22 september 2011 35ste Jaargang • nr. 3
Waterfietsen op het droge: bukken! Pagina 3
Wanhoop drijft Zwarte Weduwen van Tsjetjsenië
Kamernood krijgt eindelijk prioriteit, zegt de wethouder
De raad van toezicht is de baas, maar wat gebeurt daar eigenlijk?
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 9
De guitige geschiedenis Hadden de Geuzen Jerommeke maar gehad Dat Leiden zijn universiteit te danken heeft aan de overwinning op de Spanjaarden, weten we al. Maar dat Lambik en Sidonia eindelijk met elkaar trouwen, dat is pas nieuws. Mare ging op bezoek in de Suske en Wiske-fabriek. DOOR THOMAS BLONDEAU ‘Het brood is op! Het rundsvlees is op!’ schreeuwt
een tanige, rosse man. Een al even boze vrouw valt hem bij: ‘We eten druivenbladeren, klaargemaakt met zout en stijfsel!’ ‘Wie heeft dat eigenlijk bedacht?!’ tiert een oudere man wiens strohoed op het hoofd wordt gehouden door een houten lepel. Verderop probeert een andere Leidenaar zijn huilende zoontje te sussen. Reden van dat verdriet: ze hebben eerst de hond, dan het konijn en de kat en ten slotte de duiven en hamsters
moeten slachten. En tot overmaat van ramp is nu zijn kinderboerderij failliet. Het is september 1574 en de Leidse bevolking heeft door de Spaanse bezetting nauwelijks nog te eten. Als burgemeester Van der Werff zijn lichaam aanbiedt, vraagt de burgerij zich af of hij wel in bad is geweest. Tijdens het beleg stierf een derde van de 18.000 zielen tellende bevolking. Maar nu dat lang genoeg geleden
is, mag er ook gelachen worden. Sinds vorige week woensdag gaan gag en geschiedenis samen: toen werd het Suske en Wiske-album Het lijdende Leiden gepresenteerd. Door een toverformule komen de populaire Vlaamse striphelden in het bezette Leiden terecht. Niet als zichzelf maar als historische personages. Zo figureert Lambik als Valdez, de leider van de Spanjaarden, en Suske stelt zichzelf voor als Francis, een uitgemergeld Leids straatjongetje.
www.mareonline.nl geheel vernieuwd
Mare zoekt een stagiair (m/v)
Leids verzet tegen omstreden h-index
Bijsluiter komt er, zeggen studenten
Jaargang 35 van Mare wordt ingeluid met een vernieuwde website. Beter zichtbaar op mobiele apparaten en met dowloadbare pdf’s.
Bij Mare is plaats voor een stagiair(e). Studenten met journalistieke ambities kunnen solliciteren. Mail cv en brief naar frank.provoost@mare.leidenuniv.nl
De h-index waarmee de prestaties van wetenschappers worden vergeleken, deugt niet. Dat betogen Leidse wetenschappers. ‘Het is inconsistent.’
Volgens studentenorganisaties komt er een verplichte studiebijsluiter, met objectieve voorlichting. Maar de staatssecretaris zwijgt nog over een akkoord.
Pagina 2 en 5
Pagina 5
Dat het 314e album een Leidse saga moest worden, bedacht Thijs Hemmes, voormalig voorzitter van de Lustrumcommissie van de 3 October Vereeniging, verantwoordelijk voor de jaarlijkse viering en herdenking. Dit jaar wordt het 125-jarige bestaan gevierd. ‘Ik liep in de Efteling en zag dat er een Suske en Wiske zich daar afspeelde (De Efteling-elfjes, red.). Die werd buitengewoon goed verkocht. “Waarom niet eens in Leiden?” dacht ik. Ons verhaal is veel mooier.’ De speciale Leidse editie met acht extra pagina’s aan historische informatie verscheen op een oplage van 22.000 exemplaren en was een dag later uitverkocht. ‘We hadden er twee keer zo veel kunnen verkopen’, zegt Tom Wilequet, kleinzoon van Willy Vandersteen (1913 – 1999), de geestelijk vader van Suske en Wiske. Wilequet coördineert het werk van het tiental personen dat een album bedenkt, tekent en inkleurt. ‘Nederlanders reageren altijd enthousiaster op een nieuw verhaal dan de nuchtere Vlamingen. Ze zijn gewoonweg grotere fans’, aldus scenarist Peter Van Gucht. Samen met tekenaar Luc Morjaeu trad hij zes jaar geleden in de voetsporen van Vandersteen. En die nam flinke stappen. De Vlaamse Disney zoals hij wel eens werd genoemd, startte tal van stripreeksen, had een flinke ploeg aan werknemers en zag zijn werk opleven in tekenfilms, poppenkastseries en films. Het is de Vlaamse variant van de tycoon: artistiek aangelegde jongen uit een arme volksbuurt werkt zich dankzij stalen arbeidsethos en commerciële inventiviteit tot vaderlands icoon. In de gemeente Kalmthout waar de studio gevestigd is, heb je een Willy Vandersteenplein en het station wordt bevolkt met uitsneden van zijn personages. Tegenwoordig doet de droomfabriek wat rustiger aan. De tijden dat verschillende werknemers over lessenaars gebogen doorstoomden op koffie, inkt en verf -soms een album per week - zijn voorbij. Iedereen werkt nu thuis en komt een keer per week vergaderen op het terrein waar nu een museum is gevestigd. Het museum wordt gerenoveerd maar een replica van Vandersteens tekenkamer is nog onaangeroerd. Hé, is dat niet de telefoon uit De briesende bruid? En de Spaanse soldatenhelm, die kennen we uit De zingende kaars. > Lees verder op pagina 6
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 22 september 2011 Geen commentaar
Krentenwegers en verplassers Echt verrassend is het niet: de krentenwegers weten niet eens goed hoe ze krenten moeten wegen. De h-index, een maat voor iemands prestatie als wetenschapper, blijkt merkwaardig op en neer te stuiteren zonder dat die prestaties daar aanleiding toe geven (zie pagina 5). Bij het aanvragen van beurzen moest dat getalletje steeds vaker ingevuld. Natuurlijk kijkt een beoordelaar naar meer dan alleen de h-index van de aanvrager, maar als de score niet meewoog, zouden ze er niet naar vragen. We kunnen dus alleen maar aannemen dat er subsidies (tonnen Europees belastinggeld) zijn uitgedeeld deels op basis van een flutcijfer. Vroeger was het lekker overzichtelijk: wetenschap was een hobby voor rijke stinkerds met veel vrije tijd. Een beetje tutten met koperen spoelen of zeepokken op sterk water, zonder dat er belastinggeld aan te pas kwam. Maar inmiddels is het meeste laaghangend fruit wel geplukt, en is de huiskamergeleerde vervangen door Big Science. Daarmee ontstond ook een complete infrastructuur van bestuurders, ambtenaren en geldverschaffers. Geld is er nooit genoeg, dus ging dit appendix van de wetenschap vervolgens op zoek naar beleidsinstrumenten. Iets om mee te bepalen Door Bart Braun
Colofon
wie er wel een goede wetenschapper was, en wie niet. Het feit dat dat helemaal niet kan, was daarbij geen probleem. We gingen citaties tellen. Of nee, toch maar een soort kruising tussen kwaliteit en kwantiteit! En vervolgens husselen we alle cijfers door elkaar en schrijven we zwart op wit dat de Universiteit Leiden véél beter is dan de TU Delft! Behalve dan dat het volgend jaar weer andersom is, omdat we de cijfers dan op een andere keer husselen. Dan gaat het er opeens niet meer om hoe ver, maar hoe hoog je kunt plassen. Het probleem zit hem niet bij de jongens en meisjes van het Leidse CWTS, de number crunchers die publicaties en citaties door de statistiekmachine gooien en zo op cijfers en ranglijstjes uitkomen. Zij stellen terecht dat als je zo nodig een krentenweger wil zijn, dat je dan in elk geval de beste krentenweegschaal moet hebben. Het probleem zit hem bij de bazen die liever een beroerde maatstaf hebben dan geen maatstaf. Wetenschappers zijn doodgewone mensen, en die richten zich vervolgens op de letter der wet in plaats van de geest. Wel eens een co-auteur gehad die in werkelijkheid amper wat bijdroeg aan de publicatie? Wel eens een artikel teruggestuurd gekregen van de peer reviewer die eiste dat zijn onderzoek ook in de literatuurlijst moest? Wel eens een interessant idee opgesplitst in zoveel mogelijk kleine publicatietjes, omdat je wordt afgerekend op kwantiteit in plaats van kwaliteit? Of een volkomen overbodig overzichtsartikel tegengekomen omdat het vakblad zijn impact factor wilde oppompen? U bent niet de enige. Straks, als de h-index is verdwenen in de afvalbak van de bibliometrie, zal die onzin nog evenveel voorkomen. Het zij zo. Maar laten we vooral niet vergeten dat het onzin is.
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Harmke Berghuis redactie@mare.leidenuniv.nl Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Dirk-Jan Zom D.Zom@mare.leidenuniv.nl Medewerkers
David van Bodegom • Rivke Jaffe • Petra Meijer • Benjamin Sprecher Secretariaat Harmke Berghuis Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.P. Abrahams (voorzitter) • prof. dr. J. van den Broek • I. Bronstring • drs. J.C.M. Damen • prof. dr. A.J.W. van der Does • dr. H. Heestermans • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • mr. F.E. Jensma • dr. J.C. de Jong • J. Lut • E. van Kuppevelt • dr. D.J.W. Meijer • R. Nieuwenkamp • drs. R. Rijghard • L. Tijs • E. de Vries Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door € 35,- over te maken op bankrekening 53.82.81.693 ten name van Universiteit Leiden inzake Mare. Studenten betalen € 25,-. Zij maken dit bedrag over op bovenstaand bankrekeningnummer onder vermelding van hun studentnummer. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Spekkietest voor Leidse nieuwe Ze zijn er weer. De Leidse nieuwe. Ruim vierduizend eerstejaars zwermen door de straten van onze stad. Veertig procent van hen zal helaas na het eerste jaar afhaken. Als je van tevoren zou kunnen voorspellen wie dat zijn, zou dat een hoop ellende besparen. Maar dat valt nog niet mee. Sociale wetenschappers proberen al jaren om toekomstig succes te voorspellen. Diepte interviews, assessments en alle lange vragenlijsten ten spijt, lukt dat nog steeds maar matig. Bij geneeskunde hebben ze de decentrale selectie weer afgeschaft toen bleek dat de geselecteerde jongens en meisjes dezelfde prestaties leverden als de gewone stervelingen. Toch is er een test die toekomstig succes kan voorspellen. Ironisch genoeg is dat een heel eenvoudige test: de spekkietest. Bij de spekkietest zet je een kind -voor dit betoog schaar ik de eerstejaars daar even onder- aan een tafeltje in een kamer. Op tafel staat een schoteltje met daarop een ouderwets geelroze spekkie. De test bestaat eruit dat je tegen het kind zegt dat je nog een tweede spekkie gaat halen en over vijf minuten weer terug komt. Het kind mag het spekkie van het schoteltje ondertussen opeten, maar als het er na vijf minuten nog ligt mag hij ze alle twee opeten. Kinderen die het spekkie laten liggen halen later betere resultaten op school en hebben succesvollere loopbanen. Het mooie van de spekkietest vind ik dat hij zo inzichtelijk is, je kunt begrijpen hoe de test werkt. Studeren zelf is eigenlijk niets anders dan het spekkie laten liggen. Niet gaan werken als je achttien bent en lekker een nieuwe scooter kopen maar braaf op school blijven zitten en pas later de vruchten plukken. Studeren kost een hoop geld. Voor studenten zelf, hun ouders, maar vooral ook voor de brave belastingbetaler. In een soort nieuwe ontwaking van de
derde stand wil de burgerij nu het studeren aan banden leggen. Studenten zijn de nieuwe profiteurs. Op kosten van de maatschappij liggen ze ‘s ochtends op bed, zijn ze ‘s middags dronken en gaan ze ‘s avonds met de blonde eerstejaars aan de rol. Stiekem benijdt de burgerij ze natuurlijk. Hadden ze nou vroeger dat spekkie maar laten liggen. Wat hebben ze nu uit pure jaloezie bedacht? De langstudeerboete. Langstudeerders zijn de meesters van de spekkietest. Jarenlang wijzen ze alle materiële aardse zaken af in ruil voor kennis en een beetje studentenvertier. Precies zoals de spekkietest voorspelt, komen langstudeerders later goed terecht. Hele lijsten zou je kunnen aanleggen van langstudeerders die succesvol zijn. Het is een bijzonder soort mensen die zou je moeten koesteren. Onbegrijpelijk dat ze juist deze toplaag nu wegbezuinigen met een langstudeerboete. Wat niet iedereen weet, is dat de spekkietest in de jaren ‘50 is ontwikkeld door de overheid. Hij was bedoeld om normale kinderen, namelijk de vijfennegentig procent die het spekkie gewoon in hun mond steken, te scheiden van de pathologische gevallen. Voor deze geesteszieke kinderen zijn toen speciale instituten gebouwd. De belangrijkste rol van deze universiteiten was dan ook om deze zieke mensen een veilige plek te bieden waar ze elkaar bezighouden en verder niet teveel kwaad aanrichten. Als je dit leest is de kans groot dat je zelf vroeger ook het spekkie hebt laten liggen. Laten we het maar toegeven. Wij zijn de sukkels. De afwijking van de norm. De pathologische gevallen. Ooit hebben we allemaal gefaald. Gefaald op de spekkietest.
David van Bodegom
Promovendus ouderengeneeskunde en staflid van de Leyden Academy on Vitality and Ageing
22 september 2011 · Mare 3 Deze week De Zwarte Weduwen in Tsjetsjenië plegen hun aanslagen niet zozeer uit religieuze motieven, aldus twee studenten. ‘Als ze zich opblies, kreeg haar familie 1000 euro en was haar eer gered.’ Nog voor Annette Scholten (17) en Sofja Goldstein (17) zich hadden ingeschreven als rechtenstudenten in Leiden, wisten ze al dat ze werden geciteerd in een wetenschappelijk werk. Samen maakten ze een profielwerkstuk over de zogeheten Zwarte Weduwen uit Tsjetsjenië, vrouwelijke zelfmoordterroristen. Scholten: ‘Het zijn vrouwen die in de oorlog hun echtgenoot hebben verloren en geen vooruitzicht meer hebben op een zelfstandig leven.’ Het leverde ze de KNAW Onderwijsprijs op, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste vwoprofielwerkstukken. Ook wonnen ze de Jan Kijne onderzoeksprijs van het Pre University College Leiden waar ze het profielwerkstuk schreven. En hun begeleider, de Leidse terrorisme-expert Beatrice de Graaf gaat er nu dus uit citeren. Hun werkstuk gaat over drie Tsjetsjeense rebellen. Roza Nagayeva was betrokken bij de gijzeling van een school in Beslan in 2004, haar zus Amnat blies zich op in een vliegtuig. Zarema Muzhakhoyeva zag op het laatste moment af van een aanslag in een hoofdstraat in Moskou en werd opgepakt. De aanslagen spelen zich af tegen de achtergrond van jihadistisch verzet tegen de Russische regering. ‘De drie onderzochte vrouwen waren maatschappelijk geïsoleerd, gescheiden van hun man’, vertelt Goldstein. ‘Of, zoals bij Zarema, de man was vermoord. Zarema mocht haar kind niet meer zien.’ Deze uitgesloten positie droeg bij aan de radicalisering van de vrouwen. ‘Ze zochten een groep om bij te horen.’ De twee onderzochten welke fasen de vrouwen doorliepen voor ze de aanslagen pleegden. Informatie hierover kwam uit verschillende internationale kranten die over de aanslagen schreven. Dat Goldstein Russisch spreekt, hielp daarbij. ‘Ik kon de Russische kranten lezen en zo kwamen we aan informatie die soms niet in westerse kranten stond.’ Interviews van journalisten
Door Harmke Berghuis
Een vrouwelijke rebel in Tsjetsjenië. Foto Heidi Bradner/Panos/HH
Opgeblazen door uitzichtloosheid Niet de islam maar wanhoop drijft vrouwelijke zelfmoordterroristen en onderzoekers met familieleden van de daders leidden tot een redelijk nauwkeurig beeld. ‘Bovendien leefde Zarema nog en is zij door journalisten geïnterviewd.’ De islam, de heersende religie in Tsjetsjenië en de basis van het verzet tegen de Russen, speelde bij de drie vrouwen een veel kleinere rol dan verwacht. Scholten: ‘Het blijkt
meer een rechtvaardiging achteraf te zijn. Het ideologische motief van de jihad uitvoeren, daar konden wij maar moeilijk iets over vinden. Uit interviews blijkt ook dat familieleden daarvan niks hebben gemerkt. Toch zijn er nog veel hiaten. ‘We weten bijvoorbeeld niet hoe Roza en Amnat gerekruteerd zijn,’ zegt Goldstein. ‘Zarema vertelt in interviews
dat ze schulden had bij haar familie. Als ze zich opblies, zou haar familie 1000 euro krijgen, en was haar eer gered.’ Bij de zussen Nagayeva werd hun broer tijdens de oorlog door de Russen vermoord, een motief dat bijdroeg aan hun haat voor de Russen. Daarbij waren ze allebei gescheiden van hun man, waardoor ze als minderwaardig werden gezien.
Frutti di Mare
Fietsen langs vroeger Door Dirk-Jan Zom ‘Oh, even bukken.’ Door het water van de Leidse singel gaat het onder een brug door. Een zonnetje schijnt, aan de kade een stuk verderop ligt een zeilbootje. Het is een mooie lentedag, maar mevrouw Vinkenstein (93) zit binnen op een hometrainer. Voor haar staat een breedbeeldtelevisie met daarop Leidse beelden en geluiden vanaf het water. Terwijl ze rustig doortrapt, passeert ze de zeilboot. Verpleeghuis Overrhyn heeft twee van zulke hometrainers staan. Naast waterfietsen kunnen de bewoners ook door het centrum van Leiden fietsen. De elf mogelijke routes gaan door bijna het gehele centrum: langs de Witte Singel, over het Rapenburg of de Hooigracht. Met een blauwe en een gele knop kun je soms kiezen: ga je links of rechts? Sinds augustus staan de schermen er. Mevrouw Vinkenstein: ‘Zo is het leuker. Dan zie je nog eens wat. Ik ben geboren in Leiden, maar woon nu in Leiderdorp. Je kunt weer dingen van vroeger herinneren, dat is het.’ Een medebewoonster bewondert al trappend het resultaat: ‘Erg leuk. Je start
altijd bij de Morspoort. Ik probeer altijd weer anders te fietsen. Ik heb alle verschillende routes nog niet helemaal door. Soms zie ik de plek waar de vorige fietser gestopt is. Dan vraag ik me af: “Hoe komen ze daar?”’ De installatie is gemaakt door drie oud-studenten mediatechnologie van de Universiteit Leiden. Eerder maakten ze voor een project een installatie met een fietsvideo, die werd tentoongesteld. Job de Reus vertelt: ‘Het was een onderzoek naar de vrije wil en hoe die door bepaalde factoren kan worden beïnvloed. Tijdens het fietsen konden mensen keuzes maken, waarvan sommige aantrekkelijker waren gemaakt.’ Een medewerker van Overrhyn was op de tentoonstelling en zag het nut van de installatie voor het verzorgingstehuis. In 2008 werd er drie maanden lang een proef gedraaid. Fysiotherapeute Ilona Zwaan: ‘Het was te kostbaar. Maar toen schreef onze instelling een originaliteitprijsvraag uit. We hebben als afdeling dit plan ingediend en 10.000 euro gewonnen. Daarmee konden dit project bekostigen.’
De Reus, geboren in Leiden ging vervolgens aan de slag met de routes. ‘Ik heb gewoon de kaart gepakt en ben gaan tekenen. Als Leidenaar ken ik natuurlijk alle mooie plekjes, kerkjes, steegjes en straten.’ Op de fiets werden de routes allemaal gefilmd. Volgens Zwaan fietsen mensen langer als ze de fietsvideo gebruiken. ‘Voorheen was het wel eens: “Hoe lang moet ik nog?”’ Ook visuele prikkeling is een voordeel: ‘Mensen kunnen weer herinneringen ophalen.’ Voor sommigen levert de video iets te veel prikkels op, maar verder is bijna iedereen enthousiast: ‘Mensen die hier wonen, gaan met de familie nog wel eens buiten. Maar verder dan wandelen in het park komen ze niet. Nu kunnen ze Leiden weer zien’, zegt Zwaan. Dat geldt zeker voor mevrouw Vinkenstein: ‘Ik loop nog wel met de rollator, maar niet buiten. Daar ben ik te wankel voor. Het is mooi dat dit is uitgevonden. Nu zie je dingen die je anders nooit meer ziet.’ Het liefste fietst ze op het water, zegt ze. ‘Met het zonnetje erbij. Ik probeer een beetje bruin te worden.’
Foto Taco van der Eb
Scholten: ‘Allerlei factoren, zoals armoede en het uitgestoten worden door de familie, hebben ertoe bijgedragen dat de vrouwen hun aanslag uitvoerden. Het is een nogal schrijnende conclusie, maar de radicalisering van de drie Zwarte Weduwen was vooral een actie uit wanhoop, door de uitzichtloosheid van hun bestaan.’
4 Mare · 22 september 2011 Interview
De wethouder en de woningnood Pieter van Woensel ‘is er nog niet klaar mee’ Er komen steeds meer studenten en het wordt steeds moeilijker om te bouwen. Ziehier de spagaat van de Leidse kamermarkt. Wethouder Ruimtelijke Ordening Pieter van Woensel: ‘Het lukt wel, maar je moet een lange adem hebben.’
Van Woensel: ‘Ik sjor eraan en dat leidt tot een paar duizend kamers.’ Foto Taco van der Eb
Door Dirk-Jan Zom De kamernood onder studenten groeit. Kences, het samenwerkingsverband van studentenhuisvesters, sloeg eind augustus alarm. Volgens de koepel bedraagt de gemiddelde wachttijd voor een kamer in Leiden inmiddels 18 maanden. De Landelijke Studentenvakbond kwam met een eigen onderzoek. Conclusie: zo’n 30.000 studenten in Nederland wonen noodgedwongen bij hun ouders. In Utrecht en Leiden zou de kamernood het hardst zijn gegroeid: in Leiden van 2.000 naar 4.150. Dat laatste is het getal dat de gemeente hanteert, zegt wethouder van Ruimtelijke Ordening Pieter van Woensel (VVD). Over de 18 maanden wachttijd zegt hij: ‘Ik spreek redelijk veel eerstejaars op de verenigingen en de meesten hebben al een kamer. Hbo-studenten komen vaker uit de buurt en gaan later pas op kamers. Ik spreek maar weinig eerstejaars die al anderhalf jaar lang een heel eind heen en weer moeten treinen.’
Op een studentenvereniging vorm je snel een netwerk. Maar hoe zit het met de eerstejaars daarbuiten? ‘Als je van ver komt krijg je een voorrangsregeling bij de SLS, dat is gunstig. Dus op een gegeven moment vindt iedereen wel een kamer. Misschien niet de ideale, misschien dat ze buiten de stad moeten wonen, dat kan. Maar het liefste heb ik die 4.150 studenten natuurlijk hier in de stad.’ Heeft u wel het idee dat het tekort in Leiden sterk is toegenomen? ‘Het wordt wel steeds moeilijker, dat is wat ik wel verneem van de verenigingen. Die spelen ook een belangrijke rol in de huisvesting. Ik merk dat men daar ook wel dringend op zoek is naar huizen. Bij Minerva zeiden ze laatst nog wel voor negentig kamers huizen nodig te hebben.’ Wat veroorzaakt het grote kamertekort? ‘Elke stad heeft zo haar eigen oorzaken, maar er zijn twee dingen waar we allemaal mee kampen. Allereerst komen er steeds meer studenten. Tegelijkertijd zie je dat het moeilijk is om te bouwen. Studentenhuisvesting is niet aantrekkelijk voor pandjesbazen of ontwikkelaars en we hebben last van bouwvoorschriften die strenger worden. Daarnaast neemt ons budget af, want door de bezuinigingen drogen de subsidiepotten van het rijk op. Dus de nood groeit, maar het wordt ook moeilijker er iets aan te doen.’ Regels van de overheid belemmeren studentenhuisvesting. Wat moet er gebeuren? ‘In de wet staat bijvoorbeeld dat tijdelijke exploitatie van studentenhuisvesting mogelijk is voor vijf jaar. Er is jaren geleden al een motie aangenomen om daar tien jaar van te maken. Door een langere looptijd is het beter te exploiteren. Maar waar blijft die wetswijziging? Je ziet dat minister Donner (Binnenlandse Zaken, red.) niet de urgentie voelt om dit soort regels aan te passen, dat vind ik jammer. ‘Voor een deel kan de minister ook weinig, omdat hij steeds minder geld
heeft, dat moet ik toegeven. Maar maak het dan eenvoudiger. Ik bemoei me er wel tegenaan. De Tweede Kamer zit hem nu ook achter de vodden. Donner heeft gezegd dat er in het najaar een plan komt om dit soort knelpunten aan te pakken, daar hopen we op.’ Wat zijn de oorzaken specifiek voor Leiden? ‘De universiteit en de hogeschool groeien. En we hebben de afgelopen jaren niet heel veel bijgebouwd, om heel eerlijk te zijn. We zijn met een aantal projecten bezig, maar het is moeilijk. Je kunt wel zeggen: “We stampen even wat kamers uit de grond”, maar je moet ook plek hebben. De grondprijs in Leiden is fors en studentenkamers leveren niet heel erg veel op. Woningbouwcorporaties hebben ook minder geld te besteden vanwege het kabinetsbeleid. Daar zie je meer aarzeling, omdat onrendabele studentenhuisvesting ook moet worden gefinancierd. ‘Als je eenmaal plek hebt, moet je het plan maken en het project aanbesteden. Dan ben je al drie jaar verder. Dan heb je een contract nodig, en een bestemmingsplan - dat duurt ook weer een jaar. Je bent al afgestudeerd en gepromoveerd in de tussentijd. Het lukt wel, maar je moet een lange adem hebben. ‘Studentenhuisvesting heeft ook een lagere prioriteit gehad. Nu zie je dat kamernood nadrukkelijker op de politieke agenda is gekomen. Zelf ben ik wethouder Studentenzaken geworden. Ik heb in Groningen gestudeerd, zat voor een studentenpartij in de gemeenteraad, dus ik heb iets met het onderwerp studentenhuisvesting. Ik sjor eraan en dat leidt uiteindelijk tot
een paar duizend kamers erbij. Je ziet wel dat het beleid, niet alleen van mij, maar ook van mijn voorgangers nu daadwerkelijk tot oplevering begint te leiden.’ Waarom had studentenhuisvesting een lage prioriteit? ‘Het concurreert natuurlijk met andere bouwprojecten. Waar studentenwoningen worden gebouwd kan geen bedrijventerrein komen, of een wijk met eengezinswoningen. En het kost veel geld. De Lammenschanscampus die nu gebouwd gaat worden, kost 14 miljoen euro. En vaak zijn de toch al schaarse bouwlocaties al bestemd voor iets anders. Nu hebben we drie plekken aangewezen waar studentenhuisvesting prioriteit heeft: dat is een plek bij de Vrouwenweg, het Werninkterrein aan de Amphoraweg en het Lammenschanspark.
‘Bij Lammenschans komt een campus voor 1.900 studenten en tweehonderd starters of promovendi. In 2013 moet de eerste paal geslagen worden. De verwachting is dat in 2015 de eerste woningen worden betrokken. Het is de meest majeure investering in studentenhuisvesting van de afgelopen jaren. Daar mogen we best een beetje trots op zijn. De panden die nu nog op de grond staan willen we gebruiken voor tijdelijke huisvesting. ‘Aan de Wassenaarseweg komen vijfhonderd woningen, daar kunnen de eerste studenten in november in. Het terrein aan de Amphoraweg willen we graag gebruiken voor tijdelijke huisvesting. Daarmee kunnen we het mogelijke wegvallen van tijdelijke locaties als Rijnfront en Nieuweroord opvangen, maar het is nog niet zeker dat we dat terrein
krijgen. In de flat boven de Super de Boer komen tientallen eenheden voor studenten. Die kunnen er volgend jaar zomer in.’ Hoe kijkt u terug op de resultaten? ‘Ik ben tevreden. Ik weet dat het dit soort projecten lang duren, dus denk ik: “Dan heb ik toch in een redelijke tijd wat bereikt.” Oplevering van de eerste fase binnen vier jaar bij het bouwplan van Lammenschans, dat is voor Nederlandse begrippen ongelooflijk snel. Maar ik ben nog niet van het probleem af. De nieuwe campus zorgt voor 2000 kamers, met de andere bouwplannen erbij ga je richting de 3000 kamers. Dus als de huidige plannen voltooid zijn, is het oude tekort opgelost, maar dan is er een nieuw tekort. De universiteit groeit, ik ben er nog niet klaar mee.’
Meldpunt voor huisjesmelkers Wethouder Pieter van Woensel wil twee handhavers aanstellen die de problematiek rond huisjesmelkers gaan aanpakken. Naar aanleiding van een artikel in Mare (‘Bedreigd door de huisbaas’) zei hij afgelopen april te denken aan een meldpunt. Daarvoor ligt nu een plan bij de gemeenteraad. Twee medewerkers moeten klachten en meldingen van huurders in ontvangst nemen. Hiernaast zullen ze zelf ook op pad gaan om onder andere bouwvergunningen en brandveiligheid te controleren. Van Woensel: ‘We verwachten niet dat ze plat gebeld worden. We gaan dus ook zonder klacht controles uitvoeren bij panden van huisbazen die een bepaalde reputatie op de kamermarkt hebben. Het merendeel van de particuliere markt is prima, maar sommigen maken misbruik van kamernood.’
Van Woensel zegt erop te vertrouwen dat het plan steun zal krijgen in de gemeenteraad. De wethouder heeft verder de bestemmingsplannen vrijgegeven voor studentenhuizen, wat betekent dat overal waar in het bestemmingsplan wonen staat voortaan studentenhuizen kunnen komen, in tegenstelling tot vroeger. Het vergunningsbeleid voor studentenhuizen is versoepeld. Van Woensel: ‘Voorheen was het praktisch onmogelijk om zo’n vergunning te krijgen, je moest aan zoveel voorwaarden voldoen. Bovendien kostte het duizenden euro’s. Nu is het eenvoudiger en goedkoper gemaakt om een vergunning te krijgen.’ De wethouder hoopt zo meer aanbod voor studenten te creëren, zodat ze niet voor de panden van huisjesmelkers hoeven te kiezen.
22 september 2011 · Mare 5 Nieuws
071 -527 …
Universiteiten leveren sowieso in
Nieuwe antibiotica komen uit jezelf
Miljoenennota: minder geld per student De begroting van het ministerie van Onderwijs houdt geen gelijke tred met de stijging van het aantal studenten, blijkt uit de Miljoenennota. En universiteiten moeten beter presteren voordat ze geld krijgen. Door Vincent Bongers Koningin Beatrix nam het woord ‘studenten’ in de mond in de Troonrede. Dat is nog niet vaak voor gekomen. Maar het was geen goed teken. Voor hen ‘gaat de eigen bijdrage omhoog’, sprak de majesteit in bedekte termen over de langstudeerboete, die vanaf september 2012 ingaat. Waarschijnlijk raken masterstudenten dan ook hun beurs kwijt en moeten zij meer gaan lenen. Het
Verzet tegen de h-index De h-index waarmee de prestaties van wetenschappers worden vergeleken, deugt niet. Dat betogen Leidse wetenschappers. De h-index, vernoemd naar bedenker Jorge Hirsch, is een getal dat iets hoopt te zeggen over de prestaties van een wetenschapper. Als je acht wetenschappelijke publicaties hebt die acht of meer keer zijn geciteerd, heb je een h-index van acht. Een promovendus die bijna klaar is, zal een h-index van rond de vier hebben – veel meer publicaties heb je dan nog niet op je naam. Leidse toppers zijn bijvoorbeeld epidemioloog Frits Rosendaal (74), en natuurkundige Carlo Beenakker (61). Wereldrecordhouder is de chemicus Elias Covey, waarvan 139 publicaties 139 keer of meer zijn geciteerd. Voordeel van de index is dat hij publicaties die weinig aandacht krijgen, negeert. Ook het effect van dat ene hype-artikel waarbij iemand slechts zijdelings betrokken was, wordt zo rechtgestreken. In de zes jaar dat de h-index bestaat, is hij dan ook erg populair geworden. Wetenschappers melden het op hun cv, subsidieverstrekkers vragen ernaar, kandidaat-leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen moeten het invullen op hun aanvraagformulier. Het probleem is echter dat de hindex zich nogal raar gedraagt. De Leidse bibliometristen Ludo Waltman en Nees Jan van Eck openen in een recent artikel de aanval op de index, met behulp van rekenvoorbeelden. Er zijn meerdere manieren waarop een wetenschapper ineens een hogere h-index dan zijn collega kan krijgen, zonder dat de productie of citaties daar aanleiding toe geven. Waltman: ‘Wat je ook vindt van het beoordelen van wetenschappers op basis van hun citaten, de h-index moet je sowieso niet gebruiken, want dat getal gedraagt zich inconsistent. Dat probleem is over het hoofd gezien, de afgelopen jaren.’ Hoe moet het dan wel? ‘Het idee van de h-index was dat je belangrijke publicaties telt. Dat kan bijvoorbeeld ook door een grens te stellen. Een medische publicatie moet bijvoorbeeld minstens twintig keer geciteerd zijn, een wiskundig artikel wat minder vaak. Dan tel je hoe vaak iemand dat gehaald heeft. Het lijkt er sterk op, maar het is niet inconsistent.’ BB
sociale leenstelsel is echter nog niet door de Tweede Kamer. Naast deze bezuiniging op studenten komt het hoger onderwijs er op het eerste gezicht nog genadig vanaf in de Miljoenennota. De uitgaven van het ministerie aan het hoger onderwijs zakken het komende jaar in, maar vanaf 2013 worden deze weer opgekrikt naar het niveau van vorig jaar. Maar schijn bedriegt. Het aantal studenten blijft de komende jaren flink toenemen. Gemiddeld gezien zakt de uitgave van het ministerie per universitair student van 6000 euro in 2012 naar 5600 euro in 2013. Het ministerie verwacht een gedeelte van deze terugval op te vangen met het geld dat de langstudeerboete oplevert. Maar zelfs als die maatregel
goed werkt, leveren de universiteiten per student 200 euro in. Het ministerie wil een gedeelte van haar budget besteden aan prestatiebekostiging. De universiteiten maken afspraken over de kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de verhoging van het studierendement. Het gaat niet om extra geld. Als de onderwijsdoelen gehaald worden, krijgen de universiteiten een vergoeding. In 2012 wordt er 80 miljoen verdeeld naar prestatie, dat bedrag loopt op naar 260 miljoen in 2015. ‘Prikkels om te excelleren’, aldus het kabinet. Wel ligt er 50 miljoen extra klaar, in de geest van het advies van de commissie Veerman, voor universiteiten die het lukt zich beter te profileren
en hun studieaanbod goed af weten te stemmen op collega-instellingen. Ook in de financiering van het onderzoek verandert het nodige. Subsidieverstrekker NWO krijgt 13 miljoen minder dan vorig jaar en ziet ook de volgende jaren haar budget slinken. In 2011 verdeelde de organisatie nog ruim 325 miljoen. In 2016 is dat nog 304 miljoen. Daar staat tegenover dat het kabinet 36 miljoen extra uitgeeft aan wetenschappelijke ict-projecten, bio-databanken en ander grote onderzoeksvoorzieningen. Innovatieminister Verhagen maakt ook een extra belastingaftrek mogelijk voor bedrijven die investeren in onderzoek en kennisontwikkeling. Het kabinet trekt een half miljard uit voor de lastenverlichting.
‘Akkoord over verplichte studiebijsluiter’ Studenten- en jongerenorganisaties hebben met staatssecretaris Zijlstra een akkoord bereikt over een studiebijsluiter, die objectieve informatie moet bieden in studievoorlichtingsmateriaal. Dat zegt voorzitter van het Interstedelijk Studentenoverleg Sebastiaan Hameleers. In al het voorlichtingsmateriaal moet voortaan informatie komen over de aantallen studenten, rendementscijfers, uitval van studenten, het aantal contacturen en studiebelasting, de baankansen en de tevredenheid van de studenten. Verder moeten opleidingen ook laten zien wat voor
vakken de aankomende studenten gaan volgen. Hameleers: ‘Dat ligt meestal toch al vast voor drie of vier jaar. Nu zie je dat in de folders de leuke vakken er vaak worden uitgelicht.’ Zo moet het aankomende studenten makkelijker worden gemaakt om opleidingen te vergelijken en een goede keuze te maken. Een voorlichter van het ministerie van Onderwijs kan de plannen niet bevestigen. Omdat het een overleg betreft worden er geen mededelingen over de inhoud gedaan. In maart dit jaar bracht de Landelijke Studentenvakbond een onderzoek uit waaruit bleek dat de voor-
lichtingsfolders van Nederlandse universiteiten soms misleidend zijn. Zo was de gegeven baangarantie niet altijd realistisch en werd er bij grootschalige studies gesproken over kleinschalig onderwijs. Veel van de informatie in de folders bleek oncontroleerbaar. Bovendien bleek informatie, bijvoorbeeld over struikelvakken of de grootte van werkgroepen soms te ontbreken. VVD-fractievoorzitter Stef Blok pleitte in diezelfde maand voor duidelijkere informatie van universiteiten over wat de baankansen zijn van een bepaalde studie en welk loon na afstuderen te verwachten is. DJZ
Ziekenhuis bacteriën en superresistente bacillen rukken op. Waarmee gaan we ze bestrijden? Dr. Peter Nibbering van het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoekt alternatieven. Wat is er eigenlijk mis met antibiotica, dat er alternatieven nodig zijn? ‘Door het vele gebruik en misbruik zijn er veel bacteriestammen ontstaan die resistent zijn. Daardoor kunnen we straks terechtkomen in een situatie waarin we geen effectieve middelen meer hebben. Dat probleem is echt heel erg groot als je bedenkt dat er in de VS jaarlijks 1,7 miljoen mensen een infectie met een ziekenhuisbacterie oplopen, en bijna honderdduizend van hen daaraan overlijden.’ Waarom maken we dan niet gewoon meer verschillende antibiotica? ‘De kosten van ontwikkeling zijn hoog. De meeste “nieuwe” antibiotica zijn vervolgen op de huidige middelen, daarvan is bekend dat ze resistentie opwekken. Het product gaat gewoon niet lang genoeg mee om lonend te zijn voor de fabrikant. Bovendien: wanneer er een goed, nieuw antibioticum komt, geldt al snel het advies het achter de hand te houden als laatste redmiddel.’
Maar waarom variaties maken? Elk levend wezen maakt stoffen aan om bacteriën te doden. Zoek een nieuw stofje. ‘Er zijn overal middelen, maar je moet ze wel identificeren, en zo ontwikkelen dat je ze aan mensen kan geven. Daar gaan jaren overheen, en je moet er dan wel in investeren. Eén van de voorbeelden die ik tijdens mijn lezing zal noemen, is onze eigen menselijke antibiotica, de zogeheten antimicrobiële peptiden. Onze experimenten daarmee verlopen veelbelovend.’ Heeft u nog meer voorbeelden? ‘Bacteriofagen zijn virussen die bacteriën kunnen elimineren. Die aanpak is nu volop in ontwikkeling; het idee is dat we de stoffen die ze gebruiken om een bacterie mee aan te pakken, eruit halen en testen. Het behandelen van mensen met complete virussen ligt wat moeilijk, vooral omdat er een afweerreactie tegen het virus ontstaat. ‘Andere opties: proberen om het menselijk immuunsysteem te ondersteunen met bepaalde stoffen. Of het spuug van vleesmaden gebruiken om de laagjes waarin bacteriën groeien af te breken. Het is allemaal niet kant en klaar, maar het zijn wel ideeën die in laboratoria worden onderzocht.’ Zijn het ook ideeën waar de farmaceutische industrie wel mee aan de slag wil? ‘Nee, dat nog niet. Het zal voorlopig van wetenschappelijke onderzoekers of beginnende bedrijfjes moeten komen. Terwijl het toch om aanzienlijke bedragen gaat: alleen al in Engeland besteedt men jaarlijks anderhalf miljard euro om de problemen met ziekenhuisbacteriën binnen de perken te houden.’ En als ik nu besmet wordt met een tegen alles resistente tuberculosestam? ‘Allereerst is de kans daarop gelukkig klein. Maar als actieve ziekte zich ontwikkelt, heb je een aanzienlijk probleem. Mogelijk kunnen immunotherapie en chirurgie een oplossing bieden. De alternatieven die ik noemde, zijn op dit moment nog niet beschikbaar. De angst dat we - voor enkele infecties - zonder effectieve antibiotica komen is terecht.’ BB Studium Generale, ‘Alternatieven voor antibiotica’, 26 september: 19:30, Lipsius, zaal 005
6
Mare · 22 september 2011 Achtergrond
Meneer de Professor
Overdressed in een oude trui
Wiske zal nooit coke snuiven > Vervolg van de voorpagina In het vergaderzaaltje biedt een porseleinen Jerom (Supergeus Jeroen in de Leidse editie) chocolaaatjes aan. De bekende rode banden vullen de muren. Plastic hoofden staan gespietst op de vensterbank. ‘De poppen uit de poppenkastserie’, legt Wilequet uit. ‘Die serie vormde echt de doorbraak in Nederland. Iedereen kent daar nog de begintune: Suske en Wis-ke en Tan-te Si-do-nia... Ah, hier alvast een primeur voor je: Studio Vandersteen is toe aan een nieuwe koffiekan.’ De zilverkleurige kan lekt op het witte tafelblad. Kindvriendelijke grappen vliegen heen en weer tussen de scenarist en de kleinzoon. Een charmante vorm van beroepsmisvorming. Over de absolute topjaren van de serie, zegt Van Gucht: ‘Je had niks anders. Geen internet en op de Vlaamse tv werden schilderijen besproken.’ ‘Kinderen, komt snel, een Alechinsky op de buis!’ vult Wilequet aan. Het blonde eierkopje en de jongen met het zwarte kuifje beleven al meer dan zestig jaar avonturen sa-
men. Daarmee zijn ze de helden van de langstlopende Vlaamse strip. Die de laatste jaren zich vaak afspeelt in een Nederlandse setting. Sla er de titels De elfstedenstunt, Verraad op de Veluwe of De fleurige Floriade maar op na. Gisteren werd de reguliere oplage van 260.000 stripboeken gelanceerd. Volgens Hemmes bereiken de boeken in een aantal jaar vijf miljoen lezers. En dat kan tellen als stadspromotie. Hangt daar een prijskaartje aan? ‘Nee’, zegt Hemmes. ‘Wel koop je die speciale edities natuurlijk in.’ Mocht de Leidse delegatie zich ook tegen het scenario aan bemoeien? ‘We hebben het script onder embargo gekregen met het verzoek de dichterlijke vrijheid te respecteren. In het laatste plaatje zie je de huidige 3 oktoberviering. Daar zie je haringen die worden gerookt. Niet helemaal accuraat maar die Vlaamse wending hebben we niet gecorrigeerd.’ Als de scenarist er op gewezen wordt: ‘Tiens, dat moet van de decortekenaar komen. Ik weet dat het maatjes horen te zijn.’ Van Gucht werd van informatie
voorzien door Rens Heruer, archivaris van de vereniging. ‘We hebben hen uitgelegd wat er allemaal is gebeurd tijdens het beleg en het ontzet. Toen ze besloten de strip te maken, hebben ze om allerlei materiaal gevraagd. Plaatsnamen, afbeeldingen, hoe zo’n Spaanse soldaat er bij ons uitzag… Toen hebben ze ons een synopsis gestuurd. Daarvan was de boodschap: “Zeg het ons als er heel idiote fouten in staan en – ik parafraseer even – hou voor de rest je mond.” Volgens mij is dat ook hun bedrijfspolitiek. Dit waarschijnlijk om te voorkomen dat er volgende week allemaal gemeentes bij hen aan de lijn hangen. Ik zelf ben niet de grootste Suske en Wiske-fanaat maar ze hebben er een erg leuk verhaal van gemaakt. De dochter van Willy Vandersteen wist me overigens te vertellen dat haar vader altijd veel interesse in deze periode heeft gehad.’ Nee, een verkenningsronde ter inspiratie hebben de makers niet gedaan. ‘Tot onze schande’, bekennen ze. Maar veel tijd hebben ze ook niet te verliezen, er verschijnen nog steeds 4 à 5 albums per jaar. Hoe verhinder je na honderden albums
dat je in herhaling valt? ‘Er is geen dossier of zo per personage. Ik vertrouw op mijn geheugen. En ja, soms je moet opletten dat je niet weer een verhaal begint met een groot monster dat iedereen bedreigt’, aldus Van Gucht. Vandersteen liet per testament vast te stellen dat zijn helden ver moesten blijven van seks, drugs en rock-‘nroll. Wilequet: ‘Wiske zal nooit coke snuiven.’ En de sluimerende verliefdheid tussen Lambik en Sidonia mag nooit tot bloei komen. Maar in Het lijdende Leiden wordt door middel van een bonkende tent het een en ander gesuggereerd. En op het eind trouwen ze. Kan dat wel? ‘Nee nee, ze trouwen niet’, zegt Van Gucht vastberaden. ‘Dat mag ook niet. Al moet ik zeggen dat ik die beruchte regels nooit gelezen heb. De historische personages Valdez en Magdalena Moons trouwen. Het is een droom, een illusie. Vervolgens worden ze wakker en is het van… bleaaaaah.’ DOOR THOMAS BLONDEAU Willy Vandersteen, Suske en Wiske, Het lijdende Leiden (Scenario: Peter van Gucht Tekeningen:
Na mijn bezoek aan de Rechtenfaculteit vorige week, nodigde de Letterenfaculteit mij hartelijk uit om mijn onderzoek voort te zetten bij de historici, kunsthistorici en classici. Ik besloot mijn voorkomen erop aan te passen. Dus vlinderdasje af, jasje uit; haar flink doorwoelen, oude trui aan. Met mijn paperassen en een pakje Brandaris zware shag in de hand zakte ik monter het Rapenburg af. Of ik de nieuwe wiskundeleraar was? Had ik me dan toch vergist in de plaatselijke codes? Jazeker. Ik bleek overdressed. Bij Letteren geeft men college in baggy pants en bedrukte t-shirts; losse veters gelden er als sjiek. En waar standaardisering het grote probleem was van de Rechtenfaculteit, is Letteren een verzameling excentriekelingen, die allerlei privéoorlogjes voeren over door henzelf als ‘grote doelen’ beschouwde zaken. Eén hoogleraar maakt bijvoorbeeld tot speerpunt van zijn colleges dat Willem van Oranje vooral géén ‘nationale vrijheidsstrijder’ genoemd mag worden – dat zou de illusie wekken van een ‘nationale identiteit’, een inmiddels toch wel ontmaskerd idee. Een ander gaf aan dat hij het boek van PVV-visionair Martin Bosma nog moest kopen (aangezien hij studie maakte van het populisme), maar dat hij de vele boekenbonnen die hij nog had liggen daar toch niet voor meende te kunnen gebruiken – alsof het om pornografie ging. Maar het meest verbaasde mij een conflict dat schijnbaar de hele faculteit in twee kampen opdeelde – zoals ooit, naar het schijnt, het ministerie van Buitenlandse Zaken uiteen viel in mensen die wel, en die niet van Prins Bernhard hielden. Deze Grote Splijtzwam betreft de troosteloze binnenplaats van het gebouw, waar een nogal wereldvreemde piramide van staal onlangs gezelschap heeft gekregen van een heus standbeeld. Het is een beeltenis van de Indiase dichter Rabindranath Tagore, wellicht tevens uitvinder van de gelijknamige curry die de Pakistaan bij mij op de hoek voor 6,50 aanbiedt. De Letterenfaculteit heeft het gedrochtelijke geschenk van de ambassade van India niet durven weigeren om haar quaestor moverende redenen. Toen voor de megalomane buste enkele bomen gerooid moesten worden, kozen medewerkers massaal de zijde van een geslachtofferde Vlaamse gaai. Een gekke vogel versus een buste van een andere gekke vogel; een heuse rel was geboren – en zo bleek wederom dat, zoals Henry Kissinger ooit zei: ‘Nergens conflicten feller zijn dan in de academische wereld, omdat er zo weinig op het spel staat.’
Prof. D.M. Sanders is gastonderzoeker aan de Universiteit Leiden. Op deze plek doet hij wekelijks verslag van zijn indrukken.
22 september 2011 · Mare 7 Wetenschap
Ploppende polen Hoe het aardmagnetisch veld voortdurend verandert Het lijkt erop dat het magneetveld van de aarde zal gaan omdraaien. Is dat echt zo? En zo ja, wat betekent dat? ‘Uw nazaten overleven dat wel.’ Maar onze satelliettechnologie waarschijnlijk niet. Door Bart Braun Een kompas wijst naar het noorden. Tenminste: hier in Nederland. Omdat het magnetische noorden en het geografische noorden niet precies op dezelfde plek liggen, heeft je kompas een afwijking naar het westen als je in Zuid-Afrika zit, en een afwijking naar het oosten in Siberië. Dat is helemaal niet erg, en zeevaarders weten al eeuwen dat je moet corrigeren voor deze zogeheten declinatie. In hun pogingen om nauwkeuriger hun plek op zee te bepalen, deden ze zelfs metingen eraan. Historici die door marine-archieven spitten, zagen dat de gemeten declinaties veranderden door de eeuwen heen. Het magneetveld van de aarde beweegt. Veel scheelt het niet: twee of drie graden per eeuw; meer als je dicht bij de polen zit. Maar als je ooit een oude schatkaart vindt die een kompaskoers aangeeft, kom je nooit bij die schat als je er geen rekening mee houdt. Op de geologische tijdschaal van miljoenen of zelfs miljarden jaren blijkt het dat de magnetische Noord-
pool aardig op en neer crosst over onze planeet. Soms floept de magnetische Noordpool zelfs ineens om naar de buurt van de geografische Zuidpool. Om te begrijpen hoe dat werkt, is het standaard beeld van de aarde niet goed genoeg. Op school leerde je dat je de aarde kunt beschouwen als een reusachtige staafmagneet, maar de werkelijkheid is wat ingewikkelder. Door metingen aan aardbevingen weten geologen dat de kern van de aarde bestaat uit vaste stof, maar daaromheen zit een dikke laag ijzer. Dat ijzer is duizenden graden heet en dus vloeibaar: het stroomt met een snelheid van twintig kilometer per jaar in het rond. Het bewegen van dat ijzer resulteert in een magneetveld, ongeveer zoals het bewegen van een dynamo resulteert in een stroompje waar je fietslamp op brandt – electriciteit en magnetisme zijn immers nauw met elkaar verweven. Die vloeibare magneet zit drieduizend kilometer diep, maar blijkt toch te interacteren met hoger gelegen gedeeltes van de aarde. ‘Er zijn periodes waarin het aardmagneetveld vaak ompoolt, en periodes waarin eigenlijk niets gebeurt’, vertelt prof. Cor Langereis, hoogleraar paleomagnetisme aan de Universiteit Utrecht. ‘In die afwisseling zit een soort systeem: het opbreken van continenten door plaattektoniek lijkt samen te hangen met periodes
van veel of weinig omkeringen van het aardmagnetisch veld.’ De laatste omkering was zo’n 780.000 jaar geleden, maar het zou kunnen dat er weer eentje aankomt: sinds we kunnen meten hoe sterk het aardmagnetisch veld is, is het ietsje zwakker geworden. Dat gebeurt ook als er een omkering optreedt: het aardmagneetveld zwakt af tot tien procent van de gebruikelijke sterkte, en dan ploppen er nieuwe magnetische Noord- en Zuidpolen omhoog. Het woord ‘ploppen’ gebruiken we hier overigens nog steeds in de geduldige context van de geologie: een omkering duurt in totaal zo’n drieduizend jaar. ‘Zelfs als er een omkering aan zit te komen, dan is dat op zijn vroegst over 1500 jaar’, legt Langereis uit. Dinsdag houdt hij voor Science Café Leiden een lezing over dit onderwerp. ‘Geologisch gezien is dat overmorgen, natuurlijk.’ Dat magneetveld van de aarde is niet alleen heel handig bij het kompaslezen: het werkt ook als een onzichtbaar ruimteschild. Het universum in het algemeen en de zon in het bijzonder vuren doorlopend enorme hoeveelheden kleine deeltjes op ons af. Het magneetveld vangt die op, en buigt ze om de aarde heen. Een klein gedeelte belandt bij de polen, en botst daar op atomen in de atmosfeer, dat zien we als het noorderlicht. Als het magneetveld nou veel zwakker wordt, zoals gebeurt bij
een omkering, dan gaan veel van die deeltjes ineens niet meer om de aarde heen, maar er recht op af. Kan dat geen kwaad? ‘Uw nazaten overleven dat wel’, stelt Langereis gerust. ‘De mensheid heeft het wel vaker overleefd, per slot van rekening. De toegenomen straling op het moment dat het magneetveld nog maar op tien procent van zijn sterkte zit, is vergelijkbaar met die van wonen op een bodem van graniet.’ Graniet is inderdaad een piepklein beetje radioactief, maar dat heeft de inwoners van plaatsen als Ierland, waar de bodem ervan is gemaakt niet bepaald gedecimeerd. Ook dieren die zich op het magneetveld oriënteren, redden het wel. Langereis: ‘Een duif die je hebt gedemagnetiseerd, vliegt wat extra rondjes, maar vindt uiteindelijk de weg. Dieren navigeren ook op het oog of, zoals zeeschildpadden, op stromingen. Maar voor onze electronica zijn er wel degelijk gevolgen’, vervolgt hij. De magnetische stormen van de zon kunnen daar ernstige schade aan toebrengen. Een afnemend aardmagnetisch veld maakt met name onze satellieten kwetsbaarder. In 1989 vernietigde een zonnestorm de transformator van een Canadese kerncentrale. Hebben uw nazaten toch nog iets om zich druk over te maken. Science Café: Het aardmagnetisch veld LAK Foyer, Cleveringaplaats 1, 20.00 u.
Wraak Slachtoffers van geweldsmisdrijven hebben vaak wraakgevoelens. Dat is op zich niet heel verrassend, maar veel onderzoek is er nog niet naar gedaan. Uit onderzoek naar oorlogsslachtoffers weten we dat er een verband is tussen post-traumatisch stress syndroom (PTSD) en behoefte aan wraak. De Leidse criminoloog Maarten Kunst onderzocht 207 Nederlandse slachtoffers van geweldsmisdrijven. Bij 97 van hen was de dader opgepakt en veroordeeld. Mensen met PTSD koesterden heviger wraakgevoelens, met name degenen die dusdanig waren aangegrepen dat ze het telkens opnieuw beleefden. Dat is interessant, want het suggereert de mogelijkheid dat je het geestelijk leed van slachtoffers kan verzachten door tegemoet te komen aan hun wraakgevoelens, bijvoorbeeld door strenger te straffen. Dat lijkt echter niet zo te zijn: mensen met wraakgevoelens vinden niet vaker dan mensen zonder wraakgevoelens dat de dader te licht is gestraft. De studie verschijnt binnenkort in het International Journal of Law and Psychiatry.
Tweeling Bij sommige tweelingzwangerschappen delen de foetussen één moederkoek. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, maar in ongeveer een vijfde van de gevallen delen de aanstaande baby’s niet alleen de placenta, maar ook hun bloedsomloop. Dan stroomt er bloed van de ene foetus naar de andere: tweelingtransfusiesyndroom. Dat vergroot de kans op vroeggeboortes en complicaties, en in een aanzienlijk gedeelte van de gevallen gaat één baby of allebei de kinderen dood. In het vakblad Early Human Development staat een overzichtsartikel over tweelingtransfusiesyndroom door drie onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum. De baby’s die het syndroom overleven, kampen vaak met allerlei complicaties. Van de kinderen die bloed aan hun broertje of zusje verloren, heeft ongeveer de helft nierproblemen. De ontvangers hebben juist weer vaker problemen met hun levers. Daarnaast komen hersenbeschadigingen vaker voor, en werken hart- en bloedvaten niet altijd naar behoren. Goed in de gaten houden, die baby’s, adviseren de Leidenaars. Tweelingtransfusiesyndroom wordt tegenwoordig aangepakt door met een laserstraal de verbindende bloedvaten te dichten. Dat vergroot de overlevingskansen, maar het lijkt erop dat die aanpak weer zijn eigen complicaties veroorzaakt. Of dat ook echt zo is, moet nog worden uitgezocht.
CSI
Aurora borealis bij Bear Lake, Alaska. Het magnetisch veld van de aarde leidt veel kosmische straling om, maar sleurt een gedeelte ervan naar de polen. Maar wat als dat veld veel zwakker wordt, zoals nu mogelijk het geval is? Foto Joshua Strang
Allerlei aspecten van je uiterlijk zijn genetisch bepaald. Omgekeerd betekent dat, dat als je DNA van een onbekend iemand hebt, je aan dat DNA informatie over iemands uiterlijk kunt aflezen. Dat is reuze interessant als je bijvoorbeeld politierechercheur bent, en je vindt een DNA-spoor. In Forensic Science International staat een beschrijving van een genetische test, het zogeheten IrisPlex. Die kijkt naar de zes genen die het belangrijkste zijn voor iemands oogkleur, en kan na analyse daarvan met meer dan 90 procent zekerheid zeggen of iemand blauwe of bruine ogen heeft. Zes cellen leveren al genoeg erfelijk materiaal op om de test mee te doen. Drie forensische DNA-labs waaronder dat van LUMC’er Peter de Knijff, werkten met IrisPlex om te kijken of ze wel allemaal dezelfde resultaten behaalden. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Wat de onderzoekers betreft is de test klaar voor gebruik in de forensische praktijk.
8 Mare · 22 september 2011 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Gezocht: Voor verschillende onderzoeken van de afdeling anesthesiologie van het LUMC zijn wij op zoek naar gezonde mannelijke vrijwilligers (18-45 jr), die tegen vergoeding mee willen doen aan pijn- en ademhalingsonderzoeken. Indien u belangstelling heeft, neem dan contact op met drs. Merel Boom, of prof. dr. A. Dahan, tel: 071-5262301 of m.c.a.boom@lumc.nl. Schaken bij Leithen. Altijd al eens willen schaken of wil je het in Leiden voortzetten? Kom dan eens kijken bij Leithen, een club met veel studenten. Bier: 1 euro! Elke dinsdag vanaf 19:45 uur ben je welkom! Voor meer info: www.svleithen.nl of neem contact op met Marco Anink via 06-26712752 of voorzitter@svleithen.nl. Wil jij vrijwilligerswerk in voormalig Joegoslavië organiseren? Dan is een (parttime) bestuursfunctie bij Stichting Wij Helpen Daar iets voor jou! Meer informatie www.wijhelpendaar.org. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Acht leerlingen uit groep 7 en 8 zoeken dringend hulp bij taal, rekenen en studievaardigheden; negen leerlingen Voortgezet On-
Maretjes extra derwijs, Kopklas, Brugklas, VMBO, HAVO zoeken hulp bij wiskunde en Nederlands; 31 leerlingen Ba.O.groep 3 t/m 6 zoeken hulp bij taal en/of rekenen, van wie vijf met vergoeding. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling of bijlesgever thuis. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma-, wo en do. 15-17 u. Tel: 5214256, LET OP ons e-mailadres is: st.onderwijswinkel@planet.nl. Hey muzikant! Op zoek naar een leuk en goed orkest? Kom dan op woensdag vanaf 20.00 uur langs tijdens de repetitie en luister of speel mee! Meer informatie: www.leidseharmoniekapel.nl BRES - de huurdersvereniging van SLS Wonen - is per direct op zoek naar enthousiaste bestuursleden voor diverse functies. Dit is een uitstekende mogelijkheid om tijdens je studie serieuze bestuurservaring op te doen en belangrijke invloed uit te oefenen op het beleid van SLS Wonen. Je bemoeit je met zaken als campuscontracten, huurverhoging, servicekosten en gemeentelijke heffingen. Het kost je gemiddeld een paar uur per week voor een maandelijkse vergoeding van 120,- euro. Interesse? Mail naar info@huurddersverenigingbres.nl of neem een kijkje op de website: www.huurdersverenigingbres.nl. Wij zijn een werkend stel (zonder kinderen en huisdieren) en zoeken een student die 2 uur per week bij ons thuis (Leiden centrum) wil komen schoonmaken. Reacties: daila_@ hotmail.com
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is € 23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com Studeer je rechten maar wil je ook wel eens weten hoe het in de praktijk is? Wij zoeken rechtenstudenten
die een bijbaan of stage willen op ons advocatenkantoor dat is gespecialiseerd in ARBEIDSRECHT! Stuur je reactie en cv naar: aantjes@aantjesadvocaten, Adriaan Pauwstraat 37, 2582 AN Den Haag. www.aantjesadvocaten.nl Modellen m/v gezocht Wil jij op een leuke manier bijverdienen en heb jij regelmatig op vrijdag 2 uur vrij? Dan is Goeiemode.nl op zoek naar jou! Voldoe jij aan de onderstaande eisen? Mail dan je contactgegevens,
maten en je pasfoto + totaalfoto naar cyrille@goeiemode.nl. Man: kledingmaat M/L, jeansmaat 32/33, lengte 182 t/m 190 cm Vrouw: kledingmaat XS/S, jeansmaat 26/27/28, lengte 172 t/m 180 cm Bijlessen voor Bedrijfseconomie en Rechtseconomie Wil je je goed voorbereiden voor het tentamen Bedrijfseconomie of Rechtseconomie? Ik verzorg bijlessen, individueel en in kleine groepen en heb ervaring als docent en als tutor. Ik geloof in
veel oefenen, begeleiding, inzicht opbouwen en de tijd ervoor nemen. Vraag gerust je mede-studenten of mij om referenties. Mail voor meer informatie: harmenbreedeveld@ hotmail.com of bel me op 0642160558. WIL JE VAN JE BRIL OF LENZEN AF EN € 680,- VERDIENEN? KIJK DAN VANDAAG NOG OP WWW.FOCUSKLINIEK.NL VOOR ONZE UNIEKE ZOMERKORTINGSAKTIE.
Academische Agenda Prof.dr. W.P. Achterberg zal op vrijdag 23 september met het uitspreken van de oratie benoemd worden tot hoogleraar aan de faculteit der Geneeskunde om werkzaam te zijn op het gebied van Institutionele Zorg en Ouderengeneeskunde. Z. Li zal op dinsdag 27 september om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Intervention in hepatic lipid metabolism: implications for atherosclerosis progression and regression’. Promotor is Prof.dr. T.J.C. van Berkel. D.D. Jolles zal op dinsdag 27 september om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The changing brain: Neurocognitive development and training of working memory’. Promotoren zijn Prof.dr. S.A.R.B Rombouts, Prof.dr. E.A. Crone en Prof.dr. M.A. Van Buchem. M.A. Siezenga zal op dinsdag 27 september om 15.00 uur promoveren tot
doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Determinants of vascular complications in type 2 diabetic South Asians’. Promotoren zijn Prof.dr. A.J. Rabelink en Prof.dr. M.R.Daha. D. Allewijn zal op dinsdag 27 september om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Bestuursrechter Geschilbeslechter’. Promotor is Prof.mr. A.F.M. Brenninkmeijer. A.S. de la Garza Rodea zal op woensdag 28 september om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Mesenchymal stem cells in skeletal muscle regeneration’. Promotor is Prof.dr. D. Valerio. E.J.W. de Mooij zal op woensdag 28 september om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Ground-based observations of Exoplanet Atmospheres’. Promotor is Prof.dr. K.H. Kuijken. M.G. Finiguerra zal op woensdag 28
september om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘EPR and NMR Spectroscopy on Spin Labeled Proteins’. Promotoren zijn Prof.dr. E.J.J. Groenen en Prof.dr. M. Ubbink. V.A. Gijsbers zal op woensdag 28 september om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Explanation and Determination’. Promotor is Prof.dr. B.G. Sundholm. M.Y. Bilgin zal op woensdag 28 september om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Transfusion-associated complications in cardiac surgery: the swan song of the allogeneic leukocytes?’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Brand en Prof.dr. M.H.J. van Oers (AMC A’dam). A.D. Knijnenburg zal op donderdag 29 september om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuur-
wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Synthetic modifications of the antibiotic peptide gramicidin S’. Promotor is Prof.dr. H.S. Overkleeft. V.A.C. van der Kooy-Hofland zal op donderdag 29 september om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Differential Susceptibility to an Early Literacy Intervention’. Promotor is Prof.dr. A.G. Bus. E.A. ten Brinke zal op donderdag 29 september om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Hemodynamic Follow up after Heart Failure Surgery’. Promotoren zijn Prof.dr. R.J.M. Klautz en Prof.dr. E.E. van der Wall. R. Groenewegen zal op donderdag 29 september om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940’. Promotor is Prof.dr. J.L. Goedegebuure.
advertentie
Student? Abonneer je nu op nrc.next en krijg 50 euro cash op je rekening Ga naar
nrcnext.nl/student
22 september 2011 · Mare
9
Achtergrond
Toezicht met tanden Nout Wellink: ‘Minister moet zweem van belangenverstrengeling voorkomen’ De raad van toezicht van de Universiteit Utrecht ligt overhoop met de minister van Onderwijs, die een partijgenoot wil benoemen. Ook Leidse (oud-)leden reageren ontstemd. ‘Zijlstra begeeft zich op glad ijs.’ Hommeles in Utrecht. De voorzitter van de raad van toezicht van de universiteit, Rien Meijerink, stapt op. Reden: Halbe Zijlstra negeerde de drie kandidaten die hij voordroeg om een lege plaats in de raad te vullen. De staatsecretaris van hoger onderwijs koos voor Jan van Zanen, een partijgenoot. Voor Meijerink is dit een onacceptabele ingreep. De staatsecretaris laat via zijn woordvoerster weten dat hij het besluit van Meijerink ‘betreurt’. Maar hij is verantwoordelijk voor de benoemingen. ‘Er was een praktijk ontstaan waarin een voordracht bijna automatisch leidde tot een benoeming, zonder dat de verantwoordelijke bewindspersoon er nog invloed op had’, aldus de woordvoerster. Zijlstra wil mede naar aanleiding van de toestanden bij Inholland de benoemingen scherper in de gaten houden. Kamerlid Jasper van Dijk (SP) heeft inmiddels Kamervragen gesteld over de benoeming van Van Zanen. De raad van toezicht aan de universiteit is betrekkelijk nieuw, ingesteld in 1996 door toenmalig minister van Onderwijs, Jo Ritzen. Hij besloot een controlerend orgaan in het leven te roepen dat dichtbij de universiteit stond en het college van bestuur goed in de gaten hield. Daar stond tegenover dat universiteiten beleid konden voeren zonder directe Haagse bemoeienis. De raad heeft deels Leidse wortels, zegt Lammert Leertouwer, emeritus hoogleraar godsdienstwetenschappen en rector magnificus van 1991 tot 1997. ‘Tot 1970 had het universiteitsbestuur voor alles toestemming nodig van het ministerie. Of het nu ging om het bestellen van achthonderd doosjes met nietjes of een nieuw gebouw. Om de universiteiten meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven, kwam er nieuw bestuurssysteem.’ Dat bestond uit een college van bestuur en een universiteitsraad. Leertouwer: ‘Dit systeem had een gigantisch nadeel. De universiteitsraad kon van haar macht gebruik maken en een collegelid eruit mieteren. Maar zelf zorgen voor een opvolger kon niet.’ Het college van Leertouwer raakte in 1994 betrokken bij een bouwschandaal. Bij de constructie van een aanbouw bij het Sylvius-laboratorium fraudeerden een hoge ambtenaar van de universiteit en een projectontwikkelaar er op los. Het kostte collegevoorzitter Kees Oomen de kop. Leertouwer: ‘Er werd tijdens deze bestuurscrisis al overal gesproken over een nieuwe structuur. Deze vervelende affaire, waar we niets aan konden doen, lijkt invloed te hebben gehad op de komst van de raad. De minister wilde steviger grip op het universiteitsbestuur en kwam met een nieuw plan (de wet modernisering universitaire bestuursorganisatie oftewel MUB, red.), dat heel snel door de Tweede Kamer werd geloodst. Toen was de raad van toezicht een feit.’ Wat doet de raad dan? ‘Het is nadrukkelijk geen klachtenbureau’, zegt hoogleraar farmacologie Douwe Breimer, oud-rector magnificus en bestuursvoorzitter van de Universiteit Leiden en sinds 2007 lid van de Raad van Toezicht van de TU Delft. ‘Je moet voor voldoende afstand tussen universiteit en raad zorgen en niet op de stoel van het college gaan zitten.’ Nout Wellink, de huidige voorzitter van de Leidse Raad van Toezicht: ‘We denken mee en adviseren over alle kerntaken. En we zorgen ervoor dat de wetten worden nageleefd.’ Volgens Morris Tabaksblat, van 2002-2008 voorzitter van de raad zijn financiën een belangrijk aandachtspunt. ‘Er was altijd wel een tekort aan geld. Maar we hielden ook zicht op de di-
De verregaande bemoeienis van Zijlstra valt niet goed bij de bestuurders. Leertouwer is blij met de stap van Meijerink: ‘Hij is een principiële rakker en ziet het systeem aan gort gaan. Zijlstra behandelt de raad als een onmondig kind. Een stuk van de zelfstandigheid verdwijnt als de staatssecretaris het zo aanpakt. We zijn geen zetbaasjes van de minister. Trek ons gerust aan de oren als we er een potje van maken. Maar Den Haag bepaalt niet alles.’ Wellink is ‘vrij ongelukkig’ over de gang van zaken. ‘Er was reeds een correcte procedure doorlopen en de voorgedragen
DOOR VINCENT BONGERS
‘We zijn geen zetbaasjes van de minister’
verse facultaire reorganisaties. Daar ging heel veel tijd in zitten. In die periode waren er grote reorganisaties bij Rechten, Letteren en Sociale Wetenschappen.’ En het is toezicht met tanden. Wellink: ‘We hebben een heel sterke positie omdat we de begroting en het jaarverslag moeten goedkeuren. Gebeurt dit niet, dan komt het college in grote problemen.’ Breimer: ‘Als het misgaat, kan het college of leden van het college naar huis sturen. Dat zal wel met de nodige nuance gebeuren. Door bijvoorbeeld duidelijk te maken dat het beter is voor de bestuurder om op te stappen. Die kan dan de eer aan zichzelf houden.’ De raad bemoeit zich normaal gesproken niet met studies en opleidingen. ‘Behalve als er natuurlijk iets ernstig mis is’, zegt Breimer. ‘Maar in eerste instantie zijn er andere organisaties die de kwaliteitscontrole uitvoeren.’ In principe bemoeit de raad zich ook niet direct met zaken die spelen in de universitaire politiek en gemeenschap. ‘Al kan ook iets dat klein lijkt, grote schade toebrengen aan de reputatie van de universiteit’, zegt Wellink. ‘En de reputatie van de universiteit is voor de raad zeer belangrijk.’ Maar conflicten heeft hij in Leiden nog niet meegemaakt. Volgens Breimer verliep het overleg met de raad ‘redelijk soepel’. ‘Soms waren er beste scherpe discussies. Dat is een goede zaak. Je hebt niets aan ja-knikkers. Het college werd bijvoorbeeld stevig aan de tand gevoeld over de verhoging van het bsa van 30 naar 40 punten. Dan moet je laten zien dat je goed hebt nagedacht over de gevolgen van een maatregel.’
kandidaten zijn desondanks afgewezen. De staatssecretaris heeft dan weinig speelruimte. Hij moet de keuze om af te wijken van de voordracht dan wel heel goed motiveren.’ Over Van Zanen zegt Wellink: ‘Ik zou in dit geval wel 23 keer nadenken voordat ik het raadslidmaatschap zou accepteren. Het lijkt dan toch een politieke benoeming.’ Voorkom de zweem van belangenverstrengeling, vindt Wellink. ‘Houd deze lichamen op afstand van de politiek.’ Breimer: ‘Zijlstra begeeft zich op glad ijs. Ik ken zijn redenen niet precies maar het is onwenselijk dat hij leden kiest uit eigen kring. De raad moet zelf ook voorkomen dat vriendjespolitiek een rol speelt bij benoemingen. Het is geen goede zaak als een incident rond Inholland wordt aangegrepen om meer invloed uit te oefenen op universiteitsbesturen.’ Tabaksblat maakte eerder mee dat de minister invloed uitoefende. ‘In 2005 trad collegevoorzitter AW Kist af. We wilden toen dat Breimer naast rector magnificus ook collegevoorzitter werd. De minister (Maria van der Hoeven, red.) wilde een ander. Toen hebben we duidelijk gemaakt dat wij als raad het besluit namen, en niet de minister. Overleg is prima, maar de raad is onafhankelijk.’ Hij begrijpt dan ook dat Meijerink deze stap heeft gezet. ‘Het is een principiële kwestie.’ Het landelijk platform van de raden van toezicht spreekt ook regelmatig met de staatssecretaris. ‘Dit zal bij het volgende overleg een stevig punt van discussie worden’, belooft Breimer alvast.
Raad van Toezicht De Leidse Raad van Toezicht bestaat uit vijf wetenschappers en bestuurders uit het bedrijfsleven: drie mannen en twee vrouwen. De voorzitter is Nout Wellink, de oud-voorzitter van de Nederlandsche- en Europese bank. Hij nam in 2008 het stokje over van Morris Tabaksblat, oud-topman van Unilever en Reed Elsevier. De andere leden zijn Angelien Kemna, Mirjam Sijmons, Kees Schuyt en Robert Reibestein. De raad is volgens de Wet op het Hoger Onderwijs onder ander belast met ‘het benoemen, schorsen, ontslaan en vaststellen van de beloning van het college van bestuur’. De leden van de raad worden door de minister of staatssecretaris benoemd, de raad legt verantwoording af aan het ministerie. Volgens het jaarverslag 2010 van de universiteit toucheerden raadsleden 9.992 euro. Twee leden, onder wie de voorzitter, zagen af van een vergoeding. De raad heeft vier maal met elkaar en vervolgens met het college van bestuur vergaderd. Een commissie financiën van de raad kwam twee maal bijeen om het besluit over de jaarrekening en begroting voor te bereiden.
10 Mare · 22 september 2011 English page
The 2-minute introduction: like or dislike Auditioning for a room – it’s a knock-out It must be one of the most significant yet one of the most pathetic rituals of student life: auditioning for a room. Here is a tale of choosers and losers hoping for a piece of Rapenburg. By Harmke Berghuis “Welcome to Rapbelles palace”. Despite the high ceiling, the common room in the girls’ house at Rapenburg 51 is stuffy, there is condensation of the windows and my glasses mist up as I enter. I’m greeted by the clamour of dozens of voices. Sweets and lemonade are ready on the table and some 50 girls are crowded into a space of approximately 40 square metres: some are lounging on the settees set in a semi-circle, some perched on the arms, some, opposite, crouched on the ground on pink, blue and green throws, and some behind them, on a row of stiff-backed wooden chairs. The latecomers cannot find a place to sit but are content to lean against the table. Actually, more girls have arrived than were expected. “We had invited 19”, exclaims one of the residents, “but a total of 34 have turned up. How come?” “We also hung up notices in the University Library and
in the Kamerlingh-Onnes building, and at the fraternities and an awful lot of people must have decided to drop by at the last minute.” And so a large number of girls are going to away disappointed tonight, after all, only one room measuring a mere 11 square metres is available; however, it looks out onto Rapenburg.
“We had invited 19 girls but a total of 34 have turned up. How come?” To apply, you have to be a first-year, and a member of fraternity. Two girls stand up; they are first-years on their current programmes, but had started other courses last year. According to the SLS, that counts as being a second-year, explain the residents. The fraternity requirements were established by the seventeen residents, all of whom are members of Quintus, Augustinus or Minerva. “Does Njord count as a fraternity?” One applicant inquires. “Yep”, a resident nods encouragingly in her direction: she can stay. And so on to round one.
“Hi, I’m Susan, I’m nineteen and I’m reading Criminology.” “Are you a member of any of the fraternities?” “Yes - Augustinus.” “I’m Sara, I’m from Maastricht and I smoke.” The room falls quiet. Maybe it’s bad to smoke, or is it companionable? And why do they want to know whether you’re a vegetarian? “I’m from Sittard and I’m terribly embarrassed about my accent.” “I don’t smoke and I’m not a vegetarian either.” The first elimination round immediately follows the introduction round. “Normally, we don’t do it like this”, the residence explain apologetically. “We’re sorry to have to do this, but so many have turned up this time.” The introduction round alone lasts half an hour and the girls have only had time to say a few words each. And consequently, the residents withdraw; in the common room, the other girls chatter among themselves. This is Renate van Driel’s (17) fifth audition. “I’m trying to audition and network as much as possible” she explains. She’s from Zwolle, and the journey here takes two hours from door to door. And she wants to be on some committees, too. “Which means I would fit in well with an active house, but beggars can’t be choosers. Besides, you can’t always respond to a pic-
Boyfriends, sports, blunders are all topics open to discussion. Photo by Marc de Haan
ture or a notice.” She has no illusions about her chances. “I don’t think I stand much of a chance – there are so many girls. Two minutes are too short to decide whether you like someone.” The residents admit that the first round is conducted more or less on first impressions. Actually, smoking or being a vegetarian doesn’t really matter, no one has even made a note of it. “But you can get an idea of the people who would fit in well here”, says Marjolein van Egmond, who organised the session tonight. After the meeting, she returns to the room with a list of names. Everyone looks at her expectantly. Ten girls can stay. One of the girls who has to leave says “good luck” to another who is staying. 24 girls, their hopes dashed, leave the house. The second round lasts longer: boyfriends, sports, blunders are all topics open to discussion. “I work at Albert Heijn and once when I was stocking the shelves, I wanted to slam a door shut. I wasn’t watching what I was doing and just then, a boy walked past and I slapped his bum.” Another girl dropped the cake all over the floor at a posh dinner where she was waitressing. In the meantime, one of the girls keeps sneaking glances at her watch. It’s half past nine by now and some
of them have long journeys ahead of them, or are staying at a friend’s place. “My mother’s waiting in a café”, explains a girl with brown curls, guiltily. But she still has to wait, because she has made it through to the finals, and there are only of four girls left. The residents sit in small groups of three or four and the applicants move up a place each time. The auditions finish at ten o’clock, but the residents haven’t decided yet: they need more time. The next day, Rosalie (17), a Psychology student from Utrecht, hears that she was the most fun. ingezonden mededeling
22 september 2011 · Mare 11 Agenda
Cultuur
FILM
Wallpapers en screensavers Volkenkunde toont de beste foto’s van National Geographic Natuurlijk zijn de iconen van National Geographic allemaal even schitterend. Maar dat is ook het probleem: nergens wordt het naar. Daar hangt ze dan. De Mona Lisa van de fotografie. Sharbat Gula, heet ze, maar dat werd pas twintig jaar nadat haar portret was gemaakt duidelijk. Tot die tijd heette ze Het Afghaanse Meisje. De ontzetting in haar groene ogen symboliseerde het leed van de oorlog in Afghanistan, of eigenlijk alle oorlogen. Net zoals je bij de Mona Lisa op zoek gaat naar de verborgen glimlach, speur je bij Sharbat Gula tevergeefs naar onzichtbare tranen. En er is nog een overeenkomst: je zou verwachten dat ze groter zou zijn. Maar het gaat niet om het formaat, merkte fotograaf Steve McCurry. In 1984 maakte hij de foto in een vluchtelingenkamp in Peshawar, Pakistan. Nadat de foto een jaar later op de cover van het (compacte) tijdschrift National Geographic had gestaan, zou hij nooit meer met rust worden gelaten. Nog steeds bellen er minstens één keer per week mensen die Gula - of haar lotgenoten - op een of andere manier willen helpen. Toen McCurry haar na de Amerikaanse inval in Afghanistan in 2002 wist op te sporen en haar als dertiger fotografeerde, werden dat er alleen maar meer. Een fonds ten behoeve van onderwijs aan Afghaanse meisjes zamelde meer dan een 1,2 miljoen dollar in. En de teller blijft lopen. De beroemdste portretfoto uit de twintigste eeuw hangt nu in het museum van Volkenkunde. De tentoonstelling Masters of Photography toont de iconen die de fotografen van National Geographic de afgelopen decennia maakten. Prachtige foto’s hangen er, echt waar. De groene zeeschildpad van David Doubilet, die in Frans-Polynesië naar open zee zwemt, is meer dan ontroerend. Zijn school barracuda’s die sierlijk om een duiker cirkelt is pure porno voor onderwaterfanaten.
door frank provoost
Of neem Frans Lanting, die met gevaar voor zijn eigen leven in de Andes op een 25 meter hoge steiger ging staan om een vliegende Ara te fotograferen: geweldig. En Jodi Cobb die in Nieuw-Guinea met modder besmeurde mannen vereeuwigd, allemaal is het even mooi. Maar dat is ook het probleem. Nergens wordt het naar. Het afgezaagde hoofd van een gestroopte narwal,
in de bloedige sneeuw met de lange slagtand nog fier overeind, is esthetisch verantwoord. Zelfs de kleuter die in een werkplaats op zijn rug ligt te lassen levert een mooie foto op. Een Indiaas gezin dat stapels bakstenen op het hoofd torst: schitterend. Eigenlijk loop je door twee zalen wallpapers en screensavers. Je zou nog bijna gaan denken dat we in een perfecte wereld leven.
Natuurlijk, National Geographic is behalve een baken van kwaliteit ook een feelgood blad dat je in de wachtkamer bij de tandarts op je gemak moet stellen. Maar alsjeblieft: mag het voortaan ietsjes rauwer? Masters of Photography, Iconen van National Geographic Museum Volkenkunde, t/m 4 december, € 5 (Leidse studenten gratis)
TRIANON Midnight in Paris Dagelijks 19.00 + 21.30. Za., zo. + wo. 14.30 Isabelle Dagelijks 18.45 + 21.30 Harry Potter: And the Deathy Hallows Part 2 3D O.V. Dagelijks 18.30. Za., zo. + wo. 14.15 Horrible Bosses Do., vrij., za. 21.30 Appollo 18 Zo. t/m wo. 21.30 HET KIJKHUIS The Tree of Life Dagelijks 21.00 Le Gamin au Velo Dagelijks 19.15 Melancholia Dagelijks 21.30 LIDO STUDIO Friends with Benefits Dagelijks 18.45 + 21.30. Za., zo. + wo. 14.15 Final Destination 5 3D Dagelijks 19.00 De President Dagelijks 19.00 + 21.30 Rise of the Planet of the Apes Dagelijks 18.45 + 21.30 Crazy, Stupid, Love. Dagelijks 18.45 + 21.30. Za., zo. + wo. 14.15
MUZIEK stadsgehoorzaal Quattor Byron & Finzi Quartet Za 24 sept 20.15 u v.a. € 17,De Burcht Leidse Popquiz Zo 25 sept 15.30 u Qbus Vox von Braun Za 24 sept 21.00 u € 5,LAKTHEATER Marjolein Meijers: Van Berini tot Solex Vr 23 sept 20.30 u v.a. € 14,50 lvc Cosmic Friday Vr 23 sept 23.00 u € 5,-
T heater LAKTHEATER Onafhankelijk Toneel: De Tatiana Aarons Experience Za 24 sept 20.30 u v.a. € 12,50 Theatergroep Suburbia: U bent mijn moeder Wo 28 sept 20.30 u v.a. € 14,50
DIVERSEN
Boven: vrouwen in burka in Kabul. Foto Steve McCurry Links, van boven naar beneden: een groepje San, in de woestijn van Namibië. Foto Chris Johns Vliegende ara in de Andes. Foto Frans Langting Ritueel van de Asaro in Nieuw-Guinea. Foto Jodi Cobb Rechts: het Afghaanse meisje, Sharbat Gula. Foto Steve McCurry
De Burcht Burcht Literair: Peter Buwalda Do 29 sept 20.15 u € 10 BARDANCING DE KROON/COC LEIDEN Workshop Drag King Zo 25 sept 13.00 u. Aanmelding vooraf. MUSEUM VOLKENKUNDE Masters of Photography – Iconen van National Geographic t/m 4 dec 2011 Rijksmuseum van Oudheden Nieuws uit het Midden-Oosten t/m 31 aug 2012 MUSEUM BOERHAAVE Kwik nagenoeg nul t/m 8 januari 2012 Taxatiedag Gavelers Auctioneers Za 24 sept 10.00 u De lakenhal Fer Hakkaart en Frans de Wit t/m 6 nov 2011 SIEBOLDHUIS Hello Kitty - Hello Holland t/m 20 november 2011
12 Mare · 22 september 2011 Kamervragen
00 :03 PM
Kan geen reet
Foto Marc de Haan
‘Vrij op je eigen eilandje’ Marieke Petersen (29), master educatie kunstgeschiedenis Huis: Haagweg 151A Aantal huisgenoten: 2 Grootte: 70 m2 (exclusief terras) Prijs: € 950,- inclusief Waarom een woonboot? ‘Ik ben hier drie jaar geleden komen wonen met mijn vriend. Als dit het eerste huis was geweest waar we waren gaan kijken, had ik het te duur gevonden. Maar ik wist inmiddels wat je voor deze prijs zou krijgen. Vaak heb je dan een veel kleinere ruimte, zonder buitenruimte. Toen we hier binnenliepen waren we meteen verkocht. Het was bruin en vies, maar we zagen de mogelijkheden. ‘We waren niet op zoek naar een woonboot, ook al houden we erg van water. Ik had in mijn hoofd dat een woonboot
Bandirah
lang en smal is, bestaande uit één verdieping. Het zal ook wel koud zijn in de winter, dacht ik.’ Klopte dat? ‘We hebben twee verdiepingen en alles wat je in een gewoon appartement ook hebt. Koud is het nooit, maar in de zomer wordt het bloedheet, alsof je in een stalen container in de brandende zon zit. De benedenverdieping is onder waterniveau, dus daar blijft het gelukkig wel koel. Onze slaapkamerramen kijken net boven het water uit. Soms word je ’s ochtends wakker en zwemmen er zwanen voor het raam langs.’ Wat is het mooiste van het huis? ‘Het terras boven het water, waar je de Rijn
over kijkt. In de woonkamer hebben we aan drie kanten grote ramen. Het is heel licht en je ziet bijna altijd het water. Dat geeft een gevoel van vrijheid. De tafel in de woonkamer is mijn favoriete plek. Hier schrijf ik ook mijn scriptie. Je hebt het idee dat je buiten zit te werken.’ Zijn er ook nadelen? ‘Het is een hele oude woonboot, en slecht onderhouden. Daardoor ligt hij minder goed vast. Als het hard waait, beweegt de hele boot heen en weer. Het kraakt en bonkt. Dat voelt niet heel veilig. Ieder jaar moet hij worden geschilderd en wordt het dak opnieuw geteerd.’ Heb je veel contact met de buren? ‘Sinds ik een hond heb, zie ik de bu-
ren vaker, omdat op bijna elke boot wel een hond zit. Daarvoor kende ik ze eigenlijk niet. Dat is ook wel logisch; de meeste mensen wonen op een woonboot om hun eigen eilandje te hebben.’ Waren vorige woonruimtes net zo mooi? ‘Als student heb ik in Bussum in een hele grote villa gewoond, compleet met oprijlaan en tuin. Daar hadden ze verschillende woonruimtes gemaakt. Over een maand verhuizen we terug naar Bussum. We hebben een huis gekocht, een echt huis, met een grote tuin. Dat zal wel wennen worden, om in een normaal rijtjeshuis te wonen.’ Door Harmke Berghuis
Ik ben nu een paar weken bezig met mijn master journalistiek en nieuwe media, en ik voel me oud. Erger nog, ik voel me een verrader. Het komt misschien als een verrassing, maar veel van mijn vakken gaan naast journalistiek ook over nieuwe media. Ik houd niet zo van nieuwe media. En al helemaal niet van sociale media. Dat is best vervelend. Je krijgt elke dag te horen dat je er ‘met een stom stukje schrijven’ tegenwoordig niet meer komt. Je moet mee kunnen draaien in de snelle wereld. Hier gaat kwantiteit boven kwaliteit en is sneller altijd beter. Het is de wereld van krantenkoppen scannen en van het journaal in zestig seconden. Nieuws is altijd en overal. De selectie maak je zelf. Toen ik terugkwam uit China rende ik als eerste naar mijn computer om een account aan te maken op Facebook. Iets wat zo lang buiten mijn bereik was geweest, moest wel heel spannend zijn. Facebook zou democratie en revolutie brengen. De teleurstelling was dan ook groot toen ik de eerste berichten langs zag komen. Ik las over een kat die zijn snorharen gestoten had aan de verwarming, over spierpijn en uitverkochte concerten. Zo nu en dan kwam er een diepere levensvraag voorbij zoals: ‘Kan je yoghurt waar groene eilandjes in drijven nog eten?’ Natuurlijk is dit een simplistische weergave. Ik overdrijf. Facebook bestaat niet enkel uit oppervlakkige berichten. Er is ook ruimte voor sociaal engagement. Zo wordt mij elke dag wel gevraagd om een bericht te kopiëren voor arme opaatjes, zielige zeehondjes en goudvissen zonder baasje. Hoe die opaatjes, zeehonden en goudvissen hiermee geholpen zijn is me altijd een raadsel gebleven. Ik besloot dan ook dat ik niets te maken wilde hebben met het fenomeen Twitter. Met mijn nieuwe master neemt de sociale druk echter toe. Toen ik het woord ‘twitterbericht’ gebruikte werd ik vriendelijk uitgelachen, en kreeg ik te horen dat zoiets een tweet heet. Ik had bovendien al lang een Twitter-account moeten hebben, ik wilde toch journalist worden? Niemand schijnt te begrijpen dat ik geen slimme telefoon hoef, die me elke drie seconden bekogelt met een veelvoud aan berichten. Belangrijke zaken lees ik de volgende dag wel in de krant, in meer dan 140 tekens. Ik hoef mijn wijkagent niet te volgen. Een vechtpartijtje om twee uur ’s nachts is in de Kooi geen nieuws. Toen ik mijn mobieltje kocht zei het doosje: ‘extreme simplicity’. Dat zijn mooie woorden voor ‘kan geen reet’. Bellen kan wel. Natuurlijk is er soms iets interessants te vinden op Facebook, Twitter of blogs. De tijd die je besteed aan het doorspitten van nutteloze informatie kan je echter ook besteden aan het lezen van een krantenartikel, of aan het kijken naar een journaal van langer dan zestig seconden. Toch ontdekte ik een paar maanden geleden een briljante blog dat ik niemand wil onthouden. Het heet: ‘The dullest blog in the world.’ Mijn favoriete bericht: ‘I noticed that the doormat was at a slightly crooked angle. I reached down and moved the mat back into its correct place. The edge of the mat was then perpendicular to the door.’ Petra Meijer