De Wachtkamer 01-2013

Page 1

WACHT

K A M E R Ontroerde Erica Terpstra

‘Mijn’ kinderen in Bolivia en Sierra Leone

Susan Smit in Bangladesh:

“Dit paradijs is een hel Voor arme meisjes” HOE HERKEN JE DEMENTIE? Let op de 10 signalen Sander de Kramer in de jungle

Strijd mee voor de Sumatraanse tijger en het laatste oerwoudvolk, de Orang Rimba


Je vader verliezen terwijl hij nog leeft Mensen met Alzheimer verliezen meer dan hun geheugen. De ziekte pakt woorden, gedachten en emoties af. En vernietigt uiteindelijk het meest waardevolle dat een mens bezit: zichzelf. Alzheimer dreigt volksziekte nummer één te worden. Alleen meer geld voor onderzoek brengt een oplossing dichterbij.

Met familie, vrienden of collega’s werken aan een toekomst zonder Alzheimer. Bestel de gratis Alzheimer Giftbox voor recepties, verjaardagen en andere bijeenkomsten. Bestel hem op www.alzheimer-nederland.nl/giftbox of bel 033 - 303 25 61.

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen.


Voorwoord

Welkom in De Wachtkamer! Als lezer sta je op het punt een boeiende reis te maken door een fantastisch nieuw magazine. Je maakt kennis met indrukwekkende natuur en bijzondere mensen, zowel in Nederland als in verre oorden. Je doorkruist vijf continenten en beleeft avonturen met bekende Nederlanders in een wereld die ook zij nog moesten ontdekken. De Wachtkamer is een magazine met een warm kloppend hart voor medemens en milieu. We proberen ook je kennis te verrijken met boeiende medische verhalen en vragen je regelmatig in actie te komen voor (hulp)organisaties die jouw steun hard nodig hebben. Raakt een verhaal je, pak dan je smartphone en doe meteen wat je hart je ingeeft. Kun je de Wachtkamer niet uitlezen waar je nu bent, ga dan naar www.dewachtkamer.nl In de Wachtkamer tref je veel foto’s en artikelen aan, die een afgeleide zijn van mijn tv-programma’s. Ik ben regisseur en co-producent van Reisadvies Negatief, een Nederland 3-serie met KRO-presentator Sander de Kramer. Ik wil Sander op deze plek bedanken voor zijn fantastische inzet. Susan Smit schreef de coverstory, ik reisde met haar naar Bangladesh voor een tv-documentaire over het werk van Plan Nederland. Susan, dikke kus voor jou, dank voor je prachtige verhaal! Artdirector Maurice Groen en mijn collega-hoofdredacteur Erwin Feekes hebben ook hard aan de Wachtkamer gewerkt om er een mooi volwassen tijdschrift van te maken. Drie maanden lang zal deze eerste editie het verblijf in tienduizend Nederlandse wachtruimtes aangenaam verkorten. Intussen zijn wij al weer druk doende met de tweede editie, die in november zal verschijnen. Veel leesplezier en tot november!

Gideon van Aartsen Hoofdredacteur

WACHTKAMER •

3


06

44

38

DIT MAGAZINE WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR: AIDSFONDS ALZHEIMER NL AMNESTY INTERNATIONAL CARE NEDERLAND GREENPEACE HIVOS IFAW KWF LIGHT FOR THE WORLD LILIANE FONDS MS RESEARCH NSGK ORANJE FONDS PLAN NEDERLAND DE REGENBOOG REUMA FONDS SAVE THE CHILDREN TUBERCULOSE FONDS

4

• WACHTKAMER

www.aidsfonds.nl www.alzheimer-nederland.nl www.amnesty.nl www.carenederland.org www.greenpeace.nl www.hivos.nl www.ifaw.org/nederland/frontpage www.kwfkankerbestrijding.nl www.lightfortheworld.nl www.lilianefonds.nl www.msresearch.nl www.nsgk.nl www.oranjefonds.nl www.plannederland.nl www.deregenboog.org www.reumafonds.nl www.savethechildren.nl www.tuberculose.nl

De Wachtkamer is een onafhankelijke uitgave van UITGEVERIJ DE WACHTKAMER B.V. Postbus 121, 1250 AC Laren Tel.: 035 - 533 00 86 info@dewachtkamer.nl www.dewachtkamer.nl HOOFDREDACTIE Gideon van Aartsen, Erwin Feekes AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Rob Bartlema, Jeroen Boshuys, Yvette Brook, Raymond van Haeften, Lodewijk Hoekstra, Frits Huffnagel, Femke Mostert, Selma Kers, Sander de Kramer, Susan Smit, Marjolein van Rotterdam, Hans Scholte, Nicolline van der Spek, Marjolein Valk, Freek Vonk


06

16

SANDER DE KRAMER bezoekt junglevolk op Sumatra Na jaren actie van Greenpeace komt APP (Asian Pulp & Paper) met een nieuw bossenbeleid. De kartonmultinational, verantwoordelijk voor onvoorstelbare natuurverwoesting in Indonesië, heeft nu eindelijk beloofd te stoppen met het kappen van regenwoud en veenbos, het leefgebied van de tijger, de orang oetan en de laatste menselijke oerwoudbewoners op Sumatra, de Orang Rimba. Sander de Kramer bezocht dit junglevolk en volgde het spoor van de vernietiging.

16 26 38 44

26

RODE ROZEN niet altijd ‘eerlijk’ In de bloementeelt in Oost-Afrika is veel mis. Vrouwen werken tien uur per dag voor een schamel loon. Ze worden geregeld blootgesteld aan gevaarlijke chemicaliën en hebben soms te maken met seksuele intimidatie. Hivos wil dit veranderen en pleit voor ‘eerlijke bloemen’, met een Fairtrade keurmerk.

SUSAN SMIT Dagboek Bangladesh Schrijfster Susan Smit betrad een wereld die zij niet kende. Terug in Nederland wist zij niet of ze Bangladesh nu als paradijs of als hel op aarde moest beschrijven. Voor de Wachtkamer hield zij een reisdagboek bij, waarin soms woede en soms warme liefdegevoelens de boventoon voeren.

DRUKKERIJ Senefelder Misset

eenzaamheid

34 Sander de Kramer richt zijn vizier op de illegale dierenhandel

42 De harde strijd voor homorechten in Zuid-Afrika

47 Column door Freek Vonk 48 Chicoco Radio geeft sloppenwijkbewoners Nigeria een stem

54 KWF Kanker Infolijn: mensen op wie je kunt vertrouwen

56 Erica Terpstra bezoekt ‘haar’ kinderen in Bolivia

Het International Fund for Animal Welfare (IFAW) luidt de noodklok voor de olifant. In Tsjaad werden in één week 89 olifanten vermoord, waaronder 35 drachtige vrouwtjes. Stropers, die de Chinese honger naar ivoor stillen, gaan steeds meedogenlozer te werk. 2013 is voor de olifant nu al een rampjaar.

ADVERTENTIES Uitgeverij De Wachtkamer B.V. +31 (0) 35 - 533 00 86 info@dewachtkamer.nl

Monique Velzeboer gehandicapte kind

OLIFANT in de vuurlinie

OFFICEMANAGER Karen Meurs karen@dewachtkamer.nl

03 Voorwoord Gideon van Aartsen 11 Column door Lodewijk Hoekstra 12 De indringende portretten van

32 Buddy en druggebruiken vechten tegen

Koning Willem-Alexander en koningin Máxima verrasten uit naam van het Oranje Fonds de bewoners en begeleiders van een woonzorgcomplex in Scheveningen met het Appeltje van Oranje. Toegekend voor De Generatietuin, de tuin van het complex waarin jong en oud samen werken, praten en genieten.

ART-DIRECTION EN LITHOGRAFIE Maurice Groen

WACHTKAMER 21 Wachtkamer Journaal 22 Tooske Ragas komt op voor het

ORANJEFEEST in Scheveningen

FOTOGRAFIE Gideon van Aartsen, Gerdien ten Cate, Pascal Fielmich, Martijn van de Griendt, Carli Hermès, Frederique Holle, Bart Homburg, Dorette Kuipers, Bas Jongerius, Suzanne Reuling, Monique Velzeboer

In de

DE WACHTKAMER Verschijnt elk kwartaal in een oplage van 30.000 exemplaren. De Wachtkamer wordt gedistribueerd in tienduizend wachtkamers van de gezondheidszorg en bij alle notariskantoren. De volgende editie verschijnt in het najaar van 2013. Copyright 2013. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen dan wel verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Voor eventuele fouten of onjuistheden aanvaardt de uitgever geen enkele verantwoordelijkheid. Ingenomen standpunten vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie.

60 De 10 signalen waaraan je alzheimer

herkent Wachtkamer Journaal Fietsen tegen Alzheimer Wachtkamer Journaal Het ongelooflijke verhaal van de blinde topatleet Henry Wayoike uit Kenia 68 Volg de crew van tv-serie Reisadvies Negatief naar de Filippijnen 76 Het rode gevaar: Aids-epidemie raast door de Oekraïne 78 Doe mee! Singelloop tegen reuma op 29 september met Anita Witzier 79 Girlpower! Kansloze meisjes in Nepal vechten voor een toekomst 94 Doorbraak voor ms-patiënten? Nieuwe inzichten geven positieve resultaten 98 Alleenstaande moeder van zes kinderen overleeft in Congolees vluchtelingenkamp 102 Hivos bindt de strijd aan met kinderarbeid, met succes! 104 Geen TBC in Nederland, dacht je? De waarheid is anders 108 Frits Huffnagel in shock door kinderleed in Liberia 112 Het Liliane Fonds boekt fantastische resultaten met gehandicapte kinderen in Oeganda

64 65 66 67

Alle reportages zijn ook thuis te lezen op www.dewachtkamer.nl

WACHTKAMER •

5


Sander de Kramer bezoekt het junglevolk van Bukit Tigapuluh

Door Sander de Kramer

Nieuwe kansen voor de Orang Rimba en hun oppergod, de Sumatraanse tijger? Na jaren actie van Greenpeace komt APP (Asian Pulp & Paper) met een nieuw bossenbeleid. De kartonmultinational, verantwoordelijk voor onvoorstelbare natuurverwoesting in IndonesiĂŤ, verloor 130 klanten door Greenpeace en andere natuurbeschermingsorganisaties. Nu eindelijk, heeft de papierpulpgigant beloofd te stoppen met het kappen van het regenwoud en veenbos, leefgebied van de tijger, de orang oetan en de laatste menselijke oerwoudbewoners op Sumatra, de Orang Rimba. Sander de Kramer bezocht dit junglevolk en volgde het spoor van de vernietiging. 6

• WACHTKAMER


Papierreus APP: oerwoudverslinder stopt ontbossing

Anderhalf jaar geleden liet ik heel wat jaloerse vrienden achter, toen ik zei dat ik naar Indonesië moest. ‘Wauw, je gaat naar het paradijs, man. Sander goes Jungle Book! Fijne vakantie, bofkont!’ Mijn doel was een bezoek aan de Orang Rimba; de mensen van het bos. Dit inheemse volk leeft in het Bukit Tigapuluh regenwoud op Sumatra en mijdt zoveel mogelijk het contact met de buitenwereld. Maar die buitenwereld kwam toch naar de Orang Rimba toe. De Sumatraanse jungle werd namelijk in rap tempo vernietigd door de Sinar Mas group, opgericht door een entrepreneur die in Indonesië bekend staat als de ‘Plantagekoning’. Het Sinar Mas dochterbedrijf Golden Agri-Resources (GAR) verwoestte miljoenen hectares tropisch regenwoud in Indonesië voor het aanleggen van palmolieplantages. In de periode dat ik daar was had Golden Agri net beloofd zich niet aan nog meer oerwoud te vergrijpen. Maar een andere Sinar Mas dochteronderneming, Asian Pulp & Paper (APP), legde nog steeds volop oerbossen plat en unieke diepveenmoerassen droog voor plantages, waarop snelgroeiende acacia’s werden geplant. Die leveren hout voor het fabriceren van papierpulp, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt voor de kartonnen verpakkingen van kinderspeelgoed. Onderweg van de stad Pekanbaru naar mijn eerste reisdoel, het dorpje Barbari in het moerasgebied waar de laatste Sumatraanse olifanten leven, zag ik voorlopig alleen maar eindeloze palmolieplantages. Geen dieren en je hoort geen vogeltje zingen, want er valt daar niets te eten voor de beestjes. Ik zag ook honderden vrachtwagens volgeladen met hout, onderweg naar de papierpulpfabriek. En waar ik bij

het moeras had moeten aankomen, de lievelingsplek van de Sumatraanse Jumbo’s, waren graafmachines aan het werk. Niks paradijs, niks moeras en zeker geen olifanten meer. Dat was het werk van APP, de maker van miljoenen kartonnen verpakkinkjes, die de hele wereld over gaan. En Greenpeace vocht hiertegen. Voordat ik verder ga met mijn verhaal over de Orang Rimba en andere mensen van Sumatra moet ik eerst dit even kwijt: Ik kreeg anderhalve maand geleden het bericht op mijn bureau dat ook APP eindelijk een andere koers zou gaan varen. Dank zij de campagnes van Greenpeace en andere natuurbeschermingsorganisaties hadden ongeveer 130 klanten van het bedrijf, zoals Disney, Mattel van de Barbiepoppen en Hasbro, de maker van My little Pony, hun contracten met APP stopgezet. Ook belangrijke Japanse afnemers dreigden de samenwerking met APP te beëindigen. Om verder verlies van omzet tegen te gaan heeft APP nieuw beleid opgesteld waarin staat dat zij geen regenwouden en diepveenmoerassen meer zullen vernietigen. Aida Greensbury, directrice ‘duurzaam ondernemen’ van

het bedrijf, verklaart plechtig dat dit de eerste keer is dat APP’s huidige directeur en eigenaar, Teguh Ganda Wijaya de beloften in het verdrag persoonlijk heeft bezegeld.

MACHTELOOS Terug naar Barbari. Toen ik daar aankwam was APP er dus druk met het aanleggen van nieuwe acaciaplantages. Hierbij worden niet alleen veengebieden drooggelegd. Arme dorpsgemeenschappen worden ook verleid hun landbouwgrond aan APP af te staan, vertelde Gadir, de dorpsoudste van Barbari, mij. Hij nam me mee naar de rubberplantage, gezamenlijk eigendom van de dorpsbewoners. Volgens Gadir zorgt het droogleggen van de moerassen regelmatig voor grote overstromingen. Huizen en plantages komen dan onder water te staan. En de lokale landwegen worden kapot gereden door de vrachtwagens, die af en aan denderen met hun veertig ton zware ladingen hout. Officieel is het droogleggen van diepveenmoerassen (dieper dan drie meter) door de Indonesische regering niet toegestaan. Bij het uitdrogen van de moerassen komen namelijk enorme WACHTKAMER •

7

>


Als Indonesië niets doet om het laatst overgebleven regenwoud te beschermen, dan is er over acht jaar niets meer over.

hoeveelheden CO2 vrij, die belangrijk bijdragen aan het broeikaseffect. Maar de overheid heeft tegen zeer weinig bedrijven iets ondernomen.

MAANLANDSCHAP Nu verder over mijn reis naar de Mensen van de Jungle, de mysterieuze Orang Rimba. Ik moest na Barbari eerst naar Pemayungan, een lange rit van meerdere dagen naar de zuidzijde van het Bukit Tigapuluh National Park. Ook op het veerpontje over de Batang Hari Rivier kwam ik vrachtwagens vol hout tegen, de laatste restjes van het grote regenwoud van de Sumatraanse provincie Jambi aan de overzijde van de rivier. Vanaf het pondje rijd je een soort maanlandschap in. Hier is helemaal niets meer over van de ooit zo majestueuze jungle. Een enorm gebied rond het dorp Pemayungan is leeggekapt en wordt nu door een dochterbedrijf van Sinar Mas omgetoverd naar acaciaplantages voor de papierpulp. Dit was het gebied van de Sumatraanse tijger, een ernstig met uitsterven bedreigde diersoort waarvan er nog maar rond de vierhonderd over zijn. Die laatste wilde tijgers hebben nauwelijks nog leefruimte en vormen een groot gevaar voor de dorpelingen van de desa Pemayun-

8

• WACHTKAMER

gan. Ze komen naar het dorp toe. Niet zo heel lang geleden werd er weer een dorpeling gedood, alleen een stuk been werd teruggevonden. Deze desa heeft een jonge dorpschef, Nama Syaharudin, die in de stad heeft gestudeerd en tegen Sinar Mas in opstand durft te komen. In 1931 vluchtten de voorouders van de huidige bewoners van Pemayungan voor de agressieve Nederlandse kolonisten naar dit stukje grond, toen nog diep in het regenwoud. In die periode legden de dorpelingen hun eerste rubberplantages aan. En toen kwam er een nieuwe agressor, de pulpfabrikant die volgens Nama grote delen van de rubberplantages opeist om hier acacia’s te kunnen

planten. Nama vertelde me hoe hij en enkele andere dorpelingen gloednieuwe eigendomsborden, ten onrechte geplaatst door onderaannemers van de papierpulpfabrikant op het gebied van zijn dorp, uit de grond had gerukt. De natuur in Pemayungan lijkt definitief verwoest en de kettingzagen naderden ook het nabijgelegen Bukit Togapuluh National Park.

DE LAATSTE OERMENSEN Ik bereikte de rand van Bukit Tigapuluh National Park na zes dagen reizen. Hier hoopten Greenpeace-medewerker Zamzami en ik de laatste oermensen van Sumatra te vinden, de Orang


Sumatra 2013: Leeggekapte regenwouden en drooggelegde diepveenmoerassen voor de aanleg van levenloze monocultuurplantages met oliepalmen en acacia’s. Orang Rimba chief Bapak Iad maakt zich zorgen over de toekomst van zijn kinderen.

Rimba. Maar weinig reizigers hebben de Orang Rimba ooit gezien. Ze schuwen het contact met de buitenwereld, alhoewel ze af en toe ruilhandelaren ontvangen, met wie ze bosproducten als natuurrubber verwisselen voor artikelen als ijzer, potten, pannen en, geloof het of niet, filtersigaretten. Daar zijn ze dol op. Na uren door de blubber ploeteren met onze piepende en krakende terreinwagen zagen we de eerste Orang Rimba kinderen. Ze hadden vis gevangen. We moesten nu dus ook dicht bij de locatie zijn, waar de Orang Rimba de ruilhandelaren ontvangen. Deze plek bestaat uit een breed houten platform tussen de bomen in het bos. Gezeten op zo’n houten vlonder wachten de Orang Rimba de buitenstaanders op. Links zitten de mannen, rechts de vrouwen. Ik mocht bij de mannen zitten voor een gesprek met stamoudste Bapak Iad, een vriendelijke baas met nog drie tanden inz zijn mond en een bruingekauwde filterpeuk tussen zijn lippen. Ik was overigens ook van tevoren gewaarschuwd: Ga je per ongeluk naast een Orang Rimba vrouw zitten, dan ben je praktisch meteen met haar getrouwd! Chief Bapak Iad vertelde me dat de Orang Rimba het rijke oerbos met al z’n dieren, honing, vis en vruchten hard nodig hebben. In de buitenwereld zouden ze nooit kunnen overleven. Hij is erg boos op de mannen met de kettingzagen en graafmachines, die het bos opvreten en niets overlaten. Soms komen de rondtrekkende Orang Rima per ongeluk op een oliepalmplantage terecht, die wel groen is, maar zonder dieren, zonder voedsel, alles is er dood. Bapak Iad is bang voor de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen. Ze vluchten steeds dieper het bos in, maar wat als er straks geen bos meer over is?

TIJGERFAMILIE’S Bapak Iad gaf toe dat de Orang Rimba erg bang zijn voor de tijger, die zij als oppergod en koning van de jungle beschouwen. Maar er is nog nooit iets gebeurd. Orang Rimba en tijgers geven elkaar respect, gaan elkaar uit de weg. Ook de Rankong, de neushoornvogel, zien zij als een god, die je niet mag doden. De Orang Rimba trekken voortdurend van de ene plek in het bos naar de andere en plukken de vruchten van de natuur, letterlijk en figuurlijk. “We kennen veel geheimen van de planten en fruit van het woud,” fluisterde Bapak Iad me toe. “We weten precies waar en welke medicijnen we uit de natuur kunnen halen als iemand van ons ziek of gewond is. Is iemand er zo slecht aan toe dat niets helpt, dan vragen we wel eens om hulp bij een van de dorpen. > WACHTKAMER •

9


Vrachtwagens rijden de laatste resten oerbos over het veerpontje van de Batang Hari rivier bij Pemayungan in de Sumatraanse provincie Jambi. Maar dat gebeurt eigenlijk bijna nooit. Een Orang Rimba aanvaardt zijn lot, wij leven en sterven zoals onze voorouders. Ziekte en dood horen bij het leven. Sommige Orang Rimba sterven jong, anderen houden het erg lang vol.” Nu, al lang weer terug in Nederland, denk ik nog vaak aan Sumatra. Het paradijs dat heeft plaatsgemaakt voor oliepalm- en acaciaplantages. Gelukkig laten sommige bedrijven de oerbossen nu met rust. Maar dat geldt niet voor alle ondernemingen. De oliepalmplantages rukken steeds verder op. Palmolie blijft big business. Logisch: we gebruiken het goedje voor een boel spullen: het zit in zeep, in chocoladepasta en we maken er zelfs brandstof van waarop onze auto’s rijden! Als Indonesië niets doet om de laatste stukken regenwoud beter te beschermen tegen plantagebedrijven die nog altijd ongeremd hun gang gaan, dan is er straks niets meer over van het natuurschoon en hoef je er als toerist ook niet meer naartoe. Alleen al in Sumatra staan honderdduizenden hectare bos op het spel. Is een regenwoud eenmaaal verwoest, dan ben jet het voor eeuwig kwijt! En met de regenwouden verdwijnt dan ook voorgoed de oppergod van de jungle, de ernstig bedreigde Sumatraanse tijger. Als de expansieplannen van de Indonesische palmolie-industrie ongeremd doorgaan hebben dit unieke dier en vele andere endemische junglebewoners geen toekomst meer. In het vliegtuig terug naar Nederland las ik in de Jakarta Post dat verborgen camera’s in het Bukit Tigapuluh National Park twee nieuwe tijgerfamilies hadden ontdekt. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst van die arme tijgerpups. De bulldozers, graafmachines en kettingzagen van zijn zo dichtbij!

10

• WACHTKAMER

WAAKZAAM Greenpeace is nu, na jarenlang acties tegen APP, voorzichtig positief over het nieuwe pad dat APP wil gaan bewandelen. De voormalige oerwoudverslinder heeft nu ook zwart op wit beloofd dat de 38 Indonesische onderaannemers die voor APP werken eveneens geen nieuw regenwoud of diepveenmoerassen meer zullen aantasten. Maar Greenpeace blijft waakzaam en bezorgd, want waar APP zich nu aan regels lijkt te houden, gaan concurrenten onverminderd voort met de vernietiging van de laatste stukjes jungle van Indonesië. Greenpeace blijft, gesteund door trouwe donateurs, actievoeren tegen de resterende palmolie- en papierpulpondernemingen die zich nog altijd niets van de natuur aantrekken. Totdat zeker is dat de laatste bossen blijven staan. <

De Orang Rimba vluchten steeds dieper het bos in, maar wat als er straks geen bos meer over is? APP stopt met ontbossing, nu de rest nog! Vecht met Greenpeace voor de regenwouden van Indonesië! SMS NU ‘GOEDHOUT’ NAAR 4333 Zo steun ook jij de strijd van Greenpeace voor de laatste restjes jungle eenmalig met 2 euro. Jij maakt het verschil!

Geraakt door Susan’s Dagboek? Help Plan Nederland. Doe het nu!


Jij maakt het verschil! H

Heb je Sander de Kramer’s artikel gelezen over de radicale ontbossing van Sumatra en de strijd die Greenpeace voert? Dan zul je wel geschrokken zijn. Net als ik! En niet alleen de papierpulpfabrieken vormen het grote gevaar. Ook jij kan, vanuit pure onwetendheid, tot de grote vernietigers worden gerekend! Tropisch hardhout wordt bijvoorbeeld nog steeds volop toegepast in tuinen en openbare ruimtes. Als ik mensen ernaar vraag, dan vinden zij illegale houtkap en grootschalige ontbossing verschrikkelijk, maar ondertussen hebben ze wel een schutting in de tuin zonder FSC keurmerk, waardoor je eigenlijk moet weten dat het fout hout is. De letters FSC staan voor Forest Stewardship Council, een internationaal netwerk dat zich bezighoudt met verantwoord bosbeheer. Ze houden de meest kwetsbare oerwouden zo goed mogelijk in de gaten. Persoonlijk raad ik zelfs tropisch hardhout mèt FSC keurmerk af. Want dat hout komt immers altijd van echte oerbomen met bijbehorend ecosysteem, eenmaal verwoest groeit het nooit meer terug. Daarnaast is het vervoeren van tropisch hardhout naar verkopers en consumenten over de hele wereld pure energieverspilling. Onnodig en onwenselijk! Er zijn namelijk genoeg alternatieve houtsoorten die dezelfde kwaliteit

en uitstraling hebben. Kijk maar eens naar bamboe, dat groeit snel! Bamboe van een merk als Moso wordt ook nog eens milieuvriendelijk geproduceerd. Dichter bij huis en zelfs nog beter dan tropisch hardhout zijn eiken- en kastanjehout. Daarnaast heb je ook ‘gemodificeerd’ zachthout, dat na behandeling dezelfde eigenschappen bezit als hardhout. Acoya is een houtsoort die je zelfs als beschoeiing langs de waterkant kunt gebruiken. Ik gebruik ook graag hout van de larix en douglasspar. Het hoeft niet chemisch te worden geïmpregneerd en kan zó uit de bossen van Staatsbosbeheer worden geoogst voor vervaardiging van vlonders en tuinhuizen. Ook de prijs spreekt een woordje mee: eiken tuinschermen zijn goedkoper dan hardhout van dezelfde kwaliteit en gaan net zo lang mee. Samen moeten we voorkomen dat onze planeet wordt kaal geroofd voor producten die wij niet nodig hebben. Koop dus geen hardhout meer. Jij maakt het verschil! Kijk naar alternatieven met een verantwoorde ‘foot print’, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet. Tuinontwerper Nico Wissing (N) en ik (L) hebben samen NL Greenlabel opgezet: Wij willen de zinloze vernietiging van unieke ecosystemen stoppen door mooie alternatieven aan

te bieden. Als consument heb je de ‘power’ om de ontbossingen tegen te gaan, simpelweg door bewust te consumeren. Kies dus vanaf nu voor duurzaam. Het aangrijpende verhaal van Sander de Kramer op de pagina’s hiernaast bewijst trouwens ook weer eens hoe noodzakelijk het werk van Greenpeace is. Steun de strijd van Greenpeace, zo draag je actief bij aan een leefbare wereld. Jouw kinderen zullen je straks dankbaar zijn! Lodewijk Hoekstra www.nlgreenlabel.nl

WACHTKAMER •

11


Op reis door Afrika, Azië en Zuid-Amerika

De kleine kampioenen van Monique Velzeboer Tekst: Rob Bartlema Foto’s: Monique Velzeboer

Maria (11) Een gewoon weeshuis wilde haar niet opnemen, omdat ze zo onrustig was. Twee jaar geleden kwam ze via het Liliane Fonds bij dokter Mary Luz terecht. Ze is te klein voor haar leeftijd, maar zeker niet dom. Maria kan lezen en schrijven en wordt al een stuk rustiger. Soms slaat ze nog met haar hoofd tegen de muur. Haar moeder is psychiatrisch patiënte en woont in Lima. Maria houdt van dansen en is enthousiast over elk verzetje. Ze wilde graag met een duif op de foto. Eén duif? Er waren maar liefst twintig witte duiven nodig voor dit portret! 12

• WACHTKAMER

In 1988 won shorttrackster Monique Velzeboer drie medailles op de Olympische Winterspelen. Enkele jaren later maakte een trainingsongeval een abrupt einde aan haar sportcarrière. Monique raakte gehandicapt, maar revalideerde wilskrachtig en krabbelde op uit het dal. Tegenwoordig is ze een gerespecteerd fotografe. Samen met jeugdvriendin Erma Rotteveel reist Monique voor het Liliane Fonds naar ontwikkelingslanden om kinderen met een handicap op de kaart te zetten, letterlijk en figuurlijk.


Sheetal (7) en Akash (10) In Indiase visserskleren. Sheetal draagt de lotusbloem, Akash de tulp. De lotus symboliseert de goddelijke geboorte en zuiverheid. Akash heeft het syndroom van Down. Hij is dol op aandacht. Doet zijn moeder boodschappen met hem, dan roept hij tegen iedereen: “Dit is mijn moeder!” Zijn therapiejuf laat hem veel schilderen. Sheetal loopt slecht en heeft evenwichtsstoornissen. Ze krijgt spraakles en fysio. Haar ouders lieten haar in de steek; ze woont bij haar lieve opa (65). Akash vindt Sheetal vreselijk lief en toont dat, als altijd, uitbundig.

Liliane Fonds hun pad. De lokale contactpersonen van het fonds zoeken deze kinderen op en proberen hen te helpen, zowel in fysiek als sociaal opzicht.”

SCHAAMTE

Ze zijn razend populair, de foto’s van de Monique Velzeboer Foundation ten bate van het Liliane Fonds. Het gaat dan ook om portretten van stralende kinderen, genietend van dat ene bijzondere moment van speciale aandacht. Trots poseren ze met een ‘happy face’ voor de blanke fotografe die, net als zij, ook ‘iets heeft’. Want zij zit in een rolstoel. Wie de foto’s bekijkt, ziet allereerst een bijzonder kind en niet die handicap. En dat is exact wat Monique en art director Erma Rotteveel beogen. Monique vertelt: “Wanneer ik op reis ben, word ik gegrepen door deze kinderen. Ze hebben het vaak zo moeilijk. In niet-westerse landen krijgen kinderen met een handicap vaak niet de kans zich te ontwikkelen tot volwassenen met een eigen, volwaardige plek in de maatschappij. Armoede speelt een belangrijke rol, geen toegang tot medische of psychische zorg, ouders die niet weten wat ze met hun kind aan moeten. Als deze kinderen geluk hebben, kruist het

Soms proberen ouders of andere familieleden in ontwikkelingslanden deze kinderen uit schaamte voor alles en iedereen te verbergen. Het komt voor dat ze dan zo maar ergens op de grond in een hoekje liggen of in een geitenhok zijn gestopt. Monique: “Eenmaal opgespoord krijgen de kinderen revalidatie, scholing, er zijn integratieprogramma’s, zodat ze met andere kinderen leren omgaan en spelen. En die andere kinderen met hen natuurlijk. Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk revalidatie is en wat je bijvoorbeeld met goede fysiotherapie kunt bereiken. Het Liliane Fonds zorgt al ruim dertig jaar voor kleinschalige, directe en persoonsgerichte hulp voor kinderen met een handicap in de allerarmste landen van de wereld. Want zo’n kind daar, is natuurlijk even waardevol als ieder ander mensenkind.”

INSPIRATIE Monique en Erma, die eigenaresse is van ontwerpbureau Windkracht 10 in Rijpwetering, zien hun Monique Velzeboer Foundation als een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Erma: “Wij hebben onze krachten gebundeld om zo iets bijzonders te kunnen doen voor

Koin (13) Zijn vader schaamde zich zó voor de handicap van zijn zoon dat hij hem bij Daniël, de Liliane Fonds-medewerker, weghaalde om Koin thuis voor iedereen te verbergen. Een oom die dat niet kon verdragen, bracht Koin gelukkig terug bij Daniël, die besloot eens goed te gaan praten met de vader. Voor een zoon die niet kan lopen hoef je je niet te schamen, die moet je helpen. En dan kunnen er wonderen gebeuren, weet Daniël, zelf ooit poliopatiënt. Nu krijgt Koin alle kansen die hij verdient. Daniël werkt hard met hem, zijn vader zal nog opkijken!

het Liliane Fonds. Hopelijk inspireert onze Foundation ook anderen die net iets meer willen doen met hun talent, ervaring of invloed. Het geeft je een goed gevoel een deel van je tijd ten dienste te stellen van een organisatie, waarvan je weet dat die fantastisch werk verricht. Monique en ik zijn

>


Nasrinbanu Sheikh (20) Haar straatarme ouders zorgden niet voor haar; daarom voedde oma haar op. Nasrinbanu is al twee keer aan haar voet en een knie geopereerd. Het Liliane Fonds betaalde de operaties en de beugel, die ze altijd moet blijven dragen. Nu volgt ze therapie om beter te leren lopen. Ze heeft een schooldiploma en wil graag verkoopster worden. Ze beschildert de handen van haar vriendinnen heel mooi met henna. Nasrinbanu brengt een Indiase groet aan Nederland, in een sari van Delftsblauwe stof.

14

• WACHTKAMER


Jean d’Amour Ndahiro (6) Alleen zijn moeder leeft nog. Zij is erg arm en woont in het westen van Rwanda, vlak bij de grens met Oeganda. Van haar drie kinderen is Jean d’Amour de middelste. Sinds 2002 verblijft hij in het revalidatiecentrum in Gatagara. Jean d’Amour kwam ter wereld met ernstig misvormde benen. In Gatagara leerde hij met beugels lopen. Later volgt misschien nog een operatie. Het Liliane Fonds regelt dat allemaal. Jean d’Amiour zit nu op de kleuterschool en is helemaal gek van voetballen. En dat doet-ie, met beugels en al!

hoe Monique bij Mart Smeets aan tafel zat! Ik schaatste altijd net iets minder hard dan Monique, dus ik ging naar de kunstacademie terwijl zij voor de topsport koos. Maar we zijn elkaar nooit uit het oog verloren, we bleven hartsvriendinnen en zijn nu ook hartscollega’s.”

dat zijn ze eigenlijk ook, kampioenen. Want kinderen met een handicap, ook in de allerarmste landen, beschikken over een enorme wilskracht. Met een klein beetje professionele steun van het Liliane Fonds kunnen zij de hele wereld aan! <

Monique en Erma reizen voor hun Liliane Fonds-reportages altijd samen met Libelle-columniste Wieke Biesheuvel, die de teksten bij de foto’s verzorgt.

KAMPIOENEN Op deze krachtige portrettenpagina’s ogen de kinderen, die door het Liliane Fonds worden geholpen, als echte kampioenen. Net als de topschaatsers op Moniques KNSB-sportkalender. En

geen verpleegkundigen of zo, maar wij kunnen op deze manier ook iets heel waardevols voor kinderen met een handicap doen.” Moniques carrière als fotografe kreeg een boost, toen zij in 2002 in opdracht van de KNSB een sportkalender met portretten van schaatskampioenen maakte. Erma verzorgde de lay-out. En het geld, dat de twee aan de kalender verdienden, schonken zij aan het Liliane Fonds. Vervolgens reisde Monique in 2003 voor een fotoreportage naar Rwanda, waarbij zij op het idee kwam kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden te portretteren. Speciaal voor wenskaarten en kalenders ten bate van het Liliane Fonds. Daartoe richtten Monique en Erma de Monique Velzeboer Foundation op. De twee zijn inmiddels ruim een kwart eeuw bevriend. Erma: “We waren op ons achtste jaar al heel close. Allebei uit een grote boerenfamilie, we schaatsten bij dezelfde ijsclub en we fietsten samen elke dag vanuit Rijpwetering naar het Agnes College in Leiden. Nou ja, niet elke dag. Ik weet nog dat ik bij de conciërge op school op tv zag

Vinayak Maharana (9) Vijf jaar geleden nog volkomen afhankelijk van zijn ouders, altijd verborgen in het donker binnenshuis. Nu kan hij zichzelf wassen en aankleden, hij speelt buiten en gaat elke dag naar een school voor speciaal onderwijs. Het wonder van de revalidatie! Zijn therapeut denkt dat er nog meer uit te halen is. Als Vinayak buiten speelt, houden de buren, die dol op hem zijn, een oogje in het zeil. Zonder interventie van het Liliane Fonds verkeerde Vinayak nu nog hulpeloos in het donker.

Van kansarm naar kampioen! Steun deze kinderen HELP HET LILIANE FONDS! Wil u met uw talent of bedrijf, net als de Monique Velzeboer Foundation, echte kampioenen maken van kansarme kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden? Ga dan naar WWW.LILIANEFONDS.NL of bel 0800 7800800 om uw ideeën met ons door te

spreken. Vanzelfsprekend kunt u ook donateur worden of het Liliane Fonds met een eenmalige gift verblijden.

WACHTKAMER •

15


DIT GAAT NIET OVER ROZEN Tekst: Rob Bartlema Foto’s: Bas Jongerius, Carli Hermès e.a.

16

• WACHTKAMER

z


z

In de bloementeelt in Oost-Afrika is veel mis. Veel vrouwen werken tien uur per dag voor een schamel loon. Ze worden geregeld blootgesteld aan gevaarlijke chemicaliën en hebben soms te maken met seksuele intimidatie. Hivos wil dit veranderen door het aanbod van ‘eerlijke bloemen’ te vergroten, bloemen met een keurmerk. Met een prijsverhoging van vijf cent per bos kan dit worden gerealiseerd. Dat moet toch lukken?

Zodra ze het getoeter hoort, werpt Fatima een laatste blik op Fatiya. Haar zesjarige dochter ligt nog in het grote bed, waar ze slaapt sinds Fatima’s man de benen nam. Het is zes uur in de ochtend en Fatima heeft nog een minuut of vijf voor de bus wegrijdt. De kou in huis doet haar rillen en ze neemt nog een laatste slok warme thee. Ze legt haar deken weer terug op bed, over Fatiya heen. Weer hoort ze het toeteren van de bus. Zonder het meisje wakker te maken loopt ze de deur uit. Het is tijd. Buiten groet ze de buschauffeur met een grote glimlach. “Hé herriemaker, ik ben wakker hoor.” Collins lacht zijn tanden bloot en toetert door. “Welkom terug! Ik heb je een hele tijd niet gezien.” Fatima groet de andere vrouwen en vindt in de schemering een plaatsje voor in

de bus. Zodra de bus vertrekt, dommelen de dames in. Hun hoofden deinen knikkebollend mee met het ritme van de weg.

EÉN EURO PER DAG Totdat Fatima een paar maanden terug haar baan verloor reed ze iedere dag met Collins mee naar de kassen. Ze werkte op de inpakafdeling van een grote rozenteler. Daar verdiende ze omgerekend een euro per dag, met of zonder overwerk. Toen haar man bij haar wegging, was dat nog net genoeg voor haar en Fatiya om te overleven, maar veel te weinig voor vrijwel al het andere. Geld voor schoolspullen, gezond eten of medische zorg was er niet. Toen Fatiya een zware malaria-aanval kreeg, werd dat pijnlijk duidelijk. > WACHTKAMER •

17


Om aan geld voor medicijnen te komen, vroeg Fatima haar teamleider om een voorschot op haar loon. Dat bleek geen probleem, tenminste, als ze bereid was om met hem naar bed te gaan. Ze stemde toe en kreeg het geld. Fatiya knapte op, maar Fatima was nog niet van haar teamleider verlost. Hij meende recht te hebben op meer. Ze weigerde. Toen haar contract twee maanden later afliep, kon ze vertrekken. In de vier maanden erna verkocht ze water langs de weg.

Tot een buurvrouw haar vertelde dat ze werk gevonden had bij een grote kwekerij waar wél goed voor het personeel gezorgd werd. Ze deed een goed woordje voor Fatima en die zit nu naast haar in de bus, op weg naar haar nieuwe baan. Ze heeft er zin in want de verhalen over deze kweker klonken Fatima na alle ellende bij haar vorige werkgever als muziek in de oren. Twee keer zoveel verdienen als bij haar oude baas, en als alles goed gaat een vast contract! Overwerk zou betaald worden en er was zelfs kinderopvang. Bovendien: er waren vrouwelijke teamleiders. Het is allemaal bijna te mooi om waar te zijn. De vrouwen in de bus slapen. Alleen Fatima en de chauffeur zijn wakker. Buiten doemen de eerste kwekerijen op. Via zijn achteruitkijkspiegel maakt Collins oogcontact. “Hoe gaat het met je? Ik hoorde dat je het moeilijk had.” Fatima knikt. Terwijl de geur van rozen die van uitlaatgassen verdrijft, zegt ze: “Dat is nu voorbij. Vandaag begint mijn nieuwe toekomst.”

De oude bus, bestuurd door Collins, haalt en brengt de vrouwen elke dag van en naar de bloemenkwekerijen. De bloementeelt in Oost-Afrika is big business, maar vele vrouwen die de bloemen plukken, sorteren en inpakken verdienen vaak niet meer dan ruim een euro voor een tienurige werkdag. Hivos pleit voor een ‘leefbaar loon’, zodat zij behoorlijk in hun levensonderhoud kunnen voorzien. 18

• WACHTKAMER


Een bos ‘eerlijke bloemen’ kost bij de bloemenstal in Nederland maar vijf eurocent méér. Helaas heeft nog geen procent van alle in ons land verhandelde bloemen een Fairtrade keurmerk, waardoor de arbeidsomstandigheden voor de vrouwen in de kassen kunnen worden verbeterd. Hivos probeert de supermarktketens zover te krijgen dat er alleen nog eerlijke bloemen worden verkocht. Als wereldmarktleider moet Nederland het goede voorbeeld geven.

ARMZALIGE SITUATIE Het fictieve verhaal van Fatima* is te lezen op de website van ontwikkelingsorganisatie Hivos, dat met meer dan zeshonderd partnerorganisaties in Afrika, Azië en Latijns-Amerika strijdt tegen armoede, onderdrukking en discriminatie. Het relaas wordt belicht in de campagne ‘Power of the Fair Trade Flower’, waarin Hivos de armzalige situatie van vrouwen in de bloementeelt in Oost-Afrika aan de orde stelt. Miljarden bloemen, voor het overgrote deel rozen, worden jaarlijks vanuit Kenia, Oeganda, Tanzania en Ethiopië geëxporteerd. Big business, maar de ruim honderdduizend vrouwen die de bloemen plukken, sorteren en inpakken profiteren daar nauwelijks van: in Kenia, waar jaarlijks voor 322 miljoen dollar aan bloemen wordt verhandeld, bedraagt het minimumloon ongeveer één euro en vijfentwintig cent. In Oeganda is dat zelfs nog lager. Volgens Hivos komt het nog veel te weinig voor dat in de kwekerijen een zogenaamd “leefbaar loon” wordt betaald. Campagneleider Caroline Wildeman: “Van de vrouwen die in de kassen werken is de helft alleenstaand. Zij moeten alleen voor hun kinderen zorgen. Om die gezond te eten te geven en zonodig medische zorg hebben ze minimaal drie dollar per dag nodig. Maar de meeste telers maken misbruik van de enorme werkloosheid en betalen nauwelijks de helft.”

ONDER DE INDRUK Bovenop het karige loon komen de beroerde arbeidsomstandigheden. Kenia is een lage lonenland en vaak geldt: voor jou honderd anderen. De positie van werknemers is kortom zwak. Een abominabele rechtspositie, seksuele intimidatie en een gebrek aan kinderopvang vormen daarvan het bewijs. En dan lopen veel werknemers ook nog eens gevaar doordat zij worden blootgesteld aan gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. Fotograaf Corbino, die voor de campagne van Hivos op eigen initiatief naar Kenia reisde, zag het met eigen ogen en raakte onder de indruk. “Ik sprak daar met een vrouw, Ester. Zij werkte ruim jaar op een kwekerij. Maakte dagen van zes tot zes, zes dagen in de week. Ze verdiende nauwelijks genoeg om rond te komen. Dus had ze een tweede baan in de avond, terwijl haar kind thuis zat.” Ester betaalde een hoge prijs. “Blootstelling aan pesticiden veroorzaakte huidproblemen en twee miskramen.” Het gif maakte Ester onvruchtbaar. In de bloemenindustrie is gebruik van pesticiden

gemeengoed. Maar het moet wel volgens de regels gebeuren en daar gaat het vaak fout. Door de hoge werkdruk worden de wachttijden waarin de kas niet mag worden betreden na het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet in acht genomen. Ook ontbreekt het vaak aan speciale kleding die de pluksters beschermt tegen het gif op de doornen. Met alle gevolgen van dien. Ester gaf niet op en vond uiteindelijk ander werk. Nu gaat het goed met haar.

EERLIJKE BLOEMEN Uit onderzoek blijkt dat een bos ‘eerlijke rozen’ bij de bloemenstal of in de winkel maar vijf eurocent duurder is. “Dat beetje meer willen de klanten best uitgeven als ze zeker weten dat hun bloemen op een eerlijke en duurzame manier worden gekweekt,” aldus Caroline Wildeman. Hivos pleit daarom voor een groter aanbod van eerlijk geproduceerde bloemen. Met een keurmerk dus. Om in aanmerking te komen voor een keurmerk moeten kwekers voor goede arbeidsomstandigheden zorgen en voldoen aan bepaalde milieuvoorwaarden. Helaas is nog geen procent van alle in Nederland verhandelde bloemen fairtrade gecertificeerd, zoals Max Havelaar of ‘Fair Flowers Fair Plants’. “En áls er al sprake is van een keurmerk, dan valt dat helemaal net op, “ zegt Caroline Wildeman. “In de winkel moeten mensen eerlijke bloemen in één oogopslag kunnen herkennen.” Daarnaast probeert Hivos de grote supermarktketens > WACHTKAMER •

19


zover te krijgen dat er alleen eerlijke bloemen worden verkocht. De campagneleider: “In de helft van de winkels van Supermarktketen Plus zijn nu alleen nog eerlijke rozen te koop. En we zijn in gesprek met de veiling. Ook daar is men van mening dat er echt iets moet veranderen.” Via de vakbonden en lokale ontwikkelingsorganisaties gaat Hivos bovendien ter plekke het gesprek aan met de telers zelf. Met speciale trainingen maakt de organisatie de vrouwen bewust van hun rechten en wordt hen geleerd hoe ze daarvoor kunnen opkomen. Caroline Wildeman: “Nederland is wereldmarktleider: zeventig procent van alle bloemen uit Afrika gaat via ons land de wereld over. Dan moeten wij toch het voortouw nemen.”

KEURMERK Op dit moment zijn keurmerken het beste alternatief voor de consument. Om in aanmerking te komen voor een keurmerk moeten kwekers voor goede arbeidsomstandigheden zorgen en voldoen aan milieuvoorwaarden. Dit betekent bijvoorbeeld dat er een collectieve arbeidsovereenkomst moet komen, waarin zaken als betaald overwerk en zwangerschapsverlof zijn vastgelegd. Vrouwen mogen voor hun rechten opkomen in georganiseerd verband. Op deze kwekerijen geven partners van Hivos trainingen over non-discriminatie en het voorkomen van seksueel misbruik.

DE LAAN UITGESTUURD Dat het beter kan bewijzen bedrijven die werken met een fairtrade certificaat. Zo zag de 23-jarige Damaris Kerubo bij haar vorige werkgever van dichtbij hoe vrouwen seksueel geïntimideerd werden. “Een getrouwde vrouw moest bij een van de supervisors op kantoor komen. Ze werd de laan uitgestuurd toen ze niet op zijn avances wilde ingaan. Hier, bij Bigot Flowers, zou dat niet kunnen. Zoiets wordt direct gemeld bij de chef en bij de personeelsmanager.” De verdachte wordt voor twee weken geschorst en in die tijd volgt een onderzoek. Is de man schuldig, dan wordt hij onmiddellijk ontslagen. Bij Panda, net als Bigot fairtrade gecertificeerd, mogen zwangere vrouwen überhaupt de kas niet in als er gesproeid is. En zwangere vrouwen mogen er ook eerder naar huis, vertelt de 32-jarige Zeituni Egesa, moeder van twee kinderen. Ze brengt haar kroost elke dag naar de crèche, die het bedrijf liet bouwen naast de kwekerij. Maar het belangrijkste verschil tussen de ‘slechte’ en ‘goede’ werkgevers betreft toch wel de rechtspositie en beloning. Plukster Monica Wanjiku, getrouwd en moeder van twee zoons, vertelt daarover: “Ik had vroeger nooit een arbeidscontract. Je ging gewoon werken en je wist niet eens of je in dienst was of niet.

De werkgevers betaalden je wat ze maar wilden. En dat was altijd te weinig. Sommige vrouwen prostitueerden zich na het werk, omdat zij anders niet voor hun gezin konden zorgen.” Bij Panda kreeg Monica een vast contract. “Ik heb nu 24 vakantiedagen per jaar en recht op drie maanden zwangerschapsverlof. Mijn loon is verdubbeld en ik zit via mijn werk in een spaarfonds. Nu leggen we zelfs wat geld opzij. Dankzij mijn verdiensten konden we een huisje bouwen met een watertank. En schapen kopen en een koe…” <

*) Het verhaal van Fatima en Fatiya is gebaseerd op waargebeurde verhalen van vrouwen in de bloemenindustrie. Voor de campagne van Hivos lieten zes topfotografen zich inspireren door deze verhalen, onder wie Corbino en Aatjan Renders. Hun beelden, die vertellen over discriminatie, ongezonde werkplekken en seksuele intimidatie zijn te zien op www.powerofthefairtradeflower.nl

TEKEN DE PETITIE VOOR EERLIJKE BLOEMEN! Eerlijke bloemen dragen bij aan betere arbeidsomstandigheden, maar op dit moment zijn keurmerken niet of nauwelijks zichtbaar in de winkel. Hivos wil daar verandering in brengen en het aanbod van eerlijke bloemen op de Nederlandse markt vergroten. Dat kan niet zonder de consument. Ga naar www.powerofthefairtradeflower.nl en teken de petitie. Je maakt kans op een jaar lang gratis eerlijke bloemen.

20

• WACHTKAMER


al Journa

ZEESCHILDPADDEN ZIEN HET LICHT Elk jaar sterven er circa 250.000 zeeschildpadden als bijvangst in de netten van vissers. Amerikaanse zeebiologen denken hiervoor een oplossing te hebben gevonden. Uit experimenten in de Stille Oceaan blijkt dat er veertig procent minder zeeschildpad-

g

den in de netten verstrikt raken, als deze worden verlicht met led-lampjes. Die beestjes zien het licht en zwemmen een stukje om. Bijvangst is volgens natuurbeschermers een van de grootste bedreigingen van vele soorten waterbewoners. ◆

GREENPEACE GEEFT HET VOORBEELD

Greenpeace gaat verkassen. Begin volgend jaar verhuist de organisatie naar de Smederij, een industriële loods op de NDSM-werf in Amsterdam-Noord. Het gebouw wordt eerst gerenoveerd. Met goede isolatie, geothermische verwarming en koeling, gebruik van lokaal opgewekte windenergie, waterbesparende maatregelen en (her)gebruik van duurzame bouwmaterialen wordt het pand een toonbeeld van duurzaamheid. “We wilden al heel lang een kantoor dat voor een

deel in de eigen energiebehoefte voorziet,” zegt Greenpeace directeur Sylvia Borren. De investering van Greenpeace hierin kan straks worden terugverdiend door de lage energierekening en de goedkopere locatie. Ook gebruikt Greenpeace minder vierkante meters per medewerker, omdat het nieuwe kantoor flexibele werkplekken heeft. “Zo’n duurzame investering is voor veel bedrijven en organisaties een dilemma: blijven we doorgaan op de oude weg of investeren we

ROB KAMPHUES: DE STRIJD VAN MIJN VADER Deze winter roept de Nierstichting weer zoveel mogelijk mensen op deel te nemen aan de jaarlijkse IJsstrijd. Wie thuis nog ergens een paar schaatsen heeft hangen moet deze onderbinden en zich laten sponsoren, kilometers maken op het ijs en geld verdienen voor het onderzoek van de Nierstichting. Cabaretier en presentator Rob Kamphues (‘De Reünie’) is een van de ambassadeurs van de IJsstrijd. Rob: “Voor een nierpatiënt is het niet vanzelfsprekend om te werken, te sporten of ergens naar toe te gaan. Mijn vader was nierpatiënt. Uit eigen ervaring weet ik dat nierpatiënten dagelijks strijd leveren en hun familie strijdt mee. Ik vindt het onderzoek van de Nierstichting erg belangrijk en wil een bijdrage leveren aan het oplossen van de medische complicaties die mijn vaders leven hebben verzuurd.” ◆

nu in duurzaamheid, zodat je straks een lagere milieubelasting én lagere kosten hebt. Wij willen hier echt het goede voorbeeld geven.” De nieuwe locatie biedt verder alles wat voor Greenpeace belangrijk is, vertelt Sylvia Borren. “Het kantoor is goed bereikbaar met de fiets en het openbaar vervoer. En omdat het indrukwekkende gebouw als voormalige werf op een locatie aan het water ligt, kunnen zelfs de schepen van Greenpeace voor de deur aanmeren.” ◆

WACHTKAMER •

21


LUNA (6) WIL SAMEN SPELEN MET ANDERE KINDEREN:

“ZE VINDEN MIJN ROLSTOEL MOOI EN SPANNEND!”

Luna Wansink (6) zit in een jeugdbende. Ze was zelfs op televisie. Nee, niet in een misdaadprogramma... Ze speelde de hoofdrol in een filmpje van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK) over een onderwerp dat je wel een beetje ‘crimineel’ kunt noemen: Negentig procent van de speeltuinen in Nederland is ontoegankelijk voor kinderen met een handicap. Dat moet veranderen! 22

• WACHTKAMER

Tekst: Hans Scholte Fotografie: Suzanne Reuling


De ouders van Luna zijn niet blij, wanneer ze met hun dochtertje in de zoveelste speeltuin aankomen waar de speelplekken onbereikbaar zijn door grote hoeveelheden gestort zand. Voor de meeste kinderen met een handicap is er geen doorkomen aan.

Z

“Zand. Héél véél zand. Daar loop je in de meeste speeltuinen tegenaan. Of beter gezegd, in vast.” Paulien Gudde uit het Gelderse Loenen is de moeder van Luna. Ze vertelt dat haar dochtertje is geboren met een open ruggetje (spina bifida) en daardoor haar benen niet kan gebruiken. Ze is gebonden aan haar rolstoel. Speeltuinen gebruiken zand als ondergrond, opdat vallende kinderen zich niet zo snel bezeren. Maar kinderen met een handicap, zoals Luna, komen door dat zand in de problemen. Paulien: “Met een rolstoel kun je in zand helemaal niets. Voor Luna zijn de speeltoestellen dan onbereikbaar. Zeker als die ook nog eens op een heuveltje staan, wat vaak het geval is.” Paulien staat niet alleen. Selina (36) is de moeder van Milou, die vanwege een hersenbeschadiging moeilijk kan lopen, slechtziend en slechthorend is. Selina: “Als kleine meid wil Milou dolgraag naar de speeltuin. De glijbaan is haar favoriet. Maar ja. Kinderen zonder beperking hebben al moeite met die akelige, ijzeren trappetjes dus onze Milou komt er helemaal niet op. Bijna alle andere speeltoestellen zijn voor haar ook ontoegankelijk. Toen we nog naar zulke slechte speeltuinen gingen konden we haar na een kwartiertje meestal gillend en krijsend afvoeren. Juist op de plek waar het leuk moest zijn, werden we er als ouders keihard mee geconfronteerd dat ons kind een beperking heeft.’ Lekker samen spelen met andere kinderen is dus meestal een onbereikbare droom voor kinderen met een handicap. En niet alleen vanwege de ontoegankelijkheid van de speeltuinen of speeltoestellen. Vaak zijn de toestellen zèlf ook ongeschikt of te gevaarlijk, terwijl met wat simpele aanpassingen de meeste gevaren eenvoudig zouden kunnen worden weggetoverd. Paulien: “Een speciaal zitje op een schommel of draaimolen... Een ruggensteun op een wipwap, zodat ze er niet zo snel vanaf vallen… Dat is toch vrij eenvoudig te maken? Er liggen ook vaak volkomen overbodige drempels bij toestellen. Die kun je weghalen. En in plaats van zand kun je ook met gras werken…” Selina: “Boos werd ik ervan, heel boos. En intens verdrietig. Milou is ons enige kind. Ik zag hoe ze in een isolement raakte en gunde haar zo het plezier met leeftijdsgenootjes. We wisten ons geen raad met de situatie totdat iemand vertelde over de NSGK Speeltuin-

bende, die ervoor zorgt dat speeltuinen worden aangepast. Nooit zal ik ons eerste bezoek aan een aangepaste speeltuin vergeten. Er ging een wereld voor ons open. Overal kon Milou zelfstandig op en in. We hoefden haar niet te helpen of te waarschuwen, ze kon vrijuit en veilig spelen. Fijn voor ons, maar ook belangrijk voor haar ontwikkeling. Zelf leren vallen en opstaan is zo goed voor een kind.”

TELEURSTELLING EN VERDRIET Volgens de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK) is zo’n negentig procent van de speeltuinen in ons land ongeschikt voor kinderen met een beperking. En dat, terwijl juist voor hen fijn samen spelen in een speeltuin zo belangrijk is. Niet alleen vanwege het essentiële contact met andere kinderen, maar ook omdat het goed is voor hun ontwikkeling. Spelenderwijs ontdekken ze namelijk op een heel natuurlijke manier wat ze allemaal wèl kunnen, ondanks hun handicap(s). Kinderen die door hun beperking niet met andere kinderen samen kunnen spelen, voelen zich vaak eenzaam en geïsoleerd. Voor hun ouders is het schrijnend om anderen te zien genieten van hun niet gehandicapte kinderen, die lekker met elkaar aan het ravotten zijn, terwijl hun kinderen aan de zijlijn staan en niet kunnen meedoen. Een bezoekje aan een niet aangepaste speeltuin wordt dan een dag vol frustratie, teleurstelling en verdriet. Om zichzelf en hun kinderen die pijn te besparen, lopen veel ouders met een grote boog om zulke speeltuinen heen...

DESKUNDIGEN Om de noodzaak van het aanpassen van ontoegankelijke speeltuinen onder de aandacht te brengen begon NSGK samen met de NUSO (koepelorganisatie speeltuinverenigingen) in 2012 een speciale campagne: Samen Spelen. Maar natuurlijk deed NSGK ook ruim daarvóór al van alles om dit onderwerp op de agenda te zetten. Zo werden er filmpjes gemaakt om de problemen van kinderen met een handicap in zo’n speeltuin aan te tonen. In één daarvan speelde Luna de hoofdrol. “Ik moest met mijn rolstoel op de glijbaan. Dat was wel een beetje eng”, lacht ze. Samen met haar (niet gehandicapte) zevenjarige broer Tim is Luna lid van de Speeltuinbende, een groepje ‘deskundigen’, samengesteld uit kinderen en volwassenen,

Negen op de tien speeltuinen ontoegankelijk voor gehandicapte kinderen... DAT MOET ANDERS! WACHTKAMER •

23


Luna vindt de waterplek fantastisch! Zij kan er met rolstoel en al naar hartelust in spatten en spetteren

Moeder Selina is er trots op dat haar dochter Milou nu lid is geworden van de speeltuinbende. Milou test als ‘ervaringsdeskundige’ van de bende de geschiktheid van speeltuinen voor kinderen met een handicap. dat door NSGK naar speeltuinen wordt gestuurd om de toegankelijkheid en kwaliteit te testen. Luna: “We steken een rood of groen bordje op als er iets fout of goed is. En we zeggen hoe het beter kan voor kinderen zoals ik.” De Speeltuinbende, die overigens regelmatig van samenstelling wisselt, test dus namens NSGK de toegankelijkheid van speeltuinen. Er wordt dan een rapport opgemaakt en vervolgens kan men aan de slag met het vriendelijker maken van de speeltuin voor kinderen met een beperking.

ZELFVERTROUWEN Moeder Selina: ‘Natuurlijk is ook Milou lid geworden van de Speeltuinbende. Ze heeft nu zo’n 15 speeltuinen getest. Onvoorstelbaar hoe ze sindsdien is gegroeid! Ze is autonomer, heeft meer zelfvertrouwen, is opener naar andere kinderen. Eindelijk zien we het kind waarvan wij al die tijd al wisten dat het er wel was, maar dat we niet konden zien. En ik? Ik zit nu aan de rand van de speeltuin een boekje te lezen. Soms kijk ik even op om te genieten van mijn spelende kind. Net als andere moeders.’ Luna gaat, evenals Milou, tegenwoordig ook naar een aangepaste speeltuin. Ze heeft het geluk dat ze in Gelderland woont, vlakbij Dieren, waar zich een fantastische, door de Speeltuinbende tiptop goedgekeurde speeltuin bevindt. Marieke Hartjes, voorzitter van die speeltuin: “Wij letten er al jaren op dat bij ons alles zo open en toegankelijk mogelijk is, ook voor kinderen met een beperking. We waren best een heel eind op de goede weg, maar we kregen toch nog verbeteringsadviezen van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind. Hun tips waren vaak verrassend simpel en doeltreffend. Een klein voorbeeldje? Wij, de medewerkers, hadden niet allemaal dezelfde T-shirts aan, waardoor het voor kinderen niet duidelijk was bij wie ze terecht konden. En er was geen aangepast toilet. Zo voor de hand liggend en gemakkelijk op te lossen.”

SAMEN MET NSGK In Dieren hebben ze overigens veel meer gedaan dan uniforme T-shirts aanschaffen... Dat aangepaste toilet

24

• WACHTKAMER

is er gekomen, compleet met aankleedtafel en er is een rustige plek gecreëerd, waar kinderen die daar behoefte aan hebben, zich even kunnen terugtrekken. Er zijn nu vogelnestschommels, waar kinderen als Luna niet uit kunnen vallen, duoskelters, waar ze samen met een ouder in kunnen en er is een unieke waterspeelplaats. Marieke: “Die waterplek hebben we samen met de mensen van NSGK gerealiseerd, om zeker te weten dat we niets over het hoofd zagen. “ Paulien: “Luna vindt de waterplek fantastisch. In haar badpakje kan ze er met rolstoel en al naar hartenlust in spatten en spetteren. Bij mooi weer gaan we er bijna elke woensdagmiddag naartoe. De andere kinderen kennen haar inmiddels allemaal. Die zien haar rolstoel niet eens meer. Mijn man Patrick en ik genieten daar ook enorm van. Luna is dan even gewoon kind, net als alle andere kinderen.” Luna: “Ik vind het heel erg leuk in de speeltuin. De andere kinderen vinden mijn rolstoel mooi en ook spannend. Ze vragen vaak wat er met mij is. Dat vertel ik gewoon en dan vinden ze het heel leuk om met mij te spelen.” Samen Spelen stimuleert de ontwikkeling van creativiteit en heeft een positieve invloed op het sociaal gedrag van kinderen met een beperking. Door samen te spelen met leeftijdgenootjes pikken ze veel meer op dan van volwassenen. Onderzoek heeft bovendien aangetoond dat spelen in een speeltuin goed is voor de fysieke en motorische ontwikkeling, juist voor kinderen met een handicap. Nederland telt in totaal ruim negenhonderd speeltuinen. Daarvan zijn er maar ongeveer honderd geschikt voor kinderen met een beperking. In die aangepaste speeltuinen is een aanzienlijk deel van de bezoekertjes beperkt door de een of andere handicap. In de Dierense speeltuin is dat maar liefst twintig procent! Dat bewijst de dringende behoefte aan verbetering van al die andere (ontoegankelijke) speeltuinen. Negen van de tien ongeschikt... Dat kan natuurlijk niet en dat moet snel veranderen! Natuurlijk kost het aanpassen geld. Speeltuinen hebben zeker geen onbeperkt budget. Maar NSGK helpt. Marieke: “De aanpassingen in onze speeltuin hebben best het een en ander gekost. NSGK heeft ons niet alleen geadviseerd, maar ook financieel gesteund. Als ik al die kinderen nu samen zie genieten, kan voor mij de dag niet meer stuk!” Eén van de doelstellingen van NSGK is dat dit jaar 25 ontoegankelijke speeltuinen geschikt worden gemaakt voor kinderen met een handicap. Naar het zich laat aanzien, gaat dat lukken! Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog lang niet. NSGK wil dat nog veel meer (en het liefst natuurlijk alle) speeltuinen worden aangepast. <


HELP SPEELTUINEN AANPASSEN VOOR KIDS MET EEN HANDICAP! TV-presentatrice Tooske Ragas is één van de ‘Famous Friends’ die het werk van NSGK steunen. Haar broer Jan-Pieter heeft het syndroom van Down. Zij weet dus hoe belangrijk speeltuinen zijn, die voor alle kinderen veilig en toegankelijk zijn. Tooske: “Een speeltuin is voor kinderen de maatschappij in het klein. Daar leren ze alles wat ze wel en niet kunnen en durven. Ze leren met elkaar, van elkaar.” En daarom doet Tooske voor Samen Spelen hier, in De Wachtkamer, een beroep op alle Nederlandse vaders, moeders, opa’s en oma’s om NSGK te steunen:

Tooske Ragas: “Lieve mensen, word alsjeblieft NSGK donateur!” “Als kind moet je leren je eigenheid te vinden en oké te zijn met wie je bent, zodat je je in het leven staande kunt houden. Dat leer je niet als je altijd alleen maar thuis zit met je ouders. Je moet oefenen. Dat kan alleen door te spelen met andere kinderen. Steun daarom net als ik de NSGK en de actie Samen Spelen!” NSGK ontvangt geen overheidssubsidie en is afhankelijk van giften, donateurs en vrijwilligers.

Doneer nu online Scan de QR-code of surf naar www.nsgk.nl en klik op ‘word NU donateur’. U kunt kiezen uit verschillende mogelijkheden om NSGK te steunen. NSGK is blij met elke bijdrage.

WACHTKAMER •

25


Susan Smit: Dagboek Bangladesh

Susan met Rosina (15) en haar baby in de rijstvelden van Gazipur Village. Rosina moest op haar 13e van school om te trouwen. Het gedwongen huwelijk heeft Rosina’s droom, lerares worden, voorgoed vernietigd.

Dit paradijs is een hel voor arme meisjes

Tekst: Susan Smit Fotografie: Gideon van Aartsen

26

• WACHTKAMER

Schrijfster Susan Smit reisde naar Bangladesh voor een tv-reportage over het werk van Plan Nederland. Susan maakte contact met de allerarmste meisjes van het land. Meisjes die al op hun dertiende moesten trouwen of levensgevaarlijk werk verrichten in de harde wereld van de kinderarbeid. Talloze meisjes worden ook uitgebuit als huisslavin of straatprostituee. Met ‘Because I’m a Girl’ richt Plan de aandacht op deze meisjes, voor wie ‘t leven in het paradijselijke Bangladesh een ware hel is. Lees mee in het aangrijpend dagboek dat Susan speciaal voor deze Wachtkamer bijhield.


Het is moeilijk te geloven dat deze meisjes zich op zo’n jonge leeftijd prostitueerden

DAG 1 De enkeling die Bangladesh al eens had bezocht had me al verteld over de ondraaglijke stank, de drukte en het risico op buikloop door viezigheid en ongekookt voedsel, dus sta ik met een lading desinfecterende doekjes en evenzoveel mueslirepen in mijn koffer op Schiphol. Mij kan niets gebeuren. De mensen met wie ik de komende negen dagen zal doorbrengen, staan al te wachten bij de incheckbalie: Plan-medewerker Martijn, fotografe Ruth, cameraman Leon en regisseur Gideon. Na een reis van zeventien uur, met tussenstop in Dubai, komen we aan in ons hotel in Dhaka, hoofdstad van Bangladesh, war we doodmoe in bed kruipen.

DAG 2 Wat zijn hier veel mensen! We hobbelen in de auto op weg naar een geïmproviseerd schooltje en ik houd mijn hart vast. Op driebaanswegen – die hier worden gebruikt als zesbaanswegen – rijdt alles heftig lawaaimakend dwars door elkaar; vrolijk gedecoreerde riksja’s, hele families op een brommertje en roestige auto’s uit het jaar nul. Toeteren is hier de manier om te laten weten dat je erlangs wil – verkeersregels lijken niet te bestaan. Het is een kwestie van je neus ervoor gooien en maar hopen dat er wordt afgeremd. Onze Bengaalse chauffeur blijft er rustig onder. Op het papiertje dat aan de stoel voor me hangt, staat dat we hem elke drie uur rust moeten gunnen. Dat lijkt me een goed plan. De armoede is huiveringwekkend. Overal liggen mensen te slapen op straat. Een bedelaarster steekt haar arm door ons autoraam. Haar baby hangt slap in haar armen. Ik geef haar een mueslireep met het gevoel dat ik een dorstig plantje maar een paar druppels geef. We komen aan bij het schooltje, dat zich in de hal van een huizenblok blijkt te bevinden. Hier krijgen minderjarige ‘domestic workers’ (lees: huisslaafjes) twee uur per dag les, als de mensen van Plan Bangladesh hun werkgevers tenminste zover krijgen. Dhaka telt tienduizenden van deze arme meisjes en soms ook jongetjes: kinderen vanaf vijf jaar die hun dagen vullen met kleren wassen, maaltijden koken, schoonmaken, boodschappen doen en bedienen. Op een zeiltje zitten vijf jongens en twintig

meisjes te zingen, tellen, lezen en schrijven. Sommige van deze kinderen zijn volgens mij amper oud genoeg zichzelf aan te kleden, hoe kunnen zij bij iemand in de huishouding werken? Ik spreek met Hajira (10) die zegt te worden geslagen en uitgescholden door haar werkgeefster, een oudere vrouw. Ze werkt minstens twaalf uur per dag voor een schamel loon dat naar haar ouders op het platteland wordt gestuurd.

DAG 3 Met Nahid, medewerkster van Plan Bangladesh, bel ik ’s ochtends vroeg aan bij de bazin van Hajira. Deze bejaarde vrouw liegt midden in ons gezicht dat ze Hajira nooit slaat en dat Hajira ook nooit langer werkt dan een uurtje of vier uur per dag. Gefrustreerd ga ik weer weg. Wat een rotmens! ‘In ieder geval is er geen man in huis die haar kan misbruiken’, zegt Hanid nog even veelbetekenend. ’s Middags bezoeken we een schooltje in de sloppenwijk Bawnieabandh, waar

150.000 mensen op één kluitje wonen. Het open riool loopt pal langs de golfplaten huisjes en het terrein wordt omringd door een immense vuilnisbelt. Wij vormen een bezienswaardigheid: ik kan me amper voortbewegen door de drommen nieuwsgierigen. Ogen staren me aan, vingers willen me overal aanraken. Ik lijk een soort buitenaards wezen met mijn 1.83 meter, witte huid en blonde haar. ‘Are you from Japan?’ vraagt iemand. Als ze een beetje aan me gewend zijn, ga ik in een klasje zitten waar Plan de meisjes inlicht over de gevaren van verkrachting, uithuwelijking, vroege zwangerschap. De meisjes vertellen op hun beurt dat je, als je een huwelijksaanzoek weigert, grote kans loopt dat beledigde familieleden je zuur in je gezicht gooien. Dat was al zo vaak gebeurd! Zwangerschap is de belangrijkste doodsoorzaak bij meisjes tussen de 15 en 19 jaar. Ze zijn er doodsbang voor. En bovendien: ‘Hoe kan een kind voor een kind zorgen?’ zegt een van de meisjes. Bij deze meisjes zit het wel goed met WACHTKAMER •

27


‘Ik betwijfel of ze slim genoeg is om te leren,’ zegt een snibbige bazin de bewustwording, dankzij Plan; nu de rest nog, er zijn nog zoveel meisjes die nog geen voorlichting krijgen. Plan wil ze liefst allemaal wat extra power geven! En hun ouders natuurlijk ook. Want als die hun kinderen gewoon heel jong blijven uithuwelijken schieten we nog niets op.

DAG 4 We bezoeken vandaag een opvanghuis voor op straat zwervende meisjes dat door Plan Nederland wordt gesponsord. Voor 15 dollar kan zo’n kind hier een maand worden opgevangen. Ik ontmoet Laki (11), Popi (11) en Pinky (13). We maken kaarsen, vouwen papieren zakjes, zingen liedjes en na een tijdje vertellen ze me, via een tolk, hun verhaal. Alledrie vluchtten ze na misbruik en mishandeling weg van huis. Ze belandden op straat om te bedelen, werden verkracht en verkochten onder druk van een pooier hun lichaam bij het treinstation. Het is moeilijk te geloven dat deze meisjes zich op zo’n jonge leeftijd prostitueerden en dat er bovendien klanten bestaan die geïnteresseerd zijn in zo’n kinderlijk lichaam. Bah! Terwijl ik naar hun verhalen luister, maak ik me kwaad. Aanranding, verkrachting, misbruik, gedwongen prostitutie: ik hoor al dagen niets anders van piepjonge meisjes. Welke idioot wil een meisje van zes ontmaagden? In het Islamitische Bangladesh is ‘vrije seks verboden’. Heb je een affaire met een volwassen vrouw, dan valt dat op en loop je het risico verraden te worden en te worden opgepakt. Maar jonge meisjes… zij vallen niet op en zullen hun mond nooit durven openen na een verkrachting, uit angst of schaamte. Dus dat zit wel goed. Voor de man in kwestie dan. Het meisje heeft later, behoudens de psychische schade, wel problemen. Ze kan bijna niet meer trouwen. Want een meisje met seksuele ervaring, vrijwillig of niet, daar zit geen man op te wachten. Nog een schokkend feit: een ongehuwde zwangere vrouw heeft hier de laagste sociale status en raakt niet zelden ondervoed. Dus voor verkrachte meisjes, die zwanger raken is het leven hier meteen een hel. Die zwakke positie van meisjes: ‘Het

28

• WACHTKAMER

zit in de cultuur’ of ‘het is onderdeel van de religie’ wordt me steeds als verklaring gegeven. Nou en? Geen enkel religieus - of cultureel principe staat in mijn ogen boven mensenrechten. Traditie is niets meer dan iets dat we ooit voor het eerst en daarna heel vaak hebben gedaan, totdat niemand meer beter weet. Als een maatschappij niet toestaat dat iedereen zich in vrijheid kan ontwikkelen, dan moet die maatschappij maar veranderen. Als even niemand kijkt, trekt Popi met een bezorgde blik mijn rok, die een beetje omhoog is gekropen, naar beneden over mijn kuiten. Het gebaar ontroert me.

DAG 5 In BNWLA, een juristenkantoor met alleen vrouwelijke advocaten, brengen we een meisje van zes onherkenbaar in beeld. Ik houd haar op mijn schoot en ik vertel in de camera hoe ze door een onderbuurman werd verkracht, naar het ziekenhuis werd gebracht en nu in afwachting is van de rechtszaak. De vrouwelijke advocaten willen dit soort zaken aanpakken en voor de rechter brengen, ze worden gefinancierd door organisaties als Plan, omdat de families van dit soort verkrachte meisjes vaak straatarm zijn. Als we klaar zijn, slaat het kind haar armpjes om mijn nek, zo blijven we even zitten. Van een der advocates hoor ik ook nog iets dat me meteen terugbrengt bij de bedelaarster die haar hand door ons autoraam stak, met de slap hangende baby in haar zij: de baby’s van dit soort bedelaarsvrouwen zijn meestal gehuurd van moeders die overdag in fabriek moeten werken. Ze worden gedrogeerd, zodat ze er superzielig uitzien.

DAG 6 Het ziet ernaar uit dat het de hele dag zal regenen. Met Pinky, die een popje van een bolletje wol voor me heeft gemaakt, Popi en Laki ga ik naar het treinstation waar ze kort geleden nog tippelden en waar ze nu, begeleid door Plan-medewerkers, twee keer per week naartoe gaan om andere kinderen uit de ellende te redden. Ze waarschuwen straatmeisjes voor de gevaren van het tip-


Hosnera (14) en Hajira (10) zijn ‘domestic girls’, huisslaafjes. Ze gaan naar een soort schoolklas van Plan waar hen, naast lezen en schrijven, wordt geleerd hoe zich te wapenen tegen fysiek geweld en seksueel misbruik door hun werkgevers. Plan krijgt de meisjes naar de klas door hun baas of bazin wijs te maken dat de meisjes etiketten moeten kunnen lezen.

WACHTKAMER •

29


Met Pinky, Popi en Laki ga ik naar het treinstation waar ze kort geleden nog tippelden

pelen en proberen hen mee te nemen naar het opvanghuis. Ik voel me vreemd trots als ik hen zo bezig zie.

DAG 7 Eindelijk mogen we de stinkende stad uit, we gaan naar het platteland! Na uren rijden en een kwartier wandelen vinden we tussen de rijstvelden een piepklein dorpje. Ik ontmoet Rosina (15) die op haar dertiende van school werd gehaald, werd uitgehuwelijkt en nu een kind heeft. Ze gaat onhandig om met de baby. ‘Eigenlijk wilde ik graag lerares worden,’ zegt ze. Een droom die ze nu nooit meer kan waarmaken. Net als alle andere meisjes die op veel te jonge leeftijd moeten trouwen heeft Rosina niets meer over haar eigen leven te zeggen en is ze veel te kort kind geweest.

DAG 8 Terug in Dhaka ga ik met Nahid de deuren van een groot appartementengebouw langs om werkgevers van huisslaafjes over te halen deze kinderen gratis twee uur per dag naar school te laten gaan. ‘Ik betwijfel of ze slim genoeg is om te leren,’ zegt een snibbige bazin met haar neus in de lucht over haar huishoudster van veertien. Later op de dag bezoek In een van de slechtste buurten van Dhaka, vlakbij een grote spoorwegovergang waar duizenden mensen in krotjes langs de treinrails leven. Ik praat met kindhoertjes, verslaafd aan ‘dandie’, schoenlijm waaraan wordt gesnoven. Als de schemering invalt ga ik met ze de straat op. Onder een boom stiften ze hun lippen en metamorfoseren ze van kleine meisjes naar lichte vrouwen. Het geld dat ze verdienen gaat naar hun zogenaamde ‘uncle’, de pooier die zegt dat hij het geld voor hun spaart. ’s Nachts droom ik over meisjes die op mijn bed zitten en me aankijken zonder iets te zeggen.

DAG 9 In het oude centrum van Dhaka is de stank zo mogelijk nog erger dan in de rest van de stad. We bezoeken fabrieken waar kinderen werken. Overal waar ik binnenloop, vind ik

30

• WACHTKAMER

een nieuwe hel: meisjes die glazen vazen maken met overal brandwonden van het heetgloeiende glas of snijwonden van de splinters. En meisjes die in de verstikkende stank van vloeibaar plastic schilderijlijsten maken, jongens die tinnen schalen slijpen en grijs zien van de metaaldeeltjes, die ze ook in hun longen binnenkrijgen. Ook mijn longen branden als ik na enkele minuten buiten kom. Ouder dan twintig zullen deze jongens niet worden, ze gaan kapot aan tuberculose of andere enge ziekten. Uren later zie ik in het vliegtuig de stad onder me verdwijnen. Ik heb meer gezien dan ooit eerder in mijn leven: leed, vrolijkheid ondanks alles, saamhorigheid en uitbuiting. Het was te veel, te groot, te vreselijk. Met Pinky’s wollen popje in mijn hand kijk ik net zo lang uit het raam tot het laatste lichtje van Dhaka uit het oog is verdwenen. Ik heb zo veel gezien en zal nooit blind raken voor de problemen van de allerarmste mensen en hun kinderen in landen, hoe ver dan ook. Meisjes als Hajira, Rosina, Laki, Pinky en Popi hebben onze hulp hard nodig, omdat ze daar van bijna niemand steun kunnen verwachten.

Een van de gevaarlijkste gebieden, vooral in de avond, is de Kwaram Bazar, een marktterrein bij een krottenwijk langs de treinrails. Ook hier ontmoette Susan minderjarige prostituees. “Onder een boom stiften ze hun lippen en metamorfoseren ze van kleine meisjes naar lichte vrouwen.”


Girls first

Geraakt door Susan’s Dagboek? Help Plan Nederland. Doe het nu!

Steun projecten voor meisjes zoals het opvanghuis van Laki, Pinky en Popi. Pak je mobiel: SMS nu GIRL naar 1414, hierdoor maak je 2 euro over naar het meisjesfonds van Plan. Of word donateur van Plan. Zo red je elke maand weer nieuwe meisjes uit de ellende, je helpt hen ook naar school of bezorgt hen een goede vakopleiding.

WACHTKAMER •

31


OPIUM BIJ DE CHINEES

BUDDY EN DRUGGEBRUIKER VECHTEN TEGEN EENZAAMHEID

Wilma van Eldert (62) gebruikt sinds haar vijftiende en weet sinds 1984 dat ze hiv heeft. Een ernstige longaandoening houdt haar sinds een paar jaar aan huis gekluisterd. Albert-Jan, haar buddy van De Regenboog Groep, komt haar regelmatig opzoeken. ‘Hij helpt me met de boodschappen en brengt me naar het ziekenhuis.’

Interview: Nicolline van der Spek Fotografie: Martijn van de Griendt.

32

• WACHTKAMER


Wilma van Eldert ‘Ik heb geen spijt van mijn leven, al betaal ik nu wel de rekening.’

O

dertig pillen per dag slikken, waar je doodziek van werd. Pas in 1999 ben ik begonnen met het slikken van HIVmedicijnen. Die sloegen meteen goed aan. Nog altijd is mijn status undetectable, wat wil zeggen dat er geen virus in het bloed gemeten kan worden. Van mijn hiv heb ik dan ook geen last, wel van mijn longen – daar is de rek totaal uit na jarenlang roken. Ook heb ik hepatitis C. Ik heb geen spijt van mijn leven, al betaal ik nu wel de rekening. Ik hang wat op de bank en kijk tv. Meer doe ik niet. Een paar jaar geleden ging ik nog wel eens naar de overkant. Daar is een café. Ging ik een kop koffie drinken of een pilsje. Nu kom ik de deur niet meer uit. Ik heb gewoon geen energie meer. Geen lucht. Er komt elke dag een hulpverlener om te kijken of ik nog leef. En Albert-Jan, mijn buddy van De Regenboog Groep, komt me ook geregeld opzoeken.’

BUDDY

‘Op mijn veertiende liep ik van huis. Mijn ouders waren gescheiden. Mijn vader is al snel uit de ouderlijke macht gezet en mijn moeder had geen aandacht voor me. Binnen de kortste keren zat ik in Rekken, het strengste opvoedtehuis van Nederland. Ik heb in mijn leven negen keer in de gevangenis gezeten, maar dat is een lachertje vergeleken met Rekken. Omdat ik bleef dwarsliggen, ben ik “onverbeterlijk” verklaard en uit het tehuis gezet; ik zou te negatief zijn voor de groep. Via allerlei omzwervingen ben ik uiteindelijk in Amsterdam terechtgekomen. Lekker op de Dam zitten en stickies roken. Hoe ik ben gaan gebruiken? Nou, daar kan ik de jaren ‘60 wel de schuld van geven, maar misschien had het wel meer te maken met het feit dat het niemand iets interesseerde wat ik deed. Mijn moeder had net een kind gekregen van een andere man en zat helemaal niet op mij te wachten en mijn vader zat achter de vrouwen aan. Ik raakte in contact met mensen die harddrugs gebruikten. We haalden opium bij de chinees, spoten speed, slikten LSD en woonden in een kraakpand op de Nieuwmarkt. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik een waanzinnig leuke tijd gehad heb. De scene was ook veel minder hard dan nu. Iedereen deelde zijn dope toen nog. Wist ik veel dat je van het delen van je spuiten hiv en hepatitis kon krijgen.’

‘Vroeger bleef je buddy net zo lang bij je tot je dood was. Het ging echt om stervensbegeleiding. Gelukkig ga je niet meer dood aan hiv. Toch ben ik blij dat ik een buddy heb. Met mijn eerste twee buddy’s, Mireille en Ymé, heb ik nog steeds contact. Elk jaar gaan we op mijn verjaardag met zijn drietjes uit eten. Albert-Jan neemt echt de tijd voor me. Hij helpt me met de boodschappen en brengt me met zijn auto naar het ziekenhuis. Het is zo’n bijzondere man. Hij heeft een topfunctie bij een bank en is een echte ‘kakker’, maar speciaal voor mij komt hij helemaal uit het Gooi gereden. Vorig jaar zijn we nog samen op de radio geweest bij BNN. Ik kan het je wel even laten horen op de computer...’ Wilma loopt in haar slordig omgeslagen badjas van de bank naar haar computer, ‘achtervolgd’ door een slang die is verbonden aan het zuurstofapparaat in de bijkeuken dat het zuurstofgehalte in haar bloed op peil houdt. ‘Je kunt als vrijwilliger heel gemakkelijk een checkje uitschrijven’, vertelt Albert-Jan met onvervalst Gooise tongval, ‘maar iemand écht aandacht geven, daar gaat het in mijn ogen om’ ‘Kakker hè..?’ lacht Wilma. ‘Maar wel een hele leuke kakker! Volgende week komt hij weer. Daar verheug ik me echt op.’ <

MEDISCH WONDER ‘Toen ik 1984 hoorde dat ik seropositief was, kon ik het dan ook niet geloven. Ik dacht in die tijd nog dat het een homoziekte was. Uiteindelijk bleek ik niet de enige te zijn in mijn omgeving die hiv had. Wel ben ik de enige, voor zover ik weet, uit die tijd, die nog leeft. Je zou me een ‘medisch wonder’ kunnen noemen. Ik wilde geen pillen slikken. Dat was in het begin echt troep. Moest je iets van

Buddyzorg is een onderdeel van De Regenboog Groep. De Regenboog Groep zet zich in voor mensen met sociale problemen, voor dak- en thuislozen, verslaafden en voor mensen met psychiatrische klachten. De organisatie zorgt vanuit negen inloophuizen voor opvang, hulpverlening, zinvolle dagbesteding en werk. Isolement wordt voorkomen isolement en een actieve deelname aan de maatschappij ondersteund. Sms REGENBOOG naar 4333 om het werk van De Regenboog Groep direct te steunen (€ 1,- per bericht).

WACHTKAMER •

33


Sander de Kramer op een vulkaan vol Bokito’s!

a w R Door: Sander de Kramer Foto’s: Gideon van Aartsen

34

• WACHTKAMER


a d n a Illegale dierenhandelaren bieden duizenden dollars voor een apenbaby... Voor het televisieprogramma Reisadvies Negatief vertrok Sander de Kramer eerst naar Rwanda, het prachtige oerwoudrijke land van ‘Gorilla’s in the Mist’ en later naar Oost-Kongo, waar de allergrootste mensaap ter wereld leeft, de Grauer gorilla. In Rwanda worden de berggorilla’s nu goed beschermd, maar in Oost-Kongo is het goed mis. Rebellen doden de volwassen gorilla’s (en chimpansees) en verkopen de baby’s aan de internationale dierenhandel. Prijs: 5.000 to 10.000 dollar per stuk. Sander ging op onderzoek uit, zijn exclusieve zelfgeschreven verhaal vind je alleen in De Wachtkamer. WACHTKAMER •

35


“Verboden voor wapens” geeft een geschilderd bord aan op de poort van het opvangcentrum in Lwiro. De Spaanse dierenarts Carmen is meermalen bedreigd door zwaarbewapende rebellen, ze is soms doodsbenauwd en altijd op haar hoede. Toch gaat ze door met haar missie. Ze stelt: “De chimpansees en gorilla’s hebben anders niemand die het voor hen opneemt. Iemand moet dit werk toch doen? Daarom blijf ik hier.”

B

erggorilla’s spotten in de Virunga Mountains, het vulkanengebied tussen Rwanda en Kongo, is de droom van iedere Rwandatoerist. Dat deed ik dus als eerste, samen met mijn Rwandese reispartner Thierry ‘Gatete’ Kevin, die tegenwoordig voor Oxfam Novib werkt. Maar daar vertel ik straks meer over. Als rasechte Rotterdammer durfde ik al een hele poos niet meer naar Blijdorp, maar nu moest ik eraan geloven, een vulkaan vol Bokito’s op. Glibberend door de blubber en struikelend over takken en slingerplanten bereikten we het bamboegebied. Plensregens en misflarden staken alles in een groene waas. Na een uurtje of wat stapte ik bijna in een kersverse gorilladrol. En toen, opeens, op twee meter afstand zag

ik een grote berg met zwarte haren, my first Gorilla! Het beest tilde langzaam de kop op en keek me indringend aan. Gatete fluisterde: ‘Sla je ogen neer, niet terugkijken!’ Het was een vrouwtje, ik was kennelijk niet haar type. Want ze geeuwde, draaide zich weer om en was totaal niet meer in mij geïnteresseerd. En toen zagen we opeens nog meer zwarte haarhopen, waaronder de leider van de groep, een reusachtige zilverrug. Hij besloot niet op zijn borst te gaan trommelen om angst aan te jagen. Logisch, hij had al gezien dat ik zijn vrouwtjes totaal koud liet.

Regen en misflarden zorgen ervoor dat alles wazig is, soms zie je nauwelijks iets. Ik was die ochtend mega zenuwachtig, omdat ik voor het eerst van mijn leven gorilla’s in het wild ging bezoeken. En tsja, als Rotterdammer ben je natuurlijk toch een beetje bang door een Bokitootje te worden besprongen. We zagen opeens nog meer gorilla’s verschijnen, een groep van acht. Ze waren niet erg actief, ook deze grote mensapen hebben de pé aan regen, ze zitten dan een beetje suf voor zich uit te staren en wachten tot de bui over is.

Het was druipnat op de helling van de vulkaan, die wij beklommen, glibberend door de blubber en struikelend over takken en slingerplanten, totdat we het bamboegebied hadden bereikt.

In het Kahuzi-Biega National Parc in het Kongolese Zuid-Kivu leeft de allergrootste mensaap ter wereld, de enorme Grauer gorilla.Dit prachtige dier heeft veel last van de enorme hoeveelheid wapens in het oosten van Kongo. Rebellen jagen met machinegeweren op de gorilla’s, niet alleen om hun vlees te eten, ze schieten de volwassen apen ook dood om hun baby’s voor duizenden dollars te verkopen aan illegale, internationale dierenhandelaren. Door de rebellen durft ook geen toerist meer naar de natuurreservaten in Oost-Kongo te komen. In Lwiro is een opvangcen-

‘Opeens zag ik een grote berg met zwarte haren, my first Gorilla!’ 36

• WACHTKAMER

MACHINEGEWEREN


Help Carmen Vidal en haar chimpanseebaby’s

Het verzorgen van chimpanseebaby’s kost razend veel geld en de lokale bevolking van Oost-Kongo is straatarm. Daarom moet dierenarts Carmen Vidal zich redden met financiële steun vanuit het buitenland. Ga nu met je smartphone naar de Facebookpagina van het Centre de Rehabilitation des Primate de Lwiro (CRPL) en verwarm het hart van Carmen en haar babychimps met een kleine donatie. Beveel het opvangcentrum ook met een ‘vind ik leuk’ aan bij al jouw (dieren)vrienden!

trum voor apen en andere dieren die door het Kongolese leger zijn onderschept en in beslag genomen. Sander bezocht hier de Spaanse Jane Goodall Carmen Vidal, een moedige vrouw die dikwijls door de rebellen is bedreigd. Carmen: ‘We hebben hier veel dieren, 120 op dit moment. Ze komen allemaal van illegale handel. Voor een chimpanseebaby wordt tussen

de 5.000 en 10.000 dollar betaald. En voor een gorilla 20.000 tot 25.000. En dat is een mooi inkomen voor een Afrikaan, die normaal op de boerderij één dollar in de maand verdient.

BEDREIGD Carmen is meerdere malen door zwaar bewapende rebellen bedreigd, maar ze gaat door met haar werk. Iemand moet

het toch voor de apen en andere wilde dieren opnemen, zegt ze. ‘Ik ben al meerdere keren bedreigd. Meestal door rebellen die hier komen om dieren te verkopen. Maar hier kopen of verkopen we niets, natuurlijk. Als ze met een chimpansee, gorilla of andere dieren zoals vogels of schildpadden komen roepen we meteen het leger erbij, we nemen de dieren over van de stropers en we doen aangifte. Dan worden die mensen heel kwaad en roepen dat ze me later komen opzoeken. Soms ben ik heel erg bang.’ Tot haar verdriet kan Carmen de in beslag genomen chimpansees niet terugbrengen naar de jungle, ze zijn ondergebracht op een groot terrein met een hoog hek eromheen. Carmen: ‘Ze kunnen niet naar hun eigen bos omdat de rebellen, die zich daar hebben verstopt, ze doodschieten en opeten. Hier zijn onze chimpansees in elk geval beschermd. In de jungle moet eerst de oorlog stoppen. Nu is het onmogelijk. Ik word er wel verdrietig van dat ze nu achter een hek moeten leven. Maar we hebben geen keus. En die arme dieren hebben hier ook niet om gevraagd…’ < WACHTKAMER •

37


Wondermooi contact tussen allerjongste en alleroudste Nederlanders

KONINKLIJK BEZOEK! Haagse Generatietuin wint Appeltje van Oranje

eon van

to’s: Gid

fo Tekst en

Aartsen

Emma (6) wil weten of er nog meer onkruid gewied moet worden. Ze legt haar linkerhandje vragend op de arm van de 72-jarige mevrouw Van der Zalm, die zichtbaar geniet van dit kleine moment van tederheid. Mevrouw Van der Zalm heeft geen kinderen, geen kleinkinderen, niemand die haar opzoekt. Ze is alleen. En soms zo eenzaam. Iedere woensdag kijkt ze uit naar de kleintjes van de naschoolse opvang, die gezellig komen tuinieren. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima bekroonden De Generatietuin in Scheveningen met een Appeltje van Oranje van hun Oranje Fonds. 38

• WACHTKAMER


O

Ondanks het dappere zonnetje wordt de gemeenschappelijke tuin van de herenhuizen van Royal Rustique, behorend tot een woonzorgcomplex van de Haagse Stichting Saffier De Residentiegroep, geplaagd door een koude wind van zee. Maar die bries lijkt de Scheveningse kinderen niet te deren. Ze zijn net aangekomen. In een megagrote bakfiets, voortgetrapt door hun begeleider van Kinderopvang 2Samen. En nu rommelen de kleintjes in de tuin: onkruid trekken, aardbeitjes water geven, aardappelen poten. Mevrouw Van der Zalm heeft een extra vestje aangetrokken, ze wil bij haar kindjes zijn, koude wind of niet. “Elke woensdagmiddag is voor mij een feest. Zelf ben ik nooit moeder geweest, ik ben helemaal alleen. Ja, wat verre familie, maar die leiden hun eigen leven, achternichtjes- of neefjes hebben voor mij geen tijd. Maar elke woensdagmiddag komen ze, mijn kindjes van de naschoolse opvang! Ze zijn allemaal tussen de vier en tien. De allerkleinsten vind ik het leukst. Die zien niet dat ik Parkinson heb, mijn rechterheup mis en in een rolstoel zit. Ze hebben er geen flauw benul van dat ik 72 jaar ben. Ze kletsen honderduit en willen gewoon dat ik overal aan meedoe. En dat doe ik.

STEUN HET ORANJE FONDS Sms APPEL naar 4333 en geef eenmalig 2 euro* Alvast hartelijk dank! *excl. telefoonkosten

der recent uitsprak op het feest van de uitreiking van de Appeltjes van Oranje 2013, waarbij dus ook De Generatietuin in de prijzen viel. “De koning vindt het triest dat er zo’n grote kloof bestaat tussen de allerjongsten en alleroudsten in onze samenleving. Samen hadden we het over vroeger. Toen woonden families bijeen, de ouderen zorgden voor de jongeren en andersom, iedereen met en voor elkaar. Tegenwoordig moeten we dit organiseren. Aan dat laatste geven wij nu vorm met De Generatietuin, echt een super geslaagd project. Ik heb het niet ingediend bij de Appeltjes van Oranje © Oranje Fonds – Bart Homburg van het Oranje Fonds om onszelf op de borst te slaan, maar om iedereen te laten zien dat dit initiatief navolging verdient. Alle Nederlandse woonzorgcomplexen met een beetje tuin zouden hun bewoners in die tuin moeten samenbrengen met kinderen uit de nabije naschoolse opvang. Zo komen de kinderen met de natuur in aanraking en leren ze omgaan met oude mensen, terwijl diezelfde oude mensen helemaal opbloeien door het contact met de kinderen.”

Koningin Máxima spreekt de winnaars van de Appeltjes van Oranje toe in het Paleis op de Dam. Linkerpagina: Het Oranje Fonds beloont het bijzondere contact tussen kinderen en eenzame ouderen. Uiterst links boven: blijdschap met de ‘koninklijke prijs’. Daaronder: Koning Willem-Alexander op de koffie in Haagse Generatietuin.

Ik zeg gewoon: Hup jongens, die plantjes daar moeten er uit, die zijn wild, dat zijn geen aardbeitjes. Want dat weet ik nu, hè… Nooit te oud om te leren, ziet u.”

VERGETEN GENERATIE Mevrouw Van der Zalm is met haar 72 lentes nog een ‘jonkie’ in het woonzorgcomplex aan de Scheveningse Rusthoekstraat. De gemiddelde leeftijd van de bewoners ligt rond de negentig. En het is droevig, maar waar: de meesten krijgen nooit bezoek van kleine kinderen. Het is de ‘vergeten generatie’, de ouderen die nog wel leven, maar voor wie niemand nog tijd lijkt te hebben. Mary van Garderen, projectleidster van De Generatietuin, haalt de woorden aan, die koning Willem-Alexan-

HELE GESPREKKEN Het idee voor De Generatietuin werd in 2009 geboren. In dat jaar kwam het toenmalige Ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) met het plan stadse kinderen dichter bij de natuur te brengen. Veel kinderen weten niet dat frites afkomstig zijn van een uit de klei > WACHTKAMER •

39


© Oranje Fonds – Bart Homburg

getrokken aardappel of dat melk uit een koe komt. In 2009 was de nieuwbouw van Stichting Saffier de Residentiegroep aan de Scheveningse Rusthoekstraat net opgeleverd. Bij het woonzorgcomplex moest nog een tuin komen, maar achter de draad die de erfscheiding markeerde was het nog een woeste leegte. Mary van Garderen: “Ik werd gebeld door een kennis van het Ministerie van LNV met de vraag of het geen leuk idee zou zijn onze tuin door schoolkinderen met bloemen en groenten te laten beplanten. Zo werd de kiem gelegd. Onze bewoners vonden het meteen fantastisch, dit was voor hen een ideale manier om met kinderen in contact te komen. Het begin verliep nog wat stroef, dat was met een groep ‘te grote’ kinderen. Maar toen we daarna met de kleintjes van de naschoolse opvang aan de slag gingen, bleek de aansluiting perfect. Grote kinderen staan wat onwennig tegenover oude mensen, ze vinden veel dingen raar of zelfs een beetje eng. Maar die kleintjes hebben dat niet. Of de bewoners nu last hebben van slechtziendheid, Parkinson of afasie, die kindjes voeren hele gesprekken en de bewoners praten terug. En wanneer de kinderen onze bewoners ook nog eens af en toe aanraken, al is het maar heel even, springen de vonken over!” Op het moment dat Mary dit vertelt roept een oudere mevrouw die ook in het complex woont: “Zien jullie die kleine handjes vol zaadjes? Die kinderen hebben hun handjes vol zaadjes, handjes vol nieuw leven…” Het Appeltje van Oranje levert niet alleen eer en erkenning op, maar ook een prijs van 15.000 euro. Mary: “Wij gaan van dat prachtige bedrag een droom verwezenlijken die we uit eigen middelen nooit zouden kunnen betalen: een professionele groentekas. Bij slecht weer kunnen onze bewoners en de kinderen dan toch De Generatietuin in, samen zaaien en stekken in de kas. Die koude wind van zee doet ons dan niets meer!”

40

• WACHTKAMER

MÁXIMA HEEL LIEF Op 16 mei mocht Mary met een kleine delegatie naar het Paleis op de Dam om het Appeltje van Oranje in ontvangst te nemen. Kleine Emma en mevrouw Van der Zalm waren daar ook bij. Emma vertelt hierover, nu ze even tijd heeft na het in de grond zetten van nieuwe komkommerplantjes en het aanvegen van het pad: “Ik mocht Máxima een hand geven, ze vond mijn oranje jurk en mijn witte truitje erg mooi. Ze is heel lief.” Mevrouw Van der Zalm: “Ik had zoiets nog nooit meegemaakt, het was allemaal heel plechtig. Terwijl buiten rijen mensen stonden te wachten, mochten wij zo het paleis binnenlopen. Opeens was het doodstil en toen kwamen ze binnen, Prinses Beatrix en de Koning en Koningin. Eerst waren er inleidingen van welbespraakte mensen, er werd uitgelegd wat er zou worden uitgereikt: de Appeltjes van Oranje en dit jaar ook speciale prijzen, de Oranje Fonds Kroonappels. Toen kwam Máxima naar voren om de Appeltjes te overhandigen. Mary mocht naar haar toekomen. Wij kregen niet alleen het beeldje van het Appeltje van Oranje, maar ook een groot ingelijst predicaat en een prachtig boeket bloemen. Daarna mochten ook Emma en ik Máxima ontmoeten. De Koningin stelde zich keurig aan mij voor en wilde alles over De Generatietuin weten. Terwijl de Koningin mijn hand vasthield, dat voelde heel bijzonder, werd er een foto gemaakt. Die staat nu ingelijst op een speciaal plekje op het kleine tafeltje in mijn kamer.” En met de uitreiking van het Appeltje van Oranje was het feest nog niet voorbij. Op 18 juni bezocht Koning Willem-Alexander De Generatietuin aan de Rusthoekstraat in Scheveningen. Om heel even deel te nemen aan het tuinplezier. En om het wondermooie contact tussen de allerjongste en alleroudste generatie van Nederland met eigen ogen te aanschouwen. <


Waarom een Appeltje van Oranje voor de Generatietuin?

Oranje Fonds-directeur Ronald van der Giessen:

“KONING EN KONINGIN WILLEN MENSEN VERBINDEN” Inmiddels bestaat het Oranje Fonds ruim tien jaar. Doel van het fonds is het bevorderen van betrokkenheid binnen de Nederlandse samenleving. Het Oranje Fonds wil mensen helpen bij het vinden van elkaar of bij het vinden van een nieuwe plek in de maatschappij. Mensen kunnen zo maar vereenzamen. Want bijna niemand heeft nog tijd. Dat tij moet gekeerd. En daarom heeft het Oranje Fonds bijzondere initiatieven ontwikkeld, zoals Burendag, de landelijke vrijwilligersactie NLdoet, De Beste Maatjes en de Appeltjes van Oranje. Het Oranje Fonds zet aan tot het verbinden van mensen en beloont initiatieven daartoe uit de samenleving. Directeur Ronald van der Giessen legt uit: “Zo’n project als De Generatietuin is een prachtig voorbeeld.Daarom zetten wij het in het zonnetje met een Appeltje van Oranje. Kleine kinderen en hoogbejaarden hebben elkaar nodig, kunnen van elkaar leren, van elkaar genieten. Toen Willem-Alexander en Máxima trouwden, kregen zij het Oranje Fonds als nationaal huwe-

lijksgeschenk. Tot op de dag van vandaag zijn zij het betrokken beschermpaar vanuit de opvatting: wij willen structureel bijdragen aan het bijeenbrengen van alle mensen in Nederland, ongeacht leeftijd, ras, geloof of afkomst. Hiermee geven zij invulling aan een nieuwe vorm van het koningschap. Het Oranje Fonds verbindt ook mensen die een ander willen helpen met mensen die hulp nodig hebben.” Van der Giessen vertelt ook waar de Appeltjes van Oranje vandaan komen: “De jaarlijkse uitreiking van de Appeltjes is een oorspronkelijk idee van toen nog Koningin Beatrix, Willem-Alexander en Máxima samen. Ze wilden initiatieven uit de samenleving belonen, waarmee geïsoleerde groepen mensen bijeen worden gebracht. Het Appeltje van Oranje, de sinaasappel, speelt al sinds de zeventiende eeuw een speciale rol in onze geschiedenis. Ook als bijzonder cadeau. Piet Hein bracht voor stadhouder Frederik Hendrik kostbaarheden mee als “Spaanse matten en appeltjes van oranje”, dat waren Spaanse munten en sinaasappels. Sinterklaas gaf appeltjes van oranje aan brave kinderen. En de sinaasappelboom is een welriekende boom, die te allen tijde zowel bloemen als vruchten draagt. Kortom, het Appeltje van Oranje is een mooi cadeau voor vruchtbare initiatieven, waarmee mensen bij elkaar worden gebracht, zoals De Generatietuin die jong en oud verbroedert.”

HELP HET ORANJE FONDS EN ONTVANG EEN UNIEKE VERJAARDAGSKALENDER Het Oranje Fonds steunt jaarlijks duizenden sociale initiatieven in het Koninkrijk der Nederlanden. Dat doen we met geld, met kennis en met contacten. Graag willen we nog veel meer sociale initiatieven steunen. Daarom hebben wij uw hulp nodig! U bent al Vriend van het Oranje Fonds vanaf € 2,- per maand. Ga naar www.ikwordvriend.nl U ontvangt als welkomstcadeau een speciale verjaardagskalender. Hierin staan unieke foto’s van ons beschermpaar – Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima - in actie bij het Oranje Fonds. Alvast hartelijk dank voor uw Vriendschap!

WACHTKAMER •

41


ALLES VOOR DE

Ndumie Funda, foto: Dorette Kuipers.

De harde en gevaarlijke strijd van Ndumie Funda voor homorechten in Zuid-Afrika

LIEFDE Afrika staat niet bekend als een werelddeel dat de rechten van homo’s ernstig respecteert. In sommige landen riskeren zij zelfs de doodstraf. Zuid-Afrika lijkt een gunstige uitzondering als enige land waar homorechten opgenomen zijn in de grondwet. Maar de dagelijkse praktijk is anders: regelmatig worden lesbiennes verkracht ‘om ze te leren vrouw te zijn’. Lees het verhaal van Ndumie Funda. ! eef om Eenmalig

3,00 € / item

G liefde in de € 3,-* d i e h g j vri r eenmali Donee LIEFDE sms 4333 naar

*Kijk voor actievoorwaarden op hivos.nl/smsdoneren.

42

• WACHTKAMER

De vriendin van Ndumie was een van de vele slachtoffers van een zogeheten corrective rape, letterlijk ‘corrigerende verkrachting’. Sommige Zuid-Afrikaanse mannen zijn van mening dat vrouwen die van vrouwen houden een lesje geleerd moeten worden. Wekelijks zijn gemiddeld tien lesbiennes het slachtoffer van aanvallen, variërend van gewapende aanvallen tot verkrachtingen en zelfs moord. En dat alleen al in Kaapstad. In de afgelopen tien jaar hebben meer dan dertig vrouwen die slachtoffer waren van een zogenaamde hate crime het niet overleefd. Ndumie Funda’s vriendin, met wie ze net verloofd was, bracht het er aanvankelijk levend vanaf, maar bleek later hiv opgelopen te hebben, waaraan ze uiteindelijk in 2005 overleed. Ndumie vond dat ze actie moest ondernemen en richtte ‘Luleki Sizwe’ op, letterlijk ‘Voedt de natie op’. Een organisatie waarmee ze zich vanuit haar township op allerlei manieren inzet voor slachtoffers van corrective rape en de rechten en acceptatie van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders in het algemeen. Ndumie: “Ik moést gewoon iets doen. Ik kon het niet langer aanzien dat de gemeenschap en de overheid


HIVOS EN HOMO-EMANCIPATIE Overal ter wereld krijgen lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders te maken met haat. Er is geen werelddeel waar zij niet worden onderdrukt. In het bijzonder in Afrika is de weerstand die zij ontmoeten intens. Onder deze moeilijke omstandigheden strijden moedige mensen voor het recht om zichzelf te kunnen zijn en lief vooR weR Rechten voo R Lesbiennes en homo's we ReLdwijd te mogen hebben. Deze activisten willen niet zwijgen, Mei 2013 ondanks het gevaar dat ze lopen om bedreigd, mishandeld, gearresteerd of gevangen genomen te worden. iIiLGA, ILGA, LGA, de ''Intern ''inte ''i nteR Rn nAt Ation Ation tIion tionAL onAL Lesbi LesbIA LesbiA IAn, G GA Ay, A y, bisexu bisexu bI IisexuAL isexuAL AL,, tRA ttRAns r RA Ans en Intersex inteR inte Rsex sex Associ Assoc AssociA IA IA Attion” Ation” tion” Ion”

Greenland

Alaska

Iceland

Finland Norway Russia Sweden Estonia Denmark Lithuania Latvia Poland Belarus Ireland Netherlands Germany Belgium Czech. Rep. Slovakia Ukraine Lux. Austria Hungary Kazakhstan Moldova Switzerland Mongolia Maine Slovenia Croatia Romania Wisconsin New Hampshire France Vermont Bosnia & Herz. Serbia Massachussets Mont. Kos. Bulgaria Georgia Andorra New York North Rhode Island Uzbekistan Kyrgyzstan Iowa Illinois Italy Connecticut Fyrom Portugal Spain Korea Armenia Azerb. Albania New Jersey Delaware Turkmenistan Washington, D.C. Turkey Tajikistan Colorado Maryland Greece Japan South Malta Syria Gibraltar Cyprus China U.S.A. Korea Afghanistan Lebanon Tunisia Israel Morocco 32 states Iran Iraq Ghaza Nepal 19 states Jordan Canary Islands Kuwait Pakistan Coahuila Bhutan Algeria The Bahamas Libya Bahrain Egypt Dominican Rep. Qatar Bangladesh Saudi Mexico Taiwan U. A. E. Cuba Virgin Islands Arabia 10 states Myanmar Lao Federal District Haiti Mauritania India Jamaica Puerto Rico Vietnam Oman Mali Niger Sudan Belize Antigua & Barbuda Cape Verde St Kitts & Nevis Thailand Dominica Philippines Honduras Eritrea Yemen Senegal St. Vincent Chad St. Lucia Guatemala Gambia Burkina Grenada 6 cities El Salvador Cambodia Barbados Djibouti Faso Guinea-Bissau Trinidad and Tobago Nicaragua Benin Guinea South Costa Rica Palau Sri Lanka Ghana Nigeria Sierra Leone Venezuela Guyana Sudan Ethiopia Panama Ivory Coast Suriname Central African Maldives Liberia Togo Brunei French Guiana Aceh Province Republic Malaysia Colombia Cameroon Somalia Singapore Equatorial Guinea Uganda Congo Kenya Sao Tome & Principe Indonesia Rwanda Ecuador Gabon Seychelles Dem. Rep. Burundi of the Congo South Sumatra Peru Tanzania Timor-Leste Brazil Papua New Guinea

www.ilga.org

U. K.

3 entities

Canada

Washington

Oregon

Nevada

California

Hivos steunt op dit moment vijftig organisaties in ontwikkelingslanden die strijden voor homo-emancipatie. Dit doet zij met financiële middelen, advies, trainingen en door beleid te beïnvloeden. Hivos doet dit al bijna vijfentwintig jaar en mag zich dan ook de grootste donor ter wereld noemen op dit gebied. Om dit te kunnen blijven doen is uw steun van groot belang! Steun Hivos bij dit werk, want homorechten zijn mensenrechten!

gewoon een andere kant opkeken, terwijl wij aan een stuk door werden lastiggevallen, beschimpt, gemolesteerd, verkracht en zelfs vermoord. De daders gaan bijna altijd vrijuit: maar één op de vijfentwintig wordt gepakt en berecht. Lang niet iedereen doet aangifte. En van de politie moet je het ook niet hebben. Ze beloven je van alles, maar als het puntje bij paaltje komt zijn ze telefoonnummers kwijt en hoor je niets meer.”

SCHRIL CONTRAST Zuid-Afrika heeft veruit de beste wetgeving qua rechten van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders in Afrika: zelfs het homohuwelijk is in 2006 gelegaliseerd. Maar het staat in schril contrast met de dagelijkse werkelijkheid. Volgens Ndumie werden de wetten rondom homorechten ingesteld door de overheid om stemmen te winnen, maar viel het daarna stil. “Bovendien zitten genderpatronen heel diep geworteld in de maatschappij,” vertelt Ndumie. “Mannen moeten vooral heel stoer zijn en vrouwen heel vrouwelijk. Dat botst met het beeld van lesbische vrouwen en dat moet dan worden ‘hersteld’ door seksueel geweld. De regering doet hier niets aan en daarom gaat het geweld door, ongeacht de wetten die ons moeten beschermen.” Luleki Sizwe krijgt vanaf haar oprichting in 2008 financiële en facilitaire steun van ontwikkelingsorganisatie Hivos, dat in 27 landen strijdt tegen armoede, onderdrukking en discriminatie. Ndumie: “Hivos opent deuren voor ons in Zuid-Afrika. Ze zijn erg betrokken en staan dichtbij je, vragen ook hoe het met je gaat. Dat voelt werkelijk als familie.” De organisatie van Ndumie probeert het negatieve beeld over lesbiennes te veranderen door de townships in te trekken en op allerlei manieren met de zwarte gemeenschap in gesprek te gaan. Zij en haar medewerkers praten met kerkleiders, met jongeren en bezoeken families die hun dochter uit huis hebben gezet. En ze vangt slachtoffers op van geweld en corrective rape.

Hawaii

vErvolging

Europe: 41 countries and 10 entities

14 entities

Zambia

Gevangenisstraf tot 14 jaar

Gevangenisstraf van 14 jaar tot een levenslange straf

Gevangenisstraf, geen precieze indicatie van de lengte / verbanning

Onduidelijk: geen specifieke homofobe wetgeving maar kan als zodanig opgevat worden

Irak: vervolging door organisaties niet verbonden aan de overheid / India: wet in afwachting van uitspraak van de rechter

Propaganda Wetgeving die de vrijheid van meningsuiting en verenigingen beperkt

Nauru Solomon Islands

Kiribati

Samoa

Tuvalu

Comoros

Mozambique

Cook Islands Vanuatu

Bolivia

gEvangEnisstraf 71 landen en 6 staten* Doodstraf

Malawi

Angola

doodstraf 5 landen en delen van Nigeria en Somalië

Namibia

Paraguay

Zimbabwe

Mauritius Fiji

Madagascar

Botswana

Western Australia

Swaziland

Chile South Africa

Rosario

Australia 8 states

Lesotho

Norfolk Island

Buenos Aires

Tonga

New South Wales

Uruguay Argentina

Australian Capital Territory

ErkEnning ErkEnning van koppEls van hEtzElfdE gEslacht 31 landen en 35 staten* gEzamEnlijkE adoptiE 14 landen en 38 staten* Huwelijk

Gelijk of gelijkwaardig substituut voor het huwelijk

Gezamenlijke Adoptie

Duidelijk minderwaardig substituut voor het huwelijk

BESCHERMING

Victoria

Landen die wetgeving invoerden die discriminatie op grond van seksuele geaardheid verbiedt

Er is gEEn spEcifiEkE wEtgEving

New Zealand Tasmania

A AntidiscriminAtie Atie wetten 65 landen en 85 staten*

* Deze wetten handelen over lesbiennes, homomannen en biseksuelen en over relaties en seksuele activiteiten tussen mensen van hetzelfde geslacht. Soms handelen deze wetten ook over transgenders en interseksuelen. Deze editie van de wereldkaart (mei 2013) werd gecoördineerd door Stephen Barris (ILGA). Design: Eduardo Enoki. De gegevens voorgesteld op deze kaart zijn afkomstig uit “State-Sponsored Homophobia: a world survey of laws. Criminalisation, protection and recognition of same-sex love – 2013”, een ILGA-rapport van Jingshu Zhu en Lucas Paoli Itaborahy (beschikbaar in verschillende talen op www.ilga.org). ILGA bedankt de groepen die bijdragen leverden voor de jaarlijkse update en çavaria voor deze Nederlandstalige versie.

bron: www.ilga.org

TE GEVAARLIJK “Maar niet meer in mijn eigen huis,” vertelt Ndumie, “Dat werd voor mijzelf en mijn vrouw te gevaarlijk. Toch weiger ik mijn township Nyanga te verlaten. We moeten op de plaats zijn waar het gebeurt. Alleen dan kun je de zaken gecoördineerd aanpakken, samen met ouders, scholen, kerken en andere organisaties. Ik ben ondanks alles hoopvol gestemd. Zeker nu de verschillende homo-, lesbo- en transgenderorganisaties samen de hate crimes onder de aandacht van de Zuid-Afrikaanse overheid brengen. We praten met de ministeries en met andere overheidsvertegenwoordigers. Vorig jaar is, vooral dankzij onze inspanningen, een speciaal taskteam van de overheid van start gegaan om een eind te maken aan deze verkrachtingen. Eindelijk trekken we samen op en wordt er niet meer gezwegen over de misdaden,” aldus Ndumie. <

Geef om vrijheid in de liefde!

STEUN HOMO-EMANCIPATIE WERELDWIJD DONEER EENMALIG € 3,-*

SMS LIEFDE NAAR 4333 Meer weten wat Hivos doet op het gebied van homo-emancipatie? Ga naar www.hivos.nl/homorechten * kijk voor de voorwaarden op hivos.nl/smsdoneren

WACHTKAMER •

43


Het IFAW bestrijdt meedogenloze ivoorrovers

Door Yvette Brook


Op het randje van uitsterven:

Olifant in de vuurlinie

i

Voor de olifant is 2013 nu al een rampjaar. In maart vonden parkwachters in het zuiden van het Afrikaanse Tsjaad tientallen zwaar verminkte lichamen van dode olifanten. Stropers vermoordden er in één week 89 dieren, waaronder 35 drachtige vrouwtjes. De slagtanden waren op brute wijze uitgehakt. Talloze olifantenpopulaties in Afrika en Azië dreigen door de niet aflatende, steeds grootschaliger jacht op ivoor te worden uitgeroeid. Ivoor is weer in trek, vooral in China. Het International Fund for Animal welfare (IFAW) luidt de noodklok en zet alles op alles om dit te stoppen. In 2008 werd de laatste grote partij ’goed’ ivoor, afkomstig van op natuurlijke wijze gestorven olifanten, in China en Japan op de markt gebracht. Hoewel de marktactie legaal en streng gecontroleerd geschiedde was het ongewenste gevolg van deze allerlaatste officiële ivoorverkoop een enorme publiciteitsboost. Waar lange tijd niemand meer over ivoor had gesproken en de interesse in dit ‘natuurproduct’ sterk was teruggelopen ontstond er nu opeens weer grote vraag. En dus viel er weer veel te verdienen voor handelaars,

die stropers fors betalen voor illegaal ivoor. In 2013 vond de grootste illegaal ivooronderschepping ooit plaats: 2000 kilo in één lading! In de afgelopen vijf jaar doodden stropers tussen de 30.000 en 60.000 olifanten per jaar. Veel olifantenpopulaties daalden dramatisch in getal. Met name in West-, Centraal- en OostAfrika. In Sierra Leone bijvoorbeeld komen nu geen olifanten meer voor. De kuddes in de nationale parken van Tsjaad, Kameroen en de Democratische Republiek Kongo zijn recent voor 90 WACHTKAMER •

45

>


Onderschept illegaal ivoor, bestemd voor transport naar China. Voor dit ivoor worden wilde olifanten massaal gedood en op brute wijze verminkt.

procent uitgeroeid, in Gabon is het aantal olifanten gehalveerd.

STRESSSYNDROOM De stropers gaan de olifanten op brute wijze met kapmessen en (machine) geweren te lijf omdat er nog steeds tienduizenden, vaak onwetende kopers zijn die een dolk met ivoren handvat als statussymbool willen dragen of een uitgesneden slagtand of ivoren souvenirbeeldje prachtig vinden. Het geelwitte Ivoor voelt glad aan en oogt als geslepen edelsteen. Veel mensen weten niet eens waar het vandaan komt. Maar elk stukje ivoor vertelt het verhaal van een dode olifant. De tanden van volwassen olifanten zijn groter en meer waard. De grootste dieren vormen dus het favoriete doelwit van de stropers. Helaas zijn deze grootste dieren ook meestal de leiders van een kudde. Hun dood betekent een verlies aan kennis en ervaring voor de hele groep. Wetenschappers beginnen inmiddels ook iets te begrijpen van het zware psychisch lijden van overlevende olifanten in een

afgeslacht door ivoorrovers zonder mededogen. Het IFAW helpt eveneens bij de opvang van olifanten in nood, door lokale projecten te steunen en het meefinancieren van verhuizingen van populaties naar een ruimer en veiliger leefgebied.

STRIJDEN TEGEN STROPERS Vooral in Centraal- en West-Afrika zijn de stropers zeer actief. Veel regeringen kunnen de strijd tegen de zwaarbewapende bendes niet meer zelf aan. Het is een steeds agressiever gevecht dat parkwachters niet zelden met de dood moeten bekopen. Het IFAW steunt Afrikaanse regeringen die om hulp vragen met het beter uitrusten van parkwachters, die daarnaast ook van praktische, doeltreffende trainingen worden voorzien. Ook helpt het IFAW met het aanscherpen van de wetgeving en het verbeteren van toezicht op de handhaving daarvan. In doorvoerlanden moeten douaneambtenaren en politieagenten gericht worden opgeleid en worden voorzien van de nodige (technische) middelen zodat zij smokkelaars sneller kunnen opsporen. Ook hier staat het IFAW de regeringen bij in de strijd tegen de ivoorrovers. En hoe zit het nu met China, het land met de rijkste en grootste afnemers van illegaal ivoor? In China floreert de ivoorhandel als nooit tevoren. Onderzoeken tonen aan dat onwetendheid hier een grote rol speelt. Maar liefst zeven van de tien Chinezen weten niet dat elk stukje ivoor van een dode olifant komt. En daarom voert het IFAW nu een grote lokale campagne in China om de Chinezen voor te lichten over de bloedige herkomst van het ‘witte goud’ en de keiharde praktijken van de ivoorhandel. Het IFAW, gesteund door enthousiaste Chinese dierenbeschermers, probeert zo een cultuuromslag in gang te zetten

Zeven van de tien Chinezen weten niet dat ivoor van een dode olifant komt kudde die door stropers is gehalveerd. We wisten al dat olifanten over een goed geheugen beschikken, maar nog niet dat de dieren (net als mensen) na zo’n gewelddadige ervaring lijden aan een soort posttraumatisch stresssyndroom. Het duurt veelal tientallen jaren voordat de schade in de kudde is hersteld. Als dat ooit al gebeurt. Steeds meer babyolifantjes worden ook verweesd in de bossen aangetroffen, soms dood en soms levend. Zo heeft VPRO-tv bioloog Freek Vonk zich recent in Zambia ontfermd over een olifantenweesje dat hij nu officieel heeft geadopteerd. Ook in Zambia worden massaal olifanten

46

• WACHTKAMER

waarbij de aanschaf van ivoor not done is, super ‘fout!’, in de hoop dat zo de vraag naar ivoren producten daalt. Ook vanuit Nederland kun je ervoor zorgen dat het IFAW doorgaat met de kostbare strijd tegen de ivoorrovers. De organisatie krijgt van geen enkele overheid subsidie en is dus volkomen afhankelijk van de financiële steun van gemotiveerde dieren- en natuurliefhebbers. Door donateur te worden van het IFAW help je voorkomen dat de olifant, het grootste landdier ter wereld, nog deze eeuw tot uitsterven is gedoemd. <

IFAW

STOP DE MASSAMOORD OP OLIFANTEN. STEUN HET IFAW NU MET € 4,- IN DE STRIJD TEGEN DE IVOORROVERS. Scan de QR-code in de foto linksboven of ga naar www.ifaw.org. Vanaf € 4 per maand kun je het IFAW als donateur steunen in de strijd tegen de ivoorrovers en help je de massamoord op olifanten stop te zetten. Je kunt de organisatie ook met een eenmalige schenking helpen. Jouw gift beschermt bedreigde dieren, biedt hulp aan dieren in nood en redt wereldwijd huisdieren en in het wild levende dieren. Elke gift is een essentiële bijdrage aan de missie van het IFAW om dieren tegen wreedheden en uitbuiting te beschermen en zal worden ingezet daar waar het ‘t meest nodig is om hun lijden te verzachten.


Freek! M

Foto: Herco van Houdt

OOK ONZE COLUMNIST FREEK VONK HEEFT GROOT RESPECT VOOR DE STRIJD VAN HET IFAW TEGEN DE OLIFANTENSTROPERS. NIET ZO MAAR, WANT FREEK HEEFT ZICH ONTFERMD OVER EEN KLEIN MANNETJE…, EEN OLIFANTENMANNETJE! Mijn eerste ervaring met een wilde olifant was in Tanzania. Er stond opeens een reusachtig exemplaar van zeker een metertje of vijf pal naast onze open jeep. Een giga lijf, een lange nieuwsgierige slurf en zo’n pientere, bedachtzame, alles observerende blik in zijn ogen. Hij bleef me even een poosje aanstaren, gebruikte zijn slurf om wat geuren op te vangen. Ik moest me heel stil houden, elke onverwachte beweging zou hem aan het schrikken kunnen maken. Geloof me, een vijfduizend kilo wegende olifant die zó dicht bij je staat wil je echt niet in de aanval laten gaan! Gelukkig bleef de rust bewaard, na een paar minuten wandelde hij op zijn dooie olifantengemakje weg. En ik bleef met een heel speciaal gevoel achter. Nog nooit was ik zo dicht bij het zwaarste landdier van de wereld geweest. Ik vond het geweldig. En nog steeds. Ik heb daarna nog vele keren dichtbij wilde olifanten gestaan, iedere keer weer blijft het iets heel bijzonders. Olifanten behoren tot de meest intelligente dieren van de wereld.

Binnen een olifantenkudde is de band tussen de dieren onderling ook enorm sterk. Alle volwassen olifanten beschermen de baby’s indien ergens onraad dreigt. Ze gaan dan in een grote kring om de kleintjes heen staan, opdat de roofdieren er niet bij kunnen. Op één roofdier na dan, de mens. Zoals ook in het IFAW-artikel valt te lezen vermoorden stropers vaak de grootste olifanten, omdat die nu eenmaal ook de grootste slagtanden hebben. Bij de Afrikaanse olifanten

hebben zowel de bullen als de wijfjes slagtanden. De grootste olifant is ook vaak de leider van de kudde. En als de leider van een kudde wordt gedood, raakt de hele kudde in paniek en rennen ze alle kanten op. Baby’s verdwalen zo makkelijk. Een baby olifantje zonder zijn familie is ten dode opgeschreven. Ik heb me ontfermd over Zambezi, een klein olifantenmannetje van nog geen twee jaar oud. Hij wordt verzorgd in een olifantenweeshuis in Zambia. Gevonden aan de oever van de Zambezi-rivier (vandaar zijn naam), helemaal alleen, uitgehongerd en uitgedroogd. Zijn moeder waarschijnlijk gedood door stropers. Zonder de liefdevolle opvang had hij nu zeker niet meer geleefd. De eerste keer dat ik Zambezi bezocht, rende hij vrolijk en blij op me af. Met zijn slurf snuffelde hij mijn hele gezicht rond. Zo’n olifantenslurf is extreem gevoelig en telt meer dan 140.000 spieren. Bij mij gebruikte hij ze allemaal! Olifantenbaby’s leren van hun moeder hoe ze met hun slurf moeten omgaan. Toen Zambezi op zeker moment zijn slurf in mijn mond stak blies hij een ademstootje uit, een typische olifantenbegroeting! Ik pakte daarna zijn slurf vast en blies wat adem terug, zo werden wij vriendjes! Ik besloot Zambezi te adopteren, zodat hij zolang het nodig is de zorg kan krijgen die hij verdient! Als hij straks een jaar of acht is mag hij terug naar de Afrikaanse wildernis, weer lekker kuieren tussen de andere wilde olifanten. Tot die tijd blijf ik hem helpen! En als je het leuk vindt, doe dan mee via mijn website www.wijadopterenzambezi.nl Laten we zuinig zijn op deze bijzondere en gave dieren. En zo lang er stropers rondlopen hebben ze onze hulp hard nodig! Dus kom in actie als jij ook van olifanten houdt! Freek

Foto: Edjan van der Heijden

WACHTKAMER •

47


Populaire muziek, strijdbare deejays en steun voor de allerarmsten

Tekst: Erwin Feekes Fotografie: CMAP/Chicoco Radio.

48

• WACHTKAMER

Prince Peter als trainee in opleiding voor verslaggever/ deejay van Chicoco Radio. Hij poseert voor een billboard van Amnesty met zijn afbeelding.


CHICOCO RADIO GEEFT SLOPPENBEWONERS EEN STEM Rebels radiostation wordt het ‘Veronica’ van Nigeria

“Toen wij op straat protesteerden, schoot de overheid op ons. Maar niemand kan ons straks het zwijgen opleggen. We gaan vanaf zee uitzenden. Onze strijd zit in onze interviews en rap songs. Maar we draaien ook populaire dansmuziek. Zodra we de lucht ingaan luistert iedereen naar ons.” Onder het mom van stadsvernieuwing worden duizenden sloppenbewoners in de Nigeriaanse havenstad Port Harcourt uit hun huizen gejaagd. Daarbij vielen zelfs doden. Prince Peter woonde in de platgewalste wijk Njemanze. Hij wordt nu deejay bij het rebelse Chicoco Radio, de vanuit Amsterdam door Amnesty International gesteunde ‘stem van het volk’.

WACHTKAMER •

49


c

Chicoco Community Radio draagt bij aan het verzet tegen de constante dreiging van uitzetting, sloop van hun huizen en het keiharde politiegeweld waarmee de bewoners van de sloppenwijken aan het water bij de havenstad Port Harcourt moeten leven. Omdat een radiostation aan land niet veilig is voor de lange arm van de overheid zendt Chicoco Radio binnenkort uit vanaf zee, zoals vroeger Radio Veronica bij ons. Als een echte ‘piratenzender’ zal het rebelse Chicoco Radio straks met muziek en gerichte informatie de stem van het volk vertegenwoordigen en proberen de sloppenwijkbewoners sterker te maken in hun dialoog met de lokale overheid. Dat kost geld. Amnesty International werft fondsen om mensen op te leiden en Chicoco Radio te realiseren. Mensen zijn veerkrachtig. Als zij op het platteland niet kunnen overleven gaan ze op zoek naar een nieuw bestaan, nieuwe kansen. Want hun kinderen moeten eten, hun leven kan niet uitzichtloos blijven. Vaak trekken ze naar de grote stad, in de hoop daar werk te vinden. Steden werken als magneten voor de allerarmsten. Onder de moeilijkste omstandigheden bouwen de migranten een eigen huisje, van welk materiaal dan ook, meestal op plekken waar de meer gefortuneerde stadsbewoners zich onder geen beding willen vestigen. Neem de bewoners van de nederzettingen aan de ‘Waterfront’, de delta van overstromingsgevoelige kreken en uitlopers van de Bonny River bij Port Harcourt. Hutjes en andere bouwsels zover het oog reikt. Ooit vestigden zich hier vissers, maar nu zijn het complete gemeenschappen met woningen, scholen, werkplaatsen,

50

• WACHTKAMER

barakken, kerken, moskeeën, tempels en akkers. Niet per se mooi, misschien ook niet per se een visitekaartje voor de stad. Maar deze plek biedt wel een thuis voor 480.000 mensen. Mensen zoals jij en ik. Met ambities, dromen, humor en rechten. Het ging een tijdje goed. Maar het bestaan van deze allerarmste Nigerianen wordt sinds 2009 serieus bedreigd door stadsvernieuwingsplannen van de gouverneur van de provincie Rivers State, Chibuike Rotimi Amaechi. Hij zegt Port Harcourt te willen transformeren tot een ‘Garden City’, een groene tuinstad genaamd ‘Greater Port-Harcourt City’. Die plannen kennen geen genade voor de honderdduizenden sloppenwijkbewoners in hun ‘shanties’ (krotten). Maar die laten zich niet zomaar verjagen. En dus kiest de overheid voor draconische maatregelen om de bewoners van de ‘Waterfront Communities’ uit hun huizen te krijgen. Wat rest na de sloop is braakliggend terrein. Zover het oog reikt. Want de droomstad van Amaechi laat lang op zich wachten.

BULLETS EN BULLDOZERS Ze naderen in de ochtenddauw, als de dag ontwaakt over de nederzettingen van de allerarmste inwoners van Nigeria. Onaangekondigd, zonder waarschuwing. Het onheilspellend brullend en gorgelend geluid van zware motoren zwelt aan. De natuur valt stil, stofdampen vullen de atmosfeer. Krakend en piepend rollen de shovels en bulldozers van de overheid binnen. Het angstig geschreeuw van mensen, overvallen in hun slaap, die in onderbroek of pyjama huis en haard ontvluchten, alles


Zwaarbewapende soldaten van de special forces van de Nigeriaanse politie overzien het slagveld, nadat bulldozers een woonwijk hebben platgewalst. Zij schieten desnoods met scherp op hun eigen volk. Linkerpagina: Trainee Murphy op reportage voor Chicoco Radio in de sloppenwijk.

achterlatend. Wie protesteert of zich verzet, krijgt te maken met zwaarbewapende leden van de Nigeriaanse politie en het leger. Zij escorteren de slopers ‘om de vrede te bewaren’. Maar ze sparen hun bullets niet altijd, regelmatig wordt er met scherp geschoten op woedende vaders of moeders en er zijn zelfs doden gevallen bij de ontruiming van Bundu in 2009. Mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden slaan op de vlucht, hun huizen worden platgewalst. “Look at my face! This is the face of an old man! Look at my house. It’s nothing to you, but I live here!” Maar het stadsvernieuwingsplan van de autoriteiten kent geen genade. De oude man moet machteloos toezien hoe zijn huis wordt weggevaagd. Het overkwam de bewoners van de sloppenwijken Njemanze en Bundu in Port Harcourt en Badia East in Lagos State en de dreiging is nog even realistisch voor de overige bewoners van de waterfront communities, die generaties lang ongemoeid zijn gelaten, maar nu moeten wijken voor de ambitieuze plannen van de gouverneur. Nigeria heeft alle internationale mensenrechtenverdragen getekend, dus volgens de nationale grondwet hebben ook de allerarmsten recht op onderdak en een menswaardig bestaan. Maar Nigeria is een federale staat, bestaande uit 36 bondsstaten die een grote mate van autonomie hebben. De gouverneur van Rivers State is een machtig en invloedrijk man. Bovendien zijn de financiële belangen van zijn vrienden, de projectontwikkelaars van de Greater Port-Harcourt City groot. Op dit moment zijn tal van rechtszaken tegen de overheid van Rivers State aangespannen, het Hooggerechtshof

van Port Harcourt heeft een voorlopig uitzettingsverbod voor de waterfront communities uitgevaardigd. Vandaar dat het belangrijk is dat zoveel mogelijk mensen nu in opstand komen tegen de aanpak van gouverneur Amaechi.

“OOK WIJ HEBBEN RECHTEN” Joy, een zeventienjarige studente, raakte gewond bij geweldloze protesten van de bewoners van Bundu tegen de brute sloop van hun wijk. “Ik was thuis in de keuken toen de soldaten begonnen te schieten op vluchtende bewoners. Ik ging kijken wat er aan de hand was en werd in mijn been getroffen. De schutter kan ik niets verwijten, hij voerde slechts een opdracht uit. De gouverneur wil de stad ontwikkelen, maar hij vertelt niet waarom of voor wie. Als wij worden beschoten, dan is het vast niet voor ons. Was ik niet neergeschoten dan had ik nu nog op school gezeten.” Joy werd door een zwerfkogel geraakt die haar dijbeen verbrijzelde. Zij kreeg metalen platen in haar been en liep zes maanden op krukken. Dertien andere onschuldige sloppenwijkbewoners overleefden de kogels van de troepen ook. Zij laten het er niet bij zitten en dagen, samen met Joy, de lokale overheid voor het gerecht. Joy: “Bang? Nee, ik ben niet bang. Ik wil dat de Staat de wet en onze rechten respecteert. Wij willen positieve ontwikkelingen en burgerrechten, geen kogels. Wij willen schoon water, geen bloed. Wij willen een overheid die zorgt voor zijn burgers en niet op hen schiet. Wij zijn niet rechteloos! Wij zijn mensen.” WACHTKAMER •

51

>


Murphy jaagt op nieuws in de sloppenwijk Okira. Foto’s boven: Bulldozers doen hun verwoestende werk in de waterfront communities. Onder links: Trainees Sira en Murphy in de opnamestudio van Chicoco Radio in Okira. Onder rechts: Sloppenwijkbewoners melden zich voor een toekomst bij Chicoco Radio, hun radiostation. Rechterpagina: De waterfront communities bevinden zich aan de kreken en uitlopers van de Bonny River in de Niger Delta.


‘Nederlandse’ architectuur

CHICOCO RADIO OP ZEE Chicoco Radio is tijdelijk gevestigd in de sloppenwijk Okira. Hier worden mensen opgeleid en getraind, zodat zij straks hun eigen programma’s kunnen maken en het radiostation kunnen leiden. Amnesty houdt zich bezig met fondsenwerving om dit allemaal mogelijk te maken. Straks verhuist de zender naar zee, buiten bereik van de overheid. Chicoco wordt dus een echte piraat, zoals onze Radio Veronica in de jaren zestig. Deze floating studio wordt ontworpen door de Nigeriaanse architect Kunlé Adeyemi, die ruim negen jaar met de befaamde Nederlandse architect Rem Koolhaas samenwerkte. Adeyemi heeft nu zijn eigen architectenbureau in Amsterdam, ‘NLÉ’. Het is een leuke woordspeling, de letters NL zijn erin verwerkt, maar het woord betekent ook ‘thuis’ in het Yoruba, een taal in West-Afrika.

Met haar steun aan Chicoco Community Radio geeft Amnesty International de waterfronts een stem. Onderzoek toont aan dat maar liefst 84% van de Deltabewoners regelmatig naar de radio luistert. Zij hebben behoefte aan voorlichting over de problemen en zaken waarmee zij dagelijks te maken hebben, zoals de (on)toegankelijkheid van onderwijs, werkeloosheid, medische voorzieningen, opvang, voedselvoorziening en niet te vergeten, de plannen voor stadsontwikkeling. En er is ruimte voor muziek, véél muziek, van plaatselijke muzikanten tot nationale en internationale artiesten. Bij ieder praatje hoort een plaatje, de bewoners van de waterfront communities zijn dol op muziek. Het wordt de eerste echte volkszender van Nigeria. De deejays zullen de luisteraars in staat stellen om hun ervaringen, emoties en kennis te delen. En, zoals gezegd, ze maken hun luisteraars bewust van het feit dat ook zij rechten hebben, evenals ieder ander mens. Chicoco Radio wordt opgezet als een professioneel bedrijf. In het bestuur zitten twaalf volksvertegenwoordigers en maar liefst 250 bewoners van de sloppenwijken krijgen een gerichte opleiding in techniek, management en journalistieke vaardigheden. Prince Peter wordt ongetwijfeld een van de helden van de zender.

ACTIVIST EN VERSLAGGEVER Prince Peter woonde in de sloppenwijk Njemanze, totdat zijn huis met de grond gelijk werd gemaakt. Met duizenden anderen werd hij van de ene op de andere dag verdreven. Hij is vanaf het begin bij Chicoco Radio betrokken. Nu is hij een van de trainees en wordt opgeleid tot deejay. Op de site van Amnesty International

www.people-live-here.org/people/ tonen filmpjes hoe gevoelloos de overheid tekeer ging bij de ontruiming van Njemanze. Je voelt de blinde paniek onder de bewoners bij het naderen van de bulldozers en gewapende politie. En je ziet hoe Prince Peter, in zijn voetbalshirt, een veilig heenkomen zoekt via een doofhof van modderige steegjes, rennend over losse planken en door lege hutjes, onbewoonbaar gemaakt doordat de regering er bij eerdere acties de daken vanaf heeft laten rukken. Chicoco Community Radio draagt bij aan de veerkracht en weerbaarheid van deze gewone mensen in de sloppenwijken. Opdat ze niet moedeloos worden, maar vechten voor hun rechten. <

JIJ BENT MENS EN JE WILT WAT! Met deze op Radio Veronica geïnspireerde oproep vragen we jou in actie te komen voor Chicoco Radio en de sloppenwijkbewoners van Port Harcourt. Dat kan via Amnesty International. Bezoek de speciale Chicoco actiesite! Scan de QR-code en ga naar www.chicoco.fm en doneer. Samen krijgen we Chicoco Radio in de lucht!

WACHTKAMER •

53


MENSEN OP WIE JE KUNT VERTROUWEN

Je krijgt te horen dat je kanker hebt. Vanaf het moment dat het besef is doorgedrongen staat je wereld op z’n kop. Er moet veel worden geregeld, je moet opeens belangrijke beslissingen nemen. Het overkwam Koos Veen: ‘Als je het gevoel hebt plots de controle over je eigen leven kwijt te zijn, dan is het fijn te weten dat er mensen zijn op wie je kunt vertrouwen.’ Koos belde de KWF Kanker Infolijn voor hulp.

azomer 2011. Bij een bezoek aan zijn huisarts wordt Koos Veen geconfronteerd met een onverwachte tegenslag. De dokter kijkt wat bezorgd naar de bloeduitslag: een verhoogde PSA waarde. ‘Iets om in de gaten te houden,’zegt hij. Op dat moment is er eigenlijk nog niets aan de hand. Er kunnen allerlei oorzaken zijn. Maar toch, in 25% van de gevallen duidt een verhoogde PSA waarde op prostaatkanker. Bij een volgende controle blijkt de PSA nog iets opgelopen. ‘Ik werd doorverwezen naar de

uroloog,’ vertelt Koos. ‘Het drong allemaal niet zo tot me door, want ik voelde me verder kerngezond. Maar als je vervolgens hoort dat je inderdaad prostaatkanker hebt, dan staat de wereld op z’n kop.’

SCHOKKENDE MEDEDELING Het is een ervaring die vele kankerpatiënten met Koos Veen delen. De schokkende mededeling die een abrupt einde maakt aan de zorgeloosheid, aan het schijnbare gevoel van een eeuwig leven. Ineens ben je kwetsbaar. En in gevaar. Je leven wordt overhoop gehaald, je worstelt meteen met 1001 vragen. En tegelijkertijd moeten er belangrijke beslissingen worden genomen. Bijvoorbeeld over de behandeling. De uroloog legt Koos Veen vier verschillende behandelmethodes voor. Hij moet zelf kiezen, binnen tien dagen. Daar sta je dan. ‘Je bent eerst verbaasd, omdat je denkt dat je een uitgestippeld traject ingaat. Maar de waarheid ligt anders, er zijn keuzes. Dan maakt zich een soort informatiehonger van je meester. Via het internet zoek je alles op wat er maar te vinden valt over de voor- en nadelen van de verschillende behandelmethodes. En je vraagt brochures aan bij KWF Kankerbestrijding.’ Hoe kun je nu een verantwoorde keuze maken over zoiets ingrijpends? Koos vuurt zijn vragen af op de uroloog, die gelukkig alle tijd neemt voor zijn nieuwe patiënt. En Koos wordt gewezen op de Kanker Infolijn, waar je altijd terecht kunt voor een luisterend oor en hulp.

PERSOONLIJKE VRAGEN

Koos met Monique Wijsman. “In Monique vond ik iemand met kennis van zaken, die achter mij stond en naar mij wilde luisteren.”

Monique Wijsman, een zeer ervaren oncologie- en wijkverpleegkundige, deelt haar ervaring sinds januari 2011 bij KWF Kankerbestrijding als één van de gezichten achter de KWF Kanker Infolijn: ‘Patiënten, vrienden en familie kunnen bij ons terecht met vragen over behandelingen, psychosociale zorg of praktische kwesties, zoals: ‘Hoe moet het met mijn werk? Geen vraag is te gek. Koos wilde graag informatie over een bepaalde behandelmethode, die maar in enkele ziekenhuizen


Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00-18.00 uur

wordt uitgevoerd. Ik heb hem gevraagd of ik hem terug mocht bellen en ik ben toen informatie gaan opzoeken. Daarvoor gebruiken we meestal internet en medische literatuur, soms raadplegen wij een referent. Voor deze vraag heeft een collega van mij gebeld naar een verpleegkundig specialist.’ Koos: ‘Monique belde mij op het afgesproken tijdstip terug met de informatie die ik nodig had om een weloverwogen keuze te maken. Iedereen hielp ons heel vriendelijk en geduldig met alles wat er op ons pad kwam. Ik had intussen veel informatie gekregen en gevonden, dat maakte het extra moeilijk tot een keuze te komen. Als je voor het eerst van je leven in zo’n onzekere situatie terechtkomt voel je je ontzet en hulpeloos. Fantastisch dat ik in Monique iemand vond met kennis van zaken en die ook nog eens alle tijd nam voor een goed gesprek.’

VERTROUWEN Koos was aanvankelijk huiverig voor de door de uroloog geopperde bestraling. Tijdens een gesprek met de radioloog kwam echter de zogeheten ‘brachytherapie’ ter sprake, waarover Koos via de KWF Kanker Infolijn en het Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis al de nodige informatie had ontvangen. Met een naald worden daarbij zeer gericht kleine stralingsbronnen in de prostaat ingebracht, direct bij het aangetaste weefsel, waardoor het gezonde weefsel gespaard blijft. Koos: “Ik moest eerst nog een week in spanning zitten; zolang duurde het om uit te vinden of ik voor deze methode in aanmerking zou kunnen komen. Toen het goede nieuws kwam voelde ik me erg opgelucht!’ In maart 2012 heeft Koos de brachytherapie succesvol ondergaan. Bang voor terugkeer van de kanker is hij niet. Hij heeft vertrouwen in de toekomst. En in de mensen van de Kanker Infolijn. Koos: ‘Wat ik fantastisch vind is dat de donateurs van KWF Kankerbestrijding – dat zijn gewone Nederlanders

zoals u en ik met een hart voor mensen die plots door deze onvoorspelbare ziekte worden getroffen – er samen voor zorgen dat zo’n telefonische hulplijn kan bestaan en elke dag, van ’s ochtends negen tot ’s avonds zes, door deskundigen wordt bemand. Je doet nooit een tevergeefs beroep op 0800 0226622!” <

SCAN EN DONEER! Help mee kanker terug te dringen Uw hulp is daarom bijzonder welkom. Door de bijgaande QR code te scannen bezoekt u onze website www.kwfkankerbestrijding.nl, klik op de button ‘Doneer nu’, rechts bovenin op de homepage. Dan maakt u direct een bedrag over. Uw steun is bijzonder welkom.

iedereen verdient een morgen WACHTKAMER •

55


Tekst: Rob Bartlema

“De blik van dat jochie op ‘t molenpaard vergeet ik nooit” In ontwikkelingslanden is het leven voor kinderen met een handicap vaak een hel. Zij worden verwaarloosd, genegeerd, mishandeld en door hun ouders uit schaamte verborgen gehouden. Zij spelen niet met andere kinderen en kunnen niet naar school. In Bolivia en Sierra Leone zag Erica Terpstra met eigen ogen hoe, dankzij hulp van het Liliane Fonds, hun uitzichtloos leven verandert in een menswaardig bestaan. Voor haar op tafel ligt de foto van het jongetje José-Luis. Erica leerde hem kennen toen zij in Bolivia een revalidatiecentrum bezocht, waar kinderen met steun vanuit Nederland worden geholpen met hun handicap te leren leven. Voor José-Luis is dat dubbel moeilijk, want hij is dubbel gehandicapt: autistisch én spastisch, beide

56

• WACHTKAMER

in ernstige mate. Maar fysiotherapeut José Navarro verricht wonderen. Hij werd met hulp van het Liliane Fonds ingeschakeld en krijgt assistentie van een afgeschreven molenpaard, nota bene. Erica:”Die man is werkelijk geweldig. Handen als kolenschoppen, maar zoals hij dat jongetje oppakte, hem bijna teder eerst


Erica Terpstra voor het Liliane Fonds op reis naar Bolivia en Sierra Leone

Therapeut José Navarro verricht voor de spastische en autistische José-Luis wonderen met een afgeschreven molenpaard. (Foto: Johannes Odé)

De zwaar gehandicapte Mariana heeft dankzij de hulp van het Liliane Fonds haar school afgemaakt en zij wint de ene na de andere sportmedaille. (Foto: Johannes Odé)

heel dicht bij het paard hield, zodat hij aan het dier kon wennen, zijn handjes over de warme vacht heen en weer bewoog, hem er aan liet ruiken…en hem toen voorzichtig op het paard tilde…wat een liefde, wat een toewijding!” Het oude paard was door de plaatselijke molenaar cadeau gedaan aan het revalidatiecentrum. De fysiotherapeut is het gaan gebruiken in zijn therapie. Het Liliane Fonds betaalde deze speciale behandeling, want op José-Luis bleek het contact met het paard een wonderbaarlijke uitwerking te hebben. “Ik zag het voor mijn ogen gebeuren,” vervolgt Erica. “De therapeut tilde het jochie voorzichtig op en liet hem eerst een beetje poetsen en aaien en toen begonnen zijn ogen al te stralen. Vervolgens werd hij in het zadel gezet en je zag hem helemaal ontspannen. Hij bewoog zijn kleine lijfje mee met de bewegingen van dat grote warme paardenlijf onder hem en plotseling keek hij ons aan! Toen hij ons zag staan, wendde hij zijn blik niet meer af. Voor die tijd was hij helemaal in zichzelf gekeerd en leek het wel of wij niet voor hem bestonden. Maar nu maakte hij contact. De blik van dat jochie vergeet ik nooit meer. Het was zó bijzonder.”

ZELFRESPECT Erica Terpstra was op vakantie in het Amazonegebied en reisde op uitnodiging van het Lilliane Fonds door naar Bolivia. Het Liliane Fonds biedt hulp aan gehandicapte kinderen in ontwikkelingslanden en had haar gevraagd om ambassadeur te worden. Maar Erica wilde met eigen ogen zien waar zij haar naam aan verbond. “Ik word voor duizend en een dingen gevraagd,” legt zij uit. “Ik vind dat je voorzichtig moet zijn met waar je je naam aan leent.” Ze nam de proef op de som in Bolivia en was onmiddellijk verkocht. “Allereerst natuurlijk om wat het Liliane Fonds doet. Een gehandicapt kind heeft het hier in ons welvarende Nederland al moeilijk, daar weet ik als oud-Kamerlid en oud-staatssecretaris met gehandicaptenbeleid in mijn portefeuille alles van, maar in een ontwikkelingsland stelt zo’n kind helemaal niets en niemand voor. Ik heb gezien hoe die kinderen dankzij een operatie, een beugel of therapie uit hun isolement worden verlost, weer naar school kunnen, vriendjes en vriendinnetjes krijgen…en ontdekken wat zelfrespect betekent. Hun leven krijgt weer perspectief.”

TACHTIGDUIZEND KINDEREN “En dan het Liliane Fonds zelf,” vervolgt ze. “Dat is een organisatie waar elk gegeven dubbeltje wordt omgedraaid en waar vervolgens dubbel wordt gecheckt waaraan het wordt uitgegeven. Zij helpen nu meer dan tachtigduizend kinderen in dertig landen. Niet door vanuit Nederland peperdure hulptroepen te sturen, maar door heel nauw samen te werken met lokale organisaties, die ze door en door kennen en die moeten verantwoorden wat ze met het geld doen dat hun ter beschikking wordt gesteld.” Die lokale partners werken met zogeheten mediators, met hulp van het Liliane Fonds opgeleide deskundigen. Zij bepalen wat voor soort hulp welk kind nodig heeft en begeleiden het vóór, tijdens en na het revalidatieproces. Ook de familie van het kind wordt

WACHTKAMER •

57

>


Toen Amella vier jaar was, gooide zijn vader hem in het vuur. getraind in de noodzakelijke begeleiding en verzorging. De mediators zorgen ervoor dat het kind naar school kan en die school ook afmaakt. Erica: “Deze gerichte aanpak van het Liliane Fonds haalde mij definitief over de streep. Van deze club wil ik dolgraag deel uitmaken. Ik ben nu meer dan drie jaar ambassadeur en inmiddels ook zelf apetrots op wat er door het fonds wordt bereikt.”

HERSENBESCHADIGING Het verhaal van Mariana illustreert goed hoe het fonds werkt. Zij was twaalf jaar oud, toen Erica haar ontmoette. Een hersenbeschadiging vlak na haar geboorte veroorzaakt spasticiteit, waardoor zij allerlei ongecontroleerde bewegingen maakt. Ze kan niet goed zitten of lopen en praten lukt niet, vanwege

De vader van de met een bochel en een hoge borstkas geboren Amella wilde van hem af en gooide hem in het vuur. Zijn tante redde hem net op tijd uit de vlammen. Inmiddels zijn de brandwonden geheeld en heeft hij een rolstoel. Binnenkort kan hij naar school. (Foto: Erwin van den Berg) de spierspasmen. Dankzij het Liliane Fonds kan zij vier keer per week naar een revalidatiecentrum, waar kinderen met deze aandoening speciale therapie krijgen. Op school heeft zij een aangepaste stoel, waardoor zij toch de lessen kan volgen. Erica: “Maar niet alleen de kinderen worden daar geholpen, ook de ouders en andere familieleden leren hoe het kind het best verzorgd kan worden en hoe ze kunnen leren om te gaan met hun handicap. Luis Enrique, de oudere broer van Mariana, heeft een belangrijk deel van de zorg voor haar op zich genomen. Hij helpt haar thuis met huiswerk en doet ook oefeningen met haar om het gevoel voor evenwicht te trainen. Mariana is motorisch zo vooruitgegaan dat ze bij sportwedstrijden voor gehandicapten de ene na de andere medaille wint. En met de steun

van haar grote broer heeft Mariana, ondanks al haar beperkingen, toch de lagere school kunnen afmaken zodat zij verder kan leren. Geweldig toch?”

LEVEND BEGRAVEN Na haar bezoek aan Bolivia reisde Erica naar het straatarme Sierra Leone. Het lot van gehandicapte kinderen is in veel Afrikaanse landen zo mogelijk nog schrijnender dan in Zuid-Amerika. Maar al te vaak wordt daar een baby met een handicap ‘teruggegeven aan de natuur’. Het kindje wordt dan onmiddellijk na de geboorte onder een bananenboom gelegd om te sterven, of in doeken gewikkeld en levend begraven. Erica neemt een andere foto van de stapel. Het zesjarige jochie Amella Kamara speelt met een blauw autootje. Hij is gebocheld en heeft een hoge borstkas. Maar zijn lijfje zit ook vol met littekens van brandwonden en die zijn niet aangeboren. Toen Amella vier jaar oud was, wilde zijn vader van hem af en gooide hem in het vuur. Een tante hoorde hem gillen en kon hem ternauwernood uit de vlammen trekken. Zij en haar man namen de zorg voor Amella over, tot ook zij het niet meer aankonden. Ze brachten hem naar een weeshuisje in de buurt, waar hij nu liefdevol wordt verzorgd. Dankzij een door het Liliane Fonds betaalde therapie en een rolstoel kan hij binnenkort zelfs naar school. Erica schudt haar hoofd. “Dit is zo’n verschrikkelijk verhaal. De mensen daar beschouwen een gehandicapt kind als een vloek, als door de duivel bezeten. Hier, kijk naar dit jongetje.” Ze wijst op een andere

Mohammed heeft klompvoetjes en zijn handen staan krom. Hij werd in zijn dorp uitgescholden voor ‘duivel’. Met aangepast schoeisel kan hij nu naar school lopen en hij is een van de populairste jongens van zijn klas. (Foto: Erwin van den Berg) 58

• WACHTKAMER


Kinderen met een handicap worden soms zelfs levend begraven

foto, waarop zij poseert met een vrolijk lachende knul. “Zie dat jochie nu eens glunderend naast me zitten. Mohammed werd in zijn dorp gepest en getreiterd. Ze scholden hem uit voor ‘duivel’. Hij heeft klompvoetjes en ook zijn handen staan krom. Hij kon niet lopen, maar schoof op zijn billen rond. Zijn moeder was al vijf keer verhuisd, omdat het kind geen leven had, zo werd hij door zijn omgeving uitgekotst.”

VRIENDJES EN VRIENDINNETJES Mohammed was te oud voor een operatie aan zijn voeten, maar met aangepaste schoenen kan hij zich inmiddels goed redden. Erica: “Geweldig, dat Mohammed nu naar school kan. Hij heeft vriendjes en vriendinnetjes en wordt niet meer uitgescholden en gepest. Hij hoort er nu gewoon bij. Wat denk je dat dit voor zo’n jongetje betekent? Hij heeft opeens een toekomst. En voor zijn moeder! Die hoeft nooit meer met haar hele gezin op de vlucht. Het is echt een zegen voor deze kinderen als het Liliane Fonds zich over hen ontfermt.” <

Kom in actie, samen met Erica!

Help ook een kind met een handicap. STEUN HET LILIANE FONDS! Erica Terpstra is met hart en ziel verbonden aan het Liliane Fonds. Ze is trots op de wonderen die kunnen worden verricht, wanneer kinderen met een handicap uit hun isolement worden gehaald. Ieder nieuw kind, dat toegang krijgt tot fysiotherapie, medische zorg, (speciale) scholing, hulpmiddelen, persoonlijke aandacht van professionals is voor Erica een overduidelijke bevestiging: voor hen zet ik me graag in! Ze heeft met eigen ogen gezien hoe deze kinderen kunnen opbloeien, mee gaan doen met leeftijdgenootjes, en vriendjes en vriendinnetjes maken. Kom in actie, samen met Erica, en word donateur van het Liliane Fonds.

Pak uw mobiel en surf nu naar

WWW.LILIANEFONDS.NL of bel

0800 7800800 Ook met een eenmalige gift is het Liliane Fonds blij, want elke bijdrage kan voor de eerste stap zorgen op weg naar een nieuw wonder voor een hulpeloos kind in een ver ontwikkelingsland.in een ver ontwikkelingsland.

WACHTKAMER •

59


LEVEN MET DEMENTIE Een foto-actie van Alzheimer Nederland Beelden zeggen meer dan duizend woorden. Daarom startte Alzheimer Nederland een fotoactie. Het gaat niet om professionele portretten van beroepsfotografen, maar om alledaagse familiefoto’s gemaakt op dat ene moment van pure tederheid. Mensen met dementie, vastgelegd door diegenen, die dicht bij hen staan. Op de foto staat een vader, moeder, opa of oma met de (klein)kinderen, alleen, met zijn of haar partner, zo maar ergens op de dag. Intiem, liefdevol, kwetsbaar. De oproep was eenvoudig: “Heeft u een mooie foto van uw dierbare met

dementie?”. Dat leidde tot inzendingen van bijzonder hoge kwaliteit, soms gemaakt met een mobieltje, soms met een dure camera, maar altijd weer verrassend liefderijk. Dementie voorbij de woorden ‘ongeneeslijk’, ‘verlies van geestelijke vermogens’, ‘volledige afhankelijkheid’ of ‘je geliefden niet meer herkennen’. De beelden spreken hun eigen taal, zeggen alles. In deze Wachtkamer een kleine selectie van deze liefdevolle portretten.

INGESTUURD DOOR DANIELLE DE LA FUENTE INGESTUURD DOOR TON PIETERSE

60

• WACHTKAMER


INGESTUURD DOOR JEANNET VAN WOUDENBERG INGESTUURD DOOR MENNO DRENTH

INGESTUURD DOOR MONIQUE SMIT INGESTUURD DOOR YVONNE MIEDEMA WACHTKAMER •

61


10

SIGNALEN VAN DEMENTIE

Onderstaande signalen kunnen wijzen op dementie, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben. Raadpleeg daarom altijd uw huisarts.

3.

VERGISSINGEN MET TIJD EN PLAATS t welke Het is normaal als u even niet wee r bij Maa liep. dag het is of waar u naartoe ds stee dit eurt geb e enti beginnende dem der en min dt wor tijd van f bese Het r. vake vinden uren lijken soms minuten. Ook het r. ilijke moe dt wor weg van de u daar U vergeet soms waar u bent en hoe t. ben n gekome

1.

ID CHTIGHE VERGEETA symprkomende inforo o v st e e e em Een van d vergeten van nieuw rgeten et ve h t e is h : n e n ij m z to len enissen, dere signa matie. An rijke data of gebeurt ellen en st g van belan g telkens opnieuw of familie raa s v e e fj e d ri lf e b z k e ie d sp n a v zijn der hulp afhankelijk n die voorheen zon e voor ding thouden werden. on

6.

62

• WACHTKAMER

9.

ONRUST van dementie is Een van de symptomen of u telkens iets onrust. Daardoor lijkt het of iets anders moet zoekt, moet opruimen van onrust doen. Dit constante gevoel leidt vaak ook tot en de neiging te lopen slaapproblemen.

Journaal

7.

10.

VISUELE PROBLEMEN Voor sommige mensen problemen een symptoom zijn visuele van dementie. U krijgt problemen inschatten en het bij het lezen, afstand onderscheiden van kleur of contrast. Ook komt zichzelf niet herkent het voor dat u als u langs een spiegel loopt.

GEEN DROMEN MAAR DADEN: FREE A GIRL

8.

VERANDERINGEN IN GEDRAG EN KARAKTER

Het kan gebeuren dat karakter veranderen. uw gedrag en achterdochtig, depressiefDat u verward, of angstig wordt. Zonder duidelijke aanleiding wisselt uw stemming: het ene moment rustig en opeens verdrietig of kwaad. U kunt soms ook dingen doen die u anders nooit deed.

©2013 Alzheimer Nederland

Alle rechten voorbehouden. Alzheimer Nederland heeft deze tekst met grote zorgvuldigheid samengesteld. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden.

4.

“Willen jullie kinderen?,” is een vraag die mij en Wesley steevast wordt gevraagd in interviews. En niet alleen in interviews; ook mijn zussen vragen voortdurend wanneer ze nou eens tante worden! Ja, natuurlijk praten wij weleens over het stichten van een gezin. Dan dromen we over gekakel en gelach van kinderstemmen in huis. Dagjes naar het strand met het gezin. Onbezorgd voetballen, liedjes zingen, feestjes vieren… Maar tegelijkertijd denk je dan óók aan de verantwoordelijkheid die het opvoeden van kinderen met zich meebrengt. En aan de gevaren die zo’n kindje in de wereld kan tegenkomen. Want helaas komt dit nog veel te vaak voor. Zo worden miljoenen kwetsbare meisjes wereldwijd slachtoffer van mensenhandel en gedwongen tot prostitutie. Kun je het je voorstellen? Kleine, onschuldige meisjes die tot zoiets gruwelijks gedwongen worden? Vaak zijn de oorzaken

“KENT U DE SIGNALEN VAN DEMENTIE?” w w w.10 signalen.nl Dementie is een dodelijke hersenziekte waarbij de verstandelijke vermogens steeds verder achteruit gaan. Dementie gaat veel verder dan alleen vergeetachtigheid en is onvoorstelbaar ingrijpend. Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes, zoals de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en frontotemporale dementie. Kent u de 10 signalen van dementie? Vraag de gratis digitale brochure aan mét een test voor als u zich zorgen maakt. Voor meer info: scan de QR-code!

WACHTKAMER •

Alzheimer Nederland.indd 63

64

28-07-13 16:30

VAN KWIJTRAKEN EN LL U SP n leggen, vreemde plekke in de op n le ul sp nt e U ku n portemonne bijvoorbeeld ee ek in de oven. U raakt bo n koelkast of ee r achterhalen kunt niet mee . en ijt kw n le ul sp ten hebt waar u ze gela

5.

armoede en onwetendheid. Op zoek naar een betere toekomst zijn deze meisjes het ideale slachtoffer voor mensenhandelaren. Ze worden in de prostitutie gelokt met mooie praatjes en valse beloften van een huwelijk of een goed betaalde baan in de grote stad. In plaats daarvan worden ze verkocht aan bordelen en maken ze afschuwelijke dingen mee… Om hier tegen te vechten heb ik vijf jaar geleden samen met Arjan Erkel en Evelien Hölsken Stichting Free a Girl (voorheen Stop Kindermisbruik) opgericht, met als doel om meisjes uit de prostitutie te bevrijden en ze hierna een nieuw leven bieden: een veilige leefomgeving, hulpverlening, scholing. Of ze, als dat kan, terugbrengen naar hun moeder. Ja, Wes en ik dromen van een gezin en dat we onze toekomstige kinderen een veilig thuis kunnen bieden. En aan die wens zullen wij op een dag zeker gaan werken.

Maar op dit moment dromen we vooral van een veilig thuis voor al die miljoenen meisjes die in bordelen worden gedwongen tot prostitutie. Al die meisjes die niemand hebben die voor ze vecht, niemand die ze beschermt. En wat dat betreft blijft het zeker niet bij dromen. Want met Free a Girl maken we ons dagelijks hard om deze meisjes wereldwijd te bevrijden en om mensen bewuster te maken van het probleem. Maar dat kunnen we niet alleen en daarom deze hartenkreet: lieve papa’s en mama’s van Nederland en al die andere lieve mensen met het hart op de juiste plek: laten we samen dromen in daden omzetten. Stop kindermisbruik. Free a Girl. Bedankt! Liefs, Yolanthe PS: kijk voor meer informatie op www.freeagirl.nl.

• WACHTKAMER

Wachtkamer Journaal.indd 64

63

TAALPROBLEMEN Met dementie ka n het moeilijk zijn om een gesprek te vo lgen. U kunt midde n in een gesprek stopp en met praten en niet meer weten hoe u verder moet of het voorgaande herh alen. U kunt eenv oudige woorden vergeten en komt steeds m lijker op namen. Bi oeijvoorbeeld “waar is dat ding voor mijn ha ar?” als u naar ee n kam zoekt. Praten gaat ook minder vloeie nd.

2.

PROBLEMEN MET DAGELIJKSE HANDELINGEN Gewone dingen ga Denk aan hobby’s an steeds moeilijker. en de financiën re gelen. Ook zaken die ge pland moeten wor den of in een bepaald e volgorde uitgev oerd, leveren problemen op. Zoals of een maaltijd be koffie zetten reiden.

SLECHT BEOORDELINGSVERMOGEN

Bij dementie wordt het steeds lastiger situaties in te schatten om u kunt aanbiedingen en keuzes te maken. grote sommen geld slecht inschatten en uitgeven. Ook bij het doen van boodschappen kunt u teveel kopen of spullen kopen die niet nodig zijn.

TERUGTREKKEN UIT SOCIALE ACTIVITEITEN bij hobby’s U kunt problemen ondervinden van gesprekken. en sport en het voeren en onderneemt U trekt zich vaker terug Ook kunt u urenminder dan voorheen. en veel langer lang voor de televisie zitten een buitenVoor slapen dan gewoonlijk. of gebrek aan intestaander lijkt het luiheid faalangst. Als u resse. Maar het is een soort fout doen. niets niets doet, kunt u ook

28-07-13 16:12


6.

SLECHT BEOORD ELINGSVERMOGEN Bij dementie wordt situaties in te scha het steeds lastiger om tten u kunt aanbiedinge en keuzes te maken. n slecht inschatte n en grote sommen ge ld uitgeven. Ook bij het doen van boodsc happen kunt u te veel kopen of spullen kopen die niet no dig zijn.

CIALE TERUGTREKKEN UIT SO N ITE ITE TIV AC y’s n ondervinden bij hobb me ble U kunt pro . en ekk spr ge van n en sport en het voere emt rne de on en ug ter er U trekt zich vak Ook kunt u urenminder dan voorheen. en en veel langer zitt lang voor de televisie Voor een buitenslapen dan gewoonlijk. of gebrek aan intestaander lijkt het luiheid rt faalangst. Als u soo een resse. Maar het is niets fout doen. niets doet, kunt u ook

9.

ONRUST van dementie is Een van de symptomen t of u telkens iets onrust. Daardoor lijkt he s anders moet iet of n zoekt, moet opruime el van onrust vo ge nte sta con doen. Dit t vaak ook tot leid en de neiging te lopen n. me ble pro slaap

7.

8.

VERANDERINGE N IN GEDRAG EN KARAKTER Het kan gebeuren dat uw gedrag en karakter verander en . Dat u verward, achterdochtig, de pressief of angstig wor Zonder duidelijke aanleiding wisselt dt. uw stemming: het en e moment rustig en opeens verdrietig of kwaad. U kunt soms ook dingen doen die u anders nooi t deed.

©2013 Alzheimer Nederland

Alle rechten voorbehouden. Alzheimer Nederland heeft deze tekst met grote zorgvuldigheid samengesteld. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden.

10.

VISUELE PROBLEM EN Voor sommige m en se n zij n vis uele problemen een sy mpt U krijgt problemen oom van dementie. inschatten en het bij het lezen, afstand onderscheiden va n kleur of contrast. Ook kom zichzelf niet herken t het voor dat u t als u langs een spiegel loopt.

“KENT U DE SIGNALEN VAN DEMENTIE?” w w w.10 signalen.nl Dementie is een dodelijke hersenziekte waarbij de verstandelijke vermogens steeds verder achteruit gaan. Dementie gaat veel verder dan alleen vergeetachtigheid en is onvoorstelbaar ingrijpend. Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes, zoals de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en frontotemporale dementie. Kent u de 10 signalen van dementie? Vraag de gratis digitale brochure aan mét een test voor als u zich zorgen maakt. Voor meer info: scan de QR-code!

WACHTKAMER •

63


al Journa

GEEN DROMEN MAAR DADEN: FREE A GIRL “Willen jullie kinderen?,” is een vraag die mij en Wesley steevast wordt gevraagd in interviews. En niet alleen in interviews; ook mijn zussen vragen voortdurend wanneer ze nou eens tante worden! Ja, natuurlijk praten wij weleens over het stichten van een gezin. Dan dromen we over gekakel en gelach van kinderstemmen in huis. Dagjes naar het strand met het gezin. Onbezorgd voetballen, liedjes zingen, feestjes vieren… Maar tegelijkertijd denk je dan óók aan de verantwoordelijkheid die het opvoeden van kinderen met zich meebrengt. En aan de gevaren die zo’n kindje in de wereld kan tegenkomen. Want helaas komt dit nog veel te vaak voor. Zo worden miljoenen kwetsbare meisjes wereldwijd slachtoffer van mensenhandel en gedwongen tot prostitutie. Kun je het je voorstellen? Kleine, onschuldige meisjes die tot zoiets gruwelijks gedwongen worden? Vaak zijn de oorzaken

64

• WACHTKAMER

armoede en onwetendheid. Op zoek naar een betere toekomst zijn deze meisjes het ideale slachtoffer voor mensenhandelaren. Ze worden in de prostitutie gelokt met mooie praatjes en valse beloften van een huwelijk of een goed betaalde baan in de grote stad. In plaats daarvan worden ze verkocht aan bordelen en maken ze afschuwelijke dingen mee… Om hier tegen te vechten heb ik vijf jaar geleden samen met Arjan Erkel en Evelien Hölsken Stichting Free a Girl (voorheen Stop Kindermisbruik) opgericht, met als doel om meisjes uit de prostitutie te bevrijden en ze hierna een nieuw leven bieden: een veilige leefomgeving, hulpverlening, scholing. Of ze, als dat kan, terugbrengen naar hun moeder. Ja, Wes en ik dromen van een gezin en dat we onze toekomstige kinderen een veilig thuis kunnen bieden. En aan die wens zullen wij op een dag zeker gaan werken.

Maar op dit moment dromen we vooral van een veilig thuis voor al die miljoenen meisjes die in bordelen worden gedwongen tot prostitutie. Al die meisjes die niemand hebben die voor ze vecht, niemand die ze beschermt. En wat dat betreft blijft het zeker niet bij dromen. Want met Free a Girl maken we ons dagelijks hard om deze meisjes wereldwijd te bevrijden en om mensen bewuster te maken van het probleem. Maar dat kunnen we niet alleen en daarom deze hartenkreet: lieve papa’s en mama’s van Nederland en al die andere lieve mensen met het hart op de juiste plek: laten we samen dromen in daden omzetten. Stop kindermisbruik. Free a Girl. Bedankt! Liefs, Yolanthe PS: kijk voor meer informatie op www.freeagirl.nl.


h

Sponsortocht voor onderzoek naar erfelijke factoren dementie

Ook voor Alzheimer wordt gefietst! In het weekeinde van 14 en 15 september wordt voor de tweede achtereenvolgende maal de vierhonderd kilometer lange non-stop tandemtocht ‘2bike4alzheimer’ georganiseerd. De opbrengst van deze sponsorrit wordt besteed aan onderzoek naar de oorzaken van Alzheimer op jonge leeftijd. Initiatiefneemster Gerda van Ginneken hoopt op meer van dit soort acties. Haar vader overleed aan Alzheimer in 2008 en ook door haar werk in de verzorging kreeg ze met de ziekte te maken. Dus weet Gerda van Ginneken (55) uit Zwijndrecht heel goed waar ze het voor doet. “Mijn vader en moeder hebben het, hoe bizar dat ook klinkt, nooit over zijn ziekte gehad. Zelfs toen hij moest worden opgenomen is het woord Alzheimer nooit gevallen, zo groot was blijkbaar het taboe. Met onze actie willen we niet alleen geld ophalen, maar de ziekte ook breed onder de aandacht brengen. Want Alzheimer wekt nog steeds veel te veel misverstanden op,” aldus Gerda. Ze vertelt hoe haar familie bijna niet meer bij haar vader op bezoek kwam in de laatste fase van zijn ziekte. “Omdat hij nauwelijks reageerde op je aanwezigheid, dacht iedereen dat het hem toch niet uitmaakte. Maar als je je best deed om hem erbij te betrekken merkte je wel degelijk dat hij het fijn vond als er bezoek was.” Na het overlijden van haar vader werd Gerda actief als vrijwilliger bij Alzheimer Nederland. Van daaruit bedacht ze met haar man John een non-stop tandemtocht dwars door Nederland.

OPBRENGST GAAT NAAR ONDERZOEK

Het geld dat met 2bike4alzheimer wordt opgehaald wordt volledig besteed aan genetisch onderzoek naar erfelijke factoren die Alzheimer op jonge leeftijd veroorzaken. Die vorm komt bij vijf procent van de mensen met dementie voor. Het onderzoek is een samenwerkingsproject tussen het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en de Vrije Universiteit Medisch Centrum in Amsterdam en kost €250.000,-.

De tocht 2bike4alzheimer gaat zaterdagmiddag 14 september, in het weekend voorafgaand aan de Wereld Alzheimerdag, van start in Alkmaar. De finishplaats is Amersfoort, gekozen omdat Alzheimer Nederland daar is gevestigd. De vierhonderd kilometer wordt non-stop afgelegd, dus ’s nachts wordt er gewoon doorgereden. Per tandem kunnen twee of drie koppels van twee rijders elkaar onderweg op de diverse stempelplaatsen afwisselen. Elk team wordt gevraagd €3.000,- aan sponsorgelden te verzamelen, “maar,” zegt Gerda, “we willen de drempel ook niet te hoog leggen, dus voor €100,- per teamlid kun je je ook al inschrijven.” De teams doen er zelf alles aan om met behulp van eigen actiesites zoveel mogelijk geld in te zamelen. Gerda: “Zo heeft er een team van een grote zorginstelling 24 uur op hometrainers gefietst om de €3.000,- bij elkaar te krijgen. Bijna alle deelnemers hebben een eigen actiesite, waarop ze vertellen waarom ze meedoen, wat ze gedaan hebben om het sponsorgeld bijeen te krijgen en hoeveel ze al in de pot hebben. Vorig jaar haalden we meer dan €46.000,- op. Dit jaar gaan we daar zeker overheen. Fantastisch toch?” <

LAAT JE INSPIREREN EN BEDENK EEN LUDIEKE ACTIE! Laat je inspireren en bedenk een ludieke actie! Kijk op de speciale actiesite www.actievooralzheimer.nl. Via deze site kunt u ook uw contacten gemakkelijk benaderen en veilig uw sponsorbijdragen innen. Heeft u geen tijd om iets te organiseren, zet dan de speciale giftbox neer bij jubilea, verjaardagen of uitvaarten. Te bestellen bij Esther van Rossum door te mailen naar e.vanrossum@alzheimer-nederland.nl. Meer informatie over Alzheimer Nederland leest u op www.alzheimer-nederland.nl. Scan de code en u komt direct op onze website terecht.

WACHTKAMER •

65


1 . NIEZENDE AAP

al Journa

GEEN TREK IN BIOBRANDSTOF

Op nummer 1 staat de niezende aap Rhinopithecus strykeri uit Myanmar. Hij is zwaar beschermd en dankt zijn naam aan het feit dat hij niest als het regent.

2 . NACHT-BLOEIENDE ORCHIDEE Van de 25.000 bekende orchideeën is deze orchidee uit Papoea-Nieuw-Guinea met de naam Bulbophyllum nocturnum de enige die ’s nachts bloeit. Rond 22.00 uur gaan de bloemen open en vroeg in de ochtend sluiten ze weer.

&

Nieuwe Dieren Planten Top 5 Enkele tientallen jaren geleden werd biobrandstof gepresenteerd als dé oplossing voor het steeds dreigender tekort aan fossiele brandstoffen. Momenteel tanken wij 4% biobrandstof en de Nederlandse overheid wil dat percentage in 2020 verhoogd zien tot 10%. Oxfam/Novib trekt aan de bel, want biobrandstof leidt tot honger! Op de landbouwgrond die momenteel wordt gebruikt om Europese auto’s te voorzien van biobrandstof, kan genoeg graan en maïs worden verbouwd om 127 miljoen mensen te voeden. Verhoogde vraag naar biobrandstof leidt ook tot hogere voedselprijzen, omdat landbouwgrond voor bijvoorbeeld graan en maïs schaarser zal worden en dus duurder. Multinationals in derde wereld landen eisen of stelen de grond van arme boeren om lucratieve gewassen voor biobrandstof te kunnen verbouwen. En last but not least: sommige biobrandstoffen zijn slechter voor het klimaat dan fossiele brandstoffen als olie en gas. Voedsel in de tank gooien is het slechtste idee ooit, vindt Oxfam Novib. De organisatie daagt het Nederlandse kabinet dan ook uit om de belangen van de allerarmsten en het klimaat voorop te zetten. Ben je het eens met Oxfam/Novib kijk dan snel hoe jij in actie kunt komen op www.biobrandstof.nu! ◆

66

• WACHTKAMER

Taxonomen ontdekken en beschrijven telkens weer nieuwe diersoorten. Om het werk van deze wetenschappers onder de aandacht te brengen wordt elk jaar een lijstje van de meest bijzondere nieuwe dier- en plantsoorten samengesteld.

3

. SPONGEBOB SQUAREPANTS-PADDESTOEL

4 . LOPENDE CACTUS

Deze wormachtige uitgestorven soort uit China lijkt meer op een lopende cactus dan een dier. Wetenschappers vonden de soort als fossiel van 520 miljoen jaar oud. Hij is de voorouder van de insectachtigen en heeft de wetenschappelijke naam Diania cactiformis.

Deze paddenstoel uit Borneo lijkt meer op een spons dan een paddenstoel. Vandaar dat zijn wetenschappelijke naam, Spongiforma squarepantsii, afstamt van de tekenfilmfiguur Spongebob.

5 . SAZIMA’S VOGELSPIN

Deze prachtige blauwe en behaarde vogelspin komt uit Brazilië. De spin met de wetenschappelijke naam Pterinopelma sazimai leeft daar in de bergen.


h

Het ongelooflijke verhaal van de blinde topatleet Henry Wayoike uit Kenia

DOORZETTINGSVERMOGEN Soms zijn verhalen zo onwaarschijnlijk dat je ze bijna niet kunt geloven. Bijvoorbeeld het verhaal over het bijzondere leven van de blinde topatleet Henry Wanyoike (1974) uit Kenia.

Henry verschijnt in het jaar 2000 als een volstrekte onbekende aan de start van de Paralympics in Sydney. Niemand heeft ooit van deze kerel gehoord en hij wordt zo’n beetje overgeslagen bij de voorstelronde in het stadion. De gids die hem zal begeleiden, deed op een haar na mee aan de Olympische Spelen voor ziende sporters en staat nu naast hem met in het achterhoofd een beetje de gedachte: ‘Hoe hard kan zo’n blinde nou helemaal gaan? Zo’n vaart zal het allemaal wel niet lopen.’ Dat heeft hij fout gedacht, want het gaat heel hard, zo blijkt als ze met z’n tweeën het hele deelnemersveld twee keer ‘lappen’. De gids stort rochelend ter aarde, meer dood dan levend. Henry -de blinde atleet - trekt, sleept en draagt hem naar de finish. Goud! Zelfs Arnold Schwarzenegger is sprakeloos als hij zojuist de race van een onbekende atleet uit Kenia heeft gezien: “Wat een prestatie! Van een nobody naar een held!”

BLIND Toen Henry 21 jaar oud was, werd hij plotseling blind als gevolg van een beroerte. Daarna ging hij emotioneel door een diep dal. Het leven had voor hem geen enkele zin meer. Dankzij de begeleiding van LIGHT FOR THE WORLD kreeg hij weer hoop. Hij leerde hoe hij met zijn handicap kon omgaan en startte een eigen bedrijf. Ook pakte hij zijn oude hobby weer op: hardlopen. En met succes! Hij won talloze wedstrijden en heeft drie wereldrecords op zijn naam staan. Henry bewijst dat leven met een beperking geen belemmering hoeft te zijn om topprestaties te leveren. Zijn doorzettingsvermogen is

een inspiratiebron voor velen en hij is een veelgevraagd spreker op basisscholen in Kenia.

BOEK Het bijzondere levensverhaal van Henry is beschreven in het boek ‘Mijn lange loop naar het licht’. Het is voor € 14,95 te bestellen via de website van LIGHT FOR THE WORLD. <

Henry Wanyoike is ambassadeur van LIGHT FOR THE WORLD. Deze stichting helpt blinden en slechtzienden in Afrika en Azië. Maar liefst 75% van alle blindheid in de wereld is onnodig! Vroegtijdige opsporing en behandeling van oogproblemen helpen mee om blindheid te voorkomen. Daarnaast wordt de leefsituatie van blinden en slechtzienden verbeterd via aangepast onderwijs, vaktrainingen, revalidatie en het verstrekken van hulpmiddelen. Meer informatie: www.lightfortheworld.nl.

WACHTKAMER •

67


Dagboek Sander de Kramer

Door Sander de Kramer Foto’s: Gideon van Aartsen

68

• WACHTKAMER


Op reis door het natuurrampgebied van de Filippijnen Elk jaar vertrekt Sander de Kramer voor zijn tv-serie Reisadvies Negatief naar bestemmingen, waar je als toerist niet naartoe wil of kan reizen. Dit seizoen bezocht hij een door natuurrampen geplaagd eiland op de Filippijnen. Tijdens dit avontuur hield Sander voor De Wachtkamer een dagboek bij.

WACHTKAMER •

69


DAG 1 – HANDJES SCHUDDEN Om bij de misschien wel allerarmste mensen van de wereld te komen moet je eerst een stevig stukje reizen, zo’n 11.000 kilometer! Mijn superlekkere hoofdkussen - uit m’n eigen Rotterdamse bedje! - en ik zijn samen in het vliegtuig gestapt. We doen er anderhalve dag over om de boeren en vissers van Calabanga, op het Filippijnse schiereiland Bicol, te bereiken. Vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, tyfoons en overstromingen; de mensen van Calabanga krijgen elk jaar een hele zwik natuurrampen over zich heen, niet te filmen! Toeristen durven er nauwelijks nog te komen. Maar de lokale bewoners hebben geen keuze. Door hun bittere armoe kunnen ze geen kant op. Regelmatig verliezen ze familieleden, hun huis of oogst aan het onbarmhartige natuurgeweld. Gelukkig krijgen ze tegenwoordig hulp vanuit Nederland. In Reisadvies Negatief laat ik zien van wie en hoe. Na een nachtje slapen in Manilla kom ik ’s middags rond een uur of één met mijn camerateam aan op het vliegveldje van Naga City. Het tyfoonseizoen is net begonnen, maar voorlopig lijkt er nog geen wolkje aan de lucht; een strakblauw tropenhemeltje. Op de agenda staat eerst: handjes schudden. Je kan in zo’n streek met een hechte katholieke gemeenschap, waar iedereen elkaar kent, niet zo maar alles filmen. Je moet eerst vriendjes maken. In het gemeentehuis van het negen kilometer verderop gelegen Calabanga worden we opgewacht door burgemeester Eddie Severo en het voltallige gemeentebestuur. We krijgen tot

70

• WACHTKAMER

Het jonge groen in de oceaan betreft nieuw aangeplante mangrovewouden. Alle oorspronkelijke mangrovebossen, kraamkamers voor jonge vis en zeedieren, maar ook een natuurlijke vloedkering tijdens het tyfoonseizoen, werden gekapt voor de aanleg van nu verlaten garnalenkwekerijen. onze verrassing een soort heldenwelkom. In de vergaderzaal zijn kleurrijke spandoeken opgehangen, waarop levensgroot onze namen prijken. Net filmposters! Later ontdek ik waarom ze zo blij zijn met onze komst. Calabanga heeft veel ellende achter de rug en wij worden niet beschouwd als KRO-tv-ploeg, maar als medewerkers van CARE Nederland, de Hollandse redders in nood met wie we hier op pad gan. Ontwikkelingsorganisatie CARE helpt de bevolking en de lokale

overheid van Calabanga bij het zo beperkt mogelijk houden van de schade en ‘t aantal slachtoffers tijdens al die onvermijdelijke natuurrampen.

DAG 2 – DANSEN OP DE VULKAAN Na alle officiële toespraken en de nodige uitleg over de problemen van Calabanga, gisteren op het gemeentehuis, popel ik vandaag van verlangen om aan mijn eerste


Op een quad naar de rokende krater van de vulkaan?

avontuur te beginnen. Ik mag vanmiddag de Mayon vulkaan op. In ons hotelletje in Naga City vonden we een folder: Met een stoere quadscooter rijd je over de ruige lavahelling naar de rand van de rokende krater. Spannend! En daar zal ik dan ook mijn 27-jarige Filippijnse gids ontmoeten; Xyla, een lokale CARE-medewerkster en rijstplantersdochter. Ze heeft de liefste lach van de wereld, is mij beloofd. Ik zie het al helemaal voor me: Xyla en ik, dansen op de vulkaan! Tijdens de tweeënhalf uur durende rit naar de Mayon verschijnen ook de eerste wolken aan de hemel. Ze pakken zich al

snel samen tot een steeds onheilspellender ogende onweerslucht. En uit de vulkaan stijgt witte rook op. Wanneer we dichterbij komen ruiken we de zware zwaveldampen. Gearriveerd bij het scooterverhuurbedrijf, naast een ingestorte brug die het begaf bij de overstromingen van vorig jaar, zien we tientallen knalgele quads. In lange rijen geparkeerd, dik onder het stof en achter een hermetisch gesloten hek. Verder geen hond te bekennen! Even later begrijpen we waarom. Afgelopen mei tuften hier drie Duitse vakantiegangers ook de vulkaan op, samen met een gids van het scooterbedrijf.

Aan de rand van de krater ging het mis. Opeens spoog de Mayon woest grommend vuur en brokken steen uit. Alle vier, Duitsers en gids, morsdood. Levend gebraden! Vandaar dat de vulkaan nu tot ‘no go area’ is verklaard en de scooterverhuur voorlopig stil ligt. In ons hotelletje had niemand ons hier iets over gezegd, Filippijnen jagen niet graag toeristen weg. En dus doe ik de ontmoetingsscene met Xyla niet bij de krater, maar aan de voet van de vuurspuwende griezel. Naast een eeuwenoud kerkje, waarvan alleen het torentje nog overeind staat. Het werd al meer dan een eeuw geleden tijdens een uitbarsting verwoest. Alleen het houten Jezusbeeld bleef ongedeerd. Terwijl het begint te bliksemen en donderen vertellen Xyla en ik dat niet alleen de erupties voor gevaar zorgen, tijdens het tyfoonseizoen fungeert de vulkaan ook als reuzenglijbaan voor enorme hoeveelheden blubber en regenwater. De Bicolrivier kan dat allemaal niet aan, treedt buiten haar oevers en honderden boerengehuchtjes worden overvallen door alles opslokkende overstromingen. Het verwoestende water komt trouwens van twee kanten, want ook vanuit de oceaan jagen de wervelwinden mini tsunami’s het land op. Die rollen vooral over de vissersdorpen. Maar soms treffen ze ook de meer landinwaarts gelegen gemeenschappen van rijst- en graanboeren. Die zitten dan tijdens de tyfoons gevangen tussen het zoete woeste water van de Mayon en het zilte woeste water van de oceaan. Wanneer we terugrijden naar ons hotelletje barst de wolkbreuk los. Palmbomen zwiepen heen en weer, enorme plensbuien zetten in > WACHTKAMER •

71


no time de hele omgeving onder water. Maar een echte tyfoon is het niet. Gelukkig maar, want deze ouwe Dibbes uit Rotjeknor is geen geboren storm chaser!

DAG 3 – DE KRAMERBOOMPJES EN EEN AARDBEVINGSALARM Vanochtend staat de zon weer schaterlachend aan de hemel, alsof hier nooit iets aan de hand is. We rijden naar de visserswijk Cagsao, waar een bangka voor me klaarligt. Een echte Filippijnse “kano met zijspan”, houten drijvers aan weerskanten die de boot beter in balans houden. Een outrigger noemen ze zo’n ding in het Engels. Xyla en ik gaan het water op met Leopoldo Eleria, een 35-jarige visser die tot twee keer toe zijn gehele hebben en houwen aan de oceaan verloor. Hij raakte ook zijn vrouw kwijt en zorgt nu in zijn eentje voor zijn zoon en dochter. Na het tyfoonseizoen van 2012 bezat Leopoldo helemaal niets meer, geen huis, geen boot of vissersnetten. Hij was niet meer in staat zijn kinderen te eten te geven, omdat hij zonder boot of netten niet meer kon werken. Chronische ondervoeding tengevolge van armoede is een probleem waar veel kinderen aan lijden en uiteindelijk zelfs aan overlijden, hier op het Bicol-schiereiland. “Twee maanden lang moest ik bij andere mensen om voedsel bedelen,” vertelt Leopoldo niet zonder schaamte. “Ik kon ook nergens geld lenen. Want wanneer je zo arm bent als ik wijzen alle banken je af. Soms kun je terecht bij een money lender, een woekeraar, maar dat soort mensen vraagt enorme rentes en ze zijn zeer gevaarlijk als je niet in staat bent ze op tijd terug te betalen.” Leopoldo werd uiteindelijk gered door CARE. De organisatie verstrekt tegenwoordig netten en landbouwwerktuigen, op afbetaling en tegen uiterst lage rente, aan vissers of boeren die door natuurrampen alles zijn kwijtgeraakt. Opdat ze dan in elk geval weer aan broodwinning kunnen doen. De betaalde rente wordt gebruikt om nog meer netten en gereedschap aan te kopen, zodat zoveel mogelijk mensen kunnen worden geholpen. Vandaag vist Leopoldo op krab. Arme Xyla kan niet zwemmen, zij blijft achter op de grote kano. Maar Leopoldo en ik springen de oceaan in. We zwemmen naar een vriend van Leopoldo. Hij zit in een klein bootje dat langs houten kooien vaart, die op de bodem van de oceaan zijn uitgezet. We klimmen aan boord en vervolgens haalt Leopoldo de kooien stuk voor stuk omhoog. In de ene zit een vette krab,in de andere niets. Onze visser schudt zijn hoofd: “Vroeger vingen we

Sander de Kramer en de medewerkers van CARE planten jonge mangroveboompjes. Als die groot zijn zullen jonge krabben zich tussen de wortels verschuilen en kan visser Leopoldo weer rekenen op betere vangsten. wij zwarte tijgergarnalen voor de Japanse markt zouden gaan kweken. Om de garnalenkwekerijen op te zetten moesten we de mangrovewouden langs onze kust kappen, de kraamkamers van alle vis en zeedieren. Hun baby’s schuilen tussen de wortels van de mangroven, die in het zoute water staan. Roofvissen of wij, de vissers, kunnen niet tussen de mangrovewortels komen, dus al dat kleine spul is daar veilig. Om de garnalen in leven te houden moesten we veel antibiotica in het voer stoppen. Uiteindelijk werd de garnalenoogst daardoor te ongezond voor menselijke consumptie. Ook klaagden de Japanners over de slechte hygiëne in onze kwekerijen. Zij stopten de import en wij bleven met lege handen achter, de garnalenkwekerijen liggen er nu verlaten bij. En niet alleen de visstand was door dit alles enorm achteruit gelopen; de mangrovebossen waren ook de natuurlijke golfbrekers, die ons in het tyfoonseizoen tegen overstro-

Krabben vangen met tyfoonslachtoffer Leopoldo Eleria veel meer krabben, vis, garnalen en schelpdieren. Het is de schuld van de Japanners, die hebben ons gouden bergen beloofd. Zij zouden ons uit de armoede verlossen, als

72

• WACHTKAMER

mingen beschermden. Nu hebben de golven tijdens de wervelwinden vrij spel en worden onze huizen keer op keer door de oceaan meegenomen.” Ook hier is CARE de bevolking van Calabanga te hulp geschoten. In samenwerking met de lokale overheid zorgde CARE voor ‘no fishing zones’: met drijvende boeien gemarkeerde stukken oceaan die niet meer bevist mogen worden, opdat jonge vis en zeedieren hier rustig kunnen uitgroeien. Een speciale controleboot, bemand met lokale vissers, houdt de concullega’s in de gaten. Verder financiert CARE Nederland de aanschaf van jonge mangroveboompjes, die nu door de vissersgemeenschap zelf worden aangeplant. Ik spreek met Leopoldo af dat ik morgen een dagje mee kom planten, in de hoop dat alle De Kramer-boompjes straks echte reuzen worden die de kust weer een stuk veiliger maken, zowel voor de vissers als voor alles wat in zee leeft. Zelf volg ik een opleiding tot duikinstructeur, ik weet hoe mooi de onderwaterwereld bij de Filippijnen is. Je moet er niet aan denken dat daar al het onderwaterleven langs de kust verdwijnt, alleen maar omdat er geen mangroven meer zijn! Een probleem dat ook nog steeds speelt zijn de ‘fish cages’,


in de oceaan drijvende viskwekerijen. Om de jonge vis snel op te fokken en in leven te houden worden in deze viskooien chemische middelen en antiobiotica gebruikt, die ook al het andere leven in de oceaan langs de kust vergiftigen. De kooien zijn meestal het eigendom van rijke en machtige dorpelingen, tegen wie de simpele vissers niets durven ondernemen. CARE heeft haar zorgen hierover uitgesproken, wat de organisatie op de nodige bedreigingen kwam te staan. Toch wordt het lobbywerk bij de lokale overheid tegen de sterk vervuilende fish cages voorzichtig voortgezet. Na mijn karige vegetarische lunch (de Filippijnen is een land van echte vis- en vleeseters) bezoek ik de lagere school van Cagsoa, waar ik plotsklaps terechtkom in een aardbevingsoefening. Ik wist niet wat er ging gebeuren, ze vertellen mij ook nooit wat! Ik zit rustig met een meisje in de klas mijn eerste Filippijnse woordjes te oefenen als er opeens een alarmsignaal klinkt. De hele klas duikt onder de banken, handjes gevouwen op het hoofd. En een minuutje nadat het alarm is gestopt loop ik met de leerlingen, snel maar gedisciplineerd, het lokaaltje uit. We moeten ons buiten op het grote grasveld verzamelen, waar alle

koppen worden geteld. Ik zie kinderen met brancards sjouwen, gewonden verzorgen. Fantastisch, dat ze dat allemaal leren! De oefening, die erop is gericht zoveel mogelijk kinderlevens te redden wanneer de eerstvolgende echte aardbeving zich aandient, is ook een van de risico reducerende activiteiten van CARE.

DAG 4 - TYFOONEVACUATIE Ik bezoek mijn vriend Leopoldo thuis en maak kennis met zijn kinderen. Zijn zoon

wil ook visser worden, Leopoldo leert hem netten boeten. Het gezin woont in een rieten huis met een dak van golfplaat. Leopoldo’s buurvrouw is een tanig, tachtigjarig omaatje, driftig in de weer met het scherp slijpen van een enorm kapmes op een boomstronk. Ze woont helemaal alleen in haar piepkleine hutje van takken en stro. Een wonder dat ze al zoveel overstromingen heeft overleefd, denk ik bij mezelf. Even later bevind ik me met Xyla, Leopoldo en enkele andere > vissers op ‘de Filippijnse wadden’. Het is WACHTKAMER •

73


‘Voor ik het weet zit ik in een noodevacuatie en ben ik kinderen aan het redden!’

laag water en we planten frisgroene, jonge mangroveboompjes. Ik ben er trots op! In de middag varen we met een bangka naar het eilandje Punta Tarawal, ook een wijk of barangay van het uitgestrekte Calabanga. Ik ontmoet de 73-jarige Ernesta Bungcay, die verhaalt over een tyfoon die aan acht dorpelingen, waaronder haar man, het leven kostte. Ze heeft nog maar één foto van hem. Die toont ze aan haar achtjarige kleinzoon, Vicente. Vicente’s moeder is ook dood, zij stierf op haar 36ste, tijdens zijn geboorte. Armoede en ondervoeding zorgen op dit stukje Filippijnen voor veel onnodige sterfgevallen. Vicente wordt nu door zijn oma grootgebracht. Ze vertelt hem dat er vroeger geen tyfoonwaarschuwingen waren, tegenwoordig is dat wel het geval. De wervelwinden kwamen altijd onverwacht, mensen bonden zich dan snel met touwen aan de palmbomen vast om niet te worden meegezogen door de storm. Of te worden meegesleurd door de golven. Het klinkt

74

• WACHTKAMER

misschien gek, maar van de meeste vissersfamilies kan vrijwel niemand zwemmen. “Ik kon mezelf nog aan een boom binden, maar je opa is tijdens de tyfoon verdronken, Vicente”, vertelt oma Ernesta. Wanneer ik even later met Vicente en wat andere kinderen op het dorpsschoolpleintje een potje basketball speel, volkssport nummer één op de Filippijnen, gaat het tyfoonalarm af. De bal valt dood neer, de kinderen rennen van het plein. Ik zie hoe opa’s, oma’s, vaders en moeders met hun kroost en zelfs hier en daar een hondje in de armen uit hun huizen komen en naar het strand lopen, waar de boten liggen. “We moeten van het eiland af, de boten in, naar het vaste land!”, roepen de mensen tegen me. En voor ik het weet zit ik in een noodevacuatie. Eenmaal op de boot pak ik het ene na het andere kind aan. Als die kleintjes maar veilig zijn! Vervolgens gaat het in scheepskonvooi naar de overkant, waar inmiddels een aantal open vrachtwagens klaarstaat om de eilandbewoners

direct naar de storm shelters te brengen. Ook de tijdige tyfoonalarmering en dit soort noodevacuaties is nieuw voor Calabanga, opgezet door CARE.

DAG 5 Overal op de Filippijnen rijden schitterende zilverkleurige bussen en taxi’s rond, die het uiterlijk van een omgebouwde Jeep hebben. Ze zijn vaak met felle kleuren beschilderd en staan vol katholieke spreuken, gebeden en wijsheden, die de reizigers moeten beschermen. Vandaag rijd ik met zo’n Jeep mee naar Barangay Dominorog, een gehucht met enkele boerenfamilies. Ik moet straks met mijn blote poten de klei in, letterlijk. Xyla gaat me leren rijst planten! Ze neemt me mee naar Romilo Satiguel en diens vrouw Silvacion. Beiden 46 jaar, ze hebben zes kinderen. De Satiguels verloren, evenals Leopoldo, tweemaal hun huis en al hun bezittingen in het tyfoonseizoen. Zij zaten simpelweg in de val, toen het zoute water


om voor de ploeg te lopen. Het omploegen van het land ging erg langzaam. CARE heeft ons een handtractor verstrekt, die we in termijnen mogen afbetalen. Nu gaat het ploegen niet alleen veel sneller, we kunnen ook een groter stuk land bewerken. Doordat we de jonge rijst eerder kunnen aanplanten kunnen we ook de oogst eerder binnenhalen, voordat het tyfoonseizoen begint. Voorheen was de rijst vaak te laat gerijpt en verrotte het op het land bij de eerste overstromingen. Omdat alles veel gemakkelijker en sneller gaat hebben mijn man en ik naast ons rijstveld nu ook een Nipa plantage kunnen opzetten. We maken en verkopen de shingles op de markt en hebben er dus een extra inkomen bij. We houden voor het eerst van ons leven wat geld over.” Na het gesprekje met mama Satiguel is het dan zo ver. Ik moet op blote voetjes de van de oceaan en het zoete water van de vulkaanhelling gewelddadig opeen botsten. “Mijn kinderen zijn meer dan eens ondervoed geweest doordat wij geen inkomen meer hadden, omdat ook onze oogst verloren was gegaan. Gelukkig is geen van onze kinderen eraan overleden, bij onze buren is dat wel gebeurd.” Aan het verlies van een huis valt weinig te doen. De boerenwoningen worden dan ook van eenvoudige materialen gebouwd en zijn, als je ook maar een klein beetje geld hebt, bij verlies weer redelijk gemakkelijk te vervangen. Ze bestaan uit houten palen, omkleed met nipa shingles. Nipa is een soort palmblad. De palmbladeren worden aaneengeregen en aan verbindingsstukken bevestigd. Maar hoe kom je aan geld, wanneer je telkens je oogst verliest? Silvacion Satiguel legt me uit hoe zij en haar familie door CARE werden geholpen: “Vroeger konden we niet snel genoeg oogsten. We waren afhankelijk van onze karbouw, de buffel die je gebruikt

UITZENDINGEN REISADVIES NEGATIEF Reisadvies Negatief FILIPPIJNEN Zondag 11 augustus, 19.25 uur Nederland 3 Jaarlijks wordt het schiereiland Bicol getroffen door tyfoons, overstromingen, vulkaanuitbarstingen of aardbevingen. De bewoners, straatarme vissers en boeren, kunnen geen kant op. CARE Nederland helpt en Sander laat zien hoe. Reisadvies Negatief CAMBODJA Zondag 18 augustus, 19.25 uur, Nederland 3 Sander reist met acteur Huub Stapel naar de lepradorpen van Cambodja. De ziekte lijkt bezig aan een opmars in de moeilijk bereikbare jungle- en plattelandsdorpen. Stapel is ambassadeur van de Nederlandse Leprastichting, die lepra in Cambodja probeert te bestrijden.

blubber in. Romilo leert me ploegen met de handtractor, een zware klus voor mij want ik heb de conditie van een wijkagent! Xyla geeft me les in rijst poten. Nooit geweten dat je kleine plukjes rijstplanten her en der in de modder moet steken en dat er dan vanzelf zo’n schitterend lichtgroen rijstveld ontstaat. Het is bukken en poten tot je een ons weegt. Maar ja, ik blijf een echte Rotterdammer hè: Niet lullen, maar poetsen!”

DAG 6 Op de laatste dag krijg ik loon naar werken. We puffen uit op de Caramoan Eilanden, twee uur rijden en drie uur varen van Naga City. Ik wandel met Xyla langs een bounty strand met klapperbomen en wil haar mee de zee in trekken. Maar ze gilt: “Ik kan niet zwemmen!” Was ik ff vergeten, weer geen “From here to Eternity”… <

Reisadvies Negatief ZUID-SOEDAN Zondag 25 augustus, 19.25 uur, Nederland 3 Abyei ligt op de grens van Soedan en ZuidSoedan, in de vuurlinie van president Al Bashir van Soedan, die het heeft voorzien op de olievelden rond Abyei. De moordende milities van Bashir veroorzaakten een enorme vluchtelingenstroom. Sander zocht de getraumatiseerde vluchtelingen op, die nu hulp krijgen van Cordaid/Mensen in Nood. Reisadvies Negatief NEPAL Zondag 1 september, 19.25 uur, Nederland 3 Deze laatste uitzending gaat over de slavenmeisjes van Nepal. Sander bezoekt met de mondige Nepalese journaliste Shweta Ranabhat de allerarmste gezinnen in het Himalayagebergte en het oerwoud van Bardiya, waar meisjes niets meer zijn dan ‘bezit’ van de lokale mannen. Plan Nederland komt voor deze meisjes op. Sander en Shweta laten zien hoe.

WACHTKAMER •

75


j

Interview met de heldin van Kiev

Tekst: Gideon van Aartsen

Alexandra Ustinova: “Ik vecht tegen een regering die zijn kop in het zand steekt.”

HIV-EPIDEMIE RAAST DOOR OEKRAÏNE Alexandra Ustinova (33) uit Kiev is een heldin. Ze wordt gesteund door het Nederlandse Aids Fonds in haar strijd met de regering van Oekraïne, die doet alsof in dat land geen hiv of aids bestaat. Terwijl juist in Oekraïne (en Rusland) het aantal mensen met hiv sneller groeit dan waar ook ter wereld. Er raast een regelrechte epidemie door het land. Een alarmerende reportage uit de achtertuin van ons Europa.

Je bent een heldin als je het aandurft in Oekraïne de regering van president Janoekovitsj onder druk te zetten. Dat Alexandra nog niet in de gevangenis zit heeft misschien te maken met het feit dat zij geen politiek activiste is, maar strijdt voor mensen die gevaar lopen ernstig ziek te worden of dood te gaan. Alexandra, die zelf geen hiv (humaan immuundeficiëntie virus) heeft, werkte in het verleden voor de belangenvereniging van Oekraïners met hiv. Nu is de jonge publiciste en reclamebureaumedewerkster als vrijwilligster verbonden aan een organisatie die zich sterk maakt voor een betere behandeling van alle mensen met hiv, hepatitis of tbc, de Ukrainian Community Advisory Board (UCAB).

CORRUPTE AMBTENAREN Alexandra, tijdens een kort bezoek aan het Aids Fonds in Amsterdam: “In mijn land leven meer dan 350.000 mensen met hiv. Niet alleen homoseksuelen, drugsgebruikers of prostituees, hiv raakt hier iedereen; mensen van alle leeftijden, van welke geaardheid dan ook, van alle rangen en standen. Afgelopen jaar kwamen er weer twintigduizend bij. Niet meer dan 26.000 patiënten krijgen medicijnen, terwijl 120.000 mensen diezelfde medi-

76

• WACHTKAMER

cijnen ook keihard nodig hebben om te overleven. De regering ontvlucht haar zorgplicht, ze weigert de medicijnen te financieren. Daardoor gaan in mijn land heel veel volwassenen en kinderen onnodig dood! Ook tbc- en hepatitis patiënten worden door de overheid genegeerd. Wat die twee ziektes betreft, is eveneens sprake van een epidemische situatie. Veel mensen met hiv sterven vanwege hun ernstig verzwakte immuunsysteem aan de gevolgen van tbc. Je kunt de drie aandoeningen eigenlijk niet los van elkaar zien. Ik voer luidruchtig actie op televisie, de radio en in kranten en tijdschriften omdat de regering de patiënten in de kou laat staan, ze steekt de kop in het zand. Dat is een schande! Erger nog, er bestaan aanwijzingen dat onze regering flink aan het hiv-probleem heeft verdiend. Enkele jaren geleden kreeg de regering heel veel geld van The Global Fund to fight aids, tuberculosis and malaria om medicijnen te kopen voor mensen met hiv. Er was genoeg geld om alle patienten in Oekraïne van aidsremmers te voorzien. Maar de regering gaf het grootste deel uit aan andere zaken, ook corrupte ambtenaren hadden flink wat lijm aan hun vingers. De overheid koopt de medicijnen te duur in, er blijft geld bij tussenpersonen hangen. In 2009 verdween zo


1,13 miljoen euro! Het Global Fund besloot te stoppen met het geven van geld aan de overheid. Er ontstond een schreeuwend tekort aan medicijnen, aidsremmers voor kinderen zijn lange tijd aan volwassenen gegeven. Voor kinderen was er niets meer, zij moesten aan de medicijnen van volwassenen en werden doodziek van de bijwerkingen. In Kiev is nu een speciaal opvangcentrum voor kinderen met hiv, de kinderen van mijn stad hebben geluk.”

BESMETTE BABY’S Bijzondere kiemhaarden voor het groeiende hiv-aids probleem zijn de overvolle gevangenissen van Oekraïne. Mannen, die daarin terechtkomen worden vaak verkracht. Vijftien procent van de gevangenen heeft hiv. Exgevangenen nemen de besmetting mee naar huis, naar hun echtgenotes of vriendinnen. Er worden veel met hiv geïnfecteerde baby’s geboren. Ook drugsgebruikers lopen extreem grote risico’s door het delen van besmette spuiten en naalden. In een trieste mijnwerkersstad als Mykolayiv, waar de arbeidsomstandigheden erg slecht zijn en de mijnen levensgevaarlijk, spuiten de mijnwerkers drugs om hun werk te kunnen vol houden, 55% van deze drugsgebruikers is hiv-positief! Om de hulporganisaties dwars te zitten heeft de politie allerlei invallen gedaan, waardoor het werk vaak lange tijd stil lag en er geen drugsgebruikers of andere hiv-patiënten konden worden geholpen. Tot slot moet ik nog zeggen dat dertig procent van onze sekswerkers hiv heeft. De regering doet hier niets aan. Gelukkig zijn er particuliere organisaties, die zorgen voor condooms en regelmatige controles van de sekswerkers.

Ze worden gesteund door buitenlandse organisaties, zoals het Aids Fonds.”

DRIE EPIDEMIEËN In 2011 liet Alexandra tweeduizend kinderen via de belangenvereniging van hiv-patiënten brieven schrijven naar Janoekovitsj, waarin zij de president smeekten om hiv-medicatie voor hun zieke familieleden. In november 2012 bestookte Alexandra’s UCAB alle buitenlandse ambassadeurs in Oekraïne en gezondheidsministeries van bevriende landen met brieven over de drie epidemieën (hiv, hepatitis en tbc): “Onze regering laat deze problematiek compleet links liggen.” De Engelse BBC en de internationale persbureaus Reuters en Associated Press sprongen er gretig op in. Geschrokken droeg Janoekovitsj naar aanleiding hiervan zijn regering op in 2013 extra geld vrij te maken voor de aanpak van deze epidemieën. Vooralsnog is daar weinig of niets van terechtgekomen. Alexandra: “Vorig jaar wilden we medicijnen voor veertigduizend patiënten financieren uit het persoonlijke gezondheidsbudget van onze parlementsleden. Zij kunnen dat budget zonder kritische vragen van wie dan ook besteden aan reisjes naar luxe kuuroorden. Schandalig! Al zouden ze maar een derde van hun budget afstaan, dan zouden tienduizenden mensen met hiv, hepatitis of tbc behandeld kunnen worden. Bij een derde van het budget praat ik over 99 miljoen euro! We schreven alle parlementsleden aan, met het verzoek dit ‘offer’ te brengen. Slechts 43 parlementsleden wilden meewerken, 406 volksvertegenwoordigers weigerden!” <

STOP DE EPIDEMIE IN OEKRAÏNE Help Alexandra en het Aids Fonds SMS ‘ALEXANDRA’ naar 4333 Hivtesten in Oekraïne bewijzen dat er sprake is van een epidemie.

Je doneert éénmalig 2 euro en helpt daarmee de hiv-epidemie een halt toe te roepen!

Onze heldin Alexandra Ustinova kan niets zonder jouw hulp. Elke keer wanneer je de sms ‘ALEXANDRA’ naar 4333 stuurt steun je het Aids Fonds éénmalig met 2 euro voor de hulp aan hiv-patiënten in Oekraïne. Zo zorg je ervoor dat Alexandra geen roepende in de woestijn wordt. De drie epidemieën die door Oekraïne razen moeten worden gestopt. Het gaat om Europa, om onze eigen achtertuin. Jouw steun draagt eraan bij dat dit gevaar niet dichterbij komt!

WACHTKAMER •

77


Anita Witzier is captain van het Reumafonds Lopers Team

Tekst: Erwin Feekes, fotografie: Pascal Fielmich e.a.

RENNEN TEGEN

REUMA 78

• WACHTKAMER


Captain van het Reumafonds Lopers Team Anita Witzier tijdens de training voor de Singelloop tegen reuma. Zij werd ambassadeur van het Reumafonds nadat zij dertien jaar geleden zelf door reuma werd getroffen. “Wij willen met de Singelloop aandacht voor jeugdreuma en geld inzamelen voor wetenschappelijk onderzoek”.

Doe mee aan de Singelloop tegen reuma op 29 september 2013 in Utrecht

ara is pas vijf, maar leeft al twee jaar met reuma. Zij is een levenslustig en pienter kind, dat zonder de juiste behandeling en medicijnen veel pijn en een uiterst onzekere toekomst heeft. Er zijn in Nederland drieduizend kinderen zoals Yara, die vrijwel elke dag de gevolgen van reuma voelen. Jaarlijks komen er driehonderd nieuwe patiëntjes bij. Vaak stuiten zij op onbegrip van hun omgeving, omdat reuma onzichtbaar en ongrijpbaar is en een uiterst grillig ziektebeeld kent. De ene dag kun je van de pijn en vermoeidheid nauwelijks lopen, terwijl het niet lang daarna veel beter kan gaan en je zelfs zonder rolstoel kunt. Daardoor kun je zomaar als ‘aansteller’ worden gezien, op het moment dat de reuma toeslaat. “Bij de meeste vormen van reuma gaat het om een ontsteking in de gewrichten,” vertelt prof. dr. Berent Prakken, kinderreumatoloog bij het UMC in Utrecht. “Het is een auto-immuunziekte, veroorzaakt door het eigen afweersysteem dat te hard werkt, Gewrichten worden rood, warm en gezwollen. Er is nog geen genezing mogelijk, wij kunnen reuma alleen afremmen met medicatie. Het stopt, maar komt weer terug. Voor kinderen kan reuma ernstige gevolgen hebben. Het raakt hen tijdens de ontwikkeling. Een ontsteking in de knie kan een vergroeiing van het been opleveren waarvan je je leven lang last hebt. Het is een complexe ziekte met meer dan honderd verschijningsvormen, die gewrichten, pezen en spieren aantast. De ontsteking in de gewrichten is de rode draad.”

WAARDELOZE ZIEKTE Maurice van Raan is erbij op zondag 29 september in Utrecht. Hij loopt de tien kilometer en zal daarbij aan niets anders denken dan aan zijn vijfjarige dochtertje Yara. Maurice heeft nog nooit hardgelopen, maar is nu volop in training om zijn aandeel te leveren in de strijd tegen reuma. “Onderzoek naar jeugdreuma is zó hard nodig, dat hebben de ervaringen met onze dochter wel geleerd,” legt hij uit. “Ik loop die tien kilometer om voor het Reumafonds €2.000,- aan sponsorgeld bij elkaar

Reuma tast gewrichten, pezen en spieren aan. Voor kinderen is reuma nog ingrijpender dan voor volwassenen, omdat het de ontwikkeling kan belemmeren. Een kind hoort niet met pijn in een rolstoel te zitten, maar moet zorgeloos kunnen spelen. Het Reumafonds doet er alles aan om de impact van deze ziekte onder de aandacht te brengen en wetenschappelijk onderzoek financieel mogelijk te maken. U kunt helpen door mee te doen aan de Singelloop tegen reuma op 29 september 2013. Rennen tegen reuma. Net als de vader van Yara. WACHTKAMER •

79

>


Yara is pas vijf, maar leeft al twee jaar met reuma.

Maurice, de vader van Yara, loopt mee op 29 september met zijn dochter in gedachte en om €2.000,- aan sponsorgeld voor het Reumafonds bij elkaar te brengen.

80

• WACHTKAMER


‘JEUGDREUMA WERELDWIJD IN KAART BRENGEN’ delen en uitwisselen van kennis staan voorop. ‘PHARHet Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht MACHILD’ maakt hier als een project van de afdeling is toonaangevend in de internationale strijd tegen Kinderimmunologie van het UMC onderdeel van uit. reuma. Het is een van de vier grote centra ter wereld PHARMACHILD registreert de lange teren gespecialiseerd in jeugdreuma. Nedermijn effecten van bepaalde geneesmiddeland werkt samen binnen het Understanlen bij kinderen met een ernstige vorm van ding Child Arthritis Network (UCAN) om jeugdreuma. Deze gegevens bevatten voor wereldwijd jeugdreuma in kaart te brenons een schat aan informatie. gen. Over jeugdreuma en de behandeling Een deel van de kinderen geneest vanzelf ervan is nog weinig bekend. Kinderen met omdat het lichaam de ontsteking bestrijdt. jeugdreuma krijgen bijvoorbeeld dezelfde Als door onderzoek kan worden vastgemedicatie als volwassenen, terwijl de steld hoe en waarmee, dan zal reuma te medicijnen niet op kinderen worden genezen zijn. Hoe beter je kijkt, hoe meer getest. UCAN streeft ernaar om kinderen je ziet.” in het onderzoek te betrekken, juist om te kunnen vaststellen welke behandeling het Het Reumafonds doneerde in 2011 een beste is, zonder bijwerkingen of lange termiljoen euro en is daarmee tot nu toe de mijneffecten. Prof. dr. Berent Prakken: Prof. dr. Berent Prakken grootste financier van UCAN. “Onderzoek, veiligheid en het delen, bun-

te brengen. Maar ook om reuma indringend onder de aandacht te brengen en voor erkenning van deze waardeloze ziekte.” Op haar derde had zijn dochtertje ineens een dikke, pijnlijke knie. De moeder van Maurice herkende de klachten, zij heeft zelf sinds haar kindertijd reuma. Toch kwam de diagnose als een schok. “Je vraagt je meteen af wat dit betekent voor de toekomst van je kind en hoeveel last en pijn Yara zal hebben.” De dikke knie werd bestreden met een injectie met ontstekingsremmers, maar niet veel later kreeg zij last van haar pols, elleboog en vingertjes. “De pijn was zo hevig dat zij ’s morgens niet eens haar broodje kon vasthouden. Mijn vrouw en ik hebben voor Yara moeten bepalen welke medicijnen zij zou krijgen. Dat was een ontzettend moeilijke beslissing, omdat er nog erg weinig bekend is over de gevolgen of bijwerkingen van die relatief nieuwe medicijnen op de lange termijn”.

ELKE DAG PIJN Ook televisiepersoonlijkheid en ‘bekende Nederlander’ Anita Witzier verschijnt op 29 september aan de start van de 63ste Singelloop in Utrecht, als captain van het Reumafonds Lopers Team. Zij werd ambassadeur van het Reumafonds nadat zij zelf circa dertien jaar geleden door reuma werd getroffen. “Reuma is geen ouwe mensen ziekte,” zegt zij strijdbaar. “Liefst 61% van de mensen met reuma is jonger dan 65 jaar. Ik ben ambassadeur van het Reumafonds geworden omdat ik het fonds een gezicht wilde geven. Het doel heiligt de middelen. Het beeld dat mensen hebben van reuma klopt niet met de werkelijkheid. Het is een onzichtbare ziekte, waar bijna twee miljoen mensen in Nederland aan lijden! Deze eerste Singelloop tegen reuma heeft als doel aandacht te vragen voor de invloed van reuma op het leven van mensen en om geld op te halen voor onderzoek tegen jeugdreuma. De impact is vooral voor een kind erg groot! Ik kan soms twee weken niet doen wat ik graag zou willen, maar ik heb gelukkig geen chronische pijn. Reuma is niet te genezen, maar er kan wel wat gedaan worden om het leven met reuma te verbeteren. Het is belangrijk je aandacht te richten op de kwaliteit van het leven. Er zijn goede medicijnen beschikbaar, ontstekings-

remmers en therapieën. Bewegen is essentieel! Ik vind het belangrijk te benadrukken dat mensen met reuma geen aanstellers zijn. Het Reumafonds doet ontzettend goed werk. Het maakt zich, geholpen door 63.000 vrijwilligers, sterk voor aandacht, erkenning en fondsenwerving om deze ziekte te beheersen en uiteindelijk onder de duim te krijgen. Ik hoop dat er straks duizenden mensen aan de start van de Singelloop zullen verschijnen om te lopen tegen reuma. Dat zou fantastisch zijn. Het leven is nu eenmaal niet maakbaar. We hebben elkaar nodig om verder te komen.” <

REN MET ANITA TEGEN REUMA!

Het Reumafonds heeft de handen ineen geslagen met de organisatie van de Singelloop Utrecht, de oudste stratenloop van Nederland. De komende drie jaar staat de Singelloop in het teken van de strijd tegen reuma. Het Reumafonds Lopers Team wordt aangevoerd door Anita Witzier. Doe zoals de vader van kleine Yara en ren mee met Anita; schrijf u in voor de eerste Singelloop tegen reuma en laat u sponsoren. Met de opbrengst helpt u het Reumafonds wetenschappelijk onderzoek te financieren naar ondermeer behandeling en genezing van jeugdreuma. Want een kind hoort niet met pijn in een rolstoel te zitten. Dus kom op 29 september a.s. in beweging en ren tegen reuma! Wilt u zelf niet rennen, dan kunt u een loper sponsoren of een rechtstreekse donatie doen. Op www.reumafonds.nl vindt u alle informatie en kunt u zich inschrijven of een donatie doen! Of scan de QR-code

WACHTKAMER •

81


GIRL POWER P O R T R E T T E N

Kansloze meisjes in Nepal vechten voor een nieuwe toekomst Nepal, geboorteland van Boeddha, een levend sprookje voor toeristen: eeuwige sneeuw op de toppen van de Himalaya, valleien met woest rollende rivieren, olifanten en tijgers in de jungle, duizenden Stoepa’s en Hindoetempels, een multiculturele bevolking in kleurrijke klederdrachten. Maar toch… Wie iets beter kijkt, ontdekt al snel dat achter al dit moois ook veel verdriet schuilgaat. Want je zal maar als ‘onaanraak-

82

• WACHTKAMER

bare’ in Nepal zijn geboren. Of als meisje… Gideon van Aartsen reisde met ontwikkelingsorganisatie Plan Nederland naar Nepal en portretteerde een aantal bijzondere meisjes. Met een beetje steun konden zij uitgroeien tot sterke jonge vrouwen, die vechten voor de toekomst van een nieuwe generatie. Tekst en foto’s: Gideon van Aartsen


Rojina (17): “Straks kan niemand mij nog pijn doen…”

Angst voor straf vanwege bijwonen PLAN-meisjesclub Rampur Village, Nepal - In een schoolgebouwtje, opgetrokken uit grote grijze bakstenen, zit een twintigtal meisjes op een oranje dekzeiltje op de grond. Als de groepsleidster vraagt wie veel moeite moest doen voor het bijwonen van deze clubmiddag, steekt Rojina (17) haar hand op. En binnen twee seconden biggelen er tranen over haar wangen: “Ik ben weggelopen, als ik straks thuiskom krijg ik straf. Mijn stiefmoeder wil me dom houden, als slaaf gebruiken. Maar ik wil leren, véél leren, zodat straks niemand mij nog pijn kan doen…” Rampur Village is een dorpje in de Sindhuli valllei, zo’n acht uur rijden van de Nepalese hoofdstad Kathmandu. In een ver verleden was deze vallei, waar de Kamla rivier zich doorheen kronkelt, berucht vanwege de malaria. Zo berucht, dat geen Nepalees er wilde wonen. Maar in de afgelopen eeuw stroomde de vallei toch langzaam vol. Met arbeiders uit buurland India, arme dagloners die werk zoeken op de plantages met de junarvrucht, de fameuze

zoete sinaasappel van Sindhuli. Tussen de Indiërs wonen in de vallei ook de straatarme etnische Nepalezen, zoals de familie van tapijtwever Jitbahadur Thing, de vader van Rojina. Voor meisjes is Nepal niet het allerbeste land ter wereld. Als meisje ben je niet een jong individu met gevoelens, ambities en verlangens, zeker niet wanneer je tot de kasteloze Daliths behoort of tot een kleine, arme etnische minderheidsgroep zoals die van de familie Thing. Een meisje is iemands bezit, een voorwerp met vaste bestemming: ze moet kort na haar dertiende, liefst voor de eerste menstruatie, het ouderlijk huis uit. Dan wordt ze overgedragen aan de familie van haar aanstaande bruidegom, een familie die ze meestal helemaal niet kent. De geboorte van een jongen wordt in Nepal met vreugde ontvangen. De zoon is dan ook de erfopvolger; meisjes krijgen niets uit de erfenis. Nadat ze zijn uitgehuwlijkt behoren ze immers toch niet meer tot de familie. Bij de dood van de ouders leidt de oudste zoon met zijn broers ook traditiegetrouw de over- >

Rojina kocht haar uniform en schoolboeken met het geld dat zij zelf verdiende. In het weekend werkt zij bij de buren in huis of op het land. Rojina wil studeren, haar eigen lot bepalen en ontsnappen aan de armoede. WACHTKAMER •

83


lijdensrituelen van de vader en moeder, die hiermee verzekerd zijn van een plek in het hiernamaals. Meisjes mogen daarbij niet eens aanwezig zijn. Nog maar een eeuw geleden was het Satigebruik nog in zwang, hierbij werden de vrouwen van een overleden man levend bij hem op de brandstapel gegooid, tezamen met andere ‘bezittingen’ van de overledene. Dat is nu verboden, maar de geest dat een vrouw slechts ‘bezit’ is van de man waart nog altijd rond.

’DOWRY DEATHS’ De geboorte van een meisje legt ook een zware financiële druk op de familie. Wanneer zij wordt uitgehuwelijkt, moet aan de bruidegom een bruidsschat (‘dowry’) worden betaald. Als ouders dat niet kunnen betalen, kan dat ernstige gevolgen hebben, zoals ‘dowry deaths’: het meisje wordt gedood, zodat de ouders de publieke schande niet hoeven te dragen dat ze de bruidsschat niet kunnen betalen. Als de ouders de bruidschat nog niet of nog niet helemaal hebben betaald, kan de schoonfamilie het meisje zo pesten, treiteren en onder druk zetten dat zij zelfmoord pleegt. Liefde speelt bij het huwelijk geen rol; het meisje moet de man accepteren die haar ouders uitzoeken. De gevolgen laten zich raden: meisjes worden vaak

84

• WACHTKAMER

Hier vergadert de PLAN-Meisjesclub van Rampur Village lekker buiten. De meisjes ondervinden soms veel tegenwind van hun ouders, die liever niet hebben dat hun dochters al te mondig worden. Maar de meisjes zetten door. Ze willen dezelfde rechten als jongens. En ze willen niet langer als voorwerp, als bezit of zelfs als slaaf worden behandeld. te jong zwanger, met niet zelden een noodlottige afloop voor de moeder of baby. Meisjes lijden er doorgaans verschrikkelijk onder dat zij van school af moeten, zomaar bij hun familie worden weggehaald, het bed moeten delen met een man die hen volkomen vreemd is en ook nog eens door hun schoonfamilie als Assepoester worden gebruikt. Ook hierom plegen meisjes soms zelfmoord. Of ze vluchten en laten alles achter, zelfs hun pasgeboren baby. Dit dramatsche besluit nam ook de moeder van Rojina. Zij ging er vandoor toen Rojina anderhalf was. Vader Thing werkte op dat moment in een tapijtfabriek in de Nepalese hoofdstad Kathmandu. Rojina heeft haar moeder nooit meer terug gezien. Jitbahadur Thing bracht zijn dochtertje onder bij haar oma in Rampur Village. Hij vertrok zelf naar India, waar hij bijna negen jaar zou blijven.

STILLE TOEKOMSTDROOM Bij haar oma vond Rojina gelukkig liefde en aandacht. Ze mocht naar school, deed het hartstikke goed en stroomde lekker snel door naar de

vijfde klas. Maar toen ze tien werd keerde het tij. Jitbahadur was naar zijn dorp teruggekeerd en getrouwd met Nirmala, die nu 24 is. Nirmala raakte snel zwanger en eiste dat Rojina onmiddellijk met school zou stoppen om thuis met het huishouden te helpen. Ook moest Rojina meewerken op het land van de familie en buren, om geld te verdienen. Voor school was geen tijd meer. Rojina’s stille toekomstdroom, sociaal werker worden en andere arme mensen helpen, leek voor altijd vervlogen. Totdat Plan naar Rampur Village kwam. Rojina: “Ik hoorde dat er twee keer per week, ’s middags om vier uur bij ons in de dorpsschool een gratis cursus voor meisjes gegeven zou worden. En dat je daarin ook samen over je problemen kon praten en voor jezelf kon leren vechten. Ik wilde dat heel graag, want ik heb me altijd verschrikkelijk alleen gevoeld met mijn problemen. Maar mijn stiefmoeder zag die meisjesclub van Plan helemaal niet zitten. Gelukkig kwam mijn oma voor me op. Ze riep tegen mijn stiefmoeder: ‘Jij mag Rojina niet tegenhouden, zij gaat in haar vrije tijd. Ze werkt elke dag. Vanaf vijf uur in de ochtend! Ze mag ook wel eens iets


P O R T R E T T E N van de club hun kennis weer doorgeven aan andere meisjes.

Rowina studeert hard. Ze wil later andere meisjes helpen, als sociaal werkster. leuks doen. Ik vind het goed dat ze naar die meisjesgroep gaat en vriendinnen maakt. Ze is altijd zo alleen…’.”

ROLLENSPELEN Bij de Plan-club leren de allerarmste Nepalese meisjes hoe ze beter voor zichzelf kunnen opkomen. En hoe ze zich tegen (seksueel) misbruik kunnen wapenen. Ook leren ze hoe ze zich kunnen verenigen en zich in het openbaar uitspreken over alle zaken die hun leven raken. Ze oefenen dat in rollenspelen bij de club. En ze ontdekken wat hun rechten zijn in Nepal anno 2013. Want de laatste jaren waait er een nieuwe politieke wind in het land en is er veel veranderd in de wetgeving. Officieel hebben meisjes nu dezelfde rechten als jongens. Niet alleen wat schoolgaan betreft, maar bijvoorbeeld ook met betrekking tot de erfenis. Het is inmiddels wettelijk verboden meisjes niets van een erfenis na te laten. Ook het kindhuwelijk is niet langer toegestaan. Helaas reikt deze nieuwe juridische realiteit nog niet veel verder dan Kathmandu. Op het platteland en in de bergen gelden nog altijd de oude tradities. Maar daar komt nu verandering in, mede door de meisjesclubs van Plan. Het mooie is ook dat de meisjes

Rojina: “Ik werd vroeger vaak door mijn vader geslagen en van huis gestuurd. Dan vluchtte ik naar mijn tante. Maar toen ik laatst weer de deur werd uitgezet, ben ik op het erf gebleven. Ik riep naar mijn vader en stiefmoeder: “Het is jullie plicht goed voor mij te zorgen! Ik ga naar de politie als jullie mij niet binnenlaten!”. Toen deed mijn vader de deur weer open. Ik mag nu ook weer naar school, omdat ik heb gezegd dat dit mijn recht is. Door mijn stiefmoeder heb ik wel vijf jaar achterstand opgelopen. Ik zit nu bij kinderen van elf in de klas. ’s Ochtends om vijf uur moet ik eerst aan het werk, water halen. Dat is bijna twee uur lopen met een zware waterkruik in de rieten mand aan mijn hoofdband. Daarna moet ik kleding wassen en het ontbijt klaarmaken. Om negen uur ga ik naar school, tot vier uur. Daarna werk ik op het land, tot het donker word. In het weekend doe ik mijn huiswerk en ik verdien dan nog wat extra geld door bij de buren op de akker te werken. Ik heb met mijn vader afgesproken dat ik dat weekendgeld voor mezelf mag houden. Ik heb er mijn schooluniform en schoolboeken van gekocht. Ik wil per se doorleren. Want als ik straks sociaal werker ben, zal ik sterk zijn. Voor anderen, maar ook voor

MAAR TWEE MAANDEN ETEN Wanneer Rojina ons meeneemt naar het lemen huis waar zij met haar familie woont, komt haar vader ons de hand schudden. Hij heeft nog nooit bezoek gehad van mensen uit Europa en verontschuldigt zich voor zijn armoede. Het huisje heeft niet eens een latrine. Rojina en haar familie doen hun behoeften ergens in de natuur, op enkele tientallen meters van hun woning. “Het leven is hier erg zwaar,” vertelt hij. “Onze familieakker levert ons maar twee maanden maïs en rijst. Met de buurman deel ik een buffel, die ons melk geeft. Dat is alles. Om aan meer eten of geld te komen, moeten we tien maanden per jaar hard werken op het land van andere grondeigenaren. Rojina moet daarbij helpen, want mijn vrouw zorgt voor onze jongste dochter. Ik begrijp dat Nirmala niet wil dat Rojina naar de meisjesclub gaat. Rojina is thuis nodig. Ik ben er ook niet zo blij mee. Ik houd veel van Rojina, maar ik vind haar nu wel opstandig geworden. Maar ik accepteer het, want mijn moeder zegt dat de meisjesgroep goed voor haar is. Zij zegt dat meisjes nu kansen krijgen die zij vroeger nooit hebben gehad. Ik respecteer de gedachten van mijn moeder. Nirmala niet. Zij probeert Rojina soms tegen te houden

Rowina: “Ik mag niet zo maar uit liefde trouwen” mezelf. Niemand kan mij dan nog pijn doen. Ik ben alleen bang dat ik de opleiding voor sociaal werker misschien niet kan betalen. En eigenlijk zou ik eerst naar de Engelse school in Rampur moeten. Daar het onderwijs veel beter is dan op mijn school, maar je moet ervoor betalen. Mijn school is gratis, maar het onderwijs is erg slecht. Vaak komt de leraar niet opdagen of hij weet niet eens wat we die dag moeten gaan doen. De meeste jongens uit ons dorp gaan naar de Engelse school. Voor de meisjes hebben de ouders dan geen geld meer; wij gaan dus naar de dorpsschool. En dan is doorstromen naar de opleiding voor sociaal werker erg moeilijk.”

door haar op te sluiten of met slaag te dreigen. Dat is niet goed.” Rojina’s vader is zo arm dat hij geen geld heeft voor een bruidsschat. Vandaar dat Rojina nog niet is uitgehuwelijkt. Rojina: “Mijn vader blijft erin geloven dat hij ooit weer werk als tapijtwever vindt en dan wel een bruidsschat kan betalen. Hij heeft mij gezegd dat hij - en niemand anders - beslist wie mijn toekomstige man zal worden. Ik mag niet zo maar uit liefde trouwen. Ik heb nu al besloten dat ik definitief van huis wegloop als mijn vader straks een man kiest van wie ik nooit zal kunnen houden. Ik hoop wel dat ik dan mijn school heb afgemaakt, zodat ik voor mezelf kan zorgen.” < WACHTKAMER •

85


Stille revolutie in Katpala Het dorp waar vrouwen en meisjes nu krachtiger en gelukkiger zijn

Helma (24) van de vrouwencoöperatie: “Aan mannen lenen wij geen geld” Katpala is een plattelandsdorpje in de Sindhuli vallei in Nepal. Op Google Maps zul je er vergeefs naar zoeken, maar toch… In dat afgelegen dorpje vond een stille revolutie plaats. De mannen zijn er tegenwoordig minder drankzuchtig en depressief, de vrouwen en meisjes voelen zich krachtiger en gelukkiger dan voorheen. Een gezamenlijk initiatief van Plan en de lokale vrouwenorganisatie Sagarmaltha maakt het verschil. Helma (24) en Ambika (20) vertellen. 86

• WACHTKAMER


P O R T R E T T E N

De coöperatie van Katpala in vergadering bijeen. De aangesloten vrouwen staan financieel op eigen benen. Ze zijn niet langer afhankelijk van hun echtgenoot. Daar profiteren ook de kinderen van, vooral de dochters. In de deuropening van het dorpshuis van Katpala stopt de zesjarige Sanjita op verzoek van haar moeder een bankbiljetje in een vierkant houten geldkistje. Het is de eerste terugbetaling van een starterslening van 40.000 rupees (356 euro), die Sanjita’s moeder afsloot bij de Sagarmaltha women’s saving & credit cooperation. Ze opende daarmee onlangs een schoonheidssalon. Zo’n veertig Sagarmaltha-vrouwen zijn vandaag in het dorpshuis bijeen voor de maandelijkse bestuursvergadering. “Maar onze organisatie is veel groter”, vertelt secretaresse Helma Pariyar (24) niet zonder trots. ”We hebben nu 1439 leden!” Plan steunde de vrouwen bij het opzetten van de coöperatie, die uit 111 kleinere onafhankelijke vrouwengroepen bestaat. De vrouwen in deze groepen hebben geleerd op eigen benen te staan. Zij kregen elk een speciale training in boekhouden, economische zelfstandigheid en financieel beheer. Ze runnen ieder, alleen of samen met hun echtgenoot, een eigen onderneminkje. Een winkeltje, een kleinschalige fokkerij van vee of pluimvee, een molenaarsbedrijfje, een naaiatelier, een kapper of schoonheidssalon. “Belangrijk is dat de vrouwen het geld beheren”, vervolgt Helma.” Alleen zij kunnen lid worden

van de coöperatie en bij ons geld lenen of sparen. Mannen niet. Het gevolg is dat de vrouwen thuis een stuk sterker en mondiger zijn geworden, minder afhankelijk van hun man. En geloof me, zelfs de mannen profiteren hiervan. Zij voelen zich ook gelukkiger. Vroeger lag alle druk op hun schouders; zij moesten het geld binnenbrengen. Lukte dat niet of niet goed genoeg, dan raakten ze dikwijls aan de drank. En ze betaalden dat van het geld dat ze eigenlijk aan hun gezin moesten besteden. Nu de vrouwen het geld beheren drinken de mannen minder. Ze hebben nauwelijks geld op zak. Bovendien hebben de kinderen het beter. Er is meer geld voor eten. En de meisjes mogen nu ook naar school.

Zij krijgen geld voor een schooluniform en boeken, net als de jongens. Daar zorgen de moeders voor. In de tijd dat de mannen nog heer en meester waren van de portemonnee mochten alleen de jongens naar school, meisjes moesten het huis schoonmaken.”

WOEKERAARS Een oudere vrouw in het dorpshuis mengt zich in het gesprek: “Vroeger moesten we naar de woekeraars om geld te lenen; die eisten 60 procent rente! Nu we van de coöperatie geld lenen betalen we maar 7 procent. Je hoort onze mannen dus niet klagen! Nu wij vrouwen gemakkelijker aan geld kunnen komen dan zij is er ook meer >

Sanjita stopt een bankbiljetje in het houten kistje. De vrouwen van Katpala hebben een eigen spaarsysteem en lenen elkaar geld wanneer dat nodig is. Zo krijgen woekeraars geen kans meer. WACHTKAMER •

87


Helma wil het naaiatelier van haar vader later professionaliseren en uitbreiden. Maar eerst maakt ze haar studie af. Ze is een van de zeldzame ‘onaanraakbaren’ die een hoge businessopleiding volgt. Ze krijgt respect van haar gemeenschap en is nu zelfs benoemd tot secretaris van de vrouwencoöperatie. overleg over belangrijke dingen. Voorheen besliste de man alles en dat had je als vrouw maar te accepteren. Als we nu geld willen lenen van de coöperatie, overleggen we dat met het leencomité. Die helpt je dan te berekenen hoeveel je nodig hebt en in hoeveel termijnen je kunt afbetalen. En gaat er met de afbetaling iets mis, dan helpen ze je met het oplossen van het probleem. De woekeraars deden dat wel anders, die stuurden iemand op je af!”

NAAR SCHOOL Ambika Bamgan (20) runt samen met haar man Nabindra (24) een groentewinkel en restaurantje aan de hoofdstraat van Katpala. “Ik kreeg twee keer een lening,” vertelt ze. “De lening van 20.000 rupees voor mijn groentewinkeltje is inmiddels afbetaald. Nu heb ik 50.000 rupees geleend voor ons restaurantje. Dat loopt inmiddels goed; we hebben veel klandizie van bouwvakkers en van scholieren, die tussen de middag bij ons komen eten.” Ambika en Nabindra zijn twee jaar geleden getrouwd. Ze hebben een zoontje van acht maandan, Anoog, en nemen alle beslissingen samen. “Vóór ons huwelijk werkte Nabindra in een

88

• WACHTKAMER

restaurant in Kathmandu. Hij heeft ervaring als kok en wilde voor zichzelf beginnen. Maar hij kon geen geld lenen en ik wel. Aangezien ik het geld bij de coöperatie heb geleend, ben ik ook verantwoordelijk voor de terugbetaling. Daarom doe ik de financiën van ons restaurant.. Naast mijn werk en de zorg voor de baby ga ik ook nog naar school, op advies van de coöperatie. Ik zit in de klas met meisjes van een jaar of twaalf, maar dat vind ik niet erg. Ik heb de

en ik kreeg van niemand een lening om een nieuwe machine of stof te kopen voor ons naaiatelier. Aan Daliths leen je geen geld. Maar nu ik secretaresse ben van de coöperatie vraagt iedereen mij om advies of hulp, ik ben ineens geaccepteerd. Dat voelt goed. Het sterkt me. Ik ben ook een van de weinige Daliths in Sindhuli, die een hogere opleiding volgt. Ik doe een bachelor aan de business school in onze provinciehoofdstad Kamalamai. Mijn vader en moeder staan helemaal achter me. Ze willen per se dat ik mijn opleiding afmaak. Er zijn al veel mannen naar mijn vader gestapt om mijn hand te vragen, maar hij wees ze stuk voor stuk resoluut de deur: ’Mijn dochter maakt eerst haar studie af!’, zei hij Ik ben daar blij mee, want ik wil straks onafhankelijk zijn. Ik werk al sinds mijn veertiende in het naaiatelier van mijn vader en wil zijn zaak overnemen, uitbreiden en moderniseren. Met minstens vier personeelsleden, want als je alleen werkt ben je kwetsbaar. Mijn vader heeft daar zo zijn

“Je hoort onze mannen niet klagen…” afgelopen twee jaar goed leren rekenen. Dat komt mij nu prima van pas.”

ONAANRAAKBARE Voor Helma Pariyar, secretaresse van de vrouwencoöperatie, is er een wereld open gegaan op het gebied van sociale acceptatie. “Als Dalith, hoor ik bij de onaanraakbaren, de laagste sociale klasse van Nepal”, vertelt ze. “Daardoor stond ik altijd buiten de gemeenschap. Mensen zagen me gewoon niet

bedenkingen over; hij weet hoe moeilijk het leven van een ambachtsman is. Hij en mijn broers zien liever dat ik later een goede overheidsbaan vind. Maar ik wil dat niet. Kleding maken is mijn lust en mijn leven. Ik wil zelf ontwerpen, een eigen boetiek beginnen. Ik ben al meisjes aan het opleiden, die straks voor mij gaan werken. Ik ben al met de uitbreiding begonnen. Van de coöperatie heb ik 20.000 rupees geleend voor onze eerste elektrische naaimachine.” <


P O R T R E T T E N

Plan vermindert kindersterfte in Hatisar, Nepal

Gemeenschappelijk drinkwatersysteem en ieder gezin een latrine

Moeder Akanksha: “Mijn kleine Ayushi krijgt een lang en gezond leven” Ayushi (5) en moeder Akanksha spelen met de hondenpup op het erf van de uit leem opgetrokken boerderij. Ayushi betekent ‘een lang leven’. Akanksha koos deze naam niet zo maar. Want tot voor kort stierven elk jaar vijf tot zes kinderen aan diarree of dysenterie in de kleine Belhari-gemeenschap in Hatisar, langs de rivier in de Nepalese Sindhuli-vallei . Maar vorig jaar kwam Plan naar Hatisar om kinderen als Ayushi daadwerkelijk meer kans te geven op een lang leven. “En nu handjes wassen”, lacht Akanksha naar Ayushi nadat de kleine is uitgespeeld met de wollige pup. Ayushi rent naar de gloednieuwe kraan op het erf, wast haar handjes en drinkt meteen met volle teugen van het schone water, dat glinstert in de zon. Als ze even later moet plassen, verdwijnt ze in het kleine witte huisje iets verderop:

de latrine die Akanksha en haar man enkele maanden geleden konden bouwen, dankzij een lening van de vrouwencoöperatie waarvan Akaksha lid is. Nog geen jaar geleden deden de familieleden van Akanksha hun behoeften gewoon buiten in de open lucht, rondom het huis of langs de rivier. WACHTKAMER •

89

>


Plan bouwt drinkwatersystemen en helpt bij de aanleg van latrines. Elk huis een latrine, dat voorkomt dodelijke ziektes die worden verspreid door vervuild water of door mensen die overal poepen en plassen. GIFSLANGEN Ooit lag Hatisar, dat bijna acht maanden per jaar is ingesloten door rivieren, in de habitat van grote kuddes olifanten en andere wilde dieren. Toen de Belhari hier arriveerden, gebruikten zij modder en hout om hun woningen te bouwen. Aan voedsel geen gebrek, want de grond is uitermate vruchtbaar. Water kwam van poelen, plassen en de rivier. Langzaam maar zeker stroomden steeds meer mensen toe en zo ontstond het huidige Hatisar: een groot uitgestrekt dorp met negen kernen, ‘wards’ genaamd. Akanksha vertelt: “Omdat hier steeds meer mensen kwamen nam ook de vervuiling toe. Vooral doordat iedereen overal zijn of haar behoefte deed. En de een waste zich in het water dat de ander dronk. Zo werden de mensen ziek, buiktyfus, dysenterie, diarree. Vooral veel kinderen gingen daar aan dood, met name in de regentijd. In de droge tijd is het twee uur lopen naar de dichtstbijzijnde gezondheidspost. Maar in de acht maanden waarin dit gebied bijna helemaal is overstroomd kun je nauwelijks bij de kliniek komen. En kom je er wel, dan ben je meestal te laat; dan is je kind al overleden.” “Een ander probleem was dat veel vrouwen en meisjes door dodelijke gifslangen werden gebeten. Want wanneer vrouwen hun behoefte in de open lucht moeten doen, wachten zij meestal tot na zonsondergang. En dat is nou juist het moment waarop cobra’s en andere gifslangen actief worden. Hurk je op het verkeerde moment op de verkeerde

90

• WACHTKAMER

plek neer en word je gebeten, dan ben je binnen een paar uur dood.”

VROUWENCOÖPERATIE De kleine Belhari-gemeenschap waarvan Akanksha deel uitmaakt, bestaat uit 77 gezinnen. En elk jaar stierven vijf á zes kinderen door vervuild water en gebrek aan hygiëne en sanitaire voorzieningen. Akanksha: “Ongeveer een jaar geleden kwam Plan naar Hatisar en sindsdien is er ongelooflijk veel veranderd. De eerste stap was het opzetten van één vrouwencoöperatie voor alle negen wards van Hatisar. Alle moeders en andere jonge vrouwen zijn nu lid. In de coöperatie helpen we elkaar met het opzetten van een bedrijfje: een moestuin, een kippenfokkerijtje, een winkeltje, een beautysalon. En in een gezamenlijke pot sparen we geld, waaruit vrouwen die dat nodig hebben een lening kunnen krijgen. Bijvoorbeeld

voor het bouwen van een eigen latrine bij hun huis. De leidsters van de coöperatie gingen afgelopen jaar van deur tot deur om iedereen enthousiast te maken voor het idee van Plan: een gezamenlijk drinkwatersysteem voor elke ‘ward’ en een eigen latrine voor elke familie. Daarmee zorgen we ervoor dat er niet meer zoveel kinderen dood gaan. Natuurlijk waren er mensen die niet wilden meedoen, vooral ouderen die al zo lang gewend waren hun behoefte in de open lucht te doen. Maar de lokale overheid hielp ons een handje. Als voorwaarde voor de oude-daguitkering, moesten ook deze mensen een eigen latrine bouwen en iets bijdragen aan het drinkwatersysteem. Van onze negen wards zijn er nu vijf officieel ‘open defecation free’: er wordt niet meer in de buitenlucht gepoept. Binnenkort volgen ook de andere vier. Als dat karwei is gedaan, hebben onze kinderen echt veel meer kans dan vroeger op een gezond en lang leven. ” <


De meisjes van Toripani krijgen een stem: Geen afzondering meer tijdens de menstruatie, dezelfde rechten als jongens

Sangita (15): “Ook mijn buurmeisje Sorbila verdient een beter leven” Toripani, een arm, maar prachtig dorpje in Nepal met uitzicht op de even majestueuze als mysterieuze sneeuwtoppen van het Himalaya-gebergte. Hier woont Sangita (15), die ons meeneemt naar de dorpsschool waar deze middag haar meisjesclub bijeenkomt. Voor veel meisjes van Toripani is het leven dankzij de club sterk verbeterd. Dat geldt echter niet voor Sorbila (15), buurmeisje en hartsvriendin van Sangita. Maar Sangita heeft een plan. Sangita moet ongeveer een uur lopen voordat zij van haar ouderlijk huis hoog op de berg aankomt bij de dorpsschool. Ze ziet er extra mooi uit vandaag: een wit overhemd met brede puntkraag en daaroverheen een chocoladebruine jurk met kleurrijke bloemetjes. Ze heeft zich zo keurig gekleed, omdat ze bij de meisjesclub graag serieus overkomt. Sangita voert dikwijls het woord tijdens de discussies over allerlei zaken die voor de meisjes erg belangrijk zijn. Ze spreekt ook regelmatig met andere bewoners van Toripani, als de club vindt dat dingen in het dorp in de toekomst echt anders moeten. Want sinds de komst van de club, die met steun van Plan werd opgezet, hebben de meisjes van Toripani een stem.

DALITH Sangita: “Toen een mevrouw van Plan bij ons aan de deur kwam om te vragen of ik mee wilde doen met de meisjesclub, riep ik meteen ‘ja!’. Mijn ouders vonden het gelukkig ook goed

dat ik twee keer in de week na school naar de club zou gaan. Ik ben zo blij met mijn vader en moeder. Zij vinden school belangrijk voor mij. Ze willen het liefst dat ik zoveel mogelijk leer. Ook bij de club, over de rechten van meisjes. Mijn vader is kleermaker. En wij zijn Daliths, dat is de laagste klasse in Nepal. Iedereen kijkt op ons Daliths neer, daarom wil mijn vader juist zo graag dat ik studeer. Hij houdt veel van mij en wenst me een beter leven. Maar niet alle Dalith-meisjes hebben zulke goede ouders. De meeste Dalith-meisjes gaan amper naar school. Of ze worden er al snel vanaf gehaald om te werken of te trouwen.”

IN DE STEEK GELATEN Wanneer we op het schoolplein van Toripani arriveren, zien we dat de klassen hier vol meisjes zitten. “Dat was een paar jaar geleden heel anders,” vertelt Sangita. “Door de meisjesclub is veel veranderd. Wij stappen bijvoorbeeld op ouders af die hun dochters

thuishouden om ze te laten werken. Dan leggen we uit waarom school voor meisjes net zo belangrijk is als voor jongens. Nepal is niet meer zoals vroeger. Meisjes moeten voor zichzelf opkomen, want steeds meer jonge moeders worden tegenwoordig in de steek gelaten, omdat hun man bijvoorbeeld ver van huis werkt en dan verliefd wordt op een ander. Die moeders moeten dan voor zichzelf en hun kinderen kunnen zorgen. En steeds meer meisjes weigeren om te trouwen als ze nog jong zijn. Ze willen een carrière en pas later trouwen. Maar als je niet naar school mag, dan kun je zulke dromen wel vergeten.”

MENSTRUATIE Nadat Sangita ons, bezoekers uit het buitenland, aan de leden van de meisjesclub heeft voorgesteld, horen we welke onderwerpen er vandaag zoal ter tafel komen. Surga Saheel (12), haar handen nog vol rododendronbloemetjes waarmee we zijn verwelkomt, vertelt dat ze nu elke ochtend op dezelfde > WACHTKAMER •

91


Terwijl de meeste meisjes van Toripani tegenwoordig naar school mogen, moet Sorbila (15) altijd thuisblijven. Haar leven bestaat uit werken, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. tijd mag opstaan als haar broertjes. Ze legt uit: “Wij hebben onze ouders gezegd dat discriminatie tussen jongens en meisjes niet eerlijk is. Als oudste meisje moest ik altijd heel vroeg op om water te halen., Iedere ochtend twee uur lopen, heen en terug. En mijn broertjes mochten doorslapen, omdat ze zo hard moeten studeren. Zij mochten naar de Engelstalige school, ik niet. Sangita en twee andere meisjes van de club zijn bij mijn ouders op bezoek geweest en nu is alles anders. Mijn broertjes en ik halen om de beurt water en ik mag dit jaar ook naar de Engelse school. Sangita zei tegen mijn moeder: ’Gun uw dochter de kansen die u zelf nooit heeft gehad.’ En aan mijn vader vroeg ze: ’Houdt u niet evenveel van uw dochter als van uw zoons?’.” Een veelbesproken onderwerp bij de club is de menstruatie. Een van de meisjes heeft gehoord dat heet water drinken helpt bij menstruatiepijn. Een ander meisje vertelt dat ze bij haar thuis geen water hebben en hoe vervelend dat is als je ongesteld bent.

ONREIN Een gedeeld probleem van de meisjes is dat ze als onrein worden beschouwd als ze ongesteld zijn en dan niet in huis mogen slapen. Ze worden in hun eentje naar een verlaten huisje of hut gestuurd. Dat is het moment waarop verkrachters kunnen toeslaan. Sangita: “Sommige meisjes van de club hebben al met verkrachting te maken gehad. Daar durfden wij hier in Toripana eerst niet over te praten. Maar nu hebben met elkaar besloten dat we iedere verkrachting gaan melden; we maken het als groep openbaar. En we

92

• WACHTKAMER

gaan er met alle meisjes van de club ook tegen protesteren dat we niet thuis mogen slapen als we ongesteld ziijn. Dat is niet meer van deze tijd en veel te gevaarlijk.” Na de clubbijeenkomst lopen we met Sangita de berg weer op, niet naar haar ouderlijk huis, maar naar het huis van haar hartsvriendin en buurmeisje Sorbila (15). “De buren zijn heel arm”, vertelt Sangita. “Sorbila’s vader is steenhakker, maar hij heeft al heel lang pijn aan zijn schouder en dan kan hij kan soms weken niet werken. Sorbila is de oudste en ze heeft een rotleven! Toen we nog klein waren, zaten we samen op school. Maar Sorbila miste veel lessen; ze heeft nooit goed leren lezen. En toen ze negen was moest ze van school om te gaan werken en haar moeder te helpen. Ze heeft vier broertjes en zusjes. Ik wilde toen eigenlijk ook niet meer naar school. We waren altijd samen. Maar mijn vader werd boos. “Jij gaat studeren, want jij wordt later lerares!”, zei hij. Toen was ik het niet met hem eens. Maar nu weet ik dat hij gelijk heeft. Want ik wil graag lerares worden. Ik ben dus blij dat ik niet van school ben gegaan.”

BIJZONDER PLAN Vandaag heeft Sangita een bijzonder plan. Ze wil een gesprek met Sorbila en haar moeder om te proberen Sorbila toch weer naar school te krijgen. En naar de meidenclub… Sorbila woont met haar familie in een huisje van leem met een rieten dak. Op het erf scharrelen wat kippen rond en in het stro onder een afdakje ligt een buffelkalfje dromerig te herkauwen. In

Als oudste dochter moet Sorbila voor de kinderen zorgen. de verte zien we het dak van de wereld, de met eeuwige sneeuw bedekte toppen van het Himalayagebergte. Sangita wijst op een meisje in een rood trainingsvestje met streepjesmouwen, druk bezig met het vlechten van een reusachtige vloermat: “Sorbila!”. Sorbila heeft een paar zwarte vegen op haar gezicht. Wanneer we haar de hand schudden verontschuldigt ze zich met een glimlach: “Ik heb net mijn haren geverfd.” Meisjes in Nepal vinden gitzwarte haren erg mooi en gebruiken daar natuurlijke kleurstoffen voor, die goed hechten. We ontmoeten ook Sorbila’s zusje Mandevi (12) en haar moeder Mina (33), die haar jongste zoontje van één op schoot heeft. In tegenstelling tot Sorbila, gaat Mandevi wel naar school. Zij kan lezen, schrijven en rekenen. Sorbila, die thuis schoonmaakt, de kinderen verzorgt en elke dag ook nog een paar uur op de akkertes van de buren moet werken, betaalt daarmee Mandevi’s schooluni-


Sangita probeert de moeder van haar buurmeisje en hartsvriendin te overtuigen dat ook Sorbila naar school moet om te leren lezen en schrijven.

form en boeken. Moeder Mina bekent: “Ik voel me schuldig. Sorbila offert zich als oudste op voor de rest van het gezin, daar schaam ik mij soms over.” Hoe Sorbila dat zelf ervaart, vertelt zij nadat ze haar huilende jongste broertje heeft verschoond en te slapen heeft gelegd. “Ik droom er vaak over te kunnen lezen en schrijven. Dan komen de letters in boekjes tot leven en vertellen ze mij al hun geheimen. Een paar letters weet ik nog van vroeger. Maar hele woorden of zinnen begrijp ik niet. Ik ben soms jaloers als Sangita naar school gaat; ze zwaait altijd als ze hier langsloopt. Mijn liefste wens is ooit uit mijn leven te ontsnappen om ook lerares te worden. Sangita is mijn grote voorbeeld.” Mina zucht, terwijl zij Sorbila aanhoort. “Bij Sangita thuis hebben ze het niet zo moeilijk als wij. Ik moet regelmatig met mijn man naar het ziekenhuis. Dan zijn we dagen weg en is zijn we afhankelijk van Sorbila. We hebben soms niet te eten, omdat mijn man niet genoeg verdient. Sorbila is sterk, zij werkt voor twee. Heeft mijn man last van zijn schouder, dan brengt alleen Sorbila nog wat geld binnen…” Mina vertelt dat er laatst een jongen langskwam, die met Sorbila wilde trouwen. Ze wees hem de deur. Er is geen geld voor een bruidsschat, bovendien kan ze Sorbila nog niet missen. Sorbila lacht verlegen: “Ik wil ook nog niet trouwen. Ik voel me veel te jong. Ik ga liever terug naar school.”

ANALFABETE En dat is nu precies waar Sangita het vandaag over wil hebben. Ze vraagt

of ze even met Mina over Sorbila mag praten. Mina haalt er haar schoonzus bij, die oplettend meeluistert. Sangita vraagt eerst naar Mina’s eigen tienertijd. Mina vertelt dat ze op haar zeventiende is uitgehuwelijkt aan Sorbila’s vader. En ze is analfabeet, bekent ze, “omdat mijn ouders mij nooit hebben aangemoedigd om naar school te gaan. Als kind wilde ik graag leren lezen en schrijven, het doet mij nog steeds pijn dat ik dat niet kan.” “Vind u het dan niet erg, dat Sorbila nu dezelfde kant opgaat?”, vraagt Sangita. “Ja, maar wat kan ik daaraan doen?”, reageert Mina. “Uw kinderen zijn nu wat ouder en u

heeft nog maar één kleintje”, antwoord Sangita. ”Stel dat u af en toe ook bij de buren op het land gaat werken? Dan kan Sorbila naar school, zou u dat aankunnen?” “Ik zou de kleine op de rug kunnen nemen…” “U maakt uw dochter daar heel gelukkig mee. En ze heeft later veel meer mogelijkheden. Misschien kan ze dan ook beter voor u zorgen.” “Als dat zo is wil ik daar mijn best voor doen.” “En mag Sorbila dan ook mee naar de meisjesclub? Dat is maar twee keer per week.” “Als mijn dochter daar ook belangrijke dingen leert.” “Ja, heel belangrijke dingen. Alle meisje en vrouwen van Toripani profiteren ervan. U ook.” “Dan is het goed.” De tante van Sorbila knikt instemmend. Sorbila mag naar school, om alsnog te leren lezen en schrijven. En naar de meisjesclub van Plan. Sorbila is blij en babbelt nog even vrolijk proestend na met haar beste vriendin. Deze keer gaat het over… jongens. <

Geef € 2,50 voor het werk van Plan voor meer Girl Power! Girls first

SMS NU “GIRL” NAAR 4333

In deze Girl Power Portretten staat het werk van ontwikkelingsorganisatie Plan centraal. Nepalese meisjes vertellen zelf hoe Plan hun leven veranderde en hoe zij zich nu op hun beurt inzetten voor andere Nepalese vrouwen en meisjes. Maar Rojina heeft extra steun nodig, zodat ze straks naar de Engelse school kan. En natuurlijk moeten er moeten nog veel meer vrouwencoöperaties en meisjesclubs komen. Ook mogen kinderen niet onnodig sterven. Moeders moeten hun kinderen veilig drinkwater kunnen geven en ook de

allerarmste gezinnen moeten op z’n minst een eigen latrine krijgen, om dodelijke ziektes te voorkomen. Plan werkt hard en effectief, maar kan dat alleen met jouw steun. Dus doe iets moois met je knaak! Geef die € 2,50 voor nog meer Girl Power in Nepal of in andere landen, waar meisjes en moeders het moeilijk hebben! Wil je meer weten, schrijf je dan in voor de nieuwsbrief van Plan Nederland op www.plannederland.nl of praat mee op twitter.com/PlanNederland of www.facebook.com/plannederland.

WACHTKAMER •

93


w

Wachtkamer Portret

Jeroen Geurts: “Niet de ontsteking veroorzaakt de zenuwbeschadiging, maar andersom. MS is primair een hersenaandoening in plaats van een auto-immuunziekte!”

Tekst: Maarten Schikker, Gideon van Aartsen

94

• WACHTKAMER


w

Doorbraak in onderzoek naar oorzaak MS

Jeroen Geurts ontcijfert de geheimen van ons brein Wat is het geheim van onze grijze cellen? Komen we er ooit achter hoe het menselijk brein werkt? En waar gaat het soms mis in onze bovenkamer? Jeroen Geurts (35) publiceerde in 2007 met Dick Swaab (Wij zijn ons brein) het boek Over de Kop: fascinerende vragen over het brein. Ook verraste de ambitieuze en geruchtmakende hersenwetenschapper vriend en vijand met een doorbraak in het onderzoek naar de ziekte multiple sclerose (MS).

“We hebben de afgelopen jaren enorme vorderingen gemaakt,” vertelt Geurts enthousiast. “Ware dat niet zo, dan was ik allang gestopt met mijn onderzoek naar de oorzaak van MS. Mijn werk moet wel betekenis hebben. Ik heb een nieuwe MRI-scan techniek gecombineerd met onderzoek naar het hersenweefsel van overleden MS-patiënten. Het resultaat was verbluffend. Ik was behoorlijk nerveus toen ik mijn bevindingen afgelopen januari in Amerika moest presenteren, tijdens een lezing voor een zaal vol wetenschappers in de Cleveland Clinic in Ohio, een van de leidende centra ter wereld op het gebied van MS-onderzoek. MS wordt klassiek als auto-immuunziekte beschouwd: Afweercellen van ons immuunsysteem vallen normaal gesproken alleen lichaamsvijandige stoffen aan, maar bij MS attaqueert het immuunsysteem onze lichaamseigen stof myeline. Myeline vormt een beschermende, impulsgeleidende laag rond de zenuwuitlopers. Wanneer deze myelinelaag wordt afgebroken ontstaan er ontstekingen, die kunnen leiden tot neurologische storingen en uiteindelijk tot de dood van zenuwcellen. Periodieke aanvallen van invaliditeit worden veroorzaakt door nieuwe ontstekingen, die in principe kunnen worden behandeld. Maar ook al behandel je de ontstekingen en lijkt er dan even sprake van verbetering, je kunt de voor MS zo kenmerkende langzame, onomkeerbare achteruitgang, die het gevolg is van schade aan de zenuwcellen, niet stoppen. Door mijn onderzoek van de afgelopen jaren ben ik er langzaam van overtuigd geraakt dat de primaire oorzaak van MS niet die ongewenste auto-immuunreactie is. Volgens mij is de auto-immuunreactie slechts een gevolg van iets dat fout zit in de hersenen en het ruggenmerg. Er is iets mis dat veel dieper ligt, een soort communicatiestoornis binnen het zenuwenstelsel, die de autoimmuunreactie uitlokt. Mijn onderzoeksresultaten onderbouwen deze veronderstelling en met dit nieuwe inzicht

kunnen we verder met het onderzoek naar de oorzaak van MS, dat voor die tijd eigenlijk helemaal vast zat.”

GEKKE NEDERLANDER Jeroen Geurts besloot zijn overtuiging prominent te ventileren tijdens zijn lezing in de Cleveland Clinic. “Ik verwachtte dat de zaal verbaasd of misschien zelfs enigszins beledigd zou reageren: ‘Wat komt die gekke Nederlander nou verkopen? MS een primair een hersenaandoening in plaats van een auto-immuunziekte? Wat

OVER MULTIPLE SCLEROSE (MS) Ongeveer zestienduizend mensen in Nederland hebben multiple sclerose (MS). MS is een ziekte van hersenen en ruggenmerg (het centrale zenuwstelsel). MS betekent dat er op meerdere (multiple) plaatsen in hersenen en ruggenmerg littekens (sclerose) zijn ontstaan. De littekens ontstaan als gevolg van ontstekingen in de isolerende laag (myeline) die rondom de zenuwcellen zit. De oorzaak van MS is niet bekend. In landen met een koel klimaat komt meer MS voor dan in landen met een warm klimaat. Meer vrouwen dan mannen hebben MS. De wetenschap gaat er vanuit dat MS ontstaat door een combinatie van factoren. MS is niet erfelijk maar genetische factoren spelen wel een rol. De meeste mensen krijgen de diagnose MS als ze tussen de twintig en veertig jaar oud zijn. MS is niet besmettelijk. MS is geen spierziekte. Lang niet iedereen die MS krijgt zal een rolstoel nodig hebben. Er is geen medicijn dat MS kan stopzetten of genezen. Er zijn wel medicijnen die de periodes van achteruitgang minder vaak doen optreden en de achteruitgang (progressie) vertragen.

WACHTKAMER •

95

>


een belachelijke gedachte!’ Ik verwachtte een stevige wetenschappelijke discussie. Maar wat gebeurde? Toen ik mijn dia’s op het scherm vertoonde en mijn verhaal afstak voelde ik een toenemend enthousiasme in de zaal ontstaan. De hot shots op de eerste rij knikten instemmend, niks geen hoongelach of boegeroep toen ik mijn hoofdstelling poneerde! De aanwezigen waren het met me eens: De ontsteking kunnen we behandelen, maar ondertussen gaat de zenuwschade wel gewoon door. Alsof er twee verschillende processen spelen in de hersenen van MS-patiënten. Niet de ontsteking veroorzaakt de zenuwbeschadiging, maar andersom. Dat is de wereld op zijn kop, letterlijk! Mijn lezing was een impuls voor alle aanwezigen. In de Cleveland Clinic volgden meteen twee dagen van overleg, microscoopsessies, MRI’s bekijken, discussies en bezoeken aan de laboratoria. Dat gaf me een waanzinnig goed gevoel , een tas vol papieren met aantekeningen om mee naar huis te nemen en een hoofd vol ideeën. Want het denken gaat door natuurlijk, we zijn er nog niet. Er zijn nog geen medicijnen voor MS, we kunnen de ziekte nog niet stopzetten. Maar we weten wel in welke richting we nu moeten zoeken, dat mag je op zich een doorbraak noemen.”

patiënten en de buitenwereld worden gecommuniceerd wat er allemaal in de laboratoria gebeurt, hoe ver we zijn met het zoeken naar de oorzaak van MS en eventuele behandelmogelijkheden voor de gevolgen van de ziekte. Daarom heb ik in 2007 een populair wetenschappelijk boek geschreven met mijn collega’s Dick Swaab, Wim van de Grind en Dick Spoormaker. In 2009 schreef ik mijn tweede boek voor het gewone publiek, Kopstukken: gesprekken met bekende wetenschappers over hersenen en bewustzijn. Een jaar later heb ik met twee collega’s de stichting Brein in Beeld opgezet. We populariseren de wetenschap met krantenartikelen, blogs, discussie- of voorlichtingsavonden en we scherpen de publieke opinie aan, bijvoorbeeld door ons publiekelijk af te vragen waarom de Nederlandse overheid vele malen minder aan wetenschappelijk onderzoek spendeert dan de overheden van Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten? Gelukkig krijgt de stichting MS Research donaties binnen, zij financieren het onderzoek dat zo belangrijk is voor de toekomst van MS-patiënten. De Nederlandse regering laat het afweten. “

Academici mogen zich niet opsluiten in hun ivoren toren

HOOGLERAAR Geurts is niet alleen onderzoeker. Hij werd op 1 oktober 2012 ook benoemd tot hoogleraar ‘translationeel neurowetenschappelijk onderzoek’, een vakgebied dat de brug slaat tussen de belangen binnen de patiëntenzorg en het puur wetenschappelijk laboratoriumonderzoek. Geurts: “Academici mogen zich niet opsluiten in hun ivoren toren. Zij moeten weten wat er onder de MS-patiënten leeft en het verbeteren van hun lot en leven ook zien als een van hun uitdagingen. Daarnaast moet er ook met de

NIET DOODSTAREN “Maar om op mijn leerstoel terug te komen: Translationeel houdt ook in het weghalen van schotten tussen de verschillende medische disciplines. De wetenschappers die zich bezighouden met pathologie, neurologie en filosofie moeten zich niet doodstaren op hun eigen vakgebiedje, maar verbindingen aangaan. Samen een onderzoeksvraag stellen en elkaar vanuit hun disciplines verrijken met kennis. Dat kan leiden tot inspirerende nieuwe invalshoeken. Waar zijn we met z’n allen in geïnteresseerd? Waarvoor moeten we ons inzetten? Wat is onze gemeenschappelijke missie? Het centrale thema is neurodegeneratie. We willen begrijpen waarom de achteruitgang van de MS-patiënt zo progressief en onomkeerbaar is, hoe kunnen we het afsterven van de zenuwcellen permanent tot stoppen brengen? Door zaken anders tegen het licht te houden dan je voorgangers deden of door hun bevindingen ter discussie te stellen kun je soms opeens een sprong voorwaarts maken. Zo is het bij mij gegaan, het oude loslaten en zoeken naar een nieuw perspectief: MS is geen auto-immuunziekte, het moet in de basis een probleem zijn binnen het stelsel van hersenen en ruggenmerg. ”

DE WERELD LEERT DOOR Onze jonge professor Geurts, die naast MS ook de ziekte van Alzheimer onderzoekt, mag graag heilige huisjes omver schoppen. In De Wereld Leert Door, de wetenschappelijke variant op het VARA-programma De Wereld Draait Door, verklaarde hij zonder blikken of blozen op TV: “Mijn voorgangers, de oudere generatie neurowetenschappers, heeft op een verkeerde manier hersenonderzoek verricht. Je moet niet alleen kijken naar wat diverse delen van de hersenen precies doen, maar vooral naar hoe die hersengebieden met elkaar communiceren. Het gaat om een netwerkonderzoek, hoe vindt het intern overleg binnen de hersenen plaats?” Jeroen Geurts brak zich de afgelopen jaren vooral het hoofd over de oorzaak van MS. Eerder onderzocht

96

• WACHTKAMER


SUBSIDIE VAN STICHTING MS RESEARCH Neurobioloog Jeroen Geurts werd op 1 oktober 2012 benoemd tot hoogleraar Translationele Neurowetenschappen aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Hij geeft daar niet alleen les, maar stuurt ook een vierjarige multiple sclerose (MS)-onderzoeksprogramma aan: ‘Neurodegeneratie en neuroprotectie in MS: van molecuul tot kliniek’. Het onderzoek startte in 2010 en wordt door Stichting MS Research gesubsidieerd. Neurodegeneratie houdt in: het progressief disfunctioneren van de zenuwcellen, met als gevolg dat de MS-patiënt last kan krijgen van geheugenproblemen, concentratieklachten en/of fysieke beperkingen. Veel patiënten belanden uiteindelijk in een rolstoel. Doel van het onderzoek is het vertragen of stopzetten van dit proces bij multiple sclerose. Geurts: “Onderzoek naar neurodegeneratie is nu het belangrijkst. De ontstekingen van de zenuwcellen, die worden veroorzaakt door aanvallen van afweercellen van het auto-immuunsysteem, snappen we inmiddels en die kunnen we remmen. Maar de ziekte stoppen of voorkomen is nog niet mogelijk.”

hij waarom de ziekte leidt tot zulke nare gevolgen als geheugenklachten, concentratieproblemen en ernstige fysieke achteruitgang, de zogeheten cognitieve afwijkingen.

CUM LAUDE Reeds in 2005 promoveerde hij als 27-jarige cum laude op onderzoek naar ‘grijzestof-beschadigingen’ bij MS. Geurts legt uit: “Tot die tijd werd MS vooral gezien als een ‘wittestof-ziekte’, een aandoening van de verbindende banen in de hersenen. De grijze stof in het centraal zenuwstelsel heeft als functie het verwerken van informatie, terwijl de witte stof van belang is voor de onderlinge interactie tussen de zenuwcellen. Ik geloofde niet dat problemen met de witte stof konden verklaren waarom de MS-patiënt zoveel functieverlies heeft. Vandaar dat ik naar de grijze stof ben gaan kijken. Bij mijn promotieonderzoek kon ik aantonen dat er afwijkingen zijn in de grijze stof, die de cognitieve afwijkingen bij MS-patiënten veroorzaken.” Zoals gezegd is Jeroen Geurts als onderzoeker zeer afhankelijk van de financiële steun van Stichting MS

Research. Hij onderscheidt twee hoofdstromingen in het onderzoek: de pathogenetische discussie (hoe ontstaat MS?) en de klinische discussie (hoe kunnen we de cognitieve afwijkingen bestrijden). Was het altijd al een jeugddroom van hem, een carrière als professor of onderzoeker in de medische wetenschap?

PROFESSOR BARABAS Glimlachend bekent hij: “Als kind vond ik professor Barabas uit de Suske en Wiske stripboeken een reuze intrigerende figuur. Later professor worden, dat leek mij wel wat. Maar op de middelbare school zag ik een heel andere uitdaging: vreemde talen. Ik wilde tolk worden, liefst simultaanvertaler, razend snel denken en moeilijke zinnen meteen helder en begrijpelijk uitleggen. Mensen, die elkaar niet verstaan verbinden. Mijn ouders zagen dat niet zo zitten en dus is het nu dan toch professor geworden. Alhoewel: het vertalen van medische onderwerpen naar het grote publiek en het verbinden van mensen die alleen hun eigen taal spreken, bijvoorbeeld binnen de verschillende medische disciplines, ligt toch wel in de lijn van de roeping die ik zelf zo ambieerde. <

LAAT DE MS-PATIËNT NIET IN DE STEEK

STEUN HET ONDERZOEK VAN JEROEN GEURTS: SMS ‘MS’ NAAR 4333 (€ 3,- PER BERICHT) Zoals Jeroen Geurts in bijgaand Wachtkamer Portret vertelt laat de Nederlandse overheid het medisch onderzoek in Nederland behoorlijk in de kou staan. Onze regering spendeert vele malen minder aan levensreddende research dan de overheden van Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Daarom is het van belang dat u een bescheiden bijdrage levert aan het dringend noodzakelijke onderzoek van Stichting MS Research. Laat de MS-patiënt niet in de steek. Sms nu ‘MS’ naar 4333 (€ 3,- per bericht).

WACHTKAMER •

97


Door Marjolein Valk

VAN SLACHTOFFER TOT VERTROUWENSPERSOON VOOR LOTGENOTEN

Hoe moeder Josephine overleeft in het Congolese vluchtelingenkamp Masisi ligt in een oerwoudrijk vulkanengebied, de Virunga Mountains, niet ver van Goma aan het Kivu-meer in Oost-Congo. Josephine (37) was gelukkig in Masisi, ze woonde er samen met haar man en acht kinderen. “In een prachtig huis van leem en stro,” vertelt ze. Maar ze moest vluchten toen rebellen haar dorpje binnenvielen. Vele nachten lopen en kruipen door de jungle. Ontredderd en uitgeput belandde ze in vluchtelingenkamp Lac Vert. Maar haar verschrikkingen waren nog niet voorbij. Op een dag, even buiten het kamp, ontmoette ze enkele vreemde mannen. Josephine kwam er niet zonder kleerscheuren vanaf. Nu, een half jaar later, heeft ze haar leven weer een beetje opgepakt en helpt zij, op speciaal verzoek van hulporganisatie CARE, lotgenoten in Lac Vert…

98

• WACHTKAMER


Vraag vrouwen in ruraal Afrika in welk jaar ze zijn geboren. Dan reageren ze vaak verrast en antwoorden diep peinzend: “Ik denk 1981. Of ‘82?”. Vraag vrouwen in de vluchtelingenkampen van de Congolese provincie Noord-Kivu wanneer zij hun dorp zijn ontvlucht. Dan zullen ze zeggen: “Ergens in augustus”. Of: “Wij zijn hier al een maand. Of misschien twee maanden.” Vraag dezelfde vrouwen wanneer zij zijn verkracht. Dan zullen zij antwoorden: “Op 22 oktober 2012. Of: “Afgelopen vrijdag.” Of: “Gisteren”. In het geval van de 37-jarige Josephine was het 22 oktober vorig jaar, laat in de middag. Ze sprokkelde aan de rand van het kamp brandhout om vuur aan te maken voor het avondeten. Ze was alleen, moe, en maakte zich zorgen over wat ze haar acht kinderen te eten moest geven die avond. Ze was ook vijf maanden zwanger. Ze waande zichzelf veilig, hier tussen de struiken op enkele honderden meters van het vluchtelingenkamp. In augustus vorig jaar vluchtte ze

samen met haar kinderen naar Lac Vert, het uitgestrekte vluchtelingenkamp aan de rand van de stad Goma. Twee rebellenbewegingen, de M-23 en strijders van de muitende generaal Ntaganda, waren met grof geweld de regio Masisi binnengevallen. Ze hadden veel mannen gedood, vrouwen verkracht en kinderen ontvoerd. Nog net voordat de rebellen ook haar dorpje bereikten, konden Jospehine en haar man hun kinderen verzamelen en waren ze de bush in gerend. Er bevonden zich nog honderden andere vluchtelingen uit de regio in de jungle. Allemaal doodsbang, niet alleen voor de rebellen, maar ook voor de bombardementen op de rebellen door vliegtuigen en helikopters van het regeringsleger. Ze verstopten zich bij daglicht, om ’s nachts de bergen af te dalen, richting Goma, uren lopen en kruipen door het dichtbeboste oerwoud vol slangen en ander ongedierte. Het was verschrikkelijk. Onderweg naar het vluchtelingenkamp raakte Josephine haar man kwijt; hij was een andere kant op gegaan. Gelukkig hadden zij nog beiden hun mobiele

telefoon. Ze spraken elkaar soms, zelfs nog nadat zij en de kinderen al in Lac Vert waren gearriveerd. Hij kon daar niet naartoe komen, zei hij. Ze moest geduld hebben. In de eerste weken heeft hij haar ook nog een paar keer geld gestuurd. Maar nadat ze hem eerlijk had verteld over de verkrachting tijdens het hout sprokkelen, heeft ze nooit meer iets van hem vernomen. Josephine: “Ik denk niet dat hij het heeft geaccepteerd. Hij kan er niet mee leven, ook al beweerde hij het tegendeel. Sinds ik het hem heb verteld, heeft hij geen contact meer gezocht en is hij ook gestopt met het sturen van geld. Hij ondersteunt de kinderen nu op geen enkele manier. Ik sta er helemaal alleen voor.”

BOUWSEL VAN STRO Ze kijkt op, met bedroefde ogen en wrijft zich met de rug van haar rechterhand over het gezicht. Dan vervolgt ze haar verhaal. “Na de verkrachting had ik het erg moeilijk. Veel pijn, ik verloor veel bloed, had moeite met lopen. Pas na de geboorte van de baby voelde ik me >

“Liefst zou ik hier weg willen, maar ik heb geen keuze.” WACHTKAMER •

99


weer een beetje beter. Van de mensen hier in het kamp krijg ik weinig steun. Ze praten achter mijn rug, willen soms niets met me te maken hebben. Ze ontwijken me, raken mijn baby niet aan. “Hoe kan ze een kind hebben zonder man?,” vragen ze zich af. “Sommigen zien me zelfs als een bedreiging, alsof ik een mannenverleidster ben. Liefst zou ik hier weg willen. Maar ik heb geen keuze. Ik moet hier wonen. Ik kan nergens anders heen. De rebellen zijn nog steeds heer en meester in de bergen. Ik moet dus hier blijven, in de ellende.” Josephine haalt herinneringen op aan haar leven voordat de problemen begonnen: een echtgenoot, voedsel voor iedereen, een fijn huis, een klein bedrijf. “Kijk nu eens naar deze tent. Er is hier niets.” Tent is nog een luxe benaming voor het bouwsel van stro, stokken, lappen en aan stukken gescheurde jutezakken waarin Jospehine en haar kinderen bivakkeren. Ze maakt zich voortdurend zorgen over haar kroost, vooral over haar vier meisjes van wie de oudste inmiddels veertien is. “Ik ben zo bang dat haar hetzelfde overkomt als dat mij is overkomen. Ze is bijna volwassen. Hoe moet ik haar beschermen? Soms verlaat ze het kamp, op zoek naar werk. Dan duurt het soms een week voordat ze terug keert. Ik kan u bijna niet uitleggen hoe hard mijn leven nu is.”Ze kijkt naar de slapende baby in haar armen. “Ik had tot voor kort niet eens sokjes voor mijn kleintje...”

WANHOPIG Josephine’s leven is hard, evenals dat van de ruim 40.000 andere ontheemden die momenteel moeten overleven in de diverse kampen aan de rand van Goma. Alleen al in Lac Vert verblijven 24.000 mensen, die door het militaire geweld van huis en haard zijn verdreven, geen bezittingen konden meenemen en vol zitten met trauma’s. Het is logisch dat deze mensen vaak wanhopig en explosief zijn. Vrouwen zijn erg kwetsbaar, omdat hun mannen vaak zijn vermoord, door de rebellen zijn ontvoerd en gerekruteerd, of gewoon zijn weggelo-

100

• WACHTKAMER

pen, zoals de man van Josephine. De mannen in de kampen hebben vaak niets meer te verliezen, ze zijn gefrustreerd, gewelddadig en eisen seks. Sommige vrouwen en meisjes prostitueren zich om aan geld voor voedsel te komen en doen ze dat niet, dan lopen ze grote kans te worden verkracht. Hulporganisatie CARE verricht belangrijk werk in drie grote vluchtelingenkampen nabij Goma, waaronder ook Lac Vert. Allereerst voor moeders als Josephine, die slachtoffer zijn van seksueel geweld, weg willen blijven uit de prostitutie en echt helemaal niets meer hebben om de monden van hun kinderen te voeden. Zij worden geholpen

met een klein bedrag dat hen financieel weer een beetje op de been brengt. Van de Congolese overheid kunnen deze moeders namelijk niets verwachten, de regering in hoofdstad Kinshasa is te ver weg en heeft geen enkele mogelijkheid tot het geven van steun aan de vluchtelingen. Onlangs was Goma zelfs even in handen van de rebellen. De regering heeft er vrijwel geen macht, er is alleen wat bescherming van de in Goma gestationeerde VN-vredestroepen.

WINKELTJE Josephine is een van de 186 vrouwen in kamp Lac Vert, die van CARE een directe bijdrage ontving voor het kopen


wat ze er lichamelijk aan over heeft gehouden. Praten over wat er is gebeurd is ook erg belangrijk. Voor mij was de gesprekstherapie met de begeleider, die mij heeft bijgestaan als het herwinnen van mijn geest. En dit proces gaat door nu ik zelf begeleider ben. Want ik heb echt nog niet alles verwerkt, daarvoor zijn mijn wonden nog te vers. Ik heb nog steeds momenten, dat ik me in mijn tent verstop en huil. Maar een paar dagen later gaat het weer wat beter. Dan praat je weer met een lotgenoot en besef je: Als ik haar help, dan help ik ook mezelf. We moeten elkaar steunen, dit gezamenlijk verwerken, want het leven gaat door.”

DROOM

Josephine leeft met haar negen kinderen, waaronder haar pasgeboren baby, in een bouwsel van stokken, stro en lappen.Soms verstopt zij zich in haar tent en huilt. Linksonder: Zij vond steun bij CARE en is nu zelf hulpverleenster. van voedsel, het betalen van schoolspulletjes voor de kinderen en het beginnen van een eigen winkeltje of andere activiteiten die een inkomen opleveren. Josephine verkoopt snoep en groenten, die zij tegen een lage prijs heeft kunnen inkopen met het geld van de financiële bijdrage van CARE. Een gedeelte van de winst besteedt ze aan het gezin, de rest van de winst gaat weer naar het inkopen van nieuwe snoep en groenten. Zo overleeft Josephine met haar gezin, ze heeft zelfs sokjes voor haar baby kunnen kopen. Maar het verstrekken van kleine bedragen is niet het enige werk van CARE in de Congolese kampen. Zoals gezegd lijden talloze vluchtelingen onder traumatische ervaringen en is er sprake van veel seksueel gerelateerd geweld. CARE verzorgt in de drie grootste vluchtelingenkampen de training van speciale begeleiders, die algemene informatie ter voorkoming van seksueel geweld verspreiden, mannen respect voor vrouwen bijbrengen en vooroordelen proberen de kop in te drukken. Daarnaast zoeken de begeleiders de slachtoffers op, ze brengen hen voor medisch onderzoek naar de gezondheidscentra, wijzen de weg naar andere diensten en zorgen voor psychosociale hulp. Het bijzondere is dat deze begeleiders zelf ook ontheemden zijn en te maken hebben gehad met seksueel gerelateerd geweld. Zij zijn dus lotgenoten, die niet alleen uit eigen

ervaring weten waarover de slachtoffers praten maar ook hoe je met je trauma’s kunt leren leven of er zelfs van bevrijd kunt worden. Tot nu toe heeft CARE negentig begeleiders getraind, waarvan er dertig in Lac Vert werken. En één van die dertig is Josephine. “Wat er met mij is gebeurd, staat niet op zichzelf,” vertelt ze. “Dit is veel vrouwen overkomen. Als ik hoor dat iemand iets vergelijkbaars heeft meegemaakt, dan zoek ik haar op en neem ik haar mee naar de kliniek om te kijken

En wat is Josephines droom? Ze lacht: “Dat mijn kinderen goed terecht komen. Ik wil ze goed te eten geven, op school houden. En wat zou het fijn zijn als ik mij geen zorgen meer zou hoeven maken om de veiligheid van mijn dochters. Alles wat ik wil, is leven in een vreedzame omgeving, zonder gevechten om ons heen.” Maar op dit moment is ze nog hier, in Lac Vert. In haar bouwsel van stokken en stro op het harde zwarte lavagruis bij Goma, te midden van wapperende tentdoeken en stil leed. Hier gromt niet alleen de vulkaan, het gevaar komt van alle kanten. Vooral van de medemens. Nog altijd woedt de burgeroorlog, dagelijks huilen de vrouwen en de meisjes. In de verte in de Virunga Mountains, maar ook hier in het kamp. CARE helpt Josephine, Josephine helpt haar lotgenoten. En wie helpt CARE? Jij? Josephine zou je dankbaar zijn. <-

Geef moeders als Josephine een nieuw leven STEUN CARE MET 6 EURO, OF KOM IN ACTIE! CARE verricht fantastisch werk in de vluchtelingenkampen van Oost-Congo, waar het leven voor veel mensen, vooral moeders en kinderen, zo uitzichtloos en zwaar is. CARE helpt moeders, die alles zijn verloren, financieel weer op de been. CARE strijdt tegen seksueel gerelateerd geweld en vangt de slachtoffers van dit geweld op. CARE geeft deze meisjes, jonge vrouwen en moeders een nieuw leven, helpt hen bij een nieuw begin. CARE kan dit alleen dankzij mensen zoals jij,

met een hart voor de medemens, waar ook ter wereld. Ga naar WWW.CARENEDERLAND.ORG en steun CARE met een gift van minimaal 6 euro, of verzin een leuke actie om geld in te zamelen. Dankzij deze giften kan CARE weer veel mensen op weg helpen en een nieuwe start geven; mensen zoals bijvoorbeeld Josephine.

WACHTKAMER •

101


KINDERARBEID DE WERELD UIT: HET KAN!

e

Tekst: Selma Kers, bewerking: Rob Bartlema/foto’s: Gerdien ten Cate

In Kitubulu bij het Victoriameer werken de kinderen nu op school Kinderarbeid is een onrecht en volstrekt onacceptabel. Een kind hoort op school, niet op het werk. Het Hivos zet zich in voor ‘Child Labour Free Zones’, waar geen kinderarbeid bestaat. Dit klinkt idealistisch, maar het kan écht. Een succesvol voorbeeld is Kitubulu in Oeganda. Met dank aan de bewoners van het dorp zijn honderden kinderen gestopt met werken. Door te leren en een diploma te halen werken de kinderen nu voor zichzelf aan een betere toekomst.

“Elke dag van 07.00 uur ’s ochtends tot 20.00 uur ’s avonds, werkte ik in een restaurantje, ik was altijd moe en voelde me slecht.” Zahara Abdulkarim (15) woont in Kitubulu, aan de kust van het machtige Victoriameer in Oeganda. Op heel jonge leeftijd had Zahara al een fulltime baan, met goedkeuring van haar oma, die voor Zahara en nog een hele rij kleinkinderen zorgt. Maar sinds kort gaat Zahara weer naar school.

102

• WACHTKAMER

Haar dorp is nu een ‘Child Labour Free Zone’, een plek waar geen kinderarbeid meer bestaat. In Afrika, ZuidAmerika en Azië worden onder druk van lokale organisaties steeds meer van dit soort zones in dorpen of op plantages gerealiseerd. Iedereen daar is ervan overtuigd – ouders, werkgevers, kinderen, leraren, overheidsinstanties – dat kinderen niet horen te werken, maar recht hebben op onderwijs. Kinderarbeid is namelijk niet


CAMPAGNE STOP KINDERARBEID ‘Stop Kinderarbeid – School, de beste werkplaats’ is een internationale campagne, gecoördineerd door Hivos. De campagne werkt samen met lokale partners in ontwikkelingslanden. In Nederland wordt de campagne gevoerd met de Algemene Onderwijsbond (AOb), FNV Mondiaal, ICCO & Kerk in Actie, de Landelijke India Werkgroep (LIW) en Stichting Kinderpostzegels Nederland. Stop Kinderarbeid heeft als doel het uitbannen van alle vormen van kinderarbeid en het verzorgen van regulier dagonderwijs voor kinderen tot tenminste vijftien jaar. In Nederland en Europa roept de campagne consumenten, overheden, internationale organisaties en bedrijven op zich in te zetten tegen kinderarbeid en deel uit te maken van de oplossing. In Azië, Afrika en Latijns-Amerika werken lokale organisaties aan het uitbannen van kinderarbeid door het creëren van zogenaamde ‘Child Labour Free Zones’. Iedereen is zo’n zone vindt dat kinderarbeid geen noodzakelijk kwaad is, maar volstrekt onacceptabel. zozeer het gevolg van armoede, maar van vastgeroeste opvattingen, sociale onrechtvaardigheid en politieke onwil.

STOP KINDERARBEID Ontwikkelingsorganisatie Hivos wil met de campagne ‘Stop Kinderarbeid – School de beste werkplaats’ samen met lokale organisaties zoveel mogelijk van dit soort kinderarbeid vrije zones creëren. Eén van de partners van Hivos is ‘Kids in Need’ in Oeganda. Deze organisatie werkt onder andere met vrijwilligers uit de gemeenschap, die huisbezoeken afleggen om ouders ervan te overtuigen dat ze hun kinderen niet moeten laten werken, maar naar school moeten brengen. Ook praten zij met werkgevers. Op deze manier is bijvoorbeeld in het dorp Kitubulu, waar Zahara woont, al veel bereikt: vorig jaar steeg het aantal kinderen dat er naar school gaat in één semester van 300 naar 560 kinderen.

DROP-OUTS Visser Kitaka Daudi (32) is een van de dorpscomitéleden die zich in Kitubulu hard maakt voor het uitbannen van kinderarbeid daar. “Vroeger was ik zelf een drop-out, ik ging niet naar school en was al heel jong een fisherboy,” vertelt hij. “Dat zijn jongetjes die hier voor een habbekrats vis verzamelen bij het Victoriameer, als de vissers ’s nachts terugkeren met hun vangst. Toen ik zelf visser werd, gaf ik ze ook altijd wat geld. Maar door het werk van Kids in Need raakte ik ervan overtuigd dat die jongetjes terug moesten naar school. Nu hou ik ze als comitélid in de gaten; ik bezoek de jongens thuis en praat ook met hun ouders. Op eentje na gaan ze nu allemaal naar school.” “Dankzij de Child Labour Free Zone in Kitubulu hebben wij 272 nieuwe leerlingen uit dit dorp binnengekregen,” zegt Ssimba Moses. Hij is hoofd van de Entebbe basisschool. “Veel van deze kinderen zijn wezen en moesten al op heel jonge leeftijd gaan werken. Ze hadden geen ouders die ze stimuleerden om onderwijs te volgen en geen geld voor een schooluniform, boeken en pennen. Vrijwilligers hebben deze kinderen opgezocht en hen aangemoedigd om voor school te kiezen en niet voor werk. ” Moses en zijn lerarenteam doen er alles aan om de leerlingen uit Kitubulu binnen boord te houden. “Door te

leren en een diploma te halen, werken de kinderen zelf aan een betere toekomst. We geven ze ook voorbeelden van succesvolle oud-leerlingen uit hun dorp, zoals de dokter of de leden van het dorpscomité. Dat overtuigt ze! En tijdens vakanties organiseren we extra activiteiten, zoals leiderschapstraining. Op onze school lopen nu al goede toekomstige leiders rond!” <

HELP KINDEREN ALS ZAHARA NAAR SCHOOL! Volgens het VN Verdrag voor de Rechten van het Kind hebben alle kinderen recht op onderwijs! Steun Hivos en haar lokale partnerorganisaties bij hun succesvolle aanpak! Help mee de Child Labour Free Zones uit te breiden. Hierdoor gaan al meer dan een miljoen kinderen niet meer dagelijks naar hun werk, maar naar school. Met een eenmalige sms-donatie van 3 euro help je Hivos de kinderen naar school te brengen en een toekomst te geven. School is immers de beste werkplaats!

SMS CLF NAAR 4333* Scan de code en bekijk het filmpje over Child Labour Free Zones of ga naar www.stopkinderarbeid.nl * kijk voor de voorwaarden op stopkinderarbeid.nl/smsdoneren

WACHTKAMER •

103


Nederlandse Stefan werd ternauwernood gered, maar vooral kinderen verliezen de strijd tegen TBC

DE STILLE

SLUIP-

MOORDENAAR Door Hans Scholte

In Egyptische mummies zijn sporen ontdekt van tuberculosebesmetting. Tbc is al eeuwen een meedogenloze killer, verantwoordelijk voor de dood van miljoenen mensen. In de 19e eeuw roeide de bacteriële infectieziekte een kwart van Europa’s volwassen bevolking uit. En ook vandaag sterft nog elke 22 seconden iemand aan de gevolgen van tbc. Vooral kinderen zijn het slachtoffer. Afgelopen maart was er een schokkend bericht dat maar weinig kranten haalde: ‘Nieuwe dodelijke stammen van tuberculose verspreiden zich over de wereld’.

tefan de Blij, een twintiger in dienst bij buitenlandse zaken, wist niet wat hem overkwam toen hij in San Francisco een opdracht uitvoerde aan het Nederlandse Consulaat-Generaal. Hij vertelt: “Je wordt overvallen door een onzichtbare vijand. Iets dringt je lichaam binnen. En als je er niets tegen doet kan dat je einde betekenen. ” Het was begin december. Stefan werd geplaagd door een pijnlijke hoest, die volgde op een periode van nachtzweten. “Dan werd ik wakker en was ik van top tot teen nat. Maar vooral die hoest was angstaanjagend. Ik ging naar een Amerikaanse huisarts. Hij gaf me een lichte antibioticakuur, maar dat hielp niet.” Stefan reisde voor de kerst terug naar Nederland, waar hij in het ziekenhuis terechtkwam. Er werd een CT-scan gemaakt, waarbij de specialist hem meedeelde: “Het zou de Ziekte van

104

• WACHTKAMER


Tbc is een stille sluipmoordenaar, vooral kinderen onder de drie jaar in de allerarmste landen zijn ontzettend kwetsbaar. - Malawi, Foto Gideon van Aartsen -

Hodgkin of bloedkanker kunnen zijn...” Stefan: “Emotioneel kom je dan in een soort wasmachine terecht. Je weet niet wat je moet denken of wat er gaat komen. Je zoekt naar vaste grond onder je voeten, maar die is er niet. Op oudejaarsavond keek ik vanuit mijn kamer naar het vuurwerk buiten, toen kwamen de tranen. Je hebt geen enkele zekerheid meer.” Het onderzoek zou nog drie dagen vergen. Op 3 januari kreeg Stefan te horen dat hij open tbc had. Open tuberculose is een andere naam voor de besmettelijke vorm van longtuberculose. Stefan moest in quarantaine. “Ik was het jaar daarvoor in drie verschillende landen geweest, ik had in tal van vliegtuigen gezeten. Ik kon het overal hebben opgelopen.” Maar Stefan had ook geluk. Hij was niet besmet met een van de nieuwe resistente stammen van tbc, die zich nu verspreiden en op dit moment zeer moeilijk te genezen zijn. Stefan’s medicijnen sloegen aan. “Na twee maanden antibiotica was ik niet meer besmettelijk voor anderen. Ik kon weer gaan en staan waar ik wilde. Mijn missie was zo snel mogelijk mijn oude leventje oppakken. Ik ging weer lekker drummen in mijn bandje, sporten, fietsen. De periode van angst en zelfbezinning, tijdens de tbc, had me dichter bij mezelf gebracht. Je beseft dan even heel goed hoe kwetsbaar je als mens bent.”

VOORAL KINDEREN ONDER DRIE JAAR VERLIEZEN DE STRIJD Stefan werd gered. Maar elke 22 seconden sterft er, ergens op deze wereld, iemand aan tbc. Vierduizend mensen per dag! Daar denkt hier in Nederland bijna nooit iemand over na, omdat we hier relatief veilig zijn voor de ziekte. Al weet je het maar nooit, zie het

verhaal van Stefan. Sinds zijn oprichting in 1903 voert het KNCV Tuberculosefonds een verbeten strijd tegen de geniepige tbc-bacterie, in 1882 ontdekt door Robert Koch. Probleem is dat de bacterie zich telkens in andere vormen ontpopt. Ons Nederlandse KNCV Tuberculosefonds is een van de voortrekkers van de wereldwijde tbc-bestrijding. Regelmatig worden antibiotica na intensief onderzoek aangepast en verbeterd, opdat ze ook in ontwikkelingslanden succesvol en tegen relatief lage kosten (zo’n zestig euro, die de patiënt zelf niet hoeft te betalen) kunnen worden ingezet. Maar de tbc-bacterie is slim, vecht terug en verandert (vooral bij verkeerd medicijngebruik) razend snel in nieuwe resistente stammen. Het is een voortdurende strijd tegen de klok, een gevecht op leven en dood, letterlijk. Want na het aidsvirus is tbc nog altijd de meest dodelijke infectieziekte ter wereld. Jaarlijks maakt de bacterie zo’n negen miljoen mensen ziek, waarvan er ongeveer 1,5 miljoen overlijden. Kinderen onder de drie jaar zijn extra kwetsbaar en verliezen de strijd, omdat hun immuunsysteem nog niet volledig is ontwikkeld en omdat van de sterke antibiotica geen kindervriendelijke doseringen beschikbaar zijn. Tbc-specialisten steken veel energie in hun speurtocht naar een wondermedicijn voor kinderen, maar dat is er (nog) niet. Ieder jaar vallen wereldwijd honderdduizenden kinderen ten prooi aan de mycobacterium tuberculosis. Er moet meer geld beschikbaar komen voor goede vaccinatieprogramma’s, die geen waterdichte garanties bieden maar bij een aantal vormen van tuberculose wel veel leed kunnen voorkomen.

TBC IN NEDERLAND In Nederland maakte tbc aan het eind van de negen-

WACHTKAMER •

105

>


Wereldwijd staat tbc na aids op nummer 2 als het gaat om de meest dodelijke infectieziekten. Niet Afrika, maar het oosten van Europa kent de meeste besmettingen met nieuwe, moeilijk behandelbare resistente bacteriën. Het is geen ver van mijn bed show meer, tbc rukt weer op en bedreigt ook ons en onze kinderen. - Kazakhstan, Foto Bert Tomson -

tiende en begin twintigste eeuw ook veel slachtoffers. Er stierven toen driemaal zoveel mensen aan tbc als nu aan longkanker. De ziekte was even geheimzinnig en dodelijk als aids en werd in de volksmond de (vliegende) tering genoemd. Tering is nog altijd een scheldwoord waarmee mensen elkaar het allerergste toewensen of een bijvoeglijk naamwoord met een zeer negatieve connotatie. Patiënten moesten kuren in sanatoria in de bossen of in de bergen van Zwitserland, wat neerkwam op het versterken van het eigen immuunsysteem door ‘gezonde lucht en goed eten’. Een goed functionerend eigen immuunsysteem, maar ook volop zonlicht en frisse lucht zijn nog altijd geduchte wapens in de strijd tegen de tbc-bacterie. Ventilatie en licht worden nog altijd toegepast in sanatoria. De bacterie gedijt onder die omstandigheden slecht. Rond 1900 werden talloze tbc-verenigingen en –consultatiebureau’s opgericht, met als centraal overlegorgaan de organisatie die nu KNCV Tuberculosefonds heet. De tbc-bacterie werd in Nederland stevig aangepakt met strenge gezondheidscontroles en de ontwikkeling van antibiotica. Tuberculosearts Margreet Kamphorst: “In Nederland wordt gemiddeld bij drie patiënten per dag tuberculose vastgesteld, dat zijn er zo’n duizend per jaar. Voor een infectieziekte is dat toch een vrij aanzienlijk aantal. Als wij de diagnose tbc hebben gesteld, starten we meteen met de behandeling. Die duurt in totaal zes maanden. Mensen moeten dan vier verschillende medicijnen per dag slikken, in tien tot twaalf tabletten...”

EEN ECHTE SLUIPMOORDENAAR In slechts één op de tien gevallen leidt infectie met de tbc-bacterie ook daadwerkelijk tot ziekte, omdat ons immuunsysteem doorgaans sterk en gezond genoeg is om de bacterie effectief te bestrijden. Maar in arme landen zijn de risico’s veel groter. Daar is tbc nog een echte

106

• WACHTKAMER

sluipmoordenaar, die talloze slachtoffers maakt, vooral kinderen die niet tijdig of met onjuiste medicijnen zijn behandeld. Soms kan de tbc-bacterie zich enkele jaren in je lichaam verbergen om pas toe te slaan wanneer je gezondheid om de een of andere reden verzwakt. Mensen in de allerarmste landen of in landen met een slechte gezondheidszorg hebben vaak een fragiel immuunsysteem vanwege tekorten aan voedingsstoffen of ze zijn extra kwetsbaar omdat ze al aan een andere ziekte leiden, zoals aids of diabetes, die in combinatie met tbc fataal kunnen zijn. Families zijn ook dikwijls klein behuisd, men leeft en slaapt met vele kinderen in één ruimte, waar de bacterie gemakkelijk door hoesten via de lucht kan worden overgebracht. Tbc openbaart zich als knobbeltjes (tuberkels) meestal op de longen, maar het tast ook andere organen aan, zoals de nieren, botten of hersenen. Verdere symptomen zijn aanhoudende hoest (soms met bloed), kortademigheid, koorts, pijn op de borst, zweten tijdens de slaap en gewichtsverlies. Patiënten verliezen hun eetlust, vermageren ernstig en worden daardoor nog kwetsbaarder. Kinderen kunnen door besmetting met de bacterie gehandicapt raken of er aan sterven. Het zal je kind maar zijn, je zult maar in zo’n risicoland leven… KNCV Tuberculosefonds trekt zich het immense leed aan dat tbc vooral in ontwikkelingslanden teweeg brengt en vecht voor een wereld zonder tuberculose. Maar deze strijd is moeizaam en zeer kostbaar, vooral het gevecht tegen de resistente tbc-stammen vergt enorme


VECHT MEE TEGEN TBC Vindt u intensief onderzoek naar effectieve medicijnen ook zo belangrijk, omdat het onverteerbaar is dat zoveel kinderen onder drie jaar de strijd tegen tbc verliezen? En is het niet oneerlijk dat zoveel mensen in arme landen onnodig aan tbc sterven, omdat voor hen een vaccinatie of de behandeling van zestig euro (nog) niet beschikbaar is? Vecht dan mee tegen tbc en help de strijd van KNCV Tuberculosefonds. Dat kan nu! Met een tientje per maand geneest u dit jaar twee patiënten!

- Oekraïne, Foto Joseph Sywenkyi investeringen. De Wereldgezondheidsorganisatie en het Global Fund tegen aids, tbc en malaria hebben inmiddels becijferd dat alleen al het opsporen en bestrijden van de nieuwe door resistentie nog dodelijkere stammen van de tbc-bacterie jaarlijks zo’n 1,2 miljard euro extra zal gaan kosten.

EUROPA HOOGSTE PERCENTAGE RESISTENTE BACTERIËN Van meer dan 440.000 mensen is bekend, dat zij zijn besmet met een moeilijk te bestrijden, maar wel reeds bekende multiresistente bacterie (MDR-tuberculose). Niet Afrika of Azië, maar Europa (met name in het oosten) is met 78.000 de regio met het hoogste percentage MDR-tbc patiënten. Er is vrij veel mensenverkeer tussen ons land en Oost-Europa. Je zou dus kunnen stellen dat ook Nederland opnieuw in de gevarenzone verkeert. Margreet Kamphorst: “Tuberculose is de eerste duizend jaar nog niet de wereld uit. Er zijn zoveel mensen besmet. En ook in Nederland kan altijd weer een uitbraak komen, daar moeten we heel alert op blijven.” Jaarlijks worden hier in Nederland zo’n 15 patiënten ontdekt, die besmet zijn met een multiresistente bacterie. Met de nieuwe dodelijke stammen van tbc die zich nu over de wereld verspreiden en waar we geen medicijnen voor hebben lijkt tbc verder van ons bed dan in werkelijkheid het geval is.” <

SPEEL MEE MET DE VRIENDENLOTERIJ EN STEUN KNCV TUBERCULOSEFONDS! U kunt KNCV Tuberculosefonds ook steunen door mee te spelen in de VriendenLoterij. Kies KNCV Tuberculosefonds als het goede doel, waarvoor u meespeelt. De helft van uw inleg in de Vriendenloterij gaat dan iedere maand naar het KNCV Tuberculosefonds. Scan nu onderstaande QR-code of ga naar www.vriendenloterij.nl (klik op ‘goede doelen’ en dan op ‘KNCV Tuberculosefonds’).

WACHTKAMER •

107


Op reis voor Save the Children

Frits Huffnagel ontmoet Amalia, Elizabeth en Ruth… “Ruth, een meisje van vier, werd bevend van de koorts het veldkliniekje van Crozierville binnengebracht. Door haar tante, die erg overstuur was. Ik stond erbij, voelde me erg klein, want zelf kon ik niets doen. Ruth’s tante zei me, nog half in shock, dat de moeder van het meisje, haar 21-jarige zus, ook koorts had gehad en net was overleden. En nu die kleine Ruth… Konden wij haar alsjeblieft nog redden?” Frits Huffnagel, ambassadeur van Save the Children, verhaalt over zijn reis naar het Afrikaanse Liberia, waar malaria doodsoorzaak nummer één is... Frits Huffnagel (44) is sinds enige maanden ambassadeur van Save the Children, de internationale kinderrechtenorganisatie die inmiddels ruim negentig jaar bestaat. Huffnagel maakte naam in de politiek en media. Hij werkte als redacteur voor Veronica, was panellid bij het VARA-TV-programma Het Lagerhuis, maakte indruk als campagneleider voor Mark Rutte tijdens diens strijd tegen Rita Verdonk en was lid van het VVD-campagneteam bij de Tweede Kamer-verkiezingen in 2003. Daarna werd hij wethouder in Amsterdam en later ook in Den Haag, waarbij hij met name successen boekte op het gebied van ‘city marketing’. Tegenwoordig is hij, naast eigenaar van een marketingbureau, presentator van “Zaken doen met…” op BNR Nieuwsradio en van de talkshow FRITS! op TV West.

108

• WACHTKAMER

Wanneer je Huffnagel vraagt wat zo’n commercieel ingestelde mediaman als hij nu met kinderrechten en ontwikkelingswerk heeft, tref je hem recht in het hart. Het begint al met de appel, die niet ver van de boom blijkt te zijn gevallen.

ZWARTER DAN ZWARTE PIET Frits: “Mijn pa, Hans Huffnagel, zat in de ontwikkelingshulp. Na zijn opleiding tot ingenieur aan de Landbouwhogeschool in Wageningen ging hij voor de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de VN, naar Ethiopië en later naar Brazilië. Mijn twee broers en zus hebben nog in Brazilië gewoond. Ik niet. Ik was ‘t nakomertje, geboren toen het gezin weer in Nederland terug was. Mijn vader werkte in die tijd voor het Tropeninstituut. Maar goed, ik kreeg de passie voor ontwikkelingswerk er dus met de paplepel ingegoten, ja. Bij ons thuis kwam de hele wereld over de vloer, mensen, sommigen zwarter dan zwarte Piet, die oprecht goede dingen deden. Dat vond ik als kind geweldig interessant.” Afgelopen maart presenteerde Frits Huffnagel het Ondernemersgala in Den Haag, dat 200.000 euro opleverde voor twee goede doelen: Save the Children en de Guusje Nederhorst Foundation. “Het bedrag voor Save the Children wordt besteed aan een tweede Drop In-centrum voor straatkinderen in


het binnenland van Liberia,” vertelt Frits verder. “Zo’n Drop In is een soort dagverblijf, waar kinderen die door hun ouders in de steek zijn gelaten of ernstig worden verwaarloosd mogen binnenlopen voor een gratis warme maaltijd. Ze kunnen er ook veilig spelen en meedoen aan schrijf- en rekenlessen. Tijdens de voorbereiding van het Ondernemersgala kreeg ik van Save the Children niet alleen de vraag of ik hun ambassadeur wilde worden, maar ook of ik een reis naar Liberia wilde maken om zelf hun reeds bestaande Drop In-centrum te bezoeken. Dan zou ik er tijdens het gala veel beter over kunnen vertellen. Ik heb ‘ja’ gezegd en er is daar in Liberia een wereld voor me open gegaan, letterlijk! Want je leest wel eens iets over de problemen van de mensen in zulke landen of je ziet iets op televisie, maar dit was voor mij ’t eerste “eggie”! Ik kwam heel klein in Nederland terug…

VERSCHRIKKELIJKE BURGEROORLOG Ik was dan ook nog nooit in een ontwikkelingsland geweest. Ja, in Kenia, Maar dat is nog redelijk ontwikkeld met zowel rijke als arme mensen. In Liberia heb je eigenlijk helemaal niks, dat land is echt straatarm. Er woedde tot 2003 een verschrikkelijke burgeroorlog, waarvan de wonden nog overal zichtbaar en voelbaar zijn. Gelukkig is de grootste boef, voormalig president Charles Taylor, nu in Den Haag voor zijn oorlogsmisdaden berecht. Tegenwoordig heeft Liberia de eerste vrouwelijke president van Afrika, Ellen Johnson Sirleaf, een fantastisch mens. Ze probeert, zonder achterom te kijken, het land vooruit te helpen. Zij zorgt voor eenheid en rechtvaardigheid. Maar toch… tachtig procent van de bevolking moet rondkomen van tachtig eurocent per dag. En een simpel te genezen ziekte als malaria is er doodsoorzaak nummer één, omdat de mensen geen geld hebben voor medicijnen.” Huffnagels eerste bestemming was een Drop In-centrum voor straatmeisjes in de hoofdstad Monrovia. Hij vertelt: “Twee meisjes zullen nooit uit mijn herinneringen verdwijnen. Amalia ontmoette ik als eerste, een prachtig kind van zestien, zwart pareltje in een witte broek, wit T-shirt en met een wit petje op haar hoofd. Maar ook al moeder van een zoontje van twee! Amalia verloor het contact met haar ouders tijdens het laatste jaar van het Taylor-bewind. Ze zwierf door Monrovia en ze leerde al

In Liberia heb je eigenlijk helemaal niks, dat land is echt straatarm. Er woedde tot 2003 een verschrikkelijke burgeroorlog, waarvan de wonden nog overal zichtbaar en voelbaar zijn. snel dat ze zich in leven kon houden door haar kinderlichaam voor seks te verkopen. Ze raakte zwanger van een van haar laatste klanten. En toen ontdekte ze, nu drie jaar geleden dus, het Drop In-centrum van Save the Children. Ze werd er warm ontvangen, kreeg voor het eerst elke dag te eten en nu leert ze lezen, schrijven en rekenen. Ze was nog nooit naar school geweest. Ze komt bijna elke dag in het centrum, haar kind kan er veilig spelen terwijl zij de lessen volgt. Amalia is gelukkig gestopt met de prostitutie. Ze heeft nu een baantje op de markt, waar ze vis verkoopt. Daarmee verdient ze niet genoeg om elke dag te kunnen eten, maar als ze straks kan lezen en schrijven kan ze

zo’n kind verlangen! Afschuwelijk. Ik ben naar die nachtclub toe gegaan, omdat ik met eigen ogen wilde zien waar Elizabeth had gewerkt. Mijn begeleiders vonden het eigenlijk te gevaarlijk voor mij. Kun je het nog volgen? Te gevaarlijk voor een volwassen vent van 44? Maar wat denk je dan van zo’n mooi meisje van tien? Ik ging er overdag naartoe. De club, een vies hok, de geur van oud verschraald bier, zat vol uitgebluste vrouwen die later op de avond weer aan de slag moesten. Een naargeestige plek voor zo’n arm tienjarig kind. Maar gelukkig vond ook Elizabeth de weg naar het Drop In-centrum. Ze heeft te eten, krijgt les, speelt ook lekker met de andere kinderen en ze is ondergebracht op een adres waar ze ’s nachts op de enige juiste plek vertoeft, een warm en veilig bedje. Elizabeth’s nachtmerrie is voorbij, Save the Children zorgt voor haar.”

“Kun je het je voorstellen, een mooi meisje van tien in een nachtclub vol dronken mannen?” ook een vakopleiding gaan volgen. En dat is de perfecte route naar een betere toekomst.”

NACHTMERRIE VOORBIJ Ook de tienjarige Elizabeth maakte een onuitwisbare indruk op Frits Huffnagel. “Geloof het of niet, maar die kleine werkte in een nachtclub, lege glazen ophalen en alle andere klusjes, van ’s avonds elf tot zes in de ochtend. Zo’n tent vol stomdronken op seks beluste mannen, die ik wil niet weten wat van

CROZIERVILLE Twee uur buiten Monrovia bevindt zich Crozierville Community, een dorp waar Save the Children een kleine veldkliniek runt die inmiddels vele kinderen en zwangere moeders het leven heeft gered. Frits Huffnagel: “Liberia telt zo’n drie miljoen inwoners, de meeste mensen sterven er aan malaria, zoals ik je net al heb verteld. Ik was juist in de kliniek aangekomen toen Ruth WACHTKAMER •

109

>


werd binnengebracht, een meisje van vier, bevend van de koorts. Haar tante smeekte ons die kleine meid te redden. De moeder van Ruth, haar 21-jarige zus, was enkele dagen eerder overleden. Ook malaria, vertelde de tante, nog half in shock. Ruth’s moeder had gered kunnen worden. Maar ze kon, toen zij ziek werd, de taxi naar de kliniek niet betalen. Dat werd haar dood. Toen ik dat hoorde stond ik als aan de grond genageld, ik voelde me zo klein. Dood, 21 jaar jong, omdat je een ritje naar de kliniek niet kunt betalen! Toen ook Ruth ziek werd besloot haar tante dat zij in elk geval niet mocht sterven. En dus bracht ze haar nichtje naar de Save the Children kliniek. Ik stond erbij toen Ruth op malaria werd getest en ik schrok van de uitslag: positief! Ik kon natuurlijk niets voor haar doen, maar de verpleegkundigen gelukkig wel. De behandeling van malaria is vrij simpel, maar je moet er op tijd bij zijn. Zo niet, dan kun je er snel aan dood gaan. Ruth werd gered, ze kreeg gratis medicijnen.

DE ‘BIG BELLY’S’ Ook de zwangere vrouwen die naar de kliniek komen krijgen gratis hulp. Ze worden de ‘big belly’s’ genoemd, de ‘grote buiken’. Behalve aan malaria sterven veel jonge vrouwen aan complicaties tijdens de zwangerschap of in het kraambed. Seksueel geweld en verkrachtingen zijn schering en inslag

Frits Huffnagel: “Ik werd me ervan bewust hoe gemakkelijk en snel kinderen en jonge mensen kunnen sterven. Door gebrek aan geld, voedsel, medische zorg of kennis.”

in Liberia. Hierdoor worden veel meisjes ongewild erg jong zwanger, met alle gevaren van dien. Tijdens de jaren van burgeroorlog waren vrouwen en meisjes niets waard, ze werden aan de lopende band ontvoerd, verkracht en vermoord. Op dit moment doet president Ellen Johnson Sirleaf er alles aan om vrouwenrechten op de kaart te zetten en de mentaliteit van de mannelijke bevolking te verbeteren. Heel toevallig ontmoette ik haar onderweg naar de kliniek. Wij reden langs een feestelijke bijeenkomst van een vrouwenrechten-

Hoe krijg je Frits Huffnagel stil? SMS SAVE NAAR 4333 Help de kinderen van Liberia Daar wordt Frits stil van! Je hebt het verhaal van Frits gelezen. Dan weet je dat het werk van Save the Children nodig en effectief is. Door Save the Children te steunen help je kinderen, zwangere meisjes en jonge mensen die van niemand anders hulp kunnen verwachten. Jij doet iets moois en daar wordt Frits stil van. Iedere keer dat je SAVE naar 4333 sms-t maak je, buiten de kosten van het sms-je, 3 euro aan Save the Child-

110

• WACHTKAMER

ren over. Ben je zelf jonger dan 16? Vraag dan wel even toestemming aan je ouders, of zij het goed vinden dat je die 3 euro aan de kinderen van Liberia geeft. Donateur worden of iets met je buurt, vrienden of bedrijf doen voor Save the Children kan natuurlijk ook. Kijk op www.savethechildren.nl en maak contact!

organisatie, die ook door de president werd bijgewoond. We besloten daar even te stoppen en ik mocht mevrouw Johnson Sirleaf de hand schudden. Terwijl ik dat deed bedankte zij mij voor het belangrijke werk van Save the Children in Liberia, dat waardeerde ze enorm.”

LEED VOORKOMEN Frits Huffnagel besluit: “Ik zag in Liberia dat Save the Children effectieve en directe hulp verschaft, kinderen en zwangere meisjes het leven redt of een nieuw leven schenkt. En niet alleen als er al kwaad is geschied. De organisatie voorkomt ook veel leed door belangrijke informatie naar de mensen toe te brengen, letterlijk. Zo toog ik met een Save the Children-team naar ‘n dorpsplein bij een groep hutten, niet ver van Crozierville. Daar kregen alle vrouwen en zwangere meisjes uit de buurt uitgelegd wat de eerste symptomen van malaria zijn en ook wat ze moesten doen om zichzelf en hun kinderen gezond te houden of veilig te bevallen. Na mijn reis kwam ik als een nederig mens terug naar Nederland, geschokt maar ook gelouterd door de verhalen van Amalia, Elizabeth en Ruth. Ik zag echte armoede, werd me ervan bewust hoe gemakkelijk en snel kinderen en jonge mensen kunnen sterven. Door gebrek aan geld, voedsel, medische zorg of kennis. Ik weet dat veel mensen in Nederland het nu ook moeilijk hebben, maar zo erg als het daar is… Kinderen van tien die hun lichaam moeten verkopen, op straat rondzwerven. Ik werd er stil van, nu nog als ik er weer aan denk. Het kwam even zo dichtbij. Geloof me, de kinderen van Liberia hebben onze hulp hard nodig.”

<


Utrecht

N E G E T A M U E R

29 SEPTEMBER 2013

, e e m p o lelkoe stap telt! www. singellooptegenreuma.nl

NK 10 KM 63 e editie!


Het Liliane Fonds liet in Oeganda onderzoeken wat steun betekent voor een kind

‘Eerst was ik boos en minderwaardig, nu trots op wat ik kan.’

Tekst: Rob Bartlema/Foto’s: Frederique Holle

Paddy was kreupel en kon niet naar een goede school. Toch beklom hij de Kilimanjaro en behaalde hij een universitaire graad. De verstandelijk gehandicapte Livia zat twaalf jaar opgesloten in een donker hok, maar leert nu spelen met andere kinderen. Ethan, zijn levenlang blind, wordt binnenkort advocaat. Medisch antropoloog Frederique Holle onderzocht in Oeganda hoe groot de impact van de steun van het Liliane Fonds is op het leven van een gehandicapt kind. “Een verschil van dag en nacht.”

N

Negen maanden lang bivakkeerde Frederique Holle (29) in de Oegandese hoofdstad Kampala, ze reed talloze kilometers over modderwegen door de jungle, voerde honderden steeds afgebroken telefoongesprekken met mobieltjes zonder beltegoed en zat soms dagenlang zonder elektriciteit. Maar het lukte! Ze sprak met ruim vijftig gehandicapte kinderen en jongeren over wat de hulp van het Liliane Fonds in hun leven teweeg heeft gebracht, met hun ouders of verzorgers en met de mensen die namens het fonds voor de hulp verantwoordelijk waren. Haar conclusie: het geld wordt goed besteed. Meer dan goed zelfs. De inkt van het rapport over haar bevindingen is nog nat als we Frederique hierover spreken. Zij is al een paar maanden terug, maar als Frederique praat over wat ze heeft meegemaakt, lopen de emoties soms hoog op. “Ik had al eerder onderzoek gedaan in een ontwikkelingsland,” vertelt ze. “In een klein dorpje in Indonesië, maar de armoede in Oeganda is veel verschrikkelijker. Mensen

112

• WACHTKAMER

zitten soms dagenlang zonder eten in de gietende regen in lekkende, stinkende hutjes. Als er een taxibusje verongelukt, storten de dorpelingen zich als hyena’s op de horloges en mobieltjes van de dode passagiers. Dit soort diepe armoede is mensonterend. Toen ik daar was las ik in de krant dat een man opzettelijk zijn arm in een vermaalmachine had gestopt om aanspraak te kunnen maken op geld van de verzekering. Daar kan je met je verstand niet bij.”

IMPROVISEREN De eerste tijd woonde ze op het Katalemwa Cheshire Home, het revalidatiecentrum waarmee het Liliane Fonds ter plekke samenwerkt. Moeders bivakkeren er met hun revaliderende kinderen soms maandenlang op slaapzalen en er is behoefte aan alles, van papier voor de printer tot medicijnen en hulpmiddelen. Toch worden er verbluffende resultaten geboekt. Frederique: “Ongelooflijk wat ze er met improviseren voor elkaar krijgen. Geen


Linkerpagina: Frederique Holle in gesprek met een lokale medewerkster van het Liliane Fonds in Oeganda. Links: Josephine (23) is verlamd aan beide benen. Mede dankzij de hulp van het Liliane Fonds kon zij haar leven richting geven en is zij nu bijna afgestudeerd als accountant. Boven: Een plastic stoeltje op een frame met wielen doet dienst als rolstoel. Aan improvisatietalent geen gebrek! heb ook gezien hoeveel deze kinderen met goede hulp nog kunnen leren en dat ze gelukkig ook plezier kunnen hebben.”

ZINVOL BESTAAN

goede rolstoel beschikbaar? Een plastic keukenstoel op een frame kan tijdelijk ook. De kneedballetjes voor handoefeningen zijn in elkaar gerolde elastiekjes en een looprek kun je ook heel goed van sloophout maken. Het personeel is heel vindingrijk: je ziet de kinderen er met sprongen vooruitgaan.” Vanuit het revalidatiecentrum bezocht Frederique in een straal van ongeveer twintig kilometer ongeveer vijftig ex-patiënten. Dat klinkt eenvoudiger dan het was. Frederique: “Gelukkig had ik chauffeurs die de omgeving kenden, maar dan nog. We hebben eindeloos gezocht waar een meisje met een verstandelijke handicap woonde met haar vader. “Toen we ze eindelijk hadden gevonden, schrok ik. In een stinkend, donker hutje zat een oude, verdwaasde man. Ik dacht eerst dat het de opa was. Hij woonde daar met zijn dochter van veertien, die alleen grommende geluiden uitbracht. De moeder was al jaren geleden gestorven. Zijn zuster bracht elke dag wat eten, maar wilde verder niks met hen te maken hebben. Het meisje had twaalf jaar opgesloten gezeten in een houten hok in de hoek van de hut. Ze kreeg nu sinds een paar jaar hulp van het Liliane Fonds, maar kon nog niet naar school. Ze moest eerst leren omgaan met andere kinderen. Als je haar een bal toewierp, gooide ze een steen terug. Maar ze gaat nu wel langzaam vooruit.” Frederique stopt even, maar pakt dan de draad weer op. “Van die ontmoeting ben ik echt een paar dagen van slag geweest – de beelden zitten nog in mijn hoofd. Dat meisje heeft nog zo’n lange weg te gaan. Maar ik

Dan vertelt zij over Charles (22). Hij is geboren met een waterhoofd, heeft vaak epileptische aanvallen en kan zich alleen op handen en voeten voortbewegen. Zijn vader verliet het gezin direct na zijn geboorte en ook zijn moeder vertrok voorgoed. Zij liet de verzorging van Charles en al haar andere kinderen over aan oma. Die knoopt in een hutje met een klein stukje grond de eindjes zo goed mogelijk aan elkaar. Maar veel tijd voor Charles heeft ze niet. De jongen zat vroeger de hele dag ergens in een hoekje van het erf. Niemand keek naar hem om. Frederique: “Door de ernst van zijn aandoening kon Charles niet naar school. Dankzij de steun van het Liliane Fonds heeft hij wel geleerd eenvoudige huishoudelijke klusjes te doen. Nu houdt hij het huis schoon, veegt het erf en helpt zijn oma in de keuken. Zijn broertjes en zusjes negeren hem niet meer en rijden hem elke dag in zijn rolstoel door het dorp. Maar iedereen zwaait naar hem en hij schatert het uit. Vergeleken met vroeger een verschil van dag en nacht.” In tegenstelling tot Charles en Livia, gaan de meeste kinderen die het Liliane Fonds ondersteunt wél naar school. Opleiding geeft het gehandicapte kind een goede basis voor een zinvol bestaan en dat is net zo belangrijk als het leren omgaan met de handicap. Zodra een kind enigszins mobiel is gaan de lokale contactpersonen van het Fonds aan de slag om een geschikte school te zoeken en zorgen zij dat de schoolkosten, het vervoer en het schooluniform worden betaald. Uit het onderzoek van Frederique blijkt dat het Liliane Fonds de kinderen niet uit het oog verliest als zij klaar zijn met school. Zij kunnen financiële hulp krijgen om bijvoorbeeld een winkeltje te beginnen of om een beroepsopleiding te volgen. Als onderdeel van haar onderzoek organiseerde Frederique een groepsgesprek tussen jongeren, die dankzij het Lilliane Fonds een grote stap vooruit hadden WACHTKAMER •

113


Een simpele ‘marktkraam’ met gebruikte schoenen kan een gehandicapte een zelfstandig bestaan opleveren. Rechter foto: Paddy toont trots zijn diploma’s, waaronder het certificaat dat hij kreeg omdat hij de Kilimanjaro beklom, ondanks zijn lichamelijke beperkingen. Paddy is afgestudeerd ontwikkelingseconoom. weten te maken. Ze bladert in de aantekeningen die ze daarvan maakte en zegt, bijna verontschuldigend: “Dit zijn natuurlijk wel extreem mooie voorbeelden van hoe het kan gaan. Van deze jonge mensen gaat zo’n enorme kracht uit, zo’n drive om in het leven te slagen, ondanks hun handicap.” Josephine is 23 jaar en aan beide benen verlamd. Als veertienjarig meisje kwam zij in 2004 in beeld bij het Liliane Fonds. Dankzij de rolstoel die zij kreeg kon zij vanaf dat moment zelfstandig naar school. Een kans die Josephine met beide handen aangreep. Ze haalde alleen maar goede cijfers en ging naar de universiteit. Nu is zij bijna afgestudeerd als accountant. Vorig jaar vertegenwoordigde Josephine haar land tijdens een grote internationale conferentie over gehandicaptenbeleid in Zuid-Afrika. “Voordat ik hulp kreeg bestond mijn leven uit woede en jaloezie,” vertelde zij Frederique. “Ik voelde me ellendig en minderwaardig en ik wist nooit of ik als wees uit een arme familie de volgende dag wel zou halen. En zie mij nu eens hier zitten: trots, succesvol, bijna afgestudeerd. Een dame, die door iedereen met respect wordt behandeld. Wie had dat ooit kunnen denken!”

GOUD WAARD Frederique zoekt verder in haar aantekeningen en komt bij Ethan. “Blind geboren, maar dankzij het Liliane Fonds kon hij zijn droom waarmaken: rechten studeren om advocaat te worden. Hij is nu tweedejaars aan de Makaree University in Kampala en is de beste student van zijn lichting. Om over Paddy (24) maar niet te spreken. Op zijn twaalfde kreeg hij na een malaria-aanval verkeerde kinine ingespoten en raakte hij gedeeltelijk verlamd aan zijn onderbenen. Twee jaar lang zat hij ontredderd thuis bij een tante. Met de hulp van het Liliane Fonds leerde hij lopen met één kruk, kon hij naar een goede school en vervolgens naar de universiteit, waar hij eind vorig jaar afstudeerde als ontwikkelingseconoom. Frederique: “Toen ik bij hem was liet hij mij trots allemaal papieren zien. Een certificaat dat hij had verdiend door de Kilimanjaro te beklimmen, een foto van het gehandicaptensportteam waarvan hij coach is, de innovatieprijs

114

• WACHTKAMER

van de universiteit en zijn bul. Hij vertelde dat hij een organisatie aan het opzetten was, die gehandicapten aan materiaal en kennis helpt waarmee zij kaarsen en zeep kunnen maken, zodat zij in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. En hij wil zich inzetten voor de gehandicapten in zijn land”. Frederique, tot slot: “Mensen als Paddy zijn goud waard. Voor de emancipatie van gehandicapten in Oeganda, maar ook voor het Liliane Fonds. Een van mijn aanbevelingen is dan ook om veel meer gebruik te maken van hun kennis en ervaring, bijvoorbeeld om ze regelmatigte laten meepraten en om advies te vragen. Of hen scholen en projecten te laten bezoeken om de kinderen te inspireren. Ze zijn dankbaar en willen graag iets terugdoen. Dolgraag.” <

SAMENWERKING Het onderzoek in Oeganda is voor een belangrijk deel gefinancierd door drie Nederlandse revalidatiecentra: De Hoogstraat in Utrecht, Sophia Revalidatie in Den Haag en het Rotterdamse Rijndam. De Hoogstraat leverde ook wetenschappelijke begeleiding. Steven Berdenis van Berlekom is directeur Zorg en Innovatie en tevens lid van het College van Bestuur. Hij legt namens zijn Haagse en Rotterdamse collega’s Peter van Bragt en Gerard Groenendijk uit waarom. “Onze medewerkers voelen zich niet alleen betrokken bij hun eigen patiënten, maar ook bij gehandicapten in ontwikkelingslanden. Door samen te werken met het Liliane Fonds willen wij die betrokkenheid concreet maken. Twee eerdere pilots van het Liliane Fonds waren niet zo succesvol, maar door de zaak nu samen met Rotterdam en Den Haag stevig op poten te zetten ligt er nu, dankzij Frederique een uitstekend rapport.” Van Berlekom ziet dit niet als eindstation, maar als het begin van verdere samenwerking. “Ik weet dat het Liliane Fonds de effecten van de hulp op langere termijn heel graag in de gaten wil blijven houden, ook in andere landen. Dit rapport biedt daarvoor een prima basis. Ook daarbij willen wij graag behulpzaam zijn.”


Liliane Fonds en AFAS Software

Samen knokken voor de kinderen van Congo In Oost-Congo woedt een bloedige burgeroorlog, die niet alleen miljoenen dodelijke slachtoffers eist, maar ook het leven van duizenden kinderen met een handicap onvoorstelbaar moeilijk maakt. Bovendien komen er, ten gevolge van het geweld, dagelijks kinderen met een handicap bij. Deze kinderen krijgen van niemand hulp. Want de Congolese overheid kan weinig of niets voor hen doen door alle politieke problemen. Daarom is juist

in Congo het werk van het Liliane Fonds zo ontzettend belangrijk. Het Liliane Fonds dankt AFAS Software voor de financiĂŤle steun bij haar activiteiten in Congo. Hierdoor konden het afgelopen jaar bijna 5.000 kinderen met een handicap op onze hulp rekenen. AFAS bevindt zich als onderneming graag middenin de maatschappij en staat daarom 4% van haar begrote winst af aan goede doelen, waaronder het Liliane Fonds.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.