11 oktober 2012 36ste Jaargang • nr. 5
Verveelde Arnie in New York Pagina 15
Wie zorgt er voor de doodgravers en zebravinkjes?
Gastschrijver Willem Jan Otten: ‘Hoopvol door hongerige studenten’
Drugsgeweld in Juárez, de gevaarlijkste stad op aarde: ‘Je leven is er niets waard’
Pagina 8 en 9
Pagina 11
Pagina 12 en 13
Dit pand is nu gekraakt Studenten zeggen te zijn gedwongen door kamernood, universiteit doet aangifte Een groep krakers, waaronder een groot deel Leidse studenten, heeft twee panden op terrein van de universiteit gekraakt. De universiteit heeft aangifte gedaan. DOOR VINCENT BONGERS ‘Vrijdagochtend vroeg hebben we met een grote groep studenten het pand Sterrenwachtlaan 3 en het transformatorgebouw bij de Sterrewacht gekraakt,’ zegt Pim (‘geen achternaam’, 22), die optreedt als woordvoerder van de krakers. Hij studeert aan de kunstacademie en het conservatorium in Den Haag. ‘We hebben de politie op de hoogte gesteld dat het pand bewoond is. Die zijn langsgekomen. Maar zij hebben verder geen actie ondernomen.’ De woonkamer van nummer 3, een huis in cottage-stijl, staat vol met door de krakers meegebrachte meubilair. Her en der liggen schilderijen klaar om opgehangen te worden. In de keuken staat een koelkast. Het begint er al aardig huiselijk uit te zien. In de vrijwel lege woonkamer van het huis direct naast de krakers zitten twee breedgeschouderde beveiligers van het bedrijf Trigion opgepropt in kleine stoelen. Zij moeten voorkomen dat ook dit huis wordt gekraakt. De krakers en beveiliging laten elkaar met rust. De universiteit heeft aangifte gedaan en wil dat de krakers zo snel mogelijk weer vertrekken. ‘Het is nu aan de gemeente en de officier van Justitie welke stappen er verder worden ondernomen’, zegt universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke.
Sinds 2010 is kraken strafbaar. De gemeente wijst daarom naar de officier van justitie en onderneemt zelf geen actie. Het lijkt er niet op dat het tot een snelle ontruiming gaat komen. De gemeente kan besluiten om tot bestuurlijke ontruiming over te gaan, maar de voorwaarde hiervoor is dat de openbare orde door krakers ernstig wordt verstoord. In dat geval kan de burgemeester opdracht geven aan de politie om het kraakpand te ontruimen. Maar ook hier is volgens de gemeente nog geen sprake van. De Leidse VVD-fractie heeft vragen aan het college van burgemeester en wethouders over de kraak en wil dat de Kraakwet wordt gehandhaafd. De universiteit kan een civiele procedure beginnen om de krakers uit de panden te krijgen. ‘Die mogelijkheid hebben we nog in overweging’, aldus Van Overbeeke. Volgens de afdeling vastgoed wordt er volgende week begonnen met de asbestsanering en de sloop van de Van der Klaauwtoren en andere panden op het terrein. Er liggen plannen klaar voor de bouw van een nieuwe toren en woningen. De bouw wordt echter niet uitgevoerd door de universiteit. De grond is nog niet verkocht en de aanbesteding is nog niet van start gegaan. Volgens de krakers zijn de plannen voor het terrein nog niet concreet. Zij willen graag een overeenkomst met de universiteit sluiten. Pim: ‘We verzekeren hen dat we goed omgaan met het huis. We laten het niet verkrotten. Als er een concreet plan ligt, en ze gaan aan de slag met de panden, dan vertrekken we weer.’
Opvallend is dat de studenten zeggen dat kraken voor hen de enige overgebleven optie was. Een van hen, een eerstejaars wiskundestudent van 19: ‘Ik sta achter de ideeën van de kraakbeweging maar was echt niet van plan om zelf te gaan kraken. Ik ben gaan hospiteren. Dan sta je daar met vijftig man voor twee kamers. En dan betaal je ook nog even veel als mijn ouders voor een heel huis. Er wordt mij geen keuze gelaten.’ Ook studenten uit het buitenland
Volgende week geen Mare
Minerva: ‘Sluiting raakt ons diep’
Kritiek op sabbatical ‘Strenge regeling is van de rector van de gekke’
In de herfstvakantie verschijnt er geen krant. Mare 6 komt uit op 25 oktober. Mededelingen voor die krant moeten op 22 oktober binnen zijn.
De vereniging heeft een veiligheidsplan en mag van de burgemeester weer open. De bestuurswisselavond wordt wel afgeschaft, zegt de voorzitter.
De Abvakabo/FNV-fractie is ‘verbaasd’ over de vertrekregeling van rector magnificus Paul van der Heijden, bleek tijdens de faculteitsraadsvergadering.
Pagina 3
die naar Leiden zijn gekomen voor hun studie, vinden moeilijk een woning. Het aantal studenten dat zich meldt bij het krakerspreekuur groeit. Pim: ‘Een deel van hen is het niet gelukt om een vaste verblijfplaats te vinden. Ze zijn buiten de boot gevallen. We zijn geen “krakelaardij”. Het is niet zo dat woningzoekenden zich bij ons melden en we dan een geschikt pand voor ze zoeken. We geven wel advies natuurlijk.’ De krakers vinden dat de universiteit ook verantwoordelijk is voor het
tekort aan woningen. ‘Veel panden die eigendom zijn van de universiteit staan lang leeg, terwijl studenten geen woonruimte kunnen vinden. Dat is stuitend. De universiteit heeft een verantwoordelijkheid jegens de samenleving. Die komen ze niet na door doodleuk panden leeg te laten staan. Kamernood is aan de orde van de dag. Ten einde raad hebben de zoekende studenten aangeklopt bij de kraakgemeenschap. Een van hen moest slapen in het park, werd gedwongen om rond te zwerven.’
Geen langstudeerboete, maar een dolkstoot De langstudeerboete is van de baan, maar de vlaggen gaan nog niet uit. Tegelijkertijd werd namelijk het alternatief bekend: een sociaal leenstelsel. ‘Een dolk in de rug van Nederland kennisland’, volgens de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Studenten die vanaf 1 september 2014 beginnen met studeren krijgen niet meer te maken met de huidige prestatiebeurs, maar met het sociaal leenstelsel. De VVD en de PvdA hebben hier officieel nog niets over gezegd, maar ze hebben zich alvast de woede van LSVb-vicevoorzitter Karlijn Ligtenberg op de hals gehaald. ‘Het hoger onderwijs wordt hiermee ernstig in gevaar gebracht. Met dit plan worden niet alleen langstudeerders,
Pagina 4
maar álle studenten geconfronteerd met extra kosten van ruim 3000 euro per jaar’, reageert ze furieus. Dat is namelijk het bedrag dat uitwonende studenten nu nog jaarlijks via de prestatiebeurs ontvangen. Na het voltooien van een studie wordt dit bedrag momenteel omgezet in een gift. Thijs van Reekum, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), is ook ‘absoluut niet blij’ met het sociaal leenstelsel. ‘Maar het staat los van de langstudeerboete. Bovendien wil ik graag een positief punt benadrukken: dit plan wordt in elk geval niet met terugwerkende kracht ingevoerd. Evengoed is het onredelijk dat een nieuwe generatie studenten geconfronteerd wordt met zoveel extra kosten.’
Ligtenberg: ‘Door de langstudeerboete zijn we misschien gewend geraakt maatregelen die met terugwerkende kracht ingevoerd worden. Maar dat hoort niet de norm te zijn.’ Als het aan de LSVb ligt gaat ook het leenstelsel niet door. Ook de voorzitter van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), Jan van ’t Westende, reageert voorzichtig. ‘Het is een forse maatregel, maar hij is blijkbaar nodig volgens de politiek en daar gaan we ons niet tegen verzetten. We wachten het regeerakkoord af en willen dan wel flink onderhandelen in de marges. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat de opbrengsten van het sociaal leenstelsel worden geïnvesteerd in het hoger onderwijs.’ > Lees verder op pagina 5
De universiteitsraad is kritisch over de bsa-regeling die het college van bestuur voorstelt. De vrijstellingsregeling bij een tweede studie moet worden aangepast.
Pagina 5
Bandirah Pagina 16
2
Mare · 11 oktober 2012 Geen commentaar
Iedereen briljant DOOR THOMAS BLONDEAU Ze wordt meest-
al jonger geschat dan ze in werkelijkheid is. Dat komt niet alleen door haar geringe lengte. Om haar hangt een soort onbestemdheid die we meestal associëren met het einde van de puberteit. Ze is een vriendin van me, die nog niet weet wat ze wil worden. Nee, ik doe haar geen recht aan. Ze weet het precies. Ze wil acteren. Haar hele leven al. Haar Legomannetjes waren haar publiek. Hele zomermiddagen zat ze binnen om zorgvuldig decors van kartonnen dozen en regenjassen te bouwen. Met iets te melancholische ogen kan ze vertellen hoe haar weinig zo lief was als de kist met oma-kleren die ze in het tuinhuisje vond. Op den duur hoefde ze ze niet eens meer aan te trekken. De nabijheid van de stoffen was al genoeg om haar verbeelding in werking te zetten.
Colofon
Ze werd volwassen en afgewezen op de toneelschool. Na een jaar koffie en bier drinken met de academiestudenten, probeerde ze het opnieuw. Met het dezelfde resultaat. Een afgebroken opleiding Nederlands werd een halfslachtige studie journalistiek. Ze is nu 28, wil nog steeds actrice worden. Maar eerst maar eens afstuderen en een baan vinden. In een sector die er momenteel allesbehalve florissant bij ligt. Onlangs werd bekend dat de Utrechtse opleiding economie met wat procedurele trucjes aankomende studenten toegang tot de studie had geweigerd. Geen selectie aan de poort dus, maar ‘matchinggesprekken’, de ergernis over de flutterige term laat ik graag aan u over. Wie niet gemotiveerd overkomt tijdens het matchen, wordt met klem ontraden om te gaan studeren. Een student de deur wijzen mag (nog) niet, je kunt wel zeggen: ‘Ik zou het heel erg raar vinden als ik jou volgende maand hier op de gang zou terugzien.’ De meeste achttienjarigen zullen niet zo assertief zijn dat ze zullen reageren met: ‘What you gonna do about it, bitch? Bleed on me?’ Wie droomt van een toekomst op het voetbalveld of de toneelplanken, moet eerst een toelatingstest afleggen. Slaag je daar niet voor, dan moet je iets anders gaan doen. Waarom mag je die eis niet stellen voor iedere universitaire opleiding? Misschien omdat een maatschappij niet hoeft en kan bestaan uit louter mensen die heel erg geschikt zijn voor een bepaald vak? Misschien omdat je niet van iedere puber kunt verwachten dat hij zijn cv al heeft opgebouwd als een afvinklijst. Hoger onderwijs is geen verkleedkoffer waarin je van alles mag uitproberen tot eindelijk iets past. Een vaststelling die alleen maar aan evidentie wint in deze tijden van economische krimp. Nu alleen nog maar iedereen geschikt maken voor uitmuntendheid.
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Max Smitsloo (stagiair) maxsmitsloo@live.nl Medewerkers
Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Ze fucken met mijn onderzoek Ik zit naast een guitige Amerikaan, wiens kleine witte baardje ternauwernood zijn enigszins indrukwekkende onderkin tegen de boze buitenwereld beschermt. Hij is een van de directeuren van Molycorp, het enige bedrijf in de westerse wereld dat uit haar eigen mijn zeldzame aardmetalen opgraaft. We zijn aan het lunchen tijdens een conferentie, in Leuven. Mijn promotie gaat over het recyclen van neodymium, een van deze zeldzame aardmetalen. De Amerikaan is dus een soort van concullega, en ik heb een prangende vraag voor hem. Neodymium is een interessant element omdat, vlak voordat ik begon met promoveren, de prijs in korte tijd ruim 1000% steeg. Neodymium wordt gebruikt in allerlei elektronica, maar in toenemende mate ook in windmolens en hybride auto’s. Opeens ontstond er schaarste, met prijsstijgingen tot gevolg. Mede op basis daarvan heeft een groot recyclingbedrijf mijn promotie betaald. En nu is plotseling de prijs in luttele maanden tot bijna het oude niveau gezakt. Beste Molycorp directeur, wat is er in godsnaam gebeurd? Ik dacht het antwoord natuurlijk al te weten. Ik heb immers braaf alle literatuur over schaarste gelezen, en zo geleerd dat het heel logisch is dat de prijs van schaars goed eerst stijgt en daarna weer daalt. De eerste en simpelste reden is natuurlijk dat bedrijven gewoon hun producten aanpassen om het schaarse materiaal niet meer te gebruiken, waardoor het weer minder schaars wordt. De nieuwste generatie hybrides van Toyota gebruiken bijvoorbeeld geen neodymium meer. Dat werkt overigens niet altijd: een aantal jaar geleden moest de Amerikaanse olie-industrie wegens nieuwe wetgeving al haar oude gasleidingen vervangen door roestvrijstalen leidingen. Dat waren heel veel gasleidingen, waar een significant gedeelte van de wereldproductie chroom voor nodig was. Met als gevolg dat de prijs van chroom de pan uit rees. Men ging toen roestvrijstaal op basis van nikkel gebruiken, waarvan de prijs ook prompt omhoog vloog.
Uiteindelijk gebruikte men zelfs titanium en was iedereen heel veel geld kwijt. De tweede reden is dat een hoge prijs ervoor zorgt dat bedrijven onderzoek doen naar nieuwe technologieën om beter te recyclen. De prijs daalt vervolgens, waardoor recyclingsbedrijven uiteindelijk veel minder geld verdienen dan ze gehoopt hadden. Dat laatste had mijn eigen bedrijf overigens niet in gedachte toen ze mij op de loonlijst zette. De derde reden waarom de prijs van een schaars materiaal uiteindelijk weer daalt, is omdat bedrijven als Molycorp meer moeite gaan doen om het op te graven. Deze marktgedreven correcties op schaarste zijn overigens niet zonder problemen, omdat ze geen rekening houden met zogenoemde ‘externe kosten’. Als het door de hoge prijs van soja opeens winstgevend wordt om een stuk jungle ter grootte van Frankrijk af te fikken en daar plantages op te bouwen zijn eventuele olifanten en tijgers ‘extern kosten’. De economische variant van collateral damage zullen we maar zeggen. In principe zou de prijs van neodymium dus weer langzaam moeten dalen. Ooit. Op gegeven moment. Ergens ver in de toekomst. In ieder geval nadat ik mijn proefschrift geschreven heb. En zeker niet in die paar weken dat ik op vakantie was. Terug naar de directeur van Molycorp. Bijtend in een broodje ham vertrouwt hij mij de ware toedracht toe van de spectaculaire prijsstijging en -daling van mijn geliefde neodymium. Het komt allemaal door speculanten. Vieze, vuile, vadsige, achter hun veel te dure laptops zittende speculanten, die de hele dag niets beters te doen hebben dan op knopjes drukken, en zo, via speciaal aangelegde glasvezelkabels, de prijzen die echte mensen voor echte spullen betalen manipuleren, en, nog veel belangrijker, met mijn onderzoek lopen te fucken. Maar wel fascinerend natuurlijk, als de echte wereld zich niet netjes gedraagt zoals de theorie voorspelt. Benjamin Sprecher Promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen
11 oktobber 2012 · Mare 3 Mensen
‘De sluiting heeft ons hard geraakt’ Minerva scherpt de regels aan Het nieuwe Minerva-bestuur was net geïnstalleerd toen het pand ontruimd moest worden wegens brand door afgestoken vuurwerk. De burgemeester sloot de sociëteit voor twee weken. Nu de deuren weer open mogen, sprak Mare met verenigingsvoorzitter Pepijn van Ham. Net voorzitter en meteen crisis. ‘Je kunt als bestuur verwachten dat er ooit iets komt waarvan je denkt: “Jezus, wat gebeurt er nu?” Sommigen hebben dat pas na een half jaar, wij hadden het binnen een uur. Het was wel erg leerzaam.’ Hoe ernstig was de situatie? ‘De avond was niet veel anders dan voorgaande jaren, maar ik denk dat er een bepaalde naïviteit heerst over wat nog een beheersbare situatie is. We hadden de situatie onder controle met het bestuur, en de ontruiming is heel goed gegaan, maar soms moet je achteraf toch concluderen dat iets gevaarlijker is dan je als jongens en meisjes wilt inzien. Ik vind het wel jammer dat er in sommige media over paniek werd gesproken, daarvan was echt geen sprake. Men was er eerder te rustig onder.’ Hoe reageerden de hulpdiensten? ‘We hadden altijd al goed contact met de politie. Ik twitter geregeld met de wijkagent. Ook de brandweer was niets dan behulpzaam zodra de melding binnenkwam, de verhouding was nooit onaangenaam. Ik denk dat het belangrijk is om dit soort dingen aan te grijpen om tot een betere samenwerking te komen. Op de avond zelf heb ik buiten met de politie overlegd en besloten tot ontruiming over te gaan. Dat hebben wij als bestuur geleid, is geen politie aan te pas gekomen. We hebben later wel een rondje met ze door het pand gelopen en het hele verhaal besproken.’ Welke maatregelen heeft het bestuur genomen? ‘Ten eerste hebben we deze avond afgeschaft. Wat er is gebeurd had namelijk alleen op de avond van de bestuurswissel kunnen gebeuren. Dan moet je toch tot de conclusie komen dat het misschien geen
goed idee meer is. Verder zijn de regels rondom vuur aangescherpt. We hebben het hele brandmeldingsysteem en de noodlampen laten checken. Belangrijke deuren zijn van een magneet voorzien, zodat die automatisch dicht vallen zodra het brandalarm afgaat, om de brand af te sluiten. Ook hebben we in opdracht van burgemeester Lenferink een rapport opgemaakt over de protocollen en plannen. Nu gaan we dat omschrijven in een soort basisboek met het beleid omtrent brandveiligheid. We zullen onze ervaringen ook delen met de andere verenigingen.’ Wat vond je van de reactie van de burgemeester? ‘De burgemeester is natuurlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad, dus ik snap dat hij overgaat tot een sluiting wanneer hij de situatie onveilig acht. Dat laat onverlet dat de sluiting ons, in het verenigingsleven en financieel, hard heeft geraakt.’ En dus was Minerva dicht op 3 oktober. ‘Heel jammer. We hebben natuurlijk van oudsher een hechte band met de viering. Toen de gemeente in de negentiende eeuw stopte met het uitdelen van haring en wittebrood hebben wij dat overgenomen. Sindsdien neemt het een bijzondere plaats in bij ons. We lopen mee in de taptoe. Daarom vonden we het ook jammer dat we de hutspotlunch en de nazit niet konden organiseren.’ Hoe reageerden de leden? ‘Geschokt. Ik denk niet dat er was verwacht dat de gevolgen zo ernstig zouden zijn. Zodra we hoorden dat we moesten sluiten, hebben we iedereen ‘s avonds bijeengeroepen. Voor een volle zaal hebben we toen de situatie uitgelegd, en dat was het dan voor twee weken. Echt bizar, heel onwerkelijk. Maar er was wel begrip, iedereen snapte dat het niet anders kon.’ Hoe hebben jullie het gebrek aan een eigen pand opgevangen? ‘We zijn gedeeltelijk uitgeweken naar Njord. Onze banden zijn altijd heel nauw geweest, het is een subvereniging van ons, hoewel ze inmiddels helemaal onafhankelijk zijn. Ze hebben aangeboden om de borrels
‘Er heerst naïviteit over wat nog een beheersbare situatie is.’ Foto Marc de Haan voor onze eerstejaars te organiseren, die zijn belangrijk voor de jaarclubvorming. Het was heel fijn dat deze konden doorgaan.’ En nu. Heb je nog zin? ‘Natuurlijk! Het was een raar begin, een septembermaand om snel te vergeten, maar we staan nu wel meteen midden in de zaken. Er komen
een hoop leuke dingen aan. Op 6 november zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Minerva organiseert al sinds ’68 de All American Night. Van zeven tot tien hebben we dan een groot open symposium in de Sint Pieterskerk met allemaal Amerika-deskundigen zoals Jaap de Hoop Scheffer en een aantal hoogleraren, die dan in debat gaan over
de verkiezingen. Daarna hebben we een groot open feest, met schermen met CNN aan de muren en Amerikaanse vlaggen. Dan gaan we door tot de uitslag bekend is. Zo combineren we het serieuze met het minder serieuze, dat is waar het bij ons als gezelligheidsvereniging om draait.’
zoveel mogelijk ingewikkelde problemen oplossen door te programmeren. ‘Als we om twaalf uur starten, begint de programmeerwedstrijd ook in Utrecht, Delft, Eindhoven en Twente. De beste teams mogen door’, vertelt jurylid Thomas Beuman (27). Tot die tijd maken de teams oefenopgaven. ‘Een eitje’, zegt natuurkundestudent Tom Viering (21) van het team Kale Koppen niet te stoppen. ‘Straks zijn ze veel moeilijker.’ Rond twaalf uur neemt de spanning toe en tuurt iedereen naar de digitale klok. ‘Mogen we al beginnen?’, vraagt Viering nerveus. ‘We hebben gelukkig maar vijf uur de tijd’, schampert student sterrenkunde Paul Langelaan (24) van het team MacBook Pro. ‘Ja, maar mogen we nou beginnen?’, herhaalt Viering onzeker. ‘Wij zijn al bijna klaar hoor’, is het antwoord. In werkelijkheid wacht MacBook Pro nog op het derde teamlid. Geheel volgens de traditie van het Leids kwartiertje komt Jacob Boon (Molecular Science and Technology, 24) even later de zaal binnen lopen, waar hij een tas vol eten en drin-
ken tevoorschijn tovert. Terwijl de andere teams in opperste concentratie de opgaven doornemen, werkt het drietal op het gemak een warme loempia naar binnen. Na een paar minuten heeft het team Geen Syntax de eerste opdracht goed ingeleverd en ontstaat er bij de andere teams lichte paniek. Ze verschuiven hun aandacht meteen naar de betreffende opdracht. ‘Schijnbaar is die goed te doen.’ Die inschatting blijkt wat optimistisch. Twee uur later heeft het “Pino Trio” dezelfde opdracht al vijf keer ingeleverd. En vijf keer fout teruggekregen. ‘Het debuggen kost veel tijd. De fout kan overal zitten’, vertelt informaticastudent Sander van Rijn (21). Volle blikjes energiedrank worden lege blikjes energiedrank. De luxaflex wordt gesloten tegen het binnendringende zonlicht. Een uur voor het einde van de wedstrijd staat Geen Syntax met zes juiste opdrachten nog steeds bovenaan. In het laatste half uur ontstaat er chaos. ‘Ik weet wat ik moet doen, ik weet wat ik moet doen. Fuckding. Werk mee. Hij
doet het! Submitten gewoon. Submitten! Doe het… Fuck!’ Een ander: ‘De precision sukkel, zo dom. Waar is die code? Check de manual!’ Tegelijkertijd staan de MacBook Pro’s resoluut op. ‘Je kunt de laatste tien minuten wel gaan stressen en met dingen gaan gooien zoals zij doen’, zegt Langelaan terwijl hij in de richting van de Kale Koppen knikt, ‘maar wij vinden het mooi geweest. Het is tijd voor bier.’ Hij kiepert de stapel opdrachtvellen in de prullenbak (‘Dag bomen!’) en wandelt naar de bar. ‘We zijn tevreden’, zegt Josse van Dobben de Bruyn (wiskunde, 22) van het winnende team Geen Synthax. De winst is geen verrassing. Vorig jaar won van Dobben de Bruyn met zijn team niet alleen de voorrondes, maar ook de BAPC. ‘Je kunt er 1024 euro winnen. Twee tot de macht tien. In Leiden kregen we een flesje bier. Hopelijk hebben ze dit jaar wat beters.’ In de bar neemt jurylid Beuman de opgaven door. Er klinkt applaus. Een prijs ontbreekt. De MacBook Pro’s storten zich op hun zelfgebakken chocoladetaart.
Door Max Smitsloo
Frutti di Mare
Deelnemers aan het Leids Kampioenschap Programmeren. Foto Marc de Haan
‘Waar is die code? Check de manual!’ ‘Een computer is eigenlijk een heel dom ding’, zegt student natuurkunde Swier Heeres (23). ‘Hij kan snel rekenen, maar in feite moet je hem nog steeds alles voorkauwen.’ Op hun vrije zaterdagochtend verzamelen vijf-
Door Petra Meijer
tien studenten zich in de computerzaal van het Snellius voor het Leids Kampioenschap Programmeren. Het betreft de voorronde voor de BAPC (Benelux Algorithm Programming Contest). Teams van drie studenten moeten in vijf uur tijd
4 Mare · 11 oktober 2012 Nieuws
Ledenaantal verenigingen stabiel Het aantal studenten dat zich dit jaar inschreef bij een studentenvereniging nam ten opzichte van vorig jaar met een half procent toe. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), het landelijke koepelorgaan van studentengezelligheidsverenigingen. De stijging is vrijwel gelijk met de stijging van het aantal nieuwe studenten dat zich inschreef bij een hogeschool of universiteit. Toenemende studiedruk lijkt voor veel studenten geen reden te zijn om niet lid te worden. Volgens voorzitter van de LKvV Jan van Boers bieden studentenverenigingen in toenemende mate studiebegeleiding. Verenigingen richten een gedeelte van de sociëteit in als studiezaal of er worden speciale tentamentrainingen aangeboden.
Masterplan fietsparkeren Het college van burgemeester en wethouders heeft de gemeenteraad voorgesteld het masterplan fietsparkeren vast te stellen. Het masterplan richt zich op het verbeteren van de stallingmogelijkheden voor fietsen in de binnenstad en rond het centraal station. Grote nieuwe inpandige stallingen moeten de stallingcapaciteit vergroten en de kwaliteit van de stallingen naar een hoger niveau tillen. Het realiseren van de plannen zal 30 miljoen euro gaan kosten. Gratis stallen blijft mogelijk, maar voor de nieuwe inpandige stallingen wordt een bijdrage gevraagd aan de gebruikers.
Betaal mannen minder Het aantal vrouwen in wetenschappelijke functies neemt langzaam toe, maar het zijn er nog altijd weinig. Dat blijkt uit de nieuwe Monitor Vrouwelijke Hoogleraren. Slechts 14,8 procent van alle hoogleraren is vrouw. Daarmee bevindt Nederland zich onderaan de Europese ranglijst: alleen België, Cyprus en Luxemburg hebben een lager percentage vrouwelijke hoogleraren. Het aantal vrouwelijke hoogleraren is niet alleen klein, zij verdienen ook nog eens minder dan hun mannelijke collega’s. De Nijmeegse hoogleraar Marinel Gerritsen, een van de makers van de nieuwe monitor, heeft hiervoor een originele oplossing bedacht. Door mannen net zoveel te gaan betalen als vrouwen kunnen universiteiten bijna 13 miljoen euro besparen, stelt ze.
Kwakzalver Halbe De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft de Meester Kackadorisprijs 2012 toegekend aan demissionair staatssecretaris voor het hoger onderwijs Halbe Zijlstra. Onder zijn verantwoordelijkheid ontvangen studenten die in het buitenland een opleiding tot chiropractor (‘kraker’) volgen studiefinanciering. Het diploma wordt niet door het Rijk erkend en chiropractoren worden niet in het BIG-register opgenomen. De vereniging noemt chiropractie ‘nutteloos en gevaarlijk’.
Lenferink-norm De SP Leiden heeft het college van burgemeester en wethouders vragen gesteld over topinkomens in de (semi-)publieke sector in Leiden. Vorig jaar stelde de Leidse gemeenteraad de zogeheten Lenferink-norm in. Hebben organisaties mensen in dienst die meer verdienen dan burgemeester Lenferink (110.000 euro per jaar), dan worden zij gekort op hun subsidie. De SP vond zeventien topmanagers die meer verdienen dan de burgemeester. Voorzitter van de raad van bestuur van het LUMC Ferry Breedveld (322.498 euro) voert de lijst aan. Ook de salarissen van rector Paul van der Heijden en vice-voorzitter van de universiteit Willem te Beest overschrijden de norm. De SP wil weten of de gemeente deze organisaties daadwerkelijk gaat korten
Kritiek op sabbatical rector Personeelspartij roept college ter verantwoording De Abvakabo/FNV-fractie in de universiteitsraad is ‘verbaasd’ over de vertrekregeling van rector magnificus Paul van der Heijden. Dat bleek tijdens de raadsvergadering maandag. Door Vincent Bongers Van der Heijden vertrekt in februari 2013, behoudt zijn beloning als collegevoorzitter en gaat op een sabbatical van veertien maanden. De personeelspartij heeft vragen aan het college over de regeling gesteld. Het college wil deze laten beantwoorden door de raad van toezicht, want die heeft de regeling goedgekeurd. Maar daar neemt de partij geen genoegen mee en roept het college zelf ter verantwoording. De lengte van de sabbatical vervult de partij ‘met enige verbazing aangezien die bij ons weten niet bereikbaar is voor andere medewerkers van deze universiteit.’ De partij wil weten of het college het zich kan voorstellen dat er bij de medewerkers van de universiteit ‘verontwaardiging’ heerst over de hoogte van Van der Heijdens salaris en de duur van zijn sabbatical. ‘Wij willen het college graag hierbij in de gelegenheid stellen deze verontwaardiging weg te nemen,’ schrijft de partij. De beloning van de rector was vorig jaar 210.677 euro, blijkt uit het jaarverslag. Hij spaarde gedurende zijn dienstverbanden bij de Universiteit van Amsterdam en Leiden veertien maanden sabbatical op. Van der Heijden blijft na zijn rectorschap als hoogleraar internationaal arbeidsrecht verbonden aan de universiteit. Hij stort zich dan weer op zijn vakgebied.
In september 2014 wordt Van der Heijden 65 jaar en gaat hij met pensioen. In april 2014 loopt de regeling af. Hij treedt dan vervroegd uit. De universiteit betaalt hem dan geen loon meer. De partij wil ook weten of het college ‘gezien de negatieve gevolgen voor de beeldvorming rond de universiteit’ de regeling nog steeds gepast vindt. De gemeente Den Haag vindt bijvoorbeeld het loon van de
rector en de vicecollegevoorzitter te hoog en eist 40.000 van de reeds door haar aan de universiteit versterkte subsidie terug. Ook vraagt de partij of Van der Heijden bereid is om gedurende de tijd dat hij aan de universiteit verbonden zal zijn na zijn voorzitterschap een volle bijdrage te leveren aan het onderwijs. ‘De studenten zouden met name hun voordeel kunnen doen van de door hem opgedane kennis
en ervaring ten aanzien van zijn specialisme in de arbeidsverhoudingen en het arbeidsrecht.’ De Abvakabo/FNV is ook geïnteresseerd in de uitleg van de raad van toezicht over de regeling. De partij stelt dat de afspraken ongetwijfeld aan de regels voldoen, maar is wel benieuwd hoe het mogelijk is om tegelijkertijd wat betreft vergoeding een rector te hebben die op sabbatical is en één die in functie is.
‘Mensenrechtendebat kan scherper’ Begin oktober werd het College voor de Rechten van de Mens opgericht in Utrecht. De Leidse universitair docent staats- en bestuursrecht Jan-Peter Loof is lid van het college. Wat is de achtergrond van het college? ‘De VN heeft landen opgeroepen om landelijke instituten voor mensenrechten op te richten. Daar heeft Nederland gehoor aan gegeven. Er zijn al internationale organisaties. zowel op VN als Europees niveau, die Nederland in de gaten houden. Maar een landelijke toezichthouder op alle mensenrechten, hadden we nog niet. Het college is ook het aanspreekpunt voor de internationale organisaties. ‘Maar het mocht niet iets nieuws zijn. Dat ging te veel geld kosten. Het moest gekoppeld worden aan een al bestaande instantie. De commissie gelijke behandeling bood zich aan. Deze commissie gaat dan ook op in het college.’ Wat gaan jullie doen? ‘We gaan onder andere onderzoek doen naar de mensenrechtensituatie in Nederland en daarover jaarlijks rapporteren aan de regering en de Tweede Kamer. Bestuurders en politici moeten scherp blijven als het gaat om de taak van de overheid om mensenrechten te waarborgen. Daarnaast zullen we aanbevelingen doen aan bijvoorbeeld ziekenhuizen of scholen over mensenrech-
tenkwesties waar zij tegenaan lopen. Ook willen we vooral jongeren informeren over deze rechten. Het blijkt dat jongeren hier vaak weinig over weten. Verder kunnen personen en organisaties nog steeds terecht bij het college met klachten over gelijke behandeling.’ Hoe is het hier gesteld met de mensenrechten? ‘Niet beroerd. Er wordt niet, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten na 9/11, in een paar weken tijd wetgeving door heen gejast die op gespannen voet staan met mensenrechten. ‘Als er nieuwe wetgeving wordt geïntroduceerd, bijvoorbeeld op het gebied van terrorismebestrijding, dan begint het kabinet zelf vaak over mensenrechten. Ze wijst er dan op dat de wetgeving internationaal door de beugel kan. Bewindslieden willen de Tweede Kamer gerust stellen. ‘De Kamerleden stellen er dan vragen over. De betreffende minister geeft dan antwoord. Er is twijfel, maar er wordt niet echt doorgevraagd. Er ontstaat een sfeer van: we geven de minister de voordeel van de twijfel. Dat kan allemaal wel wat scherper. Het debat mist diepte. Wij kunnen daar voor zorgen. De regering goed in de gaten houden en de Kamer helpen om een goed tegenwicht te bieden. ‘Als er bijvoorbeeld wetgeving wordt voorgelegd die het mogelijk maakt voor justitie om gegevens
op te vragen bij telecom- en internetproviders, dan zegt het kabinet dat zij deze nieuwe mogelijkheden zorgvuldig en voorzichtig gaat gebruiken. Want het recht op privacy komt dan natuurlijk onder druk te staan. Op papier klopt het allemaal juridisch wel, maar in de praktijk biedt zo’n wet dan wel mogelijkheden die soms te ver kunnen gaan. Er wordt te weinig rekening gehouden met bepaalde scenario’s. Dat moet scherper worden vastgelegd. Daar wijzen wij dan ook op.’ Is er nog iets waar jullie extra scherp op gaan letten? ‘We willen onder andere extra aandacht voor de rechten van ouderen in een zorgsituatie. In sommige bejaarden- en verzorgingshuizen zijn
de omstandigheden schrijnend. Vaak wordt er vanuit een economisch perspectief, geld dus, naar deze problematiek gekeken. En niet door een mensenrechtenbril.’ Gaat het dan over pyjamadagen? ‘Dat kan. Maar ook over andere kwesties. Ik hoorde een verhaal van mensen wier moeder Parkinson heeft en in een verzorgingstehuis ligt. Zij wilde de verzorgers wat duidelijk maken, maar dat gaat wat moeilijk vanwege haar ziekte. De instelling zei tegen deze mensen dat ze liever hadden dat de moeder haar mond hield. Dan komt de basis van de mensenrechten, menselijke waardigheid, in het geding. Dan zak je wat mij betreft door een ondergrens heen. Eigenlijk is dat gewoon vernederend.’ VB
Leiden scoort hoog op ranglijst De Universiteit Leiden staat 64ste in de jaarlijkse Top-200 lijst van het Times Higher Education Supplement; de hoogste notering voor een Nederlandse universiteit. De top-200 van de THES geldt als de belangrijkste universiteitenranglijst van allemaal. Dit jaar is Leiden de hoogste Nederlandse universiteit, net iets hoger dan Utrecht op 67. Wel is het verschil met de echte top, vrijwel uitsluitend afkomstig uit Amerika en Groot-Brittannië, groter dan met de 137 universiteiten die lager staan. Leiden scoort met name goed in de geesteswetenschappen: in die discipline is zij zelfs de 26ste van de wereld. In totaal staan er twaalf Nederlandse universiteiten in de top-200; alleen de VS en Engeland hebben er meer. Ter vergelijking: Italië en Spanje komen niet voor op de lijst. De beste universiteit ter wereld, volgens deze ranglijst althans, is het California Institute of Technology. Stanford en Oxford delen de tweede plaats. BB
11 oktober 2012 · Mare 5 Nieuws
Bindend studieadvies irriteert raad ‘Vrijstellingsregeling bij tweede studie nu te rigide’ De universiteitsraad is kritisch over de bindend-studieadviesregeling die het college van bestuur voorstelt. Het is de bedoeling dat vanaf volgend collegejaar er ook een bindend studieadvies (bsa) in het tweede jaar komt. Ook wordt het bsa opgehoogd van 40 naar 45 punten. Door Vincent Bongers De raad heeft ingestemd met dat plan, maar is ontevreden over de voorgestelde vrijstellingsregeling. Die moet worden aangepast. Het blijkt dat vrij-
stellingen alleen meetellen voor het bsa in het jaar dat het betreffende vak gevolgd wordt. Studenten die een tweede studie volgen zijn dan in het nadeel. ‘Dit is teleurstellend’, zei Anne-Marie Leichsenring van de SGL-CSL-studentenfractie, tijdens de universiteitsraad maandag. Ze gaf een voorbeeld. ‘Als een rechtenstudent ook bestuurskunde gaat studeren, dan heb je in het eerste bestuurskundejaar het vak inleiding recht, in het tweede jaar staats- en bestuursrecht. Tezamen zijn die vergelijkbaar met het rechtenvak inleiding staats- en bestuursrecht. Dus als de rechtenstudent dit vak al heeft
gehaald, dan krijg je bij bestuurskunde vrijstellingen. Ik begrijp niet waarom deze dan niet meetelt voor het bsa.’ Maarten Jansen van personeelspartij PhDoc: ‘Het beeld dat nu oprijst is van cavia’s in een schoenendoos die over hindernissen heen moeten springen. Als iemand bewezen heeft dat hij het aan kan, vind ik het van de gekke dat in de tweede studie de regeling zo strikt wordt toegepast.’ Het gaat vaak om een gerelateerde studie, geschiktheid is dan al aangetoond, vindt Jansen. ‘Ongelijke gevallen moet je niet gelijk behan-
Leidse kritiek op jeugdzorgrapport De Leidse wetenschappers die meewerkten aan het rapport van de commissie-Samson, moesten conclusies en aanbevelingen schrappen. Nadat de beerput over misbruik in de katholieke kerk was opengetrokken, kwam er in 2010 ook aandacht voor seksueel misbruik in de jeugdzorg. De politiek stelde een commissie in onder leiding van voormalig procureur-generaal Rieke Samson. Die presenteerde maandag haar bevindingen in het rapport Omringd door zorg, toch niet veilig. De conclusies logen er niet om: kinderen in de jeugdzorg worden twee tot vier keer zo vaak misbruikt als daarbuiten. Voor kinderen met een lichte verstandelijke handicap ligt dat risico nog hoger; de daders zijn overigens vooral leeftijdsgenoten. De werknemers in de zorg lijken van slechts twee procent van de voorvallen weet te hebben. Op sommige verbetermaatregelen werd al twintig jaar aangedrongen. Slachtoffers die misbruik meldden, werden gestraft. Informatie die in archieven had moeten zitten is niet vastgelegd of ‘geschoond’. Zaken die vanzelfsprekend lijken, zoals aandacht voor seksualiteit in de basisopleiding en een verplichte ‘verklaring omtrent gedrag’, gaan er nu pas komen.
Een pijnlijk rapport, kortom. De jeugdzorg moest publiekelijk door het stof, de methodologie werd aangevallen, de slachtoffers waren boos dat minister Opstelten geen excuses maakte. En nu blijkt het rapport nog de light-versie te zijn ook. NRC Handelsblad meldde dinsdag dat de Leidse en Groningse wetenschappers die meewerkten aan het rapport, conclusies en aanbevelingen moesten verwijderen van Samson. De Leidse hoogleraar pedagoog Rien van IJzendoorn stelt in het artikel dat ‘Het management van Jeugdzorg Nederland er te goed van afkomt in het eindrapport. Nergens wordt gemeld dat het management ons onderzoek heeft vertraagd en zelfs een tijdlang heeft geblokkeerd.’ Ook benadrukt het rapport-Samson te weinig hoe hoog de risico’s op misbruik zijn in huizen die jongens en meisjes samen opvangen. In het rapport van de Leidse onderzoekers staat informatie over de aard van het blokkeren: de jeugdzorg vreesde dat het invullen van vragenlijsten ‘traumatiserend’ zou zijn voor de slachtoffers – ondanks de goedkeuring die de commissie medische ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum al had gegeven. Eerst moesten andere deskundigen ook nog hun oordeel geven over de aanpak; het resultaat was een vertra-
ging van drie maanden. Hoogleraar Lenneke Alink, eerste auteur van het Leidse rapport, benadrukt dat de instellingen zelf wel meewerkten: ‘Uiteindelijk hebben bijna alle instellingen meegedaan; op het niveau van de werkvloer was geen enkele tegenwerking.’ Samson verklaarde tegenover NRC dat ze inderdaad gevraagd had aanbevelingen te verwijderen.’ Dat hoofdstuk was niet hun opdracht; Het trekken van conclusies was onze taak.’ Is het niet merkwaardig dat iemand eerst de landelijke experts op het gebied van misbruik inschakelt, en vervolgens niet geïnteresseerd lijkt in wat die te zeggen hebben? Alink: ‘Wij hebben in ons rapport een discussie opgenomen met daarin naast de interpretatie van de gegevens ook enkele aanbevelingen. De commissie heeft haar aanbevelingen opgesteld op basis van alle deelonderzoeken die zijn gedaan. Ik neem aan dat ze goed naar onze aanbevelingen heeft gekeken want een aantal ervan komt terug in de aanbevelingen van de commissie.’ BB
delen. Dat gebeurt in deze regeling wel. Een student die een tweede studie volgt, is niet hetzelfde als iemand die één studie doet. Een vrijstelling, hoe klein ook, is heel plezierig.’ De voorgestelde regeling roept irritatie op. ‘Het is erg onhandig voor studenten. Het verbaast me dat het college hier aan vasthoudt. Het leidt tot een onnodige vertrutting van het studieprogramma.’ De raad stelt voor om een onderscheid te maken tussen studenten die zijn weggestuurd bij een andere opleiding en hierdoor vrijstellingen hebben gekregen en studenten die vanwege een andere (tweede) stu-
die vrijstellingen hebben gekregen. Voor de student die een tweede studie volgt, zal de bsa-eis namelijk zwaarder zijn als deze tweede- of derdejaarsvakken moet volgen om 45 punten te halen, terwijl gegeven vrijstellingen juist impliceren dat een student de betreffende vakken beheerst. Hiermee wordt het selecterend aspect van het eerstejaars-bsa ondermijnd en wordt het slechts een cijfermatige voortgangseis in plaats van een kwaliteitseis. De raad is ook bezorgd over het plan van het college om het definitieve advies te vervroegen naar 15 augustus, twee weken eerder dan nu.
Coulantie voor uitschrijvers > Vervolg van de voorpagina Het ISO is dan weer benieuwd naar de plannen met de aanvullende beurs. Van Reekum: ‘Die is nu erg belangrijk voor studenten waarvan de ouders financieel niet kunnen bijdragen.’ Met het afschaffen van de langstudeerboete zijn het ISO en de LKvV in elk geval blij. De Tweede Kamer nam afgelopen dinsdag een motie van de VVD en de PvdA aan, die moet leiden tot een spoedwet waarmee de afschaffing gerealiseerd gaat worden. Staatssecretaris van onderwijs Halbe Zijlstra stuurde diezelfde middag nog een brief aan alle hogescholen en universiteiten met het verzoek om de reeds geïnde boetes uiterlijk 1 december terug te betalen. Aanvankelijk besloten verschillende onderwijsinstellingen daarmee nog even wachten, omdat ze de huidige wet nu eenmaal wilden
volgen. Zijlstra schrijft echter dat er ‘voldoende basis is om vooruit te lopen op die wetswijziging’. ‘Daarbij realiseer ik me dat het voor u nodig is ervan te kunnen uitgaan dat dit voornemen onherroepelijk is. Gezien het brede politieke draagvlak meen ik dat zulks het geval is,’ is in de brief te lezen. Tevens schreef hij dat DUO geen rente zal rekenen over leningen die afgesloten zijn voor het betalen van de boete, mits studenten voor maart 2013 terugbetalen. Studenten die zich voor dit collegejaar hadden uitgeschreven vanwege de hoge kosten reageerden kritisch. Het plan om de boete te laten sneuvelen werd namelijk op 1 oktober bekend gemaakt en precies tot die datum hadden zij zich alsnog kunnen inschrijven. De Vereniging van Universiteiten (VSNU) kondigde daarop aan dat universiteiten zich coulant zullen opstellen tegenover deze studenten. MVW
Meer aandacht voor taal in rechtententamens De faculteit Rechten gaat haar toetsbeleid aanpassen. De tentamens voor alle eerstejaars vakken gaan dezelfde opzet krijgen. Ook wordt er scherp op de taalbeheersing gelet. Dat blijkt uit het toetsplan voor de periode 2012-2015. De nieuwe tentamens bestaan voor een groot deel uit multiple choice vragen, en een open vraag, bijvoorbeeld in de vorm van een kort essay. Tot nu toe worden er bijvoorbeeld ook tentamens afgenomen die geheel uit multiplechoicevragen bestaan. ‘Dat vonden we niet meer wenselijk’, zei Pauline Schuyt, portefeuillehouder onderwijs in het rechtenbestuur tijdens een faculteitsraadvergadering. De faculteit hecht steeds meer waarde aan de taalvaardigheid. Zo zal komend collegejaar de taaltoets onderdeel uit gaan maken van het bsa. Maar ook in de tentamens wordt de taalvaardigheid getoetst.
‘In het nakijken van de open vraag wordt er niet alleen gekeken of het antwoord inhoudelijk klopt, maar ook of het antwoord taaltechnisch in orde is. We moeten vanaf dag één gaan letten op taal.’ De studenten krijgen dan ook op een nieuwe manier feedback van docenten. ‘Er zijn bijeenkomsten waar studenten het tentamen in kunnen zien, Maar we merken dat niet iedereen daar naar toe gaat. Veel feedback gaat verloren.’ Dat is zonde, vindt het rechtenbestuur. ‘We willen alle studenten een scan mailen van de door hen gemaakte en vervolgens gecorrigeerde open vraag. Iedereen kan thuis het tentamen in zien. Er zijn al tests gedaan, en die zijn goed verlopen. Het belangrijkste is natuurlijk dat het juiste tentamen bij de juiste persoon terecht komt.’ Dit jaar zal de ‘mailfeedback’ als pilot draaien bij het vak inleiding staats- en bestuursrecht. VB
Leidse fotografen vieren feest
De Leidse Amateur Fotografen Vereniging viert haar 90-jarig jubileum met drie fototentoonstellingen van door haar leden gemaakte foto’s. Meer informatie op te vinden op lafv90jaar.wordpress.com Foto Joost Wensveen
6 Mare · 11 oktober 2012 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. In Leiden-Noord hebben 40 basisschoolleerlingen bijles nodig, waarvan zes met vergoeding van €5,- per les. In Leiden-Zuid 15 basisschoolleerlingen, waarvan vijf met vergoeding van €5,-. Hulp is nodig bij rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Zeven brugklassers uit Leiden-Noord zoeken hulp bij Nederlands, Engels, wiskunde en huiswerkbegeleiding. Ook hulp gezocht voor: Somalisch meisje, lezen, woordenschat, praktijkschool; Marokkaans meisje, Engels, 4vwo; Irakees meisje, natuurkunde, scheikunde, Nederlands, 3vmbo-TL. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen en op het woonwagencentrum Trekvaartplein, Leiden. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, woe en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is hdekoomen@ owwleiden.nl. Je begeleider, je oma, jij, iedereen wordt blij van een SCRIPTIE zonder taalfouten. FC Tekst redigeert snel en goed. Speciaal studententarief 250 euro. www.fctekst.nl Gezocht: leuke oppas (m/v) voor onze twee zoons (8 en 10). Voor (minimaal) elke dinsdagmiddag zoeken we iemand die onze zoons kan ophalen van school, voor en met ze hun speelsportafspraken kan coördineren en soms ook gewoon gezellig een kopje thee met ze drinkt. Denk je dat jij deze twee stoere en energieke jongens aan kunt? Mail dan naar familie@kbvangool.nl. Ervaren meditator laat je het pad naar verlichting zien, ik vraag geen geld. Willem: adsl630441@ telfort.nl
tieweekend van 23-25 november 2012. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org.
Maretje extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com VACATURES Leiden (+ regio en Bollenstreek) Thuiszorg, Hulp bij het huishouden. Studenten (v/m) gezocht. Ook vakantiewerk! Jij bepaalt waar en wanneer (6 – 24 uur p.w.). Solliciteren? Brief met CV www.thuiszorginholland.nl. Training Juridische informatie op internet. Ervaren juridische informatiespecialiste geeft training (individueel of in groepen) in het gebruik van en het efficiënt zoeken naar specifieke juridische vakinformatie. Welke informatiebronnen zijn actueel, bevatten officiële documenten? Hoe vind ik Europese/ internationale of Nederlandse wetgeving en/of jurisprudentie? Bel 0639493965 of www.lkclegalknowledgeconsultancy.nl Scholten: degelijk juridisch onderwijs en tentamentraining in kleine groepen (max. 6 studenten) door een ervaren en professionele docent. Cursus/tentamentraining ‘verbintenissenrecht’ vanaf 15 oktober 2012. Voor meer informatie: 071-5126714 of gijs.scholten@planet.nl Scriptie of werkstuk corrigeren/redigeren? Snel, accuraat en scherp tarief. Ook voor begeleiding bij het schrijven. Kijk op www.taalenteken-tekstadvies.nl of mail naar info@taalenteken-tekstadvies.nl Repetitor Tentamen Straf- en Strafprocesrecht, BA3, januari 2013. Onderwijs en tentamentraining in 10 lessen van 2,5 uur door ervaren en succesvolle docent. (Strafprocesrecht, BI en BIII, NOVA en Open Universiteit). Mr L. Slooter-Satter. lucienne@slooter. com of 071-5157777.
Academische Agenda D.U. Kemaladewi zal op dinsdag 16 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘From Signal Transduction to Targeted Therapy: Interference with TGFbeta/myostatin signaling for Duchenne muscular dystrophy’. Promotoren zijn Prof.dr. G.J.B. van Ommen en Prof.dr. P. ten Dijke. L.W.H. Hambach zal op dinsdag 16 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The human minor histocompatibility antigen HA-1 as target for stem cell based immunotherapy of cancer - pre-clinical and clinical studies’. Promotor is Prof.dr. E.A.J.M. Goulmy. R.M.F. Hussain zal op woensdag 17 oktober om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘WRKY transcription factors involved in PR-1 gene expression in arabidopsis’. Promotor is Prof.dr. J. Memelink. M. Khurshid zal op woensdag 17 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Funtional analysis of ORA47, a key regulator of jasmonate biosynthesis in arabidopsis’. Promotor is Prof.dr. J. Memelink. S.E. Hannula zal op woensdag 17 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Assessment of the effects of genetically modified potatoes on the structure and functioning of soil fungal communities’. Promotor is Prof.dr. J.A. van Veen. D.J. van Appeldoorn-de Jager zal op woensdag 17 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Progression of CKD from pre-dialysis tot dialysis: natural course, risk factors, and outcomes’.
Promotor is Prof.dr. F.W. Dekker. T. Buckle zal op woensdag 17 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Interventional Molecular Imaging: a hybrid approach’. Promotoren zijn Prof.dr. J.L. Bloem en Prof.dr. J.H. van de Velde. F. Scholz zal op donderdag 18 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese’. Promotoren zijn Prof.dr. L.L. Cheng en Prof.dr. V.J.J.P. van Heuven. P.A. Isla Monsalve zal op donderdag 18 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Orden y patria es nuestro lema: Construcción de alteridad en la gramática del legalismo y del enemigo interno en Chile’. Promotor is Prof.dr. P. Silva. T.S. Scheucher zal op donderdag 18 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The transmissional and functional context of the lexical lists from Hattusha and from the contemporaneous traditions in LateBronze-Age Syria’. Promotoren zijn Prof.dr. W.H. van Soldt en Prof.dr. J. Klinger (Freie Universitaet Berlin). M.T.C. Walvoort zal op donderdag 18 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘On the Reactivity & Selectivity of Donor Glycosides in Glycochemistry & Glycobiology’. Promotoren zijn Prof.dr. G. A. van der Marel en Prof.dr. H. S. Overkleeft. Prof.dr.ir. B.P.F. Lelieveldt zal op vrijdag 19 oktober een oratie houden bij zijn benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der geneeskunde met als leeropdracht Biomedical Imaging.
A.E. van Gennip zal op dinsdag 23 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Assessing Together: Peer Assessment From an Interpersonal Perspective’. Promotoren zijn Prof. dr. P.W. van den Broek en Prof.dr. M.S.R. Segers (Universiteit Maastricht). B.M. Nitsche zal op dinsdag 23 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Carbon starvation in the filamentous fungus Aspergillus niger’. Promotor is Prof.dr. C.A.M.J.J. van den Hondel. Y.A.M. Grimbergen zal op dinsdag 23 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Falls in Parkinson’s disease and Huntington’s disease’. Promotoren zijn Prof.dr. R.A.C. Roos en Prof.dr. B.R. Bloem (UMCN/RU Nijmegen). F.D. Grant zal op woensdag 24 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Chinese Cornerstone of Modern Banking: The Canton Guaranty System and the Origins of Bank Deposit Insurance 1780-1933’. Promotor is Prof.dr. J.L. Blussé van Oud Alblas. A. Andreoni zal op woensdag 24 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Shedding Light on Biological Redox Processes Single Molecule Studies of Cu-containing Oxidoreductases’. Promotoren zijn Prof.dr. G.W. Canters en Prof. dr. T.J. Aartsma. H.L. Lanz zal op woensdag 24 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Cancer-related tar-
In memoriam
In memoriam
Paul Bogaards
Dancker Daamen
In de vroege ochtend van 3 oktober 2012 is dr. Paul Bogaards, oud-medewerker aan de opleiding Franse taal en cultuur, in ‘s Hertogenbosch overleden. Deelnemers gezocht voor onderHij was in dienst van de Leidse universiteit van 1976 tot zijn vervroegde penzoek naar voeding, stemming en sionering in 2002. Hij had begin jaren zestig ook Frans gestudeerd aan de Vrije cognitie. Gezonde, niet-rokende, Universiteit Amsterdam en de Rijksuniversiteit Leiden. Van 1964 tot 1974 was hij vrouwelijke proefpersonen (18-30 actief in het voortgezet onderwijs in Haarlem, en van 1973 tot 1976 tevens werkjaar) die geen hormonaal anticonzaam aan de toenmalige VLVU, nu Inholland. In 1982 promoveerde hij aan de Vrije ceptiemiddel (zoals de pil) gebruiUniversiteit Amsterdam op een proefschrift met de titel ‘Moderne vreemde talen ken en een regelmatige menstruop school : een studie betreffende de determinanten van succes bij het leren van atiecyclus hebben. Het onderzoek Frans in de brugklas’. Zijn promotor was prof.dr Bernard Al. bestaat uit een intake (ongeveer In Leiden was Bogaards verantwoordelijk voor het onderwijs in en het onderzoek advertentie 1 uur) en een onderzoeksochnaar de Franse taalverwerving. Hij was één van de eersten om de manier te ontend (ongeveer 3.5 uur, waarvan derzoeken waarop tweedetaalverwervers woordenboeken gebruiken. De resultaten 1 uur pauze). U wordt kort geïnvan dit onderzoek lieten toe om vertaalwoordenboeken gebruiksvriendelijker te terviewd, vult vragenlijsten in en maken. Zijn studies op dat gebied worden vandaag als pionierswerk beschouwd. doet computertestjes. Tijdens de Hij gaf verder ook leiding aan de facultaire stuurgroep tweede en vreemdeonderzoeksdag slikt u een voetaalverwerving. In 1985 werd hij benoemd tot hoofdredacteur van de door Van dingssupplement (tryptofaan) of Dale uitgegeven vertaalwoordenboeken Frans-Nederlands/ Nederlands-Frans. In Nu ook in Leiden placebo. Beloning: €30,- of 8 credits. de jaren negentig werd hij de senior coördinator van het computerondersteund Meer informatie: mail naar onderwijsprogramma in de Faculteit Letteren. Hij was een alom geliefde en geRondom relaties, assertiviteit, Leiden.onderzoek@gmail.com respecteerde collega die in staat was de deuren bij tot dan toe goed afgeschutte opleidingen te openen. agressie & hoogbegaafdheid. Vrijwilligerswerk in het buitenBuiten de universiteit was Bogaards zeer actief in de promotie van het vreemland? Wil je met straatkinderen detalenonderwijs in Nederland, zowel bij de Vereniging van Leraren in Levende 023 5252241 - www.idee-tt.nl werken in Azië, Afrika of ZuidTalen, als bij de Stichting Promotie Talen. Ook speelde hij een prominente rol in al jaren vertrouwd Amerika? Kom naar ons informaEURALEX, de European Association fro Lexicography. In 2000 werd hij benoemd tot Chevalier dans l’Ordre des Palmes Académiques voor zijn grote verdiensten op het gebied van de bevordering van het Frans in Nederland. advertentie mare-idee 120914.indd 1 04-10-2012 13:36:11 In 2003 werd hij benoemd tot hoofdredacteur van het International Journal of Lexicography (Oxford University Press). In tien jaar tijd wist hij dit tijdschrift een grote internationale zichtbaarheid te geven, zoals ook erkend in de INT2 status van het tijdschrift in de European Reference Index for the Humanities – Linguistics 2011. In 2008 nog publiceerde hij een boek over de invloed van het Engels op het Frans: On ne parle pas franglais. La langue française face à l’anglais. Hij was een geliefde collega met een fijnzinnig en precies gevoel voor humor zoals blijkt uit publicaties met titels als ‘Het bestiale in Van Dale’, en de meesterlijke Lexicographic Calendar, verschenen als bijlage bij het International Journal of Lexicography van augustus 2012, waarbij de maanden alfabetisch gerangschikt worden en het jaar dus begint in april en eindigt met september. Zijn leuze luidde: Lexicographers do it alphabetically. Hoewel hij woordenboeken maakte, hoefde hij nooit het laatste woord te hebben. Opleiding Frans Universiteit Leiden
90012009_Kattekop ad Mare outlines.indd 1
gets sensed by apoptin’. Promotor is Prof.dr. M.H.M. Noteborn. M.W. Knigge zal op woensdag 24 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘De procesovereenkomst. Over de vrijheid van partijen het civiele proces vorm te geven’. Promotor is Prof.mr. H.J. Snijders. A.M.M. Bessemans zal op donderdag 25 oktober om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Letterontwerp voor kinderen met een visuele functiebeperking’. Promotoren zijn Prof. G.A. Unger en Prof.dr. B. Willems (Univ. Hasselt). N.E. Chahine zal op donderdag 25 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Reading Arabic: Legibility Studies for the Arabic Script’. Promotor is Prof. G.A. Unger. P.W. van den Broeke zal op donderdag 25 oktober om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Het handgevormde aardewerk uit de ijzertijd en de Romeinse tijd van Oss-Ussen. Studies naar typochronologie, technologie en herkomst’. Promotor is Prof.dr. L.P. Louwe Kooijmans. A.J.E. Wagemaker zal op om promoveren tot doctor aan de Campus Den Haag. De titel van het proefschrift is ‘Afghanistan 2001-2011: Gewapende interventie en staatsvorming in een fragiele staat’. Promotor is Prof.dr.ir. J.J.C. Voorhoeve. C.O. van der Meij zal op 25 oktober 2012 om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Tussen Oranje en Spanje. De leefwereld van Bredase regenten, 1550-1700’. Promotor is Prof.dr. F.S. Gaastra.
5/21/12 3:31 PM
Met ontzetting hebben wij kennis genomen van het plotselinge overlijden van onze dierbare collega, dr. Dancker Daamen op 27 september jongstleden. Dancker, geboren in 1951, studeerde sociale psychologie aan de Universiteit Leiden, en behaalde daar zijn doctoraal examen in 1979. Hij was werkzaam aan het Kohnstamm Instituut (Universiteit van Amsterdam), en de Hogeschool Haarlem. Sedert 1980 vervulde hij diverse functies aan de Universiteit Leiden. Dancker was vanaf 1984 als universitair docent verbonden aan de Sectie Sociale en Organisatiepsychologie. Hij promoveerde in 1991 aan de Universiteit Leiden, op een proefschrift getiteld: ‘Range and skewness effects in survey interviews’. Gedurende vele jaren was hij actief bestuurslid van onze landelijke vereniging de Associatie van Sociaal Psychologische Onderzoekers (ASPO), en redactielid van de jaarlijkse congresbundel. In de Werkgroep Energie en Milieu zette Dancker zich in voor een wetenschappelijke benadering van praktische energie- en milieuvraagstukken, onder andere met betrekking tot hinder en risicobeleving. Hij gebruikte zijn bevlogenheid en grote kennis van onderzoeksmethoden om belangrijke maatschappelijke vraagstukken te bestuderen. In binnen- en buitenland kenden collega’s Dancker als een geëngageerde, kritische en oprechte onderzoeker, die niet snel tevreden was, maar wel enthousiast en constructief meedacht om problemen op te lossen. Hij fungeerde als mentor voor vele studenten en jonge onderzoekers. Dancker was een levensgenieter, een warm persoon met uitgesproken meningen, die steeds geïnteresseerd bleef in nieuwe mensen en nieuwe ideeën. Hij was niet alleen gepassioneerd in zijn werk, maar vooral ook daarbuiten. Zeilen was misschien wel zijn grootste passie. Wij zullen Dancker missen als enthousiaste onderzoeker, bevlogen docent en mentor, maar vooral als oprecht betrokken en zeer geliefde collega. Wij wensen Winny, Marc en Dido, familie en vrienden veel kracht toe bij het dragen van dit grote verlies. Sectie sociale en organisatiepsychologie, Universiteit Leiden
11 oktober 2012 · Mare 7 Wetenschap
De presentator gooit een munt op om te bepalen wie mag beginnen in het televisiedebat voor de Democratische presidentskandidaatverkiezingen, in 1960. De latere president John F. Kennedy (rechts) won het toen van de latere vicepresident Hubert Humphrey. Foto Corbis
De wandeling van de willekeur Wiskundigen onderzoeken de grenzen van het toeval Leidse en Braziliaanse wiskundigen lieten hun statistische arsenaal los op de wiskunde van de willekeur. Dit is ook voor biologen en chemici interessant. ‘Er is geen wet die de spaghetti op je bord verbiedt om parallel te gaan liggen.’ Door Bart Braun De meeste mensen zijn niet zo goed met willekeur. Als je met een muntje drie keer achter elkaar kop gegooid hebt, wat is dan de kans op nog een keer kop? Ergens in het achterhoofd spookt de wiskundeleraar nog, die geduldig aan de pubertjes uitlegde dat, nee, een stukje metaal geen geheugen heeft, en ook niet meer zin om dit keer op munt te eindigen, maar in werkelijkheid weten we wel beter. Natuurlijk wordt het de vierde keer munt. Niet dus. De menselijke intuïtie is fundamenteel ongeschikt voor de omgang met willekeur. Ons onbegrip zorgt ervoor dat casino’s, loterijen en slimme oplichters rijk worden, en dat zelfs de meest empathische psychologiestudentjes statistieklessen voor de kiezen krijgen. Elk beetje grip op de chaos is mooi meegenomen. De uitkomst van een paar keer muntjeswerpen, kop-kop-kop-kopmunt-kop enzovoort, is een heel
eenvoudige versie van wat wiskundigen een toevalsbeweging of random walk noemen. Je kan je ook een tweedimensionale versie voorstellen: een punt dat willekeurig naar links, rechts, boven of omlaag beweegt door een vlak, als Pacman met een kapotte joystick. Bij een driedimensionale random walk gaat iets niet door een vlak, maar door een ruimte. Diverse mensen hadden het verschijnsel al beschreven toen de Schotse wetenschapper Robert Brown er experimenteel mee aan de slag ging. Brown was in zijn tijd een botanicus van formaat; hij had meer dan duizend Australische plantensoorten beschreven, en het onderscheid tussen naakt- en bedektzadige planten gemaakt dat biologen nog steeds hanteren. Het is daarom ironisch dat hij nu vooral wordt onthouden vanwege zijn bijdrage aan de natuurkunde, terwijl hij daar eigenlijk geen bal van begreep. Stuifmeelkorrels in water, zo zag Brown in 1827, bewegen chaotisch alle kanten op. Zat er iets in de korreltjes waardoor ze gingen zwemmen? Nee, want diverse poeders bewogen ook zo. Komt het dan doordat het water aan het verdampen is? Nee, want als je het water afdekt met een olielaagje perk je wel de verdamping in, maar niet de bewegingen van de
korrels. Het ongecontroleerde gekrioel kreeg de naam Brownian motion, al wist Brown niet wat ervoor verantwoordelijk was. Daar was een slimmer iemand voor nodig. Die kwam er: in 1905 beschreef Albert Einstein himself hoe de Brownse beweging verklaard kan worden door miljarden watermoleculen die tegen de korreltjes aanbotsen. Dankzij Einsteins wiskunde konden
chemici zelfs bepalen hoeveel van die moleculen er waren, en werd het een stuk aannemelijker dat die moleculen überhaupt bestonden – iets waar de wetenschap in 1905 nog niet helemaal van overtuigd was. De nieuwe, met wiskunde opgevoerde versie van de random walk verspreidde zich over tal van wetenschappen. Materiaalwetenschappers modelleren ermee hoe er scheurtjes
in hun spullen ontstaan, epidemiologen gebruiken het idee om te begrijpen hoe ziektes zich verspreiden, oceanografen rekenen aan veranderende zoutconcentraties, enzovoort. Ook de Leidse wiskundige Frank den Hollander werkt aan de toevalswandelingen. De hoogleraar is onder meer geïnteresseerd in polymeren: lange moleculen die bestaan uit kleinere onderdeeltjes, als een kralenketting. Een polymeer kan, net als Browns pollenkorreltjes, kriskras stuiteren door de ruimte waar het inzit. Maar daarnaast kan de ketting op allerlei verschillende manieren kronkelen. Wiskundig gezien is het geen random walk in drie dimensies, maar in honderden. ‘Ik kan me dat goed voorstellen, een ruimte van alle vormen’, aldus Den Hollander. ‘DNA is een voorbeeld van zo’n lang molecuul. In elke cel van je lichaam zit een paar meter DNA, dat superstrak is opgerold in een soort koptelefoontjes. Om gebruikt te kunnen worden, moet het echter ook weer los: dat wordt een enorme ratjetoe. Als je een beter begrip hebt van hoe zo’n molecuul zich in de ruimte beweegt, dan snap ik beter hoe cellen werken.’ Die polymeren maken de wiskunde van random walks nog moeilijker: als een keten eenmaal in de knoop zit zijn bepaalde vormen niet meer mogelijk. En als het polymeer in een levende cel zit, zit daar ook allerlei ander spul, dat plekken in de ruimte bezet houdt, zelf ook beweegt en, nog ingewikkelder, de vorm van het polymeer kan beïnvloeden. Samen met zijn promovendus Renato dos Santos en een Braziliaanse collega schreef Den Hollander een uitgebreid artikel over zulke toevalswandelingen in een dynamische omgeving, in het vakblad Stochastic processes and their applications. ‘Als je daar uitspraken over wilt doen, heb je de beschikking over het arsenaal van de waarschijnlijkheidsleer’, vat de hoogleraar het stuk samen. ‘Wiskunde gaat altijd over structuren en relaties tussen objecten. Het deeltje maakt een toevalswandeling, maar je kan wel allerlei vragen stellen en beantwoorden. Je kan bijvoorbeeld een horizon trekken waar hij niet buiten is gekomen, of iets zeggen over de kans op een bepaald verschijnsel. Bepaalde vormen komen bijvoorbeeld bijna niet voor. Ter vergelijking: als je gekookte spaghetti op je bord schept, liggen de sliertjes nooit parallel naast elkaar. Er is geen wet die het verbiedt; het komt gewoon nooit voor omdat de kans dat het gebeurt zo verschrikkelijk klein is.’ Den Hollander: ‘Wiskunde gaat echter niet alleen over hoe het is, maar ook over waarom het zo is. Je wilt de wiskundige structuur van het geval begrijpen. Doet het deeltje in drie dimensies hetzelfde als een polymeer in 203 dimensies? En zo ja, is dat zo omdat de reden waarom ze zich zo gedragen hetzelfde is? Als dat zo is, dan heb ik echt wat begrepen.’
Toeval en de tosmachine Het opgooien van een muntje geldt als het ultieme toelaten van het toeval. Kop of munt, fifty-fifty, onvoorspelbaar. Is het dat ook echt? De Amerikaanse wiskundige en ex-goochelaar Persi Diaconis bouwde ooit een machine om muntjes op te gooien. Altijd precies evenveel kracht, altijd precies onder dezelfde hoek. De uitkomst, ontdekte hij, liet zich vrij nauwkeurig voorspellen. Dat geeft te denken over het gebruik van random walks in bijvoorbeeld de epidemiologie. De verspreiding van een ziekte is niet echt willekeurig, maar afhankelijk van heel veel factoren. Pietje die nèt op dat moment naar de wc ging, de ventilator die aanstond en de spuugdeeltjes over de zaal verspreidde, enzovoort. Als je al die factoren kent, kun je net als Diaconis met zijn muntenmachine betere uitspraken doen dan alleen kansberekening. ‘De vraag wat toeval is, raakt aan de essentie van mijn vak’, aldus hoogleraar kansberekening Frank den Hollander. ‘Het woord “toeval” is vaak synoniem met “complex.” Er zijn dingen waarvan we denken dat het echt honderd procent toeval is: verschijnselen op quantumschaal, radio-actief verval. De vraag of het volgende maand op dit uur regent, is niet op die manier toevallig, maar afhankelijk van heel erg veel factoren. Je zou het wel uit kunnen rekenen, maar dat is niet haalbaar. De benodigde rekenkracht is zelfs niet bij benadering beschikbaar. Dus zeggen we: laten we het maar beschouwen als toeval. Als je het vervolgens als zodanig benadert, komt er toch hetzelfde uit.’ Een deeltje dat een Brownse beweging maakt, doet dat omdat het botst met onvoorstelbare hoeveelheden watermoleculen. Die ken je niet allemaal en al zou je ze kennen, dan zou je supercomputer erop vastlopen. Den Hollander: ‘In de fysica denken we over materie als willekeurig. Je doet net alsof je de munt toevallig opgooit; want dan kan je iets heel complex met een model beschrijven. Het toeval blijkt een fantastische benadering.’
8 Mare · 11 oktober 2012 Dierenverzorgers
Ze zeiden dat het ‘Een muis is in een week weg’
Kees Koops (42) Verzorger van de doodgravers (aaskevers)
‘Deze kevers hebben een bijzondere vorm van broedzorg’, zegt Kees Koops terwijl hij het deksel van een plastic ijsbakje losmaakt. In het bakje zit geen ijs, maar aarde. Daarop ligt een bolletje rottend vlees. Het aangrenzende staartje verraadt vaag de vormen van een dode muis. In de muizenbuik krioelt een dertigtal dikke larven. ‘Voor aanvang van het project hadden ze me verteld dat het niet zo zou stinken’, zegt Koops. ‘Dat valt wel een beetje tegen.’ Toch vindt hij de zorg voor de aaskevers fascinerend. ‘Als we een mannetje en een vrouwtje met een dode muis in een bakje zetten, gaan ze meteen aan de slag. Eerst wordt de muis helemaal geprepareerd. De kevers halen de haren eraf en de ingewanden eruit, want die gaan als eerste rotten. Ook smeren ze de muis in met een soort antibioticum, zodat hij minder snel vergaat. Ze willen hem zo lang mogelijk als voedingsbodem voor hun larven gebruiken, voordat de bacteriën toeslaan.’ Dit is ook de reden dat de aaskevers in het Silvius belandden. Daniel Rozen, die onderzoek doet naar bacteriën, raakte geïnteresseerd in de concurrentie tussen bacteriën en aaskevers. Een deel van de aaskevers kreeg Koops als pop opgestuurd. Een ander deel ving hij zelf – met behulp van speciale vallen met daarin rotte vis - in de Leidse Hout. ‘Nu ben ik vooral druk met kweken. Dat gaat heel snel. De kevers toveren een dode muis binnen een paar dagen om tot een bolletje waarin ze hun eitjes leggen. De larven eten de muis binnen een week op. Daarna gaan ze verpoppen.’ Koops wijst naar een stapel glazen potjes. ‘Deze zijn pas uitgekomen. Ik geef ze twee keer per week een stukje kippenlever. De muizen kopen we bij een bedrijf voor reptielhouders.’ In de toekomst zou Koops graag overgebleven muizen van het Leids Universitair Medisch Centrum of het Gorlaeus gebruiken. ‘Dat vind ik toch ethischer.’ Voordat Koops met de aaskevers aan de slag ging, was hij al werkzaam bij de vakgroep evolutiebiologie. Hij verzorgde de vlinders en de fruitvliegjes. ‘Na een reorganisatie zijn de aaskevers als het ware op mijn pad gekomen’, zegt Koops, terwijl hij met blote handen een dode muis uit een bakje tilt. Met zijn pincet woelt hij in de onderliggende aarde, op zoek naar zijn oranje doodgravers. ‘Het was wel even wennen, maar ik ben niet zo snel vies van dingen.’
‘Z o
Saeed Katiraei (28) en Cessa Rauch (23) Verzorgers van de groene wierslakken (Elysia viridis) ‘Elysia’s lijken simpele zeenaaktslakjes, maar het zijn eigenlijk übercoole beesten’, zegt biologiestudente Cessa Rauch. ‘Ze slurpen de bladgroenkorrels (chloroplasten) uit zeewier maar verteren deze vervolgens niet. De bladgroenkorrels blijven achter in het darmenstelsel. Omdat de slakjes doorzichtig zijn en in ondiep water leven, vangen de bladgroenkorrels nog steeds zonlicht op. Daarom gaat de fotosynthese gewoon door, maar dan in het beest.’ ‘We hebben een speciale machine waarmee we de fotosynthese activiteit van de beestjes kunnen weergeven’, vertelt student Life Science and Technology (LST) Saeed Katiraei. ‘Het zeewier geeft een andere activiteit aan dan de Elysia’s, terwijl het om dezelfde bladgroenkorrels gaat. We willen graag weten hoe dat komt.’ De zeenaaktslakken komen vrij algemeen voor. Rauch verzamelde ze al snorkelend in Normandië en tijdens het duiken in Zeeland. ‘Het zijn best taaie beestjes. In een fles met zeewater hebben ze de lange autoreis prima overleefd. We willen op korte termijn grotere aquaria installeren en meer Elysia’s verzamelen. Dit was alleen nog maar een pilot onder leiding van fotosyntheseman Huub de Groot.’ Katiraei: ‘In termen van rakettechnologie moeten we de V2-raket nog uitvinden. We zijn in het beginstadium van het beginstadium.’ Volgens Katiraei zijn de zeenaaktslakjes niet zo veeleisend. ‘Ze staan in een donkere koelruimte. Omdat er geen daglicht doordringt hebben we in de aquariumzaak speciale daglichtlampen gekocht. Deze bevatten het hele zonlichtspectrum, zodat er nog steeds fotosynthese plaats kan vinden.’ Rauch: ‘Je hoeft de slakken nauwelijks eten te geven. Eens per maand zorgen we voor wat vers codium zeewier. De bakjes worden twee keer per week schoongemaakt.’ Katiraei vult aan: ‘De zorg voor de Elysia’s is een aangename afwisseling van mijn andere werkzaamheden.’ Als Katiraei afstudeert neemt Rauch de verzorging over. ‘Het is ook wel handig om er een bioloog bij te hebben voor het beest. Ik zit niet alleen maar naar het DNA te staren’, zegt ze met een steelse blik naar Katiraei. ‘Maar ik vind het wel jammer dat hij straks weggaat. Dan sta ik er helemaal alleen voor.’ Katiraei: ‘Als je koffie zet wil ik best af en toe langskomen.’
‘Ze zijn niet zo veeleisend’
11 oktober 2012 · Mare 9
t niet zou stinken
Ze poepen op oude Mares’
Sabine de Schaaf (25) Verzorger van de zebravinkjes ‘Voordat ik zebravinkjes ging verzorgen werkte ik bij de VU met proefdieren. Ik verzorgde muizen en ratten in een steriele omgeving. Nu sta ik tussen de kwetterende vogeltjes en met elk eitje of kuikentje ben ik weer blij verrast. Dat is toch een stuk leuker’, zegt Sabine de Schaaf. De zebravinkjes die ze verzorgt, worden vooral gebruikt bij gedragsexperimenten. Elke vogel heeft een uniek liedje. Onderzoekers nemen de liedjes op en kijken of de vogel zijn eigen liedje boven andere deuntjes verkiest. ‘Als ik fluit, dan reageren de vogels ook meteen en klinkt er een explosie van geluid.’ De vogels – 225 stuks – houden haar aardig bezig. Drie keer in de week krijgen ze voer en vers water. Daarnaast moeten alle bakjes, nestkastjes, watertorens en volières worden schoongemaakt. ‘Ze maken er soms een behoorlijke troep van. Na het weekend is de vloer bezaaid met veertjes, stukjes kranten, zaadjes en zand.’ Het schoonmaken van de kooiten en volières gebeurt met de hand. ‘De vogels poepen op oude nummers van Mare’, bekent de Schaaf grinnikend. ‘Toch duurt het vangen misschien wel langer dan het schoonmaken. Kijk maar wat er gebeurt als ik het netje pak.’ Ze heeft het netje nauwelijks in haar handen of de vogels beginnen druk rond te vliegen. ‘Soms willen onderzoekers een specifieke vogel hebben, maar de ringetjes zijn te klein om op afstand af te lezen. Dan moet ik alle vogels vangen tot ik het juiste nummer heb. Bovendien ontsnapt er wel eens een. Die gaat dan natuurlijk midden op de volière zitten, zodat je er niet bij kunt.’ Normaal gesproken is De Schaaf ook druk met het fokken van de vogels. Ze moet de jonge vogels ringen, ze meet de vleugel- en pootlengte en noteert het gewicht. ‘Maar momenteel ligt het helemaal stil. Misschien zijn de vogels te gestrest. Er is maar één nestkastje in gebruik.’ De Schaaf trekt het kastje naar voren. In het midden liggen vijf piepkleine eitjes. ‘Uit een van de eitjes was al een kuikentje gekomen,’ vertelt ze. ‘Het leek al niet zo goed te gaan. Later bleek dat de ouders de andere eitjes gewoon bovenop hem hadden gelegd. Dat was best sneu.’ De Schaaf wijst op de donkere eitjes. ‘Deze lijken bevrucht, maar het zal me benieuwen of er wat uit komt.’
Het schoonmaken van aquaria, het vangen van vogelsenhetkwekenvanlarven:universitairedierenverzorgers van de hebben geen doorsnee kantoorbaan. ‘Het werk is nooit af.’ Door Petra Meijer Foto’s Marc de Haan
Davy de Witt (40) Verzorger van de zebravisjes ‘Ik heb hier denk ik 20.000 zebravissen’, zegt Davy de Witt terwijl hij de grote hoeveelheid aquaria in zich opneemt. Ook hij lijkt onder de indruk van zijn snelle optelsom. ‘Dat is een hoop werk. Ze moeten drie keer per dag eten. De aquaria hoeven niet zo vaak schoon, maar met zoveel bakken is er altijd wel iets aan de beurt.’ Het overzetten van de vissen en het schoonmaken van een bak met negen kleine aquaria kost de Witt al snel anderhalf uur. ‘En dan hebben we het nog niet eens over de babykweek. De jongste visjes moeten vier keer per dag eten en worden elke dag schoongemaakt.’ Zebravissen zijn gemakkelijk te kweken, hebben weinig ruimte nodig en de zebravisembryo’s vallen niet onder de proefdierwet. De visjes worden dan ook bij allerlei onderzoeken gebruikt. Zo kunnen de embryo’s bijvoorbeeld worden geïnjecteerd met kankercellen om de verspreiding door het lichaam te onderzoeken. ‘Maar ik houd me alleen bezig met het welzijn van de dieren’, zegt de Witt, van oorsprong plantenverzorger. ‘De meeste vissen zitten hier als back-up. Een bepaalde lijn wordt dan niet meer gebruikt voor onderzoek, maar je wilt ze wel houden.’ De aquaria van vissen die wel voor onderzoek gebruikt worden zitten vol gekleurde plakkertjes. Daarop staat wanneer de vissen voor het laatst eitjes gelegd hebben. ‘Het kweken van zebravissen is simpel. Je zet een mannetje en een vrouwtje samen in een bakje met een schot ertussen. Als een onderzoeker om 10 uur eitjes wil, dan haal je om half 10 het schot weg. De bakjes hebben een speciale bodem. Dat is de truc: als de vissen een bodem zien eten ze hun eigen eitjes op. Hierin doen ze dat niet.’ Met een tropische temperatuur van 27 graden lijkt de werkplek van de Witt comfortabel. Na een tijdje voelt de ruimte echter benauwd warm. Het monotone geruis van het water maakt het er niet beter op. ‘Het went,’ zegt de Witt. ‘Meestal zet ik de muziek aan, dat breekt het geluid.’ De Witt is blij met zijn baan. ‘Het is leuk, maar wel jammer dat je nooit klaar bent.’ In het geval van de Witt wel heel letterlijk. Hij draagt altijd een pieper bij zich. ‘Als er een storing is moet ik mijn bed uit.’ Erg vind hij het niet. ‘Het hoort erbij. Dat weet je als je met beesten werkt.’
‘Soms moet ik er mijn bed voor uit’
10
Mare · 11 oktober 2012
Opinie
Betutteling is soms nodig Niet alle studenten verdragen de vrijheid om maar wat aan te modderen Het verplichte studieplan waarin alle tweede en derdejaars hun carrière moeten uitstippelen hoeft niet kinderachtig en beledigend te zijn, betoogt Hester Minnema. Maar het had alleen moeten worden ingevoerd voor studenten die er baat bij hebben. ‘Stop de betutteling’, schrijft geschiedenisstudent Arnout le Clercq in Mare 4 (27 september) - een mooie titel en mij uit het hart gegrepen. Met de opkomst van het invoelend ouderschap en mentorschap, is de minstens even belangrijke pijler van de ontwikkeling van jonge mensen, namelijk het aankweken van gevoel voor eigen verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen, steeds vaker kind van de rekening geworden. Begripvol zijn zonder eisen te stellen is niet vormend, maar gemakzuchtig. In dat opzicht zijn Arnout le Clercq en ik het wel met elkaar eens. Over de vraag hoe je verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen kweekt en over de zin en onzin van een studieplan voor (rechten)studenten lopen onze meningen uiteen. De vrijheid die Le Clercq propageert, is een vrijheid die de meeste mensen in hun latere leven nooit meer zullen tegenkomen. Het is de vrijheid om, zonder dat iemand weet wat je doet, waarom je het doet en hoe je het doet, maar aan te modderen en vast te lopen in je eigen zwakheden. Het veronderstelt discipline, zelfvertrouwen en doelgerichtheid die veel studenten (nog) niet hebben en die veel afgestudeerden ook helaas nooit zullen krijgen. Dat maakt hen echter niet waardeloos voor de samenleving of incapabel voor het afronden van een academische studie. Misschien wel ongeschikt voor een loopbaan in de wetenschap, maar de universiteit leidt minstens evenveel mensen op die niet in de wetenschap terecht komen. De meeste mensen zullen na hun studie in groepsverband aan een eindproduct werken: slechts weinigen van ons hebben zoveel in huis dat ze totaal geen druk van buitenaf nodig hebben. Waar middelbare scholieren ouders hebben en docen-
ten naaste collega’s en leidinggevenden die hen aan deadlines houden en zich medeverantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van hun werk, moet de 18-, 19-, 20- jarige rechtenstudent het zelf maar uitzoeken.
Gevoel voor verantwoordelijkheid kweken bij jongeren gaat niet met de afstandsbediening en zonder tijd en aandacht in ze te steken. Eigen verantwoordelijkheid leer je door op je bek te gaan, maar ook door vervolgens zelf de scherven op te rapen: ‘s avonds een vent, ‘s ochtends een vent. Tot voor kort duurde het wel heel erg lang voordat de ongerichte en ongemotiveerde student de consequenties van zijn studiegedrag aan den lijve ondervond, met alle gevolgen voor zijn latere loopbaankansen. Inderdaad zou het fundamenteel verkeerd en onrealistisch zijn als we
de organisatie zo proberen in te richten dat studenten niet meer de fout in gaan of dingen uit kunnen proberen. Maar om te blij-
ven bij het voorbeeld dat Le Clercq van zichzelf beschrijft, willen we wel graag af van de goh-lijkt-me-wel-interessanthouding bij het maken van keuzes. Zeker wanneer je je al eerder vergist hebt. Door van studenten die traag studeren te verwachten dat ze een half jaar vooruit plannen, spreekt de universiteit hen juist aan op hun verantwoordelijkheid om niet lichtvaardig om te gaan met het privilege dat studeren uiteindelijk is en hun opleiding serieus te nemen. Tegen die achtergrond is het studieplan niet minder, maar ook niet meer dan een manier om studenten verantwoordelijk te maken voor het goed nadenken over hun eigen keuzes en niet zomaar wat te doen. Dat ze vervolgens toch de fout ingaan hoort bij het leven. En juist daarom hebben onze studieadviseurs meermalen bestuurders gewaarschuwd voor overspannen verwachtingen van het studieplan met betrekking tot het verhogen van rendementen.
Die rendementen zouden ook niet de hoofdreden moeten zijn voor de verplichte studieplannen. Veel belangrijker is dat de universiteit uitstraalt dat het vanzelfsprekend is dat je als student een paar keer per jaar de stand (of schade) opneemt en daar consequenties aan verbindt, maar ook dat de opleidingen zich mede verantwoordelijk voelen voor het signaleren en
bijsturen wanneer iemand uit de bocht vliegt. Lastig in de discussie is natuurlijk dat iedere student, maar ook iedere opleiding anders is. Ook bij ons zijn er groepen studenten voor wie de planning en voortgang van hun studie zo vanzelfsprekend is, dat zij een verplichting tot het maken van een studieplan als kinderachtig en beledigend ervaren. Om die reden heeft onze faculteit tot op heden het verplichte studieplan alleen ingevoerd voor studen-
ten die aan het eind van het eerste jaar 45 punten of minder hebben behaald. Zij worden in het tweede jaar twee keer opgeroepen een planning te maken (zelf, en niet zoals gesuggereerd door Le Clercq aan de tafel met de studieadviseur) en die te bespreken. De anderen krijgen een rapportage van hun behaalde punten met daarbij een kwalificatie (Zeer goed, Goed op weg, Twijfelachtig, Slecht, Zeer slecht). Per kwalificatie wordt aangegeven wat de gevolgen daarvan zijn. Studenten die in het eerste jaar goed zijn begonnen, maar na het derde semester ernstig zijn teruggevallen krijgen in januari ook een oproep. Aan het eind van het tweede jaar zijn er dan per cohort ruim 200 studenten op gesprek geweest. Studenten ontvangen vanaf het derde jaar ieder semester een rapportage over hun punten met de bijbehorende kwalificatie en eventueel een oproep voor een gesprek met de studieadviseur. De faculteit Rechtsgeleerdheid is overigens niet de enige faculteit die sinds 2010 werkt met studieplannen. Het besluit tot invoeren van het studieplan is drie jaar geleden door het college van bestuur genomen naar aanleiding van een advies van de universitaire stuurgroep Studiesucces, waarna er bij meerdere opleidingen proefprojecten zijn gestart. Tot mijn grote spijt en die van onze studieadviseurs heeft het college ervoor gekozen om verplicht te stellen dat álle studenten, ongeacht hun prestaties, door de hele studie ieder semester een plan moeten inleveren. In deze drang naar uniformering gaat het college voorbij aan de grote verschillen in studenten, maar ook aan de grote verschillen tussen opleidingen voor wat betreft inhoud, contacturen, financiering, zelfstudie, massaliteit en binding. En al onderschrijf ik geheel dat logistieke problemen niet de discussie moeten domineren, het bezorgt mij wel slapeloze nachten hoe we dit gaan organiseren, zonder dat de kwaliteit van onze opleidingen en organisatie ernstig in het gedrang komen. Een grote vraag daarbij is hoe het college van bestuur denkt dat wij de stijgende studentenaantallen, stapeling van regelingen en meer maatwerk voor de student op gaan vangen zonder uitbreiding van het ondersteunend personeel en zaalcapaciteit, maar met behoud van onze hoge posities in de Elsevier-enquête. Hester Minnema is onderwijsmanager bij de Faculteit der Rechten
‘Studieplan is onacademisch’ Volgend academiejaar moeten alle tweede- en derdejaars bachelorstudenten een studieplan indienen waarin alle vakken, tentamens en scripties per semester of jaar worden vastgelegd. Onder de kop ‘Stop de betutteling’ keerde geschiedenisstudent Arnout le Clercq zich twee weken geleden in Mare tegen de invoering van het studieplan. Volgens hem is de maatregel ‘onacademisch en bovendien onsierlijk voor een universiteit’. Citaat: ‘Wanneer de universiteit moet kiezen tussen de rol van betuttelend orgaan dat studenten dwingt zich te conformeren aan een maatregel waarbij ze een opleiding schept die meer wegheeft van de middelbare school of het hbo dan wenselijk is, of een rol waarin ze een streng doch rechtvaardig klimaat schept waar weliswaar mensen languit gaan maar ook weer opstaan en karakter kweken, dan lijkt mij de keuze niet heel moeilijk.’
11 oktober 2012 · Mare 11 Gastschrijver
Lezend de crisis uit Elkaar net niet begrijpen fascineert Willem Jan Otten Gastschrijver Willem Jan Otten denkt niet dat hij iemand het vak van schrijver kan leren. Maar gewapend met literatuur de crisis ingaan is beter dan zonder. ‘De honger van de studenten stemt me hoopvol.’
‘Ik geloof niet dat ik wie dan ook kan leren schrijven.’ Foto Annaleen Louwes
Veel besprekingen over uw werk besteden aandacht aan uw katholieke geloof. Ik lees zelden wat over de ideologische achtergrond van uw seculiere collega’s. Stoort u die aparte behandeling u? ‘Nee, ik ben er trots op. Ik mis ook een levensvisie bij veel schrijvers. Mijn werk is een aperte poging om literatuur en religie in elkaars verlengde te laten liggen. Dat zie ik absoluut als een voordeel. Vreemd is natuurlijk wel dat sommigen mijn geloof zien als iets dat in mindering gebracht moet worden op mijn werk. Bij een boeddhistische of gnostische gedachtegoed hebben ze die reflex niet.’
Creatief schrijven raakt steeds meer in zwang in het hoger onderwijs? Is dat een goede zaak? Uw generatie heeft het niet nodig gehad. ‘Ik geloof helemaal niet dat ik wie dan ook kan leren schrijven. Zelf duikelde ik leerstukken op uit het werk van andere schrijvers. Wie genoeg gogme heeft om te schrijven, begint daar wel vanzelf aan. Maar aan al wie het horen wil, vertellen over schrijven, over wat ik werkenderwijs geleerd heb, vind ik bijzonder leuk. Wie wat over schrijven van mij wil leren, doet er goed aan mij verkeerd te begrijpen.’
Maak u zich zorgen over onze cultuur? ‘Ja, ik weet dat dat een beetje koddig klinkt. Maar ik ben bezorgd over een bepaalde vergeetachtigheid, over een onvermogen om je erfenis te verdedigen. Ik weet dat de Russische dichter Joseph Brodsky – hij is zelf talloze keren gastschrijver geweest - zijn studenten beval om tweeduizend dichtregels uit het hoofd te leren. Dat was de enige tentameneis. Ik weet niet of hij hen ook overhoorde (lacht). Maar het is natuurlijk een enorm kapitaal dat je dan hebt. Al die regels in je hoofd, waar je op kunt terugvallen als je je – om wat voor reden dan ook - in crisis bevindt. Hij sprak uit ervaring. In de Sovjet-Unie is hij naar Siberië verbannen geweest waar geen boeken waren.’
Hoe bedoelt u? ‘De schok der herkenning, zoals de Leidse hoogleraar Gomperts, dat ooit noemde. Schrijvers lezen wat bij anderen, herkennen dat, en ga daar weer zelf mee aan de slag. Het is meestal iets wat ze verkeerd begrepen. Dat vind ik een geweldig idee, dat literatuur een som van misverstanden is. We volgen elkaar na maar we begrijpen elkaar net niet.’ Welke werken schrijft u als gastschrijver uw studenten voor? ‘Die van Shakespeare, Graham Greene, de film Stalker van Andrej Tarkovski. Dat zijn de kunstenaars waar ik momenteel enthousiast over ben. Geen leerboeken dus over hoe je een boek moet schrijven. Daar maak ik overigens zelf wel eens gebruik van als ik een roman of toneelstuk schrijf. Ik raad mensen ook aan die te lezen op voorwaarde dat je aan het werk bent. Dan ben je gevoelig voor het oplossen van technische problemen. Het kan dan niet Amerikaans en zelfhulpboek-achtig genoeg zijn.’
Maar wie leest nu nog? ‘Ik denk dat er helemaal niet minder gelezen wordt. Sommige boekhandels zullen verdwijnen maar anderen zullen overblijven en weer de culturele plek innemen die ze van oudsher hebben. Zag je bij de bioscopen ook. Daar ging het een tijd heel slecht mee. Maar de filmhuizen in de provincie zijn een enorme rol gaan spelen in de verspreiding van de betekenisvollere film.’
In een van uw essays schreef u dat de krantenessayistiek in de ja-
Curriculum Vitae 1951 G eboren, groeit op in de Amsterdamse Rivierenbuurt en Laren. 1969 Gaat Engels en filosofie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Begint toneelrecensies te schrijven voor Vrij Nederland. 1973 Debuteert als dichter met Een zwaluw vol zaagsel die bekroond wordt met de Reina Prinsen Geerligsprijs. Tot nu toe verschenen er meer dan tien poëziebundels, verscheidene toneelstukken, essaybundels en romans. 1984 Publiceert zijn eerste roman Een man van horen zeggen. 1999 Ontvangt de Constantijn Huygensprijs voor gehele oeuvre. Bekeert zich tot de katholieke kerk. 2005 Ontvangt de Libris Literatuur Prijs voor de roman Specht en zoon. 2011 Publiceert De vlek, een roman in verzen. Nu Gastschrijver aan de Universiteit Leiden, publiceert regelmatig bijdrages in Trouw.
mijn dertigste niet beter afgestemd op wat ik toen wilde kunnen denken? Als ik dat door zou hebben, zou ik het overigens aan niemand vertellen.’
ren zeventig uw universiteit was. Vroeger was het beter? ‘De bloei van de essayistiek met mensen als Kousbroek, Verheul en Kellendonk, die heb je niet meer. Of van die geweldige stukken van Wolkers… Toen Reve gastschrijver in Leiden was, werden zijn lezingen in het NRC afgedrukt. Daar is nu geen ruimte meer voor. Je wordt nooit meer gevraagd om een onafhankelijk essay met een beperkte actualiteitswaarde te schrijven. Laat staan een pagina over een vergeten dichter. De krant is weer een commercieel georiënteerd medium geworden. Zoals het ook voor die bloeitijd was.’ Wat voor student was u? ‘Ik heb mijn studies Engels en filosofie niet afgemaakt. Voor filosofie
kon ik niet genoeg abstraheren… Je kan ook zeggen dat ik niet knap genoeg was. Engels vond ik heerlijk maar ja, ik vond tijdens mijn studie al snel werk als toneelrecensent bij Vrij Nederland. Dat is acht jaar lang mijn praktijkstudie geweest.’ U studeerde nochtans in de jaren zeventig. Van de langstudeerboete had nog niemand gehoord. Klopt het dat er meer nadruk op intellectuele verdieping lag in die tijd? ‘Vind ik wel. Toen mijn kinderen op de middelbare school zaten, merkte ik al dat het onderwijs niet meer gaat over persoonlijke en culturele ontwikkeling. Cultuur, kennis van je culturele erfgoed kan je helpen om een plek te vinden, om je beter te wapenen tegen een crisis. Maar nee, iedere tafeltjesavond
ging het weer over hoe je kind het beste op het procrustesbed van de meest nabijgelegen toets gelegd kon worden.’ U schrijft al meer dan veertig jaar. Heeft u de indruk dat u met ieder boek beter wordt? ‘(denkt lang na) Goede vraag. Ik ben nu aan het wachten om weer te beginnen aan een volgend werk. Ik popel echt. Dat zou niet zo zijn als ik niet dacht dat ik beter kon worden. Tegelijkertijd heb ik ook vaak het gevoel dat je als schrijver nooit weet of je je beste werk niet al geschreven hebt. Niet als je mijn leeftijd hebt (Mare sprak Otten op zijn eenenzestigste verjaardag) en je al een paar keer met de pendule van inspiratie heen en weer bent gezwiept. Was mijn talent op
We komen beter uit deze tijden? ‘Ja, waar is het anders crisis voor? Zelfs de crisis in de kerk biedt de mogelijkheid om te groeien, beter te worden. Crisis is de kern van de christelijke religie. De Franse filosoof Pascal was vaak ziek in zijn leven, leed veel pijn. Hij heeft een tekst geschreven: “Gebed tot God om mij te helpen goed gebruik te maken van mijn ziekte.” That’s the spirit. ‘Als ik naar mijn studenten kijk, en merk hoe hongerig ze zijn naar kennis, naar boeken, dan zie je hoe ze naar manieren zoeken om zich te wapenen tegen de crisis. Om niet bang te zijn, te verschrompelen. Dat stemt hoopvol.’ Door Thomas Blondeau
Gastschrijver Willem Jan Otten houdt op donderdag 25 oktober de Albert Verweylezing De Vormmachine, Literatuur als rite de passage in het Academiegebouw. Aanvang: 20u. Kaarten à 5 euro zijn te bestellen via Gastschrijver@hum.leidenuniv.nl. U kunt alleen ter plekke (contant en zo mogelijk gepast) betalen.
12 Mare · 11 oktober 2012
Op 26 april 2011 werd in Juárez een verkeersagent vermoord toen hij een snelheidscontrole uitvoerde. Een half uur later werd zijn collega die in een politieauto zat doodgeschoten. Op de andere pagina, van boven naar beneden: een soldaat maakt een foto met zijn mobiele telefoon van een vermoorde man, juni 2009; familieleden en vrienden rouwen tijdens de begrafenis van de twee vermoorde verkeersagenten; de anonieme afdeling van de begraafplaats. M-N-I staat voor Masculina Non Identificado: niet te identificeren man. Foto’s Teun Voeten
11 oktober 2012 · Mare 13 Achtergrond
Waar komt dat sadisme vandaan? Door het excessieve geweld van Mexicaanse drugskartels werd Juárez de gevaarlijkste stad op aarde. Een verse doctor en aanstaand promovendus ervoeren het geweld van dichtbij.
Get the picture and get the fuck out Oorlogsfotograaf en antropoloog Teun Voeten (1961) publiceerde vorige maand het fotoboek Narco Estado, Drug Violence in Mexico. Als promovendus wil hij er ‘dieper induiken’ door interviews te houden met de beulen die de gruwelijke executies uitvoeren. ‘Ik ben heel erg voorzichtig geweest. Mijn strategie was telkens: ik ga er twee weken heen en dan weer weg. Get the picture and get the fuck out. Je bent je leven er gewoon niet zeker. Je went aan het geweld, terwijl je juist op je qui-vive moet blijven. Na twee weken ben je ook echt wel burned out. Maar ik heb een luxepositie, kan komen en gaan. Kun je voorstellen hoe het voor de bewoners is. ‘Hoe weinig een leven in Juárez waard is, zie je op de foto van een pauperkerkhof in de woestijn. Op een omgevallen, roestig bordje staat M-N-I: Masculina Non Identificado. De autoriteiten zeggen altijd dat het maar criminelen zijn die elkaar afmaken, maar in dat anonieme graf
ligt wel gewoon een mens. What a way to die. ‘Toen het rond 2007 in Mexico echt uit de klauwen begon te lopen, werd Juárez de gevaarlijkste stad op aarde genoemd, gevaarlijker dan Bagdad of Mogadishu. Ik was ontzettend nieuwsgierig en ging erheen. Veel collega’s vonden het paparazzi crime chasing. Ik heb de naam vooral sociaal-politieke conflicten te fotograferen. Daarom dachten ze: wat moet hij nou met zo’n bendeoorlog van een stelletje locals? ‘Maar het gaat veel dieper. Het is een complete desintegratie van de samenleving. De georganiseerde misdaad neemt functies over van de staat en ondergraaft het monopolie van geweld. De drugskartels zijn hypergewelddadige ondernemingen die ongestoord hun keiharde roofdierkapitalisme kunnen uitoefenen. Dat is allemaal mogelijk in een zwakke staat waar misdaad en autoriteit naadloos in elkaar overvloeien. ‘Normaal gaat het in conflicten alleen om het elimineren van de tegenstander. Over het algemeen heeft
de mens een natuurlijk ingebouwde weerzin tegen al te grote wreedheden en bestaat er respect voor het stoffelijk overschot. Maar in Mexico krijgt het geweld een communicatieve dimensie. Mensen worden op de meest vreselijke manieren vermoord, en de lijken worden op de meest verschrikkelijke manieren tentoongesteld, in stukken gehakt, in plastic zakken gestopt. Drugskartels gebruiken sociale media en zetten executies op YouTube. In mijn fotoboek staan enkele screenshots, dan zie je ze met kettingzagen slachtoffers onthoofden. Zo markeren ze hun territoria, laten ze zien hoe wreed ze wel niet zijn en zaaien ze angst en terreur. Body messaging heet dat, met een smerige term. ‘Na 22 jaar oorlogen fotograferen is dit het meest extreme geweld dat ik heb gezien. Hoe sterk beeldtaal ook is, ik wil er als antropoloog dieper induiken. Na alle omzwervingen keer ik terug in de schoot van mijn alma mater. Als buitenpromovendus ga ik het in Leiden onderzoeken. ‘De drugshandel in Mexico is al zeventig jaar oud, vanwaar opeens die escalatie? Waar komt dat sadisme vandaan? Sommige slachtingen lijken op Azteekse rituelen. Nu wil ik niet zeggen dat wreedheden in het bloed zitten, maar het kan zijn dat de kartels dat culturele aspect willen imiteren, dat ze in feite nog Azteekser willen zijn dan de Azteken. Er zijn
theorieën dat ze zich laten inspireren door Al Qaida, met die onthoofdingen op internet. Het kan ook dat die lui stijf staan van de coke. Dat stompt de zintuigen zo af, dan ben je tot dat soort dingen in staat. ‘Je kunt heel erg gaan filosoferen over geweld en symbolische waarde ervan, maar ik moet wel een raakvlak hebben met wat er daadwerkelijk in het veld gebeurt. Daarom wil ik diepte-interviews houden met de beulen. Dat is moeilijk, maar mogelijk. Er
zijn ook huurmoordenaars die hun hart hebben uitgestort. Die zien zo’n interview als een biecht. ‘Je kunt het proberen bij jongens die gearresteerd zijn en het liefst ook zijn uitgeleverd aan Amerika - daar zijn de gevangenissen tenminste nog veilig. ‘Met gasten die levenslang hebben gekregen wil ik proberen een band op te bouwen om uiteindelijk te zeggen: luister, you’re fucked anyway, je kunt nu net zo goed de wetenschap dienen.’
We zitten gevangen in ons eigen huis Jorge Balderas Domínguez (1969) promoveerde op het drugsgeweld in zijn eigen woonplaats Juárez. ‘Iedereen heeft een plan B: de grens over.’
‘Ik ben in er geboren en heb er mijn hele leven gewoond. Juárez was een stad met een bruisend nachtleven, een beetje zoals Amsterdam. Opeens ontplofte het geweld en waren de restaurants, bars en clubs totaal verlaten. Bij de allereerste bomaanslag, twee jaar geleden, bevond ik me op anderhalve kilometer afstand. Op het hoogtepunt van de karteloorlog vielen er 24 doden per dag, allemaal in de publieke ruimte. Als je dan je dagelijkse route reconstrueert, besef je hoe dicht je langs alle doden bent gekomen. ‘Als burger ben je altijd bang. Met de kinderen door het park lopen of even de stad in gaan, dat doe je niet meer. Het gevoel dat iedereen heeft, is dat van een gevangene in je eigen huis. Net als iedereen denk ik ook soms aan een plan B: het land uit, de grens over. Of misschien naar een rustiger oord in Mexico. Alleen zijn zulke plekken steeds moeilijker te vinden. ‘Ik had veel vragen en nauwelijks antwoorden. Hoe kon dit gebeuren? In mijn proefschift heb ik geanalyseerd hoe het geweld het sociale leven heeft beïnvloed. Verhalen van burgers zijn belangrijk omdat ze wezenlijk verschillen van de verklaringen van de officiële instanties. ‘Mede door de politiek kon het geweld exploderen. De huidige regering, onder leiding van president Felipe Calderón, heeft onder invloed
van de Verenigde Staten de kartels de oorlog verklaard. Inmiddels zijn er zo’n zestigduizend slachtoffers gevallen. Het werd altijd ontkend, maar dankzij Wikileaks weten we dat overal in Mexico Amerikaanse inlichtingendiensten zitten. Maar door de enorme corruptie heeft de War on Drugs nauwelijks effect. De Mexicaanse elite, zoals politiek als economisch, richt zich enkel op haar eigen belangen. Overal ter wereld zie je dat mensen beter tegen criminaliteit vechten als de welvaart beter is verdeeld. ‘In Mexico probeert de regering een politiestaat te creëren die heel zwak op de drugskartels reageert, maar wel keihard optreedt tegen de eigen burgers en de sociale beweging. Na Occupy Wall Street gingen wereldwijd activisten de straat op. In Mexico City trok een grote menigte naar de banken en om er te wijzen op hun connecties met de kartels. Ze werden meteen allemaal opgepakt. Toen een nieuwe groep demonstranten hun vrijlating kwam eisen werden ook zij onmiddellijk gearresteerd. ‘Afgelopen november stuurden academici, intellectuelen en andere verontruste burgers een brief naar het Internationaal Strafhof in Den Haag om te proberen de president aan te klagen voor oorlogsmisdaden. Daarop verklaarde regering alle juridische middelen in te willen zetten om de aanklagers aan te pakken. Maar dat ging om dertigduizend mensen! Tegelijkertijd blijkt dat de graad van straffeloosheid in ons land 97 procent bedraagt. Oftewel: slechts drie procent van alle vergrijpen komt voor de rechter.
‘Iedereen wordt getroffen. Ik interviewde een groep studenten die door een groep gemaskerde militairen werd overvallen. Ze moesten op de grond gaan liggen en hun mobiele telefoons en identiteitsbewijzen inleveren. Zowel jongens als meisjes werden in het gezicht geslagen. Even later kwamen de overvallers terug, en verontschuldigden zich dat ze een fout hadden gemaakt. Twee weken na mijn interview werd in dezelfde buurt zestien studenten geëxecuteerd. De vraag wie daar achter zit, is gevaarlijk om te beantwoorden. Er zijn een paar erg moedige journalisten die het proberen, maar die hebben inmiddels allemaal het land verlaten. Wie blijft, tekent zijn doodsvonnis. ‘Vooral de lokale media is het geweld een manier om geld te verdienen. Zij richten ze zich uitsluitend op het in beeld brengen van gruwelijke details zoals afgesneden lichaamsdelen. Die sensatiezucht moet veranderen. Een kwaliteitskrant als La Jornada uit Mexico City beschrijft na een aanslag niet het spoor van bloed, maar juist de achterliggende context. ‘Er is ook goed nieuws. Het wordt iets rustiger. Juárez is niet meer de gevaarlijkste stad ter wereld. Er wordt nu één moord per dag gepleegd. Langzaam komt de publieke ruimte weer tot leven. Cafés en restaurants zijn minder uitgestorven. ‘Maar het slechte nieuws is dat het geweld zich over het land uitspreidt. Toch ben ik blij dat ik na mijn promotie in Leiden weer naar huis ga. Ondanks alles blijft Mexico een prachtig land.’ Door Frank Provoost
14 Mare · 11 oktober 2012 English page
Towels and shoes covered in blood after the blast in the Marriott Hotel in Jakarta in 2009. Photo HH
Suddenly, everything went blue Bomb survivor wants to deploy victims for counter-terrorism Three years ago, Leiden alumnus Max Boon (36) survived the bombing of the Marriott Hotel in Jakarta, but lost both his legs. He has now returned to Indonesia after rehabilitation, where he wants to get victims involved in counter-terrorism. “I remember that I was about to say something. I was sitting with my back to the door and I didn’t see the bloke with the bomb arrive. Suddenly, everything went blue. I couldn’t breathe and I could see myself falling into an empty space. It felt as if lasted about ninety seconds. It was terribly scary. “The hotel sprinklers brought me round and I could see the chaos all around me. I knew immediately what had happened. I tried to stand up, but couldn’t because my left leg was almost completely severed and so was my right arm - at least, that’s what it felt like. I started shouting for help. When a guard found me and picked me up, I grabbed my arm and told him not to forget my leg. “I was carried outside and set down on the tarmac next to a mate of mine. ‘Max’, he said almost euphorically, ‘We survived a bombing!’ ‘But look at me: I’ve lost an arm and a leg!’ I replied. Then I called out two things: ‘Kenapa?’ which means ‘why’? And: ‘Saya masih cinta Indonesia’ or: ‘I still love Indonesia’. “I read Indonesian in Leiden and then worked at the Ministry of Foreign Affairs for a year. In 2004, I ended up in Indonesia, where I worked on the reconstruction of Aceh after the tsunami. Then I joined a consultancy firm in Jakarta, Castle Asia, as a business development director. That Friday, on the 17th July 2009, we were holding a breakfast for about twenty CEOs in the Marriott Hotel, like we did every week, to keep them up abreast of economic and political affairs. “Yes, I think it’s strange that I
BY Frank Provoost
professed my love for that country as I was lying there on the tarmac. I think it was the frustration talking, after five years’ experience of living there: Indonesia was only ever on CNN if there was a bomb attack. 250 million people live there, the majority of whom are tolerant, flexible and unprejudiced. I just wanted to make that clear at the time. It had to be said. “I could hear ambulances in the distance, but they didn’t arrive. Traffic in Jakarta is hellish, everything was at a standstill. In the end, I was put on the back of an open pick-up truck and taken to hospital like that. I can remember the whole journey. We got stuck in traffic too. When the truck braked without warning, I slipped off the bench and banged my head, which caused some severe complications later on.
“Too little focus is put on the pain and the distress of the victims” “At the hospital, everything was in confusion. There were wounded people everywhere; they put me down on the lawn. I had lost my telephone and my wallet which had my insurance papers in it and which said I had to be evacuated to Singapore in the event of an emergency. I was worried that nobody would realise that, so I started shouting: ‘International SOS!’ It was only after that someone came over and said ‘It’s okay’ that I passed out. Evidently I was reassured and my survival instinct allowed it to happen. “I woke again nearly three weeks later. They had kept me in an artificial coma, and I was still in danger. It turned out that I had been transferred to Singapore after two days where I had undergone surgery almost daily. Both my legs had been
amputated. I was covered in burns and the bang on the head has left me deaf in one ear. “The bombers had taken bolts from a television set and put them in the bomb to cause as much damage as possible. One of the bolts had entered my heart. It’s still there the doctors thought it too risky to remove it. When I give a talk, like I did recently at the UN in New York, I always say I’m thankful it was a Philips television and I’m still a hundred percent Dutch, to lighten the mood of this awful story. “I couldn’t talk when I came out of the coma. My lungs were badly damaged and there were tubes down my throat. I communicated using sign language and by pointing to letters. When my boss came to see me, I made it clear to him that he was to write a letter to the president on my behalf, to congratulate him with the 17th of August, Independence Day. Why? It’s that same emotion that emerged from that basic instinct. It still surprises me too. The president was touched, and wrote back immediately. “Once I had recovered enough, I flew to the Netherlands. I worked on my recovery for over two years. But I missed an intellectual challenge while I was recovering. I wondered how I could put my unique experienceto good use so through the Ministry of Foreign Affairs, I got in touch with the International Centre for Counter-Terrorism (ICCT), a partnership formed by the Asser Institute, Clingendael and Leiden University’s Campus The Hague. As it was, there were hardly any global projects structurally deploying victims for counter-terrorism. I believe that it can work, particularly the preventative side, to prevent political radicalisation. That’s why we’ve set up a project which is now funded by a number of government authorities and a private foundation. To start with, we’re concentrating on Indonesia, but we hope that we can inspire other countries in the region.
“By getting victims to help, you can confront potential terrorists and their immediate circles with the human suffering caused by attacks. Dani Dwi Permana, the bloke who walked in and blew himself up, was not angry with Max Boon. He didn’t want to hurt me personally. My pain and suffering was purely an abstract concept. His only goal was to generate hate and fear. Terrorists always claim that they are fighting America and the West, but these bombings kill or injure very many Indonesians. We have to show these terrorists that the victims are more like themselves that they realise. “I’m not naive; I’m not deluding myself that we can stop the people who do the brain-washing. But I hope that we can change the minds of a number of the youths who are susceptible to brain-washing. Mind you: the project is not meant to make people less politically radical. As far as I’m concerned, people have the right to be radical. But violence is not a right, and especially not against innocent people who do not want to be involved in any war whatsoever. “The project kicked off officially this summer. I’m heading a team on Jakarta and together we’ll be working on the rest of the project. We need a good database and a suitable protocol. What criteria should we use? When I woke up in Singapore, I was glad no one asked me to talk to potential terrorists. There again, three years is too long but if the victim says ‘not now’, when should you try again? There will be plenty of people who can’t or won’t help, and if they say ‘never’, you have to make sure that they are never asked again. That means the incident was too traumatic. “We’re starting a pilot at the end of this project year: we’re going to take the first victims into the field, to the regions with an increased risk of political radicalisation. Perhaps a former terrorist will come with us, or some relatives. After all, they are victims too, in a sense. Dani Dwi
Permana’s parents lost their son; they have always renounced violence. And I can imagine that we arrive at schools where the pupils know more about the Quran than our victims, so it’s a good idea to take a mullah to answer any religious questions. Moreover, the participants have to know how to communicate adequately. You can’t arrive in an emotional state and say: ‘You’re all potential terrorists and that’s wrong.’ That would get their backs up. “I don’t know yet whether I will tell them my story. Actually, I think Indonesians should do it, but on the other hand, there is a biased view of Westerners. Many of the boys and girls in the high-risk regions have never spoken to a white person. I can speak the language and, accordingly, I could make a good impression. I recently spoke to a class of madrasah teachers and I noticed that it had a positive effect. “It still upsets me to talk about the attack, but it’s important to tell this story because it’s not getting enough attention. If a bomb goes off somewhere, that place becomes the centre of attention for a very short while. But the court cases are always about the perpetrators; too little focus is put on the pain and the distress of the victims, although that is the one thing that might force people to realise they shouldn’t use extremist violence. “I haven’t touched my wheelchair since the 8th of April. I have learnt to walk without crutches; I walk with microprocessor-controlled knees. It’s hard work, every single day, especially here in the tropics, but it’s a huge improvement to my life. “It’s never occurred to me to give up. Partly, it’s because of who I am, but mostly it’s because, throughout, my wife has been a pillar of strength. And my family and friends have given me incredible amounts of support. So the fact that I never lost hope is not really my achievement, it’s simply a fact. That’s just the way it is. The good thing is, I’m still here.”
11 oktober 2012 · Mare 15 Cultuur
Agenda vervolgens een berg afdondert. Hij staat weer op, doet zijn haar goed en we gaan weer verder. Dan vertoon ik vervolgens beelden van een stunt uit een veel nieuwere film die er echt enorm nep uit ziet. Tegenwoordig lossen die laffe acteurs en filmmakers alles digitaal op en lijkt het vaak nog nergens op.’
Arnold Schwarzenegger in de cultklassieker Hercules in New York.
Een verveelde halfgod Leids Film Festival programmeert ook hilarische rotzooi De zevende editie van het Leids Film Festival trapt af met de nieuwe film van acteur-regisseur Ben Affleck en is er aandacht voor het meer smoezelige werk. In Cinema Curioso leidt Ronald Simons, programmeur van het EYE-filminstituut in Amsterdam, het publiek langs de rafelranden van de film. Wat is het idee achter Cinema Curioso? ‘Ik toon fragmenten uit bizarre en voor het grote publiek onbekende films die om uiteenlopende redenen interessant en leuk zijn. Zeker sinds
de teloorgang van de videotheek, zijn veel van deze films moeilijker te vinden. Het internet biedt wat dat betreft eigenlijk te veel mogelijkheden.’ Wat kunnen we verwachten? ‘Natuurlijk komen er bizarre monsters langs. Ik heb beelden van een Japanse ecologisch getinte film waarin een olievlekmonster de aarde bedreigt met ehh….olietroep. De mensheid vindt een onverwachte bondgenoot in Godzilla, die toch in zijn eerst films een gezworen vijand was van de mens. Maar gezamenlijk weten ze het olievlekmonster te verslaan. ‘Maar heel bekende acteurs in slechte films, vind ik ook een grap-
pig fenomeen. Dit keer vertoon ik bijvoorbeeld scènes uit Hercules in New York. Het debuut van Arnold Schwarzenegger, hij staat overigens als “Arnold Strong” op de titelrol, uit 1969. Het verhaal is simpel. Hercules verveelt zich en vertrekt naar New York om lol te trappen. Ah-nuld staat natuurlijk bekend om zijn houterige acteerwerk, maar dat was veertig jaar geleden nog dertig keer zo erg. Maar alles in deze film is van dit niveau. ‘Het gaat mij overigens niet alleen om wansmaak. Ik laat ook beelden zien van stunts die acteurs zelf worden gedaan. Ik heb een mooie scène uit een jaren zeventig film met de Franse ster Jean-Paul Belmondo, die uit een vrachtwagen kiepert en
Hoe kom je aan al die pulp? ‘Ik ben geen YouTube-zoeker. Ik struinde altijd rommelmarkten af op zoek naar videobanden. Dus ik heb een aardige collectie opgebouwd. Maar ik begin er door mijn banden heen te raken. Maar er wordt nog best veel slechts op dvd uitgebracht. Daarnaast heb ik een groot netwerk. ‘Dit is de vierde Cinema Curioso die ik heb samengesteld. Ik ben daar per jaar zeker meer dan 100 uur mee bezig. Ik denk dat ik uit een van de tien films die ik bekijk iets kan gebruiken. Een fragment moet op zichzelf staan, anders werkt het niet. Als je op het scherm een zweterige kung fu-krijger met een gigantische snor ziet, is het vervelend als er gelijk gesneden wordt naar zijn vrouw die achter het raam zit.’ Heb je een persoonlijke favoriet? ‘Al de fragmenten zijn me dierbaar maar Deadly Prey (1987) vind ik echt wel een mooie vangst. Dit bij het grote publiek totaal onbekende werkje vermengt de meest genante muziek en kleding uit de jaren ‘80 met botte actie. ‘De film is gemaakt door een regisseur die al iets van 32 titels op zijn naam heeft. In een groot deel van deze films speelt zijn broer, die echt niet kan acteren, de hoofdrol. In Deadly Prey wordt hij, voorzien van de allerberoerdste jaren-tachtigmat ooit, in een reservaat gedumpt. Er wordt op hem gejaagd door militairen. Hij moet maar zien te overleven en wordt helemaal op zichzelf teruggeworpen. Dat leidt onder andere tot het eten van wormen. Een hilarisch slechte film.’ door Vincent bongers Cinema Curioso Kijkhuis, Vrij 26 oktober € 8,-. Het filmfestival duurt van 23 t/m 28 oktober Passe-partout € 60
Drank en absurdisme op het voetbalveld Imperium speelt toneelstuk Herman Brusselmans en Tom Lanoye De Leidse Toneelgroep Imperium staat met het toneelstuk De Canadese Muur niet op de planken, maar op een grasmat. Tom Lanoye, die het toneelstuk De Canadese Muur in 1989 samen met Herman Brusselmans schreef, typeerde het als een ‘tragedie over mensen die het niet gemaakt hebben.’ Acteur en Leids politicologiestudent Thomas Westerhout (21): ‘Mijn personage, Richard, is behoorlijk genaaid door het leven. Na een tackle door zijn vroegere vriend Jean-Pierre loopt hij te mank om nog te kunnen voetballen. Bovendien is hij vroeger misbruikt door de voorzitter van de club, Jean-Pierres vader. Zijn problemen lost hij vooral op door flink de klootzak uit te hangen. Lachen om niet te hoeven huilen, dus.’ Treiterijen en woede-uitbarstingen worden afgewisseld met bizarre liedjes. Waarom? ‘Om de toeschouwer te ontregelen. Richard keert terug naar Jean-Pierre en zijn vader om oude wonden open te rijten. De personages belanden in een wirwar van emoties en drijven elkaar steeds verder in het nauw. De
liedjes maken die situatie wat luchtiger en tegelijkertijd absurder.’ Een voetbalwedstrijd bevat alles van een klassiek Grieks drama, aldus jullie website. ‘Wij benadrukken die overeenkomst, met veel verwijzingen naar het balspel. Ook het decor lijkt op een voetbalveld, met grasmatten en twee tribunes aan weerszijden waarop het publiek zit. Tijdens de twee helften van het toneelstuk loopt er een klok, die de 45 minuten weliswaar ruim overschrijdt. Soms komt een personage op als een scheidsrechter, of in een oranje shirt.’ Niet als Rode Duivel? ‘We hebben ervoor gekozen om de hele Vlaamse context te verplaatsen naar Nederland. Naar Leiden zelfs, al schemert dat slechts subtiel door het stuk heen. Die vertaling viel nog vies tegen, want de verschillen waren groter dan we dachten. Bovendien zijn we zelf eigenlijk geen voetbalfanaten. Voor een modernisering, het stuk komt uit 1989, zijn we bewust niet gegaan. De titel slaat namelijk op het Canadese voetbalteam van het WK van 1986, een van de slechtste teams ooit. In een toneelstuk in 2012 is dat achterhaald.’
Wat maakt het interessant voor niet-voetbalfanaten? ‘Er worden vrijwel geen toneelstukken over gemaakt, terwijl voetbal enorm veel mensen raakt. De succesverhalen van grote voetballers zijn natuurlijk wel bekend, daarom gaat dit toneelstuk over de mensen die het juist niet voor elkaar kregen. En over kapotte vriendschappen, drank en verkeerde verwachtingen. De knipogen naar het balspel zijn
misschien specifiek voor voetballiefhebbers leuk, maar het stuk is ook cynisch, grof en maatschappijkritisch. In de absurde teksten en platvloerse grappen hoor je Brusselmans duidelijk terug.’ Door Marleen van Wesel De Canadese Muur, Imperium Theater 12, 13, 18, 19, 20, 25, 26 en 27 okt, 20u €8,- (studenten en cjp) / €10,-
Acteur Thomas Westerhout (links): ‘Er is nauwelijks toneel over voetbal.’
FILM
TRIANON The Campaign dagelijks 18.45 + 21.30 Savages 16 jr. dagelijks 21.30 HET KIJKHUIS To Rome with Love dagelijks 18.45 (ma niet!) A Royal Affair dagelijks 21.15 (ma niet!) Film met Debat Ai Weiwei; Never Sorry ma 19.00 Dans la maison dagelijks 19.15 + 21.45 LIDO Hope Springs dagelijks 18.45 + 21.30 Voor ik doodga dagelijks 18.45, za t/m wo 15.30 Bellicher: Cel ma, di, wo 21.30 Alleen maar nette mensen dagelijks 18.45 + 21.30 De Verbouwing dagelijks 18.45, do t/m za 21.30 Bachelorette zo t/m wo 21.30
MUZIEK
LVC Impolite Garagefest 7 (o.a. The Peptones, The Deaf, The Omens) Za 20 oktober 21.00u €12,50 3FM presents: Kensington + Support: Atlantic Attraction Do 25 oktober 20.00u €11,JAZZ PODIUM HOT HOUSE LEIDEN Paul van Kemerade Za 20 oktober 21.00u €8,- (studenten) / €15,BURCHT KLASSIEK Lidy Bijnsdorp (cello) en Tobias Bosboom (piano) Zo 21 oktober 15.00u €10,- (studenten) / €12,QBUS Jim Wake & Sleepwalker (cd-presentatie) Zo 14 oktober 14.00u toegang gratis Clarence Bucaro (USA) + The Perms (CAN) Wo 17 oktober 20.30 €10,Leidse Danssalon Autumn Edition Za 20 oktober 20.00 €10,Malcolm Holcombe (USA) Di 23 oktober 20.30 €10,DE TWEE SPIEGHELS Filippo Bianchini trio Vr 12 oktober 21.00u Iman Spaargaren & Paul Dijkman Za 13 oktober 16.00u Bernard Berkhout and friends Zo 14 oktober 16.00u Zosja’s zang/jamsessie Ma 15 oktober 21.00u Unplugged Wo 17 oktober 21.00u The French Connection Vr 19 oktober 21.00u Metzler, Golek, Heine trio Za 20 oktober 16.00u Jeen Rabs – Brasil Sunday Zo 21 oktober 16.00u Jamsessie o.l.v. Sven Rozier STADSGEHOORZAAL De Nieuwe… Janne Schra Vr 12 oktober 20.15 vanaf €16,-
T H E AT E R
LEIDSE SCHOUWBURG Poephoofd – Paul de Leeuw Do 11 en vr 12 oktober 20.15 vanaf €9,30 THEATER INS BLAU Antigone Vr 12 oktober 20.30 €15,50 IMPERIUM THEATER De Canadese Muur Vr 12 oktober 20.00u €8,- (studenten) / €10
DIVERSEN
OUDE STERREWACHT Spectaculair Heelal t/m voorjaar 2013 SIEBOLDHUIS Lezing Keiko Sato en rondleiding Madelon Hooykaas Zo 14 oktober 14.00u €4,50 (studenten) / €8,MUSEUM BOERHAAVE Salonlezing: Een ketterse arts voor de heksen Wo 17 oktober 16.30 studenten gratis / €7,50 UNIVERSITAIR SPORTCENTRUM Zumbathon for A Sister’s Hope (dresscode: Halloween) Wo 17 oktober 16.30u €10,- (studenten) / €15,STADSGEHOORZAAL Leidse Poetry Slam (2e halve finale) Di 23 oktober 20.00u gratis toegang STADHUISPLEIN e.o. Door Leidse Ogen – Leidse Amateur Fotografen Vereniging t/m 3 november LEIDS WEVERSHUIS Drukdrukdruk! t/m 21 oktober 2012 HET LEIDSE VOLKSHUIS Expositie Schilderijen en beelden t/m 3 november 2012 MUSEUM VOLKENKUNDE De verborgen tuin: Juwelen uit India t/m 6 januari 2013 LAKENHAL Parelen in kunst, natuur & dans t/m 13 januari 2013
16
Mare · 11 oktober 2012
Kamervragen
MaaiKey
Mantelpakjes
Foto Marc de Haan
‘Ze vinden het erg meisjesachtig’ Rosanna Reining (22), educatieve master Engels Huis: Vrijheidslaan 502 Kamer: 15 m2 Betaalt: 280 euro incl. Bewoners: 10 Waarom is alles roze? ‘Ik vind zelf dat het wel meevalt. Bij mijn vader thuis had ik vroeger ook een knalroze muur, maar die was echt fuchsia roze. Dat wilde ik ook weer op mijn studentenkamer, maar dan in een iets rustigere tint.’ Je muur, je kleedje, je telefoon, zelfs je stoffer en blik... ‘Ik kan er niets aan doen. Anderen mensen geven mij de hele tijd roze spullen. Mijn roze mobiel is toevallig van Pink Ribbon, maar die heb ik alleen maar
Bandirah
omdat hij goedkoop is. En morgen krijg ik een nieuwe. Die is zwart. De stoffer en het blik heb ik gekregen, net als de kaarsjes. De gordijnen hingen er al. De roze kussentjes heb ik wel zelf gemaakt. 'Ik vind het natuurlijk een mooie kleur en nu kan het nog. In februari studeer ik af. Daarna heb ik een half jaar de tijd om wat anders te zoeken. Dan gaan de roze accessoires denk ik naar mijn nichtjes.’
verteld dat ze de muur wel tijdelijk een andere kleur mocht geven.’
Wat zeggen anderen ervan? ‘Iedereen vindt het erg meisjesachtig. Toen ik een half jaar in Engeland studeerde, deed ik mijn kamer in onderhuur. De onderhuurster moest wel even slikken. Zij had een hekel aan roze. Ik heb mijn hele kamer gestript en haar
Doen jullie veel samen in huis? ‘De meesten van ons zijn hier tegelijk komen wonen. We kennen elkaar dus al een aantal jaar. We eten vaak samen of gaan sporten. 'Op woensdag is het Criminal Mindsavond. De jongens kijken Game of
Waaraan ben je het meest gehecht? ‘Aan mijn dekbedovertrek. Ik heb hem van mijn vriend gekregen en ben stiekem dol op konijntjes. Zelf vindt hij hem net zo leuk als ik. 'Als we gaan samenwonen, mag wat hem betreft alles mee. Wij krijgen heus geen ruzie over roze kussentjes.’
thrones, de meiden kijken samen Glee. Verder zijn we best saai. De meesten zijn bezig met hun scriptie of stage. Feesten doe je vooral in je eerste studiejaren.’ In welke staat verkeert de keuken? ‘Via de SLS komen er elke week schoonmakers, maar die zijn niet altijd even goed. Als er wat glazen op het aanrecht staan, maken ze het meteen niet meer schoon. 'Mijn servies van Blond Amsterdam laat ik veilig op mijn kamer. Mijn roze bestek – nee, dat is uit praktisch oogpunt anders herken ik het niet – verdwijnt ook steeds.’ DOOR PETRA MEIJER
De studies zijn nu een paar weken bezig en beetje bij beetje beginnen we ons echte studenten te voelen. ‘s Ochtends kunnen we heerlijk gratis met het openbaar vervoer reizen, en voelen we de jaloerse priemende blikken van andere treinreizigers. We wonen hoorcolleges en werkcolleges bij, en het studentenleven zelf is in volle gang. Ook de eerste excursies worden georganiseerd door de studieverenigingen. Zo ook bij bestuurskunde, daar stond een excursie naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het programma. Dertig studenten hadden het geluk om mee te gaan. Niet lang daarna landde er een verontrustend bericht in onze mail. Het betrof de dresscode van de excursie. Die was formeel, er moest gedacht worden aan een mantelpakje voor de dames, en een net pak voor de heren. Meteen ontstond er een lichte paniek onder de vrouwelijke studenten. Bijna niemand had een mantelpakje op voorraad. Een paar dagen lang was het een hot nieuwsitem in de collegezalen. Sommigen waren ijverig, en schaften er meteen eentje aan. Anderen hadden minder haast, en stelden een formele outfit samen aan de hand van hun eigen kleding. Op de dag van de excursie verschenen diverse opgetogen studenten ‘s ochtends in hun beste kleren op het hoorcollege. Jongens in (net niet) goed zittende pakken trokken hun stropdassen recht, en wreven over de neuzen van hun schoenen. Ja, ze waren erg tevreden met zichzelf, en hun nette pak. Ook de meiden hadden zich uitgesloofd; nette colberts, mooie panty’s en hoge hakken. Alles om het ministerie straks te kunnen imponeren: haren werden geborsteld, lipgloss bijgewerkt. Ja, ook wij waren erg tevreden met onszelf, en onze ‘mantelpakjes’. 's Middags in de trein zuchtten mede-reizigers geërgerd wanneer ze ons probeerden te passeren, en wij, de zelfgenoegzame studentjes peinsden er op onze beurt niet over om aan de kant te gaan voor de gewone Leidse burger. Op weg naar het ministerie passeerden we vele zakenmannen druk bellend met lederen aktetassen aan hun hand en zakenvrouwen op klakkende hakken en dure jassen. Wij begonnen ons stiekem stukje bij beetje belangrijk te voelen. Zo zouden wij er over tien jaar ook bijlopen. Eenmaal binnen werden we meegenomen naar een grote vergaderzaal en kregen thee en cake. Drie medewerkers kwamen de zaal binnen om ons meer te vertellen over het reilen en zeilen van het ministerie. De een droeg een spijkerbroek, en de ander had een lekker zittend vest aan gedaan. Een ambtenaar begon haar verhaal: ‘Wat leuk dat jullie allemaal gekomen zijn om naar ons te luisteren, maar goh, we voelen ons een beetje underdressed vergeleken bij jullie!’ De ander vervolgde: ‘Ja, wat hadden jullie verwacht? Dat de minister voor jullie zou komen?’ Daar zaten we dan: met beide benen op de grond. MAAIKE LOMMERSE