Mare 18 (39)

Page 1

4 februari 2016 39ste Jaargang • nr. 18

‘Strubbelingen horen erbij’ Pagina 11

Eén, twee, chachacha! Op spoedcursus dansles: 'Gooi je heup er flink in!'

Waarom dierproeven meteen moeten stoppen/ onvermijdelijk zijn

Antisemitisme door de eeuwen heen: schuldig aan de pest én 9/11

Pagina 3

Pagina 8

Pagina 9

Schilderij van Michael Rabba met daarop Eritrese soldaten. Foto Didier Ruef/Hollandse Hoogte

Gescreend door het regime Hoe ondemocratische staten wetenschappers beïnvloeden Volgende week hoort Eritreakenner Mirjam van Reisen van de rechter of zij schuldig is aan smaad en laster. Ze is niet de enige wetenschapper die wordt tegengewerkt door het regime dat ze bestudeert. ‘Ik zou een coupe beramen.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Na elke publicatie over mensenhandel volgden veel georganiseerde reacties en schokkende beschuldigingen’, vertelt Mirjam van Reisen, sinds dit jaar hoogleraar computing for society bij

het Leiden Centre of Data Science (LCDS). ‘Rond 2010 begon ik mijn onderzoek naar mensenhandel in de Sinaï, met name van Eritreeërs. Aanvankelijk waren de reacties nog gerelateerd aan onze publicaties. Ik heb pas aangifte gedaan toen de berichten in het Tingrinya verschenen, de taal van Eritrea, en niet meer toegankelijk waren voor mij. Ik zou een coupe beramen, vertaalden mensen uit mijn netwerk. Dat ging niet meer over mijn onderzoek, maar over loyaliteit aan het Eritrese regime.’ Maar na enkele uitspraken over intimidatie en invloed van het regime

via aanhangers in Nederland, stond Van Reisen vorige week opeens zélf voor de rechter. Meseret Bahlbi, een in Nederland opgegroeid lid van de YPFDJ, de jongerentak van de enige politieke partij van Eritrea, had een kort geding aangespannen wegens smaad en laster. ‘Zo’n rechtszaak slokt je op. Maar het geeft ook inzicht in de dynamiek van de lange arm van Eritrea.’ Aan de Volkskrant vertelde ze vorige week hoe ver dat kan gaan: van nachtelijke achtervolgingen op de snelweg tot uitgemaakt worden voor ‘moordenaar van Eritrea’. Nu zegt ze: ‘Zo

Meer inspraak voor faculteitsraden

Scherpere controle op slecht Engels

Minister: student in ‘Eén adviseur voor universiteitsbestuur duizend studenten’

Ze krijgen instemmingsrecht op de besteding van zeven miljoen euro die het college extra investeert in het verbeteren van het onderwijs. En wellicht nog meer.

De universiteit gaat scherper letten op de Engelse taalvaardigheid van docenten. Docenten die niet het niveau halen, mogen geen Engelse colleges meer geven.

Bussemaker wil dat er studentenassessoren in de universiteitsbesturen komen. Ook moeten de opleidingscommissies meer rechten krijgen.

Pagina 4

Pagina 4

Pagina 5

komt mijn onderzoek vanzelf naar me toe. Ik voel me niet gehinderd, eerder uitgedaagd.’ Woensdag 10 februari is de uitspraak. ‘Ik ben redelijk optimistisch. Ik had me wellicht voorzichtiger kunnen uitlaten, maar deze zaak brengt nu een belangrijk maatschappelijk politiek debat op gang.’ Ze is niet de enige hoogleraar die de hete adem van ondemocratische staten in de nek voelt. Universitair docent Max Bader is Rusland- en Oekraïne-deskundige en houdt, zeker in aanloop naar het Oekraïnereferendum, vaak lezingen. ‘Dan zit-

ten er trollen in de zaal: mensen die werken voor de Russische ambassade. Het zijn vaak dezelfde personen. Ze ontregelen het debat met vragen en hun attitude. Het werkt intimiderend. Ik weet niet of ze betaald worden, maar het gebeurt systematisch.’ Vooralsnog laat hij zich er niet door afschrikken. ‘Ik ben wetenschapper, geen politicus. Ik wil iets bijdragen met mijn kennis, maar zij wekken de indruk dat ik het Westen vertegenwoordig. Volgende week geef ik een lezing bij studentenvereniging SiB en ik denk nu al: ik hoop niet dat er zo’n troll komt.’ Ook Erik-Jan Zürcher, hoogleraar Turkse talen en culturen, kent het verschijnsel. ‘Vooral in Amsterdam: bij een lezing over de Armeense genocide, kreeg de gastspreker vragen voorgelegd, opgelezen van briefjes, die door de zaal werden verspreid. Dat was duidelijk geregisseerd.’ Online duiken ze ook op. Zürcher: ‘Op de Facebookpagina van onze vakgroep worden we soms vanuit Turks-Nationalistische hoek uitgemaakt voor alles wat mooi en lelijk is. Ik zit niet op Twitter, maar een Erdoğan-aanhanger heeft zelfs een fake-account aangemaakt onder mijn naam. Gelukkig heeft hij weinig volgers.’ Bader: ‘Het staat wel vast dat de Russische overheid mensen in dienst heeft die actief zijn op fora en Facebook, maar we weten niet van iedereen of ze betaald worden.’ Hij denkt niet dat de Russen zijn wetenschappelijke publicaties volgen. ‘Mijn onderzoek in tijdschriften zit achter een paywall en wordt door weinig mensen gelezen - dat is de tragiek van de wetenschap. Maar wellicht sta ik op een lijst, omdat ik soms verkiezingswaarnemer ben in Rusland.’ Hoogleraar Arabische taal en cultuur Petra Sijpesteijn: ‘Een collega in Oxford die een bombrief ontving na Palestijns-Israëlisch onderzoek kreeg de relativerende opmerking: “Geweldig, dat je onderzoek zó relevant is.”’ Dat hoogleraar Koreastudies Remco Breuker in de gaten wordt gehouden door Noord-Korea lijdt geen twijfel. ‘Ik hoorde dat er bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een formele klacht tegen mij is ingediend, met het urgente verzoek om mijn onderzoek stil te leggen.’ > Verder lezen op pagina 6

Er zijn te weinig studieadviseurs om studenten goed te kunnen begeleiden. Personeelspartij UB en studentenpartij SGL luiden de noodklok in een notitie.

Pagina 5

Bandirah Pagina 12


2  Mare · 4 februari 2016 Geen commentaar

Knuffel des doods

DOOR BART BRAUN Gratis tip: als u na het lezen van deze Mare het krantje onder uw kleren stopt, heeft u het ietsje minder koud vrijdag. Het is dan namelijk warme-truiendag, de dag waarop de verwarming ietsje lager gaat. Dit alles om u ervan bewust te maken dat menselijke activiteiten bijdragen aan opwarming van de aarde. Beetje jammer voor de mensen die elke dag al in warme truien liepen omdat het – u weet wel – winter is. Ook een beetje jammer voor alle mensen die zich al bewust waren van global warming – u weet wel, die theorie die al sinds 1896 bestaat. Dit is zo mogelijk nog vreemder dan alle acties die ons jaar in, jaar uit ‘bewust willen maken’ van borstkanker. Holy shit, borsten met kanker?! Waarom vertelt niemand je daar wat over?! Oh wacht, dat doen ze wel. Aan één stuk door. Bewuster gaan we niet worden, mensen. Het is tijd voor stap 2: de daadwerkelijke aanpak van het probleem. Wat ons terugbrengt naar de universitaire Mart Smeets-dag. Die gaat niet helpen. In de eerste plaats natuurlijk omdat de bijdrage van de Universiteit Leiden aan de totale CO2-uitstoot op de planeet verwaarloosbaar is. Dat is een beetje flauw argument, natuurlijk: de wereld moet ergens beginnen, dus waarom niet wij, waarom niet hier, waarom niet nu? In de tweede plaats omdat de bijdrage van de verwarming op 4 februari – het wordt sowieso een warme dag voor de tijd van het jaar – verwaarloosbaar is op de totale CO2-uitstoot van de Universiteit Leiden. Ook dat is een open deur, maar de organiserende milieucommissie Green Keys is er toch straal voorbij gelopen. Dat is jammer, want achter déze open deur schuilt vennijn. Het bereiken van doelen in complexe omgevingen als een universiteit, een bedrijf of een land is een resource management game. Je kan slechts een eindige hoeveelheid dingen doen in een dag, je middelen zijn beperkt, en je hebt een eindige hoeveelheid goodwill van de omgeving. Door nu in te zetten op een eendaags thermostaat-tikje, verspil je die resources aan een druppel op de gloeiende plaat. Als je dan vervolgens de oh-zo-veel-bewustere universiteit over wilt halen om iets te doen dat wél uitmaakt, wordt dat lastiger. Dingen die wél uitmaken, zijn een stuk vervelender om aan te pakken. Die bestuurder die jaarlijks voor meer dan een ton aan vliegtuigkosten declareert, kan die niet wat vaker thuisblijven? Kan een universiteit het anno 2016 nog wel maken om vlees te serveren op borrels en in haar kantines? Is het niet beter voor het milieu om een campus in China op te zetten dan om duizenden Chinezen hier naartoe te laten te laten komen? Dat zijn kwesties waar je winst kan halen, maar als je die nu aankaart, wordt het lastiger, want je kapitaal is kleiner. Geen wonder dat de universiteit nu zo graag meewerkt: het is een knuffel des doods om echte verandering in de kiem te kunnen smoren. ‘Sorry, lieve Green Keys’, klinkt het dan, ‘Maar we hebben al zoveel voor jullie gedaan met die warme truiendag. Volgend jaar doen we weer één dag de verwarming ietsje lager hoor, maar ga nu maar terug in je mand.’

Colofon Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden Postbus 9500 2300 RA Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Monica Preller (stagiaire) m.preller@outlook.com

Column

Zoektocht

Medewerkers

Laura Kervezee • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Dokwerk Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • Birgül Açiksöz • Joline Cramer • drs. Bart Funnekotter • drs. Malou van Hintum • mr. Folkert Jensma • Merian Kuipers • Josephine Say • Prof. dr. Nico Schrijver • Marieke Vinkenoog • Dr. Hans Vollaard • Christian van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op IBAN NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Geen ‘brandweerman’ of ‘astronaut’, maar ‘dat hoef ik nog niet te weten’ antwoordde mijn tweejarige oppaskindje toen ik hem vroeg wat hij later wilde worden. Ik stond toen, negen jaar geleden, op het punt eindexamen te doen en het maken van een studiekeuze kon ik niet al te lang meer uitstellen. Zonder dat ik het door had gehad, was het moment aangebroken dat ik blijkbaar wel moest weten wat ik wilde worden – zo voelde dat althans. Gelukkig bleek mijn studiekeuze pas het begin van een zoektocht. In die tijd bezocht ik open dagen bij culturele antropologie, proefcolleges bij wiskunde en van alles ertussenin, maar al snel ontdekte ik dat ik nog niet zo gericht wilde kiezen. Alles leek wel interessant, maar tegelijkertijd kreeg ik de indruk dat het kiezen voor een studie betekent dat je je laat vastleggen in een strak curriculum met suffe colleges en opdrachten of practica die al door hordes ouderejaars waren uitgekauwd. Ik belandde bij het University College in Utrecht, waar studenten een brede, internationale bacheloropleiding volgen door zelf hun vakkenpakket samen te stellen. Ik begon daar met het dwaze dan wel briljante idee om me te richten op een combinatie van filosofie, taalwetenschappen en kunstmatige intelligentie. Dwaas of briljant, ik zal het nooit weten, want drie jaar later stapte ik de wijde wereld in met een bachelor biomedische wetenschappen op zak. Ik ben daar zelf nog verbaasd over. Op de middelbare school had ik biologie niet bijzonder interessant gevonden, maar ik bleek er toch meer mee te hebben dan ik van tevoren had kunnen bedenken. Dat kwam vooral omdat ik in die tijd een fascinatie ontwikkelde voor het onderwerp

waar ik nu nog steeds onderzoek naar doe: de biologische klok - maar daarover een volgende keer meer. Dat ik mijn persoonlijke interessegebiedje heb gevonden, is te danken aan de enorme keuzevrijheid die tijdens mijn bacheloropleiding geboden werd. Ik vroeg me bijvoorbeeld af hoe het kwam dat veel mensen elke dag voor de wekker wakker worden, en anderen juist totaal niet, en schreef er voor het vak fysiologie een essay over. Ik wilde weten of de activiteit van het hersengebiedje waar de biologische klok huist, met behulp van fMRI te meten is, en dook voor een opdracht van een neurowetenschappelijk vak de literatuur in. Als stage deed ik onderzoek, bij een andere universiteit, naar de biologische klok in vetweefsel. En in mijn laatste jaar mocht ik, in plaats van nog een vak te volgen, een uitgebreide literatuurscriptie schrijven over de gezondheidsaspecten van, inderdaad, de biologische klok. Zou ik bij een andere opleiding al deze kansen ook hebben gekregen? Lang niet iedere student zal gebaat zijn bij zoveel vrijheid en het zal ook niet elke studie ten goede komen. Maar waar studenten wel baat bij hebben, is de mogelijkheid buiten de gebaande paden te treden. Een tweejarige jongetje hoeft nog niet te weten wat hij wilt worden en die zoektocht hoeft niet opeens op te houden bij het maken van een studiekeuze zestien jaar later. Ik gun iedereen ook zo’n mooie zoektocht en hoop dat die zo lang mag duren als je wilt. LAURA KERVEZEE

promoveert bij het Leids Universitair Medisch Centrum


4 februari 2016 · Mare Mensen

071 -527 …

Beerputten gaan open Hoe Leiden schoon bleef dankzij betere stedenbouw Een mens produceert per jaar 500 liter aan uitwerpselen. In de late middeleeuwen verdwenen die in de beerput. Dr. Roos van Oosten schreef een boek over dit fenomeen. ‘Er lag ook wel eens een menselijke vlecht, een apenschedel of een vogelkooi in.’

vulden hun houten tobbe en dumpten de inhoud op een bootje dat in de gracht lag te wachten. Na een keer of 75 heen en weer lopen zat hun taak erop. De poep werd buiten de stad gebracht, vaak kwam het uiteindelijk terecht op een weiland als bemesting.’

In 1463 besloot het Leidse stadsbestuur dat voortaan elk huishouden moest beschikken over een beerput. ‘De opkomst van de beerput heeft te maken met de professionalisering van stedenbouw. De bouw van huizen was meer georganiseerd en het afval werd verzameld’, vertelt archeoloog Roos van Oosten. Haar boek De stad, het vuil en de beerput, waar zij aanstaande zondag in boekhandel Van Stockum een lezing over geeft, legt uit hoe beerputten werken en wat voor waarde ze hadden voor de stad. ‘Door beerputten werd niet alles meer geloosd in de gracht. In feite zorgden ze ervoor dat de stad schoon bleef.’ Hoewel, schoon? Op een goed moment raakt zelfs de diepste beerput vol. ‘Een mens produceert gemiddeld 500 liter drijfmest per jaar. In Leiden mochten bewoners in de late middeleeuwen zelf hun beerput legen, maar in de 17e eeuw moesten er secreetwerkers voor worden ingehuurd. Het legen gebeurde ’s nachts zodat andere bewoners zo min mogelijk last hadden van de stank. Er kwamen dan twee mannen langs met een grote ton waarin alle feces werden verzameld. Via steegjes liepen ze naar de binnenplaats achter het huis waar de beerput stond. Ze

Leiden was een echte textielstad. Na het Spaans beleg vonden veel gevluchte textielwerkers uit de Zuidelijke Nederlanden er een nieuw onderkomen. De bevolking van Leiden groeide sterk. ‘De gevelrijen raakten gesloten, steegjes verdwenen, waardoor de secreetwerkers voortaan

DOOR MONICA PRELLER

Carl van Hees

naar binnen moesten met hun emmer. Je moet je voorstellen wat een overlast dat gaf, twee mannen die 75 keer met een ton stront door je huis heen lopen. Maar ja, daarna kon je wel weer een paar jaar je put vol schijten.’ Overigens zijn poep en pis niet de enige dingen die terecht kwamen in de beerput. ‘Ze werden gebruikt als afvalbak, dus er werd van alles in gegooid, waaronder veel aardewerk. Maar er lag ook weleens een menselijke vlecht, een apenschedel of een vogelkooi in. Dat brengt je heel dicht bij de mensen die in die tijd leefden. Zelf heb ik niet zoveel gewroet in beerputten, trouwens, maar het klopt, ja, ze stinken nog steeds. Het verhaal gaat dat in de jaren tachtig Amsterdamse schatgravers konden ruiken of bij een verbouwing ergens een beerput was blootgelegd. Dan belden ze aan om te vragen of ze hem mochten leegscheppen.’ Rond 1600 werden Leidse huizen steeds vaker voorzien van een riolering, wat het einde van de beerput betekende. ‘Leiden was bijzonder vroeg met haar riolering. De meeste Leidse beerputten zijn inmiddels weggehaald. De grootste zat op de plek waar nu de C&A staat. Die was vier meter diep, dat is echt uitzonderlijk.’ De invoer van de riolering zorgde voor meer milieuvervuiling. ‘De afvoer liep uit op het grachtenwater. De doorstroom van het water in Leiden is relatief beperkt, dus het moet ontzettend gestonken hebben.’ Zondag 7 februari 14.00: lezing ‘De stad, het vuil en de beerput’ Van Stockum (Breestraat 113), entree gratis. Aanmelden via leiden@vanstockum.nl

Frutti di Mare

Oranje corsages en heel veel heup DOOR PETRA MEIJER ‘De chachacha is een Zuid-Amerikaanse dans waarbij je lekker met de heupjes zou moeten zwieren’, zegt Nils Out (23, informatica). ‘Doe maar even alsof je op de bus staat te

Opvangen is wel zo aardig.

3

wachten. Leun op één been en gooi je heup er flink in.’ Samen met Brenda van Hal (21, wiskunde) geeft Out de allereerste stijldansworkshop ooit waar evenveel mannen

Foto Taco van der Eb

als vrouwen op af komen. ‘Tja, bèta’s hè’, verklaart Larissa Wolters (20, informatica). Studievereniging De Leidsche Flesch organiseert de workshop ter voorbereiding op het Science Gala van 12 februari: een eenmalige upgrade van het jaarlijkse bètagala. Out: ‘Omdat de faculteit 200 jaar bestaat, is het allemaal wat opgeleukt. Het is in de stadsgehoorzaal in plaats van in de Four Reasons en het is dit jaar ook voor stafleden.’ Van Hal: ‘En er is écht goede muziek. Hans Dulfer komt.’ Als de heupen los zijn gemaakt worden de eerste pasjes ingestudeerd. ‘De heren gaan straks die kant op. De dames gaan ook die kant op. Anders raak je elkaar kwijt’, zegt Out. ‘En hier moet ook je heup erbij?’ vraagt een jongen uit de zaal. ‘Woeeeh!’, joelt een van de meisjes zwoel. Out knikt. ‘Ja, heel veel heup.’ De stem van Lou Bega klinkt uit de boxen: ‘She tastes like colaaaa. Sweet, sweet sugar colaaaa’, en de studenten worden gevraagd om paartjes te maken. Het woord ‘paartjes’ alleen zorgt al voor wat hilariteit, maar al snel heeft elke heer een dame aan de arm. De eerste chachacha’s worden zonder uitzondering uitgevoerd door deelnemers die strak naar de grond kijken. Maar dan krijgen ze er lol in, kijken elkaar steeds beter aan en proberen zelfs al een draai. Als de draai vervolgens echt wordt uitgelegd, blijkt deze toch moeilijker

dan gedacht. Out: ‘Je moet genoeg grip hebben om niet uit te glijden, maar het moet glad genoeg zijn om te draaien.’ ‘En moet de man de vrouw dan ook opvangen?’, wil iemand weten. Out: ‘Dat lijkt me wel zo aardig ja.’ Dan is het tijd voor een pauze om ‘het vocht aan te vullen’. Out: ‘Straks gaan we de quickstep oefenen: een ballroomdans waarbij we ook afstand af gaan leggen.’ ‘Dat doen we nu ook’, zegt Irene Verstraten (24, wiskunde), die samen met haar partner telkens links in het lokaal begon, en rechts eindigde. De meeste dames hebben al een galajurk gekocht. ‘Omdat de lustrumkleur oranje is, werden we gevraagd om een oranje detail. Dat is best een lastige kleur’, zegt Wolters. Verstraten: ‘Misschien oranje lolly’s als corsage. Of Cheetos! Dan moet je wel telkens je corsage vervangen als je honger krijgt.’ De meeste dates zijn ook al geregeld. ‘En wie nog geen date heeft, kan mailen naar help-ik-heb-een-date-nodig’, zegt Daphne Nesenberend (20, wiskunde en life science & technology). Wolters: ‘Nou, we hebben het mailadres maar vereenvoudigd naar date@deleidscheflesch. nl. Tot nu toe hebben we één e-mail ontvangen, maar er worden ook mondelinge matches gemaakt. En als er nog mensen van andere faculteiten zijn die naar het gala willen, kunnen wij wel een date regelen hoor. We hebben heel veel mannen.’

De koning ontkracht Emiritus-hoogleraar Joop van den Berg presenteerde vorige week donderdag zijn boek Macht verloren, gezag versterkt over veertig jaar koningschap in Nederland. Koning Willem-Alexander heeft als eerste uw boek ontvangen, lazen we. ‘Dat is niet helemaal waar. Ik hoorde van Eerste Kamervoorzitter Ankie BroekersKnol dat hij het boek had gezien op de website van Elsevier en het toen onmiddellijk heeft besteld. Maar het officiële eerste exemplaar heb ik vorige week aan mevrouw Broekers uitgereikt.’ Hoe ziet volgens u de ideale koning eruit? ‘Mijns inziens bestaat de ideale koning niet. Het staatshoofd zou zo min mogelijk macht moeten uitoefenen, en moet vooral een symbolische functie hebben. Daarnaast moet hij of zij er wel voor waken dat het kabinet zich aan de constitutionele normen en waarden houdt. Dat behoort voor de buitenwereld verborgen te blijven. Kijk maar naar de kabinetsformatie in 2010, toen Beatrix er mede voor zorgde dat het kabinet volgens de goede vormen werd geformeerd. Daar was toen veel weerstand tegen.’ Vindt u het terecht dat Nederland een koningshuis heeft? ‘Nou ja, als ik de keus had zou ik nu nooit meer een koningshuis invoeren. Maar het Huis Oranje-Nassau is al sinds de Opstand met Nederland verbonden. Het verbond met het koningshuis is een onderdeel geworden van de Nederlandse identiteit. Ik heb er ook geen talent voor om voor Don Quichot te spelen. Het is er al zo lang, dan moet je dat aanvaarden.’ Dus u denkt dat het in de toekomst niet gaat veranderen? ‘Voorlopig zal het koningshuis zich waarschijnlijk heel goed weten te handhaven. Het hangt er ook van af wat er in andere landen gebeurt: als de koningshuizen in België, Scandinavië en Spanje omvallen, kan ik me niet voorstellen dat dat in Nederland als enig Europees land niet gebeurt.’ Wat moet Willem-Alexander doen om ervoor te zorgen dat hij koning blijft? ‘Hij moet zich niet teveel laten gelden als koning. Je ziet dat het in andere landen ook zo werkt: de koningen die de democratie hebben aanvaard, zijn ook de vorsten die niet zijn afgezet. Ze hebben stelselmatig aan macht verloren en nemen nu een meer symbolische positie in.’ Doet Willem-Alexander het beter of slechter dan Beatrix? ‘Willem-Alexander doet het niet beter of slechter, maar anders. Hij concentreert zich minder op het politieke gebied en meer op de maatschappij. Beatrix had meer belangstelling voor cultuur, maar niet iedere Nederlander heeft daar even veel affiniteit mee. Willem-Alexander houdt daar rekening mee door zich meer te richten op sport en beweging . Dat lijkt me met een bevolking die neigt naar obesitas overigens geen kwalijke zaak.’ MP


4  Mare · 4 februari 2016 Nieuws

Kamerquotum Een quotum voor het aantal huizen dat verhuurd mag worden opgedeeld in kamers, dat is een van de oplossingen die het college van burgemeester en wethouders dinsdag voorlegde aan de Leidse gemeenteraad. In een aantal wijken wordt al jaren geklaagd over onder meer fietsen- en geluidsoverlast door de zogenaamde verkamering van huizen. Het college kwam met nog vijf andere oplossingen, waaruit de raad de komende tijd kan kiezen. Een beperking van het aantal bewoners bij nieuwe verkamering en een verplichte stallingsmogelijkheid voor fietsen werden ook genoemd. De uitwerking zou per oplossing 100.000 euro aan ‘extra ambtelijke capaciteit’ kosten, volgens het raadsvoorstel. In de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling komt binnenkort nog een inspraakmoment.

Erasmusstudent niet gediscrimineerd Uitwisselingsstudenten die het Erasmusprogramma volgen krijgen geen ov-jaarkaart. Dat is terecht, schrijft advocaat-generaal Eleanor Sharpston in een advies aan het Europees Hof. In 2009 diende een Britse student een klacht in omdat hij zich gediscrimineerd voelde. Sindsdien is Nederland verwikkeld in een procedure met de Europese Commissie die de mening van de Britse student ondersteunt. Het Europees Hof doet over enkele maanden uitspraak. Doorgaans neemt zij het advies van de advocaat-generaal over.

T-Rex gaat weg De Tyrannosaurus die vanaf september te zien is in Naturalis, verdwijnt negen maanden later voor een toernee door het buitenland. Niet netjes, vinden gemeenteraadsleden van VVD en GroenLinks. De aankoop van het skelet heeft Naturalis deels te danken aan tienduizenden donateurs, waarvan een groot gedeelte uit Leiden. Ook de gemeente Leiden betaalde mee, met een gift van €450.000. Reden voor het 'onnodig backpacken' zou de verbouwing zijn die het museum op de planning heeft staan. Het dinosaurusskelet staat echter in het Pesthuis, dat niet verbouwd wordt. De gemeenteraadsleden hopen de T-Rex met steun van het college van burgemeester en wethouders in Leiden te kunnen houden.

Koningsdag Dit jaar mag de Leidse horeca op Koningsnacht open blijven tot één uur, in plaats van twaalf uur. Dat heeft het Leidse college van burgemeester en wethouders deze week besloten. Na enen geldt er nog wel een ‘uitblusuurtje’: de muziek moet uit, maar de tap mag nog een uur open blijven zodat niet alle feestvierders op precies hetzelfde tijdstip op straat staan. De horeca die sowieso al tot na twaalven open mag zijn, mag dat op Koningsdag uiteraard ook. Dezelfde regeling geldt voor de Lakenfeesten eind juni. Ondernemers mogen dan kiezen of ze 24 of de 25 juni langer open blijven.

Nieuwe LUF-directeur Het Leids Universiteits Fonds (LUF) heeft sinds deze week een nieuwe directeur: Siep Wijsenbeek. Hij volgt Annah Neve op, die sinds 2001 bij het LUF werkt. Zij blijft dat, in een andere functie, ook doen. Wijsenbeek werkte na zijn rechtenstudie in Leiden bij verschillende banken. Het LUF subsidieert allerlei projecten van wetenschappers en studenten. Ook organiseert het fonds activiteiten rond de herdenking van de beroemde protestrede van professor Cleveringa in 1940, tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s. Drie jaar geleden stuurde de universiteit tevergeefs aan op een fusie tussen het LUF en een universitair alumnibureau. Wel werkt de organisatie, ook nu onder Wijsenbeek, steeds nauwer samen met de universiteit.

Meer inspraak faculteitsraden Eerste stap naar instemmingsrecht begroting De faculteitsraden krijgen instemmingsrecht op de besteding van zeven miljoen euro die het college extra investeert in het verbeteren van het onderwijs. Het college staat ook open voor instemmingsrecht op de facultaire begroting. DOOR VINCENT BONGERS Wel moeten er dan goede afspraken komen over de precieze rol van de universiteitsraad en de faculteitsraden op het punt van instemming. Ook de universiteitsraad moet nog een mening vormen over het instemmingsrecht. Het is echter niet erg waarschijnlijk dat de raad zich verzet tegen het versterken van de inspraak van de faculteitsraden. De faculteit Sociale Wetenschappen besloot onlangs het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting in te voeren, maar werd teruggefloten door het college. Dat leidde tot Kamervragen. ‘Het intrekken van instemming bij FSW is een beetje ongelukkig verlopen,’ zegt universiteitsraadslid Joost Augusteijn van Abvakabo. ‘Ik denk niet dat het college nog een keer wil mee maken dat het Leidse instemmingsrecht in de Tweede Kamer aan bod komt, dat vonden ze niet zo leuk.’ Volgens rector Carel Stolker viel dat allemaal reuze mee. Hij tweette: ‘Storm in glas water. We zijn op alle niveaus serieus met #medezeggenschap bezig: wij komen er altijd uit!’ Ook tijdens de universiteitsvergadering maandag was er geen sprake van een crisis. ‘We hebben met de universiteitsraad afspraken gemaakt over hoe we omgaan met het instemmingsrecht. We zijn toen een ding vergeten,’ zei vice-collegevoorzitter Willem te Beest. ‘Wat betekent dat voor de inspraak op facultair niveau? De toen gemaakte afspraken gaan we in maart evalueren.’ Dan komt ook het instemmingsrecht voor faculteiten aan bod. De universiteit investeert in 2016-

2017 tien miljoen extra in de verbetering van de kwaliteit van onderwijs. Zeven miljoen gaat direct naar de faculteiten. De kapitaalinjectie is het gekoppeld aan het leenstelsel en wordt voorgeschoten door de universiteit. Minister Bussemaker van onderwijs heeft immers het geld van het schrappen van de basisbeurs nog niet binnen. ‘Er is van onze kant niets op tegen om de raden alvast instemmingsrecht te geven op de bestedingen van het studievoorschot,’ zei Te Beest. Deze toezegging van het college over het instemmingsrecht op het studievoorschot is hoogstwaarschijnlijk een eerste stap naar meer inspraak voor de faculteiten. Voor de zeven miljoen die direct naar de faculteiten gaat, is dat instemmingsrecht geen probleem. Maar er wordt ook drie miljoen besteed aan verschillende andere projecten. Te Beest: ‘Sommige van deze projecten staan buiten de fa-

culteiten. De meeste echter niet. We moeten bij elkaar gaan zitten en goede afspraken over de verdeling van het geld maken. We moeten wel goed oppassen dat afspraken die we universiteitsbreed maken niet interveniëren met dingen die in de faculteit gebeuren. Het is vervelend als je daar ellende over krijgt. Dat kan niet de bedoeling zijn.’ ‘De drie miljoen wordt ook doorgegeven aan de faculteiten, zij het met enige vertraging’, voegde vicerector Simone Buitendijk daar aan toe. ‘Het gaat om de financiering van zaken die we gezamenlijk doen. Ik overleg met de faculteiten over de besteding van het geld. Het verschilt ook per faculteit of er al beleid is op bepaalde punten.’ De raad had vorige week kritiek op de plannen die het college heeft voor de financiering van de verschillende projecten. Zo is nog niet duidelijk hoeveel geld er in elk voorstel wordt gestoken. Bovendien

krijgen ook al lopende programma’s als diversiteit en excellentieonderwijs een kapitaalinjectie. Als de raad daar niet mee instemt, vallen die programma’s dan om? Volgens Buitendijk is daar geen sprake van. ‘We stoppen niet met deze programma’s. Dan halen we de middelen ergens anders vandaan.’ Marjolein Bouterse van studentenpartij CSL: ‘Er is door de minister geld weggehaald bij een grote groep studenten. Dan moeten ook alle studenten baat hebben bij de investeringen. Dat is bijvoorbeeld bij excellentieonderwijs niet zo.’ Buitendijk: ‘Als de raad wil dat bepaalde projecten niet met dit geld gefinancierd worden, dan halen we ze van de lijst.’ De raad gaat nu de plannen nog eens goed tegen het licht houden en mogelijk gaat er een streep door een aantal projecten. Het college zegde verder nog toe om aan te geven hoeveel geld er ongeveer naar elk pro-

Schrappen keuringsexperiment ‘teleurstellend’ De universiteit Leiden is niet blij met het schrappen van een experiment met instellingsaccreditatie. In de door minister van Onderwijs Bussemaker voorgestelde pilot kan een instelling in zijn geheel goedgekeurd worden. Dat scheelt, want nu moet elke opleiding om de zes jaar een oké-stempel van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) krijgen. De bijbehorende visitaties zorgen voor enorm veel werk. Er wordt al jaren gebroed op een stelsel dat minder bureaucratische rompslomp met zich meebrengt. Er lag een plan van minister Bus-

semaker van Onderwijs om zes hogescholen en zes universiteiten te laten experimenteren met alleen instellingsaccreditatie. Maar dat plan is afgeschoten, mede onder druk van coalitiepartner VVD. Deze partij vindt dat er teveel risico’s kleven aan het keuren van eigen vlees. Leiden is niet blij met het schrappen van deze pilot. ‘De rook in Den Haag is inmiddels een beetje opgetrokken. Er is al heel veel over gesproken. We zijn teleurgesteld over wat er nu is besloten,’ zei directeur academische zaken Marcel Vooijs vorige week tijdens de universiteitsraad. ‘We hebben ons hard gemaakt voor instellingsaccreditatie zonder

opleidingsaccreditatie. Leiden, en ook andere universiteiten, hebben gepleit voor een brede pilot. Dan kunnen veel instellingen ervaring opdoen met instellingsaccreditatie zonder opleidingsaccreditatie. En kan dan goed vergeleken worden.’ Het ziet er nu naar uit dat er een kleinschalig experiment komt waar maar drie hogescholen en drie universiteiten aan mee mogen doen. ‘In die pilot wordt dan geëxperimenteerd met een variant op het stelsel zoals het nu al is.’ ‘Wil Leiden aan de beperkte pilot meedoen?’ vroeg Sander van Diepen van studentenpartij BeP. Vooijs: ‘De voorwaarden voor

deelname zijn nog niet bekend. Maar we zijn geen voorstander van deze beperkte aanpak.’ Deelname van Leiden ligt dan ook niet voor de hand. Mede ook omdat de universiteit pas in 2019 weer opgaat voor een instellingsaccreditatie. Universiteiten die eerder aan de beurt zijn, komen waarschijnlijk ook eerder in aanmerking voor de pilot. Er is binnen de universiteit een werkgroep bezig met het opstellen van een advies over de herziening van het accreditatiestelsel. Binnenkort stuurt deze commissie haar rapport naar het college. VB

Researchmaster Latijns-Amerika Studies moet beter Achter de schermen van de Leidse researchmaster Latijns-Amerika Studies is het afgelopen jaar gewerkt aan een herstelplan voor de opleiding. De onderwijsleeromgeving was onvoldoende, zo oordeelde de KNAW-visitatiecommissie in maart vorig jaar. De Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO), die het

hoger onderwijs keurt en accreditaties toekent, maakte vorige week haar jaaroverzicht van 2015 bekend. Vierentwintig universitaire opleidingen in Nederland bleken afgelopen jaar niet volledig aan de accreditatie-eisen te voldoen. Die opleidingen, waaronder dus de Leidse researchmaster, moesten een herstelperiode in. Masterstudenten Latijns-Ame-

rika Studies kregen vrij veel keuzemogelijkheden, waardoor de opleiding ‘onvoldoende borgt dat elke student met zijn eigen disciplinaire achtergrond de eindkwalificaties ook daadwerkelijk behaalt’, staat te lezen in het advies van de KNAW-commissie. De opleiding heeft een herstelplan opgesteld, dat inmiddels is goedgekeurd. De focus op een

kernthema was daarin een belangrijk onderdeel. Dit collegejaar is al een aantal veranderingen ingevoerd, en in 2016-2017 volg en er nog een paar. De NVAO heeft de accreditatie van de opleiding daarom verlengd tot en met augustus 2017 en acht het ‘voldoende aannemelijk’ dat de opleiding dan weer aan de accreditatie-eisen zal voldoen. MVW


4 februari 2016 · Mare 5 Nieuws

Minister: studentenassessor in college En meer macht voor opleidingscommissies Als het aan onderwijsminister Bussemaker ligt, krijgen opleidingscommissies meer rechten en komen er studentenassessoren in de universiteitsbesturen. Tegelijkertijd waarschuwt ze de Kamer. ‘Versterking van de medezeggenschap is iets anders dan medebestuur.’ Het was nog een beetje steggelen tijdens het debat over het wetsvoorstel Versterking Bestuurskracht, dat woensdagochtend gevoerd werd. Wat medezeggenschap betreft, nodigde minister Bussemaker onderwijsinstellingen van harte uit om meer te doen dan ‘het minimum’ dat in de wet is vastDOOR PETRA MEIJER

gelegd. De Kamer vond echter dat dat minimum in de wet verruimd moest worden. ‘We mogen niet accepteren dat bestuurders zich verschuilen achter het minimum. We moeten niet blijven hopen op een cultuurverandering die er misschien helemaal niet komt’, zei Mohammed Mohandis (PvdA). Paul van Meenen (D66) haalde de Universiteit Leiden aan, waar het instemmingsrecht van de faculteitsraad Sociale Wetenschappen op hoofdlijnen van de begroting werd ingetrokken, als voorbeeld van een plek waar die cultuur niet deugt. ‘Individuele bestuurders zouden niet zelf mogen bepalen hoeveel tegenspraak zij krijgen.’ Na het eerste deel van het debat, dat vorige week plaatsvond, hadden

de Kamerleden veel kritiek op het wetsvoorstel. Ze dienden dan ook meer dan veertig amendementen in. Veel van die voorstellen werden door de minister in een brief ontraden, terwijl volgens sommige Kamerleden de invloed van de medezeggenschap niet ver genoeg kan gaan. Toch kwamen minister Bussemaker en de leden van de Tweede Kamer wat nader tot elkaar. Zo bleek de minister bereid om de medezeggenschap te betrekken bij de benoeming van bestuurders. Ze was gecharmeerd van het voorstel om ten minste een student en een personeelslid uit de medezeggenschap deel te laten uitmaken van een sollicitatiecommissie die een niet-bindende voordracht doet. Andere voorstellen, zoals een bin-

dende invloed of het invoeren van verkiezingen, gingen haar echter veel te ver. Ook voorstellen om de macht van opleidingscommissies te vergroten, konden op steun van de minister rekenen. Ze ziet graag dat opleidingscommissies niet alleen advies geven, maar ook zelf met voorstellen komen. Zo zouden opleidingscommissies volgens het voorstel minstens twee keer per jaar met het opleidingsbestuur overleggen over het te voeren beleid. Daarnaast geeft de minister de opleidingscommissies graag instemmingsrecht op de wijze van evalueren van de opleiding. Een aantal Tweede Kamerleden wil dat de opleidingscommissies ook instemmingsrecht krijgen op onderdelen van de OERen. De minis-

ter kon zich ook daarin grotendeels vinden, zolang studenten niet zelf beslissen over de eisen waaraan zij moeten voldoen. De invoering van een studentenassessor op instellingsniveau noemde de minister ‘interessant’. Ze stelt dat het initiatief daarvoor bij de medezeggenschap zou moeten liggen. Ziet het college van bestuur niets in zo’n studentenassessor, dan is het aan hen om te bewijzen dat daar gegronde redenen voor zijn. Op andere punten – zoals het collegegeldvrij besturen en de mogelijkheid om als medezeggenschap met toezichthouders te vergaderen zonder dat het college van bestuur aanwezig is - laat de minister het oordeel over aan de Kamer.

Eén adviseur voor duizend studenten Er zijn te weinig studieadviseurs om studenten goed te kunnen begeleiden. Dat schrijven Personeelspartij UB en studentenpartij SGL in een notitie gericht aan de universiteitsraad en het college van bestuur.

Boerhaave in Amsterdam Model van menselijk oor, ca. 1844, uit de collectie van Museum Boerhaave, maar momenteel te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Het Leidse museum zelf is vanwege een verbouwing grotendeels gesloten tot halverwege 2017. Robbert Dijkgraaf selecteerde een hoop voorwerpen uit de depots van Museum Boerhaave en van het Teylers Museum, voor zijn Wunderkammer in het DWDD Pop-up Museum. Foto: Tom Haarsen

Volgens de opstellers van de notitie telt psychologie 2000 bachelorstudenten en zijn er maar twee studieadviseurs voor de bachelor. Rechten heeft vier studieadviseurs voor de gehele faculteit. De studentenpartijen ontvangen klachten van studenten, met name van grote studies. Een adviseur per duizend studenten is veel te weinig, vinden SGL en UB. Vooral ook omdat studieadviseurs steeds meer werk te doen krijgen. Zo moeten studenten een studieplan maken. Dat is onmogelijk om goed aan te pakken met zo weinig studieadviseurs. Niet elk plan wordt dan ook persoonlijk besproken met de docent. Sterker nog, studenten en studieadviseurs ‘geven aan dat alleen een plan ingeleverd

dient te worden indien studenten erg afwijken.’ Ook is er een bsa in het tweede jaar ingevoerd. Verder heeft de universiteit de ambitie om meer studenten in het buitenland te laten studeren. Ook zij hebben hulp en advies nodig. Er is twijfel of de buitenlandcoördinatie vanwege de grote drukte wel voldoet. Verder merken de partijen op dat het vooral bij kleine studies wel voorkomt dat adviseurs een dubbelfunctie hebben als docent. Dat is een onwenselijke situatie met betrekking tot de vertrouwelijkheid. ‘We zijn het erover eens dat er punten van zorg zijn,’ zei vice-rector Simone Buitendijk maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering. ‘We komen hier graag op terug als de resultaten van de evaluatie van het bsa in het tweede jaar er zijn. Er is voor die evaluatie ook gesproken met studieadviseurs. Die informatie willen we graag meenemen. We gaan ook nog overleggen met de vice-decanen om erachter te komen waar de problemen precies zitten.’ VB

Meer aandacht voor Engels docenten ‘Laat studieschuld De universiteit gaat scherper letten op de Engelse taalvaardigheid van docenten. Dat blijkt uit een advies over het taalbeleid dat in de universiteitsraad werd besproken. Docenten die niet het vereiste niveau halen, mogen niet meer in het Engels college geven. De universiteit streeft naar tweetaligheid, blijkt uit de notitie. Dat houdt in dat het Engels van Nederlandstalige docenten goed moet zijn. De universiteit mikt op niveau C1 van het Common European Framework of Reference (CEFR). ‘Dat is best hoog,’ zei Gareth O’Neill van promovendipartij PhDoc vorige week tijdens de universiteitsraadsvergadering. C1 houdt in dat de docent zich vloeiend kan uitdrukken in het Engels en de taal flexibel en efficiënt kan gebruiken voor sociale, academische en professionele doeleinden. ‘Een instituut kan er ook voor kiezen om dat niveau te verhogen naar C2.’

Uit de rapportage blijkt dat er ‘momenteel geen systematische klachten zijn over de taalvaardigheid van docenten.’ Het woord ‘systematische’ is van belang want ‘klachten over het Engels van docenten bestaan echter wel en komen bijvoorbeeld naar voren in gesprekken met studenten. Hierbij moet worden opgemerkt dat in die gevallen vaak expliciet gevraagd wordt naar negatieve ervaringen.’ Het is de bedoeling dat bij alle colleges in het Engels studenten in de evaluatie wordt gevraagd naar de taalbeheersing van de docent. Als uit deze evaluatie blijkt dat het niveau tekortschiet dan heeft dat mogelijk gevolgen. Fenna Poletiek van personeelspartij Abvakabo had zo haar twijfels over de rol van deze evaluaties: ‘Nederlandse studenten zijn nogal eens kritisch op de Engelse uitspraak van docenten. Het is onredelijk om van non-native speakers te eisen dat hun uitspraak net zo goed is als die van Engelstalige docenten.’

In de notitie staat ook dat uit onderzoek blijkt dat Nederlandse studenten vaak kritischer zijn op het Engels van een Nederlandse docent dan studenten die het Engels als moedertaal hebben. O’Neill: ‘Er wordt wel rekening gehouden met de evaluaties. Maar deze hebben slechts een signaalfunctie.’ Als studenten klagen over het taalniveau is dat nooit een reden om een docent geen college meer te laten geven. ‘Daadwerkelijke maatregelen kunnen alleen genomen worden op basis van toetsing van de taalvaardigheid’, aldus de notitie. Docenten die vinden dat hun Engels niet goed genoeg is, kunnen op kosten van hun faculteit een cursus ‘Teaching in English’ bij het Academisch Talencentrum volgen. Leidinggevenden kunnen docenten verplichten een cursus te volgen als uit toetsing blijkt dat hun Engels tekortschiet. Docenten die niet het vereiste niveau hebben, mogen niet in het Engelse doceren totdat ze zijn bijgespijkerd. VB

voortaan vastleggen’ De Vereniging Eigen Huis vindt dat studieschulden vastgelegd moeten worden bij het Bureau Kredietregistratie. Zo wordt voorkomen dat huizenkopers een grotere hypotheek nemen dan ze aankunnen. Als je een huis wil kopen, zul je daar meestal geld voor moeten lenen in de vorm van een hypotheek. Hoeveel je kan lenen, hangt af van je inkomen, maar ook van eventuele schulden die je hebt. De hypotheekverstrekker moet nagaan of je schulden hebt, en dat kan bij het Bureau Kredietregistratie. Vele honderden organisaties, van banken tot postorderbedrijven, geven daar door of ze nog geld van je krijgen. Maar DUO niet. Dat hebben de VVD en de PvdA expres zo geregeld bij de invoering van het leenstelsel: een studieschuld is in hun ogen een ander soort schuld dan, zeg, een gokschuld. Zo hoef je pas terug te betalen als

je genoeg verdient. Ook kun je de terugbetaling tijdelijk opschorten. Dat laatste speelt een rol als de huizenkoper gebruik wil maken van de zogeheten Nationale Hypotheek Garantie, en zorgt ervoor dat er dan meer geld te lenen valt. Als dan echter de onvermijdelijke DUO-terugbetaling moet beginnen, is het wel handig als dat nog te combineren is met de andere uitgaven, zoals de hypotheeklasten. De hypotheekverstrekkers – vrijwel altijd banken – konden daar echter niet over oordelen. In 2014 waarschuwde het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) ook al voor dit probleem, en pleitte die organisatie ook voor BKR-registratie van de studieschuld. Eigen Huis wil daarnaast dat de regels van de Nationale Hypotheek Garantie strenger worden, zodat het uitstellen van DUO-terugbetaling niet meer betekent dat je extra kunt lenen. BB


6  Mare · 4 februari 2016 Achtergrond

Wij worden zeker in de gaten gehouden > Vervolg van de voorpagina Breuker wijst om zich heen, in het Arsenaal, waar de Aziëstudies van Leiden verzameld zijn. ‘Ik denk dat iedereen in dit gebouw een extreme druk ervaart uit allerlei landen, niet alleen Noord-Korea. Maar als het om zulke mensenrechtenschendingen gaat, kan ik niet wegkijken en me verschuilen achter mijn elfde- en twaalfde-eeuwse Koreaanse specialisatie. Daarom doe ik ook onderzoek naar de export van dwangarbeiders. Die worden als moderne slaven geleased aan bedrijven in Polen en elders in de EU. Noord-Korea geeft niet veel om wetenschappers, maar zo’n onderzoek kan de inkomsten van het regime wel beïnvloeden.’ ‘De Chinese overheid heeft zeker belangstelling voor het werk van buitenlandse wetenschappers’, zegt hoogleraar Chinese taal en letterkunde Maghiel van Crevel. Vooral voor gevoelige onderwerpen zoals politiek en mensenrechten. Zelf is hij niet in beeld, denkt hij. ‘Ik houd me bezig met avant-garde poëzie.’ Oost-Afrika-deskundige Jan Abbink van het Afrika-Studiecentrum vermoedt in de gaten gehouden te worden. ‘Het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Ethiopië scant al het academisch onderzoek. Maar ik ben geen probleemgeval.’ Zürcher: ‘Wij weten dat we in de gaten gehouden worden, doordat we via via horen wat Turkse ambassademedewerkers over ons zeggen. Maar van direct ingrijpen door de overheid hebben we nog niks gemerkt.’ Dat ligt anders voor wetenschappers ter plekke. ‘Ruim 1100 Turkse academici ondertekenden onlangs een open brief, waarin ze pleiten voor een eind aan de gewapende strijd tegen de Koerden. Daar is heel hard op gereageerd. Een aantal mensen is hun baan verloren.’ Honderden onderzoekers uit Canada, de Verenigde Staten en Europa hebben zich solidair verklaard, zo ook Zürcher. ‘We hebben ons niet uitgesproken over de Koerdische kwestie, maar over vrijheid voor academici. Daarmee hebben we ons kwetsbaar gemaakt. Komend jaar zal blijken in hoeverre mensen problemen zullen krijgen.’ Hij maakt zich meer zorgen over Turken die in Leiden afstuderen of promoveren. ‘Twee derde van onze promovendi is Turks. Voor een baan aan een Turkse universiteit moet je Nederlandse diploma erkend worden door een centrale instantie. Tot twee jaar terug was dat geen probleem: er werd gecontroleerd of de Universiteit Leiden bestond en of het diploma echt was. Sinds twee jaar pluizen ze de proefschriften door en geven ze uitsluitsel zonder opgaaf van reden. Al één keer is het diploma van een Griekse man, die hier was gepromoveerd, niet erkend. Hij raakte

Propagandabeeld uit Noord-Korea. zijn baan in Istanbul kwijt en moest de volgende dag het land uit. Zijn proefschrift ging over het Cyprusprobleem, dat kan ermee te maken hebben: Turkije erkent Cyprus niet.’

‘Ik kan niet wegkijken en me verschuilen achter mijn specialisatie’ Een Egyptische promovendus van Sijpesteijn bedankte voor het verzoek een artikel te schrijven over de interactie tussen moslims en niet-moslims. ‘Dat is geen goed onderwerp om later nog een baan mee aan een Egyptische universiteit te krijgen.’ Directe overheidsbemoeienis merkte Sijpesteijn zelf als student. ‘Halverwege de jaren negentig deed ik scriptieonderzoek in Syrië. Op de campus deelde ik een kamer met twee Syrische meisjes. Toen we eenmaal vrienden waren, vertelde een van hen dat ze op die kamer geplaatst was om mij in de gaten te houden en over me moest rapporteren. Het had ook een leuke kant: als je onderweg naar een feestje van internationale studenten het adres vergeten was, kon je altijd wel een man in een zwart leren jasje vragen waar het buitenlandse feest was. En om te weten wie jou in de gaten hield, kreeg ik de tip om expres je portemonnee te laten vallen. Dan kwam er vanzelf iemand achter je aan rennen. Overigens ging het niet zo-

zeer om mij: alle buitenlanders werden in de gaten gehouden.’ Maar er was ook een aanzienlijk minder leuke kant. ‘Een keer werd ik aangerand, in een rijke buurt. Er ontstond een discussie met de ambassade of ik wel aangifte moest doen. Syrië zit niet te wachten op negatieve publiciteit en er waren voorbeelden van studentes die na een aangifte uitgezet waren. Ik twijfelde, maar ik heb wel aangifte gedaan.’ Tegenwoordig heeft Sijpesteijn geen last meer van tegenwerking. ‘Ik word nergens geweigerd, hooguit vertraagd, maar dat is meer vanuit een algemeen wantrouwen naar westerlingen.’ Bader: ‘Eens in de zoveel tijd wordt iemand de toegang tot Rusland ontzegd. Je raakt wel geneigd om daardoor bepaalde onderwerpen niet te kiezen voor je onderzoek.’ ‘Het zou onzin zijn om te zeggen dat zelfcensuur nooit door mijn hoofd speelt’, zegt Van Crevel. ‘Maar ik heb nooit een blad voor de mond genomen.’ ‘Er zijn ook landen waar je helemaal niet meer heen kunt’, zegt Bader. ‘Omdat Oezbekistan en Turkmenistan zijn te link en blijven onderbelicht. Heel veel onderzoekers richten zich op Georgië, Oekraïne en Kirgizië.’ Van Reisen, ook hoogleraar international social responsibility in Tilburg, werd niet eerder zo tegengewerkt als nu. ‘In Zimbabwe, ook een moeilijk land, kreeg ik juist veel ruimte.’ Eritrea komt ze niet meer in. ‘Net als de VN. Maar ik ben er wel geweest en ik heb er nog contacten, dus ik weet heel goed wat er speelt.’

Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2 met vergoeding van €4 per les. *Spelling, rekenen, groep 7, €5-6 per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 3gymnasium. *Nederlands, Engels, brugklas vwo. *Duits, 2vmbotl. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, Nederlands, 2vmbo-kader. *Rekenen, brugklas havovwo, €5,- per les. * Nederlands, brugklas havo. *Engels, Nederlands, 3havo. *Wis-, natuur- en scheikunde, 3havo.

Onderzoek van buitenaf geeft wel een minder compleet beeld, zegt Abbink. Zelf kan hij Ethiopië nog in. ‘Het is geen gemakkelijk land. Met expliciet kritisch onderzoek moet je rustig aan doen, maar in Eritrea of Rwanda is het drie keer zo erg. Maar er zijn serieuze dingen aan de hand in Ethiopië, die door onderzoekers moeten worden aangekaart.’ Dat is niet altijd mogelijk. ‘Het aantal doden bij etnische conflicten is moeilijk te verifiëren. Het lukt de overheid

om daarover vrijwel alles buiten de pers te houden.’ Zelf bestudeert hij vooral boeren, veehoudersvolken en sociaal-culturele onderwerpen. ‘Niet heel politiek, al heb ik vorig jaar een kritisch stuk geschreven over de verkiezingen.’ Hij vertelt over een collega van hem, Tobias Hagmann, wiens onderzoeksregio een no-go-area was geworden. ‘In The New York Times kondigde hij aan: ik kan hier geen onderzoek meer doen, ik geef Ethiopië op.’ Hij begrijpt het ergens wel. ‘Maar ik zou het nooit doen, stoppen omdat het land te repressief is. Ik vind dat je in dialoog moet blijven.’ ‘Van nature ben ik geneigd tot overleg’, zegt Remco Breuker. ‘Maar wat Noord-Korea betreft heb ik door schade en schande mijn standpunten moeten bijschaven. De concentratiekampen blijven vollopen, mensen worden nog steeds op gruwelijk wijze afgemaakt.’ Vorig collegejaar haalde hij de verbannen Noord-Koreaanse dichter Jang Jin-sung als gastdocent naar Leiden. ‘Hij waarschuwde me nog, dat de toegang tot Noord-Korea me onmogelijk gemaakt zou worden zolang het regime daar zat.’ Dat hield Breuker allerminst tegen. Hij is zelfs nog nooit in Noord-Korea geweest. ‘Alleen in Zuid-Korea. Noord-Korea kom ik niet in, zeker nu met die klacht.’ Toch komt hij op aanzienlijk meer plaatsen dan hij als beginnende wetenschapper had gedacht. ‘Mijn ideaal was om voornamelijk in bibliotheken te zitten. Maar of we nu willen of niet, door onze bevindingen zijn we als wetenschappers politiek actief. Die ivoren toren, die heb ik nog nooit gezien.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL

Wat je wel moet doen, en wat niet ‘Wetenschappers kunnen zich slecht verdedigen tegen de druk van regimes. Het enige dat de wetenschap heeft, is onafhankelijkheid’, zegt Remco Breuker. Maar die is niet zo vanzelfsprekend. ‘Er zijn veel landen die geld bieden en wetenschap zien als een PR-instantie. Maar het geld dat je aan een wetenschapper geeft, ben je kwijt. Inhoudelijk mag er geen invloed zijn.’ Max Bader heeft het zojuist over zulke invloed gehad op zijn college. ‘Een agentschap van de Russische overheid stelde voor om hier een congres te organiseren, duidelijk om het imago te verbeteren. Thanks, but no thanks.’ Soms gaat het subtieler. ‘Er is wel eens controverse over leerstoelen, die worden betaald door een instituut of een land. Tussen wat je wel en niet moet doen, zit een grijs gebied. Als het met de Russische economie niet zo slecht zou gaan, zouden ze hier ook wel een leerstoel willen. Zelf zou ik tegen zijn, maar het zou een pittige discussie opleveren.’ Breuker pleit voor een ander financieringsstelsel voor de wetenschap in het algemeen. ‘Ik begin er bijna van te vloeken. Denk GVD eens na over het waarborgen van de onafhankelijkheid.’ Met extra geld dus, maar bijvoorbeeld ook door het aanscherpen van integriteitscodes. ‘Die gaan nu vooral over plagiaat. Maar hoeveel idioten plegen plagiaat? Die codes zouden beter wetenschappers op weg helpen, die zich afvragen wat een goede beslissing is. En universiteiten moeten hun mensen beschermen, wanneer er grote ellende uit een goede beslissing voortkomt, bijvoorbeeld wanneer ze geen fondsen meer kunnen binnenhalen. Als regimes merken dat hun invloed niet werkt, houdt de intimidatie vanzelf op.’

Brief *Wiskunde B, 4havo, €5-6 per les. *Economie, 5vwo. *Wiskunde, economie, 2havo. *Engels, 4vwo. *Nederlands, geschiedenis, 3havo. *Wiskunde, 4vmbo-tl. *Wiskunde, 3vwo. *Wis-, natuurkunde, 4havo. Leiden-Zuid, 17 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs: *Twee leerlingen Engels, brugklas vwo. *Wiskunde, Engels, geschiedenis, 4havo. *Biologie, Nederlands, wiskunde, brugklas mavo-havo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel. 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com

In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl

Max Havelaar Anders dan Marc Oostendorp in zijn column ‘Lees een moeilijk gedicht’ (Mare 17, 28 januari) beweert, heb ik er nooit voor gepleit scholieren niet langer met afwijkende denkbeelden te confronteren. Wel vroeg ik me - hierin gesteund door recent Leids onderzoek bij Sociale Wetenschappen - ernstig af of de oude canonieke literatuur ze niet een dermate sterke afkeer van het lezen bezorgt, dat ze zich later helemaal niet meer aan het lezen van boeken zette, noch van moderne literatuur, noch van de oudere, laat staan van de confronterende literatuur. Veel liever zie ik dat scholieren zich met genoegen verliezen in boeken van schrijvers als Herman Brusselmans, Özcan

Akyol of Niña Weijers - met personages van nu die aansluiten bij de wereld die ze kennen - dan dat ze zich, zoals nu toch vaak de praktijk is, tegen heug en meug door internetsamenvattingen van Max Havelaar of Louis Couperus heen ploegen en na hun schooltijd al helemaal geen boek meer openslaan. Het zou zo ontzettend jammer zijn als die immense, prachtige schatkamer die de literatuur is voor ze gesloten blijft, inclusief die van naar Genua of Den Haag geëmigreerde Leidenaren. Christiaan Weijts auteur


4 februari 2016 · Mare 7 Wetenschap

Patronen in de planten Woestijnwiskunde: rekenmodel ondersteunt veldwaarnemingen

Stresshaar Wetenschappers die onderzoek doen naar stress, meten vaak de concentraties van het hormoon cortisol, dat door het lichaam aangemaakt wordt onder invloed van stress. Je kan het stofje meten in bloed, maar dat is lastig als je aan kinderen wil meten. Speeksel gaat al makkelijker, maar haar lijkt nog makkelijker. Makkelijk te verzamelen, makkelijk op te slaan en gemakkelijk te bemeten. Pedagoog Ralph Rippe is hoofdauteur van een artikel in Psychoneuroendocrinology, waarin hij een grootschalig Leids-Rotterdams harenonderzoek onder 2484 zesjarigen beschrijft. Die hebben niet allemaal evenveel cortisol – of voorloper cortison – in hun haren. Jongetjes hebben wat meer dan meisjes, dikke kinderen meer dan dunne kinderen, Nederlandse kinderen hebben minder dan kinderen van buitenlandse komaf, en als een kind recent de haren had gewassen, zat er minder ‘stresshormoon’ in het haar. Flink in de zon zitten maakt dan weer niet uit voor de concentraties cortisol en cortison in het haar. Het eindresultaat is een lijst van variabelen die mogelijk verwarrend kunnen zijn bij haaronderzoek naar stress, en die andere wetenschappers dus in het achterhoofd moeten houden.

Rookschade

Wiskundige modellen kunnen dit soort patronen verklaren door alleen naar regenval te kijken.

Wiskundige modellen helpen begrijpen hoe de vegetatie verandert als er minder regen valt. Idealiter kan je met dat begrip woestijnvorming voor­ komen: ‘Zolang je strepen ziet, ben je veilig.’ DOOR BART BRAUN Het grote probleem van ecologie is dat mensen er eigenlijk te dom voor zijn. Een ecosysteem bevat enorme hoeveelheden organismen van allerlei verschillende soorten, die allemaal invloed hebben op elkaar en de levenloze natuur, die zelf ook weer invloed heeft op alles. Het is simpelweg teveel om een brein omheen te kunnen vouwen. Het vakgebied is dan ook zwaar aangewezen op de wiskunde. Niet alleen om te beschrijven wat er gebeurt, maar om te begrijpen wat er gebeurt. Als je met een verzameling wiskundige vergelijkingen de werkelijkheid nadoet, noemen wiskundigen dat een ‘model’. Zulke modellen komen in twee verschillende smaken: de super-ingewikkelde en de super-overzichtelijke. In een ingewikkeld model proberen wetenschappers álle kennis die ze hebben over hun onderzoeksonderwerp te proppen, en dan de computer uit te laten rekenen wat er gebeurt. Het weerbericht, de voorspellingen over ons klimaat en de schatting dat in 2060 vrijwel alle koraalriffen verdwenen zullen zijn komen bijvoorbeeld uit zulke modellen. De super-overzichtelijke modellen zijn meer conceptueel: ‘Ze

helpen je begrijpen welke mechanismen tot welke oorzaken leiden’, legt wiskunde-promovendus Eric Siero uit. Siero's proefschrift, waarop hij komende dinsdag hoopt te promoveren, gaat over zo’n model. Siero wil begrijpen hoe patronen in de vegetatie veranderen als het ergens droger wordt. ‘Daarvoor gooi ik eigenlijk alles op één hoop, tot ik maar twee componenten overhoud: planten en water. Kan ik alleen daarmee de waarnemingen in het veld begrijpen? Ja, kwalitatief wel. Eigenlijk is dat een klein wonder.’ Plantenwortels helpen water vast te houden. Wat is dan een goede plek om te zitten, als plant in een droge omgeving? In de buurt van een andere plant. Staan de planten op een helling, dan vormen ze een streepjespatroon: banden van planten, haaks op de helling, met daartussen kale gebiedjes. Zo’n patroon laat zich keurig voorspellen door een zogeheten Klausmeiermodel, dat bestaat uit een stelsel van differentiaalvergelijkingen. Siero’s proefschrift gaat over uitbreidingen en aanpassingen van die Klausmeier-aanpak. Een van de resultaten is een overzicht van vegetatiepatronen die elkaar opvolgen naarmate er minder regen valt. Van een uniforme vegetatie naar streepjes, naar dunnere streepjes, naar iets minder maar dikkere streepjes, naar losse stippen. Het eindpunt is een gortdroog gebied dat vrijwel geen planten meer heeft: een woestijn. Woestijnvorming is wereldwijd een enorm probleem, dat niet of

nauwelijks vanzelf overgaat. Volgens de Verenigde Naties gaat elk jaar zo’n twaalf miljoen hectare grond verloren aan verwoestijning. Daar had twintig miljoen ton graan kunnen groeien. Zoals de meeste problemen op de wereld treft ook deze kwestie de allerarmsten het hardst. Dat geeft Siero’s onderzoek een zekere urgentie, en het roept ook de vraag op in hoeverre zijn model overeenstemt met de werkelijkheid. De vegetatiepatronen die zijn computer opkookt, bestaan echt. Hij heeft de luchtfoto’s en satellietbeelden om het te bewijzen. Maar is het verband met water echt zo glashard? ‘Nu de regenval afneemt, biedt dat ecologen de kans om mijn model te falsificeren of te valideren. Zien we dit scenario in werkelijkheid ook? Zo nee, dan moet ik mijn model bijstellen, en ook dat vind ik prima.’ Zijn model zegt overigens niet dat streepvorming een slechte zaak is, verduidelijkt hij. ‘Door zich in een patroon te organiseren, wordt een stukje vegetatie juist effectiever. Het voorkomt juist woestijnvorming: zolang je strepen ziet, ben je veilig. Echte verwoestijning wil je vermijden, maar de andere transities hoeven geen drama te zijn. Patroonvorming is aanpassing, en de woestijn is niet per se het eindpunt.’ Maar stel dat Siero’s model inderdaad genoeg is om vegetatieveranderingen te voorspellen, wat kun je er dan mee? Het laatste gedeelte van zijn proefschrift voegt nog een extra factor toe: begrazing. ‘De begrazingsdruk hangt niet alleen af van het aantal dieren, maar ook van het

voedselaanbod op andere plekken. De plantengroei elders beïnvloedt dus de begrazing op jouw plek.’ In een natuurlijke situatie heb je ook grazers, maar als het droog wordt en de planten doodgaan, gaan de dieren ook dood en neemt de begrazing vervolgens af. Bij mensen die vee houden, wordt het ingewikkelder. Een geitenhoeder kan in tijden van droogte echter ook zijn laatste spaarcentjes bij elkaar schrapen voor water en voer, zodat zijn kudde niet doodgaat. Dan heeft het gebied dus minder planten, maar de begrazingsdruk neemt niet af. ‘Dat kan zorgen voor hele snelle toestandsveranderingen’, legt de promovendus uit. ‘Je gebied kan dan in één keer verspringen van een situatie met relatief veel planten, naar een kale woestijn. ‘De afname van regen, dat is iets waar je maar weinig invloed op hebt, alle klimaatverdragen ten spijt. Als je de komende decennia iets wil uithalen, dan zal dat moeten door de begrazing aan te pakken. Ook dat is verschrikkelijk moeilijk, trouwens. Als je in Nederland, met een goede economie en een krachtig sociaal vangnet, de visserij een quotum op wil leggen, is dat al lastig. Laat staan dat een arme herder in de Derde Wereld iets gaat laten omdat zijn overheid – of wij in het Westen – zeggen dat het niet mag. Dit is zeker geen gelopen race.’ Eric Siero, A recipe for desert. Analysis of an extended Klausmeier model Promotie is op 9 februari

Het roken van tabak veroorzaakt veranderingen in de zogeheten methylering van erfelijk materiaal. Dat wil zeggen dat er bepaalde moleculen aan het DNA komen te hangen die meebepalen of een gen wel of niet ‘aan staat’. Dat proces is niet raar of ongezond, maar bij rokers worden nou juist die genen gemethyleerd die betrokken zijn bij het ontstaan van type 2 diabetes, en diabetes is wèl ongezond. Dat roken de kans op suikerziekte verhoogt was al bekend; dit lijkt een achterliggend mechanisme te zijn. Leidse en Rotterdamse onderzoekers bekeken het DNA van honderden mensen, en keken specifiek naar genen waarvan al bekend was dat ze een rol spelen bij suikerziekte. Het resultaat staat in suikerziekte-vakblad Diabetologia: de methylering van de diabetesgenen ziet er bij de rokers anders uit dan bij de niet rokers. Goed om te weten: de stoppers lijken – op dit vlak, althans – meer op niet-rokers dan op rokers, dus het proces is omkeerbaar.

Vluchtelingen Er komen de laatste jaren nogal wat vluchtelingen naar Europa, en ongeveer een kwart daarvan is nog minderjarig. LUMC-kinderpsychiater Henrikje Klasen schreef mee aan een artikel over jonge vluchtelingen in European Child & Adolescent Psychiatry. Om te beginnen suggereert het woord ‘vluchteling’ al dat er voor de grote reis begon iets traumatiserends gebeurd kan zijn. Oorlog, armoede, onderdrukking. De reis zelf is ook niet zonder gevaren. Eenmaal aangekomen in een ander land wachten isolatie, jarenlange onzekerheid, werkeloosheid en soms een onvriendelijk welkom door de plaatselijke bevolking. Je zou dus verwachten dat er wel wat psychische problemen onder de vluchtelingenkids heersen. Of dat ook zo is, is nog onduidelijk, want er wordt nauwelijks naar gekeken, en het feit dat de jongeren de plaatselijke taal niet spreken helpt ook al niet. In Duitsland lijkt ongeveer een zevende van hen ergens mee te kampen, in elk geval. Een van de prioriteiten is dan ook om in kaart te brengen welke problemen er zijn, en hoe vaak ze voorkomen.


8

Mare · 4 februari 2016

Opinie

Stop toch met dierproeven … De dode bij een Franse medicijnproef toont voor Dick de Vos (PvdD Leiden) andermaal het failliet van dierproeven aan. Juist Leiden zou vaart achter alternatieven moeten zetten. Op 7 januari ging het in een privékliniek in Rennes gruwelijk mis. Negentig vrijwilligers kregen een nieuw ontwikkelde pijnstiller toegediend in wisselende doseringen. Zes proefpersonen begonnen zich na drie dagen ziek te voelen. Een man raakte in coma en overleed op 17 januari. De andere vijf hebben mogelijk blijvende hersenschade. Deze proef drukt ons weer uiterst pijnlijk op de feiten: als een middel werkt bij dieren, is dat geen garantie dat het ook bij mensen werkt. Dat kan ook niet anders: mensen en dieren lijken op elkaar, maar zijn ook verschillend. Ze hebben vaak andere varianten van de ziekte waarvoor de medicijnen bedoeld zijn. En dus reageren mensen anders op toegebrachte stoffen dan de dieren waarop ze eerder getest zijn.

Anders gezegd: na veel dierproeven weten we exact hoe een medicijn bij muizen werkt, maar niet bij de mens: er moet dan altijd nog een vertaalslag worden gemaakt. De Partij voor de Dieren wil die vertaalslag op een andere manier: zonder proefdieren. In 2013 werden in Nederland 517.181 proefdieren gebruikt en gedood. In 1990 waren dit er nog ongeveer 600.000. Een daling dus, maar wel heel langzaam. Minder bekend is dat ongeveer evenveel proefdieren als ‘overbodige voorraad’ worden gehouden en gedood. En dit aantal neemt nog elk jaar toe. Dus ondanks het overheidsvoornemen van Verfijning, Vermindering en Vervanging van dierproeven zit er maar weinig schot in de afbouw van proefdieren. Dat komt omdat er, om het maar modern te zeggen, geen sense of urgency is. Waarom zou je ook, als farmaceut? Proefdieren gebruiken is sneller en gemakkelijker dan het ontwikkelen van tijdrovende en dure alternatieven. De farmaceutische industrie profileert zich graag als charitatieve instelling, met geen ander doel dan hét

medicijn te ontwikkelen tegen kanker of een zeldzame ziekte. In werkelijkheid zijn het natuurlijk commerciële bedrijven met als belangrijkste doel winstmaximalisatie. Twee derde van alle dierproeven worden bovendien helemaal niet uitgevoerd voor medicijnontwikkeling, maar voor niet-medisch onderzoek of onderzoek naar schadelijke stoffen. Muizen zijn met vijftig procent het favoriete dier. Ze zijn klein, makkelijk te houden en eenvoudig genetisch te manipuleren. Ze zijn ook te standaardiseren, anders zijn de resultaten statistisch onbruikbaar. Daar zit hem dus de kneep: je vergelijkt kortlevende, gestandaardiseerde dieren met de lange levens van mensen, die onderling sterk van elkaar verschillen in aanleg en levensstijl. Dat maakt veel dierproeven per definitie onbruikbaar. Kritiek komt er niet alleen uit de dierenwelzijnshoek, maar ook van binnenuit. De Leidse hoogleraar diabetologie Bart Roep sprak zich in een spraakmakend NRC-interview (14 november 2015) het duidelijkst uit: ‘Van de 307 middelen die in de afgelopen jaren in testen bij muizen

diabetes leken te bestrijden zijn er slechts drie of vier van enige waarde voor de mens gebleken.’ Veel dierproefnemers willen zelf ook van die dierproeven af, maar voelen zich gevangen in het systeem. Experimenteren met alternatieven doen ze letterlijk in de marge. Ik sprak met enkele tegendraadse labmedewerkers. ‘Niemand van ons vindt het leuk om dieren te kwellen. Dus ontwikkelen we alternatieven in onze vrije tijd, zonder formele opdracht van onze manager en met nagenoeg geen budget.’ Op voorstel van de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren is het budget voor de ontwikkeling van alternatieven vergroot, maar het is altijd nog een fractie van het reguliere budget. Dat gaat niet voor de gewenste doorbraak zorgen. Maar er is hoop: op 2 november 2015 maakte toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma bekend ‘de gedachte te steunen’ om een fonds op te richten dat gaat investeren in proeven waarbij in het geheel geen dieren meer nodig zijn. De ambitie is dat Nederland in 2025 wereldleider is in proefdiervrij onderzoek.

Waar anders dan in Leiden, met de unieke combinatie van een Universiteit, een universitair ziekenhuis en een BioScience Park zou dat onderzoek moeten plaatsvinden? We hebben immers al een aantal bedrijven die alternatieven ontwikkelen. Hiermee zou het BSP Leiden zich internationaal op de kaart kunnen zetten; een enorme stap. De vervolgstap is dan het volledig afzweren van dierproeven. Voorstanders van dierproeven schieten zonder uitzondering in de kramp: afschaffen van dierproeven zou onmogelijk zijn. Maar, zei Mandela, ‘iets is altijd onmogelijk tot het gedaan is’. Het vraagt wel een omslag in denken en inspanning van de farmaceutische industrie. Laten we een voorbeeld nemen aan de Amerikaanse president Kennedy. Die wilde in 1962 binnen tien jaar een mens op de maan. ‘We choose to go to the moon in this decade [ ..], not because it is easy, but because it is hard.’ Het werden er zeven. Dick de Vos is gemeenteraadslid te Leiden, namens de Partij voor de Dieren.

…helaas: zonder gaat echt niet Diermodellen zijn niet perfect, maar dat betekent niet dat we zonder kunnen, vindt Adam Cohen. ‘Als morgen een kind wordt aangereden, schaffen we de auto ook niet af.’ Dick de Vos wil proefdieren de wereld uit in 2025 en die beweging gaat in Leiden beginnen. Zo dus. Hij kondigt meteen al aan dat voorstanders van dierproeven ervan in de kramp zullen schieten. Daarnaast houd ik niet van ingezonden stukken, en helemaal niet van ingezonden stukken over ingezonden stukken. Maar omdat ik geen dierproefonderzoeker ben, reageer ik toch maar, in ieder geval zonder kramp. Mijn geplande promotieonderzoek in 1981 had als doel om te onderzoeken of babyratten die een tijdje bij hun liefhebbende moeder weggehaald werden, daarna als behoorlijke ratten zouden opgroeien. Uiteindelijk ben ik iets heel anders gaan doen. Ik kreeg namelijk nachtmerries van die babyratten, en van het feit dat ik de man in de witte jas was die ze mishandelde, om uiteindelijk hun hersenen eruit te halen. Dierproeven mogen van mij afgeschaft worden als we de informatie op een andere manier kunnen krijgen. Als de ambitie van De Vos uitkomt, zou overigens niemand daar rouwig om zijn. Ik heb namelijk geen aanwijzingen dat er mensen zijn die proeven doen met dieren omdat ze dat leuk vinden. Ik heb mijn carrière gevuld met het uitvoeren van en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van proeven met mensen. Nu is er recent iets misgegaan bij een proef met mensen en dat is tragisch. Als we de feiten zouden weten zou ik er iets over kunnen zeggen, maar dat gaat nu nog niet, want die feiten zijn niet openbaar. Dick de Vos en de Partij voor de Dieren kunnen dat vreemd genoeg wel. Omdat er iets misgegaan is bij een experiment met mensen, toont dat onomstotelijk aan dat

Hondje Laika was het eerste dier dat in een baan om de aarde werd gebracht, in de satelliet Spoetnik 2. Het bewees dat een verblijf in de ruimte niet dodelijk hoefde te zijn, en baande de weg voor menselijke ruimtevaart. dierproeven onnodig zijn. Goed denkwerk! Als er morgen een kind wordt aangereden door een dronken automobilist toont dat onomstotelijk aan dat auto’s en alcohol moeten worden afgeschaft. Inderdaad zijn dieren geen mensen en er is heel wat dat we bij dieren niet kunnen aantonen maar bij mensen wel. Het is essentieel dat we de juiste wetenschappelijke vraag beantwoorden met de juiste experimentele techniek. Daarbij is het van primair belang dat we menselijke proefpersonen beschermen. En daarvoor is het soms nodig om een deel van de vragen te beantwoorden door proeven te doen in menselijke cellen en in diermodellen van die

menselijke biologie. Is dat systeem perfect? Absoluut niet, net zo min als de modellen. Het middel lamotrigine, dat ik in 1985 voor het eerst aan een mens mocht geven en nu een waardevolle behandeling is voor miljoenen epilepsiepatiënten, maakte ratten blind en doodde honden. Mensen kunnen er goed tegen. Terugkijkend waren die dieren nodeloos gestorven, maar de effecten konden best bij mensen voorkomen. Dankzij de dierproeven hebben we daar eerst goed op gelet. Het daaruit voortkomende vertrouwen heeft ertoe geleid dat het middel uiteindelijk op de markt is gekomen. Ieder jaar maken we meerdere malen mee dat een proef met een

nieuw geneesmiddel niet doorgaat. Er treden dan dermate schadelijke effecten bij de dieren op, dat we toediening aan de mens niet aandurven. Van zo’n middel hoor je nooit meer iets. Wij zijn er in zulke gevallen van overtuigd dat de dierproeven mensen hebben beschermd. Dierproeven zijn zeker niet universeel bruikbaar als een vervanging van de mens; dat is een misvatting. En inderdaad, ze kunnen weinig zeggen over de verschillen tussen mensen. Ze dienen in de wetenschap om bepaalde deelgebieden te begrijpen. Mijn zielige babyratten zijn uiteindelijk wel onderzocht, onder meer door de Leidse hoogleraar Ron de Kloet, die daarmee baanbrekende

inzichten heeft verkregen over de effecten van stress op de ontwikkeling. Dat gaat echt niet met cellen of mensenbaby’s. Als het niet hoeft, moet je geen proeven op dieren doen en ook niet op mensen. Iedereen is het daarmee eens. De Vos impliceert vervolgens dat dit wordt tegengehouden door een complot van bedrijven, die aan winstmaximalisatie doen. Als ik aan winstmaximalisatie deed zou ik de dierproeven onmiddellijk afschaffen: die kosten namelijk geld. Het gebruiken van een tragisch incident voor het bereiken van een politiek doel is niet zo sterk. Zeker niet als dat incident vooralsnog kan zijn veroorzaakt door een menselijke fout, een productiefout, of door een eigenschap van het middel die ook bij dieren voorkomt, maar niet is opgemerkt. Een tijdje terug protesteerde de PvdD in het BioScience Park tegen dierproeven. Ondanks een korte wervingsactie voor menselijke proefpersonen bij de anti-dierproefdemonstranten heeft niemand zich aangemeld als vrijwilliger. Dieren en mensen worden niet beter van heel hard ongefundeerde meningen roepen. Ik stel voor dat we extremen Verminderen, de discussie Verfijnen en meningen Vervangen door feiten. Prof. Dr. Adam Cohen is hoogleraar klinische farmacologie aan de Universiteit Leiden, verbonden aan de afdeling nefrologie van het LUMC, en directeur van het Centre for Human Drug Research.


4 februari 2016 · Mare

9

Achtergrond

Antisemitische afbeeldingen door de eeuwen heen. Propagandaverhalen waren overigens minder subtiel dan de propagandeplaatjes.

Het is allemaal hun schuld De geschiedenis van de jodenhaat

Ze veroorzaakten de pest en wisten van 9/11. In de loop der eeuwen werd de haat tegen de Joden steeds kwaadaardiger, zegt historicus Chris Quispel die een boek schreef over de geschiedenis van het antisemitisme. ‘In 1919 ging in Duitsland het toneelstuk Schloss Wetterstein van Frank Wedekind in première’, vertelt historicus Chris Quispel (1947). ‘Critici en toeschouwers ergerden zich aan de seksueel expliciete inhoud. Wedekind was niet Joods. Toch schreef een krant over “joodse rotzooi”. De politie waarschuwde dat verdere opvoeringen van het stuk tot pogroms zouden leiden en tijdens een voorstelling werden Joden en Joods uitziende toeschouwers bedreigd en mishandeld. In de geschiedenis van het antisemitisme komt dat steeds weer terug: Joden worden betrokken bij iets waarmee ze niets te maken hebben.’ Quispel ging in 2012 met pensioen als universitair docent geschiedenis in Leiden. Maar hij geeft nog elk jaar een hoorcollege over de geschiedenis van het antisemitisme. Onlangs publiceerde hij een boek over de ontwikkeling van Jodenhaat in Europa. ‘In de oudheid is er al allerlei geweld tegen Joden’, zegt Quispel. Zo schrijft de Egyptenaar Apion dat de Griekse koning Antiochus IV (215164 voor Chr.) in de tempel van Jeruzalem een man ontmoet die is ontvoerd door vreemdelingen. Zijn ontvoerders brachten hem naar de joodse tempel, waar hij werd opgesloten maar tegelijkertijd voorzien van onbeperkte hoeveelheden van het meest heerlijke eten. Na verloop van tijd kwam hij er achter wat er aan de hand was. De ‘onuitsprekelijke (ineffabilem) Joodse wet legde de Joden op om ieder jaar een onschul-

DOOR VINCENT BONGERS

dige Griek te ontvoeren. Deze moest worden vetgemest met het doel hem uiteindelijk te offeren. Het slachtoffer moest ter dood worden gebracht volgens precieze Joodse rituelen en daarna worden opgegeten’, schrijft Quispel in zijn boek. Toch passen zulke vooroordelen ‘in het algemene patroon van etnische vooroordelen die opduiken als er gestreden wordt om de macht in een stad of land’. Dit verandert bij het antisemitisme dat later in Europa zal ontstaan. ‘Daarin is de anti-Joodse houding in de kerk heel belangrijk. Dat loopt als een rode draad door de geschiedenis heen, eigenlijk tot vandaag. Het christendom is gebaseerd op ideeën uit het jodendom. De eerste christenen waren Joden. Juist daarom zorgt de breuk voor felle debatten. Een fundamenteel conflict gaat over Jezus: is hij de Messias, of juist niet? En de Joden krijgen het verwijt dat zij Christus hebben gekruisigd. Als christenen in de Middeleeuwen de Talmoed (belangrijk religieus boek in het jodendom, red.) ontdekken en merken dat de joodse religie niet statisch is maar leeft en kritisch is op het christendom, schrikken ze daarvan. Ze voelen zich verraden. Belachelijk natuurlijk.’ Maar het geruzie leidt aanvankelijk nog niet tot veel geweld tegen Joden. Dat verandert in de tweede helft van de Middeleeuwen. In 1096 trekt een kruisvaardersleger onder leiding van graaf Emicho van Leiningen door de Duiste Rijnstreek. Hun strijdkreet: ‘Wij nemen onze ziel in onze handen om diegenen te doden en te onderwerpen die niet geloven in de Gekruisigde.’ De kruisvaarders slachten elf Joden af in de stad Speyer. ‘In Worms liep het uit de hand toen “vijanden van de Joden” een lijk door de stad droegen en riepen dat de dode door de Joden was gekookt

en dat het kookwater in de bronnen was gegooid om die te vergiftigen. Woedende burgers en kruisvaarders sleurden de Joden uit hun huizen en vermoordden hen. Hierna blijven vervolgingen, verbanningen en uitbarstingen van geweld aanhouden. Er is een hele reeks van kwaadaardige beschuldigingen. Een van de belangrijkste is dat de Joden een complot smeden met de duivel en de christelijke wereld willen vernietigen. ‘Die vooroordelen worden niet alleen steeds kwaadaardiger, maar ook “functioneel.” Men gebruikt ze als verklaring voor een groot aantal

‘Volgens rapper Appa worden er meer moslims vermoord dan joden tijdens de Holocaust’ onbegrijpelijke gebeurtenissen, zoals de pestepidemieën tussen 1347 en 1351. Dat is de grootste ramp die Europa ooit getroffen heeft, waarbij een derde van de bevolking sterft. Terwijl Joden nooit een reële bedreiging zijn geweest, komen deze ideeën vast te zitten in de geest van Europa, oproepbaar door demagogen en politici. ‘Het is echter niet zo dat er constant sprake is van haat en geweld. In de negentiende eeuw krijgen Joden in veel Europese landen gelijke rechten. Ze mogen overal wonen en krijgen de kans om beroepen uit te oefenen die eerder voor hen gesloten waren. Door de wetenschappelijke revolutie neemt het door religie aangewakkerd antisemitisme af.’ Maar er komt dan wel een nieuwe vorm voor in de plaats. ‘Duitsland wordt pas in 1871 een staat. Die ont-

wikkeling roept de vraag op: “Wat is Duitsland en wie horen daarbij?” De Duitse nationalisten vinden de Joden “een staat binnen de staat” en voorspellen dat dat zal uitmonden in een gevecht op leven en dood. Dat is een absurd idee, zeker als je je realiseert dat maar één procent van de Duitsers Joods is. Het is niet te begrijpen dat een redelijk intelligente Europeaan in 1890 serieus dacht dat hij met hen in oorlog was, maar toch was dat zo. Hitler zou dit gedachtegoed overnemen en daadwerkelijk een oorlog beginnen tegen de Joden.’ Een van de bekendste antisemitische publicaties en een invloed op Hitler is het pamflet De Protocollen van de Wijzen van Zion. De eerste uitgave in 1905 begint met deze zin: ‘Van een goede vriend, die inmiddels is overleden, kreeg ik een manuscript in handen, dat met buitengewone precisie en helderheid, plan en ontwikkeling beschrijft van een wereldwijde samenzwering, die als doel heeft de wereld naar zijn onvermijdelijke ontmanteling te leiden.’ Quispel: ‘In brede kring werd geloofd dat hier sprake was van een authentieke Joodse bron die leek te bevestigen wat al heel lang door antisemitische auteurs werd beweerd. Het stuk is geschreven als het verslag van een bijeenkomst, waar vertegenwoordigers van de “twaalf stammen van Israël”, bij elkaar waren gekomen onder leiding van een opperrabbijn om te spreken over aanstaande machtsovername van de christelijke wereld.’ Dat complotdenken zie je nu nog terug. ‘Een mooi voorbeeld is dat 11 september een Joodse samenzwering was. Ik kan me nog voorstellen dat iemand denkt: “Misschien had de Mossad er wel iets mee te maken. Israël heeft van de aanslagen geprofiteerd.” Maar de complotdenkers beweren dat er die dag geen Joden in de WTC-torens zaten: die bleven thuis

omdat ze al wisten dat die vliegtuigen gingen komen. Totale onzin, absurd en kwaadaardig: er zijn veel Joden omgekomen. ‘In de Arabische wereld zijn De Protocollen erg populair. Maar het antisemitisme wordt daar gevoed door de Palestijns-Israëlische kwestie, een strijd om land. Dat maakt het anti-Joodse vooroordeel er niet minder erg door, maar het is wel een andere vorm van antisemitisme.’ In Nederland neemt het aantal antisemitische incidenten toe. ‘Vooral na 9/11’, aldus Quispel. In zijn boek somt hij op: ‘Synagogen werden beklad, Joden werden op straat uitgescholden en lastiggevallen. Velen durven geen keppeltje meer te dragen. Een jongen die in 2010 in Utrecht demonstreerde tegen Israël. Waarom? “Omdat de joden moeten worden uitgeroeid.” “Kankerjoden, kankerjoden, we komen jullie doden”, is een van de teksten van de Marokkaanse rapper PafPafPaf. Een andere Marokkaanse rapper, Appa, zei in 2009 tijdens een demonstratie tegen het Israëlische optreden in Gaza: “Worden meer moslims vermoord dan joden tijdens de Holocaust/ Creëren angst voor de islam en haat tegen de moslims.” In Oost-Europa is het antisemitisme nooit weggeweest en de laatste jaren zelfs weer sterker aanwezig. ‘Daar zie je hoe diep antisemitisme kan zitten. In Hongarije heb je een plaatsje dat Tiszavasvari heet. De extreem-rechtse partij Jobbik heeft het daar voor het zeggen. De gemeente heeft een stedenband met het Iraanse Ardabil. De reden is dat ze een gemeenschappelijke vijand hebben: uiteraard “De Joden.”’ Chris Quispel, Anti-Joodse beeldvorming en Jodenhaat. De geschiedenis van het antisemitisme in West-Europa, Uitgeverij Verloren, 336 pag. € 32


10  Mare · 4 februari 2016 English page

Stronger than tigers Persian Zurkaneh trains the mind as well as the body Athletics with heavy wooden clubs, pushups, iron bows and... poetry. An Iranian Zurkaneh team visited Leiden last week. 'The trinity of poetry, politics and religion is combined in this traditional sport. It's pure Persian, and pure Shiite.' “You are stronger than tigers, lions, elephants”, is how student Amin Ghodratzadeh (International Studies) translates the chants of the morshed, two men beating on large drums and singing classic Persian texts. “Listen carefully. If Iran does not exist, my body does not exist.” While the drum beats accelerate, in the front part of the large hall of the Lipsius Building, an Iranian man spins round a terrifying speed, turning faster and faster like a spinning top. “Like a planet”. A group of traditional Iranian athletes perform impressive push-ups on wooden planks, throwing themselves on the ground, catching themselves with their hands and pushing themselves up again. Mostafa Hosseinnejad (30), the group’s leader, holds a 24-kilo iron bow with heavy iron rings above his head and swings it to and fro to the music, while evBY PETRA MEIJER

er-increasing patches appear in his armpits. Next, the men show off their arm muscles by waving mils, wooden clubs weighing four, five or ten kilos, above their shoulders. They also juggle with them and one of the athletes hits the ceiling with a club, only narrowly missing a lamp. “I was worried there, for a moment”, remarks Asghar Seyed-Gohrab, a senior lecturer of Persian Literature. “But I really admire the fact that they could give such a performance is such a small room.” He had wanted to fetch Iran’s finest Zurkhaneh team to Leiden for years. “I’m studying the trinity of Iranian poetry, politics and religion, which are combined in the traditional Iranian sport of Zurkhaneh.” According to Seyed-Gohrab, Iran’s national sport is difficult to compare to sports as we know them in the West. “It’s a sport of strength but it trains the mind as well as the body.” An English translation of a Persian mystic text is projected on the wall, but it sounds racy rather than religious: “You wound with the plectrum my strings, while my wailing and groaning reaches the sky and night.” “God’s praises are sung as to a lover”, explains Seyed-Gohrab. In Iran, Zurkhaneh is practised in a round building that bears the same

Foto Taco van der Eb

name: the house of strength. “It has a low entrance so that everyone whether a king or a beggar – must bow as he enters as a sign of respect. And the floor of the gowd, the arena where the athletes do their exercises, is covered in dust to remind the powerful athletes of the transience of the world.” The audience has a chance to try

its hand at Iranian exercises after the show. Tough guys – wearing sneakers and coats with fur collars – step forward but soon drop the heavy clubs on their shoulders instead of lifting them with a flourish of power. A man from the audience can barely lift the iron bow. Although it is a traditional sport, Zurkhaneh is experiencing a revival.

“For Iran, it’s a good sport to stimulate the youth: pure Persian and pure Shi’ite”, Seyed-Gohrab says. Nonetheless, he thinks that any attempts to export the sport will not really work. “Everyone will find the summersaults impressive, but whether the Persian poems will become popular in Japan, Korea or China remains to be seen.”

Community service for threat student Court thinks that death threats to students and university staff were made deliberately The 21-year-old Philosophy student Robbert van D. who threatened a shooting at Leiden University last October has been sentenced to a community punishment order of 180 hours, of which 60 hours suspended. BY VINCENT BONGERS day 5 October 2015, the student from Valkenburg posted a message on the 4chan forum. The text read: “Gonna fucking do it. (..) Tomorrow at 10:05 I will open fire at the university of Leiden. Not gonna tell you which faculty, that’s up to you to guess. Shit’s going to go down, then I’m gonna go down. Going for the highscore…” The message was picked up by the national police who regarded it as a

terrorist threat, dispatching police protection to the branches of the university in Leiden and The Hague. Van D. removed the threat after half an hour, but posted a new message on 4chan the next day, this time saying: “Yesterday was a test, to get some parameters. Normies get ready to fucking drop :^.” As the student had sent the messages from his own laptop, the police could trace its IP address to the home of the student’s parents. It then emerged that Van D. was at Catena, his student fraternity. He was arrested there and immediately confessed to posting the threats. Van D. appeared in court in The Hague two weeks ago and revealed at the time that he had acted “on impulse”; it was not “a preconceived plan”.

He had wanted to join in with “making cruel jibes at people”, in keeping with the forum’s “culture of edgy humour”. Struggling with a psychotic disorder and mood disorder, he also felt “a compulsion to post the messages”. His lawyer, Reinja Ottens, thought that threats on 4chan did not need to be taken seriously and, speaking two weeks ago at the hearing, added that Van D. had never intended to carry out the threats: “He wouldn’t even know how to acquire a gun.” Nonetheless, Judge René Elkerbout crushed the defence’s arguments: “The court does not concur with the defence’s claim that the messages on 4chan were not meant to be taken seriously.” “Supposedly, people just post nonsense on 4chan and only make

cruel jibes at people by means of sick jokes. However, it is a forum with public access and states nowhere that the posts are only meant as jokes”, Elkerbout said. The court is of the opinion that the student, who was not present when the decision was announced, deliberately threatened to kill staff and students. “The suspect even mentioned a specific time and location. Added to which, there had been a shooting, resulting in many casualties, in Oregon in the United States only a few days before he posted the threats.” The court also held it against Van D. that he had posted a second threat, creating a “very serious incident that caused much social unrest.” Elkerbout said that, although Van

D. suffered from a “light psychosis”, he still attended lectures and took part in social activities. “He was capable of realising the consequences of his message.” Moreover, the Public Prosecutor had already taken the suspect’s diminished responsibility into account when stating her demand. The Public Prosecutions Service had demanded 120 hours of community service and a suspended one-month prison sentence, intending the prison sentence to serve as a deterrent. Elkerbout decided: “We impose a community punishment order of 120 hours and another 60 hours of community service suspended on condition that Van D. reports to the probation service, adheres to his treatment and continues to take his medication.”

Academische Agenda

2015 REGIO AWARD WINNAAR ZUID HOLLAND * Ouders beoordeelden het dagverblijf in een onafhankelijk onderzoek met een 9.2 (217 reviews)

Al 35 jaar hét kinderdagverblijf exclusief voor medewerkers en studenten van de Universiteit Leiden en aan de Universiteit gelieerde instellingen. Op loopafstand van station Leiden C.S. Open van 07.30 uur – 18.30 uur. Meer informatie www.dekattekop.nl tel. 071 517 6363 *reviewplatform Opiness.nl

Prof. dr. M. Tijsterman zal op vrijdag 5 februari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit Geneeskunde met als leeropdracht Genoomstabiliteit. Mw. S.W. Kleibeuker hoopt op dinsdag 9 februari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘What box?: behavioural, neuroimaging, and training studies on the development of creative cognition in adolescence’. Promotoren zijn Prof.dr. E.A. Crone en Prof.dr. C.K.W. De Dreu (UvA). Dhr. E.P.J.A. Siero hoopt op dinsdag 9 februari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A recipe for desert’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Doelman, Prof.dr.ir. M. Rietkerk (Univ. Utrecht) en Prof.dr. J.D.M. Rademacher (University of Bremen). Dhr. M.P. van der Garde hoopt op dinsdag 9

februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Different strategies to improve the use of umbilical cord and cord blood for hematopoietic and other regenerative cell therapies’. Promotoren zijn Prof.dr. J.J. Zwaginga en Prof.dr. A. Brand. Mw. Q. Li hoopt op woensdag 10 februari om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The production and perception of tonal variation’. Promotor is Prof.dr. N.O. Schiller. Mw. A.G.C. Boef hoopt op woensdag 10 februari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Obtaining causal estimates of therapeutic effects in observational studies’. Promotor is Prof.dr. J.P. Vandenbroucke. Mw. K.S. van den Marel hoopt op woensdag 10 februari om 13.45 uur te promoveren tot

doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Unraveling the Implanted Cochlea’. Promotor is Prof.dr.ir. J.H.M. Frijns. Mw. N.M.A. van Kreveld hoopt op woensdag 10 februari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Consultatie bij fiscale wetgeving’. Promotoren zijn Prof.dr. A.O. Lubbers en Prof.dr. J.L.M. Gribnau. Dhr. R.G.J. Wiggenraad hoopt op woensdag 10 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Stereotactic Radiotherapy of Intracranial Tumors’. Promotor is Prof.dr. H. Struikmans. Dhr. G. Paniagua Soriano hoopt op donderdag 11 februari om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Use of Activity-Based Protein Profiling to Study

Proteasome Biology’. Promotor is Prof.dr. H.S. Overkleeft. Mw. S.C. Man hoopt op donderdag 11 februari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Vectorcardiographic diagnostic & prognostic information derived from the 12-lead electrocardiogram’. Promotoren zijn Prof.dr. M.J. Schalij en Prof.dr. E.E. van der Wall. Dhr. B.J.F. Still hoopt op donderdag 11 februari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Social World of the Babylonian Priest’. Promotor is Prof.dr. W.H. van Soldt. Mw. P.G. van Peet hoopt op donderdag 11 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Secondary cardiovascular prevention in old age’. Promotor is Prof.dr. J. Gussekloo.


4 februari 2016 · Mare Cultuur

Agenda

Zelfdenkende luxaflex Een inkijkje in het ondoorgrondelijke ambtenarenapparaat Theatermaker Marcel Osterop liep drie maanden mee op het gemeentehuis van Eindhoven. In Waterdragers deelt hij zijn ervaringen. ‘In gedachten zag ik mijn collega’s op de eerste rij zitten.’ Toen Osterop gevraagd werd een voorstelling voor en over Eindhoven te maken, schreef hij de gemeente een brief. Of hij drie maanden mee mocht lopen op het stadhuis. ‘Ik had geen idee van wat daar binnen gebeurt.’ Acht weken lang hoorde hij niets.

DOOR PETRA MEIJER

‘Ik had het eigenlijk al opgegeven.’ Toen kreeg hij een mailtje. Hij kon aan de slag: als fulltime luisteraar. ‘Ik had geluk, want het was al een paar jaar de wens van de gemeente om transparanter te worden. Ik ging niet echt aan het werk, maar mocht overal aanwezig zijn. Alleen de collegevergaderingen waren uitgesloten. Daarnaast spraken we af dat personages niet tot personen te herleiden zouden zijn.’ In drie maanden tijd verzamelde hij 120 quotes. ‘Dit soort intermenselijke strubbelingen hoort er helaas nou eenmaal bij.’ ‘We hebben alle informatie al op papier staan,

maar blijkbaar zijn we niet in staat om het begrijpelijk te formuleren.’ ‘Hoe gaan we dat instrumentaliseren?’ Osterop: ‘Langzaam leerde ik het jargon en de onderliggende mechanismes te begrijpen.’ Hij zat in de kantoortuin tussen de flexwerkers, maar liep ook een paar dagen mee met de wethouder. ‘Ik ging naar vergaderingen of nam interviews af. Tussendoor ging ik die snel uitwerken, want ik ontdekte dat iedereen dichtklapte als ik met een kladblok of computer voor mijn neus zat.’ Hij vond het leuker dan gedacht. ‘Ik dacht dat het duf zou zijn, maar het was eigenlijk heel dynamisch.’ Andere dingen bevestigden zijn verwachtingen. ‘Er wordt écht heel veel koffie gedronken. En ze worstelen constant met de klimaatbeheersing. Ze hebben totaal geen controle over hun omgeving. Er hangt zelfdenkende luxaflex, die denkt te kunnen reageren op licht. Op de gekste moment gaan die dingen bewegen.’ Een van de quotes luidt dan ook: “De zon schijnt, dus we zitten weer in het donker.” ‘Ze hadden ook drie zelfdenkende liften. Die besloten dan welke het snelste naar de dertiende verdieping kon. Maar die dingen werkten nooit. Mensen waren daar echt bang voor.’ Langzaam werd hij een van hen. ‘Mijn collega’s maakten dankbaar gebruik van het feit dat er iemand naar ze luisterde. Het was soms

lastig om kritisch te blijven. Of ze vroegen ineens naar mijn mening. Die grens moest ik wel bewaken.’ Toen zijn tijd bij de gemeente erop zat, heeft hij zijn collega’s wel gemist. ‘Als schrijver ben je maar in je eentje. Of ik mezelf daar rond zie lopen? Een paar maanden, maar dan zou ik gek en ongelukkig worden. Het zijn keiharde werkers die constant moeten vechten om er iets doorheen te krijgen. Ze zitten elkaar in de weg en moeten continu balanceren.’ In de voorstelling vertaalt hij dat naar een tweeluik. Vier bewoners van een huis moeten het samen eens worden over een verbouwing. Tegelijkertijd worden vier ambtenaren door Osterop – als schrijver aanwezig in het stuk – gemaand om eerlijk te zijn.’ Zijn nervositeit bleek onnodig, na de première bleken zijn voormalige collega’s enthousiast. Of er een les te trekken valt uit zijn ervaring? ‘Bij de gemeente wordt hard gewerkt en er is veel expertise. Maar ze moeten van de neiging af om zichzelf van te voren al te proberen in te dekken. Dat resulteert in stroperigheid en traagheid.’ Hij begrijpt nu ook beter waarom het acht weken duurde voor hij antwoord kreeg. ‘Zoiets moet langs een heleboel mensen.’ Het Zuidelijk Toneel Waterdragers Theater Ins Blau, Vrijdag 12 februari, 20.30 uur, €16

‘Ambtenaren werken hard, en ze drinken ècht heel veel koffie.’ Foto Phile Deprez

Geen stand-upper of grappenkanon Maar droge humor en liedjes die raken Dinsdag 9 februari staat cabaretière Lonneke Dort in de voorrondes van het Leids Cabaret Festival met Als Jezelf. ‘Ik verzin eerst allerlei dingen en kom later tot een gemene deler.’ Ik heb de drang om mezelf te maskeren. Maar tegenwoordig hoor je overal dat het belangrijk is om jezelf te zijn. In tijdschriften vind je bijvoorbeeld lijstjes: “Vijf manieren om jezelf te zijn”. Maar de mogelijkheid hebben om even niet jezelf te zijn is ook oké’, zegt Lonneke Dort over haar voorstelling Als Jezelf. Vorig jaar studeerde ze af aan de koningstheateracademie in Den Bosch. ‘Het is een soort snelkookpan waarin je kennis maakt met het vak. Het is heftig, je zit er helemaal in.’ Een deel van de muziek, liedjes en verhalen uit haar afstudeerproject brengt ze nu naar Leiden. ‘Ik wil graag een eigen publiek opbouwen, dat me leert kennen en nieuwsgierig is naar wat ik maak. Ik hoop mensen te kunnen raken met de verhalen die ik vertel. Ik ben geen stand-upper of grappenkanon. Humor is voor mij meestal

‘DOOR PETRA MEIJER

11

geen doel, maar een middel.’ Dort noemt zichzelf een einzelgänger en control freak, maar zingt sinds kort in de alternatieve pop-rock band Instant Matter. Daarnaast staat ze regelmatig op de planken met improvisatiecollectief Flunknarf. ‘Bij improvisatietoneel moet je de controle loslaten. Dat kan ook bevrijdend zijn. Je komt in een bepaalde modus. Je brein gaat aan, en in eens kan er van alles gebeuren.’ Af en toe improviseert ze ook in haar eigen werk. ‘Het is niet zo dat ik onwijs sta te lullen met het publiek. Maar ik heb wel eens gehad dat in een festivaltent de stroom uitviel. Daar kan je als cabaretière op dat moment niet omheen. En ik heb ook wel eens iemand uit het publiek met een stift op mijn blote bil laten tekenen. Dat was toen gewoon nodig.’ Ze laat zich inspireren door Katinka Polderman en Jeroen van Merwijk. ‘Beiden schrijven liedjes en hele goede teksten. Ze zijn droog en komisch. Er zijn natuurlijk meer mensen naar wie ik met plezier kijk, maar die passen toch minder goed bij mij. Als ik naar Van Merwijk kijk, gaan de raders in mijn hoofd draaien.’ Thema’s die

vaak terugkeren in haar werk zijn er eigenlijk niet. ‘Ik ben niet echt een conceptuele maker. Ik verzin eerst allerlei dingen en kom later tot een gemene deler.’ ‘De academie is een soort snelkookpan waarin je kennis maakt met het vak.’ Foto Joshua Bakarbessy

Leids Cabaret Festival Leidse Schouwburg, Voorrondes maandag 8 en dinsdag 9 februari, 20.15 uur, studenten € 10, anders € 11-25

FILM

TRIANON The Revenant dagelijks 14.30 + 18.00 + 21.30 Publieke werken dagelijks 15.30 za zo 12.30 The Big Short dagelijks 21.30 Joy do t/m vr 15.30 The Choice dagelijks 18.30 The Hunger Games Mockingjay part 2 3D dagelijks 21.30 KIJKHUIS Carol za + wo 16.15 zo + di 18.45 The Danish Girl dagelijks 16.00 + 18.30 Er Ist Wieder Da do + ma 16.15 vr + wo 19.00 Spotlight dagelijks 21.30 vr + zo + di 16.15 do + za 18.45 The Hateful Eight dagelijks 21.00 LIDO Ride Along 2 dagelijks 18.45 + 21.30 + vr 00.30 The 5th Wave dagelijks 18.45 Star Wars: The Force Awakens 3D dagelijks 18.15 + 21.30 + vr 00.30 + za zo wo 14.30 Fissa dagelijks 18.45 Creed do t/m ma + wo 21.30 13 hours: Secret soldiers of Benghazi dagelijks 21.30

MUZIEK

BPLUSC Lunchconcert fluit & piano do 4 februari 12.45 €5 DE TWEE SPIEGHELS Wojtek Justyna Tree… Oh!? vr 5 februari 21.00 Christos Yerolatsitis trio ft. Ronja Burve za 6 februari 16.00 Alban Claret – Gipsy Jazz zo 7 februari 16.00 Jamsessie o.l.v. Lucas Meijers en Matthijs Sepers ma 8 februari 21.00 Francesco V Amenta Quartet – Colors and Ties wo 10 februari 21.00 GEBR. DE NOBEL Exumer do 4 februari 19.00 €10 Jaya the Cat vr 5 februari 20.00 €12,50 80’s Verantwoord vr 5 februari 22.00 €11,50 Don’t hate the 808 vr 5 februari 23.00 €6,50 Pechakucha Night Leiden #14 wo 10 februari 20.00 v.a. €6 VRIJPLAATS LEIDEN Sores, DJ Jurre & Anaoi vr 5 februari 21.00, entree o.b.v. donatie Sterk Water naar de Zee Dragen za 6 februari 21.00 €3 AALMARKTZAAL Artvak & Ntjam Rosie: Homelands vr 5 februari 20.15 v.a. €17 Izhar Elias: Barok, Romantiek & Spaanse klassiekers za 6 februari 20.15 v.a. €21 STADSGEHOORZAAL Pink Project za 6 februari 20.15 v.a. €22,50

THEATER

LEIDSE SCHOUWBURG Willem Ruis, de show van zijn leven za 6 februari 20.15 v.a. €11 INS BLAU De Allesgelover vr 5 februari 20.30 v.a. €15

DIVERSEN

LUCIS Paneldiscussie Tunisia is the way vr 12 februari 15.00, entree gratis SIEBOLDHUIS Tentoonstelling: Fuji. Iconische berg in beeld t/m 6 maart


12

Mare · 4 februari 2016

Het clubje

Column

Superstufi

Foto Eduardus Lee

‘De dirigent snapt onze brakheid’ Het Nederlands Studenten Orkest Noah Stunt (20, pedagogiek, altviool): ‘We repeteren nu al vijf dagen van tien uur ’s ochtends tot half elf ’s avonds. We hebben nog vijf dagen te gaan. Daarna gaan we elf dagen op tournee door Nederland, en dan nog zes dagen naar Madrid.’ Lotte Hondebrink (18, Nederlands, cello): ‘Ik heb nog niet echt spierpijn van het cello spelen. Wel van het dansen. We hebben elke avond feest. Ik drink niet, dus ik heb geen last van brakheid de volgende ochtend, maar ik dans de hele nacht. Het is jammer dat hier geen paal in de danszaal staat, anders zou ik ook nog kunnen paaldansen.’ Stunt: ‘Sommige mensen drinken te veel, die zijn dan niet helemaal fris als we beginnen met repeteren. Maar je

moet wel spelen. ’s Ochtends een vent, ’s avonds een vent.’ David de Goede (19, wijsbegeerte, slagwerk): ‘Door de feesten leer je elkaar ook buiten het orkest kennen. Daardoor ontstaat er meer bonding. Daar wordt de muziek uiteindelijk ook beter van.’ Stunt: ‘Die bonding is ook wel nodig, want het NSO is een projectorkest. Ieder jaar verandert de samenstelling.’ Alwin Farahani (22, rechten, basklarinet): ‘Tot nu toe gaan feesten en repeteren goed samen. Als ik om vier uur in bed lig slaap ik toch vijf uur, een mooie score. Dan gaat rond half elf de eerste kop koffie erin en kan ik weer door. De dirigent houdt rekening met eventuele brakheid. Hij laat ons aan het begin van elke repetitie liedjes zingen, meestal

koralen van Bach. Iedereen wordt dan langzaamaan wakker.’ De Goede: ‘Er werken vier koks voor het NSO die ons de dag door sleuren. Eén van de koks maakt ’s ochtends een yoghurtprutje met granen en noten, dat is echt heel erg lekker. En het geeft een goede bodem.’ Farahani: ‘De hele dag repeteren went ook. Je zit in een soort vibe, iedereen doet zijn best om een mooi concert neer te zetten.’ De Goede: ‘Het is een enorme eer om op te treden met pianist Arthur Jussen. Hij heeft al een keer samen met ons gerepeteerd en toen speelde hij de sterren van de hemel.’ Farahani: ‘Als Arthur er is, is iedereen extra gefocust. Je wilt toch niet boos

worden aangekeken door Arthur Jussen.’ De Goede: ‘Hij speelt een stuk mee van Ravel, dat is echt heel mooi. We spelen ook ‘Concert voor orkest’ van Béla Bartók. Als slagwerker heb ik tijdens dat stuk geen drol te doen, maar Bartók is geniaal. Ik geniet echt van zijn werk.’ Hondebrink: ‘Ik kijk enorm uit naar de zesdaagse tournee in Madrid. Dat wordt echt totaal feest.’ Farahani: Misschien dat Arthur dan ook nog een biertje met ons meedrinkt. Dat zou helemaal top zijn.’ DOOR MONICA PRELLER

Het Nederlands Studenten Orkest speelt donderdag 11 februari om 20.15 in de Stadsgehoorzaal.

Totdat ik laatst een e-mail kreeg van DUO wist ik niet eens dat het mogelijk was. Maar na drie keer lezen wist ik zeker dat ik het toch echt goed had begrepen: met ingang van de 24e van deze maand heb ik het systeem uitgespeeld. Nadat ik al geen stufi meer kreeg en mijn studentenreisrecht had moeten inleveren kan ik nu zelfs niet meer bijlenen. Ik was trots en blind in paniek tegelijkertijd. Trots alsof ik zojuist de eindbaas had verslagen bij Super Mario Bros, maar in paniek omdat de geldkraan die ik altijd achter de hand had nu was dichtgedraaid. Weliswaar had ik jaren geleefd zonder bij te lenen, het was fijn om te weten dat ik in geval van nood in ieder geval zou kúnnen lenen. Bovendien was het lang geleden dat ik nog rond kon komen zonder een lening. Sinds mijn stufi begin dit jaar ophield, had ik het bedrag dat ik leende steeds iets verhoogd, zodat ik al enkele maanden de zogeheten ‘superstufi’ ontving: maximaal bijlenen plus collegeldkrediet, bij elkaar ruim duizend euro. Ik had dit aan mezelf kunnen verkopen met het excuus dat ik zo minder hoefde te werken dus meer tijd overhield voor mijn scriptie, maar hier was nog weinig van terecht gekomen. Wel puilde mijn kledingkast inmiddels uit, had ik mijn platencollectie uitgebreid, nieuwe hardloopschoenen gekocht en ging ik minstens twee keer per maand uit eten. Hoewel ik het al maanden niet meer had aangedurfd, leek het me een mooi moment om eindelijk weer eens naar de hoogte van mijn studieschuld te kijken. Ruim 17.000 euro. Voor dat bedrag kun je een nieuwe Volkswagen Polo kopen en dan hou je nog genoeg over om naar Kaapstad te rijden, en weer terug. Maar ik heb geen nieuwe auto, en ik ben nog nooit in Kaapstad geweest. Ik heb niet eens een nieuwe fiets. Waar was dat geld in godsnaam gebleven? Het leek me de hoogste tijd om het roer drastisch om te gooien. Niet langer naar de Albert Heijn maar naar de Aldi of de Lidl. Geen Grolsch meer maar halve liters Euroshopper. Geen nieuwe kleren meer, geen platen meer, geen boeken meer en vooral niet meer zo vaak uit eten. Mijn vrienden bij mij thuis uitnodigen in plaats van in de kroeg afspreken. Niet meer naar de film, maar downloaden. Een baan zoeken, werken voor mijn geld. Maar daar kan ik natuurlijk ook allemaal pas in maart mee beginnen, want ik heb nog één gelukzalige maand superstufi tegoed. Ik kan niet wachten tot de vierentwintigste. TIM MEIJER

P.S. Een tijdje terug beschreef ik een gesprek in het literair café van het Lipsius, waarin ik een blonde medewerkster aan het woord liet. Dat gesprek kwam eigenlijk uit een Amsterdams café, maar ik het leek voor mijn column aardiger om het naar Leiden te verplaatsen. Een columnist is immers geen journalist. Voor alle duidelijkheid: Wil, de blonde mevrouw in kwestie, heeft in werkelijkheid geen dochter maar twee zoons. Bovendien is ze niet gescheiden, maar al meer dan dertig jaar gelukkig getrouwd.

Bandirah


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.