27 november 2014 38ste Jaargang • nr. 12
‘Poetin heeft Fjodortrekjes’ Pagina 11
‘Als ik opsta, ga ik eerst kijken hoe het met mijn worsten is’
‘Zonder vangst, geen bezoek.’ Op pad met De Verenigingsverzamelaar
Het beeld van het Downsyndroom is veel te rooskleurig, aldus arts
Pagina 3
Pagina 6 en 7
Pagina 9
Grijpen studenten de macht? De vergeten passage uit de leenstelselwet: meer invloed voor medezeggenschap Het kwam nauwelijks aan bod in discussies over het leenstelsel, maar het staat wel degelijk in de kleine lettertjes: omdat de studenten voortaan hun eigen studie betalen, mogen ze ook bepalen hoe dat geld wordt besteed. Hoe gaat die nieuwe medezeggenschap er straks uitzien? Wat gaat er veranderen? Studenten en medewerkers krijgen als het aan minister van Onderwijs Jet Bussemaker ligt meer invloed op de koers die universiteit vaart. De Wet Studievoorschot maakt een einde aan de basisbeurs en de minister wil het geld dat vrijkomt investeren in het hoger onderwijs. De medezeggenschap moet er mede voor zorgen dat de uitgespaard stufi-euro’s op de juiste plek terechtkomen. Studenten en medewerkers krijgen daarom op een aantal punten instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting, in plaats van het huidige adviesrecht dat bestuurders – als het negatief is – naast zich neer kunnen leggen. ‘Daarbij dient aandacht te worden besteed aan de beoogde verdeling van de middelen over de beleidsterreinen onderwijs, onderzoek, huisvesting en beheer, investeringen en personeel’, staat er in de toelichting van het wetsvoorstel. De universiteit kan er zelf voor kiezen om het instemmingsrecht te betrekken op meer onderwerpen. ‘Het is van belang dat de medezeggenschap op hoofdlijnen instemmingsrecht krijgt, en niet over de gehele begroting’, zegt Karl Dittrich, voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU. ‘Als de medezeggenschap instemmingsrecht zou krijgen over alle financiële details hadden we ons verzet. Het college van bestuur bepaalt de precieze verdeling van de financiën. En dat blijft zo als het studievoorschot wordt ingevoerd.’
Om bestuurlijke chaos te voorkomen stelt de minister meer beperkingen aan het instemmingsrecht. De universiteit blijft de salarissen betalen en al eerder vastgelegde uitgaven en investeringen worden niet ineens geschrapt. In het wetsvoorstel wordt slechts de term ‘medezeggenschap’ gebruikt. Het is onduidelijk of ook de
te breiden naar de faculteits- en dienstraden.’
faculteits- en dienstraden instemmingsrecht op de begroting krijgen. Volgens Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66), de grote voorvechter van het instemmingsrecht, is dat wel mogelijk. ‘Het is aan de universiteit zelf om het uit
Het is de vurige wens van D66 en Bussemaker heeft deze partij nodig om het leenstelsel door de Eerste Kamer te loodsen. ‘Universiteiten verantwoorden zich voor hun keuzes vooral bij het ministerie’, zegt Van Meenen. ‘Daar wil ik vanaf: de
Waarom komt dat instemmingsrecht er eigenlijk?
verantwoordelijkheid ligt op de eerste plaats bij de studenten, vervolgens bij de medewerkers en dan bij de organisaties rond de universiteit. Het ministerie volgt als laatste in dat rijtje. De universiteiten zorgen er zelf voor dat de financiële middelen op de goede plaats komen, maar dat kan alleen maar als de medezeggenschap
meebeslist. Ik wil juist niet dat Den Haag dat doet.’ Hoe gaat dat in Leiden? ‘De universiteitsraad krijgt meer te zeggen’, zegt Janna Vermolen van studentenpartij SGL. ‘De begroting
is het belangrijkste document van het jaar’, zegt Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS. ‘Als je daar instemmingsrecht op krijgt, is dat een duidelijk signaal dat het college ons nog serieuzer moet nemen. Het tegenhouden van een begroting, wil het college te allen tijde voorkomen.’ ‘De raad wordt zwaarder’, zegt ook Gwen Wolters van personeelspartij Universitair Belang. Sander van Diepen van studentenpartij BeP vindt dat de invloed van de medezeggenschap nog flink mag toenemen: ‘Het is een stap in de goede richting. Wat mij betreft krijgt de raad instemmingsrecht op alle belangrijke besluiten van het college.’ Joost Augusteijn van personeelspartij Abvakabo tempert het enthousiasme enigszins. ‘In de praktijk verwacht ik weinig verandering. Ik wil het geen wassen neus noemen, want het college moet beter zijn best doen om de raad mee te krijgen. Maar het college blijft de nodige vrijheid behouden over waar de raad nu precies mee in kan stemmen.’ Er bestaat een reguliere procedure voor geschillen over medezeggenschap, met een bemiddelende rol voor de Raad van Toezicht en een procedure bij de landelijke geschillencommissie en beroep bij de Ondernemingskamer. ‘Er komt nu een speciale regeling voor het geval dat het geschil niet beslecht is voor het nieuwe financiële jaar. Er moet uiteindelijk een overeenkomst komen tussen raad en college. Dat is bij het huidige adviesrecht niet zo.’ Hoe de Leidse universiteit de medezeggenschap wil hervormen, wil het college van bestuur nog niet zeggen. ‘Het college wil dit eerst bespreken met de universiteitsraad’, laat universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke weten. Is er ook kritiek op het voorstel? De Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering, laat niets heel van het plan. VB > Verder lezen op pagina 8
LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 11 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 27 november 2014 Geen commentaar
Game of Science Door Bart Braun Eigenlijk was het maar één zinnetje in de honderd pagina’s
tellende visie op wetenschap van Dekker en Bussemaker (zie pagina 4). ‘Wetenschappers, universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven gaan samen met maatschappelijke organisaties en betrokken burgers (…) de thema’s bepalen waar de wetenschap zich de komende jaren op moet gaan richten.’ Er stond nog veel meer en veel meer interessants in dat plan, maar NRC
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Illustratie Michiel Walrave
Handelsblad plukte het woordje ‘burgers’ eruit en zette het op de voorpagina. Op Twitter was te zien hoe wetenschappers daarover dachten. Dat onder het huidige beleid niet burgers én bedrijfsleven, maar alleen het bedrijfsleven aan tafel zit, leek iedereen te zijn vergeten. Dat de betrokken burgers in patiëntenverenigingen zinnige suggesties doen over welk onderzoek er van collectebusgeld moet worden gedaan, wist men waarschijnlijk überhaupt niet. De suggestie dat de burger dat ook zou kunnen doen voor hun eigen tak van wetenschap, was blijkbaar ronduit beledigend. Burgers? Gad-ver-damme! Welnu, beste wetenschappers: jullie hebben vette pech. Die burgers betalen namelijk voor jullie onderzoek. De tijd dat wetenschappers in hun ivoren toren volledig hun eigen interesses mochten volgen, is voorbij. Er moet ook opgemerkt dat het merendeel van die goede ouwe tijd de onderzoekers in kwestie dat niet van gemeenschapsgeld deden. Het idee dat het grote publiek niet geïnteresseerd is in wetenschap, is ook een waandenkbeeld dat alleen op de redactieburelen van het NOS Journaal nog leeft. De natuurkundehumor van XKCDboek What If? piekte dit jaar op nummer één in alle boekverkooplijstjes. In Amerika werd Cosmos, waarin astronoom Neil Degrasse Tyson vertelde over zwarte gaten en de relativiteitstheorie, prime time uitgezonden. Het geweld en de tieten van Game of Thrones konden er nog tegenop. Nog net. De landing van een robotje op een komeet, later dat jaar, was wel stukken populairder dan de glimmende reet van Kim Kardashian. Wetenschap is cool, weet u nog? Daarom bent u het zelf gaan doen. Het publiek vindt dat ook. Het is maar al te makkelijk om neerbuigend te doen over ‘de burger’, die gezichtsloze eikel die files veroorzaakt en belasting ontduikt. “Sorry Ab Osterhaus, maar je hebt niet de X-factor”, dat soort werk. Het is echter diezelfde burger die zijn smartphone tevoorschijn haalt om mee toen aan een experiment om fijnstof te meten. Het zijn diezelfde burgers die jullie populair-wetenschappelijke boeken kopen. En het zijn de burgers die – ook in deze skere tijden – graag zien dat hun belastinggeld naar jullie gaat. Geef die burgers eerst eens een kans, voordat we besluiten dat ze niets kunnen bijdragen. Als het niet werkt, houden we er weer mee op. Een experiment, heet dat. Want, je weet wel: wetenschap.
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl
Column
Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Gabe Kramer (stagiair) gabekramermare@gmail.com Medewerkers
Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving M-space Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Deze shit gaat viral Hoe ver studentensteden ook van elkaar af liggen, het is slechts een klein wereldje. Misschien zelfs wel te vergelijken met het kleine dorpje tussen de Scheldes waar ik opgroeide; waar je de mensen op straat groette en wist wanneer de melkman verder dan de drempel van de voordeur was gekomen. Ons kent ons. Uiteraard ontzettend gezellig maar net zoals je fiets, is je geheim nergens veilig. Of zoals studenten het zeggen: ‘Deze shit gaat viral.’ Zo is ook geen enkele studentenmisstand binnen de eigen stadsmuren te houden. Kennen we bijvoorbeeld Drolbert en Van Gelder nog? Bij diegenen die nog niet langer dan drie jaar studeren gaat er wellicht geen belletje rinkelen, maar het epos van de Augustijn die alleen maar chillheid wilde was een ware sensatie in 2011. Niet alleen wist heel Leiden hoe deze overduidelijke gefrustreerde man tegen vrouwen aankeek en ondanks zijn hoogdravend spreken de regels van de Nederlandse taal niet in de vingers had, maar ging het verhaal elke studentenstad in Nederland door. Man, zelfs op de Zuid-As klonk zijn naam. Of Hester B., een reünist van Vindicat (aankomstjaar 1993), die bij de opening van het nieuwe pand besloot om het bed in te duiken met een gast uit aankomstjaar 2012. Groningen ligt niet eens om de hoek, maar dankzij corporale connecties werden we binnen zeer aanzienlijke tijd getrakteerd op foto’s van een tongende cougar, gevolgd door een familiefoto plus een Linked-In & Facebookprofiel! Studenten smullen van spanning en sensatie en vooral van tastbaarheid. Er hoeft maar één foto of video op te duiken waar tieten of piemels op te zien zijn en er ontstaat een heuse heksenjacht. We willen weten wie je bent, waar je studeert en vooral of we je op de een of andere manier
kennen. En daarna Whatsappen we al het beeldmateriaal en de bijbehorende informatie vrolijk door naar onze vrinden in een andere stad, want iedereen moet kunnen meegenieten. Voordat jij je moepsie hebt kunnen bellen met de mededeling dat het studentenhuis waarin je vader vorige maand nog je hele kamer en de keuken heeft opgeknapt toch niet echt je ding is, is heel Leiden al op de hoogte dat je niet op vrijwillige basis bent vertrokken en waarom. En die ene leuke avond waarvan je niet zeker meer weet of je echt op de plee van die ene kroeg hebt gecopuleerd? Wij weten het wel. En we hebben de beelden. Eigenlijk is de Leidse en daarmee nationale studententamtam een nog barbaarser iets dan de Privé en gelijken, maar daarnaast fungeert dit roddelcircuit ook als een plaatselijk luchtalarm. Zo weten we sinds deze week dat het nu niet de beste tijd is om geen rubbertje te gebruiken omdat een zeker corporaal persoon zijn jongeheer en bijbehorende chlamydia niet bij zich kon houden. Volgens de Leidse tamtam zal de GGD zeker 50 personen een antibioticakuurtje moeten voorschrijven. Oeps. Gelukkig voor bovenstaande dames kan er een pillenkuurtje tegenaan geknald worden en kunnen zij weer anoniem en chlamydialoos door het leven. Maar voor diegenen die onderdeel waren van een succesvolle heksenjacht ligt een iets bekender leven in het verschiet. Laatst zag ik zomaar een Van Gelder in het wild. Ik moest grinniken, maar hield mijn mond. Van een terrasje verder klonk het hard ‘Chillheid!’ Esha Metiary Student geschiedenis
27 november 2014 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Geen papieren, wel enthousiasme
Conservatieve moslimfeministes
Sterrenkijker bouwen werd een carrière van een halve eeuw
David Kloos, postdoc bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) geeft vandaag een lezing over vrouwelijk islamitisch leiderschap in Indonesië.
Jan Meijvogel (77) werkt maandag 50 jaar bij de Leidse universiteit. ‘Men keek indertijd niet zo naar papieren.’ Door Bart Braun ‘Het begon in 1964, toen ik een eigen sterrenkijker probeerde te bouwen. Dat lukte niet, en zo kwam ik terecht bij de Leidse Sterrewacht, waar ik vroeg of ze wilden helpen. Dat wilden ze wel. Ze vonden me zelfs zo enthousiast dat ze me te werk wilden stellen. Men keek toen niet zo naar papieren, maar naar enthousiasme, en of je binnen het team paste. ‘Dus werd ik samen met mijn vrouw uitgenodigd bij professor Oort thuis, voor een gesprek met hem en zijn collega’s. Blijkbaar viel ik in de smaak, want ik kreeg de baan. Oort zei wel dat ik nu sterrenkunde moest gaan studeren. Dat was moeilijk, want ik had tot die tijd altijd gevaren, en daar heb je geen hogere wiskunde voor nodig. “Geen probleem”, zei Oort: “Schuif gewoon aan bij de colleges van professor Oosterhoff, en alles wat je oppikt is mooi meegenomen.” Ik moest vooral de popularisering gaan doen. Lezingen geven in het zaaltje van de Sterrewacht, en als het een heldere nacht was, keken we door de sterrenkijkers. Ik heb zo wel duizenden mensen voor me gehad. ‘Na een jaar of vijfentwintig ben ik weggegaan, en voor biologie gaan werken, als hoofd van de civiele dienst. Ik deed daar alles wat geen onderzoek of onderwijs was, van inkoop tot recepties regelen. Dat heb ik tot mijn veertigste dienstjaar gedaan. De lezingen over sterrenkunde geef ik nog steeds. Daar zijn ook lezingen over orchideeën en paddenstoelen bij gekomen, want ik ben nu nog steeds als gastmedewerker verbonden aan de hortus botanicus. Daardoor werk ik op 1
U stelt dat islamitisch leiderschap meestal met mannen geassocieerd wordt. Waarom? En is dat in de Westerse wereld niet ook zo? ‘Ja, maar in de islamitische wereld is dat misschien nog wel sterker het geval. Op tv zien we altijd bebaarde moefti’s en mannelijke imams. Er zit echter een verschil tussen beeldvorming en de werkelijkheid. Als we verder kijken dan ritueel leiderschap blijken er, zowel binnen als buiten instituties, wel degelijk allerlei vormen van vrouwelijk islamitisch leiderschap te bestaan.’ Welke leidersrollen vervullen vrouwen binnen de islam zoal? ‘In Indonesië, waar ik onderzoek heb gedaan, zijn vrouwen actief als religieuze leraren, predikers, rechters in islamitische rechtbanken en binnen islamitische politieke partijen. De vrouwen die zichtbaar opkomen voor vrouwenrechten zijn meestal afkomstig uit de hoogopgeleide, seculiere middenklasse. Maar er zijn ook vrouwen die zich in een meer conservatieve religieuze omgeving inzetten voor vrouwenrechten. Dat is voor ons alleen minder zichtbaar.’ Jan Meijvogel: ‘Als ik bezig ben, voel ik me nog steeds achttien.’ december vijftig jaar voor de Universiteit Leiden. ‘In de hortus fotografeer ik vooral orchideeën. Onderzoekers halen ze uit de meest exotische bestemmingen: Costa Rica, Indonesië, Papoea Nieuw Guinea. In de kassen van de hortus worden ze verzorgd en vertroeteld, en dan bloeien ze één keer. Dan zet ik ze snel op de foto, om vast te leggen hoe de bloem eruit ziet.
Soms gaat het dan om soorten die in het wild al zijn uitgestorven. ‘De planten zelf ken ik niet. Ik fotografeer ze, en ik krijg van de mensen hier de namen. Met paddenstoelen is dat andersom. Daar zijn mijn vrouw en ik specialisten in; tweeduizend soorten zijn geen probleem. Mijn eerste echte foto – los van wat kiekjes van mijn familie – was van een paddenstoel. Ik weet het
Foto Taco van der Eb
nog goed: het was een Echte honingzwam, op een begraafplaats in Parijs. Tegenwoordig richt ik me vooral op de lekkere kleine soorten. Sommige daarvan zijn elke dag anders, dus je moet echt geduld hebben om ze op hun mooist te fotograferen. ‘Ik ga gewoon door met foto’s maken en lezingen geven. Dinsdag geef ik er eentje in Haarlem. Als ik bezig ben, voel ik me nog steeds achttien.’
Frutti di Mare
‘Vroeger gebruikte ik een kitspuit’ ‘Bij de slager kun je het gratis laten snijden, maar ik doe het liever zelf.’ David Louwrier (30, PhD Kunst en Wetenschap) legt een enorme schouderkarbonade op het aanrecht en hakt het in stukken. ‘Een groot stuk vlees is ook hygiënischer, op elk snijvlak komen bacteriën.’ In zijn vrije tijd maakt Louwrier worsten. Pittige chorizo’s, lange fuets, Italiaanse venkelsalami: op verjaardagen is hij een graag geziene gast. ‘Ik kreeg het boek Over worst van mijn vriendin, toen ben ik aan de slag gegaan. Afgelopen zomer heb ik niet veel worst gemaakt omdat de luchtvochtigheid te hoog was, maar nu is het worstenseizoen weer begonnen.’ De maalmachine komt tevoorschijn. Naast de karbonade gaat er ook rugvet van een varken in. Aan de onderkant verschijnen dikke slierten wit vet. Nog geen tien minuten later heeft Louwrier een flinke kom vol vleesbrij. Vandaag maakt hij chorizoworsten. ‘In droge worst gaan alleen droge ingrediënten. Gerookt paprikapoeder, knoflookpoeder, oregano, gedroogde chilipepers…’ Hij loopt naar de andere kant van de kamer en rommelt in een gereedschapskist. Met een boormachine komt hij de keuken weer in. Hij schroeft de pepermolen open en zet de boormachine erop. ‘Als je vijftien gram peper met de hand moet malen ben je wel even bezig.’ Door Petra Meijer
Tussendoor ontsmet hij het aanrecht met spiritus. ‘Het is belangrijk om de bacteriën te kweken die je wilt hebben, en de rest buiten te houden.’ Daarom gaat er een flinke scheut yoghurt door het vlees heen. ‘Melkzuurbacteriën brengen de pH-waarde omlaag, dat houdt andere bacteriën tegen. Het ergste wat er kan gebeuren is dat je botulisme in de worst krijgt, daarom doe ik er nitrietzout door.’
Hij benadrukt dat er nog nooit een worst mislukt is. ‘Nou, ken je die ballonhondjes? Ik heb wel eens geprobeerd om van worst een ballonhondje te maken, maar die werd niet goed droog.’ Op de keukentafel staat een vervaarlijk uitziende machine van roestvrijstaal met de tekst ‘Keep hands away from moving parts and cutting blades.’ Louwrier pakt een potje uit de koelkast. De
Promovendus David Louwrier: ‘In het worstenseizoen kom ik wat enthousiaster mijn bed uit.’ Foto: Taco van der Eb
wikkel heeft het over speculoospasta, maar in het potje drijven darmen. ‘Ze zijn gelukkig al schoongemaakt. Soms stinken ze nog naar mest. Dan spoel ik ze extra uit.’ Hij doet een varkensdarm om de worstenvulmachine en vult hem langzaam met het vleesmengsel. ‘Een machine is wel handig, vroeger gebruikte ik een kitspuit.’ Als de worsten gevuld zijn laat hij de ‘worstenkamer’ zien. Het rariteitenkabinet bevat beesten op sterk water, een collectie eieren, een opzette mol, een zwijnenhuid en een houten plank waar een gemummificeerde kat op is gespijkerd. Daarnaast staat de fermentatie- en worstendroogkast. ‘Het is eigenlijk een tweedehands koelkast van vijftien euro. Ik heb er gaten in geboord en ventilatoren uit een oude computer ingezet.’ Met terrariumspullen – in de huiskamer heeft hij twee gekko’s - houdt Louwrier de temperatuur en luchtvochtigheid nauwlettend in de gaten. ‘Eerst moeten de worsten fermenteren. Dan gaan ze in de rookton om te voorkomen dat de schimmels van de Franse worsten overlopen. Tot slot moeten ze twee maanden drogen. Ik kom tegenwoordig wat enthousiaster mijn bed uit, dan ga ik eerst even kijken hoe het met mijn worsten is.’ Hij denkt even na. ‘Het lijkt me wel leuk om zelf ooit een varkentje te hebben en daar worst van te maken.’
Wat doen deze vrouwen en hoe oefenen zij invloed uit? ‘In Atjeh heb ik verschillende vrouwelijke ulama’s geïnterviewd over hun leven, hun werk en hun ideeën over de positie van vrouwen in de islam. Ulama’s zijn schriftgeleerden met een hoge status. Ze werken in een conservatieve, traditionele omgeving, en hun religieuze denkbeelden zijn niet progressiever dan die van hun mannelijke collega’s. Zo zijn de meesten niet tegen de invoering van de sharia in Atjeh.’ Niet meteen een omgeving waar je veel feministen verwacht. ‘Zo zouden ze zichzelf ook niet noemen. Maar sommige van deze vrouwelijke ulama’s zien zichzelf wel degelijk als onderdeel van de vrouwenrechtenbeweging. Volgens hen staat de islam vrouwen niet in de weg om een belangrijke positie te bekleden, dat zien ze eerder als een gevolg van de lokale politieke cultuur. ‘Ze leven in een conservatieve omgeving, maar ze zijn ook kritisch op de manier waarop de sharia werd ingevoerd: deze lijkt vooral vrouwen en niet mannen te raken. Ze geven onderwijs, maar tegelijkertijd roepen ze meisjes op om daarnaast ook andere zaken te bestuderen, bijvoorbeeld economie of natuurkunde aan de universiteit. Ze willen dat jonge meisjes sterk zijn en hun wereld vergroten. Op die manier hebben ze toch veel invloed.’ Kwamen er verder nog opvallende dingen uit de interviews naar voren? ‘Twee van de vrouwen die ik heb gesproken, waren bijzonder activistisch ingesteld. Zij waren geen schriftgeleerde geworden omdat ze uit een religieuze familie kwamen, of omdat ze op jonge leeftijd ineens een openbaring hadden gehad. Ze kozen ervoor omdat ze ertoe wilden doen, iets te zeggen hadden en een publieke rol wilden vervullen. Door middel van religieus onderwijs kunnen mensen uit lagere klassen ook kennis en gezag verkrijgen. De islam was voor deze vrouwen dé manier om invloed uit te oefenen binnen hun gemeenschap. Ze zijn daardoor ook een voorbeeld voor andere vrouwen.’ PM Female Islamic leadership in Indonesia Studium Generale Universiteitsbibliotheek do 27 nov, 19.30 – 21.00 u, toegang gratis
4 Mare · 27 november 2014 Nieuws
Quintusfonds Gisteravond was de lancering van het Quintusfonds: een fonds dat financiële ondersteuning geeft aan Quinten met ideeën en initiatieven die in het teken staan van onderwijs, cultuur en wetenschap. ‘Het idee is een beetje afgekeken van het LUF en Minerva. Een aanvraag bij het LUF kunnen alle studenten doen, het fonds is bedoeld om Quinten meer kans te geven’, aldus Quintussecretaris Nienke Bootsma. ‘Niet alleen Quinten individueel kunnen een aanvraag doen, maar bijvoorbeeld ook commissies. Het fonds is pas net gelanceerd, maar we hopen aan het eind van het jaar zo’n dertig aanvragen te hebben kunnen financieren. Elke aanvraag moet voldoen aan de zogenaamde ANBI-eisen. Dat houdt in dat het moet gaan om een cultuur-, studie- of onderwijsproject dat voor minstens negentig procent het algemeen belang dient.’
Minder accreditaties in België In Vlaanderen gaan hoger onderwijsinstellingen de kwaliteit van hun eigen opleidingen bewaken. Dat melden Belgische dagbladen. De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), die in Nederland en Vlaanderen individuele opleidingen van hogescholen en universiteiten keurt, zal daar voortaan complete instellingen gaan accrediteren. Slechts steekproefsgewijs worden individuele opleidingen getoetst. Vlaamse universiteiten en hogescholen zijn blij met de veranderingen, omdat de visitaties veel tijd kostten. Daar staat tegenover dat de instellingsaccreditatie zwaarder zal zijn dan de eerdere instellingstoetsen, omdat hoger onderwijsinstellingen moeten aantonen dat zij de onderwijskwaliteit binnen de verschillende opleidingen kunnen garanderen.
Geld moet naar nuttig onderzoek Minister en staatssecretaris presenteren ‘Wetenschapsvisie’ Dinsdag presenteerden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker hun Wetenschapsvisie 2025. De Wetenschapsvisie is een document dat vertelt hoe de Nederlandse wetenschap zich de komende tien jaar moet gaan ontwikkelen, als het aan het Ministerie van Onderwijs ligt.
van kennis voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken of het bijdragen aan maatschappelijke discussies.’ In die gevallen dat er wèl geld valt te verdienen, moeten Technology Transfer Offices – zoals het Leidse LURIS – er vaker voor zorgen dat dat ook echt gebeurt.
Er komt geen geld bij, maar het geld dat er is, wordt gerichter ingezet: het gaat vooral naar onderzoek waar de samenleving wat aan heeft. Ook moeten universiteiten zich duidelijker gaan profileren. De visie telt honderd pagina’s over allerlei aspecten van publiek betaalde wetenschap. Hieronder de belangrijkste punten:
• Alleen maar wetenschap op afroep dus? Mwah. Er staat ook letterlijk: ‘We behouden de financiële ruimte voor ongestuurd, nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek in de eerste geldstroom en in het bijzonder met de Vernieuwingsimpuls en de middelen voor open competitie bij NWO.’
Door Bart Braun
• Er komt een nationale wetenschapsagenda, die bepaalt waar de wetenschap zich vooral op moet gaan richten. Betrokken burgers en bedrijven mogen meepraten over wat er op die agenda komt te staan. In elk geval moet er meer aandacht komen voor kennistoepassing en valorisatie. Valorisatie is niet per se hetzelfde als geld verdienen, benadrukt het plan: ‘Maar ook het benutten
• Wetenschappers worden minder afgerekend op hun publicaties. Ook de bijdrage per afgeronde promotie – bijna een kwart van de eerste geldstroom – heeft een ‘te sturende werking’, en gaat omlaag. Dat geld gaat terug naar de universiteiten, die dat dan moeten besteden aan onderzoek dat in die wetenschapsagenda past. Ze moeten het ook gebruiken om zich nadrukkelijker te profileren ten opzichte van elkaar.
• Er komt vijftig miljoen voor matching. Universiteitskoepel VSNU liet dit jaar voorrekenen dat elke euro extern onderzoeksgeld die binnenkomt, de universiteiten 74 eurocent kost. De onderzoeker zelf wordt betaald met de beurs, maar het gebouw, de personeelsadministratie en de schoonmaker niet. Om daarvoor te compenseren krijg je als wetenschapper straks dus extra geld als je geld krijgt. • De baankansen voor promovendi moeten omhoog. Daarom komt er een ‘promotieakkoord’ met als doel het aantal promovendi in het bedrijfsleven te vergroten. • Elke twee jaar komt er een Balans van de Wetenschap, een analyse van hoe de wetenschap functioneert. • Subsidieverstrekker NWO gaat op de schop. Wetenschappers moeten meer gaan samenwerken met elkaar, bedrijven en maatschappelijke organisaties, en NWO moet daar een leidende rol in gaan spelen. De huidige ‘verkokering’ moet verdwijnen en het
Balen van houten bankjes
De Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW) en verschillende bedrijven gaan samen drie miljoen euro investeren in het project ‘Back to the Roots’. Onder leiding van prof. dr. Raaijmakers onderzoekt een groep biologen hoe micro-organismen de landbouwopbrengst zonder kunstmest en pesticiden kunnen verhogen. Prof. dr. Judi Mesman en dr. Shelley van der Veek krijgen een subsidie van 700.000 euro van onderzoeksorganisatie NWO, voor onderzoek naar het eten van groente door baby’s tijdens de overgang van melk naar vast voedsel. Ook Chemicus Dennis Hetterscheid ontvangt een subsidie: een ERC Starting Grant van maximaal 1,5 miljoen euro. Hij onderzoekt hoe zonlicht met behulp van katalysatoren omgezet kan worden in duurzame energie die op grote schaal te transporteren is.
Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft de Leidse hoogleraar FransWillem Korsten uitgeroepen tot de beste promotor van dit jaar. Korsten, hoogleraar bij de opleiding film- en literatuurwetenschap, werd door zijn huidige promovendi en reeds gepromoveerden genomineerd. De prijs nam hij vorige week in ontvangst tijdens de Nationale PhD Day bij de Faculteit Campus Den Haag. Naast de eer, kreeg Korsten een certificaat en een iPad. De PhD Supervisor Award wordt elk jaar uitgereikt om excellente begeleiders in het zonnetje te zetten.
• Er moet meer particulier geld naar wetenschap – bijvoorbeeld vanuit stichtingen die een bijzondere leerstoel sponsoren. Er komen bijeenkomsten voor wetenschappers en filantropische organisaties die dat moeten bevorderen. • Er moet meer buitenlands onderzoekstalent komen. Daarvoor ‘zijn meer inspanningen nodig’, al lijkt het Ministerie niet te weten wèlke inspanningen dat dan zijn. Meer vaste contracten, ook zeer gewenst bij wetenschappers uit eigen land, zijn blijkbaar geen optie.
Vrijgevig door Anne Frank
Uit een eerder pilot-onderzoek bleek dat jongeren gevoelens van boosheid kregen. Ook dit onderzoek stelde vast dat jongeren na een bezoek aan het museum minder blij en gelukkig zijn, en dat emoties als boosheid en verdriet versterkt worden. Ook werden jongeren vrijgeviger: ze mochten fictief geld en fictieve vrije tijd verdelen tussen zichzelf en een goed doel. Na het bezoek gaven ze meer tijd en geld aan het goede doel, ook als dat goede doel niets met Anne Frank of oorlog te maken had. Momenteel is Van de Groep bezig met data-analyse van een onderzoek. Daarbij wordt op middelbare scholen een documentaire over Anne Frank getoond, waarna ook bij deze groep wordt gekeken naar veranderingen in emotie en empathie. GK
Jonge Akademie
Promotor van het jaar
• Grootschalige onderzoeksfaciliteiten als collecties, supercomputers en telescopen zijn keibelangrijk, vindt het ministerie. Desalniettemin komt er geen extra geld voor. Er komt wel een commissie die moet kijken hoe de bestaande potjes het beste verdeeld kunnen worden.
Studente psychologie Suzanne van de Groep onderzocht hoe een bezoek aan het Anne Frank Huis de emoties van bezoekende jongerenbeïnvloedt.
Subsidies
Hoogleraar pedagogiek Lenneke Alink is benoemd tot lid van de Jonge Akademie, een club voor jonge hoogleraren van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen. Alink doet onderzoek naar kindermishandeling vanuit verschillende disciplines als pedagogiek, psychologie en recht met neurobiologische methoden. Behalve hoogleraar forensische gezinspedagogiek is ze ook bijzonder hoogleraar voorkomen, gevolgen en aanpak kindermishandeling aan de Vrije Universiteit.
bestuur krijgt meer macht. Wetenschappers die beurzen aanvragen, moeten daar straks minder tijd aan kwijt zijn.
Schaduwuniversiteit De faculteit Campus Den Haag heeft een flink tekort aan ruimte en studenten krijgen dan ook regelmatig college in een winkelcentrum, een theater en een kerk. In het godshuis zitten de studenten echter niet erg lekker, bleek vorige week tijdens de faculteitsraadsvergadering. De afgelopen jaren is de Campus Den Haag zo sterk gegroeid dat er niet genoeg facultaire collegezalen zijn om alle studenten op te vangen. Dit probleem is opgelost als in september 2016 de verbouwing van het pand aan de Wijnhaven klaar is en de faculteit er een groot nieuw gebouw bij heeft. ‘We wijken voor colleges uit naar alternatieve locaties. Dat zijn theater Diligentia, de Kloosterkerk en winkelcentrum New Babylon’, zei
raadslid en bestuurskundestudent Fleur van de Gevel tijdens de vergadering. ‘Ik wil graag kwijt dat de Kloosterkerk niet erg geschikt is voor colleges. Het is wel eens voorgekomen dat we vier uur achter elkaar in de kerk zitten op van die houten bankjes. Het galmt er heel erg. Interactie met de docent is heel moeilijk. Dat zorgt ervoor dat er niet echt een professionele sfeer kan ontstaan. Het gaat ook om de positieve uitstraling van de universiteit. College op deze plek doet daar afbreuk aan. Ik zou graag willen dat we geen of zo weinig mogelijk gebruik maken van de Kloosterkerk. ‘Diligentia is nog wel enigszins te doen maar vooral New Babylon heeft onze voorkeur. Dat is een prettige plek om naar uit te wijken. Lekker zittende stoelen en goede
audiovisuele apparatuur. Decaan Jouke de Vries: ‘Als vaker uitwijken naar New Babylon kan, dan heb ik daar geen bezwaar tegen. Maar ik weet niet of dat mogelijk is. Het is een beetje woekeren met de ruimte. Daar hebben we nog mee te maken tot het Wijnhavengebouw klaar is.’ Van de Gevel: ‘Mocht er toch nog gebruik worden gemaakt van de Kloosterkerk dan moeten daar wel goede argumenten voor zijn.’ Directeur bedrijfsvoering Rolf Oosterloo: ‘Vastgoed onderhandelt over de locaties. We hebben zorgvuldig zalen gezocht en getest en daar zijn deze drie plekken uitgekomen. We hebben niet allerlei alternatieven achter de hand. Ik breng de opmerking dat New Babylon zoveel mogelijk gebruikt dient te worden over naar Vastgoed.’ VB
Meer dan tachtig procent van de Nederlandse hoogleraren heeft nevenwerk. Een derde daarvan blijft onvermeld. Dat schrijft De Groene Amsterdammer. Het weekblad spreekt over ‘een forse schaduwuniversiteit’. Naar schatting hebben de bijklussende hoogleraren minsten 17.000 nevenfuncties: gemiddeld vier per hoogleraar. Bovendien zegt 28 procent van de hoogleraren gevallen van belangenverstrengeling te kennen. De journalisten hielden een enquête waarop 750 hoogleraren reageerden, en nog 80 interviews. ‘Het professoraat zelf is voor velen een bijbaan geworden naast werk voor andere organisaties, vaak in het bedrijfsleven. De agenda van de wetenschap wordt dan mede bepaald door andere partijen’, concluderen de journalisten. PM
27 november 2014 · Mare 5 Nieuws
Master African Studies ondermaats Opleiding schiet op veel punten tekort De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) heeft de Leidse masteropleiding African Studies als ‘onvoldoende’ beoordeeld. Op twee van de drie standaarden, de onderwijsleeromgeving en de gerealiseerde eindkwalificaties, scoort de opleiding ondermaats. African Studies is een zogeheten multidisciplinaire master die disciplines uit de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen combineert. Maar de beoordelingscomDoor Petra Meijer
missie van accreditatieorganisatie NVAO ‘meent dat het curriculum geen volledige opleiding African Studies biedt’. Er is onvoldoende aandacht voor culturele antropologie, ontwikkelingseconomie en sociologie, en ook academische vaardigheden komen onvoldoende aan bod, zo stelt de commissie. De scripties omvatten meestal geen sociaalwetenschappelijke disciplines, terwijl dat wel zou moeten. De master trekt bovendien onvoldoende studenten, maar een plan om meer studenten aan te trekken ontbreekt. De NVAO schrijft dat ‘de onderwijsleeromgeving die de mas-
teropleiding African Studies biedt niet aan de eisen voldoet die daaraan gesteld mogen worden’. De begeleiding van studenten schiet bijvoorbeeld te kort. Volgens het rapport is er te weinig zicht op studievertraging, en is niet duidelijk hoe de opleiding hier mee omgaat. De communicatie – tussen docenten onderling en de communicatie naar studenten toe – moet verbeterd worden, en de opleidingscommissie ‘moet haar taken duidelijker definiëren, een visie op het curriculum formuleren en een proactieve houding aannemen’. De beoogde eindkwalificaties werden als enige standaard wel als
voldoende beoordeeld, maar de toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties waren daarentegen ook onvoldoende. De NVAO oordeelde dat het niet duidelijk is hoe beoordelingen tot stand komen: ze worden niet consequent uitgevoerd en duidelijk vastgelegde criteria ontbreken. Tot slot moet de opleiding haar studenten beter voorbereiden op een niet-academische loopbaan. Inmiddels is er een herstelplan geschreven. Het programma wordt ingrijpend herzien, en een deel van de aanpassingen zijn nu al doorgevoerd. ‘Om het interdisciplinaire karakter van de studie te versterken is het curriculum aangepast’, zegt
Daniela Merolla, de voorzitter van het masterprogramma. ‘We hebben een nieuw vak toegevoegd: ‘Economy, Geography and Society in Africa’. Daarnaast is de inhoud van bestaande vakken aangepast’. Volgens Merolla kwamen de studenten wel al in aanraking met veldwerk, maar zullen zij nu allemaal ook stage gaan lopen om hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden er studiepunten verbonden aan het leren schrijven van onderzoeksvoorstellen en de scriptie. Het herstelplan is goedgekeurd en de opleiding krijgt twee jaar de tijd om verbeteringen door te voeren.
Universiteiten sluiten deal Open Access Universiteitskoepel VSNU en wetenschapsuitgever Springer zijn akkoord over Open Access.
Psychologiestudente Ellen Bikker neemt als eerste afgestudeerde plaats op de lezenaar. Foto Marc de Haan
‘Opa hield zijn rug recht’ Rector magnificus Carel Stolker onthulde woensdag een ‘lezenaar’ op de binnenplaats van het Academiegebouw ter ere van de hoogleraren Van Holk, Barge en Cleveringa. Hiermee werd herdacht hoe de drie op 26 november 1940 hun protestredes hielden tegen het ontslag van de joodse hoogleraren. Ook zijn bij de huizen waar de hoogleraren destijds woonden gedenkstenen geplaatst. ‘Mijn grootvader sprak ’s middags zijn protestrede voor het college’, aldus Bart van Holk. ‘Hij deed dat vanuit zijn vakgebied, de theologie. Na de rede vroeg hij om een minuut stilte, om vervolgens het college te beginnen. Dat ging expliciet over Spinoza en de onschatbare joodse bijdrage aan het Nederlandse geestesleven. Alle drie waren significant
bijzondere mannen, die allen vanuit hun eigen positie aan de universiteit een protestrede hielden. Ik ben trots af te stammen van een van de hoogleraren die zijn rug recht hield tegen het beleid van de bezetter.’ Van Holk werd niet, zoals Cleveringa, direct gearresteerd, maar pas in 1942 toen hij een boek over Judas Iskariot publiceerde. ‘Eerst zat hij in de gevangenis in Haren, vanaf 1943 in gijzelaarskamp Sint Michielsgestel. Daar gaven hij en andere gevangenen colleges aan elkaar, uit het hoofd,’ zegt Anna Stenfert Kroese, kleindochter van Van Holk. ‘In het dagboekje dat hij bijhield, gaat hij in op hoe het geloof kan helpen tegenslagen te verwerken en troost te geven. De gesprekken van toen heeft hij later gebruikt in het mede door hem opgerichte Studium Generale in
Leiden.’ Van Holt keerde na de oorlog terug naar Leiden en bleef aan de universiteit verbonden tot 1962. Na de onthullingen bij de woonhuizen sprak Stolker bij de nieuwe lezenaar: ‘Tussen het ophalen van de bul en het ondertekenen in het zweetkamertje komen de studenten hierlangs. Ik hoop op een nieuwe traditie waarbij afgestudeerden bij de lezenaar op de foto gaan. De namen Van Holk, Cleveringa en Barge blijven zo tot in eeuwen die nog komen bewaard’ Daarop betrad Ellen Bikker, net afgestudeerd in de psychologiek, als eerste de lezenaar. Ter ere van de herdenking is een YouTube-filmpje gemaakt waarin rechtendecaan Rick Lawson en hoogleraar klassieke talen Ineke Sluiter uitleg geven over de historische gebeurtenis. GK
‘Ik heb mijn maag leeg gekotst’ Geschiedenisstudent Dave Boone (25) heeft tijdens het WK in Qatar de 100 kilometer uitgelopen in een tijd van 8 uur en 34 minuten. ‘Het was een geweldige race’, zegt Boone. ‘Maar het was ook een helse klus.’
‘Het grootste probleem was de luchtvochtigheid. Over de zestig procent, een echte sluipmoordenaar.’ In eerste instantie wilde Boone de race in minder dan acht uur voltooien. Na veertig kilometer was er nog
geen vuiltje aan de lucht. Maar na 52 kilometer heb ik mijn hele maag leeg gekotst. Ik had het gevoel dat ik was uitgedroogd terwijl ik sloten water en cola dronk. Het was een collectief probleem, de wedstrijd was één groot slagveld. Vooral de Italianen zakten er doorheen. Van vrienden aan de zijlijn hoorde ik achteraf dat het geluid van een overgevende Italiaan door merg en been ging. Uiteindelijk heeft veertig procent van de deelnemers de race moeten verlaten.’
Gelukkig lukte het Boone om zijn maag weer rustig te krijgen. ‘Je lichaam moet weer wat voedsel en vocht opnemen, anders ga je het niet halen. Na het overgeven ben ik overgeschakeld op plan B: de race uitlopen.’ Ik ben blij dat ik de wedstrijd in een redelijke tijd heb uitgelopen. Op de 100 kilometer ben ik nu nummer 72 van alle mannen van de wereld. Het was geweldig om erbij te mogen zijn.’ PM
Wetenschappers publiceren de resultaten van hun onderzoek in vaktijdschriften. Die vakbladen zijn digitaal toegankelijk, maar niet voor iedereen. Normale mensen lopen tegen een paywall aan, en universiteiten betalen miljoenen voor toegang tot de titels die mede door hun eigen personeel volgeschreven worden. De Nederlandse universiteiten en het ministerie van Onderwijs willen af van die situatie. Publicaties moeten Open Access worden, zodat iedereen ze gratis kan lezen. De uitgevers krijgen hun geld in de vorm van publicatiekosten, in plaats van via de verkoop van stukjes en abonnementen. Die overgang naar Open Access is een belangrijke inzet bij de onderhandelingen tussen universiteiten en uitgevers – de zogeheten Big Deals – dit jaar. Eerder liep de Big Deal tussen uitgeverij Elsevier en de VSNU vast, maar die met Springer is wel gelukt. De meer dan tweeduizend Springertitels zijn dus volgend jaar gewoon toegankelijk voor universiteitsmedewerkers. Ook zullen ze keurig meebewegen met het voornemen van het ministerie van Onderwijs om in
tien jaar alle publiek betaalde wetenschap uit Nederland openbaar aan te bieden. ‘Uit de onderhandelingen met Springer blijkt dat er wèl beslissende stappen naar open access gezet kunnen worden’, juicht de VSNU dan ook in haar persbericht. Ook wetenschaps-staatssecretaris Sander Dekker is blij, en spreekt van een stap in de goede richting. ‘Het is belangrijk dat grote uitgevers inzien dat open access de toekomst is van wetenschappelijke publicaties.’ Ondertussen zit de Big Deal met Elsevier nog steeds op slot. Nog meer goed nieuws voor de aanhangers van Open Access: vanaf 2017 moet al het onderzoek dat is betaald door de Bill & Melinda Gates Foundation meteen in Open Accesstijdschriften staan. Openbaarheid met vertraging, zoals Nature en Science dat bijvoorbeeld aanbieden, is niet goed genoeg meer. De extra kosten die dat met zich meebrengt, worden door de stichting betaald. De Nederlandse geldschieter NWO voert in 2015 een vergelijkbare regeling in voor haar subsidies. De Gates Foundation geeft jaarlijks zo’n 724 miljoen euro uit aan haar gezondheidsprogramma’s; het merendeel daarvan gaat naar wetenschappelijk onderzoek. BB
Leidse hulp bij falende ICT In de strijd tegen falende ICTprojecten lanceert de Campus Den Haag komende dinsdag het academisch Agile for Excellence (AE) initiatief. Steeds meer bedrijven en overheidsorganisaties werken op projectbasis, maar dat verloopt soms nog moeizaam. ‘Het draait meer en meer om kennis, in plaats van informatie. Omdat kennis op een natuurlijke manier groeit, laat de wisselwerking binnen allerlei projecten zich lastig voorspellen. Terwijl mensen gewend zijn om te werken met voorspelbare systemen’, verklaart Christoph Johann Stettina, projectleider van het initiatief. Volgens de parlementaire onderzoekscommissie die ICT-overheidsprojecten onder de loep nam, verliest de overheid daardoor bijvoorbeeld jaarlijks een tot vijf miljard euro. Het initiatief hoopt ook bij te dragen aan andere grote ondernemingen, dan alleen ICT-projecten, door middel van onderzoek, advies en onderwijs. Stettina: ‘Dat onderwijs
is niet alleen voor studenten aan de Universiteit Leiden, maar ook voor professionals. We zijn bijvoorbeeld pas naar Londen geweest, waarin we in een managementsspel de processen in een grote organisatie hebben gesimuleerd.’ Ook het informatiemanagement van de Universiteit Leiden wordt al geholpen door het AE-initiatief. ‘Behalve met projectmanagement, het goed uitvoeren van projecten, hebben we ook te maken met portfoliomanagement, het kiezen van de juiste projecten om uit te voeren’, legt hoofd informatiemanagement Jan Willem Brok uit. ‘Dat moeten we afstemmen met de faculteiten en eenheden van de universiteit.’ Een concreet voorbeeld is het instellingsplan van de universiteit, dat door de afdeling informatiemanagement uitgewerkt moet worden tot een informatieplan. ‘De mensen van het AE-initiatief hebben daarbij meegekeken en methodieken en modellen aangeleverd. Wij kregen bruikbaar advies en zij deden vast nuttige ervaring op.’ MVW
6
Mare · 27 november 2014
r p e d j i b t o o h c Op s
Wisselcolumn
Achtergrond
i e L r o o d r e o t p o r a a l e m a z r e v De Verenigings
Franca Treur en zeven andere gastschrijvers hielden vorige week ‘leesclubs’ die de traditionele Verwey-lezing vervingen. Siebe Bluijs, student literary studies, won de bijbehorende schrijfwedstrijd. Foto Marc de Haan
Je kan het of je kan het niet Leren schrijven. In Nederland zijn er amper opleidingen voor. In Amsterdam kan je een cursus volgen aan de Schrijversvakschool, of aan de Rietveldacademie, maar een Master of Fine Arts (MFA) degree, zoals in Amerika, verkrijg je er niet mee. Op academisch niveau zijn er alleen colleges van gastschrijvers, als je al het geluk hebt dat jouw universiteit die aanbiedt. Schrijven, dat studeer je niet, vinden we hier. Je kan het of je kan het niet. Ook ik stond altijd wat sceptisch tegenover schrijfonderwijs. Toegegeven, Joost Zwagerman heeft indertijd (2003) bij zijn Leidse gastcolleges mijn beschrijving geprezen van een duster ‘die de kleur had van te lang gekookte erwten’, en ik leerde voorgoed dat een metafoor origineel moet zijn, en in de sfeer die je wil oproepen, in dit geval spruitjeslucht. Bovendien had hij Revolutionary Road aangeraden, een boek dat me inspireerde om De woongroep te schrijven. Maar een hele schrijfopleiding? Wat als je wel een MFA hebt, maar nog steeds geen uitgever? Dan kan je beter nog maar iets anders hebben gestudeerd. Schrijven leer je wel door te lezen. Sinds ik de afgelopen maanden in Iowa ben geweest, snap ik mijn Amerikaanse collega’s ietsje beter. De universiteit van Iowa City is de eerste ooit die een ‘graduate level Creative writing program’ aanbood, in 1936. Sindsdien bestaan dergelijke programma’s aan tal van voornamelijk Angelsaksische universiteiten. In Amerika zijn er dat er inmiddels al zo’n 300, maar de ‘Iowa Writers Workshop’ is nog steeds de beroemdste. Bekende alumni en (gast)docenten zijn: Robert Penn Warren, John Cheever, Philip Roth, Kurt Vonnegut, Jane Smiley, Marilynne Robinson, Michael Cunningham, Charles d’Ambrosio en noem maar op. Behalve Iowa is ook Columbia (waar Orhan Pamuk onlangs nog doceerde) populair, en Virginia (onder meer door de redacties van de grote literaire tijdschriften daar: Meridian en Virginia Literary Review), en Irvine (met Michael Chabon, wiens masterscriptie The Mysteries of Pittsburgh een bestseller werd). Verder is er nog New York (E.L. Doctorow, Breyten Breytenbach, Zadie Smith, Jonathan Safran Foer) Boston (Elie Wiesel) en Michigan, waar Elizabeth Kostova in 2005 een voorschot van $2 miljoen kreeg voor haar roman The Historian, een jaar nadat ze was afgestudeerd. Onder deze namen zijn veel Pulitzer en Na-
tional Book Award winners, wat de reden is om een MFA als voorwaarde voor Amerikaans schrijfsucces te zien. In Iowa kost een twee-jarige opleiding creative writing (voor een Amerikaan die niet zelf uit Iowa komt) toch al gauw 56.000 dollar exclusief kosten voor levensonderhoud, wat een flinke investering is in je schrijverschap. Toch solliciteren per jaar meer dan 20.000 wannabe-schrijvers naar een plek aan een van de universiteiten, en men signaleert steeds meer “Program hoppers,” mensen die MFA’s én belangrijke connecties verzamelen. Over de kansen op succes voor afgestudeerde schrijvers doet iedereen die ik erover spreek in Iowa vaag, maar er is wel consensus: een opleiding is een noodzakelijke eerste stap. De wereldwijde naamsbekendheid van Iowa City als stad van de literatuur (Unesco City of Literature) hangt samen met het International Writers Program dat elk najaar zo’n dertig schrijvers van over de hele wereld een paar maanden uitnodigt. Ik moet zeggen dat ik er nog nooit van had gehoord totdat ik zelf in mei een mail van de Amerikaanse ambassade kreeg. Misschien omdat Nederland geen universitaire schrijfopleidingen kent. Voor mijn internationale collega’s was hun toelating een droom die uitkwam. Allemaal hadden we in ons eigen land al met succes gepubliceerd. We hielden lezingen en gaven gastcolleges, maar we mochten niet meedoen aan de beroemde schrijfworkshops zelf. Wel aan de Translation workshop, waar we onder meer mijn ultrakorte verhaaltjes op de Achterpagina van NRC hebben vertaald; er heeft zich al een Amerikaanse uitgever voor gemeld. In de workshop was er, heel Amerikaans, enorme competitie om het woord te voeren. Iets wat ik mij van de gastcolleges van Joost Zwagerman ook niet speciaal herinner. FRANCA TREUR Franca Treur (1979) studeerde Nederlands en literatuurwetenschap in Leiden. Met haar debuut Dorsvloer vol confetti (2009) won ze de Selexyz Debuutprijs en de Jan Bruijns-prijs. Dit jaar verscheen zowel de verfilming van dat boek als ook haar tweede roman De woongroep. Treur is een van de acht gastschrijvers die dit jaar colleges geven in Leiden. De anderen zijn: Hanna Bervoets, Nina Polak, Philip Huff, Yannick Dangre, Hassan Bahara, Niña Weijers en Kira Wuck.
Brief
Geen halvering maar groei master In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl Op pagina 4 van Mare 11 (20 november) staat onder de kop ‘Halvering master’ vermeld dat de bestuurskundemaster Management van de Publieke Sector (MPS) dit collegejaar meer dan de helft minder inschrijvingen heeft dan in 20132014; het aantal inschrijvingen zou gedaald zijn van 80 naar 36. Dit bericht is echter onjuist en berust op een misverstand. De master MPS heeft net als de andere masterprogramma’s van bestuurskunde twee instroommomenten: september en februari. In 2013-2014 hadden in totaal 81 studenten zich ingeschreven voor MPS, waarvan er 27 in september begonnen zijn en 54 in februari. Dit collegejaar hebben zich 36 studenten ingeschreven voor september, maar daar komt dus nog de in-
stroom in februari (2015) bij. Het valt nu nog niet te zeggen hoeveel studenten zich voor februari inschrijven, maar in de vorige studiejaren was de februari-instroom voor de master MPS hoger dan in september. We verwachten dan ook dat meer studenten zich zullen inschrijven dan vorig jaar. Dat is ook een bevestiging van de gestage groei van het aantal MPS-studenten, van 40 in 2011/2012 naar 80 in 2013/2014. Prof. dr. Jouke de Vries Decaan Faculteit Campus Den Haag Prof. dr. Kutsal Yesilkagit Wetenschappelijk directeur Instituut Bestuurskunde
‘Verenigingsjongens, daar val ik echt op. Dat halflange haar, die leuke lach.’
Sabine van Holsteijn, beter bekend als De Verenigingsverzamelaar, trekt door het hele land op zoek naar souvenirs van studenten. Vorige maand ging ze viral op Facebook. ‘Iedereen wil met me op de foto.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘In Groningen schijn ik een hele fangroep te hebben’, vertelt Sabine van Holsteijn (20) uit Delft. ‘Ze hebben al zeker tien keer gevraagd: “Wij zijn je fans, wanneer kom je hierheen?”’ De Groningse studenten stuurden alvast stickers, bierviltjes en een fles Beerenburg vooruit voor haar indrukwekkende collectie. Als De Verenigingsverzamelaar ging Van Holsteijn in september en oktober viral op Facebook. ‘Een tijdlang had ik elf likers, toen vijftig, toen vijfhonderd, nu meer dan 2500.’ Ook op de campus van de TU-Delft kan ze niet meer ongestoord zitten. ‘Iedereen wil met me op de foto. Terwijl, ik ben gewoon ik. Ik zie mezelf niet als bijzonder.’ Een aanbod van Man Bijt Hond sloeg ze dan ook af. ‘Dat heeft niets met studenten te maken.’ Vandaag zit ‘Feesttent’ van Kraantje Pappie al de hele ochtend in haar hoofd. ‘Er staat een algemeen bezoek aan Minerva op de planning, en die sociëteit wordt de Tent genoemd, vandaar. Ik mag een lustrumboek ophalen. Tijdens de El Cid hadden ze daar geen tijd voor.’ Vervolgens gaat haar toer langs een Minervahuis, een Augustinushuis en tenslotte de sociëteit van Quintus. Zodra ze het station uitloopt, zingt ze alweer iets anders: ‘Lalala Leiden, here we come!’
We, dat zijn Van Holsteijn en een vriendin, die graag anoniem wil blijven. ‘Ik heb niets met de studentenwereld. Daar wil ik niet in belanden’, is alles wat ze kwijt wil. Ze komt vooral mee om te helpen dragen. ‘En aangezien zij wel studeert, kunnen we samen met korting reizen’, zegt Van Holsteijn. Het begon aan het eind van de zomervakantie van 2007, die een week langer duurde, omdat ze naar de brugklas ging. ‘In de stad zag ik overal mooie vlaggen hangen, die ik begon te fotograferen. Ze bleken van studentenverenigingen te zijn. De OWee was begonnen.’ Oftewel: de Delftse El Cidweek. Haar interesse was gewekt, maar pas twee jaar later keek ze verder dan de vlaggen. ‘Verenigingsjongens, daar val ik echt op. Dat halflange haar, die leuke lach.’ Na vlaggen volgden foto’s met haar idolen en inmiddels heeft ze 172 almanakken. ‘186 als je de dubbele meetelt.’ Ze woont nog bij haar ouders. ‘Al groeit mijn verzameling langzamerhand het huis uit. Behalve een bed en een bureau en een stoel vol restposters en gadgets, staan in mijn kamer almanakkenkast 1 en almanakkenkast 2. Een derde staat buiten mijn kamer, net als een kledingkast waarin ik verenigingenshirts bewaar.’ Delft is al lang te klein voor De Verenigingsverzamelaar. ‘In 2011 ging ik nationaal.’ Telkens met een grote rugzak om te vullen, haar fototoestel en haar El Cid-2013-schoudertas. ‘Zonder vangst, geen bezoek. Dat weten vrienden in andere steden ook. Soms, als ik er dan toch ben, loop ik wel een rondje. Behalve als het boutweer is, of als ik in Rotterdam
ben. Die stad vin verenigingen dan heb, ben ik weg.’ Een keer liep ze week. ‘De El Cid, studeren aan de daar bleek ik hel Met het leenstelse andere studie er n een MBO4-diplom maar voorlopig w supermarkt. ‘Liev knutselen en voor welijks banen in t heb een geweldige Een paar minu bij Minerva. De niemand te beke terwijl ze de bre is toch het grote blijft buiten wach ‘Leuk je te on Aimée Peterse, te boekjes, een waa lustrum overhand verzamelaars zijn is de eerste.’ Van uniek.’ De lustru Om half een, wan gepland stond, sta cies zoals ik Min tig.’ Ze baalt van die vlag is superm die van SSR Leide Op haar websit ning van haar be van items die no
27 november 2014 · Mare
reses
iden
nd ik echt niks. Behalve de n. Zodra ik mijn spullen
e zelf mee tijdens een intro, in 2013. Ik zou toen gaan Leidse Hogeschool, maar lemaal verkeerd te zitten. el en al dat gedonder zit een niet meer in.’ Ze heeft al wel ma, als onderwijsassistent, werkt ze in een biologische ver zou ik lekker een beetje rlezen, maar daar zijn naute vinden. Het geeft niet, ik e hobby.’ uten te vroeg arriveert ze deur staat open en er is ennen. ‘Wow’, fluistert ze, ede trappen oploopt. ‘Dit Minerva.’ Haar vriendin hten. ntmoeten!’ zegt ab-actis erwijl ze een paar El Cidaier en een vlag van het digt. Andere verenigingsn Peterse niet bekend. ‘Zij n Holsteijn knikt. ‘Ik ben umboeken zijn helaas op. nneer de afspraak eigenlijk aat ze alweer buiten. ‘Prenerva ken: kort en krachn het lustrumboek. ‘Maar mooi, die past mooi naast en.’ te staat een hele jaarplanezoeken én een overzicht og ontbreken. ‘Ik wil ook
‘Iedereen wil met me op de foto. Terwijl, ik ben gewoon ik. Ik zie mezelf niet als bijzonder.’
graag ‘Ik wil heel enigingsnaar een ver eb ik kh gala. De jur ate.’ ‘n d al. Nu nog
heel graag één keer naar een verenigingsgala. Een jurk heb ik al: een heel mooie, blauwe, lange, die slechts een schouder bedekt. Nu nog een galadate.’ Op Facebook kreeg ze al aanbiedingen, maar vooralsnog geen serieuze. Het liefst zou ze trouwens met een specifieke president gaan. ‘Kijk!’ zegt ze, terwijl ze het ontgrendelingsscherm van haar telefoon laat zien. Op de foto zit ze op zijn schoot. ‘Hij weet ervan, maar wat hij zelf vindt, weet ik niet.’ Haar vrienden ‘boeit het niet zoveel’, die hobby. ‘Ze weten dat het belangrijk voor me is. Maar er zijn wel haters. Die posten dingen op Facebook, onder epische foto’s waarop ik met besturen poseer. Dat ik alles zomaar krijg, niet eens iets kom jatten. Ik heb ook al een paar keer valse uitnodigingen gekregen voor dispuutsfeesten.’ Ze kríjgt overigens niet alles. ‘Ik ga er niet op beknibbelen. Een van mijn mooiste objecten is een gedenkboek van tweehonderd jaar Minerva. Dat was bijna vijftig euro. Het boek van honderd jaar corps in Rotterdam zou ik ook nog willen, maar dat is tachtig euro.’ Later die middag brengt ze een ongepland bliksembezoek aan Huize Mummiezicht, het Quintus/Augustinushuis waar ze tijdens de El Cid van 2013 sliep. Bij het Minervahuis waar ze had afgesproken deed namelijk niemand open. ‘En het Augustinushuis heeft zich inmiddels via Facebook afgemeld.’ Een half uur zat ze met haar vriendin aan een gracht. ‘Maar ik was niet van plan om dat nóg twee uur vol te houden.’ Dus klopte ze vast aan bij Quintus. ‘Ik legde de situatie uit
en kreeg te horen: “Wacht hier.” Uiteindelijk waren alle bestuursleden helemaal enthousiast en gingen we eerst langs mijn oude sleep-in-huis.’ Niet overal wordt ze zo warm onthaald. ‘Augustinus wilde ik om die reden vorige zomer bijna uit mijn verzameling degraderen.’ De vorige voorzitter wist dat net op tijd te voorkomen. ‘Hij zei: we spreken af en we zetten het recht.’ Nog steeds is haar Augustinuscollectie niet compleet: ‘Ik mis nog drie almanakken. Best een gat in mijn collectie. Die van 2014 was gewoon op. Zuur.’ Een aantal bewoners van Huize Mummiezicht zit net aan de keukentafel met een stapel tosti’s. ‘Waarom ben je zelf eigenlijk nergens lid?’ wil een meisje weten. ‘Ik besloot een jaar te wachten en intussen stopte ik met mijn studie, anders was ik bij Quintus gegaan’, antwoordt Van Holsteijn. Caduta Massi is haar favoriete dispuut. ‘Welke verenigingen hangen er boven je bed?’ vraagt een ander. Maar tussen alle posters, vlaggen, stickers en andere verenigingsprullaria is juist de ruimte boven haar bed toch echt voorbehouden aan foto’s van vrienden en familie. ‘Oké, en een paar foto’s met voorzitters natuurlijk.’ Het begint al te schemeren als ze, kromlopend onder haar enorme rugzak, weer terug op het station is. ‘Vooral almanakken’, zegt ze. Quintus loopt nu gelijk met Unitas Amsterdam in haar collectie, ze hebben er allebei zestien. ‘Het begon fout’, blikt ze terug op de dag. ‘Ik was dus even bij Minerva, maar toen ik bij dat huisbezoek voor een dichte deur
stond, had ik er wel zwaar de tering in. Quintus heeft echt mijn dag gered.’ Ze werd er uitgebreid rondgeleid. ‘En ik kreeg allerlei lustrumgadgets. De poster waar die opstonden had ik al, maar nu heb ik dus ook het shirt, de trui en het baseballjasje. De pet en de joggingbroek moest ik vanwege mijn budget afslaan. Drie dagen spierpijn straks, maar dat is het helemaal waard.’ De trein terug naar Delft vertrekt bijna. Haar vriendin zegt nog steeds niets. Plannen voor een verenigingsmuseum of iets dergelijks heeft Van Holsteijn niet. ‘Nooit aan gedacht eigenlijk. Als ik het zou doen, dan wel in eigen beheer. Ik zou het niet overleven als mensen slordig omgaan met mijn almanakkenverzameling. Niemand mag mijn spullen aanraken. En ik heb een erecode voor mezelf: informatie uit almanakken verspreid ik natuurlijk niet.’ Over de langere termijn heeft ze wel nagedacht. ‘Als ik doodga, schenk ik mijn collectie aan het Delftsch Studenten Corps. Behalve publicaties waarin ik zelf sta. Die almanakken, en ook deze Mare, neem ik mee in mijn kist.’ Ook fan van de Corpsfan? • Haar Facebookpagina, opgericht op advies van twee presidenten, heet De Vereningsfan/Corpsfan. • Sinds deze maand heeft ze een wekelijkse column over haar avonturen in de studentenwereld op de studenten-Facebookpagina Epische Bestuursfoto’s. • Haar website vind je hier: http://sabinevanholsteijn.wix.com/le-fotografe
7
8 Mare · 27 november 2014 Achtergrond
‘Een wassen neus, volksverlakkerij’ Raad van State: waarom krijgen ouders geen instemmingsrecht? > Vervolg van de voorpagina De Raad van State vindt dat Bussemaker het instemmingsrecht beter kan schrappen. De reden: ‘Het voorstel voor een instemmingsrecht over de hoofdlijnen van de begroting wordt gemotiveerd met de introductie van het leenstelsel. Daardoor verschuift het budget voor studiefinanciering naar het budget voor onderwijsuitgaven. Deze verschuiving verklaart niet waarom studenten en medewerkers in het hoger onderwijs instemmingsrecht krijgen over de bestemming van geld.’ Als dit een goede reden is om studenten instemmingsrecht te geven ‘dan zouden ouders eveneens een instemmingsrecht dienen te hebben, omdat zij worden verondersteld bij te dragen aan het levensonderhoud van hun studerende kinderen. ‘Verder is instemmingsrecht op de begroting een vorm van medebestuur, die aanzienlijk verder gaat dan medezeggenschap. Daarom is door de wetgever indertijd geoordeeld dat uitbreiding van het instemmingsrecht tot de begroting via het medezeggenschapsreglement in strijd met de Wet op het Hoger Onderwijs.’ Het instemmingsrecht is een wassen neus’, zegt onderwijsrechtjurist Katinka Slump die veel ervaring heeft in het medezeggenschapsrecht. De voormalig universitair docent en advocaat is juridisch adviseur onderwijsrecht, en Lid Raad van Advies van het Landelijk Studenten Rechtsbureau. ‘Het is volksverlakkerij. De me-
dezeggenschap is nu vormgegeven op een manier waarop ze niet goed kan functioneren. Studentraadsleden zijn afhankelijk van geld dat zij krijgen van het college. Ze zijn vaak bang om kritiek te leveren: zij bijten dan namelijk in de hand die hen voedt, een onmogelijke situatie. Daar komen nog nare maatregelen bij: zo mogen sommige studenten hun raadstaken niet meer uitvoeren omdat zij – vanwege het vele werk – te weinig punten hebben gehaald. Absurd natuurlijk.’ Er is geen sprake van een gelijkwaardige relatie tussen het bestuur en de medezeggenschap, zegt Slump, die regelmatig studentenorganisaties adviseert. ‘Bij onervaren studenten kan het college intimiderend overkomen. Het bestuur laat een kritische student echt wel merken dat hij de benodigde deskundigheid mist. Weer je daar maar eens tegen. De minister moet investeren in de ondersteuning van studenten die actief zijn in de medezeggenschap. En zij doet het tegenovergestelde en heeft juist gekort op studentenorganisaties.’ Slump is voorstander van de komst van een kenniscentrum waar professionals zich bezighouden met de medezeggenschap. ‘Studentenorganisaties als ISO en het LSVb wisselen elk jaar van bestuur. Er is gebrek aan continuïteit en dat is juist zo belangrijk. Elk bestuur moet telkens het wiel uitvinden en dat geldt ook voor de studenten in de universiteitsraad.’ Hoe sterk staat de raad straks? ‘Raadsleden moeten nog zorgvuldi-
ger te werk gaan en de begroting nog beter bestuderen’, zegt Vermolen. Wolters: ‘Een deel van de studenten die nu de nieuwe begroting voorgelegd krijgt, zit nog maar koud in de raad. Ik voorzie problemen bij de uitvoering. Alle punten waar je instemming op hebt, moet je door en door snappen. Dat vraagt nogal wat van de raadsleden. Er is nu al een korte cursus begroting en kadernota. Maar ze hebben eigenlijk nu een vak van vijf studiepunten nodig. En daar is helemaal geen tijd voor.’ Augusteijn: ‘In een begroting kun je veel verstoppen. Het is niet alleen een document met cijfertjes. Je kunt manipuleren met de wijze waarop je die presenteert. Dat moet je als leek maar zien te doorgronden.’ Er is nog een probleem, zegt Wolters: ‘Er komen mogelijk twee begrotingsstukken. Een waarop je adviesrecht hebt. En een met instemmingsrecht. Dat wordt een ingewikkeld verhaal.’ Augusteijn: ‘Je moet ook sterk in je schoenen staan om gebruik te maken van dit recht. Want hoe weet je bijvoorbeeld of het redelijk is dat 60 procent van de financiën naar onderwijs gaat en niet 62 procent? Het college wordt gedwongen beter te luisteren. Maar dan moet de raad ook wat te melden hebben. Het college kan bijvoorbeeld zeggen: “We gaan 100 miljoen besteden aan onderwijs en onderzoek. Is de raad daar mee akkoord? Daar kun je pas wat zinnigs over vertellen als je alle achterliggende cijfers hebt en kunt doorgronden. En over die informatie heb je dan weer geen instemmingsrecht.’
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 15 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, hulp bij opdrachten bedrijfskunde, eerstejaars hbo. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo-4-opleiding. Ook hulp gezocht bij: *wiskunde en natuurkunde, 3vwo; *Engels, Nederlands, brugklas vmbo, €5,- per
‘Ik vind dat de minister duidelijker moet zijn over wat nu precies onder de hoofdlijnen valt,’ zegt Hogenhuis. ‘Dat is nu nog te vaag. Een beperking op hoofdlijnen kan er zelfs voor zorgen dat de ruimte die je nu hebt om het hele document op de korrel te nemen, kleiner wordt. En dat is een verlies voor de medezeggenschap.’ Gaat de raad de universiteit platleggen? ‘Niemand zit te wachten op een op Amerikaanse leest geschoeide shutdown’, zegt Hogenhuis. ‘In het Leidse model komen college en raad vaak samen voordat er een besluit valt. Negatieve adviezen zijn ook zeldzaam. Hard tegenstemmen zie ik niet zo snel gebeuren. Maar het
college weet dat het wel kan, en dat zorgt er wel voor dat zij kritiek heel serieus nemen. Het is niet de bedoeling dat de geldstromen stil komen te liggen.’ Wolters: ‘Dit kan politiek ingezet worden. De raad kan zeggen: we zijn het niet eens met de lijn van het college, we gaan eens lekker voor de begroting liggen. Het hangt er vanaf of alles lekker loopt tussen raad en college. Zo ja, dan is het geen probleem. Maar als er stront aan de knikker is, vind je altijd wel iets problematisch in de begroting. En als er straks een keer reorganisaties opduiken in de begroting - en dat is onvermijdelijk - dan worden dat heel stevige gesprekken.’ Door Vincent Bongers
Academische Agenda
Maretje De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
Het protest tegen het leenstelsel, van twee weken terug. Foto Taco van der Eb
les; *wiskunde 2havo, €10,- per les; *Duits, 5vwo, €7- per les. *Economie, 4vmbo. *Biologie, geschiedenis, 2mavo. *Wiskunde, 4mavo en 2havo. *Economie, 4vmbo. *Natuurkunde, scheikunde, 2vmbo. *Wis-, natuur- en scheikunde, geschiedenis, 2havo. *Wiskunde A, 4vwo. Leiden-Zuid, 12 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8 en 4 leerlingen voortgezet onderwijs, wiskunde. Marokkaans meisje, wiskunde, 1e klas vmbo-kader. Ook hulp gezocht bij geschiedenis, wiskunde, 2mavo, €7,- per les. *Wiskunde, 2vmbo. *Wis- en natuurkunde, 3havo. Vrijwilliger uit Stevenshof gezocht voor basisschoolleerlinge, huiswerkbegeleiding, basisonderwijs middenbouw. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwwleiden.nl. Seminar Integriteit, 3 december. Wat weten we van Fraudebestrijding? Faculteit Rechtsgeleerdheid, 13.30 – 17.30. Met o.a. Margreet Ahsmann, Jouke de Vries, Folkert Jensma, NRC
en Helma Neppérus, VVD. mailto:leiden@lions.nl http://www.buve.info/lions
Maretje extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretjeextra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com Learn Dutch, improve your Dutch or prepare yourself for the Dutch Staatsexamen? Experienced teacher offers lessons adapted to your personal wishes, near the city centre of Leiden. Mariët Verdegaal, www.werkaantaal.nl
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. www.alzheimer-nederland.nl
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. www.alzheimer-nederland.nl
proefschriften.nl Aandacht voor uw proefschrift.
Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd
Prof.mr. A.A.J. Blokland zal op vrijdag 28 november een oratie houden bij de bevoegd verklaring van het Leids Universiteits Fonds tot vestiging bij de faculteit Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Criminology and criminal justice. Dhr. F. Ahmad hoopt op maandag 1 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Zebrafish Embryos and Larvae as a Complementary Model for Behavioural Research’. Promotor is Prof.dr. M.K. Richardson. Mw. A.M. Bal hoopt op dinsdag 2 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Taxation of virtual currency’. Promotoren zijn Prof.dr. H. Vording en Prof.dr. J.P. Boer. Dhr. S.B. Roobol hoopt op dinsdag 2 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The structure of a working catalyst’. Promotor is Prof.dr. J.W.M. Frenken. Mw. M.E.A. Verbiest hoopt op dinsdag 2 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The Implementation of Smoking Cessation Care in General Practice’. Promotoren zijn Prof.dr. W.J.J. Assendelft (Radboud Universiteit) en Prof.dr. A.A. Kaptein. Mw. A.J. van Sorge hoopt op dinsdag 2 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The Netherlands Retinopathy of Prematurity study’. Promotor is Prof.dr. N.E. Schalij-Delfos. Dhr. J.A. Parra Cancino hoopt op dinsdag 2 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Towards a Performance Practice of Computer Music’. Promotor is Prof. F. de Ruiter. Dhr. N.V. Rekers hoopt op woensdag 3 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Predicting outcome of acute kidney transplant rejection using molecular markers’. Promotor is Prof.dr. F.H.J. Claas. Dhr. A. Çamci hoopt op woensdag 3 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Cognitive Continuum of Electronic Music’. Pro-
motor is Prof. F. de Ruiter. Mw. P.B. van Kasteren hoopt op woensdag 3 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Arterivirus PLP2’. Promotor is Prof.dr. E.J. Snijder. Dhr. C.L. Meuwese hoopt op woensdag 3 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Nontraditional cardiovascular risk factors in end-stage renal disease’. Promotoren zijn Prof.dr. F.W. Dekker en Prof.dr. P. Stenvinkel (Karolinska Instituut, Stockholm, Zweden). Dhr. J.P. Eckoldt hoopt op woensdag 3 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘De forumkeuze in het zeevervoer’. Promotor is Prof.mr. M.H. Claringbould. Dhr. M. van Son hoopt op donderdag 4 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Spin-label EPR Approaches to Protein Interactions’. Promotor is Prof.dr. E.J.J. Groenen. Dhr. C.G.C. Jacobs hoopt op donderdag 4 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Surviving embryogenesis: The extraembryonic serosa protects the insect egg against desiccation and infection’. Promotor is Prof. dr. H.P. Spaink. Dhr. B.J.W. Thomassen hoopt op donderdag 4 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Patient Pain and Blood Management in Total Hip and Knee Arthroplasty’. Promotor is Prof.dr. R.G.H.H. Nelissen. Dhr. O. van Loon hoopt op donderdag 4 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Binding van rechters aan elkaars uitspraken in bestuursrechterlijk perspectief’. Promotor is Prof.mr. W. den Ouden. Mw. H. Sun hoopt op donderdag 4 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Time reference and bare predicates in Mandarin’. Promotoren zijn Prof.dr. L.L.S. Cheng, Prof.dr. R.P.E. Sybesma en Prof.dr. H. Demirdache (Université de Nantes).
27 november 2014 · Mare 9 Wetenschap
Alcoholisme Van alcoholisme word je dom, vooral als je wat ouder wordt. Het maakt niet eens zoveel uit wanneer je verslaving begint: oude alcoholisten die al lang alcoholist zijn, zijn net zo goed dom als alcoholisten die pas later verslaafd raakten. Dat stellen onderzoekers van de Haagse GGZ-instelling Parnassia samen met de Leidse gezondheidspsychologe Janice Sandjojo in International Psychogeriatrics. De auteurs vergeleken 85 oudere alcoholisten, waarvan ongeveer een derde al sinds hun vijfentwintigste aan de drank was, en een derde pas sinds na hun 45ste verjaardag. Die moesten een setje testjes doen, zoals een leesvaardigheidsproef en een testje waarbij ze punten met elkaar moesten verbinden. Ze scoorden een stuk slechter dan niet-alcolistische leeftijdsgenoten dat doen, maar dat is niet zo verrassend. Het was wel opmerkelijk dat de langetermijndrinkers niet slechter scoorden dan de recentere alcoholisten. Je zou zeggen dat 26 jaar zuipen slechter voor je is dan 7 jaar, op het eerste gezicht. Mogelijk zijn de jongbegonnen alcoholisten die slecht tegen drank konden al dood of opgenomen, opperen de onderzoekers. Het kan ook zijn dat het brein steeds kwetsbaarder wordt voor alcohol naarmate je ouder wordt.
Biodiversiteit harken
Scènes uit de film Yo, También. De Spaanse acteur Pablo Pineda heeft het syndroom van Down, maar haalde toch een universitaire titel.
Het is niet allemaal perfect Beeld van Down-syndroom is vaak ‘te positief ’ Een Leidse kinderarts-in-opleiding inventariseerde hoe zelfredzaam achttienjarigen met het syndroom van Down zijn. ‘De maatschappelijke visie is wellicht te positief.’ In het jaar 1866 schreef de Londense arts John Langdon Haydon Down een uitvoe rig artikel over de patiënten in het ‘Gekkenhuis voor Idioten’ waar hij de hoogste dokter was. Hij was een aanhanger van de rassenleer van zijn tijd, en meende die terug te zien in zijn patiënten. Hij ontwaarde Kau kasische idioten, een ‘Ethiopisch’ type, Maleiers en een enkele oor spronkelijke Amerikaan. Zo’n tien procent van alle gevallen had een plat en breed gezicht, en amandel vormige ogen. ‘Het is moeilijk om in te zien dat hij het kind van Europea nen is, maar zulke karakters worden zo vaak aan mij gepresenteerd, dat er geen twijfel over kan bestaan dat deze etnische gelaatstrekken het re sultaat van degeneratie zijn’, schreef Down. De tijden zijn veranderd. Men sen met verstandelijke beperkingen noemen we geen ‘idioten’ meer. Die rassenleer is bij het groot vuil ge gaan – niet omdat hij na de Tweede Wereldoorlog politiek incorrect was geworden, maar omdat het onzin bleek. Het idee dat de Londense pa tiënten waren ‘teruggeworpen’ naar een eerder, primitiever stadium van de hoger staande blanke, was daar mee ook afgedaan. Tegenwoordig spreken we over trisomie-21: een chromosoom teveel. Ook de term ‘Mongoloïde imbeciliteit’ kan niet meer door de beugel; we spreken Door Bart Braun
tegenwoordig van het syndroom van Down. Niet alleen ons taalgebruik is verbeterd. Ook de vooruitzichten voor een baby met het syndroom van Down – zelfs Down had al door dat het hier een aangeboren afwij king betrof – zijn de afgelopen jaren enorm vooruitgegaan. Voor de duidelijkheid: triso mie-21 betekent niet alleen dat je gezicht er anders uitziet en dat je een verstandelijke beperking hebt. Het gaat maar al te vaak gepaard met een hele waslijst aan medische pro blemen. Ongeveer de helft van de Downbaby’s heeft hartproblemen, en de helft van hen heeft daarvoor zelfs een operatie nodig. Kinderen met het syndroom van Down heb ben vaker longproblemen, oogaf wijkingen, maagklachten, slechtho rendheid, verstopping en infecties. Artsen kunnen steeds beter met die problematiek omgaan. Begin ja ren tachtig was de kans dat iemand met het syndroom van Down zou sterven aan de bijbehorende hart problemen nog 42 procent, inmid dels ietsje minder dan zes procent. De levensverwachting voor mensen met trisomie-21 is inmiddels geste gen tot zestig jaar. Onderwijs en kinderfysiotherapie kunnen steeds beter inspelen op de behoeften van Down-patiënten. Er zijn televisie sterren met het syndroom van Down, en de Spaanse acteur Pablo Pineda kon zelfs een universitaire titel halen ondanks zijn aandoening. Allerlei redenen om optimistisch te zijn over trisomie-21, dus. Helma van Gameren, kinderarts in opleiding bij het Leids Universi tair Medisch Centrum, is echter wat terughoudend. ‘De maatschappelij
ke visie is wellicht te positief, omdat met name jongeren met het Downsyndroom die goed functioneren zichtbaar zijn in het dagelijks leven en de media’, schreef ze vorige week in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Ze heeft recht van spreken: haar broer heeft het syn droom van Down, en ze heeft voor haar promotie jarenlang onderzoek gedaan naar een groep van meer dan driehonderd jonge patiënten.
‘In de media zie je vooral positieve kanten van Down, nooit problemen’ In het NTVG-artikel beschrij ven zij en haar co-auteurs de zelf redzaamheid van die jongeren. De ouders kregen vragenlijsten opge stuurd, waarop ze konden invullen wat hun kind – achttien jaar – alle maal wel en niet kon. De uitkomsten zijn verrassend voor wie zijn kennis over Downies van televisie haalt. Zestig procent kan zonder hulp naar het toilet. Twintig procent is alleen voor de naaste verzorgers te verstaan, en nog eens negen procent praat sowieso niet of nauwelijks. Twee derde van de kinderen kan niet een paar uur alleen thuis zijn. Om gaan met een pinpas, reizen met het openbaar vervoer of een afbakpizza in de oven doen, is voor minder dan één op de tien haalbaar. ‘Sommige ouders zeiden: “Als ik het zo invul, is het een hele lijst van dingen die hij niet kan. Maar hij is wel gelukkig”’, blikt Van Gameren terug. ‘Anderen waren juist blij dat
er duidelijkheid is over hoe groot de zorgbehoefte is. Zo is het voor aan staande of jonge ouders duidelijk wat ze kunnen verwachten, en is er voor de zorgende ouders erkenning voor de zorg die ze leveren. Ook bij de screening van zwangere vrouwen is het belangrijk dat je goede infor matie aanbiedt. Mensen moeten hun keuze maken op basis van een realistisch beeld van wat Down-syn droom inhoudt.’ En zijn ze wel echt zo gelukkig? Het cliché wil van wel. Dichter Wil lem Wilmink had het over Freekie, en ‘niemand die zo blij kon zijn als hij’. Dr. Down zelf roemde al hun humor: ‘een levendig gevoel voor wat belachelijk is, kleurt vaak hun imiteergedrag’. Ook daar heeft Van Gameren wat nuanceringen bij. ‘Het lijkt erop dat jongeren met Downsyndroom zelden angstig, somber, bezorgd of ongelukkig zijn. Daar staat tegenover dat ze vaak in zich zelf zijn gekeerd, en moeite hebben om gesprekken te volgen. Dat sug gereert in elk geval dat het niet al lemaal perfect is. Maar of ze daar wel of niet gelukkig bij zijn, weten we eigenlijk niet.’ Hoe worden haar resultaten ont vangen bij mensen die zich juist inzetten voor een positieve beeld vorming van Down-patiënten? ‘Wisselend’, vertelt ze. ‘Je moet on derscheid maken tussen voorlich ting geven en wat de media doet. In de media zie je vooral de positieve kanten van Down, want daar zie je de positieve kanten van alles. Het moet echter niet zo worden dat er een te positief beeld ontstaat. Dan komen er veel te hoge verwachtin gen, of worden de problemen die er toch echt zijn, niet erkend.’
Het in kaart brengen van de biodiversiteit in een regenwoud is een crime. Bijna alle plantjes en beestjes bevinden zich hoog in de boomtoppen, en ze zijn ook nog eens met heel erg veel. Zet een rookmachine onder een woudreus, en er vallen tientallen tot honderden soorten beesten uit. Bij de boom ernaast ook, maar dan zijn het andere soorten. Een groot gedeelte van die kevertjes, spinnetjes en plantjes is niet eens beschreven voor de wetenschap, en voor je het weet ben je maanden verder en heb je nog steeds maar twee bomen gedaan. In het vakblad Ecological Indicators beschrijft een groep biologen, waaronder spinnenexpert Jeremy Miller van Naturalis, een vuistregel. Als je wat bladafval van de bodem bij elkaar veegt, en dan de blaadjes en beestjes die daarin zitten in kaart brengt met DNA-technologie – zogeheten metabarcoding – heb je een graadmeter voor de biodiversiteit in het bos op die plek. Het is niet hetzelfde, maar het is wel quick and dirty, en stukken goedkoper.
Hete planeet In de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society beschrijft een internationaal team van sterrenkundigen, met Leidenaars Bas Nefs en Ignas Snellen, de ontdekking van een nieuwe exoplaneet. Het is de eerste exoplaneet die is gevonden met de Wide Field Camera, onderdeel van Britse telescoop in Hawaii. Hij heet WTS-1b en het is een zogeheten Hot Jupiter, wat betekent dat ‘ie heel groot is en heel heet, voor een planeet. Zulke planeten zijn oververtegenwoordigd tussen de bevestigde exoplaneten, omdat je juist zo’n hete Jupiter het makkelijkste vindt. Echt lijken op ‘onze’ Jupiter doet WTS-1b overigens niet: hij is vier keer zo zwaar, en anderhalf keer zo groot. De planeet draait elke drie en een halve dag om zijn moederster heen.
10 Mare · 27 november 2014 English page
It was all very amateurish One researcher claims: Dutch terrorists are wishy-washy Counter-terrorism should match the nature of the threat, claims PhD student Teun van Dongen. But which measures are effective and when? “You mustn’t underestimate the difficulties of carrying out a terrorist attack.” “Terrorism has always been around”, explains Teun van Dongen. “Power leads to resistance. Governments spend a lot of money on research into counter-terrorism measures, but hardly anybody checks whether those measures actually work.” Van Dongen studied the repressive measures against three types of terrorist organisations: the revolutionary groups RAF and the Weather Underground, who attempted to abolish capitalism in Germany and America; the ETA and the IRA, who strove for the independence of the Basque Country and Northern Ireland, and jihadist terrorism in Great Britain and the Netherlands. “It was interesting to read other cases than just the recent ones. There is an incredible amount of literature on the IRA, and you can see quite clearly how they toyed with the British. Reading the memoires of IRA members is almost like reading a thriller and the fact that some former members now have seats in Parliament appeals to the imagination. A former leader, Martin McGuinness, has even shaken hands with the Queen. “The intriguing part is the contrast between romantic notions of revolution and everyday life. Terrorists might have grand ideas but they are forced to deal with trivial matters. They always are on the lookout; they have to arrange cars and counterfeit passports. ‘They’re strapped for cash but don’t have time to earn money while relations among themselves are uneasy because no one wants to be regarded as a traitor. And then there’s the violence: the monstrous becomes normal.” The effectiveness of counterterrorism measures depends on the terrorist group’s size, degree of isolation and “state of mind”, according to Van Dongen. “If it’s a large terrorist group with strong social ties, it’s best to use focused repression and to stand firm because the chances of escalation with groups with lots of supporters is greater than with isolated groups. You can discourage large groups so they eventually give up fighting, while small groups can be “cleaned up”, as it were.” He stresses that the repression should be focused. “To combat the IRA, the government introduced a curfew and started randomly kicking down doors, which antagonised the population. However, in the end, both the IRA and the ETA gave up after the governments managed to break their will by standing firm. “At a certain point, terrorists start to doubt their mission: are we getting anywhere with this? If they are then offered a chance to opt out, some of them will certainly grab it. And that’s where we can see a parallel with today’s youngsters fighting in Syria: there will be quite a few who’ll be wanting to go home by now but are frightened of being arrested as soon as they arrive.” Van Dongen thinks that focused By Petra Meijer
Wanted Poster for The Rote Armee Fraktion (RAF), a.k.a. the Baader-Meinhof group, (c. 1970-72).
From a proletarian revolution to “Londonistan” • The Rote Armee Fraktion (RAF), a.k.a. the Baader-Meinhof group, and the Weather Underground were two radical, left-wing organisations that were most active in the seventies. They hoped that attacks on symbols of capitalism would lead to a proletarian revolution. Both groups carried out bombings and the RAF even hijacked an aeroplane once. • For decades, the IRA strove for the independence of six NorthernIrish provinces. The organisation can be blamed for as many as 1,822 deaths, making it the deadliest terrorist group in Europe. The ETA wanted to free the Basque Country from what they regarded as oppression by the Spanish. In
1973, they murdered the Prime Minister, Luis Carrero Blanco, with a car bomb that was so powerful that the man who was held to be President Franco’s successor was blown – car and all – onto the top of another building. The ETA killed 118 in 1980 but continued to carry out attacks on politicians, council members, a former judge, a military governor and many civilians in the years that followed. • Jihadist terrorism in the Netherlands and England was, in contrast to other terrorist movements, quite decentralised. No distinctive centre of leadership was evident and the members arranged their own weapons, explosives and funds, which in
practice did not make for very professional plans. Nonetheless, the Dutch film director Theo van Gogh was murdered by a member of the Hofstad group, Mohammed B., in 2004 while Great Britain suffered a number of terrorist attacks in London on 7 July 2005: a series of explosions on three Tube lines and a bus killed 56 people. The intelligence services of both countries managed to gain control of the terrorist movements. In the Netherlands, the members of the Hofstad group and the cell surrounding Samir A. were arrested and various radicals were deported. In England, a crackdown ensued on “Londonistan”, the core of the jihadist movement in the United Kingdom.
repression always works but governments should also keep an eye on the grievances of the population. “Another thing that brought about the end of the ETA was that the Basque Country was awarded autonomous status and consequently the population had little reason to support the ETA anymore. And something similar happened with the Weather Underground. ‘Initially, the group, which opposed imperialism, received support from the people who opposed the Vietnam War. When that war ended, the total abolition of capitalism was far from what ordinary citizens had in mind. A government should listen more carefully to the grievances of a group’s supporters rather than the extreme demands of the terrorists.” According to Van Dongen, jihadist groups in the Netherlands remained small because the Muslim communities didn’t see eye to eye with the goals of the terrorist organisations. “Repression worked well here too. People often assume that decentralised organisations are less immune to infiltration but in the Netherlands and England, the intelligence services proved to be very effective and many attacks were thwarted.” To illustrate: maps of the building of the AIVD, the Dutch General Intelligence and Security Service, and the Ministry of Defence were found in aspiring terrorist Samir A.’s apartment and he was even once spotted measuring distances near the AIVD headquarters in Leidschendam. Van Dongen smiles. “He had plenty of plans, but the question is how seriously should we take them? It was all very amateurish: the Netherlands has wishy-washy terrorists. The AIVD says: ‘There’s a swarm of them, we can’t get a grip on them’ but that also means that they never really become professional. You shouldn’t underestimate the difficulties of carrying out a terrorist attack. “The 9/11 attack took years of preparation and even the IRA – a very professional organisation – initially scored a number of own goals: collateral damage when explosives detonated too soon.” Although a number of attacks have been prevented, the counterterrorism policy in the Netherlands could be improved, Van Dongen claims. “A few years ago, we had the Action Plan for Polarisation and Radicalization: the government attempted to keep the population off radical thought, by trying to organise neighbourhood barbecues, even. The plan was based on the notion that there must be something wrong with people who radicalize: they don’t have a job, a wife or don’t have an active role in society. But it’s not that simple.” “Recently, Mr Buma, the head of the CDA party, called for a ban on watching footage of beheadings on the Internet. I can’t understand why people say things like that. They base it on the assumption that the footage has an impact on the radicalization process, but I don’t think it’s founded on empirical fact. “The footage will also put people off. And perhaps people radicalize first and then look for footage. The Internet is supposed to broaden our horizons but the truth is that people look for things they are already interested in.”
27 november 2014 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Met alle ledematen tot het uiterste
FILM
Stef Kamil Carlens bespeelt zeven instrumenten tegelijk
Stef Kamil Carlens : ‘Het is net als op straat spelen, alleen dan met veel meer instrumenten.’ Foto Karel Verhoeven
Na talloze samenwerkingen staat de Vlaamse muzikant solo in de Stadsgehoorzaal. ‘Voor dEUS heb ik jaren op straat gespeeld. Dat was vergelijkbaar.’ ‘Ik weet eigenlijk niet waarom ik dat doe, solooptredens’, zegt de Vlaamse muzikant Stef Kamil Carlens vertwijfeld. Zaterdag staat hij in de Stadsgehoorzaal. Solo. ‘Ik voel dat ik het nodig heb om te zingen. En het verplicht me om harder te werken aan gitaararrangementen, met de gitaar als Door Marleen van Wesel
hoofdinstrument.’ Er gingen nogal wat omzwervingen, samenwerkingen en kruisbestuivingen vooraf aan het kleine solo-avontuur. Carlens liet ooit de Antwerpse rockband dEUS achter zich om erop los te experimenteren met zijn eigen band Zita Swoon. De daaropvolgende Zita Swoon Group speelt bij elk optreden slechts de muziek bij het project van dat moment, of dat nu draait rond muzikanten uit Burkina Faso of een Belgisch dansgezelschap. Intussen werpt hij zich voortdurend op nevenprojecten, van zijn eigen beeldende kunst tot het produceren van het comeback-
album van Helmut Lotti vorig jaar. Ooit speelde hij wel alleen. ‘Voor dEUS heb ik jaren op straat gespeeld. Dat was vergelijkbaar, afgezien van het uitgebreide instrumentarium van tegenwoordig.’ Want hoewel sommige nummers heel intiem klinken, met alleen gitaar, kan hij ze in z’n eentje ook flink laten swingen. ‘Alle ledematen gebruiken tot het uiterste: met een voet de voetbas, de andere de cajon, een Spaans percussie-instrument. Mijn gitaar in mijn handen en intussen zing ik of speel ik mondharmonica. Oh ja, er staat ook een piano op het podium. Het nummer Rumble Fac-
tories bijvoorbeeld…’ Hij telt hardop: ‘1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 instrumenten speel ik daarin. Een tamelijk trancy song is het, over fietsen. Hoe je je gedachten achter je laat, wanneer je eenzaam door een vlak en industrieel landschap fietst, zoals je dat in Nederland en Vlaanderen ziet.’ Dergelijke nummers ontstonden tijdens andere projecten, in Frankrijk of Duitsland, of thuis, in zijn ecologische studio in Hoboken, bij Antwerpen. Rabbit Field heet die plek. ‘Het is een oude hangar van een houtzagerij, met een soort dikke matten van houtpulp in de muren. Het houdt de kou buiten en de warmte en de muziek binnen.’ Tussen de solo-optredens door werkt hij met de Group aan een nieuwe voorstelling, Nothing That Is Everything. ‘Die wordt redelijk funky, met veel absurdisme en dadaïstische humor. We reconstrueren de structuur en de choreografie van een Dada-voorstelling in het Cabaret Voltaire in Zürich, in 1916. Met gedichten van Hugo Ball, maar ik heb er zelf ook al een aantal geschreven. De première is in maart, maar we hebben al een kort filmpje gemaakt. Dat ga ik binnenkort eens online zetten.’ Vervolgens moet er een soloplaat van komen. ‘Tegen volgende zomer. Of daarna. Daar wil ik ook mee gaan toeren. En ik wil meer beeldende kunst maken. En vaker samenwerken met dansers. En terug naar WestAfrika. Hier kan eigenlijk alles wat daar onmogelijk is. Het is een harde streek. Maar als ik het vliegtuig uitstap en de lucht voel en de geur ruik, dan ben ik gelukkig. Een beetje van dat geluk kan ik meenemen in mijn muziek en hierheen brengen.’ Stef Kamil Carlens Stadsgehoorzaal (Aalmarktzaal) Za 29 nov, 20.15 vanaf €15 Paard van Troje (Den Haag) Zo 30 nov 19.30, €17,50
Stik je of vecht je terug? Toneelgroep Maastricht speelt klassieker van ‘dokter’ Dostojevski In De broers Karamazov legt de Russische schrijver Fjodor Dostojevski (1821-1881) de ziel van een familie met een beestachtige pater familias bloot. ‘Het verhaal gaat over een rijke tirannieke vader die zijn familie in een ijzeren greep houdt’, zegt regisseur Arie de Mol. ‘Hij heet Fjodor en is de Bokito op de apenrots. Hij neemt een agressieve houding aan, roffelt als een gorilla op zijn borst en daagt de mensen uit die hem van zijn troon willen stoten. “Kom maar op!” roept hij. ‘Fjodor knijpt als het ware de keel dicht van de mensen om hem heen. En kijkt dan wat je doet. Stik je of vecht je terug? Hij hoopt dat zijn slachtoffers tegenstribbelen. Hij geniet van hun pijn. Wat dat betreft heeft hij het nodige weg van een dictator. Maar ook iemand als Poetin heeft Fjodortrekjes.’ De arrogante despoot wordt uiteindelijk vermoord. ‘Het boek is een whodunnit. Maar de moord is slechts een kapstok voor een veel groter verhaal. Dostojevski gaat diep in op de persoonlijkheden van de familieleden, en dan vooral op die van zijn drie zonen. Of eigenlijk vier, want Fjodor heeft ooit een bastaard verwekt bij een straathoertje. ‘De oudste zoon lijkt het meeste op zijn vader. De middelste is een intellectueel die zijn vader en alles waar die voor staat uit de grond van zijn hart haat. De jongste is een soort Jezusfiguur. Hij wil eigenDoor Vincent Bongers
lijk het klooster in en stelt existentiële vragen: Wie zijn wij? En waarom zijn we hier? Is er een god? Zijn wij dat zelf? De vader heeft op deze zoon het minste grip.’ ‘Dan is er nog de bastaard. Die wordt door zijn familie mishandeld en vernederd. Hij blijft beleefd, maar zint ondertussen op wraak. Hij is degene die de knuppel in het hoenderhok gooit. ‘De broers Karamazov is een heel menselijk verhaal van een warmbloedig schrijver. Dostojevski is een soort dokter. Hij keert zijn personages binnenstebuiten en is niet bang om in stinkende wonden te peuren. Waanzin speelt een grote rol in zijn boeken. Personages balanceren vaak op de rand van een inzinking. Ze zitten heel erg in de knoop met hun geweten. Hij wist in de huid van oude en jonge personages te kruipen, zowel mannen als vrouwen. Hij wist hun ziel te doorgronden zonder partij te kiezen.’ Het stuk vat het boek niet samen, zegt De Mol. ‘Dat kan ook niet. Het is een pil van bijna duizend pagina’s. We laten personages en verhaallijnen weg maar voegen ook elementen toe. Ook is de setting van het stuk anders. Fjodor is bij ons eigenaar van een louche nachtclub. Dat ranzige past wel goed bij zijn karakter.’ Toneelgroep Maastricht De broers Karamazov Leidse Schouwburg 29 nov, € 10 - 29,50
TRIANON The Hunger Games: Mockingjay (deel 1) dagelijks 21.30, do vr za ma di wo 18.30, zo 18.46, za zo 14.00 Whiplash dagelijks 18.45 Nightcrawler dagelijks 21.30 De Nacht van de Wansmaak vr 24.00 Trash dagelijks 18.45 + 21.30 LIDO Interstellar dagelijks 20.30 Dumb and Dumber to dagelijks 18.45, do vr za 21.30, za zo 16.00 John Wick dagelijks 21.30 Gone Girl zo ma di wo 21.30 Horrible Bosses 2 dagelijks 18.45 + 21.30 De Pinguïns van Madagascar wo 14.30 White Bird in a Blizzard dagelijks 19.00, za zo 16.00 Pak van Mijn Hart dagelijks 19.00 + 21.30, za zo 16.00 KIJKHUIS Mommy dagelijks 21.30 3 Coeurs dagelijks 16.00 My Old Lady dagelijks 16.00 + 19.00 Samba dagelijks 18.30 + 21.15
THEATER
LEIDSE SCHOUWBURG De Tantes 28 november, vanaf €10 INS BLAU Moeremans&Sons: Shoot the Messenger 28 & 29 november, €13,50 LEIDSE SCHOUWBURG Nits 3 december, vanaf €10
MUZIEK
AALMARKTZAAL Roy Hargrove Quintet 27 november LOKHORSTKERK Concert Practicum Musicae 27 november AALMARKTZAAL Stef Kamil Carlens solo 29 november, vanaf €15 QBUS Rubatong 29 november DE TWEE SPIEGHELS Elke zaterdag en zondag vanaf 16.00 live muziek Elke vrijdag 21.00 live muziek Elke maandag 21.00 open jamsessie
DIVERSEN
‘Dat ranzige past bij het personage Fjodor.’ Foto Ben van Duin
VOORAF EN TOE Leidse Praatjes Netwerkborrel 1 december KOG Debat: De rol van religie in de staat en samenleving 8 december VOLKENKUNDE Geisha 10 oktober 2014 – 6 april 2015 MUSEUM DE LAKENHAL Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs 11 oktober 2014 – 31 mei 2015 MUSEUM BOERHAAVE Tentoonstelling: 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 4 januari 2015 NATURALIS Freeks Favorieten t/m 31 december 2014 MUSEUM BOERHAVE Hit & Run. Ed van der Elsken fotografeert. Za 13 september t/m zo 4 januari BOEKHANDEL KOOYKER Kooykers Leesclub leest Ik kom terug 27 november MUSEUM BOERHAVE Ik zie, ik zie. Over licht en illusies 30 november t/m 6 april
12 Mare · 27 november 2014 Het Clubje
Inburgeren
Het West-Vlaams smalltalk-handboek
Kiki Hogenhuis, Vivienne Benard, Anouk Steffens, Juliette van der Zwart, Willemijne Meurs, Liduine Kampschoër, Marlous Nieuwenhuis, Julie Foto Taco van der Eb van Wassenaer en Amelie Borel Rinkes.
‘Meedoen, want elke haar telt’ Jaarclub Moustache, Minerva (2012) Julie van Wassenaer (20): ‘We heten Moustache omdat een snor begint als afzonderlijke stoppels die daarna samengroeien. Zo zijn wij ook verbonden.’ Vivienne Benard (20): ‘En het klinkt lekker vrolijk.’ Anouk Steffens (20): ‘Moustache! Dat zit wel snor!’ Benard: ‘Dat we meedoen aan Movember is een initiatief van de tent: zij zijn benaderd door Movember, een stichting zich inzet tegen teelbal- en prostaatkanker.’ Steffens: ‘Veel mensen weten niet dat ze het hebben, omdat de symptomen miniem zijn.’ Benard: ‘Borstkanker is veel in het nieuws, teelbal- en prostaatkanker niet. Terwijl er toch dagelijks achtentwintig mannen horen dat ze het hebben, en
er per dag zeven aan overlijden. Door Movember te promoten onder mannelijke Minervanen willen we iedereen bewustmaken.’ Steffens: ‘Voor Movember zijn we op snorrels rondgegaan met een lijst waarop mannen zich konden inschrijven. Je krijgt dan e-mails met informatie over de stichting, wat je kan doen en hoe je kan doneren. Verder delen we nepsnorren en stickers uit en zamelen we geld in. Afgelopen snorrel hebben we in twee uur achthonderd euro opgehaald.’ Van Wassenaer: ‘Zelf leren we er ook nog wat van, bijvoorbeeld wat een prostaat doet. Ik wist wel dat het er was hoor!’ Willemijne Meurs (20): ‘We maken vooral duidelijk dat het Movember is en proberen iedereen enthousiast te ma-
ken. Jongens vinden het vaak leuk dat ze van meisjes over Movember horen.’ Amelie Borel Rinkes (20): ‘Vaak hoef je er maar één te overtuigen, dan doet de rest wel mee. De eerste snorrel moesten we nog uitleggen waarvoor het was. Nu weet iedereen wel dat het voor een goed doel is.’ Bernard: ‘Maandagavond is de laatste snorrel. Daarna komt kapper Eric langs om de snorren te scheren.’ Steffens: ‘Toen Eric hoorde dat we nog een kapper zochten, liet hij gelijk weten dat hij graag mee helpt.’ Van Wassenaer: ‘Sommige leden - ook ouderejaars - doen niet mee omdat ze geen baardgroei hebben. Toch moet iedereen meedoen, elke haar telt. Benard: ‘Als wij mannen waren, hadden we sowieso meegedaan: allemaal
blonde snorren.’ Van Wassenaer: ‘Wat wel hielp was zeggen dat we mannen met snor aantrekkelijk vinden. Niet alleen het uiterlijk, maar meedoen met Movember toont karakter en dat is wél aantrekkelijk.’ Meurs: ‘Mijn vriendje doet ook niet mee, hij trimt zijn baard en snor. Terwijl toch alleen een echte vent een Moustache heeft.’ Benard: ‘Dat past niet bij z’n look. Geen enkel vriendje van een Moustache heeft z’n snor laten staan.’ Van Wassenaer: ‘Een snor past ook niet bij mijn look. Maar toch zullen we nog wel laten zien wie de snor staat thuis!’ Door Gabe Kramer
Ik kom uit een klein plattelandsdorpje in het verre West-Vlaanderen, waar iedereen altijd wat tegen elkaar te zeggen heeft. Meestal over het weer. Soms over hun planning van de dag. In economisch woelige tijden al wel eens over politiek of de crisis. Hun kinderen ook, als ze die hebben. En zo niet, over die van anderen. Maar ze hebben altijd wat te zeggen. And if all else fails: ‘Jaja.’ ‘Jaja’, als verzuchting. De doorsnee pauze in een gesprek gevuld met elke tenenkrommende dooddoener die je maar kan bedenken. Hét teken dat geen van beide partijen nog iets zinnigs te melden heeft en het dus hoog tijd is om de wegen weer te scheiden. Maar soms zit je nu eenmaal vast, bij de tandarts of in de rij voor de bakker. Dan wordt de ‘jaja’ een adempauze om snel weer nieuwe eeuwenoude gespreksonderwerpen te bedenken. Want zo werkt het in mijn eigenste kleine West-Vlaanderen: smalltalk is er tot een kunstvorm verheven. Jaja. Zelf bezit ik het talent niet. In de directe lijn vanaf mijn grootouders heeft het mij overgeslagen. Misschien komt het deels doordat ik op mijn zeventiende naar Nederland verhuisd ben. Ik merk namelijk dat leeftijdsgenoten in de bakermat me frequenter over de gemiddelde weektemperatuur en de geplande huishoudelijke bezigheden van die namiddag aanspreken. Ik kan ook wel eens lullen, maar dan ongedwongen met mensen die ik ken. Want ik grijp naar whatever tijdschrift bij de kapper om maar niet te hoeven praten en als er klusjesmannen langskomen verstop ik me in de slaapkamer, biddend dat ze asjeblieft niet zelf om koffie vragen zodat er wel een geforceerd gesprek moét ontstaan. Ik ben op best sociaal hoor, maar ik kan gewoon niet tegen dat soort gedwongen bullshit-gesprekjes. Mijn goede vriend, schrijver en Mare-redacteur Thomas Blondeau heeft me ooit de ambachtelijke kunst proberen aanleren. In de urenlange autorit van Leiden naar onze gezamenlijke geboortestreek heeft hij ettelijke pogingen gewaagd om zijn talent aan me over te dragen, maar het heeft niet mogen baten. Ik heb het eigenlijk ook nooit willen kunnen, dat oeverloze gepalaver over dingen die me totaal niet interesseren. Altijd eindigend in boutades en clichés. Ik praat liever over onderwerpen waar ik daadwerkelijk wat over te melden heb. Hij had dus geen schijn van kans. Een tijdje geleden heb ik Thomas’ laatste rustplaats bezocht. Ik wist toen ook niet goed wat te zeggen, eigenlijk. Wat moet je in godsnaam staan kletsen tegen een graf? Maar toen kwam het er ineens vloeiend uit: dat woord. Daarin zat gelijk alles wat er in die oneindig trieste situatie mogelijk te zeggen kon zijn. En ik lachte. En ik huilde een beetje. Jaja. Meer moet dat soms niet zijn. Talitha Dehaene
Bandirah