16 april 2015 38ste Jaargang • nr. 26
‘Schouder uit de kom hoort erbij’ Pagina 11
Dwars door het oog van een orkaan vliegen. ‘We vielen opeens omlaag‘
Wilders versus Pechtold: de politieke arena taalkundig ontleed
Hoe botanische tuinen het voortbestaan van de mensheid garanderen
Pagina 3
Pagina 8
Pagina 9
Extra opletten bij het zooien Studeren met een functiebeperking Ongeveer een op de tien Nederlandse studenten heeft een functiebeperking. Hoe ziet hun leven eruit? En welke voorzieningen zijn er voor hen getroffen? ‘Ik kwam laatst weer eens om half zeven ‘s ochtends thuis en werd meteen in bed geholpen.’ ‘In mijn eerste levensjaren was het nog niet duidelijk zichtbaar, pas vanaf mijn vierde wisten m’n ouders het. Tot mijn tiende kon ik nog lopen zonder hulp. Daarna werd het anders. Als ik onderweg was, zat ik in een scootmobiel. Thuis ondersteunden m’n ouders me, of hield ik me staande tegen de muren. En drie jaar later zat ik in deze rolstoel.’ Tom Mazurkiewicz (23) heeft de ziekte van Duchenne. Dat is een ongeneeslijke spierziekte die wordt veroorzaakt door de afwezigheid van het eiwit dystrofine in de spiercel. Dit eiwit zorgt er normaliter voor dat de spieren stevig en veerkrachtig zijn, maar door het ontbreken ervan bij Mazurkiewicz verzwakken zijn spieren juist. Hij slikt Prednison, een heftig medicijn met een ontstekingsremmende werking. ‘Die vertraagt het proces en geeft m’n spieren meer kracht.’ Ook slikt hij pillen om zijn hartritme te verlagen. ‘Dat moet mijn hart een beetje ontzien. Dat is immers ook een spier.’ De vierdejaars rechten behoort tot de acht procent van de studenten aan de Leidse universiteit met een functiebeperking, variërend van Duchenne tot dyslexie. Landelijk gaat het om tien procent. Maar: dat zijn alleen de geregistreerde gevallen. Volgens Marcel Melchers, studentendecaan van Fenestra Disability Centre, is de populatie in werkelijkheid nog groter. ‘Niet iedereen geeft een functiebeperking aan. En sommige studenten komen er pas tijdens hun opleiding achter.’ Hoe ervaren zij hun studie? Welke voorzieningen worden er voor hen getroffen. En zijn die voldoende? Mazurkiewicz vindt van wel. Het KOG, waar hij colleges volgt, is zeer
DOOR SEBASTIAAN VAN LOOSBROEK
rolstoeltoegankelijk, zegt hij. ‘De faciliteiten kunnen eigenlijk niet beter. Soms moet ik alleen wat assertiever zijn en bijvoorbeeld vragen of iemand de deur wil openhouden. En studiegenoten verschuiven wel eens wat stoelen voor me.’ Tentamens maakt hij op een internetloze laptop van de universiteit, zodat hij niets kan opzoeken. ‘Tot een half jaar geleden moest ik drie weken van tevoren een mail sturen naar de studieadviseur dat ik zo’n laptop nodig had. Maar als ik me nu inschrijf via Usis, staat er automatisch eentje klaar.’ Voor tentamens krijgt hij een uur extra tijd, maar die heeft hij nooit nodig. ‘Ik vind dat ik er geen recht op heb. Ik ga eerder sneller dan langzamer met zo’n laptop. En denken gaat bij mij net zo snel als bij ieder ander.’ Hoewel zijn clubgenoten veel in de UB studeren, blijft hij liever thuis. ‘Daar kan ik me beter concentreren.’ Elke woensdagavond borrelt hij op Minerva. ‘Mijn stoel is verticaal verstelbaar, dus ik kan op ooghoogte met mijn clubgenoten praten. Als er gezooid wordt houden de ordecommissie en mijn clubgenoten me extra in de gaten.’ De sociëteit heeft een speciale traplift, die de vader van een invalide verenigingsgenoot heeft laten bouwen. Mazurkiewicz gebruikt hem altijd om naar de borrelzaal te komen. ‘Als hij het niet doet word ik met rolstoel en al getild. Daar zijn wel acht man voor nodig.’ Zijn keus voor Minerva was snel gemaakt. ‘Augustinus leek me ook leuk, maar daar voelde ik me niet welkom in de El Cid. Vanwege brandveiligheid mocht ik alleen in de tuin komen, en niet in de sociëteit zelf.’ Tijdens de ontgroening volgde hij een aangepast programma. ‘Na mijn sjaarzenjaar ben ik verkozen tot ‘Sjaars van het jaar’, omdat ik heel enthousiast was, en heel vaak aanwezig.’ Hij woont op zichzelf, maar krijgt 24-uurs hulp op afroep. ‘Ik kwam laatst weer eens om half zeven ‘s ochtends thuis en werd meteen in bed geholpen.’ > Zie ook pagina 6 en 7
Rechtenstudent Tom Mazurkiewicz op weg naar de borrelzaal van Minerva. Foto Taco van der Eb
Advertentie
Afvallen? Drink en eet gewoon minder!
Geen differentiatie collegegeld
Eerste tentamen overslaan mag
Leidse alumna Esmee Kohler test haar boek Het normale dieet uit in het studentenhuis. ‘In een glas bier zitten ongeveer honderd calorieën.’
Minister Bussemaker wil het plan om voor extra studietrajecten voor excellente leerlingen hoger collegegeld te vragen, intrekken.
Studenten Geesteswetenschappen zijn volgend collegejaar niet meer verplicht om deel te nemen aan de eerste tentamenmogelijkheid.
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Gaan we stranden op klimaat ? Nu in de boekhandel:
De sociale dimensie van de opwarming Nijssen & Walter
Bandirah Pagina 12
Dit boek geeft zicht op enkele samenlevingsregels en sociale werkingen die niet alleen de opwarming aanwakkeren maar bovendien de vorming van cohesie rond aanpak ervan flink in de weg staan. Productspecificaties op socdim.info
mare-nijssen 150401.indd 1
14-04-15 10:06
2 Mare · 16 april 2015 Geen commentaar
Camera loopt. En… actie! Studeren alleen is al niet zo makkelijk, als je het goed doet. Studenten met een functiebeperking verdienen dan ook alle lof. Als samenleving, en zeker als universiteit die koketteert met haar diversiteitsbeleid, wil je al het redelijke doen om die mensen te ondersteunen. Sterker nog, dat wil je niet alleen, dat moet je ook gewoon van de wet. Die wet heet ‘Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte’ en daar staat in prachtige juristentaal: ‘Het verbod van onderscheid houdt mede in dat degene, tot wie dit verbod zich richt, gehouden is naar gelang de behoefte doeltreffende aanpassingen te verrichten, tenzij deze voor hem een onevenredige belasting vormen.’ Wat blijkt echter, als je met die studenten gaat praten (z.o.z.)? Dat het voor een deel van hen wel erg handig zou zijn als de colleges werden opgenomen. Alleen de docenten vinden het moeilijk, moeilijk. Lastig met privacy en ‘inbreuk op de persoonlijke levenssfeer’. Welnu, beste docenten: rot voor je. Het aanslingeren van een webcam is simpelweg geen ‘onevenredige belasting’. Die camera staat bovendien niet in je slaapkamer of toilet, maar gewoon in een openbaar gebouw, waar je een van publiek geld betaalde lezing geeft aan een grote groep mensen. Als je daar echt dingen uitvoert die het daglicht niet kunnen verdragen, komt het a) toch wel uit en b) moet je je eens gaan afvragen wat je precies aan het doen bent en waarom. Wettelijk gezien valt er vast wel wat te mauwen over of een college nou een openbare of een besloten gelegenheid is. Ook zal er heus wel een keer een gevalletje zijn waarin het verstandiger is om de camera even uit te zetten. Maar voor het overgrote deel van de hoorcolleges is dat allemaal niet relevant. Stel je niet aan en neem dat college gewoon op. Voordelen genoeg, ook voor de niet-gehandicapten. Al het ongemotiveerde studentengespuis dat zich niet heeft voorbereid, blijft weg en valt de mensen die iets willen leren niet meer lastig. Wie moeite heeft met de voertaal of zijn aantekeningen niet meer kan ontcijferen, spoelt nog eens terug, eventueel met het woordenboek erbij. Doe het meteen goed en laat een student-assistent er ondertiteling bij zetten, dat maakt het makkelijker voor de slechthorenden. Nog een reden om het te doen: je komt toch wel in beeld. Al die telefoontjes, tablets en laptops in de zaal tegenover je hebben camera’s. Geheid dat studenten die gaan gebruiken als je leuke dingen zegt, stomme dingen doet of als ze daarmee hun gehandicapte medestudenten een handje kunnen helpen. Dan liever één goede camera in het midden van de zaal, zonder vertical video syndrome, schokkerig beeld of ruizend geluid. De komieken van South Park en Monty Python hebben uiteindelijk ook al hun materiaal zelf gratis op internet gekwakt, omdat ze diep ongelukkig werden van de lage kwaliteit van de filmpjes die er toch al stonden. Dat leverde ze uiteindelijk alleen maar meer geld op, niet minder. Je zou de filmpjes zelfs kunnen gebruiken om het jaar erop je colleges te verbeteren. Die camera is een reuze krachtig instrument, geen handicap. Door Bart Braun
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl
Column
E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Veerle van der Gracht (stagiaire) vgrachtmare@gmail.com Medewerkers
Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • J. Daemen • S. Grootveld • mr. F.E. Jensma • M. Kuipers• dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • F. Vermeeren • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Less democratization, meer democratisering De hippies die in de jaren zestig het Maagdenhuis bezetten, spraken vast een aardig mondje Engels: heavy stuff, yeah, make peace not war. Maar wanneer ze een teach in organiseerden of een spandoek beschilderden in het bezette Maagdenhuis, gebeurde dat in het Nederlands. Dat is een groot verschil met 2015. Het Engels was de taal waarin Ewald Engelen de Maagdenhuisbezetters toesprak en de taal van de Amsterdamse manifesten op het internet. Het is ook de taal van het artikel van Thomas Fossen, Cissie Fu, en Nicholas Vrousalis in de vorige Mare (‘Why Leiden University needs democratization’, 2 april 2015). Het lijkt me geen onbelangrijk verschil. Niet alleen hebben de Amsterdamse demonstranten contacten met tegenhangers in allerlei andere landen – veel protesterende studenten en docenten komen ook van elders. We hebben de kritische blik van de buitenstaander nodig om de vermolmde plekken te zien. Maar hebben ze daarmee ook gelijk? In hun artikel pleiten Fossen, Fu en Vrousalis voor meer democratie op de Nederlandse universiteiten. Het probleem is volgens hen dat iedereen alleen verantwoording verschuldigd is aan de managers boven hem in de hiërarchie, en niet aan degenen die lager staan. De werkvloer wordt daardoor niet serieus gehoord. De oplossing is volgens Fossen, Fu en Vrousalis dat de rector magnificus en het college van bestuur voortaan gekozen worden en dat de universiteitsraad verregaande bevoegdheden krijgt. De richting van de verantwoordingsplicht moet worden omgedraaid: niet omhoog, maar omlaag. Om te laten zien hoe ernstig de situatie is, vergelijken de schrijvers de huidige situatie met die in Frankrijk voor 1795. Die vergelijking is veelbetekenend. Dat je een natie-
staat maar beter democratisch kunt inrichten, daarover hoef je hopelijk niet lang te discussiëren. De vraag is echter of je een universiteit wel kunt vergelijken met een land. Wie horen dan tot de inwoners? Wie mag er meestemmen over de nieuwe rector? Vast niet alleen de hoogleraren. Wie wel? De postdoc op een NWO-project? De Catalaanse masterstudent die een jaar rondloopt? De mannen die hier onder mijn raam een muurtje voegen? Waar je de grens ook trekt, de vraag blijft waarom uitgerekend die mensen zeggenschap zouden moeten hebben over de universiteit. Is dat immers niet een publieke instelling, in bezit van veel meer mensen dan degenen die hier toevallig werken of studeren? Hoort een universiteit in een democratische samenleving niet eerder toe aan degenen die haar beheren dan aan degenen die er werken? Het model dat Fossen, Fu en Vrousalis van de universiteit schetsen is erg naar binnen gekeerd. De verantwoording loopt alleen van boven naar beneden of omgekeerd, maar altijd binnen de organisatie. De universiteit is een staat binnen de staat in hun analyse. De strijd rond het Maagdenhuis wekt hetzelfde gevoel: er vechten twee partijen die meer met elkaar bezig zijn dan met de buitenwereld. De taalkeuze van de protesten is daar symbolisch voor: wij discussiëren in het Engels terwijl op straat een andere taal gesproken wordt. Natuurlijk is er niets tegen een kritische analyse van de huidige machtstructuur, en valt daar van alles te verbeteren. Maar het college van bestuur moet ook met de samenleving kunnen praten; en daarom ook Nederlands moeten kunnen spreken. Marc van Oostendorp Is hoogleraar fonologische microvariatie
16 april 2015 · Mare Mensen
071 -527 …
In het oog van de orkaan De stormvlucht van een satellietexpert KNMI-onderzoeker Ad Stoffelen vloog met Amerikaanse Hurricane Hunters dwars door orkaan Ike. ‘Toen het vliegtuig omlaag viel, vertrok de crew geen spier.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘We vlogen een aantal keer door het oog van de orkaan. Als laatste ga je door de eye wall: de muur van wolken, waarin de windsnelheden het hoogst zijn. Een wild moment, maar zodra je in het oog komt, klaart het op’, vertelt KNMI-onderzoeker Ad Stoffelen. In 2008 maakte hij met een Amerikaans team vluchten door orkaan Ike. Dinsdag houdt hij een lezing in de Oude Sterrewacht. Bij het KNMI is hij verantwoordelijk voor de satellietgegevens van Europese meetinstrumenten. Ook de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) maakt daarvan gebruik. ‘De Amerikanen zochten contact, om te kijken of onze satellietmetingen geijkt konden worden voor orkaancondities. We meten met onze satellieten namelijk de ruwheid van de zee, op kleine schaal. Je
moet dan denken aan centimeters. Daaraan kun je de sterkte van de wind afleiden. Maar bij extreme wind raakt die ruwheid verzadigd.’ Naarmate het harder waait, neemt de kwaliteit van de satellietmetingen dus af. Stoffelen vloog mee met een speciaal uitgerust vliegtuig waarmee Amerikaanse Hurricane Hunters vergelijkbare metingen doen, maar dan ín de storm. ‘We zaten met twaalf tot vijftien bemanningsleden in een Lockheed Orion P3: een groot vliegtuig, met vier turbopropellers. De binnenkant is bedekt met kussens en in het midden is een rail om jezelf aan vast te houden.’ Niet alleen op de apparatuur, ook uit het raam is best wat te zien. ‘Als je een orkaan invliegt begint het vliegtuig behoorlijk te schudden. Vanaf anderhalve kilometer zagen we heel hoge windsnelheden op het zeeoppervlak, van zeventig meter per seconde.’ ‘Na een keer of drie, vier door het oog, riep de piloot om dat er iets aankwam dat hij niet kon ontwijken.
Rode lichten sprongen aan en we moesten absoluut onze schouderen heupgordels vastmaken. Ik hield mijn laptop goed vast, maar toen ik merkte dat het vliegtuig omlaag viel, vloog hij toch uit mijn handen. Als eerste probeerde ik hem op te vangen, wat me lukte, en vervolgens keek ik naar de gezichten van de ervaren crewleden om me heen. Die vertrokken geen spier. Dus ik dacht: oké, dit hoort erbij.’ Nadat de Orion P3 de orkaan had verlaten, liep hij naar de cockpit. ‘Daar zag ik dat we zojuist 3,5g bereikt hadden.’ Oftewel: 3,5 keer de zwaartekracht. ‘2,5 Is het maximum dat is toegelaten. Aan het eind van de vlucht landden we op een Caribisch eiland. Pas tijdens de debriefing ging de crew los met vragen.’ Die pokerfaces waren dus een kwestie van professionaliteit. ‘En toen moesten we nog weg van dat eiland. Voor een volledige inspectie van het vliegtuig was niet alle apparatuur voorhanden. De piloot
vloog evengoed weer door Ike, maar wanneer we boven 2,5g zouden komen, zou hij linea recta naar de thuisbasis vliegen.’ Stoffelens vluchten leidden inderdaad tot verbeteringen aan de Europese satellietmetingen. ‘Ook bij latere campagnes, waarbij Amerikaanse vliegtuigen weer onder Europese satellieten doorvlogen, zijn nog verbeteringen doorgevoerd.’ Inmiddels moet er echter iets anders verbeterd worden: ‘Met de satelliet hebben we ontdekt dat juist bepaalde windmetingen van het vliegtuig niet helemaal lijken te kloppen. We gaan alle gegevens met de betrokken wetenschappers nog eens goed doornemen.’ Lezing in de Oude Sterrewacht, georganiseerd door de Leidse Weer-en Sterrekundige Kring 21 april, aanvang tussen 19.40 en 19.55 uur, €5,- (gratis voor LWSKleden)
Orkaan Ike gefotografeerd vanuit de ruimte. Foto Nasa
Frutti di Mare
In een kapsalon zit ook groente ‘Ik woonde vroeger in Minervahuis Het Kippenhok’, vertelt Esmee Kohler (26). ‘Tijdens de eerste jaren van mijn studie at ik zonder er bij na te denken en er werd veel bier gedronken. Aan het eind van mijn studie was ik het zat. Ik wilde maatje 36 en gewoon alles aan kunnen trekken wat ik wilde. Een tijdje leefde ik op dieetrepen, tot het me duidelijk werd dat ik dat niet de rest van mijn leven kon. Met kleine
DOOR PETRA MEIJER
3
aanpassingen kun je al een hoop verschil maken.’ Kohler viel vijftien kilo af en startte een Facebookgroep voor geïnspireerde vrienden en familieleden. Nadat ze in een Belgische krant verscheen, liepen haar volgers op tot in de duizendtallen. Woensdag verscheen haar boek ‘Het normale dieet’. ‘Daarin laat ik zien hoe je aan de hand van simpele keuzes minder calorieën binnenkrijgt. Want dat
‘Fucking chill, die wraps, maar wel wat weinig vlees.’ Foto Marc de Haan
is waar afvallen om draait’, zegt ze. ‘Er is geen wondermiddel. Je moet gewoon minder eten.’ Omdat dat te laten zien bereidt ze op verzoek van Mare een gezonde maaltijd voor de jongens van Minervahuis Bree 14. ‘Het moest niet te moeilijk zijn, dus ik heb voor wraps gekozen’, zegt Kohler in de supermarkt. Stijn Verweijen (21, fiscaal recht) en Julius Moorman (21, fiscaal recht) knikken goedkeurend. ‘Die eten wij eten ook regelmatig. We smijten kip en rund bij elkaar en eten het met mais, salsa, guacamole, cheddarsaus, crème fraîche en veel kaas.’ Er is dus nog wat ruimte voor verbetering. ‘We gaan er vooral veel groente in doen en wat gerookte kip’, zegt Kohler, terwijl ze twee bakjes Griekse yoghurt uit de schappen pakt. ‘Als je dit neemt in plaats van crème fraîche, bespaar je al gauw dertig calorieën per lepel.’ Op Bree 14 beginnen de jongens met groente snijden. Tijd voor een kleine inventarisatie: van de tien bewoners zijn er acht aangekomen tijdens hun studententijd. ‘We eten hier wel genoeg groente, maar we eten ook te veel vlees en kaas’, zegt Moorman. Douwe Krantz (22, fiscaal recht) ziet het probleem niet. ‘Ik neem gewoon wat ik lekker vind. Maar ik eet best gezond.’ De anderen barsten in lachen uit. ‘Hij
stond net nog boterhammen met bergen vlees in de pan te bakken. En na het avondeten haalt hij vaak nog een kapsalon.’ Krantz: ‘Dan heb ik nog honger. En in een kapsalon zit ook groente.’ ‘Ik ben wel eens uit een kledingstuk gescheurd’, vertelt Maarten Abe Nijenhuis (24, geneeskunde). ‘Maar daarna ben ik afgevallen. Hoe? Vooral door minder te drinken.’ Tijdens lange avonden op de tent drinken enkele jongens wel dertig bier, en dat kan de Griekse yoghurt natuurlijk nooit compenseren. ‘In een glas bier zitten ongeveer honderd calorieën’, zegt Kohler, die vervolgens wel gewoon een biertje aanneemt van de jongens. ‘Af en toe kan best, als je je maar bewust bent van wat je eet en drinkt.’ Terwijl de eerste wraps worden opgewarmd werpt Edmond Rinnooy Kan (23, civiel recht) een blik op de pan met sla, komkopper, tomaat, avocado en gerookte kip. ‘Is dat allemaal rauw?’, vraagt hij achterdochtig. Even later zit toch iedereen lekker te eten. ‘Fucking chill, maar wel weinig vlees’, luidt het oordeel. ‘Als ze dit om half vijf ’s nachts verkochten, zou ik het wel halen’, zegt Krantz. ‘Wil je zelf niet mee-eten?’, vragen de jongens, maar Kohler heeft nog een andere afspraak. ‘Nee hoor’, antwoordt ze. ‘Ik haal onderweg wel een kapsalon.’
P+1 = elegant De Belgische wiskundige en filosoof Jean Paul Van Bendegem (62), geeft vandaag een lezing over de schoonheid van complexe getallen en de elegantie van wiskundige bewijzen. ‘De uitleg van formules lees ik met ingehouden adem.’ Vinden alle wiskundigen cijfers mooi? ‘Lang niet allemaal. Er is behoorlijk veel discussie over. Er zijn er die het totale onzin vinden. Maar ik zie de schoonheid zeker. Bijvoorbeeld een heel kort en bondig bewijs dat een diep inzicht geeft in een probleem, en tegelijkertijd ook een oplossing biedt voor andere wiskundige problemen. Rond 300 voor Christus leverde de Griekse wiskundige Euclides het bewijs dat er oneindig veel priemgetallen zijn. In dat bewijs komt een cruciaal getal voor van de vorm P+1. Drie tekens, bijzonder elegant.’ Gaat het alleen om getallen? ‘Nee, verbazingwekkende ontdekkingen kunnen ook schitterend zijn. Een fameus voorbeeld zijn fractals. Dat zijn verzamelingen bepaald door complexe getallen. Bekend is de Mandelbrotverzameling, vernoemd naar de Frans Poolse wiskundige Benoît Mandelbrot. Deze verzamelingen kun je weergeven in een figuur dat door veel mensen mooi wordt gevonden. Het zotte aan deze fractal is dat als je inzoomt op een deel van het figuur je steeds datzelfde figuur terugziet komen. Dat gaat tot in het oneindige door. Het ziet er dus op het eerste gezicht heel eenvoudig uit maar het is ongelofelijk complex.’ Kan wiskunde ook lelijk zijn? ‘Zeker. Schoonheid kan ook in de stijl verscholen zitten. Het gaat niet alleen om symbolen en formules maar vooral ook om de uitleg. Hoe schrijft de wiskundige het op? Waar legt deze accenten? Je stuurt de lezer. De Nederlandse wiskundige Bertus Brouwer dacht hier heel goed over na. Zijn uitleg is net een thriller met spannende plotwendingen. Dat lees je met ingehouden adem. ‘Maar het kan ook misgaan. Zelfs een mooi bewijs is te verknallen. Als je maar details blijft toevoegen wordt elk bewijs lelijk. Als je de weg naar het station vraagt, en iemand vertelt hoe elk huis dat je moet passeren eruit ziet, raak je in verwarring.’ ‘Wiskundigen vertonen overigens gedrag dat door niet-wiskundigen wel als bizar wordt gezien. Dan vinden ze een redelijk mooi bewijs en schrijven dat goed op. Dan zegt de buitenstaander toch: “Prima, klus geklaard.” Maar wiskundigen denken daar heel anders over. Die gaan op zoek naar andere manieren om bijvoorbeeld eenzelfde stelling te bewijzen. Zij willen altijd op zoek naar meer en mooier bewijs.’ Hoe verhoudt de wiskunde zich tot andere vormen van schoonheid? ‘Ik vind het moeilijk om daar iets over te zeggen. Mijn lievelingsschilder is Mondriaan. Je zou kunnen zeggen. Ah, maar natuurlijk, kijk naar de symmetrie en vlakverdeling. Dat is wiskunde. Maar dat is absoluut niet hoe ik de schilderijen ervaar. Ik vind het storend om op die manier naar zijn werk te kijken.’ In een van uw boeken kijkt u met een wiskundig oog naar seks. Gaan mathematiek en erotica samen? ‘Ik denk niet dat de wiskunde onze begrip van de schoonheid van seks en liefde veel verder gaat brengen. Het enige voorbeeld dat ik zo snel kan bedenken is de Vitriviusman, onder andere bekend door de tekening van Leonardo Da Vinci, waarin de lichaamsverhoudingen de gulden snede benaderen. En de mens is geneigd deze verhoudingen mooi te vinden.’ VB Professor Van Bendegem geeft drie colleges. Vandaag spreekt hij over de schoonheid van wiskunde. De andere bijeenkomsten zijn op 23 en 30 april. Lipsius, zaal 011, 19:30, toegang gratis
4 Mare · 16 april 2015 Nieuws
Waarschuwing De directeur van Valk, het vliegangstinstituut van de Universiteit Leiden en KLM, heeft een waarschuwing gekregen van het tuchtcollege. Hij zou niet alleen de rol van therapeut, maar op den duur ook die van vriend en zakenpartner, bekleed hebben voor een cliënte. Zij was, behalve voor vliegangst, ook voor andere psychische klachten bij hem in therapie, en deed uiteindelijk ook pr-werk. Ook de therapie zelf zou niet volgens ‘de normen van de professionele standaard’ zijn verlopen. Het tuchtcollege verklaart de klacht grotendeels gegrond, maar volstaat met een waarschuwing, uit de overtuiging dat de directeur van de zaak geleerd heeft. Bovendien heeft de voormalige cliënte zich uitgebreid laten interviewen door de Volkskrant, waarmee de directeur al ‘genoeg gestraft’ zou zijn.
Varsity op erfgoedlijst De jaarlijkse studentenroeiwedstrijd Varsity is op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed geplaats. Dat hebben het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE), dat over lijst gaat, en de Koninklijke Nederlandsche Studenten Roeibond bekend gemaakt. De wedstrijd, die elk jaar door de Utrechtsche Studenten Roeivereniging Triton op het Amsterdam-Rijnkanaal georganiseerd wordt, geldt als de belangrijkste en meest in het oog springende roeiwedstrijd van het jaar. Studenten dragen bolhoedjes en wandelstokken, zooien met elkaar, gooien met kluiten modder en bier en de winnaars worden door naakte zwemmers (de heren slechts gehuld in stropdas) onthaald. Zondag 5 april was de 132ste editie van de Varsity. Het Rotterdamse Skadi won, Njord werd tweede.
Programma Lustrum Het lustrumprogramma van de Universiteit Leiden is bekendgemaakt. Dit jaar viert de universiteit haar 88ste lustrum met als thema ‘440 jaar vrijheid’. Naast diverse kleinere activiteiten, waaronder een serie gesprekken tussen kunstenaars en wetenschappers, organiseert de commissie ook twee grote activiteiten. Op 25 juni kunnen studenten en medewerkers meedoen aan de University Sports Challenge, een ludieke meerkamp met onder andere levend Angry Birds, wipeout en bumperball (voetballen met een grote skippybal om het lijf). Op 26 juni vindt het lustrumfeest plaats, met optredens van onder meer De Jeugd van Tegenwoordig in de Pieterskerk en een afsluitend feest bij Quintus. Kaarten zijn vanaf 20 april te koop.
Eén Leidse Rubicon Ontwikkelingspsycholoog Margot Schel heeft een Rubiconfinanciering gekregen. Daarmee gaat ze aan het Karolinska Institute in Zweden onderzoek doen naar logische puzzels als voorspellers van wiskundevaardigheden bij kinderen. Met het Rubiconprogramma kunnen recent gepromoveerde wetenschappers onderzoekservaring opdoen in het buitenland. Wetenschapsfinancier NWO heeft nog zeventien andere wetenschappers beloond met de beurs. Schel was de enige van de Universiteit Leiden dit jaar. In januari promoveerde ze op een onderzoek naar zelfcontrole en hoe die vaardigheid zich ontwikkelt bij kinderen en adolescenten.
Prijs voor Mare Met het artikel ‘Alles Is een hoax’ (Mare 18, 5 februari 2015) heeft Mare de Kring Award gewonnen, een prijs voor het beste verhaal uit de hogeronderwijsbladen. Dit jaar ging het om ‘de beste vertaling van landelijk of wereldnieuws naar het eigen hogeronderwijsmedium’. Mare’s inzending ging over complottheorieën. De aanleiding was student Tarik Z., die met een nepwapen de NOS-studio binnendrong, om zendtijd op te eisen.
‘Zwarte gaten in de collectie’ Zorgen over de universiteitsbibliotheek Universitair docent civiel recht Pieter De Tavernier vindt het zorgelijk dat er bladen ‘verdwijnen zonder dat wij daar eerst van op de hoogte worden gebracht’. ‘Ik ben onaangenaam verrast door de recente stopzetting van een bepaalde collectie’, zei Pieter De Tavernier maandag tijdens de faculteitsraadsvergadering Rechten. ‘De laatste jaargangen van het belangrijkste Franstalige Belgische juristentijdschrift Journal des Tribunaux zijn niet beschikbaar in de bibliotheek in het KOG. Het abonnement is opgezegd.’ Ook is het tijdschrift niet digitaal te lezen. ‘Zijn we nu niet bezig om onze collectie onrechtmatig af te bouwen? The most leading Belgian journal in French, om het maar eens in lelijk Engels te zeggen, is plots weg. Daar is niet naar ons instituut over gecommuniceerd. We moeten heel precies op de hoogte blijven van het afbouwen van heel belangrijke collecties. Ik heb heel veel respect voor de medewerkers van de bibliotheek, maar de communicatie tussen de bibliotheek, bestuur en medewerkers is onvoldoende de afgelopen tijd. Ik begrijp dat de bibliotheek moet besparen. Dat betekent keuzes maken, maar we willen daar wel van op de hoogte worden gehouden.’ Rechtendecaan Rick Lawson noemde de opmerkingen ‘een belangrijk signaal’. ‘Dit is een kwestie van verdeling van fondsen. Maar Door Vincent Bongers
als er meer geld naar de UB gaat, dan betekent dat er minder overblijft voor bijvoorbeeld onderwijs. Als het goed is, is er per afdeling een contactpersoon die met de UB overleg heeft over de collectie en de keuzes.’ ‘Dit is een A-tijdschrift’, zegt De Tavernier later aan de telefoon.
‘Geen obscuur blaadje. Het is geen staatszaak maar wij zijn wel de wetenschappers die met deze tijdschriften werken. Ik vraag wel aan collega’s in België of ik artikelen uit het Journal kan krijgen. Er zijn vast ook convenanten te sluiten met andere universiteiten om in Leiden geschrapte tijdschriften toch beschik-
baar te maken.’ Het ontstaan van gaten in de collectie speelt universiteitsbreed, aldus De Tavernier. ‘Ik deed laatst mee aan een paneldiscussie bij de UB. En daar stelden collega’s van andere faculteiten dat er ook bij hen “zwarte gaten” zijn.’
Differentiatie collegegeld van de baan Nu het studievoorschot er is, ziet minister Bussemaker geen reden om nog met collegegelden te differentiëren. Dat zei ze in een interview met NU.nl. Als het aan de minister ligt, wordt het plan om voor extra studietrajecten voor excellente leerlingen hoger collegegeld te vragen, ingetrokken. Anderhalf jaar geleden kondigde Bussemaker nog een proef aan met
Brand in studentenhuis Op zaterdagochtend 11 april is er brand ontstaan op de zolderverdieping van een studentenhuis aan de Lokhorststraat. ‘Om kwart voor tien werd ik wakker van het brandalarm. Toen bleek dat de gehele zolderkamer van mijn huisgenootje in de fik stond’, vertelt bewoonster Lisanne Hofhuis (21). ‘Door een snelle inval van de brandweer was de brand snel onder controle’, verklaart woordvoerder Ingrid Gort van Brandweer Hollands Midden. Volgens Hofhuis was de brand hoogstwaarschijnlijk ontstaan door een kortsluiting. Gort: ‘Eén student heeft lichte brandwonden opgelopen bij een bluspoging.’ De inwoners werden verder opgevangen in het koffiehuis ’t Suppiershuysinghe tot ze weer konden terugkeren naar hun kamers. Op de zolderkamer na is alles begaanbaar. Hofhuis: ‘Alle spullen in de zolderkamer zijn verwoest. De rest van het huis heeft vooral water- en rookschade door het blussen.’ VVDG
de zogeheten collegegelddifferentiatie. Vanwege de discussie rond het leenstelsel werd deze tijdelijk in de ijskast gezet. Een meerderheid in de Tweede Kamer laat het daar het liefste bij, blijkt nu uit een rondgang van de nieuwswebsite. De VVD, die het voorstel voor collegegelddifferentiatie lanceerde, reageerde verontwaardigd. Het vorige kabinet maakte namelijk afspraken met de hogescholen en universiteiten
over experimenten met hoger collegegeld, zodat zij genoeg geld zouden hebben om zich met excellentieprogramma’s te profileren. De PvdA zou zich daar gewoon aan moeten houden, stelt de VVD. Ook universiteitskoepel VSNU ziet liever dat de PvdA zich aan de afspraken houdt, omdat de financiering voor excellente programma’s nu ergens anders vandaan moet komen. Veel andere partijen zijn echter
blij dat de minister in overleg met het kabinet af wil zien van collegegelddifferentiatie. Ze vrezen een tweedeling: een excellente opleiding voor wie zich het hoger collegegeld kan veroorloven, en een gewone opleiding voor de overige studenten. Bovendien menen ze dat er door het leenstelsel al voldoende geld vrijkomt om in de kwaliteit van het hoger onderwijs – en dus ook in excellentietrajecten – te investeren. PM
Vrees voor alcoholboete Fixus werkt Studieverenigingen vrezen failliet te gaan door alcoholboetes. Sinds de regering de minimumleeftijd voor alcohol verhoogde, dringen de geesteswetenschappenstudenten daarom aan op een toereikend alcoholprotocol voor hun faculteit. ‘Het lijkt alsof alle gedane moeite vergeefs is geweest’, schrijven de verenigingsvoorzitters in een notitie aan het faculteitsbestuur. Er is een universiteitsbreed protocol. ‘Maar dat geeft geen duidelijkheid over situaties die zich bij studieverenigingen, maar ook bij instituutsborrels voordoen’, verduidelijkt Ton Rovers, voorzitter van Studievereniging Wijsbegeerte Symposion. Dat document gaat vooral over officiële horecalocaties, zoals het Literair Café of het Juridisch Café. Er staat in dat er altijd een medewerker aanwezig moet zijn met een ‘Verklaring Sociale Hygiëne’, die dus op de hoogte is van de Drank- en Horecawet. Die persoon moet toezien op het naleven van de regels, zoals het verbod op alcohol voor mensen onder de achttien.
‘Op alternatieve locaties, waar we zelf drank mee naartoe nemen, proberen we zelf goed te controleren. Maar wat als er een zeventienjarige doorheen glipt, en er net gecontroleerd wordt? Door zo’n hoge boete kan een studievereniging zo failliet gaan. Die verantwoordelijkheid willen we regelen met het faculteitsbestuur’, zegt Rovers. Vorig collegejaar kwam het nog tot een conceptplan, gebaseerd op het protocol van de faculteit Campus Den Haag. Dat is nog altijd niet aangepast aan Geesteswetenschappen. ‘Van de huidige assessor hoorden we dat het faculteitsbestuur het alcoholprotocol niet als prioriteit ziet.’ Wegens tijdgebrek werd de notitie afgelopen faculteitsraadsvergadering nog niet besproken. Dat zal in mei alsnog gebeuren. Dat er dan besloten wordt tot een alcoholverbod buiten die officiële horecalocaties, lijkt de verenigingen onwaarschijnlijk. Rovers: ‘Niet alleen de studieverenigingen, ook de instituten organiseren borrels en barbecues. Dan zou er wrijving ontstaan tussen het bestuur en de instituten.’ MVW
Leiden heeft als enige universiteit nog een rechtenfaculteit met een numerus fixus. Volgens het rechtenbestuur lijkt het erop dat dat de juiste keuze is geweest. ‘Toen we merkten dat al onze collega-faculteiten de fixus gingen afschaffen, hebben we getwijfeld’, aldus rechtendecaan Rick Lawson. ‘Wellicht krijgen we te weinig studenten als we de fixus behouden. Maar loslaten betekent dat er mogelijk een tsunami van eerstejaars op ons afkomt. Wat betreft gebouw en staf kunnen we dat niet opvangen.’ Uiteindelijk viel de keuze op behoud van de fixus. ‘En als we kijken naar de vooraanmeldingen dan zien we dat de belangstelling niet afneemt. Het aantal aanmeldingen ligt rond het niveau van vorig jaar. We zijn dus nog steeds aantrekkelijk voor studenten. Het wordt nog wel spannend. Een deel van de studenten schrijft zich in voor meerdere studies. Het kan zijn dat zij alsnog kiezen voor een opleiding waar zij hun vooraanmelding direct kunnen verzilveren. En bij ons moeten ze nog even wachten.’ VB
16 april 2015 · Mare 5 Nieuws
Eerste tentamen niet meer verplicht Studenten Geesteswetenschappen mogen voortaan overslaan Studenten Geesteswetenschappen zijn volgend collegejaar niet langer verplicht om deel te nemen aan de eerste tentamenmogelijkheid. De faculteitsraad stemde voor het afschaffen van die regel. ‘Bij geschiedenis komen sommige studenten nu alleen opdagen, zodat hun naam wordt genoteerd. Dat verstoort het tentamen voor andere deelnemers’, vertelt Koen Marijt, studentraadslid voor BeP. De raad van GeestesweDoor Marleen van Wesel
tenschappen boog zich afgelopen week tijdens de raadsvergadering over de zogenaamde OER’en, de Onderwijs en Examenregelingen, voor collegejaar 2015-2016. Deels zijn die universiteitsbreed vastgesteld, maar bij sommige onderdelen hebben de faculteiten wat keuzeruimte, zoals bij de opkomstplicht bij tentamens. Momenteel kan bij Geesteswetenschappen alleen de examencommissie in individuele gevallen studenten toelaten tot de herkansingsmogelijkheid, wanneer ze het eerste tentamen gemist hebben. De OER’en van Rechten zijn op
dit onderwerp nog strenger: behalve een opkomstplicht geldt ook de regel dat je minimaal een vier moet halen voor je tentamen om te mogen herkansen. Decaan Wim van den Doel wijst erop dat deze regel bij Geesteswetenschappen ook een jaar heeft gegolden. ‘We willen studenten juist bij die eerste tentamenmogelijkheid hebben, om hen te helpen’, benadrukt hij. ‘Maar deze stimulans werkt niet’, reageert studentraadslid Vincent Boers van de LVS. Volgens raadsvoorzitter en universitair docent wijsbegeerte Jan Sleutels werkt het wél en ook Van
den Doel kent positieve verhalen van de bachelor international studies. ‘Ik hoor uitzonderingen voorbijkomen, maar het gaat hier om zesduizend studenten’, zegt hij. ‘Maar wérkt het dan bij die zesduizend?’ wil BeP-lid Bert van Laar weten. Aangezien er de afgelopen jaren verschillende van zulke studiebevorderende maatregelen zijn ingevoerd, zijn de effecten lastig te herleiden. ‘De universiteitsraad heeft al aangegeven dat er echt genoeg maatregelen zijn. En dat die samen zelfs tot studievertraging zouden kun-
nen leiden’, weet personeelsraadslid Gareth O’Neill, die zelf ook in de universiteitsraad zit. Na stemming blijkt een grote meerderheid van de faculteitsraad voor afschaffing van de regel. De opleidingen hierover zelf laten beslissen lijkt geen optie. ‘Sommige vakken worden namelijk vanuit verschillende opleidingen gegeven’, verduidelijkt personeelsraadslid Nicole van Os. Van den Doel besluit: ‘Ik denk dat we hiermee mensen zullen teleurstellen, maar het is niet anders. Het punt wordt geschrapt.’
NWO op de schop De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek komt met een nieuwe strategie. Onderzoek doen kost geld, en dat geld krijgen universitair onderzoekers nog maar zelden van hun universiteit. De meesten halen hun onderzoeksbudget bij geldschietende organisaties, de zogeheten ‘tweede geldstroom’. Nederlands onderzoeksgeld wordt met name verdeeld door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die jaarlijks zo’n 650 miljoen aan subsidies uitreikt. Toen het Ministerie van Onderwijs – waar NWO onder valt – vorig najaar met haar Wetenschapsvisie 2025 kwam, stond daar al in dat NWO zou moeten veranderen. Afgelopen maandag maakte de organisatie bekend wat haar plannen voor de toekomst zijn, en hoe de bijbehorende verandering eruit ziet. Het aanvragen van beurzen moet makkelijker worden. De organisatie wil daarnaast vooral meer samenwerking zien: tussen onderzoekers, disciplines, maar ook met ‘belanghebbenden in de samenleving’. Ook wil NWO meer ‘haar verantwoordelijkheid nemen voor het belang van de wetenschap voor welzijn en welvaart.’ Voor de zekerheid staat
Bademeisters Al ruim vijftig jaar bewaken leden van het Utrechts Studenten Corps ‘s zomers het strand van Texel. Judith de Leeuw maakte een documentaire over hen. Bademeisters is zondag te zien op NPO3, om 22.50 u. Foto’s VPRO
‘Democratie staat onder druk’ Het wordt bij de faculteit Rechten steeds lastiger om personeelsleden te vinden die actief willen zijn in de medezeggenschap. ‘Ik denk dat de medezeggenschap in Leiden op zich goed functioneert’, aldus René Orij van personeelspartij PP, die ook voorzitter van de faculteitsraad is. ‘Gebrek aan democratie, zoals in Amsterdam, zien we hier niet. Maar het is wel een uitdaging om een mooie lijst samen te stellen. Dat is ons maar net gelukt. Een half uurtje voor deadline hadden we de lijst pas rond. Het al veel besproken rendementsdenken heeft invloed op de democratie binnen deze universiteit. Bij het werven van kandidaten merken we dat mensen geen tijd meer hebben voor de medezeggenschap. Of ze krijgen van leidinggevenden geen tijd om zich bezig te houden met de raad. Daar zit ik mee in mijn maag.’ Tijdens de raadsvergadering kwamen maandag ook de afspraken aan
bod die zijn gemaakt over de universitaire verkiezingscampagne. Deze verkiezingen zijn van 18 tot en met 22 mei. In de afspraken staan tijden waarop er geflyerd mag worden bij de ingang van het KOG. Zo is flyeren op zaterdag en zondag niet toegestaan. Voor de weekdagen zijn er strikte flyertijden vastgesteld. Koen Hamelink van studentenpartij LVS wilde zich daar nog niet bij neerleggen. ‘Het zijn gewoon regels die de faculteit oplegt, en daar heb ik mijn bedenkingen over. Kan hier nog iets aan veranderd worden? Wij willen het liefst zoveel mogelijk flyeren. De tijden mogen wat ons betreft worden uitgebreid.’ Rechtendecaan Rick Lawson benadrukte dat het bestuur niets oplegt. ‘Het zijn afspraken die gemaakt zijn door de fracties in de faculteitsraad. Die neemt het bestuur over. De revolutie rammelt aan de poorten. Dus er is reden om de medezeggenschap alle ruimte te geven om
campagne te voeren. En alle fracties moeten voldoende gelegenheid krijgen om zich te presenteren - op voet van gelijkheid. Wij als bestuur hebben dan nog het belang dat het geen bende wordt in het gebouw. Het is niet de bedoeling dat portiers tot ver na sluitingstijd folders moeten oprapen.’ Raadsvoorzitter Orij steunde het bestuur: ‘Dit zijn onze eigen afspraken. Ik heb de indruk dat ook alleen de LVS aanpassingen wil. Van de rest van de partijen horen we niets. De meerderheid is voorstander.’ ‘Bij de ingang van het gebouw flyeren ook studieverenigingen en bijlesorganisaties’, vulde assessor Tim van Lit aan. ‘Het lijkt me ook niet in het belang van de partijen om het flyeren helemaal vrij te geven. Als er telkens zeventien organisaties voor de deur staan, denkt de student die naar binnen wil ook: laat al die papieren maar zitten.’ Hamelink: ‘Dan zetten we volgend jaar maar weer in op ruimere flyertijden.’ VB
een bladzijde later nog een keer: ‘Moderne wetenschap is verbonden met het bedrijfsleven.’ In de visie van NWO komt er meer gezamenlijke onderzoeksprogrammering tussen wetenschap, overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties.’ Om dat mogelijk te maken, wil NWO onder meer subsidies instellen die samenwerking op de langere termijn (tot tien jaar) mogelijk maken, en een betere strategie voor grote onderzoeksfaciliteiten. Wel blijft de organisatie ‘open staan voor (…) nieuwsgierigheidsgedreven, maatschappelijk geïnspireerd en risicovol onderzoek.’ NWO is op dit moment een lappendeken van wetenschapsgebieden, regio-organen, instituten en stichtingen. Dat gaat veranderen. De huidige wetenschapsgebieden gaan op in vier domeinen (bèta, technisch, geestes- en sociale wetenschappen, en medisch). De bazen van die domeinen zitten ook in het bestuur. Het bestuur krijgt een raad van toezicht en een raad van advies. Die laatste bestaat uit zo’n twintig stakeholders uit goede doelen en het bedrijfsleven, en moet het bestuur gevraagd en ongevraagd bijstaan. Bij de reorganisatie zullen geen ontslagen vallen, volgens NWO. BB
‘Voedsel weggooien is zonde’ De faculteitsraad Rechten wil dat er wat wordt gedaan aan het onnodig weggooien van voedsel. Het bestuur steunt studentenacties tegen verspilling. Vorige maand stelde studentenpartij SGL vragen over voedsel en drank die overblijft na bijeenkomsten op het KOG. Wordt overtollig voedsel zomaar weggegooid? Arjan de Vries van studentenpartij CSL vroeg maandag tijdens de raadsvergadering of het rechtenbestuur naar aanleiding van deze vragen op onderzoek was uitgegaan. En dat bleek zo te zijn. ‘Alles wat we weg gooien is per definitie zonde’, zei portefeuillehouder bedrijfsvoering Dennis Hoitink. ‘Het is soms lastig te schatten hoeveel broodjes en dergelijke nodig zijn bij bepaalde gelegenheden. Van wat er overblijft, sturen we zoveel mogelijk naar de voedselbank. Maar dat kan natuurlijk niet met alle producten. Een bekertje melk dat een halve dag buiten de koelkast heeft gestaan gooien we weg. En dat geldt ook voor koude bitterballen.’ ‘Ik heb zelden te maken met koude bitterballen’, vulde decaan Rick
Lawson aan. ‘Die halen bij mij de finish niet.’ ‘Zijn er statistieken van het aantal producten dat naar de voedselbank gaat?’ vroeg De Vries. Hoitink: ‘Dat weet ik niet.’ ‘Ik heb contact opgenomen met Green Keys, de studentencommissie voor duurzaamheid’, vertelde Raoul Waterman van de SGL. ‘Zij lieten mij weten dat zij met het Universitair Facilitair Bedrijf (UFB) wilden spreken over het weggooien van voedsel.’ Green Keys werd echter niet met open armen ontvangen. ‘Green Keys meldde mij dat het UFB “geen fan van studenten is. De organisatie wilde niet met ons in contact treden.” Maar ik begrijp dat Green Keys een onderzoek gaat doen naar hoe andere universiteiten omgaan met overtollig voedsel. In Utrecht gaan bijvoorbeeld lunchpakketen die over zijn naar studenten. Ik wil graag weten hoe zij dat daar regelen. Als daar duidelijkheid over komt dan willen we gezamenlijk naar het UFB stappen.’ ‘Mocht dit nodig zijn dan zal het bestuur deze actie ondersteunen’, zei Lawson. VB
6 Mare · 16 april 2015 Advertentie
Achtergrond Vervolg van de voorpagina
Vacature
Assessor v/m Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen voor het studiejaar 2015-2016, ca. 25 upw Meer informatie www.science.leidenuniv.nl/index.php/assessor
Bij ons leer je de wereld kennen
VACATURE: voorzitter Leids Universitair Studentenplatform Voor het studiejaar 2015-2016 zoekt het College van Bestuur per 1 september 2015 een voorzitter voor het Leids Universitair Studentenplatform. Van de voorzitter wordt verwacht dat deze in overleg met het College van Bestuur een aantal bijeenkomsten organiseert over onderwijs- en studentenzaken.
Platform adviseert College van Bestuur
In het Leids Universitair Studentenplatform geven studenten advies aan het College van Bestuur van de Universiteit Leiden over onderwijs- en studentzaken. Ook is het studentenplatform verantwoordelijk voor de uitreiking van de Leidse Onderwijsprijs. Het studentenplatform heeft een onafhankelijke voorzitter die de belangen van studenten behartigt. Per faculteit heeft het platform een student die de voorzitter ondersteunt bij de organisatie van de verschillende bijeenkomsten.
Themabijeenkomsten en de Leidse Onderwijsprijs
Voor het studiejaar 2015-2016 zoekt het College van Bestuur per 1 september 2015 een voorzitter voor het Leids Universitair Studentplatform. De voorzitter wordt geacht, in overleg met het College van Bestuur een aantal bijeenkomsten te organiseren over onderwijs- en studentzaken. Daarnaast organiseert de voorzitter periodiek themabijeenkomsten waarin groepen studenten ontbijten om met het College van Bestuur te praten over het universitaire onderwijs. Ook reikt de voorzitter op de Opening van het Academisch jaar in september 2016 de Leidse Onderwijsprijs uit.
Profiel
De voorzitter heeft het volgende profiel:
Hij/zij heeft:
• Ruime ervaring als commissie- of bestuurslid, ook binnen de Leidse academische gemeenschap; • Minimaal 1 jaar de tijd voor het voorzitterschap van het studentenplatform, herbenoeming is mogelijk; • Een netwerk van studenten binnen de Universiteit en de faculteiten; • De capaciteit om studentenbijeenkomsten en interne vergaderingen van het studentenplatform te leiden; • Het vermogen om voor de belangen van studenten op te komen en studenten te vertegenwoordigen; • Uitstekende communicatieve en motiverende vaardigheden; • 8 uur in de week tijd voor deze functie; • Het vermogen om contacten te onderhouden met diverse gremia en medewerkers binnen en buiten de Universiteit Leiden. • De inspanning van de voorzitter van het Leids Universitair Studentenplatform vergen ca. 8 uur per week. De Universiteit stelt een tegemoetkoming beschikbaar.
Interesse?
Nadere inlichtingen over de functie kunnen worden ingewonnen bij Jeroen ‘t Hart (directeur Studentenen Onderwijszaken), directiesecretariaat@sea.leidenuniv.nl of de huidige voorzitter Femke Vermeer, femkevermeer@hotmail.com Kijk ook op internet: http://studenten.leidenuniv.nl/studie-studeren/lus/ Solliciteren kan per email, door het sturen van een motivatiebrief en cv, tot uiterlijk vrijdag 15 mei. Je kunt je sollicitatie richten t.a.v. Jeroen ‘t Hart, directiesecretariaat@sea.leidenuniv.nl
Welke richting geef jij aan je bachelor?
Ontdek het 28 april op de Minorenmarkt Geesteswetenschappen Of je je bachelor nu wilt verbreden of verdiepen, interesse hebt in in een minor European Union Studies of een stage in Spanje. Op de minorenmarkt Geesteswetenschappen kun je je licht opsteken over alle keuze-mogelijkheden. Dinsdag 28 april, 16.00-17.30, in het Arsenaal. www.hum.leidenuniv/studenten/studiepunt
Bij ons leer je de wereld kennen
Pauline Gransier
Foto’s Taco van der Eb
Liever horen dan lopen Wie: Pauline Gransier (27) Functiebeperking: cerebrale parese en slechthorend Studie: vijfdejaars film- en literatuur wetenschap ‘Sorry dat ik wat later ben’, verontschuldigt Pauline Gransier zich. ‘Ik ben nogal druk met het schrijven van een manifest aan de Tweede Kamer. Nederland heeft als een van de weinige landen het VN-verdrag voor de rechten van de mens met een beperking niet geratificeerd, en dat moet veranderen.’ Gransier is drie maanden te vroeg geboren, waardoor ze de fysieke ontwikkelingsstoornis cerebrale parese kreeg. Haar hersenen geven continu verkeerde signalen door aan haar spieren, waardoor ze geen controle heeft over haar lichaam. Daarnaast is ze slechthorend. Het kost haar erg veel moeite om zich te concentreren op wat er wordt gezegd, wat haar chronische vermoeidheid verergert. ‘Ik zou liever goed kunnen horen dan kunnen lopen.’ Voor Gransier kost het meer tijd om de collegezaal in het Lipsius te betreden dan voor andere studenten. Eerst meldt ze zich bij de receptie. De receptionist belt naar een universiteitsmedewerker. Samen pakken ze de lift naar de kelder, waarna de medewerker een deur opent die naar de collegezaal leidt. Ze betreedt de zaal dus vanaf de plaats waar de docent college geeft, in plaats van de reguliere ingang bovenin. Vanaf de begane grond volgt ze de colleges. ‘Ik zou liever op het bovenste plateau zitten tussen de studenten, maar dan kan ik niet liplezen.’ ‘Soms krijg ik vooraf aantekeningen van de docent, zodat ik het beter kan volgen’, vertelt ze. Tijdens elk college zit er een tolk naast
haar. Die maakt met een speciaal toetsenbord, opgedeeld in lettergrepen, razendsnel notities, die Gransier meteen op haar laptop kan meelezen. Zo wordt het college als het ware live ondertiteld. ‘Ik ben erg tevreden over hoe de universiteit omgaat met studenten met een beperking. Je moet open zijn over de dingen waar je tegenaan loopt. Hoewel ik goed op m’n voeding let, probeer te sporten en genoeg slaap, haal ik soms niet alles binnen de deadline. Dan krijg ik uitstel. Voor een tentamen krijg ik een half uur extra.’ Voordat ze een nieuw vak volgt, controleert een studentbegeleider van tevoren of het lokaal geschikt is: of de zaal met een rolstoel te betreden is, of er een tafel en stoel voor de schrijftolk aanwezig zijn, en of er een wc en stopcontact in de buurt zitten. ‘Ik ben blij dat ik de mogelijkheid krijg te studeren. Later zou ik graag filmscripts willen schrijven.’ Het contact met de docenten vindt ze erg prettig. Bij het volwassenenonderwijs was dat wel anders. ‘Daar hadden de docenten een houding van: ik weet niet wat jij hier doet, maar veel succes. Maar hier word ik als mens gezien.’ Ook over de rolstoeltoegankelijkheid is ze te spreken. ‘Alleen de deuren bij het De Vrieshof zijn lastiger te openen. Dan wacht ik tot iemand de deur voor me open doet.’ Nog een minpuntje: de akoestiek van de zalen. ‘Ze zouden bijvoorbeeld gordijnen kunnen ophangen om die te verbeteren.’ Met haar studiegenoten, die een stukje jonger zijn, heeft ze niet zoveel contact. ‘Ik ben wel lid van de studievereniging - ik lees de nieuwsbrieven - maar aan studiereizen neem ik geen deel. En ik ga ook nooit mee naar de kroeg, want ik wil niet het risico lopen dat ik daar niet in kan met mijn rolstoel.’
16 april 2015 · Mare 7
Ik reken op studievertraging Wie: Anna Dijcks (23) Functiebeperking: Fibromyalgie Studie: tweedejaars pedagogiek ‘Het was geen donderslag bij heldere hemel, ik wist dat er iets aan de hand was.’ Twee jaar geleden kreeg Anna Dijcks de diagnose fibromyalgie, ook wel wekedelenreuma genoemd. Daardoor heeft ze continu pijn in haar spieren, over haar hele lichaam. ‘Even stortte m’n wereld in. Ik dacht: help, wat komt er van mij terecht?’ Voordat de diagnose was gesteld had ze al veel pijn, waardoor ze haar sportopleiding moest stopzetten. Tijdens haar eerste jaar aan de universiteit liep ze een revalidatietraject door, wat erin heeft geresulteerd dat ze haar spieren meer kan belasten zonder een toename van pijn te ervaren. De ziekte maakt haar chronisch vermoeid, zodat alledaagse dingen haar veel meer energie kosten. ‘Wandelen vermijd ik zoveel mogelijk. Een kwartier fietsen is nu sporten voor mij. Dat moet ik inplannen in m’n dag.’ Omdat reizen veel energie kost, gaat ze inmiddels naar college met een door haar ouders aangeschafte auto. ‘De ziekte belemmert me met studeren, want het is voor mij moeilijk om twee colleges op een dag te volgen. Daardoor volg ik structureel een ander programma dan mijn studiegenoten. Op dit moment volg ik bijvoorbeeld twee zware vakken, terwijl anderen er vier volgen. Ik reken
op een studievertraging van minstens twee jaar.’ Dijcks is tevreden over hoe de universiteit met haar omgaat. ‘Als je goed contact onderhoudt met je studieadviseur en rapporteert waar je tegenaan loopt, is er veel mogelijk.’ Aan het eind van het jaar schrijft ze een brief aan de examencommissie waarin ze toelicht waarom ze is vertraagd. Afgelopen jaar kreeg ze een versoepelde bsa-regeling. Voor het inleveren van papers krijgt ze niet meer tijd, en ze zorgt ervoor dat ze op verlenging geen aanspraak hoeft te maken. ‘Tentamens maak ik in een apart lokaal, omdat ik me dan beter kan concentreren.’ Ze krijgt een half uur extra en zit op een zachte bureaustoel. ‘Vorig jaar moest ik voor elk tentamen de studieadviseur mailen dat ze die stoel moesten klaarzetten, maar inmiddels is die gewoon aanwezig als ik me via Usis inschrijf.’ Maar er is ook iets wat beter kan. ‘Ik zou willen dat colleges werden opgenomen, en ik ben daarin niet de enige. Het kost minder energie en ik kan flexibeler inplannen, zodat ik één vak meer kan volgen. Ik heb dat al een aantal keer aangegeven, maar de opleiding vindt het lastig in verband met privacy.’ Met haar studiegenoten heeft ze door haar beperking geen intensief contact. ‘Omdat ik een aangepast rooster heb, volg ik de vakken steeds met een andere lichting studenten. Dat is wel een gemis.’ Leon Timmer
Ik zit altijd vooraan Wie: Leon Timmer (22) Functiebeperking: slechthorendheid en autisme Studie: tweedejaars archeologie ‘M’n ouders kwamen er op een nogal aparte manier achter dat ik zwaar slechthorend ben. Ik was tweeënhalf jaar - ik kroop nog - en beet m’n vader in z’n been. Toen hij vroeg of ik daarmee op wilde houden, ging ik gewoon door. Toen gingen ze zich achter de oren krabben.’ Leon Timmer bleek links doof te zijn, en rechts alleen geluiden te kunnen horen van 60 decibel of meer. In dat oor draagt hij een gehoorapparaat, dat geluiden registreert vanaf 25 decibel. ‘Ik zit altijd in een van de voorste rijen in college om de lippen van de docent te kunnen lezen. Ook heb ik een speciaal soort microfoon die in verbinding staat met mijn gehoorapparaat. Bij colleges vraag ik de docenten of ze mijn microfoon om hun nek willen hangen. Ik kan tot dertig meter van hen af zitten om het signaal op te vangen.’ Sommige docenten zijn een beetje sceptisch en denken dat het apparaatje ook opneemt, maar dat is niet zo. ‘Eén docent, die eenmalig college gaf, weigerde de microfoon om te doen. Ze vond dat inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Ik zat maar in de banken, ik kreeg er niks van mee. Op een gegeven moment was ik het zat en ben ik de zaal uitgelopen. De helft
Anna Dijcks
van de studenten liep met me mee.’ Hij diende een klacht in bij de studieadviseur en ontving daarop een brief waarin staat dat de microfoon een legitiem apparaat is waarop niet wordt opgenomen. ‘Als een docent nog eens weigert moet ik die brief overhandigen.’ Ook zijn studiegenoten moeten zich soms aan hem aanpassen. ‘Bij archeologie doen we veel veldwerk. Als we verspreid in het veld staan, communiceren we vaak door te roepen. Ik kan daar niets van verstaan, dus mij moeten ze benaderen met armgebaren.’ Door zijn slechthorendheid praat Timmer een beetje binnensmonds. ‘Het kost me meer moeite om dingen uit te spreken dan ze op te schrijven. Tijdens werkgroepen ben ik vrij terughoudend. Ik stel minder vragen dan ik zou willen en als ik iets niet begrijp ga ik vaak pas na college naar de docent toe.’ Daar komt nog bij dat hij PDD-NOS heeft, een vorm van autisme. Soms interpreteert hij twee verschillende tentamenvragen exact hetzelfde, zodat hij dezelfde antwoorden geeft. Tijdens tentamens mag hij niet om uitleg vragen, maar wel mag hij de toetsen afleggen in een speciaal klasje, zodat hij meer rust en ruimte heeft. ‘Ik zit dan in een klas waar iedereen een uur extra tijd krijgt, terwijl ik eigenlijk alleen die extra rust nodig heb.’ Door Sebastiaan van Loosbroek
Nog nodig: meer laptops en ringleidingen Aan de Universiteit Leiden staat ongeveer 8 procent van de studenten geregistreerd met een functiebeperking. Volgens Marcel Melchers, studentendecaan van Fenestra Disability Centre, is de populatie in werkelijkheid nog groter. ‘Niet iedereen geeft een functiebeperking aan. En sommige studenten komen er pas tijdens de studie achter.’ Landelijk is de schatting dat ongeveer 10 procent van de studenten in het hoger onderwijs een functiebeperking heeft. Fenestra onderscheidt drie hoofdcategorieën. Een kwart van deze studenten heeft een fysieke aandoening, zoals slechthorendheid, chronische ziekten en motorische aandoeningen. Een ander kwart heeft leerstoornissen. Het gaat dan om beperkingen als dyslexie, dyscalculie en dyspraxie (een motorische ontwikkelingsstoornis). De derde categorie betreft een psychische aandoening, zoals ADHD, autismespectrumstoornis en angststoornissen. Hieronder valt de helft van
deze studenten. Fenestra voert af en toe een tevredenheidsonderzoek uit. Het meest recente onderzoek stamt uit 2011, een nieuwe enquête is in aantocht. Uit dat onderzoek kwam onder meer naar voren dat de studenten tevreden zijn over de faciliteiten die de universiteit biedt, maar de voorlichting vanuit de opleiding over de mogelijkheden en regelingen ondermaats vinden. Ook gaven sommige respondenten aan zich niet begrepen te voelen door docenten. Melchers krijgt daarover soms klachten binnen. ‘Er zijn docenten die bepaalde beperkingen niet herkennen, en zich afvragen waarom een student extra tijd nodig heeft voor een werkstuk.’ Maar als bij iemand een bepaalde diagnose is vastgesteld die recht geeft op uitstel, moet de opleiding dat geven. ‘In de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte staat dat de instelling verplicht is dingen aan te passen mits het
geen onevenredige inspanning kost.’ Maar Melchers kent ook tegenovergestelde verhalen. ‘Bijvoorbeeld docenten die een student met autisme of ADHD teveel begeleiding geven. Een student klaagde dat hij de wekelijkse begeleiding bij zijn scriptie te weinig vond. Ik moest hem toen melden dat dit juist te veel was.’ Ook studieadviseurs, bij wie studenten vaak als eerst aankloppen, weten niet alles van de wet- en regelgeving omtrent studeren met een beperking. ‘Daarvoor is expertise nodig’, zegt Melchers. ‘We beantwoorden regelmatig vragen van studieadviseurs. Zij kunnen hier ook workshops van studentpsychologen volgen, bijvoorbeeld hoe je een psychose moet herkennen of wat de knelpunten zijn bij autisme.’ Studenten met een functiebeperking krijgen veelal dezelfde behandeling. Dat resulteert erin dat studenten die apart zitten voor een tenta-
men allemaal een heel of een half uur extra tijd krijgen, terwijl niet iedereen die nodig heeft. Melchers: ‘Maar die studenten zitten daar omdat ze zich met weinig mensen beter kunnen concentreren. Het is logistiek lastig om hier ook nog onderscheid in te maken, vandaar dat ze in hetzelfde lokaal worden gezet.’ Er gaat veel goed volgens Melchers, maar hij noemt twee verbeterpunten. ‘Het is wenselijk als de universiteit meer laptops aanschaft waarop studenten tentamens kunnen maken. Die zijn er al voor reumatische studenten, maar die moeten er ook komen voor dyslecten en autisten.’ Ook pleit Melchers voor de aanleg van zogeheten ringleidingen in de collegezalen, zodat slechthorenden daar hun gehoorapparaat op kunnen afstellen en college kunnen volgen zonder storend omgevingsgeluid. ‘Ringleidingen zijn eigenlijk verplicht, maar we hebben ze nauwelijks.’
8 Mare · 16 april 2015 Achtergrond
Oorlogstaal De stijlmiddelen van deurmatten, windvanen, wollen truien en andere politici ontleed De radicalisering van Geert Wilders is terug te zien aan zijn taalgebruik, zegt promovendus Maarten van Leeuwen, die ook parlementaire toespraken van Alexander Pechtold en Ella Vogelaar analyseerde. ‘Ik draag het etiket “wollig” met trots.’ Door Petra Meijer ‘PVV-leider Geert Wilders loopt al jaren rond op het Binnenhof, maar wordt nog steeds als politieke buitenstaander gezien. Dat is natuurlijk heel opmerkelijk’, zegt neerlandicus Maarten van Leeuwen. Hij promoveert vandaag op zijn taalkundig-stilistisch onderzoek, waarvoor hij 52 parlementaire toespraken analyseerde. ‘Verschillende stilistische middelen, en het samenspel daartussen, dragen bij aan zulke algemene indrukken.’ Om te verklaren waarom Wilders meer dan D66-leider Alexander Pechtold als politieke buitenstaander en man van het volk gezien wordt, nam Van Leeuwen – gewapend met een flinke checklist – toespraken van beide politici onder de loep. Wat opviel: Wilders’ denigrerende omschrijvingen van collega’s. Van Leeuwen somt op. ‘Een multicultikabinet, laffe bestuurders, Rutte is de grootste windvaan van Nederland, Cohen de bedrijfspoedel van Rutte-1 en PvdA-partijvoorzitter Spekman een wandelende wollen trui. Staatssecretaris Teeven zou het woord “Welkom” in zijn borsthaar hebben geschoren, vanwege zijn functie als “deurmat” voor asielzoekers. ‘Deze aanduidingen combineert hij met werkwoorden die negatieve connotaties hebben. Zijn collega’s “blèren”, “kwekken”, “piepen”, “kletsen” en “slijmen”. Daarnaast gebruikt hij veel verkleinwoorden: “politiek correcte praatjes”, “Ruttes PvdA-vriendjes”, “een zielig hypocriet mannetje”. En waar het gebruik van voornamen meestal solidariteit opwekt, krijgt het bij Wilders iets denigrerends.’ Zo zei hij in 2009 tijdens de algemene politieke beschouwingen dat het kabinet-Balkenende IV (CDA, PvdA en ChristenUnie) leek op ‘een oude auto die vastzit in het mulle zand’. ‘Wouter zit achter het stuur. André zit in het babyzitje. Jan Peter, die alles best vindt, zit vooraan omdat hij tevreden is zolang hij maar voorin mag zitten. Voordat deze auto stil kwam te staan in het bos hebben ze onderweg nog geprobeerd wat ballast overboord te zetten. Mevrouw Vogelaar werd als eerste aan een boom gebonden. De heer Aboutaleb stapte met al zijn paspoorten uit bij de halte Rotterdam. (…) Jan Peter roept steeds: “Ik wil naar Brussel”. De Al Gore-papegaai van dit gezelschap, mevrouw Cramer, tettert vanaf de achterbank: “Niet zo hard rijden, dat is slecht voor de ijsberen!”’ Vergelijk dat eens met Pechtold, die in hetzelfde debat zei: ‘Het handelen van minister Plasterk rond de basisinfrastructuur getuigt van wereldvreemde nivelleringsdrang.’ Van Leeuwen: ‘Hij gebruikt meer jargon en zijn taalgebruik is abstracter, minder toegankelijk. Wilders legt in zijn toespraken uit wat overdrachtsbelasting is, of wat hij bedoelt met de publieke ruimte.’ Wilders verwijst ook vaker naar de kiezer, aldus de onderzoeker.
‘Wilders probeerde eerst Henk en Wim, Ria en Truus. Henk en Ingrid zijn gebleven.’ ‘“Het kabinet wil niet vertellen wat dat kost” klinkt dat anders dan: “Het kabinet wil de burger niet vertellen wat dat kost.” Wilders presenteert
‘Teeven zou het woord “Welkom” in zijn borsthaar hebben geschoren’ zijn standpunten ook vaker als de standpunten van de kiezer. Hij zegt bijvoorbeeld: “De mensen in het land weten wel wat het probleem is”, in plaats van “De PVV weet wel wat het probleem is”. Dat werkt meteen als rechtvaardiging: er moet naar geluisterd worden, niet omdat de PVV het vindt, maar omdat de kiezers het vinden.’ ‘Het taalgebruik van Wilders wordt vaak als grof of beledigend gezien, maar tegelijkertijd ook als helder’, zegt Van Leeuwen. ‘Voormalig PvdA-minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar stond juist bekend als een wollige
spreker.’ Van Leeuwen heeft voor het debat dat bekend kwam te staan als het ‘knettergek-debat’, heel precies uitgeplozen in welke stijlelementen dat hem zit. ‘Tijdens dit debat noemde Wilders minister Vogelaar “knettergek”. Ook in de rest van de toespraak gebruikt hij veel intensiverende woorden. Dat zijn woorden die de inhoud versterken, zoals “veel”, “uiterst”, “spuugzat” en “hunkeren”. Vogelaar gebruikte vooral extensiverende woorden die de inhoud afzwakken, zoals “sommige”, “soms”, “vrijwel” en “minder”. Wilders, in het debat: ‘Veel Nederlanders zijn het spuugzat en hunkeren naar actie.’ Vogelaars reactie: ‘Sommige gebruiken en tradities worden vrijwel geruisloos in de samenleving aanvaard, maar wij zien ook dat minder prettige en soms zelfs negatieve kanten van veranderingen wrijving en spanningen in de samenleving veroorzaken.’ Van Leeuwen: ‘De vele abstracte naamwoorden zorgen ervoor dat het taalgebruik van Vogelaar wollig overkomt. Concrete naamwoorden
verwijzen naar mensen, dingen of dieren in de zintuigelijke wereld, zoals “pantoffel”, “rivier” en “postzegelverzameling”. Abstracte naamwoorden verwijzen naar zaken die geen rechtstreekse relatie hebben met de zintuigelijke wereld, zoals “behoud”, “marginalisatie”, “oorsprong” en “emancipatie”. Daarnaast gebruikt ze ook meer nominalisaties: zelfstandig naamwoorden die
zijn afgeleid van werkwoorden, zoals “de ontwikkeling”, “het handelen” en “acceptatie”. Haar toespraak bevat ook meer complexe bijzinnen en verwijswoorden waarvan niet altijd duidelijk is waar ze naar verwijzen.’ Een belangrijk verschijnsel dat bijdraagt aan Vogelaars ‘wolligheid’ is complementatie. ‘Daarmee bedoelen we constructies als “ik denk dat”, “soms lijkt het alsof ” en “vaak zien we dat”. Vogelaar gebruikte deze constructie veel vaker dan Wilders.’ Van Leeuwen ontdekte bovendien dat Wilders tussen 2004 en 2009 minder gebruik ging maken van deze constructie. ‘Dan zei hij bijvoorbeeld: “De Koran is een opruiend boek” in plaats van “Ik vind de Koran een opruiend boek”. Met die laatste zin bied je minder ruimte voor discussie of alternatieve visies, en presenteer je jouw standpunt als feit. Het gebruik van complementatie loopt bij Wilders niet gradueel af, maar daalt ineens in de loop van 2007. We weten niet precies waarom, maar het valt samen met het moment dat politicologen aanmerken als de periode waarin zijn standpunten radicaler worden.’ Vogelaar had zeker wat van het taalgebruik van Wilders kunnen leren, zegt Van Leeuwen. ‘Wilders gebruikt vaak pakkende beelden. Iedereen begrijpt wat hij bedoelt met “Henk en Ingrid betalen voor Mohammed en Fatima”. Hij heeft trouwens verschillende varianten geprobeerd: Henk en Wim betalen voor Achmed en Ali, Henk en Ria betalen voor Ali en Fatima en Henk en Truus betalen voor Achmed en Ali. Henk en Ingrid zijn gebleven.’ ‘Vogelaar heeft integratie wel eens voorgesteld als gemeenschappelijke reis, waar zowel allochtonen als autochtonen een steentje aan bij moesten dagen, maar ze heeft dat beeld nooit zo systematisch doorgevoerd. Wilders legt integratie bijna altijd uit in termen van oorlog. “De islam is het paard van Troje in Europa, de islamitische invasie moet tot stilstand worden gebracht.”’ Maar ook zonder oorlogsmetaforen kunnen politici werken aan een minder wollig taalgebruik. ‘Ze kunnen onder andere meer herhalingsfiguren, pakkende beelden en metaforen, parallel opgebouwde zinnen en duidelijke verwijswoorden gebruiken.’ Hij denkt dat training daar zeker bij kan helpen. ‘Maar het is geen garantie. Er bestaan goede sprekers zonder expliciete kennis van retorische technieken, en mensen met veel kennis die nog steeds geen goede spreker zijn.’
Ella Vogelaar: ‘Trots om wollig te zijn’ ‘Als “wollig” gelijk staat aan “genuanceerd”, dan draag ik dat etiket met trots’, reageert Ella Vogelaar, oud-minister Wonen, Wijken en Integratie. Het taalgebruik van Wilders noemt ze ‘walgelijk’. Vogelaar: ‘De werkelijkheid is niet zwart-wit. De politiek is verworden tot oneliners en doet de werkelijkheid daarmee onrecht. Integratie kun je definiëren als “het glas is half vol” of “het glas is half leeg”. Beiden zijn waar. Ik zag het als mijn rol om tegenstellingen te overbruggen, te verbinden en niet om tegenstellingen aan te wakkeren. Daar wordt de samenleving niet beter van.’ Volgens Vogelaar is het gebruikelijk dat politici communicatietrainingen volgen, maar is er niet altijd genoeg tijd om toespraken voor te bereiden. ‘Als minister woeker je met je tijd.’ Alexander Pechtold en Geert Wilders waren helaas niet beschikbaar voor een reactie.
16 april 2015 · Mare 9 Wetenschap
Essentieel om te overleven Hoe botanische tuinen de mensheid kunnen redden De Hortus botanicus viert zijn 425ste verjaardag met een symposium over de toekomst van botanische tuinen. ‘Ons voedselaanbod verbetert enorm als we twaalfduizend soorten gebruiken in plaats van twaalf.’ Door Bart Braun Het gaat goed met de
Leidse Hortus. Het aantal bezoekers - vorig jaar 127.618 – stijgt, de omzet stijgt. De tuin draait mee in het onderwijs en onderzoek van zowel de bètafaculteit als archeologie, maar ook in de cultuureducatie van Leidse vmbo’ers. De omzet steeg naar meer dan 1,3 miljoen euro. Dit jaar viert de Hortus zijn 425ste verjaardag. Onderdeel van de feestelijkheden is een tweedaags symposium dat komend weekend plaatsvindt. Het onderwerp: ‘Botanische tuinen in een veranderende wereld.’ Want niet overal gaat het goed, en waar het wel goed gaat, is het niet vanzelfsprekend dat dat ook zo blijft. De geneeskunde – voor veel universiteiten ooit de reden om een tuin aan te leggen – gebruikt geen verse planten meer. De biologie houdt zich tegenwoordig met veel meer vragen bezig dan alleen de plantensystematiek. Niet zo gek dus, dat veel universiteiten hun tuinen hebben afgestoten. Van de acht universitaire botanische tuinen in Nederland zijn er nog slechts drie echt onderdeel van hun universiteit: die van Utrecht, Delft en Leiden. De andere horti hebben geen wetenschappelijke taken meer, en zijn stichtingen geworden. Een groot deel heeft het zwaar. De grootste, in het Groningse Haren, heeft meerdere malen aan de rand van de financiële afgrond gestaan, en draait sinds 2012 geheel op vrijwilligers. Het toch al te kleine tuintje van de Vrije Universiteit moet binnenkort grond afstaan aan een nieuw te bouwen afdeling van het VUMC. Tegelijkertijd moeten de soms noodlijdende tuinen steeds meer doen. Niet alleen hun eigen wereldje verandert, maar ook de boze buitenwereld. Vernietiging van ecosystemen en klimaatverandering zorgen ervoor dat botanische tuinen een steeds grotere rol krijgen in het behoud van plantensoorten. ‘Er wordt vaak en veel in doemscenario’s gesproken’, vertelt Paul Keβler, prefect van de Leidse Hortus. ‘Ik zie het glas meer als half vol. Veel botanische tuinen zijn inderdaad wat weggegroeid van het onderwijs en onderzoek, en steeds meer in de richting van het algemene publiek geschoven. Dat had vaak meer belangstelling voor ons dan onze wetenschappelijke collega’s. Misschien stonden we ook te weinig open voor de vragen die zij hadden.’ Dat laatste is aan het veranderen, benadrukt Keβler. Het Natural Products Lab van biologie onderzoekt de Leidse collectie orchideeën en vleesetende planten op stofjes die mogelijk als medicijn kunnen dienen. Samen met het Centrum voor Milieuwetenschappen werkt Keβler aan onderzoek naar het herstel van ecosystemen. ‘Tien jaar geleden had ik nooit gedacht dat we zoiets zouden doen. We vullen de onderzoekers nu ook beter aan: subsidieverstrekkers vragen steeds meer om outreach: het publiek bereiken met je onderzoek. Dat is iets dat botanische tuinen met hun bezoekers natuurlijk heel makkelijk kunnen.’ Openingsspreker op het symposium is Paul Smith van Botanic
‘Westerlingen krijgen nu 85 procent van hun calorieën uit slechts twaalf soorten planten. Best onbestendig, als je er over nadenkt.’ Gardens Conservation International, een organisatie die botanische tuinen helpt bij het beschermen van bedreigde planten. Hij gaat nog verder in zijn optimisme. Botanische tuinen zijn essentieel voor het overleven van de mensheid, stelt hij. ‘Zij onderstutten namelijk allerlei belangrijk onderzoek naar bijvoorbeeld voedselveiligheid. Of je nou nieuwe plantenrassen kweekt of in elkaar zet met genetische modifica-
‘ Heel veel soorten zouden het in het wild nooit redden’ tie, beide aanpakken hebben hun basis in de bestaande genetische diversiteit van planten. En die diversiteit, dat is precies wat botanische tuinen en herbaria bestuderen.’ Smith: ‘Elke aardappel die je eet, heeft genen van wilde aardappelverwanten in zich, die de plant beschermen tegen aardappelziektes. Als een teler de nauwste verwanten van een gewas zoekt, of informatie over een gewas, dan moet hij bij de botanische tuinen zijn.’ Een voorbeeld. ‘Biologen onderscheiden twee soorten fotosynthese bij planten: C3 en C4. Die laatste manier van fotosynthese is twaalf verschillende keren ontstaan in de loop van de evolutie, en werkt efficiënter. Rijst is een C3-plant, maar als we dat kunnen veranderen in C4, zouden
we in potentie de wereldopbrengst met 50 procent kunnen verhogen – daarom stopt de Gates Foundation miljoenen in het onderzoek daarnaar. Dan moet je echter wel weten hoe die fotosynthese precies werkt, wat het verschil is tussen die twaalf C4-varianten, en hoe die zijn ontstaan. Botanische tuinen kunnen onderzoekers alle varianten en hun familieleden aanleveren.’ ‘Westerlingen krijgen nu 85 procent van hun calorieën uit slechts twaalf soorten planten. Best onbestendig, als je er over nadenkt. Terwijl er dertigduizend eetbare plantensoorten zijn, afhankelijk van je definitie van “eetbaar”. Het vermogen tot vernieuwing en verbetering van ons voedselaanbod is enorm, als we twaalfduizend soorten zouden gebruiken in plaats van twaalf. Hetzelfde geldt voor hout: er zijn zo’n tachtigduizend soorten bomen, waarvan we een half procent in de bosbouw gebruiken. Oerconservatief.’ Botanische tuinen hebben een gedeelte van die diversiteit handig bij elkaar: Smith schat dat twee derde van alle planten ergens in een hortus staat. Steeds vaker zelfs alleen nog daar. ‘Heel veel soorten zullen niet overleven in het wild – dat is een werkelijkheid die veel mensen nog niet onder ogen zien. Soortenbehoud is dan ook het belangrijkste dat botanische tuinen kunnen doen.’ Keβler hamert juist op risicospreiding. ‘Onderzoek en soortbehoud zijn verweven: je kan een plant niet onderzoeken als je hem niet behoudt. Ook op onderwijs en publiek zetten
we in, zodat als er één pilaar wegvalt, je overlevingskansen voor de komende 425 jaar groot blijven. ‘Een van de sprekers dit weekend komt van de Universiteit van Bristol. Daar hebben ze net een botanische tuin opgezet. In Nederland is dat ondenkbaar, maar de argumenten om het te doen zijn er wel. Indonesië wil tuinen op alle grote eilanden. Singapore en China investeren miljoenen
in botanische tuinen. In Nederland zien we zo’n hortus al gauw als iets ouderwets dat alleen maar geld kost. Andere landen zien dat anders, en er gebeurt genoeg. Het is nog nooit zo’n uitdagende tijd geweest om een botanische tuin te leiden.’ Symposium: Botanic gardens in a changing world, 17 en 18 april, Oranjerie van de Hortus
Vaalkreupelhout In 1927 schoot een jager het laatste in het wild levende exemplaar van de wisent - de Europese bizon - dood. Toch kun je ze nu weer zien in natuurgebieden, waaronder de Nederlandse Kennemerduinen. Dierentuinen hielden met hun fokprogramma’s de soort in leven tot er weer plek voor hem was in de buitenwereld, als een moderne Ark van Noach. Plantentuinen kunnen een vergelijkbare rol spelen, en hebben dat ook duizenden keren gedaan. De Britse Millennium Seed Bank, waar Paul Smith eerder werkte, hielp onder meer met eeuwenoude Nederlandse zaden. In 1803 was het Nederlandse schip Henrietta op weg terug na een lange reis via Kanton en Kaap de Goede Hoop. Aan boord was de Nederlandse koopman Jan Bekker Teerlink. Hij had in Zuid-Afrika enthousiast plantenzaden verzameld, en in papieren en-
velopjes gedaan. Die werden, samen met de Henrietta zelf en alle andere dingen aan boord, in beslag genomen door de Engelsen, die toen in oorlog waren met de Nederlanders. Die zaden hebben meer dan tweehonderd jaar opgeslagen gelegen in de Britse National Archives, maar met wat kunst en vliegwerk wisten de Seed Bank-medewerkers er toch een paar aan het kiemen te krijgen. Een van de planten die opkwam was een Leucospermum conocarpodendron, en behoorde tot een ondersoort die ernstig bedreigd wordt in het wild. In 2010 trok Smith naar Zuid-Afrika met een lading stekjes van de plant, die daar vaalkreupelhout heet. ‘Een slimme sleutelaar bewaart elk tandwiel en radertje’, vertelt hij. ‘Voor planten geldt hetzelfde. Dat bewaren is het belangrijkste dat botanische tuinen kunnen doen.’
10 Mare · 16 april 2015 English page
Beware of Mr Fluffy CSI: cat tales
He’ll snitch on you.
A Leiden biologist has helped develop a way to recognise cats by their hairs. That information can help solve crimes. “If you own a cat, you can’t really stop its hairs sticking to you.” By Bart Braun “Say, someone’s been murdered and dumped in a rubbish bag,” says biologist Leonie Bergwerff. “The bag has been taped shut and the police discover cat hairs attached to the tape. The victim didn’t own a cat
but a potential suspect does.” The police can decide to send those hairs to the “Non-Human Biological Traces area of expertise”, a department of the Netherlands Forensic Institute (NFI), where Bergwerff graduated and now works. There, a whole team of biologists and scientists in related fields examines Nature’s “silent witnesses”, ranging from grains of pollen on someone’s car roof and algae on someone’s clothes to cat hairs – anything that could lead to a crime being solved. Bergwerff and her colleagues are
responsible for making sure the answers are found. “If you own a cat, you can’t stop its hairs sticking to you”, says the biologist. “How often do the police ask us to check out cat hairs? At the moment, about thirty times a year, but that was before we had published anything on them.” That is about to change: the science journal Forensic Science International: Genetics is about to publish Bergwerff ’s paper on the hairs. “Mind you, not all thirty cases involved murders”, she stresses. “Some involved robberies
or animal cruelty.” When you pull out a cat hair, there is a follicle at the bottom which is composed of cells. The nuclei of those cells contain DNA, the genetic material that the cat inherited from her mum and dad. Current DNA technology is sufficiently advanced to make it easy enough to find out that the follicle belonged to Mr Fluffy, the suspect’s beloved pet. Regrettably, such lovely informative hairs are rarely found at the crime scene. “The hairs that are retrieved have almost always fallen out, they’ve not been pulled out”, continues Bergwerff. “And the follicle is lost.” As a result, the NFI has to make do with the next best thing. The fallen hair contains another type of DNA: the cell nucleus is surrounded by mitochondria, tiny cell organs that are responsible for the cell’s energy management. Those mitochondria also contain a tiny bit of DNA, mitochondrial DNA (mtDNA), which can be extracted from the hairs and then analyzed. Humans and animals do not inherit that type of DNA from both parents, only from their mothers, so you, your mother, your brothers and sisters, your granny, your cousins and other relatives stretching back a good many generations on your mother’s side all have the same mtDNA. That means that mtDNA can’t be used to link a hair to one specific person or one specific cat. Bergwerff adds: “Even if the retrieved mtDNA doesn’t match that suspect’s cat’s DNA, for example, you can learn something. And if there is a match, you can then ask: how rare is it?” Some variants of mtDNA are more common than others.
It’s Bergwerff ’s task to find out how those variants are distributed. “The United States and England have already built databases, each one studying one specific piece in the mtDNA chain. But we’re examining several pieces. We have compared how what we have found matches the information in their databases. But there’s too much difference: we can’t use the foreign databases here. The Dutch feline population differs genetically to that of the feline populations in America and the United Kingdom.” The NFI’s cat-based strategy has identified six main categories, subdivided into 37 different mtDNA-variants. To find out about their occurrence, the institute has collected a database of Dutch kitties. Bergwerff explains: “The NFI staff swabbed their cats while I visited cat breeders to collect samples of the different breeds.” The proportions of the occurrence of those mtDNA variants in the Netherlands are clearly different to those of other countries. The most common variant occurs in as much as 54 per cent of Dutch cats. Other variants, called “haplotypes” by biologists, are rarer: one in a hundred cats has one of eighteen other haplotypes. Consequently, the researchers can’t say whether the hair came from Mr Fluffy – or possibly Mr Fluffy’s identical twin – but they can establish that the mitochondrial DNA in the hair belongs to the haplotype NLC5: the same as Mr Fluffy’s. And that the haplotype only occurs in 0.9 per cent of Dutch cats. Bergwerff adds: “That information could be used as supplementary evidence in court.”
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. LeidenNoord, 25 leerlingen, basisonderwijs,
groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 11 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo-4-opleiding. Ook hulp Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 25 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les.
Voortgezet onderwijs, 11 leerlingen Nederlands, economie, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Ook hulp gezocht bij: *Twee jongens, Nederlands, burgklas. *Biologie, geschiedenis, 2mavo. *Natuurkunde, scheikunde, 2vmbo. *Engels, Nederlands, 4havo. *Engels, 5vwo. *Wiskunde, rekenen, brugklas vmbo. *NASK, geschiedenis, Engels, 2havo. * Natuur-, scheikunde, 4havo, €5,- per les. *Engels, Nederlands, brugklas atheneum, €5,- per les. * Wis-, natuurkunde, biologie, 4havo. *Geschiedenis, Nederlands, brugklas
vmbo. Leiden-Zuid, 10 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs, wiskunde, 2vmbo. Economie, 5vwo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. Email: hdekoomen@owwwleiden.nl. Heb jij zin om vrijwilligerswerk te doen met straatkinderen in het buitenland? Tussen de 18 en 30 jaar oud? Bezoek dan www.samen.org en meld je aan voor het informatieweekend! KAMER TE HUUR._€. 375,-- inclusief, 15
m2, Professorenwijk, geschikt voor jongen / man. Tel. 06 – 11 26 92 84. Lezing: ‘Oefeningen in de zoektocht naar Waarheid’ Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 22 april, 20.00 uur. Leiden, Lorentzkade 15a. www.stichtingisis.org Gevraagd BOEKEN: in Engels en Frans: literatuur en recente thrillers; Indonesische boeken en fotoboeken over kunst. De boeken zijn bedoeld voor projecten in Indonesië. Info: hansknegtmans@gmail.com
Academische Agenda Mw. Prof.dr. D.J.M. Peters zal op vrijdag 17 april een oratie houden bij benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Geneeskunde met als leeropdracht Humane Genetica, in het bijzonder de Moleculaire en Functionele Genetica van Cystenieren. Mw. H.L. Peay hoopt op dinsdag 21 april om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Community-Engaged Approaches to Explore Research Priorities in Duchenne and Becker Muscular Dystrophy’. Promotor is Prof.dr. A. Tibben. Mw. J.J. Endendijk hoopt op dinsdag 21 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Heroes and housewives: The role of gender and gender stereotypes in parenting and child development’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Mesman en Prof.dr. M.J. BakermansKranenburg. Mw. E.E.L.O. Lashley hoopt op dinsdag 21 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Maternal recognition of the (semi) allogeneic fetus during implantation and pregnancy’. Promotoren zijn Prof.dr. F.H.J. Claas en Prof. dr. J.M.M. van Lith.
Mw. A. Benard hoopt op dinsdag 21 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Epigenetic prognostic biomarkers in colorectal cancer’. Promotor is Prof.dr. C.J.H. van de Velde. Mw. Z.K. Takacs hoopt op woensdag 22 april om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘On-screen children’s stories: the good, the bad and the ugly’. Promotor is Prof.dr. A.G. Bus. Mw. C.A. van der Wal Anonby hoopt op woensdag 22 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A Grammar of Kumzari’. Promotor is Prof.dr. H.J. Stroomer. Mw. S. Mi hoopt op woensdag 22 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Signatures of Majorana zero-modes in nanowires, quantum spin Hall edges, and quantum dots’. Promotor is Prof.dr. C.W.J. Beenakker. Mw. D.A.M.E. van Dalen hoopt op woensdag 22 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘There
is no doubt’. Promotoren zijn Prof.dr. P.M. Sijpesteijn en Prof.dr. R.J. Ross. Mw. J. Altmann Borbón hoopt op donderdag 23 april om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Modelos de desarrollo, alianzas políticas e integración latinoamericana’. Promotor is Prof.dr. P. Silva. Mw. M.E.J.J. van Aerde hoopt op donderdag 23 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Egypt and the Augustan Cultural Revolution: an interpretative archaeological overview’. Promotor is Prof.dr. N. Sojc. Dhr. K.J. Dorobisz hoopt op donderdag 23 april om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Inverse problems for universal deformation rings of group representations’. Promotor is Prof.dr. P. Stevenhagen. Dhr. M.L. de Vries hoopt op donderdag 23 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Enforcing Reconstruction in Louisiana’s Red River Valley’. Promotor is Prof.dr. A. Fairclough.
Maretjes extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com
Master of Arts in Latin American Studies ►
Multi-disciplinary study of 15 months including three months fieldwork in Latin America
► Information meeting: Thursday 30 April 2015 Centre for Latin American Research and Documentation Roetersstraat 33 1018 WB Amsterdam www.cedla.uva.nl Steun baanbrekend 2015Iedereen Mare 85 x 68 (mm: b x h) onderzoek Ga naar www.parkinsonfonds.nl kan Parkinson De grootste financier van wetenschappelijk krijgen onderzoek naar de ziekte van Parkinson.
16 april 2015 · Mare Cultuur
Agenda
Si: ði: ded!!!
FILM
Raketkanon ontploft in Gebr. de Nobel Dat niemand weet welke muziek het Vlaamse viertal Raketkanon maakt, is ‘absoluut fantastisch’. Wat wel vaststaat: op het podium vallen gewonden. DOOR FRANK PROVOOST ‘De laatste vier
weken zijn er weer twee bandleden bij de spoedeisende hulp beland’, zegt Pieter-Paul Devos. Niks bijzonders hoor, verzekert hij. ‘Het is een natuurlijk resultaat van wat we met onze muziek creëren. We spelen ons fysiek stuk.’ Dus ja, geeft de zanger toe, dan ontziet hij ook zichzelf niet. Kapotte microfoons die zijn lippen openrijten, foute landingen bij het stagediven, harde crowdsurfcrashes: allemaal beroepsrisico. ‘Ik heb mijn schouder uit de kom gehad. En ik heb pas nog een cortisonespuit in mijn bil gekregen, omdat ik anders niet kon optreden.’ Het zijn zinvolle offers. Devos schreeuwt, gromt en hijgt namelijk in de beste band van België met de beste naam ter wereld: Raketkanon. Het viertal maakt een ingenieuze en volstrekt originele cocktail van (hard)rock, metal, sludge, stoner, hardcore, en tsja, wat eigenlijk niet? Neem hun debuutplaat RKTKN#1, uit 2012. Een nummer als ‘Louis’ swingbeukt als Queens of the Stone Age, ‘Henri’ klinkt als instrumentale punkrock, terwijl ‘Anna’ weer eerder een soort plakkerige rockballad is inclusief prachtige plattelandversie van de Guns ’N Roses-videoclip ‘November Rain’. Waar Slash een bruiloft in een Californische woestijnkerk ontvlucht om buiten in het stof zijn megalo-
mane solo te spelen, laat gitarist Jef Verbeeck zijn loeizware riffs bulderen vanaf een Vlaamse grasakker. Het bijbehorende helikoptershot komt dit keer van een GoPro-drone. GNR – RKTKN: 0 – 1. Vorige maand verscheen RKTKN#2, geproduceerd door de Amerikaanse studiolegende Steve Albini, die ook PJ Harvey en Nirvana opnam. Na een tour door Zwitserland ontploft het viertal vanavond op het podium van Gebr. de Nobel, om vervolgens naar Duitsland en Engeland te vertrekken. Devos is de eerste om toe te geven dat ze het succes wellicht niet te danken hebben aan de toegankelijkheid van de nummers. ‘Maar de onthaal en de opkomst bij de shows is nog steeds beter dan we ooit konden hopen.’ Hoe komt dat? ‘Fans die na afloop een babbeltje met ons komen slaan, zeggen vaak dat ze ons zo straight forward vinden, wat dat ook moge zijn. We
hebben wel een onuitgesproken filosofie: uit de grond van je hart voor de muziek gaan. Je vraagt je soms af of andere bands dat dan niet doen.’ Fans vragen zich ook af of je überhaupt woorden zingt, of lukraak klanken uitstoot. ‘Dat klopt.’ En? Hoe zit dat? ‘Ik geloof erg in de kracht van interpretatie.’ Dat alle songtitels persoonsnamen zijn, helpt niet echt. Net zo min als de melige karaokevideo van ‘Florent’, waarin onder in beeld een fonetisch schrift meeloopt, zoals ‘Si: ði: ded!!!’ ‘Hoe meer je iets omschrijft, hoe meer je het ook begrenst.’ Vervorm je je stem daarom ook met allerlei effectpedalen? ‘Toen ik John Frusciante, de gitarist
van Red Hot Chili Peppers, dat op zijn eerste soloplaat hoorde doen, was dat een openbaring. Zang kon ook een instrument zijn. Ik kende het ook al van bands als Butthole Surfers. Het is een drang naar verkenning van geluid. Op alle instrumenten worden effecten toegepast, dus waarom zou je dat dan niet met je stem doen? En ook: welke emoties kunnen klanken oproepen?’’ Klanken, of teksten? ‘Ik houd het graag open. Dat maakt het ook mooi.’ Hoezo? ‘Het is net als met onze muziek. Journalisten kunnen daar geen stroming voor bedenken. Dat is absoluut fantastisch. Er zijn geen restricties. Hoe meer je je aan genres houdt, des te groter de kloven worden.’ Hoe omschrijf je het dan zelf? ‘Dat doe ik dus niet. Ik noem altijd alleen onze line-up: zang, drums, gitaar en bassynthesizer. Met Steve Albini had ik daar een geweldig gesprek over. Zodra je vertelt dat je een groepke hebt, vraagt iedereen welke stijl het is en waarom ze je moeten zien. We waren het helemaal eens: we overtuigen niemand en er hoeft ook niemand te komen kijken. Muziek moet je alleen maken voor jezelf.’ Raketkanon, Gebr. de Nobel Do 16 apr, € 12,50 Raketkanon met v.l.n.r. Jef Verbeeck, Pieter-Paul Devos, Lode Vlaeminck en Pieter de Wilde. Foto Anton Coene
Behoefte aan spierballenmuziek Het beest in Glossy Jesus Zaterdag is het Record Store Day. De Leidse band Glossy Jesus speelt ’s middags in platenzaak Velvet en ’s avonds in Gebr. de Nobel. ‘We hangen aardig de rockster uit.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Everything smells like September these days’, zingt Maarten van den Hoonaard door de repetitieruimte van de Leidse band Glossy Jesus. Xavier Baudet, normaal de bassist, begeleidt op gitaar en Tiuri van der Drift drumt. ‘Niet de vólle drums’, verduidelijkt Baudet na afloop. Ook de strijkers, de bas en de tweede stem van Orlando-zangeres Tessa Douwstra, allemaal te horen op de albumversie, ontbreken even. Ongeveer zo klinkt het nummer September komende zaterdag op Record Store Day tijdens de instore-optredens bij Velvet Leiden, maar ook in Amersfoort en Kampen. Plus toetsen dan, want het vierde bandlid, pianist Maarten Stuifbergen, is nog niet op de repetitie verschenen. ‘In Gebr. de Nobel rocken we ’s avonds tot de tent op z’n kop staat’, voorspelt Van der Drift. Daar spelen ze namelijk op de afterparty met onder meer zZz en Tim Knols garagerockband The Miseries. Glossy Jesus heeft al meer woonkamer- en winkeloptredens gedaan, maar dat was voornamelijk met
11
Glossy Jesus: ‘We flirten graag met kitsch en camp.’ singer-songwriter-materiaal van de eerste vier albums. ‘De behoefte aan spierballenmuziek begon te kriebelen’, vertelt Van den Hoonaard. Met medeoprichter Stuifbergen haalde hij de andere twee erbij voor het onlangs verschenen album The Hunt. Baudet: ‘The Hunt klinkt rockig, chemisch, elektrisch en toch ook plastic. We flirten graag met kitsch en camp. Best een uitdaging dus, om nu een akoestische set in elkaar te flansen.’ Eigenlijk was het album twee jaar geleden al bijna af. ‘Maar toen werd ik op de Breestraat doormidden ge-
reden door een auto’, vertelt Van den Hoonaard. Hij brak zijn been, zijn elleboog en, helemaal akelig voor een gitarist: een polsbeentje. ‘Het moest een paar maanden in het gips en tegenwoordig zit er wat hang- en sluitwerk in mijn hand. Maar gitaarspelen gaat inmiddels zelfs beter dan vroeger. Ik heb meer geoefend.’ Noodgedwongen werd de albumrelease tot nader order uitgesteld. ‘In de tussentijd hebben we de beerput opengetrokken en geschaafd aan alle nummers.’ Behalve Douwstra werd onder meer ook Nico Dijks-
hoorn gevraagd als gastmuzikant. Verder sloot de band zich aan bij een boekingskantoor. Met succes, getuige de lovende recensies en de directe nummer-vierpositie in de Vinyl50-albumranglijst. ‘We zitten nu echt in de opstartfase van onze bekendheid’, zegt Van den Hoonaard. Ze spreken dan ook liever van ‘het nieuwe album’, dan ‘het vijfde album’. Na de geplande reeks zalen en festivals in Nederland, hopen ze in het najaar België te veroveren. Van den Hoonaard: ‘Daar luistert het publiek wat analytischer naar de teksten, denk ik. Dat past wel bij ons. In Nederland heb je eerder een bierdrinkende hossende massa.’ Daar is overigens niets op tegen, op z’n tijd. Van den Hoonaard: ‘Soms hangen we aardig de rockster uit. Vooral bij optredens in het noorden van het land. Die maken het beest in ons los. We komen telkens tien jaar ouder terug. Vuig volk daar.’ Record Store Day Za 18 april, de hele dag instore-optredens bij Velvet (Glossy Jesus om 11.15 uur, verder Broeder Dieleman en Aafke Romeijn) en Plato (o.a. Pauw en Ellen ten Damme) Gebr. de Nobel Record Store Day Afterparty met o.a. Glossy Jesus, The Miseries en zZz Za 18 april, 21.00 uur, €12,50
TRIANON The Water Diviner dagelijks 18.45 + 21.30 KIJKHUIS Boychoir dagelijks 21.00 LIDO Run All Night dagelijks 21.30 + za. zo. ma. di. wo. 18.45
MUZIEK
DE TWEE SPIEGHELS Ewald Ebings Jamcakes vrij. 17 april 21.00 gratis Mose Franssen Za. 18 april 21.00 gratis GEBR. DE NOBEL Oliver Weiter, Arjuna Schiks, Mees Dierdorp en Formel: Melodika vrij. 17 april 23.00 vanaf €15 STADSGEHOORZAAL The Doors in concert: Tributeband vrij. 17 april 20.15 vanaf €17 JAZZPODIUM HOT HOUSE Chris Corstens Quartet za. 18 april 21..00 vanaf €8 AALMARKTZAAL Amsterdam Sinfonietta Solisten: Onslow, Beethoven & Mendelssohn zo. 19 april 11.30 vanaf €20 LEIDSE SCHOUWBURG NITS: NITS? do. 23 april 20.15 vanaf €14.50
THEATER
PIETERSWIJK Augustijns Theater: Nachtbrakers wat het daglicht niet verdragen kan vrij. 17 za. 18 april 20.30 en 22.00 vanaf €8 bestellen: www.augustijnstheater.nl LEIDSE SCHOUWBURG Khayelitsha United Mambazo Choir & band: South African Road Trip za. 18 april 20.15 vanaf €19.50 RO Theater: Leger woe. 22 april 20.15 vanaf €14 THEATER INS BLAU Nationale Toneel: Op een mooie Pinksterdag za. 18 april 20.30 vanaf €13.50 Hogeschool Leiden: Metamorfose ma. 20 di. 21 + woe. 22 april 20.15 gratis THEATER AAN HET SPUI DEN HAAG Lonneke van Leth: Nachtnet woe. 22 do. 23 april 20.15 €14 THEATER IMPERIUM WILLEM’s Comedy Show do. 23 april 20.30 €9
DIVERSEN
VOLKENKUNDE Tentoonstelling: Geisha 10 oktober 2014 t/m 25 mei 2015 MUSEUM DE LAKENHAL Tentoonstelling: Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs 11 oktober 2014 t/m 31 mei 2015 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Tentoonstelling: Carthago 27 november 2014 t/m 10 mei 2015 MUSEUM BOERHAAVE Tentoonstelling: Foodtopia 6 februari 2015 t/m 1 november 2015 GALERIE LUMC Fotografie uit de LUMC collectie t/m zo. 19 april gratis WANDELING Maart’s Design: Wandeling door het oog van een vormgever zo. 19 april 10.00 €15 aanmelden via info@maartsdesign.nl TEMPELZAAL RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Ybo Buruma: Ruijs de Beerenbroucklezing di. 21 april 20.30 gratis KUNSTGANG LIPSIUS 1.48 Vernissage: Mijn beeld in zijn reis, zijn reis in mijn beeld do. 23 april 17.00 gratis BOEKHANDEL KOOYKER Yaël Vinckx: Workshop Familiegeschiedenis schrijven do. 23 april 19.30 gratis MEELFABRIEK Leiden International Short Film Experience: Beyond Borders do. 30 april – za. 2 mei 3-days (incl. party) €18, 1-day €10, party €5
12 Mare · 16 april 2015 Het clubje
Inburgeren
Verstoppen
Foto Arthur Koppejan
‘We worden sowieso dronken’ European Law Moot Court-team ‘One Directive’ Maria Cabrera (24, European Law, Venezuela): ‘We werken al zeven maanden aan een hypothetische rechtszaak over staatsteun. Daarbij gaat het over of het goed is dat de staat een bepaald bedrijf voortrekt door financiële hulp te bieden.’ Daniel Carter (29, European Law, Engeland): ‘Eerst schrijven twintig teams een betoog, waarvan de beste twaalf naar de regionale rondes in Praag, Maastricht, Leuven of Luik mochten. Wij kwamen erdoorheen en gingen naar Praag. Daar hebben we gewonnen en daarom zullen we deze week tegen de laatste teams strijden in Luxemburg.’ Arelie Villaneuva (21, European Law, Frankrijk): ‘Moot Court is het vak bij Rechten waarbij je leert pleiten. De setting tijdens zo’n rechtszaak is net zoals in het echt: je hebt een rechter, een aanvallende en een verdedigende partij.’
Bandirah
Ruth Foulis (24, European Law, Schotland): ‘De dag van tevoren hoor je welke partij je vertegenwoordigt. Maria en Daniel hebben de aanklagende partij voorbereid en Arelie en ik de verdediging.’ Foullis: ‘In Luxemburg krijgen we echte toga’s aan.’ Cabrera: ‘Ik heb nog nooit een toga gedragen. Ik ben bang dat ik erin zal verdwijnen.’ Carter: ‘We moeten nog inpakken, maar zo eerst nog de bibliotheek in. En eten? Daar doen we niet aan.’ Cabrera: ‘Ik heb niet eens tijd voor een sociaal leven naast mijn master, scriptie en deze wedstrijd. Laat staan dat ik tijd heb om boodschappen te doen.’ Foulis: ‘De competitie is een goede praktische ervaring naast de studie. Daarnaast is het ook een goede manier om te netwerken, want je doet na
de rechtszaak gewoon een drankje met echte rechters en scouts.’ Carter: ‘We mogen ook naar fancy diners en er is een groot eindfeest. Of we nou winnen of niet, één ding is zeker: ik ben sowieso dronken.’ Cabrera: ‘We hebben wel vertrouwen in de zaak, maar je weet nooit welke random vragen de rechters gaan stellen.’ Foulis: ‘De rechtszaal is een intimiderende plek. Negen rechters kijken letterlijk op je neer, omdat zij veel hoger zitten. Ook weet je dat er honderden mensen mee zitten te kijken.’ Cabrera: ‘Elke dag ben ik bang voor een black-out op het moment suprême. Of dat de rechters je vragen gaan stellen in het Frans en ik ze niet kan beantwoorden.’ Carter: ‘Het is een tweetalige competitie: je schrijft en spreekt zowel Frans als
Engels. Arelie is Frans en Ruth spreekt ook vloeiend Frans. Toen we hun hoorden spreken dachten Maria en ik: die moeten we in ons team hebben.’ Villaneuva: ‘Je krijgt bonuspunten als je tijdens de zaak Frans of Engels spreekt, behalve als het je moedertaal is. Ik krijg dus voor Frans geen punten, maar wel weer voor Engels.’ Carter: ‘Toen ik een vriend vroeg hoe het met zijn scriptie ging, zei hij: “It’s going one directive”. Toen dacht ik: da’s een goede naam. De grap is dat de richtlijnen van de Europese Unie directives worden genoemd. Daarnaast lijkt het heel erg op de band One Direction.’ Villaneuva: ‘Maar daar hebben we niks mee hoor. Ik ken hun nummers niet eens.’ Door Veerle van der Gracht
Ik mag dan wel een arme student zijn met een banksaldo dat gevaarlijk op de grens van twee cijfers balanceert, ik heb wél een vakantiehuisje in het zuiden. Wat vroeger “thuis” was is nu mijn toevluchtsoord in drukke tijden geworden. In mijn laatste maanden als student profiteer ik dus nog even van het privilege om af en toe zelf te kunnen bepalen wanneer ik een paar dagen uitcheck om richting de bakermat te reizen. En hoe dichterbij die afstudeerdatum komt, hoe meer ik daarvan geniet. Het is niet zo dat ik mijn vaderland ineens verschrikkelijk hard mis. Ik ga het vooral steeds fijner vinden dat ik daar de immer opstapelende verantwoordelijkheden even van me af kan gooien. Want thuis, daar bevatten de kasten altijd op magische wijze alles wat ik nodig heb zonder dat ik er mezelf voor naar de supermarkt moet slepen. Daar worden elke avond mijn lievelingskostjes gemaakt, om te vieren dat ik er ben. Ik heb er geen agenda of deadlines en elke Whatsapp-groep gerelateerd aan werk of universiteit gaat standaard een paar dagen op mute. Ik kan schaamteloos uitslapen zonder aan de berg was of de hongerige kat te denken. Thuis zijn is weer een beetje tiener zijn. Ik zit dan ook al een tijdje in de knoop met mijn naderende afstudeerdatum. Ik heb er even hard wel als totaal geen zin in. Ik ben enthousiast en benieuwd naar wat er komt maar tegelijk ook ontzettend angstig en onzeker. Ik wil eindelijk iets anders dan die eeuwige reeks vakken en colleges, maar tegelijkertijd wil ik ook nog niet weg uit deze comfortabele cocon waar ik alles al ken en onder controle heb. Hoe ouder ik word, hoe meer verantwoordelijkheden er bij komen en hoe meer ik alles zelfstandig moet doen. In augustus studeer ik af en dan moet ik écht volwassen worden. En ik heb er zin in. Maar toch. Wanneer het allemaal een beetje te veel wordt is het fijn om nog te kunnen vluchten naar het huis van mijn kindertijd, waar ik mezelf heel even kan verstoppen voor alle verplichtingen. Dan lees ik boeken in de tuin voor mijn plezier in plaats van mijn scriptie. Ik bezoek mijn oma, ga koffie drinken met mijn moeder en spreek ‘s avonds af met vriendinnen die ik al ken van de middelbare school. Heel even lijkt het weer mid-2000. Maar ik kan niet voorkomen dat die vriendinnen steeds vaker over postafstudeersituaties als vrijgezellenavonden en/of werkloosheidsuitkeringen praten. Mijn mailbox mag dan wel zorgvuldig genegeerd worden, de mails blijven toch binnenstromen. En bij thuiskomst in Amsterdam liggen er alsnog rekeningen op de mat en staat de afwas te schimmelen. Vluchten kan niet meer. Dus geniet ik van het verstoppen. Nog heel even. Talitha Dehaene