11 december 2014 38ste Jaargang • nr. 14
‘ Ze aten lijken en offerden kinderen’ Pagina 9
Studenten zoeken de samoerai in zichzelf: ‘Knijp mijn keel dicht!’
Efficiënt en pijnloos prikken: de opmars van micronaalden
Niels Geusebroek wil niet verwend raken door zijn eigen succes
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 11
Weg met Cup-a-Science Wat er mis is met kant-en-klare wetenschap Wetenschappers worden steeds vaker verleid om loze beloftes te doen, ondervindt classica Tazuko van Berkel. Maar wie die verwachtingen niet kan waarmaken, wakkert het wantrouwen juist aan. Laatst kreeg ik een training wetenschapscommunicatie. Ik werd voor de uitdaging gesteld: doe alsof je bij een borrel uitlegt waar je onderzoek over gaat en probeer daarbij - terwijl de fictieve bitterballen rondgaan - de aandacht vast te houden. De gouden tip: maak zo vroeg mogelijk duidelijk wat je gesprekspartner aan de resultaten van jouw onderzoek heeft. Zo leerde de architectuurhistoricus naast mij te beloven dat zijn onderzoek bijdroeg aan slimmere projectontwikkeling in de bouwsector. Zelf ben ik nooit aan het woord gekomen, doordat een van de deelnemers, een jonge psychologe, de confrontatie aanging met de mediatrainer. Ze onderzocht morbide fascinatie: waarom kunnen mensen hun ogen niet afhouden van negatieve gebeurtenissen, terwijl dat niet klopt met onze basistheorie van emoties? Haar bevlogen verhaal werkte aanstekelijk op de andere deelnemers. Fout! Want wat kon je ermee? De psychologe legde uit dat ze de resultaten nog niet kon voorspellen, maar dat we hoe dan ook anders over emoties gingen nadenken. Nadenken? Ja. Verder niets? Nee. Waren er echt geen toepassingen? Nou ja, misschien zou het onderzoek helpen een verschijnsel als kijkfiles te begrijpen. En dus oplossen? Ja, indirect wel. Bingo! Dat moest ze dus zeggen: we gaan kijkfiles oplossen. De psychologe weigerde, de trainer bleef blijmoedig aandringen. ‘Dat is niet waar mijn onderzoek over gaat!’ barstte de ze uit. ‘Wij hebben als wetenschappers de plicht om ons publiek eerlijk voor te lichten.’ Het werd een andere take home message dan de trainer had voorzien: wetenschap is geen borrelpraat. Toch doen we vaak alsof dat wel
zo is: als je niet kort kan uitleggen welk probleem jouw onderzoek gaat oplossen doe je iets verkeerd. Dus volgen we trainingen waarin we leren simpele beloftes te maken. Journalisten brengen in klare taal (korte zinnen!) vooral resultaten onder de aandacht van het publiek dat zo bevestigd wordt in de verwachting dat wetenschap oplossingen genereert voor bestaande problemen, kanten-klare antwoorden op voorgekookte vragen. Het is eigenlijk net Cup-a-Soup. Wat is daar verkeerd aan? Om te beginnen is het een grove onderschatting van het publiek, dat wel degelijk geïnteresseerd is in fundamentele wetenschap, in begrijpen omwille van het begrijpen zelf, en dus ook benieuwd is hoe morbide fascinatie en de klassieke emotietheorie met elkaar te verenigen zijn. Bovendien is het een selffulfilling prophecy: als je mensen maar lang genoeg Cup-a-Soup blijft voorzetten, verliezen ze vanzelf smaak en geduld voor een mooie bisque. Het werkt ook zelf-ondermijnend: belofte maakt immers schuld. En omdat wetenschap geen voorspelbaar proces is, leiden hooggespannen verwachtingen over het probleemoplossend vermogen uiteindelijk tot teleurstelling en wantrouwen. Dat is het verhaal dat ik graag zou willen vertellen aan de makers van de Wetenschapsvisie 2025 die onlangs door het ministerie van OCW is gepresenteerd. Ik weet niet of het me bij een borrel zou lukken; ik spreek in lange zinnen. Maar ik zou voorzichtig beginnen met de positieve punten uit het rapport: de bonus per voltooide promotie gaat omlaag, het aantal publicaties is niet langer doorslaggevend bij de beoordeling van wetenschappers, Open Access en universitair onderwijs staan hoog op de agenda. Toegegeven: bij eerste lezing word je zelfs een beetje vrolijk en optimistisch. Toch zijn de reacties vanuit de wetenschappelijke wereld sceptisch en vijandig. In de media krijgt vooral de Nationale Wetenschapsagenda aandacht: onderzoeksthema’s die
prioriteit hebben, worden voortaan opgesteld door universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven, in samenspraak met maatschappelijke organisaties en betrokken burgers. Een raadselachtige kop als ‘Burger betrekken bij wetenschap’ (NRC Handelsblad, 25 november) is alleen te begrijpen vanuit het welbekende denkraam met de ivoren toren tegenover de hardwerkende burger die ook wat te zeggen wil hebben over zijn zuurverdiende belastingcenten. Op de sociale media barstte de discussie los. En jammer genoeg bevestigden onderzoekers massaal het NRC-frame: van ‘als het aan de burger ligt doen we alleen onderzoek naar Viagra’, ‘dan ga ik het maar aan mijn buurman vragen’ tot ‘wij betalen toch ook mee aan voetbal?’ Dat riep weer een tegenreactie op: zo telde Mare-redacteur Bart Braun (Mare 12, 27 november) dat het rapport maar liefst veertien keer benadrukt dat fundamenteel ‘nieuwsgierigheidsgedreven’ onderzoek ook belangrijk blijft. Waarom, vraagt hij zich af, is de wetenschapper zo bang, voor de burger, voor verandering, voor de toekomst? Deze wetenschapper is inderdaad bezorgd. Bezorgd dat de ene perverse prikkel, publicatiedrang, wordt vervangen door een minstens zo gevaarlijke: zoveel mogelijk vergezochte beloften doen die we helemaal niet kunnen waarmaken. Bezorgd, omdat de burger wordt gereduceerd tot consument die een product bestelt. Bezorgd dat overheid en bedrijfsleven hun invloed vergroten terwijl het maar de vraag is of onderzoek (inherent onvoorspelbaar!)
daarmee is gebaat. Onbedoeld geeft het rapport in de inleiding een voorbeeld van een ontdekking die juist niet door bemoeienis tot stand kwam: de uitvinding van penicilline, het schoolvoorbeeld van serendipiteit — iets vinden waarnaar je niet op zoek was. Deze wetenschapper is sceptisch, omdat het rapport wollig is over hoe die Nationale Wetenschapsagenda tot stand komt (‘verbindingen versterken’, ‘intensievere samenwer-
Laatste Kans Literair talent! Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd Laatste dag om in te sturen voor de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Win €250, €75 of €50 met verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail voor middernacht naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.
king’, ‘aanknopingspunten’), maar er ook doorschemert dat de ‘wij’ die de ‘vragen aan de wetenschap articuleren’ niet de wetenschappers zelf zijn. Hoe zit dat nou? En deze wetenschapper is wantrouwig. Vanwege de economische taal (input, output, en competitie als drijvende kracht achter de vooruitgang) en de ecologische taal die wetenschap beschrijft als een ecosysteem met een ‘adaptief vermogen’. > Verder lezen op pagina 3
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 11 december 2014 Geen commentaar
Strafwerk Door Marleen van Wesel De
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
laatste keer dat ik baldadig briefjes onder tafel doorstuurde was niet op het vwo. Het was jaren later, tijdens de lerarenopleiding in Leiden. Na drie jaar bezielende literatuurcolleges bij de bachelor Nederlands, was het ICLON zo schrikbarend schools. Ik sloeg prompt opnieuw aan het puberen. Dát lag misschien aan mij, maar in recente opiniestukken klinkt meer kritiek op de universitaire lerarenopleidingen. De titels alleen al: ‘Lerarenopleiding doodt alle talent en motivatie’ (de Volkskrant, 24-10-2014) en ‘Verstand op nul en vooral niet te kritisch zijn’ (Vrij Nederland, 3-12-2014). Bij wijze van stage werden we met onze halve lichting naar een scholengemeenschap op een modderig bouwterrein ergens buiten Rotterdam gestuurd, waarmee het ICLON nu eenmaal samenwerkte. Niet dat daar ook maar één leraar op onze komst berekend was. In de laatste nachttreinen stampte ik tussen stewardessen en kotsende studenten de namen van de klassenlijst, onderweg naar het eerste lesuur. Dat het inplannen van stagelessen moeizaam ging, kwam niet alleen door onwillige leraren die nogal overvallen waren door onze komst. Vooral doordat we al zo’n duizend uur per week kwijt waren aan ‘evaluaties’ en ‘intervisies’. In een groepje met andere studenten. En nog eens opnieuw met je ICLON-docent. En met de leraren. En met je BOS, de begeleider-op-school. En op je ICLON-blog. Herhaling kan buitengewoon nuttig zijn, maar met de geestdrift van het ICLON daarin zou dit Geen Commentaar niet verder komen dan een strafwerkachtige opsomming van 25 keer: De laatste keer dat ik baldadig briefjes onder tafel doorstuurde was niet op het vwo. Eindeloze analyses moesten we er op elkaar loslaten, maar dan zo pijnloos mogelijk verpakt in een ‘tip’ en een ‘top’, met kaken verkrampt in iets wat ooit een glimlach was. Om te incasseren moesten we in thermometer-
jargon aangeven hoe we ons daarbij voelden: ‘warm’, ‘lauw’, ‘koud’… De fluwelen handschoentjes begonnen vreselijk te jeuken. De laatste keer dat ik baldadig briefjes onder tafel doorstuurde was niet op het vwo. Intussen werkten we aan Het Portfolio: één grote afvinklijst van opdrachtjes (met telkens tien evaluaties) met als enige uitdaging dat het ooit af moest. SMARTI geformuleerd graag. (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden en Irritant, of zoiets.) De laatste keer dat ik baldadig briefjes... (etc.) ‘De facto leer je dus hoe je zo effectief mogelijk zesjes en zeventjes kunt scoren’, vatte Aafke Romeijn dat in Vrij Nederland samen. Enerzijds wil staatssecretaris Sander Dekker geen onbevoegde leraren meer voor de klas, anderzijds is er vooral voor exacte vakken en talen een serieus lerarentekort. 57 Miljoen wordt er daarom uitgetrokken voor de oplossing: meer studenten naar die universitaire lerarenopleidingen trekken. Maar die jagen hun studenten net zo hard weer weg. Liefst veertig procent haakt af en neemt z’n vakinhoudelijke kennis en enthousiasme mee naar elders. Ik pleit niet voor afschaffen, want behalve enthousiasme en vakkennis, heb je heus wat pedagogischdidactische kwaliteiten nodig. Maar tot de lerarenopleidingen zichzélf eens met wat ‘tops’ en vooral wat ‘tips’ aan zo’n super-SMARTI-intervisiesessie onderwerpen, hoop ik dat de huidige en aankomende studenten het er nog even volhouden. Heus, je leert uiteindelijk zo veel, maar dan van collega’s die al hele generaties hebben uitgelegd over het periodiek systeem, mit-nach-bei-seit-von-enz. of ’t ex kofschip (dat tegenwoordig sexy uitschuifpik schijnt te heten). En het állermeest van dertig leerlingen tegelijk. Zij hebben jullie nodig.
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl
Column
Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Gabe Kramer (stagiair) gabekramermare@gmail.com Medewerkers
Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving M-space Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Excellente koude woordenpap Ze zijn overal om ons heen, maar de wetenschap heeft hen nog nauwelijks bestudeerd: de mensen die hun leven besteden aan voorschrijven hoe andere mensen excellenter moeten werken, en die zich daarbij zo knullig mogelijk uitdrukken. Neem nu de Wetenschapsvisie 2025 waarop het ministerie van OCW ons onlangs vergastte. Dat honderd pagina’s dikke rapport dringt voortdurend aan op helderheid, maar is zelf vooral lang van stof. Het wil dat de maatschappij meer van de wetenschap leert, maar trekt zich niets aan van enig inzicht in taal en stijl. Zo begint de eerste alinea: “Wetenschap heeft een grote bijdrage geleverd aan onze welvaart en welzijn. Inzichten en uitvindingen uit het verre verleden, zoals de gloeilamp en penicilline, zorgden voor grote veranderingen en verbeteringen in ons leven.” Dat zijn 32 woorden die je zonder enig verlies tot 12 kunt inkorten: “Wetenschappelijke uitvindingen zoals de gloeilamp en penicilline hebben ons leven verbeterd.” Dat scheelt een overbodige eerste zin, betekenisloze verdubbeling (“verandering en verbetering”), geheimzinnige toevoeging (waarom een “ver” verleden?) en verwarrende precisering (hoezo zijn een lampje en een antibioticum “inzichten”?) Ook de volgende zin bevat meer woorden dan stijlgevoel: “Meer actueel verrijkten het internet en biobrandstof ons leven en voorzagen ons van nieuwe inzichten en toepassingen.” Alweer die inzichten waarvan we nu kennelijk door “actuele” “toepassingen” worden “voorzien”. In de derde zin spelen die inzichten voor de derde maal een hoofdrol: “Ook immateriële ontdekkingen verrijken ons leven: kennis over het universum, over het functioneren van de maatschappij of nieuwe inzichten over ons verleden.” Voorbeelden dienen meestal om een abstract punt concreet te maken, maar een concreet voorbeeld van een
geschiedkundige ontdekking is kennelijk dat we “nieuw inzicht over ons verleden” hebben gekregen. Na deze historische uitweiding komt de schrijver toe aan grootse perspectieven: “En ook in de toekomst zal de wetenschap met ontdekkingen komen die ons leven vergemakkelijken, verbeteren, verrassen of uitdagen.” Ja, daar horen we van op: de wetenschap gaat niet alleen ons, maar zelfs “ons leven” verrassen! Kiekeboe! Als uitsmijter van deze alinea komen er dan nog achtereenvolgens een cliché en een oncontroleerbare uitspraak. ‘Het spannende is dat we nu nog niet weten waar de wetenschap mee zal komen. [Zooo heee!] Wat we wel weten, is dat het vermogen van wetenschap om te inspireren, te vernieuwen en oplossingen voor problemen te vinden zeer groot is en zal blijven groeien.’ (Hoe weten we dat dit vermogen zal blijven groeien? Het is toch altijd mogelijk dat we op nu nog niet bekende grenzen aan de groei stuiten?) Deze uitvoerige alinea kan dus zonder verlies van informatie aldus worden samengevat: “Uitvindingen als penicilline, de gloeilamp, biobrandstof en het internet zijn een verrijking van ons leven. Het is ook prettig dat we meer weten over het universum, onze samenleving en ons verleden. Hopelijk komen daar in de toekomst nog meer ontdekkingen bij.” De rest van deze Wetenschapsvisie is geformuleerd in dezelfde stijl, zoals veel koude woordenpap die voortdurend door beleidsondersteuners wordt uitgestort om de mensen aan te zetten tot meer excellentie. De boodschap is dat alles beter kan en beter moet, maar met een klein beetje moeite, en met gebruik van de juiste “inzichten”, hadden ze die boodschap drie keer korter kunnen formuleren, en tien keer leesbaarder. Marc van Oostendorp
is hoogleraar fonologische microvariatie
11 december 2014 · Mare 3 Mensen
Opinie
Mag iedereen meedoen?
Cup-a-Science
Pleidooi tegen antidemocratische partijen opnieuw uitgegeven Hoogleraar George van den Bergh pleitte in 1936 voor een verbod op antidemocratische partijen. Rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema bezorgde een nieuwe uitgave van die speech. ‘Dit moet de minister uit de kast trekken.’ ‘Het is een heel dappere, Cleveringa-achtige toespraak’, zegt Bastiaan Rijpkema over de oratie van George van den Bergh. Toen die politicus van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) in 1936 werd aangesteld als hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam hield hij een vlammend betoog, waarin hij opriep tot een verbod op antidemocratische partijen. ‘Hij legt uit hoe een democratie zich kan verdedigen en geeft een politiek-filosofische verantwoording voor het verbieden van antidemocratische partijen’, zegt Rijpkema. ‘Dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend. Want juist in een democratie mag iedereen toch mee doen, is het idee.’ De Leidse rechtsfilosoof stofte de tekst af voor het boek Wat te doen met antidemocratische partijen? dat vandaag verschijnt. ‘Het is een uniek tijdsdocument: in 1936 gaat het in Duitsland helemaal fout: de beruchte rassenwetten van Neurenberg zijn net ingevoerd. Van den Bergh waarschuwt voor de NSB, al noemt hij deze partij niet bij naam. Maar iedereen leest dat er wel in.’ Door Vincent Bongers
Op welke grond wilde hij een verbod? ‘Het belangrijkste element van democratie is het vermogen tot zelfcorrectie. De vertegenwoordigers van het volk nemen een besluit. Als dat niet blijkt te werken, volgt er een correctie. Een partij met
Verkiezingsposters van de Nationaal-Socialistische Beweging. De partij werd in 1945 verboden. ‘Van den Bergh waarschuwde voor de NSB. Al noemt hij departij niet bij naam, iedereen las dat er wel in.’ een antidemocratisch streven, gaat daar tegenin: die wil de zelfcorrectie schrappen. In een democratie is dit het enige besluit dat niet meer te herroepen is. Volgens Van den Bergh komen zij daarom in aanmerking voor een verbod. Hij vindt dat alle besluiten te rechtvaardigen zijn, behalve deze. Het is een heel smalle verbodsbasis, een elegante oplossing.’ Ook nu nog? ‘Zeker. Het is ontzettend actueel. Dat zie je bij de motie die Tweede Kamerlid Heerma (CDA) onlangs indiende. Hij roept in die motie het kabinet op om “groeperingen wiens doelstellingen onvermijdelijk leiden tot het terzijde schuiven van onze democratische rechtsorde te kunnen verbieden.” Dat leverde veel discussie op en het werd gelinkt aan een mogelijk verbod op overigens nog niet eens bestaande shariapartijen. ‘Maar de motie is veel breder. Het is een oproep aan de regering om te
onderzoeken hoe het verbodsregime met betrekking tot antidemocratische stromingen is geregeld. Dat is nuttig. minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (PvdA), aan wie het verzoek werd gericht, kan ter inspiratie het werk van Van den Bergh uit de partijkast trekken.’ Hoe is dat nu geregeld? ‘Nu is een verbod alleen mogelijk als een beweging of organisatie “in strijd met de openbare orde” handelt. Dat is een heel lastig begrip, zoals bleek in de zaken tegen de pedofielenvereniging. Voor politieke partijen is het helemaal slecht als de verbodsgrond onduidelijk blijft. Dat kan een democratie zich niet permitteren.’ Wat is de oplossing? ‘Van den Bergh vond dat de politieke partijen een explicietere plek in het staatsrecht moesten krijgen. Hij pleitte voor een aparte wet, om een aparte verbodsgrond voor partijen
op te nemen. Het is heel gek dat we dat nog niet gedaan hebben.’ Is een verbod dan echt nodig? ‘Partijen die de democratie willen afschaffen, maken wel gebruik van de democratische rechten. Om vervolgens die rechten voor anderen af te schaffen. Dat wringt natuurlijk. Van den Bergh wilde dat onmogelijk maken. En ik ben het met hem eens.’ De PVV krijgt wel eens het verwijt niet democratische kenmerken te hebben. Zou deze partij onder dit verbod vallen? ‘Nee. De partij geeft er op geen enkele manier blijk van het zelfcorrectiemechanisme af te willen schaffen.’ Wat te doen met antidemocratische partijen? De oratie van George van den Bergh uit 1936, door Bastiaan Rijpkema, met een voorwoord van René Cuperus en een nawoord van Paul Cliteur. Elsevier Boeken, 240 pgs, € 14,95
Frutti di Mare
‘Knijp mijn keel dicht. Zo hard mogelijk’ ‘Als je oorbellen van het formaat juslepel in hebt, dan is dit het moment om ze uit te doen’, zegt vechtsportdocent Max Sluiman. Dinsdag gaan de leden van studievereniging psychologie Labyrint onder zijn leiding op zoek naar de samoerai in zichzelf. ‘Ik heb zelf ooit psychologie gestudeerd, en gaf trainingen in agressieregulatie aan jeugddelinquenten. Ik ontdekte dat de krijgskunst deze jongeren heel goed kon helpen.’ Om warm te worden moeten de studenten op blote voeten wat rondjes rennen, terwijl ze met Sluiman meetellen in het Japans. ‘Blaf het eruit!’ roept hij. Ze schudden hun heupen los en strekken hun blote voeten. ‘Als je meer met je voeten doet, dan worden het een soort handen. Je kunt er dingen mee oppakken. Of er iemand mee tegen de schedel schoppen.’ Tot slot moeten de studenten in de plank-houding gaan staan. ‘Ik voel me net een zeehond op het droge’, roept iemand aan de andere kant van de zaal. ‘Oink, oink’, roept een ander. Dan worden de zwaarden uitgedeeld. ‘Voorzichtig, ze zijn van hout, maar je kunt er nog steeds iemand mee doodslaan.’ Ter illustratie maakt Sluiman wat flitsende bewegingen. ‘De beamer!’ piept een van de bestuursleden ongerust, als het zwaard rakelings langs het apparaat zoeft. Door Petra Meijer
‘Eigenlijk moet je duizend van dit soort slagen per dag maken. Het is een soort meditatie, het houdt je scherp.’ Naomi Linder (20, psychologie) mag naar voren komen om Sluiman aan te vallen, maar nog voor ze haar zwaard bewogen heeft glijdt het zijne al langs haar nek. En als Jara Kunst (20) haar zwaard heft, stoot Sluiman een keiharde Japanse kreet uit, waar ze zo erg van schrikt dat haar aanval niets meer waard is. Vervolgens leren de studenten hoe ze op een kalme manier het bloed van hun zwaard kunnen vegen, en ze oefenen de aanval op elkaar. De meesten durven niet zo hard te schreeuwen, maar als Sander Sandkuyl (geneeskunde) zijn vijand Robert Weijerman (20, rechten) benadert, schreeuwt deze keihard: ‘Haa-Oen-Daj!’ Zijn tegenstander schiet meteen in de lach. Ze proberen het nog een keer. ‘Hat-su!’, schalt het door de zaal. ‘Het klinkt best Japans toch?’ verklaart hij. ‘Ik dacht aan Hyundai en aan hatsjoe,’ Niet alleen met de stem, maar ook met de ademhaling kun je volgens Sluiman veel bereiken. Tot slot nodigt hij Weijerman uit om hem te wurgen. ‘Zet je handen maar op mijn keel en knijp zo hard als je kunt. Als ik het echt niet meer trek, dan klop ik wel zachtjes op je schouder.’ Weijerman kijkt even vertwij-
feld om zich heen, maar gaat er dan ook echt voor. Met zijn handen omsluit hij de keel van Sluiman, die daar lijkt weinig last van lijkt te hebben. Ook Sandkuyl wordt er bij geroepen, en de jongens zetten tegelijk hun handen op zijn nek.
Langzaam loopt de docent paars aan. De meiden slaken kleine gilletjes, maar dan bevrijdt Sluiman zichzelf. ‘Ik wist niet dat iemand wurgen zo moeilijk was’, zegt Weijerman. ‘Dit kan weer van mijn bucketlist.’
‘Slaan met zo’n houten zwaard is een soort meditatie’ Foto Taco van der Eb
> Vervolg van de voorpagina De beleidsmakers lijken zo begaan te zijn met de duurzaamheid van wetenschap. Maar hun metaforen zijn Trojaanse paarden waarin vooronderstellingen meeliften: redt je het niet in het nieuwe bestel? Dan ligt dat niet aan te lage investeringen of kortzichtig beleid, maar aan jouw te lage adaptief vermogen! Een van de belangrijkste aannames wordt herhaaldelijk uitgesproken, maar nergens gestaafd: competitie leidt tot betere wetenschap. Maar is dat ook waar? Wegen de kosten van al die ingediende onderzoeksaanvragen op tegen de output van het kleine aantal gehonoreerde projecten? En hebben we niet van de evolutiebiologen geleerd dat het bij ‘competitie’ nogal nauw luistert? Toen William Muir wilde weten hoe je de productie van eieren kunt verhogen, gebruikte hij twee methodes. Bij de eerste selecteerde hij uit een aantal kooien met elk negen kippen steeds de meest productieve kip om daarmee door te fokken. Bij de tweede methode koos hij steeds de meest productieve kooi. Wat bleek: de methode die selecteerde op productieve groepen leverde na zes generaties een harmonieuze populatie op met een significant verhoogde productie. De eerste methode eindigde met drie kaalgeplukte kippen die de rest hadden uitgemoord en nauwelijks nog eieren legden; ze waren doorgefokt tot psychopaten. Op het niveau van het individu spelen fundamenteel andere processen dan op dat van de groep en dat geldt a fortiori voor grotere gemeenschappen. Ongemotiveerde slogans over voortstuwende kracht van competitie verdienen ons wantrouwen. Meer dan eens heb ik gezien dat het verhaal van William Muir zich uitstekend laat uitleggen aan een breder publiek, zelfs bij een borrel, en dat je er als wetenschapper nooit bij hoeft te zeggen dat zijn ontdekking van deze zogeheten multilevel selection heeft bijgedragen aan een hogere mondiale eierproductie. Wetenschappers en beleidsmakers doen de burger tekort door hem steeds te benaderen als simpele consument. Twee dagen na de presentatie van de Wetenschapsvisie 2025 zagen 1 miljoen televisiekijkers op prime time Robbert Dijkgraaf een hoorcollege geven over het oneindige. Geen economisch nut, geen maatschappelijke oplossingen, maar wel het voorbeeld van iemand die draagvlak weet te creëren voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek — simpelweg door de fascinatie voor wetenschappelijke vragen over te dragen. Mij maak je niet wijs dat de burger alleen maar geïnteresseerd is in kijkfiles en Viagra. Laten wij onze moeizame relatie van wederzijds wantrouwen met beleidsmakers niet op anderen afwentelen, en een gezonde relatie met onze medeburger onderhouden. Ja, goede vragen stellen is een vak apart en dat moeten we aan wetenschappers overlaten; niet voor niets vinden studenten het formuleren van een onderzoeksvraag het moeilijkste aan hun scriptie. En ja, de waarde van wetenschap gaat verder dan de formule van kant-en-klare antwoorden op voorgekookte vragen. Maar wetenschap dient wel degelijk de maatschappij. Niet alleen als grondstof voor oplossingen, maar ook als zuurstof voor debat, reflectie, nieuwe ideeën en vragen waar je ze niet had verwacht. Laten we met ons allen ons best blijven doen om die toevoer te waarborgen. Daarmee doen we onze medeburger meer recht dan met Cup-a-Soup. Tazuko van Berkel is classica en doet onderzoek naar rekenen en rekenschap in Klassiek Athene. Omdat ze dat mooi vindt. U toch ook?
4 Mare · 11 december 2014 Nieuws
Meer vrouwen doctor Het aantal vrouwen met een doctorstitel neemt de laatste jaren toe. Dat blijkt uit een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van een groot onderzoek onder meer dan 16.000 gepromoveerden. Vrouwen bezitten slechts een derde van de doctorstitels, in bijna alle leeftijdscategorieën zijn mannen oververtegenwoordigd. Maar de vrouwen maken een inhaalslag: in de jongste klassen zijn er meer vrouwen dan mannen. Van het aantal gepromoveerden tussen de dertig en 35 jaar is 51 procent vrouw, en in de leeftijdscategorie vijfentwintig tot dertig jaar is dat al 58 procent. In het academiejaar 2012-2013 verkregen meer dan vierduizend onderzoekers een doctorstitel, waarmee de jaarlijkse toename van promovendi volgens het CBS twee keer zo groot is als twintig jaar geleden. De geneeskunde blijft het meest populaire veld om in te promoveren, gevolgd door de wiskunde en natuurwetenschappen. Binnen de sociale en geesteswetenschappen wordt minder vaak gepromoveerd, en ligt het uiteindelijke salaris van de gepromoveerden een stuk lager. In deze vakgebieden wordt ook minder vaak voltijd gewerkt.
Tom Lanoye nieuwe gastschrijver De Vlaamse schrijver Tom Lanoye neemt in 2015 het gastschrijverschap aan de Universiteit Leiden voor zijn rekening. Dat werd dinsdag bekend, bij de presentatie van het boekje Dit is de taal, met verhalen en gedichten van studenten die in 2013 de colleges van gastschrijver Joke van Leeuwen volgden. Dit jaar werd afgeweken van het traditionele gastschrijverschap. Acht jonge schrijvers wisselden elkaar de afgelopen maanden af en in plaats van de Verwey-lezing werden er leesclubs door de stad georganiseerd. Eerder waren onder anderen Gerard Reve, Adriaan van Dis en Arnon Grunberg al gastschrijver.
Tour de LDE Er komt een nieuwe wielertocht die de samenwerking tussen de Erasmus Universiteit, TU Delft en de Universiteit Leiden onder de aandacht moet brengen. Studenten en medewerkers van deze universiteiten kunnen op 30 mei 2015 meedoen aan een wielertocht. Het start- en eindpunt bevinden zich bij de Rotterdamse campus, en het merendeel van de routes gaat langs de TU Delft en de Universiteit Leiden. Er zijn routes van 30, 60, 90, 120 en 160 kilometer. De organiserende commissie hoopt dat de wielertocht in de toekomst elk jaar door een van de drie steden wordt georganiseerd.
Geen nieuwbouw biologen De laatste fase van de bouw van het bètacampus is aangepast. ‘Het was de bedoeling om alle biologen die in het Sylviusgebouw zitten over te laten gaan naar de nieuwbouw’, zei vice-collegevoorzitter Willem te Beest maandag tijdens de universiteitsraad. ‘Dat gaat niet door. De biologen zitten goed in het Sylvius en ze blijven daar. Dat betekent ook dat de biologen die nog in het Van Steenis zitten, verhuizen naar het Sylvius.’
Aanvulling In het artikel ‘De club van zestien tienen’ (Mare 13, 4 december) werden vier studenten geïnterviewd die de Jong Talent Aanmoedigingsprijs hadden ontvangen, omdat zij het beste scoorden in het eerste studiejaar in hun vakgebied. Naast deze vier studenten ontvingen echter nóg twee Leidse studenten de prijs: Lois van Druten (vijf tienen) en Indy du Fosse (vier tienen) waren de winnaars van de opleiding Molecular Science and Technology, die in samenwerking met de TU Delft wordt aangeboden.
‘Ga maar in de bieb tikken’ Onenigheid over uitbreiding master biomedische wetenschappen De master biomedische wetenschappen wil de instroomcapaciteit verhogen van zeventig naar negentig studenten. Het college van bestuur is daar mee akkoord maar de universiteitsraad heeft twijfels. Door Vincent Bongers ‘Er hebben ons berichten bereikt dat de capaciteit van deze master al niet voldoende is voor zeventig studenten’, zei Joost Augusteijn van personeelspartij AbvaKabo maandag tijdens de raadsvergadering. ‘Niet elke student kan goed gefaciliteerd worden. En die problemen nemen toe als er meer
studenten worden toegelaten.’ Volgens het college is er niets aan de hand. ‘Ik begrijp dat de raad zich zorgen maakt’, zei vice-rectormagnificus Simone Buitendijk, ‘maar we hebben zowel van de studenten- als de ondernemingsraad van het Leids Universitair Medisch Centrum niets gehoord.’ ‘Dat vind ik vreemd’, reageerde Mark Bakker van studentenpartij BeP. ‘Ik heb zelf van studenten gehoord dat er een behoorlijk aantal studenten geen officiële werkplek had. En dat is bij de studiecoördinator bekend. Studenten die stage lopen, krijgen te horen dat ze maar in de bieb moeten tikken. Dat baart mij zorgen.’ Het college ziet geen
aanleiding om zelf onderzoek te doen. ‘We gaan geen studenten horen of een enquête afnemen’, aldus Buitendijk. ‘Het is een facultaire aangelegenheid.’ De raad is teleurgesteld in de houding van het college. ‘Neem ons serieus’, zei Augusteijn. ‘Als er een signaal uit de raad komt dan moet het college uit zoeken hoe het zit.’ Buitendijk zegde toe de kwestie nog een keer met het LUMC te bespreken. ‘Ik leg de zorg van de raad bij het bestuur neer.’ De raadsleden wilden niet aan Mare verduidelijken van wie ze klachten hadden gehoord. LUMC-decaan Pancras Hogen-
doorn snapt niet waar de geluiden vandaan komen. ‘We hebben geen ruimtetekort. Ik heb met het opleidingsbestuur, de studentenraad en de assessor hierover gesproken en niets gehoord over problemen.’ Volgens Hogendoorn is het ook niet zo dat de opleiding plots besloten heeft om te groeien en dat de capaciteit daarom moet toenemen. ‘Het cijfer zeventig stamt nog uit de tijd dat we één instroommoment hadden. We hebben nu meerdere instroommomenten en hebben de capaciteit voor negentig studenten. Dit voorstel formaliseert het aantal van negentig plekken. In de praktijk breidt de opleiding niet uit.’
Onduidelijkheid over selectie Het Interstedelijke Studenten Overleg (ISO) vindt dat studies te weinig voorlichting geven over hun decentrale selectie. Dit collegejaar hanteren 71 wo en 106 hbo-opleidingen decentrale selectie, maar voor aspirant-studenten is vaak onduidelijk wat ze precies moeten doen. Ze vertellen bijvoorbeeld wel dat de selectietoets een essay-opdracht bevat, maar niet waarop dat essay vervolgens wordt beoordeeld. Een handjevol hbo-opleidingen kon zelfs toen het ISO het persoonlijk kwam vragen, niet uitleggen hoe hun selectieprocedure werkte. Ook vorig jaar was het aantal decentraal selecterende studies gestegen. Vanaf 2017 is het voor alle opleidingen in het hoger onderwijs verboden om te loten; zij moeten dan allemaal gaan selecteren. Het ISO denkt bovendien dat de studentenaantallen verder zullen stijgen – in oktober overigens nog niet: toen zou het leenstelsel juist tot minder studenten leiden – zodat nog meer opleidingen een numerus fixus zullen invoeren. Dan stijgt het aantal studenten dat wordt geselecteerd dus, en wordt het nog belangrijker dat die selectie ook goed werkt. Het studentenoverleg benadrukt dat transparantie daarbij essentieel is. ‘Kandidaten moeten zien waarop ze getoetst gaan worden, waarom ze wel of niet geselecteerd zijn, en de procedure moet bijdragen aan het inzicht op het wel of niet passen bij de opleiding.’ BB
‘Niet te veel hooi op de vork’ De universiteitsraad maakt zich zorgen over het grote aantal investeringen dat de universiteit de komende jaren doet in huisvesting en het studievoorschot. Hierdoor schieten de universitaire financiën de komende jaren in de min.
Maandag besprak de universiteitsraad de begroting 2015-2018. De universiteit heeft in 2016 een tekort van 2,2 miljoen euro. Een jaar later loopt het tekort op tot 5,9 miljoen euro. Pas in 2018 wordt er weer een positief resultaat verwacht van 2,8 miljoen euro. De cijfers voor 2015 zijn ook positief: 6 miljoen euro in de plus. Vice-collegevoorzitter Willem te Beest legde uit hoe de tekorten tot stand komen en dat de begroting eerder voorzichtig is dan risicovol. Wel zijn er de nodige onzeker-
heden. ‘De begroting is onder een bijzonder gesternte tot stand gekomen. Ten eerste zijn daar de prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs’, aldus Te Beest. ‘Als we die prestaties niet halen, moeten we een deel van het geld uit Den Haag terugbetalen. In de begroting gaan we er vanuit dat we voldoen aan de afspraken. Alle meters wijzen de goede kant op. En als we één afspraak niet halen, hoeven we niet het gehele budget terug moeten betalen.’ Te Beest benadrukte voorzichtig te zijn. ‘Er is bijvoorbeeld 50 miljoen euro beschikbaar van het ministerie voor het matchen van Europese projecten. Daar zullen we zeker een aandeel in hebben, want we doen heel veel in Europa. Maar we dat hebben we nog niet ingeboekt.’ Dan is daar het studievoorschot.
‘Dat moeten we eerst zelf betalen. In 2018 gaat de minister ons geld geven dat zij eigenlijk nog niet heeft, maar verwacht te ontvangen uit het studievoorschot.’ Er zit wel ‘een addertje onder het gras’, aldus Te Beest: ‘Deze minister heeft gezegd dat hrt uitgespaarde geld naar het hoger onderwijs gaat. Maar in een periode van veertig tot vijftig jaar komen er nog heel wat kabinetten. Je weet niet wat die van plan zijn.’ Het college wist dat de jaren 2017 en 2018 wat moeilijker gingen worden. ‘Maar de prestaties van de faculteiten zijn goed. Het aantal studenten neemt eerst toe, maar de groei vlakt ook weer af. Het wetenschappelijk personeel neemt met 9 procent toe. Het totale personeel met 3,5 procent. We zijn heel voorzichtig met de groei van het onder-
steunend personeel.’ De faculteiten worden mogelijk nog meer gekort. Het college hanteert de zogeheten budgetfactor. De universiteit krijgt niet genoeg geld uit Den Haag om de groei van de faculteiten bij te benen. Dus krijgt een faculteit 97 procent van het geld dat zij eigenlijk nodig heeft. Mogelijk wordt dat 95 procent in 2017 en in 2018 zelfs 94,5 procent. De dalende liquiditeitspositie is volgens hem het gevolg van het investeren in vastgoed. Het nieuwe bètacomplex staat in de steigers en het pand aan de Wijnhaven van de Haagse faculteit wordt verbouwd. Het volgende project is een verbouwing of nieuwbouw van Geesteswetenschappen. ‘We zijn heel voorzichtig en nemen niet teveel hooi op de vork.’ VB
4 Mare · 11 december 2014 Nieuws
Meer vrouwen doctor Het aantal vrouwen met een doctorstitel neemt de laatste jaren toe. Dat blijkt uit een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van een groot onderzoek onder meer dan 16.000 gepromoveerden. Vrouwen bezitten slechts een derde van de doctorstitels, in bijna alle leeftijdscategorieën zijn mannen oververtegenwoordigd. Maar de vrouwen maken een inhaalslag: in de jongste klassen zijn er meer vrouwen dan mannen. Van het aantal gepromoveerden tussen de dertig en 35 jaar is 51 procent vrouw, en in de leeftijdscategorie vijfentwintig tot dertig jaar is dat al 58 procent. In het academiejaar 2012-2013 verkregen meer dan vierduizend onderzoekers een doctorstitel, waarmee de jaarlijkse toename van promovendi volgens het CBS twee keer zo groot is als twintig jaar geleden. De geneeskunde blijft het meest populaire veld om in te promoveren, gevolgd door de wiskunde en natuurwetenschappen. Binnen de sociale en geesteswetenschappen wordt minder vaak gepromoveerd, en ligt het uiteindelijke salaris van de gepromoveerden een stuk lager. In deze vakgebieden wordt ook minder vaak voltijd gewerkt.
Tom Lanoye nieuwe gastschrijver De Vlaamse schrijver Tom Lanoye neemt in 2015 het gastschrijverschap aan de Universiteit Leiden voor zijn rekening. Dat werd dinsdag bekend, bij de presentatie van het boekje Dit is de taal, met verhalen en gedichten van studenten die in 2013 de colleges van gastschrijver Joke van Leeuwen volgden. Dit jaar werd afgeweken van het traditionele gastschrijverschap. Acht jonge schrijvers wisselden elkaar de afgelopen maanden af en in plaats van de Verwey-lezing werden er leesclubs door de stad georganiseerd. Eerder waren onder anderen Gerard Reve, Adriaan van Dis en Arnon Grunberg al gastschrijver.
Tour de LDE Er komt een nieuwe wielertocht die de samenwerking tussen de Erasmus Universiteit, TU Delft en de Universiteit Leiden onder de aandacht moet brengen. Studenten en medewerkers van deze universiteiten kunnen op 30 mei 2015 meedoen aan een wielertocht. Het start- en eindpunt bevinden zich bij de Rotterdamse campus, en het merendeel van de routes gaat langs de TU Delft en de Universiteit Leiden. Er zijn routes van 30, 60, 90, 120 en 160 kilometer. De organiserende commissie hoopt dat de wielertocht in de toekomst elk jaar door een van de drie steden wordt georganiseerd.
Geen nieuwbouw biologen De laatste fase van de bouw van het bètacampus is aangepast. ‘Het was de bedoeling om alle biologen die in het Sylviusgebouw zitten over te laten gaan naar de nieuwbouw’, zei vice-collegevoorzitter Willem te Beest maandag tijdens de universiteitsraad. ‘Dat gaat niet door. De biologen zitten goed in het Sylvius en ze blijven daar. Dat betekent ook dat de biologen die nog in het Van Steenis zitten, verhuizen naar het Sylvius.’
Aanvulling In het artikel ‘De club van zestien tienen’ (Mare 13, 4 december) werden vier studenten geïnterviewd die de Jong Talent Aanmoedigingsprijs hadden ontvangen, omdat zij het beste scoorden in het eerste studiejaar in hun vakgebied. Naast deze vier studenten ontvingen echter nóg twee Leidse studenten de prijs: Lois van Druten (vijf tienen) en Indy du Fosse (vier tienen) waren de winnaars van de opleiding Molecular Science and Technology, die in samenwerking met de TU Delft wordt aangeboden.
‘Ga maar in de bieb tikken’ Onenigheid over uitbreiding master biomedische wetenschappen De master biomedische wetenschappen wil de instroomcapaciteit verhogen van zeventig naar negentig studenten. Het college van bestuur is daar mee akkoord maar de universiteitsraad heeft twijfels. Door Vincent Bongers ‘Er hebben ons berichten bereikt dat de capaciteit van deze master al niet voldoende is voor zeventig studenten’, zei Joost Augusteijn van personeelspartij AbvaKabo maandag tijdens de raadsvergadering. ‘Niet elke student kan goed gefaciliteerd worden. En die problemen nemen toe als er meer
studenten worden toegelaten.’ Volgens het college is er niets aan de hand. ‘Ik begrijp dat de raad zich zorgen maakt’, zei vice-rectormagnificus Simone Buitendijk, ‘maar we hebben zowel van de studenten- als de ondernemingsraad van het Leids Universitair Medisch Centrum niets gehoord.’ ‘Dat vind ik vreemd’, reageerde Mark Bakker van studentenpartij BeP. ‘Ik heb zelf van studenten gehoord dat er een behoorlijk aantal studenten geen officiële werkplek had. En dat is bij de studiecoördinator bekend. Studenten die stage lopen, krijgen te horen dat ze maar in de bieb moeten tikken. Dat baart mij zorgen.’ Het college ziet geen
aanleiding om zelf onderzoek te doen. ‘We gaan geen studenten horen of een enquête afnemen’, aldus Buitendijk. ‘Het is een facultaire aangelegenheid.’ De raad is teleurgesteld in de houding van het college. ‘Neem ons serieus’, zei Augusteijn. ‘Als er een signaal uit de raad komt dan moet het college uit zoeken hoe het zit.’ Buitendijk zegde toe de kwestie nog een keer met het LUMC te bespreken. ‘Ik leg de zorg van de raad bij het bestuur neer.’ De raadsleden wilden niet aan Mare verduidelijken van wie ze klachten hadden gehoord. LUMC-decaan Pancras Hogen-
doorn snapt niet waar de geluiden vandaan komen. ‘We hebben geen ruimtetekort. Ik heb met het opleidingsbestuur, de studentenraad en de assessor hierover gesproken en niets gehoord over problemen.’ Volgens Hogendoorn is het ook niet zo dat de opleiding plots besloten heeft om te groeien en dat de capaciteit daarom moet toenemen. ‘Het cijfer zeventig stamt nog uit de tijd dat we één instroommoment hadden. We hebben nu meerdere instroommomenten en hebben de capaciteit voor negentig studenten. Dit voorstel formaliseert het aantal van negentig plekken. In de praktijk breidt de opleiding niet uit.’
Onduidelijkheid over selectie Het Interstedelijke Studenten Overleg (ISO) vindt dat studies te weinig voorlichting geven over hun decentrale selectie. Dit collegejaar hanteren 71 wo en 106 hbo-opleidingen decentrale selectie, maar voor aspirant-studenten is vaak onduidelijk wat ze precies moeten doen. Ze vertellen bijvoorbeeld wel dat de selectietoets een essay-opdracht bevat, maar niet waarop dat essay vervolgens wordt beoordeeld. Een handjevol hbo-opleidingen kon zelfs toen het ISO het persoonlijk kwam vragen, niet uitleggen hoe hun selectieprocedure werkte. Ook vorig jaar was het aantal decentraal selecterende studies gestegen. Vanaf 2017 is het voor alle opleidingen in het hoger onderwijs verboden om te loten; zij moeten dan allemaal gaan selecteren. Het ISO denkt bovendien dat de studentenaantallen verder zullen stijgen – in oktober overigens nog niet: toen zou het leenstelsel juist tot minder studenten leiden – zodat nog meer opleidingen een numerus fixus zullen invoeren. Dan stijgt het aantal studenten dat wordt geselecteerd dus, en wordt het nog belangrijker dat die selectie ook goed werkt. Het studentenoverleg benadrukt dat transparantie daarbij essentieel is. ‘Kandidaten moeten zien waarop ze getoetst gaan worden, waarom ze wel of niet geselecteerd zijn, en de procedure moet bijdragen aan het inzicht op het wel of niet passen bij de opleiding.’ BB
‘Niet te veel hooi op de vork’ De universiteitsraad maakt zich zorgen over het grote aantal investeringen dat de universiteit de komende jaren doet in huisvesting en het studievoorschot. Hierdoor schieten de universitaire financiën de komende jaren in de min.
Maandag besprak de universiteitsraad de begroting 2015-2018. De universiteit heeft in 2016 een tekort van 2,2 miljoen euro. Een jaar later loopt het tekort op tot 5,9 miljoen euro. Pas in 2018 wordt er weer een positief resultaat verwacht van 2,8 miljoen euro. De cijfers voor 2015 zijn ook positief: 6 miljoen euro in de plus. Vice-collegevoorzitter Willem te Beest legde uit hoe de tekorten tot stand komen en dat de begroting eerder voorzichtig is dan risicovol. Wel zijn er de nodige onzeker-
heden. ‘De begroting is onder een bijzonder gesternte tot stand gekomen. Ten eerste zijn daar de prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs’, aldus Te Beest. ‘Als we die prestaties niet halen, moeten we een deel van het geld uit Den Haag terugbetalen. In de begroting gaan we er vanuit dat we voldoen aan de afspraken. Alle meters wijzen de goede kant op. En als we één afspraak niet halen, hoeven we niet het gehele budget terug moeten betalen.’ Te Beest benadrukte voorzichtig te zijn. ‘Er is bijvoorbeeld 50 miljoen euro beschikbaar van het ministerie voor het matchen van Europese projecten. Daar zullen we zeker een aandeel in hebben, want we doen heel veel in Europa. Maar we dat hebben we nog niet ingeboekt.’ Dan is daar het studievoorschot.
‘Dat moeten we eerst zelf betalen. In 2018 gaat de minister ons geld geven dat zij eigenlijk nog niet heeft, maar verwacht te ontvangen uit het studievoorschot.’ Er zit wel ‘een addertje onder het gras’, aldus Te Beest: ‘Deze minister heeft gezegd dat hrt uitgespaarde geld naar het hoger onderwijs gaat. Maar in een periode van veertig tot vijftig jaar komen er nog heel wat kabinetten. Je weet niet wat die van plan zijn.’ Het college wist dat de jaren 2017 en 2018 wat moeilijker gingen worden. ‘Maar de prestaties van de faculteiten zijn goed. Het aantal studenten neemt eerst toe, maar de groei vlakt ook weer af. Het wetenschappelijk personeel neemt met 9 procent toe. Het totale personeel met 3,5 procent. We zijn heel voorzichtig met de groei van het onder-
steunend personeel.’ De faculteiten worden mogelijk nog meer gekort. Het college hanteert de zogeheten budgetfactor. De universiteit krijgt niet genoeg geld uit Den Haag om de groei van de faculteiten bij te benen. Dus krijgt een faculteit 97 procent van het geld dat zij eigenlijk nodig heeft. Mogelijk wordt dat 95 procent in 2017 en in 2018 zelfs 94,5 procent. De dalende liquiditeitspositie is volgens hem het gevolg van het investeren in vastgoed. Het nieuwe bètacomplex staat in de steigers en het pand aan de Wijnhaven van de Haagse faculteit wordt verbouwd. Het volgende project is een verbouwing of nieuwbouw van Geesteswetenschappen. ‘We zijn heel voorzichtig en nemen niet teveel hooi op de vork.’ VB
11 december 2014 · Mare 5 Nieuws
Media Technology onder de maat Master scoort onvoldoende De master Media Technology, ondergebracht bij het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS), voldoet niet aan de kwaliteitseisen van de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Door Petra Meijer Op een van de drie
standaarden, de gerealiseerde eindkwalificaties, haalt de opleiding een onvoldoende.
Media Technology is een creatieve master, waarbij studenten niet alleen een scriptie schrijven, maar hun eindonderzoek ook kan leiden tot kunstinstallaties, ontwerpen of computerprogramma’s. Dat is de reden waarom de accreditatiecommissie moeite had met het beoordelen van het niveau: alleen de wetenschappelijke teksten gaven niet altijd genoeg inzicht in de rest van het project waarop de student was beoordeeld. Maar ook dan geldt nog dat het niveau van de zogehe-
ten scientific papers onvoldoende was, aldus de NVAO. De commissie deed drie aanbevelingen om de beoordeling van scripties te verbeteren. Allereerst zouden studenten het hele afstudeerproject moeten documenteren, aan de hand van richtlijnen die van te voren bekend dienen te zijn. Bovendien moeten de scripties het wetenschappelijke karakter van het masterprogramma reflecteren, en dus beschikken over een duidelijke probleemdefinitie, een
wetenschappelijke methode en op wetenschap gebaseerde conclusies. Tot slot moeten de studenten een dagboek bijhouden waarin ze hun voortgang documenteren. Deze wordt in de toekomst bij de scriptie gevoegd en maakt deel uit van de uiteindelijke beoordelingen. Daarnaast deden de commissieleden nog drie algemene aanbevelingen. Er zou een externe expert bij de beoordeling moeten helpen. Studenten zouden eerder met hun afstudeerproject moeten begin-
Het meisje zonder de parel Het beroemdste schilderij van Johannes Vermeer, Meisje met de parel, bevat helemaal geen parel. Kunstenaar en sterrenkundige Vincent Icke wees erop in het tijdschrift New Scientist.
Topstuk van het heropende Mauritshuis is dat ene beroemde schilderij van Vermeer. Het meisje met de blauw-gele tulband en de licht geopende mond. Meisje met de parel, staat op het bordje. Die titel heeft het museum ergens in de jaren negentig verzonnen. Onduidelijk is welke titel Vermeer zelf in gedachten had. Waarschijnlijk niet Meisje met de parel, want dat ding in haar oor is geen parel. Dat was sowieso al nooit waarschijnlijk: het zou een van de grootste ronde parels ter wereld zijn geweest. In april dit jaar werd een ietsje kleinere parel geveild voor meer dan drie ton. Wellicht dat er in de zeventiende eeuw een of twee van zulke parels bestonden, maar dat was zeker niet iets waar anonieme Delftse meisjes mee in hun oren liepen. In wetenschapsblad New Scientist en het Nederlands tijdschrift voor Natuurkunde komt beeldend kunstenaar en sterrenkundige Vincent Icke met nog meer argumenten. In de oorbel zie je de kraag van het meisje weerspiegeld, en parels spiegelen niet. Ze bestaan uit allemaal
deels doorzichtige dunne laagjes, die het licht juist verstrooien: vandaar de kostbare glans. Met behulp van een kerstbal laat Icke zien dat de bel vrijwel zeker van gepolijst metaal moet zijn geweest. Icke: ‘Ik vind het een grappig inzicht, want het onderstreept wat ik al jaren roep: kunst en wetenschap worden niet gedreven door nieuwsgierigheid, maar door opmerkzaamheid. Miljoenen mensen zijn langs dat schilderij gelopen en hebben niet gezien dat het geen parel kan zijn. Het Mauritshuis voelt zich daar enigszins gegeneerd over, lijkt het. Ze geven toe dat het geen parel kan zijn, maar ze gaan het bordje niet veranderen.’ Zou het kunnen dat Vermeer gewoon niet wist hoe hij een parel moest schilderen? ‘Het enige wat ik daarover kan zeggen is dat zijn gehele oeuvre realistisch is, er is niets gefantaseerd. Het mooie aan het Mauritshuis is dat je vlakbij de schilderijen kan komen. Een blik op de stofuitdrukking en het penseelgebruik en je weet: dit is naar het leven geschilderd. ‘Het is ook geen toeval dat Vermeer voor spiegelend metaal koos; hij had ook een oorbel van git kunnen gebruiken, zoals in een van zijn andere werken. Hier heb je vier hoge lichten: de ogen, de lippen, en die oorbel. Die scherpe reflectie is de bedoeling geweest, en die heb je niet met een parel.’ BB
‘ Totale nieuwbouw Leven na de chipknip? Contactloos afrekenen is niet te betalen’ Een nieuwe Humanities Campus komt langzaam dichterbij. ‘Als eerste zal het P.J. Veth-gebouw gerenoveerd worden, zodat we dat kunnen gebruiken als wisselpand.’ Volgende week bespreekt het college van bestuur de toekomst van het WSD-complex, in combinatie met een notitie van de afdeling vastgoed en de faculteit Geesteswetenschappen. Daarin staat hoeveel vierkante meter er nodig is, en hoeveel budget er kan worden vrijgemaakt. ‘De maximale ruimtebehoefte is groter dan het beschikbare budget’, weet Jolanda Riel, portefeuillehouder bedrijfsvoering van de faculteit geesteswetenschappen. De Universiteitsbibliotheek en het Arsenaal blijven sowieso staan. Het WSDcomplex omvat verder momenteel de gebouwen Lipsius, Johan Huizinga, Reuvensplaats, P.J. Veth en de gebouwen ten noorden en zuiden van de UB aan de Witte Singel. Riel:
‘Totale nieuwbouw is niet te betalen, dus het zal altijd een mengvorm worden. Maar een grondige renovatie van een gebouw, waarbij alleen het skelet blijft staan, kan ook een nagenoeg nieuw pand opleveren.’ Als het college tot een conceptbesluit komt, kan de verdere planvorming in januari beginnen. ‘Dan moeten we de volgorde bepalen’, zegt Riel. ‘Als eerste zal het P.J. Vethgebouw gerenoveerd worden, zodat we dat kunnen gebruiken als wisselpand.’ Dat ligt aan de Nonnensteeg, naast het Academiegebouw. Medewerkers en studenten van het WSDcomplex moeten tijdens de verbouwing namelijk kunnen werken. ‘Het is niet zoals bij de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen, waar een nieuw gebouw naast het bestaande gebouw gezet wordt. Hier kan men pas écht aan de slag, als het P.J. Veth gerenoveerd is.’ In de conceptbegroting is tot 2018 alvast 35 miljoen euro gereserveerd voor het project. MVW
De ondergang van de chipknip heeft de nodige gevolgen voor de universiteit. Wie wil kopiëren betaalt straks met zijn LU-card, die aan een bankrekening moet worden gekoppeld. Per 1 januari 2015 is de chipknip verleden tijd. De AbvaKabo-fractie in de universiteitsraad wilde van het college weten hoe de universiteit het verdwijnen van de geflopte betaalmethode opvangt. Vice-collegevoorzitter Willem te Beest: ‘We hebben zo’n 131 snoepen drankautomaten op de universiteit. Daar kun je contant betalen en met een chipknip. Per 1 januari worden die geschikt gemaakt voor contactloos betalen.’ Contactloos betalen doe je door je bankpas of mobiele telefoon kortstondig dichtbij de betaalautomaat te houden. De transactie vindt dan vervolgens automatisch plaats. Bij bedragen tot en met 25 euro is geen pincode nodig.
Boven dit bedrag moet je wel een pincode intikken op de betaalautomaat of op de mobiele telefoon. ‘Ook de kantines en restaurants zijn inmiddels voorzien van contactloos betalen. Gewoon pinnen en contant betalen, blijft natuurlijk ook mogelijk.’ De automaten voor de kopieerkaart zijn lastiger aan te pakken. Maar er is een oplossing gevonden. ‘Via bankpas, creditcard of iDEAL stort je geld op een account bij een bank. Dat accountje is gekoppeld aan je LU-Card. ‘Dan gebruik je deze kaart om te kopiëren of te printen. Dat wordt dan afgeschreven van dat account. Het is wat ingewikkeld omdat er geen betaalfunctie op de kaart zit. Dat is niet veilig genoeg. Dus hebben we dit systeem bedacht. Het is negen maanden getest in Den Haag. En het werkt. In januari wordt het universiteitsbreed geïmplementeerd.’ VB
nen, en de staf zou moeten worden uitgebreid. De opleiding heeft inmiddels een herstelplan ingediend, en de opleiding krijgt twee jaar om het niveau te verbeteren. De voor de opleiding verantwoordelijke bestuurders waren niet bereikbaar voor commentaar. Het is niet de eerste keer dat een Leidse opleiding op de vingers getikt wordt. Twee weken geleden bleek de kwaliteit van de master African studies onvoldoende.
Universiteiten niet tegen toetsing collegegeld De rechter oordeelde afgelopen zomer dat het hogere instellingscollegegeld dat universiteiten voor een tweede studie vragen, inhoudelijk getoetst zou moeten worden. Acht universiteiten, waaronder die van Leiden, gingen in cassatie. ‘Het gaat de universiteit er niet om dat het instellingsgeld niet inhoudelijk zou mogen worden getoetst’, benadrukt de Universiteit van Leiden. ‘Het is voor álle universiteiten van belang dat er geen onderscheid in rechtsbescherming tussen groepen studenten ontstaat’, verklaart universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke de gezamenlijke gang naar de Hoge Raad van de Universiteit Leiden en zeven andere universiteiten. Het Amsterdamse gerechtshof oordeelde afgelopen zomer na een hoger beroep dat de hoogte van het instellingscollegegeld inhoudelijk getoetst zou moeten worden. Voor een tweede bachelor of master rekenen veel universiteiten sinds 2011 namelijk een hoger tarief dan het wettelijk collegegeld van 1906 euro: het instellingscollegegeld. De Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU) was de rechtszaak begonnen, omdat dat instellingscollegegeld vaak onredelijk hoog zou zijn. ‘De universiteiten zijn van mening - evenals de rechtbank al eerder heeft uitgesproken - dat de rechtsbescherming ook voor de groep aspirant-studenten voldoende is gewaarborgd bij de bestuursrechter, en zij achten het gezien de rechtsgelijkheid beter dat voor álle groepen studenten dezelfde rechtsgang geldt’, legt Van Overbeeke uit. Een inhoudelijke behandeling zou volgens haar alsnog kunnen volgen, nadat de Hoge Raad zich erover heeft uitgelaten. ‘Het gaat de universiteit er niet om dat het instellingscollegegeld niet inhoudelijk zou mogen worden getoetst’, benadrukt ze. ‘De tarieven worden jaarlijks gemotiveerd vastgesteld door het college van bestuur nadat hierover advies is gevraagd aan de universiteitsraad.’ De SCAU is het dus oneens met de motivering. ‘Wellicht ten overvloede’, vult Van Overbeeke aan: ‘De universiteit Leiden heeft in de afgelopen jaren regelingen getroffen voor Leidse studenten die een tweede opleiding willen volgen. Wanneer studenten aansluitend aan hun eerste opleiding aan de universiteit Leiden een tweede opleiding aan de universiteit Leiden gaan volgen, dan betalen zijn ook voor die tweede opleiding het wettelijk collegegeld. Dit geldt zowel voor de bachelor- als voor de masteropleiding.’ MVW
6 Mare · 11 december 2014 Advertentie
Anas ontvluchtte de oorlog in Syrië. In Nederland wil hij graag weer aan de slag. Met steun van het UAF bouwt hij aan een nieuwe toekomst.
foto: Aleksandra Mihajlovic
www.uaf.nl/anas
Anas, gevlucht uit Syrië:
‘In Syrië was ik kaakchirurg en had ik twee masterdiploma’s. In Nederland heb ik niets meer.’ Geeft u vluchtelingstudenten ook een toekomst? Rekening NL41 INGB 00000 76300 UAF_Mare_264x380_2.indd 1
04-12-14 16:39
11 december 2014 · Mare 7 Wetenschap
BENG! Je schiet ze er zo in De opmars van pijnloos prikkende micronaalden
Schelp Eind negentiende eeuw trok de Nederlandse antropoloog Eugène Dubois naar Indonesië om daar de missing link tussen mens en aap te vinden. Het lukte, soort van: hij liet gevangenen jarenlang graven, en keerde terug naar Nederland met een schedelkapje van zijn ‘Javamens’. Die noemen we tegenwoordig Homo erectus, en tot de T-rex aankomt is dat kapje het absolute topstuk van Naturalis. Tenminste, dat was het, tot vorige week. In de enorme hoeveelheid schelpen en botten die Dubois meenam, bleek namelijk nóg een schat te zitten die ons meer vertelt over onze voorouders. Eén zoetwatermossel, minstens 400.000 jaar oud, bevat een kerfpatroon. Dat patroon is te oud en verweerd om door iemand van Dubois z’n graafploeg te zijn aangebracht, dus het zou kunnen dat het net zo oud is als die mossel zelf. Als dat echt zo is, kijken we dus wellicht naar een soort proto-kunst die ouder is dan onze mensensoort. De oudste andere graveringen zijn minstens 300.000 jaar jonger dan dit. De Leidse archeologen José Joordens en Wil Roebroeks beschreven de vondst in de Nature van vorige week. De schelp zelf is tot het einde van de kerstvakantie te zien in Naturalis.
Homorechten
Micronaalden die maar een fractie van een millimeter lang zijn, komen al diep genoeg.
Een heleboel superkleine naaldjes zijn slimmer dan één grote injectienaald. Promovendus Koen van der Maaden verzon een slimme truc om vaccins op zulke micronaalden te krijgen. De vaccins van de toekomst zien eruit als klittenband. Pas als je inzoomt, kun je zien dat er nog steeds naalden aan te pas komen. In plaats van een hele grote naald, zoals nu, krijg je dan een tot tientallen naaldjes in je lijf geprikt. Ze zijn wel flink kleiner: afhankelijk van het type zijn ze één tot minder dan een tiende millimeter lang. Prikken is pijnloos, en je hebt veel kleinere hoeveelheden medicijn of vaccin nodig. In het ideale geval produceert een fabrikant enorme stickervellen met micronaaldvaccins. Iedereen zet een plakkertje bij zichzelf, en zo kan je heel de wereld vaccineren zonder dat er ook maar een verpleegkundige aan te pas komt. Dat laatste zit er voorlopig nog niet in, ontdekte farmacoloog Koen van der Maaden, die woensdag promoveerde op het gebruik van micronaaldjes voor vaccins. ‘Iedereen duwt de naalden met een andere kracht erin, en daardoor prikken ze beter of slechter. Ik heb vijftien vrijwilligers gevraagd om zelf een patch aan te brengen, en hun pogingen Door Bart Braun
vergeleken met een apparaatje dat dat altijd met precies dezelfde kracht en snelheid doet. Bij handmatig prikken komt er maar dertig tot tachtig procent van de naaldjes in de huid; dat beïnvloedt natuurlijk de mate van afgifte. Met een applicator is die variatie veel minder, en de efficiëntie veel hoger, tot wel 98 procent. Zo’n apparaatje heb je dus wel echt nodig.’ Voor de kosten maakt dat weinig uit, stelt Van der Maaden gerust: ‘In principe werkt zo’n applicator met een veertje. Dat zit ook in een pen, en wat kost een pen nou helemaal? Een paar cent? En dan schiet je - beng! - de naaldjes erin.’ In zijn proefschrift beschrijft Van der Maaden allerlei verschillende soorten micronaaldjes. Sommige worden geëtst uit silicium, vergelijkbaar met de fabricage van computerchips. Hij heeft nog zelf zijn eigen holle naaldjes uit kwarts gemaakt, verstopt achter een soort lasmasker om zich te beschermen tegen het levensgevaarlijke fluorzuur dat daarbij nodig is. ‘Je kunt ook oplosbare naalden maken: je maakt dan een malletje, en daarin laat je de vloeistof met je medicijn of vaccin stollen. Je middel is dan de naald zelf, en die verdwijnt langzaam in de huid. Het nadeel is dat je het natuurlijk nooit zo scherp krijgt als metaal, kwarts of silicium.’ Zijn de naalden eenmaal door de hoornlaag van de huid heen,
dan komen ze in de daaronder liggende epidermis, en daar bevinden zich veel zogeheten antigeen presenterende cellen. Die vertellen het immuunsysteem wat het moet aanvallen. Je huid is dus niet een soort leren condoom die alle troep aan de binnenkant bij elkaar houdt; het is een belangrijk orgaan van je immuunsysteem. Dat maakt micronaalden speciaal geschikt om vaccins mee toe te dienen. Dat kan je doen met holle naaldjes waar een vaccin doorheen stroomt, of door een vaccin op de naalden te smeren. Voor die tweede aanpak ontwikkelde Van der Maaden een mooie truc. ‘Normaal gesproken zit het vaccin als een dikke laag om de naaldjes heen. Dat heeft als nadeel dat de naalden daardoor minder scherp zijn, waardoor ze minder goed prikken en dus ook minder vaccin afgeven.’ Van der Maaden werkt in plaats daarvan met ultradunne laagjes. Het vaccin moet aan het naaldje blijven plakken, tot het in de patiënt komt, en dan moet het eraf. Daarom bracht hij eerst een flinterdun laagje aan van moleculen die afhankelijk van de zuurgraad een andere elektrische lading hebben. ‘Zogeheten pyridinegroepen zijn positief geladen in een licht zure omgeving. Het vaccin dat ik wilde gebruiken, is negatief geladen. Als ik dus zo’n met pyridine bewerkt naaldje in een zure omgeving houd en mijn vaccin toevoeg,
Foto Gary W. Meek
gaat dat heel efficiënt op de naalden zitten.’ De epidermis is echter juist niet zuur, maar een piepklein beetje basisch. ‘In de huid verliezen die pyridine-groepen dus hun positieve lading. Daardoor laat het vaccin los, en komt het in de huid terecht.’ De eerste proeven met micronaalden stammen alweer uit de jaren negentig, en langzaam maar zeker rukken ze op. In Amerika is er een griepprik te koop die één micronaald gebruikt. ‘En er bestaat een cosmetisch product met micronaalden, waarvan de fabrikant zegt dat het helpt tegen rimpels’, aldus een sceptische Van der Maaden. ‘Er worden nu de eerste stappen gedaan om vaccins met micronaalden te testen op menselijke vrijwilligers. De Amerikaanse Food and Drug Administration, die beslist over de toelating van medicijnen op de Amerikaanse markt, heeft dit jaar voor het eerst bekendgemaakt wat ze van micronaalden vinden. Ze vinden het belangrijk dat de resultaten van experimenten ermee reproduceerbaar zijn, en ze vinden dat er geen naaldjes achter mogen blijven na vaccinatie. Waarschijnlijk floepen ze er gewoon uit door de spierbewegingen, maar dat moet wel eerst echt bewezen zijn.’ Koen van der Maaden, Microneedle-mediated Vaccine Delivery, Promotie: 10 december
Er is een verband tussen homo-emancipatie en de economie. Onderzoekers van de University of California en de Leidse homorechtenprof Kees Waalwijk brachten deze week een rapport uit dat de rechten van andersgeaarden in 39 landen koppelt aan de economie ter plekke. Met een lijstje van acht rechten – variërend van ‘homoseks is hier niet strafbaar’ tot ‘homo’s mogen trouwen’ in de hand, lijkt het erop dat elk extra homorecht $1.400,- bijdraagt aan het BNP per persoon in dat land. Waar dat verband vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Aan de ene kant lijkt het logisch dat je je als land economisch in de vingers snijdt als je vijf procent van je bevolking uitsluit en vijf procent van je potentiële toeristen wegjaagt. Aan de andere kant zou het ook kunnen dat toegenomen welvaart resulteert in meer homorechten. Vermoedelijk spelen allebei de verklaringen een rol, denken Waaldijk en co.
Hartcellen Patiënten met het Jervell-Lange-Nielsensyndroom hebben een erfelijke fout in hun hart, waardoor de hartspier langer moet opladen na elke klop. Dat leidt tot hartritmestoornissen, en dat kan dan weer leiden tot flauwvallen en zelfs doodgaan. In PNAS Plus, de louter online verschijnende tak van de Proceedings of the National Academy of Sciences, beschrijft een internationaal team met LUMC’ers Christine Mummery en Milena Bellin erin hoe ze kloppende JLNS-hartcellen hebben gemaakt. Ze namen gewone huidcellen van patiënten, en toverden die met wat biochemische trucs om in stamcellen, en die vervolgens weer in hartcellen. Ook die kweekcellen konden niet goed kloppen, stelden ze vast. Heb je eenmaal zo’n cellijn, dan verschaft die meer inzicht in wat er nou precies misgaat met het kloppen. Je zou er ook medicijnen op kunnen uittesten, wat een stuk makkelijker, goedkoper en ethischer is dan met echte patiënten. Ook dat hebben Mummery en co geprobeerd: het goede nieuws is dat je inderdaad zo’n test kan doen, en dat het medicijn ook echt hartritmestoornissen in de cellijn verhielp. Het slechte nieuws is dat het geteste medicijn te hoge doseringen vereist om echt bruikbaar te zijn.
8  Mare ¡ 11 december 2014 Advertentie
Vanaf
â‚Ź 66,75
per maand.
Stap ook over naar de andere zorgverzekeraar.
Stap over naar Zorg en Zekerheid, en je stapt over naar een zorgverzekeraar die allerlei voordeel biedt. Want voor iedere situatie is er een passende verzekering. En als student of medewerker van Universiteit Leiden krijg je hoge korting op je premie: 10% op de basisverzekering en 15% op je aanvullende verzekering. Als je nu overstapt krijg je daarbovenop ook nog eens 10% introductiekorting. Onze aanvullende verzekeringen geven bovendien ruime vergoedingen, en voor iedere situatie en behoefte bestaat er een optimaal pakket. Bovendien kun je speciale aanvullende verzekeringen voor Universiteit Leiden kiezen. Je leest meer over onze samenwerking met Universiteit Leiden op zorgenzekerheid.nl/universiteitleiden. En als je daar toch bent, kijk dan meteen hoe voordelig onze premie voor jou is.
11 december 2014 · Mare 9 Achtergrond
Mateloos wreed en onbetrouwbaar
Op pad met classicus en Carthago-kenner Fik Meijer Classicus Fik Meijer geeft vrijdag de Huizingalezing over Carthago. Mare ging met hem naar het Rijks museum van Oudheden dat net een nieuwe tentoonstelling over de oude havenstad opende. ‘Ze offeren kinderen en aten lijken.’ Door Petra Meijer Zet Fik Meijer in een museum, en hij verandert in een soort Rattenvanger van Hamelen. Als de emeritus hoogleraar oude geschiedenis met luide stem begint te praten, kijken de bejaarde bezoekers even geërgerd op. Maar nog geen twee minuten later hebben ze zich onopvallend achter hem geschaard, om geen woord te hoeven missen. ‘Meneer, mag ik met u meelopen?’ ‘Het verhaal van Carthago gaat over bloei, maar ook over verval’, zegt Meijer terwijl hij in het Rijksmuseum van Oudheden de trap op loopt. ‘Het was een havenstad, op ongeveer tien kilometer afstand van het huidige Tunis. Carthago was een van de belangrijkste steden uit de oudheid.’ De tentoonstelling beslaat twee grote zalen: na de groei van het Punische Carthago, dat rond de achtste eeuw voor Christus gesticht werd door de Feniciërs uit Tyrus, volgt de verwoesting door Rome en de opbouw van de nieuwe stad. ‘De vijandschap tussen Rome en Carthago blijkt al uit de ontstaansmythe. Carthago zou gesticht zijn door prinses Dido uit Tyrus, die naar Afrika vluchtte omdat haar man was gedood. Ze ontmoette Aeneas, die in Troje van de goden de opdracht had gekregen om een nieuw rijk te stichten. De twee werden verliefd en deelden het bed, maar uiteindelijk vertrok Aeneas toch richting het noorden van Italië, waar hij Rome zou stichten. Daarop pleegde Dido zelfmoord.’ Meijer haalt zijn schouders op. ‘Dat is natuurlijk een mythe, geen historisch archeologisch verhaal. Belangrijk is de strijd tussen Rome en Carthago. De steden groeiden beiden enorm, maar waren ook verschillend. Rome had boeren en landbouw, Carthago had zeelieden en zee.’ Hij wijst naar een kaart op de muur. ‘Er was een grote handelshaven, met daarnaast het ronde admiraalseiland. Dat was verboden terrein. Er pasten 170 schepen in van veertig of vijftig meter lang. Bijzonder was dat er met droogdokken werd gewerkt. Het admiraalseiland had verschillende niveaus, en door er water in en uit te laten lopen konden de schepen stijgen of dalen.’ De inwoners leefden in flatgebouwen van vier of vijf verdiepingen hoog, en om de stad heen waren drie verdedigingsmuren gebouwd: een aarden wal, een stenen muur en een binnenmuur met to-
Fik Meijer: ‘De Carthagers mochten dan wreed zijn, de Romeinen konden er ook wat van.’ rens. ‘De binnenste muur was veertien meter hoog en negen meter breed. Het kostte de Romeinen uiteindelijk drie jaar om de stad te verwoesten.’ En dan was er nog de tofet. Meijer wijst naar een groot beeld van de oppergod Baal, vergezeld door twee sfinxen. ‘Volgens sommige deskundigen werden er kinderen aan hem geofferd. Ze werden in zijn armen gelegd en gleden daarna naar beneden, waar ze werden verbrand. Er zijn inderdaad menselijke en dierlijke asresten gevonden. De vraag is natuurlijk of er kinderen voor vermoord werden, of dat ze al dood waren en mensen hun miskramen en overleden kinderen offerden. Maar ik acht het allerminst uitgesloten.’ Hoewel deskundigen er nog niet uit zijn, hebben de mogelijke kinderoffers een belangrijke rol gespeeld in de beeldvorming door de Romeinen. ‘Carthagers zouden kinderen offeren en lijken eten. Ze zouden mateloos wreed zijn, en onbetrouwbaar, omdat ze verdragen braken. En dan hebben we nog Hannibal, die tijdens een van de drie oorlogen met olifanten door de Pyreneeën
trok: hij werd door de geschiedschrijver Livius beschreven als de meest wrede man die er was.’ Volgens Meijer lieten de Romeinen geen kans lopen om te benadrukken hoe slecht de inwoners van Carthago waren. ‘Maar de Romeinen waren zelf ook echt geen lieverdjes.’ In de tweede zaal zijn bijvoorbeeld arena’s afgebeeld, waar gladiatorengevechten in plaats vonden. ‘Over wreedheid gesproken: de Romeinen konden er ook wat van. Dieren werden onder de grond aangevoerd om tegen te vechten: tijgers, bergleeuwen, olifanten.’ In een andere vitrine staat een beeldje van een dwerg. Volgens het bijschrift waren ze bij de Romeinen in trek als vermaak, maar bij gebrek aan dwergen werden ze ‘gekweekt’ door kinderen in veel te kleine kooien op te sluiten. Niet alleen de Romeinen, ook het boek Salammbô dat de Franse schrijver Gustave Flaubert in de negentiende eeuw schreef, bezorgde Carthago een slechte naam. Meijer: ‘Toch zou ik het iedereen aanbevelen. Het boek speelt zich af nadat Carthago een van de oorlogen heeft verloren. De huurlingen komen in opstand, omdat zij niet zijn betaald. De leider van de huurlingen wordt verliefd op de dochter van een Carthagiaanse generaal: Salammbô. Het boek is met enorme verbeeldingskracht geschreven, met heftige seksscènes, martelingen en gruwelijkheden. Er is dan ook veel kritiek op het boek, omdat het ongenuanceerd zou zijn en de beeldvorming negatief bepaalde. In het Frans is het lastig te lezen, hoor. Neem zo’n seksscène, ik ken al die Franse woorden niet. Gelukkig is er een prachtige vertaling van Hans van Pinxteren.’ Het mooiste stuk uit de collectie vindt Meijer een bronzen stormram, die op 81 meter diepte werd gevon-
Beeld van een sater (brons, datering 125-100 v.Chr., gevonden in een scheepswrak bij de kust van Mahdia) Foto Rijksmuseum van Oudheden
den. ‘Zo’n stormram was gevuld met eikenhout. Op sommige boten zaten wel vierhonderd roeiers: het was een kwestie van rammen en omkeren. Daarbij maakten de Romeinen gebruik van een enterbrug om een vijandelijk schip in te nemen. Ze wonnen de eerste slag, wat opmerkelijk is, want het waren van oorsprong geen zeelieden.’ Vooral de Romeinse senator Cato wilde Carthago uit de weg ruimen. ‘Het was een slimme man. Het verhaal gaat dat hij Afrikaanse vijgen mee de senaat in nam, om aan te tonen hoe dicht Carthago bij Rome lag. Waarschijnlijk had hij die dingen in zijn eigen achtertuin geplukt, maar zijn retorische overtuigingskracht was erg belangrijk.’ In 146 voor Christus wordt Carthago door Rome verwoest. ‘De Romeinen wilden niet dat de stad ooit weer zo groot zou worden. Honderd jaar lang lag het braak, maar in 45 voor Christus wordt de stad alweer opgebouwd.’ In het nieuwe Carthago maakte de oorlogsvloot plaats voor een haven vol handel. De admiraalshaven werd ook hersteld, maar werd vierkant en er kwam een tempel op te staan. De Romeinen bouwden bovendien een 132 kilometer lang aquaduct, opslagplaatsen voor water, villa’s, een amfitheater, badhuizen en sportzalen. ‘Uit die tijd vinden we typische
Foto Taco van der Eb
Griekse torso’s en Romeinse beelden.’ Hij wijst naar een beeld. ‘Castor of Pollux. Ik weet niet wie het is, want het is een tweeling, en als grootvader van een drieling weet ik dat dat best lastig kan zijn.’ Ook de goden veranderden. ‘De oppergod Baal transformeerde naar Saturnus. Dat is het voordeel van polytheïsme: als maar één god hebt, en die hang je niet aan, dan heb je een probleem.’ Een van de pronkstukken van het museum is een neo-Punische godin met een leeuwenkop. ‘De eerste keer dat ik het op de folder zag, vond ik het niet mooi. Maar nu ben ik er wel van onder de indruk.’ Het nieuwe Carthago werd onder de Romeinen net zo groot, zo niet groter. ‘De nieuwe stad werd boven op de resten van het Punische Carthago gebouwd. Daarom is het zo lastig om dingen uit die tijd te vinden. Maar dat is ook de aantrekkingskracht van het Punische Carthago: er is relatief weinig over bekend.’ Fik Meijer Denken over Carthago. De erfenis van Duilius. 43ste Huizingalezing Pieterkerk, vrij 12 december 20.00 u, (uitverkocht) Carthago Rijksmuseum van Oudheden Toegang €11; voor studenten €8
Wie was Huizinga? Johan Huizinga (1872-1945) was hoogleraar algemene geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Van 1932 tot 1933 was hij ook rector magnificus. Hij wordt gezien als een van de meest invloedrijke Nederlandse historici ooit. In 1919 publiceerde hij het boek Herfsttij der Middeleeuwen, waarmee hij wereldberoemd werd. In zijn functie als rector maakte hij in 1933 bezwaar tegen de aanwezigheid van de Duitse wetenschapper Johann von Leers bij een internationaal studentencongres, vanwege de antisemitische teksten die Von Leers publiceerde. Ter ere van Huizinga wordt er sinds 1972 elk jaar een lezing georganiseerd. Bekende sprekers waren onder andere taalwetenschapper Noam Chomsky, schrijver Harry Mulisch en historicus Simon Schama.
10 Mare · 11 december 2014 English page
For when the oil runs out Producing plastic and nylon from plant waste Two recent Leiden papers reveal how to make useful materials from plant waste, such as nylon from wood instead of oil. But can we build a bio-based economy on that? “The chemical industry will have to stop using petroleum sooner or later”, explains Marc Koper, an electrochemist. “Not only because of the limited amount of oil in the world, but also, primarily even, because a more sustainable economy is on the political agenda. However, it would be good to have the necessary technology by the time the politicians are ready and that will require a lot of new chemistry.” Over the past year, two Leiden papers in ChemSusChem, the journal for sustainable chemistry, discussed this new kind of chemistry. This month, Koper, one of his former PhD students, Youngkook Kwon and two employees of the Amsterdam-based company Avantium published their work. Koper says: “They’re looking for a smarter way to produce fructose to build bioplastics for coke bottles that will decompose organically, and so on.” The authors describe the conversion of sorbitol – relatively easily produced from glucose, a form of sugar. In turn, glucose is easy to make from cellulose, the stuff surrounding plant cells. Using a platinum electrode, Kwon and his colleagues converted glucose into fructose and sorbose, two other kinds of sugar. “Although platinum is a precious metal, it reacts with more substancBy BART BRAUN
es than you might think”, explains Koper. “It’s a good catalyst for many chemical conversions, but not a very selective one: it will convert sorbitol back into glucose again.” Chemists solve that problem by adding a promoter to change or enhance the effect of the catalyst. “In this case, the promoters are things like bismuth and antimony, which ensure that the reaction we want is one-way to fructose instead of glucose. As a chemist, I find controlling the reaction very exciting, of course, but we don’t quite understand how it works.” He hopes that he and some scientists from Brazil, a country investing heavily in the use of biomass, can do more research on that subject next year. “To see whether we can find a better means of guiding the reactions or steering it in another direction.” Earlier in the year, Professor Lies Bouwman, who works on the same floor of the Gorlaeus Building as Koper, wrote an article on a new process for manufacturing nylon. “Modern factories make caprolactam, the building block for nylon, from petroleum but that process produces four to five kilograms of ammonium sulphate and harmful nitrogen compounds for every kilogram of fabric”, says the professor of Inorganic Chemistry, “While our process only produces a tiny bit of water.” It’s not just a difference in chemical method, their starting points differ too. Instead of using petroleum products, Bouwman and her colleagues used gamma-Valerolactone (GVL), which relatively easily produced from plant material such as wood waste. The conversion from GVL to
caprolactam passes through a number of different stages, the last of which are carried out in one vessel. A crucial ingredient is the catalyst, a compound of the metal rhodium in this case. For the fans: its full name is rhodium-4,5-bis(2,8-dimethyl-10-phenoxaphosphino)-9,9,-dimethylxanthene. “We can influence the reactivity of the metal part by binding a group onto it which allows us to steer the reaction in a certain direction. We have tried a good many catalysts and this was the best so far” – “so far” because the squeaky clean reaction that produces nothing but water is only 87 per cent of what happens during the reaction. Bouwman continues: “Thirteen per cent by-product is a huge amount: we need a 98per cent efficiency before it can be used by the industry. We hope we can avoid undesirable by-products by changing the reaction conditions and looking for a more suitable catalyst.” In addition, the current catalyst wears out quickly. On average, after a hundred reactions, the group surrounding the rhodium starts to oxidise or disintegrate. “The catalyst will need to be usable for about a million times for commercial purpose. We’re working on that too, but I can’t say much at the moment because we might want to apply for a patent.” Then there is the eternal problem of university research: things that work in the lab are not necessarily are cost-effective or safe enough to be produced in a factory, a problem Bouwman knows all too well. Nevertheless, she has succeeded before. “They use chlorine to produce epoxy resin but thanks to our
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 15 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, Engels, eerstejaars hbo. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo-4-opleiding. Ook hulp gezocht bij: *Engels, Nederlands, brugklas vmbo, €5,- per les. *Twee jongens, Nederlands, burgklas. *Economie, 4vmbo. *Biologie, geschiedenis, 2mavo. *Wiskunde 2havo, brugklas, 4vmbo. *Economie, 4vmbo. *Natuurkunde, scheikunde, 2vmbo. *Wis-, natuur- en scheikunde, geschiedenis, 2havo. *Wiskunde A, 4vwo. *Engels, Nederlands, 4havo. Engels, biologie, 4vmbo-t. *Engels, 5vwo. Leiden-Zuid, 12 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8 en 4 leerlingen voortgezet onderwijs, wiskunde. Marokkaans meisje, wiskunde, 1e klas vmbo-kader. Ook hulp gezocht bij geschiedenis, wiskunde, 2mavo, €7,- per les. *Wiskunde, 2vmbo.
Sciences in Leiden. “And where do we find that waste? The remains of plants can be given to cattle to eat too. If you don’t have any waste to give them, you’ll have feed them something else. Every case will have to be assessed separately to see which option is the best for the environment.” Forestry produces plenty of biomass: if you take a really suitable tree, you can use about forty per cent of it for timber. The rest of the tree can be used too: for paper, compressed fire bricks and that curiously soft material IKEA uses to build furniture. Other options need to be found for those materials, the environmental effects of which are not yet clear. Van der Voet adds: “It’s a pity that Dutch programmes don’t consider these side-effects in economic terms – it’s always included in European programmes. If you don’t, they’ll send it back and you’ll have to go back and study the impact. You have to look further in Europe.” Nonetheless, there are more options for forestry than agriculture, according to the environmental scientist. “We can’t have a bio-based economy in which we acquire our fuel from plants: we’d need six earths to grow all the plants. That’s less important for materials: the amount of the oil used for nylon or plastics is much smaller.” Bouwman adds: “Maybe it would be better to make implements from oil and reduce the oil consumption in the transport industry. Anyway, we’re learning from it. Even if it turns out we can’t apply it here, we can apply it somewhere else. Fundamental knowledge is always good for something.”
Academische Agenda
Maretje De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
research, less chlorine is needed in one of the manufacturing stages. A former post-doctoral researcher from our group is currently working with a plant in the United States that uses our improved method.” Will the same thing happen with nylon? Bouwman explains that doesn’t just depend on her catalysts: “Nylon manufacturers already have factories that produce nylon and a new factory would cost billions while the profit margins for nylon are low. A company like BASF won’t build a factory for plant-based nylon if rival companies in China are using the dirty method.” The problem is that the “dirty method” won’t last forever: the amount of oil the earth has is limited and the available oil is more and more difficult to acquire. Besides, it is theoretically possible that humanity will actually do something about climate change and if we do, drilling for oil for fuel will not be allowed. Koper’s and Bouwman’s research were both funded by Catchbio, a project for university researchers and the industry to find catalyst-chemical alternatives for our oil-based economy. The source of the products is to be biomass, and Catchbio’s website reports excitedly on the “transition to a biobased economy”. However, the big question is where all that biomass is to come from. If we grow plants specifically for that purpose on agricultural land, we will have less food and nobody is in favour of clearing areas of forest. “If we’re talking about processing waste, it means, by definition, that the scale of production will be small,” says Ester van der Voet from the Institute for Environmental
*Wis- en natuurkunde, 3havo. Economie, 4vwo. Vrijwilliger uit Stevenshof gezocht voor basisschoolleerlinge, huiswerkbegeleiding, basisonderwijs middenbouw. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwwleiden.nl. Lezing: ‘Ra-ya-Yoga Opvoeding van het reïncarnerende kind’ Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 17 december, 20.00 uur. Leiden, Lorentzkade 15a. www.stichtingisis.org en mail naar youdshoorn@gmail.com
Maretje extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com Learn Dutch, improve your Dutch or prepare yourself for the Dutch Staatsexamen? Experienced teacher offers lessons adapted to your personal wishes, near the city centre of Leiden. Mariët Verdegaal, www.werkaantaal.nl
Prof.dr. A.T. Gerritsen zal op vrijdag 12 december een oratie houden bij benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Geesteswetenschappen met als leeropdracht Asia-Europe Intercultural Dynamics, with special attention to Material Culture, Art and Development. Dhr. H.E.A.M. Vanden Abeele hoopt op maandag 15 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘What late medieval chant manuscripts do to a present-day performer of plainchant’. Promotor is Prof. F. de Ruiter. Dhr. T.J. Eisenmayer hoopt op maandag 15 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Coherent Dynamics in Solar Energy Transduction’. Promotor is Prof.dr. H.J.M. de Groot. Dhr. T.O. Holzmann hoopt op maandag 15 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Matchmaking for open innovation’. Promotoren zijn Prof.dr. B.R. Katzy en Prof.dr. K. Sailer (Munich University). Dhr. Suryadi hoopt op dinsdag 16 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The recording industry and ‘regional’ culture in Indonesia: the case of Minangkabau’. Promotor is Prof.dr. B. Arps. Mw. S.M. Ganpat hoopt op dinsdag 16 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De
titel van het proefschrift is ‘Dead or Alive? The role of personal characteristics and immediate situational factors in the outcome of serious violence’. Promotoren zijn Prof.dr. P. Nieuwbeerta en Prof.dr. J.P. van der Leun. Dhr. S. Miao hoopt op dinsdag 16 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkunde. De titel van het proefschrift is ‘Structural Health Monitoring Meets Data Mining’. Promotor is Prof.dr. J.N. Kok. Dhr. R.C. Gravina hoopt op dinsdag 16 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Phonology of Proto-Central Chadic’. Promotor is Prof.dr. M.P.G.M. Mous. Dhr. V. van Drongelen hoopt op dinsdag 16 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Human skin equivalents for atopic dermatitis: investigating the role of filaggrin in the skin barrier’. Promotor is Prof.dr. J.A. Bouwstra. Dhr. T.B. Schrock hoopt op dinsdag 16 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A grammar of Ik (Icé-tód)’. Promotor is Prof.dr. M.P.G.M. Mous. Mw. M. Driessen hoopt op woensdag 17 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Evaluation of the zebrafish embryo as an alternative model for hepatotoxicity testing’. Promotor is Prof.dr. B. van de Water.
Mw. E. Donga hoopt op woensdag 17 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Sleep and insulin resistance in type 1 diabetes mellitus’. Promotor is Prof.dr. J.A. Romijn. Mw. T. Zheng hoopt op woensdag 17 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Zipping into Fusion’. Promotor is Prof.dr. J.G.E.M. Fraaije. Mw. M.H. Haverkamp hoopt op woensdag 17 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Primary immunodeficiencies, Mycobacterial infections, and cytokines’. Promotor is Prof.dr. J.T. van Dissel. Mw. S.P. Rodrigues hoopt op woensdag 17 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Towards safety in Minimally Invasive Surgery: Patient safety, tissue handling and training aspects’. Promotoren zijn Prof.dr. F.W. Jansen en Prof.dr. J. Dankelman. Mw. K.M.J.A. Claessen hoopt op woensdag 17 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Pathophysiology of the GH/IGF-1 axis: Long-term consequences on joints and bone’. Promotoren zijn Prof.dr. A.M. Pereira en Prof. dr. M. Kloppenburg. Dhr. J. Witteman hoopt op donderdag 18 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Towards a cognitive neuroscience of
prosody perception and its modulation by alexithymia’. Promotor is Prof.dr. N.O. Schiller. Dhr. M. Rabe hoopt op donderdag 18 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Coiled-coils on lipid membranes: A new perspective on membrane fusion’. Promotor is Prof.dr. J.G.E.M. Fraaije. Dhr. N. Clementel hoopt op donderdag 18 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Casting light on the Eta Carinae puzzle’. Promotor is Prof.dr. V. Icke. Dhr. M.P. Moelle hoopt op donderdag 18 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Cooperation of the United Nations and regional organisations in peacekeeping operations and issues of international responsibility’. Promotoren zijn Prof.dr. N.M. Blokker en Prof dr. L.B. de Chazournes (Université de Genève). Dhr. F.G. Wilman hoopt op donderdag 18 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘The vigilance of individuals’. Promotoren zijn Prof.dr. H.J. Snijders en Prof.dr. S.C.G. Van den Bogaert. Mw. C.E.H.M. Donjacour hoopt op donderdag 18 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Narcolepsy beyond sleepiness: endocrine, metabolic and other aspects’. Promotor is Prof.dr. H. Pijl.
11 december 2014 · Mare Cultuur
Agenda
De grote opnieuwkomer Niels Geusebroek in Gebr. De Nobel Muzikant Niels Geusebroek vindt het lastig om zichzelf te verbazen. ‘Maar ik moet niet verwend raken door het succes.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Ik ga niet als
een wetenschapper aan de tafel van de platenmaatschappij analyseren wat hot is. Dicht bij jezelf blijven geeft de grootste kans van slagen, al kun je er soms helemaal naast zitten’, vertelt muzikant Niels Geusebroek (1979). Prima werkwijze blijkbaar, want voor zijn dancehit Year Of Summer met Wildstylez en zijn solo-album Lines ontving hij dit jaar van 100% NL de Nieuwkomeraward. ‘100% NL bestond denk ik nog niet ten tijde van Silkstone’, relativeert hij. Met die band stond hij ruim tien jaar geleden namelijk al op Pinkpop en Lowlands. ‘Na Silkstone was het even stil. Voor mijn soloavontuur klopt het wel, al noem ik ‘m zelf liever de Opnieuwkomeraward.’ Hij zat in de vierde klas van de havo toen Silkstone begon. ‘Jonge honden waren we. We hadden de mazzel dat we snel een platencontract kregen, want we hadden geen idee hoe we Nederland konden veroveren. We waren superambitieus, maar groen als gras.’ Via een deelname aan The Voice Of Holland maakte hij een nieuwe start, nu solo. ‘Ik ben nog steeds die man met die gitaar en die stem. Maar de sound van Silkstone was echt de uitkomst van een collectief. In mijn eentje kan ik compromisloos aan de slag.’ Inmiddels zoekt hij bij het schrijven wel anderen op. ‘Het is toch lastig om mezelf te
Niels Geusebroek: ‘Ik ben nog steeds die man met die gitaar en die stem.’ Foto Hans-Peter van Velthoven
verbazen. Wat ik zelf schrijf, komt uit mijn eigen koker, waardoor het direct bekend klinkt. Samenwerken is daarom inspirerend.’ In 2015 moet een tweede solo-
album volgen. ‘In het najaar, als mijn inspiratie me niet in de steek laat.’ Zijn laatste single We Are staat er ook op. ‘Ik weet nog niet of dat nummer representatief wordt voor
de sound van het hele album. Het werd oké ontvangen. Ik moet ook niet verwend raken door het succes van de single Take Your Time Girl, of Year Of Summer.’ In Gebr. De Nobel zal hij nog vooral materiaal van Lines spelen, plus een enkel nummer dat de selectie daarvoor niet haalde. Daarna volgt vanaf eind deze maand een theatertour. ‘Daarin ga ik echt mijn muzikale verhaal vertellen. Hoe het begon, in 4havo, aan de hand van Silkstone-nummers. Hoe het verder ging, met de nummers uit The Voice. En ik vertel anekdotes bij Year Of Summer en Street Of Hearts, de titelsong van de film Hartenstraat.’ Hij verheugt zich erop. ‘De afwisseling van festivals, kleedkamers, clubs en de studio is fijn, maar in het theater voel ik me echt als een vis in het water. Mensen zitten daar aandachtig te luisteren. Net als in clubs is het wat persoonlijker. Op festivals draai ik vooral mijn show af, terwijl mensen ergens op het veld een biertje staan te drinken, helemaal aan de andere kant van de Mojo barriers.’ Toch zou hij het allemaal gerust wat groter willen aanpakken. ‘Het buitenland is moeilijk, daarover maak ik me geen illusies. Maar Dotan, Mr. Probz, Kensington en Caro Emerald zijn een goede promotie voor de Nederlandse popmuziek. Voorlopig heb ik in Nederland ook genoeg te spelen. Maar als de kans zich aandient, pak ik direct mijn koffers en trommel ik de band op.’ Niels Geusebroek Gebr. De Nobel vrij 12 december, 20.00 uur, €17,50
De duivel als loverboy Al Dente jubileert met goddeloos mirakelspel In het mirakelspel Mariken van Nieumeghen valt een jonge vrouw voor satanische verlokkingen. De Leidse toneelgroep Al Dente speelt een eigenzinnige bewerking van deze klassieker uit begin zestiende eeuw. Na een uit de hand gelopen ruzie met haar tante bidt het meisje Mariken om hulp. Of die nu komt van God of van een ander, dat doet er voor haar niet toe. De duivel ziet zijn kans en vermomd zich als een man met de naam Moenen. ‘Hij vertegenwoordigt het kwaad en maakt lelijk misbruik van een kwetsbaar meisje dat in paniek is’, zegt regisseur en acteur Jos Nijhof, van de Leidse toneelgroep Al Dente. ‘Wat dat betreft is Moenen vergelijkbaar met een hedendaagse loverboy.’ De twee vertrekken naar Antwerpen waar ze in een herberg op slinkse wijze allerlei lui in het ongeluk storten. Mariken staat zeven jaar onder de invloed van de duivel. ‘In die tijd begaat ze zoveel zonden dat vergiffenis eigenlijk niet meer mogelijk is.’ Als zij op bezoek gaat bij haar familie in Nijmegen ziet ze daar een wagenspel waarin een onderduivel in gesprek gaat met God. Het stuk
DOOR VINCENT BONGERS
11
opent haar ogen en zij toont berouw. ‘We hebben drie Mariken in onze bewerking. Het onschuldige meisje dat nog niet onder invloed staat van de duivel. Het zondige wijf dat in zeven jaar tijd met Moenen het ene na het andere slachtoffer maakt en de berouwvolle vrouw die tot inkeer komt. Die laatste gaat naar de bisschop van Keulen en de paus in Rome, om hen om verge-
ving voor haar zonden te vragen. Ze krijgt als straf van de paus zelfs ijzeren banden om haar hals en polsen. Maar na een lange periode van boetedoening neemt een engel deze weg. Nijhof: ‘Het is een mirakelspel. Wonderen van God spelen een grote rol. Hoe diep Mariken ook zakt, zij wordt toch vergeven. Ook al is het een religieus stuk, we zijn
‘We spelen dat we Mariken gaan spelen, en voeren het stuk vervolgens ook daadwerkelijk op.’ Foto Al Dente
niet uit op bekering. De cast is ook niet gelovig. Maar dat er altijd vergeving mogelijk is, al komt die niet van God, is een boodschap die aanspreekt. Zeker in december.’ Al Dente bestaat twintig jaar en dat lustrum figureert in de voorstelling. ‘Er zijn een paar spelers bij van vrijwel het eerste uur, maar ook twee debutanten. We beginnen met onszelf voor te stellen. Het werk is al een Spiel im Spiel, vanwege het wagenspel. Dat voeren we verder door. We spelen dat we de Mariken gaan spelen, en voeren het stuk vervolgens ook daadwerkelijk op. De acteurs geven commentaar op scènes.’ De voorstelling wordt gespeeld in Het Leidse Volkshuis. ‘In het midden van de zaal hebben we een houten podium opgesteld. Zoals dat in de Middeleeuwen ging. Het publiek zit daar omheen.’ Maar sommige dingen doen we ook op een op een laconieke manier. Moenen heeft een etterend oog, maar we hebben geen ingewikkelde schmink toegepast om dat te verbeelden. Er lag nog een zonnebril met één glas ergens tussen de andere rekwisieten en die hebben we maar gebruikt.’ Al Dente, Mariken van Nieumeghen Het Leidse Volkshuis Diverse data van 10 tot en met 23 december € 12,50
FILM
TRIANON The Hobbit: Battle of the Five Armies za 15.00, do vr za + ma di wo 18.15 + 21.30 The Hobbit Marathon zo 13.00 Whiplash dagelijks 18.45 The Riot Club dagelijks 21.30 Marie Heurtin za zo 15.00 Trash dagelijks 18.45 Two Night Stand dagelijks 21.30 KIJKHUIS My Old Lady dagelijks 15.30 + 18.30 Mr. Turner dagelijks 15.00 + 18.00 Samba dagelijks 21.30 Interstellar dagelijks 21.00 LIDO Gooische Vrouwen 2 dagelijks 18.45 + 21.30, za. 13.00, za. zo. 15.30, vr. za. 18.15 + 21.00 Dumb and Dumber to dagelijks 21.30, za. zo. 13.00 Horrible Bosses 2 dagelijks 18.45 Pak van mijn Hart dagelijks 18.45 + 21.30, za. 15.30 The Hunger Games: Mockingjay Deel 1 dagelijks 18.30 + 21.30, za. zo. 15.30
THEATER
INS BLAU Nieuw West: De Avond Vr 12 december, €17 LEIDSE SCHOUWBURG Geluk Za 13 december, vanaf €10 Herman in een bakje geitenkwark Do 18 december, vanaf €10
MUZIEK
AALMARKTZAAL Lipkind & Zaslavsky, Cello & Piano Vr 12 december, vanaf €20 Calefax: Die Kunst der Fuge Zo 14 december, vanaf €20 Lucky Fonz III: Neurose, geur & maneschijn Wo 17 december, vanaf €13,50 QBUS The Fauns Ma 15 december, €10 GEBR. DE NOBEL Niels Geusebroek Vr 12 december, €17,50 The Glue Factory, 18+ Vr 12 december, 7,50 De Kift: Bidonville Wo 17 december, €15 DE TWEE SPIEGHELS Robin Koerts and friends Vr 12 december, 21.00, gratis Bernard Berkhout and friends Za 13 december, 16.00, gratis Olivers Army Zo 14 december, 16.00, gratis Jamsessie o.l.v. Ewald Ebing Ma 15 december, 21.00, gratis
DIVERSEN
VOLKENKUNDE Geisha t/m 6 april 2015 MUSEUM DE LAKENHAL Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs t/m 31 mei 2015 NATURALIS Freeks Favorieten t/m 31 december 2014 MUSEUM BOERHAVE Tentoonstelling: 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 4 januari 2015 Hit & Run. Ed van der Elsken fotografeert. t/m zo 4 januari 2015 Ik zie, ik zie. Over licht en illusies t/m 6 april RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Carthago t/m 10 mei 2015 SIEBOLDHUIS Kawahara Keiga. Fotograaf zonder camera t/m 22 februari 2015
12 Mare · 11 december 2014 Het Clubje
Inburgeren
De dingen des levens
Dispuut FFF, met vlnr: Sophie Looijestijn, Emma Binnendijk, Martine Moerman, Eveline van Rijn en Roos Mulder. Foto Marc de Haan
‘We heffen onszelf op’ Collegium Theologicum cui symbulum FFF Nemo SSS JHWH Nissi Emma Binnendijk (22, alumna algemene wereldgodsdiensten, nu master aan UvA): ‘Wij noemen onszelf: het dispuut met de lange naam. Of: FFF.’ Sophie Looijestijn (31, alumna godgeleerdheid): ‘En we zetten er een punt achter. De universiteit heeft namelijk de opleiding godgeleerdheid opgeheven.’ Roos Mulder (24, alumna wereldgodsdiensten, nu katholieke theologie aan de Universiteit van Tilburg): ‘FFF is voortgekomen uit allerlei theologiedisputen die in de loop van de vorige eeuw fuseerden, telkens wanneer er even wat minder studenten waren. Zo werd de naam steeds langer.’ Looijestijn: ‘Het begon ooit, 140 jaar geleden, om te oefenen in het houden van preken. FFF was altijd vooruitstrevend. De ene tak liet in de jaren zeventig voor het eerst vrouwen toe, de ander in de jaren zestig de eerste katholiek, en later natuurlijk islamitische theologen.’
Mulder: ‘In 1918 was er al een los vrouwendispuut opgericht, maar dat is ook gefuseerd.’ Iedereen: ‘KWAAK!’ Looijestijn: ‘Toen ik kwam studeren, waren er nog vijf theologische disputen. We weten niet hoe het daar nu mee is.’ Eveline van Rijn (22, derdejaars islamstudies): ‘Ik heb gehoord dat er een is opgeheven. Een andere richt zich meer op alumni, dus die kan wel doorgaan.’ Binnendijk: ‘Nóg een andere wacht met het opheffen tot het volgende lustrum. Net als wij dus.’ Martine Moerman (25, alumna algemene wereldgodsdiensten, nu docentenopleiding levensbeschouwing): ‘We hebben nog een nieuwe fusie voorgesteld, maar dat wilden die anderen niet.’ Iedereen: ‘KWAAK!’ Moerman: ‘Dus gaan we eruit met een knalfuif. Ook om ons zoveeljarig bestaan te vieren, maar de vijfde in onze top vijf
van redenen om zo te stoppen, is dat we onszelf nog één keer aan de universiteit willen laten zien. Er gaat namelijk een enorme traditie verloren.’ Looijestijn: ‘Eerst vergaderen, zoals we gewend zijn. Daarna een symposium én we hebben een afscheidsritueel bedacht met Het Canard.’ Mulder: ‘Ons dispuut heeft namelijk een soort beschermheilige.’ Van Rijn: ‘Meer een symbool.’ Mulder: ‘Het Canard. Het, want zij is mannelijk.’ Looijestijn: ‘De eend dus. We hebben veel badeendjes en in de vijver van de hortus botanicus staat een beeld van onze eend. Dat is in de jaren vijftig of zestig geplaatst door Collegium Theologicum. Hoe heetten we toen ook weer?’ Iedereen: ‘KWAAK!’ Looijenstijn: ‘Het was eerst een ding van papier maché. De universiteit heeft hem ooit in brons gegoten en nu staat
er een fucking mooie eend in die vijver.’ Van Rijn: ‘Onder de vleugels van Het Canard zijn we allen eender.’ Looijestijn: ‘We zijn allemaal eendjes. En we blijven elkaar wel zien. Daarvoor hebben we het Gezelschap der Nimmer Opgevenden opgericht.’ Anita Den Otter (25, master religious studies): ‘Oh?’ Looijestijn: ‘Ja, ik had nog niet gezegd dat ik het zo genoemd had. Met elkaar, met alle grijze pluisjes die ooit lid werden van FFF blijven we op onze dies samenkomen om te borrelen. Zo ziet het leven na de dood eruit.’ Mulder: ‘Bij ons afscheidssymposium overhandigen we ons archief aan universiteitshistoricus Willem Otterspeer. We hopen dat er ooit weer studenten in kijken. Misschien kan FFF dan op miraculeuze wijze voortbestaan.’ Door Marleen van Wesel
Ik heb al ooit op een bankje op een perron van Amsterdam Centraal geslapen, mijn eigen neus gepierced, diepvriespizza in de magnetron opgewarmd (en volledig opgegeten, en er eigenlijk ook intens van genoten, en dat meerdere keren, want ik ben walgelijk), helemaal in mijn eentje in New York City bij een meisje gelogeerd dat ik totaal niet kende, een schoen naar de dvd-speler gegooid in een poging hem uit te zetten omdat ik te bang was voor de horrorfilm op de televisie daarboven om dichterbij te durven komen, twee jaar gym vermeden door steeds de datum op briefjes van de dokter te veranderen (wat eigenlijk schriftvervalsing is en dus illegaal, ik weet het, maar YOLO enzo, ik ben lui), een eerste date gehad met een jongen die meteen geanimeerd vertelde over zijn ontmaagding door een prostituee in Suriname, een boze lezersbrief ontvangen, in mijn eentje een film in de bioscoop gezien en dat helemaal prima gevonden, een verblijfsvergunning aangevraagd en gekregen na een uitvoerige check of ik niet ergens als terrorist te boek stond, half tussen de deuren van een bus vastgezeten, en gegoogled what ‘Eiffel towering’ is om daar vervolgens ook ernstig veel spijt van te hebben. Ik heb echter nog nooit getuinierd, carnaval gevierd, iets anders uit de zee geproefd dan zalm (slechts één keer en verder nooit meer) of tonijn of whatever er in godsnaam in vissticks zit, karaoke gezongen, met een Wii of Nintendo gespeeld, iemand een slagroomtaart in het gezicht gegooid ook al wil ik dat wel heel erg graag, met een step gereden, “nou, laat ik eens een slaatje nemen” gedacht in een restaurant waar ze ook burgers hebben, Valentijn gevierd, langer dan een half uur geschaatst en al helemaal nooit zonder minstens tien keer op mijn bek te gaan, Crocs gedragen (because obviously), een olijf gegeten, een lichaamsdeel gebroken, een baby van minder dan drie maanden vastgehouden (en daar werd ik eerlijk gezegd al panisch van), luidop “ik heb zoiets van” gezegd, iemand gezien die overleden is, rode wijn gedronken die niet warm was, een bijen- of wespensteek gekregen, iemand gekust in de regen, aan enige vorm van wintersport gedaan behalve dus Olympisch op mijn bek gaan op ijs, of zo’n Dame Blanche-toetje van Mona helemaal opgegeten, want ik koop ze eigenlijk alleen maar omdat ze er zo mooi uitzien met die chocola die er dan van af druipt. Honderdduizend miljoen dingen die ik al ooit of nog nooit heb gedaan waar we het uitgebreid over zouden kunnen hebben, en toch gaat het bij mijn Lief altijd over het feit dat ik nog nooit zelf het vuilnis naar de container heb gebracht, laat staan al ooit eens zelf de badkamer schoongemaakt. Mannen. Talitha Dehaene
Bandirah