Thema 3 les 1 t m 5 Burgers en stoommachines

Page 1

Thema 3: Les 1 Nederland wordt een koninkrijk. Van 1795 tot 1813 was ons land in handen van de Fransen. video: De Franse Tijd Toen de Fransen verslagen waren, werd Nederland een koninkrijk. Willem I van Oranje Nassau werd koning. Het werd een koninkrijk met een grondwet, een Constitutionele monarchie video: De Grondwet Zie rechts;(1e vergadering 1815 koning Willem1 en 1e en2e Kamer bijeen) Ook het gebied dat nu BelgiĂŤ is, hoorde bij dit koninkrijk. video: Koning Willem 1 Overzicht thema 3 industrialisatie/staatinrichting Kaart: Koninkrijk der Nederlanden 1815-1840

De Bosatlas van de geschiedeniscanon.

Leren : Begrippen leren Thema 3


Maar dat duurde niet lang. In 1830 kwamen de Belgen in verzet. Ze maakten zich los van Nederland. video: Het verlies van Belg誰e In 1840 werd Willem I opgevolgd door zijn zoon. Willem II voelde, net als zijn vader, niets voor inspraak van de bevolking. Maar gebeurtenissen in 1848 brachten hem op andere gedachten. In Parijs was weer een revolutie uitgebroken. De Franse koning moest vluchten. In andere landen kwam het ook tot opstanden. Mensen streden voor een gekozen regering en voor meer vrijheid. video: Koning Willem 2 De beweging die opkwam voor meer vrijheid en inspraak, heet liberalisme. Willem II was bang dat het geweld zou overslaan naar Nederland. Daarom gaf hij de liberalen hun zin. Thorbecke, de leider van de liberalen, mocht een nieuwe grondwet maken. In die grondwet zou worden vastgelegd hoe het land bestuurd moest worden. In de grondwet van 1848 werden grondrechten opgenomen, zoals *vrijheid van godsdienst en de vrijheid om je mening te geven. *In de grondwet stond ook dat de koning niet meer in zijn eentje besluiten mocht nemen. Dat moest hij overlaten aan ministers en aan het parlement. *Een minister die een nieuwe wet wilde invoeren, moest goedkeuring vragen aan het parlement niet meer aan de koning ( koning is onschendbaar geworden of Ministeriele Verantwoordelijkheid genoemd) *Het parlement besliste ook hoeveel geld de regering mocht uitgeven. *In het vervolg mochten burgers de leden van het parlement kiezen. Het parlement bestond uit de Eerste en Tweede Kamer. Maar alleen rijke, mannelijke burgers hadden kiesrecht ( = Censuskiesrecht). Het grootste deel van de bevolking mocht dus niet kiezen. Nederland was in 1848 nog geen echte democratie. Liberalen waren ook voor vrijheid voor ondernemers. Handel en industrie konden het best groeien als er geen regels waren. Volgens het economisch liberalisme betekende meer economische vrijheid, een grotere kans voor iedereen om rijk te worden. Video: Grondwet 1848 Leren : Begrippen leren Thema 3


Begrippen: Onschendbaar:De koningin is onschendbaar, kan niet ter verantwoording worden geroepen voor politieke daden. video:Democratisering Ministeriele Verantwoordelijkheid: De ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering. Zij hebben deze verantwoordelijkheid tegenover de volksvertegenwoordiging. liberalisme : video: Liberalisme Politieke Stroming die ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw, als ondersteuning van het idee van de vrijheid van iedere individuele burger, en die ook functioneerde als rechtvaardiging van de kapitalistische productiewijze.

Willem II wordt hier ingehuldigd als koning van 1840

Heb ik alles begrepen? Maak computer oefenles. Leren : Begrippen leren Thema 3


Les 2 - IndustriĂŤle revolutie, alles verandert Hoe ging het voor de industrialisatie: video: Hoe ging het voor de Industriele Revolutie intro video: Industrialisatie De opkomst van de stoommachine. Zoals we geleerd hebben vanaf de brugklas had je in de prehistorie als bestaansmiddel ( = de menselijke activiteit van hoe je in leven blijft ) Jagen en Verzamelen. Later, rond 7500 V.Chr. komt daar landbouw als bestaansmiddel bij. Denk hierbij aan het onderwerp Egypte, irrigatielandbouw en het ontstaan van de eerste steden. Al eeuwen leefden de mensen in Europa van de landbouw en werden de meesten producten thuis gemaakt en verhandeld in de grote steden. Deze huisnijverheid verdween langzamerhand en verplaatsten zich naar fabrieken. In Engeland kwamen al in 1760 de eerste fabrieken waar veel mensen samenwerkte aan machines, aangedreven door een stoommachine. Hierdoor werden er sneller, meer en goedkoper producten gemaakt. video: De Stoommachine Tussen 1760 en 1850 vonden er in een groot deel van Europa grote en snelle veranderingen plaats, IndustriĂŤle Revolutie genoemd. ( Nederland volgde pas na 1870 met Industrialisatie. Veel ondernemers zagen in het kleine Nederland niet genoeg mogelijkheden om het te investeren geld, terug te verdienen, laat staan winst te maken.)

De Industrialisatie veranderde de gehele samenleving en het werd het belangrijkste bestaansmiddel. Veel mensen vertrokken uit de kleine dorpjes naar de steden die heel snel groeiden door de komst van de fabrieken. Deze trek naar de steden wordt bij het vak aardrijkskunde urbanisatie genoemd. Leren : Begrippen leren Thema 3


De gevolgen van de Industrialisatie waren enorm groot. De fabrieken hadden grote hoeveelheden grondstoffen nodig om producten te kunnen maken. Deze producten moeten ook weer getransporteerd kunnen worden. Hierdoor werd er veel tijd en geld geĂŻnvesteerd in betere verbindingen, zoals kanalen en de aanleg van de eerste spoorwegen. In Engeland reed de 1e stoomtrein in 1825 en in Nederland reed de 1estoomtrein tussen Amsterdam en Haarlem in 1839. Veel mensen reageerde met angst op deze vernieuwingen. Het straatbeeld in de steden veranderde kompleet en vaak hing er een rookpluim en stank boven de steden.

Een nieuw economisch systeem. Eeuwenlang was het bezit van grond het uitgangspunt geweest voor je positie in de samenleving. Hoe meer grond hoe meer invloed je had. Nu werd het door de IndustriĂŤle Revolutie veel belangrijker om geld ( = Kapitaal ) te bezitten. Hiermee kon je machines kopen en nog meer geld verdienen. Dit Kapitaal was in het bezit van fabrikanten, ( = fabriekseigenaren) die winst wilde maken.

Kapitalisme; werd het nieuwe economische systeem genoemd.

Leefomstandigheden: De IndustriĂŤle Revolutie zou iedereen meer welvaart gaan brengen. Dat was althans de bedoeling, maar in werkelijkheid was daar voor een hele grote groep weinig van te merken. video: Sociale Kwestie In de steden ontstonden arbeiderswijken dichtbij de fabrieken. Deze huizen waren klein en vochtig en vaak woonden meerdere gezinnen in een woning.

Ziekten. Veel mensen dicht op elkaar en geen riolering en schoon drinkwater. Uitwerpselen en afval werden op straat gegooid. Ook de rook van de fabrieken werden door de mensen ingeademd. Leren : Begrippen leren Thema 3


Bron: Strontwagen

Er braken vaker besmettelijke ziekten uit, zoals Tyfus en cholera, die veel dodelijke slachtoffers maakten. Kortom er moest iets veranderen. Begrippen: IndustriĂŤle Revolutie: periode van grote veranderingen in West-Europa door de komst van industrie aan het einde van de 18e en 19e eeuw. Video: Industriele Revolutie Kapitalisme: economisch systeem waarbij alles draait om het bezit van geld ( kapitaal ) in handen van particuliere ondernemers ( fabrikanten, bankiers ) die proberen zoveel mogelijk winst te maken.

Heb ik alles begrepen: Maak computer oefenles Leren : Begrippen leren Thema 3


Les 3 slechte woon- en werkomstandigheden, het moet anders.

In de vorige les heb je al kunnen lezen dat de industrialisatie in Nederland pas rond 1870 op gang kwam. Het aantal fabrieken die gebruik maakte van stoom aangedreven machines nam sterk toe. Hierdoor kreeg je ook de grote veranderingen in de samenleving van Nederland, zoals in de vorige les beschreven: *

groei van de steden en het aantal fabrieken,

*

aanleg van kanalen en spoorwegen en

*

de trek van het platteland naar de grote steden van de bevolking.

Werkomstandigheden. Video: kinderarbeid Vrouwen, mannen en kinderen maakten erg lange werkdagen voor weinig loon en onder slechte en gevaarlijke omstandigheden. Ongelukken in de fabrieken waren aan de orde van de dag en bij ziekte moest je gaan werken, anders kreeg je geen loon of werd je ontslagen. Video arbeidsomstandigheden De arbeiders konden dit niet veranderen. Maar samen stonden ze sterker en gingen daarom zich organiseren. Vakbonden werden opgericht. Dit zijn organisaties die opkwamen voor de belangen van de arbeiders. Leren : Begrippen leren Thema 3


Door deze vakbonden konden de arbeiders een “ vuist �maken naar de fabriekseigenaren en hadden ze meer kans dat hun eisen goedgekeurd zouden worden. Wilde de fabriekeigenaar niet luisteren konden ze gaan staken en het werk neerleggen. De belangrijkste eisen van de vakbonden waren: 1)

kortere werkdagen

2)

hogere lonen

3)

betere werkomstandigheden.

Ontstaan nieuwe politieke stroming, Het Socialisme. In les 1 hebben jullie al kennis gemaakt met het Liberalisme. Deze stroming vond dat de taak van de overheid klein gehouden moest worden en de vrijheden van de burgers centraal staan. Deze liberalen voelde zich dan ook niet geroepen om de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders te verbeteren. In tegendeel veel fabriekseigenaren waren aanhanger van het liberalisme. Socialisme. Computerles gelijkheid voor iedereen Het Socialisme ontstond dan ook in deze tijd van ingrijpende veranderingen van de samenleving als gevolg van de IndustriĂŤle Revolutie. Het socialisme is een politieke stroming met als uitgangspunt dat ook arme mensen recht hebben op een goed leven. Grond, fabrieken en machines ( = Productiemiddelen ) zouden van iedereen zijn. Video: Socialisme Volgens een aantal socialisten kun je dit alleen bereiken door het plegen van een revolutie en met geweld de productiemiddelen af te nemen. Andere socialisten wilde veranderingen via het parlement. Hiervoor werden politieke partijen opgericht. De SDAP ( = Sociaal Democratische Arbeiders Partei ) werd opgericht en wilde door uitbreiding van het kiesrecht meer aanhangers krijgen. Computerles: Samenvatting politieke stromingen Maken: oefentoets


Verandering: Sociale wetten.(= Wetten die de leef- en werkomstandigheden van mensen verbeterde) Ook het parlement voelde dat er iets moest veranderen. In 1874 werd er daarom het Kinderwetje van Van Houten aangenomen. Kinderen jonger dan 12 jaar mochten niet meer in de fabrieken werken. Wet van 19 september 1874, houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen. 1) Het is verboden kinderen beneden twaalf jaren in dienst te nemen of te hebben. 2) Het verbod van artikel 1 is niet toepasbaar op huiselijke diensten en op veldarbeid.

In 1889 werd de arbeidswet aangenomen, vrouwen en kinderen van 12 tot 15 jaar mochten nu nog maar 11 uur per dag werken.

Klik hier en maak de oefenstof die hierbij hoort. Kijk goed naar het plaatje, maak alleen die oefenstof.


Les 4 Kiesrecht In les 1 hebben jullie geleerd dat vanaf de grondwetswijziging van 1848, alleen Nederlanders met een bepaald inkomen mochten stemmen.(= censuskiesrecht) Dat was al een hele verbetering vergeleken met de situatie van voor 1848, waarbij Koning Willem 2 alles bepaalden. De Socialisten vonden dat iedereen moest kunnen stemmen, rijk, en arm. De inkomensgrenzen werden verschoven en eind 19e eeuw mocht 50 % van alle mannen in Nederland stemmen. Gelijktijdig gingen vrouwen strijden voor gelijke rechten en gingen zich organiseren in de VVK ( = vereniging voor vrouwen kiesrecht ). Aletta Jacobs was hiervan de voorzitter. Video: Emancipatie bewegingen In het jaar 1917 was het zover en kregen de alle mannen actief- en passief kiesrecht. Vrouwen kregen in 1917 alleen passief kiesrecht. Computerles: Feminisme Vanaf 1919 was er in Nederland Algemeen kiesrecht. Feminisme. Tussen 1870 en 1920 vond de 1e feministische golf plaatst. Vrouwen kwamen overal op de wereld op voor hun rechten. Het krijgen van kiesrecht was een daarvan, maar zeker niet het enige. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wilde ze aanpakken.  

ongelijkheid binnen het huwelijk ongelijkheid op het werk

Video: positie van de vrouw rond 1900 en Leren : Begrippen leren Thema 3


Begrippen: Emancipatie: krijgen van gelijke rechten. Feminisme: beweging die opkomt voor de rechten en positie van de vrouw. Actief kiesrecht: recht om te kiezen passief kiesrecht: recht om gekozen te worden Algemeen kiesrecht: iedereen mag stemmen, zonder dat er gekeken wordt naar bezit, huidskleur, opleiding enz., maar wel vanaf een bepaalde leeftijd.

Les 5 Modern imperialisme Lerende computerles maken Video: Modern Imperialisme

Computerles de verovering van Afrika

Les: Oorzaken Imperialisme Les: Gevolgen Imperialisme


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.