10 april 2014 37ste Jaargang • nr. 26
‘Het is een echte nachtmerrie’ Pagina 11
Universitaire octrooien en patenten: het zijn er drie keer meer dan gedacht
Doornroosjes van de archeologie worden eindelijk afgestoft
Getuige en aanklager van het Joegoslavië-tribunaal werken weer samen
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9
Nooit meer brak(en)
Mare drinkt in naam der wetenschap en test anti-katermiddelen Ze claimen katers te kunnen beperken of zelfs te laten verdwijnen. Maar werken anti-katerpillen en –sapjes ook? Mare nam de proef op de som en ging naar het café. DOOR ESHA METIARY De grootste vijand van de student: de kater. Na een avondje flink tanken is het een onvermijdelijk gegeven dat je de dag erna niet zo scherp bent als je zou willen zijn. Natuurlijk zijn er de huis-tuin-en-keukentips, maar de laatste jaren er is ook een wildgroei aan antikaterpillen en –drankjes ontstaan. Een beetje windowshoppen doet al snel concluderen dat veel van die middeltjes nog verrekte duur zijn. Geen enkele student zit te wachten op een non-descript middeltje dat je voor dertig euro aan mag schaffen en dat vervolgens niet blijkt te werken. Een tientje, daar val je je nog geen buil aan. Om een kater te hebben en dus de middelen te testen, offerde ik me op om voor Mare te zuipen in de naam van de wetenschap.
de ik in opperste concentratie de handleiding op het flesje; poeder oplossen in de vloeistof, schudden en drinken maar. Met hoop op een frisse volgende dag, zette ik het flesje aan mijn lippen en nam een grote teug. De verwachte frisse mintsmaak was echter nergens te bekennen; in plaats daarvan had ik nu een
mond vol onverdunde, koude kippenbouillon. Het kostte me al mijn wilskracht om het door te slikken en ik durfde het zelfs nog aan om een tweede slok te nemen. Had ik niet moeten doen, want een seconde later hing ik over de plee om mijn maaginhoud op onsierlijke manier in de pot te deponeren.
De ochtend erna. Huilen met de pet op. Hemel zij geprezen dat ik geen katerkoppijn krijg, maar kan die oorlog in mijn buik alsjeblieft ophouden?! Ik heb natuurlijk niet het hele flesje leeggedronken, laat staan binnen gehouden. Maar misschien is dat wel de werkende kracht; dat je alles weer uitkotst. In ieder geval
zou ik het niemand aanraden. Eindrapport Prijs: Smaak: Werkzaamheid: Gemiddelde:
6,2 2 3 3,7
> Verder lezen op pagina 6
Proefpersoon Esha Metiary offert zich op in café ’t Praethuys. ‘Lang leve zuipen in de naam der wetenschap.’ Foto Taco van der Eb
Een mond vol koude kippenbouillon Wat: Reset AfterDrink Waar te koop: Online Kost: € 9,90 voor twee flesjes van 150ml. De nacht ervoor. Deze kreeg ik een tijdje terug van een alleraardigst glimlachende dame in een witte doktersjas bij het verlaten van een feest een blauw flesje in mijn handen gedrukt. ‘Tegen de kater!’ vertelde ze me nog vlug voordat ik me in mijn jas hees en naar buiten zwalkte. Een kater, die zou ik de volgende dag ongetwijfeld hebben en het blauwe flesje, lijkende op mondspoelmiddel, was dus een godsgeschenk. Hoeveel ik had gedronken? Geen idee, maar het was van alles door elkaar. Eenmaal thuis bestudeerAdvertentie
Ook hbo’ers tijdens El Cid-week
Allah in proefschrift bedanken mocht wel
Dit jaar is de El Cid-week voor het eerst ook de officiële introductieweek voor de Hogeschool Leiden. ‘Dat brengt dat logistieke uitdagingen met zich mee.’
Een promovendus uit Jemen moest zijn proefschrift laten herdrukken, omdat hij Allah in het voorwoord had bedankt. Dat had niet gehoeven, blijkt nu.
Pagina 3
Pagina 5
A LA CARTE DAGELIJKS VANAF 17.00 UUR Lunch woens/zond vanaf 12.30 uur, menu’s vanaf € 19,50 Diner dagelijks vanaf 17.00 uur, menu’s vanaf € 27,50 ***
AFSTUDEER ARRANGEMENT Bubbel en amuse, menu en wijn, all-in € 39,50 p.p. ***
ASPERGE’S FLAMANDE
Bandirah Pagina 12
Bij mooi weer op ons parkterras Asperge 10-daagse van 14 t/m 24 april € 27,50 p.p. (alleen op reservering)
mare-prentenkabinet 140407.indd 1
Kloksteeg 25, LEIDEN (t.o Pieterskerk) 071-5126666 of www.prentenkabinet.nl
07-04-14 14:45
2 Mare · 10 april 2014 Geen commentaar
De nek uitsteken Universiteiten zijn er van oudsher voor twee taken: onderzoek doen en onderwijs geven. Sinds 2005 is daar een extra klus bij gekomen. De resultaten van dat onderzoek moeten op een of andere manier de maatschappij in. Het was de tijd van het Innovatieplatform: Nederland hoopte op een kenniseconomie met een eigen Nokia of Google, en dat moest voortkomen uit de universiteiten. Het Innovatieplatform zakte weg in de Haagse beleidsblubber, maar de universiteiten innoveerden toch. Ze hebben allemaal een tech transfer office dat moet helpen om ontdekkingen met potentie naar de markt te brengen. Voor het geld hoeft dat niet zo nodig. In Amerika moeten universiteiten al sinds de jaren tachtig techtransferen, en vijf van de zes universiteiten leggen daar geld op toe. Nederland draait zo’n beetje quitte (zie pagina 7). Het gaat echter niet alleen om geld, het gaat er ook om dat een universitaire vinding het leven beter kan maken. Penicilline, het poliovaccin, de laser en het lcdscherm hebben allemaal hun wortels in universitaire laboratoria. Het zou zonde zijn als we hun moderne evenknieën in een bureaula laten verstoffen als ze met een klein opkontje wél naar de maatschappij te brengen zijn. De grote vraag is hoe groot dat opkontje precies moet zijn. Mare heeft de afgelopen jaren over heel wat veelbelovende Leidse ontdekkingen geschreven waarvoor de sprong naar supermarkt of ziekenhuis te ver bleek. Soms komt dat doordat de beloftes toch niet waargemaakt worden, soms door stomme pech, en soms omdat de wetenschapper het vermarkten er maar een beetje bij moet doen, in zijn of haar vrije tijd. ‘Het werk waar ik voor betaald word, gaat voor’, verzuchtte één van de ontdekkers. De universiteit wordt geacht om onderzoek, onderwijs en valorisatie te doen, maar de onderzoeker wordt alleen afgerekend op de studentjes en de stukjes. Tegenover hem of haar zit een investeerder die misschien wel aan de slag wil, maar niet met het onbruikbare halffabrikaat dat er nu ligt. Voordat er daadwerkelijk gevaloriseerd is, zal één van de partijen de nek uit moeten steken, maar allebei hebben ze daar teveel bij te verliezen. Juist de eerste stapjes van de kennisbenutting moeten over een brede kloof. Nou bestaat er een potje dat als loopplank kan fungeren: de zogeheten Valorisation grants van technologiestichting STW. Het potje is echter ondiep, en de meeste aanvragen worden afgewezen. Sinds vorige maand hebben de universiteiten afgesproken dat ze bij het evalueren van onderzoek extra gaan letten op ‘maatschappelijke relevantie’. Het zou mooi zijn als dat voortaan ook opgaat bij het evalueren – en betalen! - van de onderzoekers zelf. Door Bart Braun
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Esha Metiary (stagiair) e.j.metiary@gmail.com Medewerkers
Emma Anbeek van der Meijden • Talitha Dehaene • Tim Meijer • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Column
Wetenschap en waanzin Een promovendus die waanzinnig wordt, dat blijkt zo’n beetje het mooiste wat je als promotor kunt overkomen. Een wetenschapper is een beroepspuzzelaar, iemand die de grenzen van de wetenschap verkent, maar niet iemand die enorme sprongen in het duister maakt. Meer dan tien jaar geleden was ik copromotor van Wouter Kusters en hij verdedigde dus hier in Leiden een proefschrift over een taalkundige puzzel dat Linguistic Complexity heette. Inmiddels ben ik tien jaar puzzelen verder, maar Wouter heeft het vak de rug toegekeerd en deze week een boek uitgegeven dat Filosofie van de waanzin heet. ‘Wat een dik boek!’ zei een collega-puzzelaar toen hij het op mijn bureau zag liggen. ‘Wanneer moet je dat lezen? Dat gaat toch niet over het vak! We moeten ook al die publicaties nog lezen.’ Wouter is zolang ik hem ken geïnteresseerd in de waanzin. Als twintiger heeft hij een psychotische periode doorgemaakt, en na zijn promotie studeerde hij filosofie om beter te begrijpen wat er toen gebeurde, hoe hij de wereld toen zag. Op de dag dat hij zijn scriptie inleverde over tijdsbeleving in de psychose, kreeg hij een inzicht: die hele scriptie, dat kon ook in één A4’tje! Een paar dagen later zat hij, na twintig jaar, weer in de isoleercel. Nu, zeven jaar later, heeft hij een boek van bijna duizend pagina’s geschreven, zonder academische betrekking, bij een algemene uitgever, Lemniscaat. Volgens Wouter komt iedereen die diep genoeg nadenkt bij de waanzin uit. Niemand weet wat tijd en ruimte in wezen zijn, waarom we voorwaarts leven en achterwaarts,
waarom we tijd anders beleven dan ruimte. Normaal zijn betekent dat je net doet alsof sociale conventies die werkelijkheid afdekken. Tijd, bijvoorbeeld, is totaal onbegrijpelijk, maar wij doen net of de kalender en de klok, of de natuurkundige theorie, hem vangen. Waanzin betekent dat je het contact verliest met die conventies, en dat je in je eentje staat tegenover de ontembare tohoe wabohoe. Mensen kunnen daar niet mee leven, en dus volgt na dit moment onmiddellijk een poging om eigenhandig orde in die chaos aan te brengen. Het systeem dat iemand dan maakt, dat is wat we meestal ‘waanzin’ noemen. Wouter gelooft er niet in dat die waanzin alleen maar een ziekte is, en dat het zin heeft om naar waanzinnigen te luisteren. Zij leven in een andere wereld dan de onze, maar die is niet per se minder interessant. Ja, ik probeer nu Wouters boek in minder dan een A4’tje samen te vatten. Zijn diepe en erudiete en intelligente en humoristische Filosofie van de waanzin heeft mijn manier van kijken naar en denken over de wereld ingrijpend veranderd. Een wetenschapper werkt in deze termen noodzakelijkerwijs binnen het raamwerk van de sociale conventies: dat raamwerk is het beste waarover wij mensen beschikken. Ja, je werkt ‘aan de randen van de kennis’, maar dat laat alleen maar zien dat die randen er zijn. Marc van Oostendorp is hoogleraar fonologische microvariatie
10 april 2014 · Mare Mensen
071 -527 …
Geslacht: anders
Nu ook voor hbo’ers Dit jaar is de El Cid-week voor het eerst ook de officiële introductieweek voor de Hogeschool Leiden.
De opvallende acceptatie van transseksuelen in Azië Transseksualiteit is in Zuidoost-Azië geen ‘big deal’, zegt antropoloog Ward Keeler. ‘Een transmannelijke dochter kan in elk geval niet onverwachts zwanger raken.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL De verkiezingen in India vergen momenteel een grandioze logistieke organisatie. Er zijn 814 miljoen stemgerechtigden en voor het eerst mogen dertigduizend van hen bij geslacht ‘anders’ invullen. Ook in Zuidoost-Azië is de positie van transseksuelen aan verandering onderhevig. ‘Van oorsprong vervulden transvrouwen vaak de functie van spiritueel medium’, vertelt Ward Keeler, antropoloog aan de Universiteit van Texas, die onderzoek deed in Myanmar. Vrijdag houdt hij een lezing bij de faculteit sociale wetenschappen. ‘Die mediums zijn er nog steeds, maar er zijn carrièremogelijkheden bijgekomen als weddingplanner, visagist of mode-expert.’ Ook in films spelen ze een prominente rol. ‘Vaak wel op een lollige manier. Niet per se negatief, maar ook niet respectvol dus. Terwijl je op bruiloften, bij bedrijven, of tijdens religieuze evenementen ziet dat transseksualiteit niet echt een big deal is. Dat is in de Verenigde Staten wel anders. ‘Middenin de stad Mandalay, in Myanmar, ligt een flinke heuvel, die ik vaak opwandelde, om mijn conditie tijdens mijn verblijf op peil te houden. Bovenaan raakte ik aan de praat met een man. Na een tijdje bracht ik bij hem en zijn vrouw thuis mijn onderzoeksonderwerp ter sprake. Zoals ik vaker hoorde, vertelden ze dat ouders wel even schrikken wanneer hun zoon zegt transvrouw te zijn. Als man geniet je nu eenmaal prestige en die lever
je daarmee in.’ Keeler was inmiddels benieuwd hoe dat voor transmannelijke dochters zou zijn en vroeg verder. ‘Dat was tot mijn verbazing geen énkel punt. Dan kon ze in elk geval niet onverwachts zwanger raken. In Myanmar is de druk om te trouwen niet zo groot. Ongetrouwde kinderen kunnen immers prima voor hun oude ouders zorgen. Uiteindelijk bleek dat het echtpaar dit met hun eigen dochter had meegemaakt!’ Overigens is het ook weer niet zo dat transmannen meteen op álle voordelen van man-zijn kunnen rekenen. ‘Nee, zo gemakkelijk verwerf je dat prestige niet.’ De acceptatie van transseksuelen loopt in Zuidoost-Azië niet gelijk op met die van andere vormen van seksuele diversiteit. Een relatie met een transseksueel is bijvoorbeeld niet echt een probleem. ‘De een vervult dan namelijk de mannelijke en de ander de vrouwelijke rol in een relatie. Anatomie is daarbij niet zo belangrijk, zolang beide rollen maar gerepresenteerd worden. Er is slechts een hardnekkig vooroordeel waar deze mensen tegenaan lopen: mannen in een relatie met een transvrouw wordt luiheid verweten, omdat hun partners vaak hard werken, als medium of visagist.’ Het belang van gelijke behandeling in de samenleving en ook in relaties is een vrij recent westers idee, vertelt Keeler. ‘Dat heb ik niet zelf bedacht, Michel Foucault schreef al over verschillende discoursen van machtsverhoudingen. En Louis Dumonts Homo Hierarchicus, over het Indiase kastensysteem, sloeg in de jaren zestig in als een bom, al is het later wat in de vergetelheid geraakt. In het westen proberen we uit alle macht zo gelijk mogelijk te zijn, maar daar komen we ook niet altijd helemaal uit. Later, toen Dumont
Vanwaar deze samenvoeging?
Pieter Bol, voorzitter El Cid-commissie: ‘Dat was niet onze beslissing. De Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden zijn dit maandag overeengekomen. Natuurlijk waren we wel al langer op de hoogte van de behoefte van de Universiteit en de Hogeschool om de introductieweek samen te voegen. Ook verenigingen hebben aangegeven dat zij zichzelf graag aan hbo’ers zouden willen presenteren. En hbo’ers hebben in een enquête op hun beurt laten weten dat ze graag meer met het studentenleven in contact zouden willen komen. Een win-winsituatie dus.’ Dat klinkt mooi, maar past het ook op de slaapzaal?
‘We hadden op drieduizend studenten gerekend, dat worden er nu vierduizend. Natuurlijk brengt dat logistieke uitdagingen met zich mee. Het aantal plaatsen in de slaapzaal in het Universitair Sportcentrum is beperkt, dus we zijn druk bezig om ook andere locaties te regelen. Ook de Hooglandse Kerk is voor de opening te klein. Er komen waarschijnlijk twee openingen in de openlucht.’ Hoe zit dat met de studentenverenigingen? Is er genoeg ruimte om daar te eten en te feesten?
Voormalig thaiboxkampioen, model en actrice Nong Thoom is een van de bekendste transgenders van Thailand. zich op het westen ging richten, schreef hij nog Homo Aequalis. Zijn boeken zouden nog best van pas kunnen komen om elkaar wat beter te begrijpen.’
Ward Keeler, Transvestites and their relationships in South-East Asian countries, Faculteit Sociale Wetenschappen, vrij 11 april, 17.30 u lokaal 1A-09
Frutti di Mare
‘Groeeennn!’ schalt het door de trein naar Hilversum. Het zijn de supporters van Bastiaan van Ganzen (19, student fiscaal recht) en Sjors Leek (20, klassieke talen). Een deel van hen zit bij het Taalgilde van Prometheus. Lingo-weetjes wisselen dan ook in rap tempo af met Finoegrische en Indo-Europese taalkwesties. En veel groeeennn dus. ‘De slechtst scorende deelnemers ooit waren ook Leidse studenten naar het schijnt’, weet Marianne de Heer Kloots (20, student taalwetenschap). ‘Maar wij hebben er alle vertrouwen in, dus op aaaaaahhh hebben we niet geoefend’, zegt Erwin Dijkstra (24, volgt een paar masters bij rechten en ook oude culturen van de Mediterrane wereld). In Studio 31 op het Mediapark wordt het gezelschap doorgestuurd naar de wachtruimte voor Lingo-publiek. Achter de schermen staan Van Ganzen en Leek al klaar. De twee kennen elkaar al sinds de basisschool en studeren nu allebei in Leiden. ‘Op de terugweg van een schoolreis speelden we achterin de bus al Lingo, dan improviseerden we wat op een kladblok’, vertelt Leek. Inmiddels is het programma geen vaste prik meer. Van Ganzen: ‘Het begint om 18.30, niet echt een handig tijdstip.’ Echt geoefend heeft hij niet. ‘Ik had het heel druk. We gaan tactisch spelen. Banaan is bijvoorbeeld
geen handig woord, daar zitten vooral veel a’s en n’en in.’ Voor de camera’s neemt een Lingomedewerkster ten overvloede de spelregels met hen door en wordt het graaien met de ballen nog even geoefend. Het Leidse tweetal begint sterk. Halverwege het programma krijgen ze een A. ‘Afbuil. A-F-B-U-I-L’, zegt Van Ganzen. Een tamelijk tactisch woord, maar Lucille geeft JP opdracht om op te zoeken of het wel bestaat. De opname wordt even gestaakt tot hij geconstateerd heeft dat het woord onvindbaar is. De beurt gaat naar de tegenpartij. Pas wanneer twee woordenreeksen later de opname weer wordt stilgelegd, krijgt Leek de kans om Lucille aan te spreken. ‘Afbuil staat echt in het Lingo-woordenboek’, zegt hij voorzichtig. Het is de zesde van zeven afleveringen die vandaag worden opgenomen en Lucille moet nog naar een feestje. Desondanks staat ze erop dat het spel hervat wordt vóór de A. Computers lopen vast, de opnames worden nog verschillende keren opgeschort en pas na anderhalf uur staat de uitzending van 25 minuten erop. Leek en Van Ganzen zien hun tegenstanders met 475 euro naar de finale gaan. Zelf krijgen ze 325 euro en een Lingo-tas. ‘We hebben verloren’, zucht Dijkstra bij het verlaten van de studio. ‘JP was
‘Voor de maaltijden werd vorig jaar ook al uitgeweken naar de faculteiten. We erkennen het belang van de studentenverenigingen. Ze spelen een grote rol tijdens de El Cid-week, maar het past simpelweg niet. Daarom zullen we extra feesten buiten de verenigingen om organiseren, zodat iedereen van het studentenleven kan proeven. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat er straks duizend man over straat zwerft, omdat ze nergens meer naar binnen kunnen. Het is aan ons om de extra studenten op te vangen.’ Betekent dat niet dat universitaire studenten – die vroeger alles meekregen van het studentenleven– door de extra aanwas nu worden benadeeld?
‘Dat hangt van je definitie van studentenleven af. De verenigingen zijn te klein om alles daar af te laten spelen, maar overdag valt daar ook genoeg te beleven. We moeten de doorstroom verbeteren om ervoor te zorgen dat iedereen die daar behoefte aan heeft, de verenigingen kan bezoeken.’
Afbuil. A-F-B-U-I-L DOOR MARLEEN VAN WESEL
3
‘Vorig jaar voerden Quintus, Augustinus en SSR een ledenstop in. Hoe moet dat met 1000 extra El Cid’ers?’
‘Ik weet niet hoe de verenigingen dat gaan doen. Het is aan hen om daar beleid voor te ontwikkelen en te hanteren.’ Komen er gemengde groepjes?
‘Dat is nog niet helemaal duidelijk. We weten nog niet of we de groepjes halfom-half maken of laten bestaan uit mensen van dezelfde studie.’ En de El Cid-commissie zelf? Hebben jullie hbo’ers toegevoegd?
‘Dit jaar natuurlijk nog niet, maar we zijn nu druk bezig met werven voor volgend jaar en zouden dan wel graag een of meer hbo’ers in ons midden hebben.’ PM Sjors Leek en Bastiaan van Ganzen: ‘Banaan is geen handig woord.’ echt niet cool’, zegt De Heer Kloots licht teleurgesteld. ‘Bij elke vraag stopte de camera en nam hij vet lang de tijd om het antwoord op te zoeken. Hij was slechts het verlengstuk van zijn laptop.’ Dat het woord fnuiken genoemd werd vindt ze wel weer mooi. ‘Dat is het enige Nederlandse woord dat nog met fn begint. Eerder had je ook fniezen, maar dat is tegenwoordig niezen.’ Dijkstra: ‘Weet iemand trouwens wat
afbuil nou betekent?’ ‘Pech’, reageert Leek. ‘Maar de deelnemers uit de opname voor ons hadden slechts 58 euro. Wij kunnen hier wel mee thuiskomen.’ ‘Bovendien gaan wij met meer geld naar huis dan de winnaars’, zegt Van Ganzen. ‘Hun eindbedrag zat net boven de grens waarbij je 29 procent kansspelbelasting moet betalen, wij zaten er precies onder.’
4 Mare · 10 april 2014 Nieuws
Nieuwe prijs De Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen komt met een nieuwe prijs voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Voor de zogeheten Ammodo KNAW Award gaan ze om het jaar acht prijzen van € 300.000 uitreiken. Kandidaten zijn maximaal vijftien jaar geleden gepromoveerd, internationaal erkend en verbonden aan een Nederlandse universiteit of onderzoeksinstelling. Ook zijn ze ‘in staat om nieuwe wegen te verkennen in wetenschappelijk onderzoek’. Nomineren kan nog tot en met 16 juni. Eerder dit jaar maakte de KNAW bekend te stoppen met de Akademische Jaarprijs voor projecten om het publiek bij wetenschap te betrekken, wegens gebrek aan fondsen.
Slangentoren DUWO is in gesprek met een gegadigde die de Slangentoren aan de Langebrug om wil vormen tot een bed & breakfast. Op het terrein waar de toren staat, heeft de studentenhuisvester de bouw van 217 appartementen gepland. Half juni verwacht DUWO een uitspraak van de Raad van State over bezwaren die zijn gemaakt tegen de studentenappartementen. Als de uitspraak positief is, begint de bouw zo snel mogelijk. Als de verkoop van de slangentoren doorgaat, worden de appartementen er omheen gebouwd. Volgt er uit de onderhandelingen geen verkoop, dan gaat de toren waarschijnlijk tegen de vlakte.
Singelloop Het is even opletten voor wie vrijdag vanuit de binnenstad de stad uit wil, want ‘s avonds vindt de jaarlijkse Singelloop plaats. Om 19.30 uur zullen naar schatting 5.000 hardlopers vanaf het startpunt op de Langegracht een route van bijna zeven kilometer over de Leidse singels afleggen. Het verkeer kan hier van 18.00 uur tot 21.30 uur last van ondervinden. Sportieve lezers kunnen nog meedoen: kaarten kosten drie euro in de voorverkoop of zijn daarna voor vier euro te koop bij het start- of finishterrein.
Werfpop De eerste namen voor de 33e editie van Werfpop op 20 juli zijn bekend gemaakt. Hoofdact dit jaar is de skaband The Slackers en eerder was al bekend gemaakt dat hiphopact Coely zal optreden. Naast Papiamento drumband Kuenta i Tambu, staan ook de Belgische electropunkers Compact Disk Dummies en het Engelse The Computers dit jaar in de Leidse Hout. Naast muziek zijn er een festivalmarkt, straattheater, kunst, de Universitent en verschillende kinderactiviteiten aanwezig zijn. Meer namen volgen nog.
Keurmerk De Universiteit Leiden gaat zich extra inzetten om de werkomstandigheden voor haar personeel te verbeteren. De universiteit wil een Europees keurmerk voor onderzoeksinstellingen verwerven: het zogeheten HR Strategy for Researchers. Dat ok-stempel krijgt een instelling als zij aantoont dat het human resource-beleid grotendeels voldoet aan het handvest van de Europese Commissie voor goed personeelsbeleid. 140 Europese universiteiten hebben dit keurmerk al
Rectificaties In het stuk ‘Zilver dankzij de zenuwen’ in Mare van vorige week werd Asoposroeier Boudewijn Roëll opgevoerd. Zijn achternaam luidt echter Röell. In het stuk ‘Hoe Allah verdween uit Leiden’ stond dat de Jemenitische promovendus de kosten voor het herdrukken van zijn proefschrift zelf moest dragen. Zowel de druk als de herdruk kwamen in dit geval echter op rekening van zijn promotores. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Veganisme is de schatting van 16.000 veganisten in Nederland (‘Dertig dagen zonder dode dieren’) ernstig verouderd. Hun beste gok is veertig à vijftigduizend mensen.
‘Het is geen selectie’ College deelt kritiek universiteitsraad op vragenlijst niet Het college van bestuur is het niet eens met de kritiek die de universiteitsraad heeft op de vragenlijst die naar aankomende studenten wordt gestuurd. ‘We zeggen niet tegen studenten van wie de ouders niet hebben gestudeerd: “Je komt er hier niet in.” Door Vincent Bongers ‘Het is geen selectie. We willen studenten alleen maar helpen bij het kiezen van de juiste studie’, aldus het college tijdens de universiteitsraad. Scholieren krijgen dit collegejaar bij aanmelding een vragenlijst. De universiteit moet van het ministerie van Onderwijs verplicht een studiekeuzecheck aanbieden. Leiden koos voor een vragenlijst. Na het invullen, krijgt de scholier te horen of hij of zij geschikt is voor de studie. Het is echter niet zo dat studenten kunnen worden afgewezen. Cynthia Pullen van studentenpartij BeP deed zich voor als aankomend student bestuurskunde en vulde de lijst in. ‘Ik schrok van bepaalde vragen. De indruk wordt gewekt dat er wel degelijk iets van afhangt. Dat leidt mogelijk tot strategisch invullen. Er werd gevraagd hoeveel tijd de student aan studie denkt te gaan besteden en wat deze naast de studie wil gaan doen. Het lijkt me voor de hand liggen dat een student schrijft dat hij niets naast de studie wil gaan doen. Heeft het college daar over nagedacht?’ Vice-rector Simone Buitendijk vindt de kritiek overdreven. ‘De vragen zijn bedoeld om studenten zo goed mogelijk te matchen aan een studie die bij ze past. We willen graag dat scholieren nadenken over hun keuze. Ik geloof niet dat het sociaal wenselijk is om te schrij-
ven dat je naast de studie geen lid van een vereniging wilt worden. Deze universiteit geeft ook niet de indruk dat een student hier alleen maar kan studeren. Er hangt voor studenten niets van af. De toegang tot de gekozen studie wordt hen niet ontzegd. Het wordt ook goed uitgelegd dat het alleen is om hen te helpen.’ Buitendijk erkende wel dat het moeilijk is om in te schatten hoe betrouwbaar de informatie is die de scholieren invullen. ‘Dat is altijd ingewikkeld met dit soort vragenlijsten. Het is niet uit
te sluiten dat studenten strategisch te werk gaan.’ De raad heeft ook niet echt de indruk dat de vragen leiden tot een verbeterde match. Buitendijk: ‘Mocht blijken dat bij bepaalde vragen studenten in de wilde weg wat invullen dan laten we die in de toekomst weg. Daarnaast worden de gegevens geanonimiseerd gebruikt in een onderzoek. We bouwen een database op. Die informatie kunnen we dan gebruiken om de matching voor de volgende lichting te verbeteren.’
Fenna Poletiek van personeelspartij AbvaKabo: ‘Er wordt ook gevraagd of de ouders van de student gestudeerd hebben. Waarom wil het college dat weten en wordt dat in de toekomst mogelijk als selectiecriterium gebruikt? Buitendijk: ‘We willen graag gegevens over de achtergrond van een student. We weten uit onderzoeken dat dit een rol speelt in studiesucces. Het is absoluut niet de bedoeling om te zeggen tegen studenten van wie de ouders niet hebben gestudeerd: “Je komt er hier niet in.”
Chaos door adressenwijzigingen Duizenden studenten zullen in 2016 administratief moeten verhuizen. Dat leidt mogelijk tot problemen, vrezen brancheorganisatie voor studentenhuisvesters Kences en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Het gaat om studenten die met anderen in een huis wonen, maar een eigen adres hebben. De verschillende kamers worden dan bijvoor-
beeld aangeduid met een letter, of het kamernummer wordt in het adres vermeld. Diverse gemeenten hebben er nu voor gekozen om registratie van aparte kamers in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen af te schaffen. Ook de gemeente Leiden laat weten een aantal adressen van onzelfstandige studentenkamers te moeten intrekken. ‘Dit betekent dat
de betreffende studenten hun adres straks met hun huisgenoten moeten delen, wat tot problemen kan leiden bij het aanvragen van verzekeringen of toeslagen’, zegt voorzitter van de LSVb Jorien Janssen. Om eventuele problemen het hoofd te bieden wordt een tijdelijk register ingesteld, maar dat vinden Kences en de LSVb niet genoeg. ‘Wij pleiten voor een permanent register, om administratieve chaos
te voorkomen’, zegt Janssen. Volgens de gemeente Leiden zullen de gevolgen van het samenvoegen van adressen per pand anders zijn. ‘Overigens zullen wij bij intrekking of samenvoeging vooraf met de verhuurders en de huurders van de betrokken panden dit communiceren. Er raken geen studenten zoek in de bevolkingsadministratie’, laat een woordvoerder weten. PM
Campus Den Haag tevreden met verlies De faculteit Campus Den Haag heeft over 2013 een negatief resultaat van 50.947 euro behaald. Dat blijkt uit het financieel jaarverslag. Volgens controller Richard Molenkamp, die tijdens de faculteitsraadvergadering uitlag gaf, valt het negatieve resultaat goed te verklaren. Het faculteitsbestuur is ondanks het verlies dan ook tevreden met het resultaat. Een wijziging in de cao in 2013 bepaalde een verruiming van de verlofreserve.
Eerder mochten medewerkers van hun niet verbruikte verlof maximaal 120 uur meenemen naar het volgende kalenderjaar, de rest werd afgetopt. In de cao voor 2013 kwam deze afspraak te vervallen, waardoor werknemers hun gehele ongebruikte verlof mee mogen nemen naar het volgende kalenderjaar. Daardoor heeft er een onverwachte extra dotatie aan de vakantieberg plaatsgevonden van 340.000 euro. Dat het verlies beperkt gebleven is, komt doordat andere lasten lager
uitvielen dan verwacht. Zo waren er minder materiele uitgaven en ontving de faculteit extra eerste geldstroombaten (directe financiering van de overheid). Qua personeel is de faculteit Campus Den Haag gegroeid, maar de groei bleef wat betreft het wetenschappelijke personeel achter op de begroting. Het bleek lastig om gekwalificeerd personeel te vinden, en er werd dan ook meer personeel ingehuurd. De vijf verschillende locaties van de Campus Den Haag zorgen nu nog
voor zeer hoge kosten, maar de locaties Stichthage, Lange Voorhout en de Lange Houtstraat zullen op den duur samenkomen op de locatie Wijnhaven. De teruglopende omvang van het postacademisch onderwijs zorgde voor een negatief resultaat bij het Centre for Professional Learning. Maar het faculteitsbestuur heeft er het volste vertrouwen in dat de financiële resultaten zullen verbeteren nu het centrum cursussen gaat verzorgen voor Chinese professionals. PM
10 april 2014 · Mare 5 Nieuws
‘Allah mag wel in dankwoord’ Universiteit handelde ‘te voortvarend’ Vorige week meldde Mare dat een promovendus uit Jemen zijn proefschrift moest laten herdrukken, omdat hij Allah in het voorwoord had bedankt. Dat had niet gehoeven, zegt de universiteitswoordvoerder nu. Door Bart Braun Hoe zit het nu met de
regels van het bedanken? De eerste plaats om te kijken is het Promotiere-
glement van de Universiteit Leiden. Artikel 16, lid 4 stelt: ‘In het voor- en/ of nawoord kunnen zij die op enigerlei wijze betrokken zijn geweest bij de beoordeling van het schrift worden bedankt zoals gangbaar in de acknowledgements in de internationale wetenschappelijke literatuur.’ In die literatuur is het danken van opperwezens, levenspartners, huisdieren en jaarclubs niet gangbaar. Het bedanken van je promotor – volgens sommigen verboden vol-
gens de Leidse mores – is dan weer wel toegestaan. De soep wordt echter niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend, verduidelijkt universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke. ‘We vinden het wel goed als mensen willen bedanken. Dat mag ook een opperwezen zijn. Zolang het maar niet in het wetenschappelijke gedeelte van de tekst komt, maar dat is het dankwoord ook niet.’ Dat de promovendus in de nieuwe druk
van zijn proefschrift Allah bedankte op een los bijgevoegd blaadje had dus niet gehoeven, stelt ze. ‘Daar is iets te voortvarend gehandeld.’ Wel blijft ‘enige terughoudendheid’ geboden, aldus Van Overbeeke. ‘Heel veel bladzijden, of iets dat we buitenissig vinden, is niet de bedoeling. Promovendi zijn volwassen mensen, die heel goed hun eigen afweging kunnen en mogen maken.’ Mocht een decaan twijfelen of iets terughoudend genoeg is, dan gaat
het proefschrift naar de rector magnificus himself. ‘Die neemt dan een afgewogen besluit hierover.’ Het huidige promotiereglement stamt uit 2008, en gaat wellicht op de schop, met name omdat er tegenwoordig wat meer over wetenschappelijke integriteit nagedacht wordt. Wellicht dat de formuleringen over bedanken dan ook mee worden genomen, aldus Van Overbeeke. ‘Maar daar kan ik nu inhoudelijk nog niets over zeggen.’
Collegegeld toch in vijf termijnen Het college wil vanwege nieuwe Europese betalingsregelingen vijf termijnen waarin studenten hun collegegeld voldoen. Een kleine meerderheid in de universiteitsraad wilde graag tien termijnen behouden. Haagse wetgeving doorbreekt nu de patstelling. Het voorstel van het college is het gevolg van de Europese betalingsregeling, waardoor bijvoorbeeld ook alle bankrekeningnummers veranderd zijn in een IBAN. Een andere verandering is dat de storneringstermijn wordt opgerekt van dertig naar 56 dagen. Dat betekent dat betalingen nog gedurende 56 dagen teruggedraaid kunnen worden. Nu wordt
in zo’n geval het collegegeld bij het incasseren van de volgende termijn alsnog betaald. Bij een storneringstermijn van dertig dagen kan telkens alleen het laatst geïnde bedrag worden teruggedraaid of geweigerd. Bij een situatie van 56 dagen en tien termijnen, kan zowel het laatste als het voorlaatste bedrag gestorneerd worden. Omdat banken pas na twee weken melding maken van een niet geslaagde of teruggedraaide betaling en nieuwe incasso-opdrachten bovendien minimaal zes dagen voor de incassodatum moeten worden klaargezet, blijft er weinig tijd over voor zowel studenten als de universiteit om de betaling recht te zetten.
Een deel van de raad vond het vreemd dat studenten die netjes op tijd betalen wellicht de dupe worden van het gedrag van een veel kleinere groep wanbetalers. Studenten zijn gewend om een keer per maand te betalen. Houd het op tien termijnen en kijk na een jaar of er meer problemen komen, was het advies van de raad na lang overleg. Het blijkt echter dat er een wijziging van de Wet op het hoger onderwijs (WHW) klaarligt waarin betaling van een of vijf termijnen is vastgelegd. De Tweede Kamer moet nog met de wijziging akkoord gaan. ‘Er is verhitte discussie geweest over deze kwestie’, zei Gwen Wolters van personeelspartij Universitair Belang
tegen het college. ‘Maar de belangrijkste vraag is: hoe staat het nu met die wetswijziging?’ Vice-collegevoorzitter Willem te Beest: ‘We weten niet precies wanneer de Kamer hierover een besluit neemt, maar het staat op de rol voor het zomerreces (4 juli, red.). Het is een technisch punt waar in de Kamercommissie maar één vraag over is gesteld. Dus we verwachten dat de Kamer instemt.’ De raad lijkt het verstandig om dan toch maar akkoord te gaan met de vijf termijnen. Het college kwam de raad nog wel tegemoet. De studenten in de raad hadden gewezen op de grote financiële druk op studenten in augustus en september,
vooral op eerstejaars. Nieuwe boeken, de eerste kamerhuur en de contributie voor verenigingen zorgen voor hoge kosten in deze periode. Met als mogelijk gevolg dat er niet meer genoeg geld is om collegegeld te betalen.’ Te Beest noemde de termijnen het een ‘moeilijke casus’. Het college heeft ook alle begrip voor de emoties die leven bij raadsleden over de kwestie. We willen u dan ook graag een handreiking doen. We stellen voor de eerste betaling plaats te laten vinden in oktober en niet in september. We gaan ook alle studenten een mail sturen als er weer een betaling aan staat te komen.’ De raad nam deze handreiking graag aan. VB
Nereus wint de Varsity ‘ICT is nog niet goed genoeg’ De personeelspartij Universitair Belang (UB) van het college van bestuur wil opheldering over de ‘grote en kleine ICT-storingen’ die de universiteit de laatste tijd zeer regelmatig treffen. UB maakte melding ‘van storingen die variëren van het onbereikbaar zijn van bijna alle ICT-voorzieningen, inclusief de website, tot kortdurende Outlook-storingen of traagheid in Word.’ Gedurende de grote storingen hebben ‘vele medewerkers urenlang niet behoorlijk kunnen werken.’ ‘De storingen zijn heel vervelend’, zei vice-collegevoorzitter Willem te Beest. ‘Al gaat het wel beter. Het is nog lang niet goed genoeg. Maar een
grote uitval zoals we twee keer in februari hebben gehad, is niet meer voorgekomen. We weten wat de oorzaak van deze grote storingen is. We hadden twee storage units staan en daar werd een derde bij geplaatst om de capaciteit te vergroten. De nieuwe unit communiceerde niet goed met de twee oudere. Dat is opgelost. Al is de bron van het probleem nog niet helemaal duidelijk. De analyses lopen nog.’ Het ISSC treft verdere maatregelen om te zorgen dat dit soort storingen voortaan niet tot complete uitval leiden. ‘We stellen deze vragen omdat het elke keer heel veel frustraties oplevert bij medewerkers’, zei Gwen Wolters van UB. Te Beest: ‘Wij zijn ook medewerkers en wij delen in uw frustratie.’ VB
Computers inpikken
Rector magnificus Carel Stolker heulde zondag met de vijand nadat Nereus de Varsity had gewonnen. Terwijl de leden van de Amsterdamse roeivereniging in het water sprongen om hun Oude Vier te feliciteren, mocht Stolker als VIP de kransen uitdelen aan de winnaars. Voor het Leidse Njord was het sinds lange tijd de meest succesvolle editie: de Oude Vier wist de derde plek te behalen. Natuurlijk is het vooral de drie kilometer lange wedstrijd tussen de Oude Vieren die er toe doet, maar drie eerstejaarsploegen, de lichte vier met stuur en de overnaadse mannen vier pakten blik voor Njord. Bij de ‘KNSRB Overnaadse 2 met stuurrace’, waarbij besturen van corpora tegen elkaar roeien, wisten de Minervanen Ruben Krantz en Jacob van Notten de finish niet te halen. Al voor de start sloeg hun boot om. Foto Merijn Soeters
De universiteitsbibliotheek in Utrecht stelde deze week een nieuwe maatregel in bij het computergebruik; na een half uur afwezigheid mogen de spullen van de voorganger in een rood mandje gelegd worden en kan de volgende plaatsnemen. De UB Leiden hanteert een soortgelijke regeling. De computerwerkplekken in de bibliotheek zijn voor een kwartier minuten te vergrendelen door de gebruiker, daarna springt de computer automatisch van het slot. ‘Die tijd is bedoeld om te lunchen, of iets te drinken. Het is niet de bedoeling dat mensen lang
van hun plek zijn’, legt directeur Kurt De Belder uit. ‘Het kan niet zo zijn dat een student een uur van de werkplek af is om te gaan lunchen en dat deze plek met paparassen bezet blijft.’ Hoewel de UB Utrecht expliciet in de huisregels vermeldt dat het langer bezet houden niet toegestaan is, doet de UB Leiden dat niet. Als de vergrendeling er af schiet, is het toegestaan om de plek in te nemen. Veel studenten denken dit slim te omzeilen door er allerlei boeken en papieren neer te leggen, maar die mag je opzij schuiven. Je mag zelfs de baliemedewerkers verzoeken om de spullen in te nemen. EM
6
Mare · 10 april 2014
Achtergrond
Mijnheer de Professor
KaterKiller bekt wel lekker De ochtend erna. Voel ik me goed? Voel ik me scherp? Voorzichtig slinger ik mijn benen over de rand van het bed, maar merk dan meteen aan mijn protesterende, klotsende maag dat de detox zijn taak niet helemaal heeft vervuld. Het flesje dicteert echter dat ik na het ontbijt nog een dosis moest nemen. Drie uur en het halve leven van Honey Boo Boo op TLC later merk ik nog niks van de fris- en fruitigheid. Man, wat verlang ik naar een Big Mac en veel te zoute frietjes. Eindrapport Prijs: Smaak: Werkzaamheid: Gemiddelde:
7,5 6,5 3 5,7
Puur op karakter Wat: KaterKiller Waar: Drogisterij Boerhaave Prijs: €6,95 voor 20 pillen (10 doses) De nacht ervoor. Nog bijkomend van de nacht dat ik de detox moest uitproberen, sleep ik mijn lome lijf opnieuw naar ’t Praethuys. Lang leve zuipen in de naam van de wetenschap. Diepe zucht. Het barpersoneel is ingelicht over mijn queeste, dus blijven de glazen
> Vervolg van de voorpagina
Vieze zure druivenlucht Wat: Amiset 2B Detox 100ml Waar te koop: De Tuinen Prijs: €8,99 voor 100 ml (10 doses) De nacht ervoor. Housewarming, en dat betekent bring your own. Naarmate de mensen binnendruppelen, neemt het aantal flessen drank op het aanrecht toe; wodka, Bacardi pineapple, Martini. Kater gegarandeerd! Over een tijdspanne van drie uur heb ik drie flesjes Hertog Jan, drie wodka-appelsap, vier wodka-Dubbelfris en twee Bacardi pineappleDubbelfris gedronken. In plastic bekertjes, natuurlijk. Vervolgens in café ‘t Praethuys nog een afzakkertje van twee vaasjes en drie fluitjes.
Waar is mijn huis ook alweer? Ik wilde eigenlijk de PartySmart (volgens www.antikater.nl een bewezen katerremedie) testen, maar die was niet verkrijgbaar. De medewerker van De Tuinen vertelde dat de 2B Detox echter een vergelijkbaar middel was. Nou, vooruit dan maar. De geur van het detox-concentraat zorgt voor koude rillingen, een vieze zure druivenlucht dringt mijn neus binnen. Waarom kunnen die antikatermiddelen niet gewoon lekker ruiken en smaken? Met tegenzin zet ik het glas aan mijn lippen; de detox is inmiddels aangelengd met 100 ml water. Ik zet me schrap voor het volgende gore goedje, maar als ik voorzichtig aan het glas nip valt het me alleszins mee; in plaats van zure bocht drink ik gewoon druivensap. Wat een opluchting.
zich rondom mij verzamelen. De eerste biertjes vallen me maar zwaar, ook al wordt er bij hoog en laag beweerd dat bier de brakheid vermorzelt. Niet dus, nu gaat het puur op karakter. Score: negen vaasjes en drie fluitjes. De KaterKiller krijgt een 10 voor de naam; een alliteratie bekt natuurlijk lekker. Maar smaakt het ook zo? De twee bruistabletten in een glas water ruiken naar en zien eruit als sinas, maar smaken wederom zout. De ochtend erna. Het is maandag, dus er moet gewoon weer werk verricht worden. Mijn concentratieboog bedraagt slechts een paar minuten, maar mijn buik is gelukkig niet veranderd in een golfslagbad. Eindrapport Prijs: Smaak: Werkzaamheid: Gemiddelde:
8 6 4 6
Conclusie. De drie katerdagen krijg ik nooit meer terug, wat een complete verspilling van tijd en geld. Antikatermiddelen zijn een leugen. Diegene die mij een werkzaam en smakelijk middel weet te presenteren, krijgt van mij eeuwige roem en wellicht een rondje bier.
Zes huis-tuin-en-keukenantikatertips 1. Hoe meer je drinkt, hoe meer vocht je verliest. Niet alleen word je wakker met een mond zo droog als de Sahara, ook je hoofd kan elk moment ontploffen. Drink daarom voordat je gaat slapen een halve of zelfs hele liter gemeentebier. Het is koud en kost je vrij weinig; water is je beste vriend. 2. Een brak lichaam heeft zout nodig. Toch is het vaak lastig om te eten als je maag als een dolle protesteert. Instant noedels zijn de perfecte oplossing. Vergeet na het naar binnenslurpen van de noedels niet de soep op te drinken. Je voelt je er gegarandeerd beter door. 3. Vergeet de kruidenthee; Sprite drinken brengt verlichting! Chinese wetenschappers hebben ontdekt dat het drinken van Sprite er voor zorgt dat het enzym dat alcohol afbreekt sneller aangemaakt wordt. 4. Sleep jezelf naar de snackbar, vet eten zorgt namelijk voor afleiding. Je lichaam concentreert zich tijdelijk op de verbranding van de vetten, waardoor je minder last hebt van een kater. 5. Hoezeer het idee je ook tegenstaat, het eerste biertje op je brakke dag doet toch wonderen. Alcohol werkt verdovend en dus wordt de zeurende pijn in je hoofd en het klotsgevoel in je maag gesust. 6. Je hoeft geen marathon te lopen, maar met een uurtje sporten zweet je als het ware je kater je systeem uit. Bovendien voel je je mentaal een stuk sterker en heb je die biertjes die je gister dronk weer een beetje gecompenseerd.
Er is al veel verloren gegaan in het inteeltintellectuelenreservaat dat we nog altijd ‘universiteit’ durven te noemen. Wat te denken van ‘waarheid’? Afgedankt, bovenop de stapel vieze woorden. Als je maar ‘een consistent verhaal’ hebt, dan zit je goed. Gewoon glashard volhouden. Maar is dat nu juist niet een onmenselijke eis? Hoe kan een wetenschapper dertig, veertig jaar denken en schrijven, zonder dat hij zich gaat tegenspreken? Een totalitair idee. Iemand als mijn VU-collega Peter Nijkamp had daar een oplossing voor. In zijn beste jaar publiceerde hij drie artikelen per dag. Niet steeds iets nieuws hoor, nee, hij knutselde stukjes uit oude artikelen in nieuwe. Consistentie verzekerd. Er kan veel aan de VU, maar dit was toch ook weer niet helemaal de bedoeling. De echte verrassing kwam van elders. De ivoren toren der ivoren torens, de Koninklijke Nederlandse Academie der Wetenschappen (KNAW) nam de overijverige academicus in bescherming. Zelfplagiaat ís helemaal geen plagiaat, verkondigde zij vorige week. O, maar dan is er dus geen probleem! Move on, people, nothing to see here. Lekker blijven copy-pasten uit de oude doos! Het schijnt dat er bij de KNAW op kantoor, in een chic regentenpand in de Amsterdamse grachtengordel, twee aparte ingangen zijn: één voor het personeel, en één voor de ‘topwetenschappers’. Die kunnen via een corridor direct instappen in de dienstauto, om naar de compound van het NIAS in Wassenaar te worden gebracht. Of naar Schiphol voor hun vlucht naar Harvard of Princeton. Elk contact met gewone burgers wordt vermeden. Wetenschap en werkelijkheid dienen strikt gescheiden te blijven. Onze nationale Kongsi van Narcisten, Autisten en Wereldvreemden schreef het in een gewichtig ‘briefadvies’: zelfplagiaat bestaat niet, want je kunt niet van jezelf stelen. En verder is het aan de ‘peers’ binnen het vakgebied om te bepalen wat acceptabel is. (Maar dat flinterdunne adviesje moest natuurlijk wel worden uitgesmeerd over 9 pagina’s vol dure woorden.) Nounou, de bobo’s hebben zich er weer lekker makkelijk vanaf gemaakt! Het kwam natuurlijk niet in ze op om eens de waarheid te zeggen. Gewoon: sorry jongens, de onderwijs- en publicatiedruk is te groot. Iedereen schrijft maar wat, en niemand leest het. Kap maar met het verbaal composteren; het hoeft niet meer. Maar nee, de KNAW hult zich in gewichtigdoenerij. Waarom nemen deze lieden zichzelf eigenlijk zo serieus? Wetenschappers denken dat hun coconnetje de wereld is en missen bijna per definitie zelfspot. Dat zelfplaag-hiaat, dáár zou eens een mooi briefadvies tegenaan gesmeten moeten worden. D.M. Sanders is gastdocent, biologischdynamisch hobbytuinier en columnist. Contact? d.m.sanders@mail.com
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/ huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Zes leerlingen basisonderwijs groep 7 en vijf leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Twee leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,- per les. Voortgezet onderwijs, Marokkaans meisje, wiskunde, economie, 2vmbo-kader, €5,- per les. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 28 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan negen met vergoeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Marokkaanse jongen, Engels, brugklas havo. Turkse jongen, bedrijfscalculatie, 3mbo-financiële opleiding. Marokkaanse jongen, Engels, biologie, 2vmbwo-TL. Marokkaanse jongen, begrijpend lezen, woordenschat,
brugklas. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, 2vmbwo-TL, €5,- per les. Marokkaanse jongen, geschiedenis, biologie, brugklas vmbo-kader. Marokkaans meisje, wiskunde, Engels, 3vmbo-TL. Marokkaanse jongen, Engels, Nederlands, wiskunde, brugklas vmbo-TL. Marokkaans meisje, wiskunde, brugklas vmboTL. Marokkaans meisje, Engels, brugklas. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Oppas gezocht! Voor onze zoontjes (5 en 7) zijn wij op zoek naar een enthousiaste oppas voor een middag door de week bij voorkeur donderdag, maar vast ook aan te passen aan je collegerooster. Ervaring niet vereist, wel een pré. Leiden, Professorenwijk. Ben je geïnteresseerd, stuur dan een e-mail naar oppasinleiden@ gmail.com. Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 11-13 april 2014. Voor informatie en aanmelding: www. samen.org
Academische Agenda Prof.mr. S.J. Schaafsma zal op vrijdag 11 april een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Internationaal Privaatrecht. Mw. E. Chabani hoopt op dinsdag 15 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Enhancing visuospatial processing skills in children’. Promotor is Prof.dr. B. Hommel. Mw. Q. Pan hoopt op woensdag 16 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Metabolomic characteristics of Catharanthus roseus plants in time and space’. Promotor is Prof.dr. R. Verpoorte. Mw. C. Schoenmaker hoopt op woensdag 16 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘From Infancy to Young Adulthood: The Leiden Longitudinal Adoption Study’. Promotoren zijn Prof.dr. F. Juffer en Prof.dr. M.H. van IJzendoorn. Mw. M.J. Kahmann hoopt op woensdag 16 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in
de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Ontmoetingen tussen Marokkaanse Nederlanders en de Marokkaanse overheid: een antropologisch perspectief’. Promotoren zijn Prof.dr. L.P.H.M. Buskens en Prof.dr. M.S. Berger. Dhr. M.A.A. Elayah hoopt op donderdag 17 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor aan de Campus Den Haag. De titel van het proefschrift is ‘Donors-Promoted Public Sector Reforms in Developing Countries and the Local Knowledge Syndrome’. Promotoren zijn Prof.dr. D. Lowery, Prof.dr. F.M. van der Meer en Prof.dr. R. Torenvlied. Dhr. W.M. Klumper hoopt op donderdag 17 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor aan de Campus Den Haag. De titel van het proefschrift is ‘De Effects-Based Approach in Afghanistan; meten van het onmeetbare’. Promotor is Prof.dr. R. de Wijk Mw. L.T. van Boetzelaer-van Hulsteijn hoopt op donderdag 17 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Paragangliomas Pictured’. Promotor ios Prof.dr. J.W.A. Smit.
Best child care
centre Zuid-Holland*
10 april 2014 · Mare 7 Wetenschap
Van ivoren toren naar marktplaats Aantal universitaire patenten drie keer hoger dan gedacht Er komen ongeveer drie keer zoveel octrooien voort uit Nederlandse universiteiten als je op het eerste gezicht zou denken. Samen scheppen die jaarlijks zo’n duizend banen, schatten onderzoekers van het Octrooicentrum Nederland en de Universiteit Leiden. In theorie zijn universiteiten er voor fundamenteel onderzoek. Dingen uitzoeken omdat die het ontdekken waard zijn. Als het allemaal direct toepasbaar is en er geld mee verdiend kan worden, hoeft er ook geen overheidsgeld naartoe. In de praktijk is het onderscheid tussen toegepaste en fundamentele wetenschap niet zo helder. Dat een proef in de onderzoekslaboratoria van een bedrijf plaatsvindt, betekent niet per se dat de uitkomst ook nuttig is voor dat bedrijf. En soms levert universitair onderzoek wat bruikbaars op. Mensen met auto-immuunziektes bijvoorbeeld, hebben soms baat bij het medicijn Infliximab. Dat is ontdekt aan New York University, die de rechten verkocht aan een farmaciebedrijf. Dat leverde de universiteit meer dan een miljard dollar op. Twee promovendi van de universiteit van Stanford stichtten een internetbedrijfje op basis van patenten die ze ontwikkelden tijdens hun promotie. De universiteit kreeg wat aandelen in ruil voor de patenten, en verdiende een paar jaar later 336 miljoen dollar aan de verkoop ervan. Google was inmiddels in waarde gestegen, vandaar. De samenleving is beter af met TNF-alfaremmers. Een internet waarop je daadwerkelijk dingen kunt vinden, is een enorme vooruitgang. Universiteiten kunnen altijd geld gebruiken. Als een universiteit een keer iets nuttigs ontdekt, valt er dus wat te winnen als er ook wat nuttigs met dat iets gebeurt. Bestuurders spreken dan van ‘valorisatie’ of ‘technology transfer’. Gebeurt dat ook? De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen liet dat uitzoeken, en kwam vorige maand met een rapport over de Nederlandse situatie. Het goede nieuws: zo’n twee derde van de gepatenteerde universitaire ontdekkingen stroomt door, in de vorm van licenties of spin-offbedrijfjes. Het slechte nieuws: van die Amerikaanse miljoenendansen zie je in Nederland niet zoveel terug. ‘Meestal zijn de inkomsten uit de octrooihandel genoeg om de kosten van technology transfer te dekken. Meer winst zit er voor de meeste kennisinstellingen – ook in het buitenland – niet in.’ In de VS speelt slechts 13 procent van de universiteiten quitte of beter op hun valorisatie, becijferde een Amerikaans onderzoek verleden jaar. Een gedeelte van dat KNAW-rapport was gebaseerd op een eerdere studie, gedaan het Octrooicentrum Nederland. Dat is weer onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, een instantie die door het Ministerie van Economische zaken wordt betaald om ondernemers te helpen. Samen met het Leidse Centrum voor Wetenschap- en Techniekstudies (CWTS) trokken ze na hoeveel universitaire patenten er zijn, en wat daarmee gebeurt. In een recent stuk in het vakblad World Patent Information gaan ze dieper in op de methodologie. Patenten zijn heel belangrijk als je van de ivoren toren naar de marktDoor Bart Braun
plaats wil. ‘Wetenschappers denken vaak dat octrooien het onderzoek tegenhouden, maar dat is niet zo: de Rijksoctrooiwet maakt dat mogelijk’, vertelt Peter van Dongen van het Octrooicentrum. Het is eerder omgekeerd. ‘Als je publiceert, wat de gebruikelijke route is voor wetenschappers, kan iedereen gebruikmaken van die openbare kennis. Dus gaat geen industrie er ooit in investeren, want er is geen beschermde eigendomspositie.’ Het octrooi zorgt ervoor dat de rechten een tijdje exclusief zijn, en dat is essentieel als je er geld aan wil verdienen. Promovendus Jos Winnink is verbonden aan zowel het Octrooicentrum als het CWTS. ‘Waar we achterkwamen, is dat veel onderzoek dat geoctrooieerd wordt, niet op de naam staat van het instituut dat dat onderzoek doet’, vertelt hij. ‘Met name aan technische universiteiten kwam het voor dat een hoogleraar tegen zijn aio zegt: “Jij krijgt de publicatie, maar het patent gaat naar het bedrijf waarmee we samenwerken.” Als je de impact van universiteiten wilt meten, moet je eigenlijk kijken naar alle octrooien waar universiteitsmedewerkers bij betrokken waren, en niet naar de octrooien die op naam van universiteiten staan.’ Hoe zoek je dat uit? Door van universiteiten de namen van alle personeelsleden van de afgelopen tien jaar op te vragen, en die te checken tegen de Europese patentendatabank. Negen universiteiten en drie UMC’s deden mee: zestigduizend namen in totaal. Winnink: ‘U kunt zich voorstellen dat het wat moeite heeft gekost. Ik heb geheimhoudverklaringen moeten tekenen; één universiteitsmedewerker gaf me stiekem een USB-stick, die ik niet mocht houden. De personeelsdata heb ik vernietigd zodra ik klaar was.’ Het controleren van dubbele namen moest met de hand. De technology transfer offices – valorisatiebureau’s, zoals het Leidse Luris – van de universiteiten werkten daaraan mee. De totale score tussen 2000 en 2010: 952 universitaire patenten, en 1946 patenten waar universiteitsmensen bij betrokken waren. Oftewel: als je alleen naar patenten op naam van de universiteiten kijkt, zit je er meer dan een factor drie naast. Het gemiddelde octrooi levert na vijf jaar €42.000 op, en de gemiddelde universiteit levert via haar octrooien 2,7 spin-offbedrijfjes per jaar af. Dat klinkt niet zo indrukwekkend, maar met vijfentwintig universiteiten telt het wel op. Van Dongen en co schatten voorzichtig in dat universitaire patenten de afgelopen tien jaar zo’n 10.000 banen buiten universiteiten hebben gecreëerd. ‘De perceptie is vaak dat universitaire ontdekkingen teveel op de plank blijven liggen’, aldus Van Dongen. ‘Wij wilden weten: wat gebeurt er nou? Waar slaat het neer? De benutting wordt zo meer in het juiste daglicht gezet. Twee derde van de patenten gaat al naar het bedrijfsleven. Als ik universiteitsbestuurder was, zou ik tevreden zijn met het werk dat mijn tech transfer offices doen, en goed nagaan hoe ik hun werk kan vergemakkelijken.’ ‘Wij kijken alleen naar de literatuur’, nuanceert Winnink. ‘Wat daarachter ligt, is moeilijk na te gaan. Een gedeelte van die patenten bestaat uit contractonderzoek, bijvoorbeeld. En grote bedrijven die aandelen kopen, doen dat deels defensief, om te voorkomen dat hun concurrenten ermee aan de slag gaat. Grote farmaceuten doen het zelfs op gebieden waar ze niet actief zijn, om hun concurrenten op een dwaalspoor te brengen.’
De zogeheten tape library waarin Google, ooit universitaire spin off, alle back-ups bewaart. Foto Google
In de aanbieding Het Leidse valorisatiebureau LURIS probeert partijen te vinden voor universitaire ontdekkingen. ‘Als iemand met een vinding komt, maken wij een inschatting van de kansen om die vinding in de markt te zetten’, vertelt Frits Fallaux van LURIS, het technology transfer office van de Universiteit Leiden en het LUMC. ‘Als die gunstig is, kijken we of we een octrooiaanvraag nuttig en/of mogelijk is.. Daar kunnen jaren overheen gaan, afhankelijk van hoe nieuw en inventief een ontdekking precies is. Ondertussen proberen we bedrijven te interesseren; vaak in een vroeg stadium. De meeste universitaire ontdekkingen zijn geen kant en klaar product met een strik erom, waar een ondernemer direct mee aan de slag kan. Meestal moeten bedrijf en onderzoeker het samen verder ontwikkelen, en wij geven dan een bedrijf de optie om dat te doen.’ Via de website van LURIS is een hele lijst te vinden van universitaire octrooien die op zoek zijn naar een zakelijke partner, van slimme meetmethoden tot transgene muizen tot een apparaatje dat ovaalvormige gaten kan boren in botten – handig bij de behandeling van bepaalde soorten botkanker. Fallaux prijst er desgevraagd drie extra aan:
NADES
Exon Skipping
Lysosomen zijn als het ware de afvalbergjes van de cel: daar breken allerlei enzymen de afvalproducten van de cel af. Behalve als één van die enzymen stuk zijn, en die afvalstoffen zich ophopen. Dan spreek je van een lysosomale stapelingsziekte; de ziekte van Pompe is het bekendste voorbeeld. Onderzoekers van het Leids Instituut voor Chemie en het AMC ontwikkelden een zogeheten derde generatie medicijn daarvoor. Fallaux: ‘Dit is een doorontwikkeling van eerdere strategieën die zich al hebben bewezen op de markt. De patentaanvraag voor deze nieuwe medicijnen is eind maart ingediend, en wij hebben er hoge verwachtingen van.’
Deze octrooien zijn niet meer te koop, maar hopelijk een succesverhaal in wording. De technologie is ter beschikking gesteld voor verdere ontwikkeling aan een zgn. spin-off bedrijf: Prosensa. Mensen met Duchenne spierdystrofie missen een bepaald spiereiwit, omdat het gen dat de informatie voor dat eiwit codeert een foutje bevat. Met een genetische truc die “exon skipping” heet, hopen onderzoekers van het LUMC samen met farmaceut Prosensa ooit de ziekte te kunnen genezen. Op dit moment draait Prosensa vier klinische onderzoeken naar Duchenne-medicijnen.
In een plantencel zit veel meer spul opgelost dan erin zou passen als hij gewoon gevuld was met water als oplosmiddel. Leidse en Delftse onderzoekers ontdekten hoe dat komt: allerlei stoffen die van nature in planten voorkomen, fungeren ineens als oplosmiddel als je ze samenvoegt. In de juiste verhouding van die stoffen ontstaan zogeheten Natural and Deep Eutotic Solvents (NADES), en in theorie kan je er van alles mee. Een aantal concrete toepassingen zijn om NADES als oplosmiddel gebruiken om stofjes uit planten te halen, als conserveermiddel inzetten, of als oplosmiddel voor eten of medicijnen – omdat de NADES uit simpele plantenstofjes bestaan, zijn ze daar geschikter voor dan bijvoorbeeld alcohol of aceton. Een Frans cosmeticabedrijf betaalt al voor één toepassing, ‘maar we proberen er nog meer toepassingen uit te trekken’, aldus Fallaux. ‘We hebben en zoeken ook naar contracten waarbij de betrokken wetenschappers in het Sylvius onderzoek doen voor een bedrijf.’ Lysosoompillen
8 Mare · 10 april 2014 Achtergrond
Monumentenwet: Wie wil bouwen moet eerst graven Behalve Odyssee, zorgt ook de wet archeologische monumentenzorg uit 2007 ervoor dat informatie niet zomaar meer achterin een kast verdwijnt. Wie wil bouwen, moet voortaan rekening houden met mogelijke vondsten. Men streeft ernaar om archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem te bewaren en als dat niet mogelijk is, betaalt de verstoorder, de projectontwikkelaar dus. Theuws: ‘Sinds 2007 weten we daardoor basaal wat er gevonden is. Weliswaar niet altijd via wetenschappelijke documenten, maar er is een rapportageplicht.’
Onderzoek tijdens de schietpauzes
Foto Marc de Haan
Uit de grond, in de kast Vergeten archeologische schatten worden afgestoft Ongeveer de helft van archeologische ontdekkingen uit de twintigste eeuw verdween vrijwel meteen in het archief. In het project Odyssee worden ze nu alsnog onderzocht. ‘Soms zijn dingen weggegooid door conservatoren.’ Door Marleen van Wesel ‘Wekenlang stond het op de voorpagina’s van het Eindhovens Dagblad. Bij mijn eerste grote opgraving, begin jaren tachtig, trof ik groepjes van graven aan bij nederzettingen uit de zesde en de zevende eeuw. Het ging om boeren die op hun eigen erf bijgezet waren, ontzettend interessant. De graven waren bovendien veel rijker dan je zou verwachten. Ik stond echt middenin een klein goudmijntje’, vertelt Frans Theuws, hoogleraar archeologie in Leiden. Het nieuws ging nationaal, maar al zijn vondsten verdwenen binnen de kortste keren in dozen en archiefkasten. ‘Er kan nog zoveel nieuws zijn, maar als er geen geld voor onderzoek is gaan dingen de kast in.’ Van de achtduizend opgravingen die vorige eeuw in Nederland gedaan werden, wachtte zeker de helft een soortgelijk lot. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en NWO Geesteswetenschappen investeerden de afgelopen jaren drie miljoen euro in een inhaalslag. Nog eens twee miljoen kwam van betrokken partijen, zoals gemeenten en provincies. Dankzij dit project, Odyssee genaamd, worden 31 opgravingen alsnog geanalyseerd. Ook Theuws diende een aanvraag in, waardoor hij Merovingische grafvelden kon bestuderen. De meeste daarvan zijn tussen de jaren vijftig en tachtig ontdekt. ‘Dat we er daarna nooit meer een aangetroffen hebben, kan liggen aan de handmatige methode waarmee vroeger heidevelden werden ontgonnen. Daarmee stuitte je nog wel eens op potten en pannen. Maar het is ook heel lastig te voorspellen waar
er nog meer kunnen liggen.’ Behalve een aantal rijk geïllustreerde boeken moest zijn onderzoek ook iets meer inzicht in mogelijke vindplaatsen opleveren. Inmiddels weet hij dat in Brabant begraafplaatsen uit de vroege Middeleeuwen nogal eens in de buurt van grafheuvels uit de bronstijd te vinden zijn, en in Limburg sloten ze juist vaak aan bij Romeinse monumenten. ‘Een merkwaardig facet is dat. Bovendien glipt er nog wel eens eentje doorheen. Laatst moest er bij bouwwerkzaamheden in Lent een haast buitenaardse inspanning geleverd worden om materiaal te redden, terwijl er eigenlijk niet eens geld voor was. De aannemers dachten al van de archeologen af te zijn.’ Zo halsoverkop gaat het meestal. ‘Nederland kent vrijwel geen wetenschappelijk geïnitieerd veldwerk. De meeste ontdekkingen worden bij toeval gedaan tijdens nieuwbouw. Zeker vroeger zat er weinig systematiek achter. Meestal moesten we het geluk hebben dat lokale amateurs ons tipten, wanneer ze zich afvroegen of er iets in de grond zou kunnen zitten. Ja, om de duvel zit daar iets!’
In zijn beginjaren raasde hij van opgraving naar opgraving om te redden wat er te redden viel. ‘Daar was al nauwelijks geld voor bij elkaar te schooien, laat staan voor verder onderzoek. De meeste vondsten belandden dus in dozen en tekeningen en foto’s ervan gingen in archiefkasten. Een of twee gevallen kon ik verwerken in mijn proefschrift. Verder moest men maar geloven dat ik al die dingen echt gevonden had.’ Bij sommige Odysseeprojecten zat er maar liefst een eeuw tussen de opgraving en het onderzoek. Bij de Merovingische graven dus ook een flink aantal decennia. In de tussentijd is heel wat informatie verloren gegaan. IJzeren lansen en messen, eeuwenlang goed geconserveerd onder de grond, vallen na een periode in kartonnen dozen zo uit elkaar. ‘Er zijn indertijd wel lijstjes gemaakt, daardoor weten we ook dat sommige voorwerpen zijn kwijtgeraakt, of misschien gestolen. Soms zijn dingen weggegooid door conservatoren. Ik ben ervan overtuigd dat er ergens in Nederland potten op planken staan waarvan men niet meer weet waar ze vandaan komen, en dat wij ze zoeken.’ Ook is er ongetwijfeld nog heel wat te vinden in
de grond waar de voorwerpen gevonden zijn. ‘Ik heb wel eens met de gedachte gespeeld om daar opnieuw te gaan graven, de grond op een zeef te gooien. Misschien vinden we dan muntjes die toen niet gezien zijn. Maar dat financiert al helemaal niemand.’ Net als bij de Eindhovense erfgraven, doken ook in de Merovingische boerengraven soms behoorlijk sjieke objecten op. ‘Dat is interessant. Bovendien zijn er parallellen tussen vondsten van verschillende locaties, zoals een terugkerend vogelmotief op broches. Blijkbaar hadden boeren via huwelijk en handel toegang tot grote netwerken.’ Veel is er niet bekend over Nederland in de vroege Middeleeuwen. De grafvelden van de Merovingen, die hier van de vijfde tot de achtste eeuw woonden, vormen een van de weinige bronnen. ‘Het begint met stoffige dozen, waarvan niemand meer weet wat erin zit. Uiteindelijk kunnen we aan de hand van deze grafvelden zien hoe de samenleving na het debacle van de Romeinse tijd in sociaal, economisch en religieus opzicht weer opklauterde tot de tijd van Karel de Grote.’
Complete gezinnen trokken eind negentiende eeuw op hun vrije zondagmiddag naar de Boshoverheide bij Weert, op zoek naar urnen uit de Late Bronstijd. Regelmatig werden ze voor een gulden met een paar plantjes erin doorverkocht als bloempot. De aandacht voor het terrein verstomde tot er in de jaren zestig een raketwerpbaan werd aangelegd. Na de vondst van een bijzonder aardewerken bakje gingen enkele archeologen er vlug aan het werk, maar dat kon alleen tijdens de pauzes van defensiemedewerkers, die er inmiddels schietoefeningen hielden. Omdat de urnenvelden tussen 1000 en 500 voor Chr. zeker vierhonderd jaar lang door enkele tientallen families gebruikt werden, die hun overledenen veel voorwerpen meegaven, konden de Odysseeonderzoekers er veel uit afleiden over grafrituelen, maar ook over sociale verhoudingen.
Onderwater archeologie In 1984 bleef het net van een Texelse visser haken op de Noordzeebodem. Het bleek vast te zitten aan een zeventiende-eeuws scheepswrak. De opgraving duurde tot 1999 en de meeste objecten bevonden zich sindsdien in archieven en depots, tot een groep archeologen met een Odysseebeurs onderzoek kon doen. Uit het wrak zelf is veel af te leiden over scheepsbouw in de zeventiende eeuw, maar ook de lading is interessant. Het schip bevatte namelijk veel halffabricaten, zoals lood, tin en leer. Als het schip ooit was aangekomen in de haven zouden die verwerkt zijn, maar nu vertellen de stoffen veel over Nederlandse handelsbetrekkingen. Zo was het schip waarschijnlijk op weg vanuit Nederland, met een deels Nederlandse vracht, zoals textiel uit Leiden, maar ook materiaal uit Tsjechië, Duitsland en Polen.
Tentoonstelling
Ook in de Indiana Jones-film Raiders of the Lost Ark verdwijnt de archeologische schat in het archief.
Het Rijksmuseum van Oudheden toont vanaf 15 april met Bij nader inzien een overzicht van de 31 Odysseeprojecten en het werk van de archeologen, zowel ten tijde van de opgravingen als van het onderzoek. Vanaf 25 april is bovendien de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen te zien met verschillende vondsten uit de Merovingische tijd. Entree: €9,50 (€5,50 voor studenten)
10 april 2014 · Mare 9 Achtergrond
De eenzaamste plek ter wereld Hoe getuige en aanklager van het Joegoslavië-tribunaal collega’s werden
Een Bosnisch echtpaar loopt in Sarajevo langs de opsporingsposters van Ratko Mladić en Radovan Karadžić, 2002. Foto Sava Radovanovic
Aanklager Dan Saxon (links) en correspondent Aernout van Lynden.
Dankzij de reportages van Aernout van Lynden wist aanklager Dan Saxon van het Joegoslavië-tribunaal hoe hij oorlogsmisdadigers moest veroordelen. Tegenwoordig werken ze samen bij het university college. ‘Ik schaamde me voor de mensheid.’ Door Vincent Bongers en Petra Meijer
‘De eerste keer dat ik Ratko Mladić interviewde was in september 1992’, zegt oud-oorlogscorrespondent Aernout van Lynden die de bloedige burgeroorlog die Joegoslavië uiteen deed vallen van zeer dichtbij meemaakte. ‘De opperbevelhebber van het Bosnisch-Servische leger nam ons mee naar een artilleriepositie op een heuvel bij Sarajevo. Dat vond ik heel raar. Terwijl we uitkeken over de stad zei hij: “Ik heb Sarajevo in de palm van mijn hand.” Hij wilde ons zijn macht tonen. Dat zegt alles over de man. Een echte schurk, de ergste die ik daar heb getroffen en dat wil wat zeggen. Het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag was toen net opgestart. Ik vroeg hem of hij niet bang was voor vervolging vanwege oorlogsmisdaden. “Oh, nee hoor”,
zei hij heel laconiek. ‘De laatste keer dat ik hem sprak was hij minder relaxed. Dat was in februari 1994 in Pale, het hoofdkwartier van de Bosnische Serviërs. Mladić zag mij en begon te schreeuwen. Ik was een leugenaar en weet ik veel wat. Hij greep mij in het gezicht. Ik kon in die positie niet veel doen en zeggen. Hij liet me uiteindelijk los en liep weg en toen zei ik: “Ik zie je in Den Haag.” ‘En daar ontmoetten wij elkaar vele jaren later inderdaad: hij als verdachte, ik als getuige. Ik kon het niet laten om tegen de rechters te zeggen dat ik Mladić al had verteld dat ik hem hier zou treffen. Hij schreeuwde dat ik een hond, een dief en een spion van de CIA was. Maar hij schold ook zijn slachtoffers uit in de rechtszaal en dat is veel erger.’ Van Lynden doceert inmiddels journalistiek en oorlogsgeschiedenis aan het university college. ‘Ik ontmoette Aernout zes jaar geleden’, zegt de Amerikaan Dan Saxon, die van 1998 tot 2010 aanklager was bij het tribunaal en nu ook is verbonden aan het university college in Den Haag. Ze vertelden zaterdag op het door Campus Den Haag georganiseerde congres European Association for American Studies over
hun rol in het Joegoslavië-tribunaal. Saxon: ‘Ik was belast met de zaak tegen generaal Momčilo Periŝić. Deze man was tijdens de oorlog de hoogste officier van het Joegoslavische leger. Perisic werd door het tribunaal vervolgd voor oorlogsmisdaden gepleegd tijdens het beleg van Sarajevo. Hij werd verantwoordelijk gehouden voor de verschrikkelijke beschietingen op de stad door artillerie en scherpschutters. Dat waren onwettige aanvallen op burgers. Ik had als aanklager de taak om te bewijzen dat Periŝić wist van het criminele gedrag van de belegeraars. Dat was niet eenvoudig, want hij zat tijdens de oorlog vooral in zijn kantoor in Belgrado. Hij is waarschijnlijk niet eens in de bergen rond Sarajevo geweest, maar coördineerde de Bosnisch-Servische troepen van op afstand.’ Saxon wist eigenlijk niet hoe hij de schuld van de generaal moest bewijzen. ‘Toen bekeek ik de reportages die Aernout in de stad had gemaakt voor de Britse zender Sky News. Je ziet er dag en nacht wordt geschoten op huizen en gebouwen, óók met zware mitrailleurs, die berucht zijn om hun gebrek aan accuratesse. Die beelden bewezen dat er op onschuldige burgers werd geschoten.’ Daarnaast werden de reportages overal vertoond. ‘Periŝić kon die ook zien. Dus hij wist echt wel wat er gebeurde. De beruchte Arkan, de commandant van de Servische paramilitaire organisatie Arkans Tijgers, belde hem zelfs op om te klagen over de berichtgeving. Ze keken allemaal mee.’ Van Lynden: ‘Lang voordat Dan mij benaderde, werden er al oorlogscorrespondenten als getuigen opgeroepen door het tribunaal. Dat verliep niet al te soepel. Er werd niet
met ons gesproken en we zaten dagenlang te luisteren naar saaie verhandelingen over de geschiedenis van Joegoslavië. Later werden we urenlang ondervraagd. Soms over details die er nauwelijks toe deden of die je je na twintig jaar onmogelijk kon herinneren, zoals de kleur van iemands uniform. Het was ontzettend frustrerend dat je enkel vragen mocht beantwoorden, en nooit zelf het woord kon nemen of vragen kon stellen. De getuigenbank is de meest eenzame plek ter wereld. Je mag niet meer met anderen praten en hebt geen idee van wat de verdediging gaat doen. Ondertussen gaven de rechters misdadigers alle tijd. Bosnische getuigen, voor wie het erg heftig en indrukwekkend was om in een vliegtuig te stappen en naar Den Haag te komen, werden telkens teruggestuurd als Radovan Karadžić weer eens meer tijd nodig had. Frustrerend, maar ik kwam uit de oor-
‘Mladić schreeuwde dat ik een hond, een dief en een CIA-spion was’ log met een diepgewortelde woede en schaamde me voor de mensheid. We moesten laten zien dat dit onacceptabel is. Als mensen als Saxon je dan bellen, zeg je geen nee.’ Van Lynden maakte zijn reportages onder andere tussen de in brand staande gebouwen van Sarajevo. ‘We zaten op de bovenste verdieping van een ziekenhuis dat zwaar beschadigd was door inslagen. Vanaf die plek konden we de stad overzien. Elke dag werd het gebouw geraakt. Als het even rustig was dan maak-
ten we reportages over de artsen en verpleegkundigen. Soms hielpen we hen ook. Ik heb benen vastgehouden terwijl die werden geamputeerd. ‘Ik deed gewoon mijn werk. Je neemt gecalculeerde risico’s. En verslapping is levensgevaarlijk. We pikten een keer iemand van televisiestation ABC op bij het vliegveld van Sarajevo. Hij weigerde het kogelvrijvest dat we voor hem meegenomen te dragen. Tijdens de rit de stad in werd hij doodgeschoten. Een andere keer werd onze auto door drie kogels geraakt, ze gingen precies langs ons heen. Eén vloog er door de hoofdsteun. Maar ook toen dacht ik er niet aan om te stoppen. Mijn correspondenten-carrière eindigde uiteindelijk waar deze ook begon: het Palestijns-Israëlisch conflict. Toen ik in Ramallah op straat lag met een kogel in mijn been dacht ik: “Het is genoeg geweest.” Ik ben het zat.’ Saxon wilde Van Lynden ook als getuige vanwege diens persoonlijkheid. ‘Ik kende al een aantal oorlogscorrespondenten maar dat waren types die er een onstuimige levensstijl op na hielden met veel drank, wiet en vrouwen. Aernout is a different animal. Een bescheiden hoffelijke man met veel ervaring en kennis van zaken. Aernout heeft een vrij sterke mening over wie er schuldig is. Daar maakte ik me zorgen over. Hij kon als bevooroordeeld worden gezien. Maar uiteindelijk verliep het goed: Periŝić werd veroordeeld.’ Dat vonnis werd in hoger beroep echter wel ongedaan gemaakt. Van Lynden: ‘Dat was heel teleurstellend, en dan druk ik me nog zacht uit.’ De medewerking aan het tribunaal had grote gevolgen voor Van Lynden. ‘Het diep in mijn geheugen graven maakte veel los. Ik ging slaapwandelen, werd doorweekt van het zweet ergens in ons appartement wakker, zonder te weten hoe ik daar terecht was gekomen. Het werd steeds erger. Ik kreeg overdag flashbacks, was ineens uren kwijt. De nucleaire top was voor mij geen pretje. Het geluid van helikopters brengt me terug in Afghanistan, waar we vaak werden aangevallen door Russische gevechtshelikopters. Maar het gaat alweer beter. Ik heb alleen af en toe nog een slechte nacht.’ Ook Saxon wapende zich tegen de dossiers vol ellende die hij voorgeschoteld kreeg. ‘Ik heb een behoorlijk goed psychologisch verdedigingsmechanisme ontwikkeld. Ik lees ze koeltjes, met professionele afstandelijkheid. Als het over kinderen ging, had ik er wel moeite mee.’ Van Lynden vindt het jammer dat er naar bepaalde gebeurtenissen in de oorlog niet is gevraagd. ‘Ik had graag een getuigenis afgelegd over wat er zich heeft afgespeeld in Bihać, een enclave in het Noordwesten van Bosnië. De stad was jarenlang omsingeld door de Serviërs en ik heb daar dingen gezien vergelijkbaar met het beleg van Sarajevo. Maar de aanklagers bepalen welke zaken voor de rechter komen.’ Saxon vindt dat het tribunaal redelijk effectief is: ‘Het is er in geslaagd straffeloosheid terug te dringen. Figuren die oorlogsmisdaden plegen, krijgen de boodschap dat ze er niet zomaar mee wegkomen. Het belangrijkste resultaat zijn niet de zaken in Den Haag, maar de ontwikkelingen op juridisch gebied in de landen zelf. Daar moet het werk gebeuren.’ Van Lynden: ‘Het is een moeizaam proces. Het gaat stapje voor stapje maar soms zetten we ook twee stappen terug. Er is een begin gemaakt.’
10 Mare · 10 april 2014 English page
No dead animals for thirty days Vegans explain their choices The fourth Dutch VeganChallenge starts this month; those taking part avoid using animal products for thirty days. Mare spoke to some hardcore vegans about their lifestyle. “I thought meat eaters were the devil incarnate.” BY Esha Metiary AND marleen van wesel She became a full-time vegan
in February, although she had to work hard to complete the process. “I became a vegetarian in 2012”, says Lotte Simons (22, African Languages and Cultures). “At the time, I didn’t intend to become a vegan – that was far too extreme in my view. I had loads of leather bags and shoes and I was worried that I’d have to get rid of them.” Being a vegetarian, Simons supposed that no more animals would be killed on her behalf. “But that’s what I wanted to believe. It’s doing things by half. Take the egg industry for instance: half of the chicks that are born are cockerels. Because they don’t lay eggs, they’re considered useless and are either ground up alive or suffocated in plastic bags. The same thing goes for the milk industry: we have no use for baby bulls and they are slaughtered almost immediately.” When Simons discovered that, she decided to become an activist. Since joining 269life, she has campaigned against the use of animals for testing, consumption and entertainment. A global operation, it is considered one of the most extremist organisations. Since 2013, more than thirty people have had themselves branded with the numbers that refer to ear-tags applied to livestock. As yet, branding is too much for Simons. “We break into farms and record footage of unacceptable situations. Sometimes we remove animals and take them to farm sanctuaries.” So far, she has not been involved in any liberation operations, but is to take part in one soon. “I can’t say too much because the AIVD, the General Intelligence and Security Service, are keeping tabs on us.” Not many people sympathise with her veganism: “People think we sit around a campfire plaiting each other’s hair and singing Kumbaya.” Initially, her family could not understand her decision either, she explains: “My mother grew up on a farm that kept animals and for years, my father’s hobby was hunting. He used to skin rabbits in the kitchen.” Her lifestyle is impractical at times: examining the ingredients on supermarket packets and at dinner parties. “People tend to think that your whole life consists of tofu, but it doesn’t. There are plenty of other very good products. When I first tried vegetarian chicken, I thought somebody had secretly given me meat because it tasted so good. Hey, did you know that I can eat Oreos? They’re made entirely from plants!” Simons continues: “The prejudices are worse than the fact that I’m surrounded by a society in which it’s normal to consume meat and dairy products. People call me élitist and suppose I think I’m better than they are, but they’re wrong. For a time, I thought meat eaters were the de-
vil incarnate, but now I don’t want to distinguish between any living creatures.” And what about eating out? “Then I ring the restaurant to say I’m lactose-intolerant, because vegans are not taken seriously. However, if you say you’ll be ill and might throw up all over the place, they’ll listen.” Since turning vegan, Simons has felt much better and doesn’t miss any aspects of animal products. “But I take vitamin B12 supplements. B12 is in meat eaters’ bodies only because it’s in food produced by or from animals.” Although she is usually quite committed to her diet, she still uses one product that is tested on animals, but she has good reason for it. “Some-
times I need medicines that are tested on animals”, she explains, “I can’t avoid it. If I don’t take them, I can’t help the animals and I wouldn’t be able to campaign for their welfare.” Is honey allowed? “We ought to introduce ourselves”, remarks Emmy Mesman (21, Dutch Language and Literature; a vegan for four years). She’s attending a meeting of student fraternity Prometheus’s brand-new Vegan Guild at the “baked potato shop” Jacketz. “It’s very trendy: living consciously is very hip and happening”, claims Esther van Haren (20, Business Administration, Film and Literature Studies). She tries to stick to a vegan diet as much as possible, but it’s a real challenge. “I’m allergic to nuts, so I sometimes opt for cheese.” “I used to think veganism was nitpicking”, recalls Mesman. “Until I realised that I wanted people to stop hurting animals. I was already a vegetarian, but all the same, I didn’t do anything. What about eggs?
They come from hens, obviously – farmers don’t have any use for cockerel chicks. There isn’t even any meat on them so they’re shredded.” “I keep forgetting honey’s not allowed”, remarks Lieke Smits (24, Medieval Studies in Utrecht), studying the menu. She has been a vegan for a few months. “It’s only noticeable when I eat; it’s hard talking to other people about it. I feel like an activist, extreme. But shredding chicks is really extreme.” “Some kinds of fruit juice are clarified with offal”, declares Mesman
and Van Haren adds: “It’s not always mentioned on the bottle either. You should be able to read that there’s offal in a product, if it contains offal. Smits says: “I’ve only just discovered that peppermints contain gelatine. And not every kind of wine or beer is suitable for vegans either.” Mesman thinks it is self-evident that she doesn’t wear leather of wool. “Other people might choose to be vegan for their health, but I’m vegan to help animals.” “But the production of artificial leather causes more damage to environment”, argues Van Haren. Smits buys second hand clothes: “Made of wool or leather if necessary.” Jacketz and Eazie both offer easy vegan options on their menus. “And noodles are a great vegan dish for beginners”, says Mesman. “You don’t miss the meat when you leave
it out.” “Falafel is vegan too”, Smits says. “Not that we’re trying to reform you,” says Van Haren. “Meat eaters tend to think that’s what we do but everyone should decide for themselves. I’m trying this now because I need the energy from my food now that I’m doing two courses and I’m on a committee this year, all at the same time. Everyone’s body is different. Some bodies are upset by starch and some bodies might need a steak.” Statement “Yeast flakes are the vegan’s secret ingredient; they have a savoury, cheesy flavour”, reveals Flora Groothuizen (29, a PhD student at the Netherlands Cancer Institute). She and her boy-
friend Coen van Hasselt (29, post-doctoral pharmacological research at Leiden University) are making leeks in a cream sauce with smoked tofu tonight. “We made the final decision last year”, he says. “I’d been a vegetarian for ten years, but I thought I would
miss cheese too much.” However, he discovered that he could do without during the 2013 VeganChallenge. “You should try the carrot cake and the savoury Indian-style quiche on their website”, Groothuizen adds. “At first, you wander round the supermarket in a daze, but soon you realise that it doesn’t have to take up a lot of time or money. We found that we started to enjoy our food more – it’s been a real ‘reset’”, says Van Hasselt. Groothuizen adds: “German supermarkets sell products with vegan quality marks but Dutch manufacturers aren’t really involved.” Asian restaurants are particularly vegan-friendly. Van Hasselt says: “Some vegans take their own cheese to pizzerias, but we usually ring a restaurant up before we go out. Sometimes they produce something a bit limited, but often the chef sees it as a bit of a challenge.” They feed their cats regular cat food mixed with vegan stuff. Van Hasselt explains: “Some people give their cats products that are made entirely of plants, because obviously cat food is processed; others buy offal from the butcher’s. We haven’t really made up our minds yet.” “We don’t want to preach”, he continues and Groothuizen adds: “I prefer to cook a good vegan dinner for friends. I organised a pizza evening on my birthday, and we used all sorts of different vegetable cheeses made from things like coconut fat.” They haven’t thrown out their leather shoes or woollen sweaters: “We have given some away, and we’ll keep the rest until they’re worn out.” E-number E472 is an unnecessarily troublesome additive for vegans: “For Muslims too: the substance can be made from plants but it can also be derived from pork and often its source is not specified on the packaging”, says Van Hasselt. B12 is the only vitamin you can’t acquire from a vegan diet. Groothuizen says: “It’s added to soy milk, but we both take supplements.” Surprisingly, speculaas is often “vegan-proof ”. “And Ritter Sport Marzipan! A discovery that I frequently eat too much of,” admits Van Hasselt. Peanut butter and jams are not a problem either. “If you think about it, there are probably insects among the peanuts that get killed for a jar of peanut butter, but that doesn’t upset us really. You make an impact by simply living. Veganism isn’t an allergy – it’s statement.”
One per cent of the global population • Vegans do not use any animal products, and that includes dairy, eggs and honey. In addition, they avoid products that have been tested on animals or that contain leather and wool, etc. • There are many different motives for this choice, ranging from animal welfare, personal health, and ecological footprints to spirituality. • E-numbers can be quite treacherous because manufacturers do not often make it clear whether E472 is made from plants or from animals. E411 stands for gelatine and E120, which comes from scale insects, is the red colouring used in red M&Ms and roze koeken. • According to the NVV, the Dutch association for Veganism, one per cent of the global population is vegan, but that percentage is much lower in the Netherlands. The NVV estimate that there are around 50,000 vegans, but of course most vegans are not officially registered anywhere. • The Nederlandse Veganistenkring, the NVV’s predecessor, was founded in 1978. • Visit veganchallence.nl for vegan recipes.
10 april 2014 · Mare 11 Cultuur
Agenda
MUZIEK
Foto Sanne Peper
Verslaafd aan zelfdestructie In BUG zijn de personages bang voor beestjes, en elkaar In het toneelstuk BUG vinden een man en een vrouw elkaar in een alles verzengende liefde. Maar dan beginnen ze overal kleine beestjes te zien. Tamar van den Dop: ‘Het is een echte mindfuck.’ Aan een stoffige weg ergens in Oklahoma ligt een motel dat zijn beste tijd heeft gehad. De airconditioning zoemt onaangenaam en weet de hitte maar niet te verdrijven. Agnes is onrustig, elk geluidje doet haar opschrikken. Haar ex-man Jerry komt net uit de bak en het is een kwestie van tijd voordat hij haar opzoekt. En Jerry houdt van mensen pijn doen. Ze probeert haar zintuigen te verdoven met drugs en alcohol. Uiteraard wakkert de coke alleen de angst aan. Door Vincent Bongers
Een vriendin die op bezoek komt, biedt wellicht redding. Ze brengt een man mee die anders is dan de white trash-klootzakken die Agnes normaal tegenkomt. Maar de mysterieuze Peter blijkt toch niet helemaal fris. Dit lijkt de synopsis van een B-horror film met alle Americana clichés die de kijker kan bedenken. Toneelmaker en acteur Tracy Letts wentelt zich echter graag in deze overbekende beelden om deze vervolgens op de kop te zetten. In het stuk BUG, oorspronkelijk uit 1996 en in 2006 verfilmd door William Friedkin, scheert Letts langs de zelfkant en beschrijft hij hoe liefde en achterdocht een mens compleet in verwarring kunnen brengen. De al jaren in Nederland werkzame Zweed Jakop Ahlbom neemt voor het eerst een al bestaand stuk onder
handen. Tamar van den Dop vertolkt de rol van Agnes: ‘Ze is een heel eenzame vrouw die buitengesloten is van de wereld. Ze is bang voor haar exman die haar sloeg en die haar ook nu niet met rust laat. Peter is wel een beetje wereldvreemd, maar lief. Ze voelt zich vertrouwd met hem. Ze trekken steeds meer naar elkaar toe. In hun liefde gaan ze steeds meer in elkaar op. Ze zijn verslaafd aan hun eigen zelfdestructie.’ Peter is een oud-militair die een klap van de molen lijkt te hebben gekregen tijdens de Eerste Golfoorlog. Hij gaat zich steeds vreemder gedragen. En de twee creëren een eigen paranoïde wereld waar de angst voor kleine beestjes, bugs, een grote rol speelt. ‘Het woord bug heeft natuurlijk meerdere betekenissen. Het refereert ook aan afluisterapparatuur. Iets wat past in het complot denken
van Peter.’ Volgens Van den Dop wijkt de versie van Ahlbom wat betreft tekst niet af van Letts. ‘We houden ons heel precies aan zijn vertaalde woorden. De plaats van handeling is Oklahoma. De complottheorieën veranderen niet. Onze namen spreken we op zijn Engels uit.’ Ahlbom komt oorspronkelijk uit de mime en hij denkt heel erg in beelden. ‘Dit is zijn eerste stuk waar tekst zo’n grote rol speelt. Maar hij neemt zijn beeldachtergrond mee. Hij heeft een andere blik. Hij creëert een heel bijzondere sfeer met licht en geluid. Het is echt een eigen wereld. Het publiek stapt in een nachtmerrie; een echte mindfuck.’ Jakop Ahlbom, BUG Theater ins Blau 16 en 17 april, € 20
QBUS Knollen & Citroenen Za 12 april 20.30 €7 Jeffrey Foucault & Ry Cavanaugh Di 15 april 21.00 €10 Makis Selviloglou Wo 16 april 21.00 vanaf €12,50 STADSGEHOORZAAL Apera Za 12 20.15 vanaf €20 Hans van den Boom presenteert: Italiaanse Opera-avond Ma 14 april 20.15 vanaf €34,50
THEATER
LEIDSE SCHOUWBURG De Verleiders: De val van een superman Za 12 april 20.15 vanaf €10 Sonneveld Zo 13 april 20.15 vanaf €10 Little Voice Di 15 april 20.15 vanaf €10 Sara Kroos Wo 16 & do 17 april 20.15 vanaf €10 THEATER INS BLAU Samir Calixto - 4 Seasons Vr 11 april 20.30 €16 BUG (Tracey Letts) Wo 16 & do 17 april 20.30 €20
DIVERSEN
MUSEUM VOLKENKUNDE Kuniyoshi – De tekeningen t/m 22 juni MUSEUM BOERHAAVE 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 26 oktober Amazing Models t/m 1 juni SIEBOLDHUIS Nensha - Japans geïnspireerd werk van Chris Berens t/m 22 juni Sekimori Ishi Modern t/m 23 juni
Advertentie
Vacature voorzitter Leids Universitair Studentenplatform In het Leids Universitair Studentenplatform geven studenten advies aan het College van Bestuur van de Universiteit Leiden over onderwijs en studentenzaken. Ook is het studentenplatform verantwoordelijk voor de uitreiking van de Leidse Onderwijsprijs. Het studentenplatform is in het najaar van 2013 opgericht en heeft een succesvolle start achter de rug. Het studentenplatform heeft een onafhankelijk voorzitter die de belangen van studenten behartigt. Per faculteit heeft het platform een student die de voorzitter ondersteunt bij de organisatie van de verschillende bijeenkomsten. Voor het studiejaar 2014-2015 zoekt het College van Bestuur per 1 september 2014 een voorzitter voor het Leids Universitair Studentenplatform. De voorzitter wordt geacht, in overleg met het College van Bestuur, een aantal bijeenkomsten te organiseren over onderwijs- en studentenzaken. Daarnaast organiseert de voorzitter periodiek themabijeenkomsten waarin groepen studenten ontbijten om met het College van Bestuur te praten over het universitaire onderwijs. Ook reikt de voorzitter op de Dies in februari 2015 de Leidse Onderwijsprijs uit. De voorzitter heeft het volgende profiel:
Hij/zij heeft: - Ruime ervaring als commissie- of bestuurslid, ook binnen de Leidse academische gemeenschap. - Minimaal 1 jaar de tijd voor het voorzitterschap van het studentenplatform, herbenoeming is mogelijk. - Een netwerk van studenten binnen de Universiteit en de faculteiten. - De capaciteit om studentenbijeenkomsten en interne vergaderingen van het studentenplatform te leiden. - Het vermogen om voor de belangen van studenten op te komen en studenten te vertegenwoordigen - Uitstekende communicatieve en motiverende vaardigheden - 8 uur in de week tijd voor deze functie - Het vermogen om contacten te onderhouden met diverse gremia en medewerkers binnen en buiten de Universiteit Leiden De inspanningen van de voorzitter van het Leids Universitair Studentenplatform vergen ca. 8 uur per week. De Universiteit stelt een tegemoetkoming beschikbaar. Nadere inlichtingen over de functie kunnen worden gewonnen bij Jeroen ’t Hart (directeur Studenten- en Onderwijszaken), directiesecretariaat@ sea.leidenUniv.nl of de huidige voorzitter Marc Newsome, msomenews@gmail.com.
Solliciteren kan per email, door het sturen van een motivatiebrief en cv, tot uiterlijk vrijdag 2 mei. Je kunt je sollicitatie richten t.a.v. Jeroen ’t Hart, directiesecretariaat@sea.leidenUniv.nl
12
Mare · 10 april 2014
Het Clubje
Inburgeren
De vriend
Foto Marc de Haan
‘Iedereen staat hier op scherp’ Het laatste stafdispuut Prof. dr. Harm Beukers (Scaliger-hoogleraar UB): ‘Na de oorlog heerste er binnen de universiteit een sterk gevoel van collectiviteit. Er werd een aantal stafdisputen opgericht, waarbinnen universitair docenten van verschillende faculteiten hun welsprekendheid konden oefenen.’ Dr. Hans Vollaard (politicologie): ‘De rest heeft het niet overleefd. Wij zijn het enige stafdispuut dat na ruim zestig jaar nog steeds bestaat.’ Dr. Floske Spieksma (wiskunde): ‘We komen vijf keer per jaar samen bij een van de leden thuis. We zijn in toerbeurt gastheer of gastvrouw en elke bijeenkomst fungeert een van ons als spreker die iets over zijn of haar vakgebied vertelt.’ Vollaard: ‘De onderwerpen zijn heel divers, van huidkanker tot egyptologie, de Europese verkiezingen of de mathematiek van rijen.’
Bandirah
Beukers: ‘De gastheer of gastvrouw zorgt voor zelfgebakken taart en koffie vooraf, en achteraf is er een borrel met lekkere hapjes, kaasjes en goede wijn.’ Dr. Geert Warnar (Nederlands): ‘Lid word je op uitnodiging. We proberen het gezelschap zo gevarieerd mogelijk te houden, qua leeftijd en vakgebied.’ Prof. dr. Koen Ottenheym (architectuurgeschiedenis): ‘We vullen de gaten, maar er wordt ook gekeken naar wie er in zo’n curieus gezelschap zou passen.’ Prof. dr. George Maat (anatomie): ‘Ik herinner me mijn eerste bijeenkomst nog goed. Voordat ik werd toegelaten moest ik een spreekbeurt geven. Ik zat op een driepootmelkkrukje, terwijl de anderen vanuit luxe fauteuils toekeken. ‘Toen ik om een diaprojector vroeg, zeiden ze: “Je bent hier om te spreken, niet om plaatjes te tonen.” Ik vertelde over
walvisvaarders die aan scheurbuik waren overleden. Skeletten en bloed, daar schrokken ze geloof ik van. Toen ik klaar was, werd ik naar de gang gestuurd, zodat ze konden overleggen. Gelukkig werd ik aangenomen. Wat dat betreft zijn we wel opener geworden.’ Prof. dr. Paul Hoftijzer (boekwetenschap): ‘Er zijn weinig regels: je mag alleen nog niet tot hoogleraar benoemd zijn op het moment dat je toetreedt.’ Maat: ‘En lid ben je voor het leven. De astronoom Adriaan Blaauw, een van onze meest prominente oud-leden, kwam hier nog op 92-jarige leeftijd.’ Hoftijzer: ‘In de zomer organiseren we een buitendag, dan gaan we met zijn allen op pad. Koen, die gespecialiseerd is in architectuur, vindt altijd wel een of ander bouwval waar we naar toe kunnen.’ Maat: ‘We zijn ook een keer naar kamp Westerbork geweest om de radiotele-
scopen te bekijken. We kwamen er voor de schotels, maar er heeft ook zoveel menselijk leed plaatsgevonden, dat was erg indrukwekkend.’ Vollaard: ‘Het is bijzonder om te horen wat er op andere faculteiten gebeurt. Ik geef al een tijdje les, maar hoe vaak zit je als universitair docent bij een collega in de zaal?’ Maat: ‘Je leert hoe je je vakgebied aan ontwikkelde leken moet verkopen. Maar tegelijkertijd ben je kwetsbaar. Omdat je je verdediging laat verslappen, komt een pootjehaker harder aan. De leden lijken rustig te luisteren, maar ze staan op scherp, klaar om je met een onverwachte vraag te overrompelen. Op een vriendelijke manier, hoor. Maar als je jezelf hier staande houdt, dan lukt dat overal.’ DOOR PETRA MEIJER
Af en toe ga ik met mijn moeder uit eten. Ze werkt al jaren in Leiden en laat me graag haar lievelingsplekken zien. Dit keer waren we op het terras van café restaurant De Vriend neergestreken. Aan de gracht, in de zon was het goed toeven. De ober was er een uit vervlogen tijden. Hij begreep nog dat het vak van gastheer een ambacht is en hij nam zijn taak bloedserieus. Mijn moeder had er een week eerder ook al gegeten met wat collega’s en was diep onder de indruk geweest van de goede zorgen van de gastheer. Hij had de chef speciaal voor haar miniatuurversies van alle voorgerechten laten maken omdat ze haar allemaal zo lekker leken en ter plekke een gerecht voor haar verzonnen toen ze niet kon kiezen uit de hoofdgerechten. Ik ben zelf niet zo’n moeilijke eter, dus ik ging voor de tournedos, die gewoon op de kaart stond. Toen we klaar waren met het hoofdgerecht kwam de ober onze borden halen. Nadat hij had gevraagd hoe het had gesmaakt, wilde hij weer weglopen maar leek zich te bedenken en draaide weer om. ‘Ben jij niet van de Mare?’ vroeg-ie. Ik knikte. ‘Kun je niet eens wat over De Vriend schrijven in die stukjes van je?’ Ik bekeek het lege terras. Ze konden inderdaad wel wat extra gasten gebruiken. ‘Nee dat kan ik niet doen’, zei ik. ‘Dat is reclame. Je kunt de advertentietarieven opvragen bij de redactie.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat een onzin. Ik zet hier per jaar vijfduizend tournedos weg. Dat is niet niks. En ze zijn toch goed?’ Ik zweeg. ‘Maar je schrijft toch altijd dingen over Leiden?’ zei hij. ‘Dat klopt, maar dan gebeurt er meestal wat’, riposteerde ik. ‘Of hier niks gebeurt’, riep hij. ‘Vorige week nog, zat hier een groep van twintig man. Een vrijgezellenfeest. En drinken! Ze hadden er zin in. En toen wilden ze allemaal tournedos. En die werden ook flink nat gehouden. Toen kwam ineens mijn vrouw binnen: “Ga er eens gauw naartoe, ik geloof dat een van die mannen aan ’t doodgaan is, want hij is helemaal van zijn stoel afgezakt met zijn hoofd bijna op de grond en hij ziet zo paars.” Nou is dat voor mij geen handel, een dooie in de zaak, dus ik zeg tegen Kim: “Ga jij eens kijken.” Ik stond al met de telefoon in m’n hand om 112 te bellen toen ze terugkwam en zei: “Niks aan de hand. Die meneer had z’n vork laten vallen en die raapte hij even op.’ Zie je nou wel, d’r gebeurt hier van alles.” Ik aarzelde. ‘En als het niet genoeg is, zorg ik wel dat er iets anders gebeurt,’ beloofde hij. ‘Als je maar over m’n tournedos schrijft.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Je hebt er net eentje gegeten toch?’ vroeg hij. ‘Ja.’ ‘En, hoe vond je hem?’ ‘Ik vond het heel lekker’, gaf ik toe. Hij maakte een voilà gebaar met zijn handen. ‘Nou, dan kun je dat toch schrijven’, zei hij. ‘Dan lieg je toch niet?’ Maar ik kan er niet aan beginnen. Tim Meijer Help Tim inburgeren en mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl