De Kruidige Siertuin

Page 1

DE KRUIDIGE SIERTUIN een tuin als huisapotheek of hoe we planten mooi, nuttig en natuurlijk kunnen combineren

Maurice Godefridi Herborist


1. Wat is een kruidige siertuin? Heel lang geleden leefden wij mensen in de natuur, we aten uit de natuur en we gingen dood in de natuur. Dat natuurlijk leven had zo zijn eigen voor- én nadelen, veronderstel ik. Nu, zien we dikwijls alleen nog maar de voordelen. Nu, proberen we die bedreigde en niétbedreigende natuur weer in ons leven en dus ook in onze tuin op te nemen. Dat kan een beetje met onze kruidige siertuin. Een tuin die op een bescheiden manier rekening houdt met het natuurlijke, het ecologische van planten, maar ook met hun gebruiks- en schoonheidswaarde. Een tuin dus met enige principes. Principes waar je natuurlijk mag en misschien zelfs moet van afwijken. Een tuin vol van planten, die (1)natuurlijk, (2) mooi en (3) gezond zijn. Een ecologische en kruidige siertuin waar je al je zintuigen de kost kan geven. Ecologie zonder ergernis, esthetiek zonder franjes en gezondheid zonder complexen, dat moet mijn kruidige siertuin zijn. 1. Natuurlijk. Een woord dat we allemaal wel eens misbruiken, voor de kruidige siertuin betekent ‘natuurlijk’ dat we voornamelijk inheemse en botanische planten gebruiken en dat hun groeiomgeving gelijkt of aangepast is aan hun groeiplaats in de natuur. Natuurlijk is dus min of meer ecologisch. Een voorbeeld: Bedstro en Daslook groeien in de natuur langs bosranden, deze grondbedekkers zouden we in de tuin langs een heg of onder een boom kunnen aanplanten. Wilde tijm, Muurpeper en Wit vetkruid groeien op droge, stenige en kalkrijke plaatsen en kunnen in de rotstuin verwerkt worden. 2. Mooi Een siertuin, hoe ecologisch ook, moet ook mooi zijn. Schoonheid is relatief, maar betekent wel meer dan schoon of proper. In de klassieke siertuin kijken we dikwijls teveel naar de grote en de felle kleuren van een bloem, bij wilde planten is de bloeiduur dikwijls kort, daarom moeten we in een natuurlijker tuin meer aandacht besteden aan vorm, structuur en kleur van het blad en de opbouw van de hele plant. Een plant is niet alleen bloem, maar ook wortel, stengel, blad, zaad en vrucht; plantendelen die allemaal hun eigen schoonheid hebben. Een tuin is ten andere geen willekeurige verzameling van planten, maar moet zowel ecologisch als esthetisch een harmonieus geheel vormen. Vorm, kleur, structuur en grootte van elk deel van de plant en van de planten onderling geven ons een gevoel van harmonie en schoonheid, een gedicht of een schilderij waardig. 3. Nuttig. De bedoeling is dat de siertuin die we hier bespreken ook een nutstuin is. Elke plant in de natuur heeft een waarde op zich, als we ze in onze kruidige siertuin brengen, krijgen ze ook een functie voor de mens als voedsel, als medicijn of als decoratie. Een plant zoals het Groot kaasjeskruid is dan ook boeiend voor onze tuin omdat hij zowel mooi en inheems is en ook gebruikt kan worden om keelpijn en hoest te verlichten. Op die manier geeft deze plant ons driedubbel plezier. Wat moet een mens nog meer!

2 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


2. De samenstelling van de kruidige siertuin. We proberen een border samen te stellen met vaste planten, die zowel mooi, nuttig als natuurlijk zijn. Als we ook rekening willen houden met de bloem- en bladkleur van de planten, zouden we 2 kleinere borders kunnen maken, een geel-witte en een paars-roze combinatie. Enkele struiken zoals Meidoorn en Gewone vlier vormen de achtergrond. Daarvoor komen voor de gele groep een aantal hogere vaste planten zoals Guldenroedesoorten, Venkel, Zilverkaars, Alsem en eventueel Toortssoorten, dan middelhoge kruiden zoals Duizendblad, Sint-janskruid, Moederkruid, Vrouwenmantel en geelbloeiende Goudsbloem, helemaal vooraan vinden we de Roomse kamille en inheemse Sleutelbloemen, de echte kamille als eenjarige kan zich tussen de vaste planten uitzaaien. Voor het paars-rose gedeelte kiezen we in de achtergrond voor de kaasjeskruiden, de Heemst, de Valeriaan en de veelzijdige Rode zonnehoed, op de voorgrond de zuiderse heestertjes zoals Lavendel, Echte en paarse salie, de Echte tijm en een lage variëteit van de Wilde marjolein. Het lage Driekleurig viooltje mag zich overdadig tussen de hogere vaste planten uitzaaien. Een schema voor het geel-witte gedeelte Sambucus nigra - Gewone vlier : griep, virusinfectie met koorts Crataegus laevigata - Meidoorn : hartzwakte, bloeddruk, ritmestoornissen Solidago species - Echte guldenroede : blaasontsteking, nierklachten, rheuma Cimicifuga racemosa - Zilverkaars : menstruatieproblemen, overgang Foeniculum vulgare - Venkel : darmgassen, kramp, spijsvertering Artemisia absinthium - Alsem : gebrek aan eetlust, likeur Achillea millefolium - Duizendblad : spataderen, menstruatiepijn, bloedstelpend Hypericum perforatum – Sint-janskruid : zenuwsterkend, depressie, virusinfecties, wonden Melissa officinalis - Citroenmelisse : rustgevend, slapeloosheid, maagkramp, emotie Alchemilla vulgaris - Vrouwenmantel : vrouwenkwalen, acné, diarree, samentrekkend Calendula officinalis - Goudsbloem : huid, wonden, eczeem, ontsmettend Tanacetum parthenium - Moederkruid : hoofdpijn, migraine, menstruatie, rheuma Primula species - Echte sleutelbloem : slijmoplossend bij hoest en bronchitis Anthemis nobilis - Roomse kamille : kalmerend, maagproblemen

Een schema voor het paars-rose gedeelte Rosa canina - Hondsroos : vitaminebron, thee Ribes nigrum - Zwarte bes : allergie, rheuma, vitaminebron Malvae species - Groot kaasjeskruid : droge hoest, keel, verzachtend voor slijmvliezen Althaea officinalis - Heemst : hoest, keel, doorkomen tanden, tandvlees Valeriana officinalis - Valeriaan : kalmerend, slapeloosheid, stress Echinacea purpurea - Rode zonnehoed : infecties luchtwegen, blaasontsteking, weerstand Origanum vulgare - Wilde marjolein : krampwerend voor luchtwegen en spijsvertering Lavandula vera - Echte lavendel : kalmerend, hoofdpijn, huid, brandwonden Salvia officinalis - Echte salie : aften, tandvlees, heesheid, menstruatie, overgang (transpiratie) Thymus vulgaris - Echte tijm : hoest, slijmoplossend, bronchitis, stimulerend Viola tricolor - Driekleurig viooltje : huidaandoeningen, eczeem, voor kinderen 3 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Samen vormen deze 2 tuintjes niet alleen een mooie border maar een redelijk complete, levende huisapotheek, waarin steeds 2 of 3 kruiden groeien die goed zijn voor een bepaald orgaansysteem in het menselijk lichaam. Dus enkele kruiden voor de spijsvertering (Alsem, Venkel, Kamille), voor de luchtwegen (Tijm, Vlier, Rode zonnehoed), het immuunsysteem (Rode zonnehoed, Vlier, Tijm), hart en bloedvaten (Meidoorn, Rozemarijn), het zenuwstelsel (Sint-janskruid, Valeriaan, Citroenmelisse), Urinewegen (Guldenroede, Moerasspiraea), het hormonale stelsel (Vrouwenmantel, Zilverkaars, Salie) en de huid (Goudsbloem, Driekleurig viooltje, Kamille). Door het plukken van een boeketje krijg je op die manier een kruidenmengsel dat te gebruiken is als kruidenthee voor een bepaalde kwaal of als versiering voor de woonkamer. Je kunt er dus alle kanten mee uit! Natuurlijk zijn er nog veel meer efficiĂŤnte planten voor al deze kwalen, alleen staan ze niet in mijn kruidige siertuin omdat zij hier moeilijk te telen zijn (tropische planten) of omdat, bomen zoals Paardekastanje en Berk veel te groot zijn voor onze border. In het ziekteregister heb ik enkele van deze belangrijke kruiden tussen haakjes toch vermeld. Een alfabetisch ziekteregister met de planten van onze kruidige tuin kan er dan zo uitzien Aambeien : Duizendblad, (Paardekastanje, Toverhazelaar) Acne : Vrouwenmantel, Echte kamille en Driekleurig viooltje Aderverkalking : Meidoorn, Rozemarijn, (Tempelboom, Knoflook) Allergie : Zwarte bes, Kaasjeskruid en Wilde marjolein Bedplassen : Sint-janskruid, Lavendel, (Cypres, Herderstasje) Bloeddruk : Meidoorn, Guldenroede, (Knoflook, Herderstasje) Bloedreinigend : Guldenroede, Driekleurig viooltje, (Brandnetel, Paardebloem, Berk) Buikpijn : Venkel, Echte kamille en Lavendel Depressie : Sint-janskruid, Lavendel en Citroenmelisse, (Kava-Kava) Diarree : Vrouwenmantel, Echte kamille, Venkel, (Tormentil) Eczeem : Driekleurig viooltje, Goudsbloem, (Weegbree, Brandnetel) Eetlustopwekkend : Venkel, Duizendblad, Alsem, (Gentiaan) Griep : Vlier, Rode zonnehoed, Tijm Hartzwakte : Meidoorn, Rozemarijn en Citroenmelisse Heesheid : Echte salie, Heemst, Echte kamille Hoest : Heemst, Tijm, Venkel Hoofdpijn : Moederkruid, Lavendel, Sint-janskruid Huid : Goudsbloem, Echte kamille, Sint-janskruid Keelpijn : Echte salie, Rode zonnehoed, Heemst Koorts : Vlier, Moerasspirea, Echte kamille, (Wilg) Maagpijn : Echte kamille, Kaasjeskruid, (Zoethout) Menopauze : Echte salie, Zilverkaars, Vrouwenmantel Menstruatie : Vrouwenmantel, Duizendblad, Echte kamille, (Kuislam) Nervositeit : Sint-janskruid, Valeriaan, Citroenmelisse Nierproblemen : Echte guldenroede, Moerasspirea Reuma : Moerasspirea, Echte guldenroede, Moederkruid, (Duivelsklauw) Slapeloosheid : Valeriaan, Citroenmelisse, Sint-janskruid Tandvlees : Echte salie, Echte kamille, Rode zonnehoed, (Tormentil) Vermoeidheid : Tijm, Rozemarijn, Sint-janskruid, (Ginseng) Verstopping : Venkel, Kaasjeskruid, Echte kamille, (Lijnzaad, Vlozaad)

4 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


3. De planten in de kruidige siertuin: geel - witte border. Vlier, geen verboden vrucht. Wie kent er onze vlierstruik niet? Een plant die net zoals de brandnetel graag bij de mensen groeit en dus ook in onze tuin thuishoort. Redenen om hem in je hart en in je tuin op te nemen zijn er genoeg, ten eerste is het een makkelijke groeier op onze zwaar bemeste, stikstofrijke gronden, ten tweede is het een mooie struik met zijn crèmewitte voluptueuze bloesem en zijn donkerpaarse bessen en ten derde is er bijna alles van te gebruiken. Het geslacht Sambucus behoort vreemd genoeg tot de familie van de Kamperfoelie, samen met de Sneeuwbes en de Gelderse roos. Typische kenmerken van de Vlier zijn, de vreemde geur van het samengesteld blad, het zachte hout met wit merg (een soort isolatiemateriaal), de wittige bloesem en de paarskleurige sappige vruchttrossen. Voor de tuin kan ook de Peterselievlier, een variëteit met dubbelgeveerd en diep ingesneden blad of de Trosvlier, vroeger Bergvlier, een soort van zuurdere, lichtvochtige eikenbossen, gebruikt worden. Natuurlijk bestaan er ook variëteiten van onze Vlier, zoals ‘Aurea’ met gelig blad en ‘Variegata’ met geel gevlekt blad, interessante struiken die wat afwisseling brengen in een grotere bostuin. Maar vergeet zeker de gewone Vlier niet! Vlier is gewoon te koop in de tuincentra bij het zogenaamd bosplantsoen, maar zaaien gaat ook zeer goed, of laat het anders maar aan de vogels over, zij eten de bessen op en dumpen de zaden met bemesting en al in je vogelvriendelijke tuin. Een bostuin op voedselrijke grond kan niet zonder vlier. Combineer met één- of tweestijlige Meidoorn, Mispel, Gelderse roos, Hazelaar en Hondsroos om een aantrekkelijk vogelbosje te creëren waar je zelf ook van kan snoepen. Gebruiksvriendelijke vlier. Er zijn weinig struiken die zo veel gebruikt geweest zijn in het verleden als de Vlier. De bloesem werd vers met beignetdeeg gefrituurd of gedroogd als thee gebruikt om winterse viruskwalen te verzachten, van de rijpe bessen werd gelei en hoestsiroop gemaakt en zelfs het blad en de schors hadden geneeskrachtige, vochtafdrijvende werking. Vlierhout werd ook voor de vreemdste rituelen gebruikt. Men sneed wichelroeden van de takken, in sommige streken nam men de maat van een overledene met een vlierstok of werd een bladerloze scheut als zweep gebruikt door de koetsier van de lijkwagen. Vlier als begeleider en gezondhouder van de levenden, maar als je dan toch dood ging was hij je ook nog van dienst. Medicinale vlierbloesem. Sambuci flos, zo beschrijft de farmacopee de bloeiwijze van vlier, die gebruikt wordt omwille van zijn zweetdrijvende werking bij virusinfecties met koorts, vooral bij verkoudheid en griep. De bloemtrossen worden geplukt in juni bij het begin van de bloei, een gedeelte van de kleine bloempjes is dan nog niet open, ze worden achter de groene hoofdstengel afgeknipt en zo in trossen opgehangen en gedroogd. Na het drogen kun je eventueel de bloemen van de stengels afritsen om zo een smakelijker product te verkrijgen. Het plukken en drogen moet zonder kneuzen verlopen, omdat anders de witgele bloempjes bruin worden en gedeeltelijk hun waarde verliezen. Infuus, in heet water minimum 5 minuten afgedekt laten trekken is de beste manier om Vlierbloemen te gebruiken. Gemengd met Echte kamillebloemen en Lindebloesem krijg je 5 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


een perfecte thee bij griep, die zeer goed werkt op voorwaarde dat bij de allereerste symptomen enkele dagen overvloedig veel (1liter) en heet van gedronken wordt. Natuurlijk moet je daarbij ook warm binnen blijven en rusten. De Rode zonnehoed, een ander kruid uit onze kruidige siertuin, kunnen we er als zelfgemaakte tinctuur bij gebruiken om de lichamelijke weerstand te verhogen, vooral als je gemakkelijk verkouden of grieperig wordt. De laatste jaren is het traditioneel gebruik van de Vlier ook wetenschappelijk wat onderbouwd. Onderzoekers konden enkel flavonoïden isoleren, stoffen die er voor zorgen dat het griepvirus minder makkelijk in een gezonde cel kan binnen dringen, waardoor we minder snel ziek worden en vooral vlugger herstellen. Vlierbloesem kunnen we niet alleen als medicijn gebruiken, maar er ook een smakelijke limonade van maken, gedroogd in cake, koek of brood verwerken en de bloesems frituren als beignets. De verse trossen kunnen we ook als decoratie gebruiken, alleen verandert de fijne geur in een gesloten ruimte vrij snel in een pisachtige stank. De allereerste keer dat ik een mooi vlierboeketje maakte, heb ik s’anderendaags een uur gezocht ‘naar waar die kat gepist had’. Ge bent dus gewaarschuwd! Rob Sambuci, vliersiroop van de rijpe bessen. De bessen worden geplukt als ze volledig rijp, bijna zwart zijn en met honing of suiker tot sap of siroop verwerkt. De onrijpe bessen bevatten nog blauwzuurverbindingen en zijn daardoor licht giftig. Bij het afrijpen en het koken verdwijnen deze stoffen en kunnen we volop genieten van zijn goede kwaliteiten. Naast zijn gebruik bij griep heeft het sap ook zogenaamde bloedzuiverende eigenschappen en zou jicht en zenuwpijnen verlichten. Probeer het eens als kompres, al wordt dat wel een kleurige smeerboel! Van de bessen wordt verder ook een goede vruchtenwijn gemaakt. Verder gebruikte men het sap om rode wijn en port te vervalsen. Een merkwaardig gevolg was, dat reuma- en jichtlijders zich beter voelden door het drinken van goedkope port omdat... daar vliersap in verwerkt was. Vliersap een beetje gezoet, verwarmd, met kruidnagel en kaneel, is voor mij een grappige en smakelijke vervanger van glühwijn. In de keuken. Vlierbessen hebben een wat vreemde zoete smaak met zelfs enige bittere nasmaak, waar we wel even moeten aan wennen. De oude recepten die hier vermeld worden vragen soms wel wat persoonlijke aanpassing, experimenteren dus maar! Een Engels oorlogsrecept voor jam: 6 delen vlierbes en 6 delen appel apart gaar koken, zeven en met 12 delen suiker inkoken, eventueel een geleermiddel toevoegen. Zelf doe ik er wel eens een klein beetje kaneel bij. Vlierbloesemazijn van John Evelyn uit 1664 smaakt ook nu nog goed, gewoon gedroogde bloesem 8 dagen in azijn laten trekken, smakelijk bij vruchtensalade. Bloemknoppen zitten al in februari aan de struik, in azijn geconserveerd kunnen zij als een soort kappertjes gebruikt worden. En wat denk je van de bessen ingekookt met azijn en gekruid met sjalotten, gember, nootmuskaat en peperkorrels als een soort ketchup of chutney te verorberen. Ik geef toe, nogal gedurfde recepten! Een veel klassiekere toepassing is onze vlierbloesemlimonade die soms wat overdreven champagne genoemd wordt. Buiten de keuken. 6 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Te proberen is het blad gekookt in water als vliegverdrijvend middel of als insecticide, de ouwe Plinius gaf ons 2000 jaar geleden al dit huis- en tuinmiddeltje. Dezelfde Plinius adviseerde de vlierplant nogal ritualistisch om appels langer te bewaren, een toepassing die we regelmatig terug vinden en dan niet alleen als conserveermiddel maar ook om de vruchten te aromatiseren. Het proberen meer dan waard! Bloesemwater werd vroeger veel gebruikt bij huidirritatie, kloven, ruwe handen en als cosmetica om een gladde en witte huid te verkrijgen. Aqua Sambuci was ten andere een officinale bereiding in de Engelse farmacopee. Het verzachtend en vettend effect op de huid ervaar ik elk jaar weer bij het plukken van de prachtige bloesems, deze werking hebben we te danken aan de vrije vetzuren en de vele slijmstoffen die overdadig met het stuifmeel op mijn armen terecht komen. Een natuurlijk schoonheidsbad wat ik zeer goed kan gebruiken. De vlier van mijn jeugd. Als jongen van veertien, was ik natuurlijk niet bewust met natuur bezig, maar die natuur en de vlier was wel het decor waarin we onze avonturen beleefden. Voor kinderen, in elk geval voor mij, is Vlier altijd een avontuurlijke struik geweest. De oudste exemplaren deden dienst als geheime schuilplaatsen voor onze Robin Hoodbende en de uitgeholde stengels werden als blaaspijpen, proppenschieters en als fluitjes gebruikt. Onoverwinnelijk waren we bij de Hoegaardse fabriekvijvers beschut door de bladkoepel van de Vlier en omringd door een muur van kindhoge brandnetels, waar wij alleen doorheen geraakten. Vijfendertig jaar later sta ik terug in Hoegaarden om er de volste vlierbloesem te plukken die er bestaan en bedekt met het verzachtende stuifmeel voel ik me voor eeuwig gelukkig. Zo kan het vliermoedertje vrouw Holle niet alleen je tuin versieren, of je gezondheid verbeteren maar ook nog je gemoed aanspreken en dat zou elke plant in de ideale tuin moeten doen.

Meidoorn, beschermer van hart en huis. Net zoals de Vlier is ook de Meidoorn niet weg te denken uit ons landschap en ons leven. Veel te weinig beseffen we dat struiken en bomen letterlijk het landschap en het leven vullen. Tuin en natuur stofferen de lege ruimte en geven ons net zoals een interieur een vertrouwd gevoel en structuur voor ons dagelijks handelen. Wel grote woorden om een gewoon struikje in te leiden. En toch waar! Wat kan de lange lijnen van de meidoorn in een heggenlandschap vervangen? Of de grillige bosjes aan de rand van een weiland, waar de koeien schaduwen of hun vacht schuren? Of wat zou ik zijn zonder mijn herinnering aan die grillige Ardeense meidoorn, de enige overlevende van een oude heg. Sporen in het landschap laten sporen na in mezelf. Emotioneel omgaan met de natuur is essentieel, al moet we daarom ons verstand nog niet verliezen. Verstand is toch een beetje bewaker van het gevoel. En mijn verstand vraagt determinatie, botanische beschrijvingen. Is het de een- of tweestijlige meidoorn. Bevatten de vruchten 1 of 2 pitten. Is de bladschijf eirond, gelobd of veerdelig? De Crataegus laevigata, de Tweestijlige is een van de meest verspreide struiken in de Belgische natuur. Het is een doorn (struik) die in mei bloeit, wat de verklaring geeft voor zijn naam. Het zijn ook die witte bloesems die vroeg in de bloei geoogst worden om samen met het beetje blad tussen de bloemen gedroogd te worden om er thee of tinctuur van te maken. Plukken kan het best door de 60cm lange, bloeiende eindtwijgen af te knippen, ze in hun geheel te drogen en pas dan de bloemen met blad (folium cum flore) van de takken af te ritsen. Wel handschoenen aantrekken!

7 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Een tweede plukkans krijg je in september, want ook de rijpe, rode bessen mogen gebruikt worden. Ze zijn zeker geschikt om er samen met alcohol van 30% een likeur van te maken. Wat ook kan is ze 1 week lang te laten trekken in vloeibare honing. Een hartmiddel bij uitstek! Wat zit er in? Wat doet het? Zoals met veel kruiden zijn de wetenschappelijke onderzoeken pas de laatste jaren goed op gang gekomen. In Meidoorn heeft men zo vooral flavonoïden en proanthocyanidinen gevonden, stoffen die verantwoordelijk zijn voor de bloeddrukverlagende en hartslagregulerende werking, vooral de zuurstofvoorziening naar de hartspier wordt verbeterend. Door de kennis van die stoffen kunnen we de kwaliteit van de kruidenpreparaten beter controleren en krijgen we een betere en regelmatige werking. Merkwaardig is toch dat in zo verschillende delen van de Meidoorn, witte bloemen, groen blad en rode bessen toch dezelfde werkzame bestanddelen aanwezig zijn. Uit andere planten zoals de Zeeden worden de procyanidinen (OPC) zelfs geisoleerd en apart als voedingssupplement verkocht. Deze stoffen hebben een sterke anti-oxidantwerking en bevorderen de elasticiteit van de kleine bloedvaten. Het best te gebruiken is de Meidoorn voor het ouderdomshart of om de gevolgen van een hartinfarct te verminderen. Verder is de plant ook te gebruiken bij een verhoogde bloeddruk dan eventueel combineren met de vochtafdrijvende Guldenroede of bij ritmestoornissen, dan is een mengsel met Citroenmelisse of Hartgespan zeer geschikt. Door zijn versterkende werking op de hartspier is de plant ook te gebruiken bij duursporten. Geen echt pepmiddel maar het zorgt er wel voor dat je hart een inspanning langer kan volhouden. Eigen aan de moderne natuurgeneeskunde is het gebruik van traditionele kruiden met een wetenschappelijk goed onderbouwde werking en dat met zo weinig mogelijk bijwerkingen. Meidoorn is daar een goed voorbeeld van, het is dan ook onze basisplant voor hart en bloedvaten. Veel vroeger anders gebruikt. Pas aan het eind van de 19de eeuw werd Meidoorn gebruikt voor het hart, voor die tijd was de plant vooral bekend om zijn looistofwerking. Dodoens anno 1664 schrijft dat ‘ de vrucht van de hagedoren den buyckloop ende de maendstonden van de vrouwen’ stopt, ook Munting 1696 verwijst naar de samentrekkende werking van de vruchten en de pitten. Veel van deze toepassingen gaan ten andere terug tot de Griekse arts Dioscorides. In het gebruik van de pitten tegen blaas- en nierstenen herkennen we de eeuwenoude signatuurleer, die zegt dat het uiterlijk van de plant ons aanwijst waar de plant innerlijk goed voor is. Zo zegt Munting dat ‘ de steenen gepulveriseert en met Wijn ingenomen, breeken, en drijven uyt de Blaas- en Niersteen’. Ook opvallend is het gebruik van de wortel ‘ plaesterwijs op de wonden gedaan, werd daar door uytgetrokken al ‘t daar in zittende Staal, Yzer, Splinters en diergelijke dinge’. Dus als een soort weekmakend compres zoals we nu Lijnzaad nog gebruiken. Hard hout voor hagen. Door zijn hard hout, zijn doornen en omdat hij makkelijk te snoeien is, blijft de Meidoorn als natuurlijke afsluiting voor tuinen en weilanden bijzonder geschikt. In onze kruidige siertuin is hij extra aantrekkelijk omwille van zijn gezondheidswaarde en ook al omdat hij er voor zorgt dat nestelende vogels minder bedreigd worden door hongerige katten. Meidoorn zou ook beschermen tegen blikseminslag, een toepassing die opvallend veel terug komt in de oude geschriften.

8 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Spijtig genoeg is de Meidoorn ook gastheer voor het perenvuur, een bacterie die veel schade kan veroorzaken aan de fruitteelt. Maar om daarvoor alle meidoornheggen te rooien of uit te roeien gaat mij veel te ver. Een gemengde heg met Meidoorn, Sleedoorn, Rozebottel en Kardinaalsmuts blijft voor mij de ideale afsluiting, het zorgt voor een ondoordringbare afsluiting van mijn huis, maar blijft er tot diep in het najaar vriendelijk uitzien door zijn vrolijk gekleurde vruchten, die dan nog op te eten zijn ook. Andere toepassingen, andere meidoornen. De melige bessen met hun grote pitten zijn nu niet direct mijn geliefkoosd voedsel, toch kunnen ze een likeur een mooie kleur en een goed aroma geven. Pitten zijn ook terug gevonden in verschillende archelogische sites. In NoordAmerika werden de bessen gedroogd om in de winter als voedsel te gebruiken. Zo’n melige vrucht is ten andere goede te drogen en kan dan zonder pitten in koekjes- of brooddeeg verwerkt worden. In China zijn verschillende Meidoornsoorten populair als voedsel en als medicijn. Crataegus aronia, een soort met vlezige bessen,wordt er verwerkt tot jam en versuikert zelfs als snoepje gebruikt. Belangrijk zijn er ook de gedroogde bessen van Crataegus pinnatifida als medicijn voor de spijsvertering. In onze tijd van overvloed hebben we de meidoornbessen niet echt meer nodig als voedsel, maar als wilde aanvulling op ons gecultiveerd dieet kan een gemengde confituur van meidoornbessen met appel of met pruimen ons hart letterlijk ondersteunen. Recept : 500 gr. meidoornvruchten samen met 500 gr. zure appeltjes tot moes koken, eventueel een beetje water of appelsap toevoegen, grof zeven, het overgebleven fijn moes wegen en met evenveel suiker inkoken tot confituur. Vele variaties zijn mogelijk, vooral sappig kleinfruit is goed te combineren met de droge meibes, of probeer eens de zwarte aalbes of de kleurrijke Mahonia aquifolium. Meidoorn als beschermer van huis, tuin, heilige plaatsen en ons hart. Het zou echt heiligschennis zijn, als we zo’n plant uit onze omgeving en uit ons hart zouden bannen. Ons hart zou er letterlijk en figuurlijk onder lijden.

Artemisia, de grijze tover in de tuin. Alsem, Bijvoet, Dragon en Citroenkruid allemaal plantensoorten uit het geslacht der Artemisias. Over de hele wereld presenteren zich zowat 250 soorten als Artemisia, uiterlijk zijn het vooral de grijze bladeren en de kleine knopbloemen die hun verwantschap aangeven. Bij ons, inheems dus, is het vooral de Bijvoet die zich op braakliggende terreinen kan uitleven. Met zijn onooglijk grijze bloempjes, het lijkt net alsof ze niet willen opengaan, en zijn net niet grijsgenoege bladeren is dit zeker niet de plant die de gemiddelde burger in zijn glad tuintje wil. In de kruidige siertuin zou een plantje misschien net kunnen, we zullen hem dan mooier maken door hem te omringen met de grijzere Alsem en bijvoorbeeld een donkerpaars bloeiend Kaasjeskruid. Naast deze grotere Artemisia soorten vinden we in de Ardennen nog de zeer zeldzame Kamferalsem en Wilde averuit, gelukkig vallen ze niet te veel op, waardoor ze hopelijk nog lang op hun geheim plekje bij Heid des Gattes kunnen blijven groeien. Andere, lage Alsems zoals Artemisia schmidtiana en Alpensoorten zoals Artemisia genepi zijn vooral geschikt voor de droge en kalkrijke rotstuin.

9 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Een grappige mini-rotstuin kun je al maken door 4 rondslingerende stukken steen bij mekaar te leggen, er wat kalkrijke humus tussen te stoppen, en er dan een lage Alsem, enkele Rozenkransjes en een Zilverdistel tussen de planten en eventueel de gaatjes op te vullen met wat mos, die toch eens van dat dak gehaald moest worden. Bij mij vormen dit soort minituinen grenspaaltjes voor de grote tuin. Als, de honden er niet op pissen! Aperitief in de tuin. In de kruidengeneeskunde hoort Alsem samen met Venkel en Kalmoes bij de aromatische bitterstofplanten. Zij wekken de eetlust op en bevorderen de vertering van het voedsel. Dus uitermate geschikt om voor een copieuze maaltijd te gebruiken. Vandaar ons aperitief voor het eten. Aperitivum is een medische term en betekent gewoon eetlustopwekkend. Veel likeuren zoals Benedictine en Chartreuse zijn dan ook niets anders dan aftreksels van bitterplanten op alcohol. De meest beruchte is nog steeds de absint, een groen goedje waar Van Gogh en andere schilders aan verslaafd waren. De Genepi is een ander, nu nog veel gedronken aperitief, gemaakt uit verschillende Artemisia- en Achilleasoorten. Dit sterke drankje wordt je overal in de Alpen te pas en te onpas aangeboden. Vooral in de Franse berghutten, waar ik kind aan huis ben, moet je oppassen om niet dronken de bergen ingestuurd te worden. Om geen misverstanden te kweken, het is niet de alsem maar wel de alcohol die je dronken maakt. Alsem zelf gebruik ik tijdens mijn trektochten of gewoon thuis om mijn trage maag op gang te brengen. Even een vers blaadje tussen duim en wijsvinger wrijven, en dan aan die vingers likken is al genoeg om je maag een oppepper te geven. Bitter blijft het wel! Alsem in natuur en tuin . Artemisia absinthium groeit uitbundig in droge, stenige wegranden en paden in de Zuiderse Alpen. Ondanks zijn van nature ruig en warm biotoop is hij in ons natter klimaat volkomen winterhard. Het zilvergrijze blad blijft zelfs bij ons bovengronds zichtbaar en is dus ook in de winter vers te gebruiken. Grijze planten brengen dikwijls harmonie in een drukke veelkleurige border. Ze combineren vooral goed met paarse bloemen zoals Kaasjeskruiden, Rode zonnehoed of stevige Stokrozen. De kleine gele knopbloemen van de Alsem zijn onopvallend maar juist deze bescheiden bloemen brengen evenwicht in een wat protserige border. De Alsem groeit in elke grond, maar in een zonnige en droge omgeving zal hij er compacter en grijzer uitzien, en dus mooier en makkelijker te bewerken. Andere grijzen. Grijzer dan grijs krijg je het met Artemisia ludoviciana, een Amerikaanse soort die tot in zijn bloempjes zilverwit is, hier goed winterhard, door Indianen bij rookrituelen gebruikt wordt en op de koop toe nog geneeskrachtig is. Wel veel waard voor weinig geld, want gewoon te koop in een gemiddeld tuincentrum. Andere genezende grijzen die hier bij horen zijn de Echte salie, de Heiligenbloem, alleen voor de naam al zou ik hem aanplanten, de Lavendel natuurlijk en eventueel de Kerryplant, liefst in een pot omdat hij niet helemaal winterhard is. Op het eerste gezicht lijken al die planten samen een vreemd allegaartje, maar in de tuin vormen ze een boeiend geheel barstens vol betekenis. Echt een tuin om als grijs-aard helemaal in op te gaan.

10 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Goede ouwe guldenroede. Guldenroede is voor mij altijd een plant geweest die in zijn uiterlijke eenvoud zijn simpele, maar degelijke werking weerspiegelt. Geen modekruid met spectaculair wonderlijke werking, maar een vaste veilige kracht in een onzekere wereld van ziekte. Solidago virgaurea is een vaste plant die vooral te vinden is langs droge bosranden. De plant is niet zeldzaam en andere niet-inheemse Solidagosoorten zoals S. canadensis en S. gigantea komen nu ook meer verwilderd voor. Deze 3 soorten mogen medisch gebruikt worden. Andere soorten, variëteiten en cultivars die in de tuincentra verkocht worden, zijn therapeutisch niet te gebruiken omdat er wetenschappelijk weinig over bekend is. Natuurlijk zijn al deze planten geschikt als sierplant, maar ook de Echte guldenroede is gemakkelijk te zaaien of te scheuren om in de gele border of de bostuin verwerkt te worden. Hij groeit goed op arme zandgrond en zelfs bij berkenbomen. S. virgaurea L. - Echte guldenroede 15-90cm, juli-oktober, hemikrypt open bossen, heide en graslanden S. gigantea AIT., S. serotina AIT. - Late guldenroede 50-150cm, aug-oktober, hemikrypt of wortelstokgeofyt bosranden, alluviale vlakten, ruderale plaatsen, vaak in grote groepen S. canadensis L. - Canadese guldenroede 50-150cm, augustus, hemikrypt of wortelgeofyt oevers, bosranden, ruderale plaatsen Diverse Amerikaanse Solidago’s: cultivars van S. gigantea en S. canadensis, alsook hybriden van S. canadensis met andere soorten zoals S. rugosa MILL. en S. altissima L. worden als sierplant gekweekt. Bron: Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden What’s in a name ofte wel etymologie Solidago zou afkomstig zijn van solidare of solidum agare: gezond of vast maken, omdat Guldenroede als een wondhelende plant bekend stond. De soortnaam virgaurea komt van virga (roede of tak) en aurea (goud), vanwege de rechte stengel met goudgele bloemen. In mijn fantasie slaat het ook op een goede, goude, gulden roede omwille van de urineafdrijvende werking. De Nederlandse naam is daarmee ook duidelijk. Heidens wondkruid is een oude naam die o.a. bij Petrus Nylandt is terug te vinden. Men beweerde dat in de Middeleeuwen de Arabische Saracenen het kruid gebruikten als wondhelend middel en deze volkeren werden natuurlijk als heidens beschouwd, vandaar ook de latijnse naam Solidago sarracenica. Daarmee zijn de 2 voornaamste farmacologische werkingen, een adstringerende en een diuretische, dan ook bekend. De geschiedenis 11 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


De geschiedenis vermeldt vooral de samentrekkende werking. Bij Dodonaeus klinkt het dan als “Voor vuyle Sweeringe des Tandt-vleesch, ende van de Keel: Neem van het afziedtsel een half pint, honingh van Roosen anderhalf once, vermengt dit samen, ende laat hier mede gorgelen.”Of “Voor versche ende oude Wonden en de Fistelen: Drupt het sap ofte stopt het poedere in het quetsuren ofte loopende gaten; tot dien einde wordt dit kruydt ook in de Wonde-drancken gebruykt.” Een ontstekingswerende werking vinden we ook terug bij Lonicerus (1564) en H. Bock (1565). De eerste vermelding van Guldenroede als niermiddel komt van Arnold van Villanova (1240-1311). Van dan af vinden we de diuretische werking in alle grote kruidenboeken terug. Tabernaemontanus (1530-1590) verwijst o.a. naar Matthiolus en schrijft dat “Virga aurea ferratis foliis ... nicht allein den Griess und Sand sondern auch den Stein selbst vermahle ... es reinige auch die Niere und die Härngange van allem groben Schleim”. Culpeper (1653) beschouwt de Golden Rod astrologisch als een Venusplant, maar adviseert hem ook bij blaas- en nierklachten en als wondmiddel. In de Wurttemberische Farmocopee van 1741 wordt Herba Consolidae Saraceniae als Lithontripticum of als steenverdrijvend kruid vermeld, maar ook als Vulnerarium. Een laatste overzichtje: Rademacker (1848) gebruikt de Guldenroede bij nefritis, Duché (1886) bij blaasontsteking (1), Meyer (1935) bij chronische nefritis en uremie, Bohn (1935) bij lithiasis, Kahnt (1940) bij waterzucht en bedplassen, Leclerc (1914) bij enteritis en als diureticum. Inhoudsstoffen. Een gevarieërde groep van werkzame stoffen geeft ons een boeiend, maar soms wel verwarrend beeld van deze plant.Zo zit er een kleine hoeveelheid etherische olie in de Guldenroede. Genoeg om de weinig opvallende maar toch eigen geur van de plant te kunnen reuken. Belangrijker zijn de saponinen, de flavonoïden en een fenolglycoside die samen de diuretische werking van Solidago bepalen. De verhouding van deze stoffen is nogal verschillende bij de 3 gebruikte soorten. Zo is het gehalte aan saponinen en flavonoïden hoger in de Canadese en de Late guldenroede, terwijl het fenolglycoside alleen voor komt in de Echte guldenroede. Rationeel cijfermatig gezien lijken de uitheemse soorten sterker werkzaam te zijn, emotioneel en traditioneel gezien, geven wij toch nog de voorkeur aan de échte. In de praktijk worden de 3 vermelde soorten veel gemengd aangeboden en dat onder de naam “Solidago virgaurea” wat toch wel erg verwarrend is. Wat de werking van de inhoudsstoffen betreft, kunnen we zeggen dat het fenolglycoside een bewezen anti-flogistische, analgetische, diuretische en steenwerende werking heeft. De flavonoiden uit S. gigantea vertoonden eveneens een urine afdrijvende werking. De saponinen van S. virgaurea hadden een oedeemremmend effect bij dierproeven. Al deze onderzoeken bevestigen de oude ervaringen, maar daarnaast werden er ook nieuwe farmacologische effecten beschreven van saponinen en polysaccariden uit Solidago. Opvallend en ook verwarrend is de sperma-remmende werking van een saponinenmengsel. Verder werden er in verschillende onderzoeken ook anti-tumor activiteiten aangetoond. We moeten hierbij toch duidelijk zeggen dat deze laatste effecten bekomen werden met 12 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


geïsoleerde en geconcentreerde preparaten en zeker niet toegeschreven mogen worden aan een guldenroedethee of -tinctuur. Wachten op verder onderzoek is dus de boodschap.

Plantaardige diuretica. Plantaardige diuretica hebben meestal een breder indicatiegebied dan hun synthetische broertjes. Zo worden chemische diuretica vooral gebruikt bij oedemen, arteriële hypertensie en nierinsufficiëntie. Planten voor nieren en urinewegen worden natuurlijk gebruikt: om een overvloedige diurese te verzekeren, vooral bij blaasontsteking, hiervoor is de theevorm bijzonder geschikt is; bij voorjaarskuren of bij bloedzuiverende behandelingen, wat ook bij reumatische aandoeningen nuttig kan zijn; bij de behandeling en het voorkomen van nierstenen. De belangrijkste inhoudsstoffen van diuretisch werkende planten zijn: een aantal flavonoiden; de saponinen; hartglycosiden (zoals in Digitalis) die omwille van hun giftige werking niet gebruikt worden in de natuurgeneeskunde; methylxanthines, bij iedereen bekend onder de naam caffeine aanwezig in koffie, maté en guarana, maar ook theofylline in Chinese thee. Deze planten verhogen de diurese door een verbeterde nierdoorbloeding en via een directe werking op de niertubuli met verhoogde natrium- en kaliumuitscheiding. ook sommige etherische oliën (zoals deze in jeneverbes) die, vooral door hun prikkelende werking op de nieren, de diurese verhogen. Deze etherische olie kan irriterend werken, niet gebruiken bij zwakke nieren. Praktische toepassing. De Duitse Kommission E, die nuchter de officiële werking van kruiden beoordeelt, en soms veroordeelt, beschouwt S. virgaurea, S. canadensis en S. gigantea als te gebruiken “zur Durchspüling bei entzündlichen Erkrankungen der ableitenden Harnwege, Harnsteinen und Nierengriess”. Dr. Valnet adviseert Guldenroede vooral bij infecties van de urinewegen, zowel bij cystitis, als bij acute en chronische nefritis. Ook bij albuminurie en een teveel aan urinezuren is guldenroedethee het proberen waard. Voor mij is Guldenroede dé basisplant voor nieren en urinewegen. Door de combinatie met 1 of 2 specifiek werkzame planten krijgen we een kruidenmengsel met een meer gerichte werking (Tabel 1). Tabel 1: Kruidenmengsels met een meer gerichte werking Solidago + Arctostaphylos uva ursi: acute blaasontsteking Solidago + Equisetum : chronische blaasontsteking Solidago + Rubia tinctorum :lithiasis, blaas- en nierstenen Solidago + Betula + Filipendula ulmaria : reumatische aandoeningen Solidago + Urtica + Equisetum : artrose, gewrichtsslijtage Solidago + Epilobium (Basterdwederik) : prostaathypertrofie

13 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Officiële erkenning van diuretische planten Overal in Europa probeert men normen op te stellen om tot erkenning en registratie van fytotherapeutica (kruidenmedicijnen) te komen. Duitsland met zijn Komission E heeft daarin het voortouw genomen, Europees is vooral ESCOP actief en ook in België is er sinds 1989 een geneesmiddelencommissie voor fytofarmaca bezig om een vereenvoudigde registratie van plantaardige geneesmiddelen mogelijk te maken. Deze werkgroep heeft ook een inventarisatielijst gemaakt van de planten voor nieren en urinewegen, die er als volgt uitziet: ** Agropyron repens - Kweekgras (wortel) *** Betula pendula - Berk (bladeren) Camellia sinensis - Chinese thee (bladeren) ** Cynara scolynais - Artisjok (bladeren) *** Equisetum arvensis - Heermoes (kruid) Ilex paraguarensis - Mate (bladeren) **** Orthosiphon staminens - Orthosiphon (bladeren) *** Ribes nigrum - Zwarte bes (bladeren) *** Sambucus nigra - Vlier (bloemen) *** Solidago virgaurea - Echte guldenroede (bloeiende toppen) Zea mais - Mais (stempels) Als indicatie moet vermeld worden: “Traditioneel gebruikt om de uitscheiding van water door de nieren te bevorderen, hoewel hun werkzaamheid volgens de huidige evaluatiecriteria voor geneesmiddelen niet werd bewezen.” Afhankelijk van veel of weinig wetenschappelijk onderzoek dat gedaan is, kan een bepaalde plant nog 1, 2, 3 of 4 sterren krijgen. Voor een herborist is deze lijst verre van volledig, maar als begin van erkenning ben ik hier toch echt wel tevreden mee.

Sint-janskruid, een zonnekruid tegen de donkerte van de ziel. Sankt Johann ist dies Kraut geweiht Es bluht zur hochsten Sommerzeit Es hilft den Christen wie den Mohren dank sein blattdurchsichtigen Poren Den kranken Haut ist’ s eine Wonne, dem dunklen Geist wird er zur Sonne. Sintjanskruid wordt opnieuw bezongen door hedendaagse dichters, zoals dat ook in vroegere tijden het geval was. Luister maar naar dit 16de eeuwse gedicht : StJohn’Wort doth charm all the witches away If gathered at midnight on the saint’s holy day And devils and witches have no power to harm Those that do gather the plant for a charm. En zoals het vroeger tegen duivels en heksen, die in de mens waren gevaren, gebruikt werd, zo wordt het nu tegen gelijkaardige kwalen met de naam depressie en stress voorgeschreven. Het is het licht van het zonnekruid SintJan tegen de duisternis van de depressieduivel.

14 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Vooral in de Middeleeuwen werd Hypericum als een ‘fuga daemonum’ beschreven, een jaag-den-duivel zoals het zelfs nu nog bekend is. Vele oude namen zoals Teufelsflucht en Walpurgisnacht, maar ook uitspraken van Dodonaeus “...de bloeme van Sint-Janscruydt... ‘t welek goet gheacht wordt om alle toverijen en de quade belesinghen krachteloos te maecken”, verwijzen naar de anti-demonische of somberheidsverdrijvende krachten van het Sint-janskruid. Aansluitend op Dodonaeus vinden we enkele merkwaardige recepturen in het ‘Thesaurus exorcismorum’ uit 1626, waar een mengsel van kamille-, rozen- en stjansolie gebruikt werd voor hen die ‘geistig wirr’ ongeordend, geestelijk in de war zijn. Vooral de naam van dit recept ‘Quibus indispositis’ spreekt me wel aan. De term kwibus gebruiken we nog steeds. In hetzelfde boek wordt ook een berookmiddel of ‘suffumigium’ vermeld om demonen uit te drijven. Het verbranden van Sintjanskruid is altijd een veel toegepaste methode geweest en wordt ook nu nog symbolisch gebruikt tijdens midzomerfeesten. Hypericum als lichtbrenger wordt hier nog versterkt door het gebruik van het vuur en dat dan nog op de langste, lichtrijkste dag van het jaar. Dat Sintjanskruid goed is tegen winterdepressie moet dan ook niemand meer verwonderen. Terug van weg geweest word onze plant door alle kleine kruiden bedrijven en alle grote farmaceutische firma's met veel bravoure en veel geld aangeprezen tegen lichte tot middelzware depressies. Eindelijk erkenning voor zo een gewoon plantje. Het ongewone van het gewone. Gewoon is hij wel, onze Latijnse Hypericum perforatum een veel voorkomende vaste plant op arme zandgrond langs wegen en oude spoorwegen. Zijn gele bloemen komen te voorschijn eind juni, rond SintJan en worden dan ook in het begin van die bloei geplukt. De donkere stippen op de blaadjes zijn zeker geen gaatjes veroorzaakt door de duivel, maar oliecellen die een rode kleurstof bevatten, waar de plant zijn genezende werking aan te danken heeft. Dat zo een ordinair onkruid zulke bijzondere eigenschappen kan hebben, heeft mij altijd aangesproken. Verwondering en bewondering voor het gewone, het vanzelfsprekende maakt het leven extra aantrekkelijk. Juist ook in de natuurlijke tuin hebben we die verwondering nodig om te kunnen genieten van een simpele plant als Sint-janskruid of Weegbree. Mooi zijn ze genoeg, we zijn er alleen op uitgekeken. We willen steeds nieuwe indrukken en dus vervangen we de versleten gekeken planten door nieuwe modellen. Niks op tegen, maar misschien kunnen we in plaats van onze tuin en omgeving te vernieuwen, zelf eens nieuw leren kijken. Misschien moeten we zélf geestelijk in de revisie. Dus Sintjanskruid in onze gele geestelijke tuin Hypericum perforatum is voorlopig de enige soort uit de familie der Hertshooi-achtigen, die medicinaal gebruikt wordt. Het is ook de meest verspreide soort in Belgie en de enige met de naam SintJan, andere inheemse soorten zijn het liggend, het gevleugeld, het ruig en het fraai hertshooi. Een mooie collectie van plezierige namen, niet te gebruiken maar ze mogen er van mij wel zijn. Verder worden er in de tuincentra verschillende heesterachtige Hypericums als sierplant aangeboden. Ook deze struiken worden medicinaal niet gebruikt, al is de werkzame stof hypericine wel aanwezig in oa. Hypericum calycinum. Onze kruidige siertuin hebben we opgesplitst in een geel-wit en een paars-roze gedeelte. Het gele gedeelte kan bestaan uit Sintjanskruid (depressie), verschillende varieteiten van het Moederkruid (migraine), Roomse en Echte kamille (huid, darm), Vrouwenmantel (menstruatie), de gele varieteit van Goudsbloem (huid), de Echte guldenroede (nieren), Duizendblad (manusje-van-alles) en enkele hogere vaste planten zoals Venkel (darmkramp) en Zilverkaars (hormonaal). Een gemakkelijk en vrolijk tuintje voor vermoeide en gestresseerde mensen. Zelfs zonder het op te eten wordt je hier al gezonder van. 15 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Sintjanskruid uitwendig en inwendig. In het reclamegeweld over de goede werking van Hypericum bij depressie, zouden we vergeten dat de johannesbloempjes vooral gebruikt werden en worden als eerste hulpmiddel op de huid, bij zonnebrand, brand- en schaafwonden en herpesblaasjes. Dit klassieke middel dat we zelf kunnen maken, is de sintjansolie, een aftreksel van verse hypericumbloemen en bloemknoppen in zonnebloem- of olijfolie. Een gedetailleerd recept ziet er als volgt uit: Ongeveer 25 gr verse bloemen en bloemknoppen worden met een beetje olijfolie in een glas of glazen vijzel gekneusd, mengen met de rest van 0,5 liter olie. Doe dit mengsel in een weckpot van wit glas. Laat de open pot 2 tot 4 dagen in de zon staan. Elke dag even roeren. Dan de bokaal sluiten en enkele weken in de zon laten staan totdat de sintjansolie mooi rood word. De olie zeven en de afgetrokken bloemen uitpersen. Het preparaat nog een week laten staan zonder roeren, de olie zal zich nu scheiden van het water uit de planten. De olie wordt dan voorzichtig afgegoten en in kleine flesjes gedaan. De geur, werkzaamheid en bewaartijd kan verbeterd worden door het toevoegen van 1% etherische olie van lavendel, ongeveer 20 druppels op 100cc sintjansolie. Hypericum perforatum is zowat de enige plant die in de volle zon wordt getrokken. Uit onderzoek is nu gebleken dat daardoor het flavonoĂŻdengehalte wel 4 keer hoger wordt. Een goede reden om sommige oude bereidingswijzen niet zomaar af te schrijven. Sint-janskruid kan ook goed en gemakkelijk gedroogd worden om kruidenthee van te maken. Het geeft een mooie rode thee die redelijk smaakt. Ook een aftreksel in alcohol van 30 tot 70% mag gebruikt worden, vooral interessant voor inwendig gebruikt bij overspanning, lichte depressies of als je gewoon in de put zit. Natuurlijk werd het Johanneskruid in het verleden terecht of onterecht voor vele andere kwalen gebruikt. Voor een kruid dat invloed heeft op het vegetatieve zenuwstelsel is dat niet verwonderlijk. omdat juist dat stelsel alle autonome processen zoals spijsvertering en hartslag reguleren. Dat Sint-janskruid juist in onze stresserende tijd populair wordt, spreekt voor zichzelf. Het is het kruid waar de hedendaagse mens nu eenmaal het meest behoefte aan heeft. Licht, lucht en Sint-janskruid zorgen voor gelukkige mensen.

Moederkruid en migraine. Moederkruid, Hemdsknoopjes, Kamillebloemekes, Feverfew of in het Latijn Tanacetum parthenium, vele namen voor een vergeten kruid dat nu weer volop in de medicinale belangstelling staat. Geen echte inheemse plant, maar wel een eenvoudige wildebras die met zijn gele buis- en zijn witte lintbloempjes mooi thuis hoort in onze geel-witte tuin. De vreemde kamferachtige geur van het blad doet denken aan het Boerewormkruid, ze behoren dan ook allebei tot het geslacht Tanacetum en tot de grote familie der Samengesteldbloemigen. Moederkruid is een vaste plant, die zo’n 30 tot 50 cm hoog wordt, de bloemen lijken sterk op de Echte kamille, maar de bladeren zijn veel breder en van het Moederkruid bestaan varieteiten met alleen buisbloemen, de zogenaamde Hemdsknoopjes of met alleen lintbloempjes, dus soorten met dubbelle bloemen. Vermeerderen van deze planten is makkelijk, ze zaaien zichzelf uit of kunnen goed gescheurd worden. Geschiedenis. 16 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Reeds in de tijd van Dioscorides werd de plant gebruikt tegen menstruatieklachten en hoofdpijn. In de Middeleeuwen werd het als hoofdpijnmiddel gekweekt in de kloostertuinen. Ook als koortswerend kruid was de Feverfew toen bekend. Vooral in Engeland werd het Moederkruid populair door de publicatie van de beroemde herbalist John Gerard ‘Herball’ (1597). Hij schreef ‘gedroogd en verpulverd, twee drachmen vermengd met honing of zoete wijn, verdrijft het flegma en zwaarmoedigheid, het is goed voor allen die draaierig in het hoofd zijn, of die de duizelingen hebben, genaamd vertigo’. Twee honderd jaar later neemt Dr. Hill, een apotheker uit Covent Garden, de draad weer op in zijn Family Herbal. Bij de ergste hoofdpijnen overtreft dit kruid alle andere middelen, verzekert hij. Toch zou het weer 200 jaar duren voor de definitieve doorbraak. Een doktersvrouw uit Cardiff had in de media gemeld dat zij door het Moederkruid verlost was van een levenslange migraine. Vele migrainelijders begonnen de Feverfew te gebruiken, met succes, zeven van de tien patienten claimden dat door het gebruik hun hoofdpijn minder frequent en minder pijnlijk werd. Door de grote populariteit begonnen dokters klinische onderzoeken te doen, waardoor we steeds meer exacte kennis verkregen over het Moederkruid. Deze plant is dan ook een goed voorbeeld van een ouderwets kruid, dat door wetenschappelijk onderzoek uitgegroeid is tot een modern en efficiënt geneesmiddel. Waarom werkt het? Moederkruid ruikt sterk en smaakt bitter. Deze bitterstoffen in de plant noemen de scheikundigen sesquiterpeenlactonen. Voor de plant zelf hebben lactonen o.a. een functie als schimmelwerend middel. Er bestaan honderden verschillende van deze stoffen, in het Moederkruid is het vooral het lacton parthenolide, dat de werking bepaalt. In het menselijk lichaam gaat deze stof de afbraak van sommige bloedplaatjes tegen, waardoor histamine en andere irriterende stoffen minder vrijkomen en daardoor pijn en ontsteking verhinderen. Bij de traditionele toepassingen (hoofdpijn, koorts, vrouwenkwalen) van Moederkruid merken we een opvallende overeenkomst met de werking van salicylaten (aspirine). Uit onderzoek is nu gebleken dat Moederkruid net zoals aspirine zijn werking deels te danken heeft aan het reguleren van de prostaglandinen in het lichaam. Dat zijn lichaamseigen hormoonachtige stoffen die signalen doorgeven naar bijna alle organen en zo o.a. het samentrekken of uitzetten van de bloedvaten beïnvloeden en ontstekingsreacties reguleren. Migraine maar ook meer. Moederkruid, de naam zegt het al, is al duizenden jaren in gebruik bij vrouwenkwalen. Nu men weet hoe groot de invloed van prostaglandinen is op de menstruatiecyclus en hoe Moederkruid de aanmaak van deze stoffen kan beïnvloeden, is het niet verwonderlijk dat dit kruid te gebruiken is bij pijnlijke menstruatie of in de overgang. Moederkruid zou in sommige gevallen ook miskramen kunnen voorkomen, maar het gebruik tijdens de zwangerschap wordt voor alle zekerheid toch afgeraden. Als vrouwenkruid kunnen we deze plant beter combineren met Vrouwenmantel en Zilverkaars, twee andere kruiden uit onze apotheektuin. Ook bij ongewenste ontstekingsreacties, die zo eigen zijn aan reuma, kunnen we Tanacethum parthenium gebruiken vooral in combinatie met Moerasspirea. Gewrichtsklachten worden duidelijk verlicht door het regelmatig drinken van deze kruidenthee. Het smaakt wel erg bitter en kan bij overgevoelige personen irritatie van het mondslijmvlies veroorzaken. Als dat het geval is, kun je beter capsules van het kruid gebruiken die bij herborist of apotheker verkrijgbaar zijn.

17 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Vrouwenmantel voor iedereen. Het gebruik van planten in de tuin en als medicijn is vooral in onze tijd onderhevig aan wisselende modetendensen. Merkwaardig daarbij is dat een plant als Alchemilla populair wordt als siergewas en tezelfdertijd opnieuw als geneeskruid ontdekt wordt. Alsof het in de lucht hangt! Botanie De Alchemilla xantochlora is een vaste plant waarvan de bladsteel duidelijk afstaande haren heeft. De bladschijf zelf bezit 7 - 9 (11) afgeronde, vrij brede lobben. De bovenzijde van het blad is kaal of met verspreide haren in sommige plooien. De Alchemilla vulgaris heeft daarentegen een bladschijf met driehoekige lobben. Op deze manier worden er 8 soorten vrouwenmantels in de Flora van België beschreven, begrijpelijk is dan ook dat deze verschillende soorten niet gemakkelijk uit elkaar te houden zijn. Als je dan in een Alpenflora nog een tiental andere soorten vindt, dan is het duidelijk dat planten determineren niet altijd simpel is. Gelukkig zijn de sierlijk geplooide, mantelachtige bladeren versierd met dauwdruppels en de fijne geelgroene bloempjes, die zo goed te drogen zijn, ontegensprekelijk des vrouwenmantels. Zijn al deze Alchemilla’s nu te gebruiken als medicinale plant? Misschien wel, maar de vakliteratuur adviseert vooral A. xanthochlora, A. vulgaris en A.alpina. Wat er van de plant gebruikt wordt, is de bovengrondse, bloeiende plant; dus bloem, blad en steel (Alchemillae herba). Het modern handboek ‘Teedrogen’ van Wichtl beschrijft het gedroogd kruid als ‘ Blatter bis 8 cm in durchmesser, nierenformig, sieben- bis neunlappig, infolge starker Behaarung weiss-silbrig glanzend...’, deze blad- en bloemstukjes zijn goed als thee te gebruiken. Het geslacht Vrouwenmantel is gemakkelijk te telen, vermeerderen kan door de korte maar krachtige wortelstok te scheuren. Het oogsten bij het begin van de bloei is niet alleen goed / gezond voor de gebruiker, maar zorgt er ook voor dat de plant steeds nieuw blad vormt, waardoor hij geen last krijgt van schimmels. Een kwaal waar de Alchemilla’s gevoelig voor zijn. In onze kruidige siertuin kun je de A. vulgaris met zijn afstaande bloemen mooi aan de rand van de border of langs de voetpaden plaatsen. In de natuur vind ik hem vooral op weinig bewandelde boswegen, meestal wat vochtig, dus ik hij ook geschikt om licht beschaduwde tuinplekjes te versieren. Bijvoorbeeld samen met Bedstro, Zenegroen en Slanke sleutelbloem. Als tuinplant is de Alchemilla mollis / Zachte vrouwenmantel beter bekend, hij is groter en forser dan de inheemse soorten en goed te gebruiken in de gele lagere border. De bloemstelen staan stevig recht op, ze zijn zeer geschikt als snij- en droogbloem. Als derde wil ik het Alpenvrouwenmanteltje vermelden, een plantje die mij tijdens mijn bergtochten gezelschap houdt, maar het in de inheemse rotstuinen ook perfect doet. Planten die herinneringen oproepen geven een persoonlijk accent aan de tuin. Naam en geschiedkundig gebruik. De naam Alchemilla werd door Linnaeus aan het geslacht gegeven. Vroeger werd de naam als Alchimilla of Alchymilla geschreven, wat afkomstig zou zijn van de alchemisten, magische scheikundigen die de bekende dauwdruppels op het ochtendblad gebruikten bij hun experimenten om van onedele metalen goud te maken.

18 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


De naam Vrouwenmantel heeft de plant gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel (mantilla) geplooid zijn en als zodanig bescherming bieden aan de vrouw. Mellie Uyldert beschrijft het op haar eigen romantische manier: ‘ telkens waar de stengel zich vertakt, omsluit zulk een blad zorgzaam het vertakkingspunt, terwijl de bladsteel zelf ook weer met een schede de stengel omsluit. Alles aan deze plant zegt: omhulling, koestering, bescherming. Ze heeft dan ook helemaal het wezen van de baarmoeder.’ Uit vorige eeuwen kennen we de namen Sinnauw of Sinouw, afkomstig van de oud Duitse ‘Sintou’ (altijd dauw), omwille van de dauwdruppels op het naar boven gevouwen blad. Andere benamingen zijn Leeuwenpoot bij Fuchs (1543) en Leeuwenvoet uit de Ortis sanitatis. Bij Dodonaeus klinkt het zo: ‘ Men noemt dit cruydt in ‘t Latijn Alchimilla, ander Planta leonis ende pes leonis. Sij stelpt het bloed ende maendstonden die onmatelijck vloeden. De selve ghestooten ende op de vrouwen ende maeghden borsten gheleyt, maeckt die hard ende stijf;.... Deze onnavolgbare Dodoensbeschrijving illustreert de twee belangrijkste farmacologische werkingen waar Alchemilla ook nu nog voor gebruikt wordt (1) het samentrekkend, bloedstelpend effekt van de looistoffen in de plant en (2) de toepassing bij vrouwenkwalen. In de Oudheid was de plant als geneeskruid niet bekend, maar vanaf de Middeleeuwen vinden we de ‘Synnauw’ terug in al de bekende kruidenboeken. Paracelsus en Lonicerus vermelden haar als ‘rechtes Wundtmittel’. Hildegard von Bingen adviseert het kruid tegen ‘Kehlgeschwure’. In het kruidboek van Matthiolus (1626) werd voor eerst ook de BergSynnauw vermeld tegen allerlei bloedingen. Ook in de recentere religieuse volksgeneeskunde o.a. bij broeder Aloysius wordt de Vrouwenmantel als voortreffelijk wondkruid beschouwd, maar ook als compres gebruikt tegen breuken en ‘uittreden of verzakken van den aarsdarm’ en ter versterking van de baarmoeder. Werkzame stoffen zijn looistoffen. Uit al de ervaringen met Alchemilla blijkt duidelijk een looistofwerking in zijn meest brede betekenis; alles wat los zit in het lichaam weer vast maken: (1) bloedstelpend en wondgenezend, (2) stoppend, dus tegen diarree (3) samentrekkend op de huid, (4) bij baarmoederbloedingen en na de bevalling. De looistoffen in de plant werden reeds in 1939 ontdekt door Muhlemann en benoemd als ellagzuur. Later werd door Lund en Geiger ook andere looizuren gevonden. Een tweede groep van geneeskrachtige stoffen in de vrouwenmantel zijn de flavonoiden vooral quercitine, hyperoside en anthocyanidinen. De enige verwijzing naar hormonaal werkende bestanddelen vinden we terug in een oud onderzoek van Muhlemann. Luteinezuur zou de hypofyse beinvloeden, die de werkzaamheid van de eierstokken reguleert. Weinig klinisch onderzoek, veel professionele ervaring. Dr. Leclerc niet voor niks de vader van de moderne fytotherapie behaalde al in 1939 goede resultaten bij patienten met witte vloed en pijnlijke menstruatie. Snelle verlichting van ‘prurit vulvaire’ verkregen ze door het gebruik van een zalf met 2g vloeibaar Alchemilla-extract, 18g rozewater, 10g lanoline en 30g vaseline. Je kan ook een sterk afkooksel van de gedroogde plant als zitbad of als spoelmiddel gebruiken. Uit een van de weinige klinische onderzoeken bleek dat Alchemilla de vervelende symptomen tijdens de overgang kon verlichten. Ook de werking bij baarmoederbloedingen werd aangetoond in een Roemeens onderzoek met 341 jonge vrouwen. 19 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Franse artsen zoals Dr. Moatti en de gynecoloog Dr. Girault adviseren Alchemilla bij een hele reeks hormonale klachten: PMS (pre-menstrueel syndroom), bij het begin van de menopauze, tijdens of vooral na de zwangerschap om de baarmoeder te versterken en om zwangerschapstriemen te voorkomen. Uitwendig gebruikt kan Alchemilla, net zoals andere looistofplanten, als wondzuiverend middel goede diensten bewijzen. Zelf vind ik het een goede plant tegen acnĂŠ: inwendig als thee of tinctuur en uitwendig als lotion. Het kruid wordt nog weinig gebruikt in de cosmetica, maar de hormonale en huidverstevigende combinatie, zou van onze Vrouwenmantel wel eens een bijzonder verjongend middel voor de huid kunnen maken. Dat zou pas een echte mantel voor de vrouw en een al-chemistenmiddel zijn!

De andere basisplanten. Zilverkaars of Cimicifuga, is een Noord-Amerikaanse inheemse plant, die door de Indianen veelvuldig gebruikt werd. Soorten zoals Cimicifuga simplex en C. ramosa worden bij ons als sierplant aangeboden. De lange, witte bloeiwijzen versieren de tuin pas in september en october en zijn door hun natuurlijke uitstraling en hun late bloeiwijze extra aantrekkelijk voor een wilde tuin. Spijtig genoeg is de belangrijkste medicinale soort, Cimicifuga racemosa, moeilijk verkrijgbaar. Medicinaal is de wortel van deze Zilverkaars een van de meest gebruikte planten bij hormonale klachten, vooral in de menopauze. Venkel of Foeniculum vulgare is een Zuid-Europese schermbloemige, die ook bij ons gemakkelijk groeit in een droge, goed gedraineerde grond. De bronsbladige variĂŤteit staat ook goed in de paars-roze border. Alles aan de plant kan gebruikt worden. De verdikte wortel als groente, de stengels samengebonden in droogboeketten, het blad in de keuken bij visgerechten en de zaden (vruchten) vooral als medicijn. Vooral voor verkrampte darmen, bij buikpijn en gassen is het gekauwde zaad of een kruidenthee samen met kamille de redder in nood. Verder heeft Venkel ook een slijmoplossende en zelfs een zogvormende werking. Dus een echt kruid voor moeder en kind, al mogen de vaders er ook van snoepen. Moerasspiraea / Filipendula ulmaria, werd vroeger Geitenbaard of Koningin der weiden genoemd, de namen geven al aan dat deze witbloeiende plant vooral graag in natte weilanden en langs beekjes groeit. In de tuin kan hij toch wat droogte verdragen, alhoewel op zeer droge plaatsen je beter de Knolspirea / Filipendula vulgaris kan aanplanten. Ze zijn allebei als lichte pijnstiller te gebruiken, vooral bij gewrichtsklachten. De planten bevatten aspirineachtige stoffen, methylsalicylaten die een zoete geur verspreiden als je stengel of wortel kneust. Stevig knabbelen op de stengel, thee trekken van de bloem of tinctuur maken van de wortel zijn de doe-het-zelf methodes om chronische gewrichtspijnen te verzachten. Voor een snelle pijnstillende werking kun je beter geconcentreerde handelspreparaten gebruiken. Citroenmelisse kent iedereen, het is een gemakkelijke vaste plant die zowel in het gele als het paars-roze tuingedeelte thuis hoort. Het blad kan zowel in kruidenmengsels voor het zenuwstelsel als in thee voor de spijsvertering verwerkt worden. Minder bekend maar wetenschappelijk wel onderbouwd is zijn gebruik tegen virusinfecties, meer bepaald tegen herpes labiales of lippenblaasjes. Je kan dan inwendig een geconcentreerde melissethee drinken met Sint-janskruid en uitwendig een lippenbalsem met melisse-extract gebruiken. Een efficient en smakelijk kruidenmengsel voor een overspannen spijsvertering maak je door citroenmelisse, pepermunt en echte kamille in gelijke delen te mengen. 20 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Tegen overspanning, slapeloosheid en vooral bij emotionele problemen kun je thee trekken van citroenmelisse, sint-janskruid en lavendel. Goudsbloem / Calendula officinalis, nog zo een overbekend en veel gebruikt kruid. Minder bekend is de inheemse Akkergoudsbloem, die zich net als zijn grote broer uitbundig kan uitzaaien. Voor wilde tuinders is dat een zegen, voor de anderen een vloek. Medicinaal worden vooral de oranje bloemblaadjes van Calendula officinalis verwerkt in zalven, oliën en cosmetica. Er worden zelfs, net zoals bij de groenten, speciale rassen o.a. Erfurter orangefarbigen’ aangeboden met een hoger gehalte aan flavonoïden, de gele en oranje kleurstoffen in het bloemblad. Voor eigen gebruik kun je gerust alle bloemblaadjes gebruiken, om te verwerken in bijvoorbeeld zalf of olie. Een eenvoudige goudsbloemolie kun je maken door 50gr gedroogde bloemblaadjes minimum 1 week te laten trekken in 1 liter vette olie. Regelmatig schudden, uitzeven, uitpersen en in kleine, goedgevulde flesjes in het donker bewaren. Dit kan ook de basis zijn om een goudsbloemzalf te maken. Echte sleutelbloem / Primula veris, en de andere inheemse soorten de Slanke en de Stengelloze zijn vroege bloeiers die ik echt niet wil missen in mijn kruidige border. Ze kunnen ten andere ook in een bosbiotoop of in een drassig grasland aangeplant worden. Ondanks hun zeldzaamheid in de vrije natuur, doen ze het goed in de tuin. Vermeerderen kan zowel door te zaaien als door de wortels te scheuren. Het zijn ook de wortels, Primulae radix, die als slijmoplossende thee of siroop bij verkoudheid en hoest goed te gebruiken zijn. Een mooie, smakelijke en gezonde bloementhee krijg je door de gelen (Sleutelbloem, Kamille en Toorts) te mengen met de paarsblauwen (Kaasjeskruid, Korenbloem en Maartsviooltje). Een gekleurd tuintje in je thee!

4. De planten uit de kruidige siertuin: de paars - roze border. E c h t e

v a l e r i a a n.

Een echte plant voor mijn kruidige siertuin. Gemakkelijk te telen, inheems, geneeskrachtig en sierlijk. Niet de meest opvallende bloeier met zijn kleine wit tot roze bloemetjes op zijn 1,5 meter hoge steel, maar die bloei kunnen we wat uitbundiger maken door de planten in grote groepen dicht bij mekaar te planten. Valeriaan voelt zich daar goed bij. In de natuur groeit hij vooral op vochtige plaatsen langs drassige Ardense beekjes, maar toch kom je hem ook tegen op drogere boshellingen. Waarschijnlijk zijn het verschillende soorten of variëteiten van onze Valeriana officinalis L. Volgens de botanici is vooral de Valeriana repens Host. de vochtige groeier, terwijl Valeriana wallrothii Kreyer of kalkvaleriaan meer in lichte bossen en droge graslanden voor komt. In onze kruidentuintjes circuleert vooral een krachtig groeiende cultivar die op vruchtbare grond wel 2m hoog kan worden. Zoals je ziet, het valt niet altijd mee om zuiver botanische soorten in onze ecotuin te krijgen, maar dat maakt een tuin en in de tuin werken des te boeiender. Het voordeel van die gevarieerdheid is dat de plant in de tuin niet alleen bij de vijver of in het moeras op zijn plaats is maar ook in de bostuin en een border kan groeien. In een kruidige rose-paarse border kan hij bijvoorbeeld gecombineerd worden met de Heemst, het Muskuskaasjeskruid en de Kattestaart. Mooi op zich en zelfs om op te eten. Valerianae radix. Of te wel de wortel en wortelstok van Valeriaan, zo beschrijft een herborist dat deel van een plant wat medicinaal gebruikt. Door zijn sterke zweetvoetachtige geur trekt de 21 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


valeriaanwortel zowiezo de aandacht van mens en dier, vooral de katten en zelfs de ratten zijn er verzot op. Of de rattenvanger van Hamelen met valeriaan gewerkt heeft weet ik niet. Wat ik wel weet is dat bij het scheuren mijn pas verplante valeriaantjes steeds weer uit de grond geharkt worden door mijn eigen en wat nog erger is, door andermans katten. Controle is dus de boodschap en in die gevallen moet de grond dus wat steviger aangedrukt worden. Vermeerderen is zeer makkelijk omdat een plant uit vele kleine plantjes bestaat met hun eigen wortel verbonden door korte uitlopers. Het volstaat ze voorzichtig uit mekaar te schudden en dan de verbinding als een navelstreng door te knippen. Den herborist als plantengynecoloogje! Een deel van die wortels kun je drogen of op alcohol zetten om later te gebruiken als rustgevend slaapmiddel. Pas bij het drogen komt de geur zo sterk op de voorgrond, waardoor een hele kamer muffig gaat reuken. Thee trekken van deze wortel of er een bad in nemen, blijft toch een onderneming op zich, prettiger is een tablet of tinctuur te gebruiken. Als medicijn wordt hij veel gemengd met hop of citroenmelisse, planten die in onze kruidige siertuin ook thuis horen. Valeriaan, verhalen en verzinsels? De populariteit van de plant vertaalt zich ook in de vele en bijzondere namen, die hij in verschillende landen gekregen heeft. In Frankrijk wordt hij ‘guerit tout’ en in Engeland ‘all heal’ genoemd. De naam valeriaan zou van het latijnse ‘valere’ van waarde of van ‘valeo’ sterk zijn, komen. Andere oude namen zijn speerkruid, naar de rechtopgaande bloeiwijze, en kattepier omdat hij ook op regenwormen een sterke aantrekkingskracht uitoefent. Dat is zeker geen verzinsel, want er kruipen dikwijls veel wormen rond de wortel en in de biologisch-dynamische landbouw wordt zelfs een valeriaanaftreksel gemaakt om in de composthoop te verwerken. Vele verhalen zijn verbonden met valeriaan. Zo zouden de vrouwen uit Barcelona valeriaanpoeder in hun kousen gedragen hebben als, hou je vast, voorbehoedmiddel tegen zwangerschap. Zouden we daar de zweetlucht van onze valeriaan aan over gehouden hebben? In de Middeleeuwen werden de wortels tussen de kleding gelegd, om ze lekker te laten ruiken. Smaken en geuren kunnen van cultuur tot cultuur dus toch wel erg verschillen. Wat wel te begrijpen is, dat zware geuren zoals van de valeriaan als fixatief in parfum gebruikt werden. Hoe dan ook de geur en de wortel van deze plant zorgen ervoor dat valeriaan een extra attractie wordt voor onze tuin. Misschien moeten we er hier even bij stil staan, dat elke bovengrondse tuin ook zijn ondergrondse tegenhanger heeft, die wirwar van wortels onzichtbaar aanwezig in elke tuin moet niet alleen de plant rechtop houden en van voedsel voorzien, maar zorgt ook voor verluchting van de grond. Esthetisch gezien kunnen wortels toch aantrekkelijk zijn met hun grillige, inspirerende vormen en verrassende kleuren en zoals bij de Valeriaan of de Kalmoes opvallen door hun sterke geuren. Door hun vorm zijn wortels soms echte kunstwerkjes, geschikt om in huis of tuin als versiering gebruikt te worden of om er amuletten van te maken. Aan wortels werden en worden dan ook magische eigenschappen toegeschreven. Valeriaan en Bijvoet beschermden tegen betovering en werden dan ook gebruikt tegen ziekten van betovering zoals hysterie en epilepsie. Veel van deze oude medische toepassingen moeten we kritisch bekijken zonder ze volledig af te keuren, bewezen is nu wel dat Valeriaan een goed kalmerend slaapmiddel kan zijn, waar stoffen zoals valeriaanzuur en valepotriaten gedeeltelijk verantwoordelijk voor zijn. Oude en nieuwe kennis leidt tot waardering, waardoor we in de tuin niet alleen genieten van de uiterlijke maar ook van de innerlijke schoonheid van een plant zoals Valeriaan. 22 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Juist in onze tijd van hopeloze overspanning kan deze Valderiaan, zoals hij vroeger genoemd werd, de depressieve mens een vleugje vrolijkheid brengen.

Heemst, het prototype van een slijmstofplant. De Heemst (Althaea officinalis L.) behoort tot de familie van de Kaasjeskruiden of Malvaceae. Deze familie is vooral bekend in de tropen en subtropen voor zijn alomtegenwoordige sierplanten zoals Abutilon, Lavatera, Hibiscus en andere Stokrozen. Economisch gezien is vooral Gossypium, de katoenstruik, het belangrijkste familielid. Het zijn vooral struikachtige planten, gewoonlijk met grote opvallende bloemen, die hun verwantschap duidelijk kenbaar maken via de talrijk vergroeide meeldraden en de 5 kelk- en 5 vrije kroonbladeren. Een grote beharing, slijmerig sap (geneeskracht) en harige zaden zijn ook bekende kenmerken van deze sterke maar toch vertederende familie. Eerst een woordje over de andere familieleden. De Abutilons zijn meestal lage struikachtige planten met gele bloemen, die de laatste jaren bij ons bekend zijn geraakt als pot- of oranjerieplanten. Sommige soorten zoals Abutilon indicum wordt in Zuidoost-Azië medicinaal gebruikt als slijmstofplant. Een bezoek aan de tropen is niet mogelijk zonder Hibiscus rosa-sinensis te zien. In Indonesië noemt men de vlammend rode bloemen ‘schoenenbloem’ (kembang sepatoe), wat dan weer afkomstig is van ‘fulo de sapata’, de naam die de Portugezen hem gaven toen zij in de 16de eeuw deze plant op Ceylon voor het eerst zagen. Het bleek dat schoenen zwart kleurden onder invloed van het sap. Chinese en Indiase vrouwen kleuren er hun wenkbrauwen mee. Bij ons wordt de Hibiscus sabdariffa op grote schaal gebruikt als kruidenthee, meestal gemengd met rozebottel. De smaak en kleur van rozebottelthee is dus gek genoeg afkomstig van de Hibiscusbloem. Heemst en Kaasjeskruiden De Echte heemst, zoals hij officieel wordt genoemd, is een 1 tot 1,5m stevige rechtopstaande vaste plant die overleeft met zijn penwortels. Hij groeit in vochtige weilanden rijk aan minerale zouten, langs sloten en oevers, maar is zeer zeldzaam. Zelf heb ik hem in de vrij natuur nog nooit gezien. Gelukkig groeit hij goed in mijn eigen tuin, zelfs op wat droge en arme zandgrond. Scheuren is de gemakkelijkste methode om hem te vermeerderen maar zaaien gaat ook goed. Zowel de Heemst als de verwante Kaasjeskruiden (Malva) zijn mooie en nuttige deelnemers in een kruidige siertuin, al gedragen ze zich totaal verschillend. Het Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris L.) is een echte zwerver, die zich overal uitzaait en dan ook steeds weer op andere plaatsen in de tuin opduikt, terwijl de Heemst altijd trouw op hetzelfde plekje te voorschijn komt. Het Kaasjeskruid is een flamboyante kleurige wildebras, de Heemst een statig heertje in grijs en wit. De Heemst was ooit de trots van de Belgische kruidenteelt. Vóór 1914 was de jaarlijkse opbrengst aan bloemen, bladeren en wortels gemiddeld 75.000kg en was de goede kwaliteit van onze heemstwortel over heel Europa bekend. Nu, moeten we ons tevreden stellen met de planten uit eigen tuin. Het woord ‘Heemst’ en ‘Althaea’ Een etymologische verklaring voor het woord ‘Heemst’ lijkt er vreemd genoeg niet te zijn. Wel zou ook Hemst, Himst en Hoemst gebruikt geweest zijn. Daarentegen zijn er heel wat verklaringen voor de oude benaming ‘Witte malve’ of ‘Malassoo’, wat ‘week maken’ betekent. 23 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


De officiële naam ‘Althaea’ was reeds bij Dioscorides bekend en is afgeleid van het Griekse ‘althaino’ (helen of genezen). Zoals bij vele andere planten speelt de geneeskracht een rol in de naamgeving. Bij Heemst vinden we dit ook terug in een aantal volkse benamingen zoals ‘Tandwortel’ en ‘Witte pappel’. De Duitse naam ‘Weispappel’ lezen we reeds bij Konrad van Megenberg (± 1250) en ‘Sammetpapel’ bij Cordus in zijn ‘Botanologicon’ uit 1534 en is terug te voeren tot het gebruik als papje bij abcessen. Slijmplanten met hun vliesvorming op de huid zijn altijd als verzachtend, kalmerend en beschermend omschreven. Sterke verhalen hierover vinden we terug bij de Romeinse cultuurhistoricus M. Terrentius Varro (116 - 27 v. Chr.) die beschrijft hoe de priesteressen van Apollo over gloeiende kolen liepen met heemstzalf aan hun voeten. Iets gelijkaardigs vinden we ook bij de bekende Albertus Magnus. Hij vertelt dat magiërs met ingesmeerde handen allerlei voorwerpen uit het vuur konden halen zonder zich te verbranden. Voor moderne magiërs, neppsychologen en andere mensenmanipulators à la Ratelbond volgt hier een Frans recept om vuurvast te worden: Heemstsap, vers eiwit, zaad van Vlokruid (Plantago psyllium), fijngestampte kalk en mieriksap mengen; de handen hiermee insmeren, laten opdrogen en dan een tweede laag aanbrengen. Wanneer dit opgedroogd is, kan men met deze handen gloeiend ijzer dragen zonder zich te verbranden. Uitproberen is natuurlijk op eigen risico ! Materia medica Verschillende farmacopeën vermelden de heemstwortel. In de Nederlandse Farmacopee 4 wordt het gedroogd kruid beschreven als “cylindervormig of zwak kegelvormig, aan de voet soms enigszins verdikt, lang 10 - 20cm, dik tot 2,5cm, recht of flauw gebogen, enigzins hoekig ten gevolge van het schillen en met ondiepe, brede, overlangse gleuven door het indrogen. Oppervlak effen, enigszins vezelig, vuil-wit met vele dwarsgerekte, bruine littekens van de bijwortels. Reuk zwak, smaak flauw, slijmerig.” Jonge gedroogde wortels zijn van binnen vlezig en blijven buigzaam, terwijl oudere, meerjarige wortels hard zijn en inwendig sterk verhout. Slijmcellen komen in houtige delen minder voor en zijn dus van slechtere kwaliteit. In het najaar worden de één- of tweejarige wortels geoogst, na het rooien snel gewassen, ontdaan van stengeldelen en bijwortels en dan geschraapt ter verwijdering van de buitenste bastlagen. Om het witte uiterlijk te versterken, worden de gedroogde wortels nog een tijd in een trommel gedraaid. Alleen de geschraapte, gezuiverde wortel (Althaea radix mundata) is officinaal. Het bewaren moet zeer droog gebeuren, in goed gesloten bokalen en buiten invloed van licht en insecten. Deze wortel trekt makkelijk vocht aan (hygroscopisch). Samenstelling en farmacologische werking Dat de Heemst slijmstoffen bevat, en dit tot 35%, lijkt me vanzelfsprekend. Daarnaast is er in de plant nog evenveel pectine aanwezig. Uit onderzoek van Tomoda is gebleken dat slijmstoffen in vitro een fagocytosestimulerende werking hebben en bij muizen een bloedsuikerverlagend effect. Stikstofhoudende verbindingen zoals asparagine, lecithine en betaine zijn in kleine hoeveelheden aanwezig en veroorzaken een snel bederf van het vochtig wortelpoeder. Dat is dan ook de reden om deze plant goed droog te bewaren. Gebruik

24 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Heemst als slijmstofplant is dus vooral geschikt is om droge, geïrriteerde luchtwegen te smeren en tot rust te brengen. Dus te gebruiken bij keelpijn, heesheid en infecties van de luchtwegen die gepaard gaan met een droge hoest. Bij Petrus Nylandt ( - ) klinkt dat zo: “Voor Sinckinge ende dunne Catharren die op de borst vallen” en “voor zwaren hoest”. Bij geïrriteerde en ontstoken slijmvliezen van maag en darmen kan Heemst ook gebruikt worden, al zijn dan andere slijmplanten zoals Lijnzaad en IJslands mos. Het kauwen op de gedroogde wortel bij het doorkomen van de melktandjes is wel de merkwaardigste toepassing van Heemst. De zachte smaak is aanvaardbaar voor kinderen en het knabbelen maakt slijmstoffen vrij die verzachtend werken op het geïrriteerde tandvlees. Een droge huid wordt weer soepel met kompressen van heemstwortel, maar ook het blad en de bloem kan als lotion gebruikt worden bij kloven en couperose. Als men lang genoeg zoekt, vindt men ook voor Heemst een waslijst van andere indicaties: siroop tegen slapeloosheid, blaasontsteking, dampbaden bij sinusitis, …Voor deze kwalen kan Althaea officinalis wel geprobeerd worden, maar zijn er toch veel betere planten. Hoe te gebruiken Het meest gebruikt en het bekendst is de Heemstsiroop (Sirupus Althaeae). In de Nederlandse Farmacopee 4 wordt hij als volgt bereid: Macereer drie delen Althaeawortel, in dunne schijfjes gesneden en goed gewassen met vijfenveertig delen water gedurende 6 uur. Coleer en overgiet de wortel opnieuw met water tot een colatuur van veertig delen. Bereid van deze colatuur (het gefiltreerde), met zestig delen suiker, honderd delen siroop. Zelf maak ik meestal ‘siroop’ door verse heemstwortel, in de lengte doorgesneden, in honing te laten trekken. Gemakkelijk te maken en gezond. Een kruidenthee maakt men best door 1 koffielepel kleine stukjes heemstwortel gedurende 30 minuten te macereren in een kopje water. Kauwen op de verse of gedroogde wortel is een sympathieke en zeker ook efficiënte gebruikswijze bij droge hoest, heesheid, keelpijn en ook te proberen bij aften en andere tandvleesproblemen. Samengestelde kruidenmengsels met Heemst zijn overdadig aanwezig in apothekersboeken, vooral combinaties met Zoethout (Glycyrrhiza glabra L.) en Anijs (Pimpinella Anisum L.) zijn smakelijk en efficiënt. Een veel gebruikte en interessant mengsel, waarschijnlijk afkomstig van Dr Valnet en weer opnieuw in gebruik bij Dr Moatti: 2 delen Heemstpoeder, 1 deel Zoethoutpoeder, 1 deel lactose te gebruiken bij constipatie 1g, 1 tot 3x daags. Voor uitwendig gebruik zijn er de ‘Species emollientis sen ad cataplasmata’, waarbij slijmstofplanten als papje gebruikt worden voor het verzachten en de rijping van abcessen. Uit de Duitse farmacopee (DAB 6): Matricariae flos (bloemen van Kamille) 20 gewichtsdelen Althaeae fol. pulv. (poeder van Heemstblad) 20 Malvae fol. pulv. (poeder van Kaasjeskruidblad) 20 (Meliloti hb. pulv. (poeder van Akkerhoningklaver20) Lini sem. pulv. (poeder van Lijnzaad) 20 Een eetlepel van dit mengsel wordt 30 minuten getrokken met een kop koud (20°) water. Daarna kookt men dit tot een brij, die zo warm mogelijk opgelegd wordt. 25 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Heemst, een beroemde plant uit het verleden, is in onze tijd wat vergeten. Hopelijk wordt deze mooie plant met zijn duidelijke indicatie opnieuw opgenomen in onze hedendaagse gebruikstuinen.

Rode zonnehoed - Echinacea purpurea. Planten leiden ook zonder de mens een eigen leven. Tot dat ze, ontdekt worden, een naam krijgen, ingedeeld, geproefd, geprobeerd, vermeerderd, geanalyseerd en soms uitgeroeid worden. In een ‘zwak’ moment denk ik wel eens: moeten we al die planten niet hun eigen leven laten leiden? Maar, kunnen wij wel zonder hen en kunnen zij wel zonder ons? Rode zonnehoed is zo een plant, waar wij het lang zonder hebben gedaan. En die nu als gezondheidsplant bijna onvervangbaar lijkt. Omdat het een Noord-amerikaanse plant is, kon hij hier in Europa natuurlijk ook niet bekend zijn en dus niet gebruikt worden. Bij de Indiaanse volkeren heeft hij reeds eeuwenlang een grote reputatie. Plantenresten in graven van de Lakota Sioux dateren al van 1600. Vooral tussen 1845 en 1930 werd hij door de bekende Eccletic docters King en Loyd met succes gebruikt, in die periode werden de planten door Dr. Meyer naar Europa gebracht en bij de firma Madaus verder onderzocht. Bekend en gepopulariseerd werd hij vooral door de Zwitsere natuurgeneeskundige Vogel en de firma Biohorma. Botanisch. De Rode zonnehoed hoort bij de grote familie van de Samengesteldbloemigen, vroeger werd hij Rudbeckia genoemd, om rond 1800 de naam Echinacea te krijgen. De Indianen noemden hem Snakeroot, omdat hij tegen slangenbeten gebruikt werd. Volgens McGregor bestaan er 9 soorten, waarvan de bekendsten en meest gebruikten Echinacea purpurea, E. angustifolia en E. pallida zijn. Het zijn allemaal bossige vaste planten, die op de Amerikaanse prairies groeien, maar gelukkig in Europa ook goed te telen zijn. Vooral de Echinacea purpurea is een gemakkelijke 1m hoge zomerbloeier, die zowel door zaaien als door scheuren vermeerderd kan worden. Hij past prachtig in een klassieke paars-roze border bijvoorbeeld in het gezelschap van de zwarte Stokroos, Kaasjeskruiden, de rose Lavatera, Zeeuwse knoopjes, de merkwaardige Vuurwerkplant en de inheemse Donkere ooievaarsbek. Een zomerse bloemenborder om je vingers bij af te likken! Goed onderzocht en veel gebruikt. Eindelijk een plant waarbij de dagelijkse gebruikservaringen bevestigd worden door het vele wetenschappelijk onderzoek. Al in de jaren 20 werd in Duitsland door dr. Madaus de invloed van Rode zonnehoed op ontstoken wonden onderzocht. Sindsdien zijn er meer dan 400 wetenschappelijke artikels gepubliceerd over de scheikundige samenstelling en het klinisch gebruik van verschillende Echinaceasoorten. De plant wordt vooral gebruikt om de weerstand te verhogen, het immuunsysteem te versterken bij allerlei infectieziekten. Vooral voor de luchtwegen, dus bij verkoudheid, griep, en bronchiale aandoeningen is hij goed te gebruiken. Daarnaast ook bij blaasontsteking samen met Solidago en Kaasjeskruid en bij huidinfecties samen met Goudsbloem en Echte kamille. Mensen met een verlaagde weerstand, bijvoorbeeld na ziekte of na het leveren van zware inspanningen, kunnen gedurende 1 week tot 10 dagen, 3 maal daags 30 druppels moedertinctuur gebruiken. Langer hoeft niet! Uit onderzoek is gebleken dat Echinacea tijdelijk o.a. een impuls geeft aan de witte bloedcellen, een effect dat na 1 week al kan verdwijnen. Als je het langer nodig hebt, kun je het beter om en om, 1 week wel en 1 week niet gebruiken. En op die wijze doorgaan zolang je dat nodig vindt.

26 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Huidmiddelen in onze apotheektuin. Goudsbloem, Echte kamille, Sint-janskruid en Rode zonnehoed vormen in onze kruidige siertuin samen de grote vier voor eerste hulp. Een combinatie van Sint-janskruid en Echinacea is vooral geschikt bij virusinfecties zoals lippenblaasjes en gordelroos, Goudsbloem en Rode zonnehoed zijn dan weer goed om allerlei wonden te ontsmetten. Tegen slangenbeten en zadelpijn waarvoor hij door de Indianen gebruikt werd, hebben wij deze plant niet meer nodig, maar andere huidproblemen zijn er des te meer en daar kan de Zonnehoed volop voor gebruikt worden. Een alfabetische opsomming van die huidproblemen ziet er als volgt uitzien: acné, abces, brandwonden, doorligwonden, eczeem, gordelroos, insectensteken, lippenbaasjes (herpes) nagelriemontsteking, psoriasis, schimmelinfecties, spataderzweren en wonden. Een hele waslijst, maar voor veel van deze kwalen zijn er wetenschappelijke onderzoeken verricht of zijn er serieuze praktijkervaringen bekend, die de efficiëntie van Echinacea bevestigen. Hoe efficiënt te gebruiken? Weten waar kruiden echt goed voor zijn is belangrijk, weten hoe ze verwerkt en gebruikt moeten worden is even noodzakelijk. Wanneer en welk deel van de plant moet geoogst worden? Kan het vers of gedroogd? Zullen we ze zo opeten of maken we er thee of tinctuur van? Hoelang moeten of mogen we die plant gebruiken? Al deze vragen zijn niet zomaar te beantwoorden. Bij de Zonnehoed lijkt het verse gebruik het meest efficiënt te zijn. Dat betekent dat we het blad, de bloem of de wortel zo kunnen opeten, maar praktischer is het om de verse plant te verwerken tot tinctuur. Een eenvoudige tinctuur maken kan door 50gr blad en bloem te laten trekken in 250 cc alcohol van 30 tot 70 % (gewichtsverhouding 1:5), regelmatig schudden en na 14 dagen uitzeven. Een alcoholisch aftreksel maken is dus gemakkelijk, maar toch ook moeilijk. Want, moeten we het vochtgehalte van de verse planten niet meten? Welke alcohol moeten we gebruiken? Hoe is de verhouding tussen plant en alcohol? Met andere woorden, hoe geconcentreerd is zo een tinctuur en hoeveel druppels kunnen we daarvan gebruiken? Niet voor niks zijn er boeken van 1000 bladzijden geschreven alleen maar over het verwerken van kruiden. Een van die boeken is het HAB, het Homöopathisches Arzneibuch, waar voor elke plant exact beschreven wordt hoe de tinctuur gemaakt moet worden. Voor ons doe-het-zelvers zijn al die berekeningen praktisch gezien niet uitvoerbaar. Maak het dus maar op de eenvoudige manier, maar besef wel dat we het zo nauwkeurig mogelijk moeten doen en dat de kwaliteit van zelfgemaakte preparaten zeer wisselend kan zijn. Soms erg goed en soms zeer slecht! Kennis en ervaring is daarom erg belangrijk. Duizend en een stoffen. Alle planten bevatten een oneindige hoeveelheid stoffen, die in de eerste plaats bedoeld zijn om de plant zelf overeind en in leven te houden. De ‘slimme’ mens heeft geleerd om al die ingrediënten als voedsel en als medicijn te gebruiken. De voedingsstoffen noemen we vitamines, mineralen, eiwitten en zo verder, de geneesstoffen met een specifieke fysiologische werking zijn bijvoorbeeld looistoffen met een samentrekkende werking, slijmstoffen met een verzachtend effect op de geïrriteerde huid en de slijmvliezen, etherische olie met een ontsmettende werking. In de Rode zonnehoed zijn het vreemd genoeg een aantal polysacchariden en alkylamiden die vooral zorgen voor de stimulering van het immuunsysteem. Alkylamiden kunnen een licht prikkelend en verdovend effect op de tong veroorzaken. Deze ‘tingling sensation’ werd door de Indianen gebruikt om de kwaliteit van de plant te beoordelen. Als herborist vind ik dit wel interessant omdat we zo moeilijke stoffen door het gebruik van onze zintuigen 27 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


gemakkelijker kunnen begrijpen. Ons lichaam werkt als wetenschappelijk detectieinstrument. Rode zonnehoed, tintelt of tintelt hij niet?

Echte salie, eeuwige

geneeskracht.

Hoe echt is de salie? Vreemd kan het gaan met onze inheemse planten en het idee dat alleen echte, wilde planten van bij ons gezond of geneeskrachtig zouden zijn. Is wild werkelijk beter!? In de praktijk zien we, dat bij de Saliefamilie de verschillende inheemse soorten van de mooie Veldsalie tot de zeldzame kleinbloemige salie helemaal niet medicinaal gebruikt worden. Alleen de zuiderse Salvia officinalis heeft een eeuwenoude reputatie als medicijn, gelukkig wil hij het in onze tuinen ook goed doen. Dit grijsgroen laagblijvend struikje is ook bij ons perfect winterhard, vooral op goed gedraineerde kalkrijke grond in de volle zon. Hij groeit breed uit en laat zijn hangende takken opnieuw wortelen, waardoor de plant door het zogenaamde afleggen gemakkelijk te vermeerderen is. Je kan dat effect nog versterken door grond tussen de plant te brengen, zo bedek je de kale onderkant van de takken en kunnen oudere planten zich verjongen. Variatie. Ook van dit kruid bestaan verschillende variĂŤteiten met smaller of breder blad, paars, gevlekt of gelig, die ook allemaal in de keuken of als medicijn gebruikt kunnen worden. De gevlekte en gele soorten bevriezen wel makkelijker. De breedbladige soorten geven natuurlijk een grotere opbrengst, groeien ook wat compacter maar bloeien minder. Naast de Echte salie is voor ons de Scharlei of Muskaatsalie interessant, een tweejarige plant decoratief met zijn wollige blad en rose-paarse bloempjes omringd door een groot schutblad. Boeiend ook door zijn vreemde muskaatachtige geur, die misbruikt werd om slechte wijn op smaak te brengen. Hebben we het eeuwig leven met salie in de tuin? Dat hebben de geleerden uit de school van Salerno ooit wel beweerd. Of we dit letterlijk moeten nemen, is wat anders. In elk geval geeft het wel aan, dat de salie medisch gezien hoog gewaardeerd werd. Medicinaal is het salieblad het best bekend voor zijn samentrekkende en ontsmettende werking in mond en keel, deze werking hebben we vooral te danken aan de combinatie van looistoffen en etherische olie die in de plant aanwezig zijn. Dus goed te gebruiken bij bloedend tandvlees, heesheid, keelontsteking en aften. De beste gebruiksmethode is uitvoerig gorgelen met een sterk aftreksel of met een salietinctuur. Eenvoudig is het tandvlees masseren met een vers blaadje of er gewoon op knabbelen. Niks nieuw onder de zon, de 16eeuwse kruidkundige Matthiolus adviseerde al om de tanden en het tandvlees in te wrijven met verse saliebladeren om ze stevig en zuiver te houden en salie-extracten worden weer volop aangewend in moderne tandpastas. Weinig bekend is dat salie een transpiratieremmende en licht hormonale werking bezit, waardoor hij perfect te gebruiken is tijdens de overgang. Het oestrogeeneffect kan er misschien voor zorgen dat vrouwen ook na de menopauze gespaard blijven van vaat- en gewrichtsproblemen. Nog nader te onderzoeken! Mensen met zweetvoeten of vochtige handen kunnen ook profiteren van de transpiratieregulerende werking van onze salie, de plant zou het warmtecentrum in de hersenen beĂŻnvloeden. Je kan dan zowel inwendig thee als uitwendig voetbaden gebruiken. Te proberen: gedroogd en verpoederd salieblad in de kousen strooien tegen zweetvoeten, 28 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


gemakkelijker is natuurlijk om met salietinctuur of lotion je voeten in te wrijven, maar dat vind ik minder heroïsch. In de keuken. Salie is een van de weinige kruiden, die ik als thee graag drink. Ook salie getrokken in melk is een bereidingswijze die je in de oude literatuur regelmatig terugvindt en dat niet alleen om te drinken maar zelfs als huidlotion. In de keuken word het blad vooral bij vette vleesgerechten gebruikt. De combinatie van vet en vlees is echter aan mij niet besteed. Wat ik wel waardeer zijn saliebeignets, niks anders dan mooie grote salieblaadjes die in beignetbeslag gefrituurd worden en zowel zoet als zout te genieten zijn. Een recept: Meng bier, bloem, eierdooiers, suiker en een beetje zout, laat dit deeg 2 uur rusten, klop dan eiwitten met griessuiker en spatel het door het deeg. Dompel de salieblaadjes in het beslag en laat ze romantisch goudgeel frituren. Doseringen moet ge zelf maar verzinnen! In onze kruidige siertuin Zonder salie, zowel esthetisch als genezend kan ik mij geen kruidige tuin voorstellen. Bij mij is hij in elk geval beeldbepalend, ik verleg zelfs mijn paden om mee te groeien met mijn salieplanten. De oorspronkelijk vierkante vakjes zijn nu grillig golvende groepen geworden. Salie vormt samen met lavendel, tijm en eventueel Santolina en Buxus een groengrijsblijvend alternatief voor de coniferentuin.

Lavendel in geuren en kleuren Lavendel, een legende! een leefwereld! Alleen al geur en kleur roepen een wereld van warmte en harmonie op. Subtiele kleurnuances van violet, paars, lila en geurgevoelens van zachtheid, goedheid en gezelligheid maken van Lavendel de vanzelfsprekende lieveling van de mens. We hebben het nu over een plant, de Lavandula angustifolia, die in Zuid - Frankrijk van Drome tot Provence zich in de warme en droge natuur van dit land thuis voelt. De echte Lavendel groeit vooral boven de 700 meter terwijl zijn familielid Lavandula latifolia, de Spijk liefst lager verblijft. Op de plaats waar ze samenkomen is een gekruist kind ontstaan met de naam Lavandula intermedia, de Lavandin. Deze stevige hybride zoon voelde zich thuis in de natuur en werd in de jaren 20 door ene M. Grosso in cultuur gebracht. Niet te verwonderen, want deze cultivar heeft niet alleen meer en grotere bloemaren maar bevat ook meer etherische olie. Spijtig genoeg is deze olie anders van samenstelling dan die van de echte lavendel. Hij is scherper van geur door zijn hoger gehalte aan kamfer en wordt daarom meer in zeep en badproducten gebruikt, terwijl de ‘Echte’ meer medicinaal gebruikt wordt. Lavendel van oudsher. Zoals met vele kruiden werd Lavendel al in de Oudheid gebruikt. Dioscorides, Galenus en Plinius adviseerden de ‘Spijk’ als tonicum en als krampwerend middel. Voor Matthiolus was het zelfs een panacee met een werking op de hersenen, te gebruiken bij epilepsie en tegen verlammingen. De plant ondersteunt de maagfunctie en verwarmt de baarmoeder, zegt hij. De bloemen in wijn gekookt drijven de urine uit het lichaam. Tot slot zou het ook een goed harttonicum zijn. Petrus Nijlandt zich baserend op autoriteiten zoals Dodonaeus adviseert de ‘Spica’ voor 29 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


beroerdheid, lammigheid, slaapzucht, vallende ziekte en de bezwijmingen. Voor opstijgingen der lijf-moeder, en zware arbeid der vrouwen, bestrijkt Ravelingius de navel van de buik met Spieckolie en met dezelfde etherische olie masseert hij de ruggegraat van patiënten met verkrompen leden. Dodonaeus vat het nog eens onnavolgbaar samen: 'de Lavendel is warm en droog in de derde graad, en de hersenen en zenuwen aangenaam'. Lavendel hedendaags. Gemengde gevoelens van bewondering, verwondering en twijfel overvallen me steeds weer, bij de waslijst van werkingen die elk kruid heeft, of zou moeten hebben. Kritisch denken is hier wel op zijn plaats en dat hebben wetenschappers voor mij al een beetje gedaan. Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie, gebruikte de Lavendel vooral als urinedrijvend, kalmerend en infectiewerend middel. In diezelfde jaren 40 en eerder werd er in Frankrijk al meer onderzoek verricht naar de bacteriedodende werking van de etherische olie uit de Lavendel. Zo ontdekte Prof. Morel en Rochaix een bactericied effect op staphylococcen en zelfs op difteriebacillen. Anderen beschreven een werking op de tuberculosebacil en het verdampen van etherische olie vernietigden sommige pneumococcen, de veroorzakers van longontsteking. In Duitsland zijn er van alle medicinale planten officiële monografieën gemaakt, ook de Lavendelbloemen worden daar in beschreven. De Commissie E, die deze inventarisatie heeft opgesteld, adviseert de Lavendel bij onrust, inslaapstoornissen en nerveuze maagbezwaren. In de Verenigde Staten werd de etherische olie van Lavendel uitgetest op een intensive care afdeling. De patiënten, die gemasseerd werden met de olie, voelden zich veel beter en waren minder angstig dan de controlegroep. Door het verspreiden van Lavendelgeur in een rusthuis bleken bejaarden geen slaaptabletten meer nodig te hebben. Een brief over dat onderzoekje werd zelfs gepubliceerd in het vermaarde medische tijdschrift ‘The Lancet’. Misschien zijn dit geen definitieve bewijzen voor de sedatieve werking van de Lavendel, maar voor mij toch genoeg om vooral de etherische olie als een beschermer te gebruiken tegen de stresserende prikkels uit onze drukke wereld. De geurstoffen uit planten noemt men etherische olie. Ze worden zoals bij Lavendel vooral in parfums, cosmetica en badpreparaten gebruikt. Toch hebben ze ook een zeer goede infectiewerende en kalmerende werking. De kwaliteit van de olie moet dan wel optimaal zijn. Zo zijn de geurstoffen van elke Lavendelsoort verschillend van samenstelling en ook verschillend van werking. De echte Lavendel is veel fijner van geur dan de Lavandin, in Frankrijk noemt mem deze etherische olie dan ook ‘le fine’. Het is de basisolie uit de aromatherapie, hij is veelzijdig van werking en ongevaarlijk. Het beste kan hij op de huid gebruikt worden als massageolie of als badpreparaat. Door zijn gehalte aan stoffen zoals esters, heeft hij een goede krampwerende werking. Hij kalmeert en verzacht en heeft tezelfdertijd een versterkend effect. Lavendelolie veroorzaakt geen slaperigheid maar bereidt je voor op de slaap. Het is een rustgevend tonicum. Misschien raar, maar te begrijpen als we beseffen dat een druk persoon dikwijls sterk en vol van energie lijkt, maar in feite zijn basiskracht (tonus) aan het verspillen is. Een rustig persoon bezit juist veel meer potentiële energie, die dan ook gericht, op het goede moment gebruikt kan worden. Bij alle aandoeningen van het zenuwstelsel, maar vooral bij vegetatieve stoornissen kan de Lavendelolie gebruikt worden, ook en juist als preventieve kuur en bij voorkeur als inwrijfmiddel van de zonnevlecht of te wel de plexus solaris, het lavendelplekje bij uitstek. Lavendel en de huid.

30 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Het woord lavendel komt van het latijnse ‘lavare’dat ‘wassen’ betekent. De relatie met de huid lijkt me dan ook vanzelfsprekend. Het is zowat de enige etherische olie die puur op de huid kan gebruikt worden zonder irritatie te veroorzaken. Hij heeft zowel een ontsmettende als huidverzachtende werking en kan bij brandwonden, insectenbeten en kneuzingen gebruikt worden. Vooral voor brandwonden tot de tweede graad heeft hij een grote reputatie. Bekend is het verhaal van Gattefossé, die zich verbrande in zijn laboratorium en per vergissing zijn hand in een bak met lavendelolie stak met een snelle genezing als resultaat. Zelf heb ik meestal een klein flesje met lavendelolie op zak, zeker als ik op trektocht ben in mijn Franse Alpen en niet alleen om ongelukjes te verzachten maar ook om het vermoeide en bezwete lichaam op te wekken en te parfumeren. Veel vliegen in een klap! Mijn eigen lavendelroute. Wandelen in de bergen en kruidenkennis zijn mijn twee passies, die ik elk jaar op vakantie in mijn Drômeland volledig kan beleven. Als ik de Col de Menée nader, verandert het licht en de lucht. Zuiderse geuren van rozemarijn, tijm en lavendel verwarmen mijn hoofd en mijn hart. Aan de overkant ligt het Drômeland aan mijn voeten, het stadje Die en de gîte Abbey de Valcroissant, aan de voet van de Vercors, is al jaren mijn pleisterplaats om deze kruidenstreek te verkennen en te beleven. Hier ontmoeten de zuiderse planten tijm, rozemarijn en bonekruid de bergplanten gele gentiaan en edelweiss. Maar er is meer, medische planten zoals meekrap en beredruif heb ik hier voor de eerste maal in levende lijve ontmoet. En dan zijn er de beeldbepalende bieslelie, Aphyllantes monspeliensis en de valse arnica, Buphtalmum salicifolium. Vele planten met even zovele vreemde verhalen. Een plekje vol van spirit-ualiteit! De Drômevallei is niet alleen een lavendelstreek maar onder impuls van Vlamingen en Nederlanders een echt kruidenparadijs aan het worden. Daar is het kruidenverwerkend bedrijf Phytosan in het stadje Die, verschillende kruidenkwekers van Rode zonnehoed, Tijm, Salie en anderen in de Quintvallei, distilleerderijtjes op een dorpsplein zoals in Marignac en verderop westwaarts in Beaufortsur- Gervanne de aromatuin en het museum van de firma Sanoflore. Wat kan een herborist nog meer verlangen! Mijn eigen aromatuin. De echte lavendel is natuurlijk de basis voor mijn eigen aromatuin. De vele variëteiten verschillen in feite niet veel en zelf hou ik vooral van botanische soorten, al kan de ‘Hidcote’ met diepviolette bloemen en de ‘Munstead’ compacter en vroeg bloeiend, wat subtiele variatie brengen in de Drômetuin. Andere heesterachtige kruiden zoals echte tijm, doorlevend bonenkruid en rozemarijn mogen natuurlijk niet ontbreken. Samen met de echte salie, zijn paars broertje en de heiligenbloem krijgen we dan een geurig grijsgroen en geneeskrachtig geheel. Een tuin die als toniserende kruidenthee zo van het veld te gebruiken is. Lavendelboeketjes, zakjes en zeep. Huishoudelijke toepassingen mag ik hier niet vergeten, al trap ik daarmee alle open deuren in. Daar lavendel makkelijk en mooi droogt, is het een basisbloem voor fijnzinnige droogboeketten. Probeer eens de langere bloemaren van de lavendin te drogen, in de Drôme en de Provence worden ze vers in reuzenbossen aangeboden op de plaatselijke markten. Vul niet alleen een zakje maar een hele zak om als hoofdkussen te gebruiken ter vervanging van het muffe hopkussen. Ik droom er nog altijd van, om het hele plafond van mijn slaapkamer vol te hangen met bosjes lavendel. Wat mijn vrouw daar van vind, weet ik nog niet. Je zou niet alleen het plafond maar ook de vloer kunnen bestrooien met bloemen, maar ook 31 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


dan krijg je huiselijke problemen. Lavendelzeep maken kan gewoon door glycerinezeep te smelten, daar lavendelolie en lavendelbloemen bij te mengen en in vorm te gieten. Zelf maak ik wel eens lavendelsuiker. Gewoon gedroogde bloemen in een glazen pot, er witte kristalsuiker over gieten en enkele dagen laten trekken. Lekker om fruitgerechten en yoghurt te aromatiseren. Ja ja, lavendel is lavendel is lavendel is lavendel tot in de eeuwigheid.

Allerlei

marjoleinen

Vreugde van de bergen, oros - ganus oftewel oregano is de vrij vertaalde naam van onze inheemse Oregano vulgaris of Wilde marjolein. Het is zeker niet altijd een plant van de bergen, maar wel een kruid voor droge, kalkrijke en zonnige plekjes. Het liefst groeit hij aan de zuidkant van holle wegen in Ardennen en Voerstreek, samen met Wilde tijm, Borstelkrans, Kraailook en onze Klokjes. Soms op hogere rotshellingen, bijvoorbeeld op een van mijn geheime plekjes in de buurt van Belvau vind je onze Bergvreugde in gezelschap van het zeldzame Wildemanskruid, de Kalkaster en de glimmende Gamander. Een rots met een Provencaals geurgevoel! Wie is wie en waarvoor? Al groeit er in Belgie maar één soort Oregano, toch is er veel verwarring over de verschillende variëteiten en vooral over de naam. De Nederlandse botanische naam is Wilde marjolein, de latijnse Origanum vulgare maar het gedroogde kruid in de keuken wordt dikwijls met Oregano aangeduid, terwijl de soort Origanum majorana ook Marjolein of Majoraan genoemd wordt. Andere soorten zoals Origanum vulgare ssp. hirtum (Griekse oregano) en Origanum onitis groeien vooral in het Mediterrane gebied en dan vooral in Griekenland en Turkije. Het zijn meestal ook deze sterker geurende soorten die als keukenkruid verkocht worden. Voor de tuin zijn ook de lage Origanum compactum en de geelbladige ‘Aureum’ interessant, deze variëteiten zijn ook in de lage rotstuin te gebruiken. Een taxonomic revision van het genus Origanum is in 1980 gemaakt door de Nederlandse botanicus Ietswaart, die maar liefst 38 soorten op naam bracht. Daarbij komt nog dat zowel Lippia-, Plectrantus- en Thymussoorten onder de naam Oregano aangeboden worden. Zo is de bekende etherische olie Spaanse oregano plantkundig gezien Coridothymus capitatus. De verwarring ontstaat ook omdat veel lipbloemigen zoals Tijm, Bonekruid en Oregano hun gebruik in de keuken en als medicijn te danken hebben aan dezelfde geurstoffen met een hoog gehalte aan thymol of carvacrol. Ze reuken dus een beetje hetzelfde! De kwaliteit van onze inheemse Wilde marjolein is door zijn mindere geur met minder carvacrol dan ook spijtig genoeg niet zo geschikt als pizzakruid. Beter kun je dan ook de Origanum compactum en vooral de Griekse oregano gebruiken, soorten die ook in ons klimaat te telen zijn. Etherische olie. Origanum vulgare ssp. hirtum met veel carvacrol is vooral ontstekingswerend en kan net zoals Tijm bij verkoudheid, hoest en bronchiale aandoeningen gebruikt worden. De zoetgeurende Origanum majorana heeft veel meer een krampwerende en ontspannende werking, het heeft een zogenaamd parasympathisch effekt en wordt daardoor toegepast bij vegetatieve spanningen zoals maagkrampen, benauwdheid op de luchtwegen, zenuwachtigheid en zelfs sexuele overspanning. Van de Majoraan werd van oudsher ook een zalf gemaakt met 3 theelepels verpoederde gedroogde O. majorana, 1 uur getrokken in 1 eetlepel wijngeest, dan vermengen met 2 32 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


eetlepels boter, dit alles 5 minuten au bain marie verwarmen, door verbandgaas uitzeven en de zalf is klaar. Dit is als eerste hulpmiddel te gebruiken tegen buikpijn en krampjes bij baby’s, bij verkoudheid om de neus in te wrijven en vooral ook goed om de pijn bij kneuzingen te verzachten. Misschien zijn juist warmteminnende planten extra geschikt om een ‘warme’ wereld te verwezenlijken. Ik zou zeggen: ‘ Warme schermbloemigen en vurige lipbloemigen verenigt u!’

De tover van tijm. Warm, droog en geurig toverwoorden voor tijm en rozemarijn droomlandschappen zo licht als lucht etherisch als hun olie. Van Drôme tot Provence wandel ik in verwondering. Wie wandelt met me mee? Tijm is voor mij veel meer dan het soepkruid uit de tuin. De Echte tijm of Thymus vulgaris is de huis- en keukenplant, die in België wild niet voorkomt maar makkelijk gekweekt kan worden op voorwaarde dat hij in een goed gedraineerde, kalkrijke grond kan groeien op een zonnig plekje. Zo is ook zijn biotoop in het Zuiden van Drôme tot Provençe waar hij van nature voorkomt met zijn vrienden Lavendel, Rozemarijn en Bonekruid. De Echte tijm is botanisch gezien één soort, maar kan er in de tuin en de natuur toch nogal verschillend uitzien, de bloempjes kunnen lichtblauw, roze tot wit zijn, de bladeren van het donkerste groen tot wittig grijs en de stengels kort en krachtig verhout tot hangend lang en slap. Daarom spreken we over de duitse wintertijm en de franse zomertijm, waarbij de wintertijm kort houtig is, compacter blijft en beter winterhard is, terwijl de zomertijm wilder groeit, makkelijk gezaaid kan worden maar ook sneller invriest. De grote variatie in de soort Thymus vulgaris merken we ook in de samenstelling van de etherische olie, zo zijn er rassen (chemotypes) met meer geraniol, linalol, carvacrol of thymol. Deze variaties ontstaan in de natuur onder invloed van klimaat en grondsoort en ruiken ook allemaal verschillend. Thymol en carvacrol herkennen we als de echte tijmgeur, terwijl de andere soorten minder scherp en citroenachtig geuren. Onze inheemse tijmsoorten, zoals Thymus pulegioides en Thymus praecox, respectievelijk de Grote tijm en de Kruiptijm zijn laagblijvende, kruipende planten die in de Ardennen op kalkrijke tiennes (rotsplateaus) en aan de warme kant in holle wegen veelvuldig voorkomen. Zij zijn goed te gebruiken in een natuurlijke rotstuin samen met Wilde marjolein, Borstelkrans en Bergsteentijm. In onze kruidige siertuin staat de Echte tijm logischerwijs vooraan in de border, gegroepeerd vormen zij de geurige en groenblijvende voorkant. In een strakkere klassieke knopentuin kan de tijm ook als heg of als vorm gebruikt worden, net zoals het Palmboompje of de Heiligenbloem. Het opvullen van de figuren kan het best met laagblijvende planten gebeuren, zoals Rozenkransje of sommige Artemisiasoorten. Ik ben zelf eerder een wilde tuinman, maar als contrast kan zo een strak tijmtuintje bezoekers in de war brengen, reacties uitlokken en daardoor van een tuin, meer dan alleen iets moois maken. De vele geuren van tijm.

33 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Naast de klassieke thymoltijm bestaan er een groot aantal soorten en varieteiten met andere geuren, zo is er de Thymus caespititius Brotero met dennengeur, de Thymus herba-barona Loisel. met karwij-aroma, de Thymus citriodorus onze citroentijm en een fruitige Thymus vulgaris cv. fragantissimus. Zelf heb ik ooit een tijm in de tuin gehad, die naar eucalyptus rook, voor geurtuinen allemaal erg boeiend maar ook een beetje decadent. Plezierig is wel om languit in zo een geurig tijmbedje te liggen of te rollen zoals een kat in het kattekruid. Wel, oppassen dat de buren het niet zien. Tijmsiroop en andere toepassingen. Tijm is het eerste kruid voor de hoestsiroop, gezoet smaakt het niet alleen lekker pittig, maar is door zijn slijmoplossende, ontsmettende en krampwerende werking als het ware gemaakt om vol slijm zittende keeltjes van kinderen weer lucht te geven. Samen met anijszaad en zoethoutwortel is het een perfecte hoestthee bij verkoudheid, bronchiale aandoeningen en griep, vooral voor snotneuzen met weinig weerstand. Tijm is zeker ook een stimulerende plant, die bij vermoeidheid, na ziekte en zelfs bij het sporten gebruikt kan worden. Vooral in de serieuze Franse fytotherapie bij Dr. Valnet en Belaiche wordt tijm veel geadviseerd, Messegué zou zelfs Thévenet aan een overwinning in de Tour geholpen hebben met een kruidenmiddel waarin tijm, bonekruid en rozemarijn de voornaamste ingrediënten waren. Zelf herinner ik mij een jonge wielrenner, die veel last had van slijm tijdens de wedstrijd. Hij begon tijmsiroop te drinken, blijkbaar met succes want na enkele maanden kocht hij bij mij hele dozen siroop. Wat ik natuurlijk wel vreemd vond. Toen ik er naar vroeg, beweerde hij, niet alleen geen last meer te hebben van slijm maar ook beter te presteren. Mooie verhalen, die je zeker niet zo maar moet geloven. Toch het proberen waard, maar liefst geen 12 flessen tijmsiroop achter mekaar uitdrinken. Soep- en andere tijm. Hoe gewoon ook, in vele soepen blijft een takje tijm een onvervangbaar ingredient. Vooral bonensoep wint veel aan geurigheid en verteerbaarheid door zijn gebruik. Zelf beschouw ik soep ook als een soort hartige kruidenthee, dé methode om veel kruiden op een smakelijke manier binnen te krijgen. Een medicinale soep? Waarom niet? In de Middeleeuwen maakte men trouwens met tijm en bier een stevige soep tegen verlegenheid. Tijm en rozemarijn getrokken in olijfolie of azijn zijn geurige toevoegingen aan een zuiderse salade. Het verbranden van tijm heeft al een zeer lange traditie, de naam thymus zou van het Griekse ‘thumos’ komen, hout met aangename geur als het brandt, en van het werkwoord ‘thuô’ de goden een offer schenken’. Het hedendaags barbecue is misschien nog een fletse afspiegeling van die rituelen. Kruiden branden kan nog zeer goed op of in de houtkachel, in open haard of zelfs op de centrale verwarming als vervanging van de vele spuitbussen. Niet alleen voor de geur maar ook als ontsmetter van onze leefruimte. Het branden van kruiden heeft trouwens een veel diepere betekenis, zowel symbolisch, magisch als religieus. Denk maar aan de wierook in de kerk. Of de heksenrituelen rond een kampvuur, waar bilzekruid en doornappel verbrand werden om in extase te geraken. Tijm wordt op grote schaal gekweekt in Oost-Europese landen, niet alleen om medicinale of culinaire redenen, maar ook voor industriële doeleinden. Tijm heeft ook enige insectenwerende werking en werd vroeger op de grond gestrooid om ongedierte buiten de deur te houden. Het werd net als kamfer of lavendel in de kast gelegd om motten te verdrijven. Veel van deze gebruiken waren bijna verdwenen. Het is goed om ze opnieuw te ontdekken en op een nuchtere manier uit te zoeken wat hun waarde voor onze tijd kan zijn. 34 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Viooltje, Viooltje, Driekleurig viooltje. Weinig planten roepen zo veel gevoelens op als het viooltje. Lief, klein vertederend viooltje met zijn gekleurd bloemengezichtje. Het kindje onder de kruiden. Klein maar wél krachtig. Zeker 400 soorten in vele vormen en variëteiten, komen verspreid over de hele wereld voor. In Europa vinden we vooral het Driekleurig viooltje met zijn violette, geelwitte bloemkroon, verder het Akkerviooltje met kleine gelige bloempjes en het vroegbloeiend Maarts viooltje met zoetgeurende blauwe bloemen. Vooral het Driekleurig viooltje is door zijn medicinale eigenschappen en zijn uitbundige groeikracht bijzonder geschikt voor onze kruidige border. Hij kan en mag er zich volop uitzaaien tussen de hogere vaste planten. Zo zal hij een te strakke border wat wilde sierlijkheid meegeven zonder zijn grotere broers de Heemst, Rode Zonnehoed en consoorten te storen. Natuurlijk kun je de Viooltjes ook strak in het gelid langs de paden planten of zelfs bloeiend in een pot bij de voordeur plaatsen. Ik vind dat mooier dan bakken vol van hun grootbloemige soortgenoten. Namen en geschiedenis. De naam Viola zou van het Griekse woord ion of vion afkomstig zijn, wat welriekende betekent. Een andere verklaring komt van het Latijnse via, weg omdat het veel langs wegen groeit; of van vir, kracht omdat sommige vioolsoorten zo sterk reuken. Andere volkse namen zijn Drievuldigheidsbloem en Freyssamcruyt, omdat het gebruikt werd tegen freyssam of stuipen, hoge koorts bij kinderen. Tegen stuipen wordt het nu niet meer gebruikt, maar voor huidaandoeningen bij kinderen is het nog steeds het meest toegepaste middel. Reeds in 1581 adviseerde Lobelius het Pensee-cruydt tegen jeucksel ende craeuwagie (schurft), Verder schrijft hij dat het ‘ neemt wech de ghebrecke vander huydt. Oock trecket samen de vuyle en quade zeericheden met een lijmicheydt die vande Waelwortel ghelijck.’ Dat slaat op de slijmstoffen die in de plant net zoals in de Smeerwortel aanwezig zijn. Werkzame stoffen en gebruik: vooral voor een vette huid. Slijmstoffen, zeepstoffen en salicylzuurverbindingen zorgen er voor dat het Driekleurig viooltje zijn werkzaamheid bij huidontstekingen, reumatische aandoeningen en bij luchtweginfecties een beetje waar kan maken. Vooral bij kindereczeem en melkkorstjes is het kruid zowel in- als uitwendig goed te gebruiken, liefst gemengd met bvb brandnetel en vrouwenmantel. In de puberteit, bij acné en een vette huid is deze kruidenthee of de verdunde tinctuur een echt cosmetisch schoonheidswater. Deze lotion is ontsmettend door het salicyl, verzachtend door de slijmstoffen en ontvettend door de zeepstoffen. Het is zeker geen wondermiddel en ook wetenschappelijk niet sterk onderbouwd, maar er is genoeg praktijkervaring om deze plant zeker bij huidaandoeningen van acné tot psoriasis uit te proberen.

35 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


5. Aanvullende huisapotheek: tien planten buiten de tuin. Juist geneeskrachtig waardevolle planten komen veel voor in de natuur. Denk maar aan de Paardebloem, Weegbree, Klein hoefblad, Brandnetel, Duizendblad of Herderstasje. Over het algemeen zijn het esthetisch gezien weinig opvallende planten en dus niet geliefd in de siertuin. Planten die zich zo sterk verspreiden, worden meestal niet gewaardeerd door de mens. Zouden we er teveel van onszelf in herkennen? Of kunnen we zulke concurrentie niet verdragen? Toch, zou het mooi zijn als we ze eerder als bondgenoten zouden zien. Sommige romantische en esoterische zielen beweren zelfs dat planten die we veel nodig hebben overdadig in onze eigen omgeving komen groeien. Ze roepen om geplukt en gebruikt te worden. Overdreven? Misschien wel, maar toch een mooie gedachte en toch wel opvallend hoe juist deze onkruiden zo nuttig kunnen zijn als voedsel en als medicijn. Onkruid, zou dat geen eretitel mogen zijn? Omdat veel van deze ‘onkruiden’ zo algemeen voorkomen in onze directe omgeving en ze dus gemakkelijk te plukken zijn, heb ik Brandnetel, Paardebloem, Herderstasje, Klein hoefblad en anderen niet opgenomen in mijn kruidige siertuin. Toch wil ik ze hier wel bespreken, omdat zij zo nuttig kunnen zijn en omdat ze zich zélf wel vestigen in de tuin. De lijst van tien planten buiten de tuin: 1. Brandnetel - Urtica dioica. De meest gehate maar ook de meest geliefde plant, veel gebruikt als voedsel en als medicijn, maar ook veel vernietigd langs velden en in tuinen. Te gebruiken als bloedzuiverend middel in een voorjaarskuur en bij allerlei huidaandoeningen. Voor rheuma en arthrose is hij zelfs wetenschappelijk onderzocht. Door zijn hoog vitamine en mineralengehalte is het een goed en goedkoop voedingssupplement, beter dan dure en kunstmatige vitamine-pillen. Merkwaardig en minder bekend is ook, dat de wortels van de grote brandnetel werkzaam zijn tegen goedaardige prostaatvergrotingen. 2. Duizendblad - Achillea millefolium. Hij mag van mij in de tuin, het blad met zijn vele bitterstoffen is goed voor de vertering van ons voedsel, verder is de plant ook bloedstelpend, te gebruiken bij pijnlijke menstruatie en bij spataderen en aambeien. Een manusje-van-alles dus. 3. Herderstasje - Capsela bursa-pastoris. We gebruiken de hele bloeiende plant, hij is bloedstelpend maar ook zeer goed bij menstruatieklachten, vooral bij te sterke bloedingen en baarmoederbloedingen. 4. Hondsdraf - Chlechoma hederacea. Werd vroeger veel gebruikt voor de luchtwegen, kan in een gemengde kruidenthee verwerkt worden, maar liefst niet langer dan 3 weken gebruiken, de plant bevat pyrrolyzidinealcaloïden die levercellen kunnen beschadigen. Het verse blad op de huid gewreven verzacht jeuk en irritatie van o.a. brandnetel. 5. Paardebloem - Taraxacum species. Bitterstofplant die goed is voor lever, gal en spijsvertering, zelfs suikerpatiënten doen er hun voordeel mee, zowel wortel, blad als bloem kunnen gebruikt worden. Samen met Brandnetel en Berk de allerbeste zuiverende voorjaarsthee. 36 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


6. Stinkende gouwe - Chelidonium majus. Het opvallende gele sap doet wel degelijk wratten verdwijnen, uitwendig aanstippen. Goede krampwerende leverplant, inwendig alleen als verdunde tinctuur gebruiken. 7. Smalle weegbree - Plantago lanceolata. Met Weegbree had ik mijn eerste ervaring met planten, het verse blad heeft een goede jeukstillende werking, deze slijmstofplant is verzachtend voor huid en luchtwegen, een eerste hulpmiddel bij uitstek. De zeldzamere Ruige weegbree en de Paarse weegbree zijn ook interessant voor de tuin. 8. Heermoes - Equisetum arvensis. Woekerende wortelstokplant, gemakkelijk te plukken en goed te drogen. Vooral te gebruiken bij chronische klachten: terugkerende blaasontsteking, gewrichtsslijtage (artrose) en aderverkalking. 9. Braam - Rubus fructicosis. Het jonge blad is gedroogd een smakelijke kruidenthee met een licht stoppende werking. 10. Basterdwederik - Epilobium angustifolium. Een nieuw sterretje aan het kruidenfirmament. prostaataandoeningen.

Eén

duidelijke

indicatie:

6. Variaties op de kruidige siertuin. Naast een kruidige border kunnen we kruidentuintjes aanleggen, die geïnspireerd zijn op de verschillende biotopen in de natuur. Een kalk-, steenrijk, droog en zonnig stukje zou onze rotstuin kunnen zijn. Een vochtig, humeus plekje in de schaduw van enkele struiken kan dienen als bostuin. Woekerende wortelstokplanten (Muntsoorten, Hoefblad, Guldenroede) en grootbladige planten (Alant, Smeerwortel, Bereklauw) kunnen op voedselrijke, vochtige grond tegen mekaar op groeien achter in een grote tuin. Wat voorbeeldtuintjes! De kruidige rotstuin (hogere planten) Salvia officinalis - Echte salie Salvia officinalis variëteiten : purpurascens (paars blad), aureum (gelig), tricolor (gele rand) Lavandula vera - Echte lavendel Lavandula vera variëteiten : Hidcote (compact, zilver), Munstead (vroeger bloeiend) Lavandula x intermedia - Lavandin (natuurlijke hybride tussen L. vera en L. latifolia) Santolina chamaecyparissus - Heiligenbloem Santolina virens en Santolina rosmarinafolia Origanum vulgare - Wilde marjolein Thymus vulgaris - Echte tijm De kruidige rotstuin (lage planten) Oreganum vulgare ‘Compactum’ - Wilde marjolein laag groeiend Thymus serpylum - Wilde tijm Thymus x citriodorus ‘Silver Queen - Citroentijm met zilverig blad Alchemilla alpina - Alpenvrouwenmantel Antennaria dioica - Rozenkransje Sedum album - Wit vetkruid 37 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Sedum acre - Muurpeper Bostuin struiklaag Crataegus laevigata - Tweestijlige meidoorn Sambucus nigra - Gewone vlier Rosa canina - Hondsroos Rosa rubiginosa - Eglantier HippophaĂŤ rhamnoides - Duindoorn Rhamnus frangulae - Sleedoorn Mespilus germanica - Mispel Ribes nigrum Zwarte bes Ribes uva-crispa - Kruisbes Berberis vulgaris - Zuurbes Bostuin klimplanten. Humulus lupulus - Hop Lonicera periclymenum - Wilde kamperfoelie Hedera helix - Gewone klimop Bostuin grondbedekkers Ajuga reptans - Zenegroen Alchemilla vulgaris - Vrouwenmantel Allium ursinum - Daslook Chelidonium majus - Stinkende gouwe Corydalis cava - Holwortel Fragaria vesca - Bosaardbei Gallium odoratum - Lieve vrouwebedstro Myosotis sylvatica - Bosvergeet-mij-nietje Myrrhis odorata - Roomse kervel Primula elatior - Slanke sleutelbloem Primula veris - Gulden of Echte sleutelbloem Primula vulgaris - Stengelloze sleutelbloem Pulmonaria obscura - Ongevlekt longkruid Pulmonaria officinalis - Gevlekt longkruid Ranunculus ficaria - Speenkruid Solidago virgaurea - Echte guldenroede Viola odorata - Maarts viooltje Geel - witte border (uitbreiding van de kruidige border) Inula helenium - Engelse alant Solidago gigantea - Late guldenroede Foeniculum vulgare - Venkel Cimicifuga racemosa - Zilverkaars Artemisia absinthum - Absintalsem Filipendula ulmaria - Moerasspirea Filipendula vulgaris - Knolspirea Achillea millefolium - Duizendblad Chrysanthemum leucanthemum - Margriet Ruta graveolens - Wijnruit Tanacethum parthenium - Moederkruid Galium verum - Echt walstro Alchemilla mollis - Zachte vrouwenmantel 38 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Anthemis tinctoria - Gele kamille Alchemilla vulgaris - Vrouwenmantel Alchemilla alpina - Alpenvrouwenmantel Primula elatior - Slanke sleutelbloem Paars - roze border (uitbreiding kruidige border) Eupatorium purpureum - Paars koninginnekruid / Leverkruid Eupatorium cannabinum - Koninginnekruid Althaea officinalis - Heemst Malva sylvestris - Groot kaasjeskruid Malva alcea - Vijfdelig kaasjeskruid Malva mauritiana - Paars kaasjeskruid Echinacea purpurea - Rode zonnehoed Echinacea angustifolia - Smalbladige zonnehoed Achillea millefolium ‘Lilac Beauty’ en ‘Cerise Queen’ - Duizendblad Origanum vulgare - Wilde marjolein Origanum laevigatum - Marjolein Salvia officinalis - Echte salie Salvia officinalis ‘Purpurascens’- Paarse salie Salvia officinalis ‘Berggarten’- Breedbladige salie Salvia sclarea - Muskaatsalie / Sclarei Lavendula officinalis - Echte lavendel Lavandula officinalis ‘Munstead’ en ‘Hidcote’ - Lavendel Hyssopus officinalis roseus en purpureus - Hyssop Thymus vulgaris - Echte tijm Origanum vulgare ‘Compactum’ - Lage wilde marjolein Ruige border 1 hogere planten. Symphytum officinale - Smeerwortel Symphytum asperum - Ruwe smeerwortel Petasitis hybridus - Groot hoefblad Petasitis albus - Wit hoefblad Inula helenium - Griekse alant Solidago gigantea - Late guldenroede Tanacetum vulgare - Boerewormkruid Tanacetum vulgare var. crispum - Gekruld boerewormkruid Tanacetum balsamita - Balsemwormkruid Eupatorium cannabinum - Koninginnekruid Eupatorium purpureum - Paars leverkruid Filipendula ulmaria - Moerasspirea Valeriana officinalis - Valeriaan Polygonum bistorta - Adderwortel Epilobium angustifolium - Wilgeroosje Ruige border 2 lagere planten. Galium verum - Geel walstro Achillea millefolium - Duizendblad Alchemilla vulgaris - Vrouwenmantel Geum urbanum - Nagelkruid Hypericum perforatum - Sintjanskruid 39 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Oreganum vulgare - Wilde marjolein Mentha species - Muntsoorten Melissa officinalis - Citroenmelisse Pulicaria dysenterica - Heelblaadjes Een groenblijvende, coniferenvrije tuin. Buxus sempervirens - Palmboompje Santolina chamaecyparissus - Heiligenbloem Santolina virens - Groenbladige heiligenbloem Rosmarinus officinalis - Rozemarijn Helichrysum italicum - Kerryplant Salvia officinalis - Echte salie Salvia officinalis ‘Purpurascens’ - Paarse salie Salvia officinalis ‘Tricolor’ - Driekleurige salie Lavandula angustifolia - Echte lavendel Lavandula angustifolia ‘Hidcote’ - Echte lavendel paars bloeiend Artemisia schmidtiana - Lage alsem Thymus vulgaris - Echte tijm Thymus citriodorus ‘SilverQueen’ - Citroentijm met zilvergerand blad

7. Botanische soorten en variëteiten voor de kruidige siertuin. Achillea L. Achillea millefolium ‘Cerise Queen’ - Roodrose duizendblad Achillea millefolium - Gewoon duizendblad Achillea nobilis - Edel duizendblad Alchemilla L. Alchemilla alpina - Alpenvrouwenmantel Alchemilla mollis - Zachte vrouwenmantel Alchemilla vulgaris - Spitslobbige vrouwenmantel Alchemilla xanthochlora - Geelgroene vrouwenmantel Althaea L. Althaea hirsuta - Ruige heemst Althaea officinalis - Echte heemst Althaea rosea - Stokroos Anthemis L. Anthemis nobilis’Treneague’- zonder bloemen Anthemis nobilis ‘Ligulosa’ - dubbelbloemig Anthemis nobilis - Roomse kamille Arnica L. Arnica chamisonnis - Amerikaans valkruid Arnica montana - Valkruid, Wolverlei Artemisia L. Artemisia abrotanum - Citroenkruid Artemisia absinthium ‘Lambrook Silver’ - grijzer blad Artemisia absinthium - Absint alsem Artemisia campestris - Wilde averuit Artemisia camphorata - Kamfercitroenkruid Calendula L. Calendula arvensis - Akkergoudsbloem 40 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Calendula officinalis ‘Plena’ Calendula officinalis - Goudsbloem Cimicifuga Cimicifuga simplex Wormsk. Cimicifuga racemosa (L.) Nutt.- Zilverkaars Cimicifuga ramosa Nutt. Crataegus L. Crataegus laevigata ‘ Plena’ - Tweestijlige meidoorn met gevulde bloemen Crataegus laevigata ‘ Rosea’ - Tweestijlige meidoorn met rose bloemen Crataegus laevigata (Poiret) DC. - Tweestijlige meidoorn Crataegus monogyna - Eenstijlige meidoorn Crataegus rosiformis - Koraalmeidoorn Cynara L. Cynara scolymus - Artisjok Echinacea (L.) Moench Echinacea angustifolia - Smalbladige zonnehoed Echinacea pallida Echinacea purpurea ‘The King’ Echinacea purpurea ‘White Lustre’ Echinacea purpurea - Rode zonnehoed Filipendula Adans. Filipendula ulmaria - Moerasspirea Filipendula vulgaris - Knolspirea Foeniculum Mill. Foeniculum vulgare ‘Purpureum’ - Bronzen venkel Foeniculum vulgare - Venkel Ginkgo L. Ginkgo biloba - Tempelboom, Japanse notenboom Hippophae L. Hippophae rhamnoides - Duindoorn Hypericum L. Hypericum maculatum - Gevlekt hertshooi Hypericum montanum - Berghertshooi Hypericum perforatum - Sint-janskruid Lavandula L. Lavandula angustifolia ‘Hidcote’ - donker paars bloeiend Lavandula angustifolia ‘Munstead’ - laag en vroegerbloeiend Lavandula angustifolia - Echte lavendel Malva L. Malva alcea - Vijfdelig kaasjeskruid Malva crispa - Dessertblad Malva mauritiana - Paarsbloemig kaasjeskruid Malva moschata - Muskuskaasjeskruid Malva sylvestris - Groot kaasjeskruid Melissa L. Melissa officinalis ‘Aurea’ - Geelbladige melisse Melissa officinalis ‘Variegata’ - Bontbladige melisse Melissa officinalis - Citroenmelisse Mentha L. Mentha aquatica - Watermunt 41 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Mentha piperita - Pepermunt Mentha rotundifolia - Witte wollige munt Mentha spicata - Groene munt Origanum L. Origanum laevigata ‘Herrenhausen’ Origanum vulgare’Compactum’ - Lage marjolein Origanum vulgare ‘Aureum’ - Geelbladige marjolein Origanum vulgare ‘Thumbles Variety’ - Geelbladige marjolein Origanum vulgare ‘Variegatum’ Origanum vulgare - Wilde marjolein Plantago L. Plantago major ‘Purpurea’ - Paarsbladige weegbree Plantago major - Breedbladige weegbree Plantago media - Roze bloeiende weegbree Primula L. Primula elatior - Slanke sleutelbloem Primula veris - Gulden sleutelbloem Primula vulgaris - Stengelloze sleutelbloem Ribes L. Ribes nigrum - Zwarte bes Rosa L. Rosa arvensis - Bosroos Rosa canina - Hondsroos Rosa gallica - Franse roos Rosa pimpinellifolia - Duinroos Rosa rubiginosa - Egelantier Rosa rugosa - Rimpelroos Rosmarinus L. Rosmarinus officinalis ‘Prostratus’ - Kruipende rozemarijn Rosmarinus officinalis ‘Sissinghurst Blue’ Rosmarinus officinalis - Rozemarijn Salvia L. Salvia officinalis ‘Major’ - met breed blad Salvia officinalis ‘Purpurascens’ - met paars blad Salvia officinalis ‘Tricolor’ - met driekleurig blad Salvia officinalis - Echte salie Salvia sclarea - Muskaatsalie Sambucus L. Sambucus nigra ‘Aurea’- Vlier met gele bladeren Sambucus nigra ‘Laciniata’ - Peterselievlier Sambucus nigra - Gewone vlier Sambucus racemosa - Trosvlier Solidago L. Solidago canadensis - Canadese guldenroede Solidago gigantea Ait. - Late guldenroede Solidago virgaurea - Echte guldenroede Tanacetum L. Tanacetum parthenium ‘Aureum’ - geelbladig Tanacetum parthenium - Moederkruid Thymus L. 42 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Thymus citriodorus ‘SilverQueen’ Thymus citriodorus - Citroentijm Thymus pulegioides - Grote wilde tijm Thymus serpyllum - Wilde tijm Thymus vulgaris - Echte tijm Valeriana L. Valeriana dioica L. - Kleine valeriaan Valeriana officinalis L. var. montana Wibel - Kalkvaleriaan Valeriana officinalis L. var. subalpina - Echte valeriaan Verbascum L. Verbascum densiflorum - Stalkaars Verbascum nigrum - Zwarte toorts Verbascum phlomoides - Keizerskaars Verbascum thapsus - Koningskaars Viola L. Viola arvensis - Akkerviooltje Viola odorata ‘Alba’ - wit bloeiend Maarts viooltje Viola odorata - Maarts viooltje Viola tricolor - Driekleurig viooltje

8. Alfabetisch register van planten en aanvullende planten. Alant griekse - Inula helenium Alsem - Artemisia absinthium

hoge plant met groot blad, gele bloem voor ruige border 1m hoge plant met grijs blad voor de gele, kruidige border of de ruige border forse, grijze bladplant als solitair 1m hoge plant voor de ruige border

Artisjok - Cynara scolymus Brandnetel grote - Urtica dioica Berk - Betula Citroenmelisse - Melissa officinalis bladplant, meer vooraan in de kruidige border Duindoorn - Hippophae struik met wortelstokken, oranje bessen, begrenzing van de tuin Duizendblad - Achillea 1m hoge plant met korte wortelstok, vuilwitte bloem, voor de gele kruiden- of de ruige border Goudsbloem - Calendula officinalis 1jarige plant, geel of oranje bloemen, voor verwildering tussen de vaste planten Guldenroede echte - Solidago 1m hoge plant, geel bloeiend juli, groeit ook op droge, zandgrond, goed te zaaien en te scheuren. Heemst echte - Althaea officinalis 1,5m hoge, bossige plant met wit-roze zomerbloei, bossige penwortel is gemakkelijk te scheuren. Hoefblad groot - Petasitus off. woekerende wortelstok met groot blad, bloei in maart voor de vochtige ruige border Hondsroos - Rosa canina brede struik met overhangende takken, roze bloemen en rode bottels in najaar, voor brede haag of vogelbosje Kamille echte - Matricaria recutita 1jarig akkeronkruid, zaait zich makkelijk uit op omgewoelde grond, voor de gele border en het graanveld Koningskaars - Verbascum sp. 2jarige, geelbloeiend in zomer tot 2,5m hoog, smal verticaal profiel, mooi grijs grondroset Lavendel - Lavandula vera grijsgroene lage heester voor de paars-roze tuin, lage heg of groenblijvende tuin 43 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Marjolein wilde - Origanum Meidoorn - Crataegus laevigata Moederkruid - Tanacetum Moerasspirea - Filipendula ulmaria Pepermunt - Mentha piperita Rozemarijn - Rosmarinus off. Salie echte - Salvia officinalis Sint-janskruid - Hypericum Sleutelbloem srt. - Primula sp. Smeerwortel - Symphytum off. Tempelboom - Ginkgo biloba Tijm echte - Thymus vulgaris Valeriaan echte - Valeriana off. Valkruid - Arnica montana Venkel - Foeniculum vulgare Viooltje driekleurig - Viola tricolor Vlier gewone - Sambucus nigra Vrouwenmantel - Alchemilla vulg. Weegbree - Plantago sp. Zilverkaars - Cimicifuga racemosa Zonnehoed rode - Echinacea purp. Zwarte bes - Ribes nigrum

80cm paarsbloeiende vaste plant, groeit goed droog en warm, perfect te scheuren, variëteiten met geel blad 3m hoge struik met witte bloesem in mei en rode bessen in september, goed te snoeien, afsluiting van de tuin, vogelbosjes 60cm hoge, geelwit bloeiend, sterke bladgeur, zaait makkelijk, veel variëteiten 1m hoge, witbloeiende sterke plant voor vochtige stukken, kan in de gele kruidenborder, langs de vijver of in moerastuin wortelstokplant voor de ruige border 1m hoge geurig en groenblijvende heester voor droge, warme tuin of als potplant, wat vorstgevoelig lage, breed uitgroeiende heester met grijsgroen blad, voor warme tuin, paarse en gele variëteit voor onze 2 borders geelbloeiend kruid voor lichte, droge zandgrond 30cm geel- en vroegbloeiend, vooraan in de gele border of in de bostuin sterke plant met groot blad, voor de ruige border Traaggroeiende boom, winterhard, ook in potten te houden. 25 cm hoog heestertje, groenblijvend, voor droge kalkrijke grond, vooraan in kruidige tuin of in groenblijvende border 1,5m hoge vaste plant, langs vijver, achter in kruidige en in ruige, voedselrijke border. lage, geelbloeiende rosetplant, zure grond, moeilijk te telen, gemakkelijker is Arnica chamissonis 1,5m hoge, geelbloeiende schermbloemige met fijn sierlijk blad, var. met rood-bruin blad laag plantje voor verwildering tussen de hoge planten of voor een graanakker brede en hoge struik voor vogelbosjes of als achtergrond voor onze kruidige border lage, geelbloeiende sterke plant, aan te planten langs paden en aan de rand van de gele border tredplant, kan bodemverdichting verdragen, mooie roset 2m hoge sierlijke en laatbloeiende vaste plant, voor de geel-witte border of voor de bostuin sterke 1m hoge, paarsbloeiende vaste plant, grote bloemen in augustus, voor een klassieke border 1,40m hoge bessenstruik voor de bostuin

44 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


9. Maak het zelf met planten uit de kruidige siertuin. Weten waar kruiden goed voor zijn is belangrijk, weten hoe ze moeten verwerkt en gebruikt worden is zeker zo nodig. Het bereiden van planten is een vak op zich, wij proberen in dit hoofdstuk u de basisprincipes van de ambachtelijke bereidingswijzen bij te brengen. Experimenteren, proberen is dikwijls nodig om ervaring op te doen. Verhoudingen tussen kruid en oplosmiddel moet soms aangepast worden, omdat o.a. de samenstelling van een plant (etherische olie, slijmstoffen) van seizoen tot seizoen kan verschillen en dus ook de geur, smaak en kwaliteit zal beïnvloeden. 1. Vers of sap. Jonge blaadjes opeten, het sap uitpersen en drinken is de meest directe en zeer sympatieke vorm van kruidengebruik, alleen niet altijd geschikt, omwille van (1) de slechte smaak, (2) het seizoensgebonden gebruik, (3) het eventueel niet goed vrijkomen van werkzame stoffen en (4) het onpractisch zijn bij ziekte. Daarom zijn vele kruiden door de eeuwen heen altijd verwerkt geweest tot tincturen, zalven en siropen en dat doen we nu nog steeds. 2. Waterige aftreksels. 2.a Infuus = warm aftreksel. De meestal gedroogde planten worden 10 tot 15 min. getrokken in water van 90°C. Vooral gebruikt voor zachte plantendelen zoals blad en bloemen (grof gesneden) en voor kruiden met temperatuurgevoelige bestanddelen zoals glycosiden, etherische olie en alcaloïden uit de nachtschade-familie. 2.b Maceraat = koud aftreksel De gedroogde planten worden meestal langer 30 min. tot 8 uur getrokken in water op kamertemperatuur 20°C. Vooral voor slijmstofhoudende kruiden zoals Lijnzaad en Heemst. 2.c Decoct = afkooksel De gedroogde planten worden meestal kort gekookt of tegen de kook aangehouden 100°C. Vooral in gebruik voor hardere plantendelen zoals wortels of schors (fijner gesneden dan blad),die hun werkzame stoffen minder snel vrij geven en voor hittebestendige bestanddelen zoals de meeste alkaloïden, saponinen en looistoffen. Deze 3 basisbereidingswijzen kunnen ook gecombineerd worden bvb. maceraat-infuus, decoct-infuus. Doseringen zijn erg belangrijk, maar ook afhankelijk van de persoon (gewicht), van de kwaal (acuut of chronisch) en de gebruiksduur. Gemiddelde dosering is een goed gevulde eetlepel per kopje 3 maal daags gedurende 1 tot 3 weken. Een eetlepel is fijn gesneden ongeveer 4gr. blad of bloem, 7gr. zaad en 8gr. wortel. Een kopje kan ongeveer 150ml water bevatten. 3. Extracten. Worden bereid door concentreren (uitdampen of vernevelen) van aftreksels uit planten. Droge extracten zijn bijna helemaal uitgedampt, vochtgehalte is laag, ongeveer 10%. Weke extracten zijn stroperig, vochtgehalte is maximum 25 %. Vloeibare extracten, 1 deel bereiding komt overeen met 1 deel grondstof. Nebulisaten zijn droog extracten bekomen door het vernevelen en dan snel drogen van het aftreksel in een droogkamer. Deze bereidingswijzen zijn als liefhebber moeilijk te maken.

45 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


4. Tincturen. Zijn aftreksels van planten in alcohol i.p.v. water. Afhankelijk van het kruid kan het ethanolgehalte verschillen van 30% tot 90%. Bereiden kan door percoleren, macereren of oplossen van extracten. Basisbereiding voor eigen gebruik: 200gr. kruid op 1 liter alcohol van 30%, dit is een gewichtsverhouding van 1 op 5, alles 1 tot 2 weken laten trekken op kamertemperatuur (= macereren), zeven, uitpersen, de verloren gegane alcohol aanvullen en afvullen in druppelflesjes van bv. 50cc. Ook andere gewichtsverhoudingen zijn mogelijk (1:2 tot 1:10). Op deze eenvoudige manier kunnen vooral van de volgende planten uit de kruidige siertuin een moedertinctuur gemaakt worden: Meidoornbloemen, Guldenroede (bloeitoppen), Sintjanskruid (bloeitoppen), Moederkruid (bloem en blad), Vrouwenmantel (hele plant), Moerasspirea (bloemen met wat steel en vooral van de wortel), Goudsbloem (bloemblaadjes), Sleutelbloem (wortel), Echte valeriaan (wortel), Rode zonnehoed (bloem en blad), Echte salie (blad) en Tijm (kruid of afgeritst blad met bloem). 5, Medicinale wijn. Aftreksel van 50gr. fijngesneden verse of 25 gr. gedroogde kruiden in een liter wijn (verhouding 1:20). De gebruikte hoeveelheid kruid per liter is kleiner dan bij de tinctuur (1:5), vooral om een betere smaak te krijgen en is dan ook beter te gebruiken als preventie bij kwalen. Dosering bij het gebruik ongeveer 2 maal daags 100cc. Voorbeelden: Bedstro in droge witte wijn (Maitrank) Bitterstofplanten oa. Absintalsem (5gr. liter) samen met bvb. Venkelzaad (25gr.) en Citroenmelisseblad (20gr.) als aperitivum en digestivum. 6. Etherische olie Worden meestal uit planten gewonnen via stoomdestillatie. Dampbaden nemen of het opsnuiven van geurstoffen uit het kruid is een primitieve en gemakkelijke toe te passen vorm van destillatie. Planten met etherische olie (Kamille, Venkel, Rozemarijn, Lavendel) kunnen goed in vette olie getrokken worden. Etherische olie lost goed op in vette olie, is als massage-olie te gebruiken. De vette olie zorgt ervoor dat de etherische olie niet irriterend werkt op de huid. Vermijd wel het contact met de slijmvliezen en de ogen. Maximum 5% etherische olie in 95% vette olie. Voorbeeld: 95 cc amandelolie met 5 cc Betula lenta en / of Kamille als pijnstiller. 7. Kruidenolie. Net zoals je kruidenthee maakt door planten te laten trekken in water, kun je ook kruidenolie maken door planten te macereren in vette olie. Elke vette olie kan gebruikt worden, maar traditioneel werd veel olijfolie gebruikt, in de farmacopee ook sesamolie en amandelolie. Nu steeds meer de dure jojoba-olie die niet snel ranzig wordt. Verhouding olie - kruid kan wisselen, gemiddeld 100gr. vers of gedroogd kruid op 1liter olie, bij het gebruik van verse planten kun je best het vrij gekomen water verwijderen door uitdampen of afgieten. Bij gedroogde planten (= zonder water) heb je daar geen problemen mee. Voorbeeld: Sintjansolie - 100gr. verse bloeitoppen van Hypericum perforatum in 1 liter amandel-, zonnebloem- of olijfolie gedurende 1 tot 2 weken macereren in de zon. - Daarna uitzeven en uitpersen, laten rusten en daana nogmaals uitzeven. - Eventueel de geur en de werking verbeteren door toevoeging van etherische olie van lavendel. 46 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


- Eventueel toevoeging van 5% tarwekiemolie om het ranzig worden tegen te gaan. - Bewaren in kleine (100cc) goed afsluitbare flesjes, volledig gevuld om ranzigheid tegen te gaan. - Gebruik als massage-olie, als huidolie voor ruwe en droge huid, bij lichte brandwonden?, tegen zenuwpijnen (gordelroos). 8. Siroop (Sirupus) is een mengsel van water en suiker (honing) met toevoeging van werkzame stoffen, hier dus planten onder vorm van waterig aftreksel (thee), sap, tinctuur, extract of etherische olie. Verhouding water en suiker volgens de Belgische farmacopee is 350cc water op 650gr. suiker, een vijftig / vijftig verhouding is ook mogelijk. Bereiding: Variaties:

Water verwarmen en het suiker al roerend oplossen, warm afvullen in flesjes. Water vervangen door sterke kruidenthee, geschikte kruiden zijn Tijm (Thymus vulgaris) en Heemst (Althaea officinalis) Suiker vervangen door honing (mellitis), verse kruiden macereren in vloeibare, eventueel licht verwarmde honing.

9. Likeur. Is meestal een soort tinctuur op basis van brandewijn, jenever e.d. gemengd met suiker of siroop. Basisverhouding kruid / jenever (1 op 20) gemengd met siroop (suiker / water 1 op 1) is 1 liter jenever (30% alcohol) met ½ liter siroop. Een voorbeeld: Salielikeur: 50 gr. salieblaadjes 1 week (kan ook langer) in 1 liter brandewijn trekken, uitzeven en mengen met ½ liter siroop. De likeur nog 1 week laten rusten en dan in ½ liter-flesjes doen. 10. Zalven en crèmes. Een zalf is een mengsel van vetachtige produkten gemengd met een kruidenproduct, en bestemd om op de huid aan te brengen. Een crème is een emulsie, een mengsel van vetten met water of een waterig kruidenaftreksel, om zo een menging te verkrijgen moeten we gebruik maken van een emulgator. Basisingrediënten voor zalf en crème. • Wolvet (Adeps lanae): gezuiverde taaie vetstof uit de wol van het schaap. smeltpunt: rond 40ºC heeft een emulgerende werking, kan dus water opnemen heeft een vreemde, onaangename geur • Gele en witte was (Cera flava en Cera alba): verkregen uit de honingraten van de bij. is een gele tot witte vaste massa, smeltpunt rond 60°C kan ook water opnemen, maar veel minder dan wolvet aangenamere geur dan wolvet • Varkensreuzel (Axungia): gesmolten net- en niervet van gezonde varkens. wit, bijna reukloos vet dat bij 40°C tot een heldere vloeistof smelt goede zalfbasis dat echter snel ranzig wordt, conserveren met benzoëhars • Witte of gele vaseline (Vaselinum album en flavum): mengsel van koolwaterstoffen uit ruwe aardolie, kan lang bewaard worden. is een witte, reukloze half doorschijnende massa met smeltpunt rond 40°C goed mengbaar met vetten, was en etherische olie, niet met water • Vette olie (Oleum): verkregen door uitpersen of extraheren van vooral zaden. is vloeibaar bij kamertemperatuur, smeltpunt rond 0°C 47 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


veel gebruikte soorten in zalf zijn : amandelolie: goed van geur, wordt niet snel ranzig en voelt niet te vet aan olijfolie: traditioneel veel gebruikt, wel sterke geur jojoba-olie: vloeibare was uit Simondsia chinensis, wordt niet snel ranzig tarwekiemolie: bevat veel vitamine E, beschermt andere olie tegen oxidatie • Cocosvet: gewonnen uit de vrucht van de Cocospalm. smeltpunt is rond 35°C, is dus vast bij kamertemperatuur maar smelt direct op de huid, zeer geschikt om een ‘instantzalf ‘ te maken, gewoon kruiden laten trekken in het vet. • Aloëgelei: het bladbinnenste van verschillende Aloësoorten, vooral A.vera, goed vers te gebruiken als brandzalf of cosmetica. • Kant en klaar basiscrème kopen, om te mengen met 5% etherische olie. De kruiden in zalf en crème zijn de feitelijke werkzame stoffen. - Te verwerken als sap, gedroogd poeder, als kruidenthee (waterbasis), als tinctuur (alcoholbasis), als aftreksel in vette olie en als etherische olie. Vooral de geconcentreerde kruidenthee en het aftreksel in vette olie is goed te verwerken. - Voornaamste kruiden voor de zalf: Goudsbloem (Calendula officinalis), Echte kamille (Matricaria recutita), Sintjanskruid (Hypericum perforatum), Smeerwortel (Symphytum off.), Valkruid (Arnica montana), maar ook looistofplanten zoals Vrouwenmantel en kruiden met zeepstoffen zoals Driekleurig viooltje kunnen in een zalf verwerkt worden. Basiszalf. - Ingrediënten: Gele bijenwas 6 gr. en vette olie 14 gr. - Bereiding: Weeg de bijenwas af, weeg de olie af, verwarm olie en bijenwas au bain marie tot de was gesmolten is, giet dan de nog warme,vloeibare zalf in potjes. - Langzaam afkoelen en roeren is belangrijk om een gelijkmatige massa te bekomen. - Variaties: Witte was gebruiken Minder bijenwas maakt de zalf minder vast Neutrale olie vervangen door kruidenolie bvb. Goudsbloem of Sintjanskruid. Eventueel etherische olie of tinctuur toevoegen Basiscrème. Ingrediënten: Wolvet 15 gr. met water (kruidenthee) 5 gr (5cc). Bereiding: Weeg het wolvet af, weeg of meet het water of de kruidenthee. meng het water in kleine hoeveelheden en onder voortdurend roeren met het wolvet, vul af in potjes of tubes. Deze crème is een water-in-olie emulsie. Het water wordt door het emulgerend effect van het wolvet in kleine druppels verdeeld en zo vermengd met het wolvet. Variaties: Olie (kruidenolie) of vaseline toevoegen, het emulgerend effect wordt minder. Verse kruiden, vooral bloemblaadjes fijn gemaakt toevoegen, geschikt zijn Goudsbloem, Echte kamille, Driekleurig viooltje, slijmstofplanten zoals Kaasjeskruid en Weegbree. 11. Kompressen en Cataplasmen. Verse kruiden, gekneusd of tot papje gekookt en eventueel gemengd met meel of klei, kan warm of koud op gewrichten of gekneusde spieren gelegd worden (cataplasma). Te gebruiken planten: Echte kamille, Kaasjeskruid, Heemst, Driekl. viooltje, Koolblad.

48 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Een katoenen doek in een sterk kruidenaftreksel gedrenkt (kompres) kan ook bij kneuzingen en blauwe plekken opgelegd worden. Te gebruiken planten: Echte kamille, Vrouwenmantel, Rode zonnehoed, Echte salie. 12. Aanvullende bereidingen. • Windzalf: 4 eetlepels reuzel au bain marie smelten, 1 eetlepel goed gekneusd venkelzaad of gemengd venkel, anijs en karwijzaad toevoegen en 10 min. laten trekken. Zeven, overgieten in kleine potjes. Te gebruiken bij buikkrampen en winderigheid als kompres of massage rond de navelstreek. • Anijs- of Venkelkoekjes als smakelijk medicijn tegen winderigheid. 125gr. honing, 125gr. suiker met 4 eieren schuimig kloppen, mengen met 30gr. gemalen venkel- en anijszaad en 300gr. tarwemeel. Van dit deeg kleine koekjes vormen, een nacht laten staan en in de oven bij ongeveer 200° bakken. Kan ook in brood, cake en pannekoek verwerkt worden. Van zeer veel kruiden kun je zo een soort medicinale koekjes maken i.p.v. pillen of tabletten. • Melissewater (soort likeur): 50gr verwelkt melisseblad, ½ biocitroenschil, snuifje nootmuskaat, enkele kruidnagels, meerdere koriander of venkelzaadjes minstens 1 week laten trekken, uitzeven, 500gr. poedersuiker toevoegen. Te gebruiken bij darmkrampen, nerveuze maagdarmproblemen en valse hartklachten, nervositeit. • Rammenashoning: gelijke gewichtsdelen blokjes rammenas en honing 1 week of langer laten trekken, als de honing te vloeibaar wordt per kilo produkt 100gr. suiker toevoegen om gisting te voorkomen. Te gebruiken als hoestsiroop en als slijmoplossend middel.

9. Over boeken en verantwoorde informatie. Kruidenboeken Boeken over de geneeskrachtige werking van planten zijn er genoeg. Spijtig genoeg wordt er meestal op een onkritische manier informatie gegeven. Veel kruiden lijken bijna overal goed voor te zijn, schijnen absoluut geen bijwerkingen te veroorzaken en waar al die informatie vandaan komt, wordt nauwelijks vermeld. Het is net alsof elke schrijver het zelf allemaal heeft verzonnen. Een goed kruidenboek moet vooral de ‘beste’ planten met hun ‘beste’werking bespreken, en dit gebaseerd op de juiste ervaringskennis uit verleden en heden, ondersteund door nuchter wetenschappelijk onderzoek. Populaire boeken in de Nederlandse taal die aan die normen voldoen zijn dun gezaaid. Ik kan er hier twee vermelden en die zijn dan nog moeilijk verkrijgbaar ook. 1. Fytotherapie : Over planten als geneesmiddel van A.de Groot en J.H. van Meer. 2. Gezonder leven met geneeskrachtige kruiden van Barbara en Peter Theiss. Verder is er de syllabus van de kruidencursus ‘Help jezelf met kruiden’ en een ‘Kruidencompendium’ samengesteld door M. Godefridi en uitgegeven door de Vlaamse Herboristen Vereniging. Vakliteratuur is het ‘Fytotherapeutisch Compendium’ van VanHellemont, ‘Herbal Medicine’ van Dr. Weiss en ‘Encyclopaedia of Natural Medicine’ van M. Murray en J. Pizzorno. Mooie verhalen met fantasierijke filosofien worden verteld door Mellie Uyldert, Jaap Huibers en Maria Treben. Boeiend, maar wel om kritisch te lezen. Goede franse literatuur zijn de boeken van Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie (Precis de phytotherapie, uitg. Masson 1976) en van Dr. Valnet (Phytotherapie, uitg. Maloine) Mooi geillustreerd en toch interessant zijn ‘Over de planten der goden’ van Schultes en Hoffman; ‘Specerijkelijk’ cataloog specerijententoonstelling ASLK; ‘Herbarius & 49 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Cruydtboeck’ over de geschiedenis van het kruidenboek 1981 en ‘De plant in de geneeskunde’van Bianchini 1975 Plantenboeken. Om planten te herkennen, op naam te brengen kun je het best gebruik maken van een echte flora, zoals de degelijke maar vrij moeilijke ‘Flora van Belgie, Noord-Frankrijk en aangrenzende gebieden’ van Delanghe e.a. of de makkelijker te gebruiken ‘Geïllustreerde flora van Nederland’ van Heimans en Thijsse. Mijn voorkeur gaat uit naar de kleurrijke én degelijke ‘De geïllustreerde Flora’ van Blamey en Grei-Wilson, ook plezierig om zo maar in te kijken of door te bladeren. Om de rest van de kruiden en hun variëteiten te herkennen, kun je gebruik maken van het boek van Philips en Foy ‘Kruiden zelf kweken, zoeken en gebruiken’ of de ‘Atrium kruidenencyclopedie’ van Deni Bown. Tuinboeken. Het standaardwerk over tuinieren met wilde, botanische planten blijft natuurlijk ‘Ecologisch tuinieren’ van Rigaux en Van Cauteren. Zo degelijk dat het voor beginnelingen veel studiewerk vraagt, daarom vind ik om te starten het boekje ‘Tuinieren met heemplanten’ van Galjaard en ‘Ontwerpboek Natuurtuinen’ van Gigengack en Martin wel interessant. Catalogi of hoe kom ik aan zaden en planten. Het plezierigste is natuurlijk om zaden en planten in kruidenclubjes onder mekaar uit te wisselen, daar kunnen verenigingen zoals Velt of de Herboristen Vereniging aan meewerken. Verder kun je zaden of planten bekomen via tuincentra en markten, of bestellen via catalogi. Interessant is de ‘Plantenvinder voor de lage landen’ met een alfabetische lijst van planten en adressen van tuincentra waar die planten verkrijgbaar zijn. Zaden van veel inheemse planten en speciale sierplanten zijn o.a. verkrijgbaar bij ‘De Cruydthoeck’ Postbus 1414 9701 BK Groningen; een kwekerij van inheemse planten en kruiden is Ecoflora Ninoofse steenweg 671 in 1500 Halle. Professioneel en heel bijzonder is de ‘Herb Catalogue’ van Richters, een Canadees bedrijf waar je zowel zaden, planten als stekken van geneeskrachtige planten van over de hele wereld kan bestellen. Het adres is Richters, Goodwood, Ontario LOC 1AO.

10. Slot en genot. Ik ben aan het eind van mijn tuinverhaal gekomen, en jij hopelijk aan het begin van een kruidige siertuin. Alle planten zijn bijlange na niet aan bod gekomen en dat was ook niet de bedoeling. Wat wel mijn bedoeling was: de beste geneeskruiden te bespreken met hun beste werking. Een filosoof heeft ooit gezegd, dat in de beperking zich de meester toont. Ik hoop dat jij met de hulp van dit boekje een beetje tuinmeester wordt. Meester op ecologisch teelttechnisch maar ook op esthetisch - filosofisch gebied. Tuinieren is ook denken over, voelen voor en geloven in een ideale wereld waar mooi, nuttig en natuurlijk harmonieus samengaan.

50 De Kruidige Siertuin / Maurice Godefridi


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.