26 maart 2015 38ste Jaargang • nr. 24
‘Mijn onenightstands duren altijd een jaar’ Pagina 11
Familierechercheurs moeten soms speuren en troosten tegelijk
Aan Napoleon hebben we de Nederlandse identiteit te danken
Er studeren steeds meer minderjarigen. ‘Vooral hospiteren is lastig’
Pagina 6 en 7
Pagina 8
Pagina 9
Betrapt door Poekie CSI met kattenharen Een Leidse biologe studeerde af op een manier om katten te herkennen aan hun haren. Daar helpt ze misdaden mee op te lossen. ‘Je ontkomt er als kattenbezitter haast niet aan dat je haren meebrengt.’ ‘Stel, iemand is vermoord en in een vuilniszak gestopt’, zegt biologe Leonie Bergwerff. ‘Die vuilniszak is dichtgemaakt met tape. In die tape vindt de politie haren die van een kat lijken te zijn. Het slachtoffer heeft geen kat, maar een van de mogelijke verdachten wel.’ Dan kan de politie besluiten om die haren op te sturen naar het ‘deskundigheidsgebied Niet-Humane Biologische Sporen’, de afdeling van het Nederlands Forensisch Instituut waar Bergwerff afstudeerde en inmiddels werkt. Met een heel team van biologen en aanverwante wetenschappers onderzoekt zij de ‘stille getuigen’ uit de natuur. Van stuifmeelkorrels op iemands autodak tot algen op iemands kleren tot poezenharen: van alles kan ertoe leiden dat een misdrijf wordt opgehelderd. Bergwerff en haar collega’s hebben als taak om te zorgen dat dat ook gebeurt. Wie een thuis een bankstel heeft, en wel eens een kattenbezitter op bezoek krijgt, weet dat die haren makkelijk meeliften. ‘Je ontkomt er bijna niet aan dat je haren meebrengt, als je een kat hebt’, vertelt de biologe. ‘Hoe vaak de politie ons vraagt om iets met kattenharen te doen? Dat gebeurt nu zo’n dertig keer per jaar, en dat was nog zonder dat we er iets
over gepubliceerd hadden.’ Dat gaat veranderen: binnenkort verschijnt in het vakblad Forensic Science International: Genetics een artikel over de haren. ‘Die dertig zaken zijn overigens niet allemaal moorden’, benadrukt Bergwerff, ‘maar ook overvallen, of dierenmishandelingszaken.’ Als je een kattenhaar uittrekt, zit er aan het begin een haarzakje. Dat bestaat uit cellen, en in de kernen van die cellen zit DNA, het erfelijk materiaal dat de poes kreeg van haar vader en haar moeder. De huidige DNA-technologie is krachtig genoeg om eenvoudig te bepalen dat dit haarzakje afkomstig is van Poekie, de poes van de verdachte. Zulke mooie informatieve haren liggen echter maar zelden voor het oprapen op een plaats delict. ‘De haren die je vindt, zijn vrijwel altijd uitgevallen in plaats van uitgetrokken’, legt Bergwerff uit. ‘Dat haarzakje is dan allang afgebroken.’ Het NFI moet het daarom doen met the next best thing. In de haar zit namelijk nog een ander soort DNA. Buiten de kern van cellen bevinden zich zogeheten mitochondriën, kleine cel-orgaantjes die verantwoordelijk zijn voor de energiehuishouding van de cel. En in die mitochondriën zit ook een beetje DNA. Dit zogeheten mitochondriaal DNA (mtDNA) valt wel uit die haren te peuteren en op te meten. Dat DNA erven mensen en dieren niet van allebei hun ouders, maar alleen van hun moeder. Dat betekent u, uw moeder, uw broertjes en zusjes, uw oma en uw neefjes en nichtjes van moederskant, en zo nog flink wat generaties terug, allemaal hetzelfde mtDNA hebben. Het is dus niet geschikt om een haar aan één specifiek persoon of één specifieke poes te koppelen. Bergwerff: ‘Als het gevonden mtDNA niet matcht, met bijvoorbeeld de kat van de verdachte, is dat ook informatief. Als het wèl overeenkomt, is de volgende vraag: hoe zeldzaam is dat?’ De ene mtDNA-variant komt namelijk vaker voor dan de andere.
Aan Bergwerff de taak om uit te zoeken hoe die varianten verdeeld zijn. ‘Er waren al databanken in de Verenigde Staten en in Engeland, die elk naar een specifiek stukje mtDNA keken. Wij kijken naar meerdere stukjes, en we hebben gekeken in hoeverre hun databanken kloppen met wat wij hier in Nederland vinden. Dat doen ze niet. De buitenlandse databanken zijn hier niet bruikbaar; de Nederlandse kattenpopulatie zit genetisch anders in elkaar dan die in Amerika of het Verenigd Koninkrijk.’ De kattenaanpak van het NFI onderscheidt zes hoofdgroepen, die zijn onderverdeeld in 37 verschillende mtDNA-varianten. Om te kijken hoe vaak die voorkomen, houdt het instituut een databank bij van Nederlandse poezen. Bergwerff: ‘Het personeel van het NFI heeft hun katten geswabt (met een wattenstaafje wangslijm afgenomen, red.). Ik ben bij kattenfokkers langs geweest om voorbeelden van de ver-
‘Niet vragen naar opleiding ouders’
Universiteit toch op duurzaamheidslijst
Protestbeweging wordt een partij
Bibliotheek blijft langer open
De universiteitsraad wil niet dat de studiekeuzecheck naar de studie van ouders vraagt. Die info wordt mogelijk gebruikt als selectie-methode.
Leiden gaat toch meedoen aan de duurzaamheidsranglijst SustainaBul. Eerder kregen studenten te horen dat er geen tijd en geld voor zou zijn.
De Nieuwe Universiteit Leiden heeft zich omgevormd tot universitaire studentenpartij. DNU doet tussen 18 en 22 mei mee aan de universitaire verkiezingen.
Vanaf september is de universiteitsbibliotheek aan de Witte Singel op zaterdag en zondag van elf uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s avonds open.
Pagina 4
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
DOOR BART BRAUN
schillende rassen te verzamelen.’ De verhouding waarin die mtDNA-varianten voorkomen, ligt in Nederland duidelijk anders dan in andere landen. De meest voorkomende variant is bij maar liefst 54 procent van de Nederlandse katten aanwezig. Als je snode plannen hebt, en daarbij kattenharen achter gaat laten, dan moet je maar hopen dat jouw kat die variant heeft. Andere varianten, het biologenwoord is ‘haplotypes’, zijn zeldzamer. Achttien haplotypes komen elk maar bij één op de honderd katten voor. De onderzoekers kunnen dus niet zeggen dat de haar van Poekie is of van een eventuele eeneïige tweelingzus van die kat. Ze kunnen wel zeggen dat het mitochondriaal DNA in de haar tot het haplotype NL-C5 behoort, net als Poekie. En dat dat haplotype slechts bij 0,9 procent van de Nederlandse katten voorkomt. Bergwerff: ‘Dat kan dan aanvullend bewijsmateriaal zijn in een rechtbank.’ Zijn er na de katten nog meer dieren-DNA-onderzoeken gepland? Bergwerff: ‘We hebben nu de katten opgepakt, omdat daar relatief weinig over bekend was. Van honden wisten we al meer. Het is ook belangrijk om katten te kunnen onderscheiden, want daar zijn er ongeveer drie miljoen van in Nederland. Stel dat we al een alpaca-haar vinden, dan nog hebben we meestal niet te maken met meerdere verdachten die elk een alpaca-boerderij hebben.’
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 26 maart 2015 Geen commentaar
Boete Door Marleen van Wesel Op ruim 10.000 mbo’ers stuurde DUO onlangs deur-
waarders af. Ze moesten hun lesgeld nog betalen, plus 300 euro deurwaarderskosten. Onterecht, gaf de Dienst Uitvoering Onderwijs later toe. De communicatie was tekort geschoten. Sinds dit collegejaar komen de facturen en aanmaningen namelijk alleen nog digitaal. Veel mbo’ers hadden, ondanks e-mails dat er ‘post’ klaarstond, echter nog nooit ingelogd bij ‘Mijn DUO’. DUO besloot uiteindelijk zelf voor de deurwaarderskosten op te draaien. Schade: 1 miljoen. Nee, dan de Leidse Universiteitsbibliotheek.
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
Dimitri Verhulst sliep zijn Boekenweekroes nog uit, toen ik vorige week nietsvermoedend een roman wilde lenen bij de UB. Maar dan. Computer says no. Veertig euro boete en een geblokkeerde LU-card. Vast een foutje. Ik had vorige maand inderdaad acht biebboeken geraadpleegd voor een artikel in Mare, maar die had ik keurig ingeleverd, toch? Ik refreshte de pagina tevergeefs. Wendde mijn hoofd af van het computerscherm. En toen zag ik ze liggen. Keurig op een stapeltje, klaar om in te leveren. Beschaamd sjokte ik naar de UB, denkend aan dingen die ik voor datzelfde boetegeld had kunnen doen. Boeken kópen. Of door Leidse steegjes fietsen waar bordjes staan dat dat niet mag. De baliemedewerker beaamde stoïcijns dat het zonde was. Hartverwarmend, maar stuurden ze tegenwoordig geen herinneringen meer? Voor hetzelfde geld, nou ja: véél meer geld dus, had ik pas maanden later weer een boek proberen te lenen. Daarop reageerde de baliemedewerker al even achteloos: ‘Oh, die belanden nogal eens in je spambox.’ Bij de uitgang speurde ik op mijn telefoon door de sex secrets, business proposals uit exotische oorden en gebedel om bankgegevens waarvoor het spamfilter me had willen behoeden. Ik botste daarbij tegen een bevriende student die ook ervaringsdeskundige bleek te zijn, en die al eens een preek over ‘blablabla-eigen-verantwoordelijkheid’ had moeten aanhoren. Niks tegenin te brengen, behalve dat we het inefficiënt en naaiballerig vonden dat herinneringsmailtjes zo vanzelfsprekend in onze spambox belanden. Die rappèl-mails bleven trouwens spoorloos. In het reglement ontdekte ik uiteindelijk dat de UB alle post naar umailadressen stuurt. Studenten hebben zo’n mailbox (mét spammapje), maar de meeste medewerkers zijn bereikbaar via een e-mailadres dat hun afdeling verklapt: @mare. leidenuniv.nl bijvoorbeeld. Of hum, fsw, sea, bb, enz. Met dezelfde inloggegevens kunnen ze echter ook umail ontsleutelen. Blijkbaar. Daar trof ik de halfjaarlijkse notices of password expiration, onder een laagje digitaal stof, die ik overigens altijd gewoon ontvangen had. En jawel: een eerste rappèl. Een tweede. Een derde. En een boete. Je mag wel vijftig boeken tegelijk lenen. Met vijf euro boete per boek kan dat ongemerkt aardig oplopen, zolang de UB bij wijze van herinnering schoten hagel afvuurt op spamfilters en schaduwmailboxen. Het klinkt niet echt alsof de UB vergeten boeken graag vlug terug op de planken wil. Dat klinkt eerder als een soort van, om een vies woord te gebruiken, rendementsdenken.
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl
Column
Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Veerle van der Gracht (stagiaire) vgrachtmare@gmail.com Medewerkers
Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving M-space Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • J. Daemen • S. Grootveld • mr. F.E. Jensma • M. Kuipers• dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • F. Vermeeren • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Moestuin Groen zijn en doen is hip. Het is dan ook geen wonder dat de EO binnenkort met een moestuinbattle komt, waarin de deelnemers uiteindelijk een sterrengerecht van eigen teelt moeten bereiden. Of ik het net zo trouw zal kijken als Heel Holland Bakt durf ik niet te zeggen, maar de evangelisten doen er wijs aan om in te haken op dat zogenoemde ‘stukje beleving’. Ook dat begrip is hot, heb ik me laten vertellen. Het is dan ook uitermate slim van de Appie Heijn om mee te liften op de groene golf. Nou heb ik niet fanatiek voetbalplaatjes gespaard en staan er ook geen kristalglas glazen in mijn kast, maar de moestuintjes moest en zou ik hebben. Hier heb ik dan ook mijn mamsie lief voor aangekeken, want zelf doe ik geen boodschappen bij de blauwe supermarkt. Dus zo kwam het ik dat me op een dag in de trein naar Leiden bevond, op de terugweg van het anderhalfmaandelijkse bezoek aan het ouderlijk gezag in Zeeland. De stoel naast mij was bezet door een rugtas volgestouwd met een overlevingspakket (want mijn ouders denken na zes jaar nog steeds dat ik niet voor mezelf kan zorgen) en een plastic zak vol moestuintjes. Ik ben een echte stiltenazi, zeker met een nacht van vier uur slaap achter de rug. Gekroond met een koptelefoon zetel ik me dan bewust in de stiltecoupé, om lekker in mijn eigen wereld chagrijnig en moe te zijn. Zo rond Bergen op Zoom vond een of ander gezellig dik moeke het nodig om de rust te verstoren door al luid telefonerend tegenover me te gaan zitten. Daar heeft vrijwel iedere treinreiziger een broertje dood aan, maar gelukkig hing ze al vrij vlot op, deels omdat ik naar de tekst op de ruiten wees. Daarna kon ze echter
haar zuchten niet onderdrukken, en keek ze medereizigers veelbetekenend aan in de hoop ergens een praatje aan te kunnen knopen. Ook hield ze mij en vooral het tasje naast me met haviksogen in de gaten. Blijkbaar kon ze haar nieuwsgierigheid niet langer onderdrukken en was het aan mijn chagrijnige kop ook niet duidelijk genoeg te zien dat ik absoluut geen zin in haar had. ‘Zie ik daar nou moestuintjes?’ De koptelefoon ging af en ik knikte, me nog steeds houdend aan de geboden van de stiltecoupé. ‘Je hebt niet heel toevallig de veldsla en de aubergine hè? Mijn Vlinder mist die nog.’ Blewgh. Ik ben sowieso allergisch voor mensen die hun kinderen naar dieren vernoemen. Is mij te new age. Je hoorde aan haar stem, die hoopvol een paar tonen omhoog ging, dat ze haar kind krampachtig beloofd had dat ze alle tuintjes zou bemachtigen en ze boog al voorover om de inhoud van de plastic tas te inspecteren. ‘Kijk, mevrouw-’ zuchtte ik, me met moeite inhoudend om haar niet een verbale loeier te geven‘, - mijn moestuintje is compleet. En dat hou ik graag zo. Bovendien zit u in een stiltecoupé, dus zullen we ook dat zo houden?’ Verontwaardigd puffend zakte ze terug in de paarse stoel, om gelukkig haar klep te houden tot Roosendaal. Bij het verlaten van de trein draaide ze zich nog naar me om: ‘Nou moet ik mijn Vlinder teleurstellen. Kinderachtig hoor. Die moestuintjes, daar ben jij toch veel te oud voor!’ Esha Metiary Masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media
26 maart 2015 · Mare Mensen
071 -527 …
Niet naar bloedspetters kijken Er is meer in het leven dan recht, weet de hoogste rechter van het land Maarten Feteris, president van de Hoge Raad, vertelt Leidse rechtenstudenten dat er meer is in het leven. ‘Rechten deed ik erbij, vanwege de kans op een baan.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Ik vrees dat ik eigenlijk geen plan had. Mijn rechtenstudie was meer een soort veiligheidsmaatregel’, blikt Maarten Feteris (1960) terug op zijn Leidse studententijd. Sinds 1 november is hij president van de Hoge Raad. Dat is de hoogste Nederlandse rechter voor civiel recht, strafrecht en fiscaal recht. Op 1 april vertelt hij bij de Juridische Faculteitsvereniging Grotius over zijn werk. Uit zijn eigen studententijd herinnert hij zich ook een bezoek met de studievereniging aan de Hoge Raad. ‘Ik deed vooral veel aan muziek. Ik speelde klassiek piano, leidde een salonorkest en zat bij Collegium Musicum. Eigenlijk was ik aan het conservatorium begonnen. Rechten deed ik erbij, vanwege de kans op een baan. Pas tijdens de opleiding begon het recht alsnog te leven. Ik weet nog dat ik bij het bestuderen van arresten van de Hoge Raad graag nadacht over wat ík beslist zou hebben. Als gedachte-exercitie, een beetje pseudo-Hoge Raad.’ De Hoge Raad is de plek waar je in cassatie kan gaan, na een uitspraak van een rechter in hoger beroep. De Universiteit Leiden deed dat eind vorig jaar bijvoorbeeld, samen met zeven andere universiteiten, nadat het Amsterdamse gerechtshof oordeelde dat het hogere collegegeld voor een tweede studie getoetst
moest worden. Die zaak loopt nog. ‘De Hoge Raad oordeelt niet over álle aspecten van een zaak. Niet: heeft-ie het gedaan of niet. Daarover hebben op dat moment al twee rechters nagedacht. De Hoge Raad kijkt juist naar de juridische aspecten: hoe een wet uitgelegd moet worden. Het is een dubbele rol: enerzijds wordt er een knoop doorgehakt voor de twee betrokken partijen. Anderzijds is er een zaakoverstijgend niveau: het laat heel Nederland zien hoe regels opgevat moeten worden.’ Hij illustreert het aan de hand van een moordzaak. ‘De Hoge Raad kijkt niet nog eens naar de bloedspetters, en meet niet na hoeveel seconden iemand had kunnen nadenken voor hij tot zijn daad kwam. We kijken eerder naar de definitie van voorbedachten rade, naar de randvoorwaarden.’ Sinds zijn voorganger is er een maximale ambtstermijn van zes jaar. Feteris is daarvan een voorstander, vanwege de regelmatige aanvoer van vers bloed. Wat hijzelf zal aanvoeren, vindt hij nog lastig te zeggen. ‘Openheid en verbindingen leggen vind ik in elk geval belangrijk. Niet te afstandelijk en uit de hoogte doen, bijvoorbeeld naar rechtbanken, die immers verder moeten met de beslissingen die de Hoge Raad formuleert.’ Hij wil de studenten vast adviseren zich breed te oriëntateren. ‘Doordat het zo onzeker is waar je precies een baan gaat vinden, is jong voorsorteren niet verstandig. Specialiseren komt later wel; je moet je niet ingraven in een micro-onderdeeltje.’ Zelf heeft hij veel gehad aan de activiteiten naast zijn studie. ‘Dat
Op 27 maart opent het mobiele levensgrote bordspel Het Leidsch Singelspel. Als levende pion verplaats je je door de geschiedenis van Leiden.
Hoe kun je meedoen? ‘Met een smartphone of tablet kunnen de deelnemers via onze website inloggen. De stad heeft voor WiFi gezorgd. Mensen kunnen met een digitale dobbelsteen gooien en de QR-code op de tegels scannen om de vraag te zien. Het knopje “bekijk antwoord” geeft simpele antwoorden voor de snelle speler. ‘Wie meer wil weten over het onderwerp, kan zich via een link in de achterliggende geschiedenis verdiepen. Voor de mensen zonder smartphone hebben we ook een papieren versie, die je bij speeltuin De Doorbraak kan ophalen.’
Maarten Feteris ‘wil niet teveel uit de hoogte doen’. verbreedt je blik, daardoor word je geen vaktechneut. Ook het recht is niet iets dat op zichzelf staat. Er is meer in het leven.’
Foto Wendy Bos
Lezing door Maarten Feteris Kamerlingh Onnes Gebouw, zaal A144, wo 1 april, 17:00
Verneuk jezelf met zelfgeil-app ‘Happening is eigenlijk een zelfgeil-app waarbij je verschillende opdrachten moet doen’, zegt rechtenstudente Caroline van Eekeren. Studenten zitten in winkelwagentjes en liggen op de grond voor een enkele selfie. ‘De app legitimeert het jezelf te verneuken’, vertelt psychologie- en bestuurskundestudente Kirsten Lelieveld. Bij de Hunting Game moet je de eerste zijn met bijvoorbeeld een foto met drie kussens op je hoofd’, legt bestuurskunde student Steven de Groot uit. ‘Je kunt bij Selfietime een selfietopic aanmaken. Zo had ik laatst het onderwerp: maak een foto van het eerste object dat je rechts van je ziet’, vertelt geschiedenisstudente Iris van Gorp. ‘Sommigen zijn dan aan het studeren, sommigen liggen brak in bed.’ Lelieveld: ‘Ik had op dat moment toevallig een viltstift in mijn handen, dus maakte ik daar een foto van.’ ‘Het is net Snapchat, alleen blijven de foto’s nu bewaard op Happening zelf’, zegt bestuurskundestudent Nick Toet. ‘De Ranking Game vraagt je je vrienden in te delen op wie bijvoorbeeld het meeste alcohol drinkt’, legt Happeningmaker Frank van Viegen (34) uit. ‘De Ranking Game kan zorgen voor spanning. Zo zijn er ook vragen over wie zich het minst aan zijn beloftes houdt, of wie de meeste slechte haardagen heeft’, vertelt Lelieveld. ‘Vooral als je het percentage ziet van mensen die op je gestemd hebben, is het pijnlijk.’ Van Gorp: ‘De vragen zijn vooral voor mensen die je al langer kent.’ ‘De mate waarin mensen oprecht de opdrachten uitvoeren, verbaast ons’, zegt ontwikkelaar Van Viegen. ‘De Happening-app combineert alle mobiele groepscommunicatie.
Het Leidsch Singelspel
Ontwerpers Barbara van Druten en Niki Koutouras, wat is het Leidsch Singelspel? ‘Het is een soort ganzenbord van 32 tegels en is 110 vierkante meter groot. Aan de hand van een dobbelsteen verplaats je je letterlijk over het bord, van de Morspoort tot Museum Volkenkunde. Elke steen heeft daarbij een vraag over de geschiedenis van Leiden zoals: “Wat betekent het woord Mors?” Het is geschikt voor iedereen die iets over de stad wil leren. Je bent er een half tot een heel uur mee bezig.’
Frutti di Mare
DOOR VEERLE VAN DER GRACHT
3
Het heeft een chat en je kan foto’s delen zoals bij Whatsapp, maar je hebt ook interactie via een datumprikker, wie-betaalt-wat en to do-lijstjes. Het idee van Happening was eerst dat als je op een evenement zou zijn, je een happening kon aanmaken voor dat moment. Gaandeweg werd de app meer voor vriendengroepen gebruikt.’ Ondanks de populariteit denken de meeste Leidse studenten niet dat Happening Whatsapp zal vervangen. ‘Het is nu een hype, maar dat wordt minder’, vertelt de Groot. ‘Ik gebruik het nu een maand en zit al niet meer de hele dag op de app.’ Toet: ‘De eerste paar weken is het leuk, totdat je de enige bent die nog in de Ranking Game stemt. De opties ‘wie betaalt wat’ en ‘wie eet er mee’ zijn handig voor huiseten, maar niet iedereen in mijn huis heeft er een geschikte mobiel voor.’ ‘De applicatie geeft te weinig overzicht, en als je één week weg bent tript de hele app, omdat je zoveel meldingen krijgt’, zegt Van Eekeren. Van Gorp: ‘De chats van Happening gaan door Whatsapp heen. Vooral de Anonymous Chat gaat nergens over. In de chat heet iedereen een ‘anonymous coward’. Niemand heeft dan door dat jij het bent, en dus zeg je ook onzin. Happening is eigenlijk meer een yolo-ding.’
Waarom is het spel gemaakt? ‘Woningcorporatie Portaal, eigenaar van het Lakenplein-terrein, probeert sociale cohesie en leefbaarheid binnen een wijk te handhaven of te creëren. Het anders troosteloze stukje grond wordt nu een leuke plek om een spel te spelen. Daarnaast is het project een concept van The City Plug-in waarmee we het bezoekersaantal, de kennis en de omzet van de stad willen verhogen.’ Hoe dan? ‘We stimuleren de economie door bedrijven de mogelijkheid te geven vouchers te laten aanbieden die deelnemers ontvangen op verschillende momenten in het spel. Mensen krijgen korting op een knipbeurt bij So What of krijgen een gratis mandje brood bij restaurant Malle Jan. ‘Omdat de advertenties digitaal zijn, kunnen we ze altijd aanpassen en kunnen nieuwe bedrijven meedoen. We promoten onder andere ondernemingen in de buitenwijken, omdat die minder vaak bij activiteiten binnen het centrum betrokken worden.’ Vrijdag is de lancering. Zit jullie werk er dan op? ‘Het spel kan de eerstvolgende acht maanden op het Lakenplein-terrein gespeeld worden, tegenover de Meelfabriek. In de toekomst is het Singelpark de basisplek van het spel. Het heet niet voor niets het Singelspel. ‘We willen de stenen langs de singels leggen, omdat de singels heel Leiden omtrekken en het Singelpark een prachtige route is voor de deelnemers. Ook zullen we een Engelse vertaling maken voor het spel zodat ook buitenlandse bezoekers het kunnen spelen.’ VVDG Opening Leidsch Singelspel Vrijdag 27 maart 16.30 uur Lakenplein
‘De mate waarin mensen opdrachten uitvoeren, verbaast ons’.
4 Mare · 26 maart 2015 Nieuws
Nieuw kankercentrum Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het MCH-Bronovoziekenhuis uit Den Haag richten samen een nieuw kankercentrum op. Het Universitair Kankercentrum krijgt twee vestigingen: in het LUMC en in het MCH Antoniushove in Leidschendam. Het nieuwe centrum moet de zorg voor kankerpatiënten in de regio verbeteren en toegankelijk maken, en zal daarnaast bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek en de opleiding van geneeskundestudenten en specialisten. Komende maand al biedt het centrum op beide locaties gespecialiseerde darmkankerbehandelingen aan. Later zullen er ook behandelingen voor andere veelvoorkomende kankersoorten plaatsvinden.
Niet uitkleden Twee geneeskundestudenten van het Erasmus Medisch Centrum willen niet door een mannelijke medestudent onderzocht worden. Voor het bachelorvak ‘praktische klinische vaardigheden’ zouden ze zich voor een mannelijke medestudent tot op het ondergoed uit moeten kleden. De vrouwelijke studenten zeggen dat dit tegen hun islamitische geloofsovertuiging ingaat, schrijft Erasmus Magazine. Toen ze geen vrijstelling kregen, stapten ze naar de rechter. Die doet binnen zes weken een uitspraak. Als de studenten gelijk krijgen, vreest de opleiding grote logistieke problemen en het einde van het vaardighedenonderwijs.
Staatssecretaris: ‘Hele EU open access’ Wetenschaps-staatssecretaris Sander Dekker en zijn Britse collega Greg Clark riepen deze week alle EU-lidstaten op om aan open access te gaan doen. Wetenschappelijke publicaties die dankzij publiek geld tot stand kwamen, zijn daarbij ook publiek toegankelijk, en niet verstopt achter de betaalmuren van uitgevers. Beleidsblog Scienceguide publiceerde hun brief. Het is wat opmerkelijk dat een VVD’er en een Tory niet de kant van het bedrijfsleven kiezen, maar zoals ze zelf schrijven: ‘Belastinggeld moet rationeel en efficiënt besteed worden. Open access is een effectieve, snelle en economisch productieve manier om dat te doen.’ Hun brief heeft geen politieke status, maar is een voorzet voor een discussie over openbaar publiceren.
Eten bij het USC Met ingang van deze week kunnen studenten drie dagen per week een avondmaaltijd nuttigen op het universitair sportcentrum. De maaltijden worden op woensdag, donderdag en vrijdag aangeboden en tussen zes en acht uur ’s avonds geserveerd. De maaltijd kost vijf euro, is gezond, en er is ook een vegetarisch alternatief. Voor een euro wordt er ook een soep van de dag aangeboden.
Rectificaties Het stuk ‘Studenten willen duurzamere universiteit’ in Mare 23 voert zowel een Anna Schwarz als een Anna Schwartz van de duurzaamheidscommissie Green Keys op. Dit is één persoon, en zij heeft geen ‘t’ in haar achternaam. Het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht (waar wetenschapshistoricus David Baneke uit het stuk ‘Holle Bolle Gijs maakt het waar’ werkt) bestrijkt niet uitsluitend wetenschapsgeschiedenis, maar ook de didactiek en filosofie van de natuurwetenschappen. De biografie die Willem Otterspeer schreef over Willem Frederik Hermans heet niet Zanger van de wrok, maar De zanger van de wrok. En Njord kwam niet met zeven afstandsblikken terug van de Heineken Roeivierkamp maar met negen medailles.
‘Vraag niet naar studie ouders’ Raad vreest misbruik van gegevens scholieren Een deel van de universiteitsraad wil niet dat in de studiekeuzecheck naar de opleiding van de ouders van scholieren wordt gevraagd. Deze informatie is mogelijk te gebruiken als selectie-instrument. De universiteit moet van het ministerie van Onderwijs verplicht een studiekeuzecheck aanbieden. Leiden koos voor een vragenlijst. Na het invullen, krijgt de scholier te horen of hij of zij geschikt is voor de studie. Het is echter niet zo dat studenten kunnen worden afgewezen. Tijdens de raadsvergadering maandag werd er over de studiekeuzecheck gesproken. Het blijkt dat er gevoelige vragen worden gesteld aan de scholieren. ‘De check is bedoeld om de studenten naar een opleiding te begeleiden die bij hen past’, zei Fenna Poletiek, raadslid voor personeelspartij Abvakabo. ‘Het is een matchingsinstrument. Maar de universiteit doet er stiekem iets bij.’ Uit onderzoek blijkt dat studieuitval onder eerstegeneratiestudenten hoger is dan bij studenten van wie de ouders wel hebben gestudeerd. Poletiek: ‘In de check worden vragen gesteld die betrekking hebben op het inschatten van studiesucces. Dat is een probleem. De vragen “Hebben je ouders gestudeerd?” en “Wie heeft je geadviseerd over je studiekeuze?” horen niet thuis in de lijst.’ Vooral de eerste is een gevaarlijke vraag, vond een aantal raadsleden. ‘De universiteit kan het antwoord gebruiken als selectie-instrument: “Jij mag hier niet studeren omdat je ouDoor Vincent Bongers
ders niet universitair zijn opgeleid.” Dat vind ik een groot bezwaar’, stelde Poletiek. ‘Als de student eenmaal binnen is, kun je dit wel vragen. Het college van bestuur heeft gezegd dat het niet de bedoeling is om de studiekeuzecheck voor selectie te gebruiken. Maar als je dat echt wilt voorkomen, moet je deze vraag schrappen.’ Janna Vermolen van studentenpartij SGL vond de ophef over de vraag wat overdreven. ‘In het kader van efficiëntie is het wel makkelijk om al dit soort zaken alvast te verzamelen. Anders moet de studieadviseur dat later alsnog doen.
Het is geen selectiecriterium, dat is duidelijk.’ ‘We doen nu net alsof boze mannen naar deze data kijken en daar vervolgens heel nare dingen mee gaan doen’, zei Mark Bakker van studentenpartij BeP. ‘Maar deze informatie kan juist gebruikt worden om te kijken welke studenten er mogelijk in de problemen komen.’ ‘Toch is er de verleiding om deze informatie als selectie-instrument te gaan gebruiken’, zei Karwan Fatah-Black van personeelspartij AbvaKabo. ‘Ik wil voorkomen dat er obstakels worden opgeworpen voor
eerstegeneratiestudenten. Dat lijkt me in de context van ons diversitybeleid al helemaal belangrijk. Ook al is het risico op uitval bij deze groep wellicht groter, dan vind ik dat nog geen reden om daarop te selecteren. Dan moeten we zeggen: “Jammer dan.” De universiteit is juist een instituut dat nieuwe mensen de kans geeft.’ De raad spreekt volgende week met het college over de vragenlijst. Het college moet dan uitleggen wat precies het doel is van de gevoelige vraag en wat er met de ingewonnen informatie gedaan wordt.
Campus verliest opleiding
Begeleiding aio’s schiet tekort
Het centre for professional learning (CPL) van de Campus Den Haag raakt het Rijkstraineeprogramma kwijt. Dat blijkt uit het financieel verslag over 2014 dat dinsdag tijdens de faculteitsraadsvergadering werd besproken.
Vorig jaar vroegen achttien medewerkers van de Faculteit der Sociale Wetenschappen een consult aan met de onafhankelijke facultaire vertrouwenspersoon, een verdubbeling ten opzichte van 2013.
Het CPL verzorgt allerlei cursussen en opleidingen en richt zich voornamelijk op de publieke sector. Een van de opdrachtgevers van het centre is de Rijksoverheid. Het CPL verzorgt sinds 2001 de basisopleiding Rijkstraineeprogramma voor het ministerie van Binnenlandse zaken. Jaarlijks volgt een groep van tussen de 70 en 168 jonge academici de basisopleiding. In de jaarrekening 2014 staat dat
het postacademisch onderwijs onder druk staat. Het wegvallen van het traineeprogramma wordt vermeld als ‘risico.’ ‘We verzorgen het huidige traineeprogramma nog wel’, zegt Nikol Hopman, de directeur van het CPL. ‘Dat loopt nog tot mei, daarna eindigt de aanbesteding. We doen ook geen nieuw voorstel omdat de overheid heeft besloten het programma intern te organiseren. Wel is het zo dat het CPL mogelijk nog onderdelen van het programma gaat verzorgen. Daar komt half april meer duidelijkheid over.’ Het CPL had overigens in 2014 een positief resultaat van 120.000 euro. Hopman maakt zich niet al teveel zorgen over het verlies van het programma. ‘Het is natuurlijk
een grote opdracht in onze portefeuille. Maar we zijn druk bezig om andere opdrachten binnen te halen. Ik zeg niet welke, omdat het nog niet rond is. We hebben in ieder geval meerdere ijzers in het vuur. Het CPL biedt allerlei cursussen en opleidingen aan.’ Hopman wil niet kwijt hoeveel het CPL verdient aan het programma. ‘Dat is concurrentiegevoelige informatie. Het kan zomaar zijn dat de overheid in de toekomst weer een aanbesteding voor het programma doet. Dan is het niet zo handig om bedragen wereldkundig te maken.’ Overigens noteert de faculteit over 2014 een positief resultaat van 167.000 euro. Het faculteitsbestuur is daar heel tevreden over. VB
Leiden toch op groene ranglijst De Universiteit Leiden gaat tóch meedoen aan de duurzaamheidsranglijst SustainaBul. Eerder kreeg studentenduurzaamheidscommissie Green Keys Leiden te horen dat er geen tijd en geld voor zou zijn. De studenten startten daarom een petitie via het facebookevenement Petitie: Universiteit Leiden moet meedoen aan de Sustainabul 2015. In korte tijd tekenden ruim 1300 mensen door op ‘deelnemen’ te klikken. Studentenpartijen dienden het onderwerp ondertussen ook in voor de
rondvraag van de universiteitsraadvergadering. De studentenacties hadden effect, want het college van bestuur besloot dinsdag tijdens de bestuursvergadering om toch mee te doen. ‘Om vijf uur ’s middags kregen we een mailtje van Jan van der Boon, de directeur bedrijfsvoering. We hebben gisteren meteen een klein feestje gehouden’, zegt Anna Schwarz van Green Keys. ‘We hebben besloten om toch mee te doen omdat een grote groep studenten aangaf dat belangrijk te vinden’, zegt Adri Noort, universitair hoofd veiligheid en milieu.
Schwarz: ‘Het is toch wel fijn om te zien dat je als studenten echt verschil kunt maken en dat er geluisterd wordt.’ De universiteit moet de informatie waarop de ranking gebaseerd wordt zelf aanleveren. ‘Het is dus niet zo dat studenten kunnen stemmen’, zegt Schwarz. ‘Het gaat vooral om de bedrijfsvoering. Hoeveel stroom wordt er gebruikt? Hoeveel opleidingen zijn er gericht op duurzaamheid? Dat soort dingen.’ Op vrijdag 29 mei wordt de uitslag op de Hogeschool Leiden gepresenteerd. PM
Volgens het faculteitsbestuur waren er afgelopen jaar meer klachten, omdat de vertrouwenspersoon steeds beter wordt gevonden. ‘Maar we weten niet of dit het topje van de ijsberg is’, bracht faculteitsraadlid Kees Verduin daar tegenin. ‘Het gaat misschien om een klein aantal, maar het zijn wel ernstige zaken.’ Het meest opvallend waren de gesprekken met aio’s. Zij klaagden over de begeleiding, het gebrek aan gelegenheid om verder onderwijs te volgen, intimidatie en dwang om sneller te promoveren en conflicten over de rechten op eigen onderzoeksdata en auteursvolgorde bij publicaties. Volgens faculteitsraadslid Jan Jansen speelden problemen rond de begeleiding van aio’s twintig jaar geleden ook al. ‘Het is niet duidelijk wat er van aio’s verwacht wordt, en dat verschilt ook vaak per begeleider.’ Decaan Hanna Swaab spreekt van een kwetsbare groep. ‘Maar we hebben net een nieuw promotiereglement, waarin onder meer opgenomen is dat aio’s nooit maar één begeleider hebben, en dat er geen verwantschap tussen de begeleiders mag zijn.’ Andere klachten gingen over het stressvolle werkklimaat, conflicten met de leiding, selectiviteit bij bevorderingen en toewijzing van onderzoeksgelden en conflicten over het beëindigen van de aanstelling en wijziging van de werkinhoud. PM
26 maart 2015 · Mare 5 Nieuws
Protestbeweging wordt studentenpartij ‘Luidere stem in de universiteitsraad’ In amper drie weken tijd heeft de Leidse studentenprotestbeweging zich gevormd tot een nieuwe universitaire studentenpartij. De Nieuwe Universiteit Leiden doet mee aan de universitaire verkiezingen tussen 18 en 22 mei. Door Marleen van Wesel ‘We don’t know yet what we are doing’, klonk het drie weken geleden tijdens de eerste Leidse protestbijeenkomst. Amsterdamse studenten hadden net het Maagdenhuis bezet en in Leiden broeide ook iets. Inmiddels is de Nieuwe Universiteit Leiden een georganiseerde
beweging. Het college van bestuur wil graag met de groep in gesprek, meldt Lourens te Beest, student en mediawoordvoerder, dinsdagavond tijdens de derde bijeenkomst in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Hij heeft een kleine vijftig toehoorders: studenten en medewerkers, onder meer afkomstig uit de bestaande medezeggenschap, en een afvaardiging van Rethink UvA. Dat zijn medewerkers van de Universiteit van Amsterdam die zich in het Maagdenhuis verenigd hebben om hervormingen te eisen. Zij komen vanavond ideeën en ervaringen delen. Maar eerst heeft Te Beest nog meer nieuws. ‘Telkens hoorde ik weer: volgende maand zijn de universi-
taire verkiezingen. Waarom zou de Nieuwe Universiteit niet meedoen?’ Met twee andere studenten heeft hij zich vast aangemeld. De tijd drong: de kandidaatstelling was vorige week. Wel kan de aanmelding tot 1 april geannuleerd worden. Te Beest: ‘We zijn toegelaten. Nu is natuurlijk de vraag: willen we ook echt naar de universiteitsraad?’ ‘De huidige studentenpartijen zijn goed georganiseerd en weten studenten te mobiliseren. Wanneer jullie dat niet lukt, kan dat tegen je worden gebruikt’, waarschuwt Joost Augusteijn, universiteitsraadslid van AbvaKabo. Ook een student reageert aarzelend: ‘Wat als we verliezen?’ En een ander: ‘Wat hebben
we überhaupt te winnen?’ Daar heeft Te Beest een helder antwoord op: ‘Meer invloed, een luidere stem.’ De Nieuwe Universiteit komt voortaan elke dinsdagavond samen. Tijdens de volgende bijeenkomst zou er nog nét besloten kunnen worden over deelname. Mede-organisator Cissie Fu, docent politieke theorie, peilt of de toehoorders daarop willen wachten. Een volgende stemming, voor of tegen verkiezingsdeelname, kan echter direct volgen. Met een enkele tegenstem, en een aanzienlijk grotere groep voor, is het een feit: Leiden heeft er een nieuwe studentenpartij bij. Een ander agendapunt van dins-
dagavond kwam daardoor des te meer van pas. Universiteitsraadsleden Gareth O’Neill en Augusteijn lichten toe hoe de universiteit momenteel gestructureerd is, inclusief de huidige medezeggenschapsmogelijkheden. Ze plaatsen er kanttekeningen bij. In principe kan er veel besproken worden, maar iets wat Augusteijn steekt is het moment waarop het bestuur problemen waarvan zij op de hoogte is, meestal ter sprake brengt: ‘Pas als er al een oplossing voorhanden is.’ Echt meedenken is dan lastig. ‘Na de eerste Amsterdamse protesten rees ook hier de vraag: hoe serieus worden we nou eigenlijk genomen?’ zegt O’Neill. Augusteijn: ‘Dat was wel een wake-up-call voor het bestuur’.
‘ Beesten poepen nu eenmaal’ DUWO wil gaas inzetten tegen de duiven die de Pelikaanhof belagen. Niet iedereen ervaart overlast. Onder een kastje op het balkon van Pelikaanhofbewoonster Lisa Visser woont sinds vorig voorjaar een duivenfamilie. ‘Ik ga elke dag bij ze kijken. De moederduif legt elk jaar tussen maart en juni drie keer twee eieren. De eerste twee zijn afgelopen zondag uitgekomen, maar slechts een kuiken leeft nog.’ Studentenhuisvester DUWO spreekt van duivenoverlast. ‘Dat is niet nieuw’, zegt Michiel Ensink, vestigingsdirecteur DUWO Leiden. ‘We denken al jaren na over een oplossing.’ Die lijkt er nu te zijn. ‘De duiven zitten vooral op de balkons, dus die willen we dichtmaken met gaas. Over dat plan zijn
Leden van Quintus dineerden gisteren in het verenigingsrestaurant samen met bewoners van Zorgcentrum Roomburgh. De commissie Quintus Pro Bono wil leden en Leidenaren samenbrengen. Foto Marc de Haan
(…)
‘Emmertheslammer’ ‘Verreweg het moeilijkste van het schrijven van een essay over de Jeltsin-jaren is het onderdrukken van alcohol-woordspelingen.’ Studente Russisch en geschiedenis @Tiramarit hikt er tegenaan. (Twitter, 24 maart) ‘“Voormalig lid van het Leidse studentencorps” noemt Bert Wagendorp de nieuwe minister van Veiligheid & Justitie. Alleen knorren kunnen zoiets schrijven. Gelieve dat “voormalig” te schrappen. Eens lid, altijd lid - Minerva voor het leven! Virtus Concordia Fides. Ard van der Steur zal geen reünie van corps of jaarclub overslaan. Godspeed, beste kerel. Lul ze allemaal plat.’ Prof. Em. Alfons Lammers legt het de niet-leden van de Volkskrant nog één keer uit. (23 maart) ‘Wie wil begrijpen waarom de VVD altijd overal mee wegkomt en de PvdA nog de schuld krijgt van een tegenvallende zonsverduistering of de breuk
van K3, vindt daar een begin van het antwoord: creatieve redeneerkunst, niet zelden opgedaan in Leidse debatclubjes waar je leert standpunten te verdedigen die eigenlijk niet te verdedigen zijn. VVD’ers zijn er gewoon beter in.’ Nòg knorriger dan de Volkskrant: Vrij Nederland-tikfeuten Robert van de Griend en Sander Donkers. ‘Steeds maar die goedbedoelde vragen. ‘Je articuleert zo goed. Ben je soms geadopteerd?’ ‘Wat goed dat je naar de universiteit bent gegaan.’ ‘Wat vind jij van Ayaan Hirsi Ali?’ ‘Kun jij niet radicale moslims bekeren?’ Dat mensen vragen stellen verbaast me niet, vragen stellen mag uit een zekere interesse, maar dat ik voortdurend een andere Fatihya word in mijn eigen land, went nooit.’ Studente EU Studies Fatihya Abdi botste met de elite. ‘Wie gaat hen eigenlijk civiliseren?’ vraagt ze zich af in een gastcolumn in NRC Handelsblad (20 maart)
‘Nederland voorziet de rijkste asielzoekers van de beste opvang. Dat is rechts beleid, terwijl de opvang bij uitstek links zou moeten zijn. Als we de allerarmsten eerst willen helpen, moeten we de asielcentra in Nederland sluiten en het uitgespaarde geld steken in de opvang in de regio. Waarom staan de drenkelingen uit de Middellandse Zee wel op ons netvlies, maar niet de doodgevroren vluchtelingen in de primitieve en overvolle kampen in Libanon en Turkije?’ Prof. Piet Emmer, gepensioneerd historicus, in de Volkskrant (25 maart) #Emmertheslammer Rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema (@Bastiaanrij) vond het blijkbaar een goed stuk. (Twitter, 25 maart) Zelf heb ik het meestal over MC Emmer (‘You can’t touch this’) Historicus @GeertenWaling doet er nog een stepje bovenop. (Twitter, 25 maart)
we nu in gesprek met het beheer.’ De studentbeheerders van de Pelikaanhof verzamelen daarom momenteel bewonerservaringen. ‘In principe hebben alle balkons overlast’, weet Ensink. ‘Dus als we er slechts een paar afsluiten, gaan de duiven gewoon naar andere balkons.’ ‘Ik ben eerlijk gezegd tegen het duivenbestrijdingsplan’, zegt Visser. Dat ze haar balkon regelmatig moet vegen vindt ze niet zo’n probleem. ‘Beesten poepen nu eenmaal. Ze hebben geen toilet, dus wat verwacht je dan?’ Meeuwen vindt ze veel vervelender. ‘Duiven zijn vrij stil en ze vallen niet aan. Ik vind het nogal egoïstisch om te beslissen dat die ruimte alleen aan mensen toebehoort. Mensen maken trouwens pas veel lawaai.’ MVW
UB langer open in weekend Het college van bestuur trekt jaarlijks 130.000 euro uit om de openingstijden van de universiteitsbibliotheek in het weekend flink te verruimen. Vanaf 1 september 2015 is de UB aan de Witte Singel op zaterdag en zondag van elf uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s avonds open. Nu zijn de openingstijden op zaterdag van half tien in de ochtend tot vijf uur in de middag. Op zondag gaat de UB open om één uur in de middag en sluit deze om tien uur ’s avonds. ‘Eind februari heeft onze partij gevraagd aan het college om de verruiming van de openingstijden op de agenda te zetten’, zegt Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS. Het college van bestuur bleek hiervoor gevoelig en ging in overleg met de bibliotheek. De UB heeft zelf geen geld om langer open te blijven. Het college verhoogt de universitaire bijdrage aan de bibliotheek dan ook. Van 1 september 2015 tot 1 september 2018 ontvangt UB-directeur Kurt De Belder bijna vier ton om de
ruimere openingstijden mogelijk te maken. Studenten kunnen dan ook pas het aankomend collegejaar langer in de UB terecht. ‘Dit is iets wat studenten echt belangrijk vinden’, zegt Hogenhuis. ‘Ik ben dan ook heel blij dat het college zo positief op ons voorstel heeft gereageerd. Door de prestatieafspraken moeten studenten steeds harder studeren. Het is mooi dat daar dan ook betere faciliteiten tegenover staan.’ Het college heeft het voorstel ter advies aan de raad voorgelegd. Mogelijk wordt het nog aangepast aan de wensen van studenten. Hogenhuis plaatste een poll op zijn Facebookaccount met een aantal alternatieve openingstijden. De mogelijkheden waren van negen tot tien, van tien tot elf en van elf tot twaalf. ‘Er hebben meer dan honderd studenten gereageerd en 47 procent heeft een voorkeur voor tien uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds. Dus dat hebben we ook in het advies aan het college gezet. Maandag krijgen we tijdens de overlegvergadering te horen hoe het college hier tegen aan kijkt.’ VB
6
Mare · 26 maart 2015
Achtergrond
Een totempaal voor Onderzoek naar de mentale gesteldheid van familierechercheurs Tien jaar geleden startte de politie met zogeheten familierechercheurs: politiemensen die slachtoffers en nabestaanden van rampen en misdrijven bijstaan. Dat was hard nodig, zegt de oprichter. ‘Daarvoor gingen rechercheurs met nabestaanden op vakantie.’ ‘De impact van een misdrijf is enorm’, zegt rechercheur Theo Vermeulen (60). Hij stond aan de wieg stond van de familierechercheur en coördineert onder andere de begeleiding van de nabestaanden van de MH17-ramp. ‘Er gebeurt zo ontzettend veel met nabestaanden. Neem bijvoorbeeld een schietpartij met dodelijke afloop. De recherche komt dan binnen in het huis waar het slachtoffer woonde en vertelt aan zijn geliefde of moeder dat hij er niet meer is. Die schok is al enorm.’ Maar dan begint de ellende pas. ‘Een groep politieagenten komt huiszoeking doen en haalt het huis overhoop. Alles wat los kan, maken ze los. En ze nemen van alles mee: computers, telefoons, papieren tot aan begrafenispolissen toe. Alles wat maar informatie kan bevatten over de zaak, wordt naar het bureau gebracht. Als de politie weg is, dan ben je wel een tijdje bezig met het opknappen van het huis.’ En er zijn nog meer navrante zaken waar de familie mee te maken krijgt. Het duurt soms best lang voordat het lichaam van een slachtoffer wordt vrijgegeven. ‘Want dat wordt onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Het ligt er dan bijvoorbeeld vijf dagen, terwijl de familie een begrafenis wil. Dan moet jij als familierechercheur uitleggen waarom dat zo is. Als het lukt om rust te creëren, is dat geweldig.’ De familierechercheur bestaat inmiddels tien jaar. Het is een groot succes. ‘We hebben er inmiddels meer dan vijfhonderd opgeleid. Het zijn rechercheurs in zware zaken, die een speciale opleiding krijgen’, aldus Vermeulen. Bij de zedenzaak rond Robert M. en bij de MH17-ramp worden ze massaal ingezet. ‘Het is belangrijk dat de overheid de moeite neemt om iemand die in de ellende zit, te woord te staan. “Mevrouw, hoe gaat het met u? Welke vragen heeft u? We gaan het voor u uitzoeken.” Dat geeft al zoveel rust en vertrouwen.’ Een familierechercheur is er niet alleen om nabestaanden bij te staan. ‘Je bent en blijft een rechercheur. Het is een proces van halen en brengen. Je geeft bijvoorbeeld informatie over wanneer het lichaam van het slachtoffer wordt vrijgegeven. Maar je zit ook in die kamer met de familie en je bent goed aan het rondkijken. Je houdt geen verhoor, maar vraagt wel dingen. Die gesprekken en indrukken beschrijf je in je logboek. Ook bijvoorbeeld: “Ik vertrouw deze persoon niet helemaal.” Alleen de teamleider krijgt dat te zien. De familierechercheur doet zelf geen tactische handelingen, maar signaleert alleen maar.’ Vermeulen legt uit waarom de familierechercheur er is gekomen. ‘In 2000 begon ik als leider van het Landelijke Team Kindermoorden. We onderzochten dertien kindermoorden die na lang rechercheren nog niet waren opgelost. We hadden nieuwe informatie nodig om alsnog tot een doorbraak te komen. We kwamen bij collega’s die al jaren bezig waren met een zaak, soms zelfs langer dan achttien jaar. Ik ging dan al hun dossiers bekijken en dat werd niet gewaardeerd. Ze voelden zich, heel begrijpelijk, bedreigd en waren teleurgesteld dat mijn team zich ermee bemoeide. Hun inzet was groot, maar na zo’n tijd kun je niet meer objectief naar een zaak kijken. Het leidt tot blikvernauwing of zelfs tunnelvisie. ‘Daarnaast zagen we dat de rechercheurs contacten hadden opgebouwd met slachtoffers en nabestaanden van wie ze niet meer loskwamen. Rechercheurs gingen
DOOR VINCENT BONGERS
met nabestaanden op vakantie. Of ze bezochten nog steeds de familie op de verjaardag van het vermoorde kind. Dat moet je niet willen, maar het gebeurde. Ze deden dat met de beste bedoelingen. De rechercheurs hadden het heel erg moeilijk met hun rol. Het knaagde aan hen.’ Eind 2004 was Vermeulen betrokken bij het heropende onderzoek naar de Schiedammer parkmoord (zie kader rechts). In 2000 werd in het Beatrixpark in Schiedam de tienjarige Nienke Kleiss vermoord. ‘In die zaak zagen we ook weer dingen die niet goed gingen. Rechercheurs in de zaak werden onvoorbereid aangewezen als aanspreekpunt voor de nabestaanden. Dat is een onmogelijke klus. Het verliep dan ook niet goed.’ De gebeurtenissen tijdens het onderzoek naar de Schiedammer Parkmoord maakte duidelijk dat de begeleiding van nabestaanden een stuk beter kon. ‘Het moest zakelijker’, aldus Vermeulen. ‘Onze bijdrage aan het rapport van de commissie Posthumus, die onderzoek deed naar de justitiële dwalingen in de zaak, was een aardig bommetje.
Ik kreeg vervolgens de opdracht om een opleiding in elkaar te zetten.’ Zaken als de aanslag in Apeldoorn, de schietpartij in Alphen aan den Rijn, MH17 en de zedenzaak van Robert M. hebben een heftige impact en dat vraagt veel van de rechercheurs. De verbondenheid met de nabestaanden is een gevaar. Vermeulen: ‘Mensen zien je als maatje, als totempaal. Maar je moet ook duidelijk zijn: op het moment dat je kennismaakt, begin je al met afscheid nemen. “Ik ben een tijdelijk aanspreekpunt”, zeg je meteen. Dat is in een zaak als MH17 natuurlijk moeilijk omdat er nog steeds zoveel onduidelijk is.’
Knuffels die na de ramp met de MH17 in Hilversum zijn neergelegd door nabestaanden. De objecten liggen in een loods van de gemeente Hilversum. Foto Marco Okhuizen/HH
‘Ga maar we Hoe gaan familierechercheurs om met het leed waarmee zij worden geconfronteerd? Leidse wetenschappers zochten dat uit. ‘Uit eerder onderzoek bleek dat werken bij de politie een van de meest stressvolle beroepen is’, zegt criminoloog Marieke Saan (25), een van de opstellers van het rapport. ‘Er is altijd veel aandacht geweest voor de geüniformeerde dienst en weinig voor specialistische functies. Familierechercheurs worden geconfronteerd met heftige emoties. We wilden hun mentale gesteldheid in kaart brengen.’ ‘We zijn in 2012 begonnen om in de toenmalige politieregio’s familierechercheurs te spreken’, vertelt criminoloog Lidewij Bollen (25) die samen met Saan door het hele land reisde om interviews met familierechercheurs af te nemen. ‘We hadden geen idee hoe zij zouden reageren op ons. Dan vraag je als jonge onderzoeker aan een doorgewinterde rechercheur of hun werk emotioneel belastend is. Maar dat was echt geen probleem. Ze vertelden graag over hun werk.’ Uit het onderzoek, waar Bollen en Saan op zijn afgestudeerd in Leiden, blijkt dat het goed gaat
met de familierecherche zijn dan hebben die be met leidinggevenden en gelijkse leiding is het la plots weg is om nabesta Saan. ‘En het is best pitt dat als zij net terugkom beladen bezoek, en dan lega’s: “Joh, kom je ook ‘Het is een neventaak afgaat waarbij slachtof de familierechercheurs vandaan’, aldus universi nologie en projectleider voor leidinggevenden is wat de rechercheurs pr Een van de aanbeveling dan ook dat de commun ‘Er kunnen conflictsit cherceur Theo Vermeul wetenschappers geschet krijg je opmerkingen al gens op de bank koffie die collega’s misschien n het is een klote-opmerk ‘Er is meer bewustwo gevenden over wat fam
26 maart 2015 · Mare
7
nabestaanden
eer koffie drinken’
eur. Als er al problemen etrekking op de omgang n collega’s. ‘Voor de daastig als een rechercheur aanden bij te staan’, zegt tig voor de rechercheurs men van een emotioneel te horen krijgen van colweer eens werken.”’ k, maar als er een bom fers vallen, dan komen gelijk achter hun bureau itair hoofddocent crimir Maarten Kunst (36). ‘En s dan niet altijd duidelijk recies aan het doen zijn. gen in het onderzoek is nicatie wordt verbeterd.’ tuaties ontstaan’, zegt relen die het door de Leidse tste beeld herkent. ‘Soms ls: “Oh, ga maar weer erdrinken.” Dat bedoelen niet eens zo rottig, maar king’ ording nodig bij leidingmilierechercheurs precies
doen. Dan komt er wellicht ook meer waardering en erkenning voor hun werk’, zegt Bollen. ‘Verder verraste het ons wel dat er zoveel regionale verschillen waren’, vertelt Saan. ‘In Limburg pakten ze het heel anders aan dan in Amsterdam. Een selectieprocedure? Die hebben we hier niet, vertelden ze in Limburg-Zuid.’ ‘Niet elke familierechercheur kreeg een intake door gedragsdeskundigen’, vult Vermeulen aan. ‘Dat was niet goed, zelfs kwalijk. Dat doen we nu veel meer. Je hebt politiemensen nodig die de juiste distantie kunnen bewaren en toch gevoel hebben voor de emoties die nabestaanden doormaken. Dat is eigenlijk niet te leren, je moet er feeling voor hebben. Je moet bikkelhard “nee” kunnen zeggen, terwijl je emotioneel gezien “ja” wilt zeggen. ‘Wat absoluut niet mag, is je beloften niet nakomen. Als je iets niet weet, zeg je dat ook. Je kunt het heel druk hebben met een schietpartij of iets anders, maar als jij beloofd hebt om maandag om vijf uur te bellen, dan doe je dat. Of je laat je maatje dat doen. Al is het maar om te zeggen dat je het niet bent vergeten en dat je zo snel mogelijk contact opneemt. De mensen zitten naast de telefoon op jouw belletje te wachten.’
Yolande Kleiss bij de gedenkbank voor haar dochter Nienke, die in 2000, werd vermoord in het Beatrixpark in Schiedam. Foto Ilvy Njiokiktjien/HH
Wel meeleven, niet mee lijden In 2000 kwam bij de Schiedammer parkmoord de tienjarige Nienke Kleiss om het leven. Haar moeder, Yolande Kleiss, werkt mee aan de opleiding van de familierechercheurs. ‘Dat je emotioneel bent, wil niet zeggen dat je niet kunt nadenken.’ ‘Zij hebben een heel belangrijke en ook zware taak’, zegt Yolande Kleiss (54). ‘Je kind wordt vermoord, dat is natuurlijk vreselijk. Maar als je dan ook nog eens heel slecht wordt begeleid, heb je dubbel pech. Wij hebben goede en slechte bijstand gehad. Onze zaak bestond uit twee rondes. Eerst werd de verkeerde dader veroordeeld. Toen hadden we twee rechercheurs die ons heel goed bijstonden. ‘Maar toen in 2004 de zaak heropend werd, moesten we op de radio horen dat er een nieuwe verdachte was. Daar waren we al boos over. Er kwam een nieuw onderzoeksteam. Een van de rechercheurs zei tegen ons: “U kunt maar beter een weekje op vakantie gaan.” Ik was ziedend. Het contact met het team bleef heel erg slecht. Ze hadden geen idee hoe ze het moesten aanpakken. ‘Ik heb toen veel gesproken met Theo Vermeulen over wat wij hebben meegemaakt en dat is in het rapport Posthumus terechtgekomen, over de gerechtelijke dwalingen in de zaak. Theo heeft de schade, die het tweede onderzoeksteam had
aangericht, grotendeels hersteld.’ Het is moeilijk om het werk van de rechercheurs in regels vast te leggen. ‘Zelfs iemand die het volgens het boekje doet, kan een slechte familierechercheur zijn. Het is in ieder geval belangrijk dat ze een vertrouwensband met de nabestaanden opbouwen. De rechercheur leeft mee, maar mag niet mee lijden. Families moeten op ze kunnen rekenen. Het is ook belangrijk dat ze hen in hun waarde laten en zich niet autoritair opstellen. Sla geen kleinerende toon aan. Zo van “mevrouwtje, dat gaan wij wel even regelen.” Geef de nabestaanden de ruimte om zelf beslissingen te nemen. Dat je emotioneel bent, wil niet zeggen dat je niet kunt nadenken. ‘Er kwam heel veel op ons af net na de moord. Er speelden plots allerlei zaken waar we totaal niet op waren voorbereid. De massale media-aandacht bijvoorbeeld: journalisten wilden scoren en schreven genadeloos van alles over jou en je kind. De rechercheurs hielpen ons om daarmee om te gaan. ‘We hebben nog drie kinderen. En twee van hen waren ten tijde van de moord ook in het park. En zij zijn ook gehoord als getuige. Het is heel belangrijk dat een familierechercheur oog en oor heeft voor wat kinderen allemaal meemaken.’ Symposium ‘Werken als familierechercheur’ KOG, Lorentzzaal, do 26 maart, 15:00 uur, toegang gratis
8
Mare · 26 maart 2015
Achtergrond
De rijke erfenis van de kleine keizer Symposium over de invloed van Napoleon Napoleon legde de bodem voor het Nederlandse koninkrijk. Toch was er ook tegenstand, ontdekte een Leidse onderzoeker. ‘Juist in huiselijkste gedichtjes klonk het felste verzet.’ ‘Dat één man de loop der dingen zo heeft bepaald, is onvoorstelbaar’, verklaart historisch letterkundige Lotte Jensen haar fascinatie, én die van vele anderen, voor Napoleon Bonaparte. ‘Hij wilde heel Europa onderwerpen en daar kwam hij een heel eind mee. De schaal waarop hij oorlog voerde, spreekt tot de verbeelding: het idee om met zo’n enorm leger richting Rusland te trekken.’ Dit jaar is het 200 jaar geleden dat Napoleon verslagen werd bij Waterloo. Leidschrift, het blad voor Leidse historici, organiseert daarom op 1 april het symposium De erfenis van Napoleon in Europa. Jensen, universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit, neemt daarbij Napoleons invloed op Nederland voor haar rekening. ‘Je denkt al snel aan zijn juridische erfenis: de Code Napoléon, en een sterk gecentraliseerd bestuur.’ Of aan vingerhoedjes, duimen en andere maten die per stad verschilden, en die onder Napoleon plaatsmaakten voor liters, kilogrammen en meters. Niet zo’n slecht idee: een rekenfout tussen verschillende stelsels zou een van de oorzaken zijn van het hardnekkige beeld van de kleine keizer. Zijn lengte, 1,67 meter, was destijds juist gemiddeld. Een fors uitgebreid Europees wegennet, waarop we bijna allemaal rechts zouden rijden, hebben we ook aan hem te danken, evenals de Burgerlijke Stand, waar voortaan geboortes, overlijdens, huwelijken en de spelling van achternamen werden vastgelegd. ‘Maar Napoleon heeft ook een immateriële erfenis nagelaten: de Nederlandse identiteit’, vertelt Jensen. Onder Napoleon werd daarvoor de bodem gelegd, al valt dat niet direct uit de schoolboeken af te leiden. ‘Gelet op de staatswisselingen lijkt er weinig verzet te zijn geweest tegen de Franse overheersing. Maar de hoogste ambtenaren werkten evengoed gemakkelijk mee toen Willem I de macht overnam.’ Protest was er echter wel degelijk. ‘De historicus Johan Joor haalde al een hoop opstootjes en relletjes uit de archieven. Bijvoorbeeld tegen belastingmaatregelen die Napoleon afkondigde, of tegen het besluit om weeskinderen het leger in te sturen.’ Dat er echt een gevoel van verzet was, blijkt nog wel het meest uit de verzetsliteratuur, waar Jensen indook voor haar boek Verzet tegen Napoleon (2013). Je moet wel even door een enorm zoetsappig laagje van bruiloften en eerste stapjes en tandjes heen lezen. ‘Juist in die huiselijkste gedichtjes klonk het felste verzet. Bijvoorbeeld over een pasgeboren jongetje, waarbij de dichter treurt over zijn latere lot: vechten voor Napoleon. Of over een huwelijksjubileum, waarin donkere wolken boven
DOOR MARLEEN VAN WESEL
het land hangen.’ Intussen werden er heus ook opruiende schotschriften en pamfletten opgehangen, die opriepen tot gewapend verzet. De opstanden die daaruit voortkwamen, waren vrij lokaal. ‘Het duurde tot Napoleons nederlaag bij Leipzig voor het verzet hier echt durfde door te zetten. Maar wat wél nationaal ging, was het gevoel van Nederlanderschap dat uit de verzetsliteratuur klinkt. Een van de meest nationalistische verzen uit de Nederlandse literatuur komt uit die tijd: De Hollandsche Natie van Jan Frederik Helmers. Alle zeehelden en ontdekkingsreizigers zitten erin, en ook de titel was een statement. Nederland was toen juist ingelijfd bij Frankrijk.’ Eind 1813 werd Willem I met een boerenkar van een schip bij Scheveningen het strand op gereden. Van zijn nieuwe Koninkrijk der Nederlanden was niet veel meer over dan de modder die uit de Franse rivieren vloeide, volgens critici. ‘Economisch en sociaal-maatschappelijk was Nederland volledig uitgehold. De Fransen hadden de staatskas leeggeplukt’, bevestigt Jensen. ‘Maar tegelijkertijd lieten ze een solide basis achter voor de Nederlandse monarchie. Het koningschap van Lodewijk Napoleon diende als voorbeeld voor Willem I, en ook uit de nieuwe Grondwet van 1814 bleek Napoleons erfenis. De scheiding van kerk en staat, en de nationale volksvertegenwoordiging komen bijvoorbeeld voort uit de wetten die de Fransen invoerden.’ Over Napoleon is nadien nog ontzettend veel geschreven, maar tot echte afrekeningsliteratuur voelden de Nederlandse schrijvers zich niet zo geroepen. ‘In Engeland waren grote schrijvers als Walter Scott en Lord Byron wel intensief bezig met het recente oorlogsverleden. In Nederland is er nog niet echt onderzoek naar gedaan, maar ik kom zo snel alleen op geschiedkundige werken die wat orangistisch ingekleurd zijn. Want dát zette de hele negentiende eeuw door: de verheerlijking van het verleden, met ook de opkomst van de historische roman, en dat nationale gevoel. Bij het aantreden van Willem I verscheen al een aantal jubelgeschriften. Nadat Napoleon anderhalf jaar later definitief verslagen werd, kwam er een enorm orangisme op. Niet dat er tegen koning Willem I geen verzet was, maar men was eensgezind over de behoefte aan rust en stabiliteit.’
Napoleon Crossing the Alps. Schilderij Jacques-Louis David
Hoe Napoleon zijn Waterloo vond ‘Het hoofd in de handen, zachtjes snikkend’, zo beschreef Martin Bril een man in soldatenplunje in een hoekje van een herberg in ZuidFrankrijk, eind april 1814, in De kleine keizer (Prometheus, 2008). Het was Napoleon Bonaparte, op weg naar de haven van Saint-Tropez. Daar lag een schip klaar om de verbannen Franse keizer naar het eiland Elba te brengen. Twee jaar eerder zag zijn leven, én heel Europa, er nog heel anders uit. Na een staatsgreep kroonde de geboren Corsicaan zichzelf in 1804 tot keizer van Frankrijk. In de jaren erna breidde hij zijn invloed uit. Zo zette hij zijn broer Lodewijk Napoleon op de troon van het Koninkrijk Holland. Rond 1812, op Napoleons hoogtepunt, was Nederland al enige jaren ingelijfd bij het Franse keizerrijk, evenals flinke delen van Duitsland en Italië. De rest van Europa viel grotendeels als vazalstaat onder zijn macht, of was op z’n minst een bondgenoot. Zo ook Rusland. Althans: tot tsaar Alexander I de handelsbetrekkingen met het vijandelijke Groot-Brittannië besloot te herstellen. Napoleon stapte op zijn paard Marengo, en trok met zijn Grande Armée
van 700.000 militairen - waaronder 25.000 uit Nederland - in juni 1812 naar Moskou. In september arriveerde hij met een uitgeput en gehalveerd leger. De rest was geveld door honger, kou, ziektes en gevechten. Het Russische leger had zich regelmatig teruggetrokken, maar niet zonder voedselvoorraden te vernietigen en waterputten te vergiftigen. Ook Moskou was grotendeels verlaten en stond in brand. En toen moesten ze nog terug. Dat overleefden slechts 20.000 manschappen. Een jaar later wordt Napoleon verbannen naar Elba. Na tien maanden op het eiland ontsnapt hij. Onderweg naar Parijs liepen de troepen die hem eigenlijk moesten tegenhouden massaal over. Ook hooggeplaatste militairen, zoals de maarschalken Ney en Grouchy. Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Groot-Brittannië mobiliseerden 900.000 militairen om zijn opmars te stoppen. Napoleons laatste echte overwinning was tegen de Pruisen bij Ligny. Ney stuitte intussen met de andere helft van het Franse leger bij Quatre Bras op de Brits-Nederlandse troepen. Onder hen was de latere koning
Willem II. De prins zou volgens de overleveringen op een feest in Brussel in zijn balkostuum op zijn paard zijn gesprongen. Twee dagen, op 18 juni 1815, troffen de legers elkaar, voor wat de geschiedenisboeken in zou gaan als de Slag bij Waterloo. Aan beide zijden waren er talloze mannen en paarden, gesneuveld toen Ney halverwege de middag op eigen houtje de strijd wilde beslissen. Zonder overleg dreef hij zijn troepen vooruit, ploeterend door het drassige terrein. ‘Met open mond zagen de Engelsen de Fransen komen. Wat een prachtige paarden, wat een schitterende uniformen, wat een elan. En wat een domme actie!’ aldus Bril. Grouchy dacht intussen, op bevel van Napoleon, enkele tientallen kilometers verderop de Pruisen te achtervolgen. Die doken echter weer op, op het slagveld, wat Napoleon flink wat mannen kostte die anders Ney nog hadden kunnen steunen. Geteisterd door aambeien, een blaasontsteking en galstenen, stuurde Napoleon zijn troepen nog één keer richting de Britse linies, maar daar deinsden de Fransen terug.
Napoleon’s retreat from Pontin’s Southport. Schilderij Adolph Northen (1828–1876) Napoleon droop af naar Parijs en vroeg politiek asiel aan in Engeland. De Britten brachten hem echter naar het eiland Sint-Helena, waar hij zijn laatste levensjaren sleet.
Symposium: De erfenis van Napoleon in Europa Lipsiusgebouw, Wo 1 april, 13:00 - 17 Toegang gratis
26 maart 2015 · Mare 9 Achtergrond
Steeds meer jonkies De toestroom van minderjarigen aan Nederlandse universiteiten neemt toe Het aantal studenten onder de achttien is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld. Hoe is het om als jonkie rond te lopen aan de universiteit? ‘Toen ik op kamers wilde, moesten mijn ouders komen tekenen.’ Door Petra Meijer Erik van den Boom (17) ging op zijn veertiende studeren. ‘Op de basisschool had ik groep drie overgeslagen. Mijn school was heel flexibel. Ik mocht de boeken van mijn zus lenen, zodat ik bij mijn vrienden in de klas kon blijven, maar wel extra uitdaging had.’ Op zijn elfde ging hij naar de middelbare school. ‘Daar was het strakker geregeld, dus begon ik in de brugklas met versnellen: ik heb de stof van vier jaar in één jaar gedaan. Omdat ik door alle jaren heen verschillende vakken volgde, leerde ik extra veel kinderen kennen. Leeftijdsverschil was niet echt een probleem. Ik kon met iedereen opschieten. Ik ging naar feestjes van mensen die zeventien werden, maar een week later ook naar het brugklasfeest.’ Het aantal jonge studenten is in de laatste tien jaar meer dan verdubbeld, blijkt uit cijfers van universiteitskoepel VSNU. Vorig jaar liepen er 2479 minderjarige studenten aan de universiteiten rond. Tien jaar geleden waren dat er nog maar 1172. Daarvan waren er 23 studenten onder de zestien. Vorig jaar waren dat er ruim drie keer zoveel. Dit jaar startte een jongen van twaalf met colleges geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hoewel de totale instroom van bachelorstudenten gegroeid is, neemt het aantal jonge studenten ook relatief gezien toe. Eerder was 3,4 procent van de instroompopulatie jonger dan achttien jaar, nu is dat 5,9 procent. Het grootste deel van de studenten onder de achttien bestaat uit zeventienjarigen. Het kunnen leerlingen zijn die een klas oversloegen, of de zogeheten ‘vroege leerlingen’. De jonkies kiezen relatief vaak voor technische en economische opleidingen. ‘De beslissing om jong te gaan studeren maak je zodra je klassen gaat overslaan’, zegt Louk Rademaker (28). Zelf sloeg hij twee klassen over: groep zeven en de tweede. ‘Ik had al een betere klik met oudere kinderen, dus sociaal gezien was dat geen probleem.’ Hij was vijftien toen hij in Leiden aan een dubbele studie wiskunde en sterrenkunde begon. ‘Tijdens de El Cid-week zei een jongen uit mijn groepje opgewonden tegen me: “Wow, ik heb gehoord dat er dit jaar iemand van vijftien meeloopt!” Dat was ik dus. Mensen merkten eigenlijk nooit dat ik jonger was. Ik ging bij studentenvereniging SSR, had leuke vrienden en kreeg een vriendinnetje dat vijf jaar ouder was dan ik.’ ‘Ik was het gewend om met oudere kinderen om te gaan’, zegt ook Lisa Dombrovsky (17, sterrenkunde). Als vroege leerling sloeg ze nog een klas over, waardoor ze op haar zestiende ging studeren. ‘De lastigste periode qua leeftijdsverschil ligt op de basisschool, rond groep acht. Toen was ik negen jaar, en de meeste kinderen elf of twaalf. Zij begonnen al te puberen, dan lig je wel even achter qua ontwikkeling. Maar ik ben nooit echt gepest. Ik was tien toen ik naar de middelbare school ging, daar trok het leeftijdsverschil weer bij.’
‘Ik ging naar feestjes van mensen die zeventien werden, maar een week later ook naar het brugklasfeest.’ Op de universiteit merken de studenten nauwelijks dat ze jonger zijn. ‘Mijn studie is leuk en het niveau is precies goed,’ zegt Dombrovsky. ‘De nieuwe alcoholwet maakt het jonge studenten wel lastig, want daardoor mag je bij sommige verenigingen niet meer lid worden. Bij de vereniging van mijn keuze mocht dat gelukkig wel. Mijn foto hangt er achter de bar. Als we uitgaan mag ik soms niet mee naar binnen.’ Rademaker – momenteel als theoretisch natuurkundige verbonden aan de universiteit van Californië, in Santa Barbara - reageert verontwaardigd als hij hoort dat sommige verenigingen minderjarigen weigeren. ‘Juist als je jonger bent, is een sociaal netwerk belangrijk. Zo geef je een heel eendimensionaal beeld van studentenverenigingen: alsof ze alleen maar om alcohol draaien. Je moet mensen beoordelen op hoe ze zijn, niet op hun leeftijd. Toen ik lid werd bij een vereniging mocht je vanaf je zestiende drinken. De preses kwam speciaal naar me toe om dat te vertellen. Verder was het geen probleem.’ Wat hij wel lastig vond, was het hospiteren. ‘Ik kreeg te horen dat dat ik “nog wel erg jong” was. Blijkbaar was het veiliger om te kiezen voor iemand van negentien. Uiteindelijk ben ik op de Pelikaanhof gaan wonen, waar ik al mensen kende.’ Dombrovsky: ‘Toen ik op kamers wilde, moesten mijn ouders komen tekenen.’ Van den Boom was dertien toen hij eindexamen deed. Vanwege zijn leeftijd verscheen hij in kranten en nodigde tv-programma De Wereld Draait Door hem uit. ‘Ik wilde daar graag vertellen dat ik ook muziek maakte en zou wat house-muziek
laten horen. Je krijgt toch te maken met een bepaald vooroordeel: mensen gaan er vanuit dat zeer intelligente mensen niet zo sociaal zijn.’ Wat hij niet wist, was dat het tv-programma dj Armin van Buuren had ingeschakeld om via Skype in de uitzending te vertellen wat hij van de muziek vond. ‘Vanaf dat moment ging het ineens heel hard. Ik had met veel passie voor school en voor de wetenschap gekozen, maar werd plotseling benaderd door een platenmaatschappij.’
‘ Mensen gaan er vanuit dat zeer intelligente mensen niet zo sociaal zijn’ Op zijn veertiende begon Van den Boom - artiestennaam Erik Arbores - aan de studie technische natuurkunde aan de TU Delft. ‘In diezelfde week kwam mijn eerste single uit. Ondertussen moest ik ineens hard werken. Ik zat de hele dag op school en we kregen veel huiswerk. Ik heb toen echt voor de muziek gekozen. Na een half jaar ben ik met mijn studie gestopt.’ Het werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. ‘Ik zou mijn talent verspillen en het zou zonde zijn voor de natuurkunde. Er werd gezegd dat ik grootste dingen kon bereiken in de wetenschap, en in plaats daarvan plaatjes ging draaien. Ze namen het niet serieus.’ Toch heeft hij geen spijt. ‘Ik ga nu echt mijn passie achterna: ik
ben in Ibiza, Moskou en Uganda geweest en ga binnenkort naar Londen om te schrijven en te produceren. De muziekwereld is totaal anders dan de universiteit, maar ik voel me er thuis.’ Enige beperking: ‘Toen ik nog geen zestien was, mocht ik van de arbeidsinspectie maximaal drie keer per week draaien, en daarbij niet op zaterdag en zondag, én niet na 23.00 uur. Dat gold voor heel Europa. Mijn zestiende verjaardag vierde ik in de grootste club van Ibiza. Avicii was er ook en ik mocht voor het eerst ook na elven draaien. Dat was te gek. En natuurlijk kom je in de muziekwereld in aanraking met mensen die drank en drugs gebruiken, maar ik ben daar helemaal niet mee bezig. Ik wil nuchter op het podium staan. Ik leer er veel van, al is het dan niet uit boeken. In het begin kwam me van alles aanwaaien, maar nu moet ik het zelf doen. Mijn leeftijd speelt geen rol, ik word beoordeeld op mijn muziek.’ Rademaker werd naast zijn studie op jonge leeftijd gemeenteraadslid voor de SP. ‘Als je intelligent bent, moet je je ook inzetten voor de maatschappij. In het begin namen mensen me niet altijd serieus, maar na een paar debatten kregen ze wel door dat ze geen grappen moesten maken met dat jochie.’ Toch gaat het hoogbegaafde kinderen niet altijd zo goed af. ‘In mijn jaar was ik niet de jongste’, zegt Rademaker. ‘Er was nog een jongen die een half jaar jonger was. Hij had weinig vrienden en is gestopt. Later – toen hij iets ouder was – is hij opnieuw gaan studeren. Toen ging het veel beter.’ Rademaker zou jonge studenten aanraden om te versnellen, ‘maar alleen als het sociaal
gezien ook goed gaat. Je moet daar erg voorzichtig mee zijn.’ ‘Hoogbegaafde kinderen raken bij ons vaak uit beeld als ze gaan studeren’, zegt Paul Alkemade van Pharos, een vereniging voor ouders van hoogbegaafde kinderen. ‘Maar bij mijn werk aan de TU Delft kom ik een aantal van hen dan wel weer tegen.’ Volgens Alkemade is de sociale ontwikkeling bij zeer intelligente kinderen zelden een probleem als ze slechts een klas overslaan. ‘Dat verschil merk je na een paar jaar niet meer. Maar bij twee jaar verschil wordt het al lastiger.’ Jonge studenten blijven een kwetsbare groep, zegt hij. ‘Jongeren van achttien gaan uit huis en staan niet langer onder ouderlijk toezicht. Ze drinken een paar keer teveel bier, maar daar leren ze ook snel van. Op je veertiende of vijftiende ben je minder onafhankelijk. Je woont vaak nog thuis en praktische levensproblemen liggen nog ver van je af. Teleurstellingen komen zwaarder aan. Studenten van achttien of negentien vinden het al moeilijk om te beslissen wat ze de rest van hun leven willen doen. Een studiekeuze maken als je nog jonger bent is helemaal moeilijk.’ Vermoedelijk neemt na een flinke stijging het aantal jonge studenten de komende jaren weer af. Alkemade: ‘De overheid moedigt scholen aan hoogbegaafde kinderen verdieping aan te bieden, zodat ze bij hun leeftijdsgenoten in de klas kunnen blijven zitten.’ Rademaker: ‘Als je een aantal jaar gestudeerd hebt, maken je leeftijd en intelligentie minder uit. In elk vakgebied moet je keihard werken om bij de top te horen. Er zullen altijd mensen zijn die slimmer zijn dan jij.’
10 Mare · 26 maart 2015 English page
God is simply a bad idea Author Michael Shermer wants to ditch the Supreme Being Inspired by cycle racing and Star Trek, sceptic and former Christian fundamentalist Michael Shermer rocks the foundations of religion. “The Starship Enterprise is multiracial. I like that.” BY VINCENT BONGERS “I
did really some crazy stuff, like Pyramid power. I slept in a pyramid structure built around my bed. I wanted to find out whether it would make me stronger”, Michael Shermer (60), an American, reminisces about his youth as a professional racing cyclist specialised in ultra-long distance races. Nowadays, he writes about morals, science and religion and, as the founder of The Skeptic Society, he challenges pseudoscience and paranormal nonsense. “Back when I still raced, I would take mud baths, or live off water, cayenne pepper, garlic and lemons for a week. I subjected myself to extremely uncomfortable enemas – all to no avail, although it was awfully painful sometimes. I was simply curious and I wanted find out what worked, but all it ever did was make my legs weaker.” However, those lonely hours on his bike gave him the opportunity to learn much more about his brain. “I even saw aliens once during a race, for example. Lack of sleep and stress trigger your brain, which then generates an effect that makes you feel as if you are not alone, as if you’re surrounded by beings or ghosts. It’s as if someone else is in the room – or floating next to your bike, in my case. After a good night’s sleep, I realised they were hallucinations, but it showed me how powerful such experiences can be. There are people who don’t realise that their brains have tricked them. They think that aliens from outer space are real and they are so convinced they tell the whole world about it.” Shermer was on a difficult climb in Colorado in 1983 when he decided to become a sceptic: “The team nutritionist had given me all sorts of minerals and vitamins and I just
Star Trek episode no. 65: Plato’s Stepchildren. Captain Kirk kisses Lt. Uhura. Not, as many claim, the first interracial kiss on US television, but one of the first ones nonetheless. ‘The show’s creator, Gene Roddenberry, was an atheist and a humanist’, says Shermer. peed them straight out again. I had the most expensive and colourful urine in America. That stuff passes through your body without leaving any effect. “This is complete bullshit’, I thought. ‘I’m just going to ride without any fuss and look for evidence.” Now, Shermer debunks all sorts of pseudoscientific matters and paranormal phenomena. “I investigate every claim with an open mind. If someone says they’re capable of extrasensory perception, I think ‘Maybe’. But no, no one ever produces any evidence.” Last week, Shermer visited Leiden to talk about his most recent book, The Moral Arc, in which he claims science and secular rationalism are the reasons why the world is improving, slowly but surely. “Reason and logic are decisive forces behind our progress. We have more democra-
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 11 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo4-opleiding. Ook hulp gezocht bij: *Twee jongens, Nederlands, burgklas. *Biologie, geschiedenis, 2mavo. *Economie, 4vmbo. *Natuurkunde, scheikunde, 2vmbo. *Wiskunde A, 4vwo. €5,- per les. *Engels, Nederlands, 4havo. Engels, biologie, 4vmbo-t. *Engels, 5vwo. *Wiskunde, rekenen, brugklas vmbo. *NASK, geschiedenis, Engels, 2havo. *Engels, 3vmbo-TL, tot §€10,- per les. * Natuur-, scheikunde, 4havo, €5,per les. *Engels, Nederlands, brugklas atheneum. * Wis-, natuurkunde, biologie, 4havo. *Geschiedenis, Nederlands, brugklas vmbo. Leiden-Zuid, 10 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs, wiskunde, 2vmbo. Economie, 5vwo. Vrijwilliger uit Stevenshof gezocht voor basisschoolleerlinge, huiswerkbegeleiding, basisonderwijs middenbouw. Onderwijswinkel, Driftstraat
those too, so they’re not really very anti-science. They think that if you accept the theory of evolution, you must be an atheist, but obviously that’s not true. “I’m honestly curious as to why people believe in something, whether it’s aliens or God. The only thing religion has to offer that we can’t supply is the promise of life after death. I try to treat them fairly when I deal with them and help them understand why their ideas are nonsense. I tell them that they don’t have to give up anything. Just trust in the science that’s right in front of you. And I hope that one day they’ll reflect on their faith.” His attitude has drawn plenty of criticism. “Believers tell me that a society without religion does not have any morals. Then I tell them about the Netherlands, for instance, a nation where religion has a relatively small role. You are prosperous and happy here. The Netherlands has low figures of violence, suicide, teenage pregnancy and abortion. Just compare that to the high figures in the intensely religious America. Moral comes from within ourselves. We make social contracts with each other, we are capable of making rules that allow us to live together in relative harmony.” Shermer is not only inspired by the philosophers of the Enlightenment and scientific developments; in The Moral Arc, he also talks about Star Trek. “I begin one of the chapters in the book with the episode called Arena in which Captain Kirk is locked in mortal combat with Gorn, a reptile-like creature. Kirk manages to beat his opponent, who is physically stronger, with cunning but shows mercy and refuses to kill him. Gene Roddenberry, the series’ creator, was a humanist and an atheist. The crew of the Starship Enterprise is multi-racial, which is an extremely progressive concept for a series written in the late sixties. And there is so much prosperity, nobody needs any money any more. Now there’s a society I admire.”
Academische Agenda
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
cies and governments that function better than ever before. Right across the globe, people are becoming more prosperous. “There is more and more equality for blacks, women and gays. There’s more focus on human rights. We experiment to find better ways of living together. It’s all part of the Enlightenment’s heritage, which was inspired by revolution in science. Religion is regarded as the driving force behind progress, especially in the United States but I think that’s nonsense.” Shermer was once one of the faithful. “I wasn’t brought up by my parents to be religious, but when I was at secondary school and at university, I was influenced by friends and become a Christian fundamentalist. I read psychology at Pepperdine University, a very conservative and religious college. I only learnt to think like a true
academic at California State University’s graduate school in Fullerton. Science is the best tool to use when deciding what’s real, what’s right and what’s wrong. When I realised that, I lost my faith.” Shermer has many bones to pick with religion. “Especially if it leads to violence or if it’s used to subjugate women. Muslim fundamentalists don’t believe that women should have the same rights as men, and that’s simply a bad idea. I must to challenge that. The world would be better off without religion. The whole concept of a supreme being that created the universe and that we should live according to the laws of that super natural entity just goes against the grain. It pits people against each other. “Of course, there are some very lovely religious people, but they don’t have a good system: there are no checks and balances, no peer review. We should replace morality based on religion with morality based on secular values. And that’s happening, particularly in the Netherlands. You Europeans are leading the way. But I have high hopes for my own country. The fastest growing group in America are the ‘nones’ – no, not ‘nuns’ – people who tick none on forms when questioned about their faith. It’s twenty percent and rising. And if you take Americans born after 1981, the ‘millenials’, it’s even as much as one third. “Outside the United States, people have the notion that the country is becoming increasingly religious – but that’s not fair. It’s simply to do with the fact that extremes makes the headlines more easily.” Creationists, who challenge the theory of evolution and demand that children are taught about intelligent design, are a prime example. “Science in America is under attack from those kinds of people. But in reality, they’re not opposed to science; they think their way of life is threatened. Many Creationists don’t have any problem with being ten kilometres above the ground in a plane.” He points to a Smartphone on the table. “They use
77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwwleiden.nl. Algemeen bestuurslid gezocht Wil jij tijdens je studie bestuurservaring opdoen tegen een aantrekkelijke bestuursbeurs? Je inzetten voor de belangen van 6.000 studenten en direct inspraak hebben op het beleid van studentenhuisvesting? Overleg voeren met DUWO, de gemeente en de universiteit? Dan zijn wij op zoek naar jou! Kijk op onze website www. huurdersverenigingbres.nl voor meer informatie. Solliciteren kan tot 15 april. Heb jij zin om vrijwilligerswerk te doen met straatkinderen in het buitenland? Tussen de 18 en 30 jaar oud? Bezoek dan www.samen.org en meld je aan voor het informatieweekend!
Maretjes extra
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretjeextra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com
Prof.dr. CC Levelt zal op vrijdag 27 maart een oratie houden bij benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Geesteswetenschappen met als leeropdracht Eerste Taalverwerving. Dhr. R. Hoencamp hoopt op dinsdag 31 maart om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Battle field casualties: The Dutch Armed Forces 4 years Uruzgan’. Promotoren zijn Prof.dr. J.F. Hamming, Prof.dr. L.P.H. Leenen (UMCU) en Prof.dr. H.G.J.M. Vermetten. Dhr. D. Lelli hoopt op dinsdag 31 maart om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Paippalādasaṁhitā of the Atharvaveda Kāṇḍa 15: a New Edition with Translation and Commentary’. Promotor is Prof.dr. A.M. Lubotsky. Mw. L.A. Osorio hoopt op dinsdag 31 maart om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Personhood in Maya Art; A theoretical perspective’. Promotor is Prof.dr. M.E.R.G.N Jansen. Dhr. J. Torrado Cacho hoopt op dinsdag 31 maart om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A search for transient reductions in the inflaton speed of sound in cosmological data, and other topics’. Promotor is Prof.dr. A. Achucarro. Dhr. H.M.L. Jansen hoopt op dinsdag 3 1 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Chacun son Marcel’. Promotor is Prof.dr. C.J.M. Zijlmans. Mw. W. Liang hoopt op dinsdag 31 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Role of metabolic overload and metabolic inflammation in the development of Nonalcoholic Steatohepatitis (NASH)’. Promotor is Prof.dr. L.M. Havekes. Mw. J.H.B.H. Hirschberg hoopt op woensdag 1 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Replacing the needle and sginge for vaccine administration’. Promotoren zijn Prof.dr. G.F.A Kersten en Prof dr. J.A. Bouwstra. Dhr. G.T.A. Jacobs hoopt op woensdag 1 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Duitsland en Maillol’. Promotor is Prof.dr. C.A. van Eck. Mw. M.L.M. Jongsma hoopt op woensdag 1 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘A genome-wide
cell biological analysis of genes involved in MHC class II antigen presentation’. Promotor is Prof.dr. J.J. Neefjes. Mw. M. Grandia hoopt op donderdag 2 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Deadly Embrace? The Decision Paths to Uruzgan and Helmand’. Promotoren zijn Prof.dr. J. van der Meulen en Prof.dr. I. Duyvesteyn. Dhr. G. Nucifora hoopt op donderdag 2 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Evolving imaging techniques for the assessment of cardiac function and their potential clinical applications’. Promotor is Prof.dr. J.J. Bax.
Best child care
centre Zuid-Holland*
90013037_Adv. Mare Eng.indd 1
15-10-13 17:17
26 maart 2015 · Mare Cultuur
Agenda
Mezelf fileren met de botte bijl
FILM
Cabaretier Emilio Guzman heeft ‘er schijt aan’ In Een dunne dekmantel rekent cabaretier Emilio Guzman af met iedereen, inclusief zichzelf. ‘Mijn onenightstands duren altijd een jaar, omdat ik niet kan zeggen “ga weg”.’ DOOR VEERLE VAN DER GRACHT ‘Normaal ben ik altijd aardig en behulpzaam, omdat ik bang ben dat mensen me niet mogen of dom vinden. Dronken mensen kunnen dat ruiken. Ze gaan de hele avond tegen me aanlullen, omdat ze weten dat ik niet kan weglopen. Mijn onenightstands duurden altijd een jaar, omdat ik gewoon niet tegen een chick kon zeggen “ga weg”.’ Maar in mijn show heb ik daar schijt aan. Ik ga mezelf met de botte bijl fileren.’ ‘Mensen hebben veelal een mening, maar zijn vaak te laf om er voor uit te komen. Neem de bezuinigen in de zorg. Mijn oom Leo had schizofrenie en woonde in een begeleid woonproject dat gewoon is wegbezuinigd. Na afloop hoor je meer nare verhalen. Nu word ik na mijn show aangesproken door mensen waarbij bijvoorbeeld mantelzorg hele families heeft ontwricht. ‘Mijn eerste voorstellling Doen en laten ging over populisme en ik vroeg mezelf af waar de Wilders in mij zat. Ik kwam erachter dat het
in mijn vader zat, want hij wilde ook altijd scoren zonder naar de lange termijn te kijken. Zo stuurde hij me altijd foto’s van hem als perfecte vader. Dan stond hij ergens op vakantie, ik had geen idee waar, geposeerd naast een gebouw. Of stond hij naast een boekenkast met een fotolijstje met mij en vervolgens zat hij met precies hetzelfde lijstje op een bank. Voor hem waren die foto’s een vorm van scoren, maar voor mij als kind was het heel verwarrend. ‘Mijn moeder was altijd groot fan van het cabaretprogramma Andermans Veren. Ik weet nog: toen ik pas zes jaar was, zette mijn broer (en tevens cabaretier, red.) Javier een plaat van Toon Hermans voor mij op. Ik was jong, maar ik begreep wel wat er gebeurde: er was één verteller en het publiek lachte. Javier was ook pas tien, maar hij had door dat er ritme in de grappen zat. Als je de show versneld afspeelde klonk het gelach als een soort golven. Dat maakte een gigantische indruk op mij, en ik wist dat ik dat ook wilde veroorzaken. ‘Mensen gaan je sowieso vergelijken als je het “broertje van” bent. Dan moet je echt met iets goeds komen. Maar er is zo krankzinnig veel cabaret, dat je je überhaupt wel moet onderscheiden om op te vallen. Je moet altijd opzoek zijn naar vernieuwing.
‘Als je het “broertje van” bent, moet je echt met iets goeds komen.’
Toen ik vier jaar geleden de publieksprijs van het VARA Leids Cabaret Festival won, wist ik dat het tijd was om mijn stem te laten horen.’
Emilio Guzman, Een dunne dekmantel Theater Ins Blau Wo 1 april, 20:30 u , €12,50
Jazztalent in Stadsgehoorzaal
DOOR PETRA MEIJER ‘Als kind maak je niet echt de beslissing om piano te gaan spelen, dat doet je familie’, zegt Claudio Junior De Rosa, die op vierjarige leeftijd met muzieklessen begon. ‘Ik was best muzikaal. Daarom kreeg ik op mijn elfde met vier anderen op school de mogelijkheid om klarinet te leren spelen. Dat was leuk, maar pas toen ik op mijn veertiende de saxofoon ontdekte, raakte ik écht gemotiveerd. Ik had nog niet meteen de ambitie om professioneel muzikant te worden, maar speelde om het plezier en om met vrienden te chillen.’ Toen hij zijn vader verloor, hielp de saxofoon hem het verlies te verwerken. ‘Muziek maak je vaak samen, maar oefenen doe je meestal alleen. Als het brein gefocust is, sta je minder stil bij moeilijke gebeurtenissen. De muziek bracht afleiding: als ik saxofoon speelde, voelde ik me goed. Eerder was het allemaal een spel voor me. Toen mijn vader overleed, besefte ik hoe
belangrijk het is om iets te doen waar je gelukkig van wordt.’ Na zijn bachelor aan het conservatorium van Salerno volgde hij een master klassieke saxofoon aan het conservatorium Santa Cecilia in Rome. ‘Mijn scriptie ging over de neurologische processen die in de hersenen plaatsvinden
In Rome had hij voor een klassieke master gekozen, omdat hij een goede basis wilde. Maar ondertussen lonkte de jazz. ‘In de klassieke muziek is weinig ruimte voor improvisatie, daarom spreekt jazz me zo aan. Het draait om wat er op dat moment tot je komt. Je ervaart verschillende
Foto Simon Duindam
als musici improviseren.’ Als eerste saxofonist ontving hij de maximale score van 110 punten en een eervolle vermelding. Dat leverde hem de prijs ‘Vita Vittoria’ voor de beste student van zijn jaar op.
TRIANON Still Alice dagelijks 19.00 + 21.30 za. zo. 14.30 Suite Francaise dagelijks 18.45 KIJKHUIS Wild do. vrij. za. zo. ma. + wo. 21.00 Timbuktu dagelijks 21.15 LIDO American Sniper dagelijks 21.30 Selma za. zo. 15.30
MUZIEK
Elke dag iets nieuws De Italiaanse Claudio Junior De Rosa (22) is een echte alleskunner. Via piano, klarinet en klassieke saxofoon ontwikkelde hij zich tot talentvolle jazzmuzikant. Zondag staat hij in de finale van de Leiden Boonekamp Jazz Award.
11
emoties en draagt die ook over aan het publiek. Ik wil elke dag iets nieuws doen. Daarnaast vind ik het leuk om te componeren en muziek te arrangeren voor big bands. Het is tof om te horen hoe alle partijen bij elkaar komen. Als
je muziek schrijft laat je iets achter. Over tien jaar spelen mensen wellicht iets van jouw hand.’ Op zijn eenentwintigste vertrok De Rosa naar Nederland om aan de jazz-afdeling van het Haagse conservatorium te studeren. ‘Ik koos voor Nederland vanwege de internationale omgeving. Hier speel je met musici uit de hele wereld.’ Twee projecten zette De Rosa hier op. ‘Het Call It sextet bestaat uit een saxofoonkwartet, contrabas en drums. Na vier of vijf maanden stonden we al in de Philipszaal in Den Haag’, zegt hij tevreden. Daarnaast richtte hij met twee andere Italianen het Zadeno-trio op, waarmee hij een tour door Noord-Italië deed. ‘Komende zomer zullen we 35 dagen lang door Italië trekken. Het blijkt lastig te regelen: veel festivals willen dat je al een album hebt uitgebracht of vragen naar je manager. Die hoeven we niet: we willen alles zelf in de hand houden. Maar het wordt fantastisch. Na twee jaar in Nederland kom ik in Italië terug als jazzmuzikant. It paid off.’
Finale Leiden Boonekamp Jazz Award Stadsgehoorzaal Zo 29 ma, 15:00 u
AALMARKTZAAL Marike Jager: The Silent Song vrij. 27 maart 20.15 vanaf €14.50 DE TWEE SPIEGHELS Wojtek Justyna Tree… Oh!? vrij. 27 maart 21.00 gratis Ronja Burve Quartet za. 28 maart 16.00 gratis GEBR. DE NOBEL RGB Festival: Raul Midón, Yori Swart, Psychedelic Soul Shack, Atanga Boom en Bruut! vrij. 27 maart 20.00 €15 RGB Festival: Funked Up XL: Postmen, Lefties Soul Connection, Pink Oculus za. 28 maart 20.00 €15 STADSGEHOORZAAL Amsterdam Sinfonietta & Lucas & Arthur Jussen: Carnaval des Amimaux za. 28 maart 20.15 vanaf €22.50 RGB Festival: Boonekamp Leiden Jazz Award/ Finale zo. 29 maart 15.00 €6.50 RGB Festival: Bo Saris zo. 29 maart 17.15 gratis
THEATER
THEATER INS BLAU Hein van der Heijden en Tamar van den Dop: Stilte (Lars Norén) za. 28 maart 20.30 vanaf €15.50 Emilio Guzman: Een dunne dekmantel wo. 1 april 20.30 vanaf €12.50 LEIDSE SCHOUWBURG Wittenbols & Ligthert: Liefdeslied wo. 1 april 20.15 vanaf €19.50 Conny Janssen Danst: Inside Out do. 2 april 20.15 vanaf €13.50 KAPELZAAL Lachstof: Jasper van Kuijk: Schoon Schip do. 2 april 20.30 vanaf €12.50
DIVERSEN
VOLKENKUNDE Tentoonstelling: Geisha 10 oktober 2014 t/m 25 mei 2015 MUSEUM DE LAKENHAL Tentoonstelling: Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs 11 oktober 2014 t/m 31 mei 2015 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Tentoonstelling: Carthago 27 november 2014 t/m 10 mei 2015 UNIVERSITEITS BIBLIOTHEEK Tentoonstelling: Humbert de Superville: tekenaar, geleerde, visionair 30 januari 2015 t/m 2 juni 2015 MUSEUM BOERHAAVE Tentoonstelling: Foodtopia 6 februari 2015 t/m 1 november 2015 LOKHORSTKERK Anna Vlot, Marjolijn de Raat, Bob Marsdon en Mara Smeele: Practicum Musicae do. 26 maart 17.00 LAKENPLEIN Opening Het Leidsch Singelspel vrij. 27 maart 16.30 VRIJPLAATS Drone Cinema Festival vrij. 27 maart 20.30 €5 SIDAC STUDIO Stephine van Gennip: Expositie Divers vrij. 27 14.00-19.00, za. 28 11.00-18.00, zo. 29 maart 12.00-18.00 CLEVERINGAPLAATS 1 – 0.19 Leidschrift: ‘De erfenis van Napoleon in Europa’ woe. 1 april 13.00-17.30
12 Mare · 26 maart 2015 Het clubje
Inburgeren
Donker
V.l.n.r. Loonstra, Rijntjes en Emmen
Foto Maarten Hartman
‘We hebben de hele nacht doorgehackt’ Hackathon-team Amazing Inc. Arnaud Loonstra (36, mediatechnologie): ‘Afgelopen weekend deden we namens de Universiteit Leiden mee aan ‘Heel Holland Hackt’. De opdracht was om een app te bouwen voor een Android-telefoon, die inzichtelijk maakt wat het toestel doet als het met een netwerk verbonden is. Als je een website bezoekt, worden er allerlei netwerkverzoeken verstuurd. Soms is dat de bedoeling, maar soms ook niet.’ Dirrik Emmen (26, mediatechnologie): ‘Als je bijvoorbeeld op Marktplaats naar een trui zoekt, dan wordt die informatie ook naar Wehkamp verstuurd, terwijl jij daar helemaal niet om gevraagd hebt.’ Tom Rijntjes (24, mediatechnologie: ‘Dat is niet per se een probleem dat me aan het hart gaat, maar het volume was wel opvallend. Het verzoek om een webpagina te bezoeken leverde soms vijftig andere requests op. Grofweg tachtig pro-
cent van de verzoeken was niet relevant.’ Loonstra: ‘We hebben dat inzichtelijk gemaakt door bubbels over het scherm te laten bewegen. Bubbels die naar boven drijven zijn ‘goede verzoeken’, die er bijvoorbeeld voor zorgen dat de site beter functioneert. Bubbels die naar beneden vallen zijn verzoeken die eigenlijk niet oké zijn. We hebben verschillende websites gecheckt. De website van de NOS had veel goede bubbels, maar bij De Telegraaf vielen er veel omlaag.’ Rijntjes: ‘Eigenlijk hadden we ook een pornosite moeten testen, maar dat durfde ik daar niet.’ Loonstra: ‘We hebben ook een learning algorithm ingebouwd. Je kunt de bellen die naar beneden vallen naar boven slepen, waarmee je aangeeft dat ze niet ongewenst zijn. Als je dat niet doet, leert het systeem ervan en kun je in de toekomst voorkomen dat de informatie ver-
stuurd wordt. Hij herkent dan ook bellen die op eerdere bellen lijken.’ Emmen: ‘De hackathon begon zaterdag om twee uur ’s middags en duurde precies vierentwintig uur.’ Loonstra: ‘In een bedrijfscontext moet de code die je schrijft er netjes uitzien, bij een hackathon moet je in een beperkte tijd iets in elkaar knutselen. Je leert out of the box te denken.’ Rijntjes: ‘We hebben allemaal wel ideeën voor bepaalde concepten, maar soms blijven die lang liggen omdat je bijvoorbeeld verzandt in details. Om drie uur ’s nachts zag het er hopeloos uit en moesten we grotendeels opnieuw beginnen. Om vier uur ben ik maar gaan slapen. Als zombie zie je niet meer waar het fout gaat en probeer je maar wat.’ Emmen: ‘Ik kon niet slapen. We hadden van de organisatie oncomfortabele veldbedjes en dunne Ikea-dekentjes ge-
kregen, en het raam stond open dus het was ijskoud. En Tom lag te snurken. Toen ben ik maar weer doorgegaan.’ Rijntjes: ‘Verder werd er wel goed voor ons gezorgd hoor. Er werden pizza’s besteld, croissantjes gebracht en tussen de middag waren er broodjes kroket.’ Loonstra: ‘Ik heb ook de hele nacht doorgewerkt.’ Rijntjes: ‘Dat was wel fijn. Toen ik ’s ochtends wakker werd, had Arnaud het gefikst. Rond een uur of twaalf hadden we alles onder controle, zodat we relatief veel tijd in de presentatie konden steken.’ Emmen: ‘We wilden een goed verhaal hebben. Onze slogan was: “Van ondoorzichtig en afstandelijk, naar intiem en afhankelijk”. Helaas, we hebben niet gewonnen.’ Door Petra Meijer
“Hey, meisje, psst!” Het is elf uur ‘s avonds en ik ben in mijn eentje op weg naar huis. Al sinds ik de tram ben uitgestapt loopt er een man achter me aan. Zijn huidskleur wordt verraden door het dikke accent waarmee hij mijn aandacht probeert te trekken. Hij draagt gouden sieraden die me bij het uitstappen al bijna verblindden. De geur van verschaalde sigaretten is penetrant. Ik voel me niet op mijn gemak. Ik moet nog een paar straten door naar mijn vertrouwde voordeur, maar ze lijken allemaal uitgestorven. “Hey, juffrouw, hallo?” In dit soort situaties heb ik doorgaans na een paar tellen mijn telefoon al tegen mijn oor gedrukt, om vervolgens luid pratend een nepgesprek te voeren met helemaal niemand aan de lijn. Maar juist vandaag beleef ik het hoogtepunt van mijn verkoudheid, met nog amper stemgeluid. Het lijkt me niet verstandig om prijs te geven dat ik niet in staat ben luid te gillen. “Pssst! Hey!” Zijn gesis doet mijn bloed koud worden. Mijn pas versnelt. Nog twee straten te gaan. In de reflectie van de donkere ramen aan weerszijden van de verder volledig lege straat zie ik dat hij lang is – ik schat hem een dikke meter tachtig. Zo haalt hij mijn korte Belgenbeentjes met gemak in, al slenterde hij. Ik loop nog wat sneller en rommel in mijn strak tegen me aangedrukte handtas. Van een vriendinnetje hoorde ik dat je sleutels als een soort boksbeugel kan gebruiken. Of was het als steekwapen? Een huissleutel in je oog kan best wel wat schade aanrichten, denk ik zo. Ik tast de bodem van mijn tas af, maar kan die krengen weer eens niet vinden. Ineens realiseer ik me dat ik afgeleid ben, dat mijn ogen op de tas gericht zijn en niet op de weerspiegelende ramen, dat ik zo nog een makkelijkere prooi ben. Prompt laat ik de tas met rust, maar het is al te laat. “Hey!” Geruisloos is hij tot vlak achter me gekomen en hij raakt mijn schouder aan, probeert me om te draaien. Ik schrik en laat mijn tas vallen, kijk vliegensvlug om me heen, zijn er geen mensen? Waar is de dichtstbijzijnde deurbel? Waar brandt er licht? Hij steekt zijn hand naar me uit, er ligt iets glanzends in. “Hey meisje, je hebt dit laten vallen. Beter opletten hè!” Het is mijn ov-chipkaart. Hij drukt hem in mijn hand en glimlacht. “Maar nu moet ik rennen!” Hij die er als een allochtoon uitziet draait zich om en probeert zijn tram nog in te halen. Zij met de melkwitte huid bukt zich en probeert haar schaamte bijeen te rapen. Op de grond ligt een paspoort met het Belgische wapenschild. ‘Allochtoon’ lijkt nooit op mij van toepassing. Talitha Dehaene
Bandirah