Leermedia Mavo Roermond Les 3: Inleiding Egypte, Het ontstaan van Egypte
Tussen 5000 en 4000 voor Chr. Werden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste middelen van bestaan. De twee belangrijke veranderingen als gevolg daarvan waren: 1) Vaste woonplaatsen (De mensen hoefde niet meer te trekken op zoek naar voedsel. Daardoor ontstonden er dorpen.) 2) Nieuwe beroepen ( Niet iedereen hoeft boer te zijn, er ontstonden veel nieuwe beroepen zoals timmerman, smid.) Om de waterhuishouding goed te regelen was er samenwerking tussen verschillende dorpen nodig. Zo ontstonden er grote gebieden geleid door een koning. Rond 3100 voor Chr. wist Menes, koning van Boven Egypte een gebied te vormen met een Staat. De rivier De Nijl in Egypte speelden hierbij een hele belangrijke rol. Zie video De Nijl.
Leermedia Mavo Roermond Wat is een staat? : Een staat is een land met duidelijke grenzen. In Egypte had de farao de leiding. Hij werd geholpen door ambtenaren. Alle ambtenaren samen noemen we het bestuursapparaat. Het leven in een staat had voor de gewonen man nadelen: 1 Hij moest een deel van zijn oogst als belasting betalen. 2 Hij was verplicht te helpen bij het leger en de waterhuishouding. 3 In oorlogstijd moest hij als soldaat. 4 Hij had geen invloed op het bestuur. Maar het had ook voordelen: 1 De waterhuishouding werd goed geregeld. 2 Betere bescherming 3 Meer beroepen Egypte en Natuurgodsdienst: het aanbidden van de krachten van de natuur. Computerles Egyptische goden
De Egyptenaren hadden een natuurgodsdienst. Dat kwam omdat ze geloofden dat natuurverschijnselen ontstonden door de goden en godinnen. Bijvoorbeeld als de Nijl te laat overstroomde of dat de zon te fel scheen dan dachten ze dat de goden dat hadden gedaan. Ze hadden eigenlijk voor alles wel een god. De zonnegod Re ( of Ra ) had volgens de Egyptenaren de wereld geschapen. Uitleg godennamen Na Re was Osiris de belangrijkste god. Osiris heerste over de plantengroei en het dodenrijk. Hij was getrouwd met Isis de godin van de vruchtbaarheid. Ze hadden een zoon Horus. Hij was de god van de hemel. In Egypte ging men gewoon door met de jacht en de visserij. Zij konden wel doorgaan met deze bestaansmiddelen omdat door Egypte de rivier de Nijl stroomt. Deze bevloeide de oevers van de Nijl, waardoor de grond vruchtbaar bleef. Veel mensen uit andere gebieden rondom Egypte trokken naar het gebied bij de Nijl. Hierdoor leerden de Egyptenaren de technieken van de landbouw kennen. Het is vijfduizend voor Christus en er wonen nog steeds mensen aan de Nijl, omdat het daar heel erg vruchtbaar was. Maar wat maakt de Nijl nou zo vruchtbaar? Nou in de Nijl zitten een heleboel slib deeltjes ( hele vruchtbare zanddeeltjes).
Leermedia Mavo Roermond Het slib zorgt er voor dat het rondom de Nijl heel erg vruchtbaar is. Er was alleen één probleempje. De Nijl over stroomde één keer per jaar over. Dus bedachten ze kanaaltjes en dijkjes, die kanaaltjes zorgden er voor dat er toch water en slib naar de gewassen ging en dat de gewassen weer goed konden gaan groeien en was er voldoende voedsel voor iedereen. Deze methode noemen we trouwens irrigatie landbouw. Irrigatielandbouw was een ingewikkelde zaak. En hier door was er dus een bestuur nodig die regels en wetten maakten. De farao werd hierbij door ambtenaren geholpen. (= mensen die voor de Farao / overheid werken) de Farao wilden weten hoeveel belasting dat iedereen moest betalen. En wie wel en niet betaald had. Dit was niet te onthouden. Hierdoor is het Hiërogliefenschrift ontstaan. ( je eigen naam in Hiërogliefen schrift:users.telenet.be/vbz/egyptdag/hiero4.htm)
Door deze methode ( irrigatielandbouw) ontstonden er drie seizoenen. Klik op bovenstaande tekening. De drie seizoenen: 1. overstroming van de Nijl (half juli t/m half november) 2. Zaaitijd. Eerst werd er geploegd met een hak(een soort hamer) en daarna konden ze gaan zaaien. 3. Oogsttijd. Hier werden de gewassen geoogst.
Leermedia Mavo Roermond
Door deze methode ontstonden er ook een heleboel nieuwe beroepen zoals: · Boer, de jagers en verzamelaars werden boer. · Pottenbakker, mensen die potten maken. In deze potten werd ook altijd graan bewaard. · Een bestuur. Mensen die zorgen dat mensen in het land zich aan de regels houden. · Metselaar. Die kon weer huizen gaan maken van klei dat ook uit de Nijl kwam.
*Boer aan het werk met een Chadoef
*Ambtenaar controleert het werk van de boeren.
Doordat er steeds meer mensen naar het gebied rond de Nijl kwamen, groeide de bevolking zodanig dat er alleen nog maar aan landbouw gedaan werd, omdat de vroegere bestaansmiddelen niet genoeg voedsel opbrachten. De overgang van het jagen tot de landbouw werd rond 4000 voor Christus voltooid. Als men overgaat op de landbouw betekent dit ook dat men moet gaan samenwerken.(= Irrigatie landbouw) Er ontstonden langs de Nijl kleine gebieden waar men ging samenwerken. In deze kleine gebieden nemen mensen de macht om alles in goede banen te leiden. Computerles Egypte Kroon als symbool van de eenwording van Beneden en Boven Egypte. Tussen deze rijkjes ontstaan oorlogen. Uiteindelijk bleven er 2 leiders over, 1 leider voor Opper - Egypte en 1 leider voor Neder - Egypte. Opper - Egypte besloeg het gebied van het Nijl dal en Neder - Egypte besloeg het gebied van de Nijl delta. Egypte werd ongeveer rond 3000 voor Christus één rijk onder leiding van koning Menes, die de leider was van Opper - Egypte. Korte samenvatting: tevens: PP Egypte par 3.ppt
Leermedia Mavo Roermond Beschaving Egypte: Door de video krijgen jullie een beeld van Egypte als een van de grootste beschavingen uit de geschiedenis. beschaving = •een ingewikkelde maatschappij waarin veel van de mensen in steden leven en hun voedsel door middel van landbouw verkrijgen.
Les 4: Irrigatielandbouw: landbouw waarbij de velden bevloeid worden doormiddel van omleidingen en beekjes.
De overgang van het jagen/verzamelen naar de landbouw had grote gevolgen: · De landbouw dwong de mensen tot allerlei uitvindingen. De belangrijkste hiervan was de irrigatielandbouw. (Zie vorige les). · Er kwam een bestuur met aan het hoofd de farao. Deze was tevens legeraanvoerder, de hoogste rechter en hij hield toezicht op de irrigatielandbouw. Er waren ook nog andere bestuursleden,dit waren de ambtenaren zij hielpen de farao met het bestuur. Er was ook belasting in Egypte, deze werd met goederen door de boeren betaald en de farao gebruikt de belasting om zijn ambtenaren te betalen. Farao De farao is de machtigste man van Egypte. Men dacht dat hij half god en half mens was. Men dacht ook dat de farao's gekozen werd door de goden. Als een farao dood ging dachten ze dat hij naar de goden ging. Daarom gaven ze ook extra veel zorg aan zijn piramide. In de piramide werden veel vallen gezet. En veel doodlopende gangen. Alleen de architect wist de hele weg en voor de zekerheid werd hij vermoord.
Leermedia Mavo Roermond De farao kreeg veel spullen mee in hun piramide, want ze dachten vroeger dat er een leven na de dood was. Daarvoor had je veel spullen nodig zoals: kleding, sieraden, eten enz. Dat lokte veel grafrovers aan. Een beroemde farao was Toetanchamon. Hij was de jongste farao en is al op zijn 15e gestorven. Toen zijn graf gevonden werd was het nog helemaal ongeschonden. Hiernaast een afbeelding van zijn masker. Door zijn graf zijn we veel te weten gekomen over het oude Egypte. De meeste piramides waren leeg geroofd door grafrovers. De boeren moesten een deel van hun oogst afstaan aan de farao. Een soort belasting. Daarnaast moesten ze de irrigatie onderhouden. De handwerkslieden en kooplieden hadden het beter dan de boeren. Voor deze groepen bestond de belasting uit een deel van de goederen die zij verhandelden. De Ambtenaren werkten voor de staat. Zij zorgde dat de bevolking de besluiten van de farao uitvoerde. Het waren bijna altijd mannen. Lage ambtenaren waren bijvoorbeeld: kanalencontroleurs, belasting ophalers en soldaten. Zij kregen hun opdracht van hoge ambtenaren. De hoogste ambtenaren gaven de farao raad bij het nemen van besluiten. Samen met priesters en legeraanvoerders waren zij de machtigste in Egypte. De farao gebruikte het graan dat als belasting binnenkwam om zijn ambtenaren te belonen. 路 Er kwamen nieuwe beroepen,door de irrigatielandbouw waren de oogsten zo rijk dat er overschotten kwamen. Hierdoor hoefde niet iedereen boer te zijn en konden verschillende mensen zich gaan specialiseren in iets speciaals. B.v. houtbewerking, of steenhouwer. Zij hielden zich bezig met Nijverheid ( = van een grondstof een product maken ) Er waren ook Egyptenaren die handel dreven met andere gebieden en kochten b.v. ivoor, hout vee enz. Voor het ontstaan van de eerste steden, hoe en waar zie video ontstaan eerste steden. 路 Omdat er belasting was moest alles bijgehouden worden. Hierdoor ontstond het hi毛rogliefenschrift.
Het hi毛rogliefenschrift was een beeldschrift. De schrijvers hadden een belangrijke taak in het bestuur,omdat ze bijhielden hoeveel de oogst had opgebracht en hoeveel graan er in de voorraadschuren lag. (Bron: http://www.scholieren.com/werkstukken/22679 met eigen aanpassingen)
Tevens bestuderen: Paragraaf 1.4.ppt en Paragraaf 1.5.ppt
Leermedia Mavo Roermond Les 5: Goden en Graven Een natuurgodsdienst: Computerles Goden en Graven of natuurreligie is een godsdienst die vooral op natuurverschijnselen, zoals donder en bliksem, regen, wind en vuur, is gebaseerd en die de krachten van de natuur aanbidt. Zaken die als goden aanbeden worden, kunnen onder andere zijn: dieren, de zon, de maan, rivieren of de regen. Vaak wordt in een natuurgodsdienst geloofd dat men na het huidige leven voortleeft als een geest die een invloed heeft op de nabestaanden. Vaak bestaat er angst voor ziekten en onheil en willen daarom de goden gunstig stemmen door rituelen. Priesters (= mensen die namens het volk in contact staan met de goden) brachten dagelijks offers in de tempels om de goden tevreden te houden. De zonnegod Ra of Re werd afgebeeld met een valkenkop. Als bekendste godheid van de Egyptische goden was hij in vele vormen aanwezig. Zo is de voorstelling van de baan van de zon die de god als dag- en nachtreis van elk twaalf uur voltrekt, of als mestkever, valk of kat. Het Oud - Egyptische godengeloof wordt gekenmerkt door een veelheid aan goden. Het omvat vergoddelijkte mensen, heilige dieren, stadsgoden, kosmische goden, heilige bomen en emblemen. Ook de levende farao werd als godheid beschouwd. Hij was daardoor de ideale bemiddelaar tussen de mensen en de goden. De goden worden ondergebracht in families. Vaak worden zij ook aan elkaar gelijkgesteld. Verscheidene goden hebben meerdere namen en verschijningsvormen. De bevolkingsverdeling was erg verschillend. Zie hiervoor ook (bron 2)
In Egypte was niet iedereen gelijk. Dit kwam o.a. door het bestuur en het ontstaan van verschillende beroepen. Belangrijke mensen, zoals de Farao zat in een hogere sociale laag dan b.v. de ambachtslieden.
(bron 2) Leuke leerzame site; www.egypteopschool.nl/ Extra: oefenvragen