, beaamt hij. “Met een brede belangstelling. Zijn kennis was en is enorm”, voegt dochter Mariska Zwinkels toe. Zeven jongens Wim Teijink, tegenwoordig woonachtig in Zeist, werd op 5 februari 1931 geboren in Amsterdam, de stad die hij op z’n twaalfde verliet voor internaat en studie, maar waar hij als onderwijzer zou terugkeren. “In de Jordaan nog wel. Een geweldige tijd, erg leerzaam ook, een echte volksbuurt waar veel gebeurde.” In 1967 solliciteerde hij met succes naar de functie van schoolhoofd op de Theresia van Avilaschool in Kwintsheul. “Een meisjesschool toen nog, maar ik ben meteen begonnen met gemengde klassen in te voeren. In mijn eerste klas zaten zeven jongens”, diept Teijink op uit zijn geheugen. Hij verhuisde vanuit Heerhugowaard naar Kwintsheul waar hij met zijn vrouw en kinderen in de Pastoor Vinkesteynstraat ging wonen. Wim Teijink was onderwijzer van de zesde klas, het gezichtsbepalende schoolhoofd én directeur van de VGLO (Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs). “Ik weet nog dat Jacques Berkhout op sollicitatiegesprek kwam. Dat gebeurde bij ons thuis”, vertelt dochter Mariska. Altijd benieuwd Wim Teijink keek altijd verder dan het kind zelf. Ook ná de lagere school. “Ik vond het belangrijk dat ieder kind er uithaalde wat er in zat. Op de lagere school werd de kiem gelegd voor de latere ontwikkeling. En ik was altijd benieuwd wat er van de kinderen geworden was. Dat hoorde ik graag. Ik kan mij Eddy Boets herinneren. Die heeft me later verteld dat hij oogarts was geworden.” Ronduit revolutionair was zijn stimulans richting de meisjes. “Het was, zeker in vroeger jaren, niet gewoon dat meisjes gingen studeren. Ik ging dan op huisbezoek en vertelde de ouders dat hun dochter goed kon leren.” Dochter Mariska kwam op een gegeven moment ook ‘gewoon’ bij haar vader in de (zesde) klas. Zij: “Toen was dat eigenlijk helemaal niet zo gek, al weet ik nu niet meer zo goed hoe ik hem noemde. Papa zeg je niet op school, maar meester zei ik eigenlijk ook niet.” Teijink sr. over leerling Mariska: “Ze was een kwebbel. Of ik veel strafte? Nee, ik had niet veel op met straffen. Ik waarschuwde wel.” “Ik was niet zo’n lieverdje, nee. Ik had wel het gevoel dat hij voor mij strenger was dan voor andere kinderen”, lacht Mariska. “Trouwens, ouderavonden over mij hadden we niet.” Collega’s Dat het onderwijsbloed door de familie Teijink stroomde, bleek in 1982 toen vader en dochter collega’s werden. “De leerkrachten waren dun bezaaid,” herinnert Teijink zich. “Er zijn heel wat gesprekken aan vooraf gegaan, voordat ze kwam.” Mariska, in 2010 nog altijd leerkracht op de Andreashof: “Ik vond het moedig dat mijn vader mij durfde aan te nemen. Daarmee stelde hij zich toch kwetsbaar op. Ik woonde toen nog gewoon thuis, mijn vader at tussen de middag thuis, terwijl ik op school bleef. We konden het goed scheiden: over school werd thuis niet gepraat. School was school, thuis was thuis. Bijzonder was het natuurlijk wel.” Wim Teijink glimlacht bijna melancholisch als hij terugdenkt aan zijn periode op de Theresia van Avilaschool. “Weet je,” zegt Mariska bijna samenzweerderig, “dat mijn vader ook muzikaal is? Hij heeft de musical op school geïntroduceerd.” Wim Teijink knikt: “Meester Pennewip was de eerste in 1969. Dat script kostte twintig gulden, weet ik nog.”
1971-1985
Mevrouw Jos Kanis-van der Zanden was hoofdleidster op de Theresia kleuterschool van 1967 tot 1983 en aansluitend adjunct-directeur op de Theresia van Avilaschool (1983-1985).Ter ere van het 100-jarig bestaan van de Andreashof werd zij geïnterviewd door Corry van der Goes-Hoogstraten die zelf in 2010 haar 25-jarige jubileum als kleuterleidster vierde. Het resultaat is een prachtig tweegesprek over enge loeiende kachels, overlopende toiletpotten, luidruchtige gymlessen en sfeervolle kerstvieringen in de klas!
Mevrouw Kanis krijgt nog steeds kaartjes van Heulse kleuters van toen… Waar bent u gestart in Kwintsheul? Op de Theresia kleuterschool recht tegenover de kerk. De school was tegen de toenmalige Mariastichting aangebouwd. Dit was het bejaardenhuis waar de Zusters van de Voorzienigheid voor de bejaarden zorgden. Een aantal zusters zorgde ook voor de kleuters in de naastgelegen kleuterschool. Toen ik er kwam, waren er geen nonnen meer werkzaam. Ik volgde mevrouw J. Zwinkels op en startte het jaar daarna met een nieuwe jonge leidster die zo van de opleiding van kleuterleidsters kwam. Zij heette Corry Hoogstraten, die nog steeds op de Andreashof werkt, en mij nu interviewt, wat ik heel leuk vind. Wij hebben samen veel meegemaakt. Kunt u daar iets over vertellen? De nonnetjes, met alle eerbied, hadden ons het een en ander nagelaten in een grote voorraadkast. We hebben onze ogen uitgekeken naar alle dozen met heilige plaatjes, zo zal ik het maar noemen! We konden nog járen vooruit met Maria`s Jezuskindjes en kruisbeeldjes-afbeeldingen! Ik heb er wat van bewaard, maar toen ik verhuisde naar mijn huidige plekje in De Witte Brug in Poeldijk, heb ik veel moeten opruimen. De schoonmaak op school deden we altijd zelf, want de ouders hadden toen zelf grote gezinnen en die ging ik niet vragen om te helpen. Dus stond Corry boven op een stoel of op een tafel om de ramen te zemen. En sopten we samen al het meubilair na schooltijd schoon. Buiten, ja! Er was gewoon niet veel geld om schoonmakers te betalen, al werd dat later allemaal beter. Verder waren er nog de oliekachels, die grote gevaartes in een hoek van de lokalen, die eng gingen loeien als er teveel olie tegelijk naar binnen liep! De koster, Jan van Bergen-Henegouwen stak ze ’s morgens vroeg voor ons aan. Hij woonde vlak naast de school. Soms moesten we een poos naar buiten om te wachten tot de oliekachels uitgeloeid waren en ik stopte er hele vrachten wc-papier in om de olie erin te laten trekken. Tjonge jonge, wat een tijd! Ik weet ook nog dat we na een weekend op school kwamen en toen stonden Corry en ik meteen met onze voeten in het water! De hele gang stond blank en we konden dus mooi gaan dweilen! Bleek dat de oude toiletten het hele weekend waren blijven doorlopen… Gelukkig werden de stortbakken snel daarna vervangen en toen vroeg ik ook meteen maar om een boiler voor heet water! Die is er ook gekomen. Er was zo te horen weinig luxe in die tijd? We hadden op de kleuterschool werkelijk geen voorzieningen, want de nonnetjes haalden alles uit de Mariastichting. Koffiewater kookten we in de winter op de oliekachels en in de zomer met een keteltje water op een kookplaatje in een piepklein berghokje, dat we als keukentje hadden omgedoopt. Er was geen telefoon, die werd pas later aangelegd. Wat is er veel verbeterd in de afgelopen veertig jaar!
Hoe vond u het om in Kwintsheul te werken? Ik heb er bijna twintig jaar met veel plezier gewerkt en ik ben blij dat ik zoveel heb kunnen opbouwen. Ik ben via Poeldijk,waar ik ben geboren en ook voor de klas heb gestaan, naar De Lier gegaan en daarna naar Kwintsheul. De samenwerking met de Theresia van Avilaschool heb ik altijd heel belangrijk gevonden. We gingen dan ook altijd aan het einde van het schooljaar met alle kleuters kijken naar de eerste klas van de ‘grote school’. Met feestmutsen op natuurlijk, want er zouden weer veel kinderen doorstromen vanuit onze kleuterschool. Wat heeft u zoal georganiseerd? Stap voor stap heb ik de contacten met de ouders opgebouwd door op huisbezoek te gaan en zo de leef- en werkomgeving van de gezinnen te leren kennen. Daarna kwamen er in de loop der jaren steeds meer ouders die het belangrijk en leuk vonden om iets in de school te gaan doen. Zoals plakboeken inplakken en materialen plastificeren of vernissen. Wat is er hard gewerkt! Ook maakten we in die tijd samen met de ouders op school surprises voor de kleuters. Dat was zo gezellig en de ouders leerden elkaar meteen kennen. We hebben zo veel gelachen samen! De Kerstvieringen waren soms gewoon in de klas met de ouders achterin in een grote kring. Simpele glazen potjes met een kaarsje erin zorgden dan in de avond voor een heerlijk sfeertje. Zelfs kwamen toen heel voorzichtig de eerste vaders mee naar binnen. Dat was heel wat voor die tijd , begin jaren ’70! In de zomer deden we eerst allerlei spelletjes in wedstrijdvorm op de speelplaats met wat limonade of een ijsje als traktatie! Geweldig! De kleutertjes van die tijd waren niet veel gewend en overal blij mee. Later gingen we naar het Quintusveld of zelfs naar de Waterspeeltuin in de Delftse Hout! Sommige kleuters hadden het idee dat ze naar Frankrijk afreisden! Wat vond u van alle veranderingen die in de loop der jaren plaatsvonden? Het was fijn dat Corry en ik er na vier jaar een nieuwe collega bij kregen, Cisca van Veldhoven. Zij kreeg het lokaal boven dat wij vroeger moesten gebruiken als gymzaaltje. Daarmee was wel meteen een ‘probleem’ opgelost. De bejaarden van de Mariastichting hadden namelijk beneden naast mijn lokaal hun koffie- en theeruimte. En terwijl wij steeds heel zachtjes probeerden te doen, kwam Corry dan boven mijn hoofd een gymles geven… Toen Ciska kwam en in ons ‘gymzaaltje’ trok, kwam er – gelukkig voor
1971-1985
de bejaarden – een einde aan de luidruchtige gymlessen. Tjonge jonge wat een tijd. Toen Corry ging trouwen, stopte ze met werken en kwam Petra v.d. Ende in haar plaats. Later, toen Cisca naar Naaldwijk ging, kwam Mirjam van Houdt (nu Mirjam Wilmer, red.) die weer ging werken met Ineke Kouwenhoven. Ook Els Duyvesteyn heeft een paar jaar op de Theresia kleuterschool gewerkt. Toen Mirjam hoofdleidster werd op de Kleuterhof aan de overkant, kwam Mirjam van Poucke in haar plaats. Wat een fijne meiden allemaal! Ik was inmiddels getrouwd met mijn lieve Ben die mij zo vroeg is ontvallen! Hij volgde alle ontwikkelingen op de voet en ik heb heel wat bijscholingscursussen gevolgd. Toen Ben overleed heb ik nog drie jaar doorgewerkt en ik heb dus nog net meegemaakt dat we allemaal ‘basisschool’ werden. De Theresia kleuterschool werd samen met de Theresia van Avilaschool de Theresia Basisschool. Daarna volgde de fusie met de Andreasschool en het afstoten van de oude gebouwen van de Avilaschool en de Andreasschool. Hoe gaat het nu, in 2010, met u? Ik ben blij dat ik heb mogen meewerken aan de ontwikkeling van de Heulse kleuters en krijg nog steeds kaartjes van ouders of kleuters van toen. Dat doet me goed. Wat mijn gezondheid betreft, heb ik veel moeten meemaken, maar ik hoop nu – op mijn 80e jaar – nog een poosje van een fijne oude dag te genieten. Ik wens jullie een fijn jubileum en wat leuk dat mijn verhaal in het jubileumboek mag staan! Hartelijke groeten, Jos Kanis
Lieve Jos , bedankt voor het interview en ik vond het leuk om deze herinneringen samen met jou te mogen ophalen! Corry van der Goes-Hoogstraten (groep 1CD)
De Andreasschool heeft jarenlang de projecten van Wim van de Burg in Kenia gesteund
Interview
Mevrouw Stolk begon in 1979 als secretaresse van de toenmalige schoolstichting Wateringen/Kwintsheul, waarin ook de Andreasschool een plaats had. Jarenlang vervulde zij allerhande administratieve taken en onderhield zij nauw contact met de scholen in Wateringen en Kwintsheul.Terugkijkend heeft zij veel plezier beleefd aan haar baan als secretaresse van het schoolbestuur. Maar de start kwam destijds vrij onverwacht...
Mevrouw Stolk wist alles en kwam overal “Mijn man Kees deed eigenlijk de administratie van de schoolstichting”, herinnert mevrouw Stolk-van Vree zich onder het genot van een heerlijk kopje thee. Hoewel zij vooraf riep: “Ik heb niets interessants te vertellen”, valt dat gelukkig reuze mee. Want op de vraag hoe zij ertoe kwam om de administratie te gaan doen, volgt een indrukwekkend antwoord. “Mijn man Kees overleed in 1979 plotseling en toen heb ik zijn taken overgenomen. Al na twee weken stond er iemand van het toenmalige bestuur bij mij op
de stoep om te vragen of ik een gedeelte van die taken kon en wilde overnemen.Veel te snel vond ik dat op dat moment, maar achteraf gezien ben ik het bestuur er nog dankbaar voor. Het voorkwam immers dat ik in een isolement raakte. Ik kwam door mijn nieuwe werk op alle scholen en had overal goede contacten. Heel waardevol.” Kerkmeester Ook pastoor Perquin kwam al snel vragen of mevrouw Stolk kerkmeester (secretaris) wilde worden. Dat was namelijk ook een taak van haar man geweest in het kerkbestuur. In die tijd was het schoolbestuur van de Andreasschool nog opgericht vanuit de kerk. Meneer Stolk was penningmeester in het kerkbestuur en werd vanuit die functie ook aangewezen als penningmeester in het schoolbestuur. Mevrouw Stolk hoefde over haar ‘dubbelfunctie’ niet lang na te denken. “Natuurlijk heb ik toen ook ‘ja’ gezegd op de vraag of ik kerkmeester wilde worden.” Niemand uit onderwijsveld Toen in de schoolstichting Wateringen/Kwintsheul officieel werd opgericht, werden de bestuurlijke en administratieve taken evenredig verdeeld over de verschillende scholen en kerken. In het nieuwe bestuur nam de heer Zwinkels vanuit de St. Jan kerk als voorzitter plaats. Daarnaast werd mevrouw Van Miechem bestuurslid vanuit de St. Josephschool in Wateringen en werd mevrouw Stolk bestuurslid vanuit de Andreasparochie. Er waren nog meer bestuursleden, maar met meneer Zwinkels en mevrouw Van Miechem heeft mevrouw Stolk tot op de dag van vandaag nog contact. “Er heerste een goede sfeer in ons bestuur en we hebben samen veel goede dingen gedaan. Maar het blijft wel merkwaardig dat er in dat schoolbestuur toen niemand vanuit het onderwijsveld zat…” 48 jaar koffieschenken In 1997 ging het schoolbestuur op in een nieuwe schoolstichting: de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Westland (SKPOW). Daarmee eindigde – na ruim 18 jaar – de onderwijsbestuursfunctie van mevrouw Stolk. Maar denk niet dat zij vervolgens thuis achter de geraniums is gaan zitten. Het secretariaat van de Andreasparochie wordt nog steeds door haar gedaan, ze notuleert de vergaderingen en verricht allerlei hand – en spandiensten. Ook schenkt ze al zo’n 48 jaar een kopje koffie in op de soos van de Katholieke Bond voor Ouderen. Theresiaschool Zelf heeft mevrouw Stolk op de Theresia van Avilaschool gezeten. “Die school was net gebouwd en ik mocht daar naar de eerste klas.Veel liever was ik echter naar de Andreasschool gegaan, want bij de jongens was het natuurlijk veel leuker!” Naar eigen zeggen was mevrouw Stolk altijd een halve jongen en erg ondeugend. Toch heeft ze een fijne tijd gehad op de Theresiaschool, waar zuster Anselma destijds schoolhoofd was. “Vooral in de eerste klas, bij juffrouw (Cor) Schreuder heb ik het erg naar mijn zin gehad”, weet mevrouw Stolk nog. Haar eigen dochter Conny ging vervolgens ook naar de Theresiaschool en zoon Ben heeft op de Andreasschool gezeten. Het is alweer dertien jaar geleden (1997) dat haar werk als secretaresse van het schoolbestuur is gestopt. Desondanks liggen de basisscholen in Wateringen en Kwintsheul haar nog erg aan het hart. En als de Andreashof de feestweek viert in mei 2010 komt ze zeker een kijkje nemen!
971-1985
Interview
Tiny van Steekelenburg (2e van rechts)
Als kind wist ze al wat ze later worden wilde: juf.Tiny van Steekelenburg gaf vanaf 1972 vijftien jaar les op de Theresia van Avilaschool in Kwintsheul. Ze organiseerde ook excursies. “En we gingen elk jaar op de fiets naar Duinrell.”
‘Juf Steek’ kwam nooit chagrijnig uit school Tekenlessen, die kreeg je in de zesde klas van ‘juf Steek’. Zij gaf alle creatieve vakken, van gedichten tot opstellen.Verjaardagen werden bij haar in de klas gevierd. “Maar ik gaf ook de gewone vakken, hoor”, vult Tiny van Steekelenburg aan. Met veel plezier gaf ze vijftien jaar les op de Theresia van Avilaschool in Kwintsheul. “Ik ben nooit ook maar één dag chagrijnig uit school gekomen.”
Schoolbord Tiny van Steekelenburg werd op 14 juni 1932 in Medemblik geboren (‘Ik ben een echte West-Fries’). Ze groeide zonder vader op. “Ik was vier toen hij stierf. Mijn moeder heeft ons, acht kinderen, alleen opgevoed. Ik zal nooit vergeten dat ze zei: jullie mogen later allemaal worden wat je wilt.” En wat ze wilde worden? Dat wist ze al heel lang: juf. “Ik had als kind al een klas om me heen.Van Sinterklaas kreeg ik een schoolbord. Speelden we dat ik de schooljuf was. Ik gaf mijn zusje al opstellen mee.” Haar droom kwam uit en Tiny van Steekelenburg behaalde in 1952 het diploma van de kweekschool. “Het bijzondere is dat we met acht meiden van toen nog steeds contact hebben. We komen nog elk jaar bij elkaar.” Intussen was haar moeder ‘veroverd’ door een Heulenaar, Gerard van Steekelenburg die in Kwintsheul een kwekerij had. Het gezin verhuisde naar dat piepkleine dorpje in het Westland en kreeg er een nieuwe familie bij. Met één van de vijf stiefbroers klikte het wel zéér uitbundig. “Ik kreeg verkering met Gerard. Nou, dát was wat in die tijd. Ik woonde dan wel thuis, maar ik heb vijf jaar bij de buren geslapen.” Gezin Ze ging lesgeven aan de Bernadetteschool in Naaldwijk, maar moest na zeven jaar stoppen. “We gingen trouwen. En als je in die tijd ging trouwen, stopte je met werken. Dat was verplicht. Dan kreeg je kinderen en richtte je je op het gezin.” Tiny van Steekelenburg kreeg vier dochters en toen die allemaal op school zaten, kwam op een dag Wim Teijink langs. “Hij zocht taakverlichting voor het schoolhoofd, zo omschreef hij dat.” Ze zag het wel zitten om het onderwijs weer op te pakken. En zo begon ze op 1 oktober 1972 aan haar eerste schooldag als juf op de Theresia van Avilaschool. “Ik herinner me mijn eerste dag nog heel goed. Na een uur ging de deur van het lokaal open. Stond Wim Teijink daar. “En?”, vroeg hij. “Héérlijk”, zei ik toen. “Dít is het weer.” Eiland van ome Niek Ze werkte halve weken – maandag, woensdagochtend en donderdag – (‘Maar vergeet de vergaderingen niet’) en organiseerde veel excursies. “Naar Slot Loevestein, Panorama Mesdag, het Prinsenhof in Delft. Hartstikke leuk. Bovendien gingen we elk jaar op schoolreisje naar Duinrell. Op de fiets, hè. Een hele belevenis, want tja, dan gebeurde er nog wel eens wat met fietssleutels of bagage. Op de heenweg koffie drinken bij het Eiland van Ome Niek en op de terugweg op Scheveningen allemaal even stoppen, want daar wilde Wim Teijink traditioneel even een visje kopen. Er heerste altijd een collegiale sfeer. We hadden een fijne samenwerking. Ik denk daar met heel veel voldoening aan terug.”
Andreashof 75 jaar!
971-1985
In 1985 werd het 75-jarig bestaan gevierd van de school. Met natuurlijk allerlei festiviteiten. Ook toen kwamen de kinderen en de leerkrachten naar school in Ot en Sien kledij! De feestweek startte destijds met een verklede optocht door Kwintsheul, er was een tentoonstelling en we hadden drie dagen feest met als klapper een grandioze afsluiting met de clowns Appie en Flappie.
Â
Â
Sneeuwwitje ‘opent’ Andreashof In januari 1984 wordt de nieuwe Andreashof feestelijk geopend. De leerkrachten voerden voor de kinderen en hun ouders het sprookje Sneeuwwitje op, met juf Jolanda als Sneeuwwitje, meester Aad als jager en meester Eric als prins op het witte paard!
De kinderen hadden voor de ouders een musical ingestudeerd, Teun de Speelman.
En als afsluiting was er een verklede handbalwedstrijd tussen de leerkrachten en de kinderen van de zesde klas. En wie wonnen er…???
Godsdienst tegen elke prijs! Rondom de kerkelijke hoogtijdagen als kerstmis, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren kwam pastoor Perquin godsdienstlessen geven op de Andreasschool. De meeste leerlingen vonden dat best interessant. De pastoor kon immers erg mooi vertellen. Minder leuk was dat aan het eind van zo’n lessencyclus een heus proefwerk wachtte. De pastoor was echter niet voor één gat te vangen. Hij wist de leerlingen opnieuw te boeien. De leerling die het hoogste cijfer haalde voor het proefwerk, kreeg van pastoor Perquin hoogstpersoonlijk een geldprijs: 2 gulden 50, maar liefst! Daar wilden de leerlingen wel even hun best voor doen! Berry Jansen, leerling Theresia van Avilaschool (1971-1978)
Wist u dat… …de Andreasschool jarenlang scheef stond? De ondergrond van de achterkant was van zachter veen, terwijl het fundament aan de voorkant veel steviger was. “Je zag het aan de soep”, weet Hans Smeele, die als schoolhoofd van 1969-1984 in het huis aan de school woonde. “Die stond schuin in de soepkommen.” Voor de Andreaskerk gold (en geldt?) overigens hetzelfde.Volgens Smeele kan geen deur in de kerk fatsoenlijk dicht...
1986-1998
986-1998
Eén basisschool in Kwintsheul
Natuurlijk is er veel overleg aan vooraf gegaan, maar eind jaren ’80 leken twee basisscholen in een bescheiden dorp als Kwintsheul te veel. Daarom werd uiteindelijk besloten samen verder te gaan. In augustus 1988 hield de Theresia Basisschool op te bestaan. Alle kinderen vonden vanaf dat moment een plek op de Andreashof, aangevoerd door Jacques Berkhout als directeur en Kitty Posthoorn als adjunct-directeur. Door ruimtegebrek op de Andreashof werd het Theresiagebouw in 1988 nog even gebruikt als dependance voor vijf groepen en in 1989 voor vier groepen. Totdat in 1990 de broodnodige uitbreiding van de Andreashof met drie nieuwe lokalen gestalte kreeg, gevolgd door uitbreiding met nog een lokaal in 1991. De Andreashof bestond toen uit twaalf lokalen. In Kwintsheul werden ondertussen steeds meer huizen gebouwd en er kwamen veel gezinnen met kinderen bij. Dat leidde tot zoveel nieuwe leerlingen voor de Andreashof dat in 1995 besloten werd twee rode noodlokalen bij te bouwen. Een jaar later kwam er nog een noodlokaal bij. In 1996 was ook de gymzaal klaar, die met opzet was vastgebouwd aan de school. De kinderen hoefden nu niet meer dwars door Kwintsheul te lopen naar de oude gymzaal aan de Kerkstraat. De bouw van de nieuwe gymzaal bood in 1996 ook gelijk aanleiding tot de opzet en bouw van kinderdagverblijf Trumpy. Er was bewust voor gekozen om de (buitenschoolse) kinderopvang zo dicht mogelijk bij de basisschool te situeren. Door brand verwoest Zaterdag 28 maart 1998 was voor de Andreashof letterlijk een zwarte dag. Rond 19.00 uur ’s avonds werden de drie lokalen die in 1990 extra zijn aangebouwd, door brand volledig verwoest. Alles wat in die lokalen stond, is verloren gegaan. Twee groepen vijf en één groep vier waren al hun spullen in één klap kwijt. Gelukkig bleven de gymzaal en de rest van de school gespaard. Wel was er veel water- en roetschade en stonden veel lokalen onder water door het vele blussen. De eerste dag mocht niemand bij de school komen in verband met mogelijk vrijgekomen asbest. Gelukkig was dat snel opgeruimd, zodat begonnen kon worden met de schoonmaak. Alle leerkrachten werkten keihard en met behulp van een gespecialiseerd bedrijf om de hele school zo snel mogelijk schoon te maken. De week erna was de school alweer open. En voor de kinderen van de getroffen groepen 5 en groep 4 waren noodlokalen neergezet op de parkeerplaats van sportcomplex Quintus. Met de herbouw van de drie verwoeste lokalen werd zo snel mogelijk gestart.
986-1998
Ze was stapelgek op de kinderen, op haar klassen. En later toonde zij zich zeer begaan met de collega-leerkrachten op school. Kitty Posthoorn werd in 1975 als piepjonge onderwijzeres aangenomen op de Andreasschool. Ze zou er 35 jaar lang met veel plezier en in diverse functies blijven. “De school is jarenlang mijn alles geweest”, zegt ze in 2010 als adjunct-directeur van de Andreashof.
Kitty Posthoorn: ‘De juf van de prognoses’ Ze herinnert zich haar eerste schooldag, in augustus 1975, nog goed. “Het was bloedheet en ik kwam vanuit Rotterdam, waar ik bij mijn ouders woonde, met mijn ouwe witte kever naar school. In de klas deed ik luchtige slippers aan, die ik nog steeds bleek aan te hebben toen ik na die eerste dag weer in mijn auto wilde stappen. Maar autorijden met slippers ging niet, dus ik liep snel terug de school in om mijn schoenen te halen. Toen ik terugkwam, bleek mijn gele handtas uit de auto te zijn gestolen. Kon ik, in plaats van gezellig naar huis, eerst langs het politiebureau gaan…” De laconieke toon waarop Kitty dit verhaal vertelt, is tekenend voor haar persoon. Ze is niet voor één gat te vangen. “Mijn lichaam is nooit zo sterk geweest”, zegt ze zelf, “maar mijn geest is des te sterker.” En dat was op school te zien. Kitty kreeg in de vroege jaren ’70 blaasontsteking van het zitten op de ijskoude, granieten vensterbanken. Ze werd later geveld door de ziekte van Pfeiffer, moest wekenlang platliggen tijdens haar twee zwangerschappen (waaruit overigens een prachtige dochter en zoon werden geboren) en had overbelaste knieën. Maar, lichamelijk ongemak of niet, Kitty was er altijd voor school. En ze was ambitieus. Zij was het die in klas 2 het niveaulezen introduceerde, terwijl tot dat moment alleen nog maar klassikaal werd gelezen. Zij ging ook als een van de eersten met computers aan de slag. Alle informatieboekjes en schoolgidsen ooit verschenen, zijn van haar hand. “Ik ben een autodidact”, zegt Kitty. “Toen de eerste Commodore uitkwam, zette ik daar, hup, een heel leerlingenadministratiesysteem mee op. Hans Smeele, de toenmalige directeur, vond het prima, maar zweerde stiekem bij zijn eigen kaartenbak. Dus bestonden er heel lang twee systemen naast elkaar. Die van Hans, de handgeschreven kaartenbak. En die van mij, op de computer. Langzaamaan zijn Hans en ik naar elkaar toe gegroeid. We verschilden wel eens van mening, maar gingen altijd respectvol met elkaar om. Ik denk dat ik mag zeggen dat Hans Smeele mij heeft getemd. Ik was een hele felle.” Leiding geven De ambities van Kitty – ‘de juf van de prognoses’ – kwamen ook boven tafel in de aanloop naar de fusie met de Theresia van Avilaschool. “Ik maakte toen al leerlingenprognoses en zag dat zowel de Andreasschool als de Theresia te klein waren om zelfstandig door te gaan. Ik was dus al vrij vroeg voorstander van een samengaan. Maar Hans Smeele was gematigder.” Voordat het tot een fusie kwam, werd de Andreasschool eerst basisschool. De Kleuterhof schoof aan en onder de nieuwe naam Andreashof kreeg Hans Smeele de status van directeur en werd Kitty adjunct. “Ik kwam naast Hans Smeele te werken. Een geweldige nieuwe uitdaging. Ik heb altijd iets willen toevoegen in het onderwijs en de leidinggevende aspecten vond ik leuk. Tot op de dag van vandaag vind ik die leuk, al is er wel veel veranderd in de loop der tijd.”
Deskundigheid Kitty doelt op de veranderingen in het onderwijsvak en in de maatschappij. “Leerlingen, ouders én leerkrachten zijn mondiger. Het onderwijs is een ander vak geworden. Als de juf vroeger zei dat sokken rood hoorden te zijn, dan was dat zo. En als een leerling niet goed kon leren, mocht hij de plantjes water geven in de klas. Dan was dát wat hij goed kon. Nu kom je daar als leerkracht niet meer mee weg. We moeten alles uit een leerling halen wat erin zit. Daar is deskundigheid voor nodig. En gelukkig zit er binnen het team van de Andreashof heel veel kennis en deskundigheid.” “Mijn taak in de laatste tien jaar was vooral zorgvuldig om te gaan met het team. Ik maakte de roosters en wilde de juiste mens op de juiste plaats. Daar heb ik mij hard voor gemaakt, al is het waarschijnlijk de ene keer beter gelukt dan de andere keer. Vroeger was onderwijs gebonden aan regels, tegenwoordig is er meer ruimte voor overleg. Een goeie ontwikkeling, maar ook complex. Leerkrachten, leerlingen én ouders moeten willen meegroeien. Ik heb zelf ook even moeten zoeken naar mijn rol toen de school in 2005 een managementteam kreeg. Irma Smits werd onderbouwcoördinator, Marianne Reijgersberg bovenbouwcoördinator en ik werd plaatsvervangend directeur/ bouwcoördinator.Vanaf dat moment verschoof mijn aandacht echt van de kinderen naar de teamleden. Ik wilde het mogelijk maken dat zij hun werk met de kinderen goed konden doen.” Schouders eronder Toen Jacques (Berkhout, red.) ziek werd, nam Kitty de taak van plaatsvervangend directeur op zich. En in dezelfde periode werd hard gewerkt aan een concept Brede School met verplicht continurooster. “Jacques en ik hebben 25 jaar samengewerkt. Wij zijn echte maatjes geworden. Ik vond het verschrikkelijk dat hij door ziekte uitviel, dat heeft er stevig in gehakt. Maar tegelijk dacht ik: “Schouders eronder, we maken er wat van!” Kitty Posthoorn heeft met recht haar schouders gezet onder de ambities van de Andreashof. Haar onderbouwing van het concept Brede School is zo gedegen op papier gezet, dat de school op basis van deze plannen verder kan bouwen aan een gezonde toekomst en een Brede School Kwintsheul.
986-1998
Familieportret Dochters en kleindochter Van Beers Meester Van Beers had vijf kinderen. Drie zoons: Dick, Sjef en Theo. En twee dochters: Anneke en Ria. Met Anneke en Ria halen we herinneringen op aan hun eigen schooltijd in Kwintsheul. Samen met Debby, dochter van Ria, kleindochter van meester Van Beers en tegenwoordig bekend als ‘onze’ juf Debby Haring. Wat is jullie eerste herinnering als je terugdenkt aan school? Anneke: “Ik zat van 1945-1951 op de Theresia van Avilaschool, bij de nonnen. In mijn herinnering had ik alleen maar ruzie op school. Ik geloof dat ik onhandelbaar was. Maar de nonnen waren ook niet altijd even aardig. Moest ik hun tas dragen. Nou, dat deed ik gewoon niet. De nonnen dreigden dan naar mijn vader te gaan. Haha, ze konden beter naar mijn moeder, want die was veel strenger dan mijn vader. Maar dat zei ik natuurlijk niet.” Ria: “Onze vader, meester Beers, gaf les aan de overkant, op de Andreasschool. Wij woonden in het huis naast de school. Dat huis had kamers zo groot als leslokalen, maar we zaten eigenlijk altijd in de keuken. Daar was het gezellig. Elke dag kwam een jongetje in de keuken koffie halen voor meester Beers. Dan kreeg ‘ie twee speculaasjes mee. Eentje voor de meester en eentje voor hemzelf.” Debby: “Ik ging naar de Andreasschool en mijn eerste herinnering stamt uit de 1e of 2e klas. Ik zat toen bij Juf Smeele en zij kon prachtig voorlezen. Om haar hals droeg ze een bijzondere ketting waar zij altijd tijdens het voorlezen aan zat te frummelen. Het was een soort grote kastanje of steen met een gouden bandje erom. Daar zat ik – terwijl ik luisterde – altijd naar te kijken!” Wie was jullie lievelingsjuf of –meester? Anneke: “Zuster Adelheid, een hele lieve vrouw. Ook heel creatief. Stond er met kerstmis een levensgrote stal met een grot en water eromheen. En natuurlijk juffrouw Post. Die had een vrijer, hartstikke interessant natuurlijk. We maakten zelfs een versje: Theo Luijten stond te fluiten, toen kwam juffrouw Post naar buiten!” Ria: “Ik heb het vooral in de 2e en 3e klas bij juffrouw Noordermeer erg naar mijn zin gehad.” Debby: “Ik denk vooral terug aan meester Aad die prachtige geschiedenisverhalen kon vertellen en die in de klas ook graag een natuur- of wiskundeproefje uithaalde. Dat vonden wij prachtig. Techniek stond toen ook al op het lesprogramma! En ik vergeet nooit de leuke jaren in de combinatieklas bij juf Kitty. We schreven met een paar kinderen uit de klas zelf een musical, die we dan in andere klassen mochten opvoeren. En veel zingen; de liedjes van Abba maar dan met een Nederlands tekst.”
Dochters en kleindochter Van Beers
Wat was het leukste vak? Anneke: “Tekenen. Er werd op school nauwelijks iets uitgelegd, maar ik heb er wél leren tekenen, aangespoord door zuster Adelheid. Mochten we Donald Duck natekenen. Ik heb het écht goed geleerd. En ik vond de gymles opmerkelijk. Dat deden we in de hal van de school. Met een stok, maar wat we daar nou precies mee deden? Achter je rug, geloof ik, en dan erover heen stappen? Het heette gym, maar het was meer bukken en buigen…” Ria: “Geschiedenis. Daarin ben ik nog stééds in geïnteresseerd. Misschien komt dat toch door mijn vader. Die kon vreselijk mooi vertellen. Ook spookverhalen overigens. En die waren niet mis. Het ging altijd over krakende graven en rammelende lijken, 24.00 uur middernacht was vroeger een doodenge tijd. En dan woonden we ook nog pal naast het kerkhof…” Debby: “Taal en lezen waren mijn lievelingsvakken. En vooral opstellen schrijven. We waren in de klas met de goede lezers ook fanatiek in tempo lezen! Wie kon er bij de juf op de leestoets de meeste woordjes lezen? Altijd weer spannend! En natuurlijk toneelstukjes, dansjes en zangacts verzinnen. Die mochten we op vrijdagmiddag in de klas opvoeren.” Haalden jullie wel eens kattenkwaad uit? Anneke: “Ik heb wel eens gelogen. Ik was gék op baby’s en kinderen uit de klas kregen steeds maar broertjes en zusjes. Toen heb ik in de klas verteld dat wij ook een broertje hadden gekregen. ‘Hoe heet hij dan?’, werd er natuurlijk gevraagd. Daar had ik nog niet over nagedacht. Euh, Keessie, zei ik. Dus mijn vader werd vanaf dat moment steeds gefeliciteerd met zijn zoon Keessie… Had ik ook niet bij stilgestaan. De nonnen reageerden heel gemeen. Moest ik midden in de klas gaan staan, zeiden ze: “Zien jullie dit meisje? Zij heeft ge-lo-gen!” Daar heb ik als klein meisje nog lang last van gehad.” Ria: “Het was niet de bedoeling, maar ik ben een keer van de trap gevallen en in mijn val trok ik de kap van het hoofd van een non. We moesten op die trap altijd in een lange rij staan. Hoe het gebeurde weet ik niet meer, maar daar ging ik en hup, daar ging die kap ook!” Debby: “Ik praatte nogal graag en veel. Daar zal ik vast wel voor op mijn kop hebben gekregen.Verder was ik wel braaf, hoor! Hoewel, ik herinner mij ineens dat we met de hele klas een keer de lelijke eend van de handwerkjuf, die geparkeerd stond op het schoolplein (!), door de handrem heen hebben geduwd.” Andere anekdote? Anneke: “Ik was de eerste die op school kwam met een lange broek zonder elastiek aan de onderkant en zonder rok erover heen. Het was een donkerblauwe broek, waar ik zelf knalgroene sokken bij had gezocht. Apetrots was ik, maar de nonnen stuurden mij resoluut terug.” Ria: “We moesten voor schooltijd altijd naar de schoolmis. Kinderen die van een laan kwamen, hadden dan een koffertje met brood bij zich. Dat mochten zij tussen kerk en school snel opeten, want je moest nuchter naar de kerk. Omdat wij naast school woonden, hadden wij niet zo’n koffertje. Dus dreigde ik niet meer naar de kerk te gaan, totdat ik ook zo’n koffertje had.” Debby: “Ik herinner mij vooral nog dat ik niet zo handig was. Nog steeds niet… Dus tijdens de handvaardigheid zat ik vooral druk te kletsen in plaats van te knutselen. Nee, handwerken is niet mijn ding…”
Andreashof en handbal hebben een bijzondere band Geschreven door Jan van Kester De Andreashof viert in 2010 het 100-jarig bestaan, handbalvereniging vdVoort/Quintus viert het 60-jarig bestaan. In de jaren ‘60 en ‘70 waren er in Kwintsheul twee scholen: de Andreasschool ( jongensschool) en de Theresia van Avilaschool (meisjesschool). Veel jeugdleden van vdVoort/Quintus hebben op deze scholen leren lezen en schrijven. Kinderen stimuleerden elkaar om te gaan handballen en zeker na de opening van de Van der Voorthal in 1972, groeide de jeugdafdeling van de afdeling Handbal uit tot de grootste van Nederland. Jaarlijks organiseerde vdVoort/Quintus op Koninginnedag het DUINDAM/schoolhandbaltoernooi, gesponsord door het gelijknamige autobedrijf aan de Heulweg. Jongens en meisjes, die in het weekend samen speelden, maar doordeweeks op de Andreasschool of de Theresiaschool zaten, waren bij het schoolhandbal rivalen in de strijd om de bekers. Voor ’t Startblok uit Honselersdijk was het soms moeilijk om zich bij het schoolhandbal sportief staande te houden. De winnende schoolteams bij klas 6 (groep 8) werden afgevaardigd naar het regionale schoolhandbaltoernooi in Den Haag. Regelmatig lukte het een Heulse school om zich daar te plaatsen voor het nationale schoolhandbaltoernooi in Emmen. In Emmen moest er dan gestreden worden tegen de schooljeugd uit andere handbalbolwerken als Nibbixwoud, Raalte etc. Enkele malen werd er zelfs de Nederlandse titel gewonnen, zoals de lichting op onderstaande foto. In de groep staand voor Geert Zwinkels, o.a. eerste team speler Rolf Vijverberg.
Nederlands kampioen schoolhandbal In 1990 werd dit schoolhandbalteam van de Andreashof kampioen van Nederland: Mariska de Ruiter, Karen van Marrewijk, Christy Zwinkels, Helen Kleyberg, Diana Nederpelt, Tessa van Steekelenburg, Debby Wagemakers, Marieke van Vliet, Chantal de Kok, Rick Bulsing, Rolf Vijverberg Ronald Grootscholten, Clement Schutte, Rick van Workum. Teamleiding: Martin Mol, Jeane Wagenmakers en Geert Zwinkels.
Schoolhandbalkampioen in 1977/1978, 1993, 1997, 2000, 2007 en 2010.
1999-2010
999-2010
Andreashof blijft zich ontwikkelen: In de jaren die volgden, meldden steeds meer kinderen zich als leerling van de Andreashof. En opnieuw was uitbreiding nodig. Daar werd in eerste instantie altijd vooral creatief mee omgegaan… In 1999 werd op de speelplaats van de groepen 1 en 2 eerst een tijdelijk noodlokaal geplaatst. Een jaar later week één groep 6 voor twee jaar uit naar het gebouw van Trumpy. Pas in januari 2002 werd een begin gemaakt met écht uitbreidende nieuwbouw, bij de ingang van de groepen 1, 2 en 3. Daarvoor moesten echter wel eerst het noodlokaal en de tijdelijke speelzaal die daar stonden, worden verplaatst. In oktober 2002 was de nieuwbouw klaar en waren er twee lokalen, een tweede speelzaal en een directieruimte bijgekomen. Het tijdelijke nood- en speellokaal werd definitief verwijderd. En in november was de weg vrij voor de officiële opening. Terwijl wethouder Jan Kleijberg een mooi praatje hield, knipten twee leerlingen van de school, Rik Evers en Fleur Maree, de openingslinten door. En nog stond de Andreashof niet stil. Want in 2006 werden de drie rode noodlokalen verbouwd tot twee grotere lokalen en een tussenruimte. Eén van die lokalen werd in 2009 speciaal ingericht als handvaardigheiden technieklokaal.
Familieportret Drie generaties Jansen-Vis Een bijzonder portret van drie generaties die de jubilerende basisschool in Kwintsheul hebben bezocht. Opa Geert Jansen, zijn drie kinderen én zijn negen kleinkinderen zaten en zitten allemaal op dezelfde Heulse lagere school. Opa Geert Jansen (1938): “Midden in de oorlogsjaren kwam ik op de Theresia kleuterschool bij zuster Willibrorda, een schat van een non. Na twee kleuterjaren trof ik in de eerste klas juffrouw Schröder; een juf waar ik als jongetje van zes jaar oud, ontzettend ‘verliefd’ op was! Toen ik juffrouw Schröder vorig jaar ontmoette op een reünie, heb ik haar mijn heimelijke jeugdliefde opgebiecht! Ze kon er smakelijk om lachen! Daarna kwam ik in de volgende klassen steeds bij een meester terecht. Meester Schrama, meester Bijk en meester Beers. Meester Bijk las tijdens het lesgeven altijd zijn krantje en keek er af en toe bovenuit om te kijken of alle jongens nog wel doorwerkten aan hun moeilijke sommen of taalwerk…Tijdens het laatste jaar van de oorlog konden wij als leerling goed merken, dat het oorlog was. Het was in de winter ontzettend koud op school en ik weet nog dat de meesters toen graag aan ‘bonnetje-ruil’ deden: broodbonnetjes werden geruild voor kannetjes stookolie! In 1949, toen ik in de 8e klas zat bij meester Beers, werd er een onderverdeling gemaakt op niveau: de leerlingen die goed konden leren, werden bij elkaar gezet en kregen extra les in Frans en wiskunde. Ik zat daar ook bij, en wij zouden doorstromen naar de HBS. Maar helaas werd voor mij uiteindelijk de U.L.O. in Poeldijk uitgekozen. Hierdoor heb ik nooit naar de vervolgopleiding kunnen doorstromen waar ik van droomde, de zeevaartschool… Ik ben blij dat tegenwoordig álle kinderen evenveel kans hebben om door te leren, en dat het niet meer, zoals vroeger, uitmaakt uit welk milieu je komt.”
De drie kinderen: Berry Jansen (1965): “Mijn eerste juffrouw op de Theresia kleuterschool was juf Dentes. In 1971 stroomde ik door naar de lagere school, waarvan ik mij het ‘sticker-beloningssysteem’ nog herinner. Elke keer als je een taak goed had uitgevoerd of als je lief met de les had meegedaan, kreeg je een sticker op een speciale kaart. Ook weet ik nog heel goed welke nerveuze toestanden er in de klas heersten, als de blauwe tandartsbus voor de school stond… Alle leerlingen kwamen aan de beurt bij de schooltandarts! Schoolzwemmen gebeurde in Wateringen, in het openluchtzwembad. De leerlingen gingen daar, vergezeld van de meester of juf, op de fiets naar toe, hoe slecht het weer soms ook was.Vooral de terugweg was lang niet altijd een pretje, als je net een half uur in het koude water had gezwommen! Dennis Jansen (1969): “Ik kwam als kleuter op de Kleuterhof bij juffrouw Berendse in de klas. Een lieve juf, waarvan ik – in mijn beleving – vooral veel mocht spelen en puzzelen. Anders dan de verwacht, stroomde ik niet door naar de Andreasschool, maar ging ik naar de Theresia van Avilaschool. Dat vond mijn vader een lichter en gezelliger gebouw. Op de Theresia leerde ik lezen van juf Dentes, boom-roos-vis, etc. Taal werd vanaf dat moment mijn lievelingsvak, en eigenlijk ben ik daar nu – in mijn huidige vak als journalist – nog steeds mee bezig. Ik was vroeger snel afgeleid en zat in de klas vaak achterstevoren. Bij meester Jacques Berkhout in de 4e klas heb ik vaak voor straf voor het bord moeten staan… In de 6e klas had ik onder andere les van juffrouw Van Steekelenburg. Zij gaf tekenlessen en dat vond ik geweldig! Minder geweldig was dat juist zij een liefdesbriefje onderschepte dat ik namens een andere jongen aan een meisje schreef. Juf Steekelenburg herkende echter mijn handschrift en hoewel ze er eigenlijk wel om moest lachen, kreeg ik toch mijn pakketje straf!”
999-2010
Chantelle Vis-Jansen (1972): “Ik had op de Kleuterhof bij juffrouw Renée Douwerse een geweldige tijd! Net als Dennis tekende ik graag en dus maakte ik rond Sinterklaastijd een mooie tekening voor juf Douwerse. Het is ongelooflijk, maar vorig jaar kreeg ik die tekening dus terug gestuurd van… juf Douwerse. Had ze al die tijd mijn tekening bewaard! Ook ik ging na de Kleuterhof naar de Theresia van Avilaschool en ik heb vooral geweldige herinneringen aan de 4e klas met meester Eg Paalvast. Vooral zijn muzieklessen, mét gitaar, waren erg leuk. Maar ook het grote feest in verband met het 50-jarig bestaan van de school, kan ik mij nog goed herinneren.”
De negen kleinkinderen: Roy Jansen (1995): “Ik ben nu twee jaar van de Andreashof af, maar ik heb het daar erg leuk gehad.Vooral in groep 8, met de activiteitenweek, de musical en de discofeesten met alle klasgenoten. Ook de afscheidsfeesten van meester Aad Hoogendijk, en later van meneer Huug, de conciërge, vond ik bijzonder.” Bram Vis (1998, groep 7): “De gezelschapsspelletjes bij de kleuters, waaraan de moeders ook meededen, vond ik altijd heel erg leuk. Mijn favoriete schoolvak is gym.” Senne Jansen (1998, groep 7): “Ook mijn favoriete vak is gym, het minst leuk vind ik taal. Het is op deze school vooral leuk dat er zoveel aandacht is voor andere dingen dan de leervakken. Ik bedoel bijvoorbeeld de toneelachtige sketches van meester Peter (Hoogelander, red.). Die doet altijd de Lama’s na. Super lachen.” Tessa Jansen (1999, groep 7): “Mijn lievelingsvakken zijn vooral rekenen, handvaardigheid en aardrijkskunde. Ik weet nog dat juf Hubertine ging trouwen en dat al haar kleuters – dus ik ook – mochten komen. Dat was heel erg leuk!” Pieter Jansen (1999, groep 6): “Net als mijn vader vind ik taal en spelling het leukst op school en stukjes schrijven doe ik ook best graag.Vooral in groep 3, bij juf Jacqueline, vond ik het grappig dat we allemaal leerden lezen met maan-roos-vis.” Gijs Vis (2001, groep 5): “School vind ik niet altijd even leuk, behalve als we gaan gymmen. Dan ga ik wel graag. Ook houd ik wel van de niet-leervakken, zoals carnaval.” Annebel Jansen (2002, groep 4): “Ik vind eigenlijk alles op school heel leuk; maar als ik iets moet kiezen, dan is het knutselen. Of dansen en zingen voor de groep. Met de klas naar een echt toneelstuk gaan, vind ik ook leuk. En de juffen, Tineke en Peggy, zijn allebei heel lief.” Bink Vis (2004, groep 2): “Ik vind kleuren leuk en juf Tessa de allerliefste..! Spelen in de zandbak vind ik niet zo leuk!” Willem Jansen (2002, groep 1): “Kleuren is wel het allerleukste om te doen. En spelen in de bouhoek is niet leuk. De blokken storten steeds om. Juf Hubertine en juf Yvonne zijn allebei de liefste.”
Achterste rij vlnr: Dennis, Willem, Geert, Roy, Chantelle, Berry, Middelste rij vlnr: Annebel, Tessa, Senne, Bink, Bram, Onderste rij vlnr: Pieter, Gijs.
1998: de papa-band ontstaat!
999-2010
Hoewel leerlingen op de Andreashof in alle groepen vaak en veel liedjes zingen, kunnen hun ouders er soms ook wat van. Dat bleek wel toen Koos Sekreve, vader van Axel en Paco, in 1998 voor het eerst meewerkte aan de kerstviering in de onderbouw. In die jaren vierden onder- en bovenbouw de kerst nog apart en was er geen gezamenlijke viering in de kerk. Juf Irma Smits vroeg aan Koos of het niet leuk zou zijn als er nog meer muzikale vaders zouden meedoen? Nou, Koos wist er nog wel een paar en dat was het spontane begin van dé papa-band. Jos van Mil schoof aan, op drums. Jan Kester deed zang, net als Ruud de Niet en Koos Sekreve, die natuurlijk ook gitaar speelde. Daar kwamen nog bij: Aad van de Valk (toetsen/gitaar/zang) en juf Debby Haring, die graag (én mooi) bleek te zingen! Om de band compleet te maken, schakelden de vaders (later) nog wat externe muzikale talenten in, zoals Gert Kögeler (basgitaar), Arjen Westdijk (gitaar), René Verbraeken (toetsen) en Ton Willemsen (toetsen/zang). En toen kon het feest beginnen. Met succes, want een jaar later – in 1999 – deden onder- en bovenbouw voor het eerst een gezamenlijke kerstviering in de kerk, mét papa-band. Een mooie traditie was geboren! Rombomboelie Repetities vonden van begin af aan plaats in de schuur van Jos van Mil en door de jaren heen bouwden Jan, Jos en Aad daar een studio waar menig band een puntje aan kan zuigen! Naast de kerstvieringen voor de Andreashof kreeg de band ook andere uitnodigingen. Ze speelden in 1999 op het personeelsfeest in de aula en traden op op bruiloften en partijen. De band ging zo goed dat er inmiddels een eigen website in de lucht is [www.spint-muziek.nl]. En er is een kinderversie opgericht: Rombomboelie, met speciaal repertoire voor kinderen van 0-7 jaar. Lange tijd trad Rombomboelie op bij aankomst van Sinterklaas in de Kastanjehof.
Millenniumlied De papa-band maakte voor elke kerstviering van de Andreashof een nieuw kerstlied. Steeds een nieuwe tekst op een bestaande melodie. Speciaal voor het jaar 2000 schreef juf Debby het millenniumlied op een liedje van de Spice Girls.Viva Forever werd Viva voor Altijd. Een regelrechte kaskraker!
Millenniumlied Melodie:Viva forever – Spice Girls VIVA VOOR ALTIJD 1. Tel vanaf de aarde, sterren en de maan, Niemand kan weten of zijn we vergeten, hoe lang ze al bestaan.
2. Voel je hier op aarde, kracht van de natuur Niemand houdt tegen; de zon en de regen, het water en het vuur Denk aan alle and’ren; laat ze niet alleen Hoor de geruchten van mensen die vluchten; ze weten niet waarheen
Kan er iemand zeggen: ooit komt er een tijd, Overal vrede, wis het verleden, iedereen bevrijdt
Wens alle mensen: Happy New Year
Wens alle mensen: Happy New Year
3. Blijf altijd geloven in je eigen droom Jaren verzanden; het glijdt door je handen Als vissen in een stroom
Refrein: Viva voor altijd in gedachten Tel de uren bij elkaar Leef voor altijd; blijf niet wachten Nu begint een heel nieuw jaar!
Refrein
Wens alle mensen: Happy New Year Refrein
Zomerfeest voor kleuters
Het schoolteam anno 2010 Jacques Berkhout Jacques solliciteerde in 1975 als meester op de Theresia van Avilaschool en was daar tot 1984 voornamelijk de meester van de 3e en 4e klas. In 1984 nam hij de taak van ‘schoolhoofd’ over van meneer W. Teijink en werd hij, na het samenvoegen van de Theresia van Avila- en de Andreasschool, de directeur van de Andreashof. Ook bleef Jacques een dag per week de meester van groep 7/8, maar ook de kleuters vonden het wel héél bijzonder als Jacques in hun kleutergroep de meester was. Ze huilden expres tranen met tuiten om zo te proberen zo dicht mogelijk naast de meester te mogen zitten in de kring… En Jacques? Die trapte elke keer weer in al die neptranen! Als directeur is Jacques enorm begaan met zijn teamleden en hun families: bij jubilea, een afscheid of andere bijzondere gebeurtenissen valt iedere keer weer op hoe treffend Jacques zijn speech en bijpassend cadeau weet samen te stellen. Jacques heeft inmiddels in 2010 zijn directeurschap op de Andreashof wegens gezondheidsredenen moeten beëindigen, maar zal zijn kennis en ervaring nog wel gebruiken om nieuwe collega-directeuren binnen de WSKO te begeleiden. Kitty Posthoorn In 1975 kwam Kitty als ‘stadsmeisje’ naar het dorp Kwintsheul om daar als juf een baan te gaan bekleden op de Andreasschool. Begonnen in klas 2, maar al snel doorstromend naar bovenbouwklassen, omdat ze daar haar ‘ei’ toch beter kwijt kon.Vanaf 1985 assisteerde Kitty als adjunct directeur de toenmalige directeur Hans Smeele; vanaf 1988 werd ze de adjunct onder Jacques Berkhout. Kitty is altijd enorm goed op de hoogte van alle mogelijkheden en regels, die er voor een school gelden; veel collega-directeuren kwamen bij Kitty om uitleg, als ze de ingewikkelde voorschriften en wetten niet helemaal begrepen. Ook op het gebied van cijfertjes is Kitty een kei! Ze verdiende al snel haar bijnaam: juf van de cijferprognoses. De kinderen weten vooral, dat ‘juf Kitty’ een enorme snoeperd is en gelukkig deelde ze graag met de kinderen uit haar groep. Sjaak Pex “Ik ben Sjaak Pex, interim-directeur van de Westlandse Stichting Katholiek Onderwijs (WSKO). Inmiddels werk ik ruim een half jaar op de Andreashof. Deze periode heb ik voornamelijk gebruikt om in gesprek te gaan met teamleden, ouders en management van de school. Maar... stiekempjes heb ik ook even in de groepen gekeken. Wat mij opviel was de rust in deze groepen. Door de kinderen en teamleden wordt hard gewerkt, iets waar een ieder trots op mag zijn. Ook op de speelplaats heb ik de kinderen ontmoet. Een aantal keren werd gevraagd: “Bent u de nieuwe meester Jacques?” Ja, dat klopt. Alleen schrijf je mijn naam anders.” Mirjam Wilmer-van Houdt “Ik ben 29 jaar kleuterleidster geweest! Ik begon op 19-jarige leeftijd op de Theresia kleuterschool en ik weet nog, dat er toen geen salarisschaal bestond voor 19-jarigen. Ik heb er vier jaar met mevrouw Kanis gewerkt. Daarna werd ik hoofdleidster ‘aan de overkant’, op de Kleuterhof. Samen met collega’s Jolanda en Renée hebben we heel veel veranderd en opgezet. Toen gingen we over naar het nieuwe gebouw en werden we één basisschool. Ook weer heel wat veranderingen! Daarna ben ik intern begeleider geworden, gecombineerd met leerkracht van groep 3. Dat doe ik nog steeds met erg veel plezier!”
Ton van der Burg “Ik ben in 1982 begonnen op de Theresia van Avilaschool en startte daar in de 3e klas. Omdat in die tijd de banen zeker niet voor het oprapen lagen, gaf ik het jaar erna muziek- en handarbeidlessen op verschillende scholen in Wateringen en Kwintsheul. Gelukkig kon ik het jaar daarna een vaste baan krijgen in een groep 7 op de Theresia van Avilaschool. Sindsdien ben ik niet meer uit Kwintsheul weggegaan. Nu ben ik al jaren de meester van groep 8 en zorg ik er mede voor dat de 8e groepers een geschikt en fijn plekje in het middelbaar onderwijs vinden!” José Haket-van Schie “Na het schrijven van 54 (!) sollicitatiebrieven kreeg ik in augustus 1979 een oproep om een sollicitatiegesprek te komen voeren op de Theresia van Avilaschool. Ik werd door meneer Teijink aangenomen voor de 1e klas. Na een aantal jaren verhuisde ik naar de 2e klas, waar ik, zoals ik het ervaarde, het ontzettend druk had met mijn leerlingen voor te bereiden op de Eerste Heilige Communie. Zo moest ik niet alleen zorgen dat de kinderen alle liedjes uit hun hoofd kenden, maar moest ik hier ook zelf bij dirigeren… Dit lukte helaas niet altijd in de juiste maat… De laatste jaren werk ik vooral in de bovenbouwgroepen en vind dat een heel fijne leeftijdgroep om mee te werken.” Marianne Reijgersberg-van Niekerk “Ik ben 17 jaar geleden begonnen als invaljuf bij de kleuters. De jaren daarna heb ik in verschillende groepen gestaan en nu ben ik alweer een paar jaar de juf van groep 8. Ik probeer de kinderen van mijn groep niet alleen qua leerstof goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs, maar ben ook erg enthousiast om met de kinderen ‘nieuwe dingen’ uit te proberen. Zo wil ik erg graag samen met mijn groep een digitaal boek maken!” Marga Kuijpers-Bom “Ik ben in 1984 gestart op de Theresia van Avilaschool en heb daar tot 1987 gewerkt. Daarna ben ik een aantal jaren thuis bij mijn gezin met drie kinderen gebleven. In 1993 kwam ik terug op de Andreashof en daar kwam ik toen allerlei oud-collega’s van de Theresia van Avilaschool tegen! Sindsdien heb ik gewerkt in verschillende midden-en bovenbouwgroepen en ik werk dit jaar samen met Leonie in een groep 7, wat ik erg leuk vind! De spontane opmerkingen van de kinderen geven mij een heerlijke motivatie!” Leonie van Geest “In 2007 ben ik op de Andreashof als vervangingsjuf gestart. En ik had mijn draai binnen het team, en ook met de Heulse kinderen, al snel gevonden! Ik ben steeds op zoek naar nieuwe ideeën en werkvormen om in mijn groep uit te voeren! Het lesgeven in groep 7 vind ik vooral erg leuk, omdat er enerzijds erg hard gewerkt moet worden met de leerstof, maar er anderzijds nog genoeg ruimte overblijft voor interessante uitstapjes en excursies en er zelfs nog tijd is voor de door mij ingestelde ‘theemiddagen’. En die zijn altijd heel erg gezellig!”
Peter Hoogenlander “In 1992 startte ik als GYMmeester in een 3-in-1 baan op zowel de Andreashof, de Jozefschool én de PiusX school in Wateringen. Gymmeester zijn vond en vind ik een verschrikkelijk leuk beroep (mijn hobby is mijn vak). Maar ik wilde eigenlijk toch ook wel een ‘gewone meester’ zijn, en daarom werk ik sinds 2000 alleen nog op de Andreashof en ben ik daar én parttime meester van groep 7 én parttime gymmeester voor de groepen 3 tot en met 8. Ik geniet enorm van deze combinatiebaan en hoop dit nog lang zo te kunnen doen!” Corinne IJpelaar “Ik zocht in 1993 een parttime baan als juf, omdat mijn fulltime baan in het speciaal onderwijs een beetje moeilijk te combineren bleek met mijn gezin. Omdat Kwintsheul een ‘klein dorp’ is, waar nieuwtjes snel rond gaan, belde Jacques Berkhout al snel met de vraag of ik als kleuterjuf op de Andreashof wilde starten. Na een aantal jaren kleuter- en middenbouwgroepen te hebben gehad, werk ik de laatste jaren met Peter Hoogenlander samen in groep 7; boeiend, met al veel grote-mensen-gesprekken, moeilijke leerstof en Engelse les.” Ilona Bol-van der Meer “Ik ben begonnen in 1995 als invaljuf voor een groep 6 en inmiddels al vele jaren als juf te vinden in een van de middenbouwgroepen. Ik ben er altijd voor in om iets bijzonders met mijn groep te doen. En zo heb ik al menig uitje naar het Prinsenbos, tuindersbedrijven en musea met mijn groep ondernomen. Ook doe ik graag met mijn groep mee aan allerlei televisie- en andere quizzen en –wedstrijden. In maart 2010 hadden wij zelfs de tv-opnamen voor het TROS kinderprogramma ‘Kids TOP 20’ in de klas!” Miranda van Leeuwen-van der Post “Ik ben in 1995 op de Andreashof komen werken en begon toen met een kleutergroep. De jaren daarna ben ik vooral juf van groep 5 geweest, afgewisseld met een combinatiegroep 4/5. Ook dit jaar heb ik weer een combinatiegroep, 5/6, en ik vind dit elke keer weer een enorme uitdagende klus! Ik herinner me nog, dat ik een les aan het geven was over koeien en welke producten allemaal van koeien afkomstig zijn. Eén leerling stak toen zijn vinger op en vertelde me dat koeien ‘vlaaien in allerlei smaken’ maakten… hij bedoelde dus de vlaaien van de bakker en had geen flauw idee dat de vieze bruine derrie in een wei óók vlaaien genoemd worden…. En dit soort voorvalletjes binnen je klas maken, dat ik ‘juf’ zijn elke keer wéér ontzettend leuk blijf vinden!” Debby Haring-van Zwet “Ik heb zelf als kind op de Andreasschool in de klas gezeten bij o.a. juf Jacqueline en juf Kitty. En nu zijn vele ‘oud-juffen’ mijn collega’s! Ik heb ruim tien jaar een kleutergroep gehad; veel kleuters zijn opgegroeid met mijn slogan Van proberen kun je leren! als het veteren bijvoorbeeld wéér niet lukte… En nu werk ik sinds een aantal jaren in middenbouwgroepen. De kerstvieringen op de Andreashof zijn elk jaar heel bijzonder. Ook voor mij persoonlijk, omdat ik er veel muzikale inbreng in kwijt kan. Zo’n volle Andreaskerk met allemaal enthousiaste kinderen, ouders en teamleden; dat geeft elk jaar een topsfeer! En het Millenniumlied – dat ik met veel plezier schreef – blijft zelfs tien jaar ná de Millenniumviering nog steeds voor alle Andreashofkinderen het meest favoriete kerstlied!”
Mariska Zwinkels-Teijink “Ik ben op een wel heel bijzondere manier met het schoolgebeuren in Kwintsheul verbonden. Ik heb als kind op de Theresia van Avila schoolgezeten, waar mijn vader toen schoolhoofd was. Later heb ik hier nog een aantal jaren gewerkt. Na een poosje elders te hebben gewerkt én thuis voor man en kinderen te hebben gezorgd, werk ik nu alweer 14 jaar op de Andreashof en ben ik vooral trots op hetgeen we de afgelopen jaren als school, op velerlei fronten hebben ontwikkeld en uitgevoerd!”
Maria le Blanc-Staal “Ik werk nog niet zo lang op de Andreashof. Ik begon met invallen in groep 5 toen Dieke in verwachting was van haar dochter Sofie. Het was een heel gezellige groep. Toen het jaar voorbij was, bleek dat er ruimte was op de Andreashof om een eigen groep te gaan draaien. Ik kreeg voor het eerst een digibord en daar was ik erg blij mee. Het was wel even wennen, maar ik weet nu dat het toch veel fijner werkt dan een ouderwets krijtbord. Ik kreeg wéér een gezellige groep en kon daarmee ook de cursus Coöperatief Leren onder de knie krijgen. Dit jaar heb ik opnieuw hele leuke kinderen en er wordt hard gewerkt om het 100-jarig bestaan van de school te vieren. Gefeliciteerd Andreashof!”
Tineke Bastiaansen “Ik werk vanaf 1986 op de Andreashof, maar was op de ‘oude’ Andreasschool al regelmatig als invaljuf te vinden. Ik heb al in veel verschillende groepen gewerkt en vind eigenlijk alle leeftijdgroepen leuk…. “Kinderen zijn kinderen en zó uniek; dat verveelt nooit.” Soms gaat het bij mij nét even anders dan je soms zou verwachten. Maar dat maakt het voor de kinderen in mijn groep, maar ook voor mijzelf, wel heel plezierig en gezellig!”
Peggy Appelman-Zuidgeest “Een dag na het slagen voor de Pabo-opleiding vroeg Jacques Berkhout in 1995 of ik invalwerk wilde komen doen op de Andreashof. Na de zomervakantie bleek er voor mij een eigen groep 5 beschikbaar en heb ik daar met heel veel plezier mijn eerste jaar als ‘echte juf’ gedraaid. De jaren daarna heb ik wisselend in diverse middenbouwgroepen gestaan.”
Martine Borsboom “In 1998 kwam ik naar de Andreashof, nadat ik al jaren op diverse andere scholen in het Westland gewerkt had. Voor korte of langere tijd. Ik ben vooral de ‘verteljuf’. Ik vertel de kinderen graag over belevenissen, die ik tijdens een van mijn gemaakte reizen naar verre oorden heb meegemaakt. Ook vind ik het heerlijk als de kinderen aan mij hun ervaringen vertellen! Bovendien ben ik vooral bekend als ‘de juf met de 100 brillen’. Ik heb ze werkelijk in alle soorten en kleuren!”
Irma Smits “Ik ben als leerling begonnen op de Theresia kleuterschool. Daar zat ik bij juf Corry in de kleutergroep; Corry, nu al jaren een collega! In 1984 ben ik als kleuterjuf begonnen, toen nog op de Kleuterhof. Inmiddels heb ik al zestien keer een kleutergroep gehad, heb ik twee keer een 2/3 combinatiegroep gedraaid (iets wat de kinderen én ik geweldig vonden) en ben ik ook al juf van groepen 3, 3/4 en 4 geweest… Ik heb me in al die jaren voortdurend ingezet om de Andreashof zo goed mogelijk te helpen ontwikkelen en vernieuwen en en ik hoop van harte dat de Andreashof zich in de nabije toekomst als Brede School Kwintsheul kan gaan profileren. Een school waar de kinderen niet alleen goed onderwijs krijgen, maar ook op sportief -, cultureel - en zorg-op-maat gebied toegevoegde waarde aangeboden krijgen.”
Jacqueline Fijlstra-van Kester “In 1974 ben ik op de Andreasschool komen werken. Ik werd toen door de toenmalige directeur Hans Smeele aangenomen. Hij vroeg of ik klas 1 wel zag zitten??? Wat een vraag… 36 jaar later ben ik nog stééds juf van groep 3 en dat is in al die jaren mijn ‘grote passie’ geweest en gebleven! Ik heb in de afgelopen periode natuurlijk ontzettend veel veranderingen op de Andreashof én in onderwijsland voorbij zien komen. Maar de grootste verandering vind ik zelf toch de opkomst van het digitale schoolbord! Dit geeft zo ongelooflijk veel mogelijkheden!! En… je komt niet meer onder het schoolkrijt thuis!”
Tessa Mooijman “Ik werk nu voor het vierde jaar op de Andreashof en heb hier zelf als kind ook al gezeten! Sterker nog, het kleuterlokaal, waar ik nu als kleuterjuf werkzaam ben, was vroeger ook mijn kleuterlokaal! Ik vind het werken in de kleutergroepen fantastisch! Die speelse onbevangenheid en openheid, daar geniet ik van!”
Myriam Valkenburg-Vriend “In 1988 kon ik voor vijftig procent op de Andreashof komen werken. Samen met Kees Smeele, een meer dan ervaren collega, deelde ik een combinatiegroep 3/4. Wat heb ik in die eerste jaren ontzettend veel van Kees geleerd! De jaren daarna heb ik afwisselend aan diverse groepen lesgegeven, en in elke groep geniet ik weer van de spontane uitspraken en verwondering van de kinderen. De laatste jaren ben ik behalve kleuterjuf ook de ICTcoördinator op school; een interessante, maar soms ook best ingewikkelde combinatie!”
Margaret Gardien-Vis “Ik ben eerst twintig jaar werkzaam geweest in het sociaal cultureel werk, voordat ik in 1999 op de Andreashof kwam werken. Als juf van groep 4. De laatste jaren ben ik als juf verhuisd naar de kleutergroepen, een leeftijdgroep waarin de spontaniteit en het enthousiasme van de kleuters mij elke keer weer verrassen. Samen met de kleuters knutselen, voorlezen, een verhaal naspelen of een spelletje doen… allemaal even leuk!”
Dieke Polstra-Holtkamp “Ik startte zo’n tien jaar geleden in groep 3 op de Andreashof. In de daarop volgende jaren heb ik groep 1/2, 3, 4, 5 en 6 gehad en eigenlijk vond ik alle groepen en leeftijden leuk. Zo vertelde een leerling in mijn groep 5 tijdens een biologieles over pissebedden; die beestjes noemden zij thuis ‘plasledikanten’... Heerlijk toch, als je over zoiets simpels zo’n plezier kunt hebben? Dit jaar ben ik samen met Corry juf van een kleutergroep.”
Corry van der Goes-Hoogstraten “Ik heb vanaf 1968 als kleuterjuf gewerkt op de Theresia van Avila kleuterschool. In 1973 stopte ik hiermee, omdat het toen nog wel gebruikelijk was om ‘als getrouwde vrouw met kinderen’ thuis te blijven en voor je gezin te zorgen”. Maar het kleuteronderwijs bleef kriebelen en vanaf 1978 zette ik me als invaljuf in. Uiteindelijk kwam ik in 1997 terug als kleuterjuf op de Andreashof en geniet ik elke dag weer van mijn werk met de kleuters. Ik hoop dit nog een paar jaar, tot aan mijn pensioen, te blijven doen!”
Hubertine Swaab-Schultz “In 1998 belde Jacques Berkhout mij met de vraag of ik niet toevallig op zoek was naar een baan? En ja, vanaf dat jaar was ik dus de ‘paarden-kleuterjuf’ op de Andreashof! Want Hubertine, de kleuters en haar paard… die horen gewoon bij elkaar! Zelfs op mijn bruiloft waren de kleuters uit mijn groep aanwezig als bruid – of jockey te paard! Ook bleef ik zelfs een nacht op school slapen om zo aan Zwarte Piet te vragen hoe ik kon leren een Zwarte Pieten-diploma te halen! Een échte kleuterjuf dus, die enorm geniet van alles wat er in een kleutergroep gebeurt!”
Yvonne Zwinkels-van Zeijl “Ook ik werk alweer zo’n twintig jaar als kleuterjuf op de Andreashof, eerst als fulltime kleuterjuf, naderhand, toen ik eerst onze oudste zoon en vrij snel daarna een tweeling had gekregen, ben ik parttime gaan werken. Ik vind deze leeftijdgroep erg leuk om te doen en ik geniet vooral van de vele opmerkingen die de kleuters in hun spontaniteit maken. Zoals die keer dat de toiletten buiten gebruik waren in verband met verstopping en een kleuter aan mij vroeg om te helpen zoeken naar de ‘verstopte toilet’!”
Irene Vijverberg-Zwinkels “In 2006 ben ik op de Andreashof begonnen. Eerst als vervanging bij de kleuters voor Debby die met zwangerschapsverlof ging. Daarna heb ik veel kinderen leren kennen doordat ik in heel veel groepen ben ingevallen. Soms kort, maar vaak ook voor een langere periode. Dit schooljaar draai ik samen met Irma groep 3. Een ‘eigen’ klas is toch wel het leukste wat er is!”
Leerlingen Andreashof in 2010
Leerlingen Andreasschool in 1910
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Groep 7LM Leonie/Marga Groep 1/2 Hubertine/Yvonne Groep 1/2 Tessa Groep 1/2 Corry/Dieke Groep 3JI Jacqueline/Irene Groep 5MT Maria/Tineke Groep 4/5 Tineke/Peggy Groep 4 Martine/Christianne Groep 6 Debby/Mariska Groep 8MJ Marianne/José Groep 5/6 Ilona/Miranda Groep 7CP Corinne/Peter Groep 8T Ton Extra werkruimte Techniek- en handvaardigheidsruimte Groep 3 Irma/Irene Groep 1/2 Margaret/Myriam
Interactief bord aanwezig
Speelzaal 2
Interactief bord aanwezig
1 juli 2010 Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig Interactief bord aanwezig
Andreasschool bestaat 100 jaar (Ook overblijf) Interactief bord aanwezig
x Extra werkruimte B= BLAUWE INGANG (Kleuters en groepen 3) c Ruimte bouwcoördinatoren G= GELE INGANG (Groepen 4/5, 5, 5/6, 6 en 8MJ) d Directiekamer enbijna administratie W= verdeeld WITTE INGANG 4, 7 en 8T) De Andreashof telt 400 leerlingen, over (Groepen 15 o Ib ruimte/orthotheek groepen. Terwijl het leerlingenaantal in de jaren ’90 heel P personeelskamer
snel groeide, is die groei nu over zijn top heen. Iets wat overigens een landelijke trend is.
De Andreashof zal zich echter altijd blijven ontwikkelen. 22 Misschien niet direct als het gaat om wéér een uitbreiding ANDREASHOF Leeuwerik 11 2295 PE Kwintsheul (0174 294193) info@andreashof.wsko.nl SCHOOLGIDS dertiende uitgave: september 2009 van lokalen, maar wel als het gaat om nieuwe leermethoden en –technieken. Of nieuwe visies over cognitieve én sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen, plannen over de opzet van een Brede School Kwintsheul. Een school, waarin onderwijs, zorg, sport en cultuur samen binding maken en werken aan een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van kinderen.
Anno 2010, honderd jaar oud, is de Andreashof uitgegroeid tot een moderne basisschool, bestaande uit veertien permanente lokalen, twee semi- permanente lokalen (de rode noodlokalen), twee speellokalen en één gymzaal.
In 2010 zitten er op de Andreashof in Kwintsheul 368 kinderen, verdeeld over 15 groepen. Er zijn in dit jaar vier kleutergroepen (groep 1-2), twee combinatiegroepen (groep 4/5 en 5/6), één volledige groep 4, één volledige groep 5, één volledige groep 6 en verder dubbele groepen 3, 7 en 8. De gemiddelde grootte per groep is 26 kinderen.
En wat vinden de leerlingen anno 2010 van hun Andreashof? Clive van Rijn, groep 1-2 C/D: “Ik vind het altijd zo leuk om in de bouwhoek te spelen.” 1-2 H/Y: poor, groep l kwam es k n la B x Ale schoo rklaas op eg “Dat Sinte n. En ik kre te ie warte P z n ij z et m l.” tje, een to een cadeau
Julia v an der Voort, “Ik vin g d het zo leu roep 1-2 M/ klas z M: k dat ik it.” in een gezellig e
Dominique Stam, groep 3 I/I: “Het is zo leuk dat we vaak gaan knutselen.”
J/M: Robin Kamp, groep 3 ik heb leren dat “Ik vind het zo fijn 3.” ep gro rekenen en lezen in
Bink Vis, g roep 1-2 T : “De schoo lreisjes zij n heel leu ben naar d k. Ik e grote sp e e ltuin gewe met de bu est s.”
Noä Kortekaas, groep 4/5 COM : “De verhaaltjess ommen met reke nen vind ik leuk. Omdat je soms mag sam enwerken en je moet kiezen tussen a, b of c.” /T: wer, groep 5 M naar am als punker Dominique Krou t leukst. Ik kw he al av ” rn d. ca of nd ho “Ik vo op mijn grote hanenkam school met een
Lotte van Kester , groep 6 M/D: “Ik vind het leuk als we als Ot en Sien verkleed op scho ol komen. Het is ook leuk om op klompen te lopen.” ep 7 P/C: erveld, gro d ij Z e klompen n va Max we op onz at d as w toen een “Heel leuk en dat we n ge n gi k en mochnaar de ker alle kinder at d en n ge .” liedje zon ie klompen mpen op d ten meesta Chantal Duijvestijn, groep 8 T: “De disco’s die in groep 8 gehouden worden en de musical.”
r M/J: en daa oep 8 r g , n usical y e m l K e d e Mark d p 8 doen we oe “In gr g naar uit.” er ik kijk
4 M/C: Daan van Zeijl, groep b iets leuks bie de in “We gaan altijd van de bieb.” doen of met spullen
Julia Bellekom, groep 5/6 CO M: “We hadden een 1 april grap uitg ehaald met juf Ilona en dat was grappig. We deden net of we een extra excursie naar het Prinsenbos hadden.”
Daan van der Valk, groep 7 L/M: “We deden b iologieproefje s in de aula, en die vond ik heel erg leuk .”
Sponsors
Wij danken onze sponsoren die spontaan hebben willen bijdragen aan de totstandkoming van dit jubileumboek.
LOGO DA
LOGO FOTO PASSIE
Andreasparochie Kwintsheul Stichting WSKO Rabobank Westland Stichting Los Wal de Bonnen VSB Fonds Westland
Colofon Dit jubileumboek is ontstaan naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van rk basisschool Andreashof in Kwintsheul (1910-2010). Zonder de enthousiaste hulp en inzet van diverse ouders en teamleden was het niet mogelijk geweest om dit boek tot stand te brengen:
- Jacqueline Eckhardt (redactie en eindredactie) - Dennis Jansen (redactie) - Peter Maat (vormgeving) - Peggy Appelman (leerkracht) - JosĂŠ Haket (leerkracht) - Corinne IJpelaar (leerkracht) - Marianne Reijgersberg (leerkracht) - Jacqueline Fijlstra (leerkracht) - Irma Smits (leerkracht)