Mare 13 (38)

Page 1

4 december 2014 38ste Jaargang • nr. 13

‘Kijken naar licht zit tussen de oren’ Pagina 11

Pleidooi: haal zwetende ambtenaren terug naar de universiteitsraad

Nieuw: nylon gemaakt van hout. Maar heeft de bioeconomie hier iets aan?

Surinaamse premier Arron stuitte twee keer op Dési Bouterse

Pagina 2

Pagina 7

Pagina 9

Waarom nog naar college? Als je ook uittreksels kunt kopen? Mare liet ze testen door docenten

Van veel collegereeksen en verplichte literatuur zijn uittreksels te koop. Hoe goed zijn die? Moet je het als student eigenlijk wel willen? En hoe zit het met auteursrecht? Mare vroeg docenten de samenvattingen van hun eigen vak te beoordelen. ‘Het zou me niet verbazen als je hiermee een voldoende haalt.’ DOOR VINCENT BONGERS EN PETRA MEIJER Op 1 april gaf hoogleraar Alex Geert Castermans college burgerlijk recht. Hij besloot een grap uit te halen. ‘Ik kom uit Den Briel, dat op die dag in 1572 door de Geuzen werd bevrijd van de Spanjaarden. Daar komt het gezegde “op 1 april verloor Alva zijn bril” vandaan. Om wat vaderlandse geschiedenis aan een casus toe te voegen, behandelde ik die dag de zaak van de Hoge Raad, 1 april 1980: De Geus tegen Alva.’ Tot zover niets aan de hand. Totdat Castermans bij een bezoek aan de juridische boekhandel Jongbloed een verslag van zijn collegereeks zag liggen. ‘Ik bladerde erdoorheen en zag vervolgens dat niet-bestaande arrest netjes opgetekend, gepresenteerd als een echte zaak.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Ik was stomverbaasd. Hoe ver moet ik gaan om duidelijk te maken dat iets een 1-aprilgrap is?’ Het verslag was afkomstig van het bedrijfje SIL, dat net als JoHo en Stuvia samenvattingen en collegeverslagen maakt van de belangrijkste vakken aan de universiteit. Hun uittreksels gaan als zoete broodjes over de toonbank. ‘We hebben het hartstikke druk’, zegt SILbestuurslid Rick Keereweer, zelf student bestuurskunde. ‘Volgende week komen de eerstejaarsvakken van rechten, dan staan ze soms met vijftig man in de rij, tot buiten de voordeur.’

Het schrijven van samenvattingen is een lucratief baantje. Bij SIL krijgen de schrijvers 2,50 euro per pagina, bij studievereniging Labyrint zelfs 3,50. Hoogleraar burgerlijk recht Willem van Boom moet lachen als hij de bedragen hoort. ‘Dat is meer dan wat ik krijg voor een stukje. Ongelooflijk.’ Bij Stuvia worden de studenten per verkocht artikel betaald. ‘In drie jaar tijd heb ik er ongeveer 1700 euro mee verdiend’, zegt rechtenstudent Felicia Malliarakis (22). ‘Ik betaal mijn studie helemaal zelf, dus het is te onzeker en te weinig om erop te rekenen. Maar veel vakken hebben tentamens in oktober of januari, dus dan is het een lekker extraatje.’ Keereweer benadrukt dat de materialen studieondersteunend, en niet studievervangend zijn. ‘Het merendeel gebruikt de samenvattingen als houvast. Helaas zijn er ook studenten die enkel de samenvattingen gebruiken en daarmee bij sommige vakken een voldoende kunnen halen.’ Studenten psychologie bevestigen dat. ‘Je hoeft het boek niet te lezen, maar kunt toch een acht halen’, klinkt het in het hok van Labyrint. ‘Ooit haalde ik een 9,5 met alleen de samenvatting’, zegt een van hen schuldbewust. ‘Ik schaam me er eigenlijk wel voor, maar ik heb nog meer te doen.’ Ook volgens sommige rechtenstudenten is het niet meer nodig om de boeken te lezen. ‘Als je naar alle colleges gaat en de samenvatting leert dan haal je een voldoende.’ Van Boom vindt dat een ernstige zaak. ‘Dan is ons onderwijs onvoldoende.’ Maar hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does vindt de samenvattingen in principe geen probleem. ‘Het gaat om het eindresultaat, niet om de methode. Natuurlijk heb ik liever gemotiveerde studenten in mijn collegezaal, maar ik begrijp ook dat studenten

aan meer verleidingen worden blootgesteld dan aan het lezen van een boek. Met het boek en de colleges wil je studenten meekrijgen in wat het vak zo leuk en interessant maakt. Een samenvatting voorziet ze van kennis, maar zal ze niet snel enthousiast maken.’ Volgens René Orij, die bedrijfswetenschappelijke vakken doceert, zijn sommige verslagen van bedenkelijke kwaliteit. ‘Ik ben niet blij met dit soort geklooi met mijn colleges. Ik heb zeer matig werkjes voor me gehad vol verkeerde redeneringen en foute conclusies. Er zwerft van alles op internet rond waar jouw naam onder staat. Ik wil niet geassocieerd worden met rotzooi en dat risico is nu heel reëel.’ ‘Ik vind het vooral belangrijk dat er geen slechte samenvattingen van mijn colleges in omloop zijn’, zegt ook hoogleraar intellectueel eigendomsrecht Dirk Visser. Hij bedacht een oplossing. ‘Voor mijn propedeusevak heb ik zelf een betaalbaar boekje gemaakt. Dat is iets van zestig pagina’s dik en kost 4,95 euro. Dan hoeft een student geen samenvatting te kopen van mogelijk matige kwaliteit.’ Keereweer geeft toe dat de kans op fouten een risico blijft. ‘We hameren wel echt op kwaliteit. We huren voor elke samenvatting een schaduwlezer in die er kritisch naar kijkt.’ Als het om kwaliteit gaat wijzen de aanbieders van samenvattingen vooral beschuldigend naar elkaar. SIL hoort slechte verhalen over JoHo, JoHo hoort op zijn beurt weer slechte verhalen over studievereniging Labyrint, waar de studenten psychologie juist weer erg enthousiast over zijn. Niet alleen over de kwaliteit van de samenvattingen maken sommige docenten zich druk, mogelijk wordt het auteursrecht geschonden. > Verder lezen op pagina 6

LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 11 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.

Bandirah Pagina 12


2  Mare · 4 december 2014 Geen commentaar

Ambtenarenzweet

Colofon

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272

Door Vincent Bongers Het is maar een tamme boel in de vergaderzaal op het Gravensteen waar de universiteitsraad samenkomt. De raadsleden werken snel en conflictloos de agenda af. Een klein punt ter verduidelijking hier, een vraagje ter opheldering daar. Als de deur open zwaait, is er even hoop. Helaas, het is slechts een medewerker van het UFB die koffie komt brengen. Tot voor kort werden er ambtenaren uitgenodigd om vragen over allerlei raadsstukken te beantwoorden. Dan parelden er af en toe wat zweetdruppeltjes op de hoofden. Er waren veel ‘ehs’ en de nodige ongemakkelijke stiltes. Je zag ze zelfs soms denken: ‘Zat ik maar weer op mijn kamer patience te spelen en met begrotingscijfers te goochelen.’ Andere, meer ervaren collega’s pareerden met speels gemak lastige vragen en beheersten de kunst om met veel woorden helemaal niets te zeggen. Zij leken juist op te leven als de frustratie van de hoofden van de raadsleden was af te lezen. En toen waren de ambtenaren opeens verdwenen. De eerste journalistieke reflex was uiteraard: ‘Ze mogen niet meer komen opdraven van het college.’ Dat blijkt echter niet zo te zijn. De raad had zelf besloten dat het allemaal wel wat efficiënter kon. Raadsadviezen worden in drie commissies voorbereid. Daar zijn wél ambtenaren bij. In principe zijn deze commissievergaderingen openbaar. Zowel in de raad als in de commissies dezelfde discussie voeren, heeft geen zin, redeneerden de raadsleden. Dus konden de ambtenaren wel wegblijven bij de vergaderingen van de hele universiteitsraad. De raad wil voor een overlegvergadering met het college van bestuur zo nodig wel een ambtenaar kunnen bestellen. Maar daar heeft het college dan weer geen zin in. Die vond het natuurlijk prima dat er voor de ogen van het publiek minder makkelijk

gaten in voorstellen kunnen worden geschoten. Er wordt nog wel onderhandeld en geëvalueerd over de rol van beleidsmedewerkers tijdens vergaderingen. U denkt natuurlijk: ‘Kom van je luie krent af en ga naar die drie commissievergaderingen.’ Maar er is geen medewerker of student die dat gaat doen. Zelfs bij de algemene raadsbijeenkomsten is de publieke tribune vaak angstvallig leeg. Nu is het hoogtepunt van de vergadering een discussie over de precieze status van een te laat ingediende rondvraag van ‘een nogal technische aard’. Dat is smullen voor bureaucratiefetisjisten en bestuurskunde-nerds. Ook ondergetekende voelde, ontkennen is zinloos, enige opwinding. Maar de rest van de universitaire gemeenschap heeft er geen fluit aan. Die wil in alle openheid zien hoe beleid tot stand komt en welke stelling partijen en raadsleden innemen voordat er een advies volgt. Daar hoort een discussie met een ambtenaar gewoon bij. En ja, die zeggen soms wel eens dingen die een uitgenaste bestuurder voor zich zou houden, of net iets anders had geformuleerd. Het universitair bestuur is nu al de liefhebberij van een veel te select groepje. Het vertroebelen van de besluitvorming jaagt het enthousiasme voor de medezeggenschap helemaal naar de kelder. Dus breng die ambtenaren terug. Laat ze maar weer lekker zweten, vragen pareren en vooral duidelijkheid scheppen.

Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

Column

Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Gabe Kramer (stagiair) gabekramermare@gmail.com Medewerkers

Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving M-space Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Grafschrift Met een waterpijp in de hand zit ik op een balkon aan de rand van een gigantische vijver. Ik heb perfect uitzicht op de 830 meter hoge Burj Khalifa, met afstand het hoogste gebouw in de wereld. In de verte een onaflatende stroom toeristen. Elk half uur speelt er traditionele Arabische muziek en verandert de twaalf hectare aan vijver in een enorm, 150 meter hoog waterballet. Het water wordt met zoveel kracht omhoog geduwd dat je de klap kan horen nagalmen. Alsof het vuurwerk is. Een paar dagen eerder zat ik in Amsterdam, strak in pak, op de voorste rij bij een conferentie van Shell, ‘The future of energy’. Ik moest beloven daar als promovendus heen te gaan in plaats van als columnist, dus ik mag er helaas niet al te veel over schrijven. Gelukkig was de keynote lecture van Professor Amory Lovins een verhaal dat overduidelijk al door menig publiek gehoord was. Shell is in haar eigen scenario’s niet bijzonder positief over onze kansen om catastrofale klimaatverandering te voorkomen, omdat het de westerse maatschappij simpelweg niet lukt om minder energie te gebruiken. Maar Professor Lovins rekende ons voor dat het absoluut mogelijk is om een economie als die van Amerika op z’n minst factor 4 efficiënter te maken. Zo zouden we lekker veel kilometers kunnen blijven maken, al onze klimaatdoelstellingen halen, en als kers op de taart zal het de Amerikaanse economie biljoenen dollars besparen. Amerikaanse dollars, want professor Lovins had niet de moeite genomen zijn gelikte presentatie aan te passen aan het continent waar hij het verhaal toevallig hield. Dat lijkt een dubbel positieve boodschap, geen geld meer aan de Arabieren/Russen overmaken én het klimaat besparen. Maar eigenlijk is het een tegenstrijdigheid. Want met een paar biljoen kun je een hoop doen. Geldbesparende efficiencyverbeteringen hebben alleen nut als je dat geld vervolgens niet aan iets net zo ergs uitgeeft (de be-

roepsterm hiervoor is overigens ‘rebound effect’). En wat doet de mens, gegeven een grote zak geld? De volgende ochtend zat ik in het vliegtuig naar Dubai, om dat met eigen ogen te aanschouwen. Even snel tussendoor: dat klimaatverandering ondertussen toch wel een reëel probleem begint te worden is makkelijk te vergeten als je in een rijk westers land woont, maar sinds een jaar of twee beginnen hele regio’s echt diep in de problemen te komen, en volgens het meest recente VN-rapport zijn de langetermijnperspectieven onveranderd apocalyptisch. Niet dat dit relevant is voor de Verenigde Arabische Emiraten. Dat was sowieso al een woestijn. In twintig jaar zijn hier met een schier oneindige hoeveelheid oliegeld complete stadstaten uit de grond gestampt. Ik aanschouw het hoogtepunt daarvan. Het summum van het Europese, Amerikaanse en Chinese technische kunnen. De compleet over the top Burj Khalifa en haar waterballet, met aangrenzend het grootste winkelcentrum ter wereld (met 1200 winkels). Voor mijn ogen hangt ruim 83 duizend liter water in de lucht, verlicht door 6.600 enorme lampen. Water dat met behulp van energie slurpende ontziltingsinstallaties uit de zee gehaald wordt, en bijna onmiddellijk in de droge woestijnlucht verdwijnt. De vriend die ik hier kom bezoeken beweert sarcastisch dat het milieu echt wel hoog op de agenda staat. Elk jaar, tijdens earth day, gaat immers het licht een uurtje uit. Uit respect. Voor het klimaat. Ik bestel een nieuwe waterpijp. Na lang twijfelen kies ik voor watermeloensmaak. De Burj Khalifa en haar waterballet zijn fantastisch. Maar als grafschrift van onze moderne beschaving laat het toch te wensen over. Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden


4 december 2014 · Mare Mensen

3

071 -527 …

Geneeslezen Op 10 december geeft hoogleraar Literatuur en Geneeskunde Arko Oderwald bij culturele vereniging Prometheus een lezing over literatuur en geneeskunde.

Lekker pochen met je atlas Prijs voor scriptie over zeventiende-eeuwse Lonely Planets Gloria Moorman won de Elsevier/ Johan de Witt-prijs voor haar scriptie over zeventiende-eeuwse stedenatlassen. ‘Mijn ogen begonnen direct te glimmen.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Voor mijn minor boek, boekhandel en uitgeverij kwam ik regelmatig in de Bibliotheca Thysiana aan het Rapenburg. Toen professor Paul Hoftijzer daar hoorde dat ik de bachelor Italiaans volgde, verdween hij naar achteren. Even later kwam hij terug met een héél groot boek: Blaeu’s stedenatlas van Piëmont’, vertelt Gloria Moorman (24). Met een masterscriptie over de Admiranda Urbis Romae, over Rome, won ze afgelopen weekend de Elsevier/Johan de Wittscriptieprijs. Van alle zeventiende-eeuwse kaarten en atlassen van uitgeverij Blaeu is de Atlas Maior uit 1662

ongetwijfeld de bekendste. ‘Willem Blaeu, de zoon van een haringhandelaar, begon met een klein winkeltje in Amsterdam, met globes en instrumenten voor zeelieden. Hij legde zich steeds meer toe op kaarten en atlassen. De VOC maakte er gebruik van, én voorzag in nieuwe informatie om de atlassen mee aan te vullen. Zijn zoon Joan, die zelf graag door Italië reisde, kwam met het overmoedige idee om de Italiaanse steden uitgebreid in kaart te brengen.’ Toen Moorman zocht naar een scriptieonderwerp voor haar master book and digital media studies, bracht Hoftijzer opnieuw die stedenatlassen ter sprake. ‘Mijn ogen begonnen direct te glimmen. Die van Rome bleek het meest geschikt. Van Toscane is door allerlei oorlogen nooit een atlas gemaakt en die van Napels en Sicilië zijn niet compleet.’ De Italiaanse stedenatlassen hoorden bij de zogenoemde ‘grand

tour’, schrijft Moorman in haar scriptie. ‘Dat was de traditie dat jongemannen uit rijke families, die later functies als burgemeester zouden bekleden, vormende reizen door het buitenland maakten.’ De stedenatlassen sleepten ze niet mee als een soort Lonely Planets. ‘Daarvoor waren ze veel te groot, te zwaar en bovendien te duur. De boeken waren eerder statussymbolen, die je vooraf bestudeerde. Of ik stel me voor dat ze na afloop thuis vrienden uitnodigden om te pochen met hun atlas, glaasje wijn erbij.’ Moorman vertrok zelf ook voor een maand naar Italië, met een beurs van het Koninklijk Nederlands Instituut Rome. ‘Na Blaeu kwamen ook andere uitgevers met stedenatlassen. In Rome kon ik enkele edities vlak bij elkaar bestuderen. Zat ik ’s ochtends aan een tafeltje gebogen over afbeeldingen van het Pantheon, waar ik ’s middags in de zon rondliep. Het Colosseum is trouwens

netjes gerestaureerd in vergelijking met toen. Het is nog steeds een ruine, maar bij Blaeu zag het er toch kariger uit.’ Net als bij hedendaagse uitgevers, vormden ook de keuzes van Blaeu en zijn concurrenten een weerspiegeling van de maatschappij. ‘Thuisblijvers konden met de boeken toch ook een soort reis mee maken. En nu kun je er zelfs mee door de tijd reizen: je ziet het maatschappelijk perspectief per periode namelijk veranderen. In de eerste edities van Blaeu zie je nog alleen monumenten. In latere boeken staan ook pleinen, koetsen en mensen met Franse pruiken. Die opkomende interesse voor de contemporaine cultuur, blijkt ook uit de brieven naar huis. Later schreven ze ook over voorstellingen en lekker eten. In het begin waren ze nog heel serieus, al deden die jongemannen vast ook dingen waar ze hun ouders niets over vertelden.’

Frutti di Mare

De club van zestien tienen DOOR GABE KRAMER Met zijn vieren haalden ze zestien tienen. Dennis van der Zwaan (informatica, zes tienen), Jasper Bouman (wiskunde, vier tienen), Nashwan Sabti (natuurkunde, vier tienen) en Amber Barendrecht (life science & technology, twee tienen) scoorden het beste studieresultaat in het eerste studiejaar in hun vakgebied. Daarvoor ontvingen ze de Jong Talent Aanmoedigingsprijs van vijfhonderd euro van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Of ze ooit in de bibliotheek komen? ‘Nooit’, is het gezamenlijke antwoord. Toch zijn ze alle vier vooral druk met studeren. Sabti: ‘Ik heb weinig vrije tijd. Je wil toch het beste uit jezelf halen, en ik doe het ook echt voor later.’ De anderen knikken instemmend, toch is er nog wel wat ruimte voor ontspanning. Bouman speelt gitaar, Van der Zwaan gamet veel, ‘zoals dat hoort bij informatica’ en Barendrecht werkt in het weekend. ‘Daar haal ik mijn ontspanning uit’, vertelt ze. ‘Voetballen gaat al een paar jaar niet meer door een knieblessure.’ Hun hoge cijfers leiden niet tot afgunst, zeggen ze. Medestudenten reageren juist positief. ‘Natuurlijk worden er wel grapjes gemaakt als je een keer

wat lager haalt’, zegt Van der Zwaan. Zelf haalde hij het hoogste gemiddelde cijfer, een 9,9: zes tienen en twee keer een 9,5. ‘Voor de vakken database en algoritmiek had ik een 9,5. Voor de andere tentamens heb ik niet altijd een

tien gehaald, maar daarbij werd het cijfer afgerond naar boven omdat we bij informatica met halve cijfers werken. Of er waren bonussen die het cijfer ophoogden, bijvoorbeeld door een practicum goed te doen.’

Voor elke vinger een tien, van links naar rechts: Nashwan Sabti, Amber Barendrecht, Jasper Bouman en Dennis van der Zwaan. Foto Marc de Haan

Toch komt het niet alleen door hun eigen harde werk dat hun cijfers zo hoog zijn, geven ze toe. Barendrecht: ‘Als docenten slechter waren geweest had ik meer zelf moeten doen en was het een stuk moeilijker geweest. Er is een goede ondersteuning vanuit de universiteit.’ Ook Bouman en Sabti zijn positief, behalve over het vak Fysica van Moderne Technologie. ‘Dat klinkt leuker dan dat het is’, aldus Sabti, ‘maar het vak was niet goed opgezet. Je moest veel werk doen voor weinig studiepunten.’ Bouman: ‘Er werd heel snel losjes over het onderwerp heen gegaan. Het is zware stof, maar daar werden maar een paar punten uitgepikt. En tijdens college moest je veel van de dia’s lezen. Het had veel makkelijker kunnen zijn.’ Met de prijs van vijfhonderd euro mogen ze doen wat ze willen. ‘Terecht, want ik heb er hard voor gewerkt’, vindt Barendrecht. ‘Ik gebruik het waarschijnlijk voor een weekendje Londen.’ Sabti wil een studiereis maken naar de Canarische Eilanden, Bouman gaat aan zijn computer sleutelen. Van der Zwaan spaart het voor later. En eigenlijk willen ze allemaal nog een deel aan hun studie spenderen. ‘Want’, zeggen ze, ‘dat is uiteindelijk toch het belangrijkste.’

Wat hebben literatuur en geneeskunde met elkaar te maken? ‘Ziekte en genezing spelen een belangrijke rol in literatuur en films. Daar doe ik onderzoek naar. Ik was net bijvoorbeeld The Singing Detective aan het kijken, een serie van Dennis Potter. Het gaat over een man die de huidziekte psoriasis heeft. Hij heeft een erge variant die gepaard gaat met gewrichtspijnen. ‘De eerste keer probeer ik zo min mogelijk na te denken en er gewoon van te genieten. Vervolgens wil ik er natuurlijk ook wat zinnigs over zeggen, dus de tweede keer kijk ik er analytisch naar. Is dit aannemelijk? Hoe wordt het lijden hier verwoord? Wat weten we over deze ziekte en hoe kunnen we wat hier geschreven staat koppelen aan de praktijk?’ Wat doet u vervolgens met deze kennis? ‘Ik ben verbonden aan het VU Medisch Centrum en de Universiteit voor Humanistiek. Ik geef onder andere les aan geneeskundestudenten en geef nascholing aan dokters, maar houd me ook bezig met medische filosofie en ethiek. Elk jaar geef ik een redactieboek over literatuur en geneeskunde uit, waar ook dokters bijdragen aan leveren. Daarnaast heb ik het boek Mens in crisis geschreven en heb ik op mijn website een grote database aangelegd van romans, films en biografieën over de geneeskunde.’ Hoe kan literatuur artsen helpen? ‘Veel van de huidige dilemma’s in de geneeskunde komen ook in boeken naar voren. Voor een oncoloog is het interessant om te weten welke beelden wij bij kanker hebben, en aan welke gevaren wij denken. Nog niet eens zo heel lang geleden dachten veel mensen bijvoorbeeld dat kanker besmettelijk was. Literatuur kan je ook op ideeën brengen, een ander perspectief bieden of begrip vergroten.’ Welk boek zou elke arts moeten lezen? ‘Mijn lievelingsboek is De Toverberg van Thomas Mann uit 1924. Ik verplicht de studenten van mijn keuzevak het te lezen. Ze vinden het een hele kluif, maar ik denk dat ze er later wel wat aan hebben. ‘Als mensen een specifieke vraag hebben weet ik altijd wel een mooi boek. Wie geïnteresseerd is in de huidige problemen in de psychiatrische diagnostiek moet De Psychiater van Machado de Assis lezen. De hoofdpersoon wil bepalen wie gek is en wie niet, en besluit de gekken op te sluiten in een gebouw. Hij bedenkt een definitie, maar als hij die toepast, zit als snel tachtig procent van het dorp in dat gebouw. Hij past de definitie aan, en op een gegeven moment zit hij als enige in dat gebouw. Een actueel thema. Wanneer is iets een depressie? Iedereen piekert wel eens. Als het twee weken aanhoudt? Bij sommigen is het na drie weken over. ‘Wie meer wil weten over de taak van een dokter, raad ik De Pest van Albert Camus aan. Zijn patiënten zijn niet te redden, maar hij blijft ze bezoeken.’ Kan literatuur ook patiënten helpen? ‘Deels wel, dat noemen we bibliotherapie. Als iemand ziek wordt, gaat hij vroeg of laat iets lezen van iemand die die ziekte gehad heeft. Ik behandel daarom ook veel autobiografieën.’ PM Lezing Arko Oderwald Woe 10 dec 20:30 uur Bovenzaal café de Keyzer www.literatuurengeneeskunde.nl


4  Mare · 4 december 2014 Nieuws

Nature gratis Artikelen uit het Britse wetenschapsblad Nature en 48 zustertitels als Nature Physics en Nature Neuroscience zijn voortaan gratis te lezen, zo maakte uitgever McMillan van het blad dinsdag bekend. Tenminste: gratis voor mensen met de juiste connecties. Natureabonnees kunnen artikelen delen via een link, en die link laat mensen het artikel lezen – niet opslaan of printen – via ReadCube, een soort Blendle, waar McMillan hoofdinvesteerder in is. Universiteiten kunnen alle Nature-artikelen vanaf het begin in 1869 delen, gewoon menselijke abonnees kunnen dat doen met alles vanaf 1997.

Moocs en spocs De Universiteit Leiden investeert de komende jaren 1,4 miljoen euro in de productie van nieuwe online cursussen. In 2015 en 2016 gaat de universiteit vijftien nieuwe moocs (Massive Online Open Courses) en 10 nieuwe zogeheten spocs (Small Private Online Courses) maken. Leiden heeft sinds 2013 al zes van zulke online cursussen ontwikkeld: vijf moocs en één spoc. De moocs trokken meer dan tweehonderdduizend deelnemers uit 186 verschillende landen.

Geen uitleg over hoge tarieven Kosten voor tweede studie blijven nog onduidelijk Acht universiteiten, waaronder die van Leiden, zijn naar de Hoge Raad gestapt. Afgelopen zomer oordeelde het Amsterdamse gerechtshof namelijk dat de hoogte van hun instellingscollegegeld inhoudelijk getoetst moet worden. Tegen die uitspraak gaan de universiteiten in cassatie. Voor een tweede bachelor of master rekenen

Door Marleen van Wesel

veel universiteiten sinds collegejaar 2011-2012 een veel hoger tarief dan het wettelijk collegegeld van 1906 euro: het instellingscollegegeld. Studenten die het daarmee oneens waren, of die in elk geval vonden dat universiteiten moeten aantonen dat dat hoge bedrag in verhouding staat tot de werkelijke kosten, verenigden zich destijds in de Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU). Ze begonnen een rechtszaak. ‘In eerste instantie had de rechtbank eigenlijk besloten om als burgerlijk rechter niet inhoudelijk over

het collegegeld te oordelen’, verduidelijkt Maarten Kalwiek, advocaat van SCAU. ‘Na het hoger beroep besloot de rechter afgelopen zomer dat het collegegeld wél langs de juridische meetlat gelegd moest worden. Het ligt voor de hand om zo’n inhoudelijk debat en onderzoek niet uit de weg te gaan, maar de universiteiten zijn toch naar de Hoge Raad gestapt.’ Universiteiten vinden namelijk dat niet de burgerlijk rechter, maar het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs over de kwestie mag oordelen. Daar kunnen aankomen-

de studenten echter niet terecht. Bovendien is het voor universiteiten erg lastig om het collegegeld volledig te specificeren. ‘Er zit zó veel in het collegegeld, van het salaris van docenten tot het schoolbord, dat het ondoenlijk is om uit te rekenen’, weet Bastiaan Verweij van de VSNU. Volgens SCAU laat zo’n uitspraak van de Hoge Raad nog minstens een jaar op zich wachten. ‘Als de universiteiten niet in cassatie waren gegaan, zaten we nu al te wachten op de uitkomst van het inhoudelijke onderzoek’, zegt Kalwiek.

Gesjoemel met peer review

Vrouwelijke strijders De Leidse Arabiste Remke Kruk is onderscheiden voor haar studie naar vrouwelijke strijders in Arabische avonturenverhalen, door de Britisch-Kuwait Friendship Society. Die organisatie reikt jaarlijks een Book Prize uit voor studies over het Midden-Oosten, meestal verdeeld over meerdere auteurs. Kruk, emeritus hoogleraar Arabisch aan deze universiteit, won de gedeelde tweede prijs met haar boek The Warrior Women of Islam: Female Empowerment in Arabic Populair Literature. De eerste prijs ging naar een onderzoek over hoe Libanese jongeren uitgaan, terwijl religieuze autoriteiten vrezen dat zij hun morele kompas verliezen. De auteurs, Lara Deeb en Mona Harb, werken respectievelijk voor Princeton en de American University of Beirut.

Lage rente De rente over studieleningen en prestatiebeurzen is komend jaar historisch laag: namelijk 0,12 procent. Voor mensen die momenteel lenen, wordt de rente jaarlijks vastgesteld. Zodra er een geleend bedrag op je rekening wordt gestort, begint die rente te lopen. Voor wie dit jaar is afgestudeerd en moet gaan aflossen, is de rente zoals elk jaar voor vijf jaar vastgezet. Mensen die een jaar eerder afstudeerden zitten tot 2019 vast aan 0,81 procent, maar ook dat was aan de lage kant: voor afstudeerders uit 2007 was de rente nog 3,58 procent en in 1992, op z’n hoogst, 9,49 procent. Het rentepercentage houdt verband met de rente op Nederlandse staatsobligaties. Wanneer de vraag daarnaar hoog is, is de rente laag. Dat is nu dus het geval.

Taskforce treinen Studenten die naar college OV’en, reizen vaak in de spits. Dat vindt Jet Bussemaker niet leuk, want spitskilometers zijn duurder, en zij wil juist bezuinigen. De spoorknorren moeten eigenlijk buiten de spits reizen, vindt zij. Het grote probleem hierbij is dat niemand voor zijn plezier tijdens de spits reist. Er zijn dus blijkbaar dingen die studenten in dat reisritme dwingen. Het ministerie van Onderwijs wil daarom uitzoeken ‘hoe de spitsen in het OV afgevlakt kunnen worden middels een verandering van het reisgedrag van studenten. Studenten moeten hierin worden aangemoedigd en gefaciliteerd door overheden, ov-bedrijven en onderwijsinstellingen.’ Studenten moeten dus eerder of later naar college, of digitaal les gaan volgen. Daarnaast krijgt de taskforce de opdracht om ‘experimenten te stimuleren’, waarin treinende en bussende studenten de proefkonijnen zijn.

De afgelopen twee jaar zijn meer dan honderd wetenschappelijke publicaties ingetrokken omdat er was gerommeld met de peer review. De truc is gênant simpel. Schrijf een wetenschappelijk artikel, en stuur het op naar een vakblad. Veel vakbladen vragen dan of je namen van collega’s aan andere universiteiten kan noemen, zodat die je stuk kunnen beoordelen. Peer review heet dat laatste, en het is een essentiële pijler in hoe wetenschap nu werkt.

Behalve als je ermee sjoemelt, en dat deden de afgelopen jaren tenminste zes onderzoekers als volgt. Je noemt namen van onderzoekers op jouw vakgebied. Het inleversysteem vraagt vervolgens om hun mailadressen. Je vult ‘Onderzoekeropmijnvakgebied@hotmail.com’ in. En dat adres is niet van die onderzoeker, maar van jou. Vervolgens review je je eigen stuk: niet onaardig, met een paar kleine tekortkomingen, zeker geschikt voor publicatie. Een artikel voor The Journal

of Enzyme Inhibition and Medicinal Chemistry viel alleen maar door de mand omdat de auteur zo dom was om zichzelf binnen een dag van een review te voorzien. Redacteuren moeten normaal weken tot maanden op commentaar wachten. De afgelopen twee jaar zijn er meer dan 110 artikelen van tenminste zes frauderende auteurs ingetrokken, schrijft Nature deze week. Dat betrof overigens ook gevallen waarin mensen artikelen lieten nakijken door familie, vrienden of

onderzoekers van de eigen afdeling. Het gaat om artikelen in verschillende bladen, van grote wetenschapsuitgevers als Elsevier, Springer en Wiley. De uitgevers proberen nu dit gat te dichten: emailadressen die niet van instituten zelf zijn, worden met grotere argwaan bekeken. Een redacteur van Osteoporosis International vertelde Nature hoe hij het suggestiesysteem gebruikt op zijn eigen manier: wie iets indient, mag twee reviewers aandragen. En die worden het dan per definitie niet. BB

Raad wil af van herkansingsverbod De universiteitsraad wil dat alle studenten de kans behouden om het tentamen van een vak te laten lopen en alleen de herkansing te maken. Dat bleek maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering waar de onderwijs- en examenregelingen (OERen) voor het volgende college-

jaar werden besproken.In de OERen van dit jaar staat al dat opleidingen ervoor mogen kiezen om studenten die het tentamen niet maken uit te sluiten van de herkansing, tenzij de examencommissie anders beslist. In de nieuwe regeling staat dit nog explicieter: ‘Indien de student niet heeft deelgenomen aan de eerste gelegenheid is hij uitgesloten van deel-

name aan de tweede gelegenheid.’ De raad vindt dat een student moet kunnen kiezen of hij het tentamen wil doen of alleen de herkansing. De voordelen van een verbod zijn onduidelijk, vindt de raad, terwijl de keuzevrijheid van studenten wordt aangetast en de mogelijkheden om hun studie te plannen worden beperkt.

Verder vindt de raad dat studenten al voldoende prikkels krijgen om snel te studeren. Ook is de handhaving van de regeling een probleem. Het is lastig om te bepalen wat een geldige reden is om niet op het tentamen te verschijnen. Dat werkt willekeur in de hand. De raad wil dan ook het verbod op herkansingen graag schrappen. VB


4 december 2014 · Mare 5 Nieuws

Universiteit in de min ‘Hollanders kosten Leenstelsel zorgt voor onzekere begroting De universiteit noteert in 2016 een tekort van 2,2 miljoen euro, dat blijkt uit de begroting voor de periode 2015-2018 die maandag tijdens de universiteitsraad werd besproken. Een jaar later loopt het tekort zelfs op tot 5,9 miljoen euro. Door Vincent Bongers Pas in 2018 wordt er weer een positief resultaat verwacht van 2,8 miljoen euro. De cijfers voor 2015 zijn nog wel positief: 6 miljoen euro in de plus. De tekorten ontstaan onder andere door de invoering van het leenstelsel. Het schrappen van de basisbeurs zorgt ervoor dat er op termijn geld vrij komt voor meer investeringen in het hoger onderwijs. Maar in afwachting van de door minister Bussemaker van Onderwijs beloofde zilvervloot, dient de universiteit de kwaliteitsinjectie eerst voor te financieren. En dat hakt er flink in.

Verder investeert de universiteit fors in nieuwbouw. De bouw van het bètacomplex en de verbouwing van het Wijnhavenpand van de faculteit Campus Den Haag zijn al geruime tijd aan de gang. Maar ook Geesteswetenschappen gaat op de schop. In de begroting tot 2018 is 35 miljoen euro gereserveerd voor een nieuw onderkomen voor deze faculteit. Paniek is zeker niet nodig. Volgens de raad ziet de begroting er goed uit en het marktaandeel aan eerstejaars stijgt. Maar de raad maakt zich zorgen over de vele onzekerheden die in de begroting zijn verwerkt. Het leenstelsel moet nog door de Eerste Kamer en zelfs als Bussemaker dat voor elkaar krijgt, staat nog niet vast of al het uitgespaarde stufigeld wel naar de universiteiten stroomt. De universiteit verwacht dat dit pas in 2018 het geval is. Ook kan het mogelijk niet halen van alle prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs nog roet

in het eten gooien. De universiteit gaat de meeste van die afspraken wel halen, alleen het aantal studenten dat excellent onderwijs volgt blijft nog achter. En als dat zo blijft, heeft dat waarschijnlijk financiële gevolgen. Een deel van het budget van het ministerie is gekoppeld aan deze afspraken. De raad ziet dan ook graag een begroting die wat voorzichter en conservatiever is. Door de investeringen geeft de universiteit meer uit dan er binnenkomt. Deze negatieve kasstroom kan niet opgevangen worden zonder bij te lenen. De universiteit leent de komende jaren dan ook flink bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Afgesproken is dat er niet meer geleend wordt dan 100 miljoen euro. De raad hoopt dat het college van bestuur niet te veel risico’s neemt en wil graag dat het geesteswetenschappencomplex in fasen wordt gebouwd. Maandag overlegt het college met de raad over de begroting.

België 134 miljoen’ Steeds meer Nederlanders kiezen voor Belgisch onderwijs en dat kost het land miljoenen. Tot die conclusie kwam parlementslid Koen Daniëls van de Vlaams politieke partij N-VA na een blik op de cijfers van het departement Onderwijs. ‘Hierover moet gepraat kunnen worden’, zei de N-VA’er in de Belgische krant De Standaard. Het aantal Nederlanders dat in België studeert neemt al jaren toe. Volgens De Standaard gaat het om 6131 studenten in het hoger onderwijs. Tien jaar geleden waren dat er nog 2075. Maar ook in het basis- en

secundair onderwijs kiezen steeds meer Nederlanders voor een Belgische opleiding. Koen Daniëls waardeert de uitwisseling met Nederland, maar hij wijst ook naar de bijbehorende kosten. Volgens Daniëls kosten de 20.000 Nederlanders België jaarlijks zeker 134 miljoen euro. De N-VA uitte kritiek op het feit dat Nederland op instituten bezuinigt die onder Belgische jongeren populair zijn of waar het met België een verdrag over heeft, zoals de Open Universiteit, de Nederlandse Taalunie en Nederlandstalige scholen in het buitenland. De partij benadrukt dat de wederkerigheid bewaakt moet worden. PM

Wéér die Pieten Ondanks eerdere protesten werden er toch weer Pieten uitgedeeld bij de faculteit Geesteswetenschappen. Dit keer stonden ze op een doos speculaaspoppen. De afgelopen twee jaar was er kritiek op het karikaturale pietje op de chocoladeletters voor geesteswetenschappenmedewerkers. Dit jaar deelde het bestuur speculaaspoppen uit. ‘Maar de kartonnen doos waarin de poppen verpakt zijn, is volledig versierd met karikaturale pietjes’, vertelt Karwan Fatah-Black, onderzoeker bij geschiedenis. Twee jaar terug stuurde hij met een collega al een ingezonden brief naar Mare, over de ‘stereotype raskenmerken, zoals dikke lippen, oorringen en kroeshaar’ van de pietjes. Desondanks waren vorig jaar dezelfde letters besteld. ‘Niemand van ons wist daarvan’, reageerde Jolanda Riel, directeur bedrijfsvoering van het faculteitsbestuur, toen in Mare op de kritiek uit 2012. Uiteindelijk mochten medewerkers zelf kiezen of ze het geschenk ophaalden.

‘Het faculteitsbestuur belde en mailde mij toen om te zeggen dat het een vergissing was. De letters die niet opgehaald zijn, werden gedoneerd aan de voedselbank. Arme mensen kun je daar blijkbaar wel mee opzadelen’, zegt Fatah-Black. Dit jaar werd hij al per e-mail op de verpakking gewezen door een directeur van een geesteswetenschappeninstituut, dat de pop geweigerd heeft. Bij zijn eigen instituut geschiedenis zijn ze wel uitgedeeld. ‘Wel haastte het bestuur zich weer om mij te bellen, om te vertellen dat ze de speculaaspoppen vooraf echt alleen in het cellofaantje gezien hadden.’ Afgelopen maandag stond er een opiniestuk in de Volkskrant, van wetenschappers die vinden dat universiteiten zich te weinig uitspreken in de maatschappelijke ontwikkelingen rond Zwarte Piet. ‘Ik vind het een beetje gek dat de Universiteit Leiden blijkbaar wel voor aanpassing is, maar zich niet openlijk uitspreekt wanneer het misgaat. In zo’n situatie wordt alleen iemand die tegengas geeft snel gebeld om in stilte tevreden te stellen.’ MVW

Nieuw: budgethoogleraar 71x071 Zo’n driehonderd Leidenaars kwamen vrijdag naar de presentatie van 71*071, een initiatief van stadsverbeterclub Stadslab. Scholieren en studenten Journalistiek en Nieuwe Media hadden onderzoek gedaan naar een gedeelte van de 71 nieuwe ideeën die Stadslab voor Leiden heeft. Zo verkenden ze bijvoorbeeld de mogelijkheden om meer buitenlandse toeristen naar de stad te trekken, of om een zo hoog mogelijke biodiversiteit in het in aanbouw zijnde Singelpark te krijgen. Foto Marc de Haan

Bèta’s willen delen De faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen werkt aan een website waarmee ze haar onderzoeksfaciliteiten beschikbaar wil stellen. Niet alleen de eigen onderzoekers, maar ook wetenschappers van buitenaf mogen er dan gebruik van maken. In navolging van Open Acces publicaties gaat de openbare onderzoeksapparatuur Open Access Research Infrastructure heten. De blik van het project richt zich nu vooral op het LUMC, collega’s uit Delft en Rotterdam en de bedrijven van het BioSciencePark, maar in

principe is iedereen welkom. ‘Het is het mooiste als er samenwerkingen met onze eigen onderzoekers uit voortkomen. Als dat er niet inzit, kan er contractonderzoek plaatsvinden’, verduidelijkt Marjoleine van Egeraat, valorisatiemedewerker van de bètafaculteit. Ze benadrukt dat dat contractonderzoek wel in te passen moet zijn in de agenda van de onderzoekers van de faculteit zelf. Het Netherlands Centre for Electron Nanoscopy (NeCEN) is een nationaal onderzoekscentrum met krachtige microscopen en staat in Leiden. Het bezoekadres zit in het Gor-

leaus, maar het was van meet af aan toegankelijk voor alle onderzoeksinstituten en bedrijven. In navolging daarvan besloot de bètafaculteit ook haar andere voorzieningen openbaarder te maken. Wel houden instituten het recht om vreemde vingers uit de buurt van echt bijzondere – al dan niet zelfgebouwde – apparatuur te houden. ‘In principe wordt alle apparatuur openbaar, maar de schifting ligt bij de instituten’, aldus Van Egeraat. De faculteit hoopt haar portal met daarop de beschikbare apparatuur en voorwaarden ergens in 2015 te lanceren. BB

Wilco van Dijk is afgelopen maandag benoemd tot bijzonder hoogleraar Psychologische determinanten van economisch keuzegedrag. De leerstoel is een initiatief van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en de Universiteit Leiden. Wat voor onderzoek hoort er bij deze Nibud-leerstoel? ‘Allereerst zullen we bij grote groepen uit de samenleving vragenlijsten afnemen. Niet alleen met objectieve vragen, maar ook psychologische: bijvoorbeeld of mensen stress ervaren over hun financiële situatie, of ze op het heden of op de toekomst gericht zijn en hoe ze scoren op zelfcontrole. Vervolgens zoeken we naar verbanden. Ten tweede doen we experimentele studies naar oorzaak en gevolg. Die combinatie levert interessante kennis op.’ Is er al veel van zulk onderzoek gedaan? ‘Minder dan je zou verwachten. Financiële keuzes waren vaak het gebied van economische wetenschappers. Die onderzochten eerder hoe men keuzes zou moeten maken, dan hoe men dat werkelijk deed.’

Wat kan het Nibud straks concreet met de onderzoeksresultaten? ‘Het Nibud geeft tips en adviezen ter bevordering van de financiële zelfredzaamheid. Met nieuwe inzichten kunnen we straks interventies bedenken. ZZP’ers bijvoorbeeld, die moeten zelf sparen voor hun pensioen. Voor veel jonge mensen klinkt dat nog heel ver weg. We zouden kunnen zoeken naar manieren om hen meer aan de toekomst te laten denken.’ Zouden de regels hier en daar aangepast moeten worden? ‘Dingen verbieden ligt natuurlijk lastig, maar mensen bewust maken kan wel. Een eerder Nibudonderzoek ging over het leensysteem van DUO. Als het standaard op nul staat en je het zelf moet verhogen, blijken studenten minder hoge leningen aan te gaan dan wanneer het andersom is, zoals nu.’ Over DUO gesproken, komt er ook onderzoek naar het leenstelsel? ‘Dat staat niet expliciet in de leeropdracht, maar het is zeker iets waarvoor het Nibud zich interesseert. Ikzelf ook trouwens. Dus waarschijnlijk zal er wel aandacht voor komen.’ MVW


6  Mare · 4 december 2014 Achtergrond

Straks val je door de mand > Vervolg van de voorpagina René Orij: ‘In mijn colleges gebruik ik sheets met informatie uit boeken. Daarvoor heb ik toestemming van de uitgever, maar die teksten verzeilen nu ook in samenvattingen. Bovendien voeg ik zelf ook informatie toe aan die fragmenten, dus eigenlijk schendt de verkoper van zo’n samenvatting twee keer het auteursrecht: dat van mij en dat van de schrijver van het boek.’ ‘Docenten steken veel werk in de voorbereiding van hun onderwijsmateriaal. Zij zijn de eigenaar van het materiaal en mogen zelf bepalen of dat beschikbaar wordt gesteld’, zegt Jelmer Schalk, interim onderwijsdirecteur van het instituut bestuurskunde. ‘We zijn niet tegen het verspreiden van kennis. Als een docent zijn collegeslides de wereld in wil sturen is dat prima. Maar we vinden het wel kwalijk als er onderwijsmateriaal zonder toestemming van de docent letterlijk wordt gekopieerd en doorverkocht.’ Visser: ‘Als je het vergelijkt met de piraterij van Hollywoodfilms kan ik hier niet erg opgewonden van raken. Maar het is zeker mogelijk dat er samenvattingen in omloop zijn die het auteursrecht schenden.’ SIL-bestuurslid Keereweer geeft toe dat copyright een zorg is. ‘Bij de overdracht van verbale kennis tijdens een college is het geen probleem, maar als er sheets worden overgenomen dan

moet er natuurlijk wel een bronvermelding bij. Dat staat ook duidelijk in het contract dat we de schrijvers van samenvattingen laten tekenen.’ Maar zo eenvoudig is het niet, weet Visser. ‘Als je een samenvatting maakt van een college of een boek door een aantal punten in telegramstijl op een rij te zetten, dan schend je het auteursrecht niet. Maar als je hele stukken tekst, de vorm dus, letterlijk overneemt, dan wel.’ Met het knip-en-plakwerk heeft Koen Caminada, hoogleraar bij bestuurskunde, geen probleem. ‘Ik til daar niet zo zwaar aan, en als de uitgever er een probleem mee heeft gaat hij er maar achter aan. Wij zijn al betaald en stellen onze kennis ter beschikking aan de maatschappij. Anderen gaan daar per definitie geld mee verdienen.’ Ook Van der Does vindt dat de uitgever daar maar wat over moet zeggen. ‘Maar als het mijn boek was geweest, dan lag dat misschien anders.’ ‘Colleges zijn aaneengeregen anekdotes en verhalen die de achtergrond van het rechtssysteem illustreren. Ik vind het ongemakkelijk dat wat ik zeg commercieel wordt verhandeld’, zegt Castermans. ‘Maar mijn grootste bezwaar is van andere aard. Het is buitengewoon jammer dat studenten hun studententijd niet gebruiken om zich vol te zuigen met kennis. Dat je een SILverslag als hulpmiddel gebruikt is nog tot daar aan toe, maar ik weet dat er ook studenten zijn die alleen de verslagen leren. In de master – als er ineens geen SIL-verslagen meer beschikbaar

zijn – zie je dat terug. Daar vallen ze genadeloos door de mand. Ze weten juridische stukken niet te doorgronden, en vervolgens zeggen ze: “Dat hebben we tijdens de bachelor nooit geleerd”. Zo ontzeggen ze zichzelf het juiste afstudeerniveau. Het gebruiken van verslagen is geen diepte-investering.’ Van Boom is het met hem eens: ‘Ze hebben zich niet verdiept in de stof, niet zelf de samenvatting gemaakt. Dat is een slechte start.’ Schalk: ‘Je wilt dat ze aan het eind van het programma over bepaalde kennis en vaardigheden beschikken: eigen inzet, kritische reflectie en het volgen van colleges horen daarbij.’ Castermans: ‘Waarom ben je hier aan de academie? Als je panklare informatie wilt, ga dan naar het hbo. Studenten kunnen veel meer dan ze zelf denken. Het is heel jammer dat sommigen zichzelf tekortdoen, en zich niet geroepen voelen om op eigen kracht juridische teksten te verschalken. Deze mensen zijn over twee tot drie jaar zelfstandig jurist; dat brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee.’ Sommige tentamens past hij daarom op de verkochte verslagen aan. ‘We zorgen dat het tentamen dieper gaat dan wat uit zo’n samenvatting te halen valt.’ Caminada gaat daar niet aan beginnen. ‘Ik kan best een tentamen maken dat niemand haalt, maar wat heb ik daaraan? Ik wil gewoon de basiskennis toetsen.’ Door Vincent Bongers en Petra Meijer

Niet fout, maar ook niet goed ‘Al fout op pagina één’

‘Genoeg voor voldoende’

‘Een doorfluisterrondje’

Wie: Willem van Boom, hoogleraar burgerlijk recht Wat: Verslag hoor- en werkcollege burgerlijk recht deel 1 Aanbieder: Stichting Intermediair Leiden (SIL) Kosten: 2 x 4,95 euro

Wie: Willem van der Does, hoogleraar klinische psychologie Wat: Literatuursamenvatting persoonlijk­heidsklinische en gezondheidspsychologie Aanbieder: JoHo Kosten: 5 euro

Wie: Koen Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving Wat: Literatuursamenvatting economie van de publieke sector Aanbieder: Stuvia Kosten: 5,90 euro

‘Ik dacht gelijk “verdorie”, toen ik de samenvatting opensloeg. Op de eerste pagina staat al een definitiefout.’ Van Boom leest voor: ‘“Geschillen gaan vaak over het vermogensrecht, maar ook geschillen over het goederenrecht of het eigendomsrecht worden voor de civiele rechter uitgevochten.” Dat is verwarrend. Het vermogensrecht omvat het goederenrecht. En het goederenrecht omvat het eigendomsrecht. Dat luistert heel nauw.’ Hij bladert door de samenvatting. ‘Zo ziet het er wel vreemd uit. Het lijken wel de hoorcolleges van vorig jaar, toen het vak nog gegeven werd door Alex Geert Castermans.’ Dan nog wat stelliger: ‘Dit zijn niet mijn hoorcolleges. Er staan allemaal dingen in waar ik het niet over gehad heb. Misschien stond het wel op de sheets. De samensteller lijkt het boek, het college en de sheets naast elkaar gelegd te hebben en heeft er een collage van gemaakt. Ik snap ook niet waarom antwoorden op de vragen uit de werkgroepen zijn samengevat. Je leert toch vooral van zelf zoeken? Waarom wil je dit nou hebben als student?’

‘Een nette samenvatting’, concludeert Van der Does. De inhoud van zijn vak is dit jaar flink veranderd, toch is de samenvatting up-to-date. ‘Degene die het gemaakt heeft, heeft er zeker wat van opgestoken. Of dat voor de lezers van de samenvatting ook het geval is, weet ik niet.’ Even later: ‘Een deel van dit boekje beslaat de literatuur van het werkcollege. Die wordt niet getentamineerd. Maar verder ziet het er goed geordend uit.’ Alleen over de bijgevoegde tentamenvragen is hij minder te spreken. ‘Ik heb geleerd dat het beter is om tweekeuze-vragen te stellen, in plaats van vierkeuze-vragen. Ook de ‘juist of onjuist’-vragen gebruik ik niet meer. Wat dat betreft zijn deze tentamenvragen niet representatief. Je kunt je trouwens afvragen in hoeverre je geheimzinnig moet doen over tentamenvragen. In het meest extreme geval geef je er een paar duizend vrij en rouleer je die op het tentamen. Maar snap je de stof dan echt?’ Eindoordeel: ‘Het zou me eerlijk gezegd niet verbazen als studenten hier een voldoende mee kunnen halen.’

Ook hoogleraar Koen Caminada is niet ontevreden over de samenvatting van Stuvia. ‘Dit boek is heel systematisch opgebouwd, dus wat dat betreft kan het maken van een samenvatting niet fout gaan. Deze student heeft gewoon zitten knippen en plakken, en het geheel naar het Nederlands vertaald. Wat dat betreft heeft de samenvatting weinig toegevoegde waarde.’ De hoogleraar vond wel wat tik- en taalfoutjes. ‘Bij deze grafiek staat als uitleg: “Eva is blijer op E3 dan op E1”. Je ziet meteen dat “happier” vertaald is naar “blijer”, terwijl het in deze context “meer nut geven aan” betekent. Een samenvatting lijkt wat dat betreft op het product van een doorfluisterrondje: een handboek wordt vertaald naar collegeslides, en die worden weer omgezet naar een samenvatting. Het is niet echt fout, maar het is ook niet echt goed.’ Stuvia gebruikt als enige aanbieder geen schaduwlezer. ‘De kwaliteit mag wat dat betreft nog wel wat omhoog’, zegt Caminada. ‘Het liefste zou ik drie namen zien, en ik zou willen weten wat de maker van de samenvatting voor het tentamen gehaald heeft.’


4 december 2014 · Mare 7 Wetenschap

Voor als de olie op is Plastic en nylon produceren van plantenresten Twee recente Leidse publicaties laten zien hoe je uit plantaardig afval nuttige stoffen maakt. Nylon uit hout in plaats van olie, bijvoorbeeld. Maar of dat ook leidt tot een bio-economie? Door Bart Braun ‘Vroeg of laat zal de chemische industrie toch af moeten van aardolie’, vertelt elektrochemicus Marc Koper. ‘Dat heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid olie op de wereld, maar vooral ook met de politieke wil om over te stappen op een duurzamere economie. Maar als de politiek eenmaal zover is, is het wel leuk als de bijbehorende technologie al bestaat. Dat vereist een hoop nieuwe chemie.’ In het vakblad voor duurzame scheikunde ChemSusChem verschenen het afgelopen jaar twee Leidse publicaties die zulke nieuwe chemie laten zien. Deze maand een stuk van Koper, zijn oud-promovendus Youngkook Kwon en twee medewerkers van het Amsterdamse bedrijfje Avantium. Koper: ‘Ze zijn op zoek naar een slimmere manier om fructose te maken, als bouwstof van bioplastics. Biologisch afbreekbare colaflessen, bijvoorbeeld.’ De auteurs beschrijven de omzetting van sorbitol – relatief eenvoudig te maken van glucose, een suikersoort. Glucose is op zijn beurt weer makkelijk te halen uit cellulose, het spul dat om plantencellen heen zit. Met behulp van een platina elektrode verbouwen Kwon en co het om tot fructose en sorbose, twee andere suikers. ‘Platina is weliswaar een edelmetaal, maar het reageert met meer stoffen dan je zou denken’, licht Koper toe. ‘Voor veel chemische omzettingen is het een goede katalysator. Alleen geen bijzonder selectieve: het zet ook sorbitol weer om in glucose.’ Dat lossen de chemici op door behalve de katalysator zelf ook een zogeheten promoter toe te voegen: een extra stofje dat de werking van de katalysator verandert of versterkt. ‘In dit geval zijn dat stoffen als bismut of antimoon. Die zorgen ervoor dat we de reactie één kant op kunnen sturen, in dit geval naar fructose in plaats van glucose. Die controle over de reactie is voor mij als chemicus natuurlijk heel spannend. We weten alleen niet zo goed waarom het werkt.’ Samen met wetenschappers uit Brazilië, een land dat zwaar inzet op het gebruik van biomassa, hoopt hij dat volgend jaar te gaan onderzoeken. ‘Kijken of we de reactie nog beter kunnen sturen, of nog andere kanten op.’ Eerder dit jaar schreef prof.dr. Lies Bouwman, die op dezelfde verdieping van het Gorlaeus werkt als Koper, over een nieuw proces om nylon te maken. ‘De huidige fabrieken maken caprolactam, de bouwsteen voor nylon, uit aardolie. Bij dat proces komt voor elke kilo van die stof vier à vijf kilo ammoniumsulfaat vrij, en ongezonde stikstofverbindingen’, vertelt de hoogleraar anorganische chemie. ‘Bij ons proces alleen een beetje water.’ Niet alleen de chemische aanpak is anders, maar ook het beginpunt. In plaats van met aardolieproducten startten Bouwman en co met gamma-valerolacton (GVL). Dat is betrekkelijk eenvoudig te winnen uit plantenmateriaal, bijvoorbeeld houtafval.

Een Amerikaanse fabriek van de chemische firma DuPont, waar in de Tweede Wereldoorlog het nylon voor parachutes werd geproduceerd. Foto Hollandse Hoogte De omzetting van GVL naar caprolactam verloopt in een aantal verschillende stappen, en de laatste paar daarvan verlopen in één vat. Essentieel daarbij is de katalysator, in dit geval een verbinding van het metaal rhodium. Voor de liefhebbers: voluit heet hij rhodium-4,5-bis(2,8dimethyl-10-phenoxaphosphino)9,9,-dimethylxantheen. ‘De reactiviteit van het metaalgedeelte beïnvloeden we door een groep erop te binden; zo kunnen we de reactie een bepaalde kant opsturen. We hebben heel veel verschillende katalysatoren getest, en deze was voorlopig de beste.’ Voorlopig, want die brandschone reactie waarbij alleen water vrijkomt, is nu maar 87 procent van alles wat er gebeurt bij de reactie. Bouwman: ‘Dertien procent bijproduct is

heel veel: voordat het interessant is voor de industrie moet je zeker op 98 procent efficiëntie komen. We

‘Of het ook echt milieuvriendelijker is, moet je per geval bekijken’ hopen ongewenste bijproducten te vermijden door de reactiecondities te veranderen, en te kijken of een andere katalysator geschikter is.’ Een ander probleem van de huidige katalysator is dat hij te snel slijt. Na gemiddeld honderd reacties begint de groep die om het rhodium heen zit te oxideren of uit elkaar

te vallen. ‘Voor een commercieel proces zal de katalysator het ongeveer een miljoen keer moeten doen. Ook daar zijn we mee bezig, maar daar mag ik niet teveel over zeggen, want misschien willen we nog een octrooiaanvraag doen.’ Dan is er nog het eeuwige probleem met universitair onderzoek: als iets in het lab werkt, betekent dat nog niet dat het ook kosteneffectief en veilig in een fabriek te produceren is. Bouwman kent het maar al te goed. Aan de andere kant is het haar eerder gelukt. ‘Bij de productie van epoxyhars wordt gebruik gemaakt van chloorgas. In één van de productiestappen is dankzij ons onderzoek minder chloor nodig. Een oud-postdoc van onze groep werkt nu mee aan een fabriek in de VS die onze verbeterde aanpak gebruikt.’

En gaat dat met nylon ook gebeuren? Dat hangt niet alleen van haar katalysators af, legt Bouwman uit: ‘Nylonproducenten hebben nu al fabrieken om nylon te maken. Een nieuwe fabriek kost miljarden, en de winstmarges op nylon zijn laag. Een bedrijf als BASF gaat niet een fabriek voor plantaardige nylon bouwen als de concurrentie in China het op de vieze manier blijft doen.’ Het probleem met de ‘vieze manier’ is dat het niet eeuwig meegaat. Er is geen oneindige hoeveelheid olie op aarde, en de olie die er is, laat zich steeds moeilijker winnen. Het is bovendien in theorie mogelijk dat de mensheid ooit echt de energie-broekriem aan gaat halen tegen klimaatverandering, en dan is oliewinning voor brandstof uit den boze. Koper en Bouwman kregen hun onderzoeksgeld van Catchbio, een project voor onderzoekers van universiteiten en het bedrijfsleven om kalatysatorchemische alternatieven voor de olie-economie te vinden. De nieuwe bron voor hun producten zou biomassa moeten worden, en de website van Catchbio spreekt opgetogen van ‘de overgang naar een bio-based economy’. De grote vraag is echter waar al die biomassa vandaan moet komen. Als je er speciaal planten voor gaat verbouwen op landbouwgrond, is er minder eten voor de mensen. Op het kaalkappen van natuurgebieden valt ook het een en ander aan te merken. ‘En als je het hebt over het verwerken van afval, betekent dat dat de schaal waarop je kan produceren vrijwel per definitie klein is’, vertelt Ester van der Voet van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. ‘En waar vind je afval? De resten van planten kun je ook aan koeien te eten geven. Als je dat niet meer hebt, moet je het voer ergens anders vandaan halen. Of dat milieuvriendelijker is, moet je per geval bekijken.’ Ook de bosbouw produceert veel biomassa. Als je een echt goeie boom hebt, is veertig procent daarvan geschikt om tot timmerhout te verzagen. Voor de rest van de boom zijn ook wel toepassingen: papier, samengeperste haardblokken, dat boterzachte spul waar Ikea haar meubels van maakt. Ook daarvoor zouden alternatieven moeten komen, waarvan de milieu-effecten onduidelijk zijn. Van der Voet: ‘Het is jammer dat in Nederlandse programma’s niet wordt gekeken naar dit soort neveneffecten in de economie. Bij Europese programma’s zit het er altijd bij. Als je het niet doet, sturen ze het terug en moet je het er alsnog bijstoppen. Daar is wel aandacht voor een wat bredere blik.’ Toch is bij bosbouw meer mogelijk dan met landbouw, aldus de milieuwetenschapper. ‘Een bio-based economy waarbij we onze energie uit planten halen, kan niet. Om al die planten op te verbouwen, heb je zes aardes nodig. Bij materialen is dat minder aan de orde; het gedeelte van de olie dat voor nylon of plastics wordt gebruikt is stukken kleiner.’ Bouwman: ‘Misschien is het beter om gebruiksvoorwerpen van olie te maken en het oliegebruik in de vervoersindustrie aan te pakken. Het is echter sowieso goed om alle opties te bekijken. In elk geval doen we zo kennis op. Zelfs als uiteindelijk blijkt dat we die hier niet kunnen toepassen, kan dat ergens anders wel. Fundamentele kennis is altijd winst.’


8  Mare · 4 december 2014 In memoriam

Academische Agenda

Jacob Leendert Dubbeldam (1935-2014) Jaap Dubbeldam werd in Den Haag geboren in 1935. Hij behaalde zijn gymnasiumdiploma in 1953 en begon zijn studie biologie in Leiden. Het doctoraalexamen legde hij af in 1960. Zijn militaire dienstplicht vervulde hij in 1961-1963 als reserve officier, 1e luitenant der Geneeskundige Troepen. Al eerder, in 1957, werd hij kandidaatsassistent voor het geven van practicum Diermorfologie. Hij werd er in 1960 hoofd doctoraalassistent en begon aan een promotieonderzoek in de anatomie van vogelhersenen. Hij promoveerde in 1968 op het proefschrift getiteld On the structure of the brainstem in some species of birds. In deze jaren speelde hij een aanzienlijke rol bij de vernieuwing van het - door C.J. van der Klaauw geïnitieerde - onderwijs. Jaap doorliep alle wetenschapsrangen tot hij in 1985 hoogleraar ‘Neurobehavioural Morphology’ werd. Hoewel ‘niet uitgewerkt’ ging hij met vroegpensioen. Zijn afscheid was op 11 september 1997. In 1970-1971 werkte Jaap als postdoc bij Harvey Karten aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) Harvard, Cambridge, met een Unesco-beurs van de International Brain Research Organization (IBRO). Zijn vrouw Marry en kinderen vergezelden hem dit mooie jaar. Hier begon een lange, degelijke samenwerking met Harvey. Terug in Leiden bleek Diermorfologie door de toegenomen aantallen studenten dermate gegroeid, dat de sectie in drie groepen werd gesplitst. Jaap werd leider van de groep Neuromorfologie. Hij ontwikkelde zich in de zeventiger jaren tot een evenwichtig leider, met een groot gezag. Zijn overwogen oordeel en grote neuroanatomische kennis werden door zijn collega’s breed gewaardeerd. Onder zijn leiding produceerde de groep een continue reeks publicaties. Hij leidde als copromotor onderzoeken van o.a. Herman Berkhoudt (promotie 1980), Joop Arends (promotie 1981) en Leo Veenman (1984). Ron Bout promoveerde bij hem in 1987. In de jaren tachtig speelden diverse internationale zaken waarin Jaaps bijdrage cruciaal was. Het betrof o.m. de Internationale Summer Schools in Functionele Diermorfologie die - deels i.s.m. Jan Osse, Universiteit Wageningen - in Leiden werd gegeven. Ook werkte hij samen met Phil Zeigler, American Museum of Natural History, New York, en verwierf daar postdoc posities voor ‘neurobehavioral’ onderzoek voor zijn vier hierboven genoemde leerlingen. Een derde project betrof het vermaarde handboek Nomina Anatomica Avium II o.l.v. Julian Baumel (1994). Jaap redigeerde het hoofdstuk over het Centraal Zenuwstelsel (CZS). Zijn aandacht bleef in de negentiger jaren weliswaar bij het CZS en zijn promovendi (Carla Zijlstra 1992, Annet Tellegen 1997), maar verschoof ook naar zwaardere bestuurlijke taken. In 1989 volgde hij Piet Dullemeijer op als hoofd van de Diermorfologie en werd hij o.m. voorzitter van de Afdeling Biologie en van het bestuur van Rijksherbarium en Hortus Botanicus, Leiden. Ook na zijn pensionering bleef Jaap actief. Hij schreef een hoofdstuk over Motor control systems in het gerenommeerde Sturkie’s Avian Physiology (2000) en publiceerde een tiental artikelen met zijn leerlingen/staf over het CZS. Hij zat in de programma commissie voor Hoger onderwijs voor ouderen (HOVO) en gaf cursussen over o.m. ‘Vogels van binnen en van buiten’ i.s.m. Herman Berkhoudt en ‘Hersenen, gedrag en bewustzijn’ i.s.m. Koen Kortmulder. Jaap was een groot vakman, een bescheiden en integer mens van grote eruditie en wijsheid. Wij zijn hem daarvoor grote dank verschuldigd. Gart Zweers emeritus hoogleraar biologie, Universiteit Leiden

Maretje De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 15 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, Engels, eerstejaars hbo. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo-4-opleiding. Ook hulp gezocht bij:

*Engels, Nederlands, brugklas vmbo, €5,- per les. *Twee jongens, Nederlands, burgklas. *Economie, 4vmbo. *Biologie, geschiedenis, 2mavo. *Wiskunde 2havo. *Economie, 4vmbo. *Natuurkunde, scheikunde, 2vmbo. *Wis-, natuur- en scheikunde, geschiedenis, 2havo. *Wiskunde A, 4vwo. Leiden-Zuid, 12 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8 en 4 leerlingen voortgezet onderwijs, wiskunde. Marokkaans meisje, wiskunde, 1e klas vmbo-kader. Ook hulp gezocht bij geschiedenis, wiskunde, 2mavo, €7,- per les. *Wiskunde, 2vmbo. *Wis- en natuurkunde, 3havo. Economie, 4vwo. Vrijwilliger uit Stevenshof gezocht voor basisschoolleerlinge, huiswerkbegeleiding, basisonderwijs middenbouw. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwwleiden.nl. Gezocht wekelijks oppas overdag aan huis voor een gezin in Wassenaar,

interesse, stuur dan een mail naar youdshoorn@gmail.com

Maretje extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com GEZOCHT: Niet-rokende, Nederlandstalige studente voor huishoudelijk werk (3 uur per week) bij gezin in Leiden. Ervaring is een pré, betrouwbaarheid een must. Bellen tussen 13.30 -16.00, behalve op vrijdag. 071-5419512

Prof.drs. H. Schaper zal op vrijdag 5 december een oratie houden bij de bevoegdverklaring van het Bestuur van de Kooijmans Wisselleesstoel tot vestiging bij de faculteit Campus Den Haag met als leeropdracht Vraagstukken op het Gebied van Vrede, Recht en Veiligheid. Prof.dr. R.J. Baarsen zal op maandag 8 december een oratie houden bij de bevoegdverklaring van de Stichting mr. J.W. Frederiks tot vestiging bij de faculteit Geesteswetenschappen met als leeropdracht Kunstnijverheid en Decoratieve Kunst tot 1800. Dhr. G. van Harten hoopt op maandag 8 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Spectropolarimetry for planetary exploration’. Promotor is Prof. dr. C.U. Keller. Dhr. A. Aziz hoopt op dinsdag 9 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Theatre as Truth Practice: Arthur Miller’s The Crucible’. Promotor is Prof.dr. F.W. Korsten. Dhr. B.B.L.G. Lemmens hoopt op dinsdag 9 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Repair and genetic consequences of DNA double strand breaks during animal development’. Promotor is Prof.dr. L.H.F. Mullenders. Mw. M.J.C. Moester hoopt op dinsdag 9 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Orchestration of bone remodeling’. Promotor is Prof.dr. C.W.G.M. Löwik. Mw. A.L. Kruis hoopt op dinsdag 9 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The effectiveness of integrated disease management in COPD patients’. Promotoren zijn Prof.

dr. W.J.J. Assendelft, Prof.dr. M.P.M.H Rutten-van Molken (EUR) en Prof.dr. J. Gussekloo. Dhr. M.P. van Daalen hoopt op dinsdag 9 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Galaxy formation and the structure of the Universe’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Schaye en Prof.dr. S.D.M. White (MPA Garching). Dhr. K. van der Maaden hoopt op woensdag 10 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Microneedlemediated vaccine delivery’. Promotoren zijn Prof.dr. J. A. Bouwstra en Prof.dr. W. Jiskoot. Dhr. G.S. Fedoseev hoopt op woensdag 10 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Atom Addition Reactions in Interstellar Ice: new pathways towards molecular complexity in space’. Promotor is Prof.dr. H.V.J. Linnartz. Dhr. N.H.G.E. Veldhoen hoopt op woensdag 10 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Shaping Idealisms’. Promotoren zijn Prof.dr. W. van Anrooij en Prof.dr. R.H. Bremmer. Mw. C.H. Scheper hoopt op woensdag 10 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Islamic Bookbinding Tradition’. Promotor is Prof.dr. P.G. Hoftijzer. Dhr. W.N. Leonhard hoopt op woensdag 10 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Recapitulating Polycystic Kidney Disease in Mice’. Promotoren zijn Prof.dr. D.J.M. Peters, Prof.dr. M.H. Breuning en Prof.dr. G.J. Van Ommen.

Dhr. H.P. Wiratraman hoopt op donderdag 11 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Press Freedom, Law and Politics in Indonesia’. Promotor is Prof.mr. J.M. Otto. Mw. A.M. Scott hoopt op donderdag 11 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Romanticizing Brahms: Early Recordings and the [De]Construction of Brahmsian Identity’. Promotoren zijn Prof. F. de Ruiter en Prof. D. Leech-Wilkinson (King’s College London). Dhr. R. Etemadi Idgahi hoopt op donderdag 11 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Quality-driven Multiobjective Optimization of Software Architecture Design: Method, Tool, and Application’. Promotoren zijn Prof.dr. T.H.W. Bäck en Prof.dr. M.R.V. Chaudron (Chalmers and Gothenburg University). Mw. A. Wezel hoopt op donderdag 11 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Innate immune modulation in atherosclerosis and vascular remodelling’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Kuiper en Prof.dr. P.H.A. Quax. Mw. K.J. Li hoopt op donderdag 11 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Cyclophellitol and its derivatives’. Promotoren zijn Prof.dr. H.S. Overkleeft en Prof.dr. G.A. van der Marel. Mw. B. Varassi Pega hoopt op donderdag 11 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Creating and re-creating tangos’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Bor, Prof. F.C. de Ruiter en Prof.dr. E.J. Rodríguez (Universidad Nacional de La Plata).


4 december 2014 · Mare

9

Achtergrond

Surinaamse oud-premier Henck Arron kwam niet los van de politiek

Henck Arron, in 1991 tijdens een verkiezingsbijeenkomst van de Nationale Partij Suriname. Foto Michel Szulc Krzyzanowski/Hollandse Hoogte

Historicus Peter Meel schreef een politieke biografie over Henck Arron, de oud-premier die Suriname naar de onafhankelijkheid leidde en twee keer aan de kant werd gezet door Desi Bouterse. ‘Hij werd voor een vuurpeloton gezet, waarna een schijnexecutie volgde.’ ‘Waarom is dit een belangrijke dag?’ vroeg Henck Arron kort na middernacht, op 4 december 2000. De Surinaamse oud-premier had die middag in Amsterdam gedebatteerd met Jan Pronk en Jagernath Lachmon. Pronk was Nederlands minister van Ontwikkelingssamenwerking toen Arron in 1975 de onafhankelijkheid wist te realiseren. Oppositieleider Lachnon had hier liever mee gewacht. Lachmon was al naar zijn hotelkamer. Met sympathisanten van diens partij zat Arron nog aan de bar. ‘Vandaag’, leerde hij hen, ‘is het vijfentwintig jaar geleden dat Suriname toetrad tot de Verenigde Naties.’ Bovendien was het de verjaardag van zijn vrouw. De volgende avond, nog altijd 4 december, overleed hij bij zijn broer in Alphen aan den Rijn aan een hartstilstand. Deze week verscheen zijn politieke biografie Man van het moment, geschreven door Peter Meel, onderzoeksdirecteur bij het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Per post stuurde hij Arron in 2000 een voorlopige opzet. ‘Politici in Suriname beschikten zeker toen niet over internet. Arron was snel akkoord.’ Meel vertrok in november naar Suriname, waar hij gedurende veertien dagen haast dagelijks bij Arron thuis kwam. ‘Van negen tot vijf spraken we over politiek, politiek, politiek. Het waren intensieve, maar vruchtbare sessies. We hadden een klik. En hij was lang genoeg uit de politiek om te willen reflecteren op zijn leven.’

DOOR MARLEEN VAN WESEL

Achteraf gezien kwam Meel net op tijd. Arrons weduwe hielp hem verder, door de bibliotheek en het archief van haar man open te stellen. ‘Omdat ik al met hem begonnen was, zei ze: laten wij het dan voortzetten.’ Het resultaat liet veertien jaar op zich wachten, omdat intussen nog andere archieven moesten worden ontsloten. ‘Ze ziet het als een daad van gerechtigheid dat Arron nu een boek heeft, zodat men hem beter kan leren kennen, ook al is ze het niet met alle observaties en conclusies eens.’ Zo weigerde Arron in 1976 zijn belofte van vervroegde verkiezingen na te komen, die hij voor de afhankelijkheid aan Lachmon had gedaan. ‘Volgens Arron zou dat zo kort na de onafhankelijkheid tot sociale onrust leiden. De oppositie vatte dat op als een klap in het gezicht. Ik ben

‘Niemand hield er rekening mee dat de militairen de macht zouden overnemen’ van mening dat hij die belofte had moeten nakomen.’ Meel ondervroeg Arron lang over de kwestie. ‘Maar hij bleef erbij.’ Arrons pogingen om onrust te voorkomen werkten averechts. ‘Tot 1980 deed de oppositie er alles aan om hem te wippen. Hij werd opnieuw premier bij de uiteindelijke verkiezingen, maar de parlementaire verhoudingen raakten gepolariseerd. En toen kwamen de onderofficieren, die meenden een vakbond op te moeten richten. Arron schoof zijn beslissing daarover voor zich uit. Toen de onderofficieren hun vertrouwen in de legerleiding en de regering opzegden, besloot Arron in te grijpen. Hij liet drie vakbondsleiders arresteren en berechten. De dag voor de uitspraak vond echter

de bekende Sergeantencoup plaats, waarbij Bouterse de macht greep.’ Ook hier kan Meel zich niet in Arrons handelswijze vinden. ‘Hij had meer kunnen doen. Maar hij vreesde dat zo’n vakbond zich tegen hem zou keren, en er speelden veiligheidsaspecten: als land wil je niet dat het leger naar het stakingswapen grijpt. Tegelijkertijd schrok hij terug voor ferm ingrijpen, omdat de vakcentrales sympathiseerden met de onderofficieren. Maar niemand had er rekening mee gehouden dat de militairen de macht zouden overnemen.’ Toen dat toch gebeurde, belandde Arron in de gevangenis. Met Meel sprak hij voor het eerst openlijk over die periode. ‘Als hartpatiënt werd hij enerzijds ontzien, want zijn dood zou hem een martelarenstatus kunnen opleveren. Aan de andere kant werd hij geïntimideerd en bedreigd. Hij werd voor een vuurpeloton gezet, waarna een schijnexecutie volgde.’ Meel bezocht in Suriname de cel waar Arron zat opgesloten. ‘Hij werd met andere politici apart gehouden van de rest van de gedetineerden. Men wilde hem brandmerken als degene die het land naar de bliksem had geholpen.’ Na een moeizaam proces van herdemocratisering werd Arron in 1988 vicepresident. Hij was milder en voorzichtiger geworden, volgens Meel. ‘Voorheen was hij, zoals ik het noem: gepassioneerd. Anderen zeggen: hard en van zijn eigen gelijk overtuigd. Maar in gevangenschap had hij de grimmige kanten van een militair regime leren kennen. En hij was zich ervan bewust dat de militairen vanuit de coulissen nog meeregeerden. Als vicepresident probeerde hij als verzoener op te treden.’ De situatie hield stand tot kerstavond 1990. ‘Tijdens de zogenoemde Kerstcoup sloeg Bouterse wéér toe, en weer moest Arron aftreden.’ In 1993 droeg hij het partijvoorzit-

terschap over aan Venetiaan. ‘Het was mooi geweest, tijd om te vissen en in de tuin te werken. Maar hij kwam moeilijk los van de politiek. Venetiaan legde dat uit als bemoeizucht.’ In 1997 kwam het tot een clash tussen de twee, toen Arron iemand als ondervoorzitter naar voren schoof, van wie Venetiaan niets moest weten. ‘Bij bestuursverkiezingen werd Arron op het partijterrein bijna als een paria behandeld. Daarop ontstond een enorme verwijdering.’ Pas in de zomer van 2000 volgde een verzoening. Arron ontving een onderscheiding en werd benoemd tot lid van een staatscommissie. ‘Toen ik in november bij hem in de woonkamer zat, werd hij daarover veelvuldig gebeld. Hij leek goed in zijn vel te zitten. Hij kon weer iets betekenen voor de samenleving en de partij.’

De uitnodiging om met Lachmon in december naar Nederland te komen voor een debat over de onafhankelijkheid, nam hij na enig aandringen aan. ‘Hij was een trotse man, die nog altijd pal achter de onafhankelijkheid stond. Als men wilde dat hij zijn zaak nog eens kwam verdedigen, was hij daartoe bereid.’ Lachmon, die veel ouder was en een broze gezondheid had, twijfelde meer. ‘Ze hadden inmiddels een hechte band en Arron moest Lachmon aan de telefoon echt overhalen om mee te gaan. Uiteindelijk was het Lachmon die Arrons kist terug naar Suriname moest begeleiden.’ Peter Meel, Man van het moment. Een politieke biografie van Henck Arron. Prometheus Bert Bakker, 745 pgs. €49,95

Suriname na de onafhankelijkheid Henck Arron (1936 – 2000) leidde Suriname in 1975 als premier naar de onafhankelijkheid. Arron, van de Nationale Partij Suriname (NPS), had te maken met een forse oppositie, onder leiding van Jagernath Lachmon van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP). ‘Het was een felle strijd, maar wel een van woorden en geen raciale oorlog, zoals sommigen vreesden’, zegt biograaf Peter Meel. Tijdens zijn tweede termijn als premier, in 1980, pleegden zestien onderofficieren, onder wie Desi Bouterse, de Sergeantencoup. Arron werd gevangengezet en Suriname bleef tot 1988 een dictatuur. In 1982 werden onder het militaire bewind de bekende Decembermoorden gepleegd. Arron werkte na zijn vrijlating enige tijd bij de Volkskredietbank, evenals vóór zijn politieke loopbaan. Het was Lachmon die hem terughaalde naar de politiek. Meel: ‘Bouterse had Lachmon gevraagd om te onderhandelen. Bouterse zat weliswaar stevig in het zadel, maar genoot weinig steun onder de bevolking. Lachmon wilde Arron erbij betrekken, omdat hij ook een belangrijk deel van de bevolking vertegenwoordigde.’ Na een proces van herdemocratisering werd een nieuwe grondwet via een referendum goedgekeurd. Arron werd in 1988 vicepresident, na de eerste vrije verkiezingen in tien jaar. Op kerstavond 1990 pleegde het leger de zogenaamde Kerstcoup. Bij de verkiezingen van 1991 werd Ronald Venetiaan van de NPS president. Arron besloot te stoppen als politicus. ‘Hij wordt vaak gezien als machtspoliticus, maar hij was ook een idealist. De onafhankelijkheid zag hij als een begin, niet als een eindpunt, maar het vervolg is niet geworden wat hij ervan had gehoopt. In redevoeringen vroeg hij hier volop aandacht voor, maar hij kreeg de bevolking niet mee.’


10  Mare · 4 december 2014 English page

Not everything’s perfect Too optimistic view of Down’s syndrome

Still from the Spanish movie Yo, también. Actor Pablo Pineda is the only European with both Down syndrome and a university degree.

A Leiden trainee paediatrician has taken stock of the independence of eighteen year-olds with Down’s syndrome. “Society’s view is perhaps too optimistic”. In 1866, a London physician, John Langdon Haydon Down, wrote an article on the patients in the “Asylum for Idiots” where he was the highest-ranking doctor. He was an adherent of a racial doctrine popular among his contemporaries and thought racial distinctions were visible in his patients. He distinguished Caucasian idiots, an “Ethiopian” type, Malay types and a few Native Americans. Around ten per cent of all the cases had a flat, broad face and almond-shaped eyes. “It is difficult to realise he is the child of Europeans, BY BART BRAUN

but so frequently are these characters presented, that there can be no doubt that these ethnic features are the result of degeneration”, Down remarks. Times have changed. People with mental impairments are no longer called “idiots” and racial doctrine has been binned – not because it was considered politically incorrect after the Second World War, but because it proved to be nonsense. Consequently, the notion that those London patients were “throwbacks” to an earlier, more primitive stage of the superior white man was rejected. Nowadays, we talk about trisomy 21: one chromosome too many. The term “Mongoloid imbecility” is no longer acceptable either: we say “Down’s syndrome”. We haven’t only improved our language: the prospects for a baby born with Down’s syndrome – even

Down realised that it was congenital – have improved drastically in recent years too. To clarify: trisomy 21 does not just mean that your face looks different and that you have learning difficulties. All too often, it is connected to a whole catalogue of medical problems. About half of all babies with Down’s syndrome have cardiac disorders and half of those even require surgery. Children with Down’s syndrome are more likely to suffer from pulmonary complaints, eye disorders, stomach problems, bad hearing, constipation and infections. Doctors are getting better and better at alleviating those problems. In the early eighties, there was still a 42 per cent chance that someone with Down’s syndrome would die of related heart trouble, while now that percentage has dropped to just below six per cent. The life expec-

tancy of people with trisomy 21 has risen to sixty. Education and physiotherapy for children are increasingly adjusted to suit the needs of patients with Down’s syndrome. There are television stars with Down’s syndrome and the Spanish actor Pablo Pineda even managed to obtain a university degree despite suffering from the disorder. So there are plenty of reasons to be optimistic about trisomy 21. Nevertheless, Helma van Gameren, a trainee paediatrician at the Leiden University Medical Centre, is rather cautious. “Society’s view might be too optimistic, particularly because young people with Down’s syndrome are seen to be coping well in daily life and the media”, she recently wrote in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. She knows what she is talking about: her brother has Down’s syndrome

and to obtain her doctorate, she spent years researching a group of over three hundred young patients. In the article, she and her fellow authors describe the independence of those young people. The parents were sent a questionnaire in which they could list what their child – aged eighteen – could and could not do. The results were surprising for those of us who depend on the television for our information about people with Down’s syndrome. Sixty per cent of them is able to go to the lavatory unaided. Twenty per cent can only be understood by their closest carers and another nine per cent scarcely speaks, or does not speak at all. Two thirds of the children cannot be left at home by themselves for a few hours. Less than one in ten can cope with a bank card, travel by public transport or put a pizza in the oven. “Some parents said: ‘Now I’m filling in this list, I realise how much he can’t do, but he is happy’”, Van Gameren recalls. “Other parents were glad there is clarity about the amount of care needed, making it easier for new or future parents to know what to expect. For parents already caring for a child with Down’s syndrome, there is recognition for the care they give. It’s important that pregnant women are properly educated at the screening because people must be able to base their choices on a realistic view of Down’s syndrome.” And are they really happy? The cliché says so. Dutch poet Willem Wilmink’s most famous poem is about a boy with Down’s called Freekie, and “no one was ever as happy as he could be”. Even Dr. Down spoke highly of their sense of fun: “A lively sense of the ridiculous often colours their mimicry”. But Van Gameren thinks there’s more to it than that: “It seems as if young people with Down’s syndrome are hardly ever frightened, gloomy, worried or unhappy, but on the other hand, they very often don’t communicate and have trouble following a conversation, which would suggest that not everything’s perfect. We don’t really know if they are happy or not.” How are her results received by people who are dedicated to creating a positive image of people with Down’s syndrome? “Varied”, she explains: “You need to distinguish between education and reports in the media. In the media, you usually see the upside of Down’s, because they show you the upsides of everything. But we shouldn’t get too optimistic because that will raise our expectations too much and real problems might not be recognised.”

Universities close a deal on Open Access University umbrella organisation VSNU and academic publisher Springer have reached an agreement on Open Access. Academics publish the results of their research in academic journals, which are digitally accessible – but not to everyone. Regular people are confronted with a pay wall and universities pay millions for access to papers that have often been written by their own staff. The Dutch universities and the

Ministry of Education are not happy with the situation: published work should be Open Access so that everyone can read them, free of charge. The publishers should acquire their money from the costs of publication instead of from the sales of papers and subscriptions. The transfer to Open Access is a major issue in the negotiations between the universities and the publishers – the “Big Deals” – this year. Previously, the Big Deal between the publisher Elsevier and the

VSNU (Association of Universities in the Netherlands) broke down, but as the talks with Springer went well, next year, the Springer journals – and there are over two thousand of them – will be accessible to university staff. Springer will also actively support the Ministry of Education’s proposal to offer all published academic work funded by the Dutch taxpayers to the public. “The talks with Springer reveal that it is possible to make that decisive shift towards Open Access”,

VSNU announced happily in the press release. The State Secretary for Science, Sander Dekker, is pleased too and is talking about steps in the right direction: “It’s important that the major publishing houses realise that Open Access is the future of academic publications”. Meanwhile, the Big Deal with Elsevier is going nowhere. But there’s more good news for supporters of Open Access: from 2017 onwards, all academic research funded by the Bill & Melinda Gates

Foundation will be published immediately in Open Access journals. Delayed Open Access, as offered by Nature and Science, is not regarded as good enough anymore. The foundation will pay the additional costs involved. The NWO, a Dutch research backer, will introduce similar arrangements for its subsidies in 2015. The Gates Foundation spends approximately 724 million Euros on its health programmes, most of which goes to scientific research. BB


4 december 2014 · Mare 11 Cultuur

Agenda

Geen bilspleten, wel sterke drank

FILM

Eindelijk: nieuwe popzaal Gebr. De Nobel gaat open Leiden heeft vanaf vandaag weer een grote concertzaal, met waanzinnig geluid. ‘Kippenvel. En toen zaten we pas op zestig procent.’ ‘In die hoek heb ik een keer gekotst, in die hoek voor het eerst gezoend met mijn vriendje: zulke herinneringen ontstaan hier snel genoeg’, denkt Leontine de Reede, hoofd programma en marketing van Gebr. De Nobel. De nieuwe Leidse concertzaal volgt het LVC op, dat in 2013 na ruim veertig jaar sloot. Will and The People, Great Minds en Beans and Fatback staan vanavond tijdens de uitverkochte grote opening op het podium van de voormalige fabriek aan de Marktsteeg. De plafondbalken en bakstenen muren komen nog uit de tijd dat de Leidse familie De Nobel er handelde in lompen en oude metalen. ‘De gemeente had buiten al “De Nobel” op het projectbord gezet, dus we konden haast niet onder de naam uit. Ach, om LVC hing voor sommigen toch het imago van een stinkende hippietent.’ De bekende Leidse clubavonden mochten evenwel meeverhuizen. Eentje is nieuw: het partyconcept Avondeten. Ook afkomstig uit het LVC: een oude bank, een oude wasbak en een tafel die is gemaakt van een oude deur. Verder vormde de nieuwe stek een uitgelezen kans voor verbeteringen. ‘Je kunt pinnen, er zijn lockers, we verkopen ook sterke drank’, somt De Reede op. ‘Vooral de faciliteiten voor artiesten zijn veel beter, met een loading dock voor vrachtwagens en de mogelijkheid om na een concert gelijk een dj-set naar voren te schuiven. In het LVC moesten eerst alle lichten aan, zodat technici met hun zichtbare bilspleten de apparatuur dwars door de zaal konden sjouwen. Er werd dan even gewerkt, en niet gefeest.’ Een optreden van Blaudzun was om dergelijke redenen niet eerDoor Marleen van Wesel

THEATER Testshow van de band DropmiX in Gebr. De Nobel: ‘Ik werd echt uit mijn schoenen geblazen.’ Foto Coen Bastiaanssen der mogelijk. ‘Net als Lee Perry, een reggae-icoon van 78. DeWolff stond eerder al ontzettend goed op het LVC-podium, ik ben trots dat we hen nu iets beters kunnen bieden.’ Inmiddels is ze aanbeland in een ogenschijnlijk volks woonkamertje uit een Leids wevershuisje: knusse rode bankjes, schilderijtjes en achter de gehaakte vitrage kijk je uit op Molen De Valk. En in de hoek staat een Marshall-versterker. ‘Dit is een van de kleedkamers.’ De versterker blijkt een vermomde minikoelkast. ‘Boven komt nog een chique witte artiestenruimte, en een zwarte. Met bijkleurende Chesterfields.’

Tot zover backstage, want deze donderdagavond is het natuurlijk vooral in de grote zaal te doen. Met twee balkons en een rookruimte met podiumuitzicht, is er ruimte voor 750 mensen. Afgelopen weekend testte de band DropmiX het licht en geluid al. ‘Kippenvel. Ik werd echt uit mijn schoenen geblazen door het waanzinnige geluid. En toen zaten we pas op zestig procent.’ Toch is er nog volop werk. ‘Het alarmsysteem dat op onhandige momenten afgaat, dat soort dingen. Maar de ontruimingsoefening ging vervolgens supergoed. Het is druk,

maar we hebben alles onder controle.’ Stoelen lenen ze nog even van Summerjazz. En de koelkasten achter de bar zijn ook nog niet binnen, dus die komen tijdelijk van de Leidse Drankgroothandel Boonekamp, die voorziet in de Grolsch Kornuit uit de tap. ‘We wilden graag samenwerken met lokale ondernemingen. Jupiler viel af, want die heeft Boonekamp niet in het assortiment. En Heineken drink je maar in de discotheek.’ Lee Perry & Dub Matic Band, wo 10 dec 20.00 €26,50 Birth Of Joy, do 11 dec 20.00 €12,50, Niels Geusebroek, vr 12 december 20.00 €17,50

‘Het zit allemaal in je kop!’ Tentoonstelling over kijken door de eeuwen heen

‘De camera obscura heeft een grote invloed gehad op de schilderkunst.’

Museum Boerhaave laat in een expositie de wetenschap van licht en illusie zien. Door Gabe Kramer Buiten, op de bin-

nenplaats Museum Boerhaave, staat een houten huisje. Wat op het eerste gezicht niets bijzonders lijkt te zijn,

Trianon The Hunger Games: Mockingjay I dagelijks 18.30 + 21.30, wo 14.30, za + zo 15.30 The Hobbit: Battle of the Five Armies di 00.00, wo 16.30 + 20.30 The Riot Club dagelijks 21.30, do vr za 18.45 Gone Girl zo ma di wo 18.15 Whiplash do vr za zo ma di 18.45 Trash do vr za zo ma di 21.30 Kijkhuis Mommy do vr za zo 21.30 Marie Heurtin dagelijks 16.00 My Old Lady dagelijks 16.00, do vr za zo 19.00, ma di wo 21.30 Lido De pinguïns van Madagascar za zo 13.00 + 15.30, wo 14.30 Gooische Vrouwen 2 dagelijks 18.15 + 18.45 + 21.00 + 21.30, za zo 15.30 Dumb and Dumber to dagelijks 18.45, wo 14.30, za zo 15.30 Horrible Bosses 2 dagelijks 21.30 Interstellar vr za 18.00 + 21.30, do zo ma di wo 20.30

is in werkelijkheid een camera obscura: een verduisterde ruimte met in een gat in de wand een lens. De omgeving buiten wordt omgekeerd op de achterwand geprojecteerd. ‘De camera obscura heeft een grote invloed gehad op de schilderkunst, schilderijen werden realistischer’, zegt conservator Tiemen Cocquyt

en samensteller van de tentoonstelling Ik zie Ik zie. ‘Er zijn schilders die een projectie op doek overschilderden. Ook de filosoof René Descartes experimenteerde met de camera obscura. Hij ontleedde een koeien- of ossenoog en spande de lens voor een gat in de muur. De projectie ving hij op een eiervlies op. Zo kwam hij er achter dat een oog op dezelfde manier werkt als een camera obscura. Je kunt hier zijn aantekeningen zien.’ Blikvanger in de tentoonstelling is de kamer van Ames. Een optische illusie, waarbij iemand een stuk groter of juist veel kleiner lijkt dan in werkelijkheid. ‘Die illusie wordt ook gebruikt in The Lord of the Rings, om de hobbits kleiner te laten lijken dan de tovenaar Gandalf. Als je naar de kamer kijkt, moet je één oog dicht doen, want anders maakt je brein van wat beide ogen waarnemen één driedimensionaal beeld.’ Hoe dat werkt laat Cocquyt zien met een stereoscoop. ‘Stereoscopen waren vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw erg populair. Door ieder oog afzonderlijk naar twee dezelfde foto’s te laten kijken,

krijg je een 3D-effect. In de negentiende eeuw was veel wetenschap gericht op licht en illusie, wat leidde tot een breuk in denken over licht en waarnemen. Zo ging men nadenken over nabeelden, waarnemingen die je brein doet nadat je lang naar een felgekleurd voorwerp hebt gekeken en daarna naar een witte of zwarte achtergrond.’ Zo ontstond het idee van subjectieve waarneming, zegt de conservator. ‘Dat houdt in dat alles wat je ziet allemaal in je kop zit. Nabeelden zijn goed te zien in een zoötroop, een cilinder met verticale gleuven die kan worden rondgedraaid, waardoor je een bewegend beeld ziet als je door een gleuf kijkt.’ Met de tentoonstelling wil het museum tonen hoe we naar de wereld kijken de afgelopen eeuwen grondig is veranderd. ‘Maar iedereen blijft zich hierover verbazen.’ IK ZIE, IK ZIE. Over licht & illusies Museum Boerhaave t/m 6 april 2015, €9,50 (studenten gratis)

INS BLAU Dood Paard 6 december, €18 LEIDSE SCHOUWBURG Ashton Brothers 8 & 9 december, vanaf €10 INS BLAU The Sunshine Show 10 december, €16

MUZIEK

STADSGEHOORZAAL Scheidenvandemarkt 6 december, €5 AALMARKTZAAL Stevie Ann 6 december, vanaf €15 PAARD VAN TROJE DJ PJ 6 december, toegang gratis Redman & Method Man 10 december, €35 SUB071 Vin Blanc/White Wine 9 december DE TWEE SPIEGHELS Elke zaterdag en zondag vanaf 16.00 live muziek Elke vrijdag 21.00 live muziek Elke maandag 21.00 open jamsessie

DIVERSEN

KOG Debat: De rol van religie in de staat en samenleving 8 december VOLKENKUNDE Geisha 10 oktober 2014 – 6 april 2015 MUSEUM DE LAKENHAL Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs 11 oktober 2014 – 31 mei 2015 MUSEUM BOERHAAVE Tentoonstelling: 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 4 januari 2015 Hit & Run. Ed van der Elsken fotografeert. Za 13 september t/m zo 4 januari 2015 Ik zie, ik zie. Over licht en illusies 30 november t/m 6 april NATURALIS Freeks Favorieten t/m 31 december 2014 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Carthago 27 november t/m 10 mei 2015 SIEBOLDHUID Kawahara Keiga. Fotograaf zonder camera 28 november t/m 22 februari 2015


12

Mare · 4 december 2014

Kamervragen

Inburgeren

De moderne man

Foto Marc the Haan

‘Ik doe de gordijnen netjes dicht’ Bob Barnhoorn (20, tweedejaars rechten) Huis: Hôpital Wallon Grootte: 20 m2 Kost: 350 euro Bewoners: 36 Hoe kom je aan deze kamer? ‘Via de Kennismakingstijd. In mijn eerste jaar had ik er nog niet over nagedacht, maar tijdens afgelopen El Cid ben ik lid geworden van Minerva. Het eerstejaarsige aan deze kamer is de herrie. Het is namelijk op de begane grond is, tussen de straat en de binnenplaats. Op de muur heeft een ouderejaars voor mij geschreven: “Voordat ik de gordijnen op de sociëteit ga sluiten, bedek ik eerst de hééren hun ruiten.” Ik moet mijn gordijnen netjes dichtdoen als ik wegga. Het Wallon moet een mysterie blijven.’ Waar komt die opgezette aap vandaan?

Bandirah

‘Mijn opa had vroeger een slachterij en hij moest ooit een zebra ophalen in een dierentuin. Hij nam meteen die dode aap mee, om op te laten zetten, wat geloof ik eigenlijk niet mocht. De aap stond altijd bij mijn grootouders in de woonkamer, tot oma besloot dat ze een andere inrichting wilde. In september vond ik hem daar terug in de kelder. Het kalfjesvel komt ook uit de slachterij.’ Is groen je lievelingskleur? ‘Grachtengroen is de kleur van het Wallon. Ik heb de muur geverfd met verf die hier al stond. Heineken is trouwens niet grachtengroen, maar die kratjes onder mijn bed komen door een foutje in Ikea. Ik was in de veronderstelling dat ik een groot bed kocht, waarvoor ik vier potjes had meegenomen. Maar het waren twee eenpersoonsbedden, dus ik kwam vier pootjes tekort.’

En die trui? ‘Afgelopen voorjaar zat ik met een vriend op het terras van Annies te klagen dat kleding tegenwoordig best basic is, en toch duur. Hoe moeilijk kon het zijn om dat zelf te maken? Mijn moeder heeft een naaimachine en de markt was nog bezig, dus we kochten meteen een paar meter T-shirt-stof. Dat werkte dus voor geen meter. Een vriendin met een mode-opleiding maakte uiteindelijk acht verschillende shirts in de pasvorm die wij vet vonden. Foto’s op Instagram leverden zoveel reacties op dat we het beter wilden aanpakken. Groter.’ Zijn er al grote dingen gebeurd? ‘Vanwege die eigen pasvorm importeren we geen standaard shirts uit China. Omdat dat duur is, proberen we nu eerst kapitaal op te bouwen met truien, wel basismodellen, met daarop onze naam,

Barnhoorn & Jacobsson, en de sleuteltjes van Leiden. ‘Een kennis droeg ons shirt tijdens zijn deelname aan het televisieprogramma Utopia. Andere deelnemers wilden toen een modeshow met ons organiseren. Dat ging uiteindelijk niet door, omdat de programmamakers het wel heel veel gratis reclame vonden. Hornbach of PostNL betalen waanzinnig veel geld om met een vrachtwagen toevallig langs de camera te rijden.’ Wat als het écht groot wordt? ‘Ik blijf sowieso studeren. Al was het maar om hier te kunnen blijven wonen. Uiteindelijk verhuis je voor dezelfde huurprijs door naar de mooiste kamers van Leiden, met parket en muren die er, nou ja, niet zo uitzien als deze.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL

Ik heb lang gedacht dat ik alle eigenschappen die een aantrekkelijke moderne man behoort te hebben, bezat. Ik ben meegaand, behandel vrouwen met respect en probeer te overleggen. Ik ga mee winkelen, toneelvoorstellingen schuw ik niet en als mijn vriendin nee zegt, draai ik me teleurgesteld om en accepteer ik mijn lot. Volgens mijn feministische moeder zijn dit de dingen die vrouwen waarderen in een man en ik heb dit altijd braaf geloofd. Tot twee weken geleden. Want toen was daar die aflevering van De Wereld Draait Door, waarin Thierry Baudet Julien Blanc verdedigde. Volgens Baudet was Blanc een echte man. Echte mannen versieren meisjes door ze te laten zien wie de baas is en ze te vernederen. Om vrouwen als stront te kunnen behandelen, moet je ze eerst als object zien, aldus alfaman Blanc. Hoe succesvol zijn methode is blijkt wel uit de vele foto’s en filmpjes van Blanc met bijzonder aantrekkelijke vrouwen die op internet circuleren, al kan dat ook liggen aan het feit dat Blanc gelooft dat meisjes ook wanneer ze nee zeggen ja bedoelen. Geschokt door deze nieuwe blauwdruk voor de moderne man overlegde ik met mijn vriendin. Gelukkig bleek dat zij vond dat Blanc en Baudet onzin verkopen. Vrouwen willen weliswaar een man met zelfvertrouwen, maar ze blijken niet vernederd te willen worden en het ook niet te waarderen als je ze met hun hoofd naar je kruis duwt. Evenmin weigerde mijn vriendin uit het toilet te drinken, ook niet toen ik het haar zo macho mogelijk beval. Ik was gerustgesteld. Mijn wereldbeeld bleek gewoon te kloppen. Het paste ook beter bij mijn beeld van Baudet, het beeld van een man die nog nooit een meisje van dichtbij heeft gezien omdat hij vrouwen stiekem heel erg eng vindt. Ik heb hem een keer op een tuinfeest van een uitgeverij horen uitroepen: ‘Weet je wat pas boffen is? Niet baffen!’, nadat de barvrouw had ontdekt dat het bier toch nog niet op bleek te zijn en hem zei dat ie bofte. In Blanc meent Baudet de messias te zien die zijn vrouwenangst wegneemt met zijn evangelie van de oerman. Blanc is de man die hem eindelijk aan zijn ontmaagding zal helpen. Toch voel ik af en toe de angst om ook zo te worden als Baudet. We zaten op dezelfde middelbare school, studeerden allebei in Leiden, bij mij zijn de meisjes met wie ik het bed heb gedeeld ook op één hand te tellen en ik voel me net als Baudet chronisch miskend. Dus mocht u mij binnenkort tegenkomen en voelen dat ik langzaam uw hoofd richting mijn kruis duw, wordt dan alstublieft niet boos. Daar kan ik niks aan doen. Dat is de Thierry in mij. TIM MEIJER


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.