GeloofwaardigheidsBijbel l Martijn van Gerwen

Page 1


Martijn van Gerwen


INHOUGSOPGAVE | Voorwoord

Blz 2.

K1 | Hoe krijgen we eigenlijk informatie?

Blz 3.

K2 | Wat doen hersenen met informatie?

Blz 5.

K3 | Hoe zit het met geloofwaardigheid?

Blz 8.

K3.1 | Wat is geloofwaardigheid?

Blz 8.

K3.2 | De ladder van geloofwaardigheid

Blz 10.

K4 | Waarom zijn we dan argwanender geworden?

Blz 13.

K4.1 | Waarom zijn we argwanender?

Blz 13.

K4.2 | Framing in de praktijk

Blz 14.

K5 | Op naar een eerlijkere toekomst.

Blz 15.

| Bronnenlijst

Blz 28.



voorwoord r was een tijd dat we het allemaal heilig geloofden. Het nieuws, het journaal en de krant. We hadden er helemaal geen reden toe om er ook maar een vraagteken bij te plaatsen. Nu is dat wel anders; we geloven niet alles zomaar meer wat er gezegd wordt. Is dat zo? In het geval van een paar maanden geleden wel. De NOS bleek toen achteraf niet zo netjes te zijn gewesst met hun verspreide informatie. Poetin loopt zomaar weg nadat hem een vraag gesteld werd over de vliegramp van MH17. ‘De verslaggever wordt zo goed als genegeerd’, is wat de nieuwslezer aan de beelden toevoegt. Maar niets is minder waar; antwoorden deed ‘ie zeker. Niet op de Nederlandse, maar wel op de Amerikaanse Televisie. We hebben namelijk allemaal zitten kijken naar een knip-en-plak-werkje van de NOS.

Scan de QR-code om te zien hoe de NOS Poetin manipuleert.

Volgens de NOS, die flinke kritieken over zich heen kreeg, was het niet zo handig én laat Poetin zich veel te veel uit in algemeenheden. En zoals ook op Twitter bleek, was dat niet hét antwoord wat we wilden horen. Weer een argument waarom we de nieuwsdiensten van nu toch al minder vertrouwen dan vroeger.

Dus ik vraag me af: hoe kan het dat we steeds minder geloven, terwijl we steeds meer horen.

2



Kapittel 1:

Hoe krijgen we eigenlijk al die informatie?

En geloof het of niet; we hebben pas 21 jaar internet. Het was er wel eerder, vanaf 1969 zelfs, maar toen alleen voor de Amerikaanse Defensie. Later werd internet voor iedereeen beschikbaar en kwamen daar informatiebronnen waarmee we nog sneller konden volgen wat er in de wereld gebeurde. Kranten kwamen met hun eigen websites. En nu zitten we in de snelle flow zodat we ook steeds vaker zelf ‘nieuws’ kunnen delen door al de social media van tegenwoordig. Twitter, Facebook, Instagram zijn dan nog maar slechts voorbeelden.

an informatie komen, is zo simpel omdat we het 24 uur én 7 dagen in de week kunnen. We zijn, waar we ook komen, connected met alles en iedereen. Maar vroeger was dat wel anders. Heel vroeger, wanneer de jagers en verzamelaars er reden toe zagen om informatie te delen, deden ze dat op rotsen of via rooksignalen. Zo wisten anderen bijvoorbeeld dat er weer een bizon gedood was.Al snel daarna volgde het schrift, wat voor verdere informatieverspreiding zorgde. Maar dat voordeel bracht ook nadelen met zich mee. Wilde je meer dan één boek maken dan moest je het steeds overschrijven. Weet je ook weer waar het woord ‘monnikenwerk’ vandaan komt. Goddank kwam daarna de boekdrukkunst. Je hoefde niet honderd keer hetzelfde over te schrijven om het toch te kunnen delen met meer mensen, die het tegelijkertijd wilden lezen. Met de uitvinding van de boekdrukkunst en de drukpers konden grotere groepen voor het eerst toegang krijgen tot informatie. Waar het eerst vooral één-op-één was, werd het door deze techniek één-op-véél. Daarna ging het hard; kranten konden worden gedrukt en later kwam de TV en radio. Maar het ging nog veel sneller door de komst van internet. Tegenwoordig zijn er over alles wat je maar kunt bedenken internetpagina’s, waardoor we steeds meer informatie tot ons krijgen. En zeker nu met de 4G overal.

4

Both Social, een bureau dat zich vooral online beweegt (2014), heeft het vooral over snelheid, interactie en bereik. Snelheid omdat je binnen een halve minuut heel wat online kunt zetten. En dat niet alleen; je kunt interactie hebben met wie je wilt, dichterbij en héél ver weg. Bijkomend voordeel, zo zeggen zij ook, is (wat je daarmee kunt) bereik(en). Ons netwerk is daardoor veel groter geworden en fysieke afstanden zijn er eigenlijk niet meer. En over grenzen hoeven we het al helemaal niet meer te hebben. Om nog even terug te komen op het eerste, de snelheid, wijzelf zijn er tegenwoordig met nieuwtjes en weetjes vaak veel eerder dan het nieuws. Kijk eens naar die ontwikkelingen van het neergestorte vliegtuig, de MH17. Op Twitter werd al bijna meteen gezegd dat het vliegtuig – onterecht – uit de lucht was geschoten, maar dat nieuws brachten de nieuwsbronnen pas vier weken later. En zo is dat wel vaker: we hebben nog steeds toegang tot de ouderwetse middelen, maar de nieuwe gaan er razendsnel met ons vandoor.

‘’

Wij zijn er tegenwoordig zelf veel sneller bij. Kijk maar naar de MH17.



Kapittel 2:

Wat doen onze hersenen met informatie?

u we weten dat we steeds sneller aan informatie kunnen komen, is het misschien ook goed om te kijken hoe het nu precies zit met die informatie. En dan vooral hoe het verwerkt wordt. Onze hersenen hebben daar vooral de grootste rol in en filteren de prikkels van buiten, die we tot ons krijgen. Het zit vooral heel moeilijk in elkaar hoe onze hersenen omgaan met prikkels die we horen, zien en voelen. Maar ik zal het proberen toch een beetje Jip-en-Janneke te houden. Het achterste deel van onze hersenen houdt zich vooral bezig met informatie. Met veel te moeilijke woorden noem je dat de pariëtale, temporale en occipitale kwabben. De pariëtale kwab houdt zich vooral bezig met gevoelsinformatie. Nu je op dit moment de bladzijdes van deze bijbel tot je neemt, zorgt deze kwab voor de verwerking. De temporale kwab richt zich op alles wat je hoort. De derde kwab, de occipitale, houdt zich vooral bezig met alles wat je ziet. Inmiddels is de medische wetenschap zover dat we dat allemaal weten. Waar je hersenen, en vooral die van ons jongeren, een alarm voor hebben is de betrouwbaarheid van informatie. Wanneer je occipitale kwab bijvoorbeeld een dik boek waarneemt, dan geven je hersenen dit al een

6

soort geloofwaardigheids-stempel. Het is dik, het wordt in verband gebracht met wetenschappelijk onderzoek, dus dan zal het wel onderbouwd en onderzocht zijn. Dat zit heb bij jongeren ook vooral in de informatieverwerking. Wij – jongeren - zijn, zo blijkt uit verschillende medische onderzoeken, opgegroeid met die snelle, vluchtige middelen met korte tekstjes. Onze hersenen zijn niet geprogrammeerd om alles tot in detail waar te nemen. En onderzoekers maken zich dan ook zorgen over de generatie die na ons komt. Want wij zijn toch nog een beetje opgegroeid met (studie)boeken. Waar we ook gevoelig voor zijn is de afzender van de bron. Youngworks, hét Amsterdamse jongerenbureau (2014), noemt dat vooral het ‘expert=betrouwbaar-argument’. Het is dan vaak: diegene zal er wel voor geleerd hebben, dus dan zal het wel zo zijn. Een beetje zoals bij dat dikke boek dat we gezien hebben. Een wetenschapper, dokter of geschiedkundige geloven we nu eenmaal sneller. Dat hangt allemaal samen met dat expert=betrouwbaarargument, waar ze het bij Youngworks over hebben. Het heeft dus allemaal te maken met het wel of niet geloofwaardig zijn. Maar hoe zit het met die geloofwaardigheid?

Dat was misschien iets te medisch voor je, maar waar de hersenen van jou en mij ook een alarm voor hebben, is de bron en betrouwbaarheid van informatie. Want we hebben pas écht aandacht voor iets als het artikel relevant voor je is. Wanneer dat niet zo


Maar nu zien we andere dingen en maken we er zelf paars van. Hoe dat dan zo?

is, krijg je kortsluiting in je hersenpan en zoek je maar al te snel naar iets om de betrouwbaarheid van het bericht te achterhalen. Wanneer dat van een

6

expert is, denk je meestal wel dat je het kunt vertrouwen. Diegene zal er wel voor geleerd hebben, dus dan zal het wel zo zijn. Dat noemen ze het ‘expert=betrouwbaarargument’. Komt hard aan hè, de waarheid. Ook ik moet stiekem toegeven dat ik een onderzoek van Dokter H. Hansema eerder zou geloven dan dat van Fleur van de Broek, uit de achterhoek. Want tsja, hoe kan die Fleur er nu verstand van hebben? En zeker nu we écht overal overspoeld worden met informatie, maken onze koppies overuren. Kijk je op Twitter, dan is daar nieuws, kijk je op Facebook, dan is het daar ook, spiekte je even snel op Nu.nl… … nu weten we het wel. Maar juist doordat we steeds meer zien en horen, gaan we steeds minder geloven! En dat is eigenlijk toch best wel raar. Wanneer iemand honderd keer zei dat iets groen was, geloofden we eerder dat het toch écht wel groen was.


Kapittel 3.1: Wat is geloofwaardigheid eigenlijk?

Dat spreekt natuurlijk voor zich.

e grote vraag is dan: wat is geloofwaardigheid? Wanneer we de Dikke van Dalen (2014) erbij openslaan blijken er nogal wat betekenissen te zijn voor geloofwaardigheid, maar waar het eigenlijk keer op keer op neer komt, is: betrouwbaarheid, authenticiteit en aannemelijkheid. Oftewel iets moet betrouwbaar zijn om geloofwaardig te zijn. Dat klinkt logisch. Maar ook betrouwbaarheid heeft weer verschillende betekenissen, Of in ieder geval heel veel toegespitste. Wikipedia (2014) heeft het namelijk over 5 verschillende betrouwbaarheids-vormen. Een daarvan is technisch; iets moet voldoen aan vastgestelde systeemeisen.Bij de statistische-vorm is het meer: ‘De gemeten waarde in een statistische proef is representatief voor de werkelijke waarde’. Wanneer we op persoonlijk vlak naar betrouwbaarheid kijken, heeft Wikipedia (2014) het over ‘’de mate waarin men kan vertrouwen op dat de ander een belofte of toezegging na zal komen’’. Dat heeft meer te maken met of iemand zo betrouwbaar is dat als hij je vijf euro belooft, je het ook van hem krijgt. De vierde betekenis van betrouwbaarheid is die die bedrijven hanteren: ‘’de mate waarin een bedrijf in staat is het toegezegde presentatieniveau voor klanten te realiseren’’.

8

Belangrijker in dit geval is echter de informatieve betekenis van ‘betrouwbaarheid’: ‘de mate waarin men kan vertrouwen dat de door media gegeven informatie waar en relevant is’. Juist daar gaan wat alarmbellen rinkelen. Eerder had ik het al over de NOS die Poetin’s antwoord op het MH17-vraagstuk compleet had weggeknipt. Alsof het er nooit was geweest. In zoverre was dat stukje nieuwsuitzending niet betrouwbaar als we het leggen langs de informatieve betekenis van betrouwbaarheid. Waar, was het namelijk niet. Echter staat er in het begrip betrouwbaarheid niets over subjectiviteit. En dat is, in het geval van die vluchtige media als Twitter. eigenlijk best wel vreemd. In de praktijk verweven mensen bepaalde mediaberichten met hun eigen subjectieve betrouwbaarheidsgevoel. Oftewel, als je een bepaald artikel leest. gooi je er vaak je eigen sausje nog over. Hetzelfde geldt voor blogs en microblogs. Twitter is er eentje van, daar ben je in 140 tekens misschien ook bezig met betrouwbare informatie, aangezien die feitelijk waar en relevant is, maar bepaalde woorden kunnen je zo een andere kant op sturen. Leo van der Pas, hoogleraar Betekenisgeving aan de Fontys in Eindhoven, bevestigt dat. En daardoor is het tegenwoordig nog maar moeilijk voor te stellen wat nu écht nog betrouwbaar is. De journaals van vroeger waren dat volgens Van der Pas nog wel. Maar in sommige gevallen ook niet. Ze knipten en plakten daar ook al. Maar wanneer je het naast de journaals van nu legt, merk je dat er veel meer subjectiviteit in geslopen is. En dat zit hem niet alleen in de manier van verwoorden, maar ook de berichten die ‘hypening’ zijn eerst laten zien en nog beter: alleen maar berichten laten horen die we willen horen. Juist die beelden: shockeren, vreten aan ons gevoel van schuld of moeten herkenning opleveren. Maar we moeten ons, volgens hem, vooral van bewust worden.


Een paar maanden geleden bijvoorbeeld. Er was een dreiging van een persoon die in Leiden een bom wilde plaatsen bij één van de V&D’s aldaar. In een Tweet van nog geen 140 tekens liet ‘ie dat weten. En zo serieus als die genomen werd, zag héél Leiden niet veel later blauw. Uiteindelijk was er géén concrete dreiging, alleen die ene Tweet. Er was ook geen bom. Zo makkelijk is het dus, iets online plaatsen én daarmee heel wat opschudding veroorzaken. Onderzoekers van computermerk Microsoft én de ‘Carnegie Mellon’-University (2012) hebben onderzocht hoe dat precies zit met betrouwbaarheid en Tweets. In hun rapport ‘Tweeting is beleving’ hebben ze het over 10 factoren die wel of niet bepalen of je Tweet betrouwbaar is. Één daarvan is of de Tweet gedeeld is door iemand die je vertrouwt. Het RTLNieuws Twitterde ook over een mogelijke bomaanslag in Leiden en dan is dat eerste puntje toch al meteen heel hard in the face. De overige punten waar Microsoft de betrouwbaarheid op baseert zie je hiernaast:

1. Tweet is gedeeld door iemand die je vertrouwd (retweet) 2. De auteur van de tweet is een deskundige op het onderwerp 3. Je volgt het Twitter-account van de tweets die je leest 4. De tweet heeft een url waar je op geklikt hebt 5. De auteur is iemand waar je eerder van hebt gehoord 6. Het Twitter-account is door Twitter voorzien van een ‘verified’ symbool 7. De auteur tweet vaker over dit onderwerp 8. De auteur tweet vaker vergelijkbare inhoud over dit onderwerp 9. De auteur zijn/haar profielfoto is een persoonlijke foto 10. De auteur wordt vaak genoemd en/of gedeeld (retweet) Onderzoek Microsoft en ‘Carnegie Mellon-University (2012)

9


Kapittel 3.2: De ladder van geloofwaardigheid het over onbekenden mensen gaat, gaan we prima in hun verhalen mee. Het is algemeen bekend dat we het verhaal van ene ‘Greetje uit Scheveningen’ eerder geloven, dan dat van een verkoper.

etrouwbaarheid en geloofwaardigheid hangen allebei weer samen met de zogenaamde ‘Ladder van Geloofwaardigheid’. Oftewel, een ‘trapsgewijs’ systeem, waarlangs we ons geloof in mensen en dingen kunnen leggen. Zaleco (2014), zij doen in marketing en verkooptrainingen, heeft zo’n ladder van geloofwaardigheid opgesteld. Eerste trede: onze eigen ervaring. Onze eigen ervaring, hoe logisch dan ook, kan ons niet beduvelen. Het mag geen verrassing zijn dat alles wat we zelf zien, horen, voelen, ruiken en meemaken leading is. Als het erop aankomt vertrouwen we onszelf dan ook heilig. Ik zal jullie niet vermoeien met onderzoeken waaruit blijkt dat wij ook bij onze eigen ervaringen vraagtekens kunnen zetten. Want wij zijn immers ook in een bepaalde leefwereld opgegroeid met bepaalde gebruiken, een eigen taal én kleuring. Wij hebben een mening over bepaalde dingen én dat zit in die eigen ‘ervaring’ ingebakken. Dan kom je uit op betekenisgeving en semiotiek (tekenleer).

Tweede trede: (on)bekenden Na onszelf hebben we een heilig vertrouwen in bekenden. Ze zijn bekend bij je en vertrouwd en het ‘deskundige=waar’-argument gaat dan ook altijd op bij bekenden. Wanneer ze zeggen dat je écht een Google Glass moet kopen, dan doe je dat. Niet altijd maar vaak wel. De geloofwaardigheid van die bekenden zit hem ook in verplaatsbaarheid. Want ook wanneer

10

Niet heel verrassend staat die ook (bijna) onderaan de ladder. Dat verklaart als geen ander uit waarom Zoover én TripAdvisor zo ontzettend populair zijn. Die onbekenden zijn toch bekender voor je, dan een verkoper die, met het oog op harde verkoopcijfertjes, je bijna verplicht die Google Glass laat kopen. En in het geval van die vakantiebeoordelingswebsites kun jij op een ‘betrouwbare’ manier zien of het Hotel echt zo verschrikkelijk is als je denkt. Uiteraard is dat een subjectief verhaal, maar dat is het praatje van de verkoper uiteindelijk ook. En zo plakken we de term ‘betrouwbaar’ en ‘geloofwaardig’ toch op een subjectief verhaal.

Trede drie: de pers. Op de derde trede staat de pers. En daar komt het eerste probleem om de hoek kijken. Volgens de ladder van geloofwaardigheid van Zaleco (2014), kennen we de schrijver van het artikel niet. Er staat misschien een foto bij, maar in de meeste gevallen niet. Een naam, dat is wat we vaak van de auteurs kunnen checken. Met veel moeite zouden we met die naam via Google op foto’s en achtergronden kunnen stuiten. Maar belangrijker; we weten als lezers ook de belangen niet en wat de pers met het stuk wil bereiken. Ondanks dat vinden we, zo blijkt uit deze ladder, het toch nog steeds behoorlijk geloofwaardig. Dat komt ook door het ‘deskundige=expert’-argument, zoals al eerder aangehaald, waardoor je al veel sneller iets voor waar aanneemt. Maar wanneer je erachter komt dat er commerciële belangen aan de berichten hangen die de pers verspreid, dan is héél die geloofwaardigheid in één klap weg. Zo blijkt dus dat op de derde trede, de trap al behoorlijk begint te wankelen.

Trede vier: reclame. Onder de pers bungelt, op trede vier, reclame. Ten opzichte van iets dat in de krant staat en vaak objectief, is dat wat reclame doet vaak subjectief, zo stelt Zaleco. En dat is ook wel


zo. Er zit altijd een bepaalde commerciële reden achter. Daardoor geloven we de vakantiefoto’s van ‘Geertje uit Scheveningen’ wel, maar de jaloersmakende kiekjes uit de reclamebrochure van Neckermann niet. ‘Wij van WCeend, adviseren WC-eend’, met die kreet kun je niet beter uitleggen hoe reclame in elkaar zit. Reclame doet nl. ook vaak waar het voor bedoeld is: reclame maken voor zichzelf. Neckermann zal nooit uit zichzelf zeggen dat hun vakanties niet deugen. Greetje wel. Niet zo vreemd dat er tegenwoordig in commercials en campagnes ook steeds meer gevoel zit en veel minder ‘koop-dit-koop-dat’. En dat gevoel vertrouwen we bij Greetje ook. Opvallend is wel dat wanneer iets zwart-op-wit staat, bijvoorbeeld in een folder, we het wel weer eerder zouden geloven. Dan kan je er volgens dit onderzoek als ‘reclamemaker’ niet meer onderuit. Maar dan zijn er altijd de kleine lettertjes nog.

Trede vijf: de verkoper. En onderaan de ladder staat de verkoper te wankelen. Want de geloofwaardigheid van iemand die wordt betaald door een opdrachtgever staat, volgens dit onderzoek, niet heel hoog aangeschreven. Het advies, wat Zaleco (2014) dus geeft, is dat je als verkoper toch moet proberen eerlijk te zijn, hét echte verhaal moet vertellen én niet wat er achter de schermen aan grote cijfers opgehoest wordt.

‘’

‘’Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’’, is ongeloofwaardig.. Ladder van geloofwaardigheid Zaleco (2014)

11


.


Kapittel 4.1: Waarom zijn we argwanender geworden? Als je in de Van Dalen (2014) gaat kijken kom je bedrogen uit, want dan lijkt het woord ‘framing’ helemaal niet te bestaan. Maar als je het één keer Google’d dan krijg je wel degelijk andere hits; het internet staat er vol mee. Simpel gezegd zou je het kunnen vergelijken met een schilderij, maar telkens gezien door een andere lijst. En door het iedere keer anders in te kaderen, is het ook anders.

e één geloven we dus minder dan de ander. Dat is al sinds jaar en dag zo, want aan de ladder van geloofwaardigheid is weinig veranderd. Al geloven we tegenwoordig de verkoper misschien nóg minder dan eerst. Daar zie je dus al een verschuiving. Maar ook bij de media, die we vroeger nog heilig geloofden, voor waar aannamen en vertrouwden, zetten we nu onze vraagtekens. Dat komt door de snelle wereld waar we middenin zitten; met onze telefoontjes en overal internet zijn we overal connected. En dat niet alleen; we kunnen door de verschillende kanalen die we inmiddels hebben ook zien of iets écht wel waar is. Want als het over hetzelfde onderwerp gaat, komen we doordat we niet alleen meer de krant lezen, maar ook Twitteren, Facebook’en en NU.nl’en verschillende invalshoeken tegen. Die waren er vroeger natuurlijk ookal wel. Het is algemeen bekend dat de Telegraaf van een kat in de boom sensatienieuws maakt. Maar dat wisten we pas nadat we ook het NRC, Eindhovens Dagblad en alle andere kranten van Nederland onder ogen kregen. En dat is nu ook aan de gang met de informatie die we krijgen via het journaal. We zien ook de andere kant én kunnen het vergelijken. En dat inkaderen en kleuren van nieuws noemt men ook wel ‘Framing’.

Volgens Lakoff, een hoogleraar Taalwetenschappen aan de universiteit van Berkeley, (2004) is Framen puur iets om de wereld te kunnen ordenen. En dat doen we op onze eigen manier. Want framen hangt samen met het referentiekader waarin we leven; de ervaringen die we zelf hebben opgedaan en die ons zijn aangeleerd Jouw frame (= de betekenis die jij aan dingen geeft) zal daarom ook anders zijn, dan die van iemand in Afrika. George Lakoff (2004) vergelijkt het dan ook graag met ademhalen; vaak zijn we ons er niet bewust van. Anders omschreven zou je het kunnen zien als een overtuigingstechniek in de taal die jij en ik praten. Je kunt het over kopschoppers hebben, maar ook over daders. Wij spreken van terroristen, maar wanneer we het aan de terroristen zelf zouden vragen, zouden ze zichzelf omschrijven als vrijheidsstrijders voor hun eigen geloof. En juist daarom wordt ‘framen’ zo ontzettend vaak gebruikt in de politiek. Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en nieuwe media aan de Universiteit in Leiden, (2013) is ervan overtuigd dat ministers, vaker dan dat wij het door hebben, gebruik maken van deze overtuigingstechniek. Met deze frames proberen ze ons juist hún kijk op dingen op te leggen en politieke discussies naar hun hand te zetten. Lakoff (2004) geeft hiervan ook een mooi voorbeeld: door tegen iemand te zeggen ‘Don’t think of an Elephant’, denk je juist wel aan die olifant. En daarmee omschrijft hij dan ook het begrip. Door dingen juist wél of niet te noemen, of op een bepaalde manier te benoemen, kijken we door een bepaalde bril naar informatie. En die is vaak gekleurder dan dat wij denken. Geert Wilders had het een tijdje geleden over een ‘kopvodden-taks’, met andere bewoording

13


Kapittel 4.2: Framing in de praktijk

had dat ook een ‘hoofddoek-belasting’ kunnen heten, maar juist de negatieve bijsmaak van een ‘kopvod’ kwam Geert maar al te goed uit. En de geblondeerde PVV’er is er juist op uit dat jij en ik ook die term gaan gebruiken, waardoor we iedere keer die negatieve bijsmaak in onze mond hebben. Lakoff (2004) heeft het over verbanden die framing legt in onze hersenen, een verhaal vormt en daarmee wordt onze betekenis van dingen anders. Dus als een woord of bepaalde zinnen vaak genoeg worden herhaald, dan ratelen wij zelf het verhaal erbij op. De hoogleraar haalt daarbij Al Qaida en Bush aan. Doordat Bush het in iedere toespraak steeds had over helden en terroristen, werden de Amerikanen als de weldoeners bestempeld. Doordat we andere verhalen hoorden op andere kanalen, wisten we dat Bush zelf ook geen lieverdje is geweest. Keerzijde van framing is dat het ook flink mis kan gaan. Ook in de politiek. Toen Jan-Peter Balkenende nog premier was vergeleek hij het groeiende Nederland met de VOC-mentaliteit. Naast gouden bergen, successen en de groei van ons land, waren dat ook tijden van slavernij, bloederige moorden en plunderingen. Als je op de combinatie ‘Balkenende en VOC’ gaat Google’n kom je ook genoeg negatieve berichten tegen. In de Volkskrant van 2006 wordt zelfs gesproken over excuses, want de Surinamers waren niet zo blij met de uitspraak van Jan-Peter.

et kan dus goed fout gaan met het verkeerd framen van informatie, maar volgens het onderzoek van Sociaal psycholoog S.H. Schwarts (2013) is het inkaderen van betekenis ook ontzettend belangrijk voor ons leven. Je kunt er waarden mee aanspreken die in mensen zitten. Door bepaalde frames kun je betekenissen niet alleen beïnvloeden, maar ook vormen, sturen en mensen er iets van laten vinden. In het onderzoek worden vaste uitspraken aangekaart, zoals Moeder Aarde (warm en veilig), Ontwikkelingshulp (nu nog niet ontwikkeld?) en Derde Wereld (niet op de eerste plaats). Daarmee kun je volgens dit onderzoek mensen over begrippen hetzelfde laten denken. Zeker in onze rijke Westerse samenlevingen is dit het geval, wanneer je naar die twee laatste begrippen gaat kijken, ontwikkelingshulp en Derde Wereld-landen. Maar je kunt niet alleen in woord framen, maar ook in beeld. Rens Vliegenhart (2014) vergelijkt in zijn blog twee krantencovers met elkaar. En de verschillen hadden bijna niet groter kunnen zijn zegt hij. Beide gaan over de Zwarte Pieten-discussie, van een paar weken geleden. Kan dat nu wel of niet, zwarte pieten. Is het discriminatie of traditie? Heel ons land had er wel zijn eigen zegje over. En ook de kranten. De Volkskrant laat een foto zien van een Witte Piet, géén enkele zwarte veeg te bekennen, met daarboven ‘Wit, geel of met vegen, Piet blijft populair’. De Telegraaf opent diezelfde dag de krant met ‘Kinderfeest

Dit is precies hoe framing werkt.


voorgoed vergald’ met daarboven twee bijna huilende kinderen met pietenmutsjes, omgeven door politiemannen. De Telegraaf benadrukt hoe erg het er blijkbaar aan toe is in Nederland en hele tradities verscheurd worden, terwijl de Volkskrant ons doet geloven dat de stroopwafel- en andere nieuwe pieten omarmd worden en het nog altijd een vrolijk Sinterklaasfeest is, welke kleur de pieten ook hebben. En zo kun je ook framen in beeld, het is allebei gebeurd, maar kranten én nieuwsbronnen maken hier hun eigen keuzes in. Dat is ook te danken aan hun eigen publiek, kleuring én dus hun eigen framing. En daar zijn we ons nu bewust van, omdat we op onze sociale kanalen, samen met anderen de kranten naast elkaar kunnen leggen.

Ook tijdens het WK. Afgelopen zomer werd ook massaal geframed bij het WK-voetbal. Want Brazilië was écht niet zo mooi als we terugzagen bij VI-Oranje. Op Twitter kwam al snel aan het licht, dat het armste deel van de bevolking er hun huis voor uit is gemoeten. Want Brazilië wilde, zo blijkt nu, vooral niet als ‘arm’ in het nieuws komen.

13


Maar het is niet altijd wat het lijkt. Ook bij tragische gebeurtenissen wordt er vaak geframed, zonder dat we dat als lezer of kijker door hebben. We weten het allemaal nog als de dag van gisteren, toen de MH17 – vol Nederlanders – niet aankwam op de plaats van bestemming. Veel slachtoffers, angst en verdriet, maar ook veel onbegrip en vooral gevoelloze separatisten. Ze gingen respectloos met ‘onze’ mensen om, banjerden door hun bezittingen en namen alles wat ook maar een beetje waarde had mee naar huis. Niet alleen Twitter, maar zowat het hele internet, viel over een foto waarop een separatist te zien was die zijn gevonden buit omhoog hield. Een in de lucht gestoken ongedeerd knuffeltje , is wat we zien op de beelden. Mensen vonden het hartverscheurend en spuiden overal hun gal op die onmenselijke hulpdiensten. Ze werden voor van alles uitgemaakt. Onterecht blijkt echter uiteindelijk. In een ander filmpje, dat door verschillende sociale kanalen aan het licht kwam, blijkt de waarheid toch iets anders in elkaar te zitten. Een haagje pers staat om de separatisten te dringen voor de mooiste ingekaderde werkelijkheid. Op het filmpje zien we ook hoe de hulpverlener het knuffeltje oppakt, aan de pers toont en weer neerlegt. En dat niet alleen, uit eerbied neemt hij zijn pet af, maakt een kruisje en uit zo zijn medeleven. Maar niemand die op dat moment op het knopje ‘foto-maken’ drukte.

Scan de QR-code en zie hoe er ‘geframed’ er is met de MH17-foto.



Kapittel 5: Op naar een eerlijkere toekomst.

ftewel, we worden al sinds mensenheugenis beduveld in onze informatie. En dat kan in sommige gevallen ook niet anders. We hebben allemaal onze eigen referentiekaders, ervaringen en gedachtes die onze betekenissen vormen. Maar ze worden ook gevormd. En doordat op het moment dat wij dat willen, we connected zijn met alles en iedereen én vooral met wie wij willen, kunnen we achter de echte waarheid komen. En dat maakt ons, in mijn ogen, ook steeds meer nieuwsmakers. Vroeger moest je het vooral van kranten hebben, daarna van nieuwsuitzendingen én niet veel later van de onvermijdelijke nieuwssites toen het internet opkwam, maar door onze telefoontjes en kanalen waarmee we informatie kunnen delen, zijn we er steeds meer zelf onderdeel van. Want jij en ik maken tegenwoordig het nieuws. En dat doen we sneller dan welke nieuwsbron dan ook. Heb je al ooit beseft hoe snel een Tweetje in de lucht is? Nog sneller dan je dat kan beseffen. Je hoef er je géén journalist meer voor te zijn, om nieuws te delen. Wanneer er voor je neus een brand uitbreekt in één of andere chemische fabriek dan kun jij meteen aan de bel trekken. En het vooral online posten, nog voor de nieuwsdiensten dat doen. En jij staat daar als ‘frame-graaf’ het nieuws in beeld te brengen. Laat je de flat-hoge vlammen wel of niet zien. Heb je oog voor de eventuele slachtoffers én wat breng je daarvan

16

in beeld. En zoals uit de ladder van geloofwaardigheid is gebleken, geloven we onszelf én de ander heilig. Ook al kennen we diegene helemaal niet. Als iemand op Twitter meldt dat er een Ebola-geval is in Maastricht, dan staat heel de stad op zijn kop. Maar er zit géén redactie op én dat maakt het juist zo gevaarlijk. Natuurlijk is het goed dat we door al die snelle diensten als Twitter, Facebook én alle blogs, vakantiebeoordelingswebsites en andere flora meteen en vooral altijd én overal kunnen delen wat we denken én vooral vinden. De menselijke informatieverspreiding was nog nooit zo snel als nu. Je maakt de foto, zet er een tekstje bij én deelt het met de rest van de wereld. En dan nemen nieuwsdiensten als RTLNieuws, Hart van Nederland en de NOS het maar al te graag over. Zeker als meer mensen het gaan delen. Want ook dat blijkt uit de ladder van geloofwaardigheid. Maar juist daar zit een stukje gevaar. Wat als het niet waar is, wie zit er dan bovenop om het te controleren. Natuurlijk gaan de nieuwsdiensten meteen ter plaatsen en kunnen de boel rechtzetten als het vals brandof Ebola-alarm is. Maar vaak is het dan al te laat. Want wij nemen – daar is de ladder van geloofwaardigheid weer – het meteen aan wanneer een ander iets zegt, zeker wanneer er geen commerciële doeleinden aan verbonden zijn.

De NOS liet me schrikken. De toekomst gaat ons – althans, dat mag ik toch wel hopen – hopelijk een eerlijker beeld opleveren. Hoewel we nooit helemaal zeker


kunnen zijn of iets waar is, wordt het nieuws hoe dan ook sneller én persoonlijker. De nieuwsdiensten moeten wel. Dat verknipte optreden van de NOS liet me schrikken, we worden door de nieuwsdiensten, die we toch wel vertrouwden, beduveld. Maar gelukkig was de kritiek die de staatsomroep over zich heen kreeg ook niet mals. En daar komt die constante toegang tot informatie weer om te hoek kijken; we kunnen het tegenwoordig vergelijken. Als ik in m’n glazen bol kijk dan voorzie ik een toekomst waarin de informatie van ons gaat komen én minder van de nieuwsbronnen. Die ontwikkeling is nu al gaande, zeker als je tijdens een ramp een dag Twitter volgt. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor alle redacties én journalisten. Maar juist voor die groepen is het belangrijker dan ooit om al die informatie die rondzwerft én mogelijk voor waar aangenomen kan worden, te filteren en te controleren op betrouwbaarheid.

‘Betrouwbaarheids’-vinkjes Het is misschien wat ambitieus, maar waarom krijgen alleen ‘officiële Twitter-accounts’ een vinkje van echtheid. Kunnen we over een paar jaar niet mensen ranken op basis van de waarheid die ze uitkraamden. Op deze manier kan de wereld een stukje betrouwbaarder worden. Journalisten en de huidige redacties kunnen die rol prima op zich nemen, zeker omdat wij als ‘stervelingen’ de rol van journalisten overnemen. Aangezien wij met onze eigen referentiekaders altijd kleuring geven aan ongelukken, voorvallen, diefstallen of rampen is dat ook wel nodig. Oftewel er moet een ‘eindredacteur’ komen die ons beoordeelt op waarheid. Al is een beetje inkaderen van informatie wel gezond; maar laat dan ook die goede kant van die Russische separatist zien. Het inkaderen van informatie , in véél gevallen framing, is onvermijdelijk. Zo zegt ook hoogleraar Leo van der Pas, van de Fontys Hogeschool: ‘’Keuzes voor specifieke frames zijn niet onvermijdelijk en soms willekeurig, maar bij professionals altijd bewust gekozen om betekeningsgevingsprocessen te beïnvloeden’’. En juist met die wijze woorden wil ik afsluiten en hopen dat we een eerlijke(re) toekomst tegemoet gaan.

17


BRONNENLIJST INTERNETBRONNEN: Berg, Rutger van der, (2011). Stuiteren op Internet: jongeren en informatieverwerking. Geraadpleegd op: 3 oktober 2014 van: http://blog.youngworks.nl/trends/stuiterenop-internet-jongeren-informatieverwerking Both Social-redactie, (2014). Voordelen van social media kanalen. Geraadpleegd op: 6 januari 2015 van: http://www.bothsocial.nl/social-mediamarketing/voordelen-social-media/ Bregt Aymand. Van, (2012). Verbeter de geloofwaardigheid van je Tweets. Geraadpleegd op 5 januari 2015 van: http://www.socialmediaacademie.nl/verbet er-de-geloofwaardigheid-van-je-tweets/ Debatrix-redactie, (verschillende data). Alles over geloofwaardigheid. Geraadpleegd op 24 oktober 2014 van: http://www.debatrix.com/nl/tag/geloofwaar digheid/ Gagestein Sarah. (2014). Framing van daders en slachtoffers in het nieuws. Geraadpleegd op 6 januari 2015: http://taalstrategie.nl/framing-van-dadersslachtoffers-het-nieuws/ Hoogeveen Dennis, (2012). Obama geeft graag dezelfde complimentjes. Geraadpleegd op 4 oktober 2014 van: http://dennishoogeveen.nl/2012/03/248/ob ama-geeft-graag-dezelfdecomplimentjes.html Intermediair-redactie, (2014). 9 manieren om je geloofwaardigheid te verliezen. Geraadpleegd op 24 oktober 2014 van: http://www.intermediair.nl/carriere/doorgro eien/competenties/9-manieren-om-jegeloofwaardigheid-te-verliezen

18

IJsbrands C, (2014). NOS-journaal belazert de kijker. Geraadpleegd op 3 oktober 2014: http://www.mediaredactie.net/2014/09/15/ nos-journaal-belazert-de-kijker/ Jolles Jens, 2013, Tienerjongens en – meisjes verschillen in snelheid van informatie verwerking. Geraadpleegd op 3 oktober 2014 van: http://www.hersenenenleren.nl/tienerjonge ns-en-meisjes-verschillen-in-snelheid-vaninformatieverwerking Jong Jaap De (2014). Waarom gebruiken politici graag gebruik van framing. Geraadpleegd op 7 januari 2014 van: http://www.taalcanon.nl/vragen/waarommaken-politici-graag-gebruik-van-framing/ Niemantsverdriet Thijs, Derkzen S, (2011). Dictatuur van het denkraam. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 van: http://www.vn.nl/Archief/Politiek/ArtikelPolitiek/De-dictatuur-van-hetdenkraam.htm NRC-redactie, (2014). Rutte zal ‘niet rusten’ voordat daders berecht zijn – 193 Nederlanders zijn omgekomen. Geraadpleegd op 3 oktober 2014 van: http://www.nrc.nl/nieuws/2014/07/18/livehet-zwartste-scenario-is-werkelijkheidgeworden/#upd20140718080935 NRC-redactie, (2014). 193 slachtoffers, namen passagiers vrijgegeven. Geraadpleegd op 3 oktober 2014 van: http://www.nrc.nl/nieuws/2014/07/19/193nederlandse-slachtoffers-obama-stuurtaan-opsancties/?utm_content=buffer7c7a7&utm_ medium=social&utm_source=twitter.com& utm_campaign=buffer#upd201407190855 44 Pleijter Alexander, (2014). Liegt het NOSjournaal? Geraadpleegd op 3 oktober 2014 van: http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2 014/09/liegt-het-nos-journaal/


Telegraaf-redactie, (2014). Afschuw om foto’s separatisten. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 van: http://www.telegraaf.nl/binnenland/228726 28/__Afschuw_om_foto_s_separatisten__. html Vliegenthard Robert, (2014). Visuele framing van de Pietendiscussie. Geraadpleegd op 6 januari 2015 van: http://stukroodvlees.nl/publiekeopinie/visuele-framing-van-depietendiscussie/ Weele, Jules van de (2014). Ook IS doet aan framing. Geraadpleegd op 11 oktober 2014 van: http://geenwoordchineesbij.nl/post/984707 92083/ook-isis-doet-aan-framing Zaag, Robert van der, (2011). Ladder van geloofwaardigheid. Geraadpleegd op 20 oktober 2014 van: http://www.zaleco.nl/deladder-van-geloofwaardigheid/

TWEETS: Renes Reint J, 2014, Interessante reframing: ‘Gehandicapte is op logo niet zielig meer’. Geraadpleegd op 21 oktober 2014: https://twitter.com/ReintJanRenes/status/5 10687194261245952/photo/1 Minderhoud T, 3 2014, C’est le ton qui fait la musique. Geraadpleegd op 24 oktober 2014: https://twitter.com/Tanca_m/status/518089 075581272064/photo/1

BOEKEN: Wijk K. Van. (2011, vierde herziene druk). Media-explosie. Academic Service Bruijn H. De (2011, 1e druk) Framing: over de macht van taal in de politiek. Atlas.

19

MEDIA: Redactie Dumpert (mediawebsite) (9 september 2014) [internetbron]

DESKUNDIGE: Pas van der Leo. Hoogleraar Communicatiewerking aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.