- Titelblad Boermans, M.A. (2006). Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland, Paper Werkcollege Microeconomie, Vrije Universiteit Amsterdam, 1-19
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
[ Amsterdam; Maart 2006 ]
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Door: Martijn A. Boermans (1387952) Bachelor student Economie & Communicatiewetenschap Begeleiders: Prof. Dr. G.J. Van der Berg L. Midgley, MPhil Paper Werkcollege Microeconomie Faculteit der Economische Wetenschap en Bedrijfskunde
ABSTRACT Binnen de gepolitiseerde discussie van verbieden of legaliseren zal in deze paper een keuze worden gemaakt voor stapsgewijze legalisatie van softdrugs in Nederland. Door uitvoerig in te gaan op het vraag en aanbodmodel naar illegale goederen wordt geopperd vóór legalisatie van softdrugs. Legalisatie is een vooruitgang ten opzichte van gedogen en is te prefereren ten opzichte van verbieden. Het mogelijk maken van het vrij verhandelen van cannabisderivaten betekent niet per se een toename van gebruik. Door het invoeren van een accijnsheffing en verdere regulatie op teelt, distributie en verkoop van softdrugs krijgt de overheid juist grip op haar eigen beleid en ontstaat de mogelijkheid te komen tot een coherent softdrugsbeleid wat meer Pareto-efficient is. Externe effecten van criminaliteit, gezondheidszorg, en het onderwijs worden beter gecontroleerd. Minder geld wordt gespendeerd aan de ‘war on drugs’ en meer geld kan gaan naar voorlichting, kwaliteitscontrole en de eindgebruiker. De overgang van gedogen naar legalisatie moet stapsgewijs worden doorgezet, om de huidige situatie niet te veel te verstoren. Het opgestelde model en beleid fungeren als voorbeeld voor andere landen waar cannabisderivaten momenteel deels gedoogd worden.
-1-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Boermans, M.A. (2006). Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland, Paper Werkcollege Microeconomie, Vrije Universiteit Amsterdam, 1-19
SOFTDRUGS LEGALISEREN?- 1 EEN ECONOMISCHE ANALYSE EN EEN AANBEVELING VOOR EEN COHERENT SOFTDRUGSBELEID IN NEDERLAND .
1. INTRODUCTIE .............................................................................................................................................. - 3 2. ONDERZOEKSMODEL ................................................................................................................................... - 5 3. VRAAG EN AANBOD..................................................................................................................................... - 7 4. ZWARTE MARKT MODEL VOOR ILLEGALE GOEDEREN .................................................................................. - 9 5. VRIJHANDEL.............................................................................................................................................. - 13 6. PRIJSELASTICITEIT EN VERANDERING ........................................................................................................ - 15 7. EXTERNE EFFECTEN .................................................................................................................................. - 18 8. BELEIDSMAATREGELEN ............................................................................................................................ - 22 9. CONCLUSIE EN AANBEVELING .................................................................................................................. - 25 REFERENTIES ................................................................................................................................................ - 27 BIJLAGE ........................................................................................................................................................ - 31 -
-2-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
1. Introductie Inleiding softdrugs Het onderwerp van dit paper is softdrugs, hier gedefineerd als alle cannabisderivaten, ookwel
cannabinoïden. Nederland verkeerd in een bijzondere
positie vanwege het bestaan van coffeeshops - plaatsen waar softdrugs worden verkocht onder gedoogde omstandigheid. Gevolg is dat consumenten cannabisderivaten kunnen verkrijgen. Het oorspronkelijke idee achter het gedoogbeleid is scheiding van markten. In andere landen verkopen de softdrugshandelaren meestal ook harddrugs. Dit brengt het gevaar met zich mee dat mensen niet alleen cannabis maar ook toegang krijgen in deze illegale markt tot harddrugs. De gedoogde coffeeshop verkomt externaliteiten. Cannabis brengt volgens de meerderheid schade en heeft negatieve gevolgen voor de gebruiker en maatschappij (Boekhout van Solinge, 2000, p 126). Er wordt in deze morele en politieke discussie voorbijgegaan aan het feit dat de meeste gebruikers drugs consumeren omdat ze hier positieve eigenschappen aan toekennen. Ook het feit dat de overgrote meerderheid van de gebruikers niet in de problemen komt, lijkt onbesproken. Het onderscheid tussen gebruik en misbruik wordt zelden gemaakt en softdrugs zijn verstrikt in discussies over harddrugs. Feit is verder dat er nog nooit iemand direct is overleden ten gevolge van cannabisgebruik (Kuhn, Swartzwelder en Wilson, 1998). Tegenwoordig zien jongeren wereldwijd cannabis niet als een probleem of gevaar maar als interessant voor recreationeel gebruik (Shiner en Newburn, 1997). Echter, toch worden softdrugs doorgaans als probleem beschouwd. Vandaar zal in dit paper een antwoord worden gezocht in termen van kosten en baten op de vraag: softdrugs legaliseren?
Micro-economische aanpak van presentatie In deze paper zal er gekeken worden vanuit een (micro-) economisch perspectief naar de mogelijke effecten van het legaliseren of verbieden van softdrugs in Nederland, waarbij de nadruk ligt op het legalisatievraagstuk. Veel belastinggeld gaat momenteel uit naar het oppakken van de wiettelers als onderdeel van de ‘war on drugs’. Dit wordt in sommige kringen als hypocriet wordt gezien, omdat de verkoop vanuit een coffeeshop immers niet wordt aangepakt (lees: maar, gedoogd). Om aan de vraag te voldoen is er aanbod is de Keyensiaanse gedachte, echter er wordt repressief opgetreden door de regering1. Het merendeel van de consumenten koopt zelf softdrugs en doet dat voornamelijk in coffeeshops (Korf, Wouters, Nabben & van Ginkel, 2005). Ook zijn de 1
Zie bijlage 1)Verbieden vs. Legaliseren: de politiek in RAP en Roer: “De Don”
-3-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
consumenten zeer verschillend en vormen een doorsnee van de Nederlandse bevolking2. Echter teelt, distributie, handel en verkoop van softdrugs zijn (strikt genomen) verboden. In het aanbod wordt voorzien door criminele activiteit. Rechtsbescherming ontbreekt waardoor de kwaliteit van softdrugs sterk varieert en consumenten weten niet waar zij aan toe zijn.
Veranderen van gedoogbeleid Gedogen is een incoherente toestand, daar is iedereen het binnen deze gepolitiseerde discussie het over eens. Verandering lijkt noodzaak en daarom is de komende analyse momenteel ook van belang. In dit paper volgt een economische analyse. Er wordt dus gekeken naar de kosten en opbrengsten van het legaliseren of verbieden van softdrugs3. Doel is om van daaruit een stap in de goede richting te wijzen naar een coherent softdrugsbeleid.
Relevantie onderzoek Dit is een zware taak, omdat er weinig tot geen onderzoek is gedaan gebruikmakend van kwantitatieve economische data (Thoumi, 2005). Sterker, de meeste gepubliceerde cijfers zijn geladen met ideologische standpunten. Het vormgeven aan een coherent softdrugsbeleid is een interessante taak, omdat v贸贸r- en tegenstander van legalisering het erover eens zijn dat gedogen een ongewenste middenweg blijft. Dit is een relevante en belangrijke taak, omdat momenteel binnen de politiek besprekingen gaande zijn over softdrugsbeleid en er testexperimenten worden ondernomen voor het legaliseren van softdrugs alsmede het verbieden ervan.
2
De gebruikers vormen een doorsnee qua opleiding, qua leeftijd zijn de consumenten van softdrugs jonger en verdienen niet de hoogste 10% inkomens (zie verder Trimbos Instituut, 2005). 3 Hiermee bedoelt: softdrugs uit het strafrecht, ja/nee.
-4-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
2. Onderzoeksmodel In deze paper wordt weinig aandacht besteed aan internationale betrekkingen, juridische argumentatie4, ethische vraagstukken en gezondheidsproblematiek bij drugsgebruik in vergelijking met de meeste andere analyses binnen het thema softdrugs. Dit is een tekortkoming aan het onderzoek, met name omdat de internationale en juridische context van belang zijn en omdat het buitenland druk uitoefent op het Nederlandse beleid. Er is voor gekozen een discussie te bewerkstelligen op basis van mogelijke effecten op de algemene welvaart van verbieden of legaliseren. Doel is desalniettemin om te komen tot een coherent softdrugsbeleid waarbij de algemene welvaart gemaximaliseerd wordt. Het paper is geschreven voor een werkgroep micro-economie en zal het individu als uitgangspunt nemen:
Onderzoeksvraag:
Wat is een coherent softdrugsbeleid om welvaart te maximaliseren?
Wat hier eigenlijk bedoeld wordt, is hoe te komen tot een meer Pareto-efficiente verdeling. Er zou dus een beleid geformuleerd moeten worden waarbij er tenminste ĂŠĂŠn individu op vooruit gaat, zonder dat er anderen op achteruit gaan. Pareto efficiency is bereikt wanneer er geen verbeteringen meer mogelijk zijn voor individuen, zonder anderen te schaden. Deze benadering laat de distributievraag van welvaart ongemoeid. Vandaar dat er gekozen is om de nadruk op een algemen welvaartsfunctie te leggen. Dit kan betekenen dat iemands nut wel achteruit gaat, maar minder dan de verbetering van het nut van anderen. In dat geval zou worden gestreefd naar het hoogst mogelijke nut voor alle individuen bij elkaar opgeteld. Er zal dus een afruil kunnen volgen tussen Pareto efficiency en het algemene welvaartsniveau. Het uiteindelijke beleidsmodel kan worden geprojecteerd op andere landen waar het concept coffeeshop bestaat5. Beperking in elke analyse van drugsbeleid is dat externe effecten 4
Het T.M.C. Asser Instituut (2005) concludeert in een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat het Europese recht geen ruimte biedt voor testen met cannabis teelt of verdere legalisatie, als het gaat om persoonlijk gebruik zouden bestaande VN-drugsverdragen uitkomst kunnen bieden voor het legalisatievraagstuk. 5 Landen die ook coffeeshops hebben zijn er niet. Nederland hoort in de Europese Unie tot de middenmoot wat het aandeel gebruikers van cannabis betreft onder jongeren en volwassenen (Rigter et. al, 2003). Minstens 45 miljoen mensen in de Europese Unie hebben ervaring met cannabis. Dit komt neer op 18 procent van de bevolking van 16 tot 65 jaar. Met andere vergelijkbare landen wordt hier onder andere bedoeld: Australie, Belgie, Cananda, Denemarken, Duitsland (zie Lorenz, 2004), Finland, Frankrijk, Groot-Brittantie, Luxemburg, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Spanje, Zweden, en Zwitserland. Dit is dus een belangrijke kwestie wereldwijd. In Nieuw-Zeeland gebruiken 250.000 mensen cannabis met regelmaat. Relevanter dan ooit is dit thema,omdat er nu ook op Europees niveau sterke gedachten uitgaan naar legaliseren alsmede naar streng verbieden. Verschillende lobbygroepen zijn sinds de zomer van 2005 actief vanuit deze negen belangrijke EU-lidstaten. De Italiaanse delegatie verzet zich streng ertegen, maar Groot-Brittantie stelt zich ook terughoudend op. Deze landen kiezen de lijn van de Verenigde Staten inclusief de war on drugs. Nederland en Belgie zijn de voorstanders van legaliseren in het debat.
-5-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
van criminaliteit, gezondheid, onderwijs etcetera op de algemene welvaart moeilijk te kwantificeren zijn. Toch, een juiste benadering kรกn tot een strikte aanbeveling voor een coherent softdrugsbeleid leiden. Verbieden, gedogen of legaliseren, wat is het beste voor ons allemaal bij elkaar? Dat is de grote vraag waar in deze paper, na een economische analyse een aanbeveling op zal volgen. Er zal een in dit paper een combinatie van theorie, empirie en beleid worden gevolgd. In de onderstaande figuur is het proces uiteengezet. Bij het presenteren van theorie op het gebied van vraag en aanbod, de zwarte markt, vrijhandel, prijseffecten en externe effecten, zal deze theorie worden ondersteund door zowel theoretische argumenten als empirische ondersteuning. Kenmerken voor het empirisch materiaal is dat zij impliciet beleidsmaatregelen evalueren. Elke theorie is zodoende onlosmakelijk verbonden met zowel beleid en empirie. Gepoogd is om bij elk hoofdstuk eerst theorie te behandelen, waarna er verwezen wordt naar empirisch onderzoek op dit gebied. Implicaties over beleid zullen expliciet gemaakt worden, waarna eventueel wordt teruggekoppeld op de theorie. De opbouw volgt eerst een micro perspectief waarbij enkel de drugsmarkt in beschouwing wordt genomen. Van daaruit wordt overgegaan naar de effecten van een zwarte markt. Daarna pas kan ingegaan worden op de gevolgen van vrijhandel op prijzen en de maatschappij. Wanneer dit is behandeld zal een beleid worden samengevat, waarna een conclusie met aanbeveling zal volgen.
-6-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
3. Vraag en aanbod Taak voor een coherent softdrugsbeleid is het maximaliseren van welvaart. Dit betekent een markt van softdrugs volgens Pareto-efficiente verdeling. In de drugsmarkt vindt een afruil plaats tussen de kosten van de ‘war on drugs’ samen met de drugsproductiekosten en de maatschappelijk kosten van negatieve externe effecten enerzijds en de privé waardenopbrengsten van de consumptie van illegale goederen anderzijds. Een algemeen prijsmodel voor de drugsmarkt6 kan worden opgesteld: (1) Pe = c(E)+T (2) R
= (1+)c
Waar: Pe c E T R
= prijs voor consument = (constante eenheids-)productiekosten drugs = totale inspanningskosten overheid aan ‘war on drugs’ = extra kosten consument = totale kosten drugsproductie = prijselasticiteit van drugs
Uit (1) volgt dat bij perfecte competitie T en E gelijk zijn aan 0, dus is Pe = c(0) en dan geldt dat de drugsproducenten geen winst maken. Dit is een Pareto efficiente situatie (competitie-evenwicht) maar zegt niets over het verdelingsvraagstuk (distributie). Ook is te zien dat de productiekosten c afhankelijk zijn van het overheidsoptreden E. (2) toont dat de totale kosten aan de drugsproductie R en de ‘war on drugs’ E zullen toenemen als de vraag naar drugs inelastisch is (-1 > en dat deze kosten dalen bij een elastische vraag. Dus, als de vraag elastisch is, zullen inspanningen aan de ‘war on drugs’ E leiden tot minder kosten aan drugsproductie R. Het betekent dus dat de afruil binnen R dan wordt afgeschrikt door de ‘war on drugs’. Hier staat tegenover dat als de vraag naar drugs inelastisch is, dat een toename van kosten aan de ‘war on drugs’ tot gevolg heeft dat de producenten zich harder gaan inspannen en meer kosten maken, ondanks de afname in consumptie. Voortbouwend op het voorgaande is het mogelijk de drugmarkt omschrijven als: (3) Q = D(Pe) (4) u = (c+A)(1+)+F (5) -/ A (c+A+F) = (1+) Waar: Q D Pe u c A F
6
= drugsconsumptie (of vraag naar drugs) = vraag naar drugs = prijs voor consument per eenheid = verwachte eenheidskosten = (constante eenheids-)productiekosten drugs = kosten aan ontwijken van het opgepakt worden per eenheid drugs odds ratio, voor de ‘kans’ om gepakt te worden per eenheid drugs = straf; kosten als je opgepakt wordt
Pionier onderzoeker onder de economen naar de werking van de drugsmarkt is Nobelprijswinnaar Gary Becker
-7-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Zeusse (1998) geeft aan dat E met name de aanbodszijde beinvloedt en nauwelijks de vraagzijde. In een perfect competatief evenwicht geldt dat Pe = c(0) = u. Gegevens E en F, is het mogelijk de afgeleide te nemen om de kosten te minimaliseren naar A. Belangrijk is dat afhankelijk is van E. (5) laat zien dat de extra kosten T voor de consument bestaan uit A en F, welke afhangen van en E. Eerder was dit overheidscomponent ook al opgenomen binnen R. De hoogte van E, de inspanningskosten van de overheid aan de ‘war on drugs’ per eenheid worden in de realiteit nog verder verhoogd, wanneer een producent wordt opgepakt. De kosten van het juridisch systeem zullen mede afhangen van Q, omdat deze de totale drugswereldactiviteit bepaalt. Als F hoger wordt, dalen de winsten van de drugsproducten. Ook A zal stijgen als F toeneemt. Zeusse (1998) vraagt zich af of er niet eerder sprake is van een oligopolie op de huidige markt (dus: winst producent ≥ 0). Tevens betwijfelt hij of de prijs wel stijgt ten gevolge van een toename in E. De voorgaande vijf vergelijkingen vormen ondanks dit een inzichtelijk vraag en aanbodmodel voor de drugsmarkt. Conclusie is dat de prijselasticiteit de bepalende factor is voor het opstellen van beleidsmaatregelen omtrent illegale goederen. Becker, Murphy en Grossman (2004) maken in hun uitgebreidere model duidelijk dat prijselasticiteit de bepalende factor is voor een competatieve drugsmarkt en dat daarnaast er voornamelijk naar de sociale opbrengsten gekeken moet worden. Deze onderwerpen zullen bij de bespreking over prijzen en externe effecten nader worden toegelicht.
-8-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
4. Zwarte markt model voor illegale goederen Nederland telt circa 1 miljoen consumenten (6% van de bevolking) die recent cannabisderivaten hebben gebruikt (van Laar et al, 2004). Een grote groep mensen dus die in een ingewikkelde markt verstrikt zijn. De huidige zwarte markt van softdrugs in Nederland wordt geschat tussen de 1 miljard euro (De Pax Mafiosa in DNW, 2005) en 4 miljard euro (door Vrijspreker, 2006) met daarnaast de internationale (criminele) handel. Vanuit het algemene model kan dan ook wel gesproken worden over illegale goederen in een zwarte markt. Als er vraag is naar een illegaal goed dan is er winst te behalen voor een bepaalde groep mensen die bereid is risico te nemen om te opereren binnen de zwarte markt. Levitt en Dubner (2005) geven in het boek Freakonomics een pakkend voorbeeld over hoe sterk georganiseerd drugsbendes opereren door de illegale status van de goederen. Zo ontstaat dus, gegeven de vraag, door het verbod automatish een zwarte markt voor illegale goederen (Kleiman 1993). De inspanningskosten E verbonden aan het verbieden van een goed hebben als gevolg het ontstaan van meer criminele activiteit, A stijgt. De Commissie van Traa (1995) concludeert in haar 5500 pagina’s tellend rapport dat er veel grote criminele bendes op de Nederlandse drugsmarkt actief zijn. (1) laat zien dat er door de hoge E en dus T er geen sprake van perfecte concurrentie is. Door optreden van de overheid wordt de competitie tussen de illegale producten en handelaren verminderd, waardoor de winsten verder toenemen binnen het gevormde oligopolie. De door de overheid veroorzaakte hoge prijzen Pe voor illegale goederen zorgen er juist voor dat gebruikers zich in criminele activiteiten gaan begeven (Wilkins & Casswell, 2002). McKenzie en Tullock (1985) stellen, aan de hand van een analogie over de drooglegging van alcohol in Amerika, dat verbieden van middelen onuitvoerbaar is. De deadweight loss geeft de kosten voor de consument weer (Perloff, 2004), vanwege de lagere marginale kosten van extra output voor producten tegenover de extra baten voor de consumenten. In geval van competitie zijn de marginale kosten en baten aan elkaar gelijk, zoals situatie et in de bovenstaande figuren 1 en 2 weergeeft (behoudens gÊÊn externaliteiten!). De figuur 1 toont dat het niet efficient is voor de algemene welvaart om meer dan de competitie evenwichtshoeveelheid te produceren, ook dan is er een deadweight loss, ondanks het voordeel voor de consument door de lagere prijs. De figuur 2 is relevanter voor de omstandigheid in de softdrugsmarkt. Doordat er zware restricties gelden op de verkoop is de hoeveelheid aanbod lager dan in een competatieve markt. Gevolg is dus wederom een deadweight loss waar de consument de dupe van is. Opgemerkt dient te worden -9-
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
dat lokale softdrugsaanbieders zich lijken te gedragen als monopolisten, vandaar dat oligopoliespelers in drugsmarkten hier gekarakteriseerd worden door een monopolie situatie.
Figuur 1: deadweight loss
Figuur 2: monopolie verlies
Er zijn dus vele nadelen verbonden voor de consument in deze illegale markt. Door de oligopolistische en op lokaal niveau monopolisitische marktvorm is de consument en de maatschappij slechter af. Ook is er geen rechtsbescherming. Dit zijn extra kosten F bovenop de imperfecte marktvorm. Effect is bijvoorbeeld dat misdaden niet snel gemeld worden (Goldstein, 1989). Chris en Wilhite (1994) zijn hierdoor voorstander van legalisatie, omdat de (criminele) competitie om meer marktmacht onwenselijke externe effecten tot gevolg heeft. Criminaliteit neemt toe, zo lang producenten de markt proberen te monipoliseren en er overheidskosten E worden verspild. Chris en Wilhite snijden verder een gevoelig onderwerp aan. Het verbod brengt sociale/privĂŠ kosten voor de gebruiker mee. Velen menen dat de hoge prijs van drugs Pe op de zwarte markt komt doordat er vele tussenhandelaren nodig zijn om te zorgen dat het distributienetwerk beter bestand is tegen oprolling (dus: T omhoog). De producten in alle distributiestadia worden met hoge verdiensten gecompenseerd voor het risico dat ze lopen. Het aantal aanbieders blijft relatief laag omdat veel mensen uit principe de wet niet willen overtreden. Dus het aantal aanbieders en competitie is laag, vanwege entrykosten. Het huidige gedoogbeleid zorgt dus voor marktfalen. James (1991) vindt het probleem van legaliseren van softdrugs dat dit een experiment zal zijn met vele belangrijke factoren waar niemand de consequenties van kan overzien. Hij vindt dat een drugsbeleid zou moeten gaan om consumptievermindering en het minimaliseren van sociale kosten. Deze bewering is in tegenspraak met wat hij tevens wilt maximaliseren, namelijk de vrijheid van de burgers. - 10 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Het als doel hebben consumptievermindering is een moreel oordeel dat pas in termen van welvaart als uitgangspunt genomen mag worden. Het opgestelde model laat zien dat een legalisatie van softdrugs niet per se meer consumptie tot gevolg heeft en dat de morele oordelen verpakt worden in de sociale welvaartsfunctie. Holcombe (1995) is voorstander van legaliseren omdat de meeste schade van softdrugs veroorzaakt wordt door de illegae status van het goed. De problemen zitten in het zwarte markt mechanisme.
Legalisering van
softdrugs maakt een einde aan de oligopolistische winsten van de producten en het stoppen van de drooglegging getuigd van dit effect (Becker, 2001). Om de implicaties van een zwarte markt van illegale goederen te schetsen, is een stuk over ‘droogleggingfiasco in de Verenigde Staten’ opgenomen. Staley (1992) wil de softdrugsmarkt sterk onderscheiden van de algemene drugsmarkt. Hij erkent wel dat de geldige principes dezelfde werking vertonen. Zolang een drugsbeleid de vraagzijde van de markt van softdrugs compleet negeert, dan kan aan de criminaliteit en verslaving weinig gedaan worden. Het verbod is gebaseerd op de idee dat een ‘war on drugs’ het aanbod elimineert en vervolgens volgens Staley (1992) de vraag van softdrugs miraculeus verdwijnt door dit beleid. De externe effecten veroorzaakt door de drugsmarkt zijn grotendeels gevolg van de zwarte markt mechanisme en het beleid zelf, en niet veroorzaakt door de drugs (Henderson, 1991). Empirische onderzoekers naar de psychoactieve werking van cannabis concluderen keer op keer dat softdrugs de meeste gebruikers vreedzaam maakt (Rigter et. al., 2003). Wederom aanwijzing om de schuldige vinger te wijzen naar de marktvorm en niet de consumenten en producten of goederen zelf. Het is ook een feit dat er steeds meer van een oligopolistische naar een monopolistische situatie wordt gewerkt. Het aantal coffeeshops wordt sterk teruggedrongen bij een gelijkblijvende vraag; een groeiende absolute vraag zonder te corrigeren voor de toenemende bevolkingsomvang (Bieleman, Biesman en Smallenbroek, 1997, Trimbos Instituut, 2005).
- 11 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Droogleggingfiasco in de Verenigde Staten Achtergrond. Sinds de negentiende eeuw werd alcohol als consumptiegoed steeds populairder. De maatschappelijke gevolgen in negatieve zin werd merkbaar in de vorm van ongevallen, toenemend huiselijk geweld en een duidelijk vast te stellen verslechterde fysieke toestand van de consument. In 1917 raakte ook de Verenigde Staten betrokken in de oorlog. Drankgebruik deed een natie in oorlog geen goed. Spaarzaamheid met voedsel (graan) was nodig om de bondgenoten te voeden. Het verbod tot het fabriceren van drank werd aangekondigd als een vaderlandslievende daad. 1920-1933: Het verbod. In 1920 verbood de overheid alcoholconsumptie en handel uit nood om de ongewenste gevolgen van consumptie uit te bannen. De alcoholconsumptie in de eerste jaren van de drooglegging zakte tot minder dan een derde vergeleken met de periode voor 1920. Naleving van de wet en afdwingen bleken onuitvoerbaar. Apothekers mochten alcohol verkopen en (zogenaamd) alcoholvrij was niet verboden. Gevolgen. De politiemacht die de controle op de drooglegging moest uitvoeren was bij voorbaat kansloos. De kosten voor het controleapperaat werden verhaald op de individuele staten en die waren daar uiteraard niet enthousiast over. Hoewel moonlighting, het clandestien distilleren van sterke drank, sowieso al veel voorkwam in de VS, steeg het aantal privé-destilleerderijen enorm. In 1928 kon je voor zeven dollar een draagbare distilleerderij aanschaffen, en het was meestal ook geen probleem om sterke drank thuisbezorgd te krijgen. Omdat de controle op de drooglegging niet werkte, tierde de smokkel en kon de georganiseerde misdaad opkomen. Door dit verbod verdween de handel in drank in het illegale circuit. Massaal werd stiekem gedronken. In Canada en Mexico draaiden cafés bij de grens topjaren. Illegale cafés ontstonden in achterkamertjes, waar illegaal gestookte drank werd geschonken. Veel criminelen hebben goed geld verdiend aan die handel, de bekendste daarvan is Al Capone. Omdat zoveel gewone burgers zich niet stoorden aan het drankverbod, werd het respect voor de wet ondermijnd. De schatkist verloor de accijnsinkomsten. Nu iedereen de drooglegging met misdaad associeerde, bleek het beroep op individuele vrijheid en verantwoordelijkheid sterker dan ooit. Softdrugs. Een parallel naar het softdrugsverbod in Nederland is gauw getrokken. Het verbod heeft eenzelfde effect. Het stimuleert de georganiseerde misdaad, leidt tot corruptie, verspilling van overheidsinkomsten aan de ‘war on drugs’, criminalisering van kleine druggebruikers, geen accijns inkomsten en geen regulatiemogelijkheid op teelt, handel en distributie of het gebruik te controleren. Bron: Website: www.amerika.nl/politiek/html/history/drooglegging.htm (bezocht op 16 Januari, 2006)
- 12 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
5. Vrijhandel Behalve de morele dimensie omtrent het softdrugs is reeds gestruikeld over de liberale gedachte. Henderson (1991) zegt dat de criminele activiteiten gevolg zijn van de wet. De moreel juiste methode om mensen van drugs af te houden is door gebruik van de rede en overtuiging, niet door het geweldsmonopolie (in dubbele zin). Zojuist is een model geschetst van de drugsmarkt. Er is gesproken over de gevolgen van een zwarte markt voor illegale goederen. De vraag is of softdrugs gelegaliseerd ofwel verboden moeten worden en dus wel of niet vrij verhandelaar worden. Als er wordt gesproken over legalisatie leidt dat niet tot cannabisderivatenverkoop bij de supermarkt of andere vrijhandel, regulatie7 is mogelijk. Ook gezegd moet worden dat het mogelijk maken van het vrij verhandelen softdrugs niet per se een toename van de consumptie8 betekent. Er ontstaat de mogelijkheid om te komen tot een coherent softdrugsbeleid wat de welvaart van Nederland maximaliseert. Legalisering is een liberaal standpunt, ook een juridisch. Liberalen9 vinden dat iedereen zelf mag beslissen wat die doet met eigen lichaam. De wet dringt niets aan mensen op. Wetten zijn er om mensen tegen elkaar te beschermen. Beleidsmakers leggen teveel nadruk op de morele dimensie en dat deze fout ‘momenteel’ wordt gemaakt voor andere drugs. Moore (1990) geeft duidelijk aan dat zelfs deze visie beperkingen met zich meebrengt. Drugs moeten afzonderlijk worden beoordeeld naar hun potentiële werking, wat Moore tot het oordeel brengt tegen legalisering van ‘harddrugs’ te zijn. Veel gehoord ook is dat verslaving uiteindelijk vrijheid ontneemt, daarom moeten harddrugs wél worden verboden. Kreeft en Maertens (2000) menen dat cannabis niet verslavend is en dat consumptie een autonome beslissing is, daarom zijn zij voorstander van legaliseren. Opgemerkt dient te worden dat ook onder de gebruikers van softdrugs mensen tegen legaliseren zijn (Trevino & Richard, 2002). Thornton (2002)10 geeft aan dat voornamelijk economen vraagtekens plaatsen bij de ‘war on drugs’, omdat dit onbedoelde gevolgen met zich mee brengt als criminaliteit en corruptie. Beleidsalternatieven voorhanden zijn legalisatie, decriminalisering, behandeling en medisch gebruik11 tolereren. Dit betekent niet dat er niet geopperd mag worden voor regulatie in de vorm van voorlichting en het stellen van kwaliteitseisen. Block (1996) verkiest een vrije markt voor cannabisderivaten om zo tot een welvaartsverhoging te komen. Herhaaldelijk 7
Groot probleem door het officiële verbod op cannabisderivaten is dat het gehalte THC (meest psychoactieve stof) de laatste decennia zo sterk is toegenomen dat cannabis bijna harddrugs is geworden. Hier zou regalutie een einde aan kunnen maken. 8
Middelen als invoeren van een accijnsheffing en verdere regulatie van teelt, distributie, handel en verkoop van softdrugs kunnen de vraag wél doen minderen en bieden de overheid juist grip op het beleid. 9 Het argument om drugswetten te handhaven is omdat mensen voor hun eigen gedrag beschermd moeten worden, maar liberalen betogen juist dat deze morele dimensie aan mensen zelf over gelaten moet worden. 10 In een random survey onder 117 leden van de American Economic Association was 71% voorstander om de status quo te doorbreken en over te gaan op of decriminalisering of legalisering. Economen hangen liberalisering aldus aan. 11
Cannabis als medicijn is zelf toegestaan in sommige Staten van Amerika.
- 13 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
wordt er door deze vrijheidsdenkers ook op gewezen dat de illegale status een martkvorm met zich meebrengt waarbij de gebruikers in een benauwde situatie verkeren. De zwarte markt staat in verband met de verslaving en criminaliteit en de hoge oligolopistische prijzen (Rothbard, 1978). Nogmaals: het opheffen van de zwarte markt status ontdoet de sector van criminaliteit en elimineert daarmee dus ook veel verslavende gebruikers. Moet er daarom worden gekozen voor vrijhandel?
- 14 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
6. Prijselasticiteit en verandering Naar de prijselasticiteit van softdrugs in Nederland kan enkel gegist worden. Toch is het belangrijk om te onderzoeken hoe gevoelig softdrugs reageren op eventuele prijsveranderingen in geval van legaliseren, omdat richtinggevend kan zijn voor een beleidsmaatregel, zoals in het model al duidelijk naar voren kwam. Fogarty (2003) heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de prijselasticiteit van alcohol. Op het eerste gezicht lijkt het moeilijk om te zeggen of deze drug prijselastisch of prijsinelastisch is. Toch concludeert Fogarty dat bijvoorbeeld wijn en bier prijsinelastisch zijn. Conclusie is dat dit voornaamlijk afhankelijk is van het land zelf. Als de vraag inelastisch is, dan heeft E, ‘war on drugs’ kosten geen vraagafnemend effect. Het kan wel welvaartverhogend werken wanneer de sociale kosten verbonden met Q, de consumptie van softdrugs dusdanig worden verminderd. F, straf, is een juist middel om consumptie te verminderen alsde softdrugs prijselasticiteit elastisch is. Schattingen vanuit inkomenselasticiteit duiden op een inelastisch product (Grossman & Chaloupka, 1998).
Propositie 1a:
Wanneer drugs uit het illegale circuit worden gehaald zal Pe dalen;
legalisatie leidt tot een prijsdaling.
Algemeen wordt aangenomen dat het opheffen van de monopolistische verkoop die thans plaatsvindt vanuit een criminele onderwereld, de prijs van drugs doet dalen. Dit is een onwenselijk eerste effect van de beleidsmaatregel van het legaliseren van drugs. Hierdoor zou namelijk de vraag kunnen toenemen. Een vrije markt leidt mogelijk tot een substantiele toename van softdrugs consumptie. Maar, tegelijkertijd vermindert het de schadelijke gevolgen die de zwarte markt met zich meebrengt (Miron & Zwiebel, 1995) en leidt het toch tot een Pareto-efficiente (en welvaarts-) verbetering. Echter, in Nederland is er sprake van een bijzondere situatie voor softdrugs. Hier worden softdrugs al verkocht in de bekende coffeeshops. Dit zogenaamde gedoogbeleid zorgt ervoor dat er reeds vrij gehandeld wordt waardoor van een prijsdaling geen sprake zal zijn. Vrijgeven zal niet direct leiden tot meer vraag (inelastisch). Behalve dat softdrugs niet langer illegaal zijn, betekent dit voor de eindgebruiker bovendien dat er directe en indirecte belastingen geheven zullen worden. Bij directe belasting moet gedacht worden aan een BTW en accijns op softdrugs. Het heffen van belasting en accijns drijft de prijs omhoog en veroorzaakt een wig (deadweight loss). Indirecte belasting voor de eindgebruiker komt in de vorm van een
- 15 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
regulatie wat volgens het prijsmodel een hogere T betekent ten opzichte van de perfecte competitieprijs bij et. De extra inkomsten zijn dan (6): (6) D(Pe) * τ c + D(Pe) * Z = R τ + R Z = O Waar: D Pe τ c Z R O
= vraag naar drugs = prijs voor consument per eenheid = marginale belastingsvoet of BTW-tarief = (constante eenheids-)productiekosten drugs = accijns = totale kosten drugsproductie = geschatte totale extra overheidinkomsten
Vanuit de overheid vinden er dan strenge controles plaats (toename E) en zullen er kwaliteitseisen tot stand komen die de prijs juist opdrijven (Pe omhoog). Om het totale prijseffect te bezien moeten deze twee genoemde factoren worden verminderd met het effect van het legaliseren van de achterdeurhandel (externe effect en deadweight loss). Hier is mogelijk een sterke rol voor de overheid weggelegd als stuurder van de productie en distributie. Een schatting van O, de totale extra overheidinkomsten op basis van een BTW-tarief van τ = 19% en een arbitaire accijns Z en óók productiekosten c van drie euro per gram geeft bij een D van 1 tot 4 miljard euro dus minimaal: €1.000.000.000 * (0,19*€3,00) + €1.000.000.000 * €3,00 = O = 3,57 miljard euro12 (een gigantisch bedrag). De bekende houtje-touwtje anekdote omtrent softdrugs is als volgt: regulatie/legalisatie leidt tot hogere prijzen waardoor er een zwarte markt ontstaat en verbieden zorgt ook voor eenzelfde markt: paradoxale/tautologische conclusie: de zwarte markt is niet te reguleren. Een correctie op de geschatte € 3,57 miljard lijkt noodzakelijk. Schattingen lopen uiteen tussen de € 800 miljoen en € 5 miljard. Er moet voor een coherent beleid naar een juist prijsmechanisme gezocht worden waardoor de consument niet naar de zwarte markt toegaat. De regulatiekosten T mogen niet te hoog zijn en de accijns ook niet. Een minimumprijs leidt ook tot een deidweight loss, maar de externe effecten zullen kleiner zijn dan bij de huidige situatie. Becker (2004) benadrukt dat een optimale heffing altijd beter is dan het bestrijden, omdat het een inelastisch goed is. Hieraan toegevoegd is dat de overlast die mensen van een coffeeshop an sich hebben beperkt is en steeds minder wordt. Rigter (2003) zegt dat het prijsmechanisme momenteel zeer ingewikkeld is. Wat ook meetelt is de moeite die de potentiële consument moet doen om in het bezit van de drug te komen en de last die verwijnt op de schouders van de eindgebruiker door legalisatie (Williams, Pacula en Chaloupka, 2001). Barro (1997) is voor legalisatie mits er een heffing op drugs worden geheven. Hij trekt de vergelijking met de verkoop van sigaretten. De accijn op dit goed is niet zo hoog, dat er een zwarte markt is ontstaan. Ditzelfde 12
Huidige accijnsinkomsten van tabak (dus, ex. BTW) bedragen € 9,7 miljard (Ministerie van Financien, 2006)
- 16 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
moet ook bij de taxatie van softdrugs gebeuren, wil legalisatie Pareto-efficient kunnen zijn. Dit vanwege de externe effecten van consumptie Q. Jansen (1996) heeft onderzoek gedaan naar de prijsvorming in de Nederlandse cannabissector. Hij benadrukt de grote rol van thuiskweek in het prijsvormende proces. Het gevolg hiervan is dat de prijzen relatief laag zijn door bestaande coffeeshop en zogenaamde growshops waar plantjes en benodige kweekinformatie verkrijgbaar zijn.
Alternatieve propositie 1b: In Nederland leidt legalisatie van softdrugs tot een prijsstijging.
De gecreĂŤerde concurrentie door het vrijgeven van de markt zal leiden tot het verdwijnen van het criminele monopolie, wat de prijs doet dalen. Echter dit effect zal niet opwegen tegen de prijsopdrijvende krachten vanuit de overheid door regulaties binnen de markt. In Nederland gelden relatief lage prijzen zijn voor cannabisderivaten, dus er zal niet per se een groot effect op de prijs waarneembaar zijn, wanneer legisatie doorgezet wordt (Wilkins en Casswell, 2002). De prijselasticiteit en de huidige standaard van coffeeshop zorgt ervoor dat O, de overheidsinkomsten groot kunnen zijn en D toch daalt door een nieuwe aanpak met een verhoging van inspanningskosten overheid aan ontmoediging en voorlichting, E*. Een ander argument luidt als volgt: cannabis is prijsinelastisch. Dit wordt aangetoond door het gegeven dat het gebruiksniveau in Nederland tot de middengroep van Westerse landen behoort. Ondanks dat cannabis tot 10x zo duur is in de Verenigde Staten, is daar het percentage gebruikers hoger dan in Nederland. Kennelijk laat de consument zich niet afschrikken door hogere prijzen (Pe) en extra risico (T) bij de aankoop.
- 17 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
7. Externe effecten Het huidige softdrugsbeleid zorgt voor overlast. In dit deel worden de externe effecten eerst kort besproken en daarna toegepast binnen het model van de drugsmarkt. Softdrugs blijven een onderwerp dat mensen beangstigd, wat aanleiding geeft tot gevoelens van onveiligheid. Doordat drugs bepaalde onrustgevoelens kunnen oproepen, en dan paradoxaal genoeg met name onder mensen die hier zelf niet of nauwelijks mee te maken hebben, lenen zij zich goed voor een zeker politiek gebruik (Boekhout van Solinge, 2000, p103). Mede daarom wordt de teelt, distributie en handel van cannabisderivaten sterk bestreden. Deze aanpak maakt onderdeel uit van de ‘war on drugs’. De maatschappij ondervindt schade aan bijvoorbeeld blowende scholieren en mensen die genoodzaakt zijn zich op de gezondheidszorg te beroepen als gevolg van hun cannabisgebruik. Bijvoorbeeld Cleveland (1998) denkt aan de psychologische gevolgen voor de gebruiker door het heersende stigma omtrent softdrugs. Ook praat Cleveland over de problemen die jongeren met hun ouders krijgen. De onderzoeker zegt dat name mensen die al weinig kansen hebben in de maatschappij zich aangetrokken voelen tot de zwarte markt van drugs. Onschuldigen weten niet waar ze aan beginnen. Generaliserend zijn er drie items binnen het softdrugsbeleid te benoemen die met name (hier: negatieve) externe effecten veroorzaken. Het gaat hier om externe effecten op de aspecten criminaliteit, gezondheidszorg en onderwijs. 1) Criminaliteit. De Nederlandse overheid besteedt veel van haar belastinginkomsten aan de ‘war on drugs’. Onderdeel hiervan is de aanpak van handel van softdrugs. Hierbij kan specifiek gedacht worden aan de kosten van inzet van politie, beroepen op het juridische systeem, gevangenissen en uiteraard de criminaliteit zelf. Deze punten zijn interessant, omdat deze kostenpost grotendeels wegvallen in geval van legalisering. Barro (1997) betrekt het vraag en aanbodsmodel erbij. Doordat de inspanningskosten van de overheid per eenheid door de war on drugs hoog liggen, zijn de kosten van de drugsproductie omhoog gegaan. Daardoor is de prijs per eenheid drugs gestegen. Ook de kans om gepakt te worden ligt samen met de straf, hoog. Enkel risico-volle en zoekende mensen begeven zich binnen de zwarte markt van softdrugs en deze mensen zijn algemeen meer geassocieerd met criminaliteit. Onderzoek van het Trimbos Instituut (2005) bevestigt dit en concludeer dat probleemgedrag en cannabisgebuik samenhangen.
Verder betekent het legaal maken van softdrugs
decriminalisering en een geheel andere markt, waarbij de inspanning van justitie grotendeels wegvallen. Plancherel et. al. (2005) laten in hun studie zien dat gebruikers van cannabisderivaten zich rustiger en minder agressief gaan voelen en dat mensen niet negatief aankijken tegen de gevolgen van de psychoactieve stoffen van cannabis. Miron (2001) - 18 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
herhaalt het standpunt dat er geen causale relatie veronderstelt kan worden en dat de consumenten van de illegale goederen helemaal niet voor veel schade zorgen in geval van een legale marktvorm. De problemen zitten dus in de aanbodskant bij criminele producenten en niet bij de vragende consumenten. Er zijn dan ook gigantische kosten verbonden aan de zwarte drugsmarkt (Mark, Woody, Juday en Kleber, 2001). 2) Gezondheid. Een economische analyses van de externe kosten van softdrugs voor de gezondheid laten verschillende schattingen zien. Een belangrijk punt is verslaving. Er bestaat veel twijfel over het feit of sotdrugs verslavend zijn, desalniettemin is er een groep huidige gebruikers die eraan verslaafd zijn. Implicaties heeft dit niet alleen voor de prijselasticiteit (die inelastisch zal zijn) maar ook voor de gezondheidszorg die hierdoor zwaarder wordt belast. Chris en Wilhite (1994) denken net als Cleveland aan de hoge private, psychologische kosten voor het individu door het maatschappelijke stigma omtrent softdrugs. Met legalisatie verdwijnen deze kosten grotendeels. Minder geld wordt verspeeld aan de ‘war on drugs’ en meer geld kan gaan naar voorlichting en kwaliteitscontrole (Miron, 2001). Hierdoor zullen de gezondheidskosten afnemen, ondanks een mogelijke stijging in de afkickprogrammakosten. 3) Onderwijs. Omdat een relatief grote groep gebruikers scholieren zijn ondervind de maatschappij van de consumptie van softdrugs negatieve gevolgen. Consumptie beinvloedt de leergierigheid en zorgt voor een afname van het concentratievermogen en geheugen. Scholieren die blowen onder schooltijd behalen mindere resultaten en de totale gevolgen op het sociale leven van deze jongeren is moeilijk in te schatten. Er zijn dus negatieve effecten bij de consumptie van softdrugs. Het voorgaande model dient te worden uitgebreid. Zoals al vermeld moeten externe kosten worden opgenomen. Dit leidt tot sociale waarde functie (net als Becker et. al. 2004): (7) V(Q); W(V) = wQ-wS (8) max W =V(Q(E))–u(E)Q(E)–cQ(E)-{F,A(E)}E Waar: V Q W w S E u c A
= sociale waarde drugsconsumptie = drugsconsumptie (of vraag naar drugs) = algemene welvaart = aandeel welvaart = sociale kosten = totale inspanningsuitgaven overheid aan de ‘war on drugs’ per eenheid = verwachte eenheidskosten = (competatieve) constante eenheidskosten van drugs odds ratio, voor de ´kans´ om gepakt te worden per eenheid drugs = uitgaven aan ontwijken van het opgepakt worden per eenheid drugs
- 19 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Met deze toevoeging kan het evenwicht worden bepaald, waar E, de totale inspanningsuitgaven van overheid aan de ‘war on drugs’ per eenheid, afhankelijk is van wat de overheid wilt bereiken. De afgeleide van de sociale waarde functie V(Q) laat de afruil zien tussen het nut van de individuele gebruikers van softdrugs en de negatieve externe effecten die voortkomen uit deze groep consumenten. Gegevens de nutfuncties is de overheid is staat E te bepalen om de waarde R (afhankelijk van E, A, F en ) totale uitgaven drugsproductie en ‘war on drugs’, plus de waarde van de consumptie te maximaliseren. Simpel gezegd, W is gelijk aan de waarde van de drugsconsumptie Q minus alle kosten die hierdoor ontstaan. Vergelijking acht is ingewikkelder te interpreteren. Het maximaliseren van de welvaart hangt af van de sociale waarde van de drugsconsumptie. Hierin zitten dus de private baten van de consument wQ en de lasten voor de maatschappij van het gebruik wS. Het maximaliseren van de algemene welvaart is dus afhankelijk van het nut dat de consument ontneent aan gebruik, afhankelijk van de mate van inspanningen tegen drugs van de overheid. Verdere kosten cQ(E)-{F,A(E)}E zouden vervallen indien softdrugs gelegaliseerd zouden worden. Het optimum is afhankelijk van de hoeveelheid consumpie. Deze wordt bepaald door de prijs. Hieruit volgt de sociale marginale bereidheid om te betalen, gezien vanuit de consument: (9) Vq/P = 1+1/ Waar: Vq/P
= ratio sociale marginale bereidheid te betalen tov private baten drugsconsumptie = prijselasticiteit van drugs
Hier zijn de beschrijvingen over de prijselasticiteit opgenomen. Zolang er sprake is van een positieve marginale sociale bereidheid om te betalen bij de consument gegeven een inelastische vraag zal er gepoogt worden te consumeren. De ineslatische vraag betekent dat de inspanningskosten van de overheid aan de war on drugs grotendeels te nadelen van de maatschappij uitpakken. Er is immers een interactie tussen F en A, waar A algemeen bepalend is voor de marktinrichting en criminaliteit. Toch betekent dit model niet per se dat accijns of overheidsingrijpen inefficient is. Kosten verbonden aan de ‘war on drugs’ zouden aanbod moeten verminderen en consumptie doen dalen. Omdat de marginale opbrengsten hiervan negatief zijn zolang de vraag inelastisch is, neemt de algemene welvaart af13 en stijgen de winsten voor de (illegale) producten door de prijstoename. Hierdoor treden dus ongewenste externe effecten op en daalt W. Vergelijking zeven geeft dit verband al direct weer: er is een afname van W als de consumptie verminderd, terwijl de extra consumptie positief bijdraagt aan de welvaart. Zelfs als deze private baten van consumptie negatief zijn is het mogelijk dat W toeneemt, omdat er extra kosten worden gemaakt in de productie en
13
Aanname volgt bij *
- 20 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
distributie door de toename in F en dus A. De gemodeleerde elasticiteit en externe effecten zijn naats het prijsmechanisme dus doorslaggevend om een optimaal beleid tot stand te brengen. De elasticiteit verklaard zowel de kosten als opbrengsten van E, de inspanningskosten overheid. Dus, inelastische vraag betekent dat er zeer hoge externe nadelige effecten moeten worden ondervonden aan drugsconsumptie, wil de ‘war on drugs’ gerechtvaardigd zijn*. Dit lijkt niet het geval te zijn. Om het helder te stellen, de private baten van cannabisderivaten en het gebruik ervan zijn voor de consument zonder meer positief. De maatschappij ondervindt ondanks bovengenoemde effecten niet te negatieve gevolgen om te kunnen concluderen dat softdrugs verboden moeten worden. Daarbij komt nog dat als dat wel gedaan wordt, het extra verspilling is door kosten van E.
- 21 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
8. Beleidsmaatregelen Uit de analyses is gebleken dat de één miljoen cannabisconsumenten beter af zijn bij legalisatie en dat de welvaart van Nederland toeneemt in geval van legaliseren van softdrugs. De werkelijkheid zit complex in elkaar en het afwegen van de kosten en baten van legaliseren kent haar tekortkomingen. Echter, vanwege de toename van het nut van de gebruiker en de afname van de externe effecten treedt er een Pareto-effieciente verbetering op. Legalisatie is een vooruitgang ten opzichte van gedogen en legalisatie is te prefereren boven verbieden. Ook het mogelijk maken van vrij verhandelen van cannabisderivaten betekent niet per se een toename van gebruik, doordat legaliseren een prijsstijging tot gevolg kan hebben. Legaal betekent dan het ‘formaliseren’ van wat in een eerdere fase informeel werd gedoogd. Door drugs te legaliseren respecteert de overheid de autonomie en de waardigheid van het individu. Het gevaar van het houtje-touwtje verhaal is dat een overgang naar legalisatie kan betekenen dat het probleem van de zwarte markt niet wordt opgelost (Wilkins en Scrimgeour, 2000). Als bij deze verkooppunten de prijs in een klap sterk toeneemt als gevolg van regulatie, dan maakt dit juist de illegale handel extra aantrekkelijk en wordt het huidige probleem verergert. Bij legalisatie moet erop gelet worden dat de huidige situatie niet teveel verstoord wordt. Momenteel gaat eendere van de handel in softdrugs niet via de coffeeshop. Belangrijker is dat het percentage gebruikers onder de algemene bevolking is tussen 1997 en 2001 is toegenomen. Echter, onder de schoolgaande jeugd (12-18 jaar) is het percentage actuele cannabisgebruikers tussen 1996 and 2003 licht gedaald. Nederlandse scholieren nemen wat betreft cannabisgebruik in vergelijking met leeftijdgenoten uit een aantal andere lidstaten van de Europese Unie een middenpositie in (Trimbos Instituut, 2005) Ander, nog niet genoemd gevaar van legaliseren is dat de huidige criminele activiteit zich zal verplaatsen naar een ander gebied. Deze kosten moeten worden meegenomen in het beleidsmodel voor preparatie van legaliseren van softdrugs. Een eerste belangrijke peiling in elk drugsbeleid is opvang voor de verslaafden. Ondanks dat er maar een heel klein deel van de consumenten verslaafd raakt, veroorzaakt zij veel kosten voor de maatschappij. Uit bronnen van het Trimbos Instituut (2005) blijkt dat er in 2001 zo’n 3.500 cannabisgebruikers verslaafd zijn. Naar mijn mening geen aanzienlijk aantal. Een postief extern effect van het legaliseren is dat de consument van cannabisderivaten niet snel in aanraking zal komen met harddrugs. Ditzelfde effect heeft het huidige gedoogbeleid, daarentegen zou een verbod kunnen leiden tot meer harddrugsgebruik met de nodige negatieve externe effecten. Ook een succes van coffeeshops is dat de aanwezigheid ervan in een gemeente geen invloed heeft op het gebruik van softdrugs (VOCM, 2004). De overlast van coffeeshop is gedaald en doet zich tevens slechts op - 22 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
gemeentelijk niveau voor. Er is dus niets mis met de coffeeshop, behalve de illeage achterdeur. Jofre-Bonet en Sindelar tonen aan dat behandeling een effectief middel is om deze groep te helpen. Zij concluderen dat het verminderd drugsgebruik door verzorging geassocieerd is met 54% minder dagen gespendeerd aan criminele activiteit, ceteris parabus zoals zij dat brengen. Ofwel: behandeling is een effectief middel tegen criminaliteit. Wat ook mogelijk is om jongeren op scholen die last hebben van hun consumptie te ondersteunen. Kennally (2001) is voorstander van legaliseren omdat er zo geen toetredingsdrempels meer zijn, waardoor een efficiente markt tot stand kan komen. Hij ziet echter als gevaar dat gegeven de prijsinelasticiteit van softdrugs er hele hoge prijzen kunnen ontstaan. Waar hij zijn argument aan ontleent is de hoge mate van verslaving die gepaard gaat met cannabisgebruik. Ondermeer Van der Stel (2004) laat zien dat cannabis niet verslavend hoeven zijn (zie ook: Kreeft & Maertens, 2000). Verder zou er bij vrijhandel niet een monopolie hoeven te ontstaan. De overheid moet juist in deze markt concurrentie bevorderen. Als beleidsvoorbeeld staan het gebruik en verkoop van tabak en alcohol centraal. Consumptie en productie van deze goederen zijn ook aan strenge regels gebonden en het gebruik ervan wordt door de overheid ontmoedigd en het nemen van deze middelen is in bepaalde sitauties onwettig. Van der Stel (2000) noemt legalisering een synoniem aan regulering en ziet tevens een alcoholmodel als aternatieve wetgeving voor zich. De rol van de overheid is tweeledig. Enerzijds de aanbod controleren en anderzijds de vraag remmen. Preventieacties kunnen diverse doelen dienen. De investering in preventie moet duurzaam zijn (Rigter, 2004). Allereerst heeft een overheid een informatievoorzieningstaak om mensen beter inzicht te geven in wat cannabisderivaten voor een effect hebben op de gebruiker. Gezondheidscampagnes zijn meestal gericht op gedragsverandering (Sherman, Nelson en Steele, 2000). Individuen zijn vaak gemotiveerd om met information op eigen wijze om te gaan en vermijden gezondheidsinformatie (Ditto & Lopez, 1992) die voor henzelf het meest relevant zijn (Kunda, 1990). De schade voor het individu en de overlast voor de maatschappij dienen deondanks beperkt te worden. Doel is voorkomen van afhankelijke en verslavende consumptie. Hiermee samenhangend zorgen preventieve maatregelen ervoor dat er minder geconsumeerd wordt en dat de leeftijd waarop voor het eerst softdrugs wordt gebruikt hoger kan komen te liggen (Rigter et al., 2003). Sickles en Taubman (1991) tonen aan door middel van het opstellen van een regressievergelijking dat variabelen als huidskleur, leeftijd en opleidingsniveau en inkomen van ouders sterk samenhangen met drugsgebruik. Een gericht beleid is noodzakelijk in combinatie met algemene voorlichtingcampagnes en kwaliteitscontroles. Afschrikkingscampagnes blijken keer op keer ineffectief en juist een - 23 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
averechts effect te bewerkstelligen. Liberman en Chaiken (1992) laten zien hun individuen die caffeine consumeren zich afkeren tegen de informatie over negatieve gevolgen van gebruik. Om hetzelfde effect voor softdrugscampagnes te vermijden is een positieve en zelfbevestigende opzet noodzakelijk op kleine schaal. Informatie dient gekoppeld te worden aan training van vaardigheden. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen landelijke, algemene campagnes en specifieke doelgroepgerichte voorlichting op bijvoorbeeld scholen, coffeeshops, bij ouders of gemeenten. Er dient eerlijk gecommuniceerd te worden over de gevaren, dus geen fear-appeal technieken die al keer op keer zijn mislukt in alcoholcampagnes. Teveel aandacht in campagnes zou kunnen leiden tot meer gebruik vanwege de opgewekte nieuwsgierigheid van dit nieuwe legale goed. Vandaar dat er gefocused dient te worden op kleinschalige acties.
- 24 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
9. Conclusie en Aanbeveling In dit paper is een antwoord gevonden op de vraag wat een coherent softdrugsbeleid is om de algemene welvaart te maximaliseren. Het verbieden van softdrugs en het aanpakken van de producten en consumenten door te straffen heeft averechtse gevolgen. De consumptie zal ook in een illegale markt blijven bestaan vanwege de prijsinelasticiteit. Met een verbod zullen negatieve externe effecten toenemen op met name criminaliteit en gezondheidszorg. Het is daarom verstandig te denken aan het overgaan van gedogen naar legaliseren, om zo de algemene welvaart te doen stijgen. Legalisatie betekent niet dat de rol van de overheid op de markt verdwijnt, in tegendeel. Om te voorkomen dat jongeren softdrugs kunnen kopen is een combinatie van een nieuw type ‘war on drugs’ noodzakelijk. Door legaliseren wordt minder geld verspeeld aan de huidige ‘war on drugs’ en meer geld kan gaan naar voorlichting en kwaliteitscontrole. Deze inkomsten kunnen uit een accijn en BTW worden gefinancieerd. De overgang van gedogen naar legalisatie moet stapsgewijs worden doorgezet, om de huidige situatie niet te veel te verstoren. Een zogenaamde houtjetouwtje gevolgtrekking dient te worden voorkomen. In Nederland lijkt de theorie en empirie aan te geven dat Pareto effiency verbeteringen te behalen zijn als er wordt overgeschakeld naar een legale markt voor cannabis. Het gepresenteerde model voor legaliseren van softdrugs kan fungeren als voorbeeld voor andere landen waar cannabisderivaten momenteel deels gedoogd worden.
- 25 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Voor verdere informatie over beleid en aanbevelingen, zie ook: Abraham, M.D., Cohen, P.D.A., Kaal, H.L. (2002). Licit and illicit drug use in the Netherlands, 2001. Amsterdam: Mets. Cruts, A.A.N., Lempens, A.L.F., Ketelaars, A.P.M., Van Laar, M.W. & Van de Mheen, H. (2004). Monitoring van alcohol en drugs onder de loep: een onderzoek naar opbrengst en lacunes van informatiesystemen op het gebied van alcohol en drugs. Trimbos Instituut / IVO, Utrecht. Stel, van der, J.C. (2000). Een Nieuw Drugsbeleid? Voor- en Nadelen van de Legalisering van Drugs. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Zoetermeer. Uggen,C. & Thompson, M. (2003). The Socioeconomic Determinants of Ill: Gotten Gains Within-Person Changes in Drug Use and Illegal Earnings. The American Journal of Sociology, 109 (1), 146 - 171 Uitermark, J. (2004). The Origins and Future of the Dutch Approach Towards Drugs. Journal of Drug Issues, 34 (3), 511-532
- 26 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Referenties
Barro, R. J. (1997). Getting It Right: Markets and Choices in a Free Society, Cambridge, MA: MIT Press Bieleman, B., Biesma, S & Smallenbroek, A.J.H. (1997). Cannabis in Nederland: Inventarisatie van de verkooppunten. Stichting INTRAVAL / SGBO, Den Haag Becker, G.S., Murphy, K.M. & Grossman, M. (2004). The Economic Theory of Illegal Goods: the Case of Drugs, NBER Working Paper Series, 10976, National Bureau of Economic Research, Cambridge, 1-37 Becker, G.S. (2001). Its Time to Give Up the War on Drugs, Business Week Online. Block , W (1996). Drug Prohibition and Individual Virtue, Review of Political Economy, 8 (4), 433-436 Boekhout van Solinge, T. (2000). De Besluitvorming rond Drugs in de Europese Unie. Amsterdam: Credo/Mets en Schilt, 1-192 Chris, P. & Wilhite, A. (1994). Illegal markets and the social costs of rent-seeking, Public Choice, 79, 105-115. Cleveland, M.M. (1998). Downsizing the Drug War and Considering “Legalization�: An Economic Perspective, In Fish, J., How to Legalize Drugs, Jason Aronson, Inc.: Northvale, NJ, 547-577. Commissie van Traa (1995). Rijksrechercherapport RCID Kennemerland, door Van Traa et al. Ditto, P.H. & Lopez, D.F. (1992). Motivated Skeptism: Use of Differential Decision Criteria for Preferred and Nonpreffered Conclusions. Journal of Personality and Social Psychology, 69, 58-68 Fogarty, J.E. (2003). The Own-price Elasticity of Alcohol: A Meta Analyses. John E. Fogarty International Center For Advanced Health Studies. Goldstein, P.J. (1989). Drugs and violent crime; Pathways to Criminal Violence. Newbury Park, CA: Sage Grossman, M & Chaloupka, F.J (1998). The demand for cocaine by young adults: a rational addiction approach. J. HEALTH ECONOMICS vol. 17 (1998), afl. 4, pag. 427-474 Henderson, D.R. (1991). A Humane Economist's Case for Drug Legalization, U.C. Davis Law Review, 24 (3), 655-676 Holcombe, R.G. (1995). Public Policy and the Quality of Life: Market Incentives versus Government Planning, Westport CT: Greenwood Press
- 27 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Jacobs, James B. (1991). Imagining Drug Legalization. Journal: Public Interest Page, 101, 28-43 Jansen, A.C.M. (1996), Prijsvorming in de Nederlandse marihuana-sector 1990-1995: Een beleidsperspectief. ESB, 20-3-1996, p. 257-259. Jofre-Bonet, M. & Sindelar, J.L. (2002). Drug Treatment as a Crime Fighting Tool, NBER Working Paper Series No. 9038, National Bureau of Economic Research, Cambridge Paper. Kennally, G. (2001). Regulating the Trade in Recreational Drugs. European Journal of Law and Economics 11 (1), 69-83 Kleiman, M (1993). Against excess : drug policy for results. New York, NY : BasicBooks
Kreeft, van der, P & Maertens, J (2000). Problematisch Cannabisgebruik en het Debat over Legalisering van Drugs, in De Sleutel 25 jaar, in Sociaal; Fracarita, Gent. Kuhn, C., Swartzwelder, S. & Wilson, W. (1998). Buzzed: The Straight Facts About the Most Used and Abused Drugs from Alcohol to Ecstacy, W.W. Norton & Co., New York. Kunda, Z. (1990). The case of motivated reasoning. Psychological Bulletin, 108, 480-498 Korf, D.J., Wouters, J., Nabben, T., & van Ginkel, P. (2005). Wiet Wijs. Cannabisgebruik bij leerlingen in opvangprojecten en speciaal voortgezet onderwijs. 90 5170 996, GG&GD Amsterdam. Korf, D.J., Wouters, J., Nabben, T., & van Ginkel, P. (2005). Cannabis zonder Coffeeshop. Niet-gedoogde cannabisverkoop in tien Nederlandse gemeenten. 90 5170 977 3, GG&GD Amsterdam. Lee, L.W. (1993). Would Harassing Drug Users Work? Journal of Political Economy, 101 (5), 939-59 Liberman, A. & Chaiken, S. (1992). Defensive Processing of Personally Relevant Health Messages. Personality and Social Psychology Bulletin, 18, 669-679 Levitt, S.D. & Dubner, S.J. (2005). Freakonomics: A Rogue Economist Explores the Hidden Side of Everything. HarperCollins Publishers Inc. New York. Lorenz, B. (2004). Drug Law and Policy in Germany and the EY: Recent Developments.. Journal of Drug Issues, 34 (3), 491-509 Mark, T.L., Woody, G.E., & Kleber, H.D. (2001). The economic costs of heroin addiction in the United States. Drug and Alcohol Dependence, 61 (2), 195-206 Ministerie van Financien, (2006). Belastingen in Nederland, 2005. Den Haag, 1-27
- 28 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Miron, J.A. & Zwiebel, J. (1995). The Economic Case Against Drug Prohibition,
Journal of Economic
Perspectives, 9 (4), 175-92 Miron, J.A. (2001). The Economics of Drug Prohibition and Drug Legalization. Social Research, 68 (3), 835855 Moore, M.H. (1990). Drugs: Getting a Fix on the Problem and the Solution, Yale Law and Policy Review, 8, 701-728 Perloff, J.M. (2004). Microeconomics, 3th edition. Pearson Education Inc., Addison Wesley: USA Plancherel, B., Bolognini, M., Stephan, P., Laget, J., Chinet L., Bernard, M & Halfon, O. (2005). Adolescents Beliefs about Marijuana Use: A Comparison of Regular Uses, Past Users and Never/Occasional Users, Journal of Drug Education, 35 (2), 131-146 Rigter, H., Laar, van. M., Rigter, S & Kilmer, B.Cannabis: Feiten en Cijfers 2003. Achtergrondstudie Nationale Drugmonitor, Bureau NDM, Utrecht. Rigter, H., Van Gageldonk, A., Ketelaars, T., Van Laar, M. (2004). Hulp bij probleemgebruik van drugs: stand van wetenschap voor behandelingen en andere interventies, 2004. Utrecht: Rothbard, M.N. (1978). For a New Liberty: The Libertarian Manifesto, New York: Libertarian Review Foundation Sickles, R. & Taubman, P. (1991). Who Uses Illegal Drugs? The American Economic Review, 81 (2), 248-252 Staley, S. (1992). Drug Policy and the Decline of American Cities, Drug Policy and the Decline of American Cities, Transaction Publishers, New Brunswick, NJ, Sherman, D.A.K., Nelson, L.D., & Steele, C.M. (2000). Do messages about Health Risks threaten the Self? Increasing the Acceptance of Threatening Health Messages via Self-Affirmation. Personality and Social Psychology Bulletin, 26, 1046-1058 Shiner, M. and Newburn, T. (1997) ‘Definitely, Maybe Not? The Normalisation of Recreational Drug Use amongst Young People’, Sociology 31(3): 511–29. Stel, van der, J.C. (2000). Een Nieuw Drugsbeleid? Voor- en Nadelen van de Legalisering van Drugs. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Zoetermeer. Stel, van der, J.C. (2004). Het ziektebegrip van verslaving. GGZ 2004, 1-12
- 29 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Thornton, M. (2002). Prohibition vs. Legalization: Do Economists Reach a Conclusion on Drug Policy? Working Paper Southern Economic Association Convention, New Orleans, Louisiana, 1-27 Thoumi, F.E. (2005). The Number Game: Lets All Guess the Size of the Illegal Drug Industry. Journal of Drug Issues, 35 (1), 185-200 T.M.C. Asser Insitituut (2005). Experimenteren met het Gedogen van de Teelt van Cannabis ten Behoeve van de Bevoorrading van Coffeeshops – Internationaal rechtelijke en Europees rechtelijke aspecten. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag, 1-25 Trevino, R.A. & Richard, A.J. (2002). Attitudes Towards Drug Legalization Among Drug Users. American Journal of Drug & Alcohol Abuse, 28 (1), 91-109 Trimbos Instituut (2003); Laar, van. M.W., Cruts, A.A.N, Verdurmen, J.E.E., Meijer, R.F., Panhuis, van, P. & Ooyen, van. M.M.J. (2003). Drugsmonitor, Bureau NDM Utrecht: Netherlands Institute of Mental Health and Addiction Trimbos Instituut (2004); Laar, van. M.W., Cruts, A.A.N, Verdurmen, J.E.E., & Ooyen, van. M.M.J. (2004). Jaarbericht Nationale Drug Monitor, Utrecht: Trimbos Instituut, Netherlands Institute of Mental Health and Addiction Trimbos Instituut (2005); Laar, van. M.W., Cruts, A.A.N, Verdurmen, J.E.E., & Ooyen, van. M.M.J. (2004). Jaarbericht Nationale Drug Monitor, Utrecht: Trimbos Instituut, Netherlands Institute of Mental Health and Addiction VOCM, Gemeenten (2004). Handhaven op Niveau, Coffeeshopnotitie: Best practices handhavingspraktijk. Wilkins, C. & Scrimgeour, E.M. (2000). Economics and the Legalisation of Drugs. Agenda, 7, 334-344. A128 Wilkins, C. & Casswell, S. (2002). The Cannabis Black Market and the Case for Legalisation of Cannabis in New Zealand. Social Policy Journal of New Zealand 18, 1-13 Zuesse, E. (1998). An Hypothesis Regarding Pricing of Black-market Goods. Journal of Economic Behavior and Organization 34 (3), 499-504
- 30 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland
Bijlage 1) Verbieden vs. Legaliseren: de politiek in RAP en Roer "De Don", door Minister van Jusitie, Donner (2006):
“Das Toch Dope Man, door Burgemeester Leers (2006):
In dit land van 16 miljoen mensen. Heeft iedereen zo zijn eigen wensen. Waar iedereen wil proberen, Maar waar je niemand mag beleren.
De regering zegt blowen mag niet maar we staan het toe Een koffieshop mag wiet verkopen maar waar ´t vandaan komt... vraag niet hoe
In dit land van 16 miljoen wijzen, Vraag ik: wat willen we bewijzen? De joint, het stickie, maakte ons beroemd, Maar de nadelen worden niet genoemd. Refrein: Hier spreekt Donner van justi-tie Ik doe het samen met poli-tie. Schuif die dope maar aan de kant Want een addict Nederland Zijn zaken die ik liever niet-zie Van een blowtje word je duf, Dus steel de show nou niet zo suf. Ga die drugs niet badineren, Wees bereid om iets te leren! Reguleren is te duur, Gaan we van zoet toch weer naar zuur Met criminelen op de loer, Lijkt dat me niet de juiste tour. Nog meer stekkies onder licht Dus die achterdeur blijft dicht! Lijkt het beleid soms wat verward, Nou in deze ben ik hard...
Je mag ´t wél roken maar je mag ´t niet telen Dat vind ik raar, hoe kan je iets dat niet bestaat legaal verdelen? Refrein: Da´s toch dope man! Dat een blowtje zomaar kan Als je de teler maar niet ziet Wiede wiede wiede wiet Doe nou niet zo hypocriet Half gedogen werkt toch niet Was ik hier maar de baas Want dit drugsbeleid is dwaas ´T is op zich geen nieuws dat alcohol pure hard drug is Dat is al zolang legaal dus waarom spastisch over cannabis? Met deze politiek wordt de crimineel beloond Ik heb er niet voor doorgeleerd maar zo´n beleid noem ik pas stoned (Refrein)
Refrein: Hier spreekt Donner van justi-tie Ik doe het samen met poli-tie. Schuif die dope maar aan de kant Want een addict Nederland Zijn zaken die ik liever niet-zie Je ziet die rotzooi overal bloeien Eigen teelt loopt uit hand En de bajes blijft maar groeien Dankzij deze hennep plant Slechts een paar worden rijk, De rest ziet zo bleek als een ... Dus die zolders moeten leeg, ’t zou niet goed zijn als ik zweeg Alt. refrein Hier spreekt Donner van Justitie, Ik doe het samen met politie. Ja, de drugs gaan van de straat, Er komt actie na gepraat. Blowers, neem daarvan notitie!
Mijn naam is Gerd Leers, burgemeester van Maastricht Minder kiddo’s aan de hasj, voel ik als mijn dure plicht Achtduizend kilo koopt men hier per jaar Want meer dan een miljoen toeristen komen voor die waar Illegale kwekers hebben wij niet in de hand Verbieden helpt niet, er is geen wet tegen bestand Ik zeg reguleer dan kun je wetten maken En besparen we de samenleving vele dure knaken De politie hoeft die kwekers niet meer te gaan vangen En aan de sterkte van die stuff kun je regels hangen Duidelijk beleid, dáár kun je mee gaan werken Neem de proef maar op de som, dan zullen we ‘t merken Alt. refrein
- 31 -
Softdrugs Legaliseren? Een Economische Analyse en Een Aanbeveling voor een Coherent Softdrugsbeleid in Nederland Da’s toch dope man! Dat een blowtje zomaar kan Als je de teler maar niet ziet wiede wiede wiede wiet Doe nou niet zo hypocriet Half gedogen werkt toch niet Legaliseer en controleer wiede wiede wiede wiet
- 32 -