Mare, jaargang 35, nr. 13

Page 1

8 december 2011 35ste Jaargang • nr. 13

‘Op mijn achtste was ik al verkocht’ Pagina 11

Studente schrijft een boek over verdwenen tante. ‘Je bent nergens zeker van’

Simon Schama draaft door: ‘Die Nederlandse historici zijn lafaards’

Schrijver Christiaan Weijts, onze man in ‘de laatste enclave van de vrije geest’

Pagina 3

Pagina 7

Pagina 9

Je krijgt hem steeds later Waarom zijn winnaars van de Nobelprijs veel ouder dan vroeger? Zaterdag worden in Zweden de Nobelprijzen uitgereikt. Maar waarom worden bekroonde wetenschappers steeds ouder? ‘Een jonge Einstein wordt nu afgeremd, want met iets echt origineels haal je geen citaties binnen.’ DOOR BART BRAUN Er zijn duizenden redenen om naar de universiteit te komen, maar als je blijft, is dat omdat je de wetenschap in wil. En dan is de Nobelprijs het hoogst haalbare. Er zijn andere prijzen, er zijn zelfs prijzen waarmee meer geld is gemoeid, maar er kan maar één prijs de echte zijn. Om een Nobelprijs te winnen, moet je iets bijzonders ontdekken. Het vooroordeel bestaat dat je daar jong voor moet zijn. Jonge honden-mentaliteit, de wetenschapper als rockster, dat idee. Albert Einstein zei dat iemand die voor zijn dertigste geen grote bijdrage aan de wetenschap heeft geleverd, dat ook nooit meer zal doen. Goed nieuws voor de dertigplussers: er is nogal wat veranderd. In een recent artikel in het wetenschapsblad PNAS beschrijven twee Amerikaanse economen de gemiddelde leeftijd van Nobelprijswinnaars. Die stijgt. Al jaren. Om te beginnen stijgt de leeftijd waarop mensen de prijs krijgen. Vroeger werd de Nobelprijs uitgereikt aan mensen die grote doorbraken hadden gedaan, tegenwoordig laat het comité een ontdekking even rijpen om te zien of het wel echt een doorbraak is. Dan Shechtman, die dit jaar de Nobelprijs voor de scheikunde won, deed zijn ontdekking 29 jaar geleden. Steeds vaker staan er tachtigers op het Zweedse podium. Er is echter nog iets anders aan de hand, wat belangrijker is: de leeftijd waarop mensen hem inkoppen stijgt

ook. Voor 1905 was een vijfde van de prijswinnaars jonger dan dertig toen hij – Marie Curie was in 1911 de eerste vrouwelijke Nobelprijswinnaar – zijn grote ontdekking deed. Dat zou de honderd jaar erop dalen naar iets

waarop iemand een Nobelprijswinnende ontdekking doet, is opgeschoven met zevenenhalf jaar (geneeskunde) tot dertienenhalf (natuurkunde). De gemiddelde recente winnaar deed zijn ont-

boven de nul procent. In de scheikunde nam in die periode het percentage af van mensen die hun doorbraak voor hun veertigste deed van 66 procent naar nul. De gemiddelde leeftijd

dekking op zijn 48e. Einstein had het mis. De wiskunde lijkt overigens een uitzondering te zijn: mathematici winnen hun Fields Medal zelden na hun veertigste. ‘Je moet veel in je werk-

Gezocht: studenten met de bof

Bezuinigingen toch met de kaasschaaf

Farmacologie wordt definitief opgeheven

In totaal 11 miljoen nodig voor Usis

Het RIVM start een onderzoek. ‘Als mensen die niet ziek zijn wel de bof kunnen verspreiden, kan dat grote gevolgen hebben.’

De 15 miljoen die de universiteit wil bezuinigen, zal in tegenstelling tot eerdere afspraken toch worden ‘gekaasschaafd. De decanen wilden niets schrappen.

Het doek is gevallen voor medische farmacologie. Medewerkers moeten hun kantoor verlaten. Er zijn nog wel zorgen over de begeleiding van aio’s.

Het administratiesysteem was aanvankelijk begroot op 4,6 miljoen euro. Nu blijkt er elf miljoen euro nodig te zijn. ‘Een schandalige overschrijding.’

Pagina 3

Pagina 4

Pagina 5

Pagina 5

geheugen hebben voor wiskunde, en dat lukt moeilijker als je ouder wordt’, verzucht theoretisch natuurkundige prof.dr. Jan Zaanen. ‘Bij Nobelprijzen in mijn vakgebied zie je vaak een symbiose tussen een jonge wiskundige, en een oudere rot die de vergezichten in de gaten houdt.’ Als verklaring voor de stijgende leeftijd dienen zich twee verklaringen aan. 1. Het laaghangend fruit raakt op. 2. Wetenschappers krijgen pas later de kans krijgen om hun genialiteit te uiten. Henry van ’t Hoff, de Nederlandse chemicus die ontdekte dat er zowel linksdraaiende als rechtsdraaiende moleculen bestaan, publiceerde zijn ontdekking op zijn tweeëntwintigste. James Watson was 25 toen hij samen met Francis Crick de structuur van DNA in kaart bracht. Natuurkundige Werner Heisenberg ontdekte zijn matrixvergelijkingen op zijn 23e, en zijn onzekerheidsprincipe twee jaar later. Zijn collega’s Pauli en Dirac waren 25 en 26 toen ze hun doorbraken deden. Einstein beleefde zijn annus mirabilis, waarin hij met vier publicaties de natuurkunde op zijn kop zette, in het jaar dat hij 26 werd. Briljante natuurkundigen die anno 2012 de Nobelprijs willen winnen, moeten zich eerst nog het werk van Einstein, Heisenberg, Pauli en Dirac eigenmaken voor ze zelf wat nieuws kunnen ontdekken. Wetenschappers staan op de schouders van reuzen, en moeten dus steeds langer klimmen om bovenaan de menselijke piramide te komen. ‘Ik durf de stelling wel aan dat het tegenwoordig moeilijker is om een Nobelprijs te winnen dan in hun tijd’, aldus Zaanen. ‘Toen de quantummechanica net ontdekt was, spoot alles naar voren. Of er ooit weer zo’n periode komt? Ik hoop het wel, het zou mooi zijn.’ > Verder lezen op pagina 4

Bandirah Pagina 12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.