10 minute read

Vervanging of aanvulling?

Rol overheid

Sturing middels subsidies en belastingen.

Er is werk aan de winkel

Samen bereik je meer

Rendement voor een betere wereld naast financiële opbrengst.

Met duurzame kabinetsdoelstellingen voor de gebouwde omgeving in 2050, is er nog een lange weg te bewandelen. De Rotterdamse ontwikkelaar HD Groep wil niet zo lang wachten. Ze steekt de handen uit de mouwen en kijkt met duurzame, ambitieuze projecten, samen met partners, positief vooruit.

Cherryl Djoegan

Ontwikkelaar en specialist circulair bouwen

FOTO: MARCEL KRIJGERFOTOGRAFIE

Geschreven door:

Redactie Mediaplanet

Dit artikel wordt mede

mogelijk gemaakt door

HD Groep

Informatie beeld MIX: waar wonen en bewegen elkaar ontmoeten in Rotterdam. Realisatie van 256 woningen in vier bouwdelen waarvan een bouwdeel opnieuw is ontworpen zodat het in houtbouw (CLT) kan worden uitgevoerd. Het is geen nieuws dat gebouwde omgeving voor 40 procent verantwoordelijk is voor de CO2-uitstoot. Sterker nog: daarom zijn er doelen gesteld om deze in 2050 als volledig circulair te bestempelen. HD legt de lat hoog voor zichzelf met een doel van twintig jaar eerder, wat de noodzaak en urgentie toont. “Waarom wachten tot de klimaatproblematiek nog zichtbaarder of voelbaarder wordt?,” bepleit Cherryl Djoegan (ontwikkelaar en specialist circulair bouwen). “Laten we samen onze schouders eronder zetten, en gáán. Daar willen we met onze ambitie - om in 2030 volledig circulair te zijn - een voorbeeldrol innemen.”

Om deze ambitie waar te maken werkt HD met drie uitgangspunten die verwerkt worden in alle projecten; ontwerpen voor saamhorigheid, bouwen aan biodiversiteit en met gesloten kringlopen (op materiaal-, CO2-, energie- en waterniveau). Djoegan: “We moeten de impact voor mens en milieu die we nú maken vertalen naar de toekomst. Laten we stoppen met kortetermijndenken. Zo verzekeren we de vitaliteit van de toekomst. Zet bestaande materialen in en maak biobased bouwen normaal. Dat is een spannende, maar haalbare uitdaging. Laten we met zijn allen dergelijke uitdagingen juist aanpakken als een avontuur.”

Gebiedsontwikkeling en sociale duurzaamheid

De instelling ‘mouwen opstropen en aan de slag’ dat vaker door de havenstad gonst, geldt ook in dit geval: er is werk aan de winkel. Ook voor HD zelf. Niet alleen het ‘eigen nest’ van HD wordt circulair, ook op het vlak van partners en projecten ligt er nog meer focus op circulariteit. “Circulariteit is een super breed begrip”, licht Djoegan toe. “Van de toepassing van hergebruikt en hernieuwbaar materiaal tot de toekomstbestendigheid van een product dat aanpasbaar is. Alles in één keer aanpakken is teveel. Daarom legden we dit jaar de nadruk op biobased bouwen met de focus op houtbouw, waarin we een grote broek hebben aangetrokken.” Een woonproject als MIX, ontworpen door onze eigen HD Architecten in de Rotterdamse wijk Het Lage Land, is daar een goed voorbeeld van. De ontwikkeling en het ontwerp waren al ver gevorderd. “We hebben besloten één van de bouwdelen opnieuw te ontwerpen om het in houtbouw (CLT) uit te voeren. Voor alle betrokkenen een leerzaam proces. Ook de aannemer - waarvoor momenteel een selectie loopt met duurzaamheid als een belangrijk selectiecriterium - moet mee in deze doelstelling. Ervaring met circulariteit is een vereiste.”

Zo is de pool van partners, adviseurs, architecten, aannemers en leveranciers sindsdien onderhevig aan een selectie op basis van HD’s eigen circulaire doelstellingen. Juist daaruit ontstaan nieuwe toepassingen en initiatieven, zoals een databank van biobased materialen waar ze samen met een andere architect mee werken.

Daarnaast is de nieuwe gebiedsontwikkeling in Middelharnis een goed voorbeeld van HD’s eigen inzet: op 3,5 hectare grond wordt daar ‘Het Menheerse Erf’ ontwikkeld, een combinatie van wonen, welzijn en zorg. HD’s duurzame pijlers zijn vanaf het begin meegenomen in de ontwikkeling. Het resultaat: alle appartementen en alle grondgebonden woningen worden biobased ontwikkeld. Naast de technische en ecologische duurzaamheid waarvoor de lat hoog is gelegd, is er veel aandacht voor sociale duurzaamheid. De natuur fungeert als rode draad door het plan en dient als ontmoetingsruimte. Zo wordt er in collectieve groene buitenruimtes plek gemaakt voor onder meer moestuintjes als extra ontmoetingsplekken. Daarnaast wordt door zorgvuldig programmeren een goede balans gecreëerd tussen zorgdragers en zorgvragers.

Duurzaamheid in eigen nest

De bewustwording rondom een duurzame wereld begint al tussen de eigen muren van HD. Maandelijkse lunchlezingen van externen fungeerden als inspiratiesessies om collega’s te tonen dat HD niet de eerste is die hiermee aan de slag gaat. “Met zo’n groot onderwerp als circulariteit, liggen twijfels op de loer: “Is zo’n grote ambitie wel realistisch?”, illustreert Djoegan. “De inspiratiesessies dienen ervoor om dat naar een nieuw niveau te brengen; om te laten zien dat het kan! Dan beweeg je al snel via inspiratie, ideeën en inzichten, naar enthousiasme, initiatief en realiteit.”

En zo geschiedde met acties vanuit collega’s, zoals het volgen van opleidingstrajecten. Voor een bestaand ontwerp voor een zorggebouw voor mensen met dementie werd onderzocht hoe dit ook gerealiseerd kan worden in hout, geïnspireerd door één van de lunchlezingen. Het volgende zorggebouw van HD wordt zo gerealiseerd. “Mensen zitten boordevol ideeën om bewustwording en eigen duurzaamheid te stimuleren”, vertelt Djoegan enthousiast. “Daardoor gaat het leven. En pas zodra iets echt leeft, komt het tot bloei. Een leuk voorbeeld is hoe door kleine maar sterke gebaren onze duurzaamheidsmissie steeds beter zichtbaar wordt. Zoals het idee van een collega om een wachtwoord voor gasten te veranderen naar een circulair statement.”

Vier kleine successen

De grote ambities nemen niet weg dat ontwikkelingen lang duren. Het proces voordat een (ontwikkel)project getoond kan worden aan de wereld - daar gaat een hele tijd overheen. Daarom pleit HD voor een positieve mentaliteit op de korte termijn. Djoegan: “Vier kleine successen. Je kunt niet wachten tot 2030 om resultaat te laten zien. Toon juist al die kleine stappen die leiden tot dat ene, mooie circulaire gebouw. Dat is motiverend en houdt het tempo erin. Onze ambitie blijft daarmee dagelijks voelbaar.”

Laten we realistisch zijn: de weg naar 2030 en vervolgens 2050 is niet altijd rozengeur en maneschijn. Juist daarom ziet HD de uitdagingen als een avontuur met constant nieuwe inzichten en mogelijkheden. Ook samen met partners - en beter nog: samen met de hele bouwsector. Djoegan: “Misschien voelen de veranderingen soms gek en oncomfortabel. Dat mag best, want anders maken we het onmogelijke niet waar. De lat moet hoog liggen! Laten we doorlopen - het liefst rennen - want we gaan de goede kant op.”

FOTO: COLLECTIEVE BINNENTUIN: HD ARCHITECTEN & BUROSALT

‘Hoe gaaf is het om zo’n positieve invloed op je omgeving te hebben?’ Koplopers zetten grote stappen op weg naar ‘Paris Proof’

Klimaatverandering gaat sneller dan gedacht en de bouw- en vastgoedsector staat voor grote uitdagingen. Dutch Green Building Council (DGBC) zet zich in om de gebouwde omgeving snel toekomstbestendig te maken. Samen met partners zoals AlterA Vastgoed doet de stichting dit vanuit een brede kijk op verduurzaming. “Zodat we het in één keer goed doen voor mens, milieu en omgeving.”

Annemarie van Doorn

Directeur DGBC

Jaap van der Bijl

CEO AlterA

Geschreven door:

Sandra Zuiderduin

Dit artikel wordt mede

mogelijk gemaakt door

FOTO: DANIST SOH

Hoosbuien, droogte, hitte, vrieskou en milieubelastende CO2-uitstoot. Het klimaat verandert sneller dan we dachten. Om hierop in te spelen krijgt de bouw- en vastgoedsector te maken met fors strengere wet- en regelgeving. “Er komt steeds meer aandacht voor verduurzaming, zowel op maatschappelijk en sociaal als op milieugebied”, zegt Annemarie van Doorn, directeur van DGBC: de landelijke, maatschappelijke organisatie die zich richt op het verduurzamen van de gebouwde omgeving. “Waar het eerst nog alleen de regels van de overheid waren, zie je dat de hele keten er nu om vraagt. Ook pensioenfondsen zijn kritischer op hun investeringen en willen meer duurzame portefeuilles voor hun beleggers.”

Urgentie enorm en grote stappen nodig

En dat is goed, want de urgentie is enorm. “Bijna veertig procent van het energiegebruik en de CO2-uitstoot in Nederland komt van onze gebouwde omgeving”, vertelt de directeur van de stichting die het internationale keurmerk BREEAM-NL doorontwikkelde om de duurzaamheidsprestaties van gebouwen en gebieden in de breedte te beoordelen. “Dat is gigantisch veel. Daarom heeft de overheid bepaald dat elk kantoorgebouw per 1 januari 2023 minimaal energielabel C moet hebben. Maar ons gaat dat nog niet hard genoeg, we moeten opgaven combineren. We zien dat het anders moet en ook anders kan. Dus als we met elkaar grote stappen zetten, dan kunnen we een belangrijk aandeel leveren. Als stichting hebben we een faciliterende, toezichthoudende en leidende rol hierin. Want samenwerken is belangrijk.”

Wat kan een beheerder doen om zijn gebouw zo prettig en duurzaam mogelijk te laten zijn voor mens, milieu en omgeving? Dat zou het uitgangspunt voor iedere verduurzaming moeten zijn. “Reductie van twee derde van het energiegebruik in gebouwen is nu het belangrijkste. Dan voldoet je gebouw aan onze Paris Proof norm. Wat er daarna dan nog aan energie nodig is, kan je duurzaam opwekken. Maar bij uitstoot en klimaatverandering is het ook belangrijk om te kijken met welke bouwmaterialen en welk proces een gebouw is gebouwd. Daarnaast moeten we gebouwen aanpassen aan de klimaatverandering, dit noemen we klimaatadaptief. Maar we kijken ook naar de sociale kant van verduurzaming. Denk aan zorg voor de omgeving, elkaar ontmoeten in de wijk, investeren in de gebiedsomgeving en het welzijn van mensen.”

Van financiële gedrevenheid naar intrinsieke motivatie

Gelukkig ziet DGBC het duurzaamheidsbewustzijn groeien. “We zien langzaamaan de financiële gedrevenheid en het kortetermijndenken veranderen in een intrinsieke motivatie. Steeds meer DGBC-partners worden zich bewust van de invloed die ze hebben op hun eigen omgeving en nemen hier hun verantwoordelijkheid voor. Ze kijken hoe ze hun voetafdruk kunnen verlagen, zowel op sociaal als op groen gebied. Ze kunnen iets bijdragen, dus willen ze dat ook. Het geeft ook veel voldoening, want hoe gaaf is het om zo’n positieve uitwerking op je omgeving te hebben? Deze koplopers zijn bereid om echte stappen te zetten. De uitdaging is nu hoe we het peloton meekrijgen.”

Die uitdaging geldt in geen geval voor vastgoedbelegger AlterA Vastgoed. Als DGBC-partner doet ze er alles aan om de portefeuille nu al te laten voldoen aan alle doelstellingen van 2050. “Niet omdat het moet, maar omdat het kan én we dat graag willen”, legt CEO Jaap van der Bijl uit. Voor het 3e jaar op rij is de vastgoedbelegger dan ook door GRESB benchmark uitgeroepen tot meest duurzame woningfonds ter wereld. “Een goede meetlat en mooie erkenning”, oordeelt de directeur van de koploper op het gebied van Environmental, Social en Governance (ESG), “maar we doen het niet voor de medailles. We doen het om voordelen te behalen voor bewoners, beleggers en de samenleving als geheel.”

Commitment ‘Paris Proof’ nog een stap verder

Om dit nog een stapje harder te laten gaan dan de overheid vraagt, zijn er inmiddels stevige ambities vastgelegd in het commitment ‘Paris Proof’. Voor 2040 willen partners van DGBC het energiegebruik van de gebouwde omgeving met twee derde verlaagd hebben en geen CO2 meer uitstoten. Maar voor AlterA Vastgoed betekent verduurzaming nog veel meer dan dat. “Het gaat om vooruitdenken én doen op een veel breder vlak”, legt Van der Bijl uit. “Hoe zorgen we ervoor dat mensen er prettig kunnen wonen en zelf ook meedoen met duurzaamheid? Welk effect heeft een gebouw op mens, milieu en omgeving? Hoe past het in de omgeving? Hoe maken we woningen bestendig voor alle klimaatveranderingen?”

Vragen die veel verder gaan dan energiebesparing. Mooi voorbeeld hiervan is het project Zaanse Helden waarbij AlterA Vastgoed samen met de gemeente en de woningcorporatie een inclusieve gemeenschap creëert. “Met 356 energiezuinige appartementen in de particuliere huursector die uitstekend aansluiten op de natuurlijke omgeving rondom de oude molen. Met redelijke huren, natuurlijke schaduwwerking en gemiddeld 76 m2 woonruimte vullen deze woningen het sociale huuraanbod mooi aan voor jong en oud. We noemen dat ‘built to rent’: aan de woningvoorraad voegen we huurwoningen toe die kwalitatief, betaalbaar en duurzaam zijn.”

Sociale cohesie en fijne ontmoetingsplekken in de wijk

Het sociale aspect is daarbij een belangrijk speerpunt. “Hoe zorgen we voor sociale cohesie en fijne ontmoetingsplekken in de wijk? Dat is iets waar we ook naar kijken, bijvoorbeeld door te investeren in wijkwinkelcentra, minibiebs, klusbussen, daktuinen en energiecoaches. Voor wie doen we het eigenlijk? Dat is onze manier van denken. We merken dat dit ons veel meer zingeving geeft en dat het inmiddels in ons DNA verweven zit. Waarom zouden we extra risico lopen door de voordelen uit te stellen? Waarom wachten als wij het nu al naar ons toe kunnen trekken? Liever nemen wij die tijd nu. Dat geeft bovendien zekerheid, voorspelbaarheid en helderheid voor de belegger.”

This article is from: