6 minute read

Guido de Wit

Next Article
JouwTransformatie

JouwTransformatie

‘Ik hou van de ondernemer’

Rond 2000 begon Guido de Wit (48) zijn carrière als advocaat bij een middelgroot kantoor in Amsterdam dat hem meteen voor de leeuwen gooide. Het faillissement van vele grote - ook internationale - internetbedrijven wikkelde hij af. Een leerschool die hem al jong heeft gevormd en hem in zijn wens voor later, een oude, wijze man worden, een stukje op weg heeft geholpen.

Fotografie: Stef Nagel | Interview: Augusta Verburg

‘Dat was inderdaad steevast mijn antwoord op de vraag wat ik later wilde worden: vader en een oude, wijze man. Inmiddels heb ik een zoon van zestien en dochter van twaalf die mij, naast de advocatuur, ook het nodige over het leven en mijzelf hebben geleerd. Of ik echt die oude, wijze man word, zal de tijd leren.’ Op school zag men in Guido al de advocaat of een politicus omdat hij verbaal sterk was en snel kon schakelen. Het laatste had zeker zijn interesse: hij lag in de nacht van Voorhoeve aan de radio gekluisterd, volgde diverse debattrainingen maar zijn latere voorzitterschap bij VNO-NCW maakte hem definitief duidelijk dat het toch niets voor hem was. ‘Het gaat mij in de politiek te veel over macht en te weinig over inhoud. Mijn twijfel zat eerder tussen het worden van schrijver of advocaat. Ik heb nog kort een hbo-studie tekstschrijven gedaan, maar in die fase van mijn leven vond ik de advocatuur een grotere uitdaging.’

Guido koos als specialisatie ondernemingsrecht. ‘Laatst kwam een songtekst voorbij van Paul van Vliet. Die verwoordde precies waarom ik hiervoor heb gekozen. Van Vliet zingt voor mij daarin over ondernemers, de mensen die bergen verzetten, die door blijven gaan met hun kop in de wind. Die risico’s nemen, erin blijven geloven met het geloof van een kind. Die dingen beginnen waarvan niemand de afloop kent, die durven wagen en winnen en geen water doen bij de wijn. Die blijven vertrouwen en door blijven douwen. Die gewoon doen, met de blik vooruit.’ ‘Het lied raakte me. Ik ken inmiddels ook de klappen van de ondernemerszweep. Toen ik drie jaar in het vak zat, werd ik benaderd door een headhunter met de vraag of ik voor een kantoor met vestigingen in Amsterdam, Haarlem en Alkmaar de ondernemingsrecht- en faillissementsrechtsectie voor de Alkmaarse vestiging wilde opzetten. Ik zag dat als een enorme uitdaging. Over mijn vakmanschap als advocaat had ik geen twijfel, maar ik was wel onzeker over mijn talenten voor het ondernemerschap. En ik vond dat ik in Amsterdam door de nadruk op overnames en faillissementen te weinig ervaring in de rechtszaal opdeed. Ik heb de handschoen opgepakt en ben geslaagd. Daarop mocht ik partner worden bij het kantoor. Kort na mijn toetreding bleek een partner zich echter vergaloppeerd te hebben met onroerend goed-investeringen wat op meerdere manieren een enorme wissel trok op het kantoor. De partner ging persoonlijk failliet en ook het kantoor heeft het uiteindelijk niet overleefd. Ik moest mijn eigen praktijk van de curator terugkopen en begon mijn eigen kantoor aan de Olympiaweg in Alkmaar.’

Een boetiekkantoor met een bak aan ervaringen. Want Guido kan bogen op vele mooie zaken die hij in de loop van zijn carrière tot een goed einde heeft gebracht. ‘Samen met mijn patroon met wie ik in mijn beginjaren al die faillissementen heb gedaan en die nu sinds twee jaar bij mij werkt, haal ik nog weleens herinneringen op. Bijvoorbeeld aan het faillissement van een telefoonmaatschappij die de concurrentie aan wilde gaan met KPN, maar voor de aansluitingen volledig afhankelijk was van hun medewerking. Een klus waar

‘Die ene contractsbepaling, dat ene mailtje of zelfs dat ene zinnetje kan het verschil maken tussen een eenvoudige overwinning of een langdurige en kostbare strijd.’

we wekenlang 24/7 aan werkten om de onderneming in een doorstart uiteindelijk te verkopen aan een vennootschap van Marcel Boekhoorn. Ik kan mij nog levendig herinneren dat we een bespreking met KPN hadden georganiseerd en er dertien man tegenover ons kwam zitten. Konden we met z’n tweeën kwartetten met de visitekaartjes van de - toen nog alleen maar - mannen. Of in diezelfde tijd toen ik in mijn eentje in een boardroom tegenover een verzameling hot shots zat van een groot kantoor in Rotterdam om een deal uit te onderhandelen. Heel spannend, want ik was nog zo jong! Of die keer dat ik een nacht lang met een batterij advocaten had onderhandeld om een lastige deal uit het vuur te slepen. Ik heb toen geleerd dat het na een nacht zonder slaap niet handig is om ’s morgens om half zeven bij de closing champagne te drinken. Mooie herinneringen. Maar misschien wel de uitdagendste in mijn carrière was een aandeelhoudersgeschil dat ik voor een 50%-aandeelhouder behandelde en uiteindelijk moest uitvechten bij de Ondernemingskamer in Amsterdam. Mijn klant werd eerst in kort geding gedagvaard bij de rechtbank in Rotterdam. De president stond toe dat dat per fax gebeurde op een termijn van minder dan 24 uur. Ook toen heb ik de hele nacht doorgewerkt aan mijn pleitnota en we wonnen het kort geding. Mijn klant heeft toen mijn auto naar huis gereden en ik ben naast hem heerlijk in slaap gevallen. Na het kort geding koos de wederpartij voor Ard van der Steur als advocaat, de latere minister van Justitie. Het debat tegen hem bij de Ondernemingskamer zal ik ook nooit vergeten. Uiteindelijk hebben we het geschil goed kunnen oplossen en heeft die klant nog steeds een prachtige onderneming.’

Met het verstrijken der jaren heeft Guido zich steeds meer ontwikkeld tot trusted advisor. Laatst noemde een goede klant hem een holistisch advocaat, iemand die in zijn adviezen het hele spectrum betrekt. ‘Ik snap wel waar hij op doelt. Ik kijk zowel naar de persoon, de situatie als naar de juridische details. Zo kan het gebeuren dat ik een klant afraad om het bedrijf van zijn vader over te nemen, omdat ik denk dat het belangrijk is dat hij van hem loskomt. Heel confronterend op dat moment, maar later was hij me dankbaar. Mijzelf bewijs ik daar natuurlijk geen dienst mee omdat ik hiermee een mooie klus door mijn neus boor. Toch haal ik meer voldoening uit zijn dankbaarheid dan uit een opdracht waar hij later spijt van heeft.’ Waar je bij Guido niet mee moet aankomen, is zelf je kaarten tegen de borst houden, hem niet volledig informeren en hem alleen als spreekbuis gebruiken. Hij moet kunnen excelleren, door de klus in zijn volle omvang te doen. En iets waar je hem na ruim twintig jaar ook aardig mee kunt frustreren, is de put willen dempen als het kalf verdronken is. ‘Die ene contractsbepaling, dat ene mailtje of zelfs dat ene zinnetje kan het verschil maken tussen een eenvoudige overwinning of een langdurige en kostbare strijd. Uit onderzoek blijkt dat iedere ondernemer advocaten duur vindt, waardoor het Engelse spreekwoord “penny wise, pound foolish” helaas nog maar al te vaak opgaat. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken en doe dat al jaren als een hardleerse evangelist: ondernemers kom op tijd, het kan u zoveel ellende en geld besparen.’

In zijn werkkamer staan twee beeldjes die Guido van klanten heeft gekregen als dank voor zijn steun in moeilijke tijden. Het ene is een Boeddhabeeldje dat voor Guido symbool staat voor zijn levensfilosofie en het andere is van een beer die symbool staat voor kracht: zit je in de shit, dan gaat Guido voor je staan, voor je door het vuur. ‘Ik blijf gericht op de oplossing. Daarom hangt in ons kantoor ook de tekst van mijn grote voorbeeld Robert Kennedy: The purpose of life is to contribute in some way to making things better.’ <

This article is from: