MEDIAFONDS —— 2011
INHOUDSOPGAVE 01-02
04-19
20-25
27-37
VOORWOORD VERLEENDE SUBSIDIES 2011 TIEN PRODUCTIES IN BEELD OVERHEID, MEDIA EN OPENBAARHEID ESSAY FRANK VAN VREE
HET FONDS IN 2011 Voor het Mediafonds was 2011 een oogstjaar. En een jaar waarin, net als elders in de kunsten en bij de publieke omroep, tot grote veranderingen werd besloten. Er komt een fusie aan, en het nieuwe fonds krijgt meer taken. Terwijl het geld schaarser wordt.
01
Drie kostbare en door het fonds ondersteunde dramaseries, waarvoor vijf jaar eerder door middel van een prijsvraag het initiatief genomen was, kwamen in het afgelopen jaar voor uitzending gereed. De eerste – A’dam-E.V.A. – bleek zowel artistiek als wat betreft het bereik een groot succes. Begin 2012 stond Lijn 32 in het zendschema van de publieke omroep en in het najaar van 2012 wordt De geheimen van Barslet uitgezonden. Duidelijk werd dat, mede dankzij het Mediafonds, het Nederlandse kwaliteitsdrama een geducht woord meespreekt in de wereldwijde bloei van televisieseries. Die doen niet meer per se onder voor bioscoopfilms en bieden door hun lengte zelfs meer en rijkere vertelmogelijkheden, zo bleek tijdens onze tweedaagse conferentie over het fenomeen. Maar dat succes draagt ook bij aan een ontwikkeling die al langer gaande was: de rol van traditionele mediabedrijven staat onder druk. De kijker wil steeds vaker niet meer wachten op het eenmalige uitzendtijdstip in een zendschema, hij wil zoveel mogelijk nu genieten, op het moment dat het hem schikt, on demand, via de kabel, het internet, desnoods door het uitpakken van de dvd die zijn krant verkoopt of die naast de kassa in de supermarkt ligt, en vaak ook nog met een tweede scherm op schoot of bij de hand. Audiovisueel materiaal wordt op steeds meer manieren door steeds meer aanbieders verspreid. Niet alleen door omroepen en bioscoopeigenaren, maar nu
ook door kabelaars, uitgevers van kranten en tijdschriften, telefoonmaatschappijen, beheerders van sociale netwerken, webwinkels en niet in de laatste plaats door de lezers en de kijkers zelf. Zenders en ontvangers wisselen naar believen van plaats, de distributieketen wordt een netwerk. Dat geldt niet alleen voor kunst en amusement, maar evenzeer voor nieuws en opinie. Het Mediafonds is zich daarvan bewust en speelt op die ontwikkeling in. Al in 2005 wees de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid erop dat het gezien de convergentie weinig zin had om nog langer per mediumtype afzonderlijk overheidsbeleid te voeren. Publieke waarden zoals een onafhankelijke nieuwsvoorziening en het bevorderen van artistieke kwaliteit zouden in hun samenhang voor het gehele medialandschap moeten worden gesteund. De gewenste ‘focus op functies’ was voor het kabinet een belangrijke reden om in de zomer van 2011 te besluiten tot een fusie van het Stimuleringsfonds voor de Pers en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds). Dit besluit kwam plotseling, maar niet geheel onverwacht. Om recht te doen aan de veranderingen was bijvoorbeeld ook de creatie van één audiovisueel fonds (voor zowel het grote als het kleine scherm) denkbaar geweest. Maar in geen enkele constellatie zouden de grenzen tussen beleidsterreinen precies kunnen worden afgebakend. Intensieve samenwerking met andere
instel lingen en fondsen was, is en blijft hoe dan ook noodzakelijk. Op bundeling van expertise en het efficiënt inzetten van de schaarse middelen heeft het Mediafonds de afgelopen jaren daarom al fors ingezet. En ook dat wierp vrucht af. Met het Filmfonds werd verder gewerkt aan het ambitieuze Deltaplan Talent. Met het Fonds BKVB (nu: Mondriaan Fonds), de regionale omroepen en een aantal musea kwam de reeks Hollandse Meesters tot stand, die in binnen- en buitenland grote waardering oogst. Samen met het Fonds BKVB en, vervolgens, het Fonds voor de Creatieve Industrie i.o. werden videoclips en games ondersteund. Als belangrijkste fonds voor de financiering van kwaliteitsdocumentaires was het Mediafonds partner van IDFA bij tal van activiteiten. Uit de jaarlijkse masterclass Sandberg@Mediafonds kwam ondermeer de eerste iPad documentaire ter wereld voort, het inmiddels veelvuldig bekroonde Money & Speed: Inside the Black Box. Het illustreert het belang dat het fonds steeds heeft gehecht aan het bevorderen van innovatie, een functie die in de komende jaren belangrijker zal worden dan ooit. Dit jaarverslag doet daar in zijn vorm ook recht aan. Het is compacter en beeldender. De ontwerpers van Catalogtree verwerkten de cijfers en andere relevante informatie in een reeks visualisaties die in één oogopslag verhoudingen en (soms nieuwe en onverwachte) verbanden duidelijk proberen te maken. Het lijken instructies voor een Japans vouwspel, maar het is de manier waarop de subsidie verdeeld is. In zijn klassieke vorm, met volop tekst en cijfers in kolommen, is het verslag te raadplegen en te downloaden via www.mediafonds.nl. Traditie en vernieuwing vullen elkaar aan, ze beïnvloeden elkaars functie op steeds weer andere manieren in een medialandschap dat snel verandert.
Zorgen baart daarom de beperking die het kabinet in 2011 aan de publieke omroepen oplegde in het gebruik van nieuwe distributiemogelijkheden. Een maatregel die gezien kan worden tegen de achtergrond van een bredere discussie over de rol van de overheid in cultuur en media. Welke eisen mag de samenleving stellen aan kunstenaars en journalisten, en aan hun organisaties, in ruil voor ondersteuning? Wat zijn publieke waarden in cultuur en media? Wanneer wordt een aanvulling op de markt een verstoring en dus concurrentievervalsing? En hoe zit het met de onafhankelijkheid van ondersteunde uitingen? Moet de overheid zich misschien zelfs helemaal terugtrekken uit de kunsten, de omroep, de pers, het internet – en het initiatief aan betrokken burgers en commerciële bedrijven overlaten? Vanuit zijn doelstellingen behoort een kritische reflectie op de mediapraktijk, inclusief zijn eigen rol daarin, tot de taken van het fonds. Naast bijdragen in het eigen blad, 609 – cultuur en media, en op de groepsblog De Nieuwe Reporter heeft het daarom de afgelopen jaren essays aangeboden van Abram de Swaan, over het kunstwerk in het tijdperk van zijn onbeperkte beschikbaarheid (2008), en Bas Heijne, over auteurschap in tijden van massacommunicatie (2010). Als bijlage bij dit jaarverslag nu een verhandeling van Frank van Vree over de wenselijkheid van publieke financiering voor media en cultuur. Wij zien uit naar het debat daarover, dat in het belang van de kwaliteit met open vizier en op het scherpst van de snede mag worden gevoerd. Jacob Kohnstamm voorzitter Hans Maarten van den Brink directeur
02
VERLEENDE SUBSIDIES 2011
04
1
2
3
4
5
6
7
117
8
9
10
95 94 93 92 91 90 89
11
12
88 13
87 86 85
14
84 83 15
82 81
TV PRODUCTIE —— 14.425.700 EURO
80 79 78 77
05
76 75 74 73 72
16
17
18
19
20
21
71 70
22
69 23 68 24
67 66
25
65 26 64 27
63 62
28
61
29
60
30
59
31 58
57
56
55
54
53
52
51
50
49
48
47
46
45
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
1
2
3
65
4
60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49
5
48 47 46 45 44
6
43 42
TV ONTWIKKELING —— 1.182.143 EURO
41 40 39 38 37 36 35
7
06
8
34 33 9
32
31
30 10 29
28 11 27
26
12 25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
1 7
6
5
4
RADIO PRODUCTIE —— 885.800 EURO
07
3
2
1
4
RADIO ONTWIKKELING —— 92.100 EURO
3
2
08
1
2
11
3
10
E-CULTUUR PRODUCTIE —— 702.142 EURO
09 9
4
8 5
7
6
1
2
9
8
E-CULTUUR ONTWIKKELING —— 241.600 EURO
3
10
7
6
5
4
1
2
15
14
13
3
12
TAX-VIDEOCLIPFONDS —— 124.928 EURO
11
11
4
10
5 9
8
7
6
1
10
9
2
8
GAMEFONDS —— 171.775 EURO
7
12
3 6
5
4
13
DISCLAIMER De in de infografieken vermelde bedragen betreffen financiĂŤle bijdragen aan projecten, hetgeen in de meeste gevallen niet betekent dat de betreffende projecten hiermee volledig gefinancierd zijn. Het is mogelijk dat informatie in deze infografieken niet geheel overeenstemt met informatie die elders is genoemd of gepubliceerd. Dit is te verklaren uit het feit dat het soms om samenwerkingsprojecten gaat waarbij ook andere fondsen of omroepen (deel)subsidies toekennen en omdat het jaar van definitieve toekenning kan afwijken van het boekjaar.
TV PRODUCTIE 1 Hoe overleef ik... / AVRO /
Lemming Film / Maarten Lebens, Carly Schuit, Remy van Heugten, Ties Schenk / 1200000 €
Noord-Holland / Interakt / Frans Weisz, Mijke de Jong, Sonia Herman Dolz, René Roelofs, Eddy Terstall, Ditteke Mensink en anderen / 175000 €
2 Zusjes / NTR / BosBros Film-
TV Productions / Tamara Bos, Dana Nechushtan, Anno van der Heide, Thomas Korthals Altes / 1040000 €
Boerstra, Mirjam de With / 137000 € 25 Bowy is binnen / NTR VARA VPRO / KeyFilm / Hanna Bervoets, Aniëlle Webster / 137000 €
36 Terug / NTR VARA VPRO / Corrino Films / Thibaud Delpeut, Jenneke Boeijink / 137000 € 37 The Nose / AVRO / IDTV Docs / Paul Rigter / 137000 €
14 Baby Now! / VPRO / 26 Cabo Verde / NTR VARA VPRO / Circe Films / Rogier de Blok, Ivan Barbosa / 137000 €
38 Uit / NTR VARA VPRO /
& Beven / HUMAN / Talent United / Patrick van Es, Jaap van Heusden / 169000 €
27 Dagen van gras / NTR VARA VPRO / Circe Films / Philip Huff, Tomas Kaan / 137000 €
39 Urfeld / NTR VARA VPRO / Corrino Films / Lotte Tabbers, Maurice Trouwborst / 137000 €
16 Duivelse Dilemma’s –
28 Entre nosotros / NTR
Drone / HUMAN / Talent United / Jaap van Heusden / 165000 €
VARA VPRO / IJswater Films / Paloma Aguilera Valdebenito / 137000 €
17 Duivelse Dilemma’s – Geloven / HUMAN / Talent United / Jolein Laarman, Mijke de Jong / 165000 €
29 Ik ben Rio / NTR VARA
Submarine / Jorien van Nes / 170000 €
KeyFilm / Michiel Rummens / 137000 €
15 Duivelse Dilemma’s – Vrees 3 Rintje / TROS / Lemming Film / Mieke de Jong, Balder Westein, Patrick Raats / 433000 € 4 Full Contact / VPRO /
Topkapi Films / David Verbeek / 225000 € 5 Between Entrance and Exit / NTR / Boris Paval Conen, Jirí Kylián / 210000 € 6 Afscheid van de maan / VPRO / Column Film / Dick Tuinder / 200000 € 7 Altijd Zondag / VARA / Topkapi Films / Sammy Reynaert, Eché Janga / 200000 € 8 The Artists / VARA / Caviar / Paul-Jan Nelissen, Hans Herbots / 200000 € 9 Wolf / NTR / Habbekrats
18 Dirty Window / VPRO /
Zeppers Film & TV / Walter Stokman / 160000 € 19 How’s Life Been For You René? / VPRO / Spoetnik Media / Jan Thijssen, Saskia Gubbels, Lies Janssen / 160000 €
VPRO / Corrino Films / Cecilie Levy, Tami Ravid / 137000 €
VPRO / De Familie / Katinka de Maar / 145000 €
Selfmade Films / Maria Ramos / 189900 € 11 I Love Venice / VPRO /
De Familie / Quirine Racké, Helena Muskens / 185000 €
21 Foto Eddy / NTR / David de Jongh / 145000 € 22 Kakiemon, de breekbaarheid van het volmaakte / NTR / Submarine / Suzanne Raes / 140000 € 23 Tania Kross / NTR / IDTV
12 De Droom van Poetin /
VPRO / Zeppers Film & TV / Hans Pool / 180000 €
Docs / Barbara Makkinga, Lies Jansen / 140000 € 24 Ballast / NTR VARA VPRO /
13 Hollandse Meesters
in de 21ste eeuw / RTV
Family Affair Films / Anke
De Familie / Sonia Herman Dolz / 135000 € 42 Het Loo / VPRO / De Familie / Hansje Quartel / 134000 €
31 Met donker thuis / NTR
43 Officier van Justitie /
VARA VPRO / Lev pictures / Jaap Peter Enderle, Joeri Holsheimer / 137000 €
HUMAN / Selfmade Films / Misja Pekel / 134000 € 44 Poule des Doods / NTR /
VARA VPRO / IJswater Films / Arjen Lubach, Hiba Vink / 137000 €
Film / Jim Taihuttu / 200000 € 10 Heuvel van plezier / VPRO /
41 De Balletmeesters / NTR /
30 Lang zal ze leven / NTR VARA VPRO / Waterland Film & TV / Nynke de Jong, Mannin de Wildt / 137000 €
32 Midzomernacht / NTR 20 De Echte Jongens Film /
40 Vast / NTR VARA VPRO / Lev pictures / Bastiaan Tichler, Rolf van Eijk / 137000 €
33 Mijn Marko / NTR VARA VPRO / Waterland Film & TV / Evianne Lamme, Sara Verweij / 137000 € 34 Nina Satana / NTR VARA
VPRO / Circe Films / Urszula Antoniak, Bram Schouw / 137000 € 35 Stockholm / NTR VARA VPRO / Circe Films / Sammy Reynaert, Eché Janga / 137000 €
Zeppers Film & TV / Astrid Bussink / 133000 € 45 En daarom werk ik (deel 2) / IKON / Film Compagnie / Thomas Doebele, Maarten Schmidt / 131000 € 46 Congo Business Case / HUMAN / Hans Bouma / 130000 € 47 On top of the world /
Omroep Zeeland / Hell-o Films / Margot Schotel / 130000 € 48 Claudy Jongstra, hoofd
in de wolken, voeten op de
14
grond / AVRO / IDTV Docs / Allard Detiger / 128000 €
61 Wrong Time, Wrong Place /
73 Blinde Liefde / Omroep
HUMAN / Cobos Films / John Appel / 118000 €
Brabant / ErnstMedia. nl / Jenny van den Broeke / 90000 €
49 Het Blinde Lot / IKON / 62 Grenzen / IKON / Jacqueline
Pieter van Huystee Film & TV / Ramon Gieling / 126000 €
van Vugt / 116000 €
74 Achter het masker /
50 Waterlijken / HUMAN /
63 Rauw, rauwer / NCRV /
Selfmade films / Nelleke Koop / 125000 €
Industrious Empire / Anneloek Sollart / 116000 €
RTV West / Switch Filmproducties / Roswitha Eshuis, Ester Gould / 90000 €
51 I’m proud to be a lady me-
64 Bezoek op Dinsdag / NTR /
chanic / IKON / Volya Films / Karin Junger / 124000 €
Interakt / Ditteke Mensink, Julie van Traa / 110000 €
75 Fier fan hus...alline /
Omrop Fryslân / Interakt / Pieter Verhoeff / 88000 €
15
65 Snoeihard geschilderd /
Submarine / Femke Wolting, Tommy Pallotta / 121000 €
RTV Drenthe / Stichting Beeldlijn / Lydia Tuynman, Boudewijn Koole / 108000 €
53 Mijn zusje, de soldaat /
EO / BlazHoffski & Levy Producties / Dikla Zeidler / 120000 € 54 De Erfenis / NCRV / Conijn Film / Tom Fassaert / 120000 € 55 De Tocht / BOS / IDTV
Docs / Simonka de Jong / 120000 €
66 De verlate reis van me-
neer Utac / RTV Rijnmond / Interakt / Ronald Bos, Hans Wetering / 105000 € 67 Weggegooid spul / RTV
Noord-Holland / Oogland Filmproducties / John Albert Jansen / 104000 € 68 Grote Kunst voor Kleine
56 Een dansend hart / NCRV /
Hollandse Helden / Rishi Chamman / 120000 € 57 Het verdriet van West-
Friesland / IKON / Van der Hoop Filmproducties / Leen van den Berg / 120000 €
Mensen bij de buren / KRO / 60 Layers of Cake / Nathalie Faber / 97500 € 69 Lee Towers, zeg maar Leen / RTV Rijnmond / Hans Heijnen / 97000 €
58 Ik zal uw naam niet noemen / NTR / Kranenborg Velthuis Films / Eric Velthuis, Arno Kranenborg / 120000 €
Drenthe / Viewpoint Productions / Camiel Zwart / 95000 € 71 Vraem luuj die plat kalle /
59 Kinderen van de vrijheid / NCRV / Recht zo die gaat producties / Denise Janzée / 120000 €
Omroep Limburg / Hans Heijnen Films / Sergej Kreso / 95000 € 72 Achter de brug / Omroep
60 Het geheim van het mandje / HUMAN / Kim Brand, Hasse van Nunen / 118000 €
Fryslân / Pieter Stellingwerf / 85000 € 77 Meneer Braker / KRO / IJswater Films / Zoeteke Lugthart, Boris Paval Conen / 85000 € 78 Mina Moes / VPRO /
Family Affair Films / Hakima Elouarti, Mirjam de With / 85000 € 79 Oma is Gek! / EO / Talent
United / Glynis Terborg, Simone van Dusseldorp / 85000 € 80 Papa’s Tango / BOS /
IJswater Films / Amarins Romkema, Michiel van Jaarsveld / 85000 €
Flevoland / Hans Heijnen Films / Hans Heijnen, Bert van den Dungen / 94000 €
86 Tamelijk Gelukkig / RTV
Rijnmond / StudioRev / Peter Scholten, Jeroen Rozendaal / 67500 €
beuren / RTV Rijnmond / SeriousFilm / Dirk Beers / 63000 € 88 De Onplaatsbaren / RTV
Rijnmond / Riverpark Film / René Hazekamp / 58800 € 89 Spiegelingen / NTR / Lev pictures / Dunja Jocic, Marinus Groothof / 52000 € 90 Evolutie van soorten / NTR / Family Affair Films / Melissa Ellberger, Dan Geesin, Esther Rots / 50000 € 91 Hypnagogia: The
Borderland State / NTR / Family Affair Films / Muhanad Rasheed, Frank Scheffer / 50000 € 92 One False Move / NTR /
81 Fatih / NTR / The Filmers / 70 Overblijvers / RTV
85 Stormen in het nieuwe land / Omroep Flevoland / Franjo Film / Frederieke Jochems / 68000 €
87 Bij wat ook moog’ ge76 Heit op soan / Omrop
52 The Last Hijack / IKON /
Frank van Osch, Suzanne van Leendert / 77000 €
Hasan Coskun, Danyael Sugawara / 84000 €
KeyFilm / Ria Marks, Clara van Gool / 50000 € 93 Tussen droom en daad /
82 Herinneringen aan vuur / RTV Rijnmond / Lagestee Film / Heddy Honigmann / 81000 €
Omroep Brabant / SNG Film / Anette Apon / 43000 € 94 Staal / Omroep Brabant /
Rijnmond / SeriousFilm / Arjanne Laan / 80000 €
Van Osch Film Produkties / Lennard Schoonheim, Suzanne van Leendert / 42000 €
84 Jan Banning - Het oog van de zoeker / RTV Utrecht / Van Osch Film Produkties /
95 Mattanja Joy / Omroep Brabant / Movedmedia / Ellen van Kempen / 40000 €
83 Medailles & Spikes / RTV
TV ONTWIKKELING 96 Wavumba - zij die naar vis ruiken / BOS / SNG Film / Jeroen van Velzen, Sara Kee / 37000 € 97 In mijn hoofd / AVRO / Erna
110 Broken Promise / NTR / Corrino Films / Tim Snijders, Wim Al-Zabari / 20000 €
1 A’dam E.V.A. II / NTR / Robert Alberdingk Thijm, Norbert ter Hall / 100000 €
111 Dag / NTR / IJswater Films /
2 Hollands Hoop / VARA / Lemming Film / Franky Ribbens, Dana Nechushtan / 97000 €
13 How I invented the Volkswagen / Submarine / Oeke Hoogendijk, Sander Snoep, Paul Schilperoord / 24400 €
Slotboom / 35000 €
Esther Duysker, Tamar van den Dop / 20000 €
98 Vader gezocht / NCRV /
112 De eerste snee / NTR /
Hollandse Helden / Annelies Kruk / 34000 €
Shooting Star Film Company / Cecilie Levy, Tallulah H. Schwab / 20000 €
3 Ramses / AVRO / De Familie / Marnie Blok, Michiel van Erp / 75000 €
113 Fata Morgana / NTR / Il Luster Producties / Frodo Kuipers / 20000 €
4 Taart / VPRO / Pupkin Film / Lineke van den Boezem, Rita Horst / 52000 €
114 Klein / NTR / IDTV / Sanne
5 Dekmantel / VARA / Alma
Rigter / 23000 €
Vogel / 20000 €
Popeyus, Hein Schütz / 44000 €
17 Borstenfilm / Lataster
6 Wyn en Wetter / Omrop
Films / Peter Lataster, Petra Lataster-Czisch / 22800 €
99 Droomman / Omroep
Brabant / Movedmedia / Sophie Tooten / 28000 € 100 Held op sokken / BOS / KeyDocs / Laetitia Schoofs / 26000 € 101 Malik / HUMAN / Nadine Kuipers / 26000 €
15 Jheronimus Bosch / Pieter van Huystee Film & TV / Boris Gerrets, Hans Dortmans, Pieter van Huystee / 23200 € 16 The Nose / IDTV Docs / Paul
115 Stilte na de storm / NTR / Armadillo Film / Tjyying Liu, Harrie Verbeek / 20000 €
102 Oma Lien / NCRV /
Selfmade Films / Annelies de Wit / 26000 €
14 Militairen in de Mijnstreek / Mezzia Media Producties / Frederieke Jochems / 24000 €
116 Ter Observatie / NTR /
Fryslân / Family Affair Films / Eveline Verwoerd, Bouke Oldenhof, Mirjam de With / 40000 €
18 Het innerlijke landschap /
Pieter van Huystee Film & TV / Hans Dortmans, Frank Scheffer / 22400 €
103 Raman / OHM / Selfmade
IJswater Films / Sammy Reynaert, Eché Janga / 20000 €
Films / Ivanka Bakker / 26000 €
117 Titten / NTR / The Filmers /
7 Collectors / Zeppers Film & TV / Frank van den Engel, Koos de Wilt / 37400 €
104 Uitgekraakt / EO / 100%
Theodor Holman, Eddy Terstall / 20000 €
8 De Terugkeer / RTV
19 For the love of Allah / Zeppers Film & TV / Robert Oey, Maaik Krijgsman / 22000 €
Rijnmond / De Aanpak / André van der Hout, Eugène Paashuis, Pieter Kramer / 35000 €
20 Vertrekvogels / Dieptescherpte / Floris-Jan van Luyn / 22000 €
Halal / Sanne Rovers / 26000 € 105 Van Peru naar puree / KRO / Lieza Röben / 26000 € 106 Voor ‘t echie / NTR /
107 All Inclusive / NTR /
9 Dier, bovendier / Pieter van Huystee Film / Hans Fels, Saskia van Schaik, Hans Dortmans / 32000 €
Hazazah Pictures & Orange Film / Luuk Frank van Heerde, Martijn Hullegie, Billy Pols / 20000 €
10 Tommie en Lotje / KRO / Bijker / Jeanine Cronie, Erik van Schaaik / 30000 €
Arnold van Bruggen / 26000 €
108 Broeders / NTR / Kemna & Zonen / Jelle Leeksma, Bobby Boermans / 20000 € 109 Broer / NTR / Lemming Film / Gerry de Hoogh, Sacha Polak / 20000 €
11 FotoFinish / Omroep
21 Het IQ-project / VPRO / Bregtje van der Haak / 21800 € 22 Between Entrance and Exit / NTR / Boris Paval Conen, Jiri Kylián / 21600 € 23 Marienborn / Zuidenwind Filmprodukties / Sabine König / 21300 €
Gelderland / NOBS Communicating Media / Jac. Toes / 29000 €
24 Our Film / Dieptescherpte /
12 0,8 Ampere Geluk / NCRV /
25 Kakiemon, de breekbaar-
Zeppers Film & TV / Saskia Gubbels, Lies Jansen / 26000 €
heid van het volmaakte / NTR / Submarine / Suzanne Raes / 19500 €
Jos de Putter / 20000 €
16
RADIO PRODUCTIE 26 Tussen droom en daad / IDTV Docs / Anneloor van Heemstra / 18500 € 27 De dingen die voorbij
gaan / De Familie / Michiel van Erp / 17500 €
40 Honing / NTR VARA VPRO / Laura van Dijk, Nova van Dijk / 9000 €
Films / Joris Postema / 15400 €
41 Iedereen heeft een poes / NTR VARA VPRO / Corrino Films / Tim Klaasse / 9000 €
29 De langste adem - Toots
42 Ik ben Rio / NTR VARA
Thielemans / De Familie / John Appel / 14600 €
VPRO / Cecilie Levy, Tami Ravid / 9000 €
30 Kadir van Lohuizen - Zwervende Beelden / Viewpoint Productions / Tinus Kramer / 12500 €
43 Sexting / NTR VARA VPRO / Chiel van der Wolf, Maarten van Voornveld, Steven Wouterlood / 9000 €
28 FC Rwanda / Bonanza
17
van Zelm, Ivan Lopez Nunez / 9000 €
53 De dag dat ik verwekt
ben / IDTV / Boudewijn Koole, Nathan Vecht / 3000 € 54 De twee geuren van ijzer /
Circe Films / Philip Huff, Tomas Kaan / 3000 € 55 Eerste Liefde / IJswater
Films / Jaap van Heusden / 3000 € 56 Fit to Fly / KeyFilm / Eveline
Verwoerd, Saskia Diesing / 3000 € 57 Full Contact / IDTV / David
44 Stockholm / NTR VARA
Van Vlier Media / Tijmen van Vlier / 12200 €
VPRO / Sammy Reynaert, Eché Janga / 9000 €
32 Het Park / Zuidenwind Filmprodukties / Dré Didderiëns / 10700 €
45 Terug / NTR VARA VPRO / Jenneke Boeijink / 9000 € 46 Uit / NTR VARA VPRO /
33 2 minuten douchen / NTR VARA VPRO / Jacqueline van Vugt / 9000 €
59 Voor ik vergeet / Pupkin Film / Tijs van Marle, Margien Rogaar / 3000 € 60 Wolf / NTR / Habbekrats Film / Jim Taihuttu / 3000 € 61 K(r)aal / AVRO / Benny
34 Ballast / NTR VARA VPRO /
Anke Boerstra, Mirjam de With / 9000 €
48 Transformatie Noord /
35 Bowy is binnen / NTR VARA VPRO / Hanna Bervoets, Aniëlle Webster / 9000 €
Antoniak / 3000 €
Michiel Rummens / 9000 € 47 Urfeld / NTR VARA VPRO / Lotte Tabbers, Maurice Trouwborst / 9000 €
Perspectief Producties / Niki Boomkens, Ingrid Wong / 7500 €
Lindelauf, Martijn de Jong / 2900 € 62 Bewogen Interieur / Omrop Fryslân / Pim Zwier / 2870 € 63 Meneer Braker / KRO / Zoeteke Lugthart, Boris Paval Conen / 2700 €
49 Rintje / Lemming Film / Mieke de Jong, Balder Westein, Patrick Raats / 7000 €
64 Cap of Keppel / Zuidenwind Filmprodukties / Susanne Engels / 2373 €
37 Celine / NTR VARA VPRO / KeyFilm / Victor Kop, Harrie Verbeek / 9000 €
50 Afscheid van de maan /
65 Raman / OHM / Ivanka
Column Film / Dick Tuinder / 3000 €
Bakker / 2000 €
38 De Gelukkigen / NTR VARA
51 Altijd Zondag / IDTV / Sammy Reynaert, Eché Janga / 3000 €
36 Cabo Verde / NTR VARA
VPRO / Rogier de Blok, Ivan Barbosa / 9000 €
VPRO / Yolanda Entius, Eelko Ferwerda / 9000 € 39 Hard Grijs / NTR VARA
VPRO / Circe Films / Vincent
52 Cirkel / Stetz Film / Philip Delmaar, Arno Dierickx / 3000 €
2 Plots / VPRO / Katinka Baehr, Chris Bajema, Bente Hamel, Esma Linnemann, Tjitske Mussche, Jennifer Pettersson, Jair Stein, Laura Stek en Stef Visjager / 228000 € 3 1 Minuut (3e serie) / VPRO / Katinka Baehr, Chris Bajema, Maartje Duin, Bente Hamel, Tjitske Mussche, Jennifer Pettersson, Marije Schuurman Hess, Jair Stein, Laura Stek en Stef Visjager / 50000 €
Verbeek / 3000 € 58 Nude Area / IDTV / Urszula
31 Tenminste Houdbaar Tot /
1 Woord.nl / NPO / Erik van Heeswijk / 500000 €
4 Schatten van de Cariben / NTR / Leo Knikman, Joep Pelt / 50000 € 5 Rudi Dekkers / NTR / Jeroen van Bergeijk / 26000 € 6 De Code van Kootwijk / NTR / Aletta Becker / 19800 € 7 AKO literatuurprijs 2011 / NTR / HoorSpelFabriek / Rick Steggerda, Anne Budgen, Koen Caris, Eva Gouda, Iona Daniel, Alexander Peterhans, Vibeke von Saher, Marlies Cordia / 12000 €
RADIO ONTWIKKELING
E-CULTUUR PRODUCTIE
1 De Spin / NTR / Palentino Pictures / Henk Apotheker, René Appel, Gerben Hellinga, Paul Jan Nelissen, Frans de Rond / 56000 €
1 Alleman Filmt / NCRV / Stetz Film / Joris Hoebe, Joram Willink, Vincent Lindeboom / 75000 €
2 Brandt dit licht, dan koppen
dicht! / Omrop Fryslân / Leo Knikman, Ant Haima / 18100 € 3 Koninginnetaal / EO / Fatos Vladi / 11000 € 4 Sergei Bubka’s wondermethode / NTR / Aletta Becker / 7000 €
2 Lekker goedkoop / NTR / IJsfontein / Anneke Dorsman, Jans Budding, Maarten van der Duin / 75000 €
E-CULTUUR ONTWIKKELING 11 Who’s In, Who’s Out / BNN /
Waterland Film & TV, NewBe TV, Tuvalu Media / Jeroen Koopman, Lourens Blok, Rob Bloemkolk, Jan van der Zanden, Vincent ter Voert, Barbara Jurgens / 20000 €
1 Me Machine / Ruben Abels, Monique Nolte / 35000 € 2 Meet your stranger / Sander Veenhof, André Freyssen / 35000 € 3 Saving Face / Karen Lancel, Hermen Maat, Matthijs ten Berge / 35000 €
3 Play@hoi.nl / AVRO / Ties Schenk, Marjolein Vermeulen, Myrthe Veeneman, Jolanda Dekker / 75000 €
4 The Oblivious / seriousFilm / Ineke Smits, Paul Swagerman / 35000 €
4 Profiel.tv / HUMAN / Mohamed El Aissati, Marc Josten, Martin Turner / 75000 €
5 Bellicher / VPRO / Submarine / Sander van der Vegte, Christiaan de Rooij / 25000 €
5 Saligia-7 Transmedia Pilot /
VPRO / Hubbub Media / Ian Ginn, Esther Wouda, Joeri Rodenburg, Gert-Jan Baltus, Erik van Heeswijk / 75000 €
6 Het Nationale Canta Ballet / NTR / Viewpoint Productions / Maartje Nevejan, Karin Spaink, Bert Kommerij / 25000 €
6 The Artists / VARA / Eric Taelman, Peter de Maegd / 75000 €
7 The Last Hijack Interactive / Submarine / Femke Wolting / 25000 €
7 Spangas SpanGotcha /
8 Cardboard Monument phase 2 / L. Alexander / Lauren Alexander, Margien Rogaar / 16600 €
NCRV / 70042 € 8 Het Nationale Canta Ballet / NTR / Viewpoint Productions / Maartje Nevejan, Rogério Lira, Ernst Meisner, Karin Spaink, Bert Kommerij, Valérie Schuit / 60000 € 9 Human Birdwings / NTR / Revolver / Floris Kaayk / 51500 € 10 Hola Lara Online / VPRO /
Submarine / Daniël van Gils, Erna Sassen, Sara Kolster, Jorrit de Vries, Christiaan de Rooij, Karel Brascamp / 50600 €
9 Hoofdzaken / VPRO / Stichting CCD / Carolien Euser, Inge Willems / 10000€
18
TAX-VIDEOCLIPFONDS
GAMEFONDS
1 Fly / Kosmonaut / The Child of LOV, M. Teerlinck, Lennart Verstegen / 15000 €
13 Shut up & Dance / Primage / Kroons, Janice Pierre, M. Bos / 3025 €
1 Flip the Core / Engine Software / Rombout Casander, Marco Willemsen, Jan van Nuenen / 37500 €
2 Elephant / Yellow Submarine / Blaudzun, Mirka Duijn, Nina Spiering / 14000 €
14 Seven / Siebe de Boer / Space Siren, Siebe de Boer / 2000 €
3 Walking by the Sea / 100% Halal / Pitto, Sarah Mathilde Domogala / 12500 €
15 Someone OK / Mels van der Mede / Lola Kite, Mels van der Mede, Lukas Hillen / 1500 €
4 Level Crossing / Minivegas
Studio / Waxflatter, Geoff Lillemon aka Oculart / 12000 €
19
5 Stuck / Will Productions / Caro Emerald, Maikel van der Laken / 11242 € 6 For Better or For Worse / Victor Vroegindeweij / Tika, Victor Vroegindeweij / 10000 € 7 Riviera Life / Grandmono / Caro Emerald, Josh Josimovic / 10000 € 8 Shadow of the Sun / S. van
Wersch / Thomas Azier, Ine van den Elsen, Lucy Mc Rae, We make carpets, Maite Catti / 8455 €
2 Inside Me: IKITAI / MeinMein / Meindert Kamphuis, Gerbrand Kamphuis / 30000 € 3 Spelen met varkens / HKU / Kars Alfrink, Irene van Peer, Hein Lagerweij, Clemens Driessen / 25500 € 4 Remembering / Sonic Picnic / Monobanda / 25000 € 5 Platformerman / Richard Boeser / Sparpweed, Codeglue, Yomar Augusto, Jan Willem Nijman / 14000 € 6 Biënnale van Venetië / Dropstuff / Dropstuff, René van Engelenburg, Monobanda / 10000 € 7 iLoefje / Jochem van der
Spek / Jochem van der Spek / 9400 € 8 Dance Engine / ICK Amsterdam, Cinedans / Fourcelabs, Marloeke van der Vlugt / 8000 €
9 One / Cake Film / Pete Philly,
Pablo Delfos, Niek Pulles / 7452 € 10 Walked-on Wood / Geert van der Velde / The Black Atlantic, Tracey Maurice / 7240 € 11 Touch & Go / Westframe /
Bastian, Ruben van Leer / 6939 € 12 Galtar Riddim / Zwart Licht, Hoax en Nick Liefhebber, Vincent Boon, Bob Mayata / 3575 €
9 Pole Position / Stichting Lost
Dogs / Marieke Verbiesen / 7375 € 10 Hybrid Urban Screens & Play / Born Digital / Born Digital, Martin Boverhof / 5000 €
EEN KEUZE UIT DE VELE PRODUCTIES DIE IN 2011 ONTWIKKELD, GEPRODUCEERD, UITGEZONDEN EN/OF BEKROOND WERDEN 20
DANSFILM
‘Coup de grâce’ van Clara van Gool, Jordi Cortés Molina en Damián Muñoz
21
RADIO
‘Plots’ van Jair Stein, Bente Hamel, Stef Visjager, Chris Bajema, Esma Linnemann, Tjitske Mussche, Jennifer Pettersson en Laura Stek FOTO: MELANIE BONAJO
REGIONALE DOCUMENTAIRE
‘De engel van Doel’ van Tom Fassaert
DOCUMENTAIRE
‘Liefdeswinter’ van Gülsah Dogan
22
DRAMA
‘One Night Stand: Entre nosotros’ van Paloma Aguilera Valdebenito
23
GAMEFONDS
‘FLX.’ van Han Hoogerbrugge en Sander van der Vegte FOTO: ROB IJPELAAR
JEUGD - DRAMASERIE
‘Doctor Cheezy’ van Tijs van Marle en Margien Rogaar
JEUGD - DOCUMENTAIRE
‘Kids & Docs: Ik ben echt niet bang!’ van Willem Baptist
24
JEUGD - DRAMA
‘Kind en Kleur: Mina Moes’ van Hakima Elouarti en Mirjam de With
25
TAX-VIDEOCLIPFONDS
‘One’ van Pete Philly, Pablo Delfos en Niek Pulles
OVERHEID, MEDIA EN OPENBAARHEID ESSAY DOOR FRANK VAN VREE
27
In Amerikaanse debatten over de toekomst van de journalistiek, de kranten en de publieke zenders werd de afgelopen jaren opvallend vaak – en in waarderende termen – verwezen naar het mediabeleid in verschillende Europese landen. Dat is opvallend, want overheidsbemoeienis met de media stond in de VS lange tijd min of meer gelijk aan censuur en dictatuur, of, op z’n gunstigst, paternalisme en oneerlijke concurrentie. De diepe crisis in de serieuze media heeft echter tot een verschuiving in het denken geleid. Net als in Nederland en andere Europese landen buigt men zich in de VS over de vraag of de overheid inderdaad een taak heeft wanneer het gaat om het behoud of bevorderen van de kwaliteit van journalistieke en culturele mediaproducties. En dan niet alleen op de publieke zenders, maar in de volle breedte van het aanbod, van televisie en radio tot kranten en internet. Met die vraag begeven we ons in een debat met een onmiskenbaar principieel karakter, over een kwestie die niet alleen interessante historische en filosofische wortels, maar ook een actuele, urgente betekenis heeft.
HET IDEAAL VAN DE OPENBAARHEID Meer dan twee eeuwen geleden, in 1787, schreef Thomas Jefferson, auteur van de Declaration of Independence en een van Amerika’s meest prominente founding fathers, aan een van zijn revolutionaire medestrijders: ‘Omdat het oordeel van het volk aan de basis van ons bestuur ligt, zou het onze eerste taak zijn ervoor te zorgen dat dit zo blijft; en zou ik ooit in een situatie komen, waarin we zouden moeten kiezen tussen een regering zonder kranten of kranten zonder een regering, dan zou ik zonder een moment van twijfel voor het laatste kiezen. Maar daarmee wil ik ook zeggen dat iedereen die kranten zou moeten kunnen krijgen en zou moeten kunnen lezen.’ Jeffersons woorden vormden de echo van de pleidooien van verlichte denkers, van Immanuel Kant tot Jeremy Bentham, die de vrijheid van spreken beschouwden als een conditio sine qua non voor humaniteit en werkelijke vooruitgang. Die geluiden zijn sindsdien niet meer verstomd, al doen we er goed aan ons te realiseren dat het beginsel van vrijheid van meningsuiting tot ver in de twintigste eeuw de facto in minder dan tien landen in de wereld stabiel verankerd was – en dan hebben we het over een handjevol landen in Noordwest-Europa, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland. Het huidige, opgewonden discours over westerse waarden en tradities suggereert iets anders, maar de geschiedenis van de vrije media gaat zelfs in de meeste Europese landen niet zo ver terug. De liberale opvattingen over de publieke sfeer, zo mooi verwoord door Jefferson, vonden hun klassieke formulering bijna twee eeuwen later, in 1962, in Strukturwandel der Öffentlichkeit van
de Duitse filosoof Jürgen Habermas. In deze veel geciteerde en nog altijd actuele historisch-filosofische verhandeling definieerde Habermas het ideaal van de liberale of democratische publieke sfeer als een voor iedere burger toegankelijke, virtuele ruimte, waar met rationele argumenten gediscussieerd kon worden over zaken die raken aan het algemeen belang, van politiek en economie tot wetenschap en cultuur. Daarbinnen is een cruciale rol weggelegd voor de media, enerzijds als drager van uiteenlopende opvattingen, anderzijds als platform voor debat, met als doel draagvlak te creëren voor democratische besluitvorming, of, in geval van kennis en wetenschap, de waarheid te vinden. De democratische publieke sfeer is dus per definitie pluriform, zo betoogde de radicale filosofe Hannah Arendt in diezelfde jaren: zij is de plaats waar mensen de anderen ontmoeten en door hun handelen een ‘gemeenschappelijke wereld vol verschillen creëren’. De idee van de media als spil van de democratische samenleving is sinds de late achttiende eeuw niet meer geweken, niet alleen op het punt van de vrijheid van meningsuiting – bijvoorbeeld als toetssteen in de buitenlandse politiek – maar ook in het mediabeleid. De daaraan ten grondslag liggende waarden, zoals pluriformiteit en, vooral, de toegankelijkheid voor uiteenlopende groepen, zijn rechtsreeks afgeleid van het klassieke ideaal van de publieke sfeer. En de vitaliteit van dit ideaal van de openbaarheid spreekt ook uit de termen waarin journalisten hun eigen rol plegen te definiëren: ‘Het doel van de journalistiek’ zo schrijven Bill Kovach en Tom Rosenstiel in hun befaamde handboek The Elements of Journalism: What Newspeople Should Know and the Public Should Expect, ‘is het bieden van informatie die mensen in staat stelt zich een oordeel te vormen over belangrijke
28
onderwerpen in een steeds complexere wereld’. Ten slotte erkent ook de wetgever het publieke belang van de journalistiek, in de vorm van prerogatieven voor de professionele journalistiek, zoals het verschoningsrecht en het recht op vrije nieuwsgaring.
29
Habermas behandelde in zijn Strukturwandel der Öffentlichkeit echter niet alleen de opkomst van het burgerlijkliberale idee van openbaarheid in de late achttiende en vroege negentiende eeuw, maar ook de structurele transformatie ervan en de verdrukking en de verloedering van de verlichte idealen in de loop van de negentiende en twintigste eeuw. Partijen en belangengroepen, instellingen, inclusief de staat, probeerden het publieke domein te domineren en om dat doel te bereiken werden de media feitelijk gekoloniseerd. In plaats van voertuigen van informatie en debat werden media instrumenten voor specifieke – vaak legitieme – politieke, sociale en economische belangen en verlangens. Niet communicatie of debat, maar machtsvorming stond centraal. Deze structurele veranderingen in de openbaarheid vormden een voortdurende en ernstige bedreiging voor de autonomie van de media; in de moderne totalitaire staten verloren zij ten slotte iedere vorm van zelfstandigheid. Zelfs in de landen waarin de vrijheid van drukpers stabiel verankerd was, waren de media dikwijls op essentiële punten niet autonoom, zoals in Nederland, waar de verzuilde politieke verhoudingen de kranten en de omroepen in een positie van afhankelijkheid en dienstbaarheid manoeuvreerden.
EEN COMMERCIËLE ZONDVLOED Strukturwandel der Öffentlichkeit verscheen, zoals gezegd, in 1962 in het Duits, en raakte in de daarop volgende jaren enigszins op de achtergrond. Men zou kunnen zeggen dat het werk – zijn dissertatie – als het ware werd ingehaald door Habermas’ latere geschriften, waarin thema’s als transparante communicatie en een ‘deliberatieve democratie’ eveneens een sleutelrol speelden. Na dertig jaar kwam het proefschrift evenwel opnieuw in de belangstelling te staan. Er verscheen een Duitse heruitgave met daarin ter inleiding een uitgebreid actueel essay van Habermas zelf, en deze editie werd gevolgd door nieuwe vertalingen, nu ook, voor het eerst, in het Engels. Deze publicitaire herleving werd op haar beurt gevolgd door discussies, conferenties en bundels. Het verloop van deze receptiegeschiedenis zouden we kunnen opvatten als een vingerwijzing: je zou kunnen zeggen dat zij rechtstreeks verbonden is met de ontwikkelingen in het medialandschap en de journalistiek zelf. De oorspronkelijke publicatie van Habermas’ boek viel namelijk min of meer toevallig samen met het begin van een periode waarin de media en de journalistiek een ongekende bloei doormaakten, niet alleen in economische termen, maar ook gemeten naar de maatstaf van het liberale ideaal van de openbaarheid. Vanaf de late jaren vijftig, zestig ontworstelden de journalistieke media zich aan de ideologische krachten en belangen die de publieke sfeer – in de woorden van Habermas – zo lang hadden gekoloniseerd. Overal in de westerse wereld begonnen de media zich los te maken van politieke partijen, kerken, vakbonden en andere belangengroepen, terwijl de overheid zich steeds terughoudender opstelde, zowel tegenover de private als de publieke media. In Nederland ging deze dekolonisering van de media de
geschiedenis in als de ontzuiling: de formele banden tussen kranten en politieke en levensbeschouwelijke organisaties werden in rap tempo doorgesneden, terwijl in de omroep het beginsel van de redactionele vrijheid zijn intrede deed. Anders gezegd: vanuit het perspectief van de democratische publieke sfeer en de autonomie van de journalistiek vormden de jaren zestig tot tachtig een periode van ongekende vrijheid en bloei – en dan hebben we het niet zozeer over de kwaliteit van de journalistieke producten als wel de bewegingsvrijheid en creatieve mogelijkheden van de media. Precies deze relatief korte periode lijkt in de huidige discussies over de crisis in de serieuze media vaak te fungeren als referentiepunt, zoals in het vorig jaar verschenen boek van de invloedrijke Amerikaanse journalisten Robert McChesney en John Nichols, The Death and Life of American Journalism. De herinnering aan Watergate, als het hoogtepunt van de onafhankelijke onderzoeksjournalistiek, die president Richard Nixon dwong terug te treden, is nog altijd even levend als leidend in de Amerikaanse journalistiek. Sinds de late jaren tachtig is het medialandschap evenwel radicaal veranderd – en de ‘herontdekking’ van de actualiteit van Habermas’ Strukturwandel der Öffentlichkeit viel min of meer samen met deze ommekeer. De liberalisering van de nationale en internationale mediamarkt, de intrede van commerciële televisiemaatschappijen in alle Europese landen, de toenemende binnenlandse en buitenlandse concurrentie, de vorming van internationale conglomeraten en de introductie van een spijkerhard commercieel regime door mediamagnaten als Murdoch en Berlusconi haalden de bestaande verhoudingen in hoog tempo overhoop. Er werd gesproken over een ‘commerciele zondvloed’, die de kwaliteit van de
omroepen en de journalistiek rechtstreeks bedreigde. De slag om kijkers en lezers en de hardere bedrijfspolitiek, gevoed door de eis van een hoger rendement onder druk van externe financiers, leidden niet alleen tot een ‘verplatting’ van de media en een uitholling van de journalistiek, zoals Guardian-redacteur Nick Davies in Flat Earth News en vele anderen hebben laten zien, maar ook tot een uitputting van de bedrijfsmiddelen, waardoor ooit bloeiende mediaorganisaties financieel berooid het internettijdperk binnentraden, zoals ook Nederlandse kranten tot hun schade en schande hebben ervaren. Met de opmars van de marktlogica in de mediawereld, waarbij kranten, tijdschriften, radio en televisie die altijd al ook een zaak waren, nu vooral een zaak werden, raakte de discussie over de plaats en de taak van de media in de publieke sfeer weer in het centrum van de belangstelling – om daar vervolgens niet meer uit te verdwijnen. Want de commercialisering van het medialandschap vanaf de jaren tachtig zou achteraf niet meer blijken te zijn dan een voorspel van nog radicalere verschuivingen: de digitale revolutie, waarvan de potentiële gevolgen zich pas werkelijk zouden openbaren met de doorbraak van de snelle internetverbindingen, vlak na de eeuwwisseling.
NAAR EEN MEDIAAL ECOSYSTEEM Vanaf dat moment, vlak na de millenniumwisseling, ging het snel, heel snel, vooral in de dagbladsector. Structurele negatieve factoren, die al langer speelden maar door het gunstige economische tij lange tijd min of meer verborgen waren gebleven, werden nu pijnlijk zichtbaar, te beginnen met de teruglopende dekkingsgraad van kranten per huishouden. Dat proces was al dertig jaar aan de gang, gevoed door de enorme
30
uitbreiding van het aanbod, in de vorm van nationale en internationale televisiekanalen, regionale zenders, tijdschriften, advertentiebladen en, ten slotte, gratis kranten. Die ontwikkelingen hadden de positie van de betaalde dagbladpers onder brede lagen van de bevolking geleidelijk maar systematisch ondergraven – ruim voordat de digitale revolutie deze teruggang onomkeerbaar maakte. Dat geldt in het bijzonder voor de lager opgeleide groepen, bij wie huis-aan-huisbladen, lokale en regionale radio- en televisiezenders en – iets later – gratis kranten de plaats innamen van betaalde dagbladen. Voor wat zij nodig meenden te hebben, hadden ze de krant niet langer nodig. Dit functieverlies beperkt zich inmiddels al lang niet meer tot deze sociale groepen; de krant moet over de hele linie terrein prijsgeven, in het bijzonder onder de leeftijdscategorieën tot circa 40 jaar, net als overigens de radio en de televisie. 31
Deze verschuivingen in de mediaconsumptie zijn enerzijds het gevolg van een grotere welvaart in combinatie met technologische veranderingen en een ruimer en gevarieerder media-aanbod, en anderzijds van fundamentele veranderingen in de wereld waarin de afzonderlijke kranten, tijdschriften en omroepen existeren en opereren. Tot nu toe werd over die omgeving, de wereld van de media, gesproken als een ‘landschap’: het medialandschap – een treffende metafoor, omdat daarin noties besloten liggen van groei en verval, van ontwikkeling en variatie, herkenbare patronen en onderlinge samenhang. De term ‘landschap’ suggereert ook een betrekkelijke duurzaamheid en voorspelbaarheid; tegelijk nodigt zij uit tot exploreren en ontdekken, om op zoek te gaan naar hoekjes en achterafjes, naar sporen van vroeger, naar nieuwe elementen. In een groeiend aantal publicaties wordt de mediawereld echter niet meer voorgesteld
als een landschap, maar als een ecologisch systeem: een dynamisch en functioneel geheel, waarin sprake is van een voortdurende beweging en wisselwerking tussen de aanwezige platforms. Dat geldt, om te beginnen, voor de commerciële markt, waar oude en nieuwe media steeds meer verstrengeld zijn geraakt; zo hebben technologische ontwikkelingen in het ene medium (internet, mobiele apparaten) vaak directe repercussies voor anderen (televisie, kranten), of het nu gaat om distributie, marktaandeel of advertenties. Maar ook vanuit communicatief perspectief zijn de inhoudelijke rollen in dit ecosysteem vloeibaar: de traditionele grenzen tussen ‘zender’ en ‘ontvanger’ zijn in het nieuwe ecosysteem voor een belangrijk deel vervaagd. De verhoudingen liggen niet meer vast, ze zijn niet langer hiërarchisch, lineair, centralistisch en stabiel, maar dynamisch, met wisselende rollen. De consument is in deze interactieve wereld in een aantal opzichten ook producent, door alles wat hij of zij op het web inbrengt. De positie en de functie van een medium als het klassieke dagblad zijn in deze veranderende biotoop ingrijpend van karakter veranderd. Voor de ‘kale’ nieuws- en informatievoorziening en servicerubrieken – belangrijke pijlers van de massapers – hoeft de consument tegenwoordig geen krant meer te kopen, zomin als hij de televisie nodig heeft om series of amusante filmpjes te kunnen zien. En daar blijft het niet bij. Aangezien ‘nieuws’ niet auteursrechtelijk is beschermd, staan met name de printmedia machteloos wanneer anderen er met de vruchten van hun soms moeizame journalistieke arbeid vandoor gaan. In tegenstelling tot het beeldmateriaal van fotografen en audiovisueel producenten is het overnemen van de pointe van geschreven berichten – inclusief diepgaande
achtergrondjournalistiek – als vorm van nieuwsgaring volledig legitiem. Dat is precies waar de meeste digitale nieuwssites en blogs op draaien – zelden op eigen werk. De traditionele printmedia – en daarmee de journalisten – hebben dus niet alleen hun informatiemonopolie goeddeels verloren, maar ook de controle over wat met hun eigen werk gebeurt. Daarmee kunnen de alsmaar dalende oplagecijfers van de kranten grotendeels worden verklaard. Bij al deze structurele en technologische veranderingen heeft zich sinds 2008 een aantal acute problemen gevoegd. Sedert de bankencrisis zijn de advertentie-inkomsten in een vrije val terecht gekomen, terwijl de neergang in abonnees zich versterkt heeft doorgezet. Zelfs heel wat gevestigde titels zijn inmiddels in zwaar weer terecht gekomen en verschillende bladen dreigen om te vallen – een ontwikkeling die we eerder in de VS en een aantal andere Europese landen hebben kunnen zien. Dat heeft een ware kaalslag in de informatievoorziening als gevolg, in het bijzonder in de regio, onder buitenlandcorrespondenten en meer gespecialiseerde vormen van journalistiek. Volgens sommigen heeft het internet de traditionele media met hun achterhaalde verdienmodellen en de klassieke journalistiek met haar overleefde professionele waarden overbodig gemaakt. Kranten zijn – in hun ogen – dode bomen zonder levensvatbaar economisch model, terwijl te voorspellen is dat de traditionele radio- en televisieprogramma’s het op alle punten, van tempo en lengte tot distributie, van hun digitale tegenhangers zullen verliezen. En ook de professionele journalistiek zal door de blogger, de twitterende burgerjournalist en de voorlichtingsdiensten van allerhande instanties geleidelijk tot een irrelevant fenomeen worden gereduceerd, aldus deze digiprofeten.
Dergelijke verwachtingen en voorspellingen zijn in hun algemeenheid betrekkelijk kortzichtig. Culturele en maatschappelijke veranderingen lopen zelden zo rechtlijnig als de herauten van de technologische vooruitgang voorspellen. Zo hebben nieuwe mediavormen als blogs, burgerplatforms en, meer recentelijk, sociale netwerken en Twitter – door sommige theoretici al in een vroeg stadium jubelend verwelkomd als de tools van een nieuwe, radicaal-democratische fase in de informatieverschaffing – hun potenties bij lange na niet ten volle gerealiseerd. Anderzijds hebben verschillende blogs en sites geleidelijk de contouren aangenomen van – inderdaad – min of meer klassieke professionele journalistieke media.
OVERHEID EN MEDIA Anders gezegd: zo rechtlijnig en gesmeerd als sommige kritische geesten hebben voorspeld, zal de weg naar de ondergang van de traditionele media niet zijn. Dat neemt niet weg dat de klassieke journalistiek sinds een aantal jaren onder zware druk staat en zichtbaar terrein verliest. Daarmee dringt zich direct de vraag op, of ‘we dat allemaal gewoon moeten laten gebeuren’, en of niet ook de overheid de taak of de plicht heeft om de professionele journalistiek dan wel haar dragers, de mediabedrijven, te hulp te schieten. De vierenveertig hoofdredacteuren, uitgevers en directies van dagbladen die in december 2009 toenmalig minister Plasterk per brandbrief opriepen steunmaatregelen te treffen, meenden van wel. En zij waren de enigen niet. In de VS gebeurde afgelopen jaar iets soortgelijks – overigens zonder veel succes, in tegenstelling tot in Frankrijk, waar Sarkozy wel maatregelen ter ondersteuning van de dagbladpers afkondigde. Ook Plasterk liet zich overtuigen en besloot tot een forse, zij het tijdelijke
32
uitbreiding van financiële middelen voor het Stimuleringsfonds voor de Pers, met het doel innovaties in de bedrijfstak te ondersteunen.
33
De pleidooien voor steunverlening werden zowel in de VS als in Europa verdedigd met een beroep op de hiervoor uiteengezette argumenten: dat onze democratische samenleving alleen kan bestaan bij gratie van vrije media, goede journalistiek en een adequate distributie. Deze raken immers direct aan de kwaliteit van de publieke sfeer. Zonder een behoorlijke informatievoorziening en open discussie zal de publieke meningsvorming worden afgesneden van haar bronnen, een situatie waaronder niet alleen de politieke democratie, maar bijvoorbeeld ook de economie en de wetenschap te lijden zullen hebben. Bovendien zou, in de woorden van de gezaghebbende 19de-eeuwse staatsrechtgeleerde J.I. Buijs, ‘een veelvermogend middel tot verdediging van de rechten en belangen van het volk’ verloren gaan. De gedachte dat de overheid een eigen verantwoordelijkheid heeft waar het gaat om de journalistiek en de nieuwsvoorziening, is wat Nederland betreft betrekkelijk nieuw. Weliswaar werden ook in de jaren zestig en zeventig onder druk van een rigoureuze schaalvergroting en concentratie in de dagbladpers beperkte financiële steunmaatregelen getroffen, maar de zaken liggen nu aanmerkelijk gecompliceerder dan toen. Terwijl de problemen rond de dagbladconcentratie in de jaren zestig en zeventig vooral een uitvloeisel waren van veranderingen in de productiesfeer, in het bijzonder van schaalvergroting, ontbreekt nu enig zicht op toereikende en vooral duurzame oplossingen. Zeker in de printmedia lijkt de basis onder de productie weg te vallen; er is sprake van structurele veranderingen,
met een betrekkelijk ongewisse uitkomst voor de sector als geheel. En wat voor de klassieke media geldt, geldt eigenlijk ook voor de professionele journalistiek: het is niet te voorspellen hoe zij uit dit ingrijpende transformatieproces tevoorschijn zal komen. Dit laatste zou een motief kunnen zijn voor terughoudendheid in het bieden van steun. Tegelijk zijn er genoeg redenen om de zaken niet op hun beloop te laten en actief te zoeken naar wegen en middelen die kunnen helpen nieuwe duurzame journalistieke vormen en omgevingen te creëren en ondertussen de professionele kwaliteit te beschermen – zoals de overheid zich eigenlijk ook al jaren bekommert over de kwaliteit van radio en televisie. Dat de overheid ten aanzien van de inrichting van radio en televisie haar verantwoordelijkheid tot op zekere hoogte wèl neemt, is historisch goed te verklaren. Het verzuilde omroepbestel met zijn verenigingen en gedeelde zendtijd, geïnstitutionaliseerd met het Zendtijdbesluit van 1930 als een typisch Nederlandse versie van wat een publieke omroep zou kunnen heten, was het resultaat van een politiek compromis, ontwikkeld langs de lijnen die eerder waren beproefd om rust en vrede te brengen in het openbaar en bijzonder onderwijs. Het Zendtijdbesluit zou recht doen aan de diepe religieuze en politieke verdeeldheid onder de bevolking, en tegelijk de potentiële gevaren van het nieuwe medium radio – gevreesd vooral door katholieken en protestanten, die samen over een meerderheid in het parlement beschikten – bezweren. Vanaf die tijd is de overheid zich altijd met de omroep blijven bemoeien – ook toen dat vanuit een oogpunt van schaarste aan golflengtes, openbare orde en moraliteit en de relatief hoge productiekosten niet
meer nodig was. Wel veranderden vanaf de jaren zestig de doelstellingen van het omroepbeleid van de elkaar opvolgende regeringen: de raison d’être van het omroepbestel werd vanaf de jaren zestig expliciet gekoppeld aan pluralistische en democratische waarden in termen van toegankelijkheid en veelzijdigheid in sociaal, cultureel, levensbeschouwelijk en politiek opzicht. Later, met de aanscherping van programmatische eisen voor de omroepen, werden de ambities ruimer: de publieke omroep moest ook voorzien in journalistieke en culturele behoeften, een opvatting die werd onderstreept door de oprichting van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties, de voorloper van het Mediafonds, in 1988. De publieke omroep werd voortaan geacht met professionele producties met een bijzonder artistiek gehalte, in de vorm van dramaseries en speelfilms, toneel-, dans- en operaregistraties en adaptaties, televisie- en radiodocumentaires en muziekprogramma’s, bij te dragen aan de verrijking van het culturele klimaat in Nederland. Met dit beleid – al werd dit niet altijd even consequent uitgevoerd – hebben de opeenvolgende kabinetten richting gegeven aan het antwoord op de vraag waarom de publieke omroepen – of media in het algemeen – gesteund zouden kunnen of moeten worden. Cruciaal daarin is de specifieke invulling van het adjectief ‘publiek’: precies met die term onderscheiden de publieke omroepen zich immers van de andere, commerciële zenders – zoals een bibliotheek zich onderscheidt van een boekhandel, een school van een educatief pretpark, een wetenschappelijk onderzoeksinstituut van een public relations afdeling van een bedrijf – allemaal waardevolle instellingen, maar radicaal verschillend waar het gaat om hun uitgangspunten.
Publieke organisaties zijn naar hun aard voor iedereen toegankelijk, veelzijdig in sociaal, cultureel en politiek opzicht, belangeloos en kritisch, gericht op debat en nieuwe inzichten en daarmee in alle opzichten verrijkend voor individu en samenleving – een rijtje centrale waarden die we moeiteloos ook zouden kunnen plakken op bijvoorbeeld ons onderwijsbestel. Precies daarmee onderscheiden publieke media zich van commerciële media: als ondernemingen staan laatstgenoemden indifferent tegenover publieke waarden, om de eenvoudige reden dat hun doelen primair commercieel zijn. Anders dan tegenover de radio en de televisie heeft de overheid zich tegenover de gedrukte media altijd terughoudend opgesteld, althans, vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw – daarvòòr werd gezagsgetrouwe bladen door lokale en nationale autoriteiten nog onbeschaamd geld toegestopt. In tegenstelling tot de omroepen zijn de kranten altijd private ondernemingen geweest, al was er tijdens de verzuiling in veel gevallen sprake van gemeenschapsbezit via vakbonden, partijen en kiesverenigingen. Dat overwegend ideologische karakter heeft er zonder twijfel toe bijgedragen dat commerciële motieven in de Nederlandse dagbladpers een betrekkelijk bescheiden rol speelden, naast of zelfs na ideële waarden en professionele journalistieke ambities. Veel kranten waren opgericht vanuit idealistische, politieke of religieuze motieven, maar door de jaren heen gingen professionele journalistieke waarden een steeds belangrijker rol spelen. Deze ontwikkeling vond haar voorlopig sluitstuk in de jaren zeventig, toen het primaat van de journalistiek min of meer werd geformaliseerd en de inmiddels grotendeels ontzuilde dagbladen vrijwel collectief het principe van de redactionele
34
onafhankelijkheid omhelsden en statutair vastlegden. Er heerste, kortom, bij de meeste dagbladen een public spirit, die nauw verbonden was met de professionele journalistieke waarden, maar niet noodzakelijk bleek te botsen met de idee van de krant als private onderneming. Maar dat was in tijden van bloei.
35
‘hard nieuws’, eigen reportages, buitenlands en politiek nieuws. Bij de Huffington Post, al jaren bewierookt als het meest succesvolle voorbeeld van webjournalistiek, houdt slechts een deel van haar toch al kleine staf zich bezig met ‘eigen’ nieuwsverhalen, de rest wordt overgenomen uit andere bronnen.
Inmiddels zijn de verhoudingen anders Het grootste deel van de informatievloed komen te liggen. Het aantal journalisten op nieuwssites, blogs, Twitter, Facebook loopt terug, terwijl het aantal voorlichters – van nieuwsberichten, filmreportages en communicatiewerkers spectaculair en kritische commentaren tot reclame en is gestegen. In de redactielokalen moet voorlichting – heeft nauwelijks iets met die meer worden geproduceerd in kortere tijd, basale professionele journalistiek van doen. vaak voor meerdere platforms tegelijk. Er In goede journalistiek gaat het immers om is in het algemeen minder tijd en minder de interpretatie van gebeurtenissen, om geld voor elementair uitzoekwerk, terwijl een onafhankelijke duiding van informatie, op regionaal en lokaal niveau publieke het aangeven van een sociale, politieke of informatie – in de vorm van onafhankelijke historische context, en dat alles in de vorm verslaggeving over politieke en maatschap- van een samenhangend verhaal, een repelijke ontwikkelingen in dorpen en stadsportage, een analyse of een interview van wijken – niet langer voorhanden is. behoorlijke kwaliteit. Het zijn precies die activiteiten waaraan de professionele journalistiek haar maatschappelijke betekenis Welke gevolgen de afkalving van de proén economische waarde ontleent – niet fessionele schrijvende journalistiek zal aan het brengen van naakte feiten en al hebben is moeilijk te bevroeden. Recente evenmin aan het geven van meningen: die studies over de Amerikaanse nieuwsvoorkan ieder zich elk moment van de dag via ziening wijzen uit dat de dagbladpers nog een hele reeks van digitale applicaties laten altijd het fundament vormt waarop die bezorgen, gratis en op maat. nieuws- en informatievoorziening rust: vooral daar wordt aan primaire nieuwsgaring gedaan, daar worden kwesties uitgezocht en uitgediept en gecontextualiseerd. INDUSTRIEPOLITIEK De journalistiek blijkt, kortom, een piramidaal systeem, gedragen door de schrijvende Er is, kort gezegd, sprake van een dreijournalistiek – maar precies dáár vallen gende uitholling van de professionele momenteel ook de hardste klappen, met journalistiek in een tijd waarin deze toch information holes als gevolg. Zelfstandige hard nodig is: in print, in de omroep, op het digitale platforms blijken immers tot nu web. Het lijdt geen twijfel dat deze trend toe nauwelijks in staat te zijn geweest de in de nabije toekomst zal doorzetten en ontstane lacunes – bijvoorbeeld op lokaal dat vergroot de druk op de beroepsgroep en regionaal niveau – te vullen. Sterker nog, om het vak opnieuw uit te vinden, nieuwe ze hebben de neiging de professionele jourvormen van journalistiek te ontwikkelen nalistiek te kannibaliseren: ze blinken uit en zich daarmee een plek te veroveren in in geblogte opinies, soms ook in analyses, het snel veranderende mediale ecosysteem. maar brengen zelf buitengewoon weinig Het is niet onwaarschijnlijk dat zij in heel
andere organisatorische verbanden zal worden beoefend, bijvoorbeeld in de vorm van een gespecialiseerde digitale site met een abonnementensysteem of gelieerd aan een wetenschappelijke instelling of kenniscentrum. Deze heroriëntatie van het vak, die hoe dan ook de nodige tijd, geld en moeite zal kosten, is nog maar nauwelijks begonnen en het zou goed zijn wanneer de professionele journalistiek in ieder geval voor de duur van dit vernieuwingsproces op steun en bescherming van de overheid zou kunnen rekenen. Tijdelijk, maar misschien zelfs structureel – en waarom eigenlijk niet? Waarom zou de overheid zich – vooral in de huidige situatie van turbulente en diepingrijpende veranderingen – niet hoeven te bekommeren om de kwaliteit van de journalistiek, zoals zij zich ook bezighoudt met de kwaliteit van het onderwijs en de cultuur? Is het niet tijd voor een gericht beleid ten aanzien van de journalistiek, precies zoals met betrekking tot andere sectoren met een publiek karakter, niet door generieke steunverlening aan bedrijven, maar door zich op de journalistieke processen en producten zelf te richten? De economische kanten hebben – hoe begrijpelijk ook – te lang het discours over de crisis in de nieuwsmedia bepaald. Deze insteek dreigde zelfs uit te monden in wat ik gemakshalve ‘industriepolitiek’ zou willen noemen: generieke steunverlening aan bedrijven die noodlijdende bladen uitgeven of die in die situatie terecht dreigen te komen. En dat is een onvruchtbaar uitgangspunt, zoals de geschiedenis laat zien: met de kolen- en staalindustrie en de scheepsbouw is het bepaald niet goed afgelopen. Een industriepolitiek zal de serieuze journalistiek niet fundamenteel vooruit helpen, zomin als een restrictieve politiek ten opzichte van de publieke omroepen, die momenteel uit vrees voor ‘oneerlijke
concurrentie’ ernstig worden beknot in het experimenteren met digitale en transmediale vormen. Zo’n politiek zal de problemen eerder vergroten dan verkleinen. Waar het bij een versterking van de serieuze en publieke journalistiek op aankomt, is – zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid al zeven jaar geleden aangaf in de titel van een rapport – een focus op functies. Wanneer daartoe wordt besloten, zou het voor de hand liggen een goed gevuld en onafhankelijke investerings- en ontwikkelingsfonds in het leven te roepen, op duidelijke afstand van de overheid zelf. Een dergelijk fonds zou zich, naar analogie van andere stichtingen en instellingen op het gebied van de cultuur, het onderwijs en de wetenschap – die ten slotte ook niet aan de leiband van de staat lopen – zich moeten richten op het ondersteunen van experimenten en kwaliteitsverhogende initiatieven, in het bijzonder op het gebied van multimedialiteit, informatieverzameling, distributie, organisatie en professionele vernieuwing. Hierbij zou een zelfde soort set van criteria moeten worden ontwikkeld als momenteel wordt gehanteerd in de subsidiëring in de culturele sector, gebaseerd op waarden als oorspronkelijkheid, toegevoegde waarde, ambachtelijke professionaliteit en onafhankelijkheid. Het zou geen kwaad kunnen ook de publieke omroep – in het bijzonder de omroepverenigingen, die, waar het gaat om de kwaliteit van de professionele journalistiek op radio en televisie, nog maar weinig hebben laten zien – in dit beleid te betrekken. Versterking van de hoogwaardige nieuwsvoorziening zou bij dit alles voorop moeten staan – en minder de economische problemen van de bedrijven, waaraan, zoals hierboven werd betoogd, structurele oorzaken te gronde liggen die door de overheid niet kunnen worden opgelost.
36
37
Focus op functies – het lijdt geen twijfel dat we ook vandaag de dag niet kunnen zonder hoogwaardige, professionele journalistiek: een journalistiek, werkend zonder last of ruggespraak, pluriform uit principe en ten dienste van algemene belangen; een journalistiek die haar publiek respecteert, en zowel door haar vormgeving als haar inhoud uitnodigt tot lezen, tot kijken, tot denken; een journalistiek die ‘objectief’ wil zijn in zowel haar doel als haar methode. En met dat laatste bedoelen we uiteraard niet dat de journalistiek in staat is tot onweerlegbare voorstellingen van de werkelijkheid: zulke onbemiddelde vormen van kennis van de wereld zijn de taal noch het beeld gegeven. De ‘objectiviteit’ van de professionele journalistiek ligt primair in haar werkwijze, haar onbevangenheid en onafhankelijkheid, en in haar streven een veelzijdig beeld van de samenleving te creëren. In het ene geval zal dat neerkomen op een streven naar een zo genuanceerd en afgewogen interpretatie van de gebeurtenissen in de wereld. In het andere op een eigenzinnige, met artistieke middelen gecreëerde en diepsnijdende uitvergroting daarvan, zoals in een auteursfilm, als een doelbewuste bijdrage aan de veelvormigheid. Maar beide hebben hetzelfde doel: de wereld, de samenleving, begrijpelijker en transparanter te maken, voor de burger, de consument, de bedrijven, de wetenschap. Dat was waarop Jefferson doelde met zijn uitspraak; hij was op grond daarvan bereid de post- en belastingtarieven voor kranten aan te passen. Meer dan twee eeuwen later biedt dit soort maatregelen echter onvoldoende soelaas. Er is een steviger beleid nodig, actiever, selectiever, substantiëler, naar analogie van de voorzieningen die de overheid heeft gecreëerd voor het onderwijs, de wetenschap en de cultuur. Daar worden, op grond van hun publieke waarde, grote sommen geld in gestopt. Het belang van goede journalistiek is navenant
groot: niet alleen de individuele burgers, maar ook bedrijven, instellingen, scholen en overheden zèlf hebben er – vis à vis de aanzwellende stroom van informatieverschaffers met financiële of politieke belangen – alle belang bij inzicht te krijgen in de stand van de economie, de jeugdcriminaliteit, de plannen voor ruimtelijke ordening, de rechtspraak, de ontwikkelingen in de wetenschap, de stand van zaken in Afghanistan, de conferenties over global warming of de stemming onder de burgers. Kortom, een democratische samenleving kan zonder papieren krant of televisietoestel, maar niet zonder een serieuze, onafhankelijke informatievoorziening, ofwel: zonder publieke journalistiek. Frank van Vree (1954) is historicus en filosoof. Hij is decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en was tot voor kort hoogleraar Journalistiek.
COLOFON Š 2012, Mediafonds Mediafonds Herengracht 609 1017 CE Amsterdam T 020 6233901 F 020 6257456 info@mediafonds.nl www.mediafonds.nl
Essay: Frank van Vree Samenstelling en eindredactie: Titia Vuyk en medewerkers Mediafonds Ontwerp: Catalogtree i.s.m. Bernd Volmer Drukwerk: robstolk Het essay van Frank van Vree, het volledige jaarverslag 2011 en de infografiek zijn gepubliceerd op de website van het fonds.