kunstvereniging dewekker.be
De Wekker tikt verder Van pioniersjaren naar toekomstmuziek / MAS versus STA*M Erfgoed meert aan in hernieuwde havens / Martists Kunstenaars in de kijker / Tableaux Vivants Levensecht / Postergirl Yana / Discovery Drone music in de jaren 60 - Jazzoholics / Writers Block Poiesis - Ronny / De Kunstkalender De Greep van Marta / Urban Art Message on a wall
01 KUNSTMAGAZINE 02
KUNSTMAGAZINE
COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit magazine mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via internet, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar. Gebruiksvoorwaarden Dit magazine is bestemd voor persoonlijke (privé) en niet-commerciële doeleinden. De gebruiker is niet gemachtigd welke informatie dan ook die wordt bekomen via dit magazine op om het even welke manier en onder welke vorm dan ook commercieel te exploiteren zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar. Aansprakelijkheid Het magazine van vzw De Wekker is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Mochten er desondanks onjuistheden in dit magazine staan, dan kan VZW De Wekker hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. Aan eventuele onjuistheden of onvolledigheden kunnen geen rechten ontleend worden. VZW De Wekker kan evenmin aansprakelijk gesteld worden indien zich, door het gebruik van dit magazine of de erin opgenomen links, bij de raadpleger schade zou voordoen van welke aard ook. Mocht U evenwel bedenkingen hebben bij de inhoud van deze site, aarzel niet ons te contacteren op onderstaand contact adres. Verwijzingen naar andere sites VZW De Wekker is niet verantwoordelijk voor de inhoud van websites waarmee een link vanuit dit magazine gemaakt wordt. Der-
KUNSTMAGAZINE
gelijke verbinding naar andere, externe informatiebronnen wordt louter informatief gelegd en houdt geen enkel standpunt in tegenover de inhoud of het bestaan ervan. Mocht U evenwel tech-
EDITIE 1 • JAARGANG 1
nische problemen vaststellen of bedenkingen hebben bij de
JANUARI - FEBRUARI - MAART
inhoud van die sites, dan kan U dat melden, wij nemen meteen maatregelen om de betreffende links aan te passen of te verwijderen.
Hoofdredactie - Eindredactie Maarten D’hoop Art Director - Grafisch Ontwerp Anthony Dendauw
All rights reserved. No part of this magazine may be reproduced, stored in a retrieval system, transmitted or utilized in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, microfilm, internet or otherwise, without permission in writing from the owner.
Werkten aan dit nummer mee Joeri Carette, Rhino Feys, Wim Tessier, David Geldhof, Hannes Verstraete, Yana Van Coillie, Katrijn Verhoye, Kristof Pattyn, Stefaan Blockeel, Willy Cauwelier, MARçus, Greet Desal, Bart Vynckier, Jan D’Hondt, Philip Gheysen, Sabine Victor, Geert Monteyne, Christophe Callebert, Anne Leenknegt, William Geldhof, Tattoo Dagmar, Dieter Neirynck en het Tableaux Vivants team
Conditions of use Information in the magazine has been posted with the intent that it be readily available for personal and public non-commercial use. Without written permission it is not allowed to use any information of this magazine for commercial purpose. Disclaimer The magazine of VZW De Wekker was compiled with the greatest possible care. If the website should contain any errors, VZW De Wekker cannot be held responsible. No rights can be derived from possible inaccuracies or errors. Furthermore VZW De Wekker cannot be held responsible should a person making use of this ma-
marta marta@dewekker.be 0497 54 82 39 0486 08 95 67
gazine or the links contained in it suffer loss or damage of whatever type or extent. Links VZW De Wekker is not responsible for the content of websites en-
facebook facebook@dewekker.be
tered by means of a link from this magazine. Such connections to other external sources of information are provided purely for purposes of information and no warranty is given as to the contents or existence thereof. If you encounter any problems of a technical
vzw De Wekker
nature or regarding the content of these sites, we would be most grateful if you would let us know, so that we can take all necessary
Mandellaan 568 8800 Roeselare Telefoon 051 24 66 92 wekker@dewekker.be www.dewekker.be
steps to remove these links.
Verantwoordelijke uitgever: vzw De Wekker Mandellaan 568 8800 Roeselare Telefoon 051 24 66 92 of 0476 79 71 84
VAN PIONIERSJAREN NAAR TOEKOMSTMUZIEK
12
DE WEKKER TIKT VERDER
18
HANDLEIDING NODIG?
COLUMN
ERFGOED MEERTS AAN IN HERNIEUWDE HAVENS
20
MAS VERSUS STA*M
25
KUNSTENAARS IN DE KIJKER
MARTISTS LEVENSECHT
38
TABLEAUX VIVANTS
40
YANA
POSTERGIRL POIESIS / RONNY
43
WRITERS BLOCK
WAT VALT ER TE BELEVEN?
47
MARTA’S KUNSTKALENDER
DRONE MUSIC IN DE JAREN 60
DISCOVERY
DE BELANGRIJKSTE JAZZOPNAMETECHNICUS
55
ERIK WIE?
PUT YOUR MESSAGE ON A WALL
URBAN ART
KUNSTMAGAZINE
52
57
04 02
KUNSTMAGAZINE
25 december 2011: Marta wordt geboren. Symbolisch, toch? Marta kunstmagazine ziet het levenslicht, maar het kindje moet nog fel groeien om te zijn wat het droomt te zijn: un magasin. Een stapelhuis waar de kunsten hun waren online kunnen tonen. En het mag gerust een bazaar worden, eentje van canvas, kwast en verf; hamer, beitel en steen; camera, montage en regie; maar ook toon, ladder en fonie; en - niet te vergeten - de ietwat duurdere, compositie; en, om heel spaarzaam mee te zijn: genie. Deze wintereditie wil Marta slechts voorstellen, als een tijdschrift dat verschillende stemmen in de kunsten aan het woord wil laten: de kunstenaars zelf natuurlijk, maar ook les passionnés, mensen die hun fascinatie met anderen willen delen, zaden van nieuwsgierigheid willen planten bij de lezers. Het bloeien der kiemen was ook de kerngedachte van de mensen die aan de wieg stonden van vzw De Wekker, in wiens schoot Marta werd geboren. Het spreekt dan ook voor zich dat deze eindejaarseditie een terugblik op de vroege jaren van het collectief bevat. Maar geen terugblik op de oude jaren zonder nieuwjaarswens. Een (her)geboorte van de kunstenaarsbende is in de maak en we laten hen dan ook graag aan het woord.
VOORWOORD
WE ZOEKEN NOG MENSEN, VEEL MENSEN, IEDEREEN MET VOELSPRIETEN VOOR DE KUNSTEN, EEN VLOTTE PEN, EEN RAKE SCHETS EN/OF GEOEFEND FOTOGRAFISCH OOG IS WELKOM
Evenmin wortels zonder nieuwe scheuten. We vonden voor deze starteditie al enkele nieuwe stemmen die zich willen mengen in het brede debat van de kunsten en mond aan mond reclame inspireerde nog andere enthousiastelingen, wat ons doet hopen op een bloeiend lentenummer. Marta’s winkel heeft dus al een mooie etalage, maar er zijn voorlopig nog veel lege rekken. Met andere woorden, om de metafoor ook niet te lang te rekken: we zoeken nog mensen, veel mensen, iedereen met voelsprieten voor de kunsten, een vlotte pen, een rake schets en/of geoefend fotografisch oog is welkom. We willen een open redactie zijn, die allen die een terra (in)cognita willen delen met de lezers, een kans wil geven. Wat u ook doet: laat uw eigen zin voor creativiteit als medewerker zien. Dit omdat de lezer ook rechten heeft. Indien u dit wenst, zal uw elektronische brievenbus Marta elk seizoen mogen ontvangen. We hopen u een rijk en divers maar toch toegankelijk magazine aan te kunnen bieden. Wat nu voor kunst kan doorgaan, wensen we niet te definiëren. Een moeilijke opgave die ons enkel zou beperken, terwijl dit nu net niet de bedoeling is. Zo zult u waarschijnlijk onderwerpen aantreffen die u niet meteen zou verwachten in een kunstmagazine, maar schrik niet: de grondtoon blijft een voorliefde voor die unieke lenzen op de werkelijkheid, die de ervaring ervan transformeren, die zelfs andere werelden oproepen of die juist niets willen zeggen en enkel interpretatie laten spreken. Om het met Panamarenko te zeggen: “Laat het woord kunst vallen en dan denken de meeste mensen aan een doek, aan verf, aan een borstel, weet ik veel. Maar er is ook poëzie. Ook dat kun je kunst noemen. Veel mensen durven niet zeggen: dat is een knappe fles.” Rest ons nog de hoop uit te drukken uw interesse te hebben gewekt, u goesting in lezen te hebben gegeven en inspiratie in uw ziel te hebben geplant. Welkom bij Marta: voor u én door u.
02
KUNSTMAGAZINE
ETHIOPIĂ‹ Op rondreis door EthiopiĂŤ in januari 2011 nam ik tijdens een ochtendlijke stop dit beeld. Het werd genomen in Aksum, waar zich rond het begin van onze tijdrekening de koninklijke zetel van een rijk bevond. Het werd geregeerd door de koningin van Sheba, minnares van Salomon, die later haar troon aan haar zoon afstond, naar de Himalaya trok en daar spirituele verlichting bereikte.
© David Geldhof KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
07
POKERFACES Pokerfaces is mijn versie van een 'multiplicityfoto'. Daarbij gaat men uit van een techniek waarbij men meerdere foto's neemt van eenzelfde persoon (in dit geval mezelf) vanuit een zelfde camerastandpunt. De laatste jaren is het pokeren weer heel populair geworden en ook mijn voorliefde voor series zoals 'The Sopranos' zorgden al snel voor de verdere inspiratie voor deze foto. Mijn livingtafel, wat accessoires en studiobelichting droegen bij tot het duistere sfeertje.
© Kristof Pattyn KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
09
ROEMENIĂ‹ RoemenieĚˆ is een zeer gelovig en spiritueel land, het is het enige latijnse land met een orthodox geloof. Constanta, wat kordaat betekent, voelde enig onbehagen bij het poseren. Na een tijdje wist ik haar toch te overtuigen om voor de lens plaats te nemen. Maramures, een landelijk gebied in het noorden, waar de bewoners leven in omstandigheden die doen denken aan de 19e eeuw, is een streek waar de wegen nog langs uitgestrekte bossen en houten huisjes slingeren. Een ode aan de nostalgie dus.
KUNSTMAGAZINE
© Anthony Dendauw KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
11
VAN DE PIONIERSJAREN LANGS DE GEPLUKTE DAG NAAR DE TOEKOMSTMUZIEK
DE WEKKER TIKT VERDER Op een gure, doorregende decemberavond “Dirk Blockeel en ik kenden elkaar al van het Al snel sloten andere mensen uit verschillende ontmoet uw reporter Geert Monteyne, een college in Roeselare en herontdekten elkaar creatieve achtergronden van toegepaste gravan de founding fathers van vzw De Wekker, na de hogere studies. We kwamen elkaar fiek, druk- kerschool, regentaat plastische open zijn levensgezellin en huidige voorzitter tegen in de kroeg en beklaagden ons dat er in voeding, kunstacademie tot muziekconserSabine Victor in hun knusse woning in de Mandit boerengat niets te beleven viel. Bij de vatorium zich bij ons aan: dellaan te Roeselare. Een blik op de huiselijke terugkeer uit Gent, Brussel en Leuven, waar ruimte volstaat om de kunstenaarsziel te onteen overvloed aan kunst en cultuur aangeboIsidoor Goddeeris, Eric Steyaert, Carl Seghawaren. Schilderijen, beelden, inert, Geert Vanallemeersch, Lucas stallaties: hier valt een jarenlange Vanclooster, Johan Bovyn en Yves creatiedrang te bewonderen. Het Bondue. Van bij het begin hadden WE KWAMEN ELKAAR TEGEN IN DE was vanuit die noodzaak tot we de doelstelling om de verschilscheppen dat Geert samen met lende disciplines samen te brenKROEG EN BEKLAAGDEN ONS DAT ER IN Dirk Blockeel en Mimi Vanwynsgen, om kunstbeoefening voor de DIT BOERENGAT NIETS TE BELEVEN VIEL berghe ruim 25 jaar geleden de mensen die dat wilden mogelijk te handen in elkaar sloeg om evenemaken.” menten te organiseren om kunst en cultuur op de kaart te zetten in “Er was toen nog geen sprake van het culturele niemandsland dat Roeselare den werd, kwamen we in een cultureel vaeen vzw en het collectief had ook geen naam. toen was. Ter ere van de eerste editie van cuüm terecht. Er was wel een muziekschool, We werkten multidisciplinaire projecten uit en Marta laten we graag de bezielers van de vzw maar dat was toen een ouderwets instituut. gingen vervolgens op zoek naar locaties om in wiens schoot het magazine werd geboren Ook de kunstschool was in die tijd heel elitair. ze te brengen. Een van de eerste projecten aan het woord. Laten we dan ook beginnen bij Verder was er enkel amateurtheater, dat zich was het ‘Stemmentheater’. Dirk Blockeel het prille begin. niet verder dan de ordinaire klucht waagde. schreef de stukken en Eric Steyaert en Luc
02
KUNSTMAGAZINE
Dewael, Raf Cafmeyer brachten het op scène. Het was deels ook muzikaal theater, eigenlijk een vorm van kunsthappening. De vertoningen gingen dan door in de feestzaal van het College en later in het Wit Pakhuis van Fernand Callebert. Het Wit Pakhuis was eigenlijk een door de heer Callebert tot fotostudio ingerichte ruimte in de Henri Horriestraat, achter het oude postgebouw. Zijn grootvader was de stichter van de academie. Hijzelf had een grote porseleinwinkel en als hobby hield hij zich bezig met fotografie. Een markant figuur in het Roeselaarse, die ook eigenaar is van het Eksternest, een villa dichtbij het Sterrebos, die heel stijlvol en met veel lichtpartijen werd ingericht.” “We brachten in die tijd ook de kunst naar Roeselare, omdat veel inwoners eigenlijk nog niets hadden gezien. Zo hebben we de tentoonstelling ‘religieuze kunst in Vlaanderen: van Masereel tot heden’ opgestart. Een groot project eigenlijk. We gingen op zoek naar kunstwerken van bekende Vlaamse kunstenaars die zich bij particulieren in huis bevonden. We hoopten deze in bruikleen te krijgen en te bundelen in één tentoonstelling. Maar het was zoeken geblazen. Via contacten kwamen we bij welgestelde boeren en notabelen terecht die kunst in huis hadden. Deze mensen brachten ons op hun beurt bij anderen - die rijke families trouwden allemaal onder elkaar, nietwaar? (lacht) -
02
waardoor een ketting ontstond die ons toeliet de nodige werken te verzamelen. Zo hebben
we bijvoorbeeld werk van Permeke gevonden. Nu ben ik ook bezig met een dergelijk project voor het 175-jarig bestaan van de kunstacademie, waar ik volgens hetzelfde kettingprincipe werken van oud-leerlingen verzamel die betekenis hebben gekregen.”
“We wilden ook reageren tegen het elitaire en op buitenlandse kunstenaars gerichte ‘Chambres d’amis’ van Jan Hoet, omdat we vonden dat er te weinig oog was voor lokale artiesten. Vanuit ons provinciestadje kwamen we op het idee om de tentoonstelling ‘Chambrettes d’amis’ te organiseren. Dit om jonge kunstenaars, waar we in geloofden, een kans te geven hun werk te tonen in de ‘chambretten’, de slaaphokjes in het internaat van het College. Ook het door Geert Vanallemeersch opgerichte theater ‘L’amour sacré de Virginie’ hebben we met de kerngroep opnieuw leven ingeblazen door improvisatietheater te organiseren voor kinderen. Geert speelde dan meestal de boef en de kinderen kwamen dan op scène om hem te arresteren. We kregen ze bijna niet meer van de bühne waardoor het stuk dreigde vast te lopen. Dat was eigenlijk vrij geschift (lacht). Er bestaat nog veel fotomateriaal van maar allemaal analoog natuurlijk.” Sabine springt recht, verdwijnt even en komt terug binnen met een map vol krantenknipsels en ander archiefmateriaal. Ze houdt alles nauwgezet bij. Onvermijdelijk wordt de doos der nostalgie geopend. Portretten van de pioniers als jonge mannen en vrouwen doen ons grijnzen en grinniken. Ook andere projecten worden herinnerd, zoals een tentoonstelling in een oud bordeel of in een vervallen hotel aan
KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
13
matige basis klassieke concerten onder impuls van Dirk Blockeel. Maar door het straatlawaai werd het café toch niet als de ideale plaats voor dergelijke evenementen bevonden. Deze verhuisden naar het huis van Hans Cafmeyer en Mieke van den Heuvel in de Kardinaal Cardijnlaan, dat speciaal was ingericht voor klassieke concerten, waar ook getalenteerde studenten van de muziekacademie de kans kregen om stukken te spelen die ze eerst moesten inoefenen. Er kwam daar toen veel “We hebben de Carpe Diem kunnen bemachvolk op af. Maar het café ging een andere richtigen via de brouwerij Rodenbach, omdat er ting uit, mede door de invloed van het toegein die tijd een leegstandsbelasting werd ingestroomde jonge volk die na de voerd. De brouwerij had enkele sluiting van de DK (het voormalig ongebruikte panden en dan heeft onafhankelijk jongerencentrum en de kerngroep voorgesteld om de “WE BRACHTEN IN DIE TIJD café wat verderop in de Ardooilocatie te huren voor een schapesteenweg) verweesd en zonder OOK DE KUNST NAAR ROESELARE, pelijke prijs. Het waren in feite ontmoetingsplaats achterbleven. twee cafés naast elkaar: het OMDAT VEEL INWONERS EIGENLIJK NOG De jongeren brachten nieuwe inijeugdcafé op de hoek dat toen NIETS HADDEN GEZIEN tiatieven en activiteiten met zich ook al Carpe Diem heette en Demee. Wim Deheegher gaf jonge troit ernaast in de Mariastraat.” bandjes de kans om op te treden. Hij had daar een neus voor. Onder andere het De vzw-structuur bood gerechtelijke bescherBij Geert worden herinneringen vaak vergecollectief Orchestre internationale du Vetex ming bij een eventueel faillissement en maakte zeld door een sappige anekdote. Dit tot groot met muzikanten uit Vlaanderen, Wallonië en ook subsidiëring mogelijk, hoewel we nooit jolijt van de aanwezigen. Noord-Frankrijk dat deed denken aan een Balecht veel steun gekregen hebben omdat we kan- of zigeunerfanfare of de coverband Fuzz blijkbaar te lokaal bezig waren.” De nieuwe lo“Vroeger hebben ze in het jeugdcafé nog met Buzz beklommen het podium. Daarnaast catie bood ook nieuwe perspectieven voor de moto tussen de pinten op de toog gereden startten Randal Reynaert en Kris Hellem met evenementen en bracht ook nieuwe medeweren de Detroit werd uitgebaat door een oude een soort autonome jongerenactiviteit binnen kers aan. Er werd meer georganiseerd, maar dame, Margrietje genaamd, die ’s morgens de bestaande structuur van de Wekker. Maar er kwam ook een afsplitsing in de vzw door werd gewassen door het Wit-Gele Kruis en in er werd ook werk van jonge beginnende kuneen verschil in visie op de toekomst. “In de haar zetel geplaatst. Vanaf dan was het café stenaars geëxposeerd in het café, film- en Carpe Diem organiseerden we eerst op regelopen. De klanten kwamen binnen, staken geld het station, “waar de werken tussen de duiven en de ratten geplaatst werden.” Dit brengt het gesprek op een andere pijler van deze pioniersgroep, naast het multidisciplinair werken: ze gingen altijd op zoek naar unieke locaties om evenementen te organiseren. Maar ook de overgang van een los verband naar een vzw en het verkrijgen van de Carpe Diem als vaste ontmoetingsplaats komen ter sprake.
14 02 02
KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
in een doosje en gingen pinten halen in de kelder. ’s Avonds staken de verpleegsters van het Wit-Gele Kruis haar terug in haar bed en sloten het café. Dingen die nu niet meer mogelijk zouden zijn, maar het leven smaak gaven. Beide cafés gingen ter ziele en door die leegstandsbelasting opende de mogelijkheid tot overname voor ons kunstenaarscollectief dat toen ook evolueerde tot een vzw. Dirk, Mimi en ik kwamen tot het besef dat er geen enkele financiële dekking bestond als we een project organiseerden. Soms staken we ons eigen geld in de evenementen als er een tekort was.
poëzieavonden ingericht, DJ’s uitgenodigd en het management besliste om de minder te organiseren, zoals ‘STRAAT’ in de Bataviafeestjes in elkaar gebokst. De vzw draaide op winstgevende etablissementen te sluiten. wijk. Er kwamen ook meer hoopgevende sigvolle toeren en er werd ook een gedrukt tijdnalen. De cultuurdienst van Stad Roeselare schrift uitgebracht. Als er lidgeld werd be“De brouwerij Rodenbach had niet echt een dacht onmiddellijk aan vzw De Wekker om taald, kreeg men een tijdschrift en vijf bonnen management, was sterk gericht op Roeselare tentoon te stellen in het museum Alfons voor evenementen van de vzw. Indien ze deze en volks georiënteerd. Ze hadden cafés in deBlomme via het project ‘DIOGENES’. De opniet gebruikten, werd op het einde van het zelfde bouwstijl en dus respect voor hun pagebouwde connecties boden voldoende tenjaar een kunstwerk geschonken. Maar we bletrimonium. Het management was niet zo takels om telkens opnieuw aan tentoonven ook trouw aan de grondbeginselen van de gefocust op winst maken. Het rationeel bestellingsmogelijkheden te geraken. Bijvoorwerking en er werden ook exposities opgestuur van Palm daarentegen sneed in het vet beeld ‘STOOREKIK’, waarbij drie leegstaande start op unieke locaties in de volkswijk Kroten verkocht het pand aan bouwpromotoren. huisjes van de sociale huisvestingsmaatschaptegem. Bijvoorbeeld onze deelpij De Mandel ter beschikking name aan de tentoonstelling en werden gesteld in samenwerking activiteiten van ‘ANNO ‘02’ in met het stadsbestuur en het wijkhotel Den Bonten Os en het procomité. Dat is ook onze sterkte: DAT IS OOK ONZE STERKTE: ject ‘UNDERGROUND’ in kelders we doen iets op unieke locaties WE DOEN IETS OP UNIEKE LOCATIES EN van huizen in die wijk. De inkomen in wijken waar er voor de rest sten van het café en de toegenoniet veel gebeurt. De mensen van IN WIJKEN WAAR ER VOOR DE REST men subsidies door het grotere de wijk waren dan ook enthouNIET VEEL GEBEURT aantal activiteiten zorgden er voor siast. De al 20 jaar leegstaande dat de vzw toen financieel op zijn directeurswoning van de olijslatop was.” gerij te Staden is nog zo’n voorMet als gevolg dat we veel minder konden orbeeld. De inwoners van Staden konden Sabine duikt nog eens in haar archief en blaganiseren en de financiën kelderden. Voor ineindelijk eens een blik werpen in het huis van dert doorheen de rist van evenementen die komsten moesten er bijvoorbeeld al eens Irish één van de grote patroons van het dorp en duidelijk sterker op jongeren gericht waren. Coffees worden verkocht op de kerstmarkt.” ondertussen namen ze ook een kijkje op het Geert citeert enkele vettige zanglijnen van de Maar ondanks de tegenslag brandt het vuur kunstparcours. Of onlangs ‘FEMALE LANDSillustere groep ‘ANUS the band’ en ook de nog altijd in de ogen van het koppel. Ze spreCAPE’ in het Sterrebos waarbij de zondagse naam ‘Kleffe Sandra en zukke trutte’ wordt ken met veel gevoel voor anekdotiek over wandelaar samen met zijn kinderen in contact opgerakeld. Good times. recente en oudere projecten waarbij ze kwam met kunst. De ‘chambretten’ in het Colconnecties hebben aangewend om projecten lege: sommige mensen spraken me aan om te Maar toen sloeg het noodlot toe. In 2004 te realiseren op leuke settings in het Roesewijzen op het bed dat ze in hun internaatperiode werd Rodenbach overgenomen door Palm en laarse. “Toch slaagden we er in om projecten nog beslapen hadden.”
02
KUNSTMAGAZINE
02
KUNSTMAGAZINE
“Ook via mijn leerlingen werden er banden geaan bepaalde projecten zoals ‘FEMALE tentoonstelling die op stapel staat, maar hier smeed om zaken mogelijk te maken. ‘Het vijLANDSCAPE’ soms in de kantlijn terecht zal nog meer over verschijnen in de volgende vertheater’ bijvoorbeeld. De zoon en de komt. De berichtgeving in de media belicht editie van Marta. De ‘Tableaux Vivants’ waarbij dochter van de familie Vermoortel van het arenkel de individuele kunstenaars en vermeldt we bestaand kunstwerk uitbeelden en het puchitectenbureau BURO 2 zaten in mijn klas en het werk van de vzw enkel terzijde. We hebbliek mag raden welk, bezorgen ons ook een die man had een vijver voor de kantoren van ben echt nood aan iemand die onze PR kan berg leute en hopen we ook verder te zetten. zijn bedrijf. Via zijn kinderen kregen we het verzorgen en een persmap kan aanleggen. En natuurlijk is iedereen die zich aangesprovoor elkaar om de vijver te gebruiken om lieWant bij het nieuwe project dat de vzw orgaken voelt door de doelstellingen en de werderen van Nietschze ten tonele te brengen. niseert in het kader van 150 jaar Vaart (rond king van de vzw, in het bijzonder de jonge We mochten ook zijn oude boot gebruiken, april 2012), getiteld La Barca, is het ons bijna veulens, meer dan welkom. We zouden graag die ik samen met Isidoor Goddeeris herstelde. opnieuw overkomen. Dat blijkt ook op een anhebben, als Sabine en ik er ooit mee stoppen, We begonnen het stuk net voor de schemedere manier. Het voorbeeld van de Tramstatie dat de vzw verder blijft bestaan. Ik had eigenring en staken dan drijfkaarsen aan die zich is daarbij frappant. Het stadsbestuur wil daar lijk nooit gedacht dat het zo lang zou duren. met de wind verspreiden over de vijver. Een nu een buurtcentrum van maken. Iets waar wij Ik hoorde onlangs van iemand dat de gemidprachtig zicht. De stemmen weerdelde leeftijd van een vzw niet klonken door megafoons en het meer is dan 3 jaar en 10 jaar de mechanische geluid in die maximale leeftijd. Als je dan beenorme ruimte zorgde voor de denkt dat ik al 30 jaar bezig ben DE WEKKER TIKT VERDER, nodige bevreemding. Probeer het met dit project, dan is dat toch de DE VZW STAAT ALS VANOUDS OP, je voor te stellen. In ruil vroeg de moeite. Dat is ook zo boeiend aan HIJST ZICH IN DE NIEUWE KLEREN, man 100 ticketjes voor zijn klanDe Wekker. De vzw hernieuwt ten en kennissen en zo stond er door de instroom van nieuwe, KLAAR VOOR DE DAG VAN MORGEN. daar veel volk voor liederen van jonge mensen en het ziet er nu Nietschze. Straf toch (lacht). De ook naar uit dat mensen van de andere leden brachten ook oude garde opnieuw bereid zijn ideeën aan. Zoals het concept van de ‘Glas15 jaar geleden al mee bezig waren. We hebom deel te nemen aan de nieuwe start. We kast’ in de woning van Koen Therry. Zijn woben de burgemeester gefeliciteerd dat het er mogen hopen.” ning was vroeger een hoedenzaak geweest. toch van gekomen is. Maar het blijft belangrijk Hij stelde de vitrine open voor een kunstenaar dat we ons in de toekomst sterker profileren Met deze woorden wordt de dictafoon uitgevan de vzw om zijn werk te exposeren. Sabine in de media, onder andere bij de lancering van schakeld. Er worden nog meer petites hisheeft daar trouwens nog de eerste expositie het eerste nummer van Marta en de nieuwe toires verteld en meewarig maar blijmoedig met haar zelfgemaakte hoeden gedaan.” website willen we een persmoment organisemet het hoofd geschud bij het zien van oude ren.” foto’s en affiches. En hier en daar komt er nog De veerkracht van de vzw is overduidelijk. een aap uit de mouw. De regen klettert verder Ook toen het moeilijk ging, bleef een kern van “Enerzijds willen we dus inzetten op het digiop het dak, het is al eens tijd voor een sigareenthousiaste jongeren en minder jonge leden tale luik van de vzw: de website zit er aan te tje (een halfje voor Geert, sommige zaken ververder werken. Dit belooft dan ook voor de komen, het Facebookprofiel is aangemaakt anderen niet), de glazen worden nog eens komende jaren. Ook bij de uiteenzetting van we hebben al heel wat vriendjes trouwens - en gevuld en er wordt geklonken op de toede toekomstplannen ontwaakt het heilige Marta verschijnt binnenkort. Anderzijds zoukomst. De Wekker tikt verder, de vzw staat als vuur en spuien beide jong-van-harten ideeën den we graag opnieuw meer werken rond vanouds op, hijst zich in de nieuwe kleren, en verlangens omtrent projecten en de contitheater en muziek zoals het in de beginjaren klaar voor de dag van morgen. nuering van de werking. het geval was. Misschien kunnen we de banden uit het verleden opnieuw aanhalen en zo Carpe Diem. “Wat we soms jammer vinden en in de toekunnen we nieuwe mogelijkheden creëren. ‘La komst willen vermijden, is dat onze bijdrage Barca’ waar ik al over sprak, is onze nieuwe Maarten D’hoop
02
KUNSTMAGAZINE
17
COLUMN Het moet op een nazomermorgen van de septembermaand in het jaar 1995 geweest zijn, toen een zekere Bart G. de deuren der kunsten voor me ontsloot. Zoals gewoonlijk zat ik achteraan de klas, hetzij half slapend na het weekend, of juist pittige details van dat weekend uitwisselend met de buur, of - nog anders simpelweg de klier uithangend. Esthetica was een nieuw vak en ik was vast van plan om het even stiefmoederlijk te behandelen als pakweg godsdienst. Het duurde dan ook niet lang vooraleer de heer Bart G. het op zijn heupen kreeg van die lange slungel in bottines. Na een korte, verbale machtstrijd, die hij natuurlijk won, plaatste hij me vooraan. Recht voor zijn neus. Mijn initiële rancune ebde vrij snel weg, toen hij, slechts geholpen door een diaprojector en aangename, boeiende stem zijn hoogstpersoonlijke steekproef uit de geschiedenis der kunstproductie de revue liet passeren. Weinig later verscheen ‘het portret van Ambroise Vollard’ van Picasso op het scherm, een kubistisch werk dat instant de aandacht van mijn vroeg adolescent zieltje had gewekt. De in-schervenvan-psyche afgebeelde man resoneerde met mijn eigen versplinterde, van teen angst doortrokken gemoed dat oor had naar de dystopieën van Kurt Cobain en Ian Curtis. Het versplinterde mijn tot dan toe provinciale visie op schilderkunst als zijnde het afbeelden van kerktorens in polderlandschappen met paard, ploeg en boer op de voorgrond. Ik had een mentor gevonden.
18 02
KUNSTMAGAZINE
Eens de deur op een kier is er maar een zucht tocht nodig om een huis binnen te treden en Bart G. was een man met een missie. Iedereen die zich nog min of meer zijn middelbare schooltijd kan herinneren, weet hoe heilig de middagpauzes waren. Het moment om het kind (waar we op dat moment niet meer voor aanzien wilden worden) vrij spel te geven, weliswaar secuur verborgen achter een façade van bravoure en onoverwinnelijkheid. Toch wist hij me te overtuigen om mijn pauzes op te geven voor een filmpje, dat ik slechts vaag kende van allusies in alternatieve rockmagazines, getiteld: ‘Clockwork Orange’. Een controversiële film, dat wist ik dan weer wel, wat natuurlijk het leeuwendeel van mijn aanvankelijke interesse verklaarde. Bart G. leidde me, verspreid over een achttal middagpauzes, binnen in de beeldtaal van Stanley Kubrick. Hij deed me verder kijken dan het naakt en het geweld, toonde hoe de negende symfonie van Ludwig van Beethoven het leidmotief in goede en vooral kwade dagen was van het hoofdpersonage en notoir bendeleider Alexander De Large en hoe dit de traditionele associatie tussen verheven, quasireligieuze gevoelens en klassieke muziek op de helling zette. Hij wees ons ook op de typische naoorlogse hoogbouwarchitectuur en hoe deze de kilte en de
COLUMN
Aldous Huxley
Picasso - Ambroise Vollard
George Orwell
vervreemding een gezicht gaf; hoe de interihoop dat we elkaar zullen terugvinden, in bebinnen te houden, zonder de wereld buiten te eurs het futurisme moesten belichamen en de tere, kundiger tijden. sluiten. Binnen dit huis vang ik de grote diswandschilderingen in de trappenhallen met cussies over de kunsten op: de visueel gericheen curieuze geseksualiseerde twist refereer“Failure is always the best way to learn:” de ten (het werk moet vooral mooi zijn) leveren den aan de socialistische schilderkunst, maar troostende woorden van onze Noorse vrienstrijd met de contextuelen (het werk mag ook hier was het proletariaat naakt en meerduidig zijn). De argumenten vooral productief in de wellust. zijn duidelijk. Waarom zou je een Hoe dit alles op zijn beurt weer bibliotheek moeten meeslepen WAAROM ZOU JE EEN BIBLIOTHEEK MOETEN de link met de literaire kracht van naar een museum om een kunstMEESLEPEN NAAR EEN MUSEUM OM EEN KUNSTde totalitaire angstdromen van werk te begrijpen? Heb je dan George Orwell en Aldous Huxley werkelijk een handleiding nodig WERK TE BEGRIJPEN? HEB JE DAN WERKELIJK weerspiegelde; hoe het straatvooraleer het mysterie zich kan EEN HANDLEIDING NODIG VOORALEER HET taaltje dat Alex, Georgie, Dim en ontrafelen? Maar ook: Moeten we MYSTERIE ZICH KAN ONTRAFELEN? Pete gebruikten dit laatste enkel enkel schone, hapklare plaatjes nog meer in de verf zette; hoe de creëren? Zal dit niet leiden tot een Britse overheid de film in 1973 supermarkt waarin enkel converbood wegens het uitbreken van onlusten den van Kings of Convenience brachten het sumptie van het oogstrelende telt? Is er nog en Bart G. op die manier het adagium ‘art imibesef dat men een huis ook kamer per kamer ruimte voor ontdekkingsreizen? tates life, life imitates art’ betekenis verleende: kan veroveren. De hoeken van de ruimte laten dit alles weerklonk in de anders zo muffe lozich pas kennen met tijd, eens genesteld in die Ik ben nog teveel kunstadolescent om hierin kalen. En ik? Ik werd wakker. zetel van waaruit beschouwing mogelijk positie te nemen, maar toch dit: kunst mag wordt. De muren van de kunstgeschiedenis enige kennis van context vergen, anders Ontwaakt midden in de kamer besnuffelde ik staan er immers al. Het is enkel een kwestie wordt het spectrum van het schone erg veral het speelgoed aanwezig. Een kunstkind van kiezen: een toets verf aanbrengen, hernauwd. Anderzijds kan het schone ons direct graaiend in het rond; gretig, hongerig en volschilderen, muren inslaan, kamers samenvoeraken, omdat we zelf het meerduidige eraan doende naïef om te denken dat ook ik zonder gen of de trappen nemen elders heen. Je toevoegen, de lagen aanbrengen. Eenvoud meer in de voetsporen van de kunstgeschieeigen dubbel glas plaatsen om de inspiratie sluit gelaagdheid niet uit en schoonheid kan denis kon treden. De megalomanie van mijn enig complex denken vergen. Wat in deze disenthousiasme bracht het fata morgana van de cussie overeind blijft, is de aantrekkingskracht uomo universale, de alleskunner, een hang dat een werk op het subject uitoefent: of dit naar grootsheid, erkenning. Hoewel schrijven nu visueel, auditief, tactiel, sensomotorisch, inmijn eerste lief was, verloor ik mezelf in affaitellectueel of intuïtief is. Evenzo bij het zelf res met muziek, schilderkunst en fotografie. creëren: het werk overkomt je, maar het is wel Vaak hartstochtelijke relaties, vol verlangens het product van een (onbewust) verzamelen en ideeën, maar op te weinig gebaseerd om van puzzelstukken, die in elkaar sluiten tot een duurzaam te zijn. Kortom: de puzzel klopte geheel groter dan de delen, door een context niet. Een fase die je besluit met de woorden: die de sleutel tot die kamer heeft geboden. En “laten we vrienden blijven.” Uiteindelijk keerde daarom wil ik Bart G. danken, voor het openen ik terug naar mijn jeugdliefde, de magie van van die eerste, al te cruciale deur. de woorden, al hou ik nog altijd stiekem van mijn maîtresses. Er leeft nog altijd een vage Maarten Dhoop
COLUMN
KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
19
Š Anthony Dendauw
ERFGOED MEERT AAN
MAS Op 17 mei 2011 opende het MAS in Antwerpen zijn deuren. Ongeveer een half jaar na zijn tegenhanger in het Gentse: het STAM. Beide musea willen het historische verhaal van de steden verbeelden en lokaal erfgoed een nieuw uitstalraam gunnen. Niet enkel het verleden krijgt een plaats. De groeiende populariteit van erfgoed en de grootschalige vertaling in deze stadsmusea zijn niet los te zien van de toekomstige stedenbouwkundige plannen van Gent en Antwerpen. Het verleden als etalage van de toekomst dus. Bij deze: goesting in een MAS-ke, of liever een STAM?
20 02
KUNSTMAGAZINE
Het valt niet te negeren: het MAS schittert op ’t Eilandje. Het eens zo verkommerde en verwaarloosde stadsdeel tussen het oude centrum en de nieuwe haveninstallaties in het noorden werd door de bouw van dit uit rode Indische baksteen opgetrokken museum letterlijk terug op de kaart van Antwerpen gezet. Volgens directeur Carl Depauw moet het de vierde toren van Antwerpen worden, de toren van iedereen, naast de kathedraal, de Boerentoren en de politietoren. Het MAS hoopt op deze manier hetzelfde effect te hebben voor de buurt als het Guggenheim in Bilbao. Beide
VER musea willen het verleden van een locatie bundelen in een architecturaal meesterwerk, dat op zijn beurt de toekomst van die locatie bepaalt. In Antwerpen werd door het architectenbureau Neutelings Riedijk om die reden gekozen voor een modern stapelhuis van erfgoed. Op het Eilandje werden in Napoleontische tijden goederen van over de hele wereld gestockeerd in stapelhuizen en verhandeld. Het heet dan ook Museum aan de Stroom: de band van Antwerpen met de wereld, via de haven, staat centraal. Dit alles past dan ook binnen de stedenbouwkundige plannen van
MAS VS STA*M
© Anthony Dendauw
IN HERNIEUWDE HAVENS
SUS
STA*M
de stad om zijn oude havensites terug met het centrum te verbinden. Deze worden opgewaardeerd om voornamelijk eerder bemiddelde bewoners en dus commercie, vastgoedontwikkelaars en uiteindelijk welvaart aan te trekken. Van de schippersbevolking die hier vroeger woonde, zijn weinigen gebleven. Gentrificatie heet dat dan: geen enkele grootstad ontsnapt eraan. ETALAGES VOOR DE TOEKOMST Maar de stad lijkt via de bouw van het MAS
MAS VS STA*M KUNSTMAGAZINE
wel geslaagd in zijn opzet. Het gebouw genoot bij opening van massale media-aandacht en werd al verkozen tot één van 16 mooiste musea ter wereld door het internationale reismagazine Travel and leisure, wat de toeristenstroom enkel doet toenemen – 600.000 al, louter zes maanden na opening. De horecazaken in de buurt doen goede zaken en er is zelfs sprake van een openluchtzwembad in de omliggende dokken dat in de winter kan omgevormd worden tot een schaatsbaan, toepasselijk ‘Bad’eau/Plat’eau’ genaamd. ’t Eilandje heeft zijn nieuwe bestemming ge-
vonden: van schippersbuurt naar hippe cultuurwijk in 20 jaar tijd. Het kostenplaatje van het MAS is er dan ook niet naast: 60 miljoen euro in totaal. Het museumplein, waar een schilderij van Luc Tuymans ‘Dead Skull’ met behulp van 96 569 stenen in 11 verschillende kleuren en 4 verschillende formaten tot een 1600 m² groot mozaïek werd omgetoverd, weerspiegelt deze drang naar grootsheid. De financiering van het project moest dan ook aangevuld worden met particuliere sponsoring. De zilverkleurige aluminiumhandjes aan de buitenwanden van het museum zijn daar-
KUNSTMAGAZINE
21
© Anthony Dendauw
van getuige. Deze zijn eigendom van de verschillende particuliere geldschieters. Voor 1000 euro hebt u er eentje in uw bezit. Lezers die zelf een handje willen toesteken? Kijk voor meer informatie op www.uiteerstehand.be.
Het bedrijfsleven was zelfs sponsor van bij het begin en is dan ook gevestigd aan de voet van de spiraaltoren. Port of Antwerp, Umicore en de diamantindustrie hebben daar hun eigen etalage. Zoals u leest: het verleden én de toekomst dus. Het is daarom niet minder mooi: de rode steen gloeit bij ondergaande zon, de gegolfde raampartijen laten het licht als schaduwwater vallen, het panoramadak geeft unieke zichten op de stad, het Scheld en de haven en de reflecties in de dokken zijn het verbeelden waard. Het is geen volledige ta-
22 02
KUNSTMAGAZINE
bula rasa, het is een hergeboorte van een oude identiteit in een nieuw gebouw. In Gent was het architecturale uitgangspunt voor het STAM anders: het gebouw moest de inleiding vormen tot een nieuwe kijk op een oude identiteit: de abdij- en kloostersite van de Bijloke en bij uitbreiding de historische binnenstad. Zoals Christine De Weerdt, directeur van het STAM het zelf formuleert: “Vanaf de stadsring kunt u via het STAM de werkelijke schat ontdekken: Gent.” De architect, Koen van Nieuwenhuyse, kreeg de opdracht om te vertrekken van het 700 jaar oude gebouwencomplex gelegen aan de Gentse stadsring. In zijn ontwerp werd het nieuwe op het oude geënt: het STAM en de heraangelegde ruimte rond het gebouw fungeren als toegangspoort tot de brede cultuursite van de Bijloke, waar ook een concertzaal en een kunstacademie gevestigd zijn. Gent wil zich op deze manier promoten als stad van kennis en cultuur. Maar op deze locatie werd vroeger niet verhandeld, maar aan gebed en ziekenzorg gedaan. Een stapelhuis is hier niet op zijn plaats: het is eerder een verhaal van lagen geschiedenis waarin eerst gegraven moest worden. Het gebouwencomplex werd dus eerst aan een archeologisch onderzoek onderworpen en vervolgens gerenoveerd met integratie van de sporen van het verleden in het nieuwe stadsmuseum.
De kostprijs weerspiegelt dan ook de verschillende beginsituatie met het MAS. Met 15,5 miljoen euro valt het STAM stukken goedkoper uit. Toch valt ook hier de connectie met de toekomstige stadsplanning van Gent op. Waar het MAS zelf een integraal onderdeel vormt van de nieuwbakken stedelijke ontwikkeling van Antwerpen, maakt Gent gebruik van het STAM als platform om zijn plannen uiteen te zetten. Ze maken deel uit van de tentoonstelling, als orgelpunt van een tijdslijn van oud naar nieuw. Want ook Gent heeft plannen met zijn oude haven. De oude industriële havenzone tussen het Dampoortstation en de volkswijk Muide wordt grondig getransformeerd tot een volwaardig nieuwe stadswijk. Net zoals bij het MAS is het ook hier de bedoeling om de oude dokken van een nieuwe functie te voorzien. Ook hier zijn de plannen ambitieus, compleet met strand en openluchtzwembad. Een kijkje nemen? Zie www.oudedokken.be. En de Gentenaar en vele anderen lijken geïnteresseerd, getuige de 127.447 bezoekers tot nu toe. Kortom: er is een markt voor erfgoed in een modern kleedje. Volgens beide directeuren vindt deze toegenomen interesse in het verleden zijn wortels in de zoektocht naar identiteit in een steeds kleiner wordende wereld. Met andere woorden: waar komen we vandaan? En natuurlijk: Waar gaan we naartoe? Gezien de bezoekersaantallen van beide musea en het succes van de Erfgoeddag zijn
MAS VS STA*M
dit vragen die vele mensen bezighouden. Beide steden zetten dus in op het verzamelen en centraliseren van lokaal erfgoed, niet enkel om het verleden te tonen, maar ook om de toekomst in de verf te zetten. Het verhaal dat beide stadsmusea vertellen, en hoe ze dat vertellen, verschilt echter sterk.
Het startpunt van de vaste tentoonstelling is het heden, de laag die er nu ligt. Zo opent de expositie met een gigantische luchtfoto van
PALIMPSEST EN STAPELHUIS
het grondgebied Gent waarop de bezoeker kan lopen en de Gentenaar graag zijn eigen woonst zoekt. De binnenstad zelf wordt via een maquette driedimensionaal uitgelicht. Via multimedia, die voorzien in historische kaarten en afbeeldingen, wordt de bezoeker uitgenodigd om zelf te graven naar hoe de stad er vroeger uitzag. Vanuit het heden wordt de bezoeker meegenomen naar het prille begin van de stad en vervolgens langs de pandgangen naar de zalen geleid die telkens een laag toevoegen aan de stadsgeschiedenis: van een nederzetting onder abdijtoezicht, groeiend tot een bloeiende handelsstad (met nu tijdelijk de tentoonstelling van het middeleeuwse handschrift Liber Floridus dat het cartografische
In het MAS is de lijn wat minder duidelijk op het eerste gezicht en dat is ook te verklaren vanuit het concept stapelhuis dat eraan ten grondslag lag. Het is een magazijn van erfgoed rond thema’s geworden, dat tegelijk ook inzicht geeft in het verzamelen zelf. Zo start men op de tweede verdieping met een kijkdepot dat de bezoekers een blik laat op collec-
© Anthony Dendauw
© Maarten D’hoop
Waar in Antwerpen het primaat werd gegeven aan het gebouw en pas later de collectie werd verzameld, werd in Gent vertrokken van een integrerend verhaal en werd de collectie in functie van dat verhaal samengebracht. Dat verschil laat zich voelen in de wijze waarop de stukken worden uitgespeeld in de beide musea. In Gent is de rode draad doorheen de expositie het concept van een middeleeuwse palimpsest. Een palimpsest is een stuk perkament dat met de hand beschreven werd, waarvan de bovenste laag werd afgeschraapt om er een nieuwe tekst op te zetten. Dit werd gedaan omdat perkament duur was. Historisch onderzoek van dergelijke documenten biedt de mogelijkheid om via ultraviolet licht de teksten die werden verwijderd alsnog te ontcijferen. Zo werd ook het STAM opgevat. De bezoeker wordt door een chronologisch document geleid waarbij de lagen van stadsontwikkeling elkaar opvolgen. De stad groeit, bloeit, vernieuwt, maar het verleden blijft leesbaar.
wereldbeeld van de schrijver Lambertus toont), naar het wel en wee van de stroppendragers onder Keizer Karel en de godsdienstconflicten tot de evolutie naar een industriële havenstad waar nog altijd naar de Rechtvaardige Rechters van de gebroeders Van Eyck wordt gezocht. Er is gezocht naar een aangename mix tussen het tonen van erfgoed en interactieve installaties die het licht verteerbaar maken en uitnodigen om nog eens terug te komen. Ook aan de kleinsten werd gedacht: deze kunnen aan de slag met LEGO-blokjes om nieuwe torens voor Gent te bouwen. In de pandgangen zijn op dit moment ook foto’s te zien van Carl De Keyser die verschillende typisch Gentse plaatsen op zijn eigen manier heeft geportretteerd. Deze staan in contrast met de tentoonstelling rond amateurfotograaf Edmond Sacré die Gent rond de vorige eeuwwisseling op plaat vastlegde. Kortom: in het STAM is de stad altijd het pronkstuk, getuige de slotzaal die de voorstelling herbergt van de voorlopig laatste laag die men aan het aanbrengen is: de nieuwe ontwikkelingsplannen.
KUNSTMAGAZINE
© Anthony Dendauw
ties en hoe deze vergaard worden. De basis als het ware, gevolgd door het tijdelijke: een expositie rond portretkunst vroeger en nu met werken van Jan Van Eyck en Pieter Paul Rubens, maar ook Luc Tuymans en Dirk Braeckman. De vaste collectie stijgt door de spiraalvormige stapeling van de museumzalen verder van het tijdelijke naar het eeuwige: via collecties rond machtsvertoon in Antwerpen in vergelijking tot andere culturen, naar een inzicht in de geschiedenis van Antwerpen als stad én haven open voor de wereld tot de beschouwing van leven en dood in verschillende religies en culturen met als slotstuk de collectie precolumbiaanse kunst van Paul en Dora Janssen-Arts waar de sjamaan als de reiziger van de tussenwereld tussen het zichtbare en het onzichtbare wordt belicht. Met als absolute apotheose: het dakterras onder de hemelen van Antwerpen, zijn haven en zijn stroom. Voor elk thema werd een klankenpalet (door Eric Schleichim) gecreëerd en een eigen mise-en-scène (door B-architects) bedacht. Het moet gezegd: elke ruimte is op een passende, originele manier uitgewerkt. De precolumbiaanse kunst wordt geëtaleerd door een piramide en een omgekeerde piramidestructuur, bij de zingeving staan de drie monotheïstische godsdiensten – Jodendom, christendom en Islam met de rug naar elkaar toe rond een centrale as en de havenzaal herbergt tal van scheepsmaquettes uit het Scheepvaart-
24 02
KUNSTMAGAZINE
museum in toonkasten op laadpaletten. Dit om maar enkele zaken te noemen. Op het einde van elke zaal wacht er ook telkens een opdracht voor de bezoeker: het befaamde zenden van a message in a bottle, of een Tibetaans gebedsvlaggetje ophangen, of – symbolisch – de skyline van Antwerpen hertekenen op een krijtbord. Alle zalen, hoe verscheiden ook, worden door het gebouw verenigd tot een geheel. Ook hier is de boodschap: terugkomen. Er is zoveel te zien dat één bezoek niet volstaat. Het gebouw zelf nodigt ook uit om terug te komen. Zo is de boulevard (de wandelgangen) open tot 22 u in de wintermaanden, wat natuurlijk die extra nocturnedimensie biedt. Een minpuntje toch: de collecties Home Call over Ghana en de precolumbiaanse kunst lijken wat aan de vaste tentoonstelling gekleefd met een eerder vergezochte lijm. Maar het betreft ontegensprekelijk een stapelhuis waar altijd plaats is voor de wereld die aan de kades meert.
huidige Vlaanderen en zijn verzuchtingen binnen die grote kleine wereld. Dit is niet het laat-
ste wat op deze morzel grond rond erfgoed op stapel staat: de herdenking van de eerste wereldoorlog in project 2014-2018 komt eraan en men is al aan het verzamelen geslagen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Maarten D’hoop
Zowel Gent als Antwerpen werken samen met lokale erfgoedcellen die collecties aanleveren, wat hen ook tot dynamische stadsmusea maakt, hoewel verschillend in ambitie, visie en schaal, toch gelijk in doelstelling: het verleden tonen om hun toekomst als hernieuwde havensteden te laten zien. En het werkt: het publiek komt er massaal op af, op zoek naar antwoorden op de vragen waar vandaan en waar naartoe – misschien wel typisch voor het
Bronnen: www.mas.be - www.stamgent.be www.oudedokken.be / www.deredactie.be/cm/1.1022898?view=popupPlayer www.travelandleisure.com/articles/worlds-mostbeautiful-museums/2 nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Eilandje_(Antwerpen)&oldid=26780532 www.antwerpen.be/eCache/ABE/80/88/081.html www.vrp.be/nl/openluchtzwembad-t-eilandje “MAS krijgt 600.000 bezoekers over vloer”, DS, 18/11/2011, Vincent Verbruggen
MAS VS STA*M
BART VINCKIER GREET DESAL TE HANNES VERSTRAE MARçUS W I L LY C A U W E L I E R JAN D’HONDT
KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
25
Greet Desal worstelt met de term beeldhouwer. Ze wil af van het houwen. Beeldenmaker past beter volgens haar. Toch werkt ze op dit moment haar opleiding beeldhouwen af. Maar de kunstdiscipline overstijgen, is een kenmerk van menig artiest. Klei is voor haar grondstof nummer ĂŠĂŠn. Soms gebakken, maar meestal gebruikt als vormgever van het uiteindelijke werk. Het afgieten gebeurt in Acrylic One, een milieuvriendelijk alternatief voor polyester, bestaande uit een mineraalpoeder en acrylhars. Het valt dun te verwerken en is ideaal voor grote werken volgens de kunstenares. Naast klei worden er ook zijsprongen naar ander materiaal gemaakt, naargelang de noden van het werk. KUNSTMAGAZINE
Toch begon ze ooit rond haar zevende levensjaar met een robot uit karton. De kunstenares in Greet was geboren: “Het ding kon zowat alles, maar ik was de enige die dat zag.” Haar werk is natuurlijk geëvolueerd en evolueert nog, want volgens Greet “niets zo slaapverwekkend als een oeuvre waarbij één trucje wordt platgeknabbeld.” Toch valt er een lijn te trekken: ze ziet zichzelf als een soort animalier. De onnoemelijke vernuftigheid van de natuur in al zijn facetten komt altijd terug. Plant, dier en mens in hun onderlinge verhoudingen vormen haar grootste inspiratiebron. Het is dan misschien ook niet zo verwonderlijk dat ze Louise Bourgeois, creatief brein achter onder andere de gigantische spinnen, als een artieste noemt waar ze sterk van onder de indruk was. “Art is a guarantee of sanity”, zei Louise Bourgeois ooit en precies dat is waar kunst om draait volgens Greet. “Le joie de faire en de mentale masturbatie om zo nu en dan eens klaar te komen”: in haar woorden. De fijnste momenten worden beleefd in het atelier wanneer een dialoog met het werk voelbaar is. Vervelend is dan weer de nood bevestiging, waar ze graag komaf mee zou maken. Toch erkent ze diezelfde hang naar affirmatie als een drijfveer om steeds opnieuw tot creaties te komen. Niettemin ziet ze tentoonstellen als een vervelende bijzaak, waar ze de blues van krijgt, die haar weghoudt van de essentie: het creëren zelf. Van een website heeft ze nog geen werk gemaakt. Nieuwsgierigen kunnen het werk van Greet Desal toch online bezichtigen op haar profiel bij www.saatchionline.com en op haar Facebookpagina. Neem gerust een kijkje. In afwachting biedt Marta u al een voorproefje van wat u kunt verwachten. Geïnteresseerde kopers kunnen zich wenden tot deze sites, maar ook tot de redactie van Marta waar verdere contactgegevens beschikbaar zijn.
KUNSTMAGAZINE
Hannes Verstraete is nog maar een jaar met fotografie bezig. Het begon allemaal tijdens een reis in Portugal, waar hij plots niet meer weg te slaan was van zijn toestel. “Maar toen had ik het nog niet echt door. Daarna heeft het nog een jaar geduurd vooraleer ik een professioneler toestel kocht, waarmee mijn leven een nieuwe richting is ingeslagen.� Hij heeft geen
KUNSTMAGAZINE
opleiding genoten: een echte autodidact dus. Hij speelde in zijn kindertijd wel al met programma’s om foto’s te bewerken of grafische programma’s. Maar: “Toen was het een alternatief bij gebrek aan computerspelletjes die me boeiden. Ik besef het eigenlijk zelf ook nog niet lang, maar met het ontdekken van mijn passie voor fotograferen komen enorm veel puzzelstukken voor me samen.” Hij wordt geraakt door schoonheid, maar geeft wel een heel eigen definitie aan het woord. “We zien met onze binnenkant. Ergens bestaat schoonheid op zich niet. Het zijn de mensen die het aan iets toekennen. Een foto kan je iets tonen dat aan de dagelijkse blik ontsnapt. Fotografie legt iets vast dat anders in de constante stroom van het leven, die aaneenschakeling van momenten, verloren zou gaan. Het haalt een fractie van het leven naar de voorgrond en net in dat stilstaan zit schoonheid verborgen. Fotografie wordt vaak als weergave van de realiteit gezien, maar ik deel die mening niet noodzakelijk. In een wereld zonder fotografie zouden we niet stil kunnen staan bij die fractie tijd – die klik - waarop de foto wordt genomen. Dat moment bestaat eigenlijk niet. En dan heb ik het nog niet gehad over de dimensie die de kijker aan de foto toevoegt. Juist omdat een foto statisch is, gaat onze geest een eigen verhaal bedenken, een dynamiek verzinnen. Naar dat soort foto’s ga ik op zoek: een onbestaand moment van schoonheid weergeven, irreële schoonheid die je doet dromen, waar je zelf leven in wil blazen. Als een van mijn foto’s deze dimensie bevat, dan maakt dat me stiekem heel gelukkig.” De jonge fotograaf gaat niet op zoek naar beelden. Ze overkomen hem. “Natuur, plaatsen, mensen, gedachten, poëzie, fantasie, het leven zelf gewoon.” In het luttele jaar dat hij met fotografie bezig is, heeft hij opvallende evoluties in zijn werk opgemerkt. “Ik ben nog volop op ontdekking eigenlijk. Het is allemaal heel snel gegaan. Ik denk als iets echt je passie is, dat je daar gewoon volledig in wordt meegesleurd. De passie drijft me vooruit en neemt me op sleeptouw. Ik hoop dat ik op ontdekking blijf.” Hij blijft ook erg kritisch voor zijn eigen werk: af en toe werd de schoonheid gevat, maar nog te weinig en nog niet goed genoeg. Als we zijn bovenstaande visie op fotografie lezen, weten we ook dat hij de lat hoog legt. Nochtans houdt de term kunst en het achterliggend debat hem eigenlijk niet echt bezig. “Kunst omdat het Kunst is, interesseert me vaak niet zo. De stempel ‘dit is kunst’ vind ik een riskant en subjectief gegeven. Als ik iets mooi vind, dan vind ik het mooi. Als het me raakt, dan raakt het me. Anders niet.” Toch schiet er hem een voorbeeld te binnen: de foto van Malcolm Browne van de boeddhistische monnik Thich Quang Duc die zichzelf in brand steekt uit protest. “Het feit dat die monnik onbewogen in meditatie blijft, terwijl hij opbrandt: dat vind ik zo krachtig en mooi.” Het moge duidelijk zijn wat Hannes Verstraete verlangt van de fotografie. “Het fijnste aan fotografie is dat het altijd nieuw is, elke foto is anders, elk moment is anders. Ik kan mezelf zowel in commerciële als in kunstzinnige fotografie terugvinden. Soms schuwen fotografen de andere kant van de fotografiewereld wat. Ik niet: ik doe het gewoon te graag.” Of Hannes goed op weg is, kunt u zelf beoordelen op: www.hannesverstraete.com Marta kan alvast verheugd een primeur met u delen. U zult het werk van Hannes wel vaker in ons magazine vinden. Hij besliste onlangs om onze redactie te versterken.
KUNSTMAGAZINE
Bart Vinckier schildert om onrust te stillen, om structuur te geven aan zijn wereld. Maar ook uit liefde voor de januskop van het schilderen: die van directheid én dubbelzinnigheid. “Een eigen draai geven aan de werkelijkheid, zodat je ruimte creëert voor interpretatie.” Hoewel er sprake was van een zekere artisticiteit aan zijn moederskant, werd hij opgevoed zoals zovelen in West-Vlaanderen, waar het primaat lag bij het behalen van een goed diploma en een studierichting kiezen die uitzicht bood op werk. Zijn ouders vreesden dat een kunstrichting zou leiden tot een leven in de goot; drank, drugs en slechte vrouwen zouden zijn deel worden. Toch kruipt het bloed waar KUNSTMAGAZINE
het niet gaan kan: na de Grieks-Latijnse en een algemene grafische opleiding
in vraag stellen. In de woorden van de schilder: “Ik geloof niet dat
aan het toenmalige Higro koos hij uiteindelijk voor de academie, aanvankelijk
wat in de wereld gebeurt, losstaat van hoe je zelf als individu leeft.
met de bedoeling om vrije grafiek te volgen, maar het werd toch schilder-
Veel gebeurtenissen en politieke evoluties hebben een impact op
kunst. “Wat achteraf toch de juiste keuze bleek.”
het leven van een groot aantal mensen.” Toch duurde het nog een
Toch hebben zijn Grieks-Latijnse jaren sporen nagelaten. De inleiding tot de
tijdje vooraleer Bart de klassieke denkbeelden rond het kunste-
Griekse filosofie en de klassieke retorica met zijn analyse van argumenten en
naarschap van zich af kon schudden. “De schaduw van de groten
stijlfiguren hebben zijn manier om de werkelijkheid te benaderen veranderd
uit de kunstgeschiedenis werkte behoorlijk intimiderend.”
en vormen tot op de dag van vandaag een belangrijke voedingsbodem voor zijn werk. Hij wordt gefascineerd door de interactie tussen het individu en
Hij was dan ook een stuk in de twintig toen hij de overstap waagde
zijn bredere leefwereld en voert op zijn eigen manier onderzoek naar “wat er
van de toegepaste naar de vrije kunsten. “Ik denk dat ik in het
nodig is om het bovenste topje van de piramide van Maslow af te vijlen,” naar
derde jaar aan de academie zat, toen ik het schilderij maakte dat
de omstandigheden die onze hang naar zelfverwezenlijking en individualiteit
ik nog steeds als mijn nulpunt beschouw. De eerste jaren ben je toch vooral bezig met het verkennen van de materialen, van vorm en kleur. Ik probeerde een eigen weg te zoeken via de kunstenaars die me toen zeer aanspraken, zoals de Neue Wilden of Van Gogh. Maar dat grote gebaar, die wildheid lag me niet 100%.” Tijdens een reis naar Londen eind jaren 90 werd zijn aandacht getrokken door de slagerijen van de moslimgemeenschap daar, “waar nog vlees verkocht werd dat er nog uitzag als hompen dood dier.” Het werd de basis voor het schilderij ‘Hallal’, “dat ik voor de verandering eens niet fauvistisch aanpakte. Het resultaat leunde meer aan bij Richter of Tuymans. Die manier van werken leunde veel meer aan bij waar ik me goed voelde. Ze vergde geen duidelijke uitgangspunten. Ik kreeg door dat het voor mij belangrijker was de juiste vragen te zoeken dan antwoorden. Vanaf dat moment was ik eigenlijk echt vertrokken. Je kunt dus zeggen dat ik pas rond het jaar 2000 begonnen ben met kunst.” Al experimenteerde hij in de loop der jaren wel eens met andere dragers en verven, toch ligt verf op canvas hem toch het best. Materiaalkeuze is primordiaal: de betere studieverven, degelijke varkenshaarpenselen, zelf de doeken opspannen en kwaliteitsvolle spieramen zijn een must. “Niks meer frustrerend dan een goed gelukt schilderij dat je op geen enkele manier goed aan de muur kan bevestigen omdat het spieraam scheeftrekt.” Hij wordt ook steeds strenger op zijn werk en dat werpt zijn vruchten af: “vooral mijn selectie in de eerste canvascollectie heeft wel wat deuren geopend. Zo kwam er onder andere interesse van de Nederlandse galerij Le Coin C., die me de kans gaf om binnen het Belgium Calling parcours op Lineart deel te nemen. Maar ik vrees dat ik gewoon te weinig de recepties en vernissages afschuim om de juiste contacten te leggen die broodnodig zijn om aan goede expositiemogelijkheden te komen. Exposeren is geen doel op zich, maar nu en dan merk je dat je in je atelier een hoop werk hebt, dat een zekere coherentie vertoont, en dan is het wel goed om daarmee naar buiten te kunnen komen. Het blijft in de eerste plaats een enorm compliment dat mensen je werk genoeg appreciëren om hun zuurverdiende centen uit te geven aan iets dat op zich geen enkele functie heeft.” Zijn blik blijft open. Hij is ervan overtuigd dat je de deur uit moet om kunst op waarde te schatten. “Tv-programma’s of kunstboeken kunnen een voorsmaakje geven, maar een goede tentoonstelling, daar kan ik toch soms een hele tijd niet goed van zijn. Ik vind het dan ook geen probleem om afstanden af te leggen om unieke tentoonstellingen te gaan bekijken.” Enkele namen: de Rothko-tentoonstelling in Parijs (Palais de Tokyo, 1999), Ron Mueck, de installaties van Gregor Schneider... “Het houdt gewoon niet op. Als je wil, kan je ieder weekend vullen met hedendaagse kunst te gaan bekijken die de moeite is, en dan vallen er nog eeuwen aan oude meesters te bewonderen.” Toch is zijn visie op kunst ook streng: “Als we ‘Jeder ist ein Künstler’ van Beuys en ‘De allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ van Kloos optellen, komen we uit bij Jo Vally en consorten. Ik vrees dat ik daar niet mee kan leven.” Het mag dan ook duidelijk zijn dat we hier met een kunstenaar te maken hebben die geworteld is in de traditie. Geïnteresseerd: u kunt altijd een kijkje nemen op www.bartvinckier.be.
KUNSTMAGAZINE
Het werk van de man bekend onder de alias - MARçus - richt zich op twee disciplines: het beeldhouwen en de fotografie. Hij werkt graag met hout, boomstammen en andere natuurlijke materialen. “De geur, de kracht, het lawaai van een kettingzaag brengen me tot rust. Soms heb ik het gevoel dat ik de machine enkel moet begeleiden.” Op groot formaat werken vindt u ook terug in zijn fotografie. Hij print ze op Dibond, een zwart gekleurde, lichte polyethyleenkern, waarvan de twee vlakken bedekt zijn met twee stevige aluminiumlagen. Vormvast, vocht- en UV-bestendig en duurzaam. Toch KUNSTMAGAZINE
blijft de kunstenaar zoekend: de combinatie tussen beeld en foto vinden moet het volgende experiment worden. Want: “Ik sta niet graag stil. Toch is het soms wachten, zoeken en geduld hebben.” Een opleiding beeldhouwkunst en vervolgens fotografie in de academie van Tielt noopte – MARçus - tot het besef dat er meer was dan werken, eten en slapen en wilde hij zelf iets creëren. Het mag dan ook niet verwonderen dat hij zijn inspiratie haalt uit het dagelijkse leven en zijn omgeving. Hij steekt ook heel wat op van kinderen, de wezentjes bij uitstek die u uit uw routineuze blik op de werkelijkheid halen. Kunst is voor hem dan ook een manier om zich los te maken van die kijk van elke dag, om tot stilstand komen, om door andere lenzen te kijken, te begrijpen en opnieuw te herkennen. “De zaligheid van het verliezen van jezelf terwijl je bezig bent, alsof er niets meer rond je gebeurt, misschien een soort trance, ontspanning, yoga...” Maar kunst beoefenen is ook – zoals voor de meeste kunstenaars - het onvermijdelijke “vastzitten in de modder van de gedachten en niet vooruit geraken.” - MARçus - stelt met een duidelijke knipoog dat hij gedreven wordt door geld, roem en erkenning; of misschien geen enkele van deze drie. Toch is hij een man met ambitie. Tot nu toe was hij vooral te zien op lokale evenementen zoals de projecten van vzw De Wekker, cultuurhuis De Schaduw, theater Platteau en Watuku Gits. Toch stak hij al de provinciegrenzen over met zijn medewerking aan de Nieuwe Oogst in het Oost-Vlaamse Sint-Lievens-Esse (2005) en het Frnt vr wnrd (Front voor wanorde), een Aalters kunstenaarsgezelschap. Maar daar bleef het niet bij: “Ondertussen ben ik reeds tot in de Boerentoren in Antwerpen geraakt en met de canvascollectie (2010) in de Bozar te Brussel beland.” Los van zijn eigen verwezenlijkingen laat hij de deur der inspiratie open staan voor de werken van andere creatieve zielen. Zo vindt hij het videowerk van de in Mexico woonachtige Belg Francis Alÿs heel boeiend. Maar als een kind van zijn tijd speurt hij het internet af naar interessante sites. De blog van Pieter van den Dorpe beschouwt hij als een goed startpunt om nieuwe zaken te ontdekken. Speur zelf gerust verder op http://pytr75.blogspot.com/. Om het werk van – MARçus - nader te onderzoeken kunt u terecht op zijn eigen website: www.elbehoek.be. Daar vindt u zijn beeldhouwwerken, zijn fotografisch werk, informatie over voorbije en komende tentoonstellingen en contactinformatie. Marta licht hier al een tip van de sluier op, maar voor verdere exploratie ligt de bal in uw kamp. De kunstenaar waarschuwt alvast, opnieuw met een duidelijke kwinkslag, dat zijn werk te koop is, maar “voor veel geld…!!!..!!!...,??”
KUNSTMAGAZINE
Bij Willy Cauwelier is het materiaal ondergeschikt aan het idee. Hij werkt met een uitgebreid arsenaal aan grondstoffen: diverse metalen en houtsoorten, klei, polyester, steen en andere. Het heeft geleid tot een myriade van werken gaande van een waterfontein voor dorstige vogels, een grafzerk voor een bevriende kunstenaar en een op maat gemaakt circuswiel tot trouwringen en zelfs gepersonaliseerde terrasstoelen voor cafÊ ’t Sjampetterke te Roeselare. Al deze werken en meer vallen te bezichtigen op zijn website www.lachose.be. KUNSTMAGAZINE
Het is allemaal begonnen met stapels kindertekeningen en het ontwikkelen van zijn talent aan de academie te Roeselare onder begeleiding van Paul Van Rafelghem. Begin de jaren ’70 bevolkte hij daar de lokalen samen met Luc Degryse, Geert Clarisse en Isidoor Goddeeris (een naam die later in het magazine nog zal opduiken). Zijn opleiding Monumentale kunsten, optie Beeldhouwkunst aan de Academie voor Schone Kunsten te Gent van 1976 tot 1980 inspireerde hem aanvankelijk tot sterk geëngageerd werk. Evolutie is echter eigen aan de gedreven kunstenaar en visies blijven zelden onveranderlijk. Zo omschrijft hij zijn creaties in de 21e eeuw als lichter en poëtischer. Het etiket Toegepaste Kunst is dan ook geen toeval gezien de bovenstaande opsomming van de diversiteit in zijn kunstproductie. De definitie van kunst van Gerrie Roels die hij hanteert, sluit hierbij aan: “Kunst is een menselijke activiteit gericht op het maken van een kunstwerk door iemand die zich kunstenaar noemt en het werk als kunst presenteert.” Voldoende breed dus. Het monumentale en het toegepaste vindt men ook terug in zijn favorieten. Bij Christo behoeft dit geen uitleg. De figuur Kienholz is minder bekend. Hij creëerde grootse situationele tableaus en installaties zoals “The Beanery”, geïnspireerd op het interieur van een Amerikaanse kroeg. Een werk dat te bezichtigen valt in het Stedelijk Museum van Amsterdam. Toch vermeldt hij ook de Fluxus beweging die de performance in het leven riep. Met behulp van dans, muziek en voordracht verenigt de artiest dagelijks leven met kunst. Op gelijkaardige wijze zijn de objecten van Willy Cauwelier een ode aan het dagelijkse leven. Tafel, buitenkeuken, droogmolen en brievenbus: niets is hem vreemd. Inspiratie haalt hij uit “reizen, boeken, poëzie, natuur, mensen en filosofie.” Hij verduidelijkt met een citaat van zijn huisfilosoof Nietzsche: “Deze kunstenaar is eerzuchtig en verder niets: welbeschouwd is zijn werk slechts een vergrootglas, dat hij iedereen aanbiedt, die naar hem kijkt.” Ook de eerzuchtige ontsnapt niet aan de vervelende bijkomstigheden die na het zalige, fascinerende proces van het maken (van concept tot uitvoering) opduiken. Misschien daarom dat Willy Cauwelier zijn eigen tentoonstellingsruimte ‘The white Cube’ in de Ardooiesteenweg te Roeselare heeft, waar hij ook werken van andere kunstenaars tentoonstelt. Meer informatie over deze kunstenaar kunt u vinden op zijn bovenvermelde website, of bij de Marta redactie
KUNSTMAGAZINE
Na een opleiding schilderkunst in avondschool aan de academie te Brugge en een studie toegepaste grafische vorming aan Sint-Lucas te Gent heeft Jan D’Hondt al een indrukwekkend parcours afgelegd. Het leverde hem een selectie voor de CANVAS-collectie (editie 2008) en diverse exposities op, waaronder een solotentoonstelling fotografie, getiteld ‘The fight Club’ (2009), in het concertgebouw ’t Zand te Brugge. KUNSTMAGAZINE
Voor meer informatie over tentoonstellingen en werken verwijzen we u graag
intuïtieve. De keuze van een discipline die dit inhoudelijke verhaal
door naar de volgende websites: www.jandhont.be en www.mandelart.be.
zo sterk mogelijk vertelt, is een weloverwogen stap. Doorgaans
In wat volgt, laten we de kunstenaar zelf aan het woord. De redactie van
wordt divers werk in verschillende disciplines uitgevoerd en vinden
Marta maakte de keuze Jan D’Hondt zelf te laten verwoorden wat hem inspi-
ze elkaar later in een totaalinstallatie. Elk werk staat weliswaar ook
reert, hoe zijn werken ontstaan en evolueren en wat hij verstaat onder kunst.
op zichzelf. De vorm als transmitter van de boodschap. De voor-
Zijn eigen tekst spreekt immers voor zich. Lees en geniet.
naamste disciplines zijn fotografie en schilderen, daarbij kunnen tekeningen, plastisch werk of objecten in een tijdelijk toepasselijk
- Het banale sublimeren -
materiaal ontstaan.
“In mijn artistiek werk leg ik een labyrintisch denkparcours af. In gedachte-
Mijn werk ontstaat door impressies uit het nieuws of historische
kronkels rakel ik ideeën bijeen. Aftastend zoeken in de schemerzone van het
contexten tegenover mijn intimistisch belevingen. Bedreigingen als natuurrampen en oorlogen staan in dialoog met troost in de kleine alledaagse dingen. Dit is vaak een aanzet voor een werk. Twee of drie werken worden naast elkaar uitgewerkt en gaan vanzelf soms over in elkaar. Eén van mijn terugkerende thema's is ‘The Swallow Suite’. De ‘suite’ verwijst naar de episodes waarin de zwaluw opduikt en terug verdwijnt. De zwaluw voel ik aan als mijn totemdier. Een vogel die op cruciale en onverwachte momenten inspiratie voor mij oplevert. Weinigen weten waarvoor dit symbool nog staat. Dit maakt het net interessant omdat ik het symbool vanuit een schone lei opnieuw kan beladen met mijn eigen betekenissen. Er zijn al twee suites geëxposeerd. Ondertussen ontwikkelen zich aanvullingen voor suite III. Een tweede lange termijn thema is het fotografische parcours: "Het interieur als psychologisch portret”. In bijzondere interieurs ga ik op zoek naar de dingen die iets over zijn bewoners prijsgeven. Niet toevallig kies ik interieurs van kunstenaars, die als zielsgenoten ook aandacht hebben voor het materiële of het visuele. Mijn foto's kijken dieper in hun dagelijks decor dan de doorsnee fotografie die men in interieurmagazines terugvindt. In die zoektocht blijkt meermaals dat hun leefomgeving invloed heeft op hun doen en denken, alsook op hun eigen kunst. De foto’s zijn steeds een overwogen compositie zonder één object te verplaatsen binnen hun oorspronkelijke habitat. De keuze van het medium fotografie is ook hier prioritair. Fotografie legt de werkelijkheid vast in tijd en ruimte. Deze visie op het interieurthema vertellen in een ander medium zou een romantische vervalsing zijn. Deze fotoreeksen zijn nog nergens vertoond, maar het is de bedoeling dit ooit in een boek te laten verschijnen. Mijn werk is bij de laatste tentoonstellingen geëvolueerd naar installaties, die zich ontvouwen als een breed overzicht. Een kabinet waarbij een onderwerp zich caleidoscopisch zich laat ontwikkelen.” - Dé gevoelstaal, kunst “De drijvende kracht om iets te maken, is de drang om wat bij mezelf virtueel opkomt zichtbaar en tastbaar te maken. Eenmaal een idee concreet wordt, is het mogelijk om het van je af te zetten en er vervolgens met anderen over te communiceren. Kunst is een middel om iets voelbaar te maken dat je doorgaans niet met woorden kan vatten. Het bijzondere aan kunst maken is de intense concentratie die je doet verdwijnen in een tijdsvacuüm. Terwijl je bezig bent zie je het werk groeien en tegelijk bestaat de tijd niet meer. Het idee dat zichtbaar wordt, vraagt alle aandacht. Sommigen omschrijven dit als dit als ‘flow’. Kunst beoefenen voelt aan als het ontvluchten van de werkelijkheid. Zelfs bij kunst kijken kan je even het gevoel krijgen van momentaan poëtisch ontsnappen in gedachten. Zowel primitieve kunst als video-installaties van moderne dansvoorstellingen tot de Vlaamse Primitieven dragen mijn interesse weg. Soms ben ik het meest verrast door onbekende of anonieme kunstenaars. Zowel onbeholpen kitsch, primitieve volkskunst, naïeve outsiderkunst als virtuoos métierwerk kunnen me boeien. Elk van deze verschijningsvormen heeft zijn eigen zeggingskracht.”
KUNSTMAGAZINE
Speel mee met onze unieke ‘Tableaux Vivants’ wedstrijd Graaf in uw kunsthistorische kennis en laat ons weten wat de titel en kunstenaar is van het oorspronkelijke werk achter le tableau vivant. Geef jullie oplossingen in een reactie op het levende kunstwerk. De eerste die het correcte antwoord geeft, wordt onsterfelijk en krijgt een ster in de "Art Hall of Fame" Bezoek de facebookpagina van De Wekker en klik door naar Foto albums / Tableaux Vivants HET EERSTE TABLEAU VIVANT PLAATSEN WE 25 DECEMBER ONLINE
KUNSTMAGAZINE
Š Joeri Carette & Hannes Versraete
tableaux vivants
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten Brussel Death Of Marat Jacques-Louis David 1793 Olieverf op doek 162 x 128 cm
KUNSTMAGAZINE KUNSTMAGAZINE
39
POSTER GIRL
YANA
KUNSTMAGAZINE
Model: Yana Van Coillie Fotograaf: Hannes Verstraete Visagiste: Katrijn Verhoye
Dank aan Emma
KUNSTMAGAZINE
vanaf 20 april 2012 tem 31 mei 2012
La Barca da Roeselare per Ooigem
La Barca is een madrigaalkomedie (1605) van Andriano Banchieri (1568-1634). Een schip vol mensen van allerlei pluimage is op weg da Venetia per Padova. Een mengelmoes van culturen, religies, talen, dialecten, … Als dat maar goed afloopt. Samen de tijd doorbrengen is de boodschap. Ze lachten, ze drinken, ze zingen en ze dansen. Wanneer de bestemming is bereikt, is het wonder geschied. Volslagen vreemden zijn vrienden geworden: allemaal anders en toch één.
150 jaar vaart 18 kunstenaars langs de kop van de vaart tot aan de Bruanebrug. Meer info op www.dewekker.be
KUNSTMAGAZINE
ER S
O L B
W R K C IT
W R CK ITE O R BL S
GEHOORZAAM
GEDICHT ONTSLOTEN (1)
1
De vogels hebben het druk buiten, ze slepen strootjes geluid aan.
3
Binnen, boven mijn hoofd, door het pafond heen hoorbaar,
5
neuriet het dochtertje proevend aan het begin van de lange nacht.
Zie, het zijn regels ontsproten aan Van der Grafts kunstige koker. Ik tikte ze over uit de in 2007 verschenen verzamelbundel ‘Praten tegen langzaam water – Gedichten 1942-2007 – Een keuze’ (de Prom). Oorspronkelijk maakte dit gedicht deel uit van de bundel Na veertig (1973). Ik mag mijzelf gelukkig prijzen, want ik mocht de man een aantal keren ontmoeten en vertaalde enkele van zijn verzen in muziek. Onder het pseudoniem, waar vroeger de voornaam Guillaume aan voorafging, gaat Willem Barnard (1920-2010) schuil, theoloog, predikant en vader van de in Sint-Agatha-Rode wonende schrijver Benno (°1954) en de in Utrecht (NL) residerende Renata (°1951) en Marieke (°1960).
7
De klok tikt, een haastig insect.
8
Ik ben op het ogenblik aan het geluk gehoorzaam
POIESIS
Het eenvoudig ogende gedicht is vergezeld van twee regels (een distichon) uit Cors de chasse van de hand van Guillaume Apollinaire (1880-1918): “Les souvenirs sont cors de chasse / dont meurt le bruit parmi le vent”. (Het doet me denken aan de Talmoedische overtuiging van Benno Barnard die meent dat ‘het geheim
van de verlossing’ de herinnering is. Vergeten wij in onze jacht naar geluk of kortstondig geluk – yes! – niet de ons naar het Oude Testament terugvoerende levensregels? Moeten we niet voor ogen houden dat we uit het paradijs werden verdreven?) Herinneringen zijn als jachthoorns waarvan het geluid in de wind versterft. Soms merk ik bij mezelf wanneer ik de radio heb uitgeschakeld dat de laatst gehoorde muziek inwendig bij me verder aan het zingen is; ik word me bewust van wat minuten eerder, wellicht niet eens echt bewust, mijn trommelvlies beroerde. Onbewust (gehoord maar niet beluisterd, opgevangen maar niet doorgedrongen) wordt nadien, door het katalyserende effect van de afwezigheid van geluid, bewust. Uit ‘Kafka op het strand’, de indrukwekkende en hallucinante pil van Haruki Murakami (°1949): “De muziek verdwijnt alsof ze door woestijnzand is opgezogen. Ik zet mijn koptelefoon af en luister naar de stilte. Stilte, zo ontdek ik, is iets dat je met je oren kunt horen.” Dit citaat doet me denken aan het pa-
KUNSTMAGAZINE
43
radoxale gegeven dat geluid hoorbaar wordt wanneer het stiller of stil wordt (le bruit meurt! we hoorden de stem van de stilte) en geldt misschien ook als verantwoording voor mijn maanden geleden genomen keuze voor Gehoorzaam in functie van een krans verzen aansluitend bij het thema stilte. Van der Grafts gedicht baadt in stilte zonder dat woord te vermelden. Anders gesteld: door vanuit een kamer omgevingsgeluid te registreren, bedrijft de scribent studie in stilte. De eerste strofe geldt als Natureingang, want het schrijvende subject komt pas in regel 3 via het persoonlijke voornaamwoord ‘mijn’ op de proppen. Deze sfeervolle opening laat vermoeden dat het misschien lente is. De strootjes van de vogels roepen nestbouw op. Maar de dichter heeft het over ‘strootjes geluid’ die aan ‘strookjes geluid’ (van bijvoorbeeld de banden of cassettes uit vervlogen tijden) doen denken en voegt op die manier twee onverenigbare zaken samen. Gekke bedenking: kunnen vogels met voer of nestmateriaal in hun bek geluid uitbrengen? De tweede strofe deint naar de derde uit en focust op ‘binnen’. (Ik heb, vanuit mijn bedrijvigheid als ‘contrapuntisch componist’ in de weer met woorden altijd de neiging om met complimenten te werken. Wanneer ‘zwart’ zich in eerste regels aandient, dan voel ik mij verplicht om
even later met ‘wit’ te schilderen. Wie ‘buiten’ iets waarneemt, vermoedt ‘binnen’ een op het vinkentouw zittend subject.) Het huis is enigszins gehorig, want de dichter die kennelijk in zijn gelijkvloerse werkkamer zetelt, hoort het dochtertje (misschien wel het toen ongeveer twaalfjarige Marieke uit de werkelijkheid) in de kamer boven hem ‘door het plafond heen’ neuriën. Merk hoe het horizontale ervaren (van tuin of buiten naar de vermoedelijk gelijkvloerse werkkamer) uitgebreid wordt met verticaliteit (van beneden naar boven) en het schrijvende ik zich als het ware in een waarnemend kruispunt bevindt. Het aandachtig luisteren in een relatieve stilte, brengt veel tot leven: in één zinnetje (zie regel 7) wordt de tikkende klok, die ook Gezelle zo vaak van woorden voorzag, bedacht. Murakami: “ (…) zolang de tijd bestaat, worden we toch allemaal beschadigd? Het mag vroeg zijn of laat, maar iedereen verandert.” Tempo fugit! Geen zorg: de dichter gehoorzaamt aan het ogenblik, is in dit hic et nunc gelukkig. Het slotdistichon heeft de functie van een synthese. Het ik heeft poolshoogte genomen van wat zich buiten en binnen en boven in het huis afspeelt en heeft daar vrede mee. Het is goed. Het gedicht volgt de volgende spanningsboog: er is buiten (1-2) – en er is binnen (3-6) – de tijd vergaat (7) – geen zorg: de dichter is geborgen in het ogenblik (8-9). Mijn bouwoverzicht heeft
misschien stof voor een eerder abstracte grafiek die op haar beurt model kan staan voor een tekening of schilderij. Vragen. Welk landof stadsschap krijg je bij de voordracht van dit gedicht (voor een videoclip, een you-tubeopname of een televisiereportage) voor ogen? Welk soort doek past illustratief bij dit zoete gedicht? Zoeken we een persoonlijkheid tussen de polen van Johannes Vermeer (1632-1675) en Edward Hopper (1882-1967), een synthese tussen Delfts en New Yorks realisme? Paulo Coelho in Aleph: “De ware wijsheid bestaat uit het respecteren van de eenvoudige dingen, want die kunnen ons daar brengen waar we vanuit onze behoefte heen moeten.” Toen dit gedicht in mijn kleine, ondertussen ter ziele gegane kring werd besproken, merkte iemand het oneigentijdse ervan op. De meeste wellness-publicaties en nogal wat psychologische stelsels hebben het over de plicht en het recht op geluk. (Voor een goed, himmelhoch jauchzend orgasme is een flinke dosis egoïsme een must, zo plukte ik het uit een assertief damesblad in de wachtkamer van mijn tandarts.) In de niet van glimmende reclamelach voorziene onderhavige regels is dit alles van geen tel. De avondlijke mens neemt op een boeddhistisch aandoende wijze genoegen met wat hem omgeeft: een gevoel van vrede daalt neer. Laat nu de nacht maar komen. Vale, Willem! Jacob Baert
'EN AL Z'N PLATEN, WAT GAAN WE DAARMEE DOEN?’
RONNY Ze woonden op wandelafstand, en hadden me gevraagd om naar hun oude boeken te komen zien. Ze verhuisden naar een appartement op de zeedijk in Blankenberge, een gezamelijke oude droom, en wilden van een stuk verleden af. 'n Is juste naar 't wc', zei de vrouw toen ze de deur opende. Ze had twee gigantische wallen onder een stel wakkere ogen in een verder niets bespaard gebleven gezicht. Tijdens een snelle screening van de boekenkast registreerde ik enkele plankjes Lecturama, Reader's Digest, Konsalik, een rijtje streekromans en vreesde het ergste. In de met meubels dichtbebouwde woonkamer was het
44 02
KUNSTMAGAZINE
zoeken naar een doorgang. Tenslotte bereikte ik een versleten zetel aan een reusachtig raam. Ze maakte duidelijk dat ik plaats moest nemen. Van hieruit kon ik op het marktplein neerzien. Het was een indrukwekkend uitzicht, maar tegelijk vroeg ik me af wanneer men deze ruimte voor het laatst gelucht had. Ik hoorde hoe iemand een toilet doortrok. De man kwam aangeschuifeld. Hij stak me een vochtige hand toe. 'Sorry, zonet mijn handen gewassen.'
Zijn krachtige, donkere stem hanteerde een onverwacht deftig, ouderwets aandoend Nederlands. Het was een groot contrast met het dialect van de vrouw die me ondertussen een kop lauwe koffie inschonk. 'Er staat hier genoeg voor twee menagen' zei ze. 'En ik ben drieëntachtig, en hem is zevenentachtig...' Toch zag hij er een heel stuk jonger uit dan zij. 'Ken je oltemets niemand die iets met een oud servies is?' Ze toonde me een bebloemd parelmoeren kopje in het dunste porselein dat ik ooit zag. ''t Trouwservies van me moeder', zei ze, terwijl ze het kopje in haar handen ronddraaide. Het ontzag stond in haar ogen te lezen. In de man brak een hevige hoestbui los. Hij sloeg gewel-
dadig met een hand tegen zijn borstkas en hapte tussen het krakende hoesten naar adem. Maar de onverschilligheid van de vrouw wees erop dat ik me geen zorgen moest maken. De man haalde een zakdoek tevoorschijn en depte zijn ogen. Toen hij sprak had zijn stem die plechtige toon hervonden. 'Ik ben destijds begonnen met het verzamelen van oorlogskranten. Vandaag ben ik in het bezit van de volledige reeks.' De man fluisterde nu, waardoor duidelijk werd dat dit allemaal heel bijzonder was. 'Ik ben mijn leven lang beroepsmilitair geweest.' Het verklaarde meer dan hij kon vermoeden. 'Jaren geleden bood iemand me er vijftigduizend frank voor. Ik kan ze nu toch niet zomaar weggooien?' Hij gebaarde naar de hoek van de kamer waar zo op het eerste zicht gewoon een stapel oude kranten lag. 'Of een eetplekke', ging de vrouw weer verder. Ze wees naar een tafel die beladen was met postuurtjes, een paar kandelaars, een Maria beeld en een pendule - allebei onder een stolp - enkele heiligen, een bestekkoffer en tientallen glazen waarvan sommige met mij onbekende biermerken zoals Tempelier, Royal Ale of Speciale Poker. 'Da 'w hier geen glazen ĂŠn zekers', mompelde ze. 'Haar man en mijn vrouw zijn kort na elkaar gestorven', verduidelijkte de man. 'Toen besloten we samen te gaan wonen wat ons door haar zoon niet in dank afgenomen werd. Maar dat is een ander verhaal.' Hij glimlachte. 'Dat was in 't jaar negenentachtig, en we konden allebei niets wegdoen', zei de vrouw. 'De verhuizers peinsden dat we niet heel juist waren. Vier slaapkamers, twee eetplaatsen, twee salons...' Ze keek om zich heen en haalde de schouders op. Het
mijn blik volgend. Alles
baadde in een sfeer van rustieke degelijkheid, van potdicht geplamuurde poĂŤzie. Ik werd bijna nostalgisch toen ik een doos vol cassettebandjes zag. 'Ja', zuchtte ze, 'we gaan dat ook mogen weg gooien zekers... Wie speelt er nu nog bandekes?' Er was werkelijk geen beginnen aan. was duidelijk dat ook zij nu moeite had om te begrijpen wat hen destijds bezield had. Ik keek met haar mee de ruimte rond. Aan het eind stonden twee verschillende vitrinekasten naast elkaar. Ervoor een eiken bureau met een metalen typemachine. Daartegen een dressoir met vier bolle deuren naast een ronde witte keukentafel met metalen poten, beladen met keukengerei. Verder nog twee salontafels, een commode - 'Nog door mijn nonkel gemaakt', zei ze, op haar beurt
'En al z'n platen, wat gaan we daarmee doen? Ze zijn ook al meer dan dertig jaar oud.' 'Wat voor platen zijn dat?' vroeg de man. 'Wel, van Ronny, met al diene moderne djingle djangle... Kom', zei ze, en nam mijn arm vast. Ze liep me voor naar een slaapkamer. Er lag een oude sprei op het bed en er stak een bruin palmtakje schuin achter een kruisbeeld. Ze opende een overvolle kleerkast, de geur van mottenballen sloeg ons in het gezicht. Onderin stonden drie curverbakken met langspeelplaten. Mijn hart ging een tel sneller slaan, maar dat was van korte duur. BZN, Cliff Richard, Barry Manilow, Champaign, Foreigner, Kenny Rogers, F.R. David... 'Miene zeune was vroeger diskjockey.' Ik dacht aan enkele vreselijke feestjes uit mijn jeugd. Nu zag ik dat het nog erger had gekund. 'Misschien wil hij ze wel terug', zei ik, hoewel ik dat zelf niet kon geloven. Maar ze schudde het hoofd. 'Mijn Ronny komt al lang niet meer naar huis.' Rino Feys
KUNSTMAGAZINE
43
GALERIE IDA presents
DENIShisDE GLOIRE tribute to JACKSON POLLOCK ‘S 100th ANNIVERSARY
14 - 29.01.2012 BELFORT - BRUGGE daily 2-7pm - w.e. 11am - 7pm
WWW.POLLOCKTRIBUTE.COM
Meer dan een halve eeuw nadat Jackson Pollock de kunstwereld op zijn kop zette met zijn ‘drip canvases’ blijven zijn doeken nog even krachtig als toen de eerste verfspatten net opgedroogd waren. Hoewel hij intussen als icoon beschouwd wordt, blijft ‘Jack the Dripper’’ een schok voor de esthetisch gevoeligen en een ware uitdaging voor ieder zichzelf respecterend kunstenaar. Weg van de schildersezel brengt deze Amerikaanse kolos met een repertoire aan bewegingen muurverf aan op zijn doeken en wrikt zo de moderne schilderkunst los uit de traditie op een wijze waarbij Pablo Picasso uiterst klassiek lijkt. Het subversieve in Pollock zindert veel langer na dan in andere revolutionaire kunst omdat hij immuun is voor ridiculisering standaardisering. Terwijl Andy Warhol graag nagebootst wordt en makkelijk getemd, blijft Jackson Pollock een waar mysterie, zelfs nu met de groeiende kennis over vloeistoffendynamica en fractalen. Gewoon, hij doet je iets. Denis de Gloire is niet bang van Jackson Pollock Andere abstracte schilders mogen dan Pollock sublimeren of er in een grote boog omheen lopen, deze Vlaamse kunstenaar gaat de uitdaging aan. De vernieuwende techniek van Pollock werd zo geïdentificeerd met de kunstenaar zelf dat niemand het aandurfde haar te gebruiken, maar de Gloire neemt de dirigeerstok van het Abstract Expressionisme over en brengt hulde aan de meester door diens kunst los te koppelen van zijn techniek. Pollock laat schilderijen maken en zijn opleiding achterwege en proclameert “Ik ben de Natuur”. De Gloire erkent zijn eigen vertrekpunt als schilder en stelt “ik ben Jackson Pollock”. Misschien was het het lot... De vader van de Gloire was huisschilder en zijn moeder had een winkel waar ze verf en behang verkocht. Door als tiener met zijn vader te werken, kreeg hij professioneel inzicht in muurverf, een product waarvan de kwaliteit enorm verbeterd is sinds Pollocks tijd. De ontlading in het werk van
GALER IE IDA
Pollock is het resultaat van de versmelting van lijn en kleur, een vast spanningsduo doorheen de kunstgeschiedenis. De explosies van de Gloire ontstaan wanneer hij pigmenten tot tegen de limiet van hun mogelijkheden duwt en ze neergelegd in alsmaar convergerende lagen. Waar Pollock aan de slag gaat op onbewerkt doek, werkt de Gloire op behandelde ondergrond die interageert met zijn dubbel gepigmenteerde kwaliteitsverven. Zijn overweldigende pallet - een combinatie kunstzinnige pigmenten en honderden potten muurverf van bijzondere kwaliteit - is een ambachtelijk geheim, maar de verscheidenheid in kleurkeuze en afwerking, overstijgt alleszins die van Pollock. Door medium en moment te laten kloppen, laat de Gloire de nieuwe generaties kennismaken met de frisheid van ‘drip painting’. Als de Gloire de reïncarnatie is van Pollock, heeft hij in geen geval existentiële angst mee naar dit leven gebracht. Hij geniet vol overgave van het schilderen en vergelijkt het proces met het spel van een kwajongen of met de toenadering door een opgewonden, maar tedere minnaar. De voormalige bokser en promotor van bokswedstrijden beschrijft zijn doeken als een arena waar je wel moet optreden: het is een gevecht met materialen. “Ik roei vergissing na vergissing uit tot het er is.” Zonder afleiding werkt hij zowel doorheen als met de tijd in een reeks van ingewikkelde ‘passages’ die bestaan uit ‘patronen, regelmatigheden en contrasten’ die nijgen naar een ongemakkelijk evenwicht. Vanuit Waregem - niet vanuit Wyoming - creëert hij crescendo’s van kleur die barokke proporties aannemen - evengoed erfgenaam van Rubens als van Pollock. De Gloires monumentale schilderijen, zwanger met weelderige ‘drips’, vegen en spatten, stralen een orgiastische levenskracht uit die tegelijk heilig en profaan is. by Stephanie Grilli
Stormestraat 85 8790 Waregem T +32(0)493 20 78 45 info@galerie-ida.com
marta’s KUNSTKALENDER
EUROPUNK De punk, die 35 jaar geleden is ontstaan, blijft invloed uitoefenen op alle vormen van kunst, muziek, literatuur, mode,… Deze tentoonstelling toont ons de rijkdom van de visuele punkcultuur in Europa. B.P.S. 22 - Charleroi, bd Solvay 22, 6000 Charleroi
tot 22.01.2012
HENRI-JEAN CLOSON (1888-1975), EEN BELGISCH KUNSTENAAR IN MONTPARNASSE Henri-Jean Closon (1888-1975) is een Belgisch kunstenaar die carrière gemaakt heeft in Parijs begin de twintigste eeuw. In deze expo zien we zijn zoektocht naar kleur en abstractie. René Magrittehuis / Esseghemstraat 135, 1090 Jette
tot 22.01.2012
A RUA (DE STRAAT) - EUROPALIA BRAZILIË De tentoonstelling focust op de ontwikkeling van de kunstscene in Rio de Janeiro gedurende de laatste vier decennia waarin de Braziliaanse kunst een vooraanstaande rol speelde. Hierbij dient de straat als publieke, culturele productieruimte. M HKA, Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen
tot 22.01.2012
JEAN DUBUFFET. ARCHITECT De tentoonstelling focust op Jean Dubuffet en zijn belang voor de monumentale kunst en de architectuur. Ze belicht de lange periode tussen zijn eerste opdracht voor een openbare ruimte en de monumentale projecten die hij realiseerde. Museum De Mariemont, Chaussée de Mariemont 100, Morlanwelz
02
tot 22.01.2012
MARTA KALENDER KUNSTMAGAZINE
PIERRE LAHAUT. HOMMAGE Pierre Lahaut behoorde tot de groep Jeunes Figuratifs Belges (1957). Deze tentoonstelling is naar aanleiding van de 80ste verjaardag van Lahaut en de publicatie van een aan hem gewijde monografie. Museum van Elsene, Jean Van Volsemstraat 71, 1050 Elsene
tot 22.01.2012
JOHN CONSTABLE Deze tentoonstelling van de befaamde landschapschilder, biedt een uniek inzicht in het werkproces van de schilder adhv meesterwerken uit de gerenommeerde Constable collectie van het Victoria and Albert Museum in Londen. Museum voor Schone Kunsten Gent, Citadelpark , 9000 Gent
tot 29.01.2012
PETER LINDBERGH - FRANK PHILIPPI - FASHION & ART MAGAZINE VISIONAIRE Het FoMu toont, in samenwerking met het MoMu, een selectie van het New Yorkse ‘fashion & art’ magazine Visionaire (vanaf 1991). Met werk van Internationale modeontwerpers, art directors en topfotografen.. FotoMuseum Antwerpen, Waalsekaai 47, 2000 Antwerpen
tot 29.01.2012
MICHEL FRANÇOIS Michel François is één van de meest toonaangevende kunstenaars van België. Hij drukt zich uit in diverse media gaande van installaties tot sculpturen. Deze tentoonstelling is volledig gewijd aan het fotografisch werk van de kunstenaar. MAC’s, Site du Grand-Hornu, Rue Sainte-Louise 82, 7301 Hornu tot 29.01.2012
ENTREE > EXIT Middelheimproductie organiseert i.s.m. de kunsthogescholen van Antwerpen voor de vierde keer ‘Entree > Exit’. Samen met curators Hans en Koen Theys maakt Middelheimproductie een selectie van kunstenaars die dit jaar afstuderen. Middelheimmuseum, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen-Wilrijk
tot 29.01.2012
11 SEPTEMBER 2001/2011 - 100 PERSTEKENINGEN OM BETER TE BEGRIJPEN De karikaturen van Marec et Vadot illustreren, met hun bijtende humor, de mijlpalen in een turbulent decennium: van de aanslagen op 11 september 2001 tot de dood van Bin Laden. Koninklijk Museum van het Leger, Jubelpark 3, 1000 Brussel
tot 31.01.2012
DE MYSTERIEUZE REIS VAN DE KLEINE BLAUWE KAP "Er was eens een ander verhaal: dat van de kleine blauwe kap die de wereld rondreist op zoek naar de mysteries .." Musée Château de Seneffe, 6, Rue Lucien Plasman 6, 7180 Seneffe
tot 05.02.2012
BAUDOUIN OOSTERLYNCK Voor zijn tentoonstelling stelt Baudouin Oosterlynck voor om de wereld op een andere manier te beluisteren en de toeschouwer uit te nodigen om enkele "akoestische protheses" aan te wenden, aangevuld met tekeningen van de kunstenaar. MAC’s - Site du Grand-Hornu, Rue Sainte-Louise 82, 7301 Hornu
02
MARTA KALENDER KUNSTMAGAZINE
tot 05.02.2012
HELVETICA. PORSELEIN UIT NYON De expositie is geïnspireerd op de tentoonstelling "Liefde en jacht" (Musée historique et des porcelaines, in Nyon, Zwitserland). Hier vindt men tassen met een bijzondere decoratie, zelfs ongezien, stukken met monogram. Museum Mariemont, Chaussée de Mariemont 100, 7140 Morlanwelz
tot 12.02.2012
MICHELINE DE BELLEFROID Een hommage aan het werk van de Belgische boekbinder Micheline de Bellefroid . Een selectie van het mooie oeuvre wordt samen getoond met documenten die de verschillende etapes illustreren van een ware uiting van artistieke creatie. Museum Mariemont, Chaussée de Mariemont 100, 7140 Morlanwelz
tot 12.02.2012
HELLA JONGERIUS. MISFIT De Nederlandse ontwerpster Hella Jongerius koppelt ambacht aan industrie. Een 100tal objecten, zowel industriële producten, unieke experimenten als talloze schetsmodellen in kleurige installaties in deze overzichtstentoonstelling. Design museum Gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent
tot 13.02.2012
INDIOS NO BRASIL - EUROPALIA BRASIL Het hart van de Amazone wordt ontsluierd door verrassende voorwerpen voor dagelijks en sacraal gebruik waaronder weelderige pluimenkronen maar ook aardewerk, maskers en muziekinstrumenten. KMKG Jubelparkmuseum, Jubelpark 10, 1000 Brussel
tot 15.02.2012
WALTER VAN BEIRENDONCK: DREAM THE WORLD AWAKE Walter Van Beirendonck geldt als het buitenbeentje van de Antwerpse mode. De tentoonstelling geeft naast een selectie van de meest bijzondere silhouetten uit zijn collecties ook een overzicht van zijn leefwereld, inspiratiebronnen en projecten. Modemuseum Prov. Antwerpen, Nationalestr. 28, 2000 Antwerpen tot 19.02.2012
DE WERELD VAN MINNE EN MAETERLINCK De stad Gent herdenkt de toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur aan Maurice Maeterlinck op 22 oktober 1911. De tentoonstelling zal een keuze van symbolistische en expressionistische kunstwerken bijeen brengen. Museum voor Schone Kunsten Gent, Citadelpark , 9000 Gent
tot 19.02.2012
VAN CHIRURGIJNS TOT PESTHEILIGEN - ZIEK ZIJN IN DE 16DE EN 17DE EEUW De wereld van chirurgijnen, medici, barbiers en kwakzalvers, de wrede dood van de pest en de devotie worden levendig verbeeld boven de voormalige ziekenzalen van het middeleeuwse Sint-Janshospitaal. Memling in Sint-Jan-Hospitaalmuseum, Mariastraat 38, 8000 Brugge
tot 26.02.2012
1 2 3 4... SPEELGOED VAN PAPIER! PAPIER-MACHÉ VROEGER EN NU De expo toont de wondere wereld van creatief talent Micheline Vandervreken. Je fantasie wordt geprikkeld tijdens je ontdekkingstocht in een sprookjeswereld vol idyllische taferelen en knotsgekke sprookjesfiguren. Speelgoedmuseum Mechelen, Nekkerspoelstraat 21, 2800 Mechelen tot 26.02.2012
02
MARTA KALENDER KUNSTMAGAZINE
DE TOEKOMST KWAM UIT DE LUCHT - SABENA De vliegtuigmaatschappij Sabena zag het licht in 1923. Comfort was ver te zoeken en ongevallen waren talrijk. Dat was geen reden om het op te geven. De toekomst kwam uit de lucht. KMKG Jubelparkmuseum, Jubelpark 10, 1000 Brussel
tot 26.02.2012
BREEKBAAR ‘Breekbaar‘ heeft niet de intentie om allesomvattend te zijn. De expo wil gewoon een aanzet geven om mensen met glaskunst in contact te brengen. Ook zij die al bagage hebben wat glaskunst betreft zullen aan hun trekken komen. Kunstforum Würth, Everdongenlaan 29, 2300 Turnhout
tot 26.02.2012
GERMAINE VAN PARYS EN DE BELGISCHE DROOM Germaine Van Parys was de eerste vrouwelijke persfotograaf en een gedecoreerde verzetsheldin. Als persfotografe kon ze een geprivilegieerde blik werpen in het leven van onze vorsten, maar ook de gewone man komt aan bod in haar werk. KMKG Jubelparkmuseum, Jubelpark 10, 1000 Brussel
tot 26.02.2012
VRIJHEIDSPARELS - AFRO-BRAZILIAANSE JUWELEN - EUROPALIA BRAZILIË Het geheel aan voorgestelde historische en eigentijdse juwelen in deze expo, die uit publieke en private collecties komt, wordt onderverdeeld in 4 groepen : Emancipatieparels, Heilige parels, Muziekparels en Carnavalparels. MAC’s, Site du Grand-Hornu, Rue Sainte-Louise 82, 7301 Hornu
KAJ FRANCK - FINS DESIGNICOON Kaj Franck, precies 100 jaar geleden geboren, was een van de grondleggers van het toonaangevende, moderne Finse design. Tentoonstelling gerealiseerd i.s.m. het Designmuseo Helsinki en omvat verschillende aspecten van zijn oeuvre. Design museum Gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent
tot 26.02.2012
MEKHITAR GARABEDIAN | WITHOUT EVEN LEAVING, WE ARE ALREADY NO LONGER THERE S.M.A.K. brengt de eerste museale solopresentatie van de in Syrië geboren en in België residerende kunstenaar. Zijn werk verwijst naar literatuur, muziek en filosofie, maar ook naar dat van andere beeldende kunstenaars. SMAK, Citadelpark , 9000 Gent
tot 26.02.2012
FERDINAND SCHIRREN Met vooral onderwerpen uit het huiselijke leven, een vaak intimistisch oeuvre en efemeer aandoende aquarellen, neemt de eerste Belgische "fauvist" ons mee op een wandeling in zijn tuinen van de verbeelding. KMSK Museum voor Oude Kunst, Regentschapsstraat 3, 1000 Brussel tot 04.03.2012
MIKA ROTTENBERG - CHEESE, SQUEEZE EN TROPICAL BREEZE Met haar bijna surrealistische films levert Rottenberg commentaar op bestaande ideeën over vrouwelijke zelfbeschikking. Deze tentoonstelling toont een zevental videoinstallaties van de in new york woonachtige kunstenaar. M - Museum Leuven, Leopold Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven
02
MARTA KALENDER KUNSTMAGAZINE
tot tot05.03.2012 17.03.2012
CHARLES BURNS Op het kruispunt van fictie en het geheugen, van goedkope sensatie en horror, ligt de duistere wereld van de Amerikaanse graphic novelist, illustrator en stripmaker Charles Burns (Seattle). M - Museum Leuven, Leopold Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven
tot 11.03.2012
100 MEESTERWERKEN - VAN MANET TOT DÜRER Met werken van o.a. Roger Van der Weyden, Roger Van der Weyden, Jean Gossart, Breughel, Pierre‐Paul Rubens, Claude Monet, Edouard, Manet Georges Seurat, James Ensor,... Musée des Beaux-arts Tournai, Enclos Saint-Martin , 7500 Tournai tot 12.03.2012
FUTIEL TEXTIEL? Een diepere blik op je kleding, tapijt of zakdoek doet je heel anders kijken. Ontdek welke esthetische, religieuze of politieke betekenissen textiel kan hebben. Deze expo laat geen enkele kant van textiel onberoerd. MIAT, Minnemeers 9, 9000 Gent
tot 15.03.2012
VAN LICHT NAAR KLEUR. RIK WOUTERS EN TIJDGENOTEN Op dezelfde locatie kunt u ook de vaste collectie Belgische kunst bewonderen. Zowel de tentoonstelling als de vaste collectie kunt u elke derde zaterdag van de maand gratis bezoeken, telkens van 10 tot 16.30 uur. Dexia, Pachecolaan 44, 1000 Brussel
tot 17.03.2012
CUTTING EDGE WOMEN Deze winter brengt de Verbeke Foundation hulde aan de vrouw. Deze werken illustreren de stiekeme gedachten en verlangens van de man ten opzichte van het mooiste geslacht...gerealiseerd door vrouwelijke kunstenaars. Verbeke Foundation, Westakker , 9190 Kemzeke
tot 18.03.2012
TOEN DE PERS NOG BRUSSELDE .... De typische sfeer van de Brusselse pers, zowel in het Frans als in het Nederlands, zal u terugvinden door middel van ongewone voorwerpen, oud "voorpaginanieuws" van kranten, foto's van krantenkiosken, reclame borden, enz... M - Museum Leuven, Leopold Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven
tot 18.03.2012
PATRICE COURCELLE - EEN PENSEEL IN DIENST VAN DE GESCHIEDENIS Patrice Courcelle is een rechtstreekse afstammeling van de grote veldslagschilders uit de 17de, 18de en 19de eeuw. De toeschouwer schuift mee met Napoleon aan tafel, gaat met hem op jacht of ontmoet zijn vrienden én zijn vijanden. Museum van de Krijgsgeschiedenis, Jubelpark 3, 1000 Brussel
tot 31.03.2012
DAAN VAN GOLDEN : APPERCEPTION WIELS stelt de eerste overzichtstentoonstelling voor van de Nederlandse kunstenaar Daan van Golden in België. Het werk van Daan van Golden heeft ontegensprekelijk een unieke positie in de geschiedenis van de moderne schilderkunst. Wiels, Van Volxemlaan 354, 1190 Vorst
02
tot 29.04.2012
MARTA KALENDER KUNSTMAGAZINE
DISC
VERY
DRONE MUSIC IN DE JAREN ZESTIG
THEATRE OF ETERNAL MUSIC Niet iedereen hoeft er van te houden. Men kan het slaapverwekkend, langdradig of vervelend vinden. Maar of men het nu saai of boeiend vindt, de beweging die in de jaren zestig drone music in een nieuwe vorm heeft gegoten, bracht zo een kleine muzikale revolutie op gang.
Het moet ruim 10 jaar geleden zijn dat ik het platenlabel
Table Of The Elements ontdekte. Ik was reeds vertrouwd met het oeuvre van The Velvet Underground, John Cale en Lou Reed. Reed’s experimentele noiseplaat ‘Metal Machine Music’ had ik in mijn collectie, maar minder bekend was dat John Cale, naast zijn reguliere platen, ook met klanken experimenteerde. Rond 2000 focuste Table Of The Elements zich op wat er in de jaren 60 aan de gang was rond zogenaamde drone music. Zo schafte ik mij de cd ‘Inside The Dream Syndicate vol. 1: Day Of Niagara’ aan, een onuitgegeven opname uit 1965 met John Cale, Tony Conrad, Angus MacLise, La Monte Young en Marian Zazeela. De op-
KUNSTMAGAZINE
John Cale
name is een onderdeeltje van de muzikale experimenten en performances die ze deden onder het collectief Theatre Of Eternal Music (opgericht door La Monte Young), ook wel eens ‘The Dream Syndicate’ genaamd, samen met nog tal van andere minimalisten. Ze waren nauw verbonden aan de avant-garde beweging Fluxus en hielden de muzikale filosofie van John Cage hoog in het vaandel. DRONES EN HET TRANSCENDENTE De meeste van hun opnames zijn erg langdurig, ze blijken geen begin en geen einde te kennen.
Als je Inside The Dream Syndicate vol. 1 opMINIMALISME start, lijkt het alsof ze al een tijd bezig zijn, wat een doelbewuste keuze is. De eindeloosheid Drone music is een minimalistische muziekstijl van tijd en ruimte wordt hiermee in klanken en bestaat echter onder verschillende vormen. omgezet. Zo zie je dat de invloed van John Bij Theatre of Eternal Music krijg je muziek Cage nooit ver weg is. Hun langgerekte tonen onder één aanhoudende toon, zonder melodie, (drone music), waar geen melodie in te beterwijl bij minimalistische componisten als speuren valt, geven het gevoel van eindeloosPhilip Glass er meestal wel een melodie is, heid aan - het transcendente - en zo krijgt het maar deze wordt continu herhaald. Deze minibewust een spirituele ondertoon, waarvan de malistische vorm wordt beschouwd als ‘repetiwortels teruggaan op de Indische raga. De betieve’ muziek. Maar als je het letterlijk wil kendste naam uit de Indische raga is ongetwijnemen is dit laatste genre, waar de nadruk op feld sitarspeler Ravi Shankar, vanwege zijn samenwerking met The Beatles. ‘DRONE’ (IN MUZIKALE ZIN DAN) IS
een aanhoudende klank zorgt, zoals bij de sitar. De sitar heeft 3 tot 4 resonerende drone snaren. NIBLOCK EN PALESTINE Naast de leden van Theatre Of Eternal Music heb je nog andere drone artiesten van min of meer dezelfde generatie, zoals Phill Niblock en Charlemagne Palestine.
Nadat hij begon als fotograaf en filmmaker creëerde de Amerikaan Phill Niblock zijn eerste muzikale compositie in 1968. In tegenstelling tot de EEN meeste van de avant-garde comHARMONISCHE OF MONOFONISCHE LANGponisten van zijn generatie heeft Theatre Of Eternal Music gaf de hij geen muzikale opleiding gekremeeste van hun werken ook erg GEREKTE TOON, OF ÉÉN TOON DIE CONTINU gen. Zijn eerste werken werden lange titels (zoals ‘The Tortoise HERHAALD WORDT. DEZE MUZIEKVORM vastgelegd op tape en werden Recalling the Drone of the Holy KENT ZIJN OORSPRONG IN INDIA overgedubt telkens met lange Numbers as they were Revealed in tonen op traditionele instrumenten the Dreams of the Whirlwind and op 4, 8, tot soms 16 the Obsidian Gong, Illuminated by sporen. Later ging hij meer the Sawmill, the herhaling ligt, geen drone music, omdat ze begebruik maken van de Green Sawtooth rust op melodie. ‘Drone’ (in muzikale zin dan) Ocelot and the computer en resulteeris een harmonische of monofonische langgeHigh-Tension Line den zijn stukken eerder rekte toon, of één toon die continu herhaald Stepdown Transforin gebonden texturen, wordt. Deze muziekvorm kent dus zijn oormer’) en de langste peropgenomen op soms sprong in India, en werd aanvankelijk gespeeld formance dat ze ooit 40 sporen. Ook Niop instrumenten als de tambura, de ottu, de hebben gegeven duurde 6 block wordt beektar en de dottara. Een drone is eigenlijk een schouwd als een van de jaar: van 1979 tot 1985. onderdeel van een muziekinstrument dat voor
KUNSTMAGAZINE
Charlemagne Palestine
Phil Niblock
is het gewoon om een opeenvolgrondleggers van de drone-miniging van verschillende tonen in malisten, vanwege zijn microtoHun langgerekte tonen, muziek te horen, snelle veranderinnale (een andere systematiek voor waar geen melodie in te bespeuren valt, gen, enz. Bewegingen als Theatre toonladders die in de westerse geven het gevoel van eindeloosheid aan Of Eternal Music reduceren de muwereld vanaf 1950 werd gebruikt), ziek tot zijn fundamenten. Je moet in vele lagen gesponnen langduhet transcendente er misschien leren naar luisteren, rige stukken. Hij staat ook bekend maar eens zover kan je ontdekken om zijn serie films die hij had geMusic’ uit 1974. Het is een stuk van 45 minuten wat er allemaal in één lange toon kan zitten. maakt begin jaren 60, genaamd “The Movedat opent met het constant herhalen van 2 ment Of People Working”, waar hij in noten, die zich vervolgens langzaam uitbreiden Filip Gheysen verschillende landen mensen filmde die bezig tot clusters. Een cluster is (in muziektermen) waren met hun alledaags werk. De beelden beeen door Henry Cowell voor het eerst geAan te raden platen: stonden uit lange opnames van bewegingen bruikte term voor een akkoord dat bestaat uit van menselijke handenarbeid op zijn typisch op elkaar gestapelde grote of kleine intervallen. - John Cale/ Tony Conrad/ Angus MacLise/ La kenmerkende muziek. Een voorbeeld vindt u Men spreekt doorgaans pas van een cluster als Monte Young/ Marian Zazeela: Inside the hier: er minstens drie tonen tegelijk klinken, met een Dream Syndicate, vol. 1: Day of Niagara (1965) zweverige klanksamenstelling tot gevolg, waar(Table of The Elemants, 2000) http://www.youtube.com/watch?v=DKPH6EbeVHs door je hier dus ook van drones kan spreken. - John Cale: Sun Blindness Music (Table of the Strumming Music werd in de jaren 70 op vinyl Elements, 2001) In zijn live-performances worden zijn stukken uitgebracht en in 1991 heruitgebracht op cd. - Tony Conrad: Slapping Pythagoras (Table of door andere muzikanten gespeeld, vaak voorZoals Phill Niblock waren wel meerdere van die the Elements, 1995) zien van zijn beeldmateriaal, terwijl Niblock zelf ‘minimalisten’ bezig met film. Zo stond ook vi- Tony Conrad with Faust: Outside the Dream toekijkt vanuit het publiek. olist bij Theatre of Eternal Music Tony Conrad Syndicate (Table of the Elements, 1993) bekend om zijn films. ‘The Flicker’ wordt be- La Monte Young / Marian Zazeela: The TheaIn 1985 richtte hij in New York Experimental Inschouwd als sleutel tot de structural film movetre of Eternal Music (Shandar, 1974) termedia Foundation, een ontmoetingsplaats ment, een beweging die streefde naar - Phill Niblock: Guitar Too, For Four (Moikai, voor lokale en internationale artiesten die bezig vereenvoudigde filmkunst waarin abstracte 2006) zijn met beeld, geluid en media, waarmee hij vormen en herhaling cruciaal zijn. De film be- Charlemagne Palestine: Strumming Music sinds 1993 tot op heden vanuit Gent opereert. staat enkel uit compleet zwarte of volledig (Shandar, 1974) witte beeldvlakken die continu doorheen elDe joodse Amerikaan Charlemagne Palestine kaar flikkeren en zo epileptische neigingen verAndere opmerkelijke artiesten: begon in de jaren 70 een reeks ritualistische oorzaken. Hij gebruikte dan ook vaak zijn stukken te maken, die ingaan tegen de vervideo’s tijdens zijn live performances. The • Yoshi Wada wachtingen van het westerse publiek die muflicker aan de lijve ondervinden? Klik hier: • Pauline Oliveiros ziek noodzakelijkerwijs als mooi en vol van http://www.youtube.com/watch?v=ZJbqnztjkbs. • Eliane Radigue betekenis zien. Oorspronkelijk was hij opgeleid tot cantor (leider van de gezangen in een religieus koor) in de synagoge. Zijn eerste stukken waren composities voor beiaard en elektronische drones, maar het meest bekend – en ook zijn beste werk – zijn de composities voor Bösendorfer piano, zoals zijn stuk ‘Strumming
Tony Conrad
53 02
KUNSTMAGAZINE
Kan men van een vorm van performance spreken, een statement, of is het pure muziek? Mogelijks is het een combinatie van alle drie, maar de muziek primeert, misschien zelfs in een van zijn puurste vormen. De westerse mens
• Rhys Chatham • Glenn Branca • Maryanne Amacher • Giacinto Scelsi
OHOLICS
DE BELANGRIJKSTE JAZZOPNAMETECHNICUS VAN DE VOORBIJE EEUW...
RUDY WIE ? Die vraag krijg je steevast als je over de belangrijkste jazzopnametechnicus van de voorbije eeuw spreekt. Rudy van Gelder. Neen, geen Nederlander maar Amerikaan van Nederlandse afkomst. Geboren in 1924 en tot nader order still alive (and recording). In een aantal door Blue Note uitgebrachte remastered takes besef je echter meteen waarom deze geluidsingenieur belangrijk was (en is) voor de jazzmuziek. In zijn carrière heeft hij een paar duizend opnamesessies georchestreerd met alle grote sterren in het jazzfirmament : Miles Davis, Grant Green, Thelonious Monk, Sonny Rollins, Horace Silver enz. Allen verkozen zij met Van Gelder te werken, zelfs als hun platenlabel zelf een andere opnamestudio voorstelde. Incontournable (en naar verluidt tegen een betaalbaar tarief). Maar gigant Charles Mingus weigerde om met Van Gelder in zee te gaan omdat hij teveel de klank ‘veranderde’ (hetgeen Van Gelder zelf als de ‘Rudy Special’ labelde). Zijn studio, eerst in Hackensack, New Jersey (en waarvoor Monk een tribute schreef), was eerst een omgebouwde huiskamer. Later werd een soort kapel gebouwd in Englewoods Cliffs, een paar kilometer verderop. Hét kenmerk van de sound
Rudy Van Gelder
Een aanrader en perfecte instap in de wereld van RVG : de opname “Perfect Takes” uitgebracht door Blue Note met bijbehorende DVD waar het leven en werk van de grootmeester in beeld wordt gebracht (Blue Note 73227, uit in 2005). Tien sublieme opnames met ‘klinkende’ namen als Davis, Monk, Burrell, Smith, Byrd, Henderson, Shorter, Mobley, Coltrane en Blakey. Aan te raden bij een goed glas Pessac-Léognan, te draaien op een goede stereo in een verstild interieur met een select gezelschap liefhebbers en een mooie (kopie van) Gerard Richter aan de wand. Uitgepuurde nuance en balans. Een grand cru. Geniet nooit met mate. Dj Raoul
Charles
KUNSTMAGAZINE
van Van Gelder blijft zijn warmte en directheid (al vonden sommigen zijn piano-opnames aan de scherpe kant). Sedert 1999 houdt Van Gelder zich bijna uitsluitend bezig met het remasteren tot 24- bits digitale opnames (de serie RVG, iconografisch gemakkelijk herkenbaar in de platenbak), een opdracht die nog steeds loopt. De serie vind je terug op de webstek van Blue Note: - www.bluenote.com (cataloog collectie)
Mingus
DE WEKKER vanaf 25 december online
website
dewekker.be
Urban Art
02
KUNSTMAGAZINE
Š Tattoo Dagmar / www.tattoodagmar.be