Mare 14 (39)

Page 1

10 december 2015 39ste Jaargang • nr. 14

‘Er moet wel bloed worden gedronken’ Pagina 3

Koning Willem II liet paard Wexy opzetten en speelde in de gang veldslagen na

Opinie: geen bricks maar bytes! Naar college gaan is niet meer van deze tijd

Activist, dichter en ‘White Panther’ John Sinclair: ‘Ik was net een maffiabaas’

Pagina 3

Pagina 7

Pagina 11

Het leed dat promoveren heet De zeven PhD-plagen Van de Leidse promovendi haalt minder dan 10 procent de eindstreep binnen vier jaar. Na zes jaar heeft nog geen 60 procent de promotie afgerond. Mare maakte een rondgang en noteerde de worstelingen. ‘Wie klaagt, wordt genadeloos afgemaakt.’ PhD-studenten zijn een soort jukebox. Je gooit er koffie of een biertje in, en de klachten over het zware promovendi-bestaan rollen er als vanzelf uit. Totdat notitieblok en pen op tafel verschijnen. Dan willen ze anoniem. ‘Klagen is een teken van zwakte, en bij het tonen van enig teken van zwakte word je in de academia genadeloos afgemaakt’, verklaart een van hen. Mare maakte een rondgang langs een twintigtal Leidse promovendi en vatte hun klachten samen in zeven plagen. Zoals gezegd: de meesten wilden alleen anoniem praten. Vaak viel de uitdrukking ‘bloed, zweet en tranen’. Toen de geïnterviewden het stuk voor publicatie mochten inzien, reageerden ze allemaal hetzelfde. ‘Het is niet allemaal ellende’, verwoordde een van hen het. ‘Er blijft genoeg over dat het doen van een promotie waard maakt.’ Maar tegelijkertijd zei bijna iedereen zich ‘in elkaars verhalen te herkennen’.

DOOR PETRA MEIJER

1. De twijfels

les wel begrijpen, begin je je dom te voelen.’ De bèta-promovendus die dit vertelde, leed aan het zogeheten impostersydroom. Wie daar last van heeft, denkt dat hij een bedrieger is die zijn succes eigenlijk niet verdient. ‘Vier jaar lang kijk je door je microscoop, terwijl er eigenlijk niet zo gek veel gebeurt. Zo ontstaan existentiele angsten: “Wat ben ik eigenlijk aan het doen?” Bij mij sloeg dat door. Ik vond dat ik een tandje bij moest zetten. Ik werkte bijna tachtig uur per week, bij sociale verplichtingen nam ik mijn laptop mee. Niet omdat mijn begeleiders dat vroegen: ik deed het zelf.’ ‘Het imposter-syndroom komt onder promovendi veel voor, omdat je nauwelijks bevestiging krijgt. Tijdens je master heb je tussentijdse papers en tentamens’, zegt een letterenpromovenda, die er ook mee kampte. ‘Bij een promotie is het lastiger om in te schatten of je goed bezig bent. Je wordt omringd door slimme mensen die keihard werken. Die mooie positie heb je binnen, maar je denkt dat je die niet waard bent. Vroeg of laat ontdekken ze dat ik niet zo briljant ben en hier niet thuishoor.’

© Jorge Cham 2015, PDHcomics.com

onderzoek van Promovendi Netwerk Nederland (PNN) en het Rathenau Instituut blijkt dat tien procent van de promovendi hun begeleider een vijf of lager geeft. De twintig promovendi die Mare sprak, klagen over begeleiders die nooit tijd hebben, hun aandacht over twintig projecten moeten verdelen, of gewoonweg minder interesse hebben in hun onderwerp dan in dat van anderen. ‘Elke twee weken heeft mijn begeleider een half uur tijd voor me gereserveerd. Ik bereid die meetings goed voor, maar hij komt regelmatig niet opdagen. Dan zit je daar voor Jan Lul’, zegt een bèta-promovendus. Een ander heeft een begeleider die geen expert is op het gebied van zijn promotieonderzoek. ‘Op zich geen probleem, maar hij probeert te voorkomen dat ik contact zoek met mensen die er wél meer van weten. Hij is bang dat ze mijn idee jatten, maar ik heb hun feedback nodig.’ ‘Promovendi hebben een afhankelijksheidsrelatie met hun promotor of dagelijks begeleider’, zegt Eduard Schmidt, promovendus aan de Campus Den Haag en PNN-bestuurslid. ‘Zij gaan niet alleen over hun promotie, maar wellicht ook over hun toekomstige aanstelling. Dat maakt het lastig om problemen aan te kaarten.’ ‘Meestal is er sprake van verkeerde verwachtingen, te weinig contact of frictie tussen begeleiders’, vult voorzitter Charlotte de Roon aan, ook promovenda aan de Campus Den Haag. ‘Op mijn afdeling was een uitloop

Buurt: ‘Wat gebeurt er als we weigeren?’

Instemmingsrecht ook bij faculteiten?

‘Sharia courts take advantage of fear’

Wát gebeurt er met bewoners die niet willen verhuizen voor een nieuwe Humanities Campus? Daarop geven universiteit en gemeente nog geen antwoord.

Universiteitsraadsleden hebben sinds dit jaar instemmingsrecht op hoofdlijnen van de universitaire begroting. Bij de faculteitsraden verschilt dat enorm.

Sharia counsils are mainly concerned with keeping women subordinated, says legal expert. “My jaw literally dropped sometimes.”

‘Er zijn zoveel dingen om over te klagen. Maar dat doen we natuurlijk niet. We gaan naar praatjes en presentaties over geweldige ontdekkingen en succesverhalen. Fouten maken hoort bij het proces, maar dat wordt door niemand openlijk erkend. Je vertelt er misschien over aan je vrienden, maar niet tegen je collega’s. Zo haal je het ook niet in je hoofd om te zeggen dat je iets niet snapt. En omdat iedereen om je heen bluft en ze doen alsof ze al-

2. De begeleiding

Toch herkansing bij voldoende mogelijk Faculteiten mogen studenten niet verplichten om deel te nemen aan de eerste tentamenmogelijkheid. En voldoendes herkansen wordt mogelijk.

Pagina 4

Terwijl kinderen wegdromen bij de animatiefilm How to train your dragon, bedacht een Leidse graduate school een gepaste variant voor promovendi: een cursus getiteld How to manage your professor. Uit

Pagina 5

De Amerikaanse tekenaar Jorge Cham troost promovendi wereldwijd met zijn strip PhD-comics.

Pagina 5

Pagina 10

van een tot twee jaar de regel’, zegt een oud-promovendus. ‘De professor had er geen belang bij om mensen op tijd te laten promoveren. Na het mailen van een tekst duurde het drie maanden voor je reactie kreeg. Het schrijven van artikelen en proefschrift schoof zo grotendeels tot buiten de eigenlijke werktijd op.’ Twee jaar vertraging lijkt extreem, maar is zeker geen uitzondering, blijkt uit cijfers van de VSNU. Na twee jaar uitloop heeft nog geen zestig procent van de Leidse PhD’s hun promotie afgerond.

3. Zwepen en zwemmers

‘Promotietrajecten kennen twee uitersten’, zegt De Roon. ‘Je hebt projecten die van te voren al bijna compleet uitgestippeld zijn, en projecten waarbij de promovendi alles zelf moeten uitvinden: de zwemmers. Wie zich in het midden bevindt, komt makkelijker door de promotie heen.’ ‘Het ene uiterste zijn de bazige bazen, die hun ideeën over het onderzoek opleggen. Het andere uiterste is totale vrijheid’, legt een promovendus uit. In de termen van De Roon is hij een typische zwemmer. ‘Er ontbrak een duidelijke definitie van de onderzoeksvragen. Omdat het een nieuw onderwerp was, moest ik me lang inlezen, en kwam na een jaar tot de ontdekking dat over alles waarover ik enthousiast was, al was gepubliceerd. Je moet iets nieuws toevoegen, maar ook niet op de tenen van iemand anders uit je onderzoeksgroep gaan staan. Ik ben zo’n drie jaar bezig geweest om uit te komen bij het experiment dat ik daadwerkelijk wil doen.’ ‘Mijn onderzoek zit aan de andere kant van het spectrum’, zegt een andere bèta-promovendus. ‘De prof bepaalt wat er gebeurt, ook als ik meer gevoel heb voor de data. Het is echt niet allemaal quick and dirty, maar soms ben ik ervan overtuigd dat het netter kan.’ > Verder lezen op pagina 6

Bandirah Pagina 12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.