6 minute read

Wat is thuis?

Verlangt een kind dat heimwee heeft naar huis of naar zijn of haar ouders? Wat maakt dat je je ergens thuis voelt? Of nergens thuis bent? Is dat hetzelfde als ontheemd zijn?

Tekst: Augusta Verburg en Viola Robbemondt

Googelend naar hoeveel mensen er momenteel op de vlucht zijn, kom je getallen tegen van meer dan honderd miljoen mensen wereldwijd, een record, waarvan ruim veertig miljoen kinderen. Nederland heeft een slordige tachtigduizend mensen onderdak gegeven. Even ter nuancering: dat is 0,5 % van de bevolking. Maar onderdak, een huis, betekent niet automatisch een thuis. Wat is er voor nodig om je ergens thuis te voelen? Zelfs in je eigen land? Je eigen geboortestad. Of zelfs binnen je eigen familie? En kun je een ander zich bij jou thuis laten voelen? Uit de vele artikelen die hier in de loop der jaren over zijn verschenen, duikt het woord verbondenheid steeds weer op. Verbondenheid die kan ontstaan omdat je allebei dezelfde hobby hebt, van dezelfde muziek houdt of dezelfde levensovertuiging deelt. ‘Ligt die gemeenschappelijkheid er niet meteen dik op, dan zul je bereid moeten zijn om je eigen wereldbeeld tijdelijk even opzij te zetten om te zien wat je wel gemeenschappelijk hebt,’ zegt Lotte Thissen, antropoloog aan de Universiteit van Maastricht. ‘Dat is hard nodig. Want verbinding hangt samen met het gevoel van erbij horen, de sense van (un)belonging. En dat verandert continu.’

Een mooi voorbeeld hiervan is een arts uit Syrië die zich in Nederland onwaarschijnlijk snel aanpast, een vriendenkring opbouwt en zich thuis voelt in onze cultuur. Totdat hij aan zijn leraar Nederlands vraagt: ‘Kun jij geen vrouw voor mij zoeken?’ En als zijn leraar hem uitlegt dat hij daar zelf zijn best voor zal moeten doen, zegt hij oprecht verbaasd: ‘Maar ik ben goed voor haar. Ik verdien genoeg, dus ik kan goed voor haar zorgen.’ De arts in hem is volledig thuis in de Nederlandse ziekenhuizen, maar gaat het om zijn privé, dan voelt het voor hem nog altijd van- >

‘HET THUISZIJN IS DE MEEST BELANGRIJKE EN MISKENDE BEHOEFTE VAN DE ZIEL’

zelfsprekendheid dat een huwelijk kan worden gearrangeerd. In die zin is er nog geen sprake van identificatie met onze cultuur. Of is dit te kort door de bocht? Kennelijk wel, want in hetzelfde interview haalt Lotte een uitspraak aan van Máxima die in 2007 het hele land over zich heen kreeg omdat ze hardop zei dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. Volgens Lotte had ze gelijk: dé Nederlander bestaat niet. Tussen jou en je buurman kan een wereld van verschil bestaan; wat voor jou normaal is, kan hij ongepast vinden. Ook al ben je in dezelfde straat geboren. Tegen wat vroeger de norm was, kun je nu heel anders aankijken. Zo bestond veertig jaar geleden bijna de hele kust uit naaktstranden. Toen had je geen hele bikini nodig om daar een dagje te recreëren, hooguit een broekje. Bovenstukjes werden zelfs nauwelijks meer verkocht; droeg je die dan viel je uit de toon. Nu vind je de snippertjes naaktstrand ver van de hoofdstrandopgang en worden ze voornamelijk bevolkt door de grootouders van nu. Jonge vrouwen gaan gewoon weer gekleed het water in. ‘Daarom’, zegt Lotte, ‘moeten we ons erin trainen dat cultuur niet vast te pinnen is. Als je op die manier openstaat voor de ander, geeft dat veel meer mogelijkheden om je te verbinden.’

Behalve verbondenheid, speelt nog een ander aspect een rol, misschien zelfs de hoofdrol in het je al dan niet thuis kunnen voelen. Virve Beerman schrijft over het onderzoek naar de betekenis van niet-thuiszijn: ‘Niet-thuiszijn wordt vaak een gevoel genoemd, maar dat is het allerminst. Volgens Aristoteles is het niet-thuiszijn een hexis, een innerlijke staat van zijn. Of, zoals filosoof Simone Well het stelt: het thuiszijn is de meest belangrijke en miskende behoefte van de ziel. Veiligheid, deel uitmaken van een gemeenschap en vertrouwdheid met de plaats waar je woont, zijn van wezenlijk belang voor het thuisgevoel. Ontbreekt het aan een van die ingrediënten, dan is er sprake van ontheemd, ontworteld zijn. Dit overkomt de vluchteling die zijn land heeft moeten verlaten, mensen die in verschillende landen zijn geworteld en constant met een verlangen leven naar het land waar ze zich op dat moment niet bevinden, of de kosmopoliet die nooit ergens heeft kunnen wortelen en zijn leven lang kan blij-

ven dromen van een thuis. Daarom kan het heel goed zijn dat mensen, zoals Sandra Phlippen (chief economist bij ABN AMRO) onlangs in Zomergasten zei, die zich in Nederland ontheemd voelen, zich niet meer kunnen identificeren met wat er in Den Haag, in het land, gebeurt, een thuisgevoel vinden bij elkaar en een eigen wereld scheppen waarin ze zich wel herkennen. Een verschijnsel dat je vooral ziet ontstaan in tijden van onzekerheid, verwarring, angst, of dit zich nu buiten je afspeelt of in jezelf. Kenmerkend voor de overgangstijd waarin we nu zitten, maar vooral wat Nietzsche ons anderhalve eeuw geleden al voorhield: een etappe op weg naar de mens die het werkelijk aandurft oorsprong van zichzelf te zijn. Dan heb je de identificatie met de ander, de groep, niet meer nodig om je thuis te voelen, waar je ook bent.

Thuiszijn, veiligheid, heeft dus uiteindelijk te maken met de ontwikkeling van jou als mens. We leven in een periode van ingrijpende veranderingen, waar niets meer zeker is, er een limiet zit aan het boven water houden van burgers door de overheid. Waar we steeds meer op onszelf zijn aangewezen. En op elkaar. Een individualisatie die we lange tijd hebben toegejuicht: we waren steeds meer in staat onze eigen broek op te houden, hadden de gemeenschap minder nodig, werden autonome individuen en konden het ons veroorloven langere tijd niet thuis te zijn door bijvoorbeeld een sabbatical te nemen en lekker de wereld over te reizen. Daarmee tot op zekere hoogte afstand nemend van de gemeenschap waar je thuis bent. Maar daar lijkt nu een halt aan te worden toegeroepen. Je kunt dat zien als een dreiging, maar ook als een uitdaging. Want durf je te bungeejumpen in jezelf, het risico te lopen dat tegen te komen waar je echt bang voor bent, of wat Nietzsche zegt: de oorsprong van jezelf te ontdekken? En redden we dat collectief?

Kort samengevat: een stabiel gevoel van thuiszijn kun je genereren door innerlijke vrede te sluiten met jezelf. Die diepe acceptatie van jezelf maakt dat je open kunt staan voor wat je gemeenschappelijk deelt met de ander, verbinding mogelijk is en je je thuis voelt bij elkaar. Maar of we dit collectief redden… Als je luistert naar Harry Kunneman, hoogleraar politieke en sociale filosofie, dan zou het haalbaar moeten zijn. ‘Want’, zegt hij, ‘wat wij humaniteit noemen, komt bij planten en dieren allang voor. De menselijke soort gedraagt zich echter te vaak als een dikke-ik op deze planeet ten koste van planten en dieren.’ En voor wie niet direct voelt wat hij bedoelt met dikke-ik: ‘Lomp gedrag, anderen opzij duwen, alleen voor jezelf opkomen en je niet bekommeren om het lot van anderen.’ Dus terug naar de aap, zou je denken. En daar de kunst maar van afkijken. <

This article is from: