IN BEELD Actielijn 1 Werkoffensief +500
40
Consulenten
22.000 1
Gesprekken
in beeld
H
et plan om vanuit het programma Werkoffensief+500 onze 22.000 uitkeringsgerechtigden in beeld te krijgen was op zijn zachts gezegd ‘uitdagend’. En tegelijkertijd een must. Want als je burgers wilt helpen bij hun ontwikkeling moet je goed weten hoe het met ze gaat, wat ze zelf willen én kunnen.
Marieke: ‘We zijn zo gewend in te vullen wat mensen nodig hebben, zonder dat eerst eens goed aan hen te vragen.’ - pag 4 ◆ Touriya: ‘Ik sprak een aantal mensen waarvan het echt beter was geweest als we hun verhaal eerder hadden gehoord. Dan hadden we veel eerder stappen kunnen ondernemen.’ - pag 6 ◆ Tariq: ‘Ik trek pas een conclusie als ik goed heb nagedacht over waar de kandidaat tegenaan loopt en wat iemand nodig heeft om verder te komen.’ - pag 8 ◆ Yasemin: ‘Ik heb de gesprekken steeds als een hele serieuze zaak gezien. Werken met mensen is immers niet zomaar iets.’ - pag 10 ◆ Fatiha: ‘We mogen onze burgers niet verliezen. Ongeacht of we ze wel of niet richting werk kunnen bewegen.’ - pag 12 ◆ Adel: ‘Ook deze burgers willen gezien worden. En weten vaak de weg niet naar alles wat wij in de aanbieding hebben.’ - pag 14 ◆ Catharina: ‘Tijdens de gesprekken werd me snel duidelijk dat er echt heel veel problematiek is bij deze groep mensen, op allerlei gebieden.’ - pag 16 ◆ Ouissal: ‘Oogcontact, vragen stellen en steeds weer doorvragen: dat opent nieuwe deuren.’ - pag 18 ◆ Laura: ‘De realiteit is dat het gros van de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt onze hulp langdurig en misschien wel blijvend nodig zal hebben.’ - pag 20
Burgers vinden het spannend als iemand van de gemeente contact opneemt. In dit boekje lees je de verhalen van medewerkers Adel, Catharina, Tariq, Touriya, Ouissal en Yasemin. Door vertrouwen te winnen hebben zij indrukwekkende gesprekken met de uitkeringsgerechtigden gevoerd. Over onder andere chronisch ziek zijn, schulden en maatschappelijk van waarde kunnen én willen zijn. Ik ben erg blij dat we met ‘In Beeld’ deze verhalen vastleggen. Ze zijn van grote waarde, niet alleen voor de gemeente Den Haag. De gesprekken zijn afgerond. De stap naar werk van mensen waarbij het leven is ingericht op de bijstand is groot. Uit actuele cijfers blijkt dat dit voor ‘slechts’ 10% van de Haagse burgers die langer dan 18 maanden een uitkering ontvangen mogelijk is. En voor 90% (nog) niet. Het is belangrijk dat we ook met hen in contact blijven. Het gaat om de ontwikkeling die uitkeringsgerechtigden kunnen maken en het perspectief dat wij hen als gemeente kunnen bieden. Ik wil iedereen die heeft bijgedragen aan deze prestatie heel erg bedanken. Dit is nog maar het begin. Binnen SZW, en met organisaties in de stad, worden al volgende stappen gezet. Door aan verschillende groepen verschillende ontwikkelingsmogelijkheden te bieden. Ik kijk uit naar de resultaten! ◆ PS: Lees ook de verhalen van managers Marieke, Fatiha en Laura. Zij blikken terug én vooruit.
2
‘Dit is nog maar het begin’
in beeld
3
Inge Luttikhuizen Programmadirecteur Werkoffensief+500 in beeld
Marieke
Voormalig manager Actielijn 1 Werkoffensief +500
‘Doen wat de burger écht nodig heeft’ Maak een spreekwoordelijk foto van 22.000 Haagse bijstandsgerechtigden. Die opdracht kreeg Marieke in januari 2019. Zij nam een groep bevlogen consulenten in dienst en ging aan de slag. Inmiddels is de reusachtige klus geklaard en blikt zij terug.
“
Kijk niet naar het proces, maar naar de mens.” Dat is wat ik mijn groep consulenten bij de start van de 22.000 gesprekken heb meegegeven. Ofwel: ga heel goed luisteren. Doe alsof je met een buurman die je niet zo goed kent in een park op een bankje zit. Vraag goed uit wat er speelt in het leven van jouw gesprekspartner. En organiseer pas daarna samen wat er eventueel nodig is. Wij zijn namelijk zo gewend om vanuit een ambtelijke visie te focussen op uitstroom, om in processen en structuren te denken en we willen graag dat onze goedbe-
Werkoffensief +500
I
ervaring vonden wij belangrijk. doelde trajecten vol zitten. Binnen Werkoffensief +500 hebben In plaats daarvan selecteerde ik op de motivatie van kandiwe ervoor gekozen om dat daten: waarom wilden echt anders aan te pakze dit werk doen? En ken. Om te kijken naar ‘blijven of ik kandidaten in wat er écht nodig is staat achtte energie bij om mensen verder te kijken naar mensen op te wekken. helpen. Stelregel was: de mens’ Mijn stelling is namelijk we hebben een strucdat vrijwel alles binnen tuur, maar daar mag je drie maanden te leren is. En dat van afwijken als de situatie je moet doen waar je gelukkig dat vraagt.” van wordt. Als iemand aangaf Dwarsdoorsnede graag met mensen te praten en “Die andere aanpak - ik noem oprecht geïnteresseerd te zijn het graag ‘een beweging’ in in waarom iemand is wie hij is, plaats van ‘een project’ - begon dan was ik vaak al overtuigd dat al met de selectie van de consudie persoon goede gesprekken lenten. Niet opleidingsniveau of zou kunnen voeren.”
n 2018 heeft de gemeenteraad van Den Haag groen licht gegeven voor het Werkoffensief +500. Doel is per jaar 500 mensen extra vanuit de bijstand aan een baan te helpen. Om dat te kunnen doen is het nodig om eerst de huidige bijstandsgerechtigden goed in beeld te krijgen, zo is de gedachte. Daartoe zijn afgelopen tweeënhalf jaar door een team van zo’n 40 consulenten 22.000 gesprekken gevoerd met Haagse bijstandsgerechtigden die al langer dan 18 maanden een uitkering hebben. Dit wordt ook wel ‘actielijn 1’ genoemd. Andere actielijnen zijn erop gericht kandidaten - waar nodig - verder te ontwikkelen en uiteindelijk daadwerkelijk naar werk te begeleiden. ◆ 4
‘Ik ben er trots op dat we een belangrijke verandering hebben bewerkstelligd. In plaats van aanbodgestuurd zijn we vraaggestuurd te werk gegaan. We zijn zo gewend in te vullen wat mensen nodig hebben, zonder dat eerst eens goed aan hen te vragen. Dat hebben wij nu wel gedaan. We hebben iedereen gesproken en waar dat kon op een goede manier doorverwezen. Ik denk dat we veel impact hebben gehad op het leven van veel burgers.’
0-meting
“Uiteraard hebben we vooraf heldere doelen gedefinieerd. De opdracht was: ga met iedereen een goed gesprek voeren. Maak van iedereen een spreekwoordelijke foto, ofwel: een 0-meting. Zodat we daarna een film met hen kunnen maken, gericht op het vergroten van hun zelfredzaamheid. Veel mensen hadden we al in jaren niet gesproken. We wilden eerst goed weten met wie we te maken hadden. Om pas daarna passende vervolghulpverlening te kunnen aanbieden.”
Goede oefening
“De realiteit dat de meeste van de mensen die wij gesproken hebben niet in staat zal zijn om een route in te gaan richting werk. Dus de zorg voor deze mensen blijft. Laten we die zorg vooral inrichten rondom wat personen echt nodig hebben. Dat vergt van ons dat we blijven kijken naar de mens in plaats van naar onze processen. Deze gesprekken zijn daar alvast een hele goede oefening voor geweest.” ◆
Inwerkprogramma
“Van tevoren hebben we iedereen uiteraard eerst goed opgeleid via een inwerkprogramma. Consulenten oefenden in gespreksvoering en deden kennis op over welke trajecten, instrumenten en hulpmiddelen we in huis hebben om mensen verder te helpen. Ook leerden we hoe ze moesten rapporteren. Daarna zijn we aan de slag gegaan. Dagelijks voerden de consulenin beeld
ten vijf tot zes gesprekken. Als team hadden we een complete vleugel aan de Binckhorstlaan in beslag genomen. Dat zorgde voor een enorme dynamiek: we waren écht behoorlijk aanwezig!”
5
in beeld
Touriya
Hield van mei 2019 tot augustus 2020 ongeveer 25 gesprekken per week
‘Ieder persoon heeft er recht op stappen te zetten’
“
Maximaal vijf gesprekken
In het begin hielden we allemaal zo’n tien gesprekken op een dag, maar dat was echt te veel. Dan kun je jouw gesprekspartner niet de aandacht geven die hij of zij nodig heeft. Gelukkig werd dat snel opgelost en gingen we daarna fors terug in aantal, naar zo’n vijf tot zes gesprekken per dag.”
Mannen en vrouwen
“Oud, jong, man, vrouw, personen uit verschillende culturen; ik ontmoette allerlei soorten mensen. Dit was niet één specifieke doelgroep die we moesten spreken, maar heel divers van samenstelling. Voor die tijd werkte ik zes jaar in de vrouwenhulpverlening en was dat wel het geval. Gesprek-
ken voeren met verschillende personen was niet moeilijk voor mij. En nu voerde ik ook gesprekken met mannen. In het begin vond ik het een uitdaging, omdat mijn doelgroep daarvoor alleen uit vrouwen bestond. Met de tijd heb ik gemerkt dat het niets uitmaakt of je met een man of vrouw in gesprek gaat”
mensen onrecht aandoen door ze in een uitkeringspositie te laten zónder daarbij te kijken naar hun mogelijkheden. Ieder persoon heeft er recht op stappen te zetten. Natuurlijk, die verantwoordelijkheid ligt ook bij henzelf. Maar sommige mensen hebben zoveel pech dat ze daar zelf niet uitkomen. Die kunnen daar een minderwaardigheidscomplex aan over houden. Dat verdwijnt dan niet vanzelf. Zij hebben daar hulp bij nodig.”
te kunnen. Zelfs als dat dan niet tot concrete stappen leidde, gingen ze toch opgelucht de deur weer uit.”
Erkennen en inleven
“Ik stelde geen directe vragen voordat ik de klant eerst het gevoel had gegeven dat hij of zij echt door mij werd gehoord. Ook besefte ik dat mensen die iets ergs hebben meegemaakt Opgelucht niet zitten te wachten op een “Sommige klanten re‘ik begrijp wat u bedoelt’. ageerden in eerste Dat kun je vaak niet ‘sommige instantie geïrriteerd begrijpen, dat is iets mensen toen ze voor hun van hen. Hooguit kun gesprek kwamen en je begrip tonen voor hebben hadden geen zin om wat ze hebben meegezoveel ‘alweer’ hun verhaal te maakt en je inleven in pech’ vertellen. Anderen hadhun situatie. Ik vond het den juist heel veel behoefte belangrijk steeds te beseffen aan een gesprek, omdat ze lang dat ik niet in hun schoenen niet gehoord waren en het fijn stond. Het enige dat ik kon bevonden om hun verhaal kwijt grijpen was dat iets vervelend
Bewondering
‘Mensen die iets ergs hebben meegemaakt zitten niet te wachten op een ‘ik begrijp wat u bedoelt’’. voor iemand was. Ik merkte dat mensen zich op hun gemak voelden als ik dat uitsprak en dat ze mij dan gemakkelijker hun verhaal vertelden.”
Hulp nodig
“Sommige uitkeringsge-
rechtigden waren tien jaar niet gehoord. Ik sprak een aantal mensen waarvan het echt beter was geweest als we hun verhaal eerder hadden gehoord. Dan hadden we veel eerder stappen kunnen ondernemen. Ik vind dat we
“De gesprekken die ik heb gevoerd hebben mij ertoe aangezet om inburgeringsconsulent te worden. Ik heb namelijk nogal wat statushouders gesproken. Ik merkte dat deze doelgroep me erg boeit. Ondanks alles wat ze hebben doorgemaakt en ondanks hun heftige situatie zijn ze enorm gemotiveerd om de draad in dit voor hun nieuwe land op te pakken. Daar heb ik heel veel bewondering voor en daar wil ik ze graag bij helpen.” ◆
CASUS
‘Een erg emotioneel en heftig gesprek’ “Er zat een stel tegenover me waar het op het eerste gezicht best goed mee ging. Ze hadden zelf geen klachten en voelden zich fysiek gezond. Al 6
pratende kwam echter gaandeweg de waarheid naar boven, het ging helemaal niet goed binnen hun gezin. Het werd uiteindelijk een erg in beeld
emotioneel en heftig gesprek. Door de situatie was de vader niet in staat om te werken. Ik heb naar ze geluisterd en 7
hen daarna doorverwezen naar professionele hulpverleningskanalen. Ik hoop dat het nu beter met hen gaat.”.” ◆ in beeld
Tariq
Hield in een periode van 10 maanden 20 à 30 gesprekken per week
‘Er is altijd een reden dat het zo ver gekomen is’
“
Grenzen
Iedere burger heeft zijn eigen verhaal. En doorgaans wil iemand dat graag vertellen. Ik ben dan het luisterend oor. En ga het gesprek aan. Zo
open mogelijk. En ik houd er rekening mee dat ze vaak niet gelijk alles willen vertellen. Ik ga ze daarom niet gelijk bevragen. Tijdens het gesprek leer ik de kandidaat en zijn of haar grenzen kennen en probeer ik
zoveel mogelijk boven tafel te krijgen.”
Niet moeilijker maken
“Een gesprek duurt ongeveer een half uur. Ik stel mezelf aan de kandidaat voor en leg uit
wat de bedoeling is. Dat ik er ben om te helpen. Een aantal vragen moet ik stellen. Want uiteindelijk is het een verplicht gesprek, dat verbonden is aan hun bijstandsuitkering. Ik probeer iemand daarna in beweging te krijgen. Richting participatie. Soms ziet iemand dat niet zitten. Maar ook dan is daar een reden voor. Dan ga ik de dialoog aan. Het is niet mijn bedoeling om het iemand moeilijk te maken. Bijstandsgerechtigden hebben het vaak al moeilijk genoeg.”
onderliggende reden voor het feit dat het zover gekomen is.”
Afspraken
“Aan het eind van het gesprek stel ik een participatieplan op.
mensen die niet gemotiveerd zijn en die eigenlijk niets willen. Zij hebben daar hun redenen voor. Angst om in de openbaarheid te treden bijvoorbeeld. Dat vraagt om aandacht en geduld van mijn kant. Ik trek pas een conclusie als ik goed heb nagedacht over waar de kandidaat tegenaan loopt en wat iemand nodig heeft om verder te komen. Na deze gesprekken ben ik me daar nóg meer bewust van geworden.”
‘het is een kwetsbare groep’
CASUS
‘Iemand die moeilijk zit, ziet niet altijd een uitweg’
“
“Dat burgers niet participeren, betekent niet dat ze dat niet willen. Zo kreeg ik een cliënt op gesprek die ontzettend graag aan de slag wilde. Ze wilde niets liever dan deelnemen aan de maatschappij. Erbij horen en een toekomst opbouwen. Huilend vertelde ze mij over haar gezondheidssituatie. Dat ze door deze situatie niet kon werken. Dat raakte me. Tegelijkertijd hield ik de afstand
8
die nodig is voor mijn werk. Ik vertelde dat ik haar begreep, haar wilde helpen. Ik gaf haar complimenten dat ze haar passie en drijfveren toch vast wist te houden. Ik praatte haar moed in en vertelde dat situaties met de tijd kunnen verbeteren. Iemand die moeilijk zit, ziet dat niet altijd. Ik gaf haar mee dat we opnieuw de tijd voor haar gaan nemen als het beter gaat. Het gaf haar hoop, ze ging positief het gesprek uit. ◆
in beeld
Gehoord worden
“Veel kandidaten werken graag mee, alleen al omdat ze zich tijdens het gesprek gehoord voelen. Ze zijn blij dat ze hun verhaal bij me kwijt kunnen. Soms hebben ze het gevoel dat de gemeente niet op de hoogte is van hun situatie. En maken ze zich daarom zorgen over hun bijstand. Dan vertellen ze alles aan me. Vaak gaat dat dan over hun gezondheid, hun financiële situatie of hun thuissituatie. Er is altijd een
9
Daarin staan de afspraken die we samen hebben gemaakt. Bijvoorbeeld dat iemand vrijwilligerswerk gaat doen of op zoek gaat naar sociale activiteiten. Of dat ik de kandidaat aanmeld voor een werkfittraject. Een gesprek is voor mij geslaagd als ik al mijn vragen heb kunnen stellen en de kandidaat antwoord heeft kunnen geven op deze vragen. En als we vervolgens tot een afspraak voor een passend vervolg kunnen komen.”
Aandacht en geduld
“Het is een kwetsbare groep. Dat is me in deze periode nog duidelijker geworden. En dat geldt ook voor de
Te veel gesprekken
“Ik denk dat vijf gesprekken per dag het maximaal haalbare is. In de praktijk waren dat er, vooral in het begin, meer. Daar hebben we van geleerd. De consulten zijn pittig. Het gaat om de kwaliteit, niet om de kwantiteit. Het gaat erom dat we goed luisteren naar de burger. En dat wij voldoende energie hebben om iemand verder op weg te helpen. Te veel gesprekken op een dag werkt in het nadeel en van ons én van de kandidaat. Dat moeten we in het vervolg voorkomen.” ◆ in beeld
Yasemin
Voerde sinds maart 2020 naar schatting 800-900 gesprekken
‘Alle emoties zijn voorbijgekomen’
“
Diepgaande interesse
In het verleden heb ik een baan gehad als inkomensconsulent. Maar eigenlijk ambieerde ik een functie als integratieconsulent. Ik hield zelfs speciaal de website van de gemeente Den Haag in de gaten. Toen er mensen werden gezocht voor dit project heb ik direct gesolliciteerd en ik werd aangenomen. Ik houd namelijk van klantcontact, en help graag mensen mee om hun leven weer op de rails te krijgen. Dat komt voort uit een diepgaande interesse. Ik vraag me namelijk oprecht af: hoe komt het dat iemand het zover heeft laten komen?”
Zoeken naar een ijsbreker
“Elk gesprek deed ik eerst dossieronderzoek. Wat weten we al over de persoon in kwestie? Wanneer hebben we die per-
soon voor het laatst gesproken? Ook dacht ik na over wat een mogelijke ijsbreker zou kunnen zijn. Maar ik vroeg ook wel eens aan kandidaten: ‘Heeft u enig idee waarom wij u uitgenodigd hebben?’ Vervolgens gaf ik dan aan: ‘We willen weten hoe het met u gaat’.”
meteen uit en liet ik ter plekke ondertekenen.”
Serieuze zaak
“Wij kunnen heel veel willen, maar het gaat uiteindelijk om de bijstandsgerechtigde. Een gesprek was voor mij geslaagd als de persoon tegenover mij blij was met het vervolg dat wij aanboden. Ik heb de gesprekken steeds als een hele serieuze zaak gezien. Werken met mensen is immers niet zomaar iets. Dat moet je heel zorgvuldig doen.”
heb ik bovendien met een tolk erbij gevoerd. Dat lijkt lastig, maar ik heb er vooral goede herinneringen aan. Ik heb hele leuke driegesprekken gevoerd. En werkelijk alle emoties zijn voorbijgekomen.”
Onbekend met regelingen
Positieve reacties
“Burgers reageerden gemiddeld genomen heel positief “Hoe goed de voorbereiding op het contact. Het is zelfs op een gesprek ook was, in de meermaals voorgekomen dat praktijk werd ik toch vaak iemand de afspraak naar verrast. Dan had ik uit voren wilde halen en dus ‘in de het systeem gehaald niet wilde wachten. praktijk dat iemand mediSommigen hadden sche klachten had en werd ik vaak echt interesse in een bereidde ik me voor praatje, wilden gezien verrast’ op een gesprek over en gehoord worden. Ook gezondheidsklachten. tijdens de pandemie, toen Vervolgens bleek dat juist het niet meer fysiek kon. Ik kreeg mee te vallen en gaf die persoon regelmatig de reactie: ‘Wat fijn aan juist heel erg open te staan dat u mij gebeld heeft. Dit doet voor sociale activiteiten in de me echt goed.’ Dat waren de buurt. Veel van de gesprekken leuke dingen.”
Toch vaak verrast
‘Werken met mensen moet je heel zorgvuldig doen’.
Minder leuke gesprekken
“Er waren ook minder leuke gesprekken. Dan had ik bijvoorbeeld een afspraak met iemand en dan voerde de partner het hoogste woord. Dan moest ik goed duidelijk maken met wie ik het gesprek wilde voeren. Vaak betrof dat bijstandsgerech-
tigden, afkomstig uit andere culturen; vrouwen die niet goed ingeburgerd waren en de taal onvoldoende spraken. Als het even kon maakte ik afspraken om taallessen te gaan volgen of om een sociale activiteit buitenshuis te gaan oppakken. Die afspraken printte ik vaak
“Een uitkering is echt geen vetpot. Dan is het belangrijk om zoveel mogelijk gebruik te maken van alle toeslagen en regelingen die er zijn. Anders is het best een kluif om het hoofd boven water te houden. Uit de gesprekken die ik voerde bleek dat een behoorlijk aantal bijstandsgerechtigden niet wist wat een zorgtoeslag of huurtoeslag was. Ook had lang niet iedereen van een kindgebonden budget gehoord, van de Ooievaarspas of van de Stichting Leergeld. Allemaal belangrijke hulpmiddelen en instanties die niet met een uitkering verrekend worden. Daar is dus nog wat werk te doen.” ◆
CASUS
‘Snel de focus verleggen’
“Net voor de start van de pandemie kreeg ik een jonge moeder op bezoek. Bij binnenkomst vertelde zij net haar leefgeld voor die week
10
verloren te zijn. Het weekend stond voor de deur, dus wat doe je dan? Op zo’n moment ga ik het niet met haar over werk en haar ambities in beeld
hebben. Ik ben direct gaan bellen met iemand van sociaal casemanagement en uiteindelijk wisten we te regelen dat zij net voor het weekend een cheque kreeg voor de voedselbank. Daar kon zij de 11
meest noodzakelijke boodschappen van doen. Op zo’n moment is het een kwestie van snel de focus verleggen. Naar kijken wat iemand écht nodig heeft.” ◆ in beeld
Fatiha
Manager Actielijn 1 Werkoffensief +500
‘Wat we hebben gedaan is fantastisch’ We mogen onze burgers niet verliezen. Ongeacht of we ze wel of niet richting werk kunnen bewegen. Dat vindt Fatiha el Bouayadi, manager van Actielijn 1 van Werkoffensief +500. Zij is trots op het proces dat zij met het team doorlopen heeft.
“
Menukaart
en hebben geleerd om goed te kijken: wie is die persoon die tegenover mij zit? Wat heeft hij nodig? Maar ook: hoe vraag ik door als ik een onduidelijk antwoord krijg? Vanuit oprechte nieuwsgierigheid!”
In de periode voordat ik manager werd van Actielijn 1, heb ik me beziggehouden met de inkoop van werkfittrajecten. Opdracht was een menukaart te ontwikkelen. Rugzak(je) Voor verschillende categorieën “Ik zie het zo: iedereen die bij werkzoekenden: alleenstaanons op gesprek komt heeft een de ouders, statushouders, de rugzak(je) bij zich. Aan ons de niet-willers… Want je kunt wel opdracht die persoon ertoe 22.000 mensen spreken, maar te bewegen om die je wilt hen ook een passen‘we zijn rugzak open te krijde vervolgstap kunnen te snel gen, zodat een goed aanbieden. Binnen een oordelend gesprek ontstaat. half jaar had ik die menaar Dat is goed gelukt. nukaart gerealiseerd, en elkaar’ Kleine ingrepen twintig trajecten ingekunnen dan net het kocht. Die menukaart hebverschil maken. Zo heeft ben de consulenten gebruikt Marieke bijvoorbeeld een kintijdens hun gesprekken.” deropvanghoekje ingericht, zoGoed leren kijken dat cliënten die met kinderen “Met elkaar zijn we - net als op gesprek kwamen alsnog het ten tijde van Marieke al gebeur- het goede gesprek konden voede - het proces van Actielijn 1 ren. Tegelijkertijd merkten we steeds meer gaan verbeteren. dat kandidaten het soms lastig Vaak met de intentie om het vonden hun verhaal te doen net iets prettiger te maken voor in de open ruimtes waar wij de mensen die op gesprek kwamet hen spraken. De les is dat men. Zo hebben we gesleuteld we daar nog eens naar moeten aan onze gesprekstechnieken kijken in het vervolg: of we dat 12
‘Vanaf januari 2021 werd ik manager van ‘actielijn 1’. Ik nam het stokje over van Marieke Vos en Suzanne van Aken. Vanaf dat moment gaf ik dagelijks leiding aan een zeer bevlogen team consulenten, dat bereid was zichzelf permanent te verbeteren. Stuk voor stuk werkte ik met enorm gemotiveerde professionals die echt geïnteresseerd waren in de personen die zij tegenover zich hadden. Ik vond het fantastisch om daar onderdeel van uit te mogen maken.’
niet beter deels in gesloten ruimtes kunnen doen.”
Dossieronderzoek
“We hebben ook ontdekt dat goed dossieronderzoek essentieel is om een gesprek te kunnen voeren. Al is het maar om daarmee onnodige vragen te voorkomen. Dat kan namelijk voor ruis en frustratie zorgen. Bovendien: dossieronderzoek kan aanknopingspunten bieden om het gesprek net even anders in te gaan. ‘He, ik zag dat u twee jaar geleden kampte met schulden. Hoe is dat nu? ’Zo’n vervolgvraag stellen is soms net iets minder lastig dan vanuit het niets aftasten of er wellicht meer problemen spelen in iemands leven.”
Stevige opgave
“Tot de coronacrisis uitbrak hadden we regelmatig casus-overleggen. Vanaf toen werd dat helaas ingewikkelder. Jammer, want het blijft essentieel om informatie en werkwijzen met collega’s te delen. Het helpt om elkaars visie te horen, te weten hoe een ander in beeld
dat aanpakt. Want laten we niet vergeten: het was een stevige opgave voor consulenten om dagelijks zes gesprekken te moeten voeren. Die druk maakte het lastiger om even afstand te nemen, om grote lijnen te zien. Sparren met collega’s kan dan heel nuttig zijn.” 13
Burgers niet verliezen
“Wat we met elkaar hebben gedaan is fantastisch. We mogen onze burgers namelijk niet verliezen. Ongeacht of we ze wel of niet richting werk kunnen bewegen. Het gaat om aandacht hebben, voelen, luisteren, meedenken en die ander het gevoel geven dat hij ertoe
doet. Dat hebben we allemaal gedaan. Ik denk dat we daarmee echt iets in gang hebben gezet. We hebben namelijk zo snel een oordeel over elkaar. Laten we daar eens mee ophouden, en echt interesse hebben in die ander. Ieder persoon heeft namelijk een eigen verhaal.” ◆ in beeld
Adel
Hield in een periode van 9 maanden ‘vele honderden’ gesprekken
‘Ook deze burgers willen gezien worden’
“
Goed voorbereid
Voordat ik aan de gesprekken begon heb ik me eerst goed ingelezen: wat is precies de opdracht? Daarna haakte ik aan bij een collega, heb een aantal keer meegeluisterd als hij gesprekken voerde. Gaandeweg zijn we de gesprekken toen samen gaan doen, totdat ik het alleen kon. Intussen volgde ik trainingen en workshops, onder andere over motiverende gespreksvoering. Ik was dus goed voorbereid.”
Aansluiting zoeken
“Zoek eerst de aansluiting met de burger. Dat was de opdracht. Hoe? Door eerst te vragen hoe het met iemand gaat. Door begrip te tonen als iets niet lekker loopt. ‘Is uw gezondheid niet goed? Wat vervelend voor u.’ Zo bouwde ik een vertrou-
wensband op. En dan kwam er bijna altijd een moment dat er zomaar een klik ontstond, dat we in een goede spiraal terecht kwamen. En we daadwerkelijk in gesprek konden gaan over hoe we die persoon een stapje verder konden helpen.”
vond om met haar in gesprek te gaan. Op zo’n moment nam een collega met meer levenservaring het gewoon over. We hadden een team dat een afspiegeling was van de stad: met jonge en oude collega’s. En we hadden een mix van verschillende culturele achtergronden aan boord. Zo konden we altijd maximaal levellen.”
ment help je iemand met iets heel kleins toch op weg. Iets wat deze persoon op eigen kracht niet voor elkaar kon krijgen.”
Maatwerk?
Kwetsbare doelgoep
“Er is geen duidelijk profiel te maken van een bijstandsgerechtigde, dat is mij uit al die Op weg helpen gesprekken duidelijk geworden. “Een gesprek was voor mij Ze zijn er in alle soorten en pas geslaagd als de burger na maten. En soms zit een ongeluk afloop het gevoel had dat hij in een klein hoekje waardoor daadwerkelijk was geholiemand ineens in de propen. Dat kon groot maar blemen raakt: een echtook heel klein zijn. scheiding, een faillisse‘dit is Zo sprak ik iemand ment… Ik heb geleerd pas het die vage lichamelijdat het een kwetsbare ke klachten had en doelgroep is die veel begin’ beginnende financiële zorg en aandacht nodig problemen. We spraken heeft. En hoewel ik in het af dat hij een bezoekje zou begin nog wel eens op argwaan brengen aan de huisarts en ik stuitte, als we in gesprek ginregelde een gesprekje voor hem gen, bleek uiteindelijk dat veel met een collega van Financiële van deze burgers écht contact Dienstverlening. Op zo’n mowillen met de gemeente. Ook
’Ik heb deze periode als ontzettend leerzaam ervaren’. deze burgers willen gezien worden. En weten vaak de weg niet naar alles wat wij in de aanbieding hebben.”
Maximaal levellen
“Ik heb deze periode als ontzettend leerzaam ervaren. Zo heb ik enorm veel mensenken-
nis opgedaan, mijn gesprekstechnieken zijn verbeterd en mijn kennis van de sociale kaart is gegroeid. Bovendien heb ik genoten van de bevlogenheid en dynamiek in het team dat de gesprekken heeft gedaan. Zo was ik eens in gesprek met een oudere dame die mij te jong
“Aan de gemeentelijke organisatie zou ik willen zeggen: laten we onze uitkeringsgerechtigden goed in beeld houden. Want dit is pas het begin. Ook lijkt het mij van belang als we nog eens kritisch bekijken of het flankerend beleid voldoende aansluit op de behoeften van bijstandsgerechtigden. Vaak merkte ik dat burgers niet direct enthousiast werden van wat wij hen konden bieden. Hebben we alles? Missen we nog iets? Maar ook: wat leveren alle trajecten die wij aanbieden uiteindelijk op? Want het blijft een kwestie van maatwerk. Maar ik snap natuurlijk ook dat dit maar tot op zekere hoogte kan. Zo realistisch moeten we ook zijn.”” ◆
CASUS
‘En toen viel het kwartje’
“Ik weet nog goed dat ik een stel op gesprek kreeg, met jonge kinderen. Het gesprek ging om de vrouw, maar het was steeds de man die het woord
14
nam. Zij sprak gebrekkig Nederlands. Toen ik de man daarop attent maakte werd hij boos. De taal spreken was niet nodig, zei hij. Als zij maar voor de kinderen zorgde. Waarop ik zei: ‘Maar stel dat in beeld
er straks iets met u gebeurt. Wie gaat uw kinderen dan helpen met opgroeien in een fijne omgeving? Wie praat er met de leerkrachten, gaat met ze naar de dokter als het nodig is? En toen viel het 15
kwartje. Even stond de man met zijn mond vol tanden. Toen zij hij: ‘F ijn dat u mij dit zegt’. We spraken uiteindelijk af dat zij een taalcursus zou gaan volgen.” ◆ in beeld
Catharina
Hield 12 maanden lang gemiddeld 25-30 gesprekken per week
‘Er is echt veel problematiek bij deze groep mensen’
“
Drukke beginperiode
In de beginperiode nodigden wij onze burgers schriftelijk uit. We verstuurden extra uitnodigingen omdat we ervan uitgingen dat er altijd
wel kandidaten verhinderd zouden zijn. Maar dat bleek lang niet altijd zo te zijn. Het gevolg was dat er dagen waren waarop ik, net als mijn collega’s, meer dan tien gesprekken voerde. Dat is te veel en gaat ten koste
van de kwaliteit. Bovendien zat de wachtkamer dan te vol. Dat deed afbreuk aan de privacy van de kandidaten. Omdat er ook kandidaten tussen zaten met psychische problemen, leidde dit wel eens tot weerstand en
‘Verscholen achter een gesloten voordeur’
“ 16
Minder no-show’s
“Ik kreeg van mijn leidinggevende de ruimte om met een pilot te starten, om zo de noshow te verlagen en meer uit de gesprekken te halen. Die hield in dat we de kandidaten eerst belden en uitlegden waarom wij met hen in gesprek wilden. We gaven ze de keuze om zelf een dag en een tijdstip in te plannen. Daardoor kwam er meer regie bij de kandidaten te liggen en waren ze beter voorbereid. Van daaruit ontwikkelden we de ‘belbrief’. Wij stuurden de burgers een brief waarin we hen vroegen om contact met de gemeente op te nemen en een afspraak te maken. De gesprekken verliepen gestroomlijnder dan daarvoor. Het aantal noshows daalde en er was minder weerstand.”
hij niet moet doen. In plaats daarvan luister ik. Ik beoordeel de situatie, kijk naar hun toekomstperspectieven en probeer dan die persoon verder op weg te helpen. Uiteraard lees ik tevoren het dossier van een burger, maar daarna ga ik zo onbevangen mogelijk en zonder vooroordelen het gesprek in.”
Samen op gesprek
“Wanneer een familie een gezinsuitkering ontvangt, vind ik
hun man in een ander gesprek weten daar niet voor open te staan. Het belang om mét elkaar in gesprek te gaan kan veel helderheid bieden. Ik kan beide dan aanspreken op hun verantwoordelijkheid, naar elkaar én naar hun kinderen toe.”
In beeld houden
“Ik ging er in het begin vanuit dat ik veel kandidaten uiteindelijk richting werk zou kunnen bewegen. Maar tijdens de gesprekken werd me snel duidelijk dat er echt heel veel problematiek is bij deze groep mensen. Denk aan psychische problemen, financiële zorgen of mensen waarbij er sprake was van een verslavingsproblematiek. Ik realiseer me nu dat veel van hen nog niet kúnnen werken. Zij zullen dan snel terugvallen. Die mensen kunnen we (nog) niet op een duurzame manier plaatsen. Om gericht dienstverlening te bieden aan de meest kwetsbare burgers is het van belang dat we ze structureel in beeld houden. Dat vereist een nauwe samenwerking tussen het team van consulenten participatie en het team administratie & opvolging.” ◆
‘zo onbevangen mogelijk in gesprek’
CASUS
“De heftigste verhalen zijn die van jonge bruiden die naar Nederland worden gehaald en een leven achter gesloten deuren leiden, zonder zelfontwikkeling of kans op deelname aan de maatschappij. Ik sprak een cliënt die absoluut niet mee wilde werken. Het enige dat hij wilde was dat wij zijn uitkering betaalden, hij wilde niet werken en niet participeren. Zijn vrouw was uitgehuwelijkt en
agressie. Daartegenover stond dat er dagen waren waarbij er juist veel te weinig burgers op de afspraken kwamen. Het was erg moeilijk om de juiste balans te vinden.”
mocht nergens heen. Ik heb er melding van gedaan en er een Social Case Manager op gezet. Het heeft nergens toe geleid, de cliënt weigerde alle medewerking. Het komt voor in onze stad. Het is leed dat vaak onopgemerkt en onbesproken blijft en verscholen ligt achter die ene gesloten voordeur. Mijn wens is dat we hier iets aan kunnen doen.” ◆
in beeld
Onbevangen
“Ik vertel de klant tijdens een gesprek niet wat hij wel en wat
17
dat de verantwoordelijkheid van beide partners. En dat je dan dus ook samen met hen in gesprek moet gaan. Ik ben er voorstander van om dat idee verder uit te werken. Nu trekken we een gezin uit elkaar en nodigen we de partners individueel uit. De belangen kunnen vaak verschillend zijn waardoor de gesprekken zonder resultaat blijven. Soms weten partners niet van elkaar wat ze willen. Vaak spreek ik vrouwen die gemotiveerd zijn om te werken of de Nederlandse taal te leren. Vervolgens laat
in beeld
Ouissal
Hield in een periode van 6 maanden 30 tot 35 gesprekken per week
‘Doorvragen opent nieuwe deuren’
“
Open vragen stellen
Ik ben gegroeid in het voeren van gesprekken met deze doelgroep. In het begin vinkte ik het lijstje van de doelmatigheidsrapportage af. Nu weet ik dat de meeste informatie uit de antwoorden op de open vragen komt. Een vraag als ‘heb je eigenlijk wel eens nagedacht over wat je over vijf jaar wilt doen?’ is best een lastige voor iemand die al jaren geen baan heeft. Het zet mensen hardop aan het denken. Vaak leidde dat tot mooie gesprekken. Soms kwam er verdriet naar boven of bleek dat mensen gewoon pech hadden gehad. Maar het leidde ook tot nieuwe kansen. Een vrouw vertelde dat ze dolgraag een nieuwe start wil maken, maar dat niet durft. Door mee te denken en door verder te
CASUS
vragen kwam ze tot nieuwe inzichten en hebben we de eerste stap richting een werkontwikkeltraject gezet.”
Veel beter beeld
Geen vooroordelen
niet aan het werk kan. Belangrijk is om te achterhalen waarom iemand in eerste instantie in een uitkering terecht is gekomen. Dat is iets waar je, als je de kandidaat niet tegenover je hebt, niet bij stilstaat. Het is dan een valkuil om mensen op de automatische piloot te bevragen over wat ze wel of niet kunnen, en op basis daarvan te beoordelen wie aan het werk kan, en wie nog even kan wachten. Zo wil ik niet met mensen omgaan.”
“De eerste indruk die de cliënt van mij heeft is heel belangrijk. Die zet de toon van het gesprek. Voor deze periode was ik werkzaam bij de klantenservice, waar je alleen via de telefoon of schriftelijk met cliënten communiceert. Ik was dan snel geneigd om te denken dat er niet zoveel aan ‘we zijn Misbruik de hand was, of vond allemaal “Het was misschien mensen zeurderig niet goed van mij, overkomen. Op het mensen’ maar ik heb ook weleens moment dat je meniemand op zijn uiterlijk sen echt spreekt én ziet, aangesproken. De man kwam krijg je een veel beter beeld in werkschoenen binnen en had van een persoon. Een burger verfvlekken op zijn broek. Hij die in een rolstoel binnenkomt kwam vertellen dat hij niet kon vraag je niet gelijk waarom hij
‘En toen kwam het antwoord alsnog’ “Een van de cliënten had lange tijd een bijstandsuitkering. Door een scheiding en ziekte kon deze cliënt geen werk vinden. Gelukkig wist ze uiteindelijk die ziekte te overwinnen. Maar ze 18
was daarna nooit meer door ons uitgenodigd voor een gesprek. Toen de cliënt tegenover me zat had ze in eerste instantie een wantrouwende houding: ‘Waarom ben ik uitgenodigd?’ Wat kom in beeld
“Ik ga steeds zonder vooroordelen een gesprek in, ik probeer me niet door de rapportages over iemand te laten beïnvloeden. Oogcontact, vragen stellen en steeds weer doorvragen: dat opent nieuwe deuren. Door onbevooroordeeld vragen te stellen kun je achter dingen komen. Dingen die collega’s die zo’n persoon al langer begeleiden ook nog niet wisten. Dat biedt dan toch nieuwe kansen.”
‘Ik kan van u leren’
‘Ik ga steeds zonder vooroordelen een gesprek in’.
werken. Ik sprak hem aan op zijn kleding, hij reageerde daar erg heftig op. Dat waren mijn zaken niet en ik nam zijn ziekte niet serieus, vond hij. Hij was boos omdat ik hem controleerde. Het werd geen fijn gesprek.
Hij gaf aan dat hij de buren aan het helpen was met klussen. Later bleek dat deze man zwart werkte. Hij had ooit een arbeidsongeschiktheidsverklaring aangevraagd, die was nooit meer opnieuw bekeken.”
ik hier doen?’. Door open vragen te stellen vertelde ze me verhalen over wat ze in al die jaren had meegemaakt. ’Deze cliënt kan nooit meer werken’, dacht ik. Ik durfde haar niet te vragen wat ze in de toekomst wilde gaan doen. Uiteindelijk kwam toch 19
“Voordat ik het gesprek in ga wil ik wel weten of degene die tegenover me zit goed in zijn vel zit. Van daaruit pak ik het gesprek over naar waar het eigenlijk om gaat: de toekomst. Vaak ben ik jonger dan de cliënt met wie ik het gesprek voer. En ik merk dat kandidaten dat voelen. Ik zet dan in op ‘Ik kan van u leren, maar u kunt ook wat van mij leren’. En zo werkt het ook echt. Voor mij speelt leeftijd geen rol. We zijn allemaal mensen en er kunnen altijd dingen gebeuren waardoor iemand niet kan werken.” ◆
het antwoord: ‘Ik schaam me dat ik al zo lang niet meer heb gewerkt. Ik wil zo graag aan de slag’. Het werd een bijzonder gesprek. En om een lang verhaal kort te maken: ik heb haar aangemeld voor een werkontwikkeltraject binnen de horecasector. Ze is zelfs uitgestroomd naar een baan.” ◆ in beeld
Laura Geurs
Manager Participatie en Inburgering
‘We moeten scherpe keuzes maken’ Hoe kunnen we mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt in beeld houden en zoveel mogelijk perspectief bieden? Volgens Laura Geurs, manager Participatie en Inburgering, gebeurt er al heel veel. Maar uit de gesprekken met Haagse bijstandsgerechtigden blijkt ook dat er ‘meer’ nodig is.
E
ven was er nog de illusie dat uit de gesprekken van Werkoffensief +500 zou blijken dat een groot deel daarvan op een of andere manier weer aan het werk kan. Maar de realiteit is anders. Voor veruit de meeste bijstandsgerechtigden zal dat een lang en lastig verhaal worden. Echter: we kunnen hen wel in verschillende groepen indelen, stelt Laura. “Deze indeling maakt het namelijk mogelijk om verschillende subdoelgroepen verschillende dienstverlening aan te bieden. Waar dat kan via maatwerk. De impact van onze inspanningen wordt dan groter.”
Subcategoriën
Die onderverdeling is al in gang gezet. Zo is elke bijstandsgerechtigde toebedeeld aan een subcategorie: ‘volwassenen’, ‘jongeren’ of ‘inburgeraars’. Maar daar blijft het niet bij. De groep ‘volwassenen’ bijvoorbeeld heeft ook nog eens vier deelcategorieën, elk met een eigen aanpak en dienstverleningsaanbod: de categorieën ‘activering’, ‘in beweging’, ‘maximaal haalbaar’ en ‘niet actief’.
20
‘Groot, groeiend in aantal en zeer divers: zo kunnen we de groep mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt het beste omschrijven. In Den Haag hebben we momenteel zo’n 19.500 bijstandsgerechtigden die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben van meer dan achttien maanden en een uitkering hebben. En dat aantal neemt niet af.’
Laura: “Bij ‘activering’ en ‘in beweging’ vinden we mensen die hebben aangegeven aan de slag te willen, soms al in beweging
die weliswaar geen betaalde arbeid verrichten maar wel binnen hun mogelijkheden doen wat zij kunnen. Onder ‘niet actieven’ vallen bijvoorbeeld mensen die terminaal ziek zijn of vlak voor hun pensionering zitten.”
Signaalfunctie
Voor de subcategorieën ‘activering’ en ‘in beweging’ staat er een consulententeam klaar, dat met kandidaten aan de slag gaat. Laura: “Voor deze groepen is werk het meest dichtbij.” Voor de andere twee subcategorieën is er een administratief opvolgingsteam opgericht. Dat onder andere gemaakte afspraken en vrijstellingen monitort. Doel is daarmee het consulententeam te ontlasten en de opvolging van klanten te waarborgen. Daarnaast heeft dit team ook een signaalfunctie. Laura: “Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand tijdelijk niet kan werken omdat hij voor een terminaal ziek familielid moet zorgen. Maar als dat voorbij is ontstaat een nieuwe situatie. Het is belangrijk om dat dan te signaleren en door te geven aan het consulententeam.”
zijn of net dat stapje extra nodig hebben om in beweging te komen. Onder ‘maximaal haalbaar’ verstaan we die personen in beeld
Vaker samenwerken
Daarnaast blijkt dat veel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt meerdere problemen tegelijk hebben. Met
21
hun gezondheid, hun financiële kansrijke creatieve pilots te starpositie, met hun huisvesting… ten. De bemensing van de afdeLaura: “Daarom gaan we vaker ling Participatie en Inburgering de samenwerking zoeken met is immers maar beperkt. Data interne partners, zoals OCW. kunnen ons vertellen of dat wat Bijvoorbeeld over taalonderwijs, we doen ook echt zoveel mogeouderenbeleid en problemen lijk impact heeft.” rondom eenzaamheid. Maar Ten slotte gaat het ook helook gaan we meer doen met alpen om intern bij de gemeente lerlei maatschappelijke partners minder in ‘losse afdelingen’ te in de stad. We hoeven het als werken en op zoek te gemeente niet alleen te gaan naar doorlopen‘we doen.” de concepten van hoeven het dienstverlening, over als gemeente Nabij in de wijk individuele organisaniet alleen En dan is er ook nog tieonderdelen heen. te doen’ de pilot ‘Nabij in de wijk’. Laura: “Zo hebben we Laura: “Veel bijstandsgesamen met Den Haag rechtigden hebben aangegeven Werkt het systeem EVA ingedat zij meer contact willen met richt, waarin alle voorzieningen de gemeente. Idee van de pilot, van Den Haag Werkt en Particidie start in Bouwlust, is dat patie te vinden zijn.” onze consulenten “spreekuur” Scherpe keuzes maken in de wijk houden. Vanuit een Genoeg ideeën dus voor hoe buurtcentrum helpen zij bijnu verder. En dat is ook hard standsgerechtigden efficiënt nodig, denkt Laura: “De realien snel op weg, met behulp van teit is dat de meeste mensen contacten en partners in de met een grote afstand tot de wijk. Zo kunnen we iemand bijarbeidsmarkt onze hulp langvoorbeeld direct koppelen aan de wijkconsulent of aan schuld- durig en misschien wel blijvend nodig zal hebben. We weten hulpverlening, om maar wat te ook dat we maar een beperkte noemen. ” capaciteit hebben. Dus moeMeer impact met data ten we scherpe keuzes maken. Op termijn verwacht Laura nog Afgelopen tijd is er al veel in meer impact te kunnen maken gang gezet. De gesprekken met met behulp van data. “Dat kan bijstandsgerechtigden helpen ons namelijk helpen om de ons het dienstverleningsaangroepen nog verder onder te bod nog verder aan te scherpen verdelen en voor kleine groepen en uit te bouwen.” ◆ in beeld
Ervaringen van burgers
UITKERINGSGERECHTIGDEN UITKERINGSGERECHTIGDEN UITKERINGSGERECHTIGDEN
IN BEELD IN BEELD IN BEELD
“De gemeente bepaalde voor mij dat mijn rugzakje te groot was. Maar ze hadden nooit gevraagd wat ik wil.”
Hoe Den Haag haar uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt meer dan 18 maanden beter beeld heefttot na de Hoe Den Haagvan haar uitkeringsgerechtigden metineen afstand het voeren vanvan 22.000 arbeidsmarkt meergesprekken. dan 18 maanden beter in beeld heeft na Hoe Den Haag haar uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de het voeren van 22.000 gesprekken. arbeidsmarkt van meer dan 18 maanden beter in beeld heeft na het voeren van 22.000 gesprekken. 22.000 Haagse burgers met 22.000 een uitkering langer Haagse burgers met dan 18 maanden een uitkering langer 22.000 dan 18 maanden Haagse burgers met een uitkering langer dan 18 maanden
WERK
WERK
“Ze houden echt rekening met me, daar ben ik blij mee.”
WERK
WERK
WERK
10% 10%
WERK
Den 10 Haag % Werkt Den Haag Burgers die richting Werkt werk begeleid kunnen worden. Burgers die richting Den Haag werk begeleid Werkt kunnen worden. Burgers die richting werk begeleid kunnen worden.
49% 49% 49% Activering
en beweging Activering Burgers die binnen en beweging 12 maanden stappen kunnen zetten, richting Burgers die binnen Activering werk of op gebied van 12 maanden stappen en beweging participatie. Voor kunnen zetten, richting burgers 'in werk of op gebied Burgers diebeweging' binnenvan worden belemmerinparticipatie. Voor 12 maanden stappen gen weggenomen. burgers 'in beweging' kunnen zetten, richting worden belemmerinwerk of op gebied van gen weggenomen. participatie. Voor burgers 'in beweging' worden belemmeringen weggenomen.
28% 28% 28% Maximaal
haalbaar Maximaal Burgers voor wie haalbaar uitstroom (nagenoeg) onhaalbaar Burgers voor wie Maximaal is. Zij doen(nagewat ze uitstroom haalbaar maximaal kunnen, noeg) onhaalbaar bijvoorbeeld met is. Zij doen wat Burgers voor wieze vrijwilligerswerk. maximaal kunnen, uitstroom (nagebijvoorbeeld met noeg) onhaalbaar vrijwilligerswerk. is. Zij doen wat ze maximaal kunnen, bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk.
13% 13% 13actief % Niet Burgers die niet Niet actief actief kunnen
participeren doorBurgers die niet dat ze bijvoorbeeld actief kunnen Niet actief zeer ernstig ziek participeren doorzijn. dat ze bijvoorbeeld Burgers die niet zeer ziek actiefernstig kunnen zijn. participeren doordat ze bijvoorbeeld zeer ernstig ziek zijn.
colofon
Dit boekje is gemaakt in opdracht van het Werkoffensief +500. Inge Luttikhuizen Fatiha el Bouayadi Maura Lenting
“Ik wil graag vrijwilligerswerk doen om een beetje op conditie te komen. Op termijn ook graag betaald werk, maar ik ben bang dat ik dat niet kan volhouden en dan weer op straat sta.”
“Ik heb niets te verbergen, maar toch ben ik dan op van de zenuwen voor zo’n gesprek.” “Ik wil werken, ik wil niet in de uitkering zitten. Ik vind dit maar niks.”
Teksten: Jos van Duinen Eric Went
Fotografie: Henriette Guest Michael Tieze
Infographic en coverillustratie: Loek Weijts
Vormgeving: Peter Minnee
De gemeente Den Haag neemt de privacy van haar burgers serieus
Om uitkeringen te kunnen verstrekken en haar burgers te begeleiden richting participatie, heeft de gemeente Den Haag persoonsgegevens van haar burgers nodig. De gemeente houdt zich hierbij aan de toepasselijke wet- en regelgeving over privacy, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dit betekent onder andere dat de gemeente alleen persoonsgegevens verwerkt wanneer zij hier een (wettelijke) grondslag voor heeft (oftewel: een geldige reden). De gemeente Den Haag gaat zorgvuldig en vertrouwelijk om met uw persoonsgegevens. Meer weten over uw privacy? Lees dan onze privacyverklaring op https://www.denhaag.nl/nl/verklaring-inzake-gegevensbescherming.htm
De percentages zijn dynamisch.
22
De percentages zijn dynamisch.
in beeld
23
in beeld
24
in beeld