6 oktober 2011 35ste Jaargang • nr. 5
‘Het komt hier op neer: ik haat cabaret’ Pagina 11
Universiteitsraad krijgt eerste vrouwelijke voorzitter in 15 jaar
Google Maps van Leidse literatuur uit de 19e-eeuw
Bedreigde student: ‘In Iran krijg ik de doodstraf’
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 9
Angst mag Psycholoog leert bange passagiers omgaan met stress Drie miljoen Nederlanders hebben last van vliegangst. Mare volgde een trainingsessie bij de Leidse Stichting Valk. ‘Hou je ogen open!’ Mededeling voor alle passagiers van de Boeing 747: ‘Als je claustrofobisch bent, en denkt: “Ik moet nu weg”, de deur is net dicht gedaan.’ Het is donker en benauwd in de kleine cabin crew resting area. ‘Hoe is het nu met je?’, vraagt psycholoog en vliegangsttherapeut Lucas van Gerwen aan een Ierse jongen met claustrofobie. Het gaat wel, antwoordt die. Van Gerwen: ‘Iedereen die dit eng vindt, blijft. De rest kan gaan.’ Acht mensen met vliegangst zitten in het vliegtuig in een hangar op Schiphol-Oost. Van Gerwen, zelf ook piloot, begeleidt ze samen met KLM-piloot Thijs Cappon tijdens een tweedaagse vliegangsttraining van Stichting Valk, een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, KLM en Schiphol. ‘Het valt me op dat iedereen heel voorzichtig door het vliegtuig loopt’, zegt Van Gerwen. Samen met Cappon springt hij omhoog. Met een klap landen ze op de vloer. ‘We vervoeren olifanten’, luidt de geruststelling. ‘Jullie hoeven niet voorzichtig te lopen.’ Het is typerend gedrag van mensen met vliegangst, vertelt de psycholoog. ‘Ze gaan vaak niet naar het toilet, omdat ze denken dat hun gewicht het vliegtuig uit evenwicht kan brengen. Als je ze iets vraagt, reageren ze kortaf. Ze hebben het idee dat ze zich moeten concentreren, anders gaat het mis. Ze trekken zich helemaal terug in hun cocon.’ Zo’n drie miljoen volwassen mensen in Nederland hebben last van vliegangst. Dat varieert van niet meer durven vliegen tot je onderweg absoluut niet comfortabel voelen. Stichting Valk, waarvan Van Ger-
wen directeur is, bestaat al 21 jaar en helpt zo’n 600 mensen per jaar. Vliegangst is een kapstok voor andere problemen, zoals claustrofobie, hoogtevrees, sociale angst of controledrang, zegt hij. ‘Kinderen van onder de zes jaar hebben geen vliegangst. Bij de meeste mensen ontstaat het tussen hun vijfentwintigste en vijftigste levensjaar. Het is een bedachte angst, die vaak ontstaat nadat mensen een lange tijd onder grote druk hebben gestaan. Je bedenkt dat je in gevaar bent, terwijl vliegen een veilige manier van transport is.’ Slechts 9 procent van de deelnemers heeft nog nooit gevlogen. Bij Joke Verspaget was de laatste keer acht jaar geleden. Ze is bang voor de plotselinge bewegingen, zegt ze. Maar ze wil graag met vriendinnen mee op reis. ‘Als ze voorstelden een tripje naar Nice te maken, dan zei ik: “We kunnen ook gewoon naar Twente gaan.”’ ‘Ik heb al dertig keer gevlogen, maar ben altijd angstig geweest’, zegt deelneemster Femke. Ze is vooral bang om neer te storten. ‘Dat we dood gaan, op die afschuwelijke manier zoals je in films ziet.’ Maar ze vertrekt binnenkort naar Australië. ‘Ik heb daar iemand ontmoet. Tijdens de laatste vlucht heb ik geen oog dichtgedaan en kreeg ik paniekaanvallen. Dan ben je na 24 uur helemaal kapot. Maar ik wil mijn moeder blijven zien.’ Van Gerwen noemt vliegangst om dit soort redenen geen luxeprobleem. ‘Het kan veel sociale consequenties hebben.’ Maar kun je dan niet gewoon een paar borrels of pillen nemen? ‘Dan overwin je vliegangst nooit. Je leert je af jezelf onder controle te houden. Terwijl uit ons onderzoek blijkt dat je met een zelfhulpboek al effect kunt bereiken.’ De stichting zegt 98 procent van de deelnemers van hun angst af te helpen. Mensen met milde klachten hebben soms genoeg aan alleen een
DOOR DIRK-JAN ZOM
Foto’s Taco van der Eb
Leiden onderaan in lijst topsalarissen
Studenten geen idee van studieschuld
Obligatieproject is mislukt
Steun voor harde aanpak studiefraude
De beste verdiener in onderwijsland is een Wageningse bestuurder die meer dan drie en een halve ton verdient. De Leidse rector staat op plaats 48.
Meer dan de helft van de studenten weet niet hoe hoog hun studieschuld is. Dat blijkt uit een onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg .
Het is niet gelukt om voldoende inschrijvers te krijgen voor universitaire obligaties. Wat het project gekost heeft, wil de universiteit niet zeggen.
Een wetsvoorstel van staatssecretaris Halbe Zijlstra om studiebeursfraude harder aan te pakken, krijgt brede steun in de Tweede Kamer.
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
Pagina 4
individuele sessie. Verder is er een eendaagse en tweedaagse cursus, voor 650 euro en 960 euro. Deelnemers krijgen eerst van de piloot uitleg over opstijgen, landen, aerodynamica en turbulentie. Daarna volgt een stressmanagementtraining, waarin ze leren wat de emotie angst is. Van Gerwen: ‘Daarna gaan we langzaam met ze trainen, door ze aan situaties waarvoor ze bang zijn bloot te stellen.’ Bijvoorbeeld in een simulator van de KLM. De deelnemers zitten in de vliegtuigstoelen. ‘De deur gaat dicht, dus je zit nu opgesloten’, zegt Van Gerwen tegen de Ierse jongen. ‘Hoe lang gaat het duren?’ vraagt iemand. Van Gerwen: ‘Wat maakt het uit? Tweeduizend uur.’ ‘Serveren jullie ook drankjes?’ vraagt iemand anders. Voor het eerst wordt er gelachen. Terwijl het vliegtuig start, klinken de veiligheidsprocedures door de intercom. Cappon: ‘We zijn los van de gate. Nu start de tweede motor.’ Van Gerwen: ‘Hou je ogen open!’ Gezichten staan gespannen, een Engelse vrouw begint te huilen. Even later hangt de simulator scheef. ‘We vliegen’, roept Cappon. Het is volledig stil in de simulator. Volgende waarschuwing: er komt turbulentie aan. Plotseling schudt het toestel hard op en neer, de passagiers schrikken. Er volgt nog een golf van schokken. Als de turbulentie stopt, wordt de landing ingezet. De wielen raken de grond, mensen halen opgelucht adem. De simulatie heeft 13 minuten geduurd. ‘Wat vonden jullie het moeilijkst?’, vraagt Van Gerwen. Hij deelt de groep in tweeën: problemen met opstijgen en problemen met turbulentie. Een vrouw die het binnenkomen eng vindt, moet dit nog een aantal keer doen. Met tranen in haar ogen loopt ze de simulator binnen. > Verder lezen op pagina 6
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 6 oktober 2011 Geen commentaar
‘ Beste rijke stinkerd…’ In Amerika is het heel gebruikelijk dat rijke mensen geld geven aan universiteiten. Het liefst natuurlijk aan hun Alma Mater, of aan de universiteit die het dichtste in de buurt zit. In Nederland werkt dat niet zo. Hier vernoemen we onze bibliotheken en gebouwen naar grote wetenschappers, niet naar grote geldschieters. De makkelijkste verklaring is dat rijke mensen hier veel meer belasting betalen dan daar, maar het is niet de enige verklaring. Instellingen die deels van overheidsgeld onderzoek doen, vinden geen mecenassen. Profvoetbalclubs – en ook die krijgen in Nederland vrijwel zonder uitzondering belastingcenten toebedeeld – lukt het wel. De universiteiten doen domweg iets verkeerd. Maar wat dan? Universiteiten doen hard hun best om daar achter te komen. Van de regering hoeven ze, al het geblaat over de kenniseconomie ten spijt, niet al te veel te verwachten. Een jaar zonder extra bezuinigingen zou al een meevaller zijn. Het was dan ook een ronduit prijzenswaardig idee dat de Universiteit Leiden probeerde of er niet een manier was om de financiële banden met de alumni aan te halen. Dat moet je subtiel doen. Een brief beginnen met: ‘Beste rijke stinkerd. Betaal een nieuw sportcentrum, want het huidige valt langzaam uit elkaar’ – dat werkt niet. Het werden obligaties. Slim plan: de universiteit bestaat nog wel even, en zal haar leningen ook over een paar decennia nog kunnen afbetalen: de rijke mensen hoeven dus geen geld te geven, alleen maar uit te lenen. Het college van bestuur kan voordelig lenen bij de alumni, de alumni kunnen profiteren van belastingvoordeeltjes omdat de universiteit het geld gebruikt om monumentale panden te onderhouden. En nauwe banden met rijke en machtige alumni zijn ook handig als die niet meteen nieuwe sportcentra aanleggen. Helaas, het mocht niet zo zijn. Eerst waren er problemen met de lancering, omdat de Autoriteit Financiële Markten dwars lag. In de tussentijd werd de economische crisis er niet beter op, en stortte met name de Europese obligatiemarkt in. Ook bleken er minder geldgeverige alumni te zijn dan de universiteit had gehoopt. Jammer. Maar niet zonde van het geld. De wetenschappers aan deze universiteit doen ook de hele tijd experimenten waar niet uitkomt wat ze hadden gehoopt. Daar leren ze van. In dit geval kunnen we leren dat obligatie-uitgiftes niet de beste manier zijn om alumni bij de universiteit te betrekken. Hoe moet het dan wel? Amerikaanse universiteiten en Nederlandse voetbalclubs hebben met elkaar gemeen dat ze een sterk gemeenschapsgevoel stimuleren. Studenten en supporters dragen hun gang colours vol trots. Wat zorgt er voor het gemeenschapsgevoel bij die studenten? De universitaire sportteams lijken een grote rol te spelen. Misschien is het een idee om de alumni te vragen of ze wat in de pot willen gooien. Niet voor de voetbalvelden, maar voor het voetbalteam. Al is het maar als experiment. DOOR BART BRAUN
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Harmke Berghuis redactie@mare.leidenuniv.nl Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Dirk-Jan Zom D.Zom@mare.leidenuniv.nl
Medewerkers
David van Bodegom • Rivke Jaffe • Cynthia Kroet Petra Meijer • DM Sanders • Benjamin Sprecher Secretariaat Harmke Berghuis Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.P. Abrahams (voorzitter) • prof. dr. J. van den Broek • I. Bronstring • A. Brouwer • drs. J.C.M. Damen • prof. dr. A.J.W. van der Does • B. van der Donk • J. Egberts • dr. H. Heestermans • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • mr. F.E. Jensma • prof. dr. J.C. de Jong • D. van der Klugt • A. Liemburg• dr. D.J.W. Meijer • R. Nieuwenkamp • drs. R. Rijghard Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door € 35,- over te maken op bankrekening 53.82.81.693 ten name van Universiteit Leiden inzake Mare. Studenten betalen € 25,-. Zij maken dit bedrag over op bovenstaand bankrekeningnummer onder vermelding van hun studentnummer. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Column
Waarom niet gewoon toegeven? Slavernij staat weer volop in de belangstelling, aldus Mare vorige week. Drie Leidse wetenschappers kwamen aan het woord om hun licht te schijnen op het slavernijverleden. Volgens de hoogleraren Piet Emmer en Gert Oostindie is de ophef rond de Gouden Koets misplaatst, want toen de Gouden Koets in 1898 werd geproduceerd was de slavernij al afgeschaft. Dat klopt, 1898 is 35 jaar na de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse Caraïben in 1863; in Nederlands Indië werd de slavernij in 1859 afgeschaft. De halfontblote zwarte mannen en vrouwen die op het zijpaneel “Hulde der Koloniën” staan geschilderd zijn dus geen slaven. Maar als de gepensioneerde professor Emmer stelt dat de Gouden Koets en slavernij niets met elkaar te maken hebben, is dat ook onzin. De Surinamers of Curaçaoenaars die eind 19e eeuw op dat paneel werden afgebeeld, waren hoogstwaarschijnlijk zelf als slaaf geboren. Of anders waren hun ouders dat wel. Emmer staat bekend om zijn voorliefde voor provocerende opmerkingen. Hij roept al jaren in verschillende media dat de Nederlandse slaven het helemaal niet zo erg hadden, ze hadden immers genoeg te eten en bovendien waren ze veel geld waard dus de slaveneigenaren moesten ze wel goed verzorgen. Ik vind het zelf nogal bizar om te impliceren dat het niet erg is om een mens als een verhandelbaar product te behandelen, als je hem of haar maar genoeg eten geeft. Als ze het zo goed hadden, waarom wilden ze dan toch vrij zijn? Ah, volgens Emmer werkten de slaven zelf mee aan hun eigen onderdrukking. Lomp, maar we zijn niet echt anders van hem gewend. Jammer is dat de uitspraken van Gert Oostindie
en Lotte Pelckmans ook een soort goedprating van het Nederlands slavernijverleden suggereren. Alsof dit Nederlandse verleden minder erg is omdat er ook zwarte slaveneigenaren waren, of omdat men in Afrikaanse landen nog minder praat over hun eigen rol in de slavenhandel. Misschien dat je, als je jarenlang onderzoek doet naar dit onderwerp, de behoefte voelt om het te relativeren. Of misschien zijn hun antwoorden in een andere context geplaatst door de journalist – ik snap ook niet helemaal waarom die het nodig vond om te vragen naar de positieve kanten van de slavernij. Ook onder de nazi’s werden er prachtige wegen gebouwd, en bloeide de chemische industrie op. Dus? Waarom willen we als Nederlanders zo graag de lelijke kanten van ons koloniale verleden verzwijgen, ontkennen of bagatelliseren? Het was heus niet zo erg als men zegt! Of als het wel erg was, moet je weten dat andere landen ook erg waren, waarschijnlijk nog erger! En de slachtoffers waren soms ook daders! Waarom kunnen we niet gewoon toegeven dat het wél erg was, dat de erfenis van dat koloniale verleden in de 21e eeuw nog steeds doorspeelt, en daar wat aan proberen te doen? Omgaan met ons slavernij- en koloniale verleden houdt ook in dat je erkent dat dat verleden de bron is van veel stereotypen, vooroordelen en vormen van discriminatie die nog steeds leven. Op straat, in de media, ook op de universiteit. In het politieke klimaat van 2011 is dit geen populaire boodschap, maar is daar niet juist een rol weggelegd voor kritische, onafhankelijke wetenschappers? Rivke Jaffe
Universitair docent culturele antropologie
6 oktober 2011 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Jasmijn Mioch: ‘Vertrouwen is goed tot er een conflict ontstaat.’ Foto Marc de Haan
Nog te veel langs elkaar heen Na 15 jaar weer een vrouw als raadsvoorzitter Meer samenwerking tussen de faculteiten en meer studenten naar de stembus. Maak kennis met Jasmijn Mioch, de nieuwe universiteitsraadsvoorzitter.Tevens vergadertijger en thrillerrecensent. Op de vensterbank van haar werkkamer in het bestuursgebouw staat een welkomstboeketje bloemen. Van de rector. Die houdt kantoor een verdieping onder Jasmijn Mioch (25), de kersverse universiteitsraadsvoorzitter. Kan ze zo maar bij hem binnenwandelen met een vraagje? ‘Ik heb een keer in de DOOR THOMAS BLONDEAU
twee weken overleg met hem. En een vraag kan ik altijd neerleggen bij het secretariaat.’ Vousvoyeert ze hem? ‘Ja, natuurlijk.’ Binnenkort studeert Mioch af op haar tweede master. Journalistiek deze keer, daarvoor haalde ze al de mastertitel politicologie binnen. Afgelopen twee jaar zetelde ze in de raad als fractievoorzitter van studentenpartij Bewust en Progressief (BeP). Stopt u wel eens de stekker van uw laptop in die handige extra stopcontacten in het Lipsius? Het is een van de verwezenlijkingen van Mioch en de haren. Evenals het behouden van Latijn op de bul. Twee van de meer zichtbare dossiers want ook meer ab-
stracte thema’s zoals personeelsbeleid of infrastructurele vraagstukken kwamen op haar vergadertafel terecht. Een plek die ze komende tijd wel vaker zal zien. Universiteitsraadsvoorzitter ben je drie dagen in de week, maar volgende week heeft ze negen vergaderingen in haar agenda staan. Zal haar getrainde zitvlees haar voorzitterstijl beïnvloeden? ‘Ach, ik heb niets tegen retorische hoogstandjes. Die heb ik vaak genoeg voorbij horen komen. Maar aan het eind van de vergadering moet er wel iets op tafel liggen.’ Het is vijftien jaar geleden dat een vrouw deze functie bekleedde. Mioch heeft het getal meteen paraat omdat
ze zich verdiept heeft in de raad naar aanleiding van het veertigjarig bestaan. ‘Dat wordt in november gevierd met de oud-leden.’ De eerste raad stamt dus uit 1971. Een meer geëngageerde tijd waarin de raad nog moties aannam over het lot van burgers in Zuid-Amerika. Misschien wat hoogdravend of naïef, maar mist Mioch die bevlogenheid nu niet wat? De raadsverkiezingen weten slechts een vijfde van de stemgerechtigden naar de bus te trekken. ‘Ik weet niet of het betere tijden waren. Buitenlandse staatszaken liggen nou niet echt in het verlengde van een universitair medezeggingsorgaan.’ En aan die opkomstcijfers gaat Mioch wat doen. Zo wordt een debattenreeks op studentenverenigingen georganiseerd rond thema’s waar de medezeggenschap van belang is. Ook wil ze de samenwerking met de faculteiten versterken. ‘Soms gebeurt er te veel langs elkaar heen. En het is van belang dat ook de faculteitsraad onafhankelijk kan functioneren. Vertrouwelijk overleg is prima maar als ik hoor dat de raadsleden van de faculteit Archeologie altijd op de kamer van de decaan vergaderen, dan denk ik tja… Vertrouwen is goed tot er een conflict ontstaat.’ Zou de getaande belangstelling voor de universitaire politiek te maken hebben met de slagkracht van de raad? Hoe veel kan die eigenlijk zelf bepalen tussen de bezuinigingsoekazes van Den Haag en de dictaten van het college van bestuur? Ze pareert met een concreet voorbeeld: ‘Het is de bedoeling dat de faculteit Archeologie onderdeel wordt van Sociale Wetenschappen. Als de raad garanties wil hebben over opslagruimte voor archeologische materialen en die ontbreken, dan gaat de fusie niet door.’ Naast bestuur zijn het de kunsten die Mioch intrigeren. Zo recenseert ze nog steeds thrillers voor haar voormalige stageplek Vrij Nederland. De twijfelachtige toekomst van het LAKtheater gaat haar dan ook aan het hart. ‘Ik was lid van de adviesraad van het theater. Het is heel spijtig, maar een universiteit moet zich tegenwoordig toeleggen op onderzoek en onderwijs. Ik ben blij dat de gemeente nu te hulp is geschoten, maar het blijft afwachten.’
Impact Elke Euro die de overheid investeert in Leids onderzoek, levert er vier op. Tenminste, volgens een rapport van het Schotse consultancy-bureau BiGGAR. BiGGAR-directeur Graeme Blackett, de totale economische impact van het onderzoek van de Universiteit Leiden en het LUMC stelt u op 1,2 miljard euro. Waar komt dat bedrag vandaan? ‘Er zijn allerlei verschillende manieren waarop die twee de economie beïnvloeden. De allereerste is dat ze mensen werk geven en goederen kopen. Die werknemers geven vervolgens ook weer hun salaris uit, en –’ Maar dat is toch belastinggeld? U telt dat nu als winst, maar moet het geen verliespost zijn? ‘Ik zou niet zeggen dat we het als winst berekenen. Er zijn kosten aan verbonden, en die nemen we mee, maar het is wel legitiem om het mee te nemen, omdat je het dan kan vergelijken met andere bestedingen van overheidsgeld.’ Maar als al die medewerkers van dit geld alleen hun Facebook-status verversen, is die impact nog steeds 711 miljoen euro. ‘Ja, zo zou je het kunnen zeggen. Maar dan zouden al die andere invloeden niet plaats vinden. Als er de universiteit en LUMC niet bestonden, was er ook geen BioSciencePark, bijvoorbeeld. Leiden is daar heel succesvol mee geweest, en dat succes heeft verschillende oorzaken. De aanwezigheid van de onderzoekers was daar belangrijk bij.’
Frutti di Mare
De kick van vijf uur lang codes kraken ‘Moet het geen p1 zijn? Dit is deelbaar door twee, dus dit is goed. Twee, vier, een; dat is het.’ Het is warm in de computerruimte in universiteitsgebouw Snellius. De zon staat er vol op. De enige twee kleine raampjes van het lokaal zijn opengezet om de deelnemers aan het Leids Kampioenschap Programmeren wat verkoeling te geven. Terwijl het overgrote deel van de stad Leidens ontzet viert, besteden studenten van Wiskunde en Natuurwetenschappen hun vrije dag aan het kraken van computeropdrachten. Ook leuk. Dit kampioenschap is een voorronde voor de BACP, Benelux Algorithm Programming Contest. Dit kampioenschap is een voorronde voor de BACP, Benelux Algorithm Programming Contest. Tien opdrachten krijgen de studenten op papier uitgereikt. Codes als N = sc.nextInt() en int maxD = Math.min(k, (i - j)/2) vliegen je om de oren. Voor leken onbegrijpelijke taal, maar voor de deelnemers vertrouwd terrein. De oplossingen moeten ze zelf in een programmeertaal zoals Java op de computer invoeren. Die geeft gelijk aan of het gegeven antwoord goed is of fout. De twee beste teams mogen door. De Leidse voorronde wordt georganiseerd door studievereniging De Leidsche Flesch. ‘Bijna alle universiteiten in Nederland met een bètafaculteit doen mee. DOOR LAURA KROET
Zij organiseren dus vandaag ook precies zo’n kampioenschap’, zegt preses Pim Overgaauw. ‘Iedereen die het leuk vindt, kan meedoen. In teams van drie moeten ze binnen vijf uur zoveel mogelijk opgaven oplossen.’ En die tijd is wel nodig; alle deelnemers zijn non-stop bezig en hebben nergens anders meer oog voor. Hoe moeilijk dat is, blijkt ook uit het live scorebord dat jurylid Thomas Beuman laat zien. Een overzicht van vakjes per team: wit voor nog niet opgeloste opdrachten, groen voor goede antwoorden en rood voor de fouten. Met nog ruim een uur op de klok, is er nog veel wit. ‘De teams kunnen dit overzicht zelf ook zien’, legt Thomas uit. ‘Bijna iedereen gaat daardoor met dezelfde opgaven aan de slag. Als het anderen lukt, is dat een teken dat die wel te doen zijn.’ Thomas is zelf oud-deelnemer en heeft dit jaar samen met anderen de wedstrijd in elkaar gezet. ‘Als jurylid is het leuk om te zien dat de deelnemers in de valkuilen trappen die we als jury hebben bedacht.’ Als dan rond half zes de verlossende woorden. ‘De tijd is om’, klinken, overheerst er opluchting bij de deelnemers. Erik Massop, student wiskunde, die samen met Raymond van Bommel het team ‘Geen Commentaar’ vormt, is tevreden. ‘We hebben er zeven goed. De taken
waren goed verdeeld. Bij het doorlezen van de opdrachten, zie ik al dingen waar Raymond beter in is.’ Even later blijkt dat zeven goede antwoorden genoeg is voor de winst. Overtuigd van een overwinning bij het Beneluxkampioenschap is Raymond niet: ‘We maken een kans
ja, maar of we zullen winnen? Er zijn teams die beter zijn.’ Samen met ‘Syntax Error’ dat op de tweede plaats eindigde, mogen ze over twee weken in Eindhoven de eer gaan verdedigen. Buiten gaat de bar open bij het Snellius-gebouw. Er wordt geproost met bier. En sinas.
U heeft het rapport opgesteld voor LURIS, de tak van de universiteit die ervoor moet zorgen dat nuttige ontdekkingen uiteindelijk geld opleveren. Hoe doen we het op dat vlak? ‘Er is de afgelopen jaren grote vooruitgang geboekt met de valorisatie van onderzoek. De resultaten per bestede euro zijn vergelijkbaar met Amerikaanse topuniversiteiten. Leiden is er relatief laat mee begonnen, en er is nog wel een kloof met Angelsaksische landen, dus ik verwacht dat de technology transfer nog verder zal groeien.’ Als ik uw rapport goed begrijp, is die verwachte groei zelfs zo sterk dat de bijdrage in geld en banen zal groeien, zelfs als er bezuinigd wordt op onderzoek? ‘Zolang het geen al te grote bezuinigingen zijn, uiteraard. En aannemende dat de valorisatie inderdaad verder verbetert.’
Foto Marc de Haan
Waar valt er nog meer iets te winnen? ‘Ik had niet gerekend op het verband tussen de universiteit en de toerismeindustrie. Bezoeken en congressen leveren Nederlandse musea en horeca zo’n tien miljoen euro op. Waarschijnlijk kan er op dit vlak meer gedaan worden, bijvoorbeeld door meer bijeenkomsten te organiseren in Leiden.’ BB
4 Mare · 6 oktober 2011 Nieuws
Jeugdrecht De door de faculteit Rechten gewenste master jeugdrecht is een stap dichterbij gekomen. De commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, die moet vaststellen of een nieuwe studie voldoende toevoegt aan het landelijke aanbod, heeft de nieuwe master goedgekeurd. Het positieve advies is een meevaller. De commissie blonk tot nu toe voornamelijk uit in het afwijzen van voorstellen van nieuwe opleidingen. Zo werd international business law niet goedgekeurd. De faculteit werd zo gedwongen deze opleiding dan maar als afstudeervariant aan te bieden binnen rechtsgeleerdheid. De faculteit wil in september 2012 beginnen met de nieuwe master maar eerst moet de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie deze nog goedkeuren. Als de opleiding er komt, heeft Leiden de primeur. Jeugdrecht wordt nu nog alleen her en der als keuzevak gegeven.
Blackboard Het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen wil het gebruik van Blackboard onder docenten stimuleren. Uit een rapportage van een tussentijds bezoek van de visitatiecommissie is gebleken dat het soms te beperkt wordt gebruikt. Het bestuur wil het gebruik van digitale middelen in onderwijs in functioneringsgesprekken en via gesprekken met opleidingsdirecteuren aan de orde stellen. Bestuurslid Jolanda Riel stelde in de vergadering: ‘We bieden cursussen aan, maar als blijkt dat er welgeteld twee docenten hierop afkomen en uit deze rapportage blijkt dat Blackboard niet gebruikt wordt of de pagina’s achterhaald zijn, dan vinden wij dat niet kunnen.’ Vicedecaan Willem Drees: ‘We willen dat in de jaarlijkse gesprekken niet alleen onderzoek, maar ook het onderwijs besproken wordt. Daar hoort ook Blackboard bij. We vragen natuurlijk wel meer van docenten, dus het is logisch als ze een keuze maken. Maar we willen niet dat het een ondergeschoven kindje wordt.’
Opleidingen Rechten in orde Visitatiecommissie: ‘Goed rendement in Leiden’ De faculteit Rechten heeft haar onderwijs goed op orde. Dat blijkt uit een visitatierapport van kwaliteitsbeoordelaar Qanu. De master- en bacheloropleidingen rechtsgeleerdheid en fiscaal- en notarieel recht scoorden allen minstens een voldoende volgens een onafhankelijke onderzoekscommissie. ‘Op een aantal punten krijgen we zelfs het stempel “goed”,’zei Pauline Schuyt, de portefeuillehouder onderwijs van het rechtenbestuur tijdens de faculteitsvergadering van vorige week. ‘En daar zijn we blij mee, zeker in aanmerking nemende dat dit soort commissies niet snel een compliment geeft.’ Een opleiding DOOR VINCENT BONGERS
die in orde is, krijgt meestal het predicaat “adequaat”. De commissie beoordeelt niet alleen de kwaliteit van het onderwijs. Maar bekijkt ook of de faculteit er in slaagt recent wetenschappelijk onderzoek toe te passen in colleges. Dat lukt vooral goed in het masteronderwijs, aldus de commissie. Die onder de indruk is van het niveau. De Qanu is ook tevreden over het LLP. Het begeleidingssysteem voor bachelors dat sinds 2007 bij rechten draait. De eerstejaars volgen verplicht een tutoraat, hebben vaste en verplichte werkgroepen en mogen alleen onder voorwaarden tentamens herkansen. ‘Veel faculteiten hebben problemen om de rendementscijfers te halen; hier in Leiden lukt het.’
Kritische kanttekeningen zijn er ook in het rapport. Zo ontbreekt bij de opleidingen notarieel en fiscaal recht de bachelorscriptie. ‘De vervangende werkstukken zijn te licht om de punten die ervoor staan te rechtvaardigen, aldus de commissie. De commissie raadt de opleidingen aan een ‘volwaardige bachelorscriptie in te voeren.’ Het positieve visitatierapport wil overigens niet betekenen dat alle opleidingen van de faculteit automatisch ook door de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) geaccrediteerd worden. ‘Vroeger was dit wel zo’, zei Schuyt. ‘Maar de NVAO heeft laten weten dat er nog aanvullende vragen gesteld kunnen worden.’ De faculteit verwacht echter geen problemen.
Prijs Dr. Sergio Iopollo van de Leidse Sterrewacht heeft de Dick Stufkensprijs gewonnen. Hij kreeg de prijs voor zijn proefschrift over scheikunde in de ruimte. In het laboratorium probererde Iopollo zo goed mogelijk de extreme omstandigheden van het heelal na te bootsen. Daarin ontstaan uiteindelijk allerlei verschillende moleculen, die de bouwstenen zouden kunnen worden van leven. De Dick Stufkensprijs wordt jaarlijks uitgereikt door de Holland Research School of Molecular Chemistry, een Amsterdams-Leidse onderzoeksschool. De prijs bestaat uit duizend euro en een oorkonde.
De universiteit verwacht 2011 af te sluiten met een positief resultaat van twintig miljoen euro. Dat blijkt uit de tweede bestuurlijke financiële rapportage van het college van bestuur. Ten opzichte van de begroting voor 2011 is dat een plus van iets meer dan een miljoen. De universiteit kreeg iets meer geld dan ingeschat vanuit Den Haag. Het ministerie betaalde een miljoen meer dan ingeschat om de loonkosten van de universiteit te compenseren. In totaal gaf de universiteit ook minder geld uit aan personeelslasten. Ook kreeg de universiteit zes ton vergoeding voor een grotere aanwas van studenten. De universiteit slaagde er verder in om meer geld van subsidieverstrekker NWO binnen te halen. Ook kwam er meer geld uit Brussel. Het doorschuiven van de verkoop van de Van der Klaauwtoren en de grond waar het Clusius op staat, levert wel een min van 8,5 miljoen euro op ten opzichte van de begroting. De universiteit heeft ook meer geld in kas. Vroeger was het een zorgenkindje maar de liquide middelen zijn gestegen naar bijna vijftig miljoen. Dat is 15 miljoen hoger dan in de begroting was verwacht. VB
Veel studenten hebben geen idee van studieschuld Meer dan de helft van de studenten weet niet hoe hoog hun studieschuld is. Dat blijkt uit een onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). De organisatie informeerde naar het leengedrag van 3000 studenten.
Adoptie Leidse Fles Studievereniging De Leidsche Flesch heeft een museumstuk van Museum Boerhaave geadopteerd om het in geldnood verkerende museum te steunen. Voor 1.000 euro werd een Leidse Fles geadopteerd, waarmee de Leidse natuurkundige Pieter van Musschenbroek in 1745 elektrische lading wist op te slaan. De fles staat in een vitrine in het museum en zal een naamplaatje van de studievereniging krijgen. Bestuurslid Frédérique de Paus vertelt dat er een band bestaat met Boerhaave: ‘Heel veel leden zouden het zonde vinden om het museum te zien verdwijnen.’ In een algemene ledenvergadering werd daarom besloten om het museum te steunen. De Paus: ‘Dat kan door middel van het adopteren van museumstukken. We kwamen er achter dat er een Leidse Fles in de collectie is. Dat vonden wij natuurlijk fantastisch.’ De studievereniging wil ook excursies gaan organiseren om Boerhaave te steunen.
Financiën universiteit gezond
Leiden onderaan in ranglijst topsalarissen Het Onderwijsblad, van onderwijsvakbond AOb, heeft haar jaarlijkse lijstje van grootverdieners in het onderwijs uitgebracht. Op nummer één staat de Wageningse bestuurder Aalt Dijkhuizen, die overigens zelf vindt dat hij daar niet hoort omdat Wageningen University & Researchcentre meer is dan alleen een universiteit. Zijn salaris en pensioenvoorziening bedragen samen € 351.102. De Universiteit Leiden staat een stuk lager in de Top-75. Rector Paul van der Heijden vangt in totaal € 211.046, en staat daarmee op de 48e plaats. Vice-collegevoorzitter Willem te Beest is nummer 62, met een inkomen en pensioenvoorziening DOOR BART BRAUN
van samen € 200.457. Het derde Leidse collegelid in 2010, prof. Rietje van Dam, staat niet in de lijst. De opsomming van de het Onderwijsblad omvat namelijk alleen bestuurders wier inkomen norm van de Wet openbaarmaking publiek gefinancierde topinkomens overschrijdt. Die grens was in 2010 € 193,000. Het inkomen van het derde Leidse collegelid in 2010, Rietje van Dam, viel daaronder: 181.770, volgens het jaarverslag van de Universiteit Leiden. De nummers twee en drie van de lijst, Cor de Ruiter (€ 324.000) en Jitze Ramaker (€ 300.270) danken hun hoge posities aan vertrekuitkeringen. De Ruiter ging weg bij de Groningse Hanzehogeschool; Ramaker ging weg bij ROC Rijn IJssel te Arnhem
met een ontslagvergoeding van maar liefst € 230.000. Omdat onderwijsbestuurders van belastinggeld worden betaald, vallen ze onder de Balkenende-norm. Alleen is op dit moment onduidelijk of ontslagvergoedingen en pensioenvoorzieningen daar ook onder vallen. Een nieuwe Wet Normering Topinkomens moet daar verandering inbrengen. Als die wet wordt aangenomen, komt de nieuwe Balkenende-norm op € 223.666 euro, alles bij elkaar. Vorige maand ontstond ophef toen bleek dat de persoonlijke assistent van rector Van der Heijden passages over zijn vermeende overschrijding van de norm uit zijn Wikipedia-lemma had geschrapt.
Het bleek dat 60 procent van hen niet wist welke bedragen ze uit hebben staan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het gaat hier overigen wel om studenten die zich hebben aangemeld voor het studentenpanel van het ISO. Onduidelijk is of dit panel representatief is voor de gehele studentenpopulatie. Uit het onderzoek blijkt ook dat zeven procent van de studenten niet eens weet dat er rente over de lening moet worden betaald. Ook stelt 32 procent van de studenten geen financieel plan op voordat ze begonnen aan hun studie. Het ISO vindt dat de overheid studenten beter op de risico’s van lenen moet wijzen. Op de site van DUO staat geen ‘Let op! Geld lenen kost geld’ banner. Dat zou volgens het ISO wel moeten Onlangs meldde de organisatie al dat het aantal leningen de afgelopen jaren fors is gestegen. Tussen 2003 en 2009 nam het aantal lenende studenten met 40.000 toe. Ook het gemiddeld schuldbedrag steeg flink van 8.000 tot 12.500 euro. Het ziet er naar uit dat de komende jaren dit cijfer nog scherper zal stijgen. Ook is het waarschijnlijk dat er in 2012 een sociaal leenstelsel voor de master wordt ingevoerd. VB
Rectificaties Wouter Vermeulen van het Leidse trio Barry Badpak is kroegbaas van de Hut van Ome Henne, niet van Estaminet Schommelen. In de Lakenhal is alleen het historisch stuk van fotograaf Erwin Olaf te zien, de stillevens en figuurstukken staan in de UB.
6 oktober 2011 · Mare 5 Meneer de Professor
Nieuws
De tweedeling geslecht, de kloof overbrugd Zet u, geachte lezer, vóórdat u verder leest, even deze muziek aan: http://goo.gl/Qk7e5. Gedaan? Dan kunnen we beginnen. Het stadje Leiden kent een tweedeling. Aan de ene kant zijn daar de universitair medewerkers en de studenten. Aan de andere kant de lokale bewoners, die meestal met gebogen hoofd dicht langs de gevels schuifelen. Het ene volksdeel laat zich dus danig door het andere intimideren: voor de oude lakenwerkers is de bloeitijd al eeuwen voorbij. Maar één weekend per jaar is dat anders. Dan nemen de natives de stad over. Ze vullen de straten, ook die rondom onze ivoren toren, en ze weten: het hele jaar door mogen de universitaire lui doen wat ze willen - maar dit weekend is de stad van hen. De kermis, het zuipfestijn, de haring, de hutspot, ze kondigen zich al dagen van tevoren aan als ontnuchterende prikkelingen van ieder wetenschappelijk dédain. Als gastonderzoeker die nog niet zo heel lang verbonden is aan de Leidse academie, voelde het afgelopen weekend voor mij als vuurdoop. Mijn eerste Leidens Ontzet. Kierkegaard liet ik thuis, maar niettemin ging ik met ‘angst en beven’ richting de Waag. Het viel me direct op dat ik - ook al was het avond - de enige was die zich zonder zonnebril op straat waagde. Bij het station meende ik nog net de decaan van de Faculty of Science te herkennen, die met een krant voor zijn gezicht de stoptrein naar Bodegraven in vluchtte. Nou ja: van hem had ik toch weinig te verwachten vanavond. Voorbij de Breestraat ga ik op in het feestgedruis. Hoe de euforie die zich om mij heen vormt te beschrijven? Gerecyclede suikerspin, shoarma, bier en baco stijgen op uit de straatstenen. En: er is een optreden van de lokale grootheid Barry Badpak. Badpak geldt terecht als ‘de laatste der groten van de Leidse muziekscene’. Zijn werken laten zich aanduiden met steekwoorden als ‘direct’, ‘soul’, ‘recht-voor-zijn-raap’, en ‘street credibility’. In eerdere werken, zoals ‘Waar ga je heen / met je kamelenteen’, wist Badpak de lokale jeugd al aan zich te binden door een nietsontziende beat te combineren met aansprekende teksten die het dagelijks leven op straat in woorden wisten te vangen. Dit icoon van contemporaine cross-over schittert ook nu, waar ik bij sta, op het podium en weet met zijn nieuwe single getiteld ‘Leiduh’ de menigte stil te krijgen. En terwijl mijn blik zich richting de nachtelijke hemel wendt, voel ik om mij heen iets groots gebeuren: hier wordt de tweedeling geslecht; de kloof overbrugd. Badpak doet het, de stad weer verenigen, zoals u, academische lezer, nu ongetwijfeld ook swingend en shuffelend staat te lezen. Reageren op D.M. Sanders? Tips of suggesties? Mail hem op d.m.sanders@mail.com Prof. D.M. Sanders is gastonderzoeker aan de Universiteit Leiden. Op deze plek doet hij voortaan wekelijks verslag van zijn indrukken.
Leiden tweede in lijst Elsevier De Universiteit Leiden is volgens hoogleraren en universitair hoofddocenten de één na beste van de zes brede universiteiten van Nederland. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van weekblad Elsevier. De Universiteit Utrecht is de beste universiteit, Leiden staat tweede samen met de Universiteit van Amsterdam. Vooral in de deelcategorieën docenten en publicaties scoort Leiden goed. Onder studenten scoren de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit Nijmegen goed. Zij krijgen ieder voor zestien opleidingen de hoogste score. In Leiden krijgen de opleidingen fiscaal recht, notarieel recht, biomedische wetenschappen, criminologie, wiskunde en geschiedenis landelijk het hoogste cijfer. Ook onder hoogleraren en hoofddocenten krijgt wiskunde de hoogste score. Hiernaast staan farmaceutische wetenschappen, pedagogische wetenschappen en natuur- en sterrenkunde in Leiden op de eerste plek in de lijst van het personeel. Voor het onderzoek werden 150.000 studenten en 2.500 hoogleraren en hoofddocenten gevraagd naar hun oordeel over de opleidingen in hun vakgebied. De studenten moesten hun opleiding beoordelen op onderdelen als de beschikbare faciliteiten, het onderwijs, de docenten, toetsing en organisatie. Van de drie specialistische universiteiten kreeg de Universiteit van Tilburg de beste beoordeling, de TU Eindhoven is de beste technische universiteit. DJZ
Obligatieproject universiteit mislukt Te weinig animo bij alumni Het uitgeven van universitaire obligaties gaat niet door. Het is niet gelukt om voldoende inschrijvers te krijgen voor de obligaties van € 1000 per stuk. De universiteit wil niet zeggen wat het mislukte project heeft gekost. De glossy brochures waren allang de deur uit en de inschrijfperiode was zelfs al begonnen. Bij de opening van het academiejaar prees rector magnificus Paul van der Heijden het plan nog vol goede moed aan. Maar het beleggen in monumentale universiteitspanden als het Academiegebouw, de Sterrewacht en een deel van de Hortus liep toch uit op een fiasco. Want plots kwam daar afgelopen donderdag het bericht dat de emissie niet doorging. ‘De inschrijftermijn liep tot 30 september’, zegt universiteitsvoorlichter Renée Merkx. ‘Als die verlopen is, dan moet het inschrijfgeld worden overgemaakt. Dat wilden we voorkomen en dus heeft het college besloten om de uitgave te stoppen.’ Hoeveel inschrijvers er waren, wil Merkx niet zeggen. DOOR VINCENT BONGERS
Als reden voor de geringe belangstelling voor de obligaties wijst de universiteit op de haperende economie. Maar met de economie gaat het toch al langer slecht? ‘Het instorten van de Europese obligatiemarkt is echter een recente ontwikkeling’, zegt Merkx. ‘Dat speelde nog niet toen we in 2009 begonnen.’ Verder zijn er een aantal belastingvoordelen op culturele beleggingen afgeschaft door het kabinet, zegt ze. Om de belegging mogelijk te maken, richt het college van bestuur in 2009 de N.V. Belvédère Academia Leiden University op, waarvan de universiteit de enige aandeelhouder is. De stichting zou het Academiegebouw en de Sterrewacht van de universiteit kopen met het geld dat ze voor de obligaties kreeg, om die weer terug te verhuren aan de universiteit. De operatie moest zo’n 15 tot 20 miljoen euro opbrengen. De inschrijvers, zowel alumni als andere belangstellenden, konden rekenen op een jaarlijkse rentevergoeding van drie procent. ‘Het idee van obligaties komt overigens van alumni’, zegt Merkx. ‘Het gaat om een groep van rond de 25 juristen en mensen uit het bedrijfsleven met veel kennis van dit soort
projecten.’ Merkx benadrukt dat geld verdienen niet de belangrijkste reden was om de obligaties uit te schrijven. ‘Het ging er vooral om alumni om een andere manier te betrekken bij de universiteit en hun binding met hun alma mater te versterken.’ De universiteit heeft zelf geen uitgebreid marktonderzoek gedaan naar de haalbaarheid van de obligatie-uitgave. Wel werd volgens Merkx de ‘belangstelling onder alumni gepeild, maar wij hebben zelf geen ervaring met dit soort projecten’. De universiteit ging dan ook uit van de kennis van de bedenkers van het plan. Merkx wil niet zeggen wat het project de universiteit kost. ‘Maar in Belvédère zitten heel veel onbetaalde uren van alumni.’ Volgens de universiteit is het niet mogelijk om de inschrijftermijn te verlengen of de emissie uit te stellen. ‘De trein was al een tijd aan het rijden. De prospectus was gereed. De Autoriteit Financiële Markten en de Belastingdienst hadden het project goedgekeurd. Alles was vastgelegd, afwijken kon niet meer.’ De universiteit is niet van plan om in betere economische tijden alsnog obligaties uit te gaan geven.
Steun voor harde aanpak studiefraude Een wetsvoorstel van staatssecretaris Zijlstra om studiebeursfraudeurs harder aan te pakken, krijgt brede steun in de Tweede Kamer. Zijlstra wil studenten die ingeschreven staan als uitwonend maar eigenlijk nog bij hun ouders wonen, beboeten. Gaan ze nogmaals in de fout, dan verliezen ze het recht op studiefinanciering. Studenten die een beurs voor uitwonenden ontvangen, krijgen tot
2000 euro meer per jaar dan studenten die bij hun ouders wonen. Hier wordt veel misbruik van gemaakt: fraude kost de staat tussen de 40 en 50 miljoen euro, terwijl de pakkans nihil is. Dit bleek dit jaar uit de resultaten van controles in verschillende studentensteden. Uitwonende studenten moeten voortaan zelf aantonen dat ze op het adres wonen waarop ze ingeschreven staan, voorheen lag de bewijslast bij DUO. Ook medeplichtigen
kunnen bestraft worden, zo staat in het wetsvoorstel. Dat is niet altijd mogelijk, maar de overheid zal medeplichtigheid wel altijd proberen te bewijzen, liet Zijlstra weten. Uitzonderingen worden gemaakt voor studenten die wegens studie in het buitenland verblijven of wegens omstandigheden in een blijf-vanmijn-lijfhuis verblijven. Studenten die tijdelijk in kantoorpanden wonen, maar die de gemeente niet wil inschrijven, hoeven ook geen
problemen te verwachten. Zijlstra maakt echter geen uitzondering voor studenten die zich van hun huisbaas niet mogen inschrijven bij de gemeente. Zijlstra: ‘We gaan niet iets illegaals en feitelijk frauduleus op een ander terrein faciliteren.’ Zijlstra zei in het debat dat alle studenten in november een brief krijgen, waarin ze geïnformeerd worden over de wijzigingen die per 1 januari 2012 moeten ingaan. DJZ
De zogeheten ‘Zaiklijst’ van Nelson, de huishond van studentenhuis De Pijpela. Foto Taco van der Eb
6 Mare · 6 oktober 2011 Maretjes
Vliegangst
Maretjes extra
De prijs voor een Maretje bedraagt €6,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
vijf met vergoeding. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling of bijlesgever thuis. Onderwijswinke, Driftstraat 77, ma-, wo en do. 15-17 u. Tel: 5214256, LET OP ons e-mailadres is: st.onderwijswinkel@ planet.nl. Gezocht per direct: oppas voor onze 1-jarige dochter – iedere woensdagochtend in de professorenbuurt. Voor meer info mail marnixm@xs4all.nl
Gezocht: Voor verschillende onderzoeken van de afdeling anesthesiologie van het LUMC zijn wij op zoek naar gezonde mannelijke vrijwilligers (18-45 jr), die tegen vergoeding mee willen doen aan pijn- en ademhalingsonderzoeken. Indien u belangstelling heeft, neem dan contact op met drs. Merel Boom, of prof. dr. A. Dahan, tel: 071-5262301 of m.c.a.boom@lumc.nl.
Room to let on the Witte Singel 69, Leyden, for a female tenant who is student or Phd student or scientific collaborator. Rent 457 euro per month. Tel 071 5142099. Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 2527 november 2011. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org.
Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Acht leerlingen uit groep 7 en 8 zoeken dringend hulp bij taal, rekenen en studievaardigheden; negen leerlingen Voortgezet Onderwijs, Kopklas, Brugklas, VMBO, HAVO zoeken hulp bij wiskunde, Nederlands, Engels en Natuurkunde; twee leerlingen Speciaal Onderwijs hebben bijles nodig; 31 leerlingen Ba.O.groep 3 t/m 6 zoeken hulp bij taal en/of rekenen, van wie
Hou jij van zingen!? Wees ALL-1 en doe in oktober auditie voor het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSK). Geef je op via www.nskk.nl of bel met Cécile Beemster 06-45682291. Tot ziens!
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is € 23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com BEDRIJFSECONOMIE vanaf 5 oktober 3 bijeenkomsten prijs € 100. De CONCURRENT is goedkoper, noemt zich ook repetitor en geeft het vak ongeveer net. Snel naar een ECHTE REPETITOR dus! Mr W.D. Bierens de Haan Telefoon 0715147335 www.repetitoren.nl Leiden ADVERTENTIE
drukken vormgeving voorlichting offerte proefschriften.nl
20374_GVO_Adv_42x50.indd 1
Academische Agenda
Foto’s Taco van der Eb
Schiphol, best leuk > Vervolg van de voorpagina Van Gerwen: ‘We doen het nog een keer. Je gaat een verhaal vertellen aan de persoon naast je. Het mag niet over vliegen gaan. En je moet blijven praten. Draai naar elkaar toe en kijk elkaar aan.’ De simulatie start, terwijl de ene helft van de deelnemers met de verhalen begint. Gezichten staan een stuk minder serieus, hier en daar wordt gelachen. Voordat de turbulentie start, gaat de andere helft vertellen. Er wordt enthousiast gepraat. De turbulentie stopt, maar de gesprekken gaan door. Even later landt het vliegtuig weer. ‘Merkten jullie het verschil?’, vraagt Van Gerwen. Hij krijgt positieve reacties. ‘Door te spreken start de hersenactiviteit op, waardoor mensen zich niet meer met hun eigen sensatie bezig houden.’ Joke Verspaget: ‘Het ging nu duizend keer beter. Je hebt de helft minder in de gaten. Je maakt jezelf minder overstuur, want je doet het allemaal zelf.’ Het voornaamste wat ze tijdens de cursus geleerd heeft is dat je bang mag zijn. ‘Je leert dat je daarna gewoon weer bent wie je daarvoor was.’ Van Gerwen: ‘Angst ontstaat eigenlijk door onze eigen waarneming en gedachten, het is erg subjectief. Als je in gevaar bent, maar ook als je alleen maar denkt dat je in gevaar bent, reageert je lichaam. Dat is volstrekt logisch, je lichaam kan het onderscheid niet maken. We leren mensen om angst te aanvaarden, als je
ertegen blijft knokken, dan dooft het nooit. Als je angstig bent, is dat heel vermoeiend, maar verder niet erg. Er is behoorlijk wat voor nodig om mensen daarvan te overtuigen. We doen gedragsexperimenten. Mensen denken: ik word gek, ik val flauw of verlies ik de controle. Je daagt ze uit, maakt ze er bewust van dat het niet gebeurt.’ Na de simulatie is het tijd voor het echte werk: een, hopelijk stressloze, vlucht naar Milaan. Joke vindt de vlucht nog steeds spannend. ‘Ik wil er niet meer over twijfelen en gewoon gaan. En ik weet dat het gaat lukken.’ Voor de vertrekhal deelt Van Gerwen de tickets uit. Hij zal samen met Cappon meevliegen. De groep verdwijnt door de security. De vlucht vertrekt in een klein uur. ‘Het ging heel goed’, zegt deelneemster Femke achteraf. ‘Ik was nog steeds wel bang, maar ik kon het beter loslaten. Om de terugweg was ik eigenlijk niet meer bang.’ Joke: ‘Twee dagen lang waren we zenuwachtig, maar in het vliegtuig was eigenlijk iedereen erg ontspannen, heel grappig.’ ‘Nu ga ik met mijn zusje of mijn vader een vlucht pakken. Waar naartoe maakt niet uit. En in januari ga ik voor werk naar New York. Dit is echt een keerpunt voor me. Ik had er te veel een drama van gemaakt. Ik liep daar en dacht: “Eigenlijk is het best wel leuk op Schiphol.”’ DOOR DIRK-JAN ZOM
Prof.dr. D.E.F. Henley zal op vrijdag 7 oktober met het uitspreken van de oratie benoemd worden tot hoogleraar aan de Faculteit der Geesteswetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van Contemporary Indonesia Studies. R. van Haasteren zal op dinsdag 11 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Gravitational Wave detection and data analysis for Pulsar Timing Arrays’. Promotor is Prof.dr. S.F. Portegies Zwart. R.R. Romero Gonzalez zal op dinsdag 11 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A metabolomics approach to thrips resistance in tomato’. Promotoren zijn Prof.dr. R. Verpoorte en Prof.dr. G.L. Klinkhamer. L.F. van Driel zal op dinsdag 11 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Correlative Light and Electron Microscopy: Strategies and Applications’. Promotor is Prof.dr. A.J. Koster. L. Razzaq zal op dinsdag 11 okto-
ber om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Iris and Iridociliary Melanoma’. Promotoren zijn Prof.dr. G.P.M. Luyten en Prof.dr. R.J.W. de Keizer. F. Sharif zal op woensdag 12 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Zebrafish as a Model for Bone and Tissue Remodeling’. Promotor is Prof.dr. M.K. Richardson. M. Cella zal op woensdag 12 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Does size matter? Bridging and dose selection in paediatric trials’. Promotor is Prof.dr. M. Danhof. O. Spijkers zal op woensdag 12 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘The United Nations and the Evolution of Global Values’. Promotor is Prof.mr. N.J. Schrijver. A. Goorhuis zal op woensdag 12 oktober om 16.15 uur promoveren
25-08-11 (wk 34) 10:28
tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Epidemiological explorations on Clostridium difficile infection’. Promotoren zijn Prof.dr. J.T. van Dissel en Prof.dr. A.C.M. Kroes. K.M. Cok zal op donderdag 13 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Basso Continuo Sources from the Dutch Republic c.1620-c.1790’. Promotoren zijn Prof.dr. A.G.M. Koopman en Prof.dr. F.C. de Ruiter. A.E. Berden zal op donderdag 13 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘ANCAassociated vasculitis: towards patient-tailored therapy’. Promotor is Prof.dr. J.A. Bruijn. A. Subedi zal op donderdag 13 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘New species, pollinator intercations and pharmaceutical potential of Himalayan orchids’. Promotoren zijn Prof.dr. E. F. Smets en Prof.dr. R. P. Chaudhary (Tribhuvan Univ. Nepal).
ADVERTENTIE
Zoek je een kamer? Live vanaf 7 oktober: de nieuwe DUWO.nl In Delft, Den Haag, Leiden, Amsterdam e.o. overzichtelijker en efficiënter een kamer zoeken bij duwo: beter overzicht van het aanbod, je regelt alles digitaal, één adres voor vragen/hulp. Je ziet je slaagkans en hebt inzicht in je reacties, reactiestatus en persoonlijke gegevens. Je bouwt wachtduur op die ook geldt als je in een andere aangesloten stad gaat studeren. Inschrijven – vanaf 16 jaar – kost 35 euro.
www.duwo.nl
6 oktober 2011 · Mare 7 Achtergrond
Bestemming: Bilderdijk Literaire wandeling door het Leiden van de 19e eeuw Tussen 1760 en 1860 bloeiden de letteren in het ‘Bataafsche Athene’. Rick Honings promoveerde op de Leidse schrijversscène uit die tijd. Mare wandelde met hem langs de belangrijkste literaire hotspots.
patriottentijd kreeg hij het zwaar te verduren. Hij werd bedreigd, bespuwd en zwart gemaakt. Dat laatste letterlijk: de ramen van zijn huis werden met teer besmeurd. Toen het kruitschip explodeerde zakte hij met bureau en al door de vloer en kwam een verdieping lager terecht. Hij was al tachtig maar overleefde de klap. Zijn huis werd weer opgebouwd. In de entree van het huidige pand aan de Doezastraat uit 1908 zijn gedenkstenen met dichtwerk van Berkhey aangebracht, waarin hij Lodewijk Napoleon roemt. De vorst reisde onmiddellijk naar Leiden om troost te bieden aan de getroffen stad. ‘Een geslaagde pr-actie van de koning, die later door veel leiders is overgenomen’, zegt Honings. Berkhey zag zichzelf als volksdichter en zette zijn werk in om invloed uit te oefenen op beleid. Een van de weinige gebouwen die nog overeind stond in het rampgebied, was de Saaihal, de plek waar wol gekeurd en gemerkt werd. De hal heeft een toren. Berkhey wilde dat de Saaihal omgedoopt werd tot een kerk ter ere van Lodewijk. ‘Hij schreef een gedicht uit het perspectief van de toren. Toen de Saaihal daadwerkelijk de Lodewijkkerk werd, liet hij de toren een dankwoord spreken.’
BILDERDIJK
A: RAPENBURG 37 Wie tussen 1817 en 1823 hier door de ramen had gekeken, had wellicht iemand rond zien lopen in nachthemd, zonder onderbroek. Dat was dan schrijver en dichter Willem Bilderdijk. ‘Hij gaf college aan huis, omdat hij er vanwege zijn karakter niet in slaagde een professoraat te bemachtigen’, zegt Rick Honings, die een proefschrift schreef over een eeuw literair leven in Leiden. Alleen al met zijn uiterlijk baarde Bilderdijk opzien. ‘Hij liep in 1820 nog rond in 18e-eeuwse kledij; compleet met pruik, strikschoenen en punthoed,’ aldus Honings. ‘Bilderdijks hoofd was vaak omzwachteld met een Turkse wrongel. In deze tulband had hij een verhit schoteltje gestopt tegen de hoofdpijn die hem vaak kwelde. Maar wellicht wilde hij er ook uitzien als een oosterse dichter.’ Toch gold Bilderdijk als de grootste dichter van zijn tijd. ‘Soms declameerde hij de hele nacht dichtregels. Het leek dan wel alsof hij in trance was. Deze opborrelende verzen werden dan door zijn vrouw opgeschreven.’ Verder was Bilderdijk een Oranjegezinde reactionair die met iedereen ruzie maakte over van alles en nog wat. Legendarisch was zijn vijandschap met Mathijs Siegenbeek, in 1797 de eerste hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Leidse universiteit. Bilderdijk speelde in deze strijd stevig op de persoon. ‘Hij schreef dan bijvoorbeeld dat het eigenlijk niet de moeite was om “als Hercules zijn knots op te pakken en het vliegje Siegenbeek te pletten.”’ Toen Bilderdijk in 1831 overleed, vierde Siegenbeek zelfs een feestje. In de periode van 1760-1860 bloeiden de letteren in het ‘Bataafsche Athene’ ondanks de economische neergang die de stad meemaakte. Honings onderzocht de grote verscheidenheid aan genootschappen, sociëteiten en boekhandels die de stad rijk was, en hoe de grote maatschappelijke veranderingen en de literatuur elkaar beïnvloedden. Het waren woelige tijden. Eind achttiende eeuw stonden patriotten en Oranjegezinden elkaar naar het leven. Toen bezetten de Fransen Nederland. Vervolgens werd Willem I koning der Nederlanden. Al snel raakte een deel van zijn koninkrijk weer kwijt toen de Belgen in 1830 succesvol in opstand kwamen. Wandelend over het Rapenburg volgen de monumentale adressen elkaar in een snel tempo op. Ho-
HAVERSCHMIDT
nings vertelt over de wisselwerking tussen schrijvers en samenleving. Bij exclusieve genootschappen als De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en de Kunst wordt door Arbeid Verkreegen werd eind 18e eeuw heftig gediscussieerd over hoe literatuur en poëzie moest worden bedreven. De veelal anonieme Leidse literatoren sloegen daar elkaar om de oren met valse biografieën en hekeldichten. De genootschappen probeerden de creativiteit te stimuleren. ‘Dichters en schrijvers konden erepenningen winnen door mee te doen aan prijsvragen. Inzendingen werden door de leden van commentaar voorzien.’ Zelfs een eigenwijs iemand als Bilderdijk speelde het genootschappenspel mee. Hij maakte juist naam door gedichten en verhandelingen in te zenden. ‘Pas toen hij eenmaal als dichter zijn naam had gevestigd, weigerde hij zijn verzen nog te laten “beschaven.”’ KNEPPELHOUT
B: RAPENBURG 65 Hier schreef Johannes Kneppelhout alias Klikspaan zijn beroemde Studentenschetsen. Op humoristische wijze nam hij zijn tijdgenoten te gra-
zen: nachtbrakers, klaplopers, maar ook pedellen en hospita’s. BEETS
liggen maar vroeger liep hier het Rapenburg met behuizing gewoon verder’, zegt Honings. ‘In het getroffen stadsdeel woonden veel geleerden en cultureel actieve Leidenaren.’ De Maatschappij verloor bijvoorbeeld twee leden: Johan Luzac en Adriaan Kluit. Het lichaam van Luzac, die op het moment van de explosie over het Rapenburg wandelde, werd in tweeën gereten. Hij kon alleen op basis van zijn gouden horloge en zijn bril geïdentificeerd worden. Bilderdijk doneerde de opbrengst van de verkoop van een van zijn dichtwerken. De bundel bracht 1400 gulden op. ‘En dat terwijl Bilderdijk vrijwel altijd geldproblemen had.’ JOHANNES LE FRANCQ VAN BERKHEY
C: NIEUWSTRAAT 4 In het Heerenlogement werd in 1833 studentengezelschap De Rederijkers Kamer voor uiterlijke Welsprekendheid opgericht. Tegenstanders noemde deze vereniging smalend de Romantische Club. Camera Obscura-schrijver Nicolaas Beets en Kneppelhout waren lid. In geleerde kringen keek men neer op de studenten die dweepten met Victor Hugo en Lord Byron. Ondanks deze kritiek floreerde De Romantische Club. Al flonkerde haar ster maar kort: leden trokken zich terug of verloren hun romantische veren. In 1837, na vijftig jaar, is het voorbij. D: STEENSCHUUR Eerder in de eeuw speelde de letteren in Leiden wel weer een gedienstige rol. Op 12 januari 1807 ontplofte hier een kruitschip dat was aangemeerd aan de kade. De 37.000 pond buskruit blies een groot gedeelte van het centrum weg. Er vielen 161 doden en 2000 gewonden. ‘Je ziet nu het Van der Werfpark
E: DOEZASTRAAT 1 Naast het Van der Werfpark, woonde de wetenschapper en dichter Johannes Le Francq van Berkhey. ‘Hij was een beetje de Theo van Gogh van zijn tijd. Hij was dik, had een woeste uitstraling en hield geen enkele rekening met de regels van de deftige genootschappen.’ Hij was ook een echt Oranje-aanhanger en tijdens
F: HOGEWOERD 65 Francois Haverschmidt alias Piet Paaltjens woonde hier tijdens zijn studie theologie. Hij was preses van Minerva en publiceerde buiten de genootschappen om. ‘Die waren in deze periode, de tweede helft van de 19e eeuw, al veel invloed kwijt.’ Haverschmidt schreef zijn eerste gedichten, die later verzameld werden in Snikken en Grimlachjes, in de Studenten-almanak. ‘Deze verscheen jaarlijks en was een kweekvijver voor talent.’ Beets en Haverschmidt waren ook redacteur van de almanak. ‘Een der eervolste betrekkingen bij de Studentenwereld’, schrijft Beets over die rol. Haverschmidt vertrok in 1858 uit Leiden. Hij werd dominee in het Friese plaatsje Foudgum. ‘Ik ben daar wel eens geweest’, zegt Honings. ‘Er staan iets van vijfentwintig huizen. Het moet een groot contrast zijn geweest met Leiden en Minerva.’ Haverschmidts leven na Leiden had inderdaad een tragisch verloop. Hij pleegde uiteindelijk in 1894 zelfmoord in Schiedam. DOOR VINCENT BONGERS
Rick Honings, Geleerdheids zetel, Hollands roem! Het literaire leven in Leiden 1760-1860. Promotie was 5 oktober
8 Mare · 6 oktober 2011 Drie oktober
Wat is het nou? Onze eerste drie oktober Voor Leidenaren en oude lullen is het natuurlijk gesneden wittebrood. Drie oktober begint met de kermis en eindigt met vuurwerk. Tussendoor is er jolijt, geschiedenis en bier. Maar wat als het je eerste keer is? De gezusters Kroet, beiden student Journalistiek en Nieuwe Media, gingen op feestexpeditie. ‘Rijen dik staan de mensen te kijken. Maar naar wat?’ Drie oktober. Wat kan daar nou zo speciaal aan zijn? We zijn opgegroeid in Zoetermeer, in Den Haag naar school gegaan. Drie Oktober… Ja, dat was toch iets met Spanjaarden, haring en wittebrood? De eerste tekenen van de drie-oktobergekte zijn ruim een week voor het magische weekend zichtbaar. De eerste stellages voor podia werden opgebouwd, langs de kant van de weg stonden opgevouwen kermisattracties en aan de gevels verschenen rood-witte vlaggen. Zaterdagavond één oktober, half acht. Eén stap buiten het station en je wordt al geconDOOR LAURA EN CYNTHIA KROET
Foto’s Marc de Haan
fronteerd met gokkasten, boogschieten en de eerste kermisattracties. Wat vooral opvalt is de gigantische drukte; heel Leiden is uitgelopen. Gezinnen met kleine kinderen, rondhangende groepjes scholieren en ouderen. Studenten zijn nergens te bekennen. De mensenmassa voert ons over de Beestenmarkt naar de Breestraat waar we stil komen te staan tussen de kramen met nephorloges en ‘doe eens normaal man’-T-shirts. Rijen dik staan de mensen te kijken. Maar waarnaar of naar wie is niet meteen duidelijk. Als we iets dichterbij komen en op onze tenen gaan staan, zien we nog net een groot verlicht bord met het getal 125 op. O ja, de 3 October Vereeniging bestaat zolang. Ze worden gevolgd door sportclubs en andere organisaties waar mensen op ladders, boven het publiek uit, naar staan te kijken. De afzetting van alle hoofdstraten voor de taptoe zorgt ervoor dat we om moeten lopen om bij de Garenmarkt aan te komen. Een stuk waar je normaal vijftien minuten over doet, duurt nu ruim een uur.
Negen uur. Bij de Garenmarkt is het de thema-avond van het Nederlandse lied, waar we niet heel lang blijven hangen. Op naar het Stadhuisplein dan maar: de optredens daar lijken er meer op. ‘Ik heb nog nooit zulk mooi weer gehad met Leidens Ontzet’, zegt een man met een onvervalst Leids accent. Zondagmiddag, twee oktober, vijf uur. ‘De dag voor drie oktober is eigenlijk het leukst’ vertrouwden verschillende Leidenaren ons toe. Het is een stuk rustiger in de stad. Opnieuw kermis, kramen en muziek. Ook vanavond gaan we weer naar de Garenmarkt. Miss Montreal treedt er op. Misschien is het wat stiller omdat de echte diehards morgenochtend om zeven uur bij het Stadhuisplein of De Waag moeten staan voor de reveille en de uitreiking van haring en wittebrood. Dat slaan wij maar even over. Ons eerste drie-oktoberweekend is een feit. Wat nou precies is het Ontzet? Kermis? Een soort Leidse Koninginnedag? Dat Leidenaren hier naar toe leven, kunnen we wel begrijpen: zij hebben echt het drie-oktobergevoel. Als bezoeker missen we dat toch wat.
6 oktober 2011 · Mare 9 Achtergrond
Yalda Walinezjad: ‘Soms denk ik: ik vlieg direct terug naar Teheran.’ Foto Taco van der Eb
In Iran wacht mij de doodstraf Studente wil kennis over haar geboorteland vergroten De Leidse studente Yalda Walinezjad vluchtte vijf jaar geleden uit Iran. Ze wordt nog steeds bedreigd, maar richtte uit liefde voor haar land een instituut op. ‘Ik ben nergens bang voor.’ ‘In 2009 organiseerde ik een lezing in Nederland over Iran. Achteraf kreeg ik bedreigingen, via internet, de telefoon, maar ook persoonlijk. Iraanse studenten in Nederland, met goede banden met de Iraanse ambassade hier, zeiden tegen me: “Jij gaat hier spijt van krijgen.” Ik heb me toen drie maanden stil gehouden. ‘Maar ik woon nu in een vrij land. Ik heb op een ingrijpende manier zelf ondervonden hoe essentieel het is om in plaats van in een islamitische dictatuur in een vrij land als Nederland te wonen. Het is mijn plicht om iets te betekenen voor Iran. Ik heb heel veel over voor mijn idealen. Vrijheid van meningsuiting is alles voor mij.’ In 2006 vluchtte Yalda Walinezjad (1984) naar Nederland. In Iran studeerde ze medicijnen en voerde ze actief campagne voor Mohammad Khatami, de voorganger van de huidige president Mahmoud Ahmadinejad. Khatami was president tussen 1997 en 2005. Met zijn hervormingen maakte hij zich erg onpopulair bij de conservatieve geestelijkheid bij wie de echte macht in Iran ligt, zegt Walinezjad. ‘Hij was weliswaar van het regime, maar hij wilde ook goede stappen richting hervorming zetten. DOOR HARMKE BERGHUIS
Democratie is een proces, daar heb je zulke mensen voor nodig.’ Daarom verspreidde ze flyers, verfde zijn uitspraken op muren en organiseerde lezingen. Het leidde tot bedreigingen en problemen op de universiteit, met name met de directeur. ‘In Iran is geen vrijheid van meningsuiting, en ik had een grote mond. Bovendien was ik een meisje. Vierentwintig uur voor de verkiezingen mag je geen campagne meer voeren. Ik was met een groepje andere studenten en het gesprek kwam op Khatami. Toen kwam de directeur van de universiteit. Hij gaf me een klap in mijn gezicht.’ Fel kijkt ze op: ‘Ik ben een vrouw die niet tegen dwang kan. Het was niet de eerste of laatste keer dat ik een klap kreeg, maar ik realiseerde me wel: dit maakt me ongelukkig. Hier kan ik niet leven.’ Niet lang daarna reed ze samen met haar toenmalige vriend ’s avonds laat door de stad. ‘We werden tegengehouden door mannen van de revolutionaire garde, onderdeel van het Iraanse leger. Ze droegen burgerkleding, dus we reden door. Tot er werd geschoten, toen moesten we wel stoppen.’ De mannen liepen naar de auto en stootten met een geweerkolf in het gezicht van haar vriend. ‘Voor mij was het toen afgelopen.’ Een urenlange operatie van haar vriend volgde. Direct daarna moest hij naar de gevangenis. Zelf werd ze ook opgepakt, maar omdat haar vader als hoogleraar goed bekend stond, mocht ze meteen weer gaan. ‘Mijn vriend kreeg zestig zweepslagen. Toen hij werd vrijgelaten, heb-
ben we Iran voorgoed verlaten.’ ‘De eerste zes maanden waren voor mij heel erg moeilijk. “Wat doe jij hier?” vroeg ik me af. Maar ik werd gelijk actief, ging de taal leren. Ik ben een heel sociaal persoon.’ Na een half jaar begon ze met twee studies, bestuurskunde aan de Haagse Hogeschool en Public Administration aan de Universiteit Leiden. Beiden heeft ze bijna afgerond.
‘Mijn vriend kreeg zestig zweepslagen. We zijn toen voorgoed vertrokken.’ ‘De taal gaat goed, mijn studies gaan goed. Maar privé is het anders. Ik leid twee levens. Ik maak me zorgen om Iran, mijn ouders. Er zijn momenten dat ik heel eenzaam ben. Veel mensen denken: je hebt zoveel vrienden, je krijgt zoveel waardering voor wat je doet. Maar ik ken veel trieste momenten. Ik ben alleen hier, moet constant sterk zijn. Voor mijn idealen heb ik heel veel moeten opgeven. Vrienden, familie, mijn land. Mijn ouders heb ik, sinds ik hier woon, niet meer gezien. ‘Soms vraag ik me af wat ik hier doe. Dan denk ik: ik vlieg direct terug naar Teheran. Met mijn Nederlandse paspoort. Dat is natuurlijk niet verstandig. Als ik daar weer kom, krijg ik de doodstraf. Niet omdat ik zo belangrijk ben, maar het regime is bang voor jonge ambitieuze mensen met
een groot netwerk die zich verzetten. Ik organiseer politieke debatten over Iran. Je mag geen uitspraken doen tegen het regime. Of in plaats van de doodstraf zou ik misschien de rest van mijn leven in een Iraanse gevangenis moeten doorbrengen. Dan ben ik nog liever dood. ‘Ik houd van Iran, van de cultuur en de mensen. Maar ik ben gefrustreerd door het regime. Ik ben een tijdje in Israel geweest. Iraniërs hebben geen hekel aan Israel. Alleen het regime heeft dat. Dat onderscheid tussen de mensen en het regime moet er komen.’ Mede daardoor, en door de onbekendheid van Iran in Nederland – ‘Iran is echt een ander land dan Irak’ – richtte ze het Iran Instituut op, dat vorige week officieel van start is gegaan. Het moet een onafhankelijk kennisinstituut worden, waar media en andere geïnteresseerden terecht kunnen voor advies of informatie. ‘Als kranten nu iets over Iran willen weten, dan gaan ze individuele mensen benaderen die ze via Google vinden, omdat er geen onafhankelijk instituut is. Dat geeft geen betrouwbaar beeld. ’ Het instituut start in februari 2012 met colleges aan de Haage Hogeschool. Als het aan Walinezjad ligt, volgen er ook een reeks aan de Universiteit Leiden. ‘We zijn nog in gesprek, maar er is veel enthousiasme.’ En hoe zit het met de mensen in Iran, kan ze die ook helpen? ‘Ik kan de mensen daar informeren en advies geven. Hun stem laten horen. Het netwerk van ons instituut is groot. Al maak ik zo geen vrienden
met de Iraanse ambassade.’ Wat de gevolgen van de Arabische Lente voor Iran zullen zijn, durft Walinezjad nog niet te zeggen. ‘In maart volgend jaar zijn er verkiezingen, maar nu is het nog stil, er zijn nog geen namen bekend. Wat er met Syrië of Libië gebeurt, is heel belangrijk voor Iran. Als de mensen in Syrië volhouden, is dat goed voor de Iraanse bevolking. Toch verwacht ik geen “Perzische Lente”. Het leger in Iran zal zich niet achter de bevolking scharen zoals in Egypte. ‘Het regime moet vallen. De vraag is alleen hoe? Ik denk dat je dat bereikt door harde sancties die het regime raken, en door groepen te ondersteunen, zoals liberale studentenbewegingen. Zij spelen een heel belangrijke rol bij het verzet. Daarnaast moet het Westen streven naar het bevorderen van vrije toegang tot internet en het ondersteunen van de organisaties die kennisgeving over Iran bewerkstelligen en zich inzetten voor liberale democratische waarden.’ Ondanks haar vlucht naar Nederland wordt Walinezjad zelf nog steeds niet met rust gelaten. Haar Facebook-account wordt bijvoorbeeld regelmatig platgelegd. ‘Laatst hoorde ik dat iemand vanuit Londen op mijn account wilde inloggen. Over verdere bedreigingen wil ik niet me niet uitlaten, mijn ouders zijn nog steeds in Iran. Ik wil alleen aan het regime laten weten dat ik sterk ben. Ik ben nergens bang voor. Het kan me niet schelen of het eindpunt de dood is. Dit zijn mijn idealen, en ik ga er voor vechten.’
10 Mare · 6 oktober 2011 English page
CSI Many aspects of your appearance are genetically determined, which means, if you look at it the other way round, that if you have the DNA of an unknown person and you know what you are looking for, you can read the DNA to discover information about a person’s appearance. This is particularly interesting if you are a police detective and you discover traces of DNA at a crime scene. Forensic Science International contains a description of a genetic test, IrisPlex, which examines the six genes that have the most impact on a person’s eye colour. By analysing these six genes, you will be able to state, with a certainty of 90 per cent, whether a person has blue eyes or brown. Six cells will produce enough genetic material for the test. The forensic DNA-labs, including the lab used by LUMC–researcher Peter de Knijff, worked with IrisPlex to see whether they all obtained the same results, which was indeed the case. As far as the researchers are concerned, the test is ready for use in police forensics.
Revenge
The Poles, they are a-changing … The ups and downs of Earth’s magnetic field It looks as if Earth’s magnetic field is about to be reversed – but will it really reverse itself? And if so, what will happen? “Your descendents will survive”… but our satellite technology probably won’t. A compass points to the north – at least, here in the Netherlands its does. However, if you were in South Africa, your compass would deviate to the west and if you were in Siberia, more to the east, because magnetic north and geographic north are not exactly the same. It’s nothing to worry about: sailors have been allowing for this declination for centuries and have even measured it in their attempts to determine their location at sea more accurately. But historians, delving into the Navy archives, have noticed changes in the declination measurements in the course of the past centuries: the earth’s magnetic field is shifting. The changes are only tiny: two or three degrees per century, and more if you are closer to the Poles. But if you ever discover an old treasure map with north marked on it, you would need to take this information into account if you want to find the treasure. On the geological time scale, which ranges across millions or even billions of years, it is evident that the North Magnetic Pole has switched BY BART BRAUN
back and forth across the planet quite a number of times. Sometimes, the magnetic north simply flips over towards the geographic South Pole. To understand how it works, you will need more than the standard image of Earth. At school, you will have been taught that you could regard the Earth as a gigantic bar magnet, but in reality, things are more complicated. Geologists know, from measuring earthquakes, that the core of the Earth is solid and covered by a thick, liquid layer of iron, heated to thousands of degrees: it flows around at a rate of twenty kilometres per year. The iron’s movement produces a magnetic field; much the same happens in a dynamo: its movement produces a current to light your bike lamp. Electricity and magnetism are closely interrelated. This liquid magnet is situated three thousand kilometres below the earth’s surface but can still interact with the upper parts of the Earth´s crust. “There are periods during which the Earth’s magnetic field reverses its polarity and periods during which nothing really happens”, explains Professor Cor Langereis, Professor of Paleomagnetism at Utrecht University. “There is a kind of system to this reversal: the continental drift due to plate tectonics seems to be related to periods of many, or very few reversals, of Earth’s magnetic field.” The last reversal occurred around
780,000 years ago, but it is possible that another one is imminent: since we have been able to gauge the strength of Earth’s magnetic field, it has grown a little weaker. It is something that occurs during a reversal: Earth’s magnetic field drops to ten per cent of its usual strength, and new magnetic South and North Poles pop up. The word “pop up” should be read here in the patient, geological sense of the word: a reversal takes a total of three thousand years to come about.
“If you demagnetize a pigeon, it will circle for a little longer, but it will finds its way eventually” “Even if a reversal were imminent, the soonest it would occur is in 1,500 years time”, continues Langereis. “In geological terms, that’s tomorrow, of course.” The Earth’s magnetic field is not just handy for reading compasses: it also works as an invisible force field. The universe in general, and more specifically the sun, continually fire enormous amounts of small particles at us, which the magnetic field intercepts and deflects away from
Earth. A small number end up at the Poles and crash into the atoms in the atmosphere, giving us the Northern lights. If the magnetic field becomes weaker, as it does during a reversal, many of those particles will not swerve past, but will head straight for earth. Could that cause any harm? “Your descendents will survive”, says Langereis reassuringly. “After all, it has happened before and mankind has survived. When the magnetic field is at only ten per cent of its strength, the increased radiation will be comparable to the levels to which you are exposed if you live in a place built on granite.” Granite is actually a tiny bit radioactive, but it hasn’t yet decimated the inhabitants of say, Ireland, which is mainly granite. Neither will it harm animals that use the magnetic field for orientation. Langereis explains: “If you demagnetize a pigeon, it will circle for a little longer, but it will find its way eventually. Animals also use sight to navigate, or currents – like sea turtles do. But it will have consequences for all our electronic gear”, he adds. The sun’s magnetic storms could seriously damage them. A diminishing magnetic field around the Earth would make our satellites particularly vulnerable. In 1989, a sun storm destroyed a Canadian nuclear power station’s transformer. That should give your descendents something to worry about.
Victims of violent crimes often have feelings of revenge, which is not surprising, but not much research has ever been done into this. Research into war victims has revealed that there is correlation between post-traumatic stress syndrome (PTSD) and the need for revenge. Leiden criminologist Maarten Kunst examined 207 Dutch victims of violent crime. In 97 cases, the perpetrator had been arrested and sentenced. People suffering from PTSD had stronger feelings of revenge, especially those who had been so affected that they continuously relived the traumatic event. This is interesting, as it suggests that you can alleviate the victims’ suffering by accommodating their feelings of revenge, perhaps by more stringent punishments. But apparently, that is not the case: people with feelings of revenge do not think that the victims have got off too lightly more often than people who do not have feelings of revenge. The study is to be published in the International Journal of Law and Psychiatry shortly.
Twins In some twin pregnancies, the foetuses share a single placenta, which is not necessarily a problem. However, in approximately one fifth of the cases, the evolving babies do not just share the placenta but also their circulations and the blood will flow from foetus to the other: Twin to Twin Transfusion Syndrome. This increases the risks of premature birth, and in a substantial number of cases, one or even both babies die. The medical journal Early Human Development has published a retrospective by three researchers from the Leiden University Medical Centre. The babies who survive the syndrome often face all sorts of complications. About half of all children who lost blood to their brother or sister suffer from kidney problems, while the receivers of the blood suffer from liver damage. In addition, brain damage is more common, and the heart and blood vessels do not function adequately either. The Leiden researchers recommend that the babies are monitored closely. Laser surgery, to seal the connecting blood vessels, is often used to treat Twin to Twin Transfusion syndrome, but while this increases the chances of survival, it seems to cause other complications. Further study is necessary to be certain.
6 oktober 2011 · Mare 11 Cultuur
Agenda
‘Eigenlijk haat ik cabaret’
FILM
TRIANON De Bende van Oss Dagelijks 18.45 + 21.30. Za., zo. + wo. 14.15 Jane Eyre Dagelijks 18.45. Za., zo. 14.15 Colombiana Dagelijks 21.30 HET KIJKHUIS Isabelle Dagelijks 18.45 Melancholia Dagelijks 21.00 Midnight in Paris Dagelijks 19.15 + 21.30 LIDO STUDIO Fright Night 3D Dagelijks 18.45 + 21.30 De President Dagelijks 18.45 Crazy, Stupid, Love. Dagelijks 21.30 Friends with Benefits Dagelijks 18.45 + 21.30
Micha Wertheim wil amoreel zijn Micha Wertheim won in 2004 de jury- en publieksprijs op het Leids Cabaret Festival. Inmiddels is hij toe aan zijn vierde show: Micha Wertheim voor de zoveelste keer. ‘Ik vind dat er in een voorstelling een vraag gesteld moet worden, en niet een antwoord gegeven. Het is net als goochelen. De leukste goochelaar is er een die een truc uitlegt, maar dat je ‘m daarna toch niet snapt. Het is dus niet zo dat ik iets probeer te vertellen of met een analyse kom. ‘De actualiteit gebruik ik alleen als ik er iets grappigs mee kan. Maar in Nederland is het een traditie geworden dat cabaretiers een mening hebben. Dat is een hartgrondig misverstand. Laatst werd ik gebeld door kranten in verband met het debat over normen in de Tweede Kamer. Dan vragen ze me of ik advies heb voor politici, hoe ze het moeten doen. Ik heb helemaal geen advies, ik ben een grapjesmaker. ‘Kunst moet juist amoreel zijn, wetenschap hoeft ook geen ideologie aan te hangen. Het enige dat je als cabaretier moet doen, is grappig zijn. Een voorstelling waarin je het volledig met de cabaretier eens bent, maar je hebt niet gelachen: daar ga je niet naartoe. Het is veel spannender om in de war gebracht te worden. ‘Je moet als cabaretier ook altijd zorgen dat de zaal uit elkaar wordt gedreven. De allereenvoudigste improvisatie is iemand op de eerste rij DOOR DIRK-JAN ZOM
Micha Wertheim: ‘Nu is dit toch weer een heel betoog geworden.’ Foto Merlijn Doomernik
belachelijk maken. Dan is het de zaal tegen iemand alleen. Ik denk dat je juist moet proberen te bereiken dat iedereen denkt: “Ik zit hier alleen.” Als dat lukt heb ik de leukste avond. ‘Er is altijd een gedeelte van het publiek dat het helemaal niet leuk vindt. Zij worden nog bozer als ze zien dat de rest van de zaal het wel leuk vindt. Maar ik wil mensen niet onverschillig laten. Sommige mensen komen naar cabaret en denken dat het gewoon een gezellig avondje wordt van klappen en wat lachen om de regering. Niet bij mij. Ik zou me dood vervelen. Dat is wat verwacht wordt van cabaretiers, de waan van de dag van een kwinkslag voorzien. Het komt er eigenlijk op neer dat ik cabaret haat. ‘Maar ik doe dit met veel plezier. De voorstelling heet Micha Wertheim voor de zoveelste keer. Ik vind het wel leuk om te laten zien hoe een voorstelling werkt. Er bestaat altijd de aanname dat je de grappen voor het eerst vertelt, terwijl je avond aan avond op het podium staat. Ik vind het leuk om dat direct overboord te gooien en dan kijken of ik het toch nog red. ‘Nu is dit toch weer een heel betoog geworden. Mensen die na afloop van het lezen van dit stuk denken: “Hier moet ik niet heen”, die zouden mij wel eens heel leuk kunnen vinden. Dat zou de conclusie van dit stuk moeten zijn.’ Micha Wertheim voor de zoveelste keer Leidse Schouwburg Woe 19 okt, 20.15 u, va. € 15
MUZIEK
Pierre en Marie Curie. Om te doorgronden hoe radium straalt in extreme kou, reisde Marie Curie in 1911 per trein naar Kamerlingh Onnes’ Leidse koudelaboratorium. Foto Boerhaave
Let op: straling! Bezoekers Boerhaave moeten anderhalve meter afstand houden Museum Boerhaave stelt het radioactieve preparaat van Marie Curie tentoon. Honderd jaar geleden nam de dubbele Nobelprijswinnares het gewoon in haar koffer mee naar Leiden. DOOR HARMKE BERGHUIS Met piepjes wisselen de standen op het kleine meetapparaat, van 0.3 mSv/h (millisievert per uur) tot 0.6 mSv/h. Ter verduidelijking: 0.5 mSv/h is de maximale hoeveelheid radioactiviteit waaraan een persoon tijdelijk mag worden blootgesteld. Bezoekers van Museum Boerhaave moeten anderhalve meter afstand houden van de lage vitrine waarin een klein buisje gevuld met een lichtpaarse substantie zich bevindt. Het is het radioactieve preparaat van Marie Curie, de beroemde Poolse natuur- en scheikundige, ontdekker van radium. Het preparaat van Curie is het pronkstuk van de tentoonstelling Verborgen Krachten: Nederlanders op zoek naar energie. Het preparaat is vervoerd in de grote oranje ton die ernaast staat. Gele stickers waarschuwen voor de radioactiviteit. Curie droeg dit zelf, samen met nog een ander radioactief preparaat, gewoon in haar koffer toen ze per trein naar Leiden reisde. Hier voerde ze enkele proefjes uit in het beroemde laboratorium van Kamerlingh Onnes. De gevolgen van radioactiviteit waren nog niet bekend. Een paar stappen terug in de tijd, naar de zeventiende eeuw. De tijd waarin molens voor energie zorgden, aldus het romantische plaatje. De tentoonstelling brengt ons terug naar de realiteit, waarin turf de belangrijkste energievoorziening was. De tentoonstelling zet ook de energiebronnen van nu in Nederland even op een rijtje: de belangrijkste (45 procent van de energievoorziening) is aardgas. Slechts 6
procent van de energie komt van overige bronnen, zoals windenergie. Erg optimistisch over alternatieve energiemogelijkheden stemt dat niet. De jaartallen op de grond leiden langs verschillende periodes met vernieuwingen op het gebied van energie. Een oude, gele benzinepomp met verlichte schelp typeert de twintigste eeuw met de gas- en olieboringen door Shell. Samen met bijvoorbeeld de grote, uit plaatjes metaal opgebouwde batterij uit 1800 maakt dit de tentoongestelde apparaten tastbaar: zo is het dus begonnen. Een leuke extra zijn de wielen waar je aan moet draaien zodat de materialen die je wilt bekijken, oplichten. En dan zijn we terug bij Madame Curie. 2011 is het jaar van de Chemie omdat Curie honderd jaar geleden haar tweede Nobelprijs won. Ondanks haar twee Nobelprijzen is een belangrijke reden voor haar bekendheid haar vrouw-zijn en haar levensverhaal, geïllustreerd door een kleine foto-expositie in het Anatomisch Theater. Het zijn ook vooral de verhalen die de tentoonstelling boeiend maken. Curie kon in het door de Russen bezette Polen niet naar school. Binnen de familie was ook geen geld voor verdere studie. Daarom sloot ze een deal met haar zus: Curie zou eerst werken om haar zus van geld te voorzien tijdens haar studie, daarna zou haar zus hetzelfde voor haar doen. Zo kwam Curie uiteindelijk in Parijs aan de universiteit terecht. Ze trouwde met Pierre Curie, met wie ze haar eerste Nobelprijs won. Hij stierf door een verkeersongeluk op jonge leeftijd. Curie zelf stierf op latere leeftijd aan leukemie, vermoedelijk veroorzaakt door het werk wat ze deed. Verborgen krachten, Nederlanders op zoek naar energie Museum Boerhaave t/m 18 maart 2012, gratis voor studenten
IN CASA Persian Night Vr 7 okt 21.00 u €15,LEIDSE SCHOUWBURG Dansmusical The Wild Party Za 8 okt 20.15 u LAKTHEATER Jubileumviering, met o.a. muziek van The sadists en stand-up filosofie van Laura van Dolron Za 8 okt 20.30 u v.a. €14,50 Tim Knol en Anne Soldaat, benefietvoorstelling voor Duchenne-onderzoek Ma 10 okt 20.30 u €20,QBUS Double-Jam Za 8 okt 20.45 u DE BURCHT Burcht Jazz: Amina Figarova Sextet Zo 9 okt 15.00 u €10,- studentenprijs
T H E AT E R
IMPERIUMTHEATER De architect Vr 7 en za 8 okt 20.30 u €8,studentenprijs
DIVERSEN
MUSEUM VOLKENKUNDE Masters of Photography – Iconen van National Geographic t/m 4 dec 2011 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Nieuws uit het Midden-Oosten t/m 31 aug 2012 Sites in the city t/m 19 feb 2012 MUSEUM BOERHAAVE Kwik nagenoeg nul t/m 8 januari 2012 Verborgen krachten: Nederlanders op zoek naar energie 30 sept. t/m mrt 2012 DE LAKENHAL Fer Hakkaart en Frans de Wit t/m 6 nov 2011 SIEBOLDHUIS Hello Kitty - Hello Holland t/m 20 november 2011 HORTUS BOTANICUS Slangenexpo ‘Serpo’ t/m 23 okt WEEK VAN DE DIVERSITEIT, UNIVERSITEITSGEBOUWEN Emancipatie van homoseksuelen Di 11 okt 19.00 u Klein Auditorium, Academiegebouw ‘Religion Connects! religion connects?’ Di 11 okt 19.30 u Ridderzaal, Alexanderstraat 1a Subculturenmodeshow Wo 12 okt 20.30 u Catena Workshop teksten schrijven met Loesje Do 13 okt. 15.00 u, Het Arsenaal
12 Mare · 6 oktober 2011 Kamervragen
00 :05 PM
Vlag gejat = triest
Foto Marc de Haan
‘Wekelijks een zinnig momentje’ Bastiaan Schippers (23), tweedejaars culturele antropologie Huis: Convivium Doedoleith Aantal huisgenoten: 9 Grootte: 21 m2 Prijs: € 325,- inclusief Hoe kom je aan deze kamer? ‘Toen ik over deze kamer op Kamernet las, dacht ik: wat is dit voor sekte? Convivium betekent tafelgezelschap. Ons huis is in het bezit van Stichting Ruimzicht, een christelijke organisatie die woningen goedkoop aanbiedt aan studenten met een christelijke inslag. Het is oorspronkelijk ontstaan uit een internaat voor theologen. De eerste vestigingen van de stichting zaten in Doorn en Doetinchem, in combinatie met Leiden heeft dat tot de naam Doedoleith geleid. Het doel van de stichting is om ons wekelijks te laten samenkomen. Daarbij is er ruimte voor discussie en respect voor het geloof. Het
komt over alsof het allemaal heel strak geregeld is in huis, maar eigenlijk is het heel gezellig.’ Wat doen jullie dan? ‘Iedere dinsdagavond hebben we ZIMO, een zinnig momentje. Telkens bereidt een andere huisgenoot dit voor. Het kan variëren van een theologische discussie tot Capture the flag hier op het grasveld aan de overkant van de singel. Op een gegeven moment hadden we de hele maand achter elkaar theologische discussies op dinsdag, dat werd wel veel. We willen elkaar ook persoonlijk beter leren kennen. Het hoeft dan niet altijd over het geloof te gaan.’ Jullie zijn allemaal christelijk? ‘Eén jongen is atheïst. Hij heeft wel een alfacursus gedaan, dat is een soort beginnerscursus over het christendom. Hij
hoeft niet te gaan geloven, maar we willen wel mensen in huis die in het geloof geïnteresseerd zijn. Als er een persoon deelneemt die er niks mee heeft, dan blijft de discussie op een ander niveau. Dat is niet het doel van het huis. Je wilt ergens heen groeien.’ Waarom ben je hier komen wonen? ‘Ik wilde een actief huisleven, maar ik ben ook christelijk opgevoed. Als je in een studentenstad woont, moet je je vaak verantwoorden voor je geloof tegenover niet-gelovigen. Er zijn zat niet-christenen die je kunnen vertellen hoe het volgens hen wel zit. Dan is het fijn dat je een huis hebt dat er hetzelfde over denkt als jij.’ Hebben jullie huisactiviteiten? ‘Wat huisleven betreft verschillen we niet veel van andere studentenhuizen. We
staan bekend als roemrucht huis. We zijn weliswaar christelijk, maar schuwen feestjes niet. We sturen altijd een brief naar de buurtbewoners. Eén keer hebben we dat niet gedaan. Net toen we een huisgenoot de singel in wilden gooien stond er ineens een politieman met een zaklamp achter ons. We hebben toen een gele kaart gekregen. Dat betekent: een half jaar geen feestjes. ‘Met de buren kunnen we het trouwens wel goed vinden. Ze kennen ons allemaal. Mensen die niet uit de buurt komen, wandelen hier ook vaak langs. Je ziet ze denken: wat een mooi huis. Vervolgens kijken ze naar de troep in de tuin, dan zie je ze misprijzend hun hoofd schudden.’ DOOR HARMKE BERGHUIS
Op drie oktober zou ik het liefste de stad uitvluchten. Helaas is er geen ontkomen aan, want duurde drie oktober vorig jaar nog drie dagen, dit jaar waren het al vier dagen en volgend jaar is het zelfs vijf dagen ‘feest’. Onder sociale druk gaf ik me dus over aan de flauwe smaak van hutspot. We bleven wat langer hangen, want de drie oktober-App weigerde dienst en zonder weet je natuurlijk niet waar het leuk is. De App maakte plaats voor drankspelletjes en duikbootjes, waarbij gevulde jeneverglaasjes werden afgezonken in het bier. Ik legde alle stappen van dit proces nauwkeurig vast op camera, om vervolgens in te zoomen op de vertrokken gezichten van de helden die zich waagden aan een kopstootje. Ineens hadden we nog anderhalf uur tot het vuurwerk begon, dus we vertrokken naar de stad. In principe gaat dit elk jaar hetzelfde. Binnen drie minuten is iedereen elkaar kwijt, waardoor je vrienden veranderen in wandelende mobieltjes. Ondertussen lopen we eindeloos heen en weer op zoek naar betere muziek, die nooit gevonden wordt. Dronken vijftigers rijen schaamteloos tegen je aan. Dit moet je goed vinden onder het mom van: ‘Op drie oktober vieren de Leienaren en studenten sámen feest.’ Dit jaar was geen uitzondering. In een kroeg keek ik vol verbazing naar een dronken vrouw die op handen en voeten over de vloer kroop om haar gevallen sigaret op te rapen. Uiteindelijk kreeg ze het peukje te pakken, en terwijl haar jurk omhoog kroop en wij naar haar blote billen staarden, hezen drie mannen haar weer overeind. Buiten was de groeiende laag plastic bekertjes stille getuige van wat ik eigenlijk al wist: iedereen was te dronken en ik was te nuchter. Door de stegen liepen we naar de Poort, de urinestank probeerde ik te negeren. Tegenwoordig doet vuurwerk me denken aan China. Daar sierden bij ieder klein feestje vurige vonken de lucht. Tijdens het maanfeest staarde ik naar de donkere hemel en er waren zoveel gekleurde vuurballen dat ik me overvallen voelde. Ik was omringd door duizenden Chinezen, maar kon het met niemand delen. Vorig jaar tijdens het drie oktober vuurwerk liepen ineens de tranen over mijn wangen. Iedereen begon me troosten, terwijl ik niet eens wist waarom ik huilde. Ik denk dat ik gelukkig was. Dit jaar werden de eerste knallen begeleid door Efteling-muziek. Waarschijnlijk hadden de organisatoren de zoektermen: ‘lyric, rood, wit, blauw’ gegoogled, waardoor ‘Vandaag is rood’ van Marco Borsato het vuurwerk vergezelde. Het was bijster origineel. Als hij zong: ‘Vandaag is rood’ kwam er rood vuurwerk tevoorschijn. Armstrongs ‘I see trees of green, red roses too’ leverde een al even origineel resultaat op. Gedesillusioneerd vertrok ik naar huis. Aan een van de vlaggenstokken van de buren wapperde een grote doek met de tekst: ‘Vlag gejat = triest’. Gelukkig resulteerde drie oktober nog in enige creativiteit. PETRA MEIJER
Bandirah