8 minute read

Compleet bewerken vraagt ander type vakman

Grootverspaner Habets investeert in technologie én in mensen

Investeren in nieuwe CNCtechnologie kan niet zonder dat je investeert in je medewerkers, vindt Arno Wendrich van grootverspaner Habets in Nuth. De Limburgse onderneming doet momenteel dan ook beide.

Advertisement

Middenin een van de productiehallen van Habets Industrial Components & SurfaceTechnology gaapt een grote, diepe betonnen bak. De aanleg van de fundering voor het Soraluce FP6000kolom frees-boorcentrum is net klaar. Vande zomer moeten op deze machine meteen bereik in X-richting van 6000 mm en een geïntegreerde draaitafel (Ø 2500 mm voor 20 ton belasting) de eerste spanen worden gemaakt. Vlak hierbij draait al sinds het najaar van 2021 een grote Doosan Puma 700 XLY CNC draaimachine. Beide machines zijn forse investeringen voor de toeleverancier, gespecialiseerd in grootverspaning en het aanbrengen van gesinterde coatings. Habets levert aan alle Europese staalfabrieken rollen met sintercoatings en geeft metershoge lagerhuizen een tweede leven, zo omschrijft directeur-eigenaar Arno Wendrich de kernactiviteiten. Deze investeringen weerspiegelen het vertrouwen dat de grootverspaner in de toekomst heeft.

Staalfabrieken draaien volop

Over de vooruitzichten op middellange termijn is hij positief. Niet alleen omdat energiebedrijven doorgaan met het plaatsen van nog grotere windmolens op zee. Dit is goed voor een beperkt deel van de business van de Limburgse toeleverancier. Arno Wendrich is vooral optimistisch omdat de Europese staalfabrieken momenteel volop draaien en weer geld verdienen. “Onze specialiteit is het rollend materieel in de productielijnen voor staal dat contact heeft met het eindproduct”, legt de metaalondernemer uit. Habets bewerkt niet de walsen zelf, maar wel alle rollen die voor en na de walsen in de lijn zitten. In de afkoelbaan na het walsen van de staalplaat, zitten soms wel 400 rollen voorzien van een gesinterde coating. Daarnaast reviseert Habets de lagerhuizen van de steun- en werkwalsen uit de hoogovens, die na vijftig of zestig jaar trouwe dienst in Nuth worden afgeleverd om ze te retrofitten.

Arno Wendrich, CEO Habets: Nu heb je vakmanschap nodig bij engineering, waar de strategieën worden bedacht; bij de CAM-programmeur; bij het beheer van gereedschappen.

lijkt een kwestie van de juiste longlist maken om vervolgens via een shortlist een leverancier en machinetype te kiezen. Voor de Doosan machine heeft de prijs-kwaliteitsverhouding de doorslag gegeven; de Soraluce FP6000 heeft Wendrich jong gebruikt uit Italië gehaald, waar bedrijven vanwege torenhoge staatssteun investeren in nieuwe machines. De effecten van deze investeringen zijn in de praktijk van een grootverspaner echter ingrijpender dan in de fijnmechanische industrie. “Als je de machinebouw van dag tot dag volgt, lijkt er misschien weinig te gebeuren. Maar als je de draaibank van nu vergelijkt met die van jaren geleden, dan zijn de laatste jaren wel stappen gezet”, zegt Arno Wendrich. Hij doelt dan niet zozeer op de hogere snijsnelheden van de nieuwe generatie Doosan Puma XL draaimachines. Hij heeft het dan vooral over de multitasking capaciteiten, draaien en frezen en graveren in één opspanning. En hij heeft het dan over de nauwkeurigheid waarmee de nieuwe generatie machines verspaant. De rollen die op de Doosan Puma worden bewerkt, komen in één keer compleet afgewerkt van de machine af, inclusief spiebanen en andere features die gefreesd worden. En met in één keer bedoelt Arno Wendrich dat de producten direct nauwkeurig worden bewerkt. “Vroeger bewerkten we deze onderdelen op vier machines. Dat betekende dus vier keer opspannen, vierkeer kans op fouten, vier keer plannen.En bij de laatste stap maakte de vakmaneen extra snit, om eerst nog eens temeten en dan de eindbewerking pas tedoen. Nu zijn de stukken meteen goed.Dat geeft rust. Het spindelrendementschiet omhoog.” Voor de Soraluce geldteveneens dat door de geïntegreerdedraaitafel producten nu aan vier zijdenbewerkt kunnen worden. Bij werkstukkentot 20 ton scheelt dat veel urenopspannen en uitrichten.

Habets heeft in de Doosan Puma 700 XLY, met Siemens 840D besturing, gekozen om de lange assen in één keer compleet af te kunnen werken. Inclusief het graveren van serienummers

Processen anders inrichten

Deze technologie raakt de hele bedrijfsvoering. Zulke investeringen dwingen Habets om de andere processen in de fabriek aan te passen. Om een voorbeeld te geven: tot voor kort ging de productie van de coatingafdeling gelijk op met die waar de mechanische bewerkingen gebeuren. “Coaten is een ingewikkeld proces. We kunnen tweeassen per dag maken. Dat was genoeg, want meer konden we niet nabewerken. Nu kunnen we gemakkelijk vier tot vijf assen op een dag bewerken. We moetende coatingcapaciteit dus gaan verdubbelen. De hele logistiek in het bedrijf verandert door de hoeveelheidwerk die zo’n nieuwe machine wegvreet.”

Ander vakmanschap

Ook moet hij engineering gaan versterken. De nieuwe Doosan machine wordt volledig via CAM geprogrammeerd. Zo’n stap heeft gevolgen voor de opbouw van zijn team op de fabrieksvloer. Het vakmanschap verschuift, legt de ondernemer uit. Met de moderne verspaningstechnologie komt er een ander type vakman in het bedrijf. “Vakmanschap wordt in de oude situatie vertaald als een vakman die op een slechte machine een mooi product kan maken.” Arno Wendrich denkt dat de verspanende bedrijven dat type vakmanschap alsmaar minder nodig hebben. De CNC-technologie neemt een deel van dat vakmanschap over. “Nu heb je vakmanschap nodig bij engineering, waar de strategieën worden bedacht; bij de CAM-programmeur; bij het beheer van gereedschappen.” De productie van de machines wordt minder afhankelijk van de operator. Dat heeft gevolgen voor de samenstelling van zijn team. Arno Wendrich schetst een piramide. Aan de basis de medewerkers die zorgen dat de machines beladen worden en hun werk kunnen doen. In de top van de piramide de echte verspaningstechnologen. Op hetzelfde niveau, maar dan buiten de piramide, staan engineering en CAM-programmeurs. De basis zal smaller worden, verwacht hij. “Dat is goed, want als er afkeur is, ontstaat deze meestal doordat de man aan de machine toch nog iets verandert aan de instelling. Als je zorgt dat medewerkers met een passend niveau de machines beladen, kunnen zij erg productief zijn.” Het vakmanschap verschuift richting niveau 4 en hoger, meer naar de CAM-programmeurs en de engineers. En naar de verspaningsspecialisten aan de top van de piramide. Dit voorjaar gaat in de verspaningsafdeling daarom één operator twee of drie machines bedienen.

De beste verspaners

Toch wil de chef werkplaats bij Habets z’n beste verspaners in de fabriek houden omdat hij de kennis nodig heeft in de productie. De ervaren verspaners kunnen overal bijspringen waar dat nodig is. Arno Wendrich bestempelt dit als typisch voor de grootverspaning. In het werk dat Habets uitvoert, is het niet efficiënt alles via CAM te programmeren. “Als wij een 60 jaar oud lagerhuis van 20 ton moeten bewerken, zit daar een 2D-tekening van 60 jaar oud bij. Deze digitaliseren kost twee dagen terwijl een ervaren frezer het programma in een middag aan de machine maakt.” Het wordt dus een hybridemodel. Maar moet je hierin de beste verspaners laten doorstromen naar engineering of moet je daarvoor juist jonge HTS’ers aantrekken die met digitale oplossingen zijn opgegroeid? “Die discussie voeren we nu”, zegt Arno Wendrich. “Sommigen zeggen voor engineering heb je een goede HTS’er nodig die met software kan omgaan, want gereedschapinstellingen worden toch door de gereedschappenleverancier aangeleverd. Anderen zeggen je kunt geen CAM-programmeur zijn als je nooit hebt meegemaakt dat het knalt aan een machine.”

Investeer in scholing

Deze discussie bevestigt zijn mening dat investeren in het niveau van je medewerkers meer dan ooit van belang is. Dat is net zo belangrijk als investeren in nieuwe technologie. Habets is daarom samen met Van Halteren in Spakenburg een van de grootverspaners die een pilot doen met oZone, de digitale leeromgeving voor vakmensen. De grootverspaners in Nederland hebben tien modules laten ontwikkelen die medewerkers zelfstandig kunnen doorwerken en afsluiten met een examen. De uitslag wordt automatisch geregistreerd in hun personeelsdossier. Onlangs zijn de eerste medewerkers van Habets daarmee begonnen. “Wij gaan bovendien aan het platform de quick reference guide voor de Doosan Puma en de Soraluce machine koppelen. Via een QR-code heeft de operator die aan de machine staat en iets wil weten direct met zijn smartphone toegang tot de informatie.” Op deze manier stimuleert hij z’n medewerkers aan hun eigen inzetbaarheid te werken. Je moet namelijk iedereen meenemen in de

Staal blijft

De recente investeringen zijn vooral gericht op het werk voor de Europese staalindustrie. Voor velen is de staalindustrie oud en vies. Arno Wendrich bestempelt de Europese staalindustrie als een hightech sector, zo snel gaan de ontwikkelingen, al wil de politiek soms nog sneller. De transitie naar waterstof kun je niet binnen enkele jaren afdwingen. “Je kunt zo’n proces niet in vijf jaar volledig veranderen.” Een alternatief voor staal is er niet. “Staal is relatief goedkoop, heeft functionele waarde in een breed toepassingsgebied en is waanzinnig goed te recyclen.” Dat staal duurzaam is, wordt elke dag in de fabriek in Nuth bewezen. “Wij geven de grote lagerhuizen, die tot 20 ton wegen, hier een tweede leven. En met onze coating verbeteren we de standtijd van de rollen, zodat ze 5 tot 10 jaar meegaan.” Kan het duurzamer?

Zoals op de foto komen de tientallen jaren oude lagerhuizen binnen. Habets geeft ze een tweede leven (foto onder).

This article is from: