Wally weet niet wat hij is
Geschreven door Jo-An Kamp
Illustraties van Dick Rink http://www.blog.dickrink.nl
Copyright Š 2013
Hoofdstuk 1 Wally wordt wakker
Wally werd wakker. Hij zag dat het buiten al licht was. 'Hoe lang heb ik geslapen?'
Hij rekte zich uit en keek om zich heen.
Eens kijken. 'Wat zie ik daar? Is dat een kat misschien? Of een hond?'
Ah. Nu zag hij het beter. Het is een vos. 'Ik ben Victor,' zei de vos. 'Ik ben een vos. En wie ben jij?'
'Ik ben Wally. Ik ben een..., tsja, wat ben ik eigenlijk?'
Wat een raar antwoord! De vos wist zich er even geen raad mee‌
Hoofdstuk 2 Vos weet raad
'Ik heb een plan' zei de vos. 'Kom maar met me mee. Ik breng je wel naar het konijn. Misschien kan die je helpen.'
'Volg mijn staart maar‌ het bos is groot, maar ik weet de weg.'
'We zijn er bijna. Zie je die lange oren? Dat zijn duidelijk de oren van een konijn!'
'Hallo, ik ben Kato. Ik ben een konijn. En wie ben jij?'
'Ik ben Wally. Maar ik. Ik, eeeuh... ik weet niet wat ik ben.'
'Wat raar,' dacht het konijn. 'Hoe kun je nou niet weten wat je bent?'
'Volg mij maar,' zei het konijn. 'Ik breng je wel naar Oelie de uil. Die weet alles.'
Hoofdstuk 3 Uil weet alles
Daar is de uil. Sssst! Hij slaapt.
Nee hoor, hij is wakker!
'Waar kan ik je mee helpen?' zei de uil. Wally riep: 'Ik weet niet wat ik ben!'
'Oehoe, rustig aan... we komen er vast zo achter. Heb je vleugels, net als ik?'
"Nee, die heb ik niet,' zei Wally.
'En hoe zien jouw poten er uit? Heb jij veren op je poten?' Wally keek naar beneden. 'Nee, niets daarvan!'
'Dan ben je geen uil!', zei de uil tevreden. 'Maar verder weet ik het ook niet. Succes, hè!'
'Wat een uilskuiken,' dacht Wally. 'En die weet dan alles, zeggen ze. Nou, ik zoek het zelf wel uit!'
Hoofdstuk 4 Wally gaat op reis
Wally begon te lopen. De lucht werd langzaam donkerder.
Hij liep en hij liep maar. Hij werd best moe van de tocht, maar hij stapte stevig door.
Nu werd het echt donker. Wally had al een tijdje niemand meer gezien.
Hij ging zitten en dacht: 'Hoe kom ik er nu achter wat ik ben? Misschien kom ik er wel nooit achter wat ik ben.'
Hoofdstuk 5 Slak ziet meer
Een slak kwam voorbij. Hij zag Wally zitten en dacht: 'Wat zit die daar alleen?'
Hij kroop dichterbij en zei: 'Hallo, ik ben Sjakie de slak. Wie ben jij?'
'Ik ben Wally,' zei Wally. 'Maar ik weet niet wat ik ben.'
'Er moet toch iĂŠmand weten wat jij bent. Misschien weet de kip het wel.'
'Die kant moet je op, je ziet het vanzelf‌ Ze woont in een huisje, net als ik.'
Hoofdstuk 6 Kip en haar huisje
Wally liep verder. Hij zag niks. Hij zag geen huisje. En ook geen kip.
Maar wat zag hij daar? Helemaal in de verte‌?
Een huisje! De slak had dus toch gelijk.
Voor het huisje stond een kip. De kip zei: 'Hallo, ik ben Klara. Ik ben een kip. En wie ben jij?'
'Ik ben Wally! Wat een mooi huisje heb jij!'
Hoofdstuk 7 Kip heeft wel plek
'Wil je mijn huisje zien?' vroeg de kip. 'De deur staat open. Ik heb heel veel plek.'
Dat vond Wally wel een goed idee. Hij liep met de kip mee naar binnen.
'Wil je hier blijven slapen?' vroeg de kip. 'Dat lijkt me wel fijn,' zei Wally. 'Tenminste, als ik erbij pas.'
Er was plek genoeg. Wally ging op de grond liggen en de kip ging op stok.
Hoofdstuk 8 Wally kan niet slapen
Wally lag nog even wakker en zei: 'Ik weet nog steeds niet wat ik ben!'
Ik heb geen lange staart, zoals Victor de vos‌
En ook geen lange oren, zoals Kato het konijn‌
Ik heb geen vleugels, zoals Oelie de uil‌
En ik heb geen huisje op mijn rug, zoals Sjakie de slak‌
En ik slaap ook niet op een stok, zoals Klara de kip‌
'Dat maakt toch niets uit,' zei de kip. 'Jij bent toch gewoon jezelf?'
Hoofdstuk 9 Wally is‌
'Dรกt is het! Ik ben gewoon MEZELF,' riep Wally blij.
Wally glimlachte en zei: 'Welterusten, kip!' En de kip zei: 'Welterusten... JIJ!'