2 februari 2012 35ste Jaargang • nr. 17
Echte liefde, slechte vodka Pagina 11
Veel drank, weinig kunde. Curling is kortom de ultieme studentensport
Het verhaal van een jonge tropendokter: ‘Hij rook het bloed’
Nu ben ik er. Nu ben ik er niet. De natuurkundige paradox
Pagina 3
Pagina 6
Pagina 7
Bsa ook in tweede jaar Rector: ‘Student is zondagskind’ Het college van bestuur wil een bsa van 50 punten invoeren in het eerste én het tweede bachelorjaar. ‘Het is te weinig bij studenten doorgedrongen dat dit heel normaal is.’
Was getekend: Trix Een tentoonstelling toont schetsen van koningin Beatrix die ze maakte in haar studententijd voor een studentenalmanak. Maar een brief met de tekeningen die naar de almanakcommissie gestuurd werd, kwam nooit aan.
Het verhoogde en verlengde bsa is slechts één van de plannen die het college heeft opgenomen in zijn reactie op het hoofdlijnenakkoord dat de Vereniging van Universiteiten met staatssecretaris Halbe Zijlstra in december sloot. Vice-rector magnificus Simone Buitendijk en rector magnificus Paul van der Heijden lichten toe.
DOOR VINCENT BONGERS
Het is 1960. Marjan Moolenburgh, ab-actis van de almanakcommissie van Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL, in 1972 opgegaan in Minerva) vraagt toenmalig prinses Beatrix, eveneens lid van de vereniging om tekeningen te maken voor de almanak. Moolenburgh (inmiddels Wurfbain-Moolenburgh): ‘Ik wist dat ze heel goed en vlot kon tekenen. En ze was altijd benaderbaar voor dit soort verzoeken.’ Beatrix begint met tekenen en stuurt in de zomer de eerste resultaten per brief naar het ouderlijk huis van Moolenburgh in Den Haag. Moolenburgh: ‘Maar ik heb de brief nooit ontvangen. Ik vond het heel vreemd’. Volgens haar was het bij het koningshuis bekend dat er af en toe post verdween. Ze stelt Beatrix op de hoogte. ‘Ze vatte het heel sportief op en heeft de tekeningen opnieuw gemaakt. Die staan in de almanak van 1961.’ Enkele jaren geleden werd Moolen-
burgh door een kennis getipt. ‘Ze zei dat er tekeningen van Beatrix geveild werden met een aan mij geadresseerde brief erbij. Ik heb me toen gemeld bij het veilinghuis en gezegd dat die ontvreemd zijn, dat ze naar Minerva moesten, of naar de koningin. Maar ze zijn niet uit de verkoop gehaald en verkocht aan de heer Aad Ouborg, die overigens van niets wist. Het veilinghuis stuurde een bos bloemen, maar die heb ik teruggestuurd met een boze brief erbij.’ Ouborg zegt het verhaal niet te kennen. Hij begon, als eigenaar van Princess, een bedrijf voor huishoudelijke apparatuur, voor de grap alles van Beatrix te sparen. ‘Mensen vonden het zo leuk, dat ik er mee door ben gegaan. De schetsen hangen bij ons op het hoofdkantoor in Breda.’ Hij bezit zo’n zestig tekeningen, waaronder kindertekeningen en een kleurplaat. ‘Ze tekende veel prinsessen of koninginnen, maar ook paarden. Dat was toen ook al een lievelingsdier.’ Hij heeft de tekeningen van Beatrix nu in bruikleen gegeven aan kunsthandel Simonis & Buunk in Ede, waar ze nu worden tentoongesteld, naast een beeldje dat de prinses op haar tiende maakte, werk van prinsessen Christina, Irene en Margriet en prins Bernhard. Ook voor de kunsthandel komt
het verhaal van de ontvreemde tekeningen als een verrassing, zegt medewerker Teo van den Brink. Dat de tekeningen voor publiek te zien zijn is vrij ongebruikelijk. ‘Een regerend vorst maakt nooit bekend wat hij of zij maakt.’ Het is volgens hem de eerste keer dat haar werk wordt tentoongesteld. Wel is een beeld van Beatrix bekend: Jantje Beton, dat in Madurodam staat. Of ze nog steeds tekent, weet Van den Brink niet. ‘Maar als ze tijd heeft, gaat ze elke donderdag aan het werk in haar atelier.’ De begeleidende brief van Beatrix is ook te zien in de tentoonstelling. Ze schrijft aan Moolenburgh: ‘Als het geheel je tegenvalt, aarzel dan niet om alles af te keuren. Werkelijk, ik ken het soort situaties te goed. Ik vind het echt niet naar of pijnlijk (...) Kijk maar of er iets bij is. Sterkte en succes met de almanak!’ En nu de ontvreemde tekeningen terecht zijn, waar zijn de opnieuw gemaakte tekeningen dan gebleven? In het Regionaal Archief, in Leiden, wordt alle kopij van de VVSL-almanak opgeslagen. Een bezoek leert dat alle kopij van de editie uit 1961 bewaard is gebleven. Alleen de tekeningen ontbreken. De tekeningen zijn nog tot 26 februari te bekijken. Zie simonis-buunk.nl
Maar honderd punten in de eerste twee jaar is toch pittig? Simone Buitendijk: ‘Wij vinden dat niet pittig. Je mag er toch van uit gaan dat een student in drie jaar zijn bachelor haalt. Ik denk dat het nog te weinig bij studenten is doorgedrongen dat dit heel normaal is. Vergeleken met het buitenland studeren we hier ook langzaam. Studenten hebben het gevoel dat vier jaar wel best is. ‘Ze zijn slim genoeg om het te halen, als ze tenminste op de juiste plek terecht zijn gekomen. Daar moeten we ook voor zorgen. We zien dit ook als een kans om het onderwijs te ver-
Het verbod op het danken van God
Verzet tegen uitgever Elsevier
Nachtelijk houtkap leidt tot burenruzie
Langstudeerboete stuit op kritiek
Een Leidse promovendus is boos omdat hij een verwijzing naar de Bijbel uit zijn proefschrift moest verwijderen. ‘Ik ga dit aan de bestuursrechter voorleggen.’
Tweeduizend wetenschappers uiten via een online petitie kritiek op wetenschappelijke uitgeverijen die geld verdienen aan de artikelen van anderen.
Een studentenhuis kreeg het maandagnacht aan de stok met de buurman. De man drong het huis binnen en gooide een vol bierkrat naar de bewoners.
De Eerste Kamer wil dat staatssecretaris Zijlstra de langstudeerboete, waardoor studenten die uitlopen 3000 euro meer collegegeld gaan betalen, aanpast.
Pagina 4
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
DOOR DIRK-JAN ZOM
Waarom deze stevige maatregel? Paul van der Heijden: ‘Je moet dat wel in de juiste context zien. Uit de samenleving komt een breed gedragen geluid: “Studenten, luister nou eens. Jullie mogen grotendeels op kosten van de samenleving studeren. Dat kost een hoop geld. Dan moet je ook presteren en zorgen dat je op tijd tentamens haalt.” Het gaat om een bevoorrechte groep, die later ook nog meer gaat verdienen. Een student is eigenlijk een zondagskind.’
beteren, het is jammer als sommige studenten het als een bedreiging zien.’ PvdH: ‘Zelfs als je veertig uur per week studeert, blijft er nog voldoende tijd over voor andere dingen. Dat kun je zo uitrekenen. Dan denk ik: “Jongens, kom op.” Het gaat ook om een cultuurverandering. Bij geneeskunde is er nauwelijks uitval. Bij opleidingen waar het nu minder goed gaat, moet dat ook mogelijk zijn. SB: ‘We moeten studenten helpen sneller te studeren, ook vanwege de langstudeerboete. Dat kost de universiteit ook geld. Dat kunnen we dan niet investeren in beter onderwijs. ‘Een bsa van veertig is een soort ondergrens, als je dat niet haalt, is het beter dat je iets anders gaat doen. We zien dat met alleen bsa in het eerste jaar, de prestaties in het tweede jaar juist enorm inzakken. We willen het tempo erin houden.’ Wat gaat er nog meer gebeuren? PvdH: ‘Nu het akkoord met de staatssecretaris er ligt, gaan alle universiteiten afspraken maken over profielen, valorisatie, prestaties, onderzoek en onderwijs. Dat is niets nieuws, met veel dingen uit het akkoord zijn we allang bezig. Zo hebben we al profileringsgebieden en zijn we intensief bezig met het verbeteren van het studiesucces. ‘Nu moeten we concrete prestatieafspraken maken. Een onafhankelijke commissie gaat die beoordelen en vervolgens buigt het ministerie zich erover. We hebben in hoofdlijnen deze prestatie-afspraken samengesteld, daar gaan we nu met de universiteitsraad over praten. ‘Maar: we zitten wel in de snelkookpan want 1 mei moet het klaar zijn voor de staatssecretaris.’ > Lees verder op pagina 4
Bandirah Pagina 12
2
Mare · 2 februari 2012 Geen commentaar
Holo caust? Saaaaai! Bij Mare houden we niet zo van mensen die media afknijpen. Bestuurders die mee willen schrijven aan artikelen, spreekverboden opleggen, deuren dichtgooien of allerlei achterlijke eisen stellen – zelfs dit kleine krantje moet elke week de ellebogen inzetten voor de persvrijheid. Daarom zou u hier wellicht een streng uitgesproken ‘FOEI!’ verwachten naar de verenigingsbestuurders die hun leden verbieden om plaatjes te schieten op clubavonden (pagina 5). De Catena-bazen die er vanuit gaan dat hun leden zelf wel groot genoeg zijn om te bepalen wat er wel of niet op het wereldwijde web geslingerd moet worden, komen inderdaad sympathieker over. Er valt echter ook wel degelijk wat te zeggen voor de strengere lijn. Je bent lid van een gezelligheidsvereniging, en prutsen met je speeltje is niet gezellig. Bovendien: de helft van de lol van lidmaatschap zit ‘em er natuurlijk in dat de rest van de wereld geen lid is. Wat er normaal gesproDOOR BART BRAUN
Colofon Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl
ken achter de deuren van de vereniging gebeurt, moet een beetje geheim blijven. Wie wil weten hoe een borrelavond eruit ziet, kan altijd nog lid worden. Er zijn bovendien genoeg redenen om aan te nemen dat de gemiddelde smartphonegebruiker helemaal niet zo goed weet hoe hij of zij zich moet gedragen. Je ziet het bij elk concert, waar het zicht op de band je wordt benomen door een zee van iPhones, opgestoken als een massaal saluut aan de Grote Leider, Steve Jobs. Stuk voor stuk filmen ze het concert in belabberde kwaliteit, in plaats van ervan te genieten. Je ziet het in de bioscoop, waar de oplichtende schermpjes de aandacht wegtrekken bij het grote scherm. Je ziet het bij colleges, waar verveelde kinderen de godganse tijd met hun elektronica zitten te spelen. En je ziet het op Facebook en Twitter, waar je na kunt lezen wat ze nou aan het uitspoken waren. Foto’s van collegezalen in dat vieze gele licht. College over de Holocaust? ‘Saaaaai!’ Gelukkig kan er op ‘school’ tijdens de ‘les’ alvast een shopafspraak gemaakt worden. Als er ergens een verbod op smartphonegebruik nodig is, dan is het in de collegezaal. Dat getwitter en gefacebook is respectloos naar de docent. Die heeft zich wel voorbereid, en moet er wel de aandacht bijhouden. Die foto van het omhoog gekropen stringetje voor je is respectloos voor het meisje dat het aanheeft, en hoeft zeker niet met miljoenen Redditors gedeeld te worden. Als je college echt zo ‘saaaaai’ is, ga er dan gewoon niet heen. Er is niets aan: geluid uitzetten, en het apparaatje je tas of broekzak laten. En die ene keer dat er echt een misstand vastgelegd moet worden, doe je het natuurlijk wel. Geen bestuurder die je tegenhoudt.
E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Harmke Berghuis redactie@mare.leidenuniv.nl Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Dirk-Jan Zom D.Zom@mare.leidenuniv.nl Constanteyn Roelofs (stagiair) Medewerkers
Rivke Jaffe • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Anne van de Wijdeven Secretariaat Harmke Berghuis Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.P. Abrahams (voorzitter) • prof. dr. J. van den Broek • I. Bronstring • A. Brouwer • drs. J.C.M. Damen • prof. dr. A.J.W. van der Does • B. van der Donk • J. Egberts • dr. H. Heestermans • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • mr. F.E. Jensma • prof. dr. J.C. de Jong • D. van der Klugt • A. Liemburg• dr. D.J.W. Meijer • R. Nieuwenkamp • drs. R. Rijghard Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen € 25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Zeiksnor en kniesoor ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op z’n eigen manier’, luidt de openingszin van Tolstojs Anna Karenina. Geluk is een saaier onderwerp dan ellende. Iedereen die wel eens een soap heeft gekeken, weet dat. Verdriet, ellende en frustratie vormen vaak een bron van creativiteit - een gebroken hart leidt eerder dan een gelukzalige romance tot een hitsong, zoals de carrière van de zangeres Adele laat zien. Zo kan ik me ook voorstellen dat happy columns op een gegeven moment nogal monotoon worden, terwijl je rond het thema onvrede eindeloos kan variëren. Het is makkelijk om steeds weer een nieuw stukje te schrijven over bezuinigingen, wanbeleid en diverse misstanden, er is altijd wel wat om je over op te winden. Een tevreden column er uit ploepen is een stuk moeilijker. Ik neem deel aan een kunstproject waarbij wetenschappers een denktank vormen over geloof en ongeloof in de samenleving. Hierbij kregen we de opdracht ons te buigen over het boek Geluk: The World Book of Happiness, waarin de Vlaming Leo Bormans de inzichten heeft verzameld van honderd internationale experts op het gebied van ‘positieve psychologie’. Deze geluksprofessoren doen allemaal wetenschappelijk onderzoek naar levenskwaliteit en welbevinden. Zo’n boek is net wat ik nodig had, want ik ben zelf een ontzettende azijnpisser. Ik ben een zeiksnor en een kniesoor. Het liefst draag ik altijd zwart. Mijn beste vriendin en ik hadden vroeger met z’n tweeën een misantropenclubje (meer leden strookte niet met onze principes), met als motto homo homini lupus. Net als Cruijff kan ik bij elk voordeel een nadeel bedenken. Mijn studenten denken dat ik een grapje maak als ik zeg dat het allemaal bergafwaarts gaat, maar ik meen het. Volgens diverse
experts is een dergelijke persoonlijkheid funest wat betreft geluk. Gelukkig kon ik in het boek diverse verklaringen vinden voor het feit dat ik ondanks mijn zwartgallige kijk toch overwegend gelukkig ben – er kwamen zoveel verschillende wetenschappelijke visies aan bod dat ik geheel onwetenschappelijk die conclusies eruit kan plukken die me goed uitkomen. De universiteit blijkt om diverse redenen niet heel geluksbevorderend te zijn. Tussen IQ en geluk bestaat in ieder geval geen enkele correlatie. Studenten lijden want ‘Education should not focus on anxiety, conformity, competition and testing’, volgens de Australische onderwijsdeskundige en geluksexpert Mathew White. Oeps! Wetenschappers zit het ook niet mee want slaapgebrek en onvoldoende beweging zijn belangrijke geluksbeperkers, net als competitie. Gelukkige mensen zijn vaak tevreden met zichzelf en met de wereld. Geldt dat ook voor wetenschappers? Anderzijds zijn volgens andere deskundigen persoonlijke vrijheid en non-conformisme belangrijke geluksindicatoren. Die zijn dan weer wat makkelijker te vinden binnen de universiteit. Volgens één wetenschapper valt geluk het makkelijkst te herleiden tot relatedness (zorgzame relaties met anderen), het gevoel van autonomie, en het gevoel dat je competent bent in activiteiten die door anderen worden gewaardeerd. Wat die factoren betreft biedt een baan aan de universiteit ook vaak uitkomst. Happiness research is een mooie tak van wetenschap, maar misschien heeft Oscar Wilde het toch nog het best gezegd: ‘We are all in the gutter, but some of us are looking at the stars.’ Rivke Jaffe
universitair docent culturele antropologie
2 februari 2012 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Verf van het volk Historica gebruikt Arabische graffiti als bronnenmateriaal Graffiti werd een van de symbolen van de Arabische lente. Maar op de muren in het Midden-Oosten valt ook genoeg te lachen, zegt Tsolin Nalbantian. ‘Kijk, het is er gewoon: In your face.’ Op een Egyptische muur is een machinegeweer gespoten. De loop wijst naar een videocamera die iets verderop op het beton is geverfd en waarvan de lens weer op de Kalashnikov is gericht. ‘Hun wapens’, staat er in het Arabisch onder het geweer. En onder de camera: ‘Onze wapens.’ Het is een van de vele beeltenissen van de Arabisch lente, gevangen in verf. Andere instant iconen die het afgelopen jaar het ongenoegen in het Midden-Oosten verbeelden: een tank die het opneemt tegen een fietser, een schaakspel waarin een leger van pionnen de eigen koning omgooit. Behalve via sociale media lijkt de opstand ook met tags en pie-
Door Frank Provoost
ces te zijn uitgevochten. Maar graffiti vervult al veel langer een belangrijke functie, zegt Tsolin Nalbantian. De Amerikaanse historica promoveerde aan Columbia University op Armeense minderheden in Libanon en werkt vanaf augustus bij het Leiden University Institute for Area Studies (LIAS). Hoewel haar onderzoek voornamelijk gaat over media halverwege de vorige eeuw, legt ze tegelijkertijd een collectie graffiti aan om daarmee ‘een brug naar het verleden’ te slaan. Muisklikkend achter haar computer geeft ze een rondleiding vanaf het Egyptische Tahirplein tot aan hartje Beiroet. ‘Kijk, het is er gewoon: je loopt langs de muren met boodschappen. In your face.’ Het is belangrijk bronnenmateriaal dat vroeger door historici werd genegeerd, zegt ze. Dat ze veel van haar familie in het Midden-Oosten woont, waardoor ze geregeld ‘in en uit’ vliegt, is natuurlijk meegenomen. ‘Politiek is daar overal. Iedereen praat er de hele dag over. Graffiti is daar een voortzetting van.
Het is ook toegankelijker dan traditionele media waartegen achterdocht bestaat omdat ze onder invloed staan van de staat of grote bedrijven. Vandaar dat er tijdens de Egyptische opstand tags verschenen als “Zet de tv uit!” en “Ga de straat op!”’ Arabische graffiti, benadrukt Nalbantian, was er allang voor de lente - niet andersom. De voorbeelden komen langs op haar scherm: van twee kussende mannen met daaronder de kreet ‘Nou en?’ tot zogeheten love bombs: bommen met hartjes erin. ‘De makers komen ook uit verschillende groepen: het zijn activisten maar ook kunststudenten en hiphoppers.’ Bovendien valt er genoeg te lachen. Bijvoorbeeld om Ashekman, een rappende Libanese tweeling die hun werk ook op T-shirts verkopen via hun succesvolle webshop. ‘Ze gebruiken grappige slogans als: “Geloof het systeem niet, aliens bestaan!” Op hun shirt waarop het gehele Arabische “ALF-abet” staat, is de eerste letter - en die je ook uitspreekt als “elf” - vervangen door het Amerikaanse
knuffelkarakter uit de gelijknamige tv-serie. De eerste keer dat ze hardop om graffiti lachte, was toen ze in Beiroet het portret van de Egyptische zangeres Umm Kulthum zag. ‘Het is de dé ultieme stem uit de generatie van mijn groutouders. Maar in de bijbehorende tekstballon zong ze “Bouss el Wawa” - een seksueel getint nummer van Haifa Wehbe, de Libanese Britney Spears. Letterlijk vertaald betekent het “Kijk naar mijn auwauw”, zoals een klein kind met pijn dat zou zeggen. Het is superpopulair maar niet al te respectvol lied met een achterlijke videoclip. Om zo’n traditionele zangeres te zien zingen alsof ze op MTV was, dat vond ik neat. Toen heb ik besloten dat ik graffiti in mijn onderzoek moest gebruiken.’ Uiteindelijk kreeg ook die grap een politiek vervolg. ‘Toen Libanon een lange tijd geen president had en er daardoor flinke onrust ontstond, zag ik op een muur “Haifa for president” staan.’ Lachend: ‘Misschien was dat wel een goede oplossing geweest.’
Misdadige vrouwen Historica Manon van der Heijden ontving een Vici-subsidie, de hoogste NWO-subsidie, om onderzoek te doen naar Europese vrouwen in de criminaliteit tussen 1600 tot 1900. De aanname dat vrouwen door de jaren heen minder crimineel zijn dan mannen klopt dus niet? ‘Dat is het uitgangspunt van het onderzoek. Vanaf de twintigste eeuw is in Europa slechts 10 procent van de criminaliteit gepleegd door vrouwen. Daarom denken criminologen dat dit altijd zo geweest is. Terwijl in Londen en Amsterdam in periodes in de zeventiende eeuw het percentage wel op 50 procent lag. ‘Ook in andere Nederlandse steden was dit het geval. In Leiden in de achttiende eeuw ging het om meer dan 40 procent van de misdaden. Dus het gaat om een hypothese, maar er zijn wel al duidelijke aanwijzingen voor.’ Waarom denken we dan toch dat vrouwen minder crimineel zijn? ‘Omdat het eigenlijk al meer dan een eeuw de situatie is dat mannen meer misdaden plegen. De laatste jaren is onderzoek ook veel gericht geweest op de biologische kenmerken. Er wordt vanuit gegaan dat het gewoon meer in mannen zit om criminaliteit te plegen. Vanwege die oogkleppen kijkt men niet naar andere patronen.’ Hoe gaat u dat veranderen? ‘De centrale hypothese is dat publieke rollen bepalend zijn. Hoe meer vrouwen de mogelijkheid hebben om buitenshuis te werken, financiële transacties aan te gaan, zich vrijelijk te bewegen; hoe groter de kans is op crimineel gedrag. ‘De levensstandaard heeft daarop veel invloed. Bij slechte omstandigheden waren de noodzaak en de verleiding veel groter. In steden zie je dat vooral. Er waren alleenstaande moeders die geen steun kregen van hun familie. Zij hadden het zwaar, moesten zien rond te komen en begingen dan misdaden. Tegenwoordig bestaan daar voorzieningen voor. ‘In vergelijking met Nederland en Engeland in de zeventiende eeuw waren de rollen van Italiaanse vrouwen traditioneler. We hebben nog geen cijfers, maar wel een indicatie dat zij in de zeventiende en achttiende eeuw daarom ook minder misdrijven pleegden’
Foto’s Michelle Woodward
Frutti di Mare
Na twee trainingen kampioen Bij welke sport is het aantal teams op het nationale studentenkampioenschap groter dan alle lekenteams bij elkaar? Roeien? Rugby? Fout! Het is curling. Aan het Nederlands Studentenkampioenschap (NSK) deden achttien teams mee; de ‘eredivisie’ van het Nederlandse curlen kent slechts vier teams, op een totaal van veertien verdeeld over vier clubs. De Leidse geneeskundestudenten Yotam Raz (20), Vincent Huijge (21), Killian Treurniet (21) en sterrenkundestudent Niek Wisse (22) hebben onder de naam Team Awesomesauce het kampioenschap gewonnen. ‘Eigenlijk is het als Door Constanteyn Roelofs
een grap begonnen, vast een keer in de kroeg. We kennen elkaar van de middelbare school en de studie en we waren eigenlijk al een paar jaar benieuwd of het een beetje leuk was, dat curlen.’ Na het zien van een oproep voor het NSK schreven ze zich in voor een introductiecursus bij de enige curlingbaan van Nederland, in Zoetermeer. Veel voorbereiding ging er niet aan vooraf. ‘Na de cursus en het behalen van een baanpermissie hebben we nog twee keer getraind. Toen hebben we ook bepaald wie welke rol in het team kreeg.’ De fascinatie voor curling is begrijpelijk: het bizarre vegen, het onbegrijpelijke geschreeuw en het potsierlijke glijden doen welhaast vermoeden dat het concept uit de koker van de komieken van Monty
Python of Jiskefet komt. Er is ook nog een bijkomend voordeel: de gezelligheid. ‘Na afloop van het toernooi was er een borrel voor alle deelnemende teams, waar we onze overwinning met veel bier en flügel gevierd hebben.’ Vroeger, toen de sport nog gespeeld werd op Schotse lochs, was whisky onontbeerlijk als hartversterkertje tegen de kou en de gure noordenwind. In tijden van flauwe winters en indoorijsbanen valt dat wel mee, maar het blijft een heilig mos dat de winnaars de verliezers op een rondje onthalen na de wedstrijd. Toernooien, tot op het hoogste niveau, spelen zich meer af in de bar dan op het ijs. Eerder deze maand legde een alcoholverbod op de prestigieuze Continental Cup de ziel van de sport bloot: ‘I don’t
get it’, sputterde levende curlinglegende Glenn Howard tegen, ‘I’m so old school. If you want to have a drink, go have a drink. Come on. We’ve got to have some fun out here.’ De wisselbokaal die het winnende team mee naar huis nam is dan ook zeer toepasselijk: een forse tinnen bierkroes.
Wat voor misdaden ging het dan om? ‘Bij vrouwencriminaliteit wordt vooral gedacht aan hekserij of een zedendelict zoals prostitutie. Maar het gaat vaak om diefstal of geweld. Zo waren vrouwen in Amsterdamse buurten in de achttiende eeuw behoorlijk gewelddadig.’ Hoe gaan jullie dit onderzoeken? ‘We gaan bronnenonderzoek doen, in Nederland, Duitsland, Italië en Engeland. Eerst gaan we aantallen mannen en vrouwen tellen. Er zijn veel oude gerechtelijke bronnen bewaard gebleven; vonnissen, getuigenverklaringen, verhoren van verdachten. Die bronnen zijn zeer uitgebreid; buren, familie en vrienden, iedereen werd er bijgehaald. Daarom kun je de omstandigheden ook goed onderzoeken.’ DJZ
4 Mare · 2 februari Nieuws
Vier maal Vici voor Leidenaren Vier Leidse wetenschappers hebben een Vici-beurs ontvangen van subisidieverstrekker NWO. Antropologe Mirjam de Bruijn gaat haar onderzoek naar de invloed van communicatie en informatietechnologie op samenlevingen Afrika uitbreiden. Hoogleraar in de organisatie van wanordelijke materialen, Martin van Hecke, richt zich op onderzoek naar gecondenseerde materie. Historica Manon van der Heijden onderzoekt het aandeel van vrouwen in criminaliteit in Europa tussen 1600 en 1900 (zie pag.3). Sterrenkundige Ignas Snellen gaat op zoek naar een zusje van de aarde. Hij stelt zich de vraag of er andere planeten zoals de aarde zijn. En komt daar mogelijk ook leven voor? Zij krijgen elk anderhalf miljoen euro om een onderzoeksgroep op te zetten. In totaal werden er 31 vici’s verstrekt. 236 wetenschappers dienden een voorstel in, 13 procent van deze aanvragen werd genoreerd.
Hoe God verdween uit het proefschrift Conflict over ‘uiting van seculier fundamentalisme’ Een Leidse promovendus is boos omdat hij een verwijzing naar de Bijbel uit zijn proefschrift moest verwijderen. Maar een verwijzing naar Fear and Loathing in Las Vegas and mag wel. Door Bart Braun Promovendus Fred Schonewille hoopt op 14 februari zijn proefschrift Partijautonomie in het relatievermogensrecht te verdedigen. De opdracht die hij in gedachten had, zal echter niet in dat proefschrift staan. Die luidt Initium sapientiae timor Dei; laudatio eius manet in saeculum saeculi, een ingekorte versie van psalm 111:10
Vertaald: ‘Het begin van wijsheid is ontzag voor de heer(...) Zijn roem houdt stand, voor altijd.’ Schonewille en de universiteit hebben een compromis bereikt, vertelt hij. ‘In de handelseditie blijft de opdracht staan, in de universitaire editie niet. Ook heb ik een stelling over de godsdienstvrijheid toegevoegd aan mijn proefschrift.’ De jurist vindt het besluit ‘beschamend voor een universiteit die is geworteld in de godsdienstvrijheid. Het ligt blijkbaar heel principieel, terwijl het promotiereglement er niets over zegt. Ik zie het echt als een uiting van seculier fundamentalisme.’ Universitair woordvoerder Caroline van Overbeeke bevestigt dat Schonewille zijn spreuk moest
schrappen. ‘We hebben de reglementen aangescherpt. De dankbetuigingen aan God en huisdieren liepen de spuigaten uit.’ Het promotiereglement van de Universiteit Leiden verbiedt niet expliciet het gebruik van een zinspreuk of opdracht. Wel staat er dat er ‘op terughoudende wijze bedankt’ moet worden, ‘zoals gangbaar in de acknowledgements in de internationale wetenschappelijke literatuur.’ Diezelfde regel geldt ook voor de andere niet-wetenschappelijke pagina’s van het proefschrift, aldus Van Overbeeke. De beslissing is extra pikant omdat een dag na Schonewille sterrenkundige Maarten van Hoven hoopt te promoveren op een proefschrift
Overwerk door langstudeerboete
Verzet tegen Elsevier
Docenten in de faculteitsraad Rechten vrezen overwerk in de zomer door de komst van de langstudeerboete. Van de mogelijkheid om op het laatste moment te herkansen, wordt dan wellicht vaker gebruikt gemaakt. Studenten die nog een vak hebben open staan en minstens een vijf hebben gehaald, bepleiten in die periode hun zaak bij de examencommissie. Al ze met een goede reden komen, krijgen zij vaak de kans om mondeling het vak te halen, zodat zij geen uitloop hebben. ‘Een grotere toeloop op de mondelinge herkansingen in de zomer ligt voor de hand’, zegt universitair hoofddocent sociaal recht, Barend Barentsen. ‘Maar dat wil niet zeggen dat het om grote hoeveelheden gaat. Het is wel goed om dat op tijd te weten.’ Het is echter lastig om in te schatten of het aantal herkansers in augustus toeneemt. ‘Misschien kunnen we daar Usis voor gebruiken om een schatting van een risicogroep te maken.’ Het rechtenbestuur kan zich niet met de herkansingen bemoeien. ‘De examencommissie bepaalt of iemand nog een kans krijgt’, zei Pauline Schuyt, portefeuillehouder onderwijs. De langstudeerregeling is al ingevoerd, al worden er nog geen boetes uitgedeeld. De studentenorganisaties LSVb, ISO en LKvV zijn naar de rechter gestapt om de regeling alsnog te stoppen.
Toch geen monument De Van der Klaauwtoren in de Kaiserstraat wordt geen rijksmonument, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed besloten. In die toren zat vroeger een gedeelte van de biologie-opleiding. Maar die zijn inmiddels in het Sylvius ondergebracht. De Universiteit Leiden wil het gebouw slopen, en er woningen voor in de plaats bouwen. De Stichting Industrieel Erfgoed Leiden maakte echter bezwaar: volgens hen heeft de toren monumentale waarde. Eerder al oordeelde de gemeente Leiden dat dat wel meeviel, nu blijkt dat de Rijksdienst er ook zo over denkt. Wanneer de sloop gaat beginnen, is nog onbekend.
Rectificatie In het voorpagina-artikel ‘De zoveelste bezuiniging’ in Mare 16 staat een fout. Er is geen overgangsregeling voor studenten die per 1 september 2011 aan een meerjarige master zijn begonnen, zoals in het stuk is vermeld. De overgangsregeling geldt alleen voor studenten die vóór 1 september 2011 aan een meerjarige master zijn begonnen.
met een ander citaat erin: ‘All energy flows according to the whims of the Great Magnet.’ Dat is afkomstig uit het van drugs doordrenkte Fear and Loathing in Las Vegas van gonzojournalist Hunter S. Thompson. Is het niet wat merkwaardig dat je wel het verslag van een drugsorgie mag citeren, en niet de Bijbel? Van Overbeeke: ‘Ook voor Van Hoven geldt dezelfde regel, alleen is zijn proefschrift er doorheen geglipt.’ Schonewille: ‘Aan een openbare universiteit zouden alle gezindten toegelaten moeten worden. Ook die van Hunter Thompson, wat mij betreft. Ik ga dit zeker aan de bestuursrechter voorleggen, want er is geen juridisch argument dat stand houdt. Ik ben benieuwd wat die ervan vindt.’
Wetenschappers uiten via een online petitie kritiek op wetenschappelijke uitgeverijen die geld verdienen aan wetenschappelijke artikelen. Op de website thecostofknowledge.com hebben inmiddels ruim 2000 wetenschappers en studenten de petitie tegen uitgeverij Elsevier ondertekend.
‘Meteen in het juiste tempo’ > Vervolg van de voorpagina Wat staat er op het spel? Paul van der Heijden: ‘Zeven procent van de begroting voor het hoger onderwijs is verbonden aan deze prestatieafspraken. In 2016 wordt bekeken of we ons aan onze afspraken hebben gehouden. Zo niet, dan gaat er een bedrag van onze vergoeding af. ‘Zijlstra heeft zelf ook prestatieafspraken. Hij moet wet- en regelgeving door de Tweede Kamer krijgen. Zo moet hij selectie aan de poort en uiterste inschrijfdatum van 1 mei voor studies mogelijk maken. Hij wil het hele pakket al september 2013 invoeren. Daarnaast komt hij een jaar later ook nog met maatregelen om het aantal regels voor waar universiteiten mee geconfronteerd worden, te verminderen.’ Er komen ook meer deeltoetsen.
Wordt de werkdruk niet te groot voor docenten? Simone Buitendijk: ‘We hebben niet de indruk dat dit plan de werkdruk gaat verhogen, het is meer spreiden van werk. Het is de bedoeling dat studenten al vanaf het begin in het juiste tempo studeren. Als opleiding heb je veel sneller in de gaten als het niet goed gaat met een student. We denken dat het juist een deel van de druk uit het systeem haalt.’ De nadruk ligt ook op het uitbreiden van excellentieprogramma’s. Het elitedenken op de universiteit is terug. PvdH: ‘Ik zie dat anders. Niet iedere student moet door dezelfde mal. Het is maatwerk. Sommige studenten willen excelleren, anderen gaan liever roeien, of besturen. Dat zijn vrije keuzes. Dat moet je faciliteren.’ Maar dan moet het toch ook mogelijk worden om gedifferentieerd
collegegeld te heffen? PvdH: ‘Zeker. Dat gaat Zijlstra regelen.’ Is dit beleid afgestemd met de TU Delft en de Erasmus Universiteit? PvdH: ‘Ja. Maar we maken ieder voor zich afspraken. De strategische alliantie heeft meer betrekking op afspraken over bijvoorbeeld gezamenlijke opleidingen en onderzoek. Waar gaan we wat doen? Komt er wellicht een opleiding economie in Leiden? Daar hebben we het over.’ Zijlstra moet wellicht extra bezuinigen. Wat gebeurt er dan? PvH: ‘Er zit een ontbindende voorwaarde in het akkoord. Als Zijlstra wordt gedwongen meer te bezuinigen, dan gaat het niet door. ‘Het is ook zijn akkoord. Maar ook als dat gebeurt, dan moeten de rendementen omhoog. Zoals het nu gaat, is zo langzamerhand onverantwoord.’ VB
Volgens de website vraagt Elsevier te hoge prijzen voor toegang tot wetenschappelijke tijdschriften en steunt ze regels die vrije toegang blokkeren. Daarnaast zou de uitgeverij bundels van tijdschriften verkopen, die het onmogelijk maken voor bibliotheken om slechts te kiezen voor één van de tijdschriften. Masterstudent Sean Howe, deelnemer van het Aagebra, geometrie en nummertheorieprogramma (ALGANT), en PhD-student Wolfgang Kaltenbrunner ondertekenden ook. Beiden geven aan niet meer bij Elsevier te willen publiceren. Howe: ‘Er is een fundamenteel probleem in de relatie tussen de academische wereld en de commerciële wereld van de uitgeverijen.’ Bijzonder hoogleraar fonologische microvariatie, Marc van Oostendorp, verbonden aan taalwetenschap, uit op zijn eigen website kritiek op de samenwerking met wetenschappelijke uitgeverijen. De universiteit zou publicatie zelf in de hand moeten nemen. ‘Wetenschappelijke uitgaven worden voor het merendeel gemaakt in huis, door de universiteit. De universiteit is ook de grootste klant van deze uitgaven. Toch wordt het geld doorgeschoven naar uitgeverijen, terwijl deze, door het internet, niet meer nodig zijn.’ Hij pleit ervoor wetenschappelijke artikelen gratis beschikbaar te maken. Vanuit Nederland is de online petitie, die afgelopen weekend van start ging, nog slechts mondjesmaat ondertekend. Ook Van Oostendorp ondertekende de petitie niet. ‘In Nederland wordt er gedurende je gehele academische loopbaan jaarlijks gekeken in hoeveel prestigieuze tijdschriften je hebt gepubliceerd. Dat maakt Nederlanders conservatiever in hun verzet.’ Student Howe maakt zich geen zorgen over zijn wetenschappelijke carrière wanneer hij niet publiceert in prestigieuze titels van Elsevier. ‘Ik ben al verzekerd van een PhD-positie. Tegen de tijd dat ik afstudeer, verwacht ik dat deze praktijken veranderd zijn.’ HB
2 februari 2012 · Mare 5 Nieuws
Declaraties openbaar Aan de TU Delft overtrad het college van bestuur haar eigen declaratieregels voor dienstreizen. Decaan Marco Waas trad hierom af. De Universiteit Leiden zal over enkele maanden de declaraties openbaar maken.
Nog eentje dan!
De wedstrijdroeiers van Njord drinken nog één avond tot in de late uurtjes voordat de wedstrijdperiode begint: een half jaar geen druppel meer en elke dag om elf uur naar bed. Foto Taco van der Eb
Of ontsporingen zoals in Delft zich ook voordoen aan de Universiteit Leiden is nu nog onbekend. Het college van bestuur heeft er enkele maanden geleden -na een verzoek van de staatssecretaris aan universiteiten om alle bestuurskosten bekend te maken - voor gekozen om de declaraties samen met de salarissen van bestuurders te publiceren. Deze zullen in juni samen met het jaarverslag verschijnen. Volgens universiteitsvoorlichter Renée Merkx houden deze beslissingen geen verband met de gebeurtenissen in Delft. ‘Maximale transparantie is altijd de lijn die we kiezen.’ Of het college zich aan de richtlijnen heeft gehouden, kan Merkx nog niet zeggen. ‘Op persoonsniveau valt nu onmogelijk aan te geven of iemand weleens de richtlijnen overschrijdt. Het zal ongetwijfeld weleens zo zijn dat iemand meer krijgt, maar het zal ook weleens zo zijn dat iemand minder krijgt. Het gebeurt op basis van de werkelijk gemaakte kosten.’ De regels voor declaratie door medewerkers en bestuurders zijn dezelfde. Per land en stad staat op de website bijvoorbeeld een tarieflijst voor wat de maximaal te declareren bedragen zijn voor dienstreizen. ‘Onze procedures zijn heel goed op orde.’ HB
‘De stoppen sloegen door’ Geen Facebook Nachtelijke houtkap leidt tot vliegend krat Een studentenhuis aan de Oude Vest heeft in de nacht van maandag op dinsdag een conflict gehad met de buurman over geluidsoverlast. De man gooide een vol bierkrat naar binnen. Student Karst van Hameren vertelt: ‘We zaten achter met een vuurkorf om één uur ’s nachts buiten met een man of acht. We hadden wat muziek aan staan, maar dat vonden de buren kennelijk te hard. Er werd aangebeld en onze sjaars deed open. De buurman begon te schelden en te schoppen. Hij gooide een vol bierkrat door de gang. Toen hebben we de politie gebeld.’ Buurman Koos Dubbelaar vertelt:
Door Dirk-Jan Zom
‘Ze zaten buiten met een vuurkorf en muziek. Ik heb de politie gebeld, want dit was echt niet meer normaal. Mijn kinderen en kleinkinderen konden ook niet slapen, dan word ik wel boos. Ik moet zelf om zes uur op, zij liggen tot twee uur in hun bed.’ Dubbelaar zegt dat hij langs is gegaan. ‘Toen ze ook nog hout gingen hakken, tussen één en half twee ’s nachts, sloegen bij mij de stoppen door. Maar ik heb niemand geschopt of aangeraakt. Ik was wel zo kwaad dat ik een krat kapotgeslagen heb. Dit is al de derde keer dat er daar politie is geweest. Ik ben zelf al drie keer langs geweest om te vragen of het wat stiller kan en of ze ’s nachts geen hout willen hakken. Maar ze doen het toch.’ Van Hameren zegt juist dat er
geen contact was met de buren. Hij was verbaasd door de reactie van de politie: ‘Ze zeiden dat ze vaker bij ons zijn geweest, maar dat was niet ons huis. Ze zeiden dat actie reactie is, dat je dit kunt verwachten als je een vuurkorf aansteekt om één uur ’s nachts. Dat vonden we raar, want dat is helemaal niet hun taak.’ Er is geen proces-verbaal opgemaakt. De studenten willen aangifte doen. Van Hameren denkt niet dat de overlast bij hen veel erger is dan bij andere studentenhuizen. ‘Natuurlijk komt er wel eens iemand dronken thuis en dan gaat de muziek hard aan. Maar verderop is de kroeg en daar draaien ze ook Frans Bauer ’s nachts. Dat is gewoon de binnenstad.’ Dubbelaar zegt dat het wel elke avond lawaaiig was, maar dat het nu wel rustig geworden is.
Langstudeerboete stuit op verzet De Eerste Kamer wil dat staatssecretaris Halbe Zijlstra zijn ‘Wet verhoging collegegeld langstudeerders’ aanpast. Volgens deze langstudeermaatregel moeten studenten die uitlopen drieduizend euro meer collegegeld gaan betalen. Het probleem van de Kamer is dat deeltijdstudies vrijwel per definitie uitlopen ten opzichte van een voltijdprogramma. Wat Zijlstra betreft is dat het probleem van de deeltijders. Als hij een uitzonderingsregel zou maken, schrijven trage studenten zich in als deeltijdstudent om onder de langstudeerboete uit te komen.
De Eerste Kamer vreest echter dat het zo veel duurder wordt om in deeltijd te studeren; terwijl Nederland juist toewilde naar ‘een leven lang leren’. Bijkomend probleem: een groot gedeelte van de deeltijders volgt een docentenopleiding; aan het hbo alleen al zijn dat er 9000. Gezien het lerarentekort kan deze regel kwalijke gevolgen hebben. Eerste Kamerlid Ruard Ganzevoort (GL) had daarom een motie ingediend: Zijlstra moest voor 1 september 2012 een regeling treffen die ‘disproportionele gevolgen voor deeltijdstudenten voorkomt’. Die motie is unaniem aangenomen,
maar Zijlstra heeft er nog niet op gereageerd. In een brief eist de Eerste Kamercommissie dat hij met een antwoord komt. Ook stelt de Eerste Kamer vraagtekens bij Zijlstra’s ambitie om deeltijders sneller door hun opleiding te krijgen. ‘De leden van de vaste commissie voor OCW zien niet hoe dat kan worden gerealiseerd zonder dat ofwel het studieniveau van de deeltijdopleiding wordt verlaagd (…), ofwel deeltijdstudenten de mogelijkheid wordt ontnomen de deeltijdstudie te combineren met een baan en/ of gezin, door het feitelijk ontnemen van het deeltijdkarakter.’ BB
op de tent, svp! Smartphonefoto’s van borrelavond op Facebook? Liever niet! Bij Minerva staat er zelfs een boete wegens verstoring van de inwendige orde op. Verenigingsbestuurders zijn er huiverig voor foto’s van leden met de buitenwereld te delen. Ter bescherming van de privacy van de leden, maar ook om het mysterie van het verenigingsleven in stand te houden. Wat vinden de leden hier zelf van? Een rondje langs de drie jasjedasjeverenigingen levert een redelijk eenduidig beeld op. De meeste aangesproken leden menen dat men zelf prima weet wat je wel en niet op Facebook kan zetten. Quintus, Minerva en Augustinus hebben fotocommissies, voor de website, de Almanak en de verenigingsbladen. Leden kunnen de foto’s ook downloaden of nabestellen. Maar zowel bij Augustinus als bij Quintus zijn er nog geen incidenten gemeld. Quintus-praeses Ruud de Vaan legt uit dat er binnen bepaalde grenzen wel zelf foto’s gemaakt mogen worden: ‘Disputen en dergelijke gaan graag met elkaar op de foto als ze voor een themaborrel verkleed zijn, of de zaal versierd hebben. Mits je het even aangeeft aan het bestuur is het prima.’ Stel dat er toch een ongeautoriseerde borrelfoto in de social media verschijnt? ‘Als het een leuke, gezellige foto is, is het alleen maar mooie reclame voor Quintus. Zo niet, dan vragen we wel om verwijdering, maar sancties zijn er niet.’ Voorzitter Bas van der Hoff van Augustinus reageert laconiek: ‘Voor al te zichtbare telefoons in de zaal
hebben we een prima oplossing: de spoelbak achter het buffet.’ Op een serieuzere toon vervolgt hij: ‘Mochten we toch een foto tegenkomen die niet door de beugel kan, dan ga ik er vanuit dat we het met één telefoontje vriendschappelijk kunnen oplossen.’ Minerva is de enige van de drie met een expliciet verbod. In de wekelijkse ledenmail is herhaaldelijk aangegeven dat foto’s maken op straffe van een geldboete verboden is. Het bestuur verklaart dat de maatregel vooral is ingesteld om te benadrukken dat fotografie in de zaal absoluut niet de bedoeling is; de boete is tot nu toe nauwelijks uitgedeeld en een echt exces is er nog niet geweest. Bij SSR is de situatie wat minder eenduidig. De aangesproken SSRleden kunnen niet direct geschreven en ongeschreven regels noemen en verwijzen door naar het bestuur. Praeses Jiska van Lavieren: ‘We hebben het wel besproken in de bestuursvergadering, maar we zien geen aanleiding voor nieuwe regels. Er komt eigenlijk niemand op het idee om foto’s van een borrel op internet te zetten. Mochten er foto’s naar buiten komen die niet door de beugel kunnen, hebben we genoeg voorzieningen in het reglement om hier tegen op te treden.’ De opvallende uitzondering op dit terrein is Catena. Voorzitter Jeroen Velzeboer: ‘De dag na een mooie avond zien we vaak smartphonefoto’s van leden als we onze computers aanzetten. Dat is prima, iedereen is bij ons vrij om te laten zien wat voor leuke en gekke dingen we hier doen’. CR
6 Mare · 2 februari 2012 Voorpublicatie
Gedachtestop Nood breekt wet beschrijft de worstelingen van een arts in Afrika Een jonge tropenarts zet na negen jaar studie voor het eerst voet in een vergeten hoek van Afrika. In hoeverre zal hij zijn idealen in stand houden wanneer overleven niet vanzelfsprekend is? Een voorpublicatie uit de roman Nood breekt wet van David van Bodegom. Meer dan honderd patiënten! Het was de eerste dag dat ze dat hadden gehaald. De regentijd was officieel begonnen. Terwijl hij zijn spullen opruimde werd er nog een jongen binnengedragen. Patiënt honderdvier was uit de boom gevallen bij het mango’s plukken. De jongen had veel pijn, zijn rechterbeen was duidelijk gebroken, het was korter en lag een beetje naar buiten gedraaid. Tom vroeg dokter Gerards of hij even mee wilde kijken. ‘We zullen met een tractie-installatie het been weer op lengte moeten krijgen’, zei dokter Gerards, ‘even opzoeken hoeveel gewicht er voor hem aan moet hangen.’ Ze reden de jongen naar de kinderafdeling en maakten een touw aan de voet vast, lieten het door een haak in het plafond lopen en hingen er een plastic zak met zand aan. Volgens hoofdstuk twaalf van King was de ideale hoeveelheid zand voor een kind van dertien vierenhalve kilo. De King was de bijbel voor de tropenarts, geschreven door de chirurg Maurice King. Het was eigenlijk een chirurgisch kookboek. Voor elke aandoening werd er aan de hand van stap-voor-stapschetsjes in uitgelegd wat je moest doen. In veel disctrictsziekenhuisjes in Afrika lag ergens wel een kopie, of een kopie
van een kopie, door een tropenarts achtergelaten. Al het geduw en getrek was pijnlijk, maar toen de stellage klaar was en de jongen stil in bed lag met zijn been schuin de lucht in getrokken kon er voorzichtig weer een lachje vanaf. Tom mat het been op. Rechts was nog vijf centimeter korter dan links, de spieren trokken de botten nog langs elkaar. Maar de zak zand zou het winnen van de spieren. Zand werd niet moe. ‘Your name, please’, zei de jongen bedeesd. Tom was even verbaasd. Na drie maanden was dit de eerste patiënt die zijn naam vroeg. ‘Tom’, zei hij. ‘Dank u, dokter Tom.’ Tom glimlachte. ‘Hoe heet jij?’ vroeg Tom. ‘Baja, dokter.’ ‘Rust maar wat uit, Baja, morgenochtend kom ik weer bij je langs.’ Toen hij op bed lag kon hij niet slapen. Hij zag de patiënten van die dag voor zich. Overdag was hij druk en het was alsof zijn geest de verwerking van alle gebeurtenissen uitstelde tot er rust was. Hij sliep al een tijdje slecht. De beelden en gedachten kwamen vanzelf naar boven. Tijdens de opleiding hadden ze hem hiervoor al gewaarschuwd. Veel tropenartsen kregen last van terugkerende gedachten. Ze hadden hem een techniek geleerd: de gedachtestop. Die techniek bestond erin de terugkerende gedachten te herkennen, er hardop ‘stop’ tegen te zeggen en aan iets anders te gaan denken. Iedere keer als de gedachte terugkwam moest je dat herhalen. Hij was klaarwakker en lag op zijn rug in het donker te staren. De con-
touren van zijn klamboe tekenden zich heel vaag af. Als hij zijn ogen sloot zag hij het meisje van dertien voor zich dat hij vanochtend had gezien. Ze was ernstig ziek en toen hij haar liet testen bleek ze hiv-positief. Stop. Ze hoorde bij de Fulanistam, nomaden die met hun vee door de regio trokken. Geen van de verpleegkundigen sprak haar taal en uiteindelijk kon alleen haar broer van vijftien vertalen. De broer weigerde de diagnose aan zijn zus te vertellen. Het meisje keek omhoog en probeerde de ruzie te volgen die zich boven haar bed tussen de verpleegkundige en haar broer ontspon. Gelaten sprak de broer uiteindelijk het vonnis uit. Het meisje keek Tom aan. Stop. Iedereen was nu stil en keek naar hem. De spanning steeg. Hij keek naar het meisje. Het was een prachtig meisje met kort zwart haar in staartjes met kralen die recht op haar hoofd stonden. Ze had een matglanzende lichtbruine huid. Hij kreeg een misselijk gevoel in zijn buik. Met een ongelofelijke krachtsinspanning lukte het hem zijn hoofd te bewegen en hij knikte langzaam twee keer. Het gezicht van het meisje bewoog niet, maar haar blik veranderde in een oogopslag. Met een schok kwam hij weer bij zijn positieven. Iemand klopte op de metalen deur. ‘Dokter, een patiënt.’ Het was Michael. Dokter Gerards was in de verloskamer bezig en er was een jongeman binnengebracht met een inwendige bloeding na een verkeersongeluk. Hij schoot snel in zijn kleren en haastte zich naar het ziekenhuis. Michael ging de generator starten en Tom en Anna legden met behulp van een petroleumlamp alles klaar. ‘We moeten beginnen’, zei Tom,
‘dan maar met de petroleumlamp. Waarom is die generator nog niet gestart?’ Na vijf minuten keek hij in de buikholte die vol stond met bloed. ‘Ik heb meer licht nodig’, zei hij. Anna draaide de petroleumlamp op zijn hoogst en hield hem vlak boven de open buik, zodat Tom erin kon kijken. Hij voelde de lamp naast zijn gezicht gloeien, in zijn ooghoek golfden dikke walmen omhoog. Zijn mondkapje was nat van het zweet dat langs zijn slaap naar beneden liep en het ademhalen door de natte stof ging steeds zwaarder. Af en toe viel er een druppel op de groene operatiedoeken. Terwijl hij met zijn ene hand de darmen opzij hield, zoog Anna met de zuiger het bloed uit de buikholte. Vanaf de zijkant stroomde er steeds nieuw bloed in. Hij boog zich nog iets verder naar voren, de bloeding leek toch meer van bovenaf te komen, misschien was het de milt. Hij hechtte een klein bloedend vaatje. Dit kon niet de enige bloeding zijn. Het zweet kriebelde op zijn gezicht en liep in zijn ogen. Hij moest zich beheersen om niet met zijn arm langs zijn gezicht te vegen. Hoe was hij hier in godsnaam terechtgekomen, vroeg hij zich opeens af. Eigenlijk maakte dat ook niet uit. Feit was dat hij er nu was. Om de een of andere reden was hij degene die nu met zijn handen tussen de organen van deze jongen zocht waar die bloeding vandaan kwam. Als hij er niet had gestaan, had iemand anders hier gestaan. Of niet. Nu was het probleem van deze jongen in ieder geval even zijn probleem. Hij keek naar Anna, die tegenover hem aan de operatietafel stond. In
het halfduister glinsterden honderden kleine zweetdruppeltjes als kleine glazen pareltjes op haar huid. Een motje vloog door de petroleumlamp en zorgde voor een kort steekvlammetje. Michael kwam terug. ‘De benzine is op.’ ‘En de jerrycan voor noodgevallen?’ ‘Ook leeg’, zei Michael. ‘Dat kan niet’, zei Tom, ‘ik heb hem gisteren nog bijgevuld!’ ‘Gisteravond heeft de generator nog gedraaid’, zei Michael. Er waren maar vier mensen die bij de jerrycan voor noodgevallen konden, dacht Tom. Deze jongen bloedde hier dood omdat Michael in het weekend zo nodig op zijn motorfiets langs al zijn vriendinnetjes moest. ‘Haal dokter Gerards’, zei hij kortaf. Hij voelde het zweet over zijn rug kriebelen en hij kreeg even een koude rilling. Dit ging niet goed. Een nieuwe golf bloed stroomde de buikholte in. ‘Godverdomme!’ riep hij. ‘Dokter…’ zei Anna zachtjes.
‘Hij voelde de warme lever weer in zijn hand. Hij rook de bloedlucht’ De operatiekamer begon nu behoorlijk naar bloed te ruiken, ook een nadeel van opereren zonder generator. Zonder airco roken de geuren veel sterker in de warme vochtige kamer. Deze geur was geen goed teken. Dokter Gerards stapte de operatiekamer binnen. Terwijl hij zijn handen droog schudde deed Michael hem zijn operatiejas aan. Op zijn buik zag je de vlekken van vorige operaties. Zonder iets te zeggen kwam hij naast Tom staan en keek in de buik. ‘Motorongeluk’, zei Tom, ‘hij bloedt ergens, maar ik kan niet zien waar.’ Dokter Gerards nam de instrumenten van Tom over en ging systematisch de hele buikholte door. ‘Kijk’, zei hij, ‘die ribben zijn gebroken, hij is op zijn rechterflank geraakt.’ Hij stak zijn hand onder de lever en een plas bloed golfde de buik in. ‘Volgens mij is het de lever, maar in dit licht kunnen we nooit goed zien waar die bloeding vandaan komt.’ Alsof hij een vonnis had uitgesproken kreeg de jongen direct na deze zin een hartstilstand. Tom wilde gaan reanimeren, maar dokter Gerards hield hem tegen. ‘Laat maar’, zei hij kalm, ‘we kunnen niets voor hem doen.’ Tom protesteerde net zo lang tot dokter Gerards zijn stem verhief. Het was de eerste keer dat hij hem dat hoorde doen. Tom liep aangeslagen van de operatietafel weg, trapte de deuren open en rukte zijn operatiejas over zijn hoofd uit. Hij liep terug naar zijn kamer en ging op bed liggen. Hij dacht aan de jongen die net op de operatietafel was overleden. Hij voelde de warme lever weer in zijn hand. Hij rook de bloedlucht. Die jongen was verdomme van zijn leeftijd. Stop. David van Bodegom, Nood breekt wet, Prometheus € 17,95 Op davidvanbodegom.nl zijn de eerste 20 pgs gratis te downloaden.
Een Nederlandse tropenarts in de operatiekamer van een Afrikaans ziekenhuis, vlak voordat hij een amputatie uitvoert bij een aidspatiënt. Foto HH
Auteur David van Bodegom is doctor ouderengeneeskunde en staflid van de Leyden Academy on Vitality and Ageing. Hij was tot voor kort columnist voor deze krant. Hij woonde en werkte jarenlang als arts-onderzoeker in Ghana. Nood breekt wet is zijn debuutroman.
2 februari 2012 · Mare 7 De beroemde Schrödinger-paradox waarbij een kat tegelijk levend en dood is, veronderstelt dat er een universum is waar al de katten in die theoretische opstelling leven. Foto: Radioactieve katten, een werk van de
Wetenschap
Amerikaanse kunstenaar Sandy Skoglund (1964)
Therapietrouw In onderzoek naar de effectiviteit van medicijnen doen de antipsychotica die aan schizofrenie-patiënten wordt gegeven het best goed. In de boze buitenwereld doen ze het een stuk minder. Dat komt omdat juist schizofreniepatiënten hun medicijnen niet of niet goed innemen – een ‘lage therapietrouw’, noemen dokters dat. De schatting is dat minstens de helft van alle schizofrenen dat gedrag vertoont. Als behandelaar wil je daar iets tegen doen, en in de loop der jaren zijn er nog al wat programma’s opgezet om die therapietrouw te vergroten. Drie Amsterdamse wetenschappers en de Leidse onderzoeker Leo de Sonneville zetten het onderzoek naar zulke programma’s op een rijtje, in het vakblad European Psychiatry. Sms’jes sturen werkt niet, pillen natellen werkt niet (want je weet niet of de patiënt ze opeet of door de wc spoelt). Mensen betalen om netjes hun pillen te nemen werkt een beetje, maar brengt ethische dilemma’s met zich mee. Langdurige begeleiding met veel voorlichting, en aandacht voor de geheugen- en concentratieproblemen werkt gedeeltelijk, maar de grote verschillen in uitkomsten tussen de studies blijven opvallend.
Dieselbacterie
Wat niet kan (en toch wel) De grenzen van de quantummechanica De Leidse natuurkundige Tjerk Oosterkamp ontwierp een experiment dat ‘antwoord geeft op de vraag waarom een elektron op twee verschillende plekken kan zijn, maar je stoel niet.’ Nu nog wachten tot het kan worden uitgevoerd. door Bart Braun Als je maar ver genoeg inzoomt op materie, wordt alles ineens raar. Deeltjes kunnen dan ook golven zijn, of teleporteren, of in twee toestanden tegelijk verkeren. De natuurkunde zoals u die leerde op de middelbare school gaat in een hoekje zitten huilen, en maakt plaats voor de zogeheten quantummechanica – een verzameling wiskundige beschrijvingen die al dat rare gedrag verklaart. Hoe contra-intuïtief de quantummechanica ook mag zijn, ze is boven elke twijfel verheven. De voorspellingen die ze doet, komen uit tot vele cijfers achter de komma. Uw iPod en computer werken alleen maar omdat de elektronen die erin zitten zich gedragen volgens de quantummechanica. De Leidse hoogleraar experimentele natuurkunde Tjerk Oosterkamp en zijn Leidse collega Jasper van Wezel in Cambridge hebben een experiment ontworpen dat de grenzen aan die mechanica opzoekt. Het ontwerp staat deze maand in de wiskundige tak van de Proceedings of the Royal Society. Om te snappen waar het om draait, hoef je maar twee dingen over quantummechanica te weten. Eén: normaal gesproken mag je de gevolgen van zwaartekracht verwaarlozen in quantummechanische berekeningen. Twee: de theorie stelt geen grenzen aan de grootte van objecten waarin quantumverschijnselen optreden. Zwaartekracht is een buitenbeentje in de natuurkunde. Op grote afstanden is het een enorme krachtpatser:
complete melkwegstelsels draaien om hun as dankzij de zwaartekracht. Op de menselijke maat is het al minder indrukwekkend: een koelkastmagneetje levert genoeg elektromagnetische kracht om een paperclip omhoog te trekken. De zwaartekracht van de complete aarde, toch zes miljoen keer een miljard maal een miljard (6x1024) kilo, komt daar niet tegenop. Op de schaal van elektronen en atomen, waarop natuurkundigen normaal hun quantummechanica bedrijven, stelt de zwaartekracht echt vrijwel niets meer voor. In cijfers: de elektromagnetische kracht is 1036 keer zo sterk. Er is echter geen echte reden waarom de quantummechanica zich zou moeten beperken tot die superkleine schaal van lichtdeeltjes en elektronen. Het is alleen heel moeilijk om het te onderzoeken bij grotere dingen. De laatste jaren lukt het echter steeds beter, vertelt Oosterkamp. ‘Niet alleen elektronen en fotonen blijken zich te gedragen als een golf, maar ook moleculen, en zelfs kleine objecten zoals minuscule diamantjes. Mijn collega Dirk Bouwmeester werkt aan piepkleine spiegeltjes die tegelijkertijd wel en niet bewegen, en in 2010 bouwde iemand een resonator die tegelijkertijd trilt en niet trilt. Het lukt om steeds grotere objecten op twee plaatsen tegelijk te laten zijn, maar het houdt een keer op. We maken een vlaggetje vast aan de detector, dat omhoog springt als er iets is gemeten. Dat vlaggetje kan niet tegelijkertijd omhoog en omlaag wijzen.’ De Oostenrijkse natuurkundige Erwin Schrödinger beschreef die paradox met een beroemde analogie over een kat. De kat zit in een doos met een radioactief atoom, een geigerteller en een duivelse machine. Als het atoom vervalt, vangt de geigerteller dat op, en doodt de machine de poes. Zolang je er niet aan meet, verkeert het atoom in een zogeheten superpositie: het is zowel wél als niet vervallen. Maar poezen kunnen niet
tegelijkertijd dood en levend zijn. Sommige natuurkundigen kiezen in zo’n geval voor een bijzondere verklaring: op het moment dat je meet, splits het universum zich op in twee universa: eentje waarin de ene toestand geldt (atoomkern vervallen; vlaggetje omhoog, poes dood), en een waarin de andere situatie opgaat (kern intact, vlaggetje omlaag, de poes leeft nog). Ergens is er een universum waarin alle katten van Schrödinger nog leven. Deze interpretatie van de quantummechanica is beeldend, populair bij leken en een grote bron van inspiratie voor schrijvers. Het is ook onzin, volgens Oosterkamp. ‘Die mensen nemen de theorie te serieus. Een theorie is slechts een vereenvoudigd beeld van de werkelijkheid. Wij willen weten: wat zijn nou de situaties waarin die theorie van de quantummechanica geldig is?’ Het apparaat waarmee Oosterkamp dat uit wil gaan zoeken, is een zogeheten magnetische resonatie tastmicroscoop (MRFM). Een gewone microscoop kijkt naar kleine dingen, een tastmicroscoop voelt dingen die te klein zijn om te zien, omgeveer zoals de naald van een platenspeler langs de groeven van een lp glijdt. Oosterkamps versie heeft in plaats van een naald een piepklein magneetje. Dat reageert op de magnetische krachten van datgene dat je onder de microscoop legt. ‘We proberen de positie van een magneetje te bepalen door er een andere magneet bij in de buurt te brengen’, legt de hoogleraar uit. Zo’n magneetje is bijvoorbeeld een elektron. Omdat een elektron een quantumding is, kan het magneetje twee kanten tegelijk op wijzen. De naald van de supermicroscoop beweegt vervolgens ook twee kanten tegelijk op. En dan nu de grote truc: aan de naald kun je een piepklein gewichtje vastmaken. Een gewichtje heeft massa, massa brengt zwaartekracht met zich mee, en als je ineens
wél rekening moet gaan houden met zwaartekracht, werkt de quantummechanica niet meer. Oosterkamp: ‘Massa verbuigt ruimte. Natuurkundig gezien gaat de aarde bijvoorbeeld altijd rechtdoor langs dezelfde as. De massa van de zon verandert echter de richting van die as, en daardoor draaien we in een baan. Als nu een massa zich op twee plekken tegelijk bevindt, zoals in deze proef, dan wijst dat assenstelsel ineens twee kanten op. Elk punt is een wolkje geworden, terwijl je voor de wiskunde wel een punt moet hebben.’ En wat gebeurt er dan? Niemand die het weet. ‘Misschien moeten onze theorieën over zwaartekracht iets inleveren, misschien de quantummechanica, misschien allebei’, aldus Oosterkamp. In het artikel stellen Oosterkamp en Van Wezel voor om een wiskundige term te gebruiken voor de ‘ruis’ die door de zwaartekracht ontstaat. Kortom, een mooi experiment, dat je echt iets nieuws leert over de natuurkunde. Oosterkamp en Bouwmeester hebben deze ideeën, behoren tot de besten ter wereld in experimenten bij ultralage temperaturen. Leiden heeft een fijnmechanische dienst die uitblinkt in het knutselen aan piepkleine dingen die het bij lage temperaturen moeten doen. Waarom staat die proefopstelling niet al klaar? ‘We gaan het proberen’, zegt Oosterkamp, ‘Maar het is op dit moment nog te moeilijk. Eigenlijk moet het nog kouder zijn dan wij het nu kunnen maken. ‘Als het wel lukt, krijg je antwoord op de vraag waarom een elektron op twee plaatsen tegelijk kan zijn, zoals in de transistor van je iPod, maar je stoel niet. Ik denk dat dat beeld van verschillende universa een misvatting is; een schijnoplossing.’ Maar ja: ‘Onze toevoeging van ruis aan de vergelijking is ook maar een armeluisoplossing. Dat roept ook weer nieuwe vragen op.’
Verontreinigde grond schoonmaken is duur. Het zou dan ook heel mooi zijn als je dat zelf niet hoefde te doen, maar er micro-organismen voor in kon zetten. Op plekken waar vroeger een lekkend tankstation stond, zou je bijvoorbeeld een bacterie kunnen loslaten die diesel eet. In Research in Microbiology beschrijft een internationaal team van onderzoekers, waaronder LUMC’ers Maria van den Barselaar en Lenie Dijkshoorn, zulke bacteriën. De wetenschappers stelden 17 stammen van Actinobacter bloot aan een serie verschillende testjes, om te bepalen of ze de diesel konden opeten, en welke bestanddelen van de brandstof ze het beste konden verteren. Ook brachten ze een gedeelte van de verantwoordelijke genen in kaart. Een vijftal stammen van A. venetianus is het efficiëntste, zo bleek.
Rivierkreeften Nog niet zo heel lang geleden was een rivierkreeft een zeldzaamheid. De inheemse soort Astacus astacus was bijna uitgeroeid door de kreeftenpest, een ziekte die begin vorige eeuw toesloeg. De soort blieft bovendien alleen brandschoon water met niet teveel roofvissen erin, en dat werd steeds zeldzamer. Inmiddels stikt het in Nederland van de buitenlandse rivierkreeften, dankzij morsen door de aquariumhandel en horeca. Alles bij elkaar gaat het om tien verschillende soorten, oorspronkelijk afkomstig uit Amerika of Turkije. In de Entomologische berichten beschrijft de Leidse bioloog Bram Koese samen met collega Menno Soes hoe je al die rivierkreeftjes uit elkaar kunt houden. De felrode diertjes die dreigen naar elke poes, fietser en fotograaf die langskomt, zijn bijvoorbeeld exemplaren van de rode Amerikaanse Rivierkreeft, Procambarus clarkii. Wie de oorspronkelijke Nederlandse soort wil zien, herkenbaar aan het gestekelde kammetje aan de onderzijde van de kop, moet tegenwoordig goed speuren. Voor zover bekend is er één vijver, op een landgoed bij Arnhem, waar ze nog voorkomen. ‘Totdat ook daar een met kreeftenpest besmette rivierkreeft terechtkomt’, schrijven Koese en Soes.
8 Mare · 2 februari 2012 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@ mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Drie leerlingen uit groep 7 en 8 zoeken dringend hulp bij taal, rekenen en studievaardigheden; Marokkaans meisje, Nederlands, brugklas; Marokkaans meisje, wiskunde, brugklas VMBO. Marokkaans meisje, wiskunde, Engels, kopklas; Marokkaans meisje, Engels, economie, 3-HAVO, zes euro per uur. Twee Marokkaanse meisjes, Engels, HAVO, kopklas; Marokkaans meisje, taal, rekenen, kopklas; Turkse jongen, boekhouden, ROC,
MBO1. Afghaans meisje, Nederlands, NT2, Marokkaanse jongen, wiskunde, 2-VMBO. Drie leerlingen Voortgezet Onderwijs wonen in Zuid-West. Twee leerlingen Speciaal Onderwijs hebben bijles nodig; 30 leerlingen Ba.O.groep 3 t/m 6 zoeken hulp bij taal en/of rekenen, van wie tien met vergoeding. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling of bijlesgever thuis. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen en op het woonwagencentrum Trekvaartplein Leiden. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma-, wo en do. 15-17 u. Tel: 5214256, LET OP ons e-mailadres is: st.onderwijswinkel@planet.nl. FETA WERELDDANS CENTRUM: vanaf woensdag 8 februari 19.00-20.00u: Etnobeat; 20.45-22.15u: Etnobeat/Traditionals (gevorderden); Wachtgebouw, Morsstraat 62, Leiden.
€70/korte cursus of €90/semester, studenten 10% korting. Eerste avond is open les. www. fetawerelddans.tk
Maretjes extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet. com Lector Studiebegeleiding zoekt nieuwe medewerkers! Enthousiaste studenten ge-
zocht voor het geven van huiswerkbegeleiding op onze vestigingen in omgeving Leiden en Den Haag. Minimaal twee middagen per week, vwo diploma vereist. Bekijk de vacature op www.lectorstudiebegeleiding. nl of bel naar 088-2211444. Scholten. Degelijk juridisch onderwijs en tentamentraining in kleine groepen door een ervaren en professionele docent. Cursus/tentamentraining goederenrecht vanaf 13 februari 2012. Voor meer informatie: Scholten: 071-5126714 of gijs.scholten@planet.nl Katcon, voor liefhebbers van science fiction en fantasy! 10 en 11 maart, hotel Noordzee, Katwijk aan Zee. Boekenverkoop, filmprogramma, Gwyneth Jones en Jan J.B. Kuijpers. Studententarief €15,p.d. Meer info op www.beneluxcon.nl
Academische Agenda O. Rakic zal op dinsdag 7 februari om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The intergalactic medium near high-redshift galaxies’. Promotor is Prof.dr. P.T. de Zeeuw. P. Ambaretnani zal op dinsdag 7 februari om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Paraji and Bidan in Rancaekek’. Promotor is Prof.dr. L.J. Slikkerveer. T.M. Stirtz zal op dinsdag 7 februari om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A Grammar of Gaahmg’. Promotor is Prof.dr. M.P.G.M. Mous. R. de Leeuw zal op donderdag 9 februari om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De
titel van het proefschrift is ‘Molecular understanding of tamoxifen resistance in breast cancer’. Promotor is Prof.dr. J.J. Neefjes. M. Duijvestein zal op donderdag 9 februari om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Stem cell therapy for inflammatory bowel disease’. Promotor is Prof.dr. D.W. Hommes. A. Alipour zal op donderdag 9 februari om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Leukocytes and Complement in Atherosclerosis’. Promotor is Prof. dr. J.W. Jukema. F.J.L. van Dulm zal op donderdag 9 februari om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Zonder eigen gewinne en glorie’. Promotor is Prof. dr. S. Groenveld.
advertentie
PROGRAMMA Studium Generale voorjaar 2012 (1) www.studiumgenerale.leidenuniv.nl Studium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken.
Indien niet anders vermeld: TOEGANG IS GRATIS! GEEN AANMELDING NODIG. IEDEREEN IS WELKOM! (Kom wel op tijd, want vol = vol!) Voor een uitgebreid programma zie: www.studiumgenerale.leidenuniv.nl Serie
Serie
Serie
Serie
Oorzaak en gevolg Lezingen over causaliteit filosofie – natuurkunde - psychologie
De Nederlanders en het “nieuwe” Japan. De moderne ontwikkeling van Japan
De Financiële Crisis in Mondiaal en Historisch Perspectief
Taalverloedering Een hoorcollege over veranderingen in het Nederlands in de 21e eeuw
MaandagAVOND 6 FEBruari Causale folklore Jan Sleutels, universitair docent Metafysica, Instituut voor Wijsbegeerte, Universiteit Leiden MaandagAVOND 13 FEBruari Lezing 1: Voor wat door wat: pre-moderne verklaringen en oorzaken Frans de Haas, hoogleraar Antieke en Middeleeuwse Wijsbegeerte, Instituut voor Wijsbegeerte, Universiteit Leiden Lezing 2: Causaliteit: een kernprobleem van de wetenschappelijke revolutie Herman Philipse, universiteitshoogleraar, Universiteit Utrecht MaandagAVOND 20 FEBruari Oorzaak en Gevolg in de Moderne Fysika, te weten de quantumfysika en de relativiteitstheorie F.A. Muller, universitair docent Theoretische Wijsbegeerte, Faculteit der Wijsbegeerte, Erasmus Universiteit Rotterdam MaandagAVOND 27 FEBruari Concepten van causaliteit in de hedendaagse wijsbegeerte Victor Gijsbers, universitair docent Wetenschapsfilosofie, Instituut voor Wijsbegeerte, Universiteit Leiden MaandagAVOND 5 maart Het cement van het universum. De rol van causaliteit in het begrijpen van tekst en in het dagelijks leven Paul van den Broek, hoogleraar cognitieve en neurobiologische achtergronden van leren en doceren, Instituut Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden Tijd & plaats 19.30 - 21.00 uur (13 februari: tot 22.00 uur) zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden Deze serie is het resultaat van een samenwerking van Studium Generale met het Instituut voor Wijsbegeerte, Universiteit Leiden.
DinsdagAVOND 14 FEBruari Bakkebaarden, vlees en spoorwegen: de Japanse maatschappij op weg naar ‘beschaving’ Katarzyna Cwiertka, hoogleraar Modern Japan, Universiteit Leiden DinsdagAVOND 21 FEBruari “Haal in en streef voorbij!” Japans programma vanaf 1868 Wim Boot, hoogleraar Taal en Cultuur van Japan, Universiteit Leiden DinsdagAVOND 28 FEBruari Leraren in modern waterbeheer. De rol van de Nederlandse waterbouwers in Meiji-Japan, 1872-1903 Bert Toussaint, historicus bij Rijkswaterstaat DinsdagAVOND 6 maart De Nederlandse Marine en de vroege industrialisering van Japan, 1850-1870 Alan Lemmers, wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag DinsdagAVOND 13 maart Traditionalisme vs. Westers modernisme: veranderingen in de Japanse beeldende kunst 1870-1940 Chris Uhlenbeck, conservator Museum Nihon no hanga, free-lance conservator Japanse kunst en kunsthandelaar DinsdagAVOND 20 maart Een nieuw lichaam - een nieuwe gezondheidszorg Harm Beukers, Scaliger hoogleraar Bijzondere Collecties UB, Universiteit Leiden Tijd & plaats 19.30 - 21.00 uur, zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden Extra avond - English spoken! Anatomy Anatomised Two lectures on the making and keeping of anatomical collections by medical historians Andrew Cunningham and Ruth Richardson
Wednesday 15th of February Time & venue 8 pm (door opens 7.30 pm) Museum Boerhaave, Lange St. Agnietenstraat 10, Leiden Entrance: €7,50 (free for students and visitors with a ‘museumjaarkaart’). The lectures are co-organized by the Leiden University research group on Cultures of Collecting, Museum Boerhaave and Studium Generale. They are part of the international conference Cultures of Anatomical Collections. See www.culturesofcollecting.nl
Ter inleiding: WoensdagAVOND 15 FEBruari om 20.55 op NEDERLAND 2 Labyrint: Nieuwe visies op de economie Labyrint is het wetenschappelijke televisieprogramma van de VPRO en NTR WoensdagAVOND 22 FEBruari - English spoken! The Global Economic Crisis: An Episode in the History of Money Keith Hart, Professor Emeritus of Anthropology, Goldsmiths College, University of London WoensdagAVOND 29 FEBruari De Vierde Ronde Jan Pronk, Professor in Theory and Practice of International Development at the International Institute of Social Studies (ISS), The Hague WoensdagAVOND 7 maart Let op! Geld lenen kost geld! Lenen in Nederland en Zuid-Afrika Erik Bähre, universitair docent Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie, Universiteit Leiden en onderzoeker bij het NIAS
Door Marc van Oostendorp, hoogleraar Fonologische Microvariatie en voorzitter van de onderzoeksmaster Taalkunde, Universiteit Leiden DonderdagAVOND 16 FEBruari Nederlands, oud en nieuw DonderdagAVOND 23 FEBruari Nederlands, goed en fout DonderdagAVOND 8 maart Nederlands, plat en zangerig DonderdagAVOND 15 maart Nederlands en de migratie Tijd & plaats 19.30 - 21.00 uur, zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden Deze serie is het resultaat van de samenwerking van het Studium Generale Universiteit Leiden en Home Academy Publishers. NB.: Tijdens de colleges worden door Home Academy Publishers opnames gemaakt voor een uit te brengen audio-cd. Gespreksavond Marktwerking in de wetenschap
WoensdagAVOND 14 maart Corruptie: Verkoop van Macht en Invloed Michel van Hulten, Saxion Lector Governance, Saxion School of Governance & Law
Een gesprek met o.a. Renk Roborgh en Andreas Kinneging
WoensdagAVOND 21 maart Na de Beurskrach: de Crisis van de Jaren Dertig Jeroen Touwen, universitair docent, sectie Economische en Sociale Geschiedenis van het Instituut voor Geschiedenis, Universiteit Leiden
MaandagAVOND 12 maart Renk Roborgh, Directeur-generaal Hoger onderwijs, Beroepsonderwijs, Wetenschap en Emancipatie bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
WoensdagAVOND 28 maart - English spoken! What does the Occupy Movement want? Marianne Maeckelbergh, assistant professor, Social and Behavioural Sciences, Leiden University
Andreas Kinneging, hoogleraar Rechts-filosofie en hoofd van de afdeling Rechtsfilosofie, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden. Gespreksleider op deze avond.
Tijd & plaats 19.30 - 21.00 uur zaal 003, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden Deze serie is tot stand gekomen in samenwerking met het Instituut Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie en Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS).
Tijd & plaats 19.30 uur tot 21.00 uur zaal 011, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden ORGANISATIE & INFORMATIE Studium Generale Universiteit Leiden Postbus 9500, 2300 RA Leiden 071 527 7283/7295/7296 studiumgenerale@sea.leidenuniv.nl
2 februari 2012 · Mare 9 Opinie
Plagiaat komt vaker voor, dan de Universiteit Leiden wil toegeven. Vooral kwetsbare, buitenlandse studenten zouden hier gevoelig voor zijn, meent Jan Just Witkam. Plagiaat in Leiden? Ja, en het komt vaker voor dan je denkt. Mare 15 citeert een rapport waarin staat dat in Leiden sinds 2005 slechts één geval aan het licht gekomen is, van een mevrouw, uit 2006. Eén geval! Zalig zijn de armen van geest die zich visioenen van het rijk der hemelen laten voortoveren. Dit laat opnieuw zien dat de universiteit ziende blind en horende doof is, niet de universiteit natuurlijk, maar haar vele bestuurders. Over wat plagiaat precies is, bestaan aan de Leidse universiteit slechts rudimentair ontwikkelde noties. Een jaar of vijf, zes geleden volgde ik een cursus voor docenten over plagiaat. Docente noch deelnemers kwamen veel verder dan de constatering dat het toch vooral ging om het plaatsen van complete verwijzingen in je voetnoten. Dat plagiaat primair het gebruiken van andermans gedachtegoed is, gratis gegapt of gekocht voor geld, dat werd zo niet gezegd. Dat het tegelijkertijd een inbreuk is op de orde van de examens, waarbij de individuele verworvenheden van de student getoetst worden, kwam evenmin ter sprake. Het kwaadwillig verbergen van zulke diefstal is alleen maar plagiaat in de tweede graad. Nog een vorm van plagiaat die vaak voorkomt, is de recycling door de student zelf van eerder en elders gemaakt werk.
Iedereen weet het, maar er wordt zelden over gesproken Na afloop van die cursus heb ik bij mijn faculteit (Letteren) een richtlijn over plagiaat opgevraagd. Die was op dat moment nog niet beschikbaar, maar een half jaar later lag er inderdaad een facultaire tekst op tafel. Daarin (de meest recente versie in de site van Universiteit Leiden is gedateerd 3 mei 2011) wordt nog steeds gesteld dat plagiaat ook ‘per ongeluk’ kan voorkomen. Dit
‘Buitenlandse studenten plagiëren vaker’ is vergoeilijkend taalgebruik, want diefstal en ordeverstoring vinden nooit per ongeluk plaats. De tekst in de universitaire site vertelt nog steeds niet wat plagiaat is en ook niet waarom het aan een universiteit niet thuishoort. Wel handelt de tekst uitgebreid over procedures die bij het constateren van plagiaat moeten worden gevolgd. Plagiaat kan alleen bestaan in een omgeving waar het niet wordt voorkomen en evenmin bestraft. Laten we daar dan eens naar kijken. Eind 2009 bracht ik een kwestie van plagiaat ter sprake tijdens het overleg van mijn opleiding. Het betrof een buitenlandse student die mij, naar mijn vaste maar onbewijsbare overtuiging, werk had aangeboden dat hij had gerecycled uit een eerder academisch leven. Deze student wilde datzelfde werk voor de derde maal gebruiken, nu bij weer een
andere Leidse docent en in een iets andere setting. Ik sprak daarbij mijn niet geheel ongefundeerde vermoeden uit dat dit eerder gewoonte dan uitzondering was bij sommige buitenlandse studenten. Op de lange en goed gedocumenteerde brief die ik vervolgens aan de drie betrokken docenten hierover schreef, heb ik nooit een reactie ontvangen. Dit raakt aan iets heel anders, maar voordat ik verder ga even dit. Het moge volstrekt duidelijk zijn dat het mij er niet om gaat om buitenlandse studenten als groep in een kwaad daglicht te stellen. Zij zijn in feite uiterst kwetsbaar en de universiteit zorgt niet altijd even goed voor hen. Cultuurverschillen en heimwee kunnen soms tot grote, vrijwel onoplosbare, problemen leiden. Onder hen zijn echter individuen actief, en mogelijk relatief meer dan onder Nederlandse studenten, die zich be-
dienen van allerlei handigheden om het diploma zonder veel moeite te bemachtigen. Aan een goedgelovige instelling als de Universiteit Leiden, waar men nog steeds niet is toegekomen aan een bruikbare definitie van plagiaat, en waar veel docenten geen gedonder willen hebben, hebben zij praktisch vrij spel. Maar om hen gaat het mij niet. Ik heb het liever over de faciliteerders van plagiaat. Er zijn aan de universiteit nogal wat kwetsbare opleidingen die voor hun voortbestaan geleidelijk aan afhankelijk zijn geworden van de instroom van buitenlandse studenten. Hun studie wordt niet zelden betaald door het Nederlandse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking of daaraan gelieerde organisaties. De overheden in sommige landen van herkomst streven naar het upgraden van hun ambtelijk apparaat en willen dat bereiken door
hun mensen buitenlandse diploma’s te laten behalen. Dit is een winwinsituatie voor vrijwel iedereen, Ontwikkelingssamenwerking heeft een mooi en veilig project, aan de universiteiten worden de studentenaantallen opgekrikt, de buitenlandse aanwezigheid kan tegelijkertijd gebruikt worden in de statistieken over de internationalisering, en de studenten in kwestie krijgen een deftig diploma. Het gaat bij dat alles om veel geld en de belangen voor alle betrokkenen zijn groot. Iedereen weet het, maar er wordt zelden over gesproken. Een plagiaatje meer of minder doet er dan weinig toe. De verliezers bij dit alles zijn natuurlijk de wetenschap zelf en de paar docenten die zich met haar solidair verklaren. Prof. dr. Jan Just Witkam is emeritus handschriftenkunde van de islamitische wereld
In memoriam
In memoriam
Ben Nieuwenhuizen
Adriaan Mulder
Na een kort ziekbed is Ben Nieuwenhuizen overleden. Hij zou in april 90 jaar zijn geworden. Ben was mede één van de grondleggers van het Sylvius Laboratorium en toenmalig bouwheer. Hij heeft zich jaren ingezet voor het plannen en begeleiden van de nieuwbouw van het Sylvius laboratorium dat een uiterst flexibel en efficiënt gebouw moest worden om de laboratoria van diverse pluimage te kunnen huisvesten.
Wij zijn diep geschokt door het plotselinge overlijden van onze vriend Adriaan Mulder. Zijn diepe depressie heeft hem hiertoe gedreven. We hebben Adriaan binnen de studie taalwetenschap leren kennen als een warme, sociale en inspirerende jongen. Afgelopen jaar behaalde hij cum laude zijn bachelordiploma en was hij begonnen aan de master linguistics.
Ben is zijn carrière gestart bij het Rijkszuivelstation in de Vreewijkstraat Leiden. Na enige jaren is hij overgestapt naar het Laboratorium voor Medische Chemie van de Universiteit. Daar heeft hij vele jaren de scepter gezwaaid over de fijnmechanische afdeling. Toen dienden zich de nieuwbouwplannen aan ten behoeve van de verschillende uit hun jasje gegroeide laboratoria. Vanaf het prille stadium van het plannen maken voor de nieuwbouw is Ben betrokken geweest bij de opzet van het Sylvius Laboratorium. Toenmalig hoogleraar Medische Biochemie Hein Booij, heeft Ben van meet af aan betrokken bij de plannen voor de broodnodige technische inbreng. De planning heeft vele jaren in beslag genomen. De bouw werd steeds weer uitgesteld door gedoe over de financiering die in die tijd nog door de politiek werd gedirigeerd. Eerst is nog het zogeheten proeflaboratorium gebouwd om diverse ontwerpen van de inrichting van de toekomstige laboratoria te kunnen testen. Een van de vindingen van Ben was het ontwerp van de servicestrook, die later zijn nut zeer heeft bewezen in het Sylvius. Het proeflab is nog jaren in gebruik geweest als ‘gewoon’ laboratorium ten gevolge van steeds meer ruimtegebrek van de vakgroepen, mede door het uitstel dat telkenmale aan de orde was. Ben is begin 1980 als eerste vertegenwoordiger van het niet-wetenschappelijk personeel toegetreden tot het faculteitsbestuur van de medische faculteit en heeft dat gedurende een zestal jaren gedaan. Bij zijn pensionering heeft hij de legpenning van de Medische Faculteit ontvangen. Leo Gerrese
Adriaan had zoveel talenten, kende zoveel mensen en leefde zo’n intens leven dat het moeilijk is om hem in een paar woorden te beschrijven. Jezus en zijn saxofoon waren zijn twee grote liefdes. Hoewel wij heel anders naar de wereld keken dan hij, werden we goede vrienden. Onze gesprekken over het geloof waren openhartig en soms heftig, maar altijd met wederzijds respect. Zijn kijk op het leven en zijn openheid brachten hem in nauw contact met de mensen om hem heen. Met één zin of blik kon hij je raken en met zijn lach kon hij iedereen een goede dag bezorgen. Dat hij aanwezig was kon je al van een afstand horen door zijn mooie spel op de fluit. Hoewel hij vaak zijn afspraken vergat, konden we nooit echt boos op hem worden. Of hij nou vrolijk was of niet, het was altijd fijn om bij hem te zijn. Adriaan leek een antenne te hebben voor de emoties van anderen. Dat praten helpt, is iets wat we van hem geleerd hebben. Dat het hem uiteindelijk niet genoeg heeft kunnen helpen, is iets wat ons diep raakt. We zullen zijn interesse, zijn gekkigheid en zijn baard missen. Namens de opleiding Taalwetenschap, Jeroen van Honk en Evelyn Bosma
10
Mare · 2 februari 2012
English page
(Super)markets often sell the wrong varieties, according to one geneticist Some people literarily have a bad taste in their mouth after eating pine nuts, a sensation that could last for days. Leiden geneticist Ben Zonneveld has designed a quick test to identify the wrong kernels. Pine Nut Syndrome, or Pine Mouth: once experienced, never forgotten. It is a metallic taste that arises a day or two after eating pine nuts, giving everything you eat a bitter, “metallic” taste that can last up to two weeks. It is an unpleasant experience for anyone, and a disaster for restaurant critics. This metallic taste – the medical term is “cacogeusia” or “metallogeusia” - is a relatively new phenomenon: the first description linking it to pine nuts only dates as far back as 2001. Not everybody suffers from it, and not all pine kernels produce this effect. If you go to a supermarket to buy apples, you will find some five metres of shelves displaying Elstars, Jazzes, and Fijis – all variations of the same variety of Malus domestica. But a packet of pine kernels might contain anything. According to the United Nation’s Food and Agriculture Organisation FAO, there are 29 varieties of pine (Pinus) that have edible kernels, and any one bag could contain several kinds. In his study, hidden away in the depths of the labyrinthine Van Steenis building, geneticist Ben Zonneveld tips four pine nuts from a tube. After careful examination, you might notice that one is longer than the BY BART BRAUN
rest, while the other three bear a superficial resemblance to each other, although they are actually three different varieties. “These are the four types available in the Netherlands.”
Pine nuts are like U2: popular in the eighties and nineties and now refusing to disappear Zonneveld works at the National Herbarium and is specialised in determining the genome size - the amount of DNA per cell – of plants. Plant experts can identify tens of thousands of varieties on the grounds of certain features: the number of stamens, the shape of the leaf, the colour of the flower, etc. The genome size is also distinctive and has a number of useful properties: you can identify a plant using any part of that plant, so you do not need to wait until it flowers and a small piece of the plant will suffice, so a botanist at the other side of the globe can simply send a leaf by post. It is a rapid method of identification: genome size can be determined in just one day and in the case of some plants, it is a useful way of identifying two very similar varieties. And this applies to pine nuts, as Zonneveld discovered. In the scientific journal Plant Systematics and Evolution, he describes his study into the genome size of the varieties available in shops and compares this to the amount of DNA in the twelve
varieties of pine that produce the most common types of pine nut. He collected the nuts from Leiden supermarkets and asked friends from abroad to send him packets of pine kernels. Then he collected samples of the twelve types of Pinus from specialised arboretums so that he could match the right tree to the right type of kernel. You cannot identify all varieties of pine by means of their genome size, but luckily, this method can be used for the four commercially available varieties of kernels. Zonneveld identified them as P. gerardiana (the long variety from Pakistan), P. koraiensis, P. pinea from Southern Europe and P.
armandii from China. This last variety is not included on the FAO’s list of edible varieties. It is easy to understand how a new variety could end up on Western plates: pine nuts did for food what U2 did for pop music – they became popular at some point in the eighties, you could get them everywhere in the nineties and now they refuse to disappear. Pine nuts are found in pesto sauces and in salads and sprinkled over meat. A whole generation of cooks cannot look at a plate of food without thinking: “Hmm, I know just what this meal needs: extra pine nuts.” The demand for them rocketed, but it takes years for pine
Crappy taste As Pine Mouth is a relatively new syndrome and not really a serious problem in medical terms, very little research has been done. It exists, some people are more sensitive to it than others, and it seems to depend on the precise variety of pine nut consumed. But we do not know exactly how pine nuts cause it, although there is an intriguing theory about it. People have five kinds of taste bud on their tongues: sweet, sour, salt, bitter and umami. The last one is sensitive to the amino acid glutamate, but does not have any relevance for this article – the ones we talking about here are the receptors for bitter foods. They are not only found on your tongue, but in your intestines as well. Bitter substances are often toxic, and these papillae help your body to decide whether or not the contents of your large intestine should be removed quickly - as diarrhoea. American toxicologist Gregory Möller has suggested that these taste buds in your intestines have something to do with Pine Mouth. A certain acid in the pine nuts stimulates the extra production of gall, a bitter substance needed to digest fat. And you taste this gall with your special bitter receptors in your intestine. Your brain sweeps all this information into a big heap so the bitter taste in your food is actually the bitter taste of excrement in the making. To put it optimistically: the wrong type of pine nuts puts you in touch with your unchartered inner self.
trees to produce pine cones and consequently, people have been tempted to sell a new type of pine nut. Zonneveld and his wife, who are both susceptible to Pine Mouth, tested the various sorts themselves. “We were very cautious to start with”, he recalls. “I didn’t really want to try them. First I would have one, then two, etc.” He would experience the metallic taste after six nuts, and found that it was caused by Pinus armandii. If you suffer from Pine Nut Syndrome, that is the type you need to avoid. They all taste the same, but you will notice the difference the next day. By now, he can identify them without his lab equipment. “If you look closely, you will notice that the P. armandii are oval, smaller and greyish and the P. koraiensis are pear-shaped, yellower and larger. The armandii kernels always have spots at the tips but so do the koraiensis kernels some times, so that criterion is less reliable.” He holds up a tub from a local supermarket, which contains two types mixed together and points out the differences. “Nowadays, I can tell the difference really easily and when I’m at the market, I can see that a quarter of the nut sellers sell the wrong types of pine nuts, but at the same price, obviously.” Import companies who want to make sure their customers won’t get a metallic taste but who do not spend time examining pine nuts can use the genome size identification method. “It is quite a straight forward test when done with the right equipment. If you give me ten samples today, I can give you the results tomorrow.”
2 februari 2012 · Mare 11 Cultuur
Agenda
FILM
Foto PUURee
Foto Lisa Grijzenhout
Foto Tim Knol
Cultuurminnaars op je bed Stukafest brengt muziek, stand-up en theater in studentenkamers Op 9 februari open een aantal Leidse studentenkamers de deuren voor cultuur. Stukafest biedt onder andere een inburgeringcursus met een Amerikaan, Russische importbruiden en Amsterdamse troubadours. DOOR VINCENT BONGERS
’de Gouden eeuw met burger king’ De Amerikaanse comedian en acteur Greg Shapiro, onder andere bekend van Boom Chicago en Comedy Central News, duikt in zijn soloprogramma How to be orange op de inburgeringscursus. Je kwam in 1994 naar Nederland. Wat viel je op? ‘Veel Amerikanen kijken Fox News en hebben een raar beeld van de Nederland-experience. Ze denken dat het hele land een rosse buurt is. ‘Ik was de eerste dag vooral verbaasd over de grachten met prachtige huizen. Maar ik botste ook meteen tegen een gigantische Burger King aan. De Amerikaanse invloed is groot. Nederland is een mengsel van Burger King en Gouden Eeuw, dacht ik toen. Maar ik ben nu lang genoeg hier om te weten dat de typische Nederlander niet bestaat. ‘Maar zelfs het vliegveld vond ik opvallend. Ik nam in New York een vlucht van JFK airport naar Amsterdam. JFK is een beetje een chaos, Schiphol is ordelijk, civilised, net als de rest van Nederland. Ik stapte uit het vliegtuig en stond vrijwel direct op het station op om een trein te pakken. Dat vond ik echt fascinerend.’ Veel Nederlanders zijn negatiever over hun eigen land. ‘Jullie moeten trotser op Nederland worden. Ik hoor maar steeds dat de tolerantie weg is, dat de polder dood is. Dat valt best mee. Ik zat eens in een panel op een symposium. Er zat één oerNederlander in, verder werd ik geflankeerd door Turkse, Chinese en Russische import. Wij waren heel enthousiast over het land, terwijl de Nederlander klaagde. Nederlandse trots komt blijkbaar alleen nog maar uit het buitenland.’ Nu speel je in een Nederlandse studentenkamer ‘Ik heb een keer eerder op Stukafest gestaan, in Rotterdam. Het is heel apart. Maar ik ben ondertussen al redelijk wat vreemde plekken gewend. Ik speelde bijvoorbeeld ooit op een boot naast de machinekamer, dus ik red me wel.’ Je vindt de inburgeringcursus maar merkwaardig ‘Er staan rare dingen in. Van die flauwe trick questions als: “Na hoeveel weken kun je op kraambezoek bij je buren?” Het antwoord is natuurlijk dat je alleen mag langskomen als je wordt uitgenodigd. Het is leuk om dit soort dingen juist met studenten langs te lopen en de spot ermee te drijven.’ Houden de Republikeinse voorverkiezingen je bezig? ‘Het is een merkwaardig spektakel. Gingrich is mijn favoriet als het om entertainmentwaarde gaat. Hij is de Amerikaanse Geert Wilders. De man heeft geen filter. De meeste mensen denken toch: “Zal ik dit zeggen? Of gaat dit te ver?”
Gingrich blurt het er gewoon uit en blijft vervolgens achter zijn uitspraken staan. Hoe erg ze ook zijn. Hij roept de gekste dingen: ‘Obama is een socialist, of nog erger een foodstamp president. De meeste kandidaten denken toch wel even na voordat ze zoiets roepen. ‘De kans dat concurrent Mitt Romney het gaat redden, is groot. Het is moeilijk om hem te vertrouwen. Hij wil zo graag winnen dat elke week iets anders zegt om te pleasen. Zo fakkelt Romney de ziektekostenverzekering af terwijl hij als gouverneur van Massachusetts juist zo’n systeem introduceerde. Obamacare heette niet voor niets eerst Romneycare.’
xTe zien bij: Liselotte, Lange Mare 96Ax
’Russen zijn slechte echtgenoten’ Olga en Vladlena gaan trouwen met Nederlandse mannen die ze alleen van het internet kennen. In de voorstelling Matroesjka kruipen Janneke Rinzema en Lisa Loeb in de huid van Russisch postorderbruiden. Op zoek naar geld of liefde? Hoe komen jullie bij dit onderwerp? Janneke Rinzema: ‘We hadden het een keer over internetbruiden. Wie gaat nou zo ver om zich aan te bieden op het internet? Dat is toch bizar. Wat bezielt hen? Daar wilden we meer over weten. We zijn documentaires gaan kijken en hebben onderzoeken gelezen en daar kwam deze voorstelling uit. We schreven liedjes, wat sketches en vonden een accordeonist die is gespecialiseerd in OostEuropese en Russische muziek. Het is een tragikomedie geworden.’ Lisa Loeb: ‘We hebben een absurdistische sketch over hoe de vrouwen zich op het internet voordoen en hoe ze in werkelijkheid zijn. Op het internet doet iedereen zich mooier voor dan ze zijn. Hoeveel kans van slagen heeft zo’n huwelijk dan eigenlijk? Rinzema: ‘We hebben trouwens er nog even gedacht om onszelf op internet aan te bieden. Dat hebben we toch maar niet gedaan.’ En, wat bezielt ze? Rinzema: ‘Het viel ons op dat er niet alleen economische motieven zijn. Dat hebben we ook verwerkt in het stuk. Bij Vladlena gaat het vooral om geld. Olga is op zoek naar echte liefde. ‘Je mag natuurlijk niet generaliseren maar veel Russische mannen zijn geen goede echtgenoten en geen modelvaders. Ze hebben, onder andere door de zelfgestookte wodka, ook nog een veel lager levensverwachting dan de vrouwen. Er is dus een vrouwenoverschot. ‘Russische vrouwen willen juist heel graag een goede echtgenoot zijn. Boven de 25 is de kans
daarop in Rusland al haast verkeken, vandaar dat ze vertrekken naar het buitenland.’
xTe zien bij: Rachelle, Morsstraat 48x
‘Het is geen hogere wiskunde’ Eind vorig jaar kwam Everything on wheels, de tweede plaat van Awkward i uit. De nummers van singer/songwriter Djurre de Haan zijn minisymfonieën van stem en gitaar, ondersteund door strijkers, toetsen en allerlei andere instrumenten. De nummers op je platen zijn heel gelaagd. Hoe is dat ontstaan? ‘Ik speelde in 2007 bas in de groep Alamo Race Track en daardoor ging ik steeds meer als band denken. Hierdoor arrangeerde ik mijn liedjes steeds rijker. Ik verzamelde ook instrumenten en had bijvoorbeeld een ukelele, mandoline, orgel en een glockenspiel in mijn huis staan. Ik wilde al die instrumenten ook wel bespelen en ging daar mee aan de slag. Op die manier ontstonden er gelaagde liedjes. ‘Later komen de Awkward i-bandleden er bij en werken we de arrangementen uit. Dan krijg je suggesties als: “Die partij kun je beter vervangen door toetsen, want een viool klinkt hier truttig.” Zo ontwikkelt zich een nummer, maar het is geen hogere wiskunde hoor. Het is niet zo dat ik met een sober akoestisch liedje begin en daar maar dingen aan ga toevoegen.’ Wat zijn je invloeden? ‘Ik ben de laatste tijd steeds meer naar klassieke muziek aan het luisteren. Ik ben bijvoorbeeld liefhebber van Mahler. Zijn muziek is een mooie mengeling van tragiek en vrolijkheid, agressie en rust. Die tegenstrijdigheid stop ik ook graag in mijn liedjes. Ik ben ook een groot liefhebber van Bill Callahan, oftewel Smog. Hij slaagt er steeds in om nieuwe schoonheid te vinden in zijn muziek. Dat probeer ik ook te bereiken met mijn eigen nummers. Althans voor mij moet het nieuw zijn, als dat lukt ben ik tevreden.’ Jullie gaan niet met een heel orkest in een studentenkamer staan? ‘Nee, we spelen een akoestisch set en houden het klein. We hebben al vaak in huiskamers gespeeld. Ik hou wel van dat hele directe contact met het publiek.’
xTe zien bij: Marte en Mels, Hooigracht 39x Stukafest 9 februari, Diverse studentenkamers, € 4,50- 14,00 www.stukafest.nl
TRIANON The Descendants Dagelijks 18.45+21.30. Za., zo. 14.30 Süskind Dagelijks 18.45+21.30. Za., zo.+wo. 14.15 Nova Zembla 3D Dagelijks 18.45. Za., zo.+wo. 14.30 Sherlock Holmes 2 dagelijks 21.30 HET KIJKHUIS The Artist Dagelijks 18.45 Tinker Tailor Soldier Spy Do., vrij., za. 21.00 My week with Marilyn Zo. t/m wo. 21.00 The Iron Lady Dagelijks 19.15+21.30 LIDO STUDIO War Horse Dagelijks 18.30+21.30. Za., zo. 15.30 The Iron Lady Za., zo. 15.30. Wo. 14.30 Doodslag Dagelijks 19.00 Black Out Dagelijks 21.30 New Kids Nitro! 16 jr. Do., vrij., za. 19.00 Mission: Impossible 4 Do., vrij., za. 21.30 The Help Zo., ma., di., wo. 20.30 The Girl with the dragon tattoo Dagelijks 20.30
MUZIEK
LVC Ongekend ft Chris Carrier, Aike & Dickson, Sleebos Vr 3 feb 23.00 u €12,Ditch ft Damon Wild & Invite Za 4 feb 23.00 u €12,50 JAZZCAFÉ DE TWEE SPIEGHELS Azure Vr 3 feb 21.00 u Kapok Zo 5 feb 16.00 u
T heate R
LAKTHEATER Nieuw West: Met Joran aan zee Vr 3, za 4 feb 20.30 u €12,50 Marjolijn van Heemstra: Mahabharata Do 9 feb 20.30 u v.a. €11,50 IMPERIUMTHEATER De lange nasleep van een korte mededeling Vr 3, za 4, do 9 feb 20.30 u LEIDSE SCHOUWBURG Emma’s feest Vr 3, za 4 feb 20.15 u v.a. €22,50 VARA Leids Cabaret Festival Ma 6, di 7, do 9 feb v.a. €9,-
DIVERSEN
LUMC Tentoonstelling ‘Uit de schaduw’ t/m 11 mrt 2012 UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK Tentoonstelling ‘Topografisch Geheugen: Topstukken uit de verzameling Nederlandse topografie’ t/m 29 apr 2012 ARCHITECTUURCENTRUM RAP Tentoonstelling ‘103 interventies voor de stad’ t/m 25 mrt 2012 SIEBOLDHUIS Maanlicht, Mysterie en Schoonheid t/m 4 mrt 2012 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Etrusken. Vrouwen van aanzien t/m 18 mrt 2012 Nieuws uit het Midden-Oosten t/m 31 aug 2012 Sites in the city t/m 19 feb 2012 In de gloed van Lapis Lazuli t/m 11 mrt 2012 MUSEUM BOERHAAVE Verborgen krachten: Nederlanders op zoek naar energie t/m mrt 2012 DE LAKENHAL Suske & Wiske – Het Lijdende Leiden t/m 4 mrt 2012 NATURALIS Naturalia, van circusdier tot wetenschappelijk object t/m 19 aug 2012 MUSEUM VOLKENKUNDE Op expeditie t/m 26 febr 2012 De verborgen tuin – Juwelen uit India t/m 8 apr 2012
12 Mare · 2 februari 2012 Kamervragen
00:17 PM
Bierblikkip
Foto Taco van der Eb
‘Soms horen we wel gekreun’ Michelle Smit, masterstudent Engelse taal en cultuur Huis: Kraaierstraat Grootte: 10 m2 Inclusief: fusie, keuken, badkamer en dakterras Prijs: € 280 per maand Sinds: 2009 Hoe ben je hier terecht gekomen? ‘Via Kamernet. Dit is een huis voor mensen die net als ik aan het afstuderen zijn. Ik woonde eerst aan de Rijn- en Schiekade, met allemaal Augustijnen en Quinten. Heel gezellig, maar op een gegeven moment was ik het beu. 'Aan het einde van je studententijd ben je er klaar mee als jij ’s morgens aan je scriptie wil werken, maar je huisgenoten je om vijf uur ’s nachts wakker komen maken.’
Bandirah
Wat zeggen mensen als ze hier binnenkomen? ‘Heel veel mensen vinden dat mijn kamer heel duidelijk mijn identiteit uitstraalt; hij zegt veel over mij. 'Jongens vragen vaak of mijn interieur van Unicef afkomstig is. Eentje vroeg uit welk pannenkoekenhuis de gordijnen kwamen.’ Je huis zit ingeklemd tussen een viswinkel en een bordeel. Van welke heb je de meeste overlast? ‘Het bordeel. Ik zit hier aan de achterkant, dus veel last van de vislucht heb ik niet. Mijn huisgenoten hebben vooral last van de muziek. 'Afgelopen zomer stonden zowel hier als bij de buren de ramen open, toen hoorden we gekreun. Dat was wel genânt. Maar als ’s nachts thuiskom,
staat er daar een enorme uitsmijter voor de deur, dan voel ik me wel veiliger.’ Heb je wel eens aanspraak van de klanten? ‘Mijn huisgenote is wel eens aangesproken; of de meisjes binnen knap waren. En heel traditioneel: de stationwagons met kinderzitjes die voor de deur staan. 'Een keer zaten we buiten, en we keken blijkbaar wat afkeurend naar zo’n man. Hij gooide verontschuldigend zijn handen in de lucht en riep “Personeelsuitje – ik kan er niets aan doen.”’ Heeft het ook voordelen om hier te wonen? ‘Ik ben er erg blij mee. Het grote dakterras is ideaal voor zonnen, studeren
en barbecuen. Het is een leuk oud huisje in de binnenstad, met alle winkels en supermarkten op loopafstand. Idealer kan het gewoon niet.’ En de brakste avond? ‘Ik ben aan het afstuderen, dus ik ben niet meer zo vaak brak. Met wat andere “oude” mensen gaan we op vrijdagen naar de MaPo (Café In de oude Marenpoort, red.), en de daarop volgende zaterdagen zijn behoorlijk brak. 'Mijn huisgenoten kijken dan in stomme verbazing naar wat ik allemaal naar binnen werk.’ Door Bart Braun
‘Heb je wel eens Beer Can Chicken gegeten?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Het is eigenlijk gewoon een kip met een bierblik in zijn hol.’ We gingen naar buiten, waar hij het deksel van de barbecue tilde. ‘Sommige mensen denken dat je alleen zomers kan barbecueën. Hartstikke zonde, ik doe het elke week. Staat ook wel leuk op tafel, zo’n kippetje.’ Ik staarde naar het onthoofde stuk vlees. Uit zijn achterste stak inderdaad een blik Heineken. Het zag er oncomfortabel uit, de vleugeltjes hingen pathetisch naar beneden. Ik leerde hen kennen bij natuurkunde. Mijn vriendinnen zaten allen in een andere klas. Het angstzweet brak me dan ook uit toen onze docent – altijd gekleed in een paarse trui – verkondigde dat we ons essay in groepjes moesten schrijven. Toen voelde ik een pen in mijn rug prikken. ‘Heb jij al een groepje?’, vroegen de twee jongens achter me. Ik schudde mijn hoofd. ‘Mooi, dan mag je bij ons, jij schrijft het verslag.’ En zo geschiedde. We kregen een acht. Sindsdien waren we onafscheidelijk. Deze avond zou legendarisch worden. We zouden herinneringen ophalen tot ons buik pijn deed van het lachen. Misschien. Hij gaf ons een rondleiding door zijn nieuwe huis. Drie van de vijf kamers waren leeg. ‘Wat moet ik met die ruimte?’ Aan de grote tafel wachtten we vijf kwartier op de kip. Hij zat op een barbecueforum waar ze tips en recepten uitwisselden. Ook wist hij wie van onze oude klasgenootjes inmiddels getrouwd was. Wij hadden het over het Disney-feest op onze vereniging, waar een halfnaakte Hercules Sneeuwwitje imiteerde in de hoop een zoen te krijgen van de prins, en waar mensen vieze dingen deden met de staf van Jafar. De grotemensenwereld leek ineens mijlenver weg. Hij vertelde over zijn werk op het gemeentehuis in Hendrik-Ido-Ambacht. ‘Wat doe je daar?’, vroeg ik. ‘Niet veel.’ ‘Maar wat doe je daar als je wel wat doet?’ ‘Beleid maken, burgers te woord staan. Het blijft een stressvolle baan, want zodra je het publieke domein betreedt, word je geconfronteerd met je werk. We doen nu een nieuwe proef, waarbij we de vuilnisbakken uit het park verwijderen. Alleen de bakken bij de ingang laten we staan. Je begrijpt dat het ontzettend duur en onhandig is om steeds het park in te moeten rijden.’ Ik begreep het. Vijf kwartier later was de kip - de smiecht - nog steeds roze, alsof hij ons wilde vertellen dat de avond niet voorbij ging. We aten vast alle aardappeltjes op en deden moeilijk over de sla. Ik houd niet van blauwe kaas, mijn vriend niet van peer. De kip werd toch nog gaar. Ik kromp ineen toen een scherpe schaar zijn borstkas verbrijzelde. Na het eten speelden we de quiz Buzz op de Playstation. Hij koos de categorie actiefilms. Bij elke Die hard liepen onze scores verder uiteen, de symboliek ontging me niet. Ik koos ‘natuur en wetenschap’, maar het was al te laat. Na drie rondes vernedering was het elf uur en gingen we naar huis. ‘Het was gezellig. We moeten snel weer eens afspreken.’ Ik knikte instemmend. Petra Meijer