10 november 2011 35ste Jaargang • nr. 9
‘Jij mag er niet in!’ Pagina 11
De mensen tegen de zombies: ‘In het donker gaat het wel eens mis’
Gastschrijver P.F. Thomése: ‘Smerigheid is dé manier om te ontsnappen’
Lichtgevende kankercellen moeten het de chirurg makkelijker maken
Pagina 3
Pagina 6 en 7
Pagina 9
Wijkagent biedt vuurtje aan in een Rotterdamse probleemwijk. Foto HH
Als de roe niet meer werkt Effect van harde aanpak probleemjongeren niet bewezen Hoewel beleidsmakers een harde aanpak van antisociaal gedrag voorstaan, is de effectiviteit er niet van bewezen. Ook bewoners van probleemwijken zijn er niet voor. Na een overval op een bus in 2008 weigerden chauffeurs nog langer door de Goudse wijk Oosterwei te rijden. Steeds vaker hadden ze last van probleemjongeren. Politici en media doken op het verhaal. De roep om een harde aanpak voerde de boventoon. Nieuw was dat geluid niet. Een jaar eerder stelt DOOR DIRK-JAN ZOM
de stadsdeelvoorzitter van de Baarsjes in Amsterdam voor om de AntiSocial Behaviour Order (ASBO) in te voeren. Dat is een maatregel die de Britse premier Tony Blair in 1998 invoerde om storend gedrag in probleemwijken te verbieden. Wie een ASBO kreeg opgelegd mocht in het openbaar bijvoorbeeld niet meer vloeken, drinken of capuchontruien dragen. Wie dat toch deed, werd bestraft. Het plan van de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter vormde voor criminologe Monique Koemans een inspiratiebron voor haar onderzoek. ‘Terroriseren jongeren daadwer-
kelijk de straten? Zijn meer politici het hiermee eens? Wat denkt het publiek? En is de ASBO een succesvol middel?’ Volgende week hoopt ze op The war on antisocial behaviour te promoveren. Koemans analyseerde de discussies over straatoverlast in de wijken, politiek, media en juridische wereld, en vergeleek de Engelse met de Nederlandse situatie. Er blijken nogal wat tegenstellingen te bestaan tussen wat media schrijven, wat politici zeggen en wat de inwoners van probleemwijken vinden. Politici menen dat straatoverlast toeneemt, en refereren aan een roep uit de sa-
menleving. De ASBO lijkt een grote aantrekkingskracht te hebben als oplossing. ‘De huidige mogelijkheden worden als onvoldoende ervaren, er moet iets anders gebeuren.’ Rondom de Britse aanpak bestaat een mythe van succes, maar in Engeland is het een controversiële maatregel, die steeds minder wordt gebruikt, zegt ze. ‘Het leidt tot uitsluiting van sommige jongeren die zich geïsoleerd gingen voelen. Nu zie je weer meer een focus op een wijkgerichte aanpak en sociaal beleid.’ Kritiek richt zich ook op het publiek maken van bewoners die een ASBO opgelegd kregen, bijvoorbeeld door
het ophangen van affiches in de buurt. Andere jongeren gingen het juist als een badge of honour beschouwen: ze waren er trots op. Verder zou de maatregel probleemjongeren onnodig criminaliseren. ‘De meeste Nederlandse politici die ik heb geïnterviewd die de maatregel kenden, waren verrast door de kritiek en wisten niet dat het effect niet bewezen was.’ Toch verklaarde de meerderheid te geloven dat een harde aanpak straatoverlast kan verminderen. In de pers klonk eenzelfde geluid. Koemans vond na bestudering van 22 duizend artikelen in De Telegraaf en de Volkskrant van 1990 tot en met 2008 dat er steeds meer over straatoverlast geschreven wordt. ‘Terwijl het al een oud probleem is. Er is geen explosieve toename van straatoverlast geweest, alleen in de berichtgeving erover.’ Ook legden Nederlands media vaker een link tussen antisociaal gedrag op straat en etniciteit, in tegenstelling tot de Britse pers. ‘En daar hebben ze een vrij agressieve tabloidcultuur.’ Verder trok Koemans elf van de veertig voormalige Vogelaarwijken in en interviewde bewoners, winkeliers, toezichthouders én overlastbezorgers. In drie wijken werd overlast op straat als een groot probleem gezien. In de andere wijken waren de problemen minder urgent dan vaak beschreven. De steun voor repressieve maatregelen zoals de ASBO waren aanmerklijk lager dan verwacht. Slechts enkele winkeliers waren voor. ‘Als er in de probleemwijken zelf weinig steun blijkt te zijn, waarom zou je dan symboolpolitiek introduceren? Je sust een gevoel van mensen in wijken waar de problematiek niet zo groot is. Zou het niet veel beter zijn om duidelijk te maken dat het probleem van overlast niet zo groot is, in plaats van nieuw beleid te introduceren?’ Daar ligt een taak voor criminologen, vindt ze. ‘Aan de ene kant wordt van wetenschappers verwacht dat ze goed evaluatieonderzoek doen naar ingevoerd beleid. Maar als gegevens slecht uitkomen, worden ze ook zo aan de kant geschoven. Blair zei in een toespraak: “We kijken niet meer naar cijfers, maar naar wat mensen voelen.”’ Dan is het zaak om politiek en media te blijven bestoken met je resultaten, vindt Koemans. ‘Als er niet geluisterd wordt, betekent dat niet dat je niet meer moet roepen.’
LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-SELEXYZ-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2500 woorden dat speelt binnen de universitaire gemeenschap en/of het studentenleven en win €250, €75 of €50. Mail uiterlijk 8 december naar: redactieleiden@gmail.com. Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 10 november 2011 Geen commentaar
Hollandse Gründlichkeit Door Thomas Blondeau Zoals u verleden week in Mare kon lezen, werd begin september een Duitse postdoc
gearresteerd in het centrum van Leiden. Hij had onwetend een gestolen fiets gekocht bij een winkel. De politie – volgens de postdoc niet in uniform - was deze fiets aan het inladen, net toen de postdoc het stadhuis uitliep na zich ingeschreven te hebben in de gemeente. Hij wist niet dat de politie aan het werk was, de misverstanden stapelen elkaar op, de Duitser werd gearresteerd. Daarbij werd zijn hand gebroken. Een getuige die zich volgens een politiewoordvoerder, niet bij de politie heeft gemeld maar wel bij de advocaat van het slachtoffer, zegt dat de politie flink wat geweld gebruikte. Wanneer de Duitser in de cel zit, komt een andere agent binnen met een pakje kauwgum. Dat blijkt een fopartikel te zijn waardoor de gemaltraiteerde postdoc een stroomstoot krijgt. Treiterij die al op het schoolplein kinderachtig is, op de werkvloer belachelijk en in de cel verwerpelijk. Een onderzoek is gestart. De pestkop heeft ‘een pittig gesprek’ met een leidinggevend gehad. Of er (te veel) geweld gebruikt is bij de arrestatie, daar moet het Openbaar Ministerie nog uitspraak over doen. Dat de jongeman in de cel zat, heeft allicht met een zeer ongelukkig misverstand en hoogoplopende gemoederen te maken. Zoeken naar de goede Engelse woorden is voor zowel een postdoc als een agent niet vanzelfsprekend als beiden elkaar voor een dief houden en aan het worstelen zijn. Maar iemand komen pesten – een Duitser die een fiets heeft gestolen, we snappen de verleiding om een slechte grap te maken – in de cel? Kom je daarvan af met een ‘pittig gesprek’ en excuses maken? Werkelijk, meneer de burgemeester, u bent verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en wil ook nog eens zo graag dat er veel studenten en wetenschappers naar Leiden komen. De feiten dateren alweer van 5 september. Wordt het niet tijd voor excuses van de gemeente? En verontschuldigingen zonder concrete stappen tot verbetering zijn nutteloos. Een disciplinaire maatregel lijkt op zijn plaats. Dat een arrestatie ongelukkig kan verlopen, daar kan ieder zich wat bij voorstellen. Maar een buitenlander in de cel gaan opzoeken om te treiteren, is geen vormfoutje. Het is tijd voor wat Hollandse Gründlichkeit. Want vergeet het laagdunkend gewauwel van mensen die net een verkeersboete hebben gehad. De Nederlandse politie staat in het buitenland hoog aangeschreven wegens beschaafd, menselijk en correct gedrag. Dat imago is te belangrijk om met een fopkauwgom te besmeuren.
Colofon Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Harmke Berghuis redactie@mare.leidenuniv.nl Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Dirk-Jan Zom D.Zom@mare.leidenuniv.nl
Medewerkers
David van Bodegom • Rivke Jaffe • Petra Meijer • DM Sanders • Benjamin Sprecher Secretariaat Harmke Berghuis Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.P. Abrahams (voorzitter) • prof. dr. J. van den Broek • I. Bronstring • A. Brouwer • drs. J.C.M. Damen • prof. dr. A.J.W. van der Does • B. van der Donk • J. Egberts • dr. H. Heestermans • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • mr. F.E. Jensma • prof. dr. J.C. de Jong • D. van der Klugt • A. Liemburg• dr. D.J.W. Meijer • R. Nieuwenkamp • drs. R. Rijghard Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door € 35,- over te maken op bankrekening 10.32.57.950 ten name van Universiteit Leiden inzake Mare. Studenten betalen € 25,-. Zij maken dit bedrag over op bovenstaand bankrekeningnummer onder vermelding van hun studentnummer. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Zijn lichaam vermoordde hem Midden in de nacht gaat mijn pieper. In een poging het harde geluid zo snel mogelijk te smoren, veeg ik de pieper per ongeluk van tafel. Met veel gekletter valt hij op de grond. Ik doe het licht aan, pak de pieper onder het bed vandaan en druk op de knop. Het geluid stopt. Op het scherm knippert in vier groene cijfers een nummer. Ik toets het in op de telefoon die aan de muur hangt en krijg afdeling R7 aan de lijn: een sterfgeval. Ik schiet een witte jas aan en loop snel naar de liften. Haast lijkt niet meer nodig, maar haast is de routine van de dokter. Nooit zul je een arts zien sloffen door het ziekenhuis. Met de zwembadpas onderstreept hij zijn onmisbaarheid op de plek waar hij naar onderweg is. In de lift wrijf ik in mijn ogen en als de deur opengaat, loop ik een rondje over de uitgestorven afdeling tot ik de kamer vind met het bordje ‘belet’ erop. Er is geen familie. Ik sla het laken terug en zet de stethoscoop op de borst van het levenloze lichaam van een oude man. Binnen heerst een ijzige stilte. Ten overvloede voel ik aan de pols. Ik kijk op mijn horloge. Tijdstip van overlijden: 3 uur 32, noteer ik op het formulier. Wat moet ik bij de doodsoorzaak opschrijven? Ik kijk op de status. De man was opgenomen met kortademigheid. Het hart was slecht, de longen waren slecht en hij leek ook een ontsteking te hebben. ‘Hartstilstand,’ besluit ik uiteindelijk. Dat klopt immers altijd, per definitie bijna. Dit jaar hebben we in het onderzoeksgebied in Ghana de doodsoorzaken proberen te achterhalen van de mensen die de afgelopen jaren zijn overleden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft hiervoor speciale vragenlijsten over de omstandigheden rond iemands dood ontwikkeld, die toepasselijk genoeg de naam verbal autopsies dragen. Bij aankomst lieten we de Engelse vragenlijsten vertalen in het Bimoba, de lokale taal. Bimoba kent geen schrift, het wordt alleen gesproken. Lizzy, de kokkin, was een dag lang bezig met de vertaling.
Met veel precisie knepen haar ongeoefende handen in de pen en schreven letter na letter een fonetische Bimoba-vertaling op. Om te controleren of de vertaling klopte, lieten we hem door een leraar terugvertalen in het Engels. De man bestudeerde de eerste vertaalde vragen. Zijn vinger ging langs de kinderlijke letters van de kokkin. Hij leek iets op te willen schrijven en wij keken gespannen over zijn schouder mee of het resultaat overeen zou komen met het origineel. Zijn hand bleef hangen boven het papier en hij keek op. Wij keken hem vragend aan. ‘Dit is geen Bimoba,’ zei de man. Uiteindelijk is het toch gelukt om de vragen te vertalen en nu liggen er op mijn kantoortje in Leiden 1500 ingevulde vragenlijsten. Af en toe blader ik erdoorheen, het is rijk materiaal. Vooral voor antropologen en columnisten. De veldwerkers die de vragenlijsten afnamen was op het hart gedrukt om de vragenlijsten koste wat kost compleet in te vullen. Dit hadden ze bijzonder serieus genomen. Ook bij de man die zichzelf aan een boom had opgehangen en waar de doodsoorzaak wel duidelijk was, waren alle zes a4’tjes volledig ingevuld. Had de persoon verwondingen? ‘Ja.’ Zo ja, waar? ‘Rond de nek.’ Aan het eind van de vragenlijst wordt aan de veldwerker gevraagd om op te schrijven wat volgens hem de meest waarschijnlijke doodsoorzaak is. Hier wordt het echt boeiend. Interessante doodsoorzaken zijn tot nu toe het zeer populaire ‘witchcraft’ en ‘the disease’. Met stip op nummer 1 staat bij mij echter de doodsoorzaak: ‘His body killed him.’ Denk daar nog maar eens over na. David van Bodegom
doctor ouderengeneeskunde en staflid van de Leyden Academy on Vitality and Ageing
10 november 2011 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
‘Ik ben geen eurofiel’ Brinkhorst legde de EU uit aan de ‘opzoekgeneratie’ Oud-politicus Laurens Jan Brinkhorst neemt afscheid als hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij zoekt een antwoord op het sluipende nationalisme dat de Europese Unie bedreigt. ‘Ik schaam me ervoor.’ Op een kast in het kantoor van hoogleraar Europees Recht Laurens Jan Brinkhorst (74) staat een klein blauw vlaggetje met gele sterren. Het symbool van een unie die momenteel wankelt. Maar er is geen weg terug, vindt Brinkhorst, die onder andere minister, staatssecretaris en fractieleider van D66 was. Door Vincent Bongers
In 2006 keerde hij als hoogleraar terug naar Leiden waar hij als 17-jarige rechten ging studeren. Hij zwaait af nu de EU op een keerpunt in haar bestaan staat. ‘In Leiden vond ik het leuk om aan eerstejaars te doceren. Ik merkte wel af en toe dat ik met de ‘opzoekgeneratie’ had te maken. Dan gaf ik college over Spanje en Portugal en vertelde ik iets over Franco. Dan vroeg een student wie dat toch eigenlijk was. Achteraf had ik dan een gesprekje met die persoon en die zei dan: “Dat kunnen we toch op zoeken.” Maar je moet wel verbanden kunnen leggen, een referentiekader hebben. Studenten moeten weten dat Karel de Grote
Afscheidnemend hoogleraar Brinkhorst: ‘De Russen die dan wel even tien miljard euro in het Eurofonds willen steken. Dat is een affront’ Foto Taco van der Eb
en Karel de Vijfde niet in dezelfde tijd leefden. In deze tijd staat Europa, de kern van zijn vakgebied, voor een keuze. Intensiever samenwerken en meer eenheid uitstralen of terugvallen in nationalisme en uiteindelijk in irrelevantie. Dat is een analyse die niet is gebaseerd op liefde voor Europa. Het is het antwoord op sluipend nationalisme. Ik ben geen overmatige eurofiel. Ik vind de tegenstelling euroscepticus versus eurofiel ook onzinnig. Nederland heeft zich nooit geïnteresseerd voor politieke integratie, alleen in handel. Amerika regelde de rest wel. ‘Het einde van de Koude Oorlog heeft de geopolitieke situatie van Europa veranderd. Amerika richtte zich voor zijn veiligheid op andere landen en gebieden, vooral in Azië. We nemen nu een totaal andere plaats in, zijn een beetje aan ons lot overgelaten. We hebben nagelaten om in te spelen op die nieuwe verhoudingen. ‘Daarnaast is de totale suprematie van het Westen verdwenen. Andere landen kwamen op en wij hebben hun groeipotentieel onderschat. Wie had verwacht dat Europa met de hoed in de hand langs China moet gaan om geld binnen te halen om economische stabiliteit te krijgen? Of de Russen die dan wel even tien miljard euro in het Eurofonds willen steken. Dat is een belediging, een affront. Daar moeten
we als eenheid op reageren. ‘Maar dat is moeilijk te verkopen in een tijd dat veel politici beelden oproepen van een superstaat waarin de nationale identiteit verdwijnt. Het is kletskoek dat Nederland wordt opgeheven. De VVD onder leiding van Bolkestein is begonnen met het verzet tegen de betalingen aan de Unie. Dat is een dogma geworden. Als je een Nederlander op zijn portemonnee trapt, trap je hem op zijn hart. ‘Het vertrouwen is natuurlijk ook geschonden. Toen de euro kwam, hoopte we ook dat er een meer gemeenschappelijk economisch beleid zou komen. Dat er in ieder geval begrotingsdiscipline zou zijn. Wat schetst onze verbazing? Juist Duitsland, dat zo hamerde op het stabiliteitspact, trad het als eerste met de voeten. Dat was een schok en daar heeft de politiek niet goed op gereageerd. Die wanstaltige leus: “Europa. Best belangrijk” die de overheid gebruikte tijdens het referendum in 2005, zegt alles. Het is een miskenning van de werkelijkheid. ‘Er is hier een klimaat ontstaan van “Hou me vast, ik bega een ongeluk.” Het is toch uniek dat acht ambassadeurs in Nederland, en geen kleine jongens maar bijvoorbeeld Japan, Groot-Brittannië en Duitsland, ons onlangs in de NRC opriepen niet zo naar binnengericht te zijn. Ik schaam me er voor.’
Frutti di Mare
De zombies tegen de mensen Door Marleen van Wesel Groepjes studenten met rode bandana’s, gasmaskers en capes sluipen voorbij, dinsdagavond rond half acht in de Houtlaan. ‘Ze spelen Humans vs. Zombies,’ verklaart scheikundestudent Thomas van Marle (23). Zelf organiseert hij het spel, samen met enkele andere leden van de verenigingen Het Duivelsei en Catena. ‘Het is eigenlijk een soort geavanceerd tikkertje. We zijn acht dagen geleden begonnen met twee zombies en ongeveer dertig humans. Elke avond is er een missie, waarbij de zombies de humans proberen te bijten – zogenaamd dan, zodat die geïnfecteerd raken door het zombievirus. Dit is de laatste avond.’ Een kleine dertig zombies proberen de twee overgebleven tegenstanders intussen in een hoekje te drijven op een parkeerplaats achter de Houtlaan. De humans hebben zich verschanst achter een barricade van fietsenrekken, gewapend met opblaasbare knuppels en nerfguns – pistolen die rubberen pijltjes afschieten. ‘Raakgeschoten zombies zijn gedurende vijf minuten onschadelijk’, leggen zombies Mike (19, Hoger laboratoriumonderwijs), Dominique (19, Japans) en Anneloes (21, biomedische wetenschappen) uit. ‘Deze humans hebben het professioneel aangepakt. Wij gebruikten sokken en mandarijntjes.’ Ook overdag, buiten de missies om, mogen zombies toeslaan. ‘Buiten dan. In huizen, universiteitsgebouwen en op Catena ben je vrij,’ vertelt Mike. ‘Maar die spelregel ontdekte ik pas nadat mijn huisgenoot mij thuis geïnfecteerd had.’ ‘Go!’ klinkt het plotseling vanuit de zombiegroep. De tegenstanders meppen flink van zich af, en met succes. De zombies staken hun aanval zelfs even, omdat een van hen nogal hard geraakt is. Van Marle: ‘In het donker gaat het
wel eens mis. Sommige zombies lopen schaafwonden op en er is zelfs iemand die wat stukken van zijn voortanden mist.’ Het Duivelsei organiseert het spel nu voor de derde keer, en voor de eerste keer in samenwerking met Catena. Tijdens de vorige edities waren er telkens enkele humans die de eindstreep haalden, maar de zombies zijn momenteel erg fanatiek. ‘Gisteravond hebben ze nog tien humans gegrepen,’ vertelt Van Marle. Daan (21, molecular science techno-
logy, overlevende humans) wist het de vorige twee edities ook al tot het einde uit te houden. ‘Ik heb deze keer zelfs een nieuwe nerfgun gekocht. Deze werkt op batterijen.’ Zijn soortgenoot Alexander (18, sterrenkunde), verweert zich met Daans oude wapen. Het spel wordt sinds 2005 op Amerikaanse universiteitscampussen gespeeld. Een paar leden van Duivelsei lazen erover op internet en introduceerden het op hun vereniging.
‘In Leiden is het wel wat lastiger dan op een campus,’ vindt Daan. ‘Hier kom je elkaar minder snel toevallig tegen, waardoor de strijd zich wat meer tot de missies beperkt.’ Om vier over acht, enkele minuten voor het einde van het spel, weten de zombies de alsnog te zegevieren. Erg lang genieten ze niet van hun overwinning. ‘Mooi op tijd. De meesten van ons moeten zo nog naar stijldansles’, klinkt het niet al te bloeddorstig vanachter een horrormasker.
Wablieft? ‘Wa zegde gij?’ Ooit was het een halsmisdaad om dialect te spreken op de Vlaamse televisie. Maar de huidige versoepeling maakt niet iedereen vrolijk. De Belgische dialectoloog José Cajot spreekt zaterdag 12 november op een Leids publiekssymposium over standaardtaal, dialect en accent. Verleden week werd bekend dat de Vlaamse publieke omroep voor bepaalde programma’s zal toelaten dat er afgeweken wordt van de standaardtaal. Vroeger was dat onvoorstelbaar geweest. Een goede zaak? ‘Meneer, laat ik u een vraag stellen: als u naar een serie als Flikken kijkt, hoort u dan Nederlands?’ Wel…ja? ‘Laat ik dan een andere vraag stellen: Lijkt de taal van die acteurs op die van bijvoorbeeld uw collega uit Maastricht?’ Nee, maar… ‘Kijk, dat bedoel ik. Behalve bij documentaires en nieuwsuitzendingen wordt er al lang geen Nederlands meer gesproken op de Vlaamse tv.’ En dat bedroeft u? ‘Het is mijn vrees dat de staatsgrens tussen Nederland en België een taalgrens zal worden. En dat de taalgrens met Wallonië een staatsgrens, maar dat is een andere kwestie.’ Loopt het wel zo’n vaart? ‘Er zijn twee kenmerken om van een gemeenschappelijke taal te spreken. Als de sprekers van die taal die op een zelfde manier benoemen. En als de sprekers van die taal elkaar als zodanig erkennen. Erkenning en herkenning dus. Kijk, Cameron en Obama zullen beiden zeggen dat ze Engels spreken. Er zitten wat verschillen in hun taal maar die zijn niet zo groot als tussen Nederland en Vlaanderen. En de Verenigde Staten en Groot-Brittannië worden gescheiden door een oceaan! ‘Walen hebben ook hun eigen variaties op het Frans maar voor de standaardtaal kijken ze naar Frankrijk. Dat doen Vlamingen niet meer met Nederland.’ Heeft dat te maken met een toenemend Vlaams identiteitbesef? ‘Zeker. Maar je kunt patriot zijn en toch een goede beheersing van de standaardtaal te hebben. Een Nederlandse en een Vlaamse Limburger zeggen beiden in hun dialect een ‘sjoen teske’, als ze een mooi koffiekopje bedoelen. Maar als ze dan beschaafd gaan praten zegt de Nederlander ‘een mooi kopje’ en de Vlaming ‘een schone tas’. O jee. ‘Vergis je niet, het is niet alleen een Vlaamse kwestie. Toen Hedy d’Ancona de Nederlandse minister van Cultuur was, wilde ze absoluut de verschillen bewaren tussen de Vlaanderen en Nederland. Dat paste in een of ander Europees idee van pluriformiteit.’ TB
‘Deze humans hebben het professioneel aangepakt. Wij gebruikten sokken en mandarijntjes. Foto Taco van der Eb
Symposium ‘Gespleten tongen in de Lage Landen’ wordt aanstaande zaterdag georganiseerd door Het Leiden University Centre for Linguistics (LUCL). Voor meer informatie, zie website LUCL.
4 Mare · 10 november 2011 Nieuws
Verplicht inchecken Volgens studentenorganisatie ISO moeten studenten vanaf 1 januari 2012 altijd in- en uit checken bij de NS. Wie dat vergeet, riskeert een boete. Ook als er gratis gereisd wordt. De NS wil nog geen ingangsdatum voor de regeling noemen. ‘Maar het wordt 1 januari’, zegt ISOvoorzitter Sebastiaan Hameleers. ‘We zitten regelmatig om de tafel met de NS en de datum is aan ons bevestigd.’ De NS wil graag zicht hebben op de vervoerstromen en een lijn trekken met het andere openbare vervoersbedrijven. Daar is het inchecken al sinds november verplicht. ‘We vinden het inchecken op zich geen probleem’, zegt Hameleers. ‘Wel moet er een overgangsperiode van minstens een maand komen waarin studenten in plaats van een boete een waarschuwing krijgen. De NS heeft dit ook toegezegd.’ Ook vindt het ISO dat een keer vergeten een student niet meteen geld moet kosten. ‘Als je de oude kaart vergat, kon je een of twee keer per jaar een boete terugdraaien door later aan te tonen dat je de kaart wel had. Die mogelijkheid moet voor het inchecken ook komen.’
Hoogleraar LUMC adviseert regering Prof. Jan Anthonie Bruijn, hoogleraar immunopathologie en onderwijsdirecteur van het LUMC, is benoemd tot voorzitter van de Adviesraad Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Dat is een organisatie die de regering en de Tweede Kamer adviseert over het wetenschapsen innovatiebeleid. De huidige voorzitter, Joop Sistermans, gaat aan de slag bij TNO.
F. Springer overleden Op 7 november is de auteur Carel Jan Schneider op 79-jarige leeftijd in Den Haag overleden. Onder het pseudoniem F. Springer schreef hij populaire romans als Tabee, New York, Bougainville en Teheran, een zwanenzang. In 1990 schreef hij het boekenweekgeschenk: Sterremeer. Schneider werd in Nederlands-Indië geboren en studeerde rechten in Leiden. In 1998 was hij gastschrijver aan de universiteit. Schneider werkte als diplomaat onder andere in Iran en de DDR. Zijn romans spelen zich ook vaak in de diplomatieke wereld af. In 2010 verscheen zijn laatste boek: Quadriga, Een eindspel, waarin hij zijn tijd in Berlijn verwerkte.
Zelfreinigend Staatssecretaris Halbe Zijlstra prees het zelfreinigend vermogen van de Nederlandse wetenschap. Hij deed naar aanleiding van de reactie op de affaire Stapel. ‘Wat hij heeft gedaan, is absoluut niet acceptabel, laat dat helder zijn. En het is goed dat de wetenschappelijke gemeenschap meteen initiatieven heeft genomen om te voorkomen dat zoiets nog een keer kan gebeuren’ zei hij tegen het publiek in de Ridderzaal tijdens de Avond van Maatschappij & Wetenschap. Zijlstra: ‘Neem de Nobelprijs waar heel Nederland vorig jaar trots op was. Het stond op alle voorpagina’s, het journaal opende ermee, en van De Wereld Draait Door tot en met Pauw en Witteman was er veel aandacht voor Andre Geim.’
Simon Schama Dit jaar beleeft de Huizingalezing zijn veertigste editie. Spreker is de Britse historicus Simon Schama, onder meer bekend van zijn boek The Embarrasment of Riches en documentaires voor de BBC. De Huizingalezing wordt jaarlijks georganiseerd door de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden, NRC Handelsblad en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De naam van de lezing is een eerbetoon aan de Leidse historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga. Schama spreekt zijn lezing vrijdag 9 december uit in de Pieterskerk. Kaartjes kosten € 19.95 en zijn te koop in de webwinkel van NRC.
Onduidelijkheid over boetes Studenten van de faculteit Geesteswetenschappen zeggen zich correct te hebben ingeschreven voor tentamens. Toch kregen ze een boete wegens een late aanmelding. Personeelsraadslid Marion Boers meldde in de faculteitsraadvergadering van Geesteswetenschappen dat bij twee tentamens met groepen van zestig studenten er bij beide tien studenten waren die niet op de lijst stonden. Dit terwijl ze wel het idee hadden alles bij inschrijving via Usis goed gedaan te hebben. Boers: ‘Wie moet ik dan geloven?’ Dit studiejaar is bij Geesteswetenschappen een proef gestart met boetes bij te late inschrijving voor tentamens. Studenten betalen 10 euro als ze zich in de aanloop van het tentamen te laat inschrijven en 20 euro als ze zich helemaal niet inschrijven. Er werd geopperd dat het probleem zou ontstaan als studenten uitloggen, zonder dat de inschrijving voor het tentamen volledig voltooid is. Studentraadslid Marc Newsome van partij BeP voerde aan dat studenten niet goed weten hoe het programma werkt. Volgens Karin van der Zeeuw, hoofd onderwijsadministratie bij Onderwijs- en Studentzaken legen niet alle studenten hun winkelwagentje, wat ervoor zorgt dat de inschrijving mislukt. Ze wees erop dat er duidelijke simulatieprogramma’s bestaan die laten zien hoe Usis werkt. Vice-decaan Willem Drees zei dat er op centraal niveau al gepleit is voor het instellen van een bevestigingsmail als oplossing. Studenten die een handeling verricht hebben krijgen hiervan een melding, zodat duidelijk wordt of de inschrijving voor bijvoorbeeld een tentamen gelukt is. Deze wijziging binnen Usis staat al gepland, zei hij. DJZ
Zijlstra nalatig in voorlichting studenten ‘Studenten staan onder grote financiële druk’ Het ministerie van Onderwijs schiet tekort in het informeren van studenten over nieuwe en op stapel staande maatregelen, vinden de studentenorganisaties LKvV, ISO en de LSVb. Door Vincent Bongers Daarom beginnen zij zelf een voorlichtingscampagne waarin onder andere de langstudeerboete, de dure tweede master en de harde knip tussen bachelor en master aan bod komen. De organisaties noemen het
‘schrijnend, schandalig en nalatig’ dat staatssecretaris voor het hoger onderwijs, Halbe Zijlstra, studenten ‘onder grote financiële druk zet en hen niet eens goed informeert.’ De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft studenten in oktober wel een brief gestuurd waarin een update wordt gegeven over recente veranderingen. Maar die schiet volgens de studentenorganisaties tekort. Die brief is te vaag, vinden zij. De harde knip en de tweede studie tegen instellingscollegegeld worden bijvoorbeeld niet eens genoemd. Ook het plan om een sociaal leenstelsel
in de master in te voeren wordt niet vermeld. Op de site van DUO staat overigens wel meer informatie over dit voorstel dat nog door de Tweede Kamer moet worden goedgekeurd. Op die site ontbreekt dan weer informatie over de tweede master en de harde knip. De organisaties vinden dat de overheid studenten verplicht de informatie bij elkaar te schrapen. Op de sites van de drie organisaties zijn factsheets te vinden waarop alle voor studenten relevante maatregelen van het kabinet op een rijtje zijn gezet.
Veel Delftenaren tegen fusie Een groot deel van de medewerkers en studenten van de TU Delft ziet een fusie met Rotterdam en Leiden niet zitten. Dat blijkt uit een enquête van Delta, het Delftse universiteitsblad. 3532 Studenten, 865 wetenschappers en 474 niet-wetenschappelijke medewerkers vulden de vragenlijst in. Het ondersteunend personeel is het minst negatief over een mogelijke fusie. 56 Procent is ‘het helemaal niet eens’ of ‘enigszins niet eens’ met een samensmelting. Van de wetenschappers kiest 75 procent voor een van deze twee categorieën. Net als 74 procent van de studenten. Veel van de geënquêteerden vrezen dat een fusie is ingegeven door bezuinigingsdrang. Ook is er de angst dat de TU haar goede naam gaat verliezen. Daarnaast is een fusie ook helemaal niet nodig om intensiever samen te werken met Leiden en Rotterdam. Een groot deel van de medewerkers en studenten ziet al weinig brood in meer samenwerken. Veertig procent van de wetenschappers wil nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan met Leidse opleidingen. Samengaan met de Rotterdamse Erasmus Universiteit is nog minder aantrekkelijk. Slechts een derde van de wetenschappers kan afdelingen bedenken waarmee ze zouden willen samenwerken. Ruim de helft van de Delftse studenten ziet het niet zitten om deels in Leiden en Rotterdam te studeren. Vooral niet in Leiden: 64 procent wil daar geen vakken volgen. In het voorjaar wordt duidelijk of de drie universiteiten daadwerkelijk inzetten op een fusie. VB
Herrie schoppen
Studenten van politicologie-vereniging SPIL mochten dinsdagavond een rondje sparren met de ME, ter lering voor de laatsten en ter vermaak. Een avondje rellen is inmiddels een traditioneel uitje geworden voor veel verenigingen. Foto Joyce Belkom
‘Vleien is prima techniek’ Midden in de hal van het Lipsiusgebouw staat een jongen. Hij heeft een stapel briefjes met aantekeningen in zijn hand. Hij lijkt te praten, maar is onverstaanbaar tussen de kletsende mensen. Hij doet mee aan het Max Havelaar Toespraken Toernooi, waarbij studenten en scholieren tegen elkaar strijden wie de beste redenaar is. Wie dat is bepalen Winnie Sorgdrager, oud-minister/oud-officier van justitie, Rob Wijnberg, hoofdredacteur van nrc.next, en Jaap de Jong, hoogleraar journalistiek en nieuwe media. Waarom zij de jury zijn? Wijnberg legt het even uit: ‘Jaap de Jong is de
meest gerespecteerde retorica-deskundige. Winnie Sorgdrager heeft het in de praktijk allemaal meegemaakt. En ik’, Wijnberg kijkt lachend naar De Jong, ‘Waarom ben ik eigenlijk gekozen?’ Thema van de avond is eerlijke handel. Een van de deelnemers verwijst in zijn toespraak gelijk naar een stuk dat hij gelezen heeft in nrc. next. ‘Goed zo’, is de reactie van De Jong daarop. ‘Vleien werkt prima als retorische techniek.’ Een ander las juist iets in de Volkskrant: ‘Sorry, meneer Wijnberg’. Uiteindelijk staan er drie scholieren in de finale. De twee studenten van de Universiteit Leiden die mee-
doen, Dieuwertje de Rover, student bestuurskunde, en eerstejaars wijsbegeerte Robin Bongers, gaan niet door. Jammer? Bongers: ‘Als de boodschap maar over komt.’ Zelf draagt hij alleen kleding die op fair trade wijze is geproduceerd. ‘Na de speeches kwam een vriendin naar me toe. Ze zei: ‘Voortaan eet ik alleen nog chocolade van Tony Chocolonely. Dat vind ik veel belangrijker.’ Dat is geheel in lijn met de schrijver Multatuli die speechen als een noodzakelijk kwaad zag om zijn doel te bereiken. Toch wint de jongen met de mooiste presentatie: Alexander Hulsbergen, een 16-jarige scholier. HB
10 november 2011 · Mare Meneer de Professor
In Amsterdam Tussen de horeca-etablissementen en strip-uitspanningen die de entree vormen van de trotse VOC-stad, trof ik op het Beursplein in Amsterdam een sfeer die bleek te worden aangeduid met de term ‘mellow’. Op uitnodiging van de Occupy-beweging zou ik in de hoofdstad komen spreken over biologisch-dynamisch tuinieren. Of ik mijn levenslange passie in sociaal-economisch perspectief kon plaatsen – iets wat ik gretig heb toegezegd. Het aldaar opgetrokken tentenkamp baadde in neonlicht, dat werd weerkaatst door allerhande slingers en spandoeken. Ik klampte een man aan met een Che Guevara-shirt en een megafoon. ‘De organisatie? Daar zijn we juist tegen, vriend. Daar is het podium. Go!’ En zo belandde ik met een fikse duw op een verhoginkje in een menigte van goedbedoelenden, dat zag je meteen: ongewassen, ongeschoren, danig onder invloed. Dit was mijn publiek. Hier werd de wereld gered. Na in rap tempo alle buitenkansen van biologisch-dynamisch tuinieren uiteen te hebben gezet, en Dick Cheney te hebben geprezen om zijn liefde voor dynamische biologie en de jacht, besprak ik de twijfelachtige aannames rondom de ‘opwarming’ van de ‘aarde’. Mijn spreektijd vloog voorbij - althans de microfoon werd mij direct ontnomen door een jonge hanenkam. Joviaal nam ik afscheid. Hoopgevend, zo’n nieuwe generatie. De korte omweg onderweg naar het station voerde langs de Wallen. Het Amsterdam Research Centre for Gender and Sexuality had daar Mariela Castro uitgenodigd, de dochter van Raúl, het nichtje van Fidel. Ze kwam een ‘dialoog’ voeren over seks in Havanna. Dat wil zeggen: ze kwam vertellen dat haar papa ook in Cuba de seksindustrie ging legaliseren. Het is natuurlijk prachtig dat langzaamaan de geschiedenis zich herhaalt in dat vreemde sigarenland, waar men inderdaad onder maffiabewind in de jaren vijftig legaal een wip kon kopen. De ultieme dood in de pot voor de nu al 42 jaar durende revolutie. Na een gloedvol betoog van deze dappere strijdster voor de mensenrechten was er helaas geen tijd meer voor vragen. Mariela moest immers nog langs de bordelen, begeleid door een gezelschap Cubaanse geheim agenten en brave UvA-wetenschappers, om een paar hoertjes de hand te schudden. Mooi toch dat dit kan, in Amsterdam. De dochter van één van de laatste tirannen ter wereld uitnodigen om doodleuk te komen praten over vrije tijdsbesteding in de Heilstaat. In Leiden moet je echt niet aankomen met Aisha al-Khadaffi of Raghad Hoessein. Toch was het heerlijk om de trein terug te pakken, en met gestopte pijp mijn stadje weer in te wandelen. Leiden, waar alleen de meeuwen schreeuwen. D.M. SANDERS Uw reacties worden geweldig op prijs gesteld: d.m.sanders@mail.com.
5
Nieuws
‘Repetitor zet aan tot fraude’ Beschuldigde vindt aanklacht van docent ‘ongehoord en schandalig’ Rechtendocenten zijn niet blij met repetitor Jan Peter van Leeuwen. Volgens universitair docent internationaal publiek recht Freya Baetens gaat de ondersteuning van Van Leeuwen te ver en zet hij aan tot fraude. DOOR VINCENT BONGERS Dat bleek onlangs bij de faculteitsvergadering Rechten. ‘Hij biedt nadrukkelijk aan studenten te helpen bij het maken van opdrachten die voor een kwart van het totaalcijfer van het vak meetellen. Dat vinden wij niet juist. We maken gebruik van standaardantwoordmodellen. Als Van Leeuwen deze gebruikt in zijn begeleiding zet hij studenten aan tot fraude.’ Daarnaast ergert het docenten dat Van Leeuwen ongevraagd wervende posters op heeft gehangen op de faculteit. Baetens wil dat het bestuur minstens een pittige brief naar de repetitor stuurt. Decaan Rick Lawson beloofde tijdens de vergadering dat het faculteitsbestuur onderzoek zou doen naar de kwestie. ‘Het mag niet zo zijn dat studenten worden aangezet tot plagiaat en valsheid in geschrifte.’ ‘Van Leeuwen heeft inderdaad ongevraagd posters opgehangen’, zegt Kees Pafort, lid van het faculteitsbestuur. ‘Die zijn verwijderd. Als hij gevraagd had om toestemming om posters te mogen ophangen, dan had het bestuur dat geweigerd. Hij biedt hulp aan bij het maken van opdrachten. Het is wat anders als hij de opdracht voor de studenten maakt. Bij de betreffende vakken worden standaard antwoordmodellen gebruikt. Het gaat er om hij de antwoorden in bezit heeft en die ook aan de studenten geeft. Dat is niet de bedoeling. Hij begeeft zich wat dat betreft wel langs de rand.’
Het bestuur vindt overigens ook dat teksten op de website van Van Leeuwen de nodige irritatie kunnen oproepen bij docenten. ‘Alleen al bijna vierhonderd pagina’s arresten maken dit vak tot een zeer onoverzichtelijk gebeuren voor een 5-puntsvak’, vermeldt de site over het vak Europees recht. ‘Mijn cursus maakt alles overzichtelijk en inzichtelijk. Zeer lastig leesbaar boek wordt door de cursus overbodig.’ Jan Peter van Leeuwen vindt het ‘ongehoord en schandalig’ dat hij van fraude wordt beticht. ‘Ik doe al zestien jaar mijn best om zo goed mogelijk onderwijs te geven en dan krijg je dit. Ik vind het echt heel
Geen medelijden met grensoverschrijders De studenten die vanwege het overschrijden van de bijverdiengrens een deel van hun studiefinanciering terug moeten betalen, worden niet gematst door het ministerie van Onderwijs. Dat laat staatssecretaris Halbe Zijlstra weten. Hij reageerde op een door een Kamermeerderheid gesteunde motie over de in 2008 plots sterk gegroeide groep teveel verdieners. Bijna 20 duizend studenten kregen in maart van dit jaar het bericht van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) dat zij in 2008 de bijverdiengrens hadden overschreden. De groep overschrijders was ten opzichte van 2007 fors gegroeid. Uiteindelijk zijn er 18.700 studenten die terug moeten betalen. De rest maakte met succes bezwaar tegen de vordering. Een kleine overschrijding kan al een pittige naheffing tot gevolg hebben. Een student die bijvoorbeeld een paar tientjes boven de grens zit, kon een naheffing van rond de duizend euro krijgen. Dat komt omdat ook een heel jaar gebruik van de ovkaart moet worden terugbetaald. In 2010 is dit aangepast. Studenten betalen alleen de overschrijding. Volgens de Tweede Kamer was de toename aan overschrijders mogelijk het gevolg van een verandering
in de regeling. De grens lag in 2008 op € 12.916. Dat was flink hoger dan de € 10.630 die studenten mochten bijverdienen in 2007. Alleen in 2008 gaat het om het verzameld inkomen en niet om een netto-inkomen zoals voorgaande jaren. De Kamer wilde dat Zijlstra uitzocht wat de oorzaak is van de stijging. Ook moest hij bekijken of studenten wel voldoende geïnformeerd waren over de regels. Verder wilde de Kamer weten of er een coulanceregeling voor overschrijders mogelijk is. Het blijkt dat de belastingdienst vanaf 2008 niet kijkt naar het nettoloon maar naar het verzamelinkomen. Na langdurig rekenwerk is Zijlstra er uit en weet hij welke gevolgen de aanpassing heeft gehad. Het blijkt dat voor 5100 studenten de wijziging nadelig heeft uitgepakt. Voor een groep van rond de 4000 studenten pakte de nieuwe situatie juist gunstig uit. Het valt dus allemaal wel mee, aldus de staatssecretaris. Hij stelt dat de regel ‘naar behoren’ heeft gewerkt en dat DUO studenten ‘toereikend’ heeft geïnformeerd over de wijziging. Of te wel: ‘eigen schuld.’ Enige soepelheid kunnen de bijverdieners vergeten. Bovendien is het volgens de staatssecretaris alleen mogelijk een coulanceregeling door te voeren voor alle overschrijders, en dat wil hij niet. VB
vervelend om te horen. ‘Het is echt idioot om te beweren dat ik standaardantwoorden heb en die aan studenten geef. Die antwoorden zijn er helemaal niet omdat ze elk jaar het vak anders doen. Ik help studenten inderdaad bij de opdrachten. Veel studenten maken die overigens vaak ook samen.’ Uiteraard wijst hij studenten erop als ze iets fout doen, zegt hij. ‘Maar als dat fraude is, dan kun je alle begeleiding wel fraude noemen. Is scriptiebegeleiding dan ook niet geoorloofd? Je kunt toch ook oefententamens doen?’ Het bestuur kan formeel niet veel doen aan de activiteiten van
Van Leeuwen. ‘We sturen een brief waarin we onze bezwaren formuleren’, zegt Pafort. ‘We vragen hem ook of hij de toon van de teksten op de site wat matigt. Als er dan niets gebeurt, nodigen we hem uit voor een gesprek.’ Dat zijn posters de faculteitsraad halen, vindt Van Leeuwen onbegrijpelijk. ‘Als de docenten me even hadden gebeld, dan had ik de posters weggehaald. Als ze willen dat ik helemaal niets ophang, dan stop ik daarmee. Dit hoeft toch niet aan het faculteitsbestuur te worden voorgelegd. Ik vind het kinderachtig dat docenten op deze manier te werk gaan.’
‘Ze weten het donders goed’ Vanaf vorige week heeft iedereen een LU-card nodig om de Universiteitsbibliotheek binnen te mogen en boeken te lenen. Werkt het? De vernieuwde collegekaart is voor eerstejaarsstudenten verplicht. Ouderejaars hebben hem alleen nodig om de UB in te komen. Heeft iedereen ‘m al? ‘Het is uitstelgedrag: mensen vragen ‘m pas aan als ze voor een dichte deur komen te staan’, zegt universitair woordvoerder Caroline van Overbeeke. De invoering van de kaart verloopt volgens haar verder zonder veel problemen. Er zijn steunpunten voor de LU-card opgezet en er zit een helpdesk klaar om de vragen van de student te beantwoorden. Een uurtje posten bij de ingang van de UB levert geen probleemgevallen op. Alle studenten lijken voorbereid op de rij toegangspoortjes. Bezoekers die nog geen kaart hebben, kunnen die bij de balie aanvragen. Tot oponthoud komt het niet. ‘De extra beveiliger staat hier om het in de gaten te houden en om de bezoekers op het nieuwe systeem te wijzen’, aldus een baliemedewerker. Dus iedereen weet wel dat een LU-card nodig is? ‘Ja hoor, dat weten ze donders goed,’ zegt Van Overbeeke. ‘We hebben het vaak genoeg in nieuwsbrieven gezet, en ons best gedaan het zo veel mogelijk te communiceren.’
Een kleine rondvraag leert dat de invoering toch niet voor iedereen zo duidelijk is. Dat zegt ook universiteitsraadslid Fenne Bodrij: ‘Ik hoor verhalen van studenten die niet weten dat ze een pas nodig hebben, dat de pasfoto’s geweigerd worden, of dat mensen niet weten dat ze de kaart eerst nog moeten activeren.’ André Maaskant, student bestuurskunde en tevens raadslid: ‘Veel mensen die ik nu spreek zien de toegevoegde waarde van de LUcard nog steeds niet. Ze ervaren het als wéér een extra pasje.’ Collega-raadsleden Tim Fleur en Roel Glasbeek hopen vooral dat de kaart een einde maakt aan de groepen scholieren die komen studeren in de UB. Volgens hen is dat een van de grootste ergernissen van UBgebruikers. Fleur: ‘Met de toegangspoortjes is dat probleem hopelijk verleden tijd.’ Maar wat verder precies het voordeel is, is Maaskant nog niet duidelijk. ‘Pas als je met de kaart ook kunt printen, of als je ‘m als sportpas kunt gebruiken, zal het zijn meerwaarde bewijzen. Nu heb ik de pas nog weinig nodig gehad.’ Wanneer de LU-card precies meer functies krijgt, is nog onbekend. Van Overbeeke: ‘Van begin af aan hebben we gezegd dat de LU-card multifunctioneel moet zijn. Wat we niet willen is geld op de kaart, dat maakt het heel kwetsbaar.’ CK
P.F. Thomése: ‘We komen uit een apencultuur. Maar onze beschaving wordt steeds meer door vrouwen gedomineerd. Smerigheid is dé manier om daaraan te ontsnappen.’ Foto Tessa Posthuma de Boer
10 november 2011 · Mare 7 interview
Tot het gaatje Tragedie en een hang naar smerigheid leidden tot de literaire bevrijding van P.F. Thomése Gastschrijver P.F. Thomése (53) wilde met grove boeken zijn imago als ‘erudiet schrijver’ verbrijzelen. In zijn Albert Verwey-lezing rekende hij onlangs af met enkele collega’s. ‘Af en toe venijnig uithalen lucht op.’ Er is waarschijnlijk weinig belachelijker dan een man die vanachter een katheder ten overstaan van een gehoor het belang van de literatuur staat uit te leggen. (Uit: Nergensman, 2008) ‘Het blijft een belachelijke conventie waaraan je je onderwerpt. Wat de doorslag geeft om het toch te doen is dat het je dwingt om ergens iets van te vinden. Als ik gevraagd word, voel ik me genoodzaakt de wereld iets mee te delen. ‘Het heeft ook te maken met een oude, megalomane fantasie. Voordat ik ooit iets zinnigs op papier had, droomde ik al van toegestroomd volk dat ademloos aan mijn lippen hing. Al is de menigte nu wat geringer dan in mijn stoutste dromen.’ Niet voor niets zijn er de laatste jaren zo veel acteurs succesvol in de boekenbranche. Ik denk aan een multiculti-clown als het vergaderproduct Abdolah met zijn geraffineerde Iraanse straattoneel. (…) Even niet gekeken en Lucebert bleek tot een Ramsey Nasrtje te zijn geslonken. En van Gerard Reve naar Arthur Japin, dat is misschien leuk als agendapunt voor het middelbaar interregionaal homocontactoverleg, maar literair gesproken slaat het natuurlijk nergens op. Je koopt ook geen drol in een taartjeswinkel. (Uit: Het raadsel der verstaanbaarheid, over de kunst van het authentieke. Albert Verweylezing, 17 oktober jl.) ‘Ik zag ze kijken. Wat gaat-ie nu doen? Maar ik moest orde op zaken stellen. Je denkt vaak dat het vanzelf duidelijk is, dat iedereen wel ziet dat die schrijvers niet bepaald de hoogvliegers in de branche zijn. Kennelijk moet dat soms worden gezegd. Die kritiek is noodzakelijk. Je staat nergens meer boven als schrijver. Het is een man-tegen-man-gevecht geworden. ‘Mensen moeten blijven nadenken over hun keuzes en favorieten. Mijn lezing ging over hoe de commercie ons dwingt overal het positieve van in te zien en meegaand te zijn. De economische belangen worden steeds groter. Een boek moet slagen. Literatuur is synoniem geworden voor: een roman. Genres als het kortverhaal en toneel verdwijnen. Poëzie is marginaal geworden. Steeds meer komt vast te staan “hoe het hoort”, wat een “goede roman” is. En dat is steeds vaker: de novelisation van een geslaagde film. ‘De reden dat ik me tegen die clowns keer, is dat ze zich zelfgewillig naar dat profiel schikken. Ze vertegenwoordigen een schrijverspersoonlijkheid. Ze verkopen niet hun werk, maar een life style. Hun boeken zijn hooguit een fetisj, een souvenirtje. ‘Als niemand dat zegt, dan doe ik het maar. Het kan nooit kwaad om dat welluidend te doen. Je moet niet aan de gang blijven, het
hoeft geen dagtaak te worden. Maar af en toe venijnig uithalen lucht wel op.’ De weldoener is een compromisloos boek, geschreven in een confronterende stijl die niet de aandacht op zichzelf richt, maar waarvan het ritme de verontrusting voelbaar maakt. (Uit: Juryrapport Ako Literatuurprijs 2011) ‘Kunst is een manier om te ontsnappen aan voorgeschreven vormen. Je kunt je vrij wanen. Er zijn weinig domeinen in de maatschappij waar je je dat kunt permitteren. Als de weerzin om aangepast gedrag te vertonen te groot wordt, moet je daar met een flinke karatetrap uitbreken. ‘Natuurlijk ben je vereerd dat een min of meer deskundige jury je boek een van de beste van het jaar vindt. Maar je word wel als onderknuppel in een rondvaartboot gepropt. Er is een draaiboek van een of andere middelmatige tv-redacteur die zegt wat je moet doen. Of je even in één zin je boek kunt samenvatten. Je ziet er bijna tegenop om te winnen: dan zit je helemaal vast in het scenario. Voor je het weet word je in een rijtuigje door je geboortedorp gereden. Natuurlijk vond ik het achteraf jammer dat ik niet won. Maar het geeft niet: er zaten goede boeken bij. ‘In 1991 won ik de Ako-prijs voor mijn debuut Zuidland, een bundel historische verhalen. Ik werd verpletterd door alle aandacht. Omdat ik nog maar net was begonnen, waande ik me een onbeschreven blad. Mensen gaan je meteen invullen, vonden me erudiet. Alsof ik de beste leerling van de klas was, het jongetje op wie Hella Haasse heel erg trots was. Ik wist niet hoe ik daaruit moest komen. Dat heeft me toen afgrondelijke momenten bezorgd. ‘Per saldo heb ik er heel veel baat en plezier van gehad. Erkenning is erg. Maar gebrek aan erkenning is nog veel erger. Je kijkt wel eens over je schouder naar schrijvers die tegelijkertijd zijn begonnen. Daar is vaak geen moer van terechtgekomen.’ ‘Ik verveel me zo, dus ik neem ontslag.’ (Briefje aan hoofdredactie Het Nieuwsblad van het Zuiden, 1984) ‘De universiteit heeft mij nooit kunnen bekoren. Ik vond alles leuk, behalve studeren. Ik heb ook geen herinnering aan docenten, of zo. Het college geven in Leiden is me honderd procent meegevallen. Ik heb in de zomer toch wel een soort van studie gepleegd, meer dan ik kwijt kon. Ik steek dus veel op van mijn eigen lessen. De studenten moeten veel schrijven, maar ik heb er nog niks gezien waarvan ik dacht: ik moet nu de uitgever bellen. Daar is het ook te vroeg voor. Ze moeten eerst nog fouten maken. Een schrijver moet eigenlijk wachten toch hij eind twintig is. ‘Toen ik zelf stopte met geschiedenis, in Amsterdam, ging ik bij kranten bedelen om een baantje. Ik werd leerling-verslaggever in Tilburg. Zo heb ik mijn vriend (en toekomstig romanpersonage, red.) J. Kessels ontmoet. Ik mocht alles doen: kunst, politiek, binnenland, sport. Dat is echt een leerschool geweest. Ik
heb er mijn schrijfangst overwonnen. Smoezen en ziektes tellen niet: de krant rekent erop dat het stukje komt. Het moet hoe dan ook af. Omdat het maatwerk is, word je ook heel praktisch: het kan altijd langer of korter. De journalistiek heeft me geholpen om het hoogdravende, romantische idee dat “het diep uit je komt” kwijt te raken. ‘In anderhalf jaar schreef ik een roman, tussendoor de dag- en avonddiensten. Toen die beleefd doch dringend werd afgewezen, dacht ik: dan zal het wel niet goed zijn. Maar toen daarna mijn korte verhalen in literaire tijdschriften werden gepubliceerd, kreeg ik vertrouwen. Na zes jaar dacht ik: als ik nu niets doe, word ik journalist en geen schrijver.’ Je kon ook nooit eens even rustig neuken, verdomme. Op deze manier werd het hem wel érg lastig gemaakt. Hij voelde de verslapping al intreden. Op zijn irritatie kon hij het nog net afmaken. Een paar snelle vegen en klaar was-ie. Dat luchtte op. Het kwam van heel diep. Alsof hij in haar moest pissen. (Uit: Vladiwostok!, 2007) ‘Als je het met Freud in de hand verklaart, is het gefnuikt perfectionisme. Anale fixaties zijn een uiting van je teleurstelling over een onvolmaakte wereld. Maar Freud heeft natuurlijk de boel behoorlijk uit zijn duim gezogen, als het al zijn duim was.
‘Ik dacht: als het erop aankomt heb je niks aan de literatuur. Waarom zou ik mij dan houden aan allerlei conventies?’ ‘We komen uit een apencultuur, maar onze beschaving wordt steeds meer door vrouwen gedomineerd. Smerigheid is dé manier om daaraan te ontsnappen. Als ik voor mezelf spreek: mijn vader is vroeg gestorven, ik ben als enige jongen opgegroeid tussen drie zusters en een moeder. Als je vrouwen met één ding tegen je in het harnas kunt jagen is het met smerigheid. Daar hebben ze een ontzettende hekel aan. ‘Volgens mijn vrouw was ik continu aan het lachen toen ik boven Vladiwostok! zat te tikken. Maar ze vroeg ook: “Moet dat er allemaal in?” Daarna kwam de uitgeverij - waar ook meer vrouwen dan mannen werken: “Kan het niet wat minder?” Ik vond dat ik door roeien en ruiten moest gaan. Uiteindelijk gingen ze overstag. In jazz en rock ‘n’ roll voel je hoe de makers uit hun bol gaan, tot het gaatje. Maar in literatuur moet alles altijd weer wat netter geformuleerd. Waar staat eigenlijk aangegeven: tot hier en niet verder?’ Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft weduwenaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten va-
der en moeder van een gestorven kind? (Uit: Schaduwkind, 2003) ‘Die bevrijding is begonnen toen ik Schaduwkind had geschreven (over de dood van zijn zes weken oude dochtertje, red.). Ik zat op een dieptepunt, maar was paradoxaal genoeg volkomen vrij geworden. Hij kon het me allemaal niets meer schelen. Ik dacht: als het erop aankomt heb je niks aan literatuur. Waarom zou ik mij dan houden aan allerlei conventies? ‘Het is ook iconoclasme: ik moest het beeld dat van me was ontstaan verbrijzelen. Ik gold al als “erudiet schrijver”, maar na Schaduwkind werd het helemaal onverdraaglijk. Als ik ergens binnenkwam, viel het stil. Mensen durfden me niets te vragen omdat ze dachten: “Die man heeft zoiets ergs meegemaakt” - alsof ik een soort heilige was. Nou, dat beeld heb ik met plezier aan gort geholpen. ‘Ik had ook het idee: hier eindigt iets. Nu begin ik aan een soort parallel leven. Iedereen die zoiets traumatisch heeft meegemaakt, zal dat bevestigen. Je hebt ervoor en erna. Ik lees ook nooit meer voor uit werk, vóór Schaduwkind. Dat voelt alsof het van iemand anders is.’ De frietdampen waren diep in haar huid getrokken, zelfs de kinderen en de honden roken ernaar. Een ontroerend besef dat mijn altijd sluimerende geilheid zeker ten goede kwam. (…) En daar stond ze dan. Alles, de Cafetaria van Vroeger, B.B.’s zeer zichtbare billen die bewogen alsof ze die beweging nodig hadden om te kunnen gaan bestaan, om hun ware vorm te vinden, de gillende negerlullen in het kokende vet, de hele bliksemse boel kwam teruggebliksemd, sloeg in precies op de plaats waar ik stond. (Uit: J. Kessels: the novel, 2009) ‘Bij J. Kessels: the novel ben ik helemaal los gegaan. Het is niet alleen leuk om te verzinnen, maar ook om te bedenken hoe mensen erop zullen reageren. Ik kreeg woedende reacties van lezers die het schandalig vonden. Daar heb ik plezier in. ‘Je hebt tegenwoordig een nieuw soort feminisme van zelfbewuste vrouwen die zelf wel uitmaken hoe ze klaarkomen, en dat soort dingen. Die vinden het verschrikkelijke, zelfingenomen mannelijke praatjes. Zij hoeven het niet eens te lezen om het te beoordelen: ze weten immers alles al. Feminisme en humor is natuurlijk nooit echt een heel erg gelukte combi geworden. Op een of andere manier blijft dat behelpen. ‘Als je geen tegenspraak meer hebt, moet je je zorgen maken. Er zijn van die schrijvers die door iedereen worden geprezen. Dan ben je volgens mij heel erg aan de afdaling begonnen.’ Door Frank Provoost Op dinsdag 17 november verzorgt P.F. Thomése een themaavond ‘Zuivere muziek & Toegepaste literatuur’. Met componist Martijn Padding en musicoloog/componist Leo Samama spreekt hij over het schrijven van een opera. Kamerling Onnes Gebouw, Lorentsz-zaal, 20.00 u. € 5,- Kaarten zijn te bestellen via gastschrijver@hum.leidenuniv.nl.
8 Mare · 10 november 2011 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Meedoen aan onderzoek naar een nieuw geneesmiddel tegen depressie en € 90 verdienen? Zie advertentie hierboven: fMRI onderzoek ARA290. On Friday 25 November 2011, the Institute for Tax Law and Economics is organizing an international conference on the subject of (fiscal) State aid and its quantification and recovery. The central question is how the extent of an advantage obtained through a fiscal measure should be quantified. Participation is free of charge, but subject to prior registration. On Thursday 24 November 2011, a PhD seminar on the topic
Academische Agenda of fiscal State aid will be held for PhD candidates from the Netherlands and abroad. Please see: http://www. law.leidenuniv.nl/org/fisceco/belastingrecht/onderzoek/actualiteiten. html or contact Maaike Smit at 071527 7840. Oppas gezocht: welke leuke studente wil af en toe oppassen op mijn dochter ( 9 jaar ) in de avonduren in centrum Leiden ? Voor info: 0622974158. Deelnemers gezocht voor onderzoek naar voeding, stemming en cognitie. Gezonde, niet-rokende, vrouwelijke proefpersonen (18-30 jaar) die geen hormonaal anticonceptiemiddel (zoals de pil) gebruiken en een regelmatige menstruatie cyclus hebben. Het onderzoek bestaat uit een intake (ongeveer 1 uur) en een onderzoeksochtend (ongeveer 3.5 uur, waarvan 1 uur pauze). U wordt kort geïnterviewd, vult vragenlijsten in en maakt computertestjes. Tijdens de onderzoeksdag slikt u een
www.wibiz.nl mare-wibiz 111104.indd 1
04-11-2011 11:10:55
voedingssupplement (tryptofaan) of placebo. Beloning: € 30,- Meer informatie: mail naar Leiden.onderzoek@ gmail.com. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Drie leerlingen uit groep 7 en 8 zoeken dringend hulp bij taal, rekenen en studievaardigheden; acht leerlingen Voortgezet Onderwijs, Kopklas, Brugklas, VMBO, HAVO zoeken hulp bij wiskunde, Nederlands, Engels, maatschappijleer, aardrijkskunde; twee leerlingen Speciaal Onderwijs hebben bijles nodig; 36 leerlingen Ba.O.groep 3 t/m 6 zoeken hulp bij taal en/of rekenen, van wie vijf met vergoeding. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling of bijlesgever thuis. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma-, wo en do. 15-17 u. Tel: 5214256, LET OP ons e-mailadres is: st.onderwijswinkel@ planet.nl. Verdien € 90 met deelname aan fMRI onderzoek ARA290. Onderzoek naar effecten van nieuw geneesmiddel (ARA290) op aandacht en geheugen. Gezocht rechtshandige proefpersonen, 18-35 jr, die niet roken of medicijnen slikken. Proefpersonen moeten lichamelijk en psychisch gezond zijn. Onderzoek duurt in totaal 6 uur met daarin toediening van geneesmiddel, computertaakjes en een hersenscan. Vrijblijvende info? cerith@fsw.leidenuniv.nl. Gezin uit Rijswijk zoekt student(e) pedagogiek of psychologie voor begeleiding van hun verstandeijk gehandicapte zoontje op dinsdag-
middag en/of donderdagmiddag van 16.00 tot 18.00, tegen een tarief van 15 euro per uur.Familie Wessels tel. 070-3546358 email: peter.wessels@ziggo.nl.
Maretjes extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is € 23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com Scholten Degelijk juridisch onderwijs en tentamentraining in kleine groepen door een ervaren en professionele docent. Tentamentraining verbintenissenrecht vanaf 7 november 2011; 6 bijeenkomsten van twee uur; euro 200,-. Tentamentraining verbintenissenrecht vanaf 2 januari 2012; 6 bijeenkomsten van twee uur; euro 200,-. Voor meer informatie: Scholten: 071-5126714 of gijs.scholten@planet.nl. Repetitor Straf- en strafprocesrecht, Bachelor 3, tentamen januari 2012 Onderwijs en tentamentraining in 10 lessen van 2,5 uur door ervaren en succesvolle docent. (Straf-proces-recht, BI en BIII en NOVA). Mr L. Slooter-Satter. lucienne@ slooter.com of 071-5157777.
advertentie
Mw.Prof.dr. K.J. Cwiertka zal op vrijdag 11 november met het uitspreken van de oratie benoemd worden tot hoogleraar aan de Faculteit der Geesteswetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van Modern Japan Studies. M.A. Cohen zal op dinsdag 15 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Beyond Beauty: Reexamining Architectural Proportion in the Basilicas of San Lorenzo and Santo Spirito in Florence’. Promotor is Prof.dr. C.A. van Eck. E. Jurado Jácome zal op dinsdag 15 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Agrobacterium infection: Translocation of Virulence Proteins and Role of VirF in Host Cells’. Promotor is Prof.dr. P.J.J. Hooykaas. M.S. Appelhans zal op dinsdag 15 november om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Phylogeny and biogeography of Spathelioideae (Rutaceae)’. Promotor is Prof. dr. E.F. Smets. F.L. Rangoajane zal op woensdag 16 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Political Shifts and Black Theatre in South Africa’. Promotor is Prof.dr. E.J. van Alphen. B.R. Toorenvliet zal op woensdag 16 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Genees-
kunde. De titel van het proefschrift is ‘Acute Abdominal Pain’. Promotor is Prof.dr. J.F. Hamming. J. Sonneville zal op woensdag 16 november om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Reinventing Microinjection’. Promotoren zijn Prof.dr. J.P. Abrahams en Prof.dr. M.H.M. Noteborn. N. van der Bijl zal op donderdag 17 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Cardiovascular computed tomography, technical developments and clinical applications’. Promotor is Prof.dr. A. de Roos. M. Baiker zal op donderdag 17 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Automated Analysis and Visualization of Preclinical Whole-body MicroCT Data’. Promotoren zijn Prof.dr. B.P.F. Lelieveldt en Prof.dr. C.W.G.M. Löwik. M.C. Peeters zal op donderdag 17 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Activation of G Protein-Coupled Receptors’. Promotor is Prof.dr. A.P. IJzerman. M.L. Koemans zal op donderdag 17 november om 16.45 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘The War on antisocial behaviour’. Promotoren zijn Prof. dr. J.P. van der Leun en Prof.dr. L.M. Moerings.
10 november 2011 · Mare 9 Wetenschap
Oplichtende tumoren De stap van de nucleaire geneeskunde naar de operatiekamer Leidse onderzoekers ontwikkelden nanoverbindingen die het de chirurg makkelijker maken om tumoren weg te snijden. door Bart Braun Hoe ziet kanker eruit? Chemicus Dr. Fijs van Leeuwen laat twee plaatjes zien. De eerste is een opname uit een scanner van de nucleaire geneeskunde waarin een patiënt ligt die een radioactief papje kreeg ingespoten. De patiënt zelf is doorzichtig in de opname, maar de uitzaaiingen zijn als zwarte paddenstoelen over zijn lichaam verspreid. Een chirurg die wil opereren, kan op zo’n plaatje goed zien waar hij moet zijn. Het tweede plaatje is een foto. Van Leeuwen: ‘Een chirurg zei dat ik toch ook eens moest kijken hoe zo’n operatie er in het echt uitziet.’ Het lichaam van de patiënt ligt open, er zijn organen zichtbaar, vetweefsel en bloed. D’r zal best ergens een tumor inzitten, maar het vinden daarvan zou net zoiets zijn als het opsporen van een kapotgekookte aardbei in een bord spaghetti à la bolognese. Maar dan spaghetti die doodgaat als je te hard roert. De radioactieve stof die het eerste plaatje helpt maken, zorgt er ook voor dat de chirurg aan het getik van een stralingsdetector kan horen waar de tumor zit. Ideaal is dat niet. Van Leeuwen: ‘In de operatiekamer wil je iets wat je kunt zien; iets wat licht geeft.’ Ook daar zorgen hij
en zijn collega’s voor. De Leidse onderzoekers specialiseren zich in het ontwikkelen van stoffen die je in tumoren inspuit, die zowel radioactief zijn als fluorescent. Fluorescentie is het verschijnsel waarbij een materiaal licht opvangt, en licht van een andere kleur uitzendt. Wat witte T-shirts doen onder een black light, bijvoorbeeld. Het grote probleem van kanker is dat het uitzaait. Een kankercel maakt zich los van de tumor, en gaat aan de wandel door de lymfevaten; normaal gesproken het transportstelsel voor het immuunsysteem. De artsen willen dus niet alleen weten waar de primaire tumor zit, ze willen ook weten wat de eerste lymfeknoop is waar eventuele metastasen uit die tumor naartoe zouden vertrekken. Die halen ze uit het lichaam, en spitten ze onder de microscoop door op uitgezaaide kankercellen. Om die eerste lymfeknoop – de poortwachterklier – zichtbaar te maken, gebruiken Van Leeuwen en co verschillende stoffen. In het vakblad Biomaterials beschrijft hij de meest recente versies. Om die poortwachterklier te vinden, kun je in principe ook gewoon een fluorescent verfje in de tumor spuiten. De verfstof komt dan wel uit bij de lymfeknoop, maar spoelt er vrij snel weer doorheen. Om een scan te kunnen maken waarop de chirurg zijn ingreep kan plannen, moet je iets hebben dat zich daar ophoopt. Daarom knoopt Van
Leeuwen de verf vast aan het eiwit albumine, dat van nature in bloed voorkomt en daar ook al dient als transportmiddel. ‘Daarmee maakten we de stap van dat plaatje dat ik je aan het begin liet zien, naar de operatiekamer.’ In een filmpje laat hij zien hoe dat werkt: de chirurg bedient met joysticks een operatierobot. Voorzichtig wroeten de klauwtjes door het spaghettilandschap, tot ze bij een groen oplichtend bolletje komen. Een poortwachterklier, verduidelijkt de onderzoeker.
‘In de operatiekamer wil je iets wat je kunt zien, iets wat licht geeft’ ‘Ik ben gepromoveerd aan een instituut voor nanotechnologie. Het van nature voorkomende nanodeeltje albumine is in die wereld helemaal niet sexy. Desondanks wordt het in radioactieve vorm al meer dan twintig jaar succesvol gebruikt voor beeldvorming in patiënten, onder meer om poortwachterklieren zichtbaar te maken. Onze vraag was: wat kun je er nou nog meer mee? ‘De volgende stap is dat we de albumine-verf-verbindingen die we nu in patienten gebruiken voor poortwachterklierdetectie ook targeten.’
Eén van de verfstoffen die hij gebruikt, het poëtisch genaamde IR783, heeft een chemisch staartje waaraan hij nog meer scheikundige verbindingen kan vastplakken. Stoffen die specifiek binden aan stoffen die in lymfeknopen voorkomen, bijvoorbeeld. Of aan stoffen die je voornamelijk aan het oppervlakte van kankercellen vindt. ‘Peptiden – kleine, eiwitachtige verbindingen, zijn hiervoor chemisch gezien handiger dan antilichaampjes, die je in een dier moet maken.’ Wie een compleet nieuwe fluorescente verbinding opbouwt uit het niets, moet nog maar hopen dat die niet hartstikke giftig is. Voor deze stof zijn de vooruitzichten gunstiger. Albumine is goedgekeurd voor gebruik in patiënten, en de fluorescerende verfstof ook, maar de groepen waarmee die twee aan kankerof lymfestelselcellen moeten binden zijn dat nog niet. Juist omdat de eerste twee gedeeltes al oké bevonden zijn, is Van Leeuwen optimistisch over de goedkeuring voor zijn stoffen als geheel. In hun Biomaterials-artikel beschrijven Van Leeuwen en zijn coauteurs zorgvuldig de lichtgevende eigenschappen en werking van hun verbindingen. Hij benadrukt echter dat hij er niet alleen is om mooie scheikunde te bedrijven. ‘Je wil de grens op blijven zoeken van wat nieuw is, maar in de toekomst moet de patiënt er wel wat aan hebben.’
Vroeggeboortes Een zwangerschap hoort ongeveer veertig weken te duren. Komt de baby meerdere weken te vroeg, dan spreken artsen van een prematuurtje. Hoe eerder zo’n vroeggeboorte komt, hoe groter de kans op problemen. Hoe vergaat het die kinderen later in hun leven? In Early Human Development staat het verslag van een studie waaraan de Leidse onderzoeker Weiling Lee ook deelnam. Hierin werden 362 kinderen gevolgd die na 32 tot 36 weken zwangerschap waren geboren. Daar is in de regel wat minder aandacht voor dan voor de nog eerdere prematuren. Met behulp van vragenlijsten onderzochten Lee en haar collega’s de gezondheid en psychische gesteldheid van de kinderen toen ze twee tot vijf jaar oud waren. Gemiddeld gesproken hebben zij een vergelijkbare gezondheid met leeftijdsgenootjes die wel op tijd waren geboren; alleen baby’s die aan een beademingsapparaat moesten, hadden het later moeilijker. Ook wijken de prematuren niet sterk af van hun leeftijdsgenoten bij gedrags- of emotionele problemen. Een paar jaar na de geboorte lijkt het met de milde prematuren lijkt dus allemaal reuze mee te vallen. Goed nieuws, want door verschillende oorzaken zijn er daar wel steeds meer van.
Mendel-syndroom Aan wetenschappelijke prestaties wordt tegenwoordig hard gemeten. Staan ze wel in tijdschriften die belangrijk genoeg zijn? Harken ze wel genoeg citaties binnen? De conclusies kunnen grote gevolgen hebben voor de carrière van een wetenschapper. Vroeger was dat minder belangrijk in de wetenschap. De Oostenrijkse pater Gregor Mendel kon jarenlang met zijn erwtenplantjes tutten zonder hijgende bestuurders in zijn nek. Sterker nog: hij schreef zijn data wel op, maar zijn tijdsgenoten keken er niet naar om. Pas na zijn dood ontrukte de Nederlander Hugo de Vries Mendels werk aan de vergetelheid. Mendels portret siert nu vrijwel ieder biologieboek. Voor citatietellende wetenschappers zijn dat soort onderzoeken lastig: hoe reken je met werk dat pas jaren later als belangrijk wordt erkend? In het vakblad Scientometrics gingen drie Leidse onderzoekers met die vraag aan de slag. Zij bestudeerden het werk van 1064 Spaanse wetenschappers, die in totaal bijna 25.000 artikelen hadden geschreven. Tussen de verschillende vakgebieden blijken best grote verschillen te zitten in het tempo waarin werk wordt opgepikt. Materiaalwetenschappers doen dat sneller dan onderzoekers van natuurlijke hulpbronnen, bijvoorbeeld. Maar langzaam op gang komen is nog geen Mendel-syndroom: wetenschappers die ‘normaal’ geciteerd worden, doen het ook op de langst bestudeerde termijn beter dan de slow starters. Wel ontwikkelden de Leidenaars een maatstaf waarmee beleidsmakers kunnen bepalen welke wetenschappers even onder de loep moeten om te zien of niet stiekem toch kleine Mendels zijn.
Leeuwenjacht
Een chirurg zoekt bij een kankeroperatie niet alleen naar de primaire tumor: hij wil ook weten of die zich wellicht heeft uitgezaaid via het lymfestelsel. Maar waar in het lymfestelsel dan? Leidse onderzoekers ontwikkelden een stof die dat zichtbaar maakt met groen licht. Beeld: Oscar Brouwer en Henk van der Poel (NKI)
Er bestaat een bepaald soort mensen die naar Afrika trekt om voor de lol grote beesten dood te schieten. In Kameroen is het bijvoorbeeld in sommige gebieden legaal om leeuwen te jagen, en levert de leeuwenjacht geld op. In Biological Conservation vergelijken onderzoekers van het Centrum voor Milieuwetenschap Leiden de verschillen tussen die gebieden en streken waar de jacht verboden is. Wat blijkt? Genoeg prooidieren in allebei de gebieden, en het aantal hyena’s is in allebei vergelijkbaar, maar uiteraard zijn er minder leeuwen op stukken grond waar mensen op leeuwen jagen. Jammer voor de leeuwen, want door habitatvernietiging zijn er sowieso al steeds minder. De onderzoekers roepen de regering van Kameroen op tot maatregelen om de jacht in te perken.
10 Mare · 10 november 2011 English page
Handy Grans ‘We Want to Understand Why We Can Grow Old’ Why do people grow old? In terms of evolutionary biology, it’s a conundrum. A Leiden PhD student visited Ghana to study the role of grannies in a traditional society. By Bart Braun You only see aged polar bears at the zoo: in the wild, when a polar bear reaches an age when he can no longer cope with the brutality of his existence, he will die. It’s different for humans, and a few other creatures, such as whales, that display social behaviour. In these societies, animals go on living long after they have become infertile following menopause. The reason remains a mystery to biologists, as the theory of evolution teaches them that the creatures that produce the most offspring ultimately win the Survival of the Fittest race. Barren senior citizens consume food that could provide sustenance for the younger generation, so why don’t people simply die when they turn fifty? In the past, there were two answers to this question. Firstly, our old age is a misrepresentation: because we can drastically alter our surroundings, we have become just like the polar bear, living in zoos we have constructed for ourselves. However, this isn´t the right answer, because you find veterans in hunter-gatherer societies, and every so often, archaeologists find the remains of elderly Neanderthal people. Evidently, people live to old age even in the wild, in contrast to polar bears. The second answer was presented by the grandmother hypothesis, which claimed that people live to old age because the elderly can help to bring up their grandchildren. This gives the grandchildren a better chance of survival and natural selection provides for you in old age. “Everyone supports this theory”, explains doctoral student David van Bodegom. “After all, it ties in completely with what you see: grandmas looking after their grandchildren. It gives grandmothers a raison d’être too, of course. In a Scandinavian family, with a husband, wife and fifteen children, the presence of a granny makes a huge difference.” Nevertheless, there is a problem with the grandma hypothesis: this type of monogamous family is, in evolutionary terms, quite a recent invention. People did not live like that in ancient times. Elderly grandmothers may be useful in modern circumstances, but it does not explain why they live to old age. People are good at computer games, but that’s not a consequence of natural selection on the grounds of our scoring capabilities. Archaeological and anthropological research has revealed that people, by nature, live in polygamous societies, in which wealthy men marry several women. Laughing, Van Bodegom continues: “Deep down inside, men know that they are polygamous by nature.” Does the grandmother hypothesis apply to this type of society as well? Van Bodegom decided to
find out. He visited the Garu-Tempane district in the eastern part of Ghana, an arid and scorched region. The people are mostly self-sufficient farmers who live in extended families averaging fifteen people: one man with one to four wives, their children and perhaps the grannies. Would the presence of the grannies make any difference?
“Deep down inside, men know that they are polygamous by nature” Van Bodegom counted the children in families with, and without, grandmothers, weighed them and studied which families had the highest childmortality rate. “People sometimes ask me if that’s ethical and whether, because I’m a doctor, I shouldn’t be helping them rather than tallying how many die. But we ask this kind of research question in Leiden too – why shouldn’t I be allowed to do it in Ghana? Luckily, the government over there agrees with me.”
“We were known as the people with the papers”, recalls Van Bodegom. “Not much happens in those villages, so there was quite a stir when we arrived. I was primarily interested in families and family trees, and the people there just love talking about their families, so I was always welcome.” The researcher managed a whole team of local staff who collected data of approximately thirty thousand people in total. Their conclusion was that children in families with grannies do not weigh more than children in families without grannies. Their chances of survival, if you allow for the fact that both the children and the grandmothers are healthier in more affluent, are equal. However, on average, families with grandmas have more children: two point three per cent more, to be precise. In other words: grandmothers in Ghana are not contributing very much. There are so many other women and older children to help care for the little ones, so having a granny around does not make that much difference. But Van Bodegom has more to report: “What did matter was where people acquired their water. In Ghana, there are traditional wells, and
boreholes that were dug recently, the latter are wells that are thirty metres deep. The first type of well is often polluted and children who drank water from them had thirty per cent more chance of dying during our study” He continues: “Obviously, I felt compelled to share this information with the people over there. Some households had access to both sources of water, so it’s useful to know that the water from the boreholes is safer, isn’t it?” He runs his hand through his hair. “But they just went on drinking from the traditional wells, as they explained that the water from the boreholes didn’t have any taste. Unsafe? Their father always drank it and did I know how strong he was?” The cultural differences made a considerable impression on Van Bodegom: he has incorporated them in his debut novel Nood breekt wet [Necessity knows no law] which is to be published in January. He did not find any evidence for the grandmother hypothesis, so why do people live to old age? Van Bodegom suspects that it has more to do with the fathers: men are fertile for much longer than women, and can father children up to a great
age – Charlie Chaplin apparently fathered a child at 73. So, women don’t live to old age because they are handy to have around as grandmas, but because they share the same genes that ensure senior citizens can still become fathers. Van Bodegom suggests an elderly-father hypothesis to replace grandmother hypothesis. Van Bodegom will stay on in Leiden after receiving his PhD degree, working at the Leyden Academy on Vitality and Aging, a knowledge centre for vitality and ageing founded by his supervisor, Professor Rudi Westendorp. Do they have any use for the evolutionary biological insights into Ghanaian families? Van Bodegom replies: “It was very basic research into ageing theories. We want to understand why we can grow old, or why we only get certain illnesses after we’ve turned 50 and we can only explain it if we think in evolutionary terms.”
David van Bodegom Post-reproductive survival in a polygamous society in rural Africa The PhD ceremony was held on 2 November
10 november 2011 · Mare 11 Cultuur
Agenda weggewerkt. Toen ik de niet bewerkte versie naast de nieuwe legde, vond ik mijzelf op de bewerkte foto aantrekkelijker. Dat ik zo reageerde vond ik interessant. De drang om te voldoen aan een ideaalbeeld is erg sterk. Het maakt onzeker. Ik ben 37 en realiseer mij wat er aan de hand is. Maar het is anders voor een meisje van zestien. ‘Mensen weten best dat foto’s van modellen zijn behandeld met Photoshop. Maar dat is wat anders dan je echt bewust zijn van de invloed die de beelden op je hebben. Uit onderzoeken blijkt ook wel dat mensen die worden geconfronteerd met beelden van mooie mensen zichzelf daarna lelijker vinden.’
Foto Ben van Duin
Verontrustende peepshow Het plasticfolie van de pornoficatie In de voorstelling BIMBO paraderen modellen in een zweterige en sexy R&B videoclip. Ze gaan steeds verder en hun wellustige gedrag krijgt monsterlijke trekken. Waar komt het idee voor deze verknipte marathonclip vandaan? Theatermaker Bianca van der Schoot: ‘Het kwam eigenlijk opborrelen door de videoclips van bijvoorbeeld Beyoncé. Zij wordt gezien als een sterke vrouw en gebruikt lust om te krijgen wat ze wilt. Sexy zijn maakt haar
machtig. Beyoncé speelt een vrouw die haar vagina zo mooi mogelijk opdoft en dan zegt: “Je mag er niet in.” ‘De clips brachten ons in verwarring. Een vrouw die seks op succesvolle wijze gebruikt, moet je daar blij mee zijn? De Amerikaanse journaliste Ariel Levy schreef een boek over deze nieuwe rol die vrouwen zich aanmeten: Female Chauvinist Pigs. Levy stelt dat het om een inferieure vorm van macht gaat die alleen is gebaseerd op lust. Daar wilden we iets mee doen in een stuk. ‘Seks speelt vaak een rol als vrouwen in media verschijnen. Succes-
volle atletes worden in tijdschriften en op de televisie vaak afgebeeld in een pornografische houding en trekken een verleidelijk gezicht. Het gaat niet alleen om hun gouden medaille op de Olympische spelen.’ Heeft dat invloed op ons gedrag? ‘Een van de redenen om een voorstelling te maken, komt voort uit iets wat ik zelf heb meegemaakt. We lieten promofoto’s maken voor de vorige voorstelling. Een van die beelden werd door de fotografe bewerkt. Het een en ander was strak getrokken. Er was onder andere een vetrolletje
Wat krijgt het publiek te zien? ‘Zij kijken naar grote tv-schermen. Achter hun rug zijn wij met pruiken, roze zuurstokken en ballonnen in de weer. Op de televisies ziet het publiek een gelikte versie van de chaos op het podium. Om maar plastic genoeg te lijken verpakken we ons met afdekfolie en dragen we maskers. ‘Het steeds akeliger wordende gedrag van de vrouwen is wel zichtbaar maar wordt gecamoufleerd. Nare beelden worden appetijtelijk gebracht. Dat werkt vervreemdend. ‘Onze componist heeft een van de female chavinist pig nummers namelijk My Neck, My Back (Lick It) van de Amerikaanse zangeres Khia als basis voor de muziek genomen. Met teksten als “Lick my pussy like you should.” Dat past uitstekend.’ 'Het gaat niet alleen om seks. Neem Libië. De beelden van een halfdode Khadaffi vinden wij normaal. Veel Libiërs gingen later naar die koelcel waar hij lag opgebaard. Ze maakten haast allemaal foto’s. Het beeld is belangrijker dan de realiteit geworden. De werkelijkheid is grillig en complex. Soms lelijker maar vaak ook mooier dan al die beelden.’ VB BIMBO Laktheater, 11/12 november, € 14,50-17
‘Ik, een cabaretier? Oprotten!’ Wikipedia-comedian over obese panda’s en Hitlers broodjeszaak Reclamemaker Roeland Segaar (43) staat zes avonden als stand-up comedian in een bijna uitverkocht Imperium Theater. ‘Was dat het? Niet zoveel hè? Heb je nog iets?’ ‘Het is zwaar. Het is niet leuk. Niemand zit er op te wachten. Ik heb net een dochtertje gekregen, maak slechte nachten. Dan wil je ook wel eens een avondje op de bank hangen, naar de kroeg, of voor mijn part naar de hoeren. ‘Maar nee, ik ga repeteren. Dan zit mijn tekst- en speladviseur Edwin Weers daar. Geeuwend - hij heeft ook net een kind - roert hij in zijn koffie. “Heb je nog wat? O ja, dat stukje over Napoleon zeker. Nou. Gaaaap. Laat maar zien.” En als ik dan klaar ben: “Was dat het? Niet zoveel hè? Heb je nog iets?” Ehm nee, eigenlijk niet. ‘Dat voelt als hardlopen over de Afsluitdijk met wind tegen. Maar ja. Nothing great came easy. Nu maar hopen dat het great is. ‘Sperma. Al die miljoenen celletjes zwemmen de wedstrijd van hun leven. De eerste die aantikt wint. Je zult maar net tweede worden. En wat doen al die anderen? Terugzwemmen? Of blijven ze daar een hangen? Beginnen ze een bar, daar bij die baarmoederhals? ‘En dan zegt mijn vriendin: “Roel, dat kennen we toch allang van Woody Allen?” Jo, bedankt! Wah-wah-wah-waaaaah…
Door Frank Provoost
‘Je voelt de verzuring in je kuiten. Het lukt niet, maar je gaat door. En opeens snap je: ik moet dit omdraaien en dat ombouwen. En dan lukt het in één keer wel. Kippenvel. High fives met Edwin. Merken dat de grap werkt, dat is een heerlijk moment. ‘Het is een zoektocht: wat is mijn stijl en wie ben ik? Schwarzwälder Schinken is niet te vergelijken met mijn eerste programma Twaldra. Dat was te veel een vertelvoorstelling. “Het is niet echt cabaret”, zeiden sommigen achteraf, “want er zit geen muziek in en het is niet geëngageerd.” Dat wil ik ook helemaal niet, dacht ik. Oprotten. Ik ben geen cabaretier. Ik ben stand-up comedian. Ik heb geen boodschap. Het is niet verheffend. Er is geen rode draad. Het is Wikipedia. Snelle korte stukjes, mensen nadoen, typetjes, improviseren. Ik ga staan en begin over mijn dochter, fruitvliegjes, holbewoners, obese Panda’s, Mozes, Mao, Hitler die een broodjeszaak heeft… Wilt u het hier opeten, of zal in het in een zakje doen? ‘Ik was tien toen ik met mijn ouders Freek de Jonge in Carré zag. Ik keek vooral om me heen, omdat ik zijn grappen niet begreep. Maar ik wilde daar ook staan. Ik heb toneel gespeeld, geschreven en geregisseerd. Maar het is er nooit echt van gekomen. Niet dat ik dat erg vind. Ik ben een andere kant opgegaan, in de reclame. Hartstikke leuk. Maar als ik een stand-up comedian zie, denk ik: dat kan ik ook.
‘Wat is dat dan: arrogantie of enthousiasme? Natuurlijk: ook ijdelheid, geldingsdrang, voor mezelf laten zien dat ik het kan. Hup, nog een cliché: een baan is een baan, werk is werk. Maar er moet ook wat gebeuren. Dat ik daar straks sta, dat is eng. En dus ook een kick. Adrenaline. ‘En dan nu het foutste van het foutste. Ik heb er een schijthekel aan als mensen dat over zichzelf zeggen. “Jij doet toch toneel?” beginnen ze dan. “Ik hoor altijd van anderen: dat moet jij ook gaan doen, want je bent zo grappig.” Echt verschrikkelijk. Maar nu ga ik hetzelfde zeggen: ik
Foto Rémi de Ligny
kan mensen heel makkelijk aan het lachen maken. Al van jongs af aan. Raar hè? Ik kan het gewoon niet laten. Maar vandaar het gevoel: ik moet het gewoon gaan doen. ‘Ik zou gisteravond nog repeteren. Ik ben niet gegaan. Waarom zou ik? Het moet nu gebeuren. Pang! Hup! Het is - CLICHÉ! - net een geboorte. Het moet eruit nu. ‘Maar ik zal blij zijn als het voorbij is. Dat is een lichtpunt. Hèhè. Zalig.’ Roeland Segaar, Schwarzwälder Schinken Imperium Theater, 10-12, 17-19 november, 20.00 u, € 15
FILM
TRIANON The Adventures of Tintin 3D dagelijks 18.45 za. zo. + wo. 14.15 De Heineken Ontvoering dagelijks 18.30 + 21.30 zo. 14.15 Paranormal Activity dagelijks 21.30 The Three Musketeers 3D do. vrij. za. 21.30 Dream House zo. t/m wo. 21.30 HET KIJKHUIS Midnight in Paris 12 jr. dagelijks 18.45 Drive 16 jr. dagelijks 21.00 The Ides of March 12 jr. dagelijks 19.15 Margin Call 12 jr. dagelijks 21.30 LIDO Tower Heist dagelijks 18.45 + 21.30 The Twilight Saga: Breaking Dawn - Part 1 wo. 18.30 + 21.30 Contagion dagelijks 21.30 ( wo. niet ) Johnny English Reborn dagelijks 18.45 za. + wo. 14.30 zo. 15.45 All Stars 2 Old Stars 12 jr. dagelijks 18.30 + 21.30
MUZIEK
LVC Ditch ft Ken Ishii (JAPAN), Sicco Bosscher e.a. Vr 11 nov 23.00 u €8,Erick E Za 12 nov 23.00 u €12,DIVERSE MUSEA Muziek in het museum in zeven musea Za 12 en zo 13 nov tussen 13.00 en 16.30 u DE BURCHT Hanna Shybayeva en Sylvia O’Brien Zo 13 nov 15.00 u €10,LEIDSE SCHOUWBURG Paul de Munnik en Maarten van Roozendaal: Heimwee naar de hemel Zo 13 nov 20.15 u €9,-
T heater
LEIDSE SCHOUWBURG Lebbis:: Branding Di 15 nov 20.15 u €18,LAKTHEATER Bejaarden en begeerte Wo 16 en do 17 nov 20.30 u v.a. €11,50 IMPERIUMTHEATER Roeland Segaar: Stand-up show Scharzwälder Schinken
DIVERSEN
LAKTHEATER Studium Generale lezing: Igor Stravinsky, leven en werk I Ma 14 nov 19.00 u gratis na reservering SCHELTEMA COMPLEX Artist in residence: Nicola Kirkaldy en Roosmarijn Mascini t/m 18 dec 2011 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Etrusken. Vrouwen van aanzien t/m 18 mrt 2012 Nieuws uit het Midden-Oosten t/m 31 aug 2012 Sites in the city t/m 19 feb 2012 MUSEUM BOERHAAVE Kwik nagenoeg nul t/m 8 januari 2012 Verborgen krachten: Nederlanders op zoek naar energie t/m mrt 2012 DE LAKENHAL Suske & Wiske – Het Lijdende Leiden 12 nov 2011 t/m 4 mrt 2012 SIEBOLDHUIS Hello Kitty - Hello Holland t/m 20 november 2011 NATURALIS Naturalia, van circusdier tot wetenschappelijk object t/m 19 aug 2012 LAKGALERIE ‘Missing you’ fotoseries uit Iran door Homeira Rastegar Tehrani t/m 2 dec MUSEUM VOLKENKUNDE Masters of Photography – Iconen van National Geographic t/m 4 dec 2011
12 Mare · 10 november 2011 Kamervragen
00 :09 PM
Slijmerige bacillen
Foto Taco van der Eb
‘Geef je dromen niet op’ Shanti Sibuea (31), masterstudent biofarmaceutische wetenschappen Huis: Barnsteenhorst Den Haag Oppervlakte: 80 m2 Prijs: € 800,- exclusief Huisgenoten: man en twee kinderen (2 jaar en 7 maanden) Waarom ben je naar Nederland gekomen? ‘In Indonesië werkte ik aan de kwaliteitscontrole van medicijnen. Daar staat de medicijnindustrie nog in de kinderschoenen. Het meeste wordt geïmporteerd. We verwachten dat de industrie gaat groeien en daarom worden verschillende mensen naar het buitenland gestuurd om kennis over biofarmaceutica op te doen. 'Ik wilde altijd al naar Nederland. Voor het land, de cultuur, maar ook omdat ik er veel familie heb. Als ik in het buitenland
Bandirah
zou gaan studeren, dan leek het me goed om de steun van familie te hebben. 'Vanwege mijn kinderen – ik was zwanger van de tweede toen ik mijn aanvraag voor een visum indiende - kon ik niet alleen naar Nederland. Mijn man heeft langdurig verlof aangevraagd bij zijn werk en is meegegaan. Hij zei: “Je moet je droom niet opgeven.”’ Hoe zijn jullie aan dit huis gekomen? ‘We verbleven eerst bij mijn oom. Via een makelaar hebben we deze huurwoning gevonden. In Indonesië hebben we een eigen huis. Maandelijks kost dat ongeveer 130 euro. We wisten dat het leven hier veel duurder is. Dat betalen we van ons spaargeld en een beurs die ik ontvang. Mijn man mag in Nederland niet werken.
'Eigenlijk wilden we een kleiner huisje, maar omdat we kinderen hebben zijn we verplicht een huis van deze grootte te nemen. In onze cultuur slaapt de baby bij ons, en ook onze zoon doet dat vaak. De tweede kamer is bijna altijd leeg.’ 'Omdat ik borstvoeding geef, ben ik meerdere keren per nacht wakker. ’s Ochtends sta ik uiterlijk 6 uur op om de kinderen eten te geven en overdag ben ik de hele dag bij de studie. 'Het is fijn dat ik niet veel tijd kwijt ben aan reizen. In Jakarta doe ik er, door het drukke verkeer, twee uur over om op mijn werk te komen. Hier is alles op schema en het openbaar vervoer is goed.’ Wat mis je uit Indonesië? ‘Mijn familie. Ik heb zes zussen. Mijn ooms
en tantes zie ik net zoals mijn eigen ouders. We leven samen in een gemeenschap. In Indonesië is het heel goedkoop om iemand in te huren voor de kinderen. We hadden ook iemand in huis wonen om te koken en de was te doen. Hier moet ik zelf strijken! 'Onze baby hebben we als tweede naam Leiden gegeven, zodat ze altijd zal herinneren wat haar ouders hier hebben meegemaakt. 'Mijn man en ik vinden het allebei erg leuk hier, maar als je nu nog niet getrouwd bent en kinderen hebt, dan wil ik je wel zeggen: maak eerst je studie af en ga dan rondreizen. Begin daarna pas met de rest.’ Door Harmke Berghuis
Ik ben geloof ik geen beelddenker. Er zijn slechts twee situaties waarin mijn inbeeldingsvermogen op hol slaat. Allereerst: bij vieze moppen (denk kind, oog, blokfluit, teddybeer), ten tweede wanneer iedereen om mij heen begint te sniffen en te snuffen. Als er voor in het lokaal iemand niest, zie ik in gedachten een leger slijmerige blauwe bacillen over de beschreven tafels mijn kant op komen marcheren. In deze periode moet je op scherp staan. Haalt iemand zijn neus op, dan zal je met een snelle berekening en een klein sprintje een stoel daar zo ver mogelijk vandaan moeten bemachtigen. Er lijkt echter geen ontkomen aan. Ik verkeerde vorige week dan ook in een sociaal isolement. ‘Hoe is het met je?’, vroeg ik een goede vriendin. ‘Goed, maar wel verkouden’, antwoordde ze. Automatisch zette ik drie grote passen naar achteren, zo snel mogelijk bij haar vandaan. ‘Ik zie je volgende week wel’, riep ik nog. Toen gebeurde er iets vreselijks: mijn vriend werd ziek. Ik snelde naar de Etos om meneer Egel om raad te vragen. Eigenlijk heb ik een hekel aan meneer Egel. Hij is zo iemand die je op het hart drukt neusdruppels niet langer dan vier dagen te gebruiken. Wil je zonnebrand factor 8 (voor een gezond kleurtje), dan kom je standaard terug met factor 50 (voor oncharmante, onuitsmeerbare witte vlekken). Dit keer maakte het me echter niets uit. Al zou hij me de halve winkel aansmeren, als ik maar niet ziek werd. ‘O wee als mijn vriend me aansteekt’, zei ik tegen de man, terwijl ik de neusdruppels, zakdoekjes en hoestdrank in mijn tas propte. Dit was het moment waarop de Egel had gewacht. Hij haalde nog eenmaal bedacht zijn hand door zijn korte stekeltjeshaar en barstte los. Geen deuren aanraken die mijn vriend had aangeraakt. En bananen, veel bananen en natuurlijk lekker naar buiten. Een paar dagen later, ik pelde net mijn negende banaan, moest ik ineens niezen. Ook stonden de tranen in mijn ogen. Niet omdat ik moest huilen - hoewel ik ineens sterk de neiging voelde opkomen - maar omdat het allemaal niet geholpen had: ik was verkouden. Gisteren zag ik een Chinees meisje fietsen met een mondkapje voor, en ik kreeg spontaan heimwee naar China. Mondkapjes hebben enkel voordelen, dus we zouden ze eigenlijk moeten verplichten. Je ziet in een oogopslag wie er ziek is. Na een hoestbui is het de drager van het mondkapje die in zijn eigen bacteriën zwemt. Of mondkapjes echt werken is van ondergeschikt belang, we moeten het placebo-effect niet onderschatten. Daarnaast zijn mondkapjes in Azië een heus modeitem. Ze zijn er met streepjes, stipjes en natuurlijk met Hello Kitty. Helaas zal ik dan zelf ook een mondkapje moeten dragen, maar daar heb ik al iets op bedacht. Ik kruip gewoon lekker op de bank met een kop thee en een dekentje. De deur gaat op slot, de tv gaat aan. De ziektekiemen hebben gewonnen, misschien is dat zo slecht nog niet. Petra Meijer