Tekst Mascha van Damme | Beeld Loek heimans
Een huishoudschool wordt onderwijsgebouw
De Puntenburg in Utrecht Van Hoogevest Architecten kreeg in 2005 van de gemeente Utrecht opdracht om de voormalige Industrie- en Huishoudschool de Puntenburg in oude luister te restaureren en geschikt te maken als modern onderwijsgebouw. Het lukt niet altijd om een herbestemming zo mooi te laten aansluiten op de oorspronkelijke functie. Dat neemt niet weg dat er de nodige aanpassingen gedaan moesten worden. De inrichting voor een basisschool, kinderopvang en een ROC is niet te vergelijken met die van de toenmalige huishoudschool. Zomer 2009 werd de restauratie afgerond en opende het oude schoolgebouw opnieuw haar deuren. Meisjes leren koken Na aankoop van een perceel aan de Laan van Puntenburg in 1937 gaf de Vereniging De Utrechtse Huishoudschool architect ir H.F. Mertens (1885-1960) de opdracht voor een nieuwe schoolontwerp. Het betreffende terrein ligt aan het spoor vlak achter De Inktpot, het grootste bakstenen gebouw van Nederland, en grenst aan Park Nieuweroord, een deel van een voormalige theetuin. In augustus 1939 ging de bouw van de nieuwe school van start. Twee jaar later, midden in de Tweede Wereldoorlog, werd de Industrie- en Huishoudschool in gebruik genomen. Meisjes van twaalf jaar en ouder konden er na de lagere school terecht. Een huishoudschool bood jongedames de gelegenheid om zich in de kookkunst te
De binnenplaats na restauratie. De oorspronkelijke vijver wordt gebruikt als zandbak.
36
MONUMENTEN 1/2-10
bekwamen en zich voor te bereiden op hun traditionele rol als huisvrouw. Daarnaast leidde de school meisjes uit de arbeidersstand op tot degelijke huishoudsters of dienstboden. Het onderscheid in maatschappelijke klassen had ook zijn weerslag in het onderwijs: er werden aparte cursussen gegeven voor meisjes uit de arbeidersstand, meisjes uit de volksklasse en gefortuneerde en minder gefortuneerde jongedames. De meisjes kregen onderwijs in koken, huishouden, voedingsleer en andere basisvaardigheden die bij het huishouden van pas kwamen, zoals handwerken en het bijhouden van een huishoudboekje. Omdat het lesaanbod ook avondcursussen voor fabrieksmeisjes omvatte, was het woordje ‘Industrie’ in de naam van de school opgenomen. Het rijksmonumentale schoolgebouw kreeg een moderne, zakelijke vormgeving, kenmerkend voor het functionalisme uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Conform het adagium ‘licht, lucht en ruimte’ was de nieuwe huishoudschool zonnig en ruim met grote lokalen en hoge verticale ramen waarvan de bovenste delen open kunnen. Het gebouw is ontworpen op een rechthoekige plattegrond, waarbij de bouwdelen zijn gesitueerd rond een open binnenhof. De vleugels met leslokalen bestaan ieder uit drie bouwlagen met lange gangen rond de binnenplaats. De strakke vormen van de ramen en geometrische gevelvlakken worden afgewisseld met ronde vormen, zoals het muurwerk bij de ingangspartij, een ronde ramen boven de entree en een ronde uitbouw aan een ovaalvormige vijver op de binnenplaats. Het monumentale, centraal gelegen trappenhuis aan het einde van de binnenplaats ontsluit de verschillende verdiepingen en vleugels. De leraressen en de directrice volgden een andere route door het gebouw dan de leerlingen. Een tweede trappenhuis links vooraan in het gebouw gaf toegang tot de kamer van de directrice en het naastgelegen administratiekantoor. Daarboven bevond zich een conciërgewoning, die bereikbaar was via een derde trappenhuis en een eigen entree had buiten de monumentale hekken.
Ruimte van de voormalige conciërgewoning.
Puzzelen met ruimte; terug naar de basis De huishoudschool was in gereorganiseerde vorm tot 1989 in gebruik. In de jaren daarna nam het verval hand over hand toe. Met het verwijderen van de balustraden van de balkons aan de voor- en zijgevels werd een beeldpalend element van de architectuur deels ontmanteld. Ook het andere metaalwerk raakte aangetast. De stalen kozijnen bleken flink geroest en op sommige plekken zelfs doorgeroest. Betonrot vormde een bedreiging voor de betonnen elementen. Niet alleen het exterieur had onder het verval te leiden: het uitgezakte lood onder de dakranden zorgde voor wateroverlast in het gebouw, bovendien waren de installaties op verschillende plekken aangetast door roest en lekkages. Desondanks kreeg enkele jaren geleden basisschool De Twijn onderdak in het gebouw. Met een oppervlak van 5250 m2 was het gebouw echter veel te groot voor De Twijn alleen. Daarnaast moesten er ook om financiële redenen er andere gebruikers bij. De zoektocht naar nieuwe huurders resulteerde in een goede combinatie van gebruikers, die samen een brede school vormen: Openbare Daltonschool De Twijn, stichting kinderopvang Nederland (skon) en de afdeling Zorg, Welzijn en Onderwijs van het ROC ASA. Samen kunnen deze onderwijsinstelling zelfs tot een uitgebreidere samenwerking komen. Het ROC bijvoorbeeld kan een kweekvijver zijn voor nieuwe medewerkers terwijl het skon stageplekken levert. Het was een hele puzzel om een goede ruimteverdeling
te maken voor de drie gebruikers. Door het souterrain te verdiepen tot de vereiste hoogte voor onderwijsruimten konden alle gebruikers in aansluiting op hun wensen op een ‘eigen’ verdieping worden gehuisvest. De ervaring zal leren in hoeverre beide instanties gezamenlijk gebruik kunnen maken van keukenruimtes, computerlokalen of speellokalen. Architectenbureau Van Hoogevest Architecten heeft gelukkig veel ervaring met brede scholen en heeft hier van tevoren zo goed mogelijk op ingespeeld. Het project is in twee fasen opgeknipt, zodat een deel van het gebouw tijdens de restauratie in gebruik kon blijven en de exploitatie tijdens de bouwwerkzaamheden was gewaarborgd. Het aanbrengen van een harde scheiding tussen de tijdelijke ruimten voor de basisschool en het te verbouwen gedeelte beperkte de overlast voor het onderwijs tot een minimum en garandeerde veiligheid. Bijkomend voordeel was dat de werkzaamheden konden plaatsvinden zonder een nadelige vertraging in de bouwtijd, en aanmerkelijke kosten werden bespaard op tijdelijke huisvesting elders. Het nieuwe ontwerp van Van Hoogevest Architecten gaat uit van het behoud van de originele structuur en de monumentale uitstraling. Het gebouw was door de jaren heen langzaam dichtgeslibd door verschillende inbouwen. De herbestemming is aangegrepen om de oorspronkelijke structuur terug te brengen. Het rationele grid waarop het gebouw is ontworpen vormt de onderlegger voor de nieuwe indeling. Oorspronkelijk
MONUMENTEN 1/2-10
37
Werklokaal in de Puntenburg, 1957 | Foto: Het Utrechts Archief
Historische foto Puntenburg | Fotomuseum Rotterdam
vormden de gangen met het trappenhuis een ononderbroken U-vorm rondom de binnenplaats. De ontsluiting met de bestaande trappen en het originele gangenstelsel bood niet voldoende ruimte om te voorkomen dat stromen kinderen en jongeren elkaar kruisen. Een soort bypass of nevengang langs de hal zorgt er nu voor dat elke instelling zijn eigen route kan volgen.
de bel-etage en de posities van de luchtbehandelingkasten zijn zo gekozen dat ze niet zichtbaar zijn en geen geluidsbelasting geven in de lokalen. Verder zijn alle leiding in de lokalen weggewerkt in verlaagde systeemplafonds. De koelmachines buiten zijn geplaatst op nieuwe vloeren achter schijnmuren die opgaan in de bestaande architectuur, zodat ze het monumentale beeld niet verstoren.
Verborgen techniek
Restauratiekeuzes
Bij de herbestemming ging opnieuw veel aandacht uit naar een gezond binnenklimaat. De dynamiek van de binnenstedelijke locatie brengt meer dan de nodige geluidsoverlast met zich mee. Immers het treinverkeer is sinds de bouwtijd verveelvoudigd en langs het gebouw is een intensief gebruikte busbaan aangelegd. Het creĂŤren van een rustige leer- en gebruiksomgeving vormde op zijn zachtst gezegd een behoorlijke uitdaging. Daarnaast zijn de eisen die aan schoolgebouwen worden gesteld veranderd en de normen met betrekking tot licht, lucht en geluid aangescherpt. Om het gebouw te laten voldoen aan de moderne eisen was een uitgebreid pakket aan technische voorzieningen nodig, die vindingrijk in het gebouw is verwerkt. De oplossing voor de geluidsoverlast werd gevonden in speciaal, gelaagd glas dat dun genoeg is om in de originele smalle metalen profielen te passen, maar door de toepassing van folielagen toch een hoge geluidisolerende werking heeft en tegen een stootje kan. Ook de tegelvloeren in de gangen zorgden voor geluidsoverlast. Om het geluid van voetstappen en galmende stemmen te dempen is op de plafondplaten speciaal akoestische spuitpleister aangebracht. Ook de beheersing van het binnenklimaat vroeg om moderne technische oplossingen, met name de ventilatie, die nu door een volledig gesloten gevel ten gevolge van de geluidsoverlast op mechanische wijze is opgelost. Met het oog op duurzaam bouwen viel de keuze op vloerverwarming, die tevens dienst doet als koeling. De nieuwe vloerverwarming heeft een extra dun pakket van slechts 2 cm, maar is gecombineerd met een uitgebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning dat veel meer ruimte opeist. Waar mogelijk zijn de technische aanpassingen onzichtbaar aangebracht in het historische casco. De installaties zijn nagenoeg geheel weggewerkt in loze ruimtes boven de gangen op
Ondanks enkele jaren van verval vertoonde het muurwerk verrassend weinig scheuren en bleek de Puntenburg constructief gezien een uitstekend gebouw. Het metselwerk is conserverend gerestaureerd. Kleine beschadigingen van bakstenen of metselwerk zijn zo gelaten als dit verder geen technische gevolgen of achteruitgang tot gevolg heeft. Hier en daar zijn beschadigde stenen gerepareerd met reparatiemortel. De bakstenen gevel is voorzichtig gereinigd, conform de eisen Voor restauratie: balkons zonder balustrade, verroeste staallateien, vervuilde gevel en latere kleurstelling sponningen.
MONUMENTEN 1/2-10
39
Gang en toiletruimen op de tweede verdieping.
van Monumentenzorg. Er is bewust gekozen voor een terughoudende werkwijze, omdat het beeld van net na de bouwtijd niet werd nagestreefd. Het gebouw oogt daarom niet te opgepoetst, maar laat zien dat het al een heel leven achter de rug heeft. Alle betonnen dakrandelementen zijn gedemonteerd, gerepareerd en waar nodig vernieuwd. Ook de betonnen kolommen zijn aangeheeld. De verwijderde balustrades van de balkons zijn tijdens de restauratie teruggebracht. De oorspronkelijke onderdelen lagen tot ieders verrassing opgeslagen in de kelder. Deze konden na verzinkt en geschilderd te zijn, zonder al te grote problemen opnieuw worden gemonteerd. Weliswaar moest er op de balkons een nieuwe betonlaag worden aangebracht en kapotte tegels worden vervangen door nieuwe. Op enkele kleine uitzonderingen na zijn alle stalen ramen uitgenomen, schoongemaakt, ontroest en van een nieuwe, op de oorspronkelijke kleur gebaseerde verflaag voorzien. Kleuronderzoek wees uit dat er op alle stalen ramen van oudsher een zachtgroene kleur heeft gezeten. Het overige deel van het oorspronkelijke kleurenpalet was zeer rustig met lichte tinten, zoals de zachtgele tegels van Mosa uit Maastricht. Het hang en sluitwerk was nog compleet aanwezig en is na een speciale reiniging opnieuw aangebracht. Het oorspronkelijke, maar beschadigde betonémaille op de lambriseringen in de gangen en de lokalen is een materiaal dat tegenwoordig niet meer verwerkt mag worden. Met een speciale structuurverf is een vergelijkbaar effect bewerkstelligd.
zijn duidelijk herkenbaar als eigentijdse ingrepen, maar uitgevoerd in een rustig kleurenpakket zodat de originele sfeer van het gebouw de overhand heeft. Het streven naar optimale veiligheid voor de kinderen heeft op bepaalde punten geleid tot concessies aan de monumentale uitstraling of architectonische esthetiek van het ontwerp van Mertens. In het hoofdtrappenhuis zijn bijvoorbeeld extra spijlen toegevoegd om klemzittende hoofden te voorkomen. Uit veiligheidsoverwegingen is de vijver ingericht als zandbak en komen er lage hekken op de binnenplaats om de speelplek van de kinderdagopvang af te schermen van de looproute van de pubers van het ROC. Achter de schuifpuien op de binnenplaats, die ooit toegang gaven tot de fietsenkelder en overdag gewoon openstonden, zijn nieuwe deuren geplaatst met een antraciet grijs profiel. Niet in de laatste plaats zijn de nodige brandwerende voorzieningen aangebracht. Met een brand die uitbrak toen de school in gebruik was nog vers in het geheugen is gekozen voor een brandwerendheid van zestig minuten in plaats van de dertig minuten die gangbaar is bij monumenten. Dit vereiste extra onvoorziene maatregelen zoals glazen voorzetpuien, extra wanden en brandwerende deuren. Bij gebrek aan overheidssubsidie zijn alle kosten gedragen door de gemeente. Nu alle apparatuur is getest en gemeten blijken de resultaten veel beter dan verwacht. De luchtkwaliteit is bijvoorbeeld beter dan de nieuwbouwnorm voorschrijft. De school voldoet daarmee aan het hedendaagse concept ‘frisse scholen’. De idealen van destijds – licht, lucht en ruimte – functioneren weer volop. ❧
Eigentijds ingrepen
Mascha van Damme is werkzaam als zelfstandig architectuurhistoricus (www.mashed-world.nl). Zij schreef dit artikel in opdracht van Van Hoogevest Architecten.
De nieuwe interventies sluiten wat vorm en materiaal betreft aan bij de architectuur van Mertens. De nieuwe toevoegingen