24 mei 2012 35ste Jaargang • nr. 29
Het rode gevaar Pagina 3
Een inbreker spreekt: ‘Meer dan minuut heb ik niet nodig'
KLONGKLONGKLANG!!! Het lawaai in de scanner beïnvloedt de testen
Rechtenstudenten zijn niet taalvaardig. Hun docenten wel?
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 8
Studenten vs. de staat ‘Het is gelijk: Bam! Boete!’ Studentenorganisaties achten de langstudeerboete onrechtmatig. Hun advocaten stonden hen maandag bij in een zaak tegen de overheid. ‘De boete is een jaar huur’ ‘Het is nog net geen David tegen Goliath’, zegt de Leidse hoogleraar staats- en bestuursrecht, Tom Barkhuysen, in het Paleis van Justitie in Den Haag vlak voordat hij zijn toga gaat ophalen. ‘Maar we nemen het op tegen de Staat en die heeft veel middelen tot zijn beschikking.’ Barkhuysen is als partner verbonden aan advocatenkantoor Stibbe, en staat de studentenorganisaties ISO, LSVb en LKvV bij in hun verzet tegen de langstudeermaatregel. Die naar inzicht van de organisaties onrechtmatig is. ‘We hebben een stevig verhaal. We hopen dat de rechter ons volgt.’ Het is maandagochtend een uur of negen. Meestal een moment van de week dat niet met veel enthousiasme wordt begroet, zeker niet door studenten. Maar het anders zo rustige Paleis lijkt wel belegerd. Er staat een lange rij voor de metaaldetector bij de ingang van de rechtbank. Ook een aantal bestuursleden van Augustinus is naar de zitting gekomen. ‘We hebben een oproep van de LKvV gehad om zo onze betrokkenheid te tonen’, zegt archeologiestudent Sterre van Heemst. ‘Maar het gaat mij ook persoonlijk aan. Als de maatregel blijft bestaan, moet ik gaan betalen. Ik overschrijd de termijn die staat voor de bachelor met een half jaar. Nog drie bestuursleden worden met de boete geconfronteerd.’ De medewerkers van de rechtbank worden een nerveus als honderden studenten voor de deur van de zit-
tingszaal staan. Dat gaat nooit passen. Een deel moet in een andere ruimte naar een scherm kijken. Barkhuysen legt uit wat er gaat gebeuren. ‘We hebben al een schriftelijke ronde achter de rug. Nu gaan beide partijen een pleidooi houden. De rechters kunnen dan nog vragen stellen en gaan zich dan over de zaak beraden.’ Maar sinds de schriftelijke ronde is er nog wel het een en ander veranderd. Er is een spoedwet naar de Tweede Kamer gestuurd waarin wordt geregeld dat het ministerie van Onderwijs tien miljoen euro in de profileringsfondsen van universiteiten en hogescholen stort. Daar kunnen door de boete getroffen deeltijdstudenten dan een beroep op doen. ‘Het bedrag is een druppel op een gloeiende plaat. En de spoedwet neemt de onrechtmatigheid van de regeling niet weg.’ Barkhuysen verbaast zich erover dat de boete is ingevoerd. ‘Het is opvallend dat Kamerleden miezemuizen over 1 procent koopkrachtverlies terwijl studenten die getroffen worden door de langstudeermaatregel te maken krijgen met een verlies van 30 tot 40 procent. De babyboomers regelen het goed voor zichzelf terwijl studenten zonder overgangsregeling en met terugwerkende kracht fors worden aangepakt.’ Barkhuysen wordt in zijn verdediging bijgestaan door kantoorgenoten Machteld Claessens en Anna Collignon, allebei Leidse alumna. In de rechtszaal betoogt de laatste dat getroffen studenten in totaal 5000 euro gaan betalen. ‘Dat is een jaar huur voor een kleine kamer.’ Barkhuysen legt uit dat de maatregel in strijd is met een VN-verdrag waarin juist is vastgelegd dat de ondertekenaars naar kosteloos onderwijs moeten streven. Nederland gaat daar nu lijnrecht tegen in. Boven-
dien konden de studenten zich niet konden op de boete voorbereiden. Landsadvocaat Eric Daalder werpt tegen dat studenten al twee jaar weten dat de regeling er aan komt. Volgens Barkhuysen is dat onjuist. Pas toen de Eerste Kamer op 5 juli akkoord ging met het voorstel, mocht van studenten worden verwacht dat ze hier rekening mee gingen houden. Daarnaast is het in veel gevallen niet mogelijk om in te spelen op de boete. Problematisch is ook dat deeltijdstudenten bijna per definitie langstudeerders zijn en toch onder hetzelfde regime vallen. Ook essentieel is volgens hem dat er - in tegenstelling tot vergelijkbare wetgeving - geen overgangsregeling is getroffen. Barkhuysen: ‘Het is gelijk: Bam! Boete.’ Daalder ontkent dat de maatregel een boete is. Langstudeerders kunnen slechts niet langer gebruik maken van een ‘gereduceerd collegegeld.’ Ook stelt hij dat studenten altijd meer kunnen lenen. Na een uurtje pleiten beginnen de partijen elkaar om de oren te slaan met uitkeringsregelingen voor kunstenaars, Europese arresten en zaken over kunstmest, en richten verveelde toehoorders hun aandacht op Face-
book en Twitter. Een aantal dames in mantelpak en verenigingsdas leunt achterover en schopt de schoenen uit. Helaas ontbreekt de lentezon. Pas als de landsadvocaat zegt dat deeltijdstudies officieel helemaal niet bestaan, schrikt iedereen weer wakker. Volgens Daalder spreken studenten en instellingen slechts een afwijkende studietermijn met elkaar af. Dat deze instellingen deeltijdstudies aanbieden en opleidingsregisters deze vermelden, doet daar volgens hem niets aan af. Deeltijders hebben gewoon pech. Bijzondere gevallen moeten zich maar wenden tot de profileringsfondsen van hun universiteit of hogeschool. Een golf van onbegrip trekt hoorbaar door de zaal. Na afloop van de zitting is Barkhuysen tevreden. ‘We hebben duidelijk laten zien dat er haken en ogen aan de wet zitten. De landsadvocaat had ook niet echt overtuigende antwoorden op onze bezwaren. ‘Heel belangrijk is dat duidelijk is geworden dat de maatregel ondoordacht en veel te snel is ingevoerd. Het ministerie begint nu pas na te denken over de effecten van de boete. Dat moet natuurlijk voor invoering
Volgende week geen Mare
Wie heeft de mooiste almanak?
‘Beurspromovendi slecht behandeld’
Verkiezingsopkomst voor U-raad stijgt
In verband met Pinksteren zal er volgende week geen krant verschijnen. Mededelingen voor Mare 30 dienen voor maandag 4 juni ter redactie te zijn.
Ook dit jaar beloont Mare de vereniging met de meest originele almanak met een fust bier. Inleveren voor 12 juni bij de redactie, Pieterskerkhof 6, Leiden.
Chinese beurspromovendi hebben in een brief hun beklag gedaan over hun positie aan de Leidse universiteit. 'Sommigen hebben geen werkplek.'
De opkomst was hoger dan voorheen: dertig procent van het personeel stemde, en iets meer dan twintig procent van de studenten.
Pagina 4
Pagina 5
DOOR VINCENT BONGERS
De advocaten in actie, met (vlnr) Machteld Claessens, Tom Barkhuysen en Anna Collignon. Foto Taco van der Eb al gebeuren. Het blijkt dat als je wat in de wet prikt er allerlei problemen aan het licht komen.’ Wat vindt hij van de grote publieke belangstelling? ‘Voor de zaak is het heel goed.’ Was hij niet gespannen? ‘Als de zitting begint, vergeet je de zaal. Ik geef hoorcollege aan grote groepen studenten, dat scheelt natuurlijk.’ ISO-voorzitter, Sebastiaan Hameleers, heeft een positief gevoel over de zaak. ‘Ik vond het maar wollig en warrig verhaal van de kant van de staat. De landsadvocaat kwam er niet helemaal uit. Toen we met concrete voorbeelden kwamen van mogelijk getroffen studenten had hij daar nauwelijks een inhoudelijke reactie op.’ Bij één geval liet de landsadvocaat zelfs weten dat wat de student overkwam ‘een typisch geval van vervelend was.’ Hameleers: ‘Dat kun je toch niet maken?’ Barkhuysen vindt dan ook dat de zaak er zeker ‘niet minder sterk’ op is geworden. ‘Ik ben blij dat er in ieder geval voor het begin van het collegejaar duidelijkheid komt.’ De uitspraak volgt uiterlijk 25 juli.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 24 mei 2012 Geen commentaar
Europese toestanden Een fris, jong meisje met een verentooi is leuker dan de vergane glorie van drie lelijke, oude kerels. Daar kan het alvast niet aan liggen. Dus zal het wel weer de vriendjespolitiek van Centraal- en Oost-Europese landen zijn, waarmee we ons volgende week bij de koffieautomaat gezamenlijk verdedigen wanneer Nederland voor de achtste keer op rij de finale niet haalt. Of toch in elk geval sinds Ding-a-dong voor de achtendertigste keer op rij niet wint. Zo populair heeft Nederland zich de afgelopen tijd niet gemaakt in Europa. Die vriendjespolitiek werd een paar jaar geleden wetenschappelijk bewezen door de Schotse onderzoeker Derek Gatherer. Op basis van de stempatronen sinds 1975 (Ding-a-dong!) stelde hij vast dat gebieden die hij voor het gemak ‘the Viking Empire’, ‘the Balcan Bloc’ en ‘the Warshaw Pact’ noemt, inderdaad onderling erg gul zijn met de douze points. Ook de EU vreesde voor vriendjespolitiek toen landen in Centraal- en Oost-Europa toetraden in de jaren negentig, maar dan in de vorm van partijpatronage. Daarbij worden trouwe partijleden voorgetrokken bij het benoemen van ambtenaren, waardoor de partij kan doordringen tot allerlei instituten. Forse EU-regels moesten dit voorkomen. Onnodig, zo was afgelopen week te horen in het Leidse Academiegebouw. De politicoloog Petr Kopecký vertelde daar in zijn oratie over het onderzoeksproject dat hij leidde naar partijpatronage in verschillende Europese landen. De manier waarop politieke partijen in de meeste landen tegenwoordig georganiseerd zijn, verhindert bevoorrechting vanzelf al. Je moet toch echt geknipt zijn voor zo’n baantje, om ervoor in aanmerking te komen, de mogelijke bureaucratische invloed van je partij ten spijt. Controle door de toenemende media-aandacht doet de rest. Maar het Eurovisie Songfestival is geen zuivere politiek. Het is maar goed dat de Tweede Kamer deze week, nog nét op tijd dus, tegen Blekers plannen met de Hedwigepolder stemde. Want volgens die Schotse statisticus vormen ook wij met onze zuiderburen een onmiskenbaar bondgenootschap als het op televoting aankomt. ‘The Particial Benelux’, noemt hij dat. Op sympathy votes van echte Indianen hoeft Joan Franka alvast niet te rekenen. De oprichter van een Roosendaalse Indianensteungroep (die zelf eigenlijk ook geen Indiaan is, maar dat tussen haakjes) vond haar maar een wannabe. De wilde voorstelling van indianen, die in het lieflijke You and me weliswaar ver te zoeken is, was volgens hem beledigend. Ook als het gaat om partijpatronage hebben wij trouwens niet de schoonste handen van het continent. Nederland vormde namelijk een van de uitzonderingen in Kopecký’s onderzoek. Juist hier letten partijlobbyisten goed op of er ambtelijke functies vrijkomen. Hoeveel effect dat daadwerkelijk heeft wil Kopecký nog uitzoeken. Intussen duimen we vanwege Franka’s Turkse roots tot het moment waarop we horen: This is Istanbul calling!
Door Marleen van Wesel
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Judith Laanen redactie@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Medewerkers
Rivke Jaffe • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Anne van de Wijdeven Secretariaat Judith Laanen Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • I. Bronstring • A. Brouwer • prof. dr. A.J.W. van der Does • B. van der Donk • J. Egberts • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • D. van der Klugt • A. Liemburg • R. Nieuwenkamp • mw C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Paradoxale vernieuwing We hebben een merkwaardige verhouding met oud en nieuw, met traditie en verandering. In bewogen tijden is er altijd een hang naar vroeger, naar houvast en tradities – misschien verklaart dat de recente interesse (en financiering) voor erfgoedbehoud en –onderzoek. In de alliantie die wij met Delft en Rotterdam aangaan, wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een gezamenlijke LDE Center for Heritage – erfgoed heeft de toekomst. Maar daar tegenover staat een nog veel sterkere nadruk op vernieuwing, verandering, innovatie. Die term zweeft al een poosje rond in de universitaire wereld en omdat ik (dankzij een Vernieuwingsimpuls-subsidie) tijd heb om af en toe een middag naar praatjes te gaan luisteren ging ik deze week naar een symposium met als titel ‘De Innovatie-paradox’. In het kort: de Nederlandse wetenschap blijkt het keer op keer hartstikke goed te doen in alle ranglijstjes van landen en universiteiten. Tegelijkertijd maakt het Nederlandse bedrijfsleven bijzonder weinig gebruik van alle vernieuwde wetenschappelijke inzichten. Excellente wetenschap leidt blijkbaar niet tot veel innovatie in het bedrijfsleven. Om iets aan deze ‘paradox’ te doen heeft het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het topsectorenbeleid bedacht, om onderzoekers en ondernemers dichter bij elkaar te brengen. So far so good, zou je zeggen. Maar helaas komt het geld voor die topsectoren voor het grootste gedeelte uit de NWO-pot. Het geld waarmee eerder fundamenteel onderzoek werd gesubsidieerd, via vrije competities, is nu voor toegepast onderzoek. Nadat eerste geldstroomfondsen van de universiteiten naar NWO verschoven, worden ze nu ingezet als R&D voor het bedrijfsleven. Kortom: excellente fundamentele wetenschap wordt financieel gekort omdat het bedrijfsleven niet genoeg innoveert. Dat is pas paradoxaal. Tenzij je fundamenteel wetenschap als linkse hobby ziet, en onderzoek in de eerste plaats als innovatiemotor voor het bedrijfsleven beschouwt, zoals één van de sprekers verduidelijkte. Wat ook paradoxaal is, is de nationalistische houding die spreekt uit het beleid van Economische Zaken, althans zoals die op het symposium werd uitgelegd door een vertegenwoordiger van dat ministerie. Onderzoek is er om economische en maatschappelijke uitdagin-
gen te kunnen aangaan, en om de positie van de ‘BV Nederland’ te promoten. ‘Maatschappelijke opgaven van vandaag zijn de markten van morgen’, werd ons verteld. Die uitdagingen tellen blijkbaar alleen mee als ze in geld uit te drukken zijn, en zich in Nederland afspelen. Alsof de grootste uitdagingen zich netjes aan landsgrenzen houden. En alsof het nationale Nederlandse belang dienen de voornaamste drijfveer van onderzoekers is. Natuurlijk denkt een ministerie in termen van het nationale belang. Maar voor wetenschappers draait het juist om internationale samenwerking, om intellectuele uitwisseling over landsgrenzen (en Europese grenzen) heen, om mondiale of zelfs galactische vraagstukken. Nog afgezien van politieke schaal is het interessant dat ‘innovatie’ en ‘maatschappelijk belang’ als synoniemen worden gehanteerd. Zo lijkt innovatie (in het bedrijfsleven) vanzelfsprekend het maatschappelijke belang te dienen, en dat belang kan schijnbaar ook niet zonder innovatie gediend worden. Maar er zijn toch talloze voorbeelden van economische innovatie te noemen die het maatschappelijk belang duidelijk schaden. De buitengewoon innovatieve Amerikaanse wapenindustrie bijvoorbeeld, of de biotechnologische innovaties van agrarische multinational Monsanto, waardoor zowel biodiversiteit als kleinere boeren het onderspit delven. Maar ook de innovatieve financiële producten die tot de huidige economische crisis leidden, bijvoorbeeld de financiële innovaties waardoor de woningbouwcorporatie Vestia twee miljard tekort kwam, nu werknemers ontslaat en de huren opschroeft. Eén van de praatjes was van de Rotterdamse viroloog Ron Fouchier, bekend van zijn grieponderzoek, dat om biosecurity-redenen aanvankelijk niet mocht worden gepubliceerd. Hij sprak over dual use research, onderzoek dat zowel ten goede als ten kwade kan worden aangewend: data over een virusmutatie zijn nuttig voor zowel de WHO als bioterroristen. Misschien zou het goed zijn als onze ministeries wat meer aandacht besteedden aan het dual use- karakter van innovatie. Rivke Jaffe Universitair docent culturele antropologie
24 mei 2012 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Cocktails & communisten Lezing over de spionage in de Koude Oorlog De agenten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) waren tijdens de Koude Oorlog niet met getrokken pistool op jacht naar vluchtende Russische spionnen. Ze schreven vooral boze brieven, zegt historicus Constant Hijzen.
Door vincent bongers De ‘operateurs’ tikten bijvoorbeeld brieven om de Communistische Partij Nederland (CPN) met succes te destabiliseren, vertelt Constant Hijzen, aio bij het Instituut Geschiedenis en het Centre for Terrorism & Counterterrorism van Campus Den Haag. Hij onderzoekt hoe de dienst door de
jaren heen was georganiseerd en op welke staatsgevaarlijke zaken zij zich richtte. Op 31 mei en 1 juni organiseert het centre een symposium over veiligheid en samenzweringen in de moderne geschiedenis. Hijzen geeft een lezing over hoe de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD, tegenwoordig de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, AIVD) het ‘rode gevaar’ probeerde te weerstaan. ‘Als in 1948 de Tsjechoslowaakse communisten in Praag de macht grijpen, ontstaat er een sfeer van hysterie in Nederland’, zegt Hijzen. ‘“Zie je wel, het gevaar Stalin komt ook van binnenuit,” is het idee. Dit beeld is het bestaansrecht van de dienst in deze periode.’ Uiteraard is spionage en contraspionage belangrijk voor de BVD, maar de dienst blonk ook uit in psychologische oorlogsvoering tegen de CPN. ‘In 1957 begon project Toekomst. De opstand tegen de communisten in Hongarije was een jaar eerder neergeslagen. Dat zorgde voor vertwijfeling binnen de communistische partijen in het Westen.’ De Hongaren werden keihard onderdrukt door hun Russische kameraden. Dat was moeilijk uit te leggen aan de achterban. Mensen liepen weg bij de partij, de dienst maakte daar gebruik van. ‘Plots verschenen er open brieven van leden van de CPN die kritiek leverden op de nogal dictatoriale partijleider Paul de Groot.’ Dat zorgde voor tweespalt. Nogal wat kameraden voelden zich door De Groot miskend. Een ideale voedingsbodem voor een conflict. ‘Die brieven kwamen natuurlijk van de BVD. Met netjes dezelfde woordkeuze, papier en nietjes die de partijleden gebruikten. Het werkte, er ontstond onrust.’ Maar de dienst ging al snel nog rigoureuzer te werk. ‘Project Phoenix volgde. Op instigatie van de BVD werd toen een afsplitsing van de
CPN, de Socialistische Werkers Partij opgericht. Dat ging echt ver. Enkele bestuursleden daarvan waren BVD’ers en de partijkas werd gespekt door diezelfde overheidsdienst.’ Maar ook de buitenlandse communisten trokken de aandacht. ‘De Russen waren veel op cocktailparty’s. Daar legde een operateur dan contacten. Nodigde bijvoorbeeld een Rus uit voor een potje tennis. Dat contact werd gecultiveerd. Dan was het zaak om in te schatten of dit een juist persoon was om “om de broek te laten zakken.” Dat is dienstjargon voor je kaarten op tafel leggen.’ Hijzen stelt vast dat de BVD vergroeid raakte met de dreiging waar ze ooit voor was opgericht. ‘Ze blijven vast houden aan het communistische vijandsbeeld. Ook als dat niet meer de grootste bedreiging is.’ Pas vanaf eind jaren tachtig veranderde dat. Het was een ouderwetse dienst met archaïsche communistenvreters in leidinggevende posities. De nieuwe baas, Arthur Docters van Leeuwen, hield dan ook grote schoonmaak. Sinds 11 september en de moord op Theo van Gogh ligt de focus van de dienst op het bestrijden van moslimterrorisme. De AIVD werd meer dan twee keer zo groot. Hijzen vindt het vreemd dat er nauwelijks een publiek debat wordt gevoerd over waar de dienst zich vooral op moet richten. ‘Er is vast wel dreiging van moslimterroristen, maar dat lijkt toch wel een beetje weggeëbd. Wat gaat die dienst in plaats daarvan doen? Dat bepaalt ze zelf als er geen directe dreiging speelt. ‘Het definiëren van gevaar is ook ten dele een politiek besluit. Het parlement en het publiek moet daar ook iets in te zeggen hebben. Het verbaast mij dat er nauwelijks discussie is over wat dienst nu eigenlijk precies doet. En vinden we dat eigenlijk goed? Misschien is er behoefte aan inzet op heel andere domeinen.’
Frutti di Mare
Inbreken voor beginners Door Marleen van Wesel Erika (21, student Nederlands) schenkt net thee in als Jan van Bragt (56) de trap van haar studentenhuis in een zijstraat van het Rapenburg op loopt. ‘Hier kom ik wel erg gemakkelijk binnen.’ Op zijn achttiende begon hij met fietsendiefstal. ‘Ik stapte al snel over op auto’s en later overvallen en inbraken. De laatste jaren van mijn criminele carrière handelde ik in verdovende middelen.’ Pas na twintig jaar liep hij tegen de lamp. Na een gevangenisstraf en een periode in een ontwenningskliniek kwam hij terecht bij Delinkwentie & Samenleving, een project van de organisatie Humanitas, waarvan hij inmiddels regiocoördinator is. ‘Daar werken allemaal mensen met een strafblad. We geven voorlichting aan jongeren, over criminaliteit, en ook aan bedrijven, gemeentes en politie over inbraak- en overvalpreventie.’ Een studentenhuis is echter een primeur. Erika en haar huisgenoot Ilse (25, student Bedrijfskunde) doen de voordeur ’s nachts nooit op slot. Erika: ‘Ik ben bang dat ik mezelf binnensluit en dat er dan brand uitbreekt. Ik realiseerde me pas dat ook hier ingebroken kan worden toen het verderop in de straat een keer gebeurde.’ Zelf dacht Van Bragt er ook zo over, zelfs toen hij regelmatig andermans woning
binnendrong. ‘Tot het een keer in mijn eigen huis gebeurde. Mensen onderschatten de impact vaak. Ik vond het zo vervelend, dat ik toen maar op bedrijven ben overgestapt.’ Hij demonstreert hoe hij met een kleerhanger door de brievenbus de voordeur simpel kan openen. ‘Als je hem op slot doet zou ik nog wel binnen kunnen, maar het kost me een minuut extra. Dan loop ik liever door naar de buren.’ Van Bragts inbraken duurden zelden langer dan een minuut. ‘Vijftien seconden prutsen aan het slot, dertig seconden de buit zoeken en dan wegvluchten. Mensen bewaren hun waardevolle spullen altijd op dezelfde plaats. Heel vriendelijk.’ Sommigen blijven langer binnen. ‘Ze maken bijvoorbeeld uitgebreid gebruik van je keuken. Of ze poepen op je deurmat van de stress.’ Sinds hij op het rechte pad is hebben de inbraaktechnieken zich ontwikkeld. ‘Maar ik train ook nieuwe voorlichters, met verse ervaring. Zij speuren bijvoorbeeld social media af. En op het internet vinden ze veel high tech gereedschap.’ Ouderwetse, zogenaamde Bargoense tekens, gebruiken ze ook nog wel. Een krijtstreepje op de gevel en een ogenschijnlijk tegen de voordeur gewaaid takje, kunnen tekens voor andere dieven zijn.
‘Wijken met veel sanseveria’s voor het raam vermeed ik liever. Bejaarden letten veel te goed op.’ Subtiel ging hij vaak niet te werk. ‘Ik gooide gerust een raam kapot. Op alarmen reageren mensen nauwelijks. Op glasgerinkel wel, maar pas na een paar minuten. Ik had dus maar een minuut nodig.’ De mariniersmethode noemt hij dat. ‘Vanwege het zeemansdevies: als geweld niet helpt, gebruik dan grof geweld.’
Op Ilses balkon laat hij zich buitensluiten. Als een heuse Houdini heeft hij zo door hoe hij kan binnendringen. ‘Die mooie wijnglazen zou ik trouwens meegenomen hebben, als ik nog inbreker was,’ zegt hij terloops bij zijn vertrek. Erika vond het bezoek leerzaam. Ilse kijkt Van Bragt echter een beetje wantrouwig na. ‘Als hier de komende maand wordt ingebroken, bel ik met een klacht naar Mare.’
Foto Taco van der Eb
Doodlopers Afgelopen zondag overleed een 41-jarige deelnemer van Leiden Marathon. Hij is niet uniek: het aantal hartaanvallen bij marathons neemt de afgelopen jaren toe. Hoe veilig is duurlopen eigenlijk? Hoogleraar cardiologie Ernst van der Wall, u schreef daar dit voorjaar over in het Netherlands Heart Journal. ‘Inderdaad. Ik ben hoofdredacteur van dat tijdschrift, en wijdde mijn redactionele commentaar aan het verschijnsel. In het prestigieuze New England Journal of Medicine was een verslag verschenen van de zogeheten RACER-studie – de Race Associated Cardiac Arrest Event Registry. Veel media schreven toen de kans op acute hartdood bij een marathon heel klein was, maar NRC Handelsblad schreef juist het aantal doden bij marathons was toegenomen.’ Wie had er gelijk? ‘Allebei. Die studie vergeleek twee periodes: van 2000 tot 2004 en van 2005 tot 2010. Daarbij steeg het aantal doden van 0,7 per 100.000 deelnemers in de eerste periode naar 2 per 100.000 in de tweede. Dat is een drievoudige stijging. De studie stelde verder vast dat mannen vaker stierven vrouwen, en dat de afstand ertoe deed: het risico was bij de hele marathon drie tot vijf keer zo hoog als bij de halve.’ Waar komt die stijging vandaan? ‘Er zijn veel meer marathonlopers bijgekomen, de afgelopen jaren, en dan vooral mannen. Het is eigenlijk niet te verklaren waarom mannen vaker een hartaanval krijgen dan vrouwen. Wellicht dat het vooral gaat om oudere mannen, die zichzelf willen bewijzen. Dat zie je ook wel aan de deelnemers van marathons zoals die van Amsterdam en New York.’ Waarom krijg je eigenlijk hartproblemen van hardlopen? ‘Bij jongere mensen is er vaak sprake van erfelijke hartafwijkingen. Bij oudere mensen is het eerder kransvatlijden. Bij een marathon wordt het hart enorm belast; als dan ergens een vernauwing in de vaten zit, krijg je een zuurstoftekort in het hart en vervolgens een hartinfarct. Als je niet wist dat die vernauwing bestond, heet dat een zogeheten occulte laesie. Je hebt natuurlijk ook de mensen die na een hartaanval het advies hebben gekregen om te gaan rennen…’ Maar moeten die mensen marathons gaan lopen? ‘Nee, maar het gebeurt wel. Als iemand een hartaanval heeft gehad, maar de problemen zijn goed opgelost en hij laat een goed inspannings-ECG zien, zegt de cardioloog: “Doe maar”. Begrijpelijk want zo iemand gaat vervolgens ook gezonder eten, minder roken, enzovoort’ Bij andere sporten komt het voor dat je een medische keuring moet laten zien. Zou dat voor marathons een idee zijn? ‘Daar wordt driftig over gespeculeerd door mijn collega-cardiologen, en ik weet dat er collega’s zijn die daarvoor pleiten. Maar als je kijkt naar de enorme aantallen deelnemers en het relatief kleine risico, geeft dat wel een grote belasting voor de artsen die moeten keuren. Wie bekend is met hartproblemen, zou het in elk geval moeten doen. Ook omdat je dan psychologisch schoon aan de startlijn verschijnt.’ BB
4 Mare · 24 mei 2012 Nieuws
‘We krijgen geen tram’
Collegegeld Het college van bestuur is akkoord met een voorstel van de universiteitsraad om het collegegeld in het studiejaar 2012-13 in tien termijnen te innen. In een keer betalen kan overigens ook gewoon. Het college wilde graag overstappen van het maandelijks innen naar vijf termijnen. Studenten die voor de zomer afstuderen, hebben nog wel eens de neiging om nog openstaande termijnen niet meer te betalen. Zij moeten namelijk ook gewoon betalen voor de maanden juli en augustus, maar doen dat dus niet altijd. Het inschakelen van een deurwaarder is in de meeste gevallen niet lonend, aldus het college. De studentenpartijen in de raad vonden dat bij vijf termijnen wel een erg hoog bedrag per keer moest worden betaald door studenten. Hun oplossing: tien keer innen voor het einde van het collegejaar. In de maanden juli en augustus is het collegegeld dan al betaald. Als blijkt dat de oplossing van de studenten niet werkt, kiest de universiteit in het studiejaar 2013-2014 alsnog voor vijf termijnen.
De RijnGouweLijn komt er niet. In plaats van de door het college van bestuur zo gewenste lightrail komt er een snelle busverbinding van Katwijk via Leiden naar Zoeterwoude.
Zeldzame ziektes Onderzoekers van het LUMC hebben twee subsidies van elk drie miljoen euro gekregen voor onderzoek naar zeldzame ziektes. Prof. Gert-Jan van Ommen van heeft daar een therapie ontwikkeld voor de ziekte van Duchenne, waar hij al jaren onderzoek naar doet. Met de beurs van subsidieverstrekker ZonMw (Zorg onderzoek Nederland en Medische Wetenschappen) wil hij gaan uitzoeken of dezelfde aanpak ook zou kunnen werken bij de ziekte van Huntington en de erfelijke ziekte CADASIL, een aandoening aan de spiercellen in de wand van de kleine slagaders. De andere subsidie ging naar stamcelonderzoeker Frank Staal. Hij onderzoekt de afweerstoornis Severe Combined Immuno Deficiency (SCID), waarbij patiënten geen witte bloedcellen aanmaken in hun beenmerg. Daar bestaat al een behandeling voor: een beenmergtransplantatie. Probleem is echter dat er een tekort is aan geschikte donoren. Staal wil stamcellen uit het beenmerg van de patiënt aanpassen.
Marktaandeel Het college van bestuur blijft vasthouden aan de ambitie om een marktaandeel van tien procent te realiseren in de bachelor- en masterfase. Dat bleek tijdens de universiteitsraadsvergadering van maandag. Het marktaandeel van de universiteit schommelt al een tijd tussen de 7 à 8 procent en neemt de laatste jaren zelfs licht af. Roel Glasbeek van de BePLVS fractie in de raad vroeg zich af of het niet verstandiger is om naar een wat realistischer percentage te streven. Rector magnificus Paul van de Heijden wilde zich niet blindstaren op percentages. Dat getal staat nu eenmaal in het instellingsplan 2010-2014 van de universiteit. Ook wees hij de raad er op dat de universiteit flink is gegroeid en dat er veel aan wordt gedaan om die groei nog een tijd vol te houden. ‘Het gaat ons niet om het getal, of dat nou een percentage van 9,1 of 10 is. Het belangrijkste is dat we vasthouden aan de gedachte dat we nog een tijdje moeten groeien.’
Smaragdlaan De geplande extra studentenwoningen aan de Smaragdlaan en de Zoeterwoudseweg zijn voorlopig van de baan. De Leidse studentenhuisvester SLS wilde aan de Smaragdlaan een aanbouw achter de al bestaande flat bouwen van twee verdiepingen hoog. Aan de voorkant moest een toren van tien verdiepingen komen. Wegens financiële problemen bij de SLS worden de bouwplannen voorlopig in de ijskast gezet.
Jazz in de Leidse Hout Gare du Nord, Jungle by Night en Marbert Rocel sieren de affiche van de tweede editie van Summerjazz. Ook Vincent Icke, hoogleraar sterrenkunde in Leiden, geeft een presentatie op het festival, dat op 2 juni in het Leidse Hout georganiseerd wordt door leden van Quintus.
‘Beurspromovendi worden slecht behandeld’ Gebrek aan helderheid over positie De personeelspartijen Young Researchers en PhDoc zijn zeer kritisch over de manier waarop de universiteit omgaat met buitenlandse beurspromovendi. Een aantal van hen wordt belemmerd in hun onderzoek en voelt zich niet gewaardeerd. Door Vincent Bongers Dat blijkt uit een rondvraag die de partijen stelden bij de universiteitsraadsvergadering van maandag. Onlangs ontvingen PhDoc en Young Researchers een brief van
een groep Chinese beurspromovendi waarin zij hun beklag doen over hun positie aan de universiteit. De brief is nog niet openbaar maar volgens de partijen klagen de Chinezen over een gebrek aan helderheid over hun precieze positie en rechten en plichten. ‘Er lijken niet alleen tussen faculteiten maar zelfs tussen instituten binnen dezelfde faculteit grote verschillen te bestaan in de behandeling van deze promovendi’, staat in de rondvraag. ‘Sommigen hebben een werkplek, anderen zijn op studentwerkplekken aangewezen. Ook betalen bepaalde faculteiten wel talencursussen en andere niet.
Ook worden sommige promovendi niet eens op de universitaire websites vermeld.’ Het college van bestuur is geschrokken van de klachten. ‘Het is een problematiek die ons niet bekend is’, zei rector magnificus Paul van der Heijden tijdens de vergadering. ‘We gaan kijken wat de klachten precies zijn en wat we er aan kunnen doen.’ Inmiddels heeft het Leids Promovendi Overleg al gesproken met het college over de klachten. Waarschijnlijk wordt er in september of oktober een enquête onder promovendi gehouden om zo een beter beeld te krijgen.
Internationale studenten leveren juist geld op De 58.423 buitenlandse studenten in Nederland leveren jaarlijks miljoenen op. Dat staat in een rapport van het Centraal Planbureau over de economische effecten van de internationalisering van het hoger onderwijs. Het onderzoek werd gedaan in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Halbe Zijlstra dat de komst van internationale studenten onder meer leidt tot beter
ontwikkelde interculturele vaardigheden en betere handelsrelaties. Ook zijn er volgens hem aanwijzingen dat buitenlandse studenten beter presteren dan Nederlanders, waardoor de onderwijskwaliteit kan stijgen. Voor een gerichte schatting van het economisch voordeel is van belang of de studenten na hun studie in Nederland blijven. Op basis van buitenlandse studenten in de periode van 1995 tot 2003 geldt dat waarschijnlijk voor 19 procent. Met dat percentage is er een jaarlijks voordeel van 739 miljoen euro.
Wervingsacties van universiteiten om buitenlandse studenten te trekken lagen enige tijd onder vuur vanwege de vermeende kosten. VVDKamerlid Anne-Wil Lucas stelde daar vorig jaar Kamervragen over. Zij vond dat buitenlandse studenten welkom waren, mits dat niet ten koste zou gaan van de kwaliteit. Aan Nederlandse universiteiten studeren studenten uit ruim zestig landen. Bijna de helft, 43 procent, komt uit Duitsland. Verder staan China (8 procent) en België (5 procent) in de top drie. MVW
Ook gaan er meer treinen rijden tussen Leiden en Utrecht. Dat blijkt uit de vorige week gepresenteerde plannen van de Provincie Zuid-Holland. De universiteit is teleurgesteld dat de tram er niet komt, terwijl er al bestuurlijke afspraken lagen over de lightrail. Toch gaat het college akkoord met de nieuwe plannen mits er wordt voldaan aan een aantal eisen. Mocht dat niet gebeuren, dan trekt het college mogelijk haar steun aan het project in. De universiteit zou meebetalen en grond beschikbaar stellen aan de lightrail. Het college wilde vijf en een half miljoen euro in de ontwikkeling van het Bio Scienceparkgebied investeren, waar ook een halte van de RGL onder valt. Ook zou er een halte bij het nieuwe bèta-complex moeten komen. Rond de komst van de tram speelt al jaren een bestuurlijke soap. Daar komt nu, voorlopig tenminste, een einde aan. Het college liet in 2010 weten desnoods naar de rechter te stappen als het tramtraject door het centrum niet door zou gaan. Over gerechtelijke stappen had vicecollegevoorzitter Willem te Beest het niet tijdens de universiteitsraad van maandag: ‘We krijgen geen tram, dat is duidelijk. Maar belangrijk is wat er wel komt. Het is voor de universiteit van groot belang dat de busverbinding dezelfde vervoersfunctie krijgt als de RijnGouweLijn. Dus een bus die vanaf de kust, langs Leiden Centraal, via de Breestraat vervolgens naar station Lammenschans gaat rijden.’ En met de haltes die het college voor ogen had toen er nog werd uitgegaan van een tramverbinding. Er wordt nog met gemeente en provincie overlegd over deze zaken. Mocht dat niet gebeuren, dan stemt het college niet in met de plannen. De universiteit voelt zich dan ‘in beginsel niet gehouden gronden en middelen ter beschikking te stellen’ aan het project,’ aldus de officiële reactie. De universiteit maakt zich zorgen over de gevolgen van de aanleg van de Rijnlandroute, een nieuwe verbindingsweg tussen de A4 en A44. Dit project schaadt mogelijk de ontwikkeling van het BioSciencepark. Daar moet een oplossing voor worden gevonden. Maar er gebeurt meer. Op een aantal plaatsen wordt op het traject Leiden-Utrecht het spoor verdubbeld. Dat maakt meer treinverkeer mogelijk. Vanaf 2018 rijden er dan ook vier treinen per uur op dit traject, nu zijn dat er twee. VB
‘Student laat honderden euro’s per jaar liggen’ Studenten lenen gemiddeld 365 euro per maand, maar laten ook flink wat geld liggen, blijkt uit het studentenonderzoek 2011-2012 dat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting uitvoerde onder drieduizend studenten. Ruim een derde van alle hbo- en wo-studenten leent op dit moment bij DUO. 22 Procent van de studenten leent om “leuk en relaxed te kunnen leven.” De gemiddelde
schuld die een student na vier jaar maandelijks 365 euro lenen opbouwt, komt uit op 17.500 euro. Het Nibud denkt dat deze schuld alleen maar toe zal nemen als de overheid haar bezuinigingsmaatregelen zal doorvoeren. De keerzijde van geld lenen uit zich in de onwetendheid van studenten over de leenvoorwaarden van de DUO. Ze weten bijvoorbeeld niet dat je vanaf dag één rente over je lening opbouwt.
Door gebrek aan kennis laten studenten ook geld liggen: een vijfde van de studenten (zo’n 120.000) weten nog altijd niet dat ze zorgtoeslag kunnen ontvangen, terwijl ze daarmee kunnen besparen op hun kosten in plaats van lenen om rond te komen. Ook bij de Belastingdienst blijft veel geld liggen: ruim 12 procent van de studenten weet niet dat aangifte doen geld oplevert. Gelukkig zetten studenten ook geld opzij. Het Nibud be-
rekende dat ruim 70 procent van de ondervraagde studenten gemiddeld 100 euro per maand spaart. Studenten die geld bijlenen sparen wel minder vaak dan studenten zonder lening. Waar geven studenten gemiddeld hun geld dan aan uit? Huur (341 euro) en boodschappen (150 euro) voeren de kostenpostenlijst aan, daarna volgen collegegeld (143 euro) en de zorgverzekering (106 euro). JL
24 mei 2012 · Mare 5 Nieuws
Onderwijscertificaat ligt onder vuur Volgens de personeelspartijen Young Researchers en PhDoc stelt de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) in de praktijk niet veel voor en is het vooral een papieren tijger. Bij de faculteit sociale wetenschappen zouden zelfs certificaten worden uitgedeeld aan docenten zonder evaluatie van hun colleges door een expert, beweerden de partijen tijdens de universiteitsraad van maandag. Alle docenten die sinds 1 januari 2008 in dienst zijn gekomen bij de universiteit Leiden moeten voor een facultaire toetsingscommissie aan de hand van een dossier bewijzen dat ze voldoen aan de basale onderwijsvaardigheden. Kunnen ze dat, dan maken ze aanspraak op het BKO-certificaat. Ook is de kwalificatie nodig om in aanmerking te komen voor een bevordering. Vice-rector magnificus Simone Buitendijk was het niet eens met het beeld dat door de partijen over de BKO werd geschetst. ‘Dit klopt echt niet.’ Buitendijk ontkende dat bij FSW certificaten ‘zomaar worden uitgedeeld. Docenten moeten een portfolio samenstellen en die tonen aan een onafhankelijke facultaire toetsingscommissie. Als daaruit blijkt dat je genoeg ervaring hebt en de studentenevaluaties goed zijn, dan is het glashelder dat je een kwalificatie
verdient.’ Maar het kan ook zo zijn dat beginnende, maar ook ervaren, docenten bijvoorbeeld nog een cursus volgen. ‘Dat is ook geen schande. Het is best een zwaar traject, waar niet lichtvaardig over wordt gedacht. Het is geen simpele portfoliocheck.’ ‘We zeggen niet dat certificaten zomaar uitgedeeld worden bij FSW’, zei Eric van Hoof van Young Researchers. ‘Er is alleen geen beoordeling van de colleges door experts. De verstrekking gaat op basis van studentenevaluaties. Is dat voldoende? Wij vinden van niet.’ Volgens Buitendijk is er wel voldoende controle door experts. Het is volgens de vice-rector ook niet mogelijk dat faculteiten er een afwijkend beleid op na houden. ‘De BKO moet zelfs landelijk hetzelfde zijn.’ Het college gaat er zelfs strenger op toe zien dat de certificaten wel op de juiste wijze worden verstrekt. ‘Wij toetsen nu het BKO-proces intern. In de toekomst komt er ook een externe controle. Zodat we kunnen laten zien dat het Leidse certificaat van evenveel waarde is als de kwalificaties van andere universiteiten.’ Het is ook de bedoeling dat universiteitsbreed de kwaliteit van docenten verbetert. Er wordt gewerkt aan een Senior Kwalificatie Onderwijs. Een certificaat dat door alle docenten, behalve wellicht hoogleraren, behaald moet worden. VB
Geen aardverschuiving bij verkiezingen Stemmers vooral in Campus Den Haag De opkomst voor de universitaire verkiezingen was hoger dan de vorige keren: dertig procent van het personeel bracht een stem uit, tegenover een kwart in 2010. Bij de studenten steeg het percentage van ietsje onder de twintig procent naar iets erboven. Door Bart Braun Het hoogste percentage stemmers zat aan de Campus Den Haag, waar bijna 32 procent van de studenten stemde. In de universiteitsraad twee kleine verschuivingen: in de personeelsgeleding verloor de lijstverbinding PhDocs/Universitas een zetel aan de Akvakabo. Lijst Universitair Belang bestendigde de twee zetels waarmee ze twee jaar geleden de Universiteitsraad binnenkwamen. Bij de studen-
ten verloor de SGL-fractie een zetel aan de LVS. Namens de LVS toonde student Latijns-Amerikastudies Willem Dekker zich opgetogen: zijn partij won ook bij Geesteswetenschappen en Rechten een zetel. In de universiteitsraad heeft de LVS een lijstverbinding met BeP, en samen hebben die nu een meerderheid in de raad. ‘Het wordt vooral zaak om niet te strijden maar samen naar oplossingen te zoeken’, benadrukte Dekker. Anne-Marie Leichsenring van de SGL betreurde het verlies van een zetel in de universiteitsraad. ‘Een beetje een zure pil, vooral omdat het om slechts zes stemmen verschil gaat. Wij gaan er toch samen met de CSL een goed jaar van maken.’ Of studenten snel iets van de veranderde verhoudingen zullen merken, durfde ze niet te zeggen: ‘Een jaar in de uni-
versiteitsraad heeft me geleerd dat je vooral op grote, complexe dossiers zit, die je langdurig moet volgen.’ Historicus Joost Augusteijn van personeelspartij Akvakabo won een zetel. ‘Hoe dat komt? Door mij, natuurlijk. Daarnaast hebben we actiever campagne gevoerd, en oppositie gevoerd in de raad.’ Net als zijn studentencollega’s benadrukte hij het belang van samenwerking: ‘Uiteindelijk moet je toch een meerderheid achter je krijgen. Dat gaat net ietsje makkelijker met meer zetels: we kregen een sterker mandaat voor wat wij willen.’ Die extra zetel voor de vakbondspartij ging ten koste van de lijst PhDocs/Universitas. ‘Die ene overgebleven zetel is eigenlijk onvoldoende’, aldus lijsttrekker Maarten Jansen. ‘Gezien de omvang van onze potentiële achterban (jonge onderzoekers, red.), had ik meer verwacht.’
Nog geen besluit over opheffing studies De brede bachelor die in 2014 moet worden ingevoerd, zit nog in de ontwerpfase. Zo is er ook nog geen duidelijk welke bachelors worden opgeheven. Een brief aan de opleidingsvoorzitters van de studies Frans, Duits en Italiaans, leidde een paar weken terug tot behoorlijk wat reacties. Promovendus Esfaindyar Daneshvar-Tehranizadeh plaatste toen op de Facebook-pagina Red de studie Franse Taal en Cultuur opgelucht het bericht dat de studie Frans de komende jaren in de huidige vorm blijft bestaan. Geesteswetenschappenassessor Arjen Liemburg liet weten dat er juist niets veranderd was. Het plan was namelijk nog altijd om de brede bachelor in september 2014 in te voeren. Inderdaad niet in sep-
tember 2012, maar dat was nooit de bedoeling geweest. Volgens Johan Rooryck, hoogleraar Frans, mogen beide berichten van enige nuance worden voorzien. ‘In die brief die wij van het faculteitsbestuur ontvingen stond het volgende: “Langs deze weg wil het faculteitsbestuur nogmaals bevestigen dat er nog geen besluit is genomen uw opleidingen te laten opgaan in de brede BA, aangezien een beslissing hierover pas kan worden genomen nadat er een plan voor deze nieuwe BA-opleiding is uitgewerkt.” Je gooit je oude schoenen nu eenmaal niet weg voor je nieuwe hebt. Wij menen dat dit betekent dat opheffing voorlopig nog niet aan de orde is. In een brief terug hebben we deze interpretatie toegelicht, maar daar hebben we geen reactie meer op ontvangen. We
nemen dus aan dat het klopt.’ Een tweede reden, die ook in de brief wordt genoemd, is de zogenaamde doelmatigheidsregel van staatssecretaris Zijlstra. ‘Het faculteitsbestuur heeft die regel alvast opgevat als het ruilen van drie opleidingen voor één. Maar of dat echt de bedoeling is, moet nog blijken. De inhoud van de regel is immers nog niet vastgesteld.’ Intussen werkt het faculteitsbestuur nog altijd hard aan het ontwerp van de brede bachelor. De deadline van dat ontwerp is 1 juli. Zijlstra’s regel vormt daarbij volgens Liemburg geen struikelpunt. ‘In een maand kan er nog veel gebeuren in Den Haag. En zo niet, dan is die regel pas van belang bij de uiteindelijke procedure. We richten ons nu alleen nog op de inhoud van de nieuwe opleiding.’ MVW
Politiek en pizza’s ‘Woordvoerder hoger onderwijs wilde ik niet per se worden. Al die kritische studenten in je nek’, vertelt PvdA-kamerlid Tanja Jadnanansing (45). Inmiddels organiseert ze iedere woensdag haar befaamde pizzasessies in het gebouwencomplex van de Tweede Kamer.
Foto Taco van der Eb
Ze laat een stapel pizza’s bezorgen en praat met studenten over allerlei onderwijsontwikkelingen. Regelmatig wordt het gesprek ruw verstoord door een luide bel. ‘Dat wil zeggen dat er een wisseling van wacht plaatsvindt in de plenaire zaal. En als die bel straks een keer héél lang te horen is, waarschijnlijk rond zeven uur, moet ik mijn spullen laten vallen en even weg om te stemmen over een PVV-voorstel.’ Nog geen vijf minuten later, om half zes, snerpt de bel tientallen seconden oorverdovend door het vergaderzaaltje. Het is niet de pizzaboer, maar een teken dat de debatten in de plenaire zaal sneller gingen dan verwacht. ‘Wat moet er wel niet te horen zijn als hier brand uitbreekt?’ fluistert politicologiestudente Jip uit Nijmegen. Jadnanansing vraagt de deel-
nemers nog snel om hun vijf grootste onderwijszorgen op te schrijven. Aangezien dat bepaald geen lastige taak is, buigen de studenten zich al snel met zijn allen over één smartphone om de stemming live op Politiek 24 te volgen. Extra contacturen is een van de eerste zorgen die de studenten noemen. Een schijnoplossing, vinden ze. Jip: ‘Vaak is dat een extra uurtje college van een promovendus die door zijn trillende handen niet eens iets op het bord geschreven krijgt.’ Ook stoort ze zich aan de zesjescultuur. En dan niet eens aan studenten die een zes voor zichzelf genoeg vinden, maar vooral aan degenen die lacherig doen over de hogere cijfers van anderen. ‘Toen ik onlangs een negen haalde voor een tentamen werd ik meteen ge-sms’t door studiegenoten dat ik maar wat vaker mee moest naar de kroeg.’ Mark, student commerciële economie in Leeuwarden, is wel van de zesjes. ‘Of eigenlijk meer van de zevens. Maar ik sta wel vaak in de kroeg. Met negens heb ik niets, want ik haal ze niet. Ik kan wel meer informatie in mijn kop stampen, maar zonder soci-
ale vaardigheden en praktijkervaring ben je nergens,’ vertelt hij tussen twee happen pizza funghi. Jadnanansing kan hem geen ongelijk geven. ‘Ik ontmoet regelmatig buitenlandse studenten die harder studeren en meer kennis absorberen, maar ze ontberen inderdaad vaak inzicht.’ Tevreden over het verloop van de avond leidt het Kamerlid de studenten nog even rond. ‘Buiten de plenaire zaal heb ik best een grote mond, maar de eerste keer voor de interruptiemicrofoon heb ik toch even uitgesteld’, bekent ze in het inmiddels uitgestorven amfitheater van de Nederlandse politiek waar zojuist de camera’s van Politiek 24 nog op gericht waren. ‘Doodeng. Tot iemand van een andere fractie, nou ja goed, GroenLinks, vond dat ik mijn mond maar eens moest opentrekken. Hij, oké, het was Tofik Dibi, duwde mij plotseling uit mijn stoel, waardoor ik richting het spreekgestoelte struikelde. Toen moest ik wel. Ik stelde meteen de domste vraag ooit. De verbaasde blikken, zelfs van Gerdi Verbeet, toch een partijgenoot, zal ik nooit vergeten. Maar misschien moet je dit maar niet opschrijven.’ MVW
6 Mare · 24 mei 2012 Opinie
Lekken of publiceren? Het ‘geheime rapport’ en de krant Hoe vond het rapport over kindermisbruik in jeugdhuizen zijn weg naar de media? En waarom staan de Leidse wetenschappers uitgebreid pers te woord als het over vertrouwelijke materie gaat. Peter Vasterman zet vraagtekens bij de gang van zaken.
‘Het zou nuttig zijn als het faculteitsbestuur zelf eens een taaltoets maakte, en de resultaten publiceerde. Ik vraag me af hoeveel foutloze examens daar dan bij zitten.’ Aldus hoogleraar taalwetenschap, Marc van Oostendorp. Foto Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/Henk Hilterman
Krakkemikkig Nederlands Rechten toetst met slecht geschreven teksten Rechtenstudenten beheersen het Nederlands maar matig. Een taaltoets moet uitkomst bieden. Maar Marc van Oostendorp vraagt zich af hoe deugdelijk die test is. Het faculteitsbestuur van Rechten sprak onlangs harde woorden over de ‘taaltoets Juridisch Nederlands’ die eerstejaarsstudenten enkele maanden geleden aflegden. Een meerderheid van de studenten was gezakt en dat was onacceptabel, zei Pauline Schuyt, portefeuillehouder onderwijs, in Mare (24 april): ‘Eigenlijk moet je Nederlands foutloos zijn als je hier studeert.’ Dat klinkt krachtdadig: weg met de lankmoedigheid! Leve de hoge norm! Maar wat betekent het in de praktijk? Wat meet de toets precies? Welke maatregelen gaat het faculteitsbestuur nemen? Ik was benieuwd of ik, als taalkundige, wel aan de eisen zou voldoen, en vroeg de taaltoets op, om precies te zijn, de herkansing van afgelopen januari. Wat bleek: ik zou niet in aanmerking zijn gekomen voor de rechtenstudie als Schuyt het voor het zeggen had. Van de 95 vragen had ik er 2 mis. Dat zou weliswaar ruim genoeg zijn geweest voor een voldoende – de grens lag bij 17 fout – maar niet voor wat het faculteitsbestuur ‘eigenlijk’ verlangt. Zou Schuyt, die behalve Rechten ook Nederlands gestudeerd heeft, de toets zelf wél foutloos maken? Dat weten we niet – om de discussie te verhelderen zou het nuttig zijn als het faculteitsbestuur zelf eens zo’n toets maakte, en de resultaten publiceerde. Ik vraag me af hoeveel foutloze examens daar dan bij zitten. Strompelen De belangrijkste oorzaak van de malaise, zo blijkt uit bestudering van de gedetailleerde resultaten: de studenten kunnen niet lezen. De taaltoets bestaat weliswaar voor een zeer
groot deel uit vragen over de spelling, maar het grote struikelblok was de leesvaardigheidstoets. Nogmaals Schuyt: ‘Als het daaraan schort, kun je echt in de problemen komen. Als een student een wettekst leest en niet weet wat het verschil is tussen mits en tenzij, dan kan dat desastreuze gevolgen hebben.’ Nu is de leesvaardigheidstoets inderdaad het lastigste onderdeel. De belangrijkste reden daarvoor is dat hij bestaat uit ‘echte’, aan juridische hand- en leerboeken ontleende teksten. En het is verbazingwekkend wat men een rechtenstudent kennelijk aan proza voorschotelt. ‘Onderzoekers delen de sociale werkelijkheid op’, lees ik als voorbeeldtekst in een van de leesvaardigheidstoetsen, ‘in vele deelaspecten, vaak in functie van wat ze willen onderzoeken of bestuderen. Theorieën helpen hen daarbij. Immers, elk onderzoek wordt bepaald en opgezet vanuit een bepaald theoretisch kader.’ Zo strompelt de tekst nog enkele zinnen voort tot hij leidt tot bij een witte plek die multiple-choice moet worden ingevuld. Deelaspecten Zo’n beetje alles is mis met die paar zinnen. Degene die dergelijke teksten schrijft – een afgestudeerd jurist, mogen we aannemen, mogelijk een lid van de staf van de Leidse Rechtenfaculteit – is misschien niet de eerst aangewezene om te mopperen over de taalvaardigheid van studenten. Opvallend is vooral de mateloze omslachtigheid, het zwelgen in onzinnige toevoegingen: onderzoekers delen de sociale werkelijkheid niet zomaar op, nee, ze delen haar op in deelaspecten (dus ook niet alleen maar in aspecten, maar in deelaspecten). Bovendien doen die onderzoekers dat niet in het wilde weg, maar ‘in functie van wat ze willen onderzoeken’. Of ‘bestuderen’, voegt de schrijver daar nog aan toe, want dat is natuurlijk heel iets anders. En onderzoeken worden niet uit een willekeurig theoretisch
kader opgezet, maar uit een bepaald theoretisch kader. (De laatste zin is natuurlijk ook stilistisch geen pareltje, met dat ‘bepaald uit een bepaald kader’.) Het enige wat klopt aan dit stukje is dat, inderdaad, alle d’s en t’s keurig op hun plaats staan. Je zou bijna zeggen: iemand die zo’n krakkemikkige tekst wél helemaal kan doorlezen – juist met zo iemand moet wel iets mis zijn met de taalvaardigheid. Of beter: misschien moeten eerst de schrijfvaardigheden van de docenten worden aangepakt voordat men van de studenten gaat eisen dat ze beter leren lezen. Tentamenperiode Het is niet waarschijnlijk dat de Rechtenfaculteit dat ook daadwerkelijk gaat doen. Alle tekenen wijzen erop dat men een en ander op een koopje wil doen. Om te beginnen is een taaltoets die alleen uit meerkeuzevragen bestaat natuurlijk nauwelijks een serieus toetsinstrument – vooral ingegeven door het gemak dat het geeft bij het nakijken: je zou een dictee moeten afnemen, je zou de studenten zelf wat moeten laten schrijven om goed te kunnen onderzoeken (of bestuderen) wat er aan de hand is. Verder lijkt men ook niet bereid om studenten die zakken op enigerlei wijze bij te staan. Wel is gezakte studenten een cursus aangeboden voor de prijs van twintig euro. Tot verbazing van het faculteitsbestuur bleek niemand daarop te hebben gereageerd. Het artikel in Mare gaat in op enkele mogelijke redenen zoals dat het resultaat van de taaltoets dit jaar toch nog geen gevolg heeft voor de student of dat er de cursus werd aangeboden tijdens een tentamenperiode. Eén mogelijke reden wordt echter over het hoofd gezien: dat de oproep om aan de cursus deel te nemen was geschreven door een docent en dat de studenten hem bijgevolg onmogelijk konden begrijpen. Marc van Oostendorp is hoogleraar taalwetenschap
De Volkskrant kwam dinsdag 1 mei met een opmerkelijke primeur. Uit een uitgelekt onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden zou blijken dat ‘kinderen in jeugdhuizen “schokkend vaak” misbruikt’ zouden zijn. Kinderen in pleeggezinnen en tehuizen zouden volgens het nog geheime rapport ‘drie tot vier keer vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan jongeren die thuiswonen’. Bij uit huis geplaatste jongeren met een licht verstandelijke beperking komt dat misbruik zelfs tien keer vaker voor. De rapportage maakt deel uit van het onderzoek van de commissie Samson die in opdracht van de Tweede Kamer seksueel misbruik van minderjarigen in overheidsinstellingen en pleeggezinnen onderzoekt. Het eindrapport komt in oktober van dit jaar, maar nu zijn de rapporten al uitgelekt naar de Volkskrant. Meteen dezelfde dag nemen andere media zoals ook NRC Handelsblad het nieuws over met een verwijzing naar de Volkskrant. ‘s Avonds besteedt NOS Journaal er aandacht aan, met daarin zowel een van de onderzoekers prof.dr. Rien van IJzendoorn als een woordvoerder van Jeugdzorg. Ook andere onderzoekers die hebben meegewerkt zoals prof.dr. Lenneke Alink komen aan bod in de media. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar toch is er iets merkwaardigs aan de hand. De rapporten zijn namelijk nog steeds niet openbaar, zodat iedereen, zowel de journalisten als de woordvoerders van de verschillende organisaties het moeten doen met de samenvatting in de Volkskrant op grond van het uitgelekte rapport. Een kritische evaluatie van de onderzoeksresultaten - hoe staat het met de representativiteit, hoe is het misbruik vastgesteld, etc.- is onmogelijk. En dat is toch wel problematisch want de afgelopen jaren zijn er regelmatig ‘schokkende’ cijfers de media in geslingerd die bij nader inzien afkomstig waren tamelijk beperkt onderzoek met slechte steekproeven en hele vage definities. Omdat ik de berichtgeving wilde vergelijken met de inhoud van de rapporten mailde ik zowel professor Van IJzendoorn als Volkskrantverslaggever, Anneke Stoffelen. Zij antwoordde dat zij het onderzoeksrapport in vertrouwen had gekregen en dat ze bovendien slechts één papieren exemplaar had. De professor mailde dat hij de definitieve versie van het rapport nog niet kon verspreiden, ik moest geduld hebben tot de commissie Samson met haar eindrapport zou komen. In dat mailtje gaf hij ook aan dat hij geen idee had hoe Stoffelen aan de rapporten was gekomen, ze had geen contact gezocht met de onderzoeksgroep. Op de website van de Universiteit Leiden staat op dezelfde dag als de
Volkskrant publiceert meteen een samenvatting met de toevoeging: ‘De bron waarop de journalist zich baseert is inderdaad niet verstrekt door de onderzoekers van de Universiteit Leiden of de Commissie-Samson.’ De onderzoekers van de Universiteit Leiden distantiëren zich dus nadrukkelijk van het uitlekken, maar ze staan vervolgens wel alle media uitgebreid te woord over de resultaten van het onderzoek, die dus nog steeds niet openbaar zijn. Laat staan dat deze in een peer reviewprocedure, zoals gebruikelijk in de wetenschap, zijn beoordeeld door collega-wetenschappers. Dan gebeurt er iets vreemds: als ik op woensdag 2 mei in Google ‘misbruik jeugdzorg Leiden’ intik, verschijnen er links naar de twee rapporten (met als datum: 30 april 2012) die als pdf zijn te downloaden. Het gaat om: Prevalentie Seksueel Misbruik in de Nederlandse Jeugdzorg in 2008-2010 en Prevalentie Seksueel Misbruik bij Kinderen met een Lichte Verstandelijke Beperking in de Nederlandse Jeugdzorg in 2008-2010. Volgens Google zijn ze daar een één dag voor publicatie in de Volkskrant neergezet. Ook al zegt persvoorlichting van de Leidse universiteit desgevraagd dat ze daar per ongeluk terecht zijn gekomen, rijst toch het vermoeden dat ze op die manier toegankelijk werden gemaakt voor anderen. Met andere woorden: de verdenking is groot dat de onderzoekers de rapporten zelf hebben laten uitlekken. En dat heeft voordelen, niet alleen krijg je grote koppen in de kranten (uitgelekt nieuws is nieuwswaardiger dan ‘gewoon’ nieuws), je voorkomt bovendien dat journalisten en belanghebbenden het rapport kritisch gaan lezen. Dat heb ik intussen gedaan en dan kom je tot de conclusie dat de onderzoeksresultaten op z’n minst nopen tot enige terughoudendheid, niet alleen vanwege de beperkte representativiteit van de steekproef, maar ook vanwege de zeer kleine aantallen (informanten melden bijvoorbeeld gemiddeld 13 keer per jaar een vermoeden van misbruik met lichamelijk contact) op grond waarvan uitspraken worden gedaan over 46.826 kinderen in de jeugdzorg. En dan heb ik het nog niet over de problemen met zelfrapportages en de definitiekwesties. Daarnaast is in de beeldvorming in de media de indruk ontstaan dat het vooral de hulpverleners en professionals zijn die misbruik plegen, terwijl het volgens het onderzoek voornamelijk leeftijdsgenoten zijn. Maar meer kan ik er niet over zeggen want professor Van IJzendoorn die de verslaggever van het NOS Journaal te woord stond, mailde me nog het volgende: ‘Intussen kan ik u niet verbieden de rapporten te lezen, maar ik zou u willen vragen ze als vertrouwelijk te behandelen.’ De onderzoekers zelf zijn niet bepaald terughoudend en doen stevige uitspraken doen over de resultaten, die zij ‘schokkend’ en ‘verschrikkelijk’ noemen’ Zou het niet beter zijn om zich te beperken tot de feiten en het onderzoeksrapport openbaar te maken zodat iedereen er zich een oordeel over kan vormen? Peter Vasterman is mediasocioloog aan de Universiteit van Amsterdam
24 mei 2012 · Mare 7 Wetenschap
GRRRRDENGDENGRRRR!!!!! Welk effect heeft het geluid van de MRI-scanner op de waarnemingen? Psychologen doen hersenonderzoek door hun proefpersonen in een MRI-scanner te leggen. Leids onderzoek wijst erop dat de herrie van dat apparaat je meting beïnvloedt. Maar niet zoals je zou denken. ‘Ze presteren juist beter, schijnbaar zonder dat ze dat iets kost.’ Eén van de grootste raadsels van deze tijd is hoe onze hersens werken. Wetenschappers hebben een vrij aardig beeld van hoe één hersencel werkt, maar waarom je zulke opmerkelijke dingen als taal, godsdienst, nachtmerries en begrip van je medemens krijgt als honderd miljoen van die hersencellen samenvoegt, is onduidelijk. Wie die vragen, of zelfs maar één ervan, oplost, vertelt ons meer over wie we zijn, en kan een Nobelprijs ophalen. Wie mensenhersens wil bestuderen, heeft echter een probleem. Ze doen het alleen maar in een levend mens. Hersenen op sterk water leren je hoe hersens eruit zien, maar niet hoe ze het deden toen de eigenaar ervan nog leefde. In levende hersenen van levende mensen kan je dan weer niet teveel porren, snijden en roeren, want dan heeft de bezitter er last van. Hersenonderzoekers behelpen zich daarom tot studies van buitenaf. Ze gebruiken plakkertjes met elektroden, of ingewikkelde hersenscan-ap-
Door Bart Braun
paraten. De bekendste daarvan is de MRI. Het zijn grote, luidruchtige machines. Je schuift een proefpersoon erin, geeft hem of haar iets te doen, en op de scan lichten bepaalde hersengebieden op. Als het goed is, hebben die hersengebieden iets te maken met datgene wat je ze liet doen, en dan leer je iets over de rol van dat hersengebiedje bij die taak. In het Journal of Experimental Psychology schrijven de Leidse psychologen Bernhard Hommel en Lorenza Colzato, samen met Duitse en Amsterdamse collega’s, over de vraag of het inderdaad wel goed is. Ze lieten mensen het soort taakjes doen dat ze ook in een MRI-scanner zouden kunnen doen, maar dan zonder MRIscanner. In plaats daarvan hadden ze een luidspreker die het geluid van zo’n scanner afspeelt, op hetzelfde volume (70 decibel). Omdat de luidspreker ook uit kan, konden ze zo het effect van die herrie op de proef bepalen. Dat zo’n effect er is, mag geen verbazing wekken. 70 Decibel is ongeveer wat een piano produceert, of een snelweg op 25 meter afstand. Niet pijnlijk hard, maar wel aanwezig. Natuurlijk beïnvloedt dat je meting. ‘Je leert om niet over zulke dingen na te denken. We zijn als psychologen nu eenmaal gewend om mensen in merkwaardige omstandigheden te plaatsen’, verduidelijkt eerste auteur Hommel. ‘Je moet nu eenmaal heel kunstmatig dingen isoleren om de causaliteit onder controle te krijgen.’ Hij haast zich om te zeggen dat hij
hiermee niet al het bestaande MRIonderzoek omver heeft gekegeld: ‘Niet alles wat gevonden is, is nu verkeerd. Als je verschil groot genoeg is, blijft je effect bestaan. Het is meer zo dat sommige dingen te hoog of te laag zijn ingeschat.’ Wat voor dingen dat zijn, blijkt uit de aard van het effect dat de onderzoekers vonden. De proefpersonen doen het beter als de MRI-herrie aanstaat. Ze kunnen sneller van taakje wisselen, zonder dat ze meer fouten maken. Het is alsof de proefpersonen weten dat hun opdracht moeilijker is met achtergrondgeluid, en daarvoor op een of andere manier compenseren. Hommel: ‘Dat is gek. Iedereen leert bij mij in het tweede jaar dat er een beperkte capaciteit van mentale resources is: een soort vast geestelijk vermogen dat je kunt leveren. Maar deze proefpersonen presteren juist beter, zonder dat ze dat iets kost in hun efficiëntie. Dat is eigenlijk bedreigend voor veel theorieën in de psychologie. ‘Je ziet dus in je resultaten meer controle over het wisselen van taak dan de proefpersoon zou tonen als je de proef zonder scanner zou kunnen uitvoeren. Op dezelfde manier overschat veel MRI-onderzoek de bijdrage van de zogeheten frontale kwab aan de taak.’ Dat hersengedeelte helpt bij concentreren: mensen die er beschadigingen aan hebben zijn sneller afgeleid. In een scanner is die kwab in elk geval gedeeltelijk bezig met
‘geen last hebben van de herrie’, in plaats van met het uitvoeren van het experiment. Op de vraag wat deze publicatie betekent voor het MRI-onderzoek is volgens Hommel moeilijk objectief antwoord te krijgen. ‘De psychologie is onderverdeeld in MRI-onderzoekers en niet-MRI-onderzoekers. De tegenstanders zullen zeggen: “Zie je wel”, en de voorstanders zullen zeggen dat het effect dat wij gevonden hebben maar heel klein is.’ Hij vervolgt: ‘De vraag is ook hoe belangrijk we het vinden om een nieuwe techniek te valideren. Dat zie je nu ook met het relatief jonge veld van de TMS (magnetische stimulatie van bepaalde hersengebieden, red.). Er is heel weinig onderzoek gedaan om te bepalen of dat geen kwaad kan bij mensen.’ ‘Alleen de mensen die enthousiast zijn, krijgen de grants’, aldus Hommel. ‘Wie een beurs aanvraagt voor een apparaat van zeven miljoen, om te kijken of dat apparaat eigenlijk wel werkt, krijgt hem niet. De dynamica waarmee beurzen worden toegewezen zijn dan ook niet geschikt om heel kritisch naar het aangeschafte materiaal te kijken. Elke nieuwe technologie brengt beloften met zich mee, en na verloop van tijd blijkt altijd dat je daar maar zo’n 20 procent van kunt waarmaken, wat op zich al heel veel is. Maar de tijd die je nodig hebt om dat toe te geven, neemt toe met de hoeveelheid geld die je hebt gekregen.’
Kale vrouwen Net als mannen krijgen veel vrouwen een dunnere bos haar als ze ouder worden. Bij een gedeelte van die vrouwen wordt de scheiding zelfs zo breed dat je ze kaal zou noemen. Dat is voor de meeste mannen al geen feest, maar vrouwen zitten er nog erger mee. Er is dus een grote markt voor producten die er iets tegen kunnen doen. Een vijftal wetenschappers, onder wie LUMC’ers Esther van Zuuren en Jan Schoones, schreef een overzichtsartikel van al het onderzoek naar behandelingen van vrouwenkaalheid. Ze vonden twintig studies waarin een middel werd vergeleken met een placebo. Het artikel is een zogeheten Cochrane review, wat betekent dat alle bestudeerde onderzoeken volgens een standaard-aanpak streng tegen het licht werden gehouden. Een groot gedeelte verwelkte in dat licht: te hoge uitval, te nauwe banden met de fabrikant, proeven die niet blind zijn uitgevoerd, proeven waarbij een gedeelte van de proefpersonen ook nog andere medicijnen kreeg, enzovoort. Al met al blijft er alleen voor het vaatverwijdende middel minoxidil bewijs staan dat het daadwerkelijk helpt, bij sommige vrouwen. En het heeft bijwerkingen, zoals haargroei op andere plekken dan je hoofd. Blijft dat haar ook zitten als je ophoudt met minoxidil slikken? Het lijkt erop van niet, maar ook dat is nog niet goed onderzocht.
Zetmeel De Leidse archeologe Hayley Mickleburgh onderzocht samen met een Puertoricaanse collega tanden uit Caribische graven van voor de tijd dat Europeanen de Cariben annexeerden. In het tandsteen zijn kleine zetmeelkorreltjes bewaard gebleven, en die geven je informatie over wat de ‘indianen’ tijdens hun leven aten. Niet alle planten zijn herkenbaar aan hun zetmeel, maar een gedeelte wel: er zaten onder meer zoete aardappelen in het eetpatroon, pijlwortel, tayerknollen, bonen, en maïs. Die laatste is extra interessant, omdat maïs behoorlijk verschilt van de wilde grassoort waar het van afstamt. Maïs bestaat dus veel minder lang dan bijvoorbeeld pijlwortel, en zodoende vertelt een vondst als dit je iets over hoe de maïsteelt zich over de Cariben verspreidde. Een van de graven lijkt al uit 350 jaar voor Christus te zijn, verrassend vroeg voor archeobotanici. Er zaten niet heel veel kindertandjes in het onderzoek, maar toch viel het op dat niet één daarvan sporen van maïs had, terwijl die bij de volwassenen wel voorkwamen. Wellicht waren producten met maïsmeel in die culturen alleen grotemensen-eten, opperen de auteurs in het Journal of Archeological Science.
Piepoor
Proefjes in de MRI-scanner blijven vreemd. ‘Je moet nu eenmaal kunstmatig dingen isoleren om de causaliteit onder controle te krijgen.’ Foto Marc de Haan
Ongeveer 1 miljoen mensen heeft last van tinnitus: het horen van geluid dat er niet is: een piep in je oor, of oorsuizen. Een gedeelte daarvan heeft daar dusdanig veel last van dat het echt een probleem wordt, maar er is geen verband tussen de hardheid van de tinnitus en het ondervonden ongemak. Blijkbaar maakt het vooral uit hoe je ermee omgaat; het probleem zit niet ìn, maar tussen de oren. Een Duits-Leids onderzoek naar 118 tinnitus-patiënten onderstreept dat nogmaals. Hoe negatiever mensen zijn over hun piepoor, bijvoorbeeld doordat ze het echt als een ziekte beschouwen, hoe groter de last die ze ervan hebben. Een positievere benadering van tinnitus werkt het beste voor de patiënt, aldus het artikel erover in het Journal of Psychosomatic Research.
8 Mare · 24 mei 2012 Maretjes
Maretje extra
De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Vijf leerlingen uit groep 7 zoeken dringend hulp bij taal, rekenen en studievaardigheden. Afghaans meisje, Nederlands, NT2. Een leerling Speciaal Onderwijs heft bijles nodig; 34 leerlingen Ba.O. groep 3/tm 6 zoeken hulp bij taal en/of rekenen, van wie twee met vergoeding. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen en op het woonwagencentrum Trekvaartplein, Leiden. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma-, woe en do. 15-17u. Tel: 5214256.
dig te kunnen wonen vraag ik het volgende: Hulp bij persoonlijke verzorging, max. 3,5 uur per dag. Verspreid over de ochtend, middag en avond. Incidenteel ‘s nachts. Het uurloon is vanaf: €12,50. Je werkt samen met anderen en je schrijft je in op de zorgmomenten. Max. 3 dagen in de week. Betrouwbaar, integer, open, maar ook doortastend zijn, vind ik belangrijk. Ervaring in de zorg is geen vereiste. Wil je meer weten en/of solliciteren? Neem dan contact op met Ellen Jonk van Care2All via 071 888 00 48 of info@care2all.nl Gezocht: energieke student(e) die ons gezin wekelijks wil helpen bij het (samen) schoonhouden van ons huis. Bel Dick of Mirjam: 06-22247597. Verdiensten: 10-12 euro per uur, in overleg.
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretjeextra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet. com Repetitor Inleiding Straf- en Strafprocesrecht, B I, hertentamen 7 juni 2012. Onderwijs en tentamentraining in 10 lessen van 2,5 uur door ervaren en succesvolle docent. (Strafproces-recht, BI en BIII en NOVA). Mr L. Slooter-Satter. lucienne@slooter.com of 0715157777.
advertenties
Hey muzikant! Op zoek naar een leuk en goed orkest? Kom dan langs op woensdag vanaf 20.00 uur en luister of speel mee! Meer informatie: www.leidseharmoniekapel.nl. Gevraagd studenten (m/v 21 t/m 30 jaar): Vanaf eind juli ga ik, Pauline, 24 en rolstoelgebonden, in Leiden wonen om te studeren aan de Universiteit. Om zelfstan-
90012009_Kattekop ad Mare outlines.indd 1
5/21/12
Academische Agenda Prof.dr.ir. T.H. Oosterkamp zal op vrijdag 25 mei met het uitspreken van de oratie benoemd worden tot hoogleraar bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van de Experimentele Natuurkunde. Prof.dr. J.J.L. Gommans zal op vrijdag 1 juni met het uitspreken van de oratie benoemd worden tot hoogleraar bij de faculteit Geesteswetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van Imperial and Global History. S.J. Rhemrev zal op donderdag 24 mei om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The non-displaced scaphoid fracture: evaluation of diagnostic modalities & conservative treatment’. Promotor is Prof.dr. I.B. Schipper. E. van Uitert zal op dinsdag 29 mei om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Weak gravitational lensing in the RCS2’. Promotor is Prof.dr. K.H. Kuijken. I.M. Heinle zal op dinsdag 29 mei om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Application of Evolutionary Strategies to Industrial Forming Simulations for the Identification and Validation of Constitutive Laws’. Promotor is Prof.dr. T.H.W. Bäck. C.E. de Andrea zal op woens3:31dag PM 30 mei om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The Epiphyseal Growth Plate and Peripheral Cartilaginous Tumours: The Neighbours Matter’. Promotor is Prof.dr. P.C.W. Hogendoorn B.M. Reumer zal op woensdag 30 mei om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Coevolution between parthenogenesis-inducing Wolbachia and its hosts’. Promotor is Prof. dr. J.J.M. van Alphen. A. Fariña Sarasqueta zal op woensdag 30 mei om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Molecular prognostic and predictive markers of therapy response in sporadic
colon carcinoma’. Promotoren zijn Prof.dr. H. Morreau en Prof. dr. C.J.H. van de Velde. V.M.N. Breugem zal op woensdag 30 mei om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘From prominence to obscurity: a study of the Darumash, Japan’s first Zen school’. Promotor is Prof.dr. W.J. Boot. C. Lukas zal op donderdag 31 mei om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Methodological aspects of outcome assessments in inflammatory rheumatic diseases ‘. Promotoren zijn Prof. dr. D.M.F.M van der Heijde en Prof.dr. R.B.M. Landewé (AMC A’dam). M. van der Kaaij zal op donderdag 31 mei om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Een eenzaam staatsman. Dirk de Geer, 1870-1960’. Promotor is Prof.dr. J.Th.J. van den Berg. R.J. van Bommel zal op donderdag 31 mei om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Cardiac Resynchronization Therapy; determinants of patient outcome and emerging indications’. Promotoren zijn Prof.dr. J.J. Bax en Prof.dr. M.J. Schalij. M. van den Hende zal op donderdag 31 mei om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Human Papillomavirus clade 9 specific cellular immunity during the natural course of disease’. Promotoren zijn Prof.dr. S.H. van der Burg, Prof.dr. G.G. Kenter (AMC A’dam) en Prof.dr. R. Offringa (DKFZ, Heidelberg, Duitsland). E. van der Horst zal op donderdag 31 mei om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Drugs, Structures, Fragments. Substructure-based approaches to GPCR drug discovery and design’. Promotor is Prof.dr. A. P. IJzerman. L.E.I. A’Campo zal op dinsdag 5 juni om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘A Patient and Caregiver Educa-
tion Program’. Promotor is Prof. dr. R.A.C. Roos. P.W. Lindenburg zal op dinsdag 5 juni 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘New electromigration-driven enrichment techniques for peptidomics and metabolomics’. Promotor is Prof.dr. T. Hankemeier. J.W.M. Beenakker zal op dinsdag 5 juni om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Unravelling the collagen network of the arterial wall’. Promotor is Prof.dr.ir. T. H. Oosterkamp. S.Y. Anvar zal op woensdag 6 juni om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Converging models for transcriptome studies of human diseases’. Promotor is Prof.dr. S.M. van der Maarel. E. Manti zal op woensdag 6 juni om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘From Categories to Dimensions to Evaluations’. Promotoren zijn Prof.dr. E.M. Scholte en Prof.dr. I.A. Van Berckelaer-Onnes. N. Zwyns zal op woensdag 6 juni om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel vban het proefschrift is ‘Laminar Technology and the onset of Upper Paleolithic in the Altai, Siberia’. Promotor is Prof. dr. J.-J. Hublin. V.M. Oelze zal op woensdag 6 juni om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Mobility and Diet in Neolithic, Bronze Age and Iron Age Germany-Evidence from Multiple Isotope Analysis’. Promotoren zijn Prof.dr. J.-J. Hublin en Prof. dr. M.P. Richards (Univ. of British Columbia). S. Talamo zal op woensdag 6 juni om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Refining 14C dating of bone >30,000 BP: Establishing an accurate chronology for the Middle to Upper Palaeolithic transition in France’. Promotoren zijn Prof.dr. J.J. Hublin en Prof. dr. M.P. Richards (Univ. of British Columbia).
advertentie
Leer Gilles van Wezel kennen en ontdek hoe je antibiotica vindt
Een kilo vlees is een kilo dier, geen stuntartikel
Koop geen KiloKnaller!
Onze mensen zijn wereldspelers op het gebied van onderzoek en onderwijs. Daarom zijn wij een universiteit zonder grenzen, een universiteit die verbindt. Lees meer over ons onderzoek naar antibiotica en de opleidingen die hierbij aansluiten op universiteitleiden.nl
Bij ons leer je de wereld kennen
24 mei 2012 · Mare 9 Achtergrond
In de Zuid-Afrikaanse township Khayelitsha, nabij Kaapstad, kijkt een man naar het taxibusje van Khonzani Mono. De chauffeur kwam in 2006 om bij een aanslag om het leven. Foto HH/Jeffrey Barbee/The New York Times
Ik ben geen banaan Antropoloog onderzoekt bloedige taxioorlog in Kaapstad Rivaliserende Zuid-Afrikaanse taxibedrijven voerden in de jaren negentig een gewelddadige guerrilla. Dat conflict kan opnieuw oplaaien, vreest antropoloog Erik Bähre. ‘Je moet je mannetje staan, anders word je vermalen.’ ‘Ze zouden een autoband om me heen gooien en me daarna in de fik steken.’ Erik Bähre (1969) kan erom grinniken. Dat, zegt hij, is vaak de beste methode om met zulke bedreigingen om te gaan. ‘Je maakt er een grapje over en dan blijkt er niks aan de hand te zijn.’ De gevaarlijkste mannen, weet hij na jaren veldwerk in de gewelddadige buitenwijken van Kaapstad, zullen je nooit zo direct intimideren. ‘Hun methodes zijn veel subtieler.’ De Leidse antropoloog is gespecialiseerd in Zuid-Afrika, waar hij eerder maffiapraktijken bij ontwikkelingsprojecten blootlegde. Volgende week houdt hij een lezing over zijn laatste onderzoek: de bloedige taxioorlog die decennia lang in Kaapstad heeft gewoed. Twee rivaliserende organisaties maakten elkaar en soms zelfs passagiers het leven zuur. En hoewel het de laatste tien jaar redelijk rustig is, blijft het onder de oppervlakte broeien, zegt Bähre, die gesprekken hield met chauffeurs, taxi-eigenaren en
Door Frank Provoost
andere betrokkenen. Zeker nu een grote reorganisatie van de transportsector op stapel staat, zijn ze bang dat het conflict opnieuw zal losbarsten. ‘En die angst is terecht.’ Eerst de geschiedenis. Eind jaren tachtig trokken steeds meer migranten uit de Bantoestan, de aan zwarten toegewezen thuislanden, naar de stad. De zwarte bevolking die destijds - in de laatste jaren van de apartheid het recht had om in de stad te wonen domineerde de taxi-industrie. ‘Maar de migranten die illegaal in townships belandden, dachten: “Waarom moeten zij aan ons verdienen? Wij organiseren het vervoer zelf wel.” Kleine ondernemers begonnen hun eigen taxiassociatie.’ Wat begon met bedreigingen tussen twee rivaliserende associaties eindigde in een oorlog waarbij bommen op elkaars standplaatsen werden gegooid. ‘Een man vertelde me hoe zijn broer een taxibusje achternazat, klemreed en met passagiers en al in de fik stak, waarbij alle inzittenden omkwamen. De man zei dat hij voor de daden van zijn inmiddels overleden broer had vastgezeten. Alleen: die broer bestond volgens buurtbewoners helemaal niet. Ik heb dus sterk het vermoeden dat hij het over zichzelf had. ‘Op den duur hebben de migranten een kamp opgetrokken in een onherbergzaam gebied. Zo’n twee
jaar voerden ze vanuit de struiken een ware guerrilla. ’s Nachts gingen ze erop uit om chauffeurs van de concurrent te vermoorden. Er gaan zelfs verhalen over kannibalisme. Een naar het kamp meegesleurde chauffeur zou zijn vermoord, gebarbecued en opgegeten. Verschillende mensen hebben me dat verteld. Of het echt is gebeurd, is niet na te gaan. Maar het zou kunnen. De sfeer was er naar: zo hoog was de spanning opgelopen.’ Op het hoogtepunt van het conflict, in 1994, liep een als vredesberaad aangekondigde bijeenkomst uit op een afslachting. De migranten werden uitgenodigd in een voetbalstadion in de township Khayelitsha. Toen na afloop het stadion leegliep, werd het vuur op hen geopend. Elf mensen stierven, 23 raakten er gewond. Wat Bähre verbaasde was dat hij nauwelijks iets over de zogeheten Khayelitsha Stadium Massacre kon terugvinden. ‘Het werd helemaal buiten het politieke discours gehouden. Dat versterkt ook weer de beschuldigingen van de migranten richting het ANC. “Zie je wel”, dachten zij, “jullie steunen alleen de gevestigde zwarte bevolking.”’ Uiteindelijk is in 2000 toch min of meer de vrede getekend. ‘Er kwam een soort van stabiliteit. Er is een weg gekozen tot grens en in overleg is bepaald: jullie rijden aan de ene
Samengevouwen achter een dronken chauffeur Zo’n 65 procent van de forensen in ZuidAfrika is afhankelijk van de taxibusjes, die meestal zo’n twaalf personen vervoeren, soms nog meer. ‘Vaak word je met zijn allen samengevouwen’, weet Erik Bähre uit ervaring. En dat is nog niet de enige ontbering. De chauffeurs banen zich – al dan niet dronken – luid toeterend een weg door
het drukke verkeer, draaien keiharde kwaito (de plaatselijke house-achtige hiphop) en houden zich zo min mogelijk aan verkeersregels. Die machobravoure hoort erbij, zegt Bähre. ‘Alle chauffeurs hebben die don’t fuck with me-houding. Zo laten ze zien: ik ben hier de baas. Vind je dat ik te hard rijd? Dan geef ik extra gas. Staat de mu-
ziek te hard? Dan draai ik het volume nog wat verder open.’ Toch schuilt er orde in de schijnbare chaos, zegt hij. Hoewel er geen officiële haltes zijn waar borden staan weet iedereen op welke plekken de busjes stoppen. ‘Het lijkt of iedereen maar wat doet, maar als je goed kijkt zie je dat het informeel juist heel gereguleerd is.’
kant van de weg, en wij aan de andere kant.’ Die relatieve rust maakte de ondervraagden loslippiger, zegt de onderzoeker. ‘Mensen durven er al iets meer over te vertellen, maar zijn nog steeds terughoudend. Iedereen weet nog precies wie in welk kamp zat. Helemaal stil is het nooit geweest. Er bleven altijd conflicten bestaan. Wie bij de ene associatie zit, moet nog steeds niet in een wijk gaan wonen waar de andere partij sterk is vertegenwoordigd. Dan krijg je het toch moeilijk.’
‘Een meegesleurde chauffeur zou zijn vermoord, gebarbecued en opgegeten’ Bovendien dreigt het broze bestand te sneuvelen. ‘De overheid vindt de taxibusjes een ongereguleerd zooitje, ziet hun associaties als criminele organisaties en wil het publieke transport beter reguleren. Taxi’s mogen straks niet langer de grote afstanden van de townships naar de stad rijden. Dat moeten grote bussen gaan doen, op de speciaal voor het WK voetbal aangelegde busbanen. Die buslijnen worden verdeeld in aanbestedingsrondes. De eigenaren van de taxi busjes hebben niet het kapitaal en de kennis om daar aan mee te doen en zijn bang dat alleen nog kleine ritjes binnen de township overblijven.’ Bähre: ‘Dat leidt tot spanningen. Er is een chauffeur vermoord. Er zijn bussen bekogeld met stenen. ‘Het is goed dat de overheid de criminele aspecten wil inperken, alleen gebeurt dat vanuit de ideologie van het neo-liberalisme: iedereen mag meedoen en dan wint de beste. Maar de associaties, die vooral uit kleine ondernemers bestaan met soms maar een of twee taxi’s, trekken dat helemaal niet. Ze zijn bang dat een paar
grote ondernemers de aanbesteding controleren en de sector overnemen.’ En dat is niet het enige ergernis. ‘Ook de veiligheidsvoorschriften zijn veel strenger geworden. Wie zijn oude bus laat vernietigen, krijgt subsidie en kan een lening afsluiten om een nieuwe te kopen. Maar, vat Bähre het samen: ‘You can choose any colour, as long as it’s black.’ Oftewel: ‘De nieuwe eisen zijn zo streng en specifiek dat er maar drie modellen voldoen. Twee daarvan, waaronder een Mercedes, vallen af omdat ze veel te duur zijn. En dus is iedereen uiteindelijk genoodzaakt een Toyota Quantum te kopen. Ook dat roept bij taxi-eigenaren vragen op over corruptie: is de autofabrikant betrokken geweest bij het opstellen van de eisen? En ook het toezicht zou corrupt zijn. Mensen worden om futiliteiten aangehouden.’ Gevolg: ‘Het is een spannende tijd. Chauffeurs voelen zich in het nauw gedreven. De kosten gaan omhoog maar tegelijkertijd dreigen hun meest lucratieve routes te worden afgepakt. Dan gaat men natuurlijk protesteren en dreigen. En daarom is het een terechte angst dat het weer uit de hand gaat lopen.’ In zo’n harde wereld is een ruige reputatie heel belangrijk, aldus de antropoloog. ‘Bij de eerste introductie begonnen chauffeurs niet over het weer, maar schepten ze meteen op hoe gewelddadig ze waren. Je moet laten zien dat je je mannetje kunt staan, anders word je vermalen.’ Behalve tot een enkele bedreiging leidde het soms ook tot mooie metaforen. ‘Een chauffeur zei: I’m not a banana.’ Pardon? Bähre: ‘Een banaan heeft geen pit, die knijp je zo fijn. Hij wilde liever een mango zijn.’ Seminar: Violence, Urbanization and Rationalization in Cape Town’s Taxi Industry (1990-2010). Afrika Studiecentrum, Pieter de la Court-gebouw, 5B04. donderdag 31 mei, 15.30-17 u.
10 Mare · 24 mei 2012 English page
The world’s your piggy bank But it’s still not easy to crowdfund research With websites like Kickstarter and Rockethub serving as digital collection boxes or share issue, more and more projects are being subsidised by “crowdfunding”; nevertheless, it’s still hard to find the cash for scientific research. Detroit will have its statue of Robocop: Paul Verhoeven’s film about a cyborg-policeman is located in that city, so one of its residents asked the mayor to erect a statue to it. After all, Philadelphia has a statue of Rocky. As Detroit is one of the poorest cities in America and struggles with high rates of unemployment and crime, the mayor had other things on his mind and the request was met with a tweeted response: “There are not any plans to erect a statue to Robocop. Thank you for your suggestion.” The reply hit the Internet and was received with a mixture of ironic and real disappointment. Detroit could really do with a statue like that! Everyone who was enthusiastic about the project could donate money via the website Kickstarter and within two weeks 65,000 dollars had been donated – more than was actually needed. If you click around on crowdfunding-websites like Kickstarter, you will find similar success stories. The idea is simple: you see something you think is worthy of your cash so you hand it over and help achieve the goal. Bands can arrange money for renting a studio with the help of their fans, manufacturers of board games and computer games can fund the production costs thanks to gamers, etc. At best, crowdfunding gives creative minds and entrepreneurs the chance to operate along roads less travelled without having to turn to the usual moneylenders and to produce something amazing that would otherwise never have been created. Could this be a way to fund scientific research? There are scientists who hope so. Rockethub, another crowdfunding site, has a special division for scientific projects; it features 75 research proposals, each with a promotional film and a brief explanation, many of which propose studies into rare species of animals, but there are some on neuropsychology and astronomy. You can’t help but notice how little the scientists are asking: five thousand dollars for a prototype of a device that can produce energy from waves, a thousand dollars for a recorder to recorder frog sounds or 2,250 dollars for visits to major astronomy
By Bart Braun
congresses. Not many people receive funding from the Netherlands’ largest grant provider, the NWO, but when they do, it’s a sixfigure number. “You won’t get such large figures with crowdfunding”, explains Martine Oudenhoven. This biologist is the first Leiden scientist to attempt to subsidise her research with this new medium. She wants to set up a large-scale communications project listing Leiden’s science research by order of size. Ranging between the largest, clusters of galaxies watched by the astronomers and smallest, particles calculated by physicists, it includes everything in between. She wants to use the list to study how science communication works best and hopes to obtain her doctoral degree with her work. “I want to work with crowdfunding because my ideas don’t fit any of the existing subsidy schemes”, Oudenhoven continues. “But it is very exciting to see if it will work at all.” Her idea is to chop the research into small pieces and then to have these pieces – or some of them – crowdfunded. Crowdsourcing, whereby some of the work is done by volunteers, is also welcome. “An important resource for my project is the website: it would help me a lot if people want help me build it instead of donating funds.” Crowdfunding-consultant Gijsbert Koren is in favour of discretion: the projects that collect large sums like the Robocop statue project receive plenty of media attention, which distorts the picture. The average project on Kickstarter collects six thousand dollars, and that’s including the few that make millions. You need to network to succeed. “The word crowdfunding implies a large faceless crowd that is searching for ways to spend its money, but of course it’s not like that. I would rather call it community funding. Build up a network of people who think your research is significant.” Even if it works, scientists are still lagging behind musicians and games designers who have a great trade: you pledge your cash and if enough people pay, we’ll send
patients want and they often want very different projects than scientists. A patient will choose sharper needles rather than our project on embryonic stem cells. If we ever get the results we want from that, it might mean that we can cure diabetes, but it could take some time.” “I frequently have to assess proposals for the JDF and once somebody wanted to know whether there was insulin in cow’s milk.
a CD or a box of counters your way. That doesn’t work for scientists, because if you already know exactly what your study will produce, it isn’t science. How about a copy of your dissertation? Hmmm. You could offer a guided tour of your lab, a field trip, a visit to the dig or souvenirs stamped with your research object. “It’s a bit more of a challenge”, remarks Koren. While zoologists fight for a few thousand dollars on Rockethub, medical researchers have been able to attract funds from private sources for decades. Some of the cash you drop into the collection boxes of the Dutch Cancer Society, the Dutch Heart Foundation and other such clubs finds its way to scientists. Professor Bart Roep, professor of diabetology at Leiden University Medical Centre is one of these scientists and receives funds from both the Dutch Diabetes Fund and the American Juvenile Diabetes Fund, which amount to a tidy sum. “My group is composed of eighteen people, but I’m the only one on the LUMC’s payroll. The rest are paid by primarily by foundations or well-heeled Americans. It takes me more effort to find the right staff than to find the money.” The money is not simply handed over to him: “The Dutch Diabetes Fund is more concerned with the idea rather than the person, but they have a say in its spending: they might want to concentrate on Type 1-diabetes. It’s also influenced by what the
I wholeheartedly rejected that research project but they still carried out the study. Of course there isn’t any insulin in milk, but now they have an answer to their question.” Like the full crowdfunders,
Roep has to do something in return for the private money. He has held a diabetes surgery on Twitter, and was once the guest general editor of the Diabetes Foundation´s patients’ magazine. He continues: “I´ve been invited to attend a gala occasion at the Beverly Hilton, and Halle Berry and Paris Hilton will be among the guests. Last time, they raffled a Mercedes with wing doors for the guests, and at a certain point, Kelsey Grammer (Frasier, ed.) put his hand up to donate a hundred and fifty thousand dollars. In that respect, we still have much to learn about fund-raising here in the Netherlands.” Roep is very enthusiastic about crowdfunding for science: “There are very many gifted researchers who can´t get started because no money comes their way. And like the bands on Kickstarter and Sellaband ensure that more diverse music is produced, this is good for thinking out of the box. There is a great deal of money waiting for these projects.” How much money? “ Say I fell out with those finds, I think I could easily get four to five million under my own steam.” He adds: “I know a lot of people who would like to
annonce
give the money directly to me – they pass round the hat at funerals. But it´s difficult for me to accept it and I have to tell them to give it to the Diabetes Fund who can judge whether the research money is properly allocated. It might be difficult for people looking for crowdfunding to show how it will be spent, so put your ideas on the website and explain what you want to do. Lack of transparency has already had fatal results for very many funds.” His most important tip is to listen to the public. “ The projects that do well are often the projects that produce tangible things. The sexiest subject doesn´t have to be low-hanging fruit. And the real money is in trade and industry, obviously.” On the other hand, you have to make sure the public are aware of you, says Roep. “I hold talks in halls every month, and answer people´s questions. I show the media around the lab, and give my assistance if a press release is needed. Sometimes you have to be borne on a tsunami of media attention, which is very difficult. You have to stay optimistic without raising expectations too high, but that happens however hard you try to avoid it.”
24 mei 2012 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Een weekend lang catwalk
FILM TRIANON The Dictator dagelijks 19.00 + 21.30 za. zo. ma. wo. 14.30 Jackie dagelijks 18.45 + 21.30 The Best Exotic Marigold Hotel do. vr. za. 18.45 Salmon Fishing in the Yemen zo t/m wo 18.45 The Hunger Games dagelijks 21.30 HET KIJKHUIS Intouchables dagelijks 19.00 + 21.30 On the Road dagelijks 20.30 LIDO Men In Black III 3D dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. ma. wo. 14.15 The Avengers 3D dagelijks 18.15 + 21.30 Dark Shadows dagelijks 18.45 + 21.30 What to Expect When You’re Expecting dagelijks 18.45 + 21.30
Leiden staat in het teken van mode Het aankomende weekend is Leiden even de modehoofdstad van Nederland, met een fashion event vol muziek, kleding, fotografie en andere kunst. Door Judith Laanen Op de tweede editie van het Fashion Event Leiden (FEL) is er speciale aandacht voor de jonge fotografe Sanne Glasbergen. Ze begon als concertfotografe in het LVC, nu staan haar foto’s ook in muziekblad OOR. Later kwam ze terecht in de modefotografie door ontwerpers te e-mailen of ze foto’s mocht maken van hun shows. De eerste show waar ze terecht kon was die van Mada van Gaans in 2010. Ook won ze al diverse prijzen, waaronder een fotoreportage van CJP en de Rob Acda Award 2011. Het afgelopen jaar heeft ze zich bezighouden met fotoreportages achter de schermen van grote mode-evenementen zoals de Amsterdamse en Londense modeweken. De foto’s die ze daar schoot zijn zaterdag te zien in een speciale expositie in De Waag, voor de gelegenheid omgedoopt tot Leiden Fashion Center. Glasbergen: ‘Ik ben benaderd door iemand van de organisatie van het Fashion Event, die ik kende van het LVC. De eerste selectie van de foto-expositie heb ik puur op esthetiek gemaakt.’ Alle modefoto’s zijn in het zwartwit geschoten. ‘Dat is geen bewuste keuze, want ik heb ook wel eens modefoto’s in kleur gemaakt, maar de sfeer is bij zwart-wit foto’s veel pakkender. Het geeft ook een mysterieus randje aan de foto’s. Ik hou van een hoog contrast, dat alle foto’s hebben. Daardoor is de expositie een eenheid geworden.’ De foto die hiernaast is afgebeeld is Glasbergens favoriet. ‘Die is gemaakt bij een show van het Eindhovense modelabel Sage & Ivy in het spiegelatelier van Anouk Beerents in Amsterdam. Het was daar zo mooi.’ Behalve mode en fotografie is er tijdens FEL ook muziek, straattheater en kunst te zien. Zo zullen de
MUZIEK
LVC The Fantom Four + The Arguido vs. Def P en de Beatbusters Do 24 mei 20u €12,50 Kraak en Smaak LIVE Vrij 25 mei 20u €16,Fashionparty KRAAKBEATS Vrij 25 mei 23u €10,Finale Werfpop 2012 Zo 27 mei 20u €10,Marky Ramone’s Blitzkrieg Di 29 mei 20u €17,50 Summerjazz afterparty ft. GoodLuck Za 2 juni 23u €8,50 QBUS Spinifex Indian Spin Vrij 25 mei 21u €15,- €10,Girlyman (USA) + Glossy Jesus Di 29 mei 21u €10,Academiegebouw Debby de Lima (sopraan) en Theo Visser (orgel) Woe 30 mei 13u gratis
T H E AT E R Model tijdens een show van het Eindhovense modelabel Sage & Ivy. Foto Sanne Glasbergen Leidse dj-heren van Kraak & Smaak vrijdag 25 mei in het LVC met hun mix van funk, pop, disco en electro de muzikale omlijsting verzorgen op de KRAAKBEATS Fashion Party. Het wordt een bijzonder optreden, vertelt Wim Plug. ‘We hebben al sinds 2008 niet meer in Leiden ge-
1-2-3-4! Marky Ramone in LVC The Ramones (vlnr) Johnny, Joey, Marky, Dee Dee.
speeld dus ik ben heel erg benieuwd. Eerder op de avond spelen we een echte hometown show met veel eigen nummers, daarna wordt het op de Fashion Party een dj-set die clubgerichter is.’ Ook Kraak & Smaak is mode niet vreemd. ‘Modeontwerper Hans Ub-
bink kleedt de band. Je weet wel, die van die bloemetjeskraagoverhemden. Sinds een paar jaar verzorgt hij onze podiumkleding en zien we er een stuk beter uit.’
Ramones was de belangrijkste punkband aller tijden. Drummer Marky Ramone probeert de glorietijden te laten herleven. Tot in de keuken.
leeft nog wel, maar hij was er al na de eerste drie (beste) platen mee opgehouden. Blijven over: reservebassist C.J. en invaldrummers Richie en Elvis (voor de jaren waarin Marky vanwege overmatig drankgebruik was ontslagen). Nog steeds zijn ze allemaal hardnekkig ‘Hey! Ho! Let’s Go!’ blijven roepen. C.J. toert de wereld over mijn zijn zoveelste Ramonescoverband. Marky - die met zijn vijftien dienstjaren de meeste credits van de achterblijvers geniet - is behalve achter de potten en pannen ook nog achter zijn drumkit te vinden. Met zijn band Blitzkrieg ramt hij er dinsdagavond in LVC voor de zoveelste keer het oeuvre doorheen. En zelfs de doden zingen. Deze week verscheen postuum het tweede soloalbum van Joey, getiteld ...Ya Know?, met Richie op drums. Zo klinkt het ‘Gabba! Gabba! Hey!’ ook nog uit het graf. Of zoals Joey op zijn ‘nieuwe’ plaat zingt: ‘I couldn’t sleep.’
Door frank provoost Het kost 88 dol-
lar, maar dan heb je ook wat: twaalf potten pittig gekruide tomatensaus. Met Marky Ramone’s Brooklyn’s Own Marinara Pasta Sauce zet je binnen de kortste keren (1-2-3-4!) een heerlijk potje punkrockpasta op tafel. En bovendien gaat 10 procent van de opbrengst naar het goede doel: de belangenorganisatie Autism Speaks. Maar dat kan ook een knipoog zijn naar de verhoudingen binnen de beste punkrockband aller tijden. Want vanaf halverwege hun loopbaan wisselden de leden van Ramones (geen echte broers) nauwelijks nog een woord met elkaar. Het moet gezegd: de echte Ramones zijn eigenlijk al dood. Slungelige zanger Joey en gitarist/rasdictator Johnny stierven aan kanker, bassist Dee Dee overleed aan een overdosis heroïne. Oerdrummer Tommy
Voor meer informatie over de activiteiten: www.leiden.nl/fel
Marky Ramone’s Blitzkrieg LVC, dinsdag 29 mei, 20.00 u, € 17,50
LEIDSE SCHOUWBURG Dolf Jansen Do 24 mei 20.15u €23,- €20,50 €18,Nationale Toneel – Koninginnenacht Vrij 25 mei 20.15u €25,- €22,50 €20,C3 – Mike Boddé, Onno Innemee, Jelka van Houten Vrij 1 juni za 2 juni 20.15u €23,- €20,50 €18,STADSGEHOORZAAL L.A.Vation U2 Tribute band Di 5 juni 20.15u 20.15u €17,50 LAKTHEATER Saint Lazare – Boeing Boeing (Franstalig) Do 31 mei 20.30u €15,- €12,50 €10,-
DIVERSEN
BOEKHANDEL SELEXYZ KOOYKER Lezing Silvan Schoonhoven Zo 3 juni 14u toegang gratis, RSVP: klantenservice.kooyker@selexyz.nl BOEKHANDEL VAN STOCKUM Lezing Astrid Schutte Do 24 mei 19-20u Lezing Michiel Janszen Do 31 mei 19.30-20.15u Toegang lezingen gratis RSVP: leidenwinkel@vanstockum.nl RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Nieuws uit het Midden-Oosten t/m 31 aug 2012 Eilanden van de Goden t/m 2 sept 2012 MUSEUM BOERHAAVE Het Gewichtige Lichaam t/m 9 sept 2012 MicroSafari, interactieve audiotour over antibiotica Vanaf 17 mei NATURALIS Naturalia, van circusdier tot wetenschappelijk object t/m 19 aug 2012 SIEBOLDHUIS Japanmarkt Zo 27 mei 12-17u Van Haai tot Koi t/m 8 juli 2012 MUSEUM DE LAKENHAL Toverlantaarns De Leidse Koorboeken t/m 12 augustus 2012
12 Mare · 24 mei 2012 Kamervragen
00 :29 PM
Heksen
Foto Taco van der Eb
‘Ik heb Mein Kampf in het Arabisch’ Nicky van de Beek, zevendejaars egyptologie en archeologie Huis: appartement Wassenaarseweg Bewoners: 2 Grootte: 21,5 m2 Huur: € 250,- incl Je hebt vijf boekenkasten. ‘Ja, ik woon in een halve bibliotheek. Sterker nog, dit is nog niet alles. Hier staan slechts 831 boeken. Bij mijn ouders staan er nog zo’n 500. Maar ik ben geen echte bibliofiel. Het gaat me niet om het object. Het gaat me meer om de belangrijke dingen die je gelezen moet hebben en dat je er iets van leert. Ik vind het schrijnend dat er ouders zijn die hun kind wel een Playstation geven maar geen boek. Dat vind ik infaam en
Bandirah
abject, om met een bekend advocaat te spreken.’ Waarom heb je zoveel boeken? ‘Verzamelwoede. Vroeger las ik biebboeken, maar daar kwam ik dooie vliegen en plakken ham in tegen. Dus daarom koop ik ze nu maar zelf. Weet je wat het ergste is? Als mensen gaan roken. Dat gaat echt in de bladzijden zitten. Daarom ruik ik altijd aan boeken voordat ik ze koop. Maar helemaal nieuw hoeven ze niet te zijn, want ik koop ook De Slegte leeg.’ Er mag nog wel wat bij dus. ‘Klopt, maar genoeg ruimte heb ik niet. Ik heb
zelfs geen plek voor een kledingkast. Als ik teveel boeken heb, doe ik er weer een paar weg. Ondertussen bouw ik een bibliotheek voor mijn nageslacht.’ Heb je je boeken geordend? ‘Ja, daar ben ik soms uren mee bezig. Filosofie, de klassieken en egyptologische en archeologische boeken staan in één kast. Dan heb ik nog de klassiekers in de Britse en Amerikaanse literatuur bij elkaar. Maar de Duitsers en de Joden staan niet samen op één plank. Dat vond ik gek, want de Joden schrijven altijd over Duitse ellende. Nu staan ze naast de Nederlandse literatuur. De Fransen, Russen en de Spanjaarden
staan ook bij elkaar. Die waren namelijk allemaal wel een beetje revolutionair. Dan heb ik nog een rijtje kinderboeken, waarmee ik mijn jeugd probeer te reconstrueren.’ Nog speciale edities? ‘Ik heb Mein Kampf in het Arabisch. Ik liep in Caïro op een boekenmarkt en moest dat hebben. Ik heb ook Peter Rabbit in het hiëroglifisch. Die kan ik vanwege mijn studie in principe ook lezen. Ik heb ook van die oude Goethemeuk maar dat ga je niet lezen want dat is zo’n raar oud lettertype.’ Door Judith Laanen
In Zeeland is het inktvissentijd. Maar weinig Nederlanders weten dat er elk jaar inktvissen van wel vijftig centimeter groot naar Zeeland komen om te paaien. En dat is maar goed ook, want de Nederlanders die het weten, gedragen zich schofterig. De inktvissen, beter bekent als sepia’s, veranderen duikers in vervelende duikers. Ineens is het normaal om overal tegenaan te plassen. Een boompje of mijn autodeur, het is een pot nat. Je mag dubbel parkeren, zodat anderen uren moeten wachten voor zij kunnen vertrekken, of met je megacamper drie parkeerplaatsen innemen terwijl er gevochten wordt om een plekje. Onderwater is het niet veel beter. Duikers beuken elkaar opzij met gigantische onderwatercamera’s en creëren daarbij flink wat stof. Als ze dat beest maar voor hun bek kunnen flitsen. Om aan deze ergernissen te ontkomen, doken wij dit weekend op obscure plaatsen en onchristelijke tijden. Overdag – terwijl andere duikers elkaar het leven zuur maakten voor een blik op verstrengelde tentakels – brachten wij een bezoek aan het sepiavrouwtje. Het sepiavrouwtje was precies zoals ik me haar had voorgesteld. Haar wilde haarbos wuifde in de wind. Ze droeg geitenwollensokken in zwarte kisten, en vertelde meteen een bloedhekel te hebben aan milieuactivisten. ‘Die zijn helemaal doorgeslagen.’ We staarden naar haar Sea shepherd-trui en knikten. Vlakbij de duikstek heeft de sepiavrouw haar eigen stekje. Er wapperen vlaggen en kippen scharrelen er in het rond. Je verwacht elk moment dat Pippi Langkous te voorschijn komt. Wilgentakken liggen in nette bosjes bij elkaar gebonden. Voor die wilgentakken zijn we gekomen. De inktvissen lijken misschien slimme beesten met hun buitenproportioneel grote oog, maar ze zijn eigenlijk oliedom. Compleet beheerst door hormonen zetten ze hun eitjes af op alles dat onderwater uitsteekt. Zo belanden elk jaar vele sepia’s in fuiken. Duikers, met het sepiavrouwtje voorop, nemen daarom grote bossen wilgentakken mee onderwater. Die steken ze in de bodem tot wigwams, waar de sepia’s hun eitjes op af kunnen zetten. Dat vindt ze haar plicht. En wij knikken, dat is ook onze plicht. Het sepiavrouwtje doet voor hoe je de wigwams moet plaatsen. Als een heks op een bezemsteel steek je de stokken tussen je benen. Elke dag duikt ze langs haar sepia-wigwams om de wieren er vanaf te plukken. ‘De nazorg is het belangrijkste.’ Die middag sjouwen we onze takkenbossen over de dijk. Omdat de door ons geknipte takken in niets op de kaarsrechte takken van de sepiadame leken, had ze ons wat bosjes meegegeven. We konden er niet meer onderuit. Als een heks werp ik me op mijn bezemsteel. Onderwater verandert onze wigwam de hele duikstek in een grote stofwolk. Maar we voelen ons goed. We zullen als helden de boeken in gaan. Vier dagen later komen we terug. Helaas zijn er sepia’s noch eitjes te ontdekken. Over een van de stokken wandelt een garnaal. Ik staar de diepte in en pluk ondertussen wat wier van de takken. Het gaat om de nazorg. Petra Meijer